Ledenbulletin 22 Alleen aan blijdschap geen gebrek De na-oorlogse jaren in woord en beeld
MUNNIKENWEG 18 BEVERWIJK
Beverwijk 650 jaar stad
Het jaar 1948 in vogelvlucht
en de volgende verhalen
Gedonder in de glazen door dartel gedrag.
Bij opbod en afslag. Publieke verkopingen in Beverwijk rond het jaar 1800.
De 17de-eeuwse schilder Pieter Saenredam.
Historisch Genootschap Midden-Kennemerland Museum Kennemerland
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Aan de lezers Telkenmale is het verschijnen van een Ledenbulletin een soort proeve van bekwaamheid voor hen, die de taak op zich genomen hebben om de uitgave te doen verschijnen. Reeds eerder mochten wij daar melding van maken. Ook nu zijn zij er weer in geslaagd een aantrekkelijk en gevarieerd Ledenbulletin samen te stellen. Dat de belangstelling voor de jaren na de oorlog groeiende is, ziet u in dit Ledenbulletin weerspiegeld in de kroniek van het jaar 1948 van A. Bart en de artikelen van E. Toepoel en A. Post over de periode rond deze tijd. Maar niet enkel de jongste geschiedenis krijgt aandacht: ook uit verder terugliggende eeuwen wordt verhaald. Naast het artikel van J.v. Venetien over de schilder Pieter Saenredam, treft u een tweetal artikelen aan van G. Stavenuiter over Beverwijkse toestanden in het prille begin van de negentiende eeuw. Al met al ligt er weer een goed Ledenbulletin voor ons; onze dank gaat uit naar de vrijwilligers, die dit mogelijk maakten. Voorzitter Historisch Genootschap Midden-Kennemerland J.G. Frerichs Voorzitter Museum Kennemerland Ir. J. Camfferman
Beverwijk, oktober 1998
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
1
Inhoudsopgave: Voorwoord van de voorzitters pagina 1 Inhoudsopgave pagina 2
Alleen aan blijdschap geen gebrek. De na-oorlogse jaren in woord en beeld
pagina artikel samenstellers pagina Stadsontwikkeling van Beverwijk Wat is er niet op de bon in 1945 Beperking van energie
C. Pepping / J. Camfferman A. Post / E. Toepoel
We schrijven 1948 en 1998
"
"
"
"
"
Oom Bob met "Ons hoekje voor de kinderen" Beverwijk, 650 jaar zonder zelfbediening!
"
De geldzuivering
"
Advertenties
"
Openbare orde in Beverwijk
"
Advertenties
"
Vrijheid, blijheid en cultuur
"
Beverwijk 650 jaar stad
"
Advertenties
"
" " " " " " " " "
3 t/m 42
3 t/m 7
8 t/m 11
12 t/m 15 16
17 t/m 23 24 t/m 27 28 t/m 30 31
32 t/m 34 35
36 t/m 37 38 t/m 41 42
geraadpleegde bronnen: Archief gemeente Beverwijk Museum Kennemerland Nieuws- en advertentieblad "De Kennemer" De supermarkt, 50 jaar geschiedenis, G. Rutte & J. Koning
1948 in vogelvlucht samensteller: A. Bart
pagina 43 t/m 48
De 17de-eeuwse schilder Pieter Saenredam bezoekt Heemskerk auteur: J. van Venetien
pagina 50 t/m 56
Gedonder in de glazen door dartel gedrag
auteur: Go Stavenuiter
Bij opbod en afslag. Publieke verkopingen in Beverwijk rond het jaar 1800 auteur: Go Stavenuiter
pagina 49
pagina 57 t/m 64
Copyright:
Historisch Genootschap Midden-Kennemerland en Museum Kennemerland en de auteurs. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, fotokopie, microfilm, via internet of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de copyrighthouders
ISBN:
Foto's:
Museum Kennemerland, C. de Boer, K. Groot, gemeente-archief Beverwijk en het Prentenkabinet J.M. van der Linden, Wijk aan Zee.
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
2
Stadsontwikkeling van Beverwijk Inleiding De periode 1945 tot 1950 kan voor het maken van een schets van de ontwikkeling van Beverwijk voor sommige aspecten van de samenleving voldoende zijn. Om van de Beverwijkse stadsontwikkeling een beeld te geven, zal men echter beslist over een langere periode verslag moeten doen. Aan de hand van onderstaand artikel zult u merken, dat de gigantische groei op industrieel en stedebouwkundig terrein juist pas flink doorzette rond 1955, nadat de regering na diverse studies tot de conclusie kwam, dat minimaal een vervijfvoudiging(!) van het bewonersaantal in de IJmond-noord te verwachten viel, vervolgens hele contingenten hoogbouw toewees, toestemming gaf tot uitbreiding van de basisindustrie tot op korte afstand van de diverse woonwijken en daarmee de gemeente Beverwijk voor het blok zettend.... Wie zou in januari 1924 hebben kunnen vermoeden, dat de ingebruikneming van Hoogovens I door een industriële expansie zou worden gevolgd, die op plaatselijk regionaal-nationaal en thans zelfs internationaal niveau voelbaar zou worden. De ontwikkeling van de Hoogovens oftewel de basisindustrie heeft in belangrijke mate het gezicht van de IJmond en met name het stedelijk gebied van Beverwijk ingrijpend veranderd, waarbij de dienst Openbare Werken een omvangrijke taak kreeg toebedeeld. Naast een geleidelijke ontwikkeling van de basisindustrie in de jaren dertig op het grondgebied van de gemeente Velsen, worden de bestaansbronnen in Beverwijk gevormd door land- en tuinbouw, handel van groenten, aardbeien, bollen en later bloemen, een aantal conservenfabrieken en kleine bedrijven, alsmede een centrum van enige regionale betekenis. Toch verandert langzaam het landelijke karakter van de gemeente doordat werknemers gedreven door de crisis van de jaren dertig naar Beverwijk trekken. In de periode van 1931 tot 1945 is overigens van belang de samenvoeging van de gemeente Wijk aan Zee en Duin met de gemeente Beverwijk tot één gemeente Beverwijk op 1 mei 1936, waarbij een aantal overheidstaken beter kunnen worden geconcretiseerd; door de fusie kwam het totaal aantal inwoners op 20.000. De dynamische ontwikkeling van de gemeente vond plaats na 1945, parallel aan de industriële expansie. Tot 1945 bedraagt het aantal inwoners van de gemeente ongeveer 25.000 en bedraagt het aantal woningen ± 5000. Het stedelijk woongebied wordt globaal begrensd door de Vondellaan, Noorderwijkweg, Cornelis Matersweg, Boeweg, Galgenweg, Grote Houtweg, Alkmaarseweg, HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Hoflanderweg, Munnikenweg, De Visscherstraat, Hendrik Mandeweg, van Breenstraat, Graaf Janstraat, Schans, Spoorsingel, Koude Horn, Meerstraat en de Halve Maan en voor het overige lintbebouwing langs de Zeestraat, Creutzberglaan, Arendsweg, Kuikensweg, Gladiolenlaan, Heemskerkerweg, Hoflanderweg, Wijkermeerweg en waar al niet. Het was om met Mr. H.J.J. Scholtens, voormalig burgemeester van Beverwijk te spreken - met recht "La ville tentaculair" - de stad met haar lange voelsprieten, die in wijde omgeving het landschap aantastte. In de periode van 1940 tot 1945 staan de ontwikkelingen practisch stil en wordt in en om Beverwijk heen veel vernietigd als gevolg van de Tweede Wereldoorlog. De periode na 1945 wordt gekenmerkt door een grotere intensivering van de overheidsbemoeienis met de ruimtelijke ordening in Nederland. Door de toenmalige minister van Volkshuisvesting en wederopbouw werd de IJmond als een van de meest urgente punten van nationaalplanologisch beleid genoemd en mede daarom stelde hij in 1950 de werkcommissie voor het Westen des Lands in. De commissie werd in het leven geroepen ter vervulling van een opdracht, die de minister als volgt formuleerde: 1. een samenvattend onderzoek in te stellen naar de problemen die de bestaande en in de toekomst te verwachten ontwikkeling in het westen van Nederland uit het oogpunt van de na-tionale ruimtelijke ordening opleveren; 2. de voorstellen te doen voor maatregelen, die op grond van dit onderzoek zouden dienen te worden bevorderd, waarbij zoveel mogelijk voorrang dient te worden gegeven aan: a. het gebied in de omgeving van de IJmond b. de agglomeratie van 's-Gravenhage. Het eerste advies ter voldoening aan het onder 2a vermelde deel van de opdracht, vormde het Interimrapport IJmond dat in 1951 werd uitgebracht. 3
Dit rapport houdt richtlijnen in, die uit hoofde van nationaal belang voor de ontwikkeling van de IJmond zouden dienen te worden aangehouden; deze geven aan hoe in de provincie gerezen vraagstukken in beginsel zouden dienen te worden opgelost. De ministerraad verenigde zich ermede, dat deze richtlijnen door de provincie in de vorm van een streekplan zouden worden uitgewerkt. De situatie van IJmond-Noord op provinciaal niveau. In de periode 1950 tot 1955 zijn vele studies verricht en gepubliceerd ten behoeve van het streekplan. In een voorstudie voor het streekplan IJmondNoord uit de begin vijftiger jaren was men tot de conclusie gekomen, dat binnen de IJmond-Noord bij een normale ontwikkeling van de basisindustrie een bevolkingsontwikkeling zou zijn te verwachten tot ongeveer 225.000 à 250.000 inwoners. Om verschillende redenen achtte men echter voorshands een bevolkingsagglomeratie, althans een zo vérstrekkende planning en reservering van de daarvoor nodige gronden van zo'n verrassend grote omvang, waardoor vooral de kostbare tuindersbedrijven getroffen zouden worden, hier niet wenselijk. Als maximum aantal inwoners werd daarom in het streekplan IJmond-Noord van 1956 een bevolkingsaantal van ongeveer 140.000 inwoners gesteld. Bij de herziening van het streekplan IJmond-Noord 1962 bleek dat het aantal van 140.000 inwoners binnen genoemd gebied niet kon worden ondergebracht; het werd daarom teruggebracht tot maximaal 110.000 inwoners. Bij de planontwikkeling uit de vijftiger jaren
Vooraan Europaplein, Arnostraat, Rubiconstraat, Adigestraat, 294 etagewoningen en 13 winkels. HGMK Ledenbulletin 22, 1998
4
werden structuur- en bestemmingsplannen van de gemeente gebaseerd op het toen beschikbaar onderzoeksmateriaal en het provinciaal planologisch beleid met de reeds vermelde de te verwachten bevolkingsaanwas. Daarbij werd uitgegaan van een geheel nieuwe cityontwikkeling op maagdelijk gebied, waarvan de Wijkerbaan de eerste vormde en centraal gelegen gesitueerd over en nabij de zogenaamde verdiepte cityweg (middenpoort). Dit omvatte voor een groot deel ondermeer het gebied van het thans tot bovenwijkse voorziening bestemde gebied, geregeld binnen de grenzen van het bestemmingsplan Overbos. Al eerder is betoogd, dat de omvangrijke stedelijke ontwikkeling binnen de IJmond-Noord het gevolg was van de dynamische ontwikkeling van de basisindustrie. Het gebied van de basisindustrie groeide van de midden vijftiger jaren van ongeveer 250 ha tot ongeveer 800 ha begin tachtiger jaren, met als gevolg dat de basisindustrie op nog geen kilometer afstand is gelegen van het woongebied van Beverwijk. Hiervoor werd in het bijzonder het kostbare natuurgebied in zijn geheel opgeofferd voor de welvaartsontwikkeling op regionaal en zelfs nationaal niveau. Het zal duidelijk zijn dat een gemeente die in het begin vijftiger jaren als opdracht van de bovengemeentelijke overheid kreeg toebedeeld een omvangrijke stedelijke ontwikkeling binnen een relatief klein gebied tot stand te brengen voor grotendeels employés in de staalindustrie, aan die opdracht slechts kan voldoen door de verwezenlijking van veel hoogbouw in de woningwetsector binnen de mogelijkheden en opvattingen van die tijd.
Situatie ontwikkeling op plaatselijk niveau. Het behoeft geen betoog dat in de periode vanaf 1945 de gemeente een uiterst moeilijke taak kreeg toebedeeld, omdat de plaatselijke overheid de instantie vormt die aan de plannen van rijk en provincie uitvoering moest geven. De dienst Openbare Werken die aan de voorbereiding en uitvoering leiding moest geven, werd dan ook fors uitgebreid met middelbaar en hoger technisch personeel, omdat duidelijk zal zijn dat voor een dergelijk dynamische complexe ontwikkeling op allerlei gebied zoals: woningbouw, centrum, recreatie, industrie, verkeer e.d. een dienst met adequaat personeel een voorwaarde vormt om te kunnen voldoen aan de opdrachten van de bovengemeentelijke overheid. Zoals reeds is vermeld, telde de gemeente Beverwijk in 1945 ongeveer 25.000 inwoners. De eerste uitbreidingsplannen werden voorbereid door een extern stedebouwkundig bureau. Deze plannen omvatten het gebied van de Hendrik Mandeweg en omgeving en het gebied van de Plantage, Wijk aan Duinerweg en Kuenenplein, alsmede het industriegebied Aagtenhof ten behoeve van de Beijnesvestiging. Al spoedig bleek de noodzaak voelbaar te beschikken over een eigen plaatselijke afdeling stadsontwikkeling die slagvaardig en meer plaatselijk gericht de plannen diende voor te bereiden. In 1954 werd de dienst uitgebreid met een afdeling stadsontwikkeling. Deze afdeling vormde één geheel met de sector survey, thans sociografisch bureau geheten, die op dit moment een zelfstandige dienst vormt. Vermelde combinatie was gewenst in verband met het complexe vooronderzoek inzake planvoorbereiding met betrekking tot: bevolkingsontwikkeling, welvaartsbronnen, voorzieningenniveau, die bij een omvangrijke ontwikkeling als die van de IJmond noodzakelijk is. Bestond de afdeling de eerste jaren uit twee me-
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
dewerkers, al spoedig groeide het aantal medewerkers uit tot een dertiental in de begin zestiger jaren. De meest dynamische ontwikkeling na 1945 vond ongetwijfeld plaats in de periode tussen de begin vijftiger en midden zestiger jaren. Naast de ontwikkelingen van de basisindustrie kunnen in die jaren als essentieel worden aangemerkt: • de ingebruikneming van de Velsertunnel en rijksweg 9 met aansluitende wegverbindingen in 1957; • de ontwikkeling van de woongebieden nabij de -Plantage en omgeving; -Warande en omgeving; -Wijk aan Zee; -Oosterwijk; -Meerestein; *
alsmede de ontwikkelingen van: -het industriegebied De Pijp (1960-1963) -het sportcomplex Adrichem (1962) -de begraafplaats Duinrust (1946-1947) (1964-1965)
Als belangrijkste voorzieningen komen in de nieuwbouwwijken tot stand o.a. : Stadskantoor (1965) Overdekte zwembad (1963-1965)
Winkelcentra: Plantage Europaplein Wijkerbaan
(1957-1960) (1965)
Onderwijsinstellingen: Pius X College, Lyceum en M.M.S (1961-1962) Wenkebach M.T.S. (1965) Chr. scholengemeenschap Hofflant (1959-1960)
5
Rode Kruisziekenhuis 1ste uitbreiding (1954) Lommerlustbejaardencentr. (1960) Rioolwaterzuiveringsinstall. (1950-1952) De Meer wordt gedempt (1957-1958) Aanleg van het Stationsplein (1959-1960) Het aantal inwoners steeg van 25.000 in 1945 tot 36593 in 1960 en daalde vervolgens tot 35620 in 1997. Voor al deze ontwikkelingen werden de stedebouwkundige planologische voorbereidingen verwezenlijkt door de afdeling Stadsontwikkeling door middel van bestemmingplannen en andere stedebouwkundige regelingen. Vanaf de midden vijftiger jaren tot begin zeventiger jaren (en weer opnieuw in 1998) speelde de kwestie van de gemeentelijke herindeling een sterk remmende rol op de stadsontwikkeling. Zij werd door de bovengemeentelijke overheid noodzakelijk gesteld, maar pas in 1972 werd een wetsontwerp dienaangaande verworpen door de Tweede Kamer. Het lange uitblijven ( 20 jaar!) van een regeringsbeslissing heeft ongetwijfeld een
stagnerende invloed gehad op de stedelijke ontwikkeling van de IJmond en incidenteel zelfs een minder harmonieuze structuur teweeg gebracht. Ook van grote invloed op de stedebouwkundige ontwikkeling was de wet op de Ruimtelijke Ordening, die midden zestiger jaren van kracht werd. Hieruit vloeiden meer onderzoek en motivering bij de planvoorbereiding uit, het intensiever erbij betrekken van andere vakdisciplines en een omvangrijker overlegprocedure met allerlei instanties. De hooggespannen verwachtingen van meer dan 140.000 inwoners voor de IJmond-noord zijn gelukkig niet uitgekomen; vele werknemers van Hoogovens vonden een woonplaats ten noorden van Alkmaar in de daar sterk uitdijende forenzengemeenten. Beverwijk is uitgekomen op een inwoneraantal van 36.000, ondanks de vele bouwaktiviteiten van de laatste veertig jaar. Het huzarenstuk (en dan nog wel tesamen met de gemeente Heemskerk uitgevoerd) mag waarschijnlijk wel de toekomstige bouw en inrichting van de Wijkerbroekerpolder genoemd worden. We zijn nieuwsgierig!!
Woningbouw activiteiten in periode 1945-1960 Jaar aantal straten 1947
Jaar aantal straten
52 woningen Munnikenweide
1947 25 woningen
Munnikenweg Munnikenweide Zweedselaan
1948 294 etagewoningen
Hendrik Mandeweg Oranjestraat Nassaustraat Kroonstraat Beatrixstraat Irenestraat Margrietstraat Marijkestraat Beijneslaan
1949 63 woningen
Berghuisstraat Elink Sterkstraat
1949 19 woningen
Munnikenweg Kruisweg
1950 80 montage- woningen
Hendrikslaan Nielenlaan Arie Dekkerlaan de Witstraat
1950
22 woningen
Berghuisstraat
1950
10 winkelwoningen
Hendrik Mandeweg
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
1950 102 woningen 1950 48 etagewoningen
Soetemanstraat Bremmersstraat Kuenenplein Schuurmanstraat v.d. Palstraat Galgenweg
1951 96 etagewoningen
Grebbestraat Tuinstraat Bergerslaan
1951
36 etagewoningen
Laan van Kanaän
1952
36 etagewoningen
Bremmersstraat
1952
28 duplexwoningen
Oostertuinen
1952
24 etagewoningen
Wilgenhoflaan
1952 156 etagewoningen
Laan van Kanaän Javastraat Sumatrastraat Schuurmanstraat Borneostraat Celebesstraat
1953
Bergerslaan
1953 6
78 etagewoningen
234 etagewoningen en Westerlaan 75 eensgezinswon. Alkmaarseweg
Jaar aantal straten
Jaar aantal straten
Vlaanderenstraat Kaapstraat Surinamestraat Antillenstraat Wijk aan Duinerweg
Eikenstraat Huiderlaan
1957 96 etagewoningen
Merwedestraat Waalstraat
1954 90 etagewoningen
Pieter Verhagenlaan Essenstraat Beukenstraat Dennenstraat
1954 48 etagewoningen
Platanenlaan Pieter Verhagenlaan
1954 54 woningen
Graaf Florislaan Kerkbeeklaan Spoorsingel
1957 239 eensgezinswon.
Dommelsingel Lekstraat Amstelstraat Geulstraat IJsselstraat Eemstraat Belgiëlaan Merwedestraat Waalstraat
1958
116 17 19 1
Plantage Florastraat Esdoornstraat Pieter Verhagenlaan
1958
104 etagewoningen en Oever 30 garages en Graaf Florislaan 1 winkelwoonhuis Graaf Janstraat
1955
90 etagewoningen en Plantage 12 eensgezinswon.
1956 96 etagewoningen en 11 eensgezinswon.
Florastraat Eikenstraat Esdoornstraat Olmenstraat Plantage
1956 96 etagewoningen en 7 eensgezinswon.
Zonnebloemlaan Begoniahof Narcissenstraat Florastraat Elzenlaan Warande Leliestraat
1957 42 bejaardenwon. en 12 eensgezinswon. en 27 garages
Beukenstraat Dennenstraat Abelenstraat Sparrenstraat Pieter Verhagenlaan
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
etagewoningen en dagwinkels en garages en kiosk
1958 224 etagewoningen traat
van W. Poelmanstr. van den Broekes-
1959
B. de Rijkstraat
26 eensgezinswon.
1960 192 etagewoningen
7
van Riemsdijklaan van der Hoopstraat Fokkerlaan
Hopmanstraat van Tijenstraat Maasdijkstraat Parmentierstraat Asjesstraat van Riemsdijklaan
Gemeentelijke rioolwaterzuiveringsinrichting, Wijkermeerweg, november 1952.
Wat is er niet op de bon in mei 1945
De bonnenlijst geeft slechts aan wat op dat moment via bonnen te verkrijgen is.
Het begin van de rantsoenering De rantsoenering van voedsel en andere gebruiksartikelen is niet voor het eerst ingesteld in de jaren veertig, als Nederland in oorlog komt met Duitsland. Nederland blijft in 1914 bij het uitbreken van de 1ste Wereldoorlog dan wel neutraal, maar toch breekt in augustus 1914 een algemene hamsterwoede uit. Om prijsopdrijving te voorkomen wordt de levensmiddelenwet afgekondigd, die als basis dient voor de rantsoenering. De maatregelen worden grootscheeps ontdoken, mede door fraude en falend beleid. De levens-middelenwet wordt dan ook keer op keer herzien, maar ondanks de wetswijzigingen in de rant-soenering breekt midden 1917 in Amsterdam het beroemde aardappeloproer uit. In 1937 komt de oorlogsdreiging in Europa steeds dichterbij en de regering Colijn besluit begin 1938, na uitgebreide bestudering van de levensmiddelenwet van 1914-1918, grote voorraden rijst, tarwe en veevoeder aan te leggen.
Midden 1939 is de nieuwe distributiewet een feit en krijgen alle burgers een distributiestamkaart, waarmee bij het distributiekantoor bonkaarten kunnen worden verkregen. Met de verkregen bonnen kan men een bepaald product uit de
desbetreffende branche bij elke winkelier tegen contante betaling ophalen. Voor winkeliers is de bon-invoering een enorm arbeidsintensieve aangelegenheid. De winkeliers moeten de bonnen opplakken en langs brengen bij het distributiekantoor; ze krijgen daarvoor winkelierscoupures van tien, honderd of tweehonderd rantsoenen terug. De grossiers wisselen de winkelierscoupures in voor grossierscoupures en deze coupures worden dan ingeleverd bij de fabrikanten. Doordat de distributiekantoren aan de hele kleine kruideniers geen codenummer verstrekken is hun rol in de levensmiddelenvoorziening uitgespeeld. De "achterkamerkruideniertjes" verdwijnen dus uit het straatbeeld. Voor bijvoorbeeld de rantsoenering van melk is de administratieve rompslomp nog arbeidsintensiever. Bij het vrijkomen van een melkbon van 3 liter, willen de mensen het liefst om de 2 dagen maar één liter hebben om bederf te voorkomen. In de oorlogsjaren zijn er nog geen ijskasten(!) Ook deze deelleveringen moeten administratief verwerkt worden.
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
8
Nederland vrij. De bonnen blijven. Het juk van onderdrukking is afgeworpen. We zijn weer vrij en de angst is verdwenen, maar de problemen van voedsel en eerste levensbehoeften zijn nog jaren gigantisch groot. Pas eind 1949 is alles weer zonder bon verkrijgbaar. Vanaf dinsdag 22 mei 1945 kunnen de Beverwijkers hun nieuwe distributiekaarten, de z.g. M.G. (Militair Gezag) kaarten afhalen bij het gebouw "De Harmonie" in de Groenelaan en bij het gebouw"Adrichem" aan de Adrichemstraat. De
M.G.-A. kaarten worden uitgereikt aan personen, die in 1939 of eerder geboren zijn. De M.G.-B. kaarten zijn bestemd voor kinderen, die na 1940 zijn geboren. Een zeer populair recept uit juni 1945 is: Wat te doen met de Engelse biscuits? Het zal onze lezeressen van de Kennemer zeker interesseren, dat men van de Engelse biscuits onder meer ook een zeer smakelijke pap kan maken. Hiertoe maakt men een aantal biscuits door stampen geheel fijn en maakt dit aan met een weinig water om het daarna in de kokende melk te doen en even te laten doorkoken. Ook kan men brokken biscuit als een soort broodpap bereiden. In het laatste geval verdient het aanbeveling de brokken eenige uren te laten weken. Schoenen, klompen en reparaties In augustus 1945 worden er 2 bonnen van de M.G. kaart geldig, te weten de nummers 181 en 182, waarop 25 gram leer per bon wordt verstrekt om schoenen te laten verzolen. Het leven op kleine voet is zeer belangrijk. Maat 40 of 48 maakt een wereld van verschil uit, wat betreft de dikte van de zool en dus de levensduur. Dat de situatie nijpend is blijkt uit een bericht in de Kennemer van
4 augustus, waarin staat dat bij een schoenmakerij in de van Harencarspelstraat een partij zoolleer is gestolen. In oktober 1945 komt de productie van nieuwe schoenen heel langzaam op gang. De planning is dat vanaf januari 1946 er 600.000 paar schoenen per maand geproduceerd gaan worden. Uitgaande van 10 miljoen inwoners kan het dus nog even duren voor iedereen geholpen is. In maart 1948 is de schoenenproductie dusdanig, dat de Nederlander iedere 18 maanden in aanmerking komt voor een paar nieuwe stappers. De mensen, die na de oorlog denken: geen schoenen dan maar klompen, komen bedrogen uit. Ook dit schaarse artikel is op de bon. In december 1945 staat er in een advertentie in de Kennemer welke personen een aanvraagformulier kunnen afhalen voor klompen. Onderstaande beroepen komen volgens de advertentie in aanmerking: abattoir personeel, arbeiders brouwhuis, arbeiders chemische bedrijven (zoutzuur, zwavelzuur, ammoniakzuur), Asfalteerders, bierbrouwerijen, dekknechten binnenvaart, granietschuurders, houtarbeiders (creosorteerbedrijven), kuipers, landbouwers, landarbeiders, reinigingsdiensten, scheepstimmerlieden, schippers (vervoer van mest en groente), schippersvrouwen, smeden HGMK Ledenbulletin 22, 1998
(geen goud- of zilversmeden), terazzowerkers, trommeldrijvers, tuinbouw- en tuiniersbedrijven, veedrijvers, veeteeltbedrijven, visschers (uitsluitend zee) wasscherij (bedienend personeel van waschmachines), zoutbedrijven en zuivelbedrijven. Bedrijven met meer dan 10 arbeiders kunnen collectief klompen aanvragen. Voor schoolgaande kinderen komt een aparte regeling, zodat hiervoor nog geen formulieren kunnen worden afgehaald. Het heerlijke brood van het "Zweedsche Roodekruis" Het smaakt met een beetje margarine of roomboter als een gebakje. De plaatselijke bakkers krijgen Zweeds meel aangeleverd en bakken deze heerlijke broden. De Keuringsdienst voor Waren doet onderzoek naar het drogestof-gehalte van het bemonsterde brood in grammen. Deze controle is noodzakelijk om te voorkomen, dat de plaatselijke bakkers meer broden uit een baaltje meel halen en door een te laag drogestofgehalte de Beverwijkers te kort doen. Verslag van de resultaten van het onderzoek der bemonsterde brooden, van de eerste uitdeling van het Zweedsche Roodekruis. Het wettelijk vast-gestelde drogestofgehalte moest minimaal 480 gram per brood zijn. aantal bakkerijen goed fout Beverwijk 1 1 Heemskerk 1 1 Resultaat onderzoek tweede uitdeling aantal bakkerijen goed fout Beverwijk 0 3 Heemskerk 1 1 Resultaat onderzoek derde uitdeling aantal bakkerijen goed fout Beverwijk 2 1 Heemskerk 2 0 Resultaat onderzoek vierde uitdeling aantal bakkerijen goed fout Beverwijk 3 0 Heemskerk 2 0
9
De resultaten van het onderzoek laten zien dat na de 4de controle van de Warenwet de bakkers uit Beverwijk en Heemskerk het vak weer volledig beheersen. Thee en koffie In de Kennemer van 14 juli 1945 staat het "verblijdende" bericht dat er geen bonnen worden aangewezen voor koffiesurrogaat. In december 1945 worden er bonnen verstrekt voor 50 gram thee. Iedere Beverwijker van 4 jaar of ouder komt voor 50 gram thee in aanmerking en moet daar 4 weken mee doen. In het voorjaar van 1946 zien we voor het eerst bij de Officiële Bonnenlijst de koffie verschijnen. De toewijzing is slechts 100 gram per persoon. De situatie van de koffietoewijzing verandert niet ten goede, want in januari 1950 krijgen we weer een koffiebon toegewezen van 125 gram per persoon, waar we 6 weken mee moeten doen.
Uit 125 gram koffie kan men 20 tot 25 koppen koffie zetten. Dat komt neer op om de dag één kopje koffie. Met toevoeging van surrogaat kan men waarschijnlijk iedere dag een kopje nuttigen.
Rookwaren Reeds begin juni 1945 is er op bon R 13 van de nieuwe rokerskaart een doosje sigaretten verkrijgbaar bij de Rode Kruis winkeliers. In augustus wordt het rokersrantsoen uitgebreid tot 40 sigaretten, 10 sigaren, 20 cigarillos of 40 gram rooktabak per periode van 14 dagen. Het laten branden van de rookwaren is echter een ander probleem. Zonder benzine-aansteker is het oppassen geblazen, want voorlopig wordt er per volwassene slechts 1 doosje lucifers per vier weken verstrekt. Dat de accijnzen voor het rijk belangrijk zijn blijkt uit het feit, dat reeds in september 1945 er 60 sigaretten per week worden verstrekt. Het enige lichtpuntje voor rokend Nederland is dat de regering de ac-
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
10
cijns van 50 cent per pakje terugbrengt tot 35 cent. De verkoopprijs bedraagt na de accijnsverlaging 60 cent per pakje. Met deze prijs afgezet tegen het weekloon van die tijd komt een pakje sigaretten uit op 1,5% van dat loon. Dit verschilt niet zoveel met de situatie in 1998. Het duurt echter nog tot juli 1949 voor alle rokerswaren echt van de bon zijn. Op de tabakskaart met bonnen wordt niet alleen tabak verstrekt. Met bon R. 16 wordt in september 1945 een aantal scheermesjes beschikbaar gesteld. Drank In tegenstelling tot de rookwaren, waar voor de grondstoffen deviezen nodig waren, kwam de levering van sterke drank weer snel op gang in de naoorlogse jaren. In september van 1945 worden de hotel-, café- en restaurantbedrijven alsmede de slijterijen weer bevoorraad met gedistilleerde dranken op basis van 40% van het gebruik in normale tijden. Welk voedsel is er allemaal op de bon? De navolgende produkten zijn voor kortere of langere periodes alleen op de bon verkrijgbaar geweest: sinaasappelen, citroenen, bananen, brood, biscuits, rijst, rijstebloem, soep in blik, vers vlees, vlees in blik, gedroogd vlees, vet, suiker, chocolade, cacao, kaas, melk, karnemelk, aardappelen, zout, tabak, huishoudzeep, waspoeder, grutterswaren, koffie, thee, kindermeel, bloem, gort, vermicelli, gedroogde zuidvruchten, boter, margarine, peulvruchten, lucifers, snoep, beschuit, ontbijtkoek, eieren en thee. Wat is er nog meer op de bon? Textiel, benzine, fietsbanden, keukengerei, serviesgoed, werkkleding, smeerolie, houten meubelen etc. Voor veel andere produkten zijn geen bonnen verstrekt, om de eenvoudige reden, dat ze niet verkrijgbaar waren.
Extra toewijzigingen Voor a.s. en jonge moeders worden extra bonnen verstrekt, waarop zij suiker, margarine, melk en vlees krijgen toegewezen. Tevens ontvangen zij extra textielpunten voor kleding en niet te vergeten luiers.
In de naoorlogse jaren wordt er onderscheid gemaakt in de verschillende soorten arbeid, die we doen. Iedereen had natuurlijk een stamkaart en bonnen. Maar voor zwaar werk worden extra toewijzigingen verstrekt. Men had de navolgende groepen: * Toeslag zware arbeid. * Toeslag langdurige arbeid. * Toeslag zeer zware arbeid Voor jongelui die gaan trouwen is een speciaal formulier in het leven geroepen, waarop weer bonnetjes zitten voor textiel, serviesgoed, keukengerei, reserve A, reserve B , extra rantsoen. Deze bonnen kunnen dan weer worden ingeleverd bij het Centraal Distributiekantoor en daarvoor in de plaats krijgt men punten. Voor de aanschaf van houten meubelen zijn er aparte formulieren.
De artsen in Beverwijk krijgen een schrijven van de Inspecteur van de Volksgezondheid voor Noord-Holland, dat zij verzoeken kunnen richten voor extra voedsel voor patiënten die lijden aan hongeroedeem. Bij de aanvraag dienen de diagnose, de lengte en het gewicht vermeld te worden. Er wordt slechts positief beslist, wanneer het ondergewicht minimaal 25% bedraagt. Het extra rantsoen bestaat uit: 500 gram gort, 375 gram margarine en 250 gram meel per week. Dit alles voor een periode van 4 weken.
filiaal aan de Zeestraat te Beverwijk ingebroken en zijn de volgende distri-butiegoederen ontvr eemd: 50 kg zout, 300 chocolade reepen, 22 kg kaas, 35 kg rijst, 45 kg suiker, 15 kg margarine, 12 kg vet en 20 pakjes à 250 gram roomboter." Ik, rapporteur, verklaar, dat voornoemde aangever bij de politie te Beverwijk gunstig bekend staat. Beverwijk, 10 Augustus 1945. De rapporteur, Harberts.
Diefstal en vermissing Uit de rapporten van de gemeentepolitie Beverwijk. Op Maandag 28 Mei 1945 verscheen voor mij Albertus Johannes Reekers, rechercheur van Politie te Beverwijk, tevens onbezoldigd rijksveldwachter een persoon, die opgaf te zijn genaamd: Johannes ..........., geboren te Noordscharwoude, .... Augustus 1904, kraandrijver, wonende te Beverwijk aan de Heemskerkerweg en het volgende verklaarde: "Van 8 tot en met 25 Mei 1945, ben ik in het kamp Duin en Bosch, te Castricum geweest en bij mijn thuiskomst ontdekte ik, dat in dien tijd 1 (één) paar bruine schoenen van mij en 1 (één) paar schoenen van mijn dochtertje oud 14 jaar uit mijn woning waren weggehaald. Meer kan ik u hieromtrent niet verklaren!" Ik, rapporteur, verklaar, dat voornoemde aangever bij de politie te Beverwijk gunstig bekend staat. Beverwijk, 30 Mei 1945. De rapporteur, Reekers. Op Zaterdag, 4 Augustus 1945 verscheen voor mij Nicolaas Harberts, rechercheur van Politie te Beverwijk, tevens onbezoldigd rijksveldwachter een persoon, die opgaf te zijn genaamd: Eduard ......, oud 50 jaar, van beroep kruidenier, te Beverwijk en het volgende verklaarde: "Ik sta als detaillist onder codenummer 178/4096-4097 ingeschreven bij het CDK. In den afgeloopen nacht is er in mijn HGMK Ledenbulletin 22, 1998
11
48 luiers voor de toekomstige baby.
Jammer genoeg zat er geen zegel bij voor een woning op "de verklaring van ondertrouw".
Beperking van energie Stroom
Het ministerie van Handel en Nijverheid maakt bekend, dat met ingang van 15 juli 1945 een begin zal worden gemaakt met de electriciteitsle-vering aan particulieren. De hervatting van de stroomlevering wil echter niet zeggen, dat iedereen weer volop energie kan gaan gebruiken. De kolenleveringen aan Nederland zijn nog minimaal en tengevolge daarvan zal het Beverwijkse publiek zich op het gebied van het verbruik nog veel beperkingen moeten opleggen. Men mag de kwh. slechts afnemen voor verlichting en huishoudelijk gebruik. De navolgende rantsoenen zijn vastgesteld voor periodes van ± 60 dagen: december-januari 26 kwh. februari-maart 19 kwh. april-mei 12 kwh. juni-juli 8 kwh. augustus-september 12 kwh. oktober-november 23 kwh. De Beverwijkers die electrisch koken krijgen een extra toewijzing van 85 kwh. (geldig voor 2 personen) per periode van twee maanden. Voor elk gezinslid meer 15 kwh. per periode. In oktober van het jaar 1945 worden de rantsoenen afhankelijk van de periode verhoogd met 8 tot 12 kwh.
Sfeervolle gaslantaarn in de Stumphiusstraat
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Stelt u zich voor een toegestaan verbruik van 26 +12 = 38 Kilowatt voor de maanden december en januari. Dat komt neer op ± 600 watt per dag. De lamp van 16.00 tot 24.00 uur aan, geeft met een bolletje van 40 watt al een verbruik van 320 watt. Iedere dag 30 minuten stofzuigen met een motor van 600 watt en je hebt je dagelijkse portie al verbruikt. Geen leeslamp. Geen licht laten branden in de gang en de radio spaarzaam aan.
In november 1946, ruim 11/2 jaar na de oorlog, is de levering van electriciteit nog steeds een probleem. Op het Rijkskolenbureau is aandrang uitgeoefend om het verbod van reclame- en etalageverlichting op te heffen. De minister, onder wie het Rijkskolenbureau valt, heeft echter negatief beslist. Tevens draagt de minister de beambten van het PEN op er nauwkeurig op toe te zien, dat het verbod wordt nageleefd. Dat het besluit van de minister het verbod te handhaven zeer reëel was mag blijken uit het feit dat in december van 1946 het besluit komt dat iedereen, dus particulier en industrie, 20 % zal moet gaan besparen op het electriciteitsverbruik. We schrijven inmiddels 1948 en Beverwijk viert op uitbundige wijze het feit dat Beverwijk 650 jaar stadsrechten heeft. Het hoofdcomité voor de herdenkingsfeesten ontvangt van het Provinciaal Electriciteitsbedrijf de verheugende mededeling dat gedurende de feestweek ontheffing wordt verleend van de verbodsbepaling inzake etalage-verlichting en dat eveneens ten behoeve van de feestverlichting over stroom mag worden beschikt. Beverwijk zal dus in de feestweek feestelijk verlicht zijn. 12
In september 1949 komt er wederom een beperking op het electriciteitsverbruik. Het productieapparaat van het PEN komt door de toenemende vraag naar electriciteit in de problemen. Men wil het verbruik in de maanden november, december en januari 1950 in de spitsuren terugdringen. Deze spitsuren vallen van maandag t/m vrijdag 's morgens tussen 7 en 9 uur en 's middags tussen 4 en 6 uur. Tijdens de spitsuren is reclameverlichting / buitenverlichting van openbare gebouwen, van horecabedrijven en amusements-inrichtingen ten strengste verboden. Met de middenstand is de afspraak gemaakt, dat in de spitsuren de helft van de winkelverlichting brandt en dat dan ook de helft van etalageverlichting mag branden. Ook de particulier wordt verzocht de uiterste zuinigheid te betrachten in de spitsuren. Om het stroomverbruik in de spitsuren terug te dringen zullen met ingang van 15 november 1949 de zenders Hilversum I en II zwijgen, van 's morgens 7.30-8.30 uur en 's middags van 16.30-17.30 uur. Op zaterdagmiddag en op zondag zullen de uitzendingen gewoon doorgaan. Deze maatregel zal duren tot 15 januari 1950. Het is niet het verbruik van de radiozenders, maar wel het verbruik van de radio's, die in het gehele land aanstaan. Men hoopt op deze manier 1 millioen kilowatt per uur te besparen.
Anno 1998 zou er waarschijnlijk in Nederland een revolutie uitbreken, wanneer er een aantal uren geen radio of TV zou worden uitgezonden. Hoewel: uit milieu-oogpunt is het misschien toch wel het overwegen waard en voor de Hoop Scheffer: de hele familie (de hoeksteen van de samenleving) om de tafel en maar spelletjes doen. Tevens zijn we totaal verlost van de wetenschap of er files zijn en zo ja, hoe lang!
Gas
Op 30 augustus 1945 wordt de toonzaal van het gasbedrijf aan de Breestraat 112 weer voor het publiek geopend. Gaspenningen worden uitsluitend afgegeven van 9.00 tot 12.00 uur
In de eerste week van september 1945 zal er weer gas stromen door het Beverwijkse gasnet. De gemeente Haarlem is bereid om Velsen en Beverwijk van gas te voorzien, zolang dit niet mogelijk is door Hoogovens. De gemeenten Heemskerk, Uitgeest, Castricum en Limmen zullen nog tot oktober zonder gas zitten, want pas dan komt er Hoogovengas.
Vader Dekker en de familie Beentjes zullen verheugd hebben gereageerd op bovenstaand bericht, want in het liedje van G. Bonnema, waarvan we een klein stukje afdrukken, schetst hij de wanhoop van deze gezinnen.
In 't gezin van vader Dekker, Vroeger vreedzaam, wonderbaar, Is nu alle dagen oorlog, Want nooit is het eten gaar. De aar'pels zijn wat harde brokken, En de jus is koud en stijf. De andijvie en de wort'len, Vallen taai en rauw in 't lijf. Daag'lijks hoor je hooge woorden, Daar waar altijd vrede was, Moeder Dekker vraagt wanhopig: Wanneer krijgen we nu gas.
Ook bij Beentjes was 't misère, Meestal aten ze daar brood, Maar toen kwam de zomerkachel, Als een redder in den nood. Vader stopte 't ding vol takjes, Wolken rook vlogen om hem heen, Steeds maar wou 't ding niet branden, Toen vloog de pap er over heen. 's Avonds: pa verbrande vingers, Terwijl ma aan de schoonmaak was, Beiden vroegen ze verdrietig: Wanneer krijgen we nu gas.
In de 2de helft van augustus zullen voorbereidingen worden getroffen om lucht te verwijderen uit de buizen van het gasnet. Dit wordt gedaan met behulp van rookgas, waarmee ook de gashouders gevuld zullen worden. De Beverwijkers worden gewaarschuwd geen kranen open te zetten, want het rookgas is waardeloos. Het kan echter wel tot ongelukken en schade leiden. Dus kranen dicht en wachten op nadere berichten in de pers. In september is de gaslevering een feit. Het gasbedrijf deelt de inwoners van Beverwijk mede: Er zal streng de hand gehouden worden aan de rantsoenering. Dit is noodzakelijk daar men maar over een bepaalde hoeveelheid gas beschikt per dag. Wordt er 's morgens door de gebruikers te veel afgenomen, dan is er 's avonds niet meer genoeg voor de anderen. Het getuigt van gemeenschapszin om zeer zuinig met het gas om te gaan. Begin maart 1946 wordt door het gemeentelijk gasbedrijf de noodklok geluid. Het gasverbruik is dusdanig hoog, dat het gasbedrijf overweegt enkele gasloze dagen per week in te voeren. Deze waarschuwing geldt niet alleen voor de particulier, maar ook voor het bedrijfsleven. Op 10 december 1946 wordt het gasrantsoen verlaagd met 20 %. Door de vereiste bezuiniging, die is opgelegd, HGMK Ledenbulletin 22, 1998
wordt ook de straatverlichting sterk verminderd. De resultiaten van de vermindering zijn zo minimaal dat op 21 december 1946 een advertentie wordt geplaatst, waarin melding wordt gemaakt , dat met ingang van maandag 23 december a.s. geen gas geleverd zal worden van 13.00 tot 17.00 uur. Reden genoeg voor G. Bonnema om op 4 januari 1947 de gasbeperking eens op de korrel te nemen en de gedachten van vele Beverwijkers te vertolken.
13
advertentie uit de Kennemer van 9 maart 1946.
Uit de Kennemer van 21 december 1946.
foto van hogedruk vaten en gashouder te Beverwijk
Wederafbraak Hoge machten spraken woorden Kranten schreven een bericht, Het gevolg was wederafbraak Van ons gas en van ons licht. Stad en land zijn weer verduisterd Gaskraan dicht van een tot vijf, Velen gaven me hun mening Die 'k bij deze u omschrijf. 'k Sprak een wonderkachelmaker En die riep "Hoera ik hoop Dat ze 't nog veel erger maken". 'k houdt restanten-uitverkoop. Jonge paartjes juichen: "Heerlijk Straatverlichting van de baan". Romantiek zit pas in liefde Bij het enkele licht der maan. Dat was pro, maar veel meer anti Was de mening over 't gas, Menig Wijker klaagde, dat hij Er vies ingetippeld was. Gasreclame propageerde "Gas bevordert zind'lijkheid", Dus nam menigeen een gashaard En was zijn kolenbonnen kwijt. Nu geen kolen en geen bonnen, En een gashaard die niet brandt, 't Is onbillijk, maar breng dat nu Een ambtenaar maar aan 't verstand. "Middenstander" schreef in kranten "Met de vuist op tafel slaan", Maar wie geen eelt heeft op zijn knuisten Die begint daar niet graag aan, Industrieën en kantoren Scholen zitten in de kou, Ieder die op gas vertrouwde Voor verwarming heeft berouw. De café-baas loopt te klagen Dat hij borrels overhoudt. Zondagsmorgens lege zaken
Anders is thuis 't eten koud. 't Gekste is, toen ik de mening Van een H.O. gasman vroeg Zei de man die hier ons gas maakt: " 'ik snap het niet, d'r is gas genoeg", Want de Hoogovens die werken, Dag en nacht op volle kracht, Dat men ons hier gaat beperken Is willekeur der hoge macht.
Ja dit moet het einde wezen Want de zetter meldt me pas Maak het kort "Bon", gasbeperking, De zetmachine werkt op gas.
G. Bonnema.
Het begin van 1947 brengt ons geen goed nieuws. Op 8 januari deelt men de Beverwijkers via het nieuws- en advertentieblad "De Kennemer" mede, dat met ingang van heden de gasbeperking nog drastischer wordt. Er wordt geen gas meer geleverd van 8.30-11.00 uur en van 13.00 tot 17.00 uur. Door de aanhoudende vorst is het noodzakelijk het gasverbruik nog verder te beperken. Er is namelijk geconstateerd dat het verbruik tussen 19.00 uur 's avonds en 7.00 uur 's morgens sterk is gestegen. Vanaf 19 februari zijn de navolgende maatregelen genomen om tot de noodzakelijke beperking van het gasverbruik te komen. 1. De straatverlichting is verminderd. Alleen de z.g. nachtverlichting zal branden. 2. De scholen zullen na 12.00 uur gesloten zijn. 3. Voor vergaderlokalen, w.o. ook gymnastieklokalen mag na 19.00 geen gas voor verwarming gebruikt worden. 4. In het algemeen is het verboden om gas voor verwarming af te nemen van 22.00 tot 7.00 uur. De grootste problemen van de gasleveranties behoorden in 1948 tot het verleden, mede door het feit dat de winter van 1947/48 veel minder streng was dan het jaar daarvoor. Ook op de tentoonstelling "Beverwijk 650 jaar stad" manifesteerde het Gasbedrijf zich en maakte veel propaganda voor het gebruik van gas. Vooral electriciteit (voor koken en warm water) alsmede olie (petroleum) en kolen (verwarming) waren geduchte concurrenten. Door de enorme toename van het gasverbruik was het haast niet meer mogelijk om met gashouders de verbruikers het benodigde gas te leveren. In februari 1950 werd in de gemeenteraad het voorstel goedgekeurd voor een nieuwe gasbergingsinstallatie onder hoge druk. Op 31 augustus 1951 werd de installatie officieel in bedrijf gesteld door burgemeester Mr. H.J.J. Scholtens.
Kolen
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
14
In augustus 1945 zijn de transportproblemen van kolen grotendeels opgelost. Door de openstelling van de Maas als vaarroute en de iets ruimer geworden wagonpositie van de NS kunnen nu ook kolen getransporteerd worden naar de provincies,
die gelegen zijn boven de grote rivieren. Met de kaart "Vaste brandstoffenverwarming" en de bijbehorende bonnen 43 en 44 BV kan op elke bon één eenheid brandstoffen worden verkregen. Uiterlijk 1 september moeten de bonnen ingeleverd worden bij uw favoriete brandstoffenhandelaar. Op 10 oktober staat er een advertentie van brandstoffenhandelaar v.h. Firma H. van Doorn & Co in de Kennemer. Het liefst heeft van Doorn, dat je het zelf komt ophalen en s.v.p. zakken meenemen. Op 1 bon moet de brandstoffenhandelaar afleveren: 70 kg steenkool of 100 kg cokes of 110 kg bruinkoolbriketten. Op vrijdag 30 november 1945 heeft minister van Schaik op de radio gesproken over de kolenvoorziening. Er komen meer kolen dan aanvankelijk gedacht.
op de bon. Aan antraciet is nog steeds een tekort, dus bij inlevering van zijn kolenbonnen kan men eventueel ook andere producten krijgen. Eindelijk zijn er in 1950 geen kolenbonnen meer nodig en is het ergste leed geleden. De stamkaarten en de bonnen, die we 10 jaar gebruikt hebben kunnen als souvenir in de kast blijven.
De verwachting is dat voor het winterseizoen van oktober t/m april 1946 er aan elk huisgezin 8 mud kolen zal worden verstrekt. In de Kennemer van 17 april 1946 zien we een advertentie verschijnen van wonderturf. Als men bedenkt, dat een geschoold vakman in die tijd f 40,00 per week verdiende: niet bepaald een product dat veel afzet zal vinden. In februari van het jaar 1947 zijn de energieproblemen beslist nog niet opgelost. Niet alleen de man in de straat had moeite om zijn maaltijd te bereiden op gas, electrisch of met een kolenkachel; ook de middenstand had de allergrootste problemen. Behalve dat hij zijn clienten moest verzoeken om ingrediënten te leveren, als ze een taart of krentenbrood wensten, is ook de brandstof een probleem. In de Kennemer van 15 februari 1947, 18 maanden na de oorlog, treffen we deze advertentie aan, die voor zich zelf spreekt. In de loop van de jaren 1947 en 1948 zijn de brandstoffen nog steeds op de bon, maar verschijnen er wel producten, die zonder bon verkrijgbaar zijn en als "brandstof" kunnen dienen. De toewijzing van brandstof wordt in de jaren 1948 en 1949 wel wat groter, maar ze blijft wel
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Eigen schuld, dikke bult..
15
We schrijven 1948 en 1998
Eigenlijk is er ook in 1998 nog weinig veranderd aan het voorspellen van het weer. Behalve dan misschien, dat het weerbericht vroeger alleen in de krant stond en op de radio te horen was en nu ook via de TV door personen met zwaaiende armen te zien is. Onderstaand een gedichtje van G. Bonnema van 28 december 1948. Warme Winter, Lezer het is Maandagmorgen Nu ik deze krabbel schrijf, Bloemen bloeien op mijn ruiten En de was hangt achter stijf. Binnen staan de bloemen mooi Wie hoopt niet op een snelle dooi De CV dan maar een tandje hoger De was gaat heerlijk in de droger Buiten loopt men kleums te kleumen Neer de ijsmuts , hoog de kraag, En het wachtwoord in de straten, Klinkt: "Wat is het koud vandaag! Kachels zwelgen kool-restanten, Warme kruiken warmen 't bed, En de gasman heeft z'n gaskraan Al op halve druk gezet. Het is buiten nog steeds koud en de gemeente strooit geen zout. Gebruik maar rustig heel veel gas, dan is Zalm echt in zijn sas. 'k zit me rustig dood te lachen Nu rondom mij ieder rilt, 'k heb geen last van vorst of koude, want ik houd me aan "de Bilt". Die vertelt me nu al dagen Via radio en krant: "Het kan vriezen, het kan dooien, "Maar de winter is aan kant, "Harde wind uit oostlijk westen, Misschien regen, misschien niet "Temp'raturen zullen stijgen, "Warmte ligt in 't verschiet." Harde wind uit oost of west, dat is onmogelijk, krijg de pest. Dat betekent warm of koud. De Bilt, dit snijdt toch echt geen hout.
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
16
Kijk dat noem ik klaar en helder, Men heeft daar een kijk op 't weer, Nu de Bilt zei: "Het gaat dooien", Nu zeg ik: "Het vriest niet meer." Denkt u dat die knappe koppen Met hun weer profeten-blik, Het niet beter zullen weten Dan wij stumpers, U en ik?
Nu, voor ons is dat geen vraag de Bilt zat er weer eens naast vandaag. Het spitse volk van Beverwijk heeft op het weer een beste kijk! Daarom uit de wollen borstrok, 't is niet koud meer, neer de kraag, Uit de kachel, weg de bedkruik, Mens, wat is het warm vandaag! Uit je polo, warmtebron op laag Ja, dat willen we maar al te graag Wijkers willen de Bilt best geloven, maar hebben meer geloof in hem van boven. Biltse heren blijf voorspellen, Maak uw warmte-dromen klaar, En als u ze zelf gelooft nou Stuur mij uw kolenkaart dan maar. G. Bonnema. We zijn nu 52 jaren later en zitten toch nog met een kater, steeds zuiniger zijn we gaan stoken, maar de Boer heeft winst geroken. Gewoon 'n extra heffing op het gas en paars Den Haag is in zijn sas. Belasting is het juiste woord, het gedrag van paars is ongehoord Milieuheffing dat klinkt heel goed, maar binnen komen moet de poet. Een ding staat vast, wij zijn de bok, waarvoor dient nu nog de oude sok? Naschrift: Nu is 't Vrijdag, weg is winter, IJs werd water, grond is slijk, Ja, wie steeds zegt: het gaat dooien Krijgt uiteindelijk eens gelijk. G.B.
Oom Bob met "Ons hoekje voor de kinderen" Alle jongens en meisjes geboren in de periode 1936 tot 1940 kunnen zich Oom Bob en Tante Jet nog wel herinneren en zullen ook boekenprijzen gewonnen hebben met hun ingezonden verhaaltjes en gedichtjes. In het tweemaal per week verschijnend Nieuwsen advertentieblad "De Kennemer" start met ingang van 23 oktober 1946 "Ons hoekje voor de kinderen". Het blad verschijnt op woensdag en zaterdag en wordt bezorgd bij haar abonnees in Beverwijk en omstreken tegen een prijs van f 0,65 per maand.
met de paplepel ingegoten. Wat had u gedacht van onderstaand gedicht in het kinderhoekje. Een goede raad, Ik zeg maar wees geleerd, dat 's mooi! maar wees verstandig, Dat 's mooier nog! en mens vooral wees niet onhandig! De goede raad van dit gedichtje van P.A. de Genestet moet je maar goed ter harte nemen, dan breng je het ver in de wereld.
In 1946 zijn er geen kinderuurtjes op de TV en is er maar mondjesmaat speelgoed voorhanden. Het bezit van een autoped is al iets heel bijzonders, maar veel "autopetten" is er niet bij: Je schoenen slijten er teveel van en hoe moeten die dan weer gerepareerd worden met schoenzolen nog steeds op de bon! Over een fiets kun je als kind alleen maar dromen en wanneer je er dan éen hebt, dan stik je van de vriendjes en vriendinnetjes. Je dag kan niet meer stuk als je van je vriendje een rondje mag fietsen. Trouwens, hebt u ook leren fietsen met van die grote stomme blokken op de pedalen?!
Een week later lezen we in:
Al met al is er voor de kinderen niet veel vertier. Vandaar waarschijnlijk de start van "Ons hoekje voor de kinderen" op 23 oktober 1946. De jongens en meisjes wordt gevraagd naar de Kennemer te schrijven wat ze in de toekomst graag in hun kinderhoekje willen lezen. Oom Bob stelt voor dat de kinderen gedichtjes en verhaaltjes insturen. De eerste vraag van Oom Bob aan de kinderen is:
Waar is: "In het Geldersche Wapen" Jullie denken natuurlijk jongens en meisjes, dat je Beverwijk op je duimpje kent. Je denkt, het is maar een kleine plaats. waar ik woon. Toch is Beverwijk een van de oudste stadjes van NoordHolland, waar heel veel over te vertellen is. Maar dat doen we vandaag niet, want misschien vind je geschiedenis wel een heel vervelend vak (dat is het heus niet, hoor). Om je te laten zien, dat je Beverwijk nog niet op je duimpje kent,- zelfs de verkenners en de gidsen nog niet eens en de welpen en kabouters helemaal niet - vragen we je nu: Waar is: "In het Geldersche Wapen"? Eens kijken wie dat goed weet te beantwoorden. Als je het goed hebt, staat je naam volgende week in de krant. Het is een soort uithangbord, meer verklappen we niet. Wanneer je het gevonden hebt, moet je ook vertellen wat er allemaal opstaat. Veel succes. Reeds bij de start van dit kinderhoekje wordt de kinderen de liefde voor de Beverwijkse historie HGMK Ledenbulletin 22, 1998
De 60+ van nu hebben hier waarschijnlijk toch profijt van gehad.
Vorige week hadden we het eerste uurtje voor jullie en sindsdien hebben we een hele stapel brieven ontvangen van jongens en meisjes. Er waren er, die schreven, dat ze het erg leuk vonden, dat "de Kennemer" nu ook eens aan hen heeft gedacht en dat ze graag mooie verhalen wilden lezen en leuke raadsels. Anderen wilden graag iets over de geschiedenis van Beverwijk weten en over aardrijkskunde en andere vakken. Dat zijn erg leerzame Wijkertjes... Ho, wat schrijven we? We mogen geen Wijkertjes zeggen, want Jantje Beentjes uit Heemskerk schreef ons, dat de jongens en meisjes van Heemskerk ook bij de club willen. Maar natuurlijk, de krant is niet voor de Beverwijkers alleen, maar ook voor de Heems-kerkers, de Wijk aan Zeeërs en de VelsenNoorders. Jantje Beentjes had gelijk ons daarop te wijzen. Laat je vriendjes ons ook eens schrijven Jantje en vertel ons eens een leuk verhaal uit Heemskerk. Vele jaren later bij de fusie-perikelen tussen Beverwijk en Heemskerk gaat het er heel anders aan toe. Beide burgemeesters, alle ambtenaren en een handvol inwoners willen niet in één clubje, zijn tegen en de fusie wordt afgeblazen. Vorige week hebben we gevraagd: Waar is: :"In het Geldersche Wapen"? We hebben 46 antwoorden gehad van jongens en meisjes. Acht en dertig hadden het goed geraden. We kunnen natuurlijk niet alle namen vermelden, daar is ons hoekje te klein voor, maar we moeten één uitzondering maken. Dat is voor Jan de Wit, Kees Delfsweg 10, die ons vertelt dat "In het Geldersche Wapen" is waar de vrouw de Wed. Smit woont in de Begijnestraat. Goed zo Jan. En nu nog iets. Nu hadden we vandaag graag een mooi verhaal verteld, maar er zijn zoveel brieven te beantwoorden, dat dit even voor moet gaan. Maar eerst een opgave: Waar komt de naam Beverwijk vandaan? Voor het beste antwoord hebben we een mooi prijsje liggen. En nu dan de brieven: Kees Hoogland vraagt of hij ons ook gewone 17
briefjes mag sturen, waarin hij ons van alles vertelt. Natuurlijk Kees. Schrijf maar gerust. Ansje van Roon kan ook goed tekenen en zou ons ook graag een tekening willen sturen. Graag hoor. Jopie van de Mey schrijft een heel mooie brief met een echt ontroerend verhaal erin. Dat verhaal zul je nog wel eens in ons hoekje lezen. Erg mooi Jopie. Piet Schoorl wil lid worden van onze club. Uitstekend Piet. Je kunt goed versjes maken, vertel je? Waarom heb je dan niet een gestuurd? We verwachten iets van je, hoor. Arie Visser wil alleen meedoen, wanneer er mooie prijzen te verdienen zijn. Top, Arie, maar dan verwachten we ook spoedig meer van je te horen. Alle kinderen hebben zich die week waarschijnlijk op de boeken gestort en vele leerkrachten hebben die week geschiedenisles over Beverwijk moeten geven.
Eerst een lange rij brieven. Beste kinderen. Om te beginnen zal ik jullie een van de briefjes voorlezen. Luister maar. Het is van Henny van Beek, Noorderwijkweg 84, Beverwijk. Zij schrijft: Beste Oom of Tante. Als U het goed vindt, dan doen mijn zus Coby en ik ook mee aan het Woensdagmiddaguurtje. Maar als u dan ophoudt met vertellen, zet dan uw naam eronder, dat is dan gezellig. En nu vroeg u of wij wisten, waar de naam van Beverwijk vandaan komt? Nu ik zal het u vertellen. Vroeger was hier een wildernis van den Helder tot Hoek van Holland en Beverwijk heeft de naam gekregen, omdat er zoveel Bevers in deze omtrek waren. Ook wel andere beesten hoor! Ik hoop het geraden te hebben en dat u mijn naam in ons hoekje zet. Mijn zusje Coby is acht jaar oud en ik ben Henny 11 jaar oud. Dag, Henny. Er waren veel kinderen, die evenals Henny de naam Beverwijk van de bevers doen komen. Seef Konijn, een welp die woont Wolff en Dekenstraat 17, vertelt dit ook. Hij zegt: Het waren Bevers. Ze waren niet groot en ze waren niet gevaarlijk. Naderhand kwamen hier mensen wonen. Tot het op het laatst een wijk vormde. Toen is er een dorp opgericht. Genoemd naar de dieren, die hier leefden. Dus Beverwijk. Zo is de naam Beverwijk ontstaan. Jur van Hesselingen, Dekkerstraat 17, oud 9 jaar, vertelt ons weer het volgende: "Bij Beverwijk was vroeger een meer en daar waren Bevers in. Zo is Beverwijk aan zijn naam gekomen. Een wijk van Bevers". Er zijn nog twintig andere kinderen die over Bevers spreken. Hebben ze het goed geraden? Veel mensen zullen ja zeggen en wij rekenen de uitkomst dan ook als goed. Een heel andere uitleg geeft Marietje Termes, Oosterstreng 18, Heemskerk. Marietje zegt: "Vroeger trokken de bedevaartgangers naar het bedevaatsplaatsje Heiloo ter verering van den H. Willibrordus, apostel van Nederland, door Beverwijk. Vandaar dat Beverwijk afkomstig is van "Beevaertswijk". Marietje heeft ook een versje HGMK Ledenbulletin 22, 1998
18
gestuurd met een heel mooie gekleurde tekening er bij. Luisteren jullie allemaal? Het heet: "Een oud mannetje". Er was eens een heel oud mannetje Met een verbogen stok, Die vroeg aan het boerinnetje, Een centje of een brok. Ze gaf hem toen een stuiver En ook een brokje koek. Toen ging hij heen, Ze keek hem na, O gunst, wat een vreemd bezoek! Dat mannetje van de koek! Marietje heeft dan ook van de week echt de prijs verdiend. Ze mag die komen ophalen, of haar Vader of Moeder laten halen. Jopie Kos, Kerkplein 2, Heemskerk, vertelt het ons heel duidelijk: "Als vroeger de bedevaartgangers door Kennemerland trokken, overnachten zij dikwijls in Beverwijk. De plaats was dus een "wijk" voor de Bedevaartgangers. En daarom kreeg die plaats later de naam Beverwijk." Goed zo, Jopie. Je hebt het ons goed duidelijk gemaakt. En nu moet je van de week weer aan de slag. Twee vragen: Waarom is Beverwijk een stad en geen dorp? Een ding staat vast. Nu kun je heerlijk zappen op de TV en alleen maar kijken naar wat je leuk vindt. Vroeger werd je als kind.gewoon aan het werk gezet. Wanneer je de oplossing niet weet, kun je het volgende misschien beantwoorden: de Burgemeester was uit met zijn vrouw hij ging samen met de dokter en zijn dochter. Toch waren ze maar met hun drieén. Hoe kan dat? Doe je best. Je hoeft maar een van de twee op te lossen om voor een prijs in aanmerking te komen. Veel succes hoor. Oom Bob. Een zoete troost was er voor de kinderen in 1946. Toen reeds was er al de mogelijkheid om geschiedenis of wiskunde te kiezen en toch je diploma (prijs) te halen.
Beste kinderen, Even leg ik de nieuwe stapel brieven opzij- och, och, wat heeft Oom Bob het druk om al die brieven van nichtjes en neven door te lezen en te beantwoorden - ik leg ze even opzij, omdat ik jullie wat te vertellen heb. Het is goed nieuws. Oom Bob heeft van de week een conferentie gehad, ja een heuse conferentie, precies als de Grote Drie. Het was met de redactie en de directie van de krant . Oom Bob heeft ze gezegd, dat er nog iets anders voor de kinderen moet komen, dan alleen maar het Woensdagmiddaguurtje. Dat vonden ze ook. We hebben toen afgesproken, dat er een echt kinderverhaal zou komen met plaatjes erbij. Langzaam maar zeker wordt het ons kinderen uit 1946 iets makkelijker gemaakt. Niet alleen maar historie, gedichtjes of wiskundige vraagstukken. Eindelijk plaatjes met een beetje tekst.
En nu de brieven: Nico Oud, Wijkermeerweg 93 komt dicht bij de oplossing, wanneer hij vertelt, dat Beverwijk stadsrechten heeft gehad, omdat er markt is, maar dan maakt hij een fout door te zeggen van groenten, bloembollen enz. A. Duin, M. v. Heemskerkstraat 1, Heemskerk zegt dat er vroeger in de middeleeuwen stadsrechten waren en dat de Beverwijkerstegenwoordig zelf "stad" zeggen omdat er ruim 25.000 inwoners zijn. Nellie Henneman, Kerklaan 19, Heemskerk, heeft het ook over het aantal inwoners en die oplossing is jammer genoeg fout. Het aantal inwoners doet het niet. Nellie vertelt verder dat ze het erg leuk vindt dat er een apart Woensdagmiddaghoekje is en dat ze op de MULO zit en niet mooi kan schrijven (het valt best mee Nellie). Jopie en Tiny Stam, Hendrik Mandeweg 27, die ook lid van de club zijn geworden - Tiny is 13 jaar en op de Mulo, Jopie wordt 29 maart 12 jaar, - zeggen: Beverwijk heeft stadsrechten en daarom is het een stad. Ja, ja, allemaal goed en wel, maar 't is maar een half antwoord. En nu kom ik aan de enige goede oplossing, die van Jan de Jong, Munnikenweg 84 komt. Maar ja, Jan is op de Mulo bij mijnheer Vernooy, en zulke jongens weten heel wat. Hij schrijft: op 11 november 1298 gaf graaf Jan aan Beverwijk marktrechten, en daardoor was het een stad geworden. Het raadsel is door wel veertig kinderen opgelost en ze hebben het allemaal goed. De vrouw van den burgemeester is de dochter van den dokter. Precies. De kleine Dikkie Snijders, die bij Oma en Opa op de Relweg 16 te Wijk aan Zee is, heeft het ook opgelost en hij deed het heel goed. Heeft Opa Zuiderduin niet een beetje geholpen? En weet je wat het leukste is? Dikkie heeft de prijs gewonnen. Ik heb er eerlijk om geloot. Dat geloof je toch van Oom Bob is 't niet, kinderen van de Woensdagmiiddagclub? Dieni Bol, Van Oldenborghweg 1, Wijk aan Zee, is een nieuw nichtje. Ze stuurt een paar hele mooie tekeningen, waar Oom Bob blij mee is en 'n versje. "Van een mannetje" Er was eens 'n mannetje , Dat was niet wijs Hij bouwde een huisje, Al op 't ijs. Het begon te dooien En niet te vriezen, Toen moest dat mannetje Zijn huisje verliezen.
Zat Rietje Beentjes later misschien in het comité "Handen af van Heemskerk"? We weten het niet!
Beverwijk mocht dan in de naoorlogse jaren niet altijd even lekker ruiken, aan schrijvers en schrijfsters in de dop van proza en poëzie heeft het echt niet gelegen, dat Beverwijk niet is uitgeroepen tot de cultuurstad van Nederland.
Riet Bakker, Torenstraat 3, stuurt het volgende versje: De herfst nu regeert weer, De blaren vallen af, Straks doet koning winter zijn intocht, Met z'n hele staf. Tot volgende keer Riet.
Ina Heesterbeek, Mr. van Heemskerkstraat 7, Heemskerk, wil 'n nichtje van Oom Bob worden. Je versje komt volgende week. Rietje Beentjes, Kraaiennest 1, Heemskerk is een leukerd. Ze zegt, dat Beverwijk wel graag Heemskerk erbij wil hebben om een grotere stad te zijn. Maar dat lukt niet! Foei stouterd! HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Bertus de Boer, Kerkweg 8, Heemskerk, is een kraan. Floris V gaf Beverwijk in 1296 stadsrechten vertelt hij. Zijn antwoord is goed. En dan heeft Oom Bob nog een prijs voor het leukste versje van vier regels, dat hij van de week ontvangt. Je moet het natuurlijk zelf gemaakt hebben. Zo nu sluiten we de vergadering van de Woensdagmiddagclub. Tot volgende week allemaal. Jullie Oom Bob.
Hallo beste clubleden. Emmy Niesten, Corn. Matersweg 20, heeft Oom Bob erg gevleid. Hij is er wat trots op, want Emmy schrijft: Oom Bob is een leuke man, Waar ieder kind veel van houden kan. Wij hopen, dat hij nog lang zal leven, Om aan ons nog veel vreugde te geven. Annie Lub, Heemskerkerweg 185, vertelt over Frankrijk waar ze geweest is, erg leuk. Ze heeft de zee gezien en maakte daarop het volgende versje: Ik zit aan het strand, En kijk naar de zee. De zee met zijn woeste baren. De zee die eerst kalm was, En nu weer woest, Precies als de mensen op aarde. Misschien 10 of 11 jaar en al zo wijs. Thera de Munck, Marquettelaan 10, Heemskerk, heeft uren zitten denken om een versje te vinden. Nu heeft ze het. Luister maar: We hebben zeven kinders, Vier jongens en daarbij Drie leuke kleine meisjes, "Treurniet" zo heten wij. Foei, Nelly van Rijksstraatweg 185, te Heemskerk, wat vertel je nu? Oom Bob is een leuke vent, dat zie je aan zijn snoet, Hij houdt je wanneer je clublid bent , Je op Woensdagmiddag zoet. Je hebt Oom Bob lekker nog nooit gezien, hoe weet je dan dat hij een leuke vent is? Dag hoor Nelly.
Van Aat Meyland, Maerelaan 24, Heemskerk, heb ik ook een gedichtje: Er was eens een man, Toe luister dan. Er was eens een mevrouw, 19
Een aantal willekeurige neefjes en nichtjes van Oom Bob Aar Nelly van der Rijksstraatweg 185 Heemskerk Bakker Riet Torenstraat 3 Beverwijk Baltus Tiny Maerelaan 18 Heemskerk Beek Coby van Noorderwijkweg 84 Beverwijk Beek Henny van Noorderwijkweg 84 Beverwijk Beemsterboer Jacob Rijksstraatweg 129 Beverwijk Beentjes Alie Hoogdorperweg 4 Heemskerk Beentjes Annie Marquettelaan 113 Heemskerk Beentjes Arie M.v.Heemskerkstr. 28 Heemskerk Beentjes Bertus Rijksstraatweg 150a Heemskerk Beentjes Rietje Kraaiennest 1 Heemskerk Bekker Ria Deutzstraat 16 Heemskerk Bekker Riet Deutzstraat 16 Heemskerk Benning Rietje Voorweg 28 Wijk aan Zee Bleijendaal Jopie G. v. Assendelftlaan 1 Heemskerk Bodewes Johan Voorstraat 44 Wijk aan Zee Boer Bertus de Kerkweg 8 Heemskerk Bos Meindert van de Arendsweg 144 Beverwijk Brandjes Annie Thomas Wijckstraat 2 Beverwijk Brantjes Lies Wijkerstraatweg 128 Velsen-Noord Burger Truusje Breestraat 86 Beverwijk Burger Willie Breestraat 86 Beverwijk Dekker Gonnie Grote Houtweg 91 Beverwijk Denneman Gatha Breedslaglaan 3 Heemskerk Dijkman Afra Arendsweg 161 Beverwijk Dijkman Betsy Arendsweg 161 Beverwijk Doodeman Gerard Kleine Houtweg 7 Beverwijk Duivenvoorde Ali Hoflanderweg 137 Beverwijk Duym Gretha Heemskerkerweg 26 Beverwijk Egmond Jan van Noorderwijkweg 52 Beverwijk Ettema Theo Stumphiusstraat 22 Beverwijk Geerdink Gerard Kralenbergstraat 15 Velsen-Noord Goede Ria de Alkmaarseweg 152 Beverwijk Grauw Frieda de Breestraat 126 Beverwijk Groot Dees Marquettelaan 1c Heemskerk Groot Rinus Marquettelaan 1c Heemskerk Heeremans Corrie Acacialaan 62 Beverwijk Heesterbeek Ina M. v. Heemskerkstr. 7 Heemskerk Heijne Willie Gasthuisstraat 10 Wijk aan Zee Henneman Loek Marquettelaan 11 Heemskerk Henneman Nellie Kerklaan 19 Heemskerk Hennen Ali Tolweg Heemskerk Hesselingen Jur van Dekkerstraat 17 Beverwijk Heynen Alie Tolweg 14 Uitgeest Hienkens Ans Laan van Kanaan 5 Beverwijk Hienkens Jopie Laan van Kanaan Beverwijk Hienkens Truus C. Matersweg 1 Beverwijk Hoog Antink Ria Acacialaan 74 Beverwijk Hoog(e)land Ria Jan Vermeijenstr. 13 Beverwijk Hoogland Tinie Jan Vermeijenstr. 13 Beverwijk Jansen Ab Arendsweg 72 Beverwijk Jansen Bennie Gr. Houtweg 168 Beverwijk Jansen TinyMeerstraat 28 Beverwijk Jansen Truusje Gr. Houtweg 168 Beverwijk Jong Jan de Munnikenweg 84 Beverwijk Jong Rie de Munnikenweg 84 Beverwijk Kager Corrie Tolweg 47 Heemskerk Kleef Tinie Noorderwijkweg 98 Beverwijk Kloes Tiny Breestraat 148 Beverwijk Knaap Agnes M. v. Heemskerkstr. 52 Beverwijk Konijn Lida Rijksstraatweg 189 Heemskerk Konijn Seef W.en Dekenstraat 17 Beverwijk Kos Jopie Kerkplein 2 Heemskerk Kuijper Ellie Thomas Wijckstraat 3 Beverwijk Kuijpers Agnes Thomas Wijckstraat 3 Beverwijk Kuijpers Dienie Thomas Wijckstraat 3 Beverwijk Kunnen Betsie Maerelaan 11 Heemskerk Kunnen Gerard Maerelaan 11 Heemskerk HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Kuyper(s) Wim Langendijk Bennie Langendijk Ria Leloux Ike Leuring Coby Lieuwes Clara Limmen Nico Lodewijks Afa Lub Annie Mey A. v.d. Meyland Aat Mol Lia de Munck Jan de Munck Peter de Munck Thera de Nieman Betsie Niesten Emmy Noordermeer Jan Numan Tinie Nunnink Han Nunnink Rie Oud Nico Pekel Aagje Pekel Agie Pekel Dora Pekel Gerard Pekel Rietje Pekel Annie Rumping Jopie Ruyter Bennie Ruyter Gerard de Ruyter Jan de Ruyter Lida de Ruyter Rietje de Ruyter Toosje Sap Jaap Scheerman Bep Schelvis Jopie Schoonenberg Willie Schoorl Annie Schoorl Joke Schouws Annie Schuit Nellie Snijders Dikkie Stam Jopie Stam Tiny Sterk Ben Stuifbergen Carla Termes Marietje Tjipkema Guurtje Tromp Ar Tunen Alie van Tunen Emmie van Tunen Jansje van Ursem Elly Ursem Kida Ursem Thea Vendel Kees Vessies Alie Visser Aad Vlek Ria Wester Dora Wester Dora Wildt Piet de Wit Jan de Woensel Frank van Zonneveld Ina Zonneveld Rietje 20
Rijksstraatweg 38a Heemskerk Hobbestraat 7 Beverwijk Munnikenweg 16 Beverwijk Alkmaarseweg 114 B Beverwijk Galgeweg 13 Beverwijk Wijkerstraatweg 285 Velsen-Noord Rijksstraat weg 13 Heemskerk Gr. Houtweg 193 Beverwijk Heemskerkerweg 185 Beverwijk C. Matersweg 92 Beverwijk Maerelaan 24 Heemskerk Korte Boeweg 11a Beverwijk Marquettelaan 10 Heemskerk Marquettelaan 10 Heemskerk Marquettelaan 10 Heemskerk C. Matersweg 30 Beverwijk C. Matersweg 20 Beverwijk Arendsweg 127 Beverwijk Grensstraat 44 Beverwijk Oosterstreng 102 Heemskerk Oosterstreng 102 Heemskerk Wijkermeerweg 93 Beverwijk Voorweg 22 Wijk aan Zee Voorweg 22 Wijk aan Zee Rijksstraatweg 33 Heemskerk Voorweg 22 Wijk aan Zee Rijksstraatweg 33 Heemskerk Rijksstraatweg 33 Heemskerk Alkmaarseweg 355 Beverwijk Jan van Kuikweg 15 Heemskerk Jan van Kuikweg 15 Heemskerk Oudendijk 29 Heemskerk Breestraat 71 Beverwijk Oudendijk 29 Heemskerk Breestraat 71 Beverwijk Rijksstraatweg 144 Heemskerk Moensplein 9 Beverwijk Heemskerkerweg 86 Beverwijk Maerelaan 14 Heemskerk Kagerweg 8 Beverwijk Kagerweg 8 Beverwijk Oosterstreng 17 Heemskerk Kleine Houtweg 5 Beverwijk Relweg 16 Wijk aan Zee Hendrik Mandeweg 27 Beverwijk Hendrik Mandeweg 27 Beverwijk Breestraat 124 Beverwijk Begijnestraat 1 Beverwijk Oosterstreng 18 Heemskerk Oudendijk 8 Heemskerk H. Mandeweg 26 Beverwijk Starstraat 8 Heemskerk Starstraat 8 Heemskerk Communiecatieweg 6 Heemskerk Alkmaarseweg 336 Beverwijk Alkmaarseweg 336 Beverwijk Alkmaarseweg 336 Beverwijk Strengweg 2 Heemskerk Alkmaarseweg 171 Beverwijk M. v. Heemskerkstr.19 Heemskerk Hoflanderweg 246 Beverwijk Gr. Houtweg 229 Beverwijk Gr. Houtweg 229 Beverwijk Luttik Cie 12 Heemskerk Kees Dekfsweg 10 Beverwijk Regulierstraat 6 Beverwijk Luttik Cie 1 Heemskerk Rijvordtlaan 70 Beverwijk
toe luister nou. Er was eens een meneer, nu zeg ik 't niet meer. Volgens mij wilde Aatje wel graag dat je naar hem luisterde. Volgens mij ligt het aan de voornaam.
Hallo beste clubleden, Jonge, jonge, wat heeft Oom Bob het deze week druk. Een stapel brieven waar zijn hele bureau onder verdwijnt en alsmaar nieuwe clubleden, jongens en meisjes, die lid willen worden van de Woensdagmiddagclub, zelfs vanuit Uitgeest. Hoe meer zielen hoe meer vreugd. Laat ze maar komen hoor! Voor een spreekwoordje draait Oom Bob zijn hand niet om. Het hoort bij de opvoeding. Hebben jullie het ook zo druk met pakjes klaar maken? Weet je wat je doen moet? Je moet allemaal een klein cadeautje en wat snoep, dat je zelf gekregen hebt, inpakken en aan een arme jongen of een arm meisje geven. Wanneer je zo doet, vindt St. Nicolaas dat erg leuk van je. Tot nu alle lof voor Oom Bob, want hij bracht ons bij, dat je ook aan je arme medemens moet denken als je het zelf goed hebt. Maar dan gaat Oom Bob een beetje de fout in. Ik denk zo maar, dat Zwarte Piet je dan niet in de zak stopt, ook al ben je wel eens stout geweest, of ondeugend. Kijk, dat kan natuurlijk in deze tijd niet meer. Als je tegenwoordig dreigt met Zwarte Piet heb je een levensgroot probleem. Je moet dan als ouder met je kind in discussie en kom je er niet uit, dan naar een praatgroep en als laatste redmiddel de kinderpsycholoog. De 60 plussers van nu kregen als ze rottigheid hadden uitgehaald een schrobbering, een klap als de schrobbering niet hielp en voor straf heel vroeg naar bed. En er was geen stereo toren, TV of computer met Internet aansluiting in je slaapkamer. Het was zelfs stervens koud als je dan zonder eten vroeg in je bed lag. De brievenbus van Oom Bob En nu duikt Oom Bob weer in zijn brievenbus. Ik moet vaak de brieven heel kort beantwoorden, maar dat mag je Oom Bob niet kwalijk nemen. Lia de Mol wordt bedankt voor haar mooie tekening. Op de Korte Boeweg 11A woont dus weer een nieuw nichtje van Oom Bob. 'n Goed clublid worden, hoor. Ike Leloux, Alkmaarseweg 114B heeft de oplossingen op één na goed. Ria Vlek, Hoflanderweg 246, is hartelijk welkom bij de club. Coby Leuring, Galgeweg 13 is welkom bij de club. Je liedje is erg mooi. Wij hebben 'n heel lief poesje en vinden 't allemaal 'n snoesje. Zij heeft vier witte sokjes aan die haar heel aardig staan. Ook een mooie witte bef, HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Onze poes heeft heel veel lef. Nelly van der Aar, Rijksstraatweg 185, Heemskerk vraagt een schoudertas van St. Nicolaas. Vertel je me, of je die gehad hebt? Aat Meiland, Maerelaan 24, Heemskerk heeft een leuk versje: Regendropje, Regendropje Val maar op m'n blote kopje, Maar niet op het Kennemerblad, Anders wordt ons hoekje nat. Johan Bodewes, Voorstraat 44, Wijk aan Zee, stuurt een mooi versje, dat erg leuk is. Lezen jullie maar: "Kijk eens moe, de zee loopt over!" Riep op 't strand de kleine Daan, "Komt dat door die dikke dame Die er juist is in gegaan?" Zou dit versje, natuurlijk in het Frans, zijn voorgelezen aan Monsieur Montignac? Hij heeft in ieder geval goed geluisterd en er zijn voordeel mee gedaan. Alie Heynen, Tolweg 14, Uitgeest, is hartelijk welkom op de club. Neem maar vriendinnetjes mee! Ben Sterk, Breestraat 124, heeft ook alle oplossingen goed. En nu moet Oom Bob de bus weer sluiten. Dag allemaal en een heel prettige St. Nicolaas. Niet bang zijn voor Zwarte Piet, hoor! Oom Bob
Hallo jongens en meisjes. Oom Bob heeft het druk. Hij is binnenkort 25 jaar getrouwd en nu is hij er op uit sigaren en taartjes te kopen. Hij heeft mij gevraagd of ik deze week een praatje met jullie wil maken. Nu dat wil ik wat graag. Ik stuur ook elke week een versje naar de Kennemer, maar dat zet die rare drukker nooit in de Woensdagmiddag krant. "t Staat er nooit eerder in dan 's Zaterdags en omdat ik dus zelf ook versjes maak lees ik dus graag die liedjes van jullie. Vooral als ze niet overgeschreven zijn uit een almanak. Oom Bonnema was een wijs man, die zei wat hij dacht en vaak had hij gelijk! Maar de jeugd van tegenwoordig schrijft zelfs nog geen gedichtje over. Toen ik zo groot was als jullie nu toen vond ik versjes maken heel moeilijk. Ik kon haast nooit een goed rijmwoord vinden. Je weet het laatste woord van de tweede regel moet rijmen op 't laatste woord van de eerste. En dat vond ik reuze lastig. Maar ik ben gaan oefenen en dat moeten jullie ook doen. Hoe veranderd is de wereld. Vroeger moest je gaan oefenen. Tegenwoordig zou je kunnen gaan oefenen. Dus ..... daarom kunnen die 60 plussers zo goed gedichten schrijven op 5 december. Ik schrijf hieronder een versje, maar ik laat de rijmwoorden weg en daar maken we een prijsvraag van voor deze week. Jullie schrijven 21
het over en vullen de ontbrekende rijmwoorden in. Dan stuur je het naar Oom Bob die dan onder de goede oplossers een prijs zal verloten. En hier is het versje: Ik had een leuk nichtje, Die maakte een ge....... Ik had ook een neef, Die een leuk versje ........ Ze stuurden 't in een envelop Naar de krant toe van ..... ..... En Woensdag lazen ze hand in hand Hun eigen versje in de ........ Lijken de gedichtjes van de huidige opa's en oma's op bovenstaande kunstwerkjes, dan kun je rustig aannemen, dat zij fans zijn geweest van Oom Bob. De Brievenbus. Willie Burger, Breestraat 86 is een nieuw nichtje. Ze lost de raadsels goed op en vertelt nog een paar nieuwe. Lida en Toosje de Ruyter, Breestraat 71, worden bedankt voor hun mooie brief. Natuurlijk is Toosje hartelijk welkom. Zij is nu ons jongste nichtje; zes jaar oud. Volgende week heeft Oom Bob meer ruimte. Dan komen jullie allemaal aan de beurt in het Kerstnummer. Dag allemaal. Oom Bob.
Beste clubleden, Natuurlijk wenst Oom Bob jullie om te beginnen allemaal een Zalig en Prettig Kerstfeest. Het Kerstfeest is zo echt een feest van de kinderen, want we vieren immers de blijde geboorte van een Kind, van God zelf in de stal van Bethlehem. Bij de zusters worden dan ook na de Nachtmis beschuitjes met muisjes gegeten. Als 60 plusser heb ik altijd gedacht dat deze traditie was voorbehouden aan bezoekers van
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
22
kraamvrouwen. Om met de woorden van Oom Bob te spreken: "Je bent nooit te oud om te leren". Ik moet natuurlijk loten, wie de prijs krijgt. Het is eerlijk gegaan, hoor! En de winnaar? Bennie Langendijk, Hobbestraat 7, Beverwijk. Zowaar een nieuw clublid dat de prijs weghaalt. En nu moet Oom Bob met een vaartje verdwijnen. Een Zalig Kerstfeest nogmaals en tot Oudejaarsdag. Dag allemaal. Oom Bob.
Beste clubleden, Op de eerste plaats hartelijk welkom aan ons nieuwe lid Betsie Nieman, C. Matersweg 30. Wat schrijf jij prachtig! Je raadsels komen aan de beurt. Willie Burger, Breestraat 86, heeft haar zusje Truusje Burger, meegenomen, die is 6 jaar en schrijft toch al een brief naar Oom Bob. Carla Stuifbergen, Begijnestraat 1, die 8 jaar is, is zeker ook een vriendinnetje van jullie? Dank voor je briefje, Carla. Het ijsverhaal van Willie Burger is erg mooi en goed. Als Oom Bob nog ruimte heeft , zal hij het in de krant zetten. Goed, Willie? Ans Hienkens, Laan van Kanaan 5 is weer zo'n meisje dat heel mooi schrijft. Je versje is prachtig. Bennie Langendijk, Hobbestraat 7, dank voor je brief. Leer maar goed om een flinke, degelijke verkenner te worden. Die hebben we nodig. Wanneer kom je je boek halen? Het ligt klaar hoor. IJsverhaal van Willie Burger. Ik heb in de vacantie fijn kunnen schaatsen en op een dag ben ik naar Uitgeest geweest. Dat was een leuke rit. Bij de Eendensloot ben ik opgestapt. Daar was het erg druk. Daar wriemelden wel honderd kinderen over het ijs. Maar ik ben doorgereden naar de Hoge Dijk. Daar klauterde ik overheen.Dat ging lastig op schaatsen hoor. Maar toen ik er over was, zag ik twee kinderen, die ook naar Uitgeest gingen. Toen zijn we met z'n drietjes erop uitgetrokken. We moesten veel dammetjes over. Drie keer ging er een electrische trein ons snorrend voorbij. Die ging heel wat harder dan wij, en toen hij langs ons ging, trokken we een lange neus. En de mensen die erin zaten, lachten erom. Dat kon ik zien. In Uitgeest was het
erg saai. Toen zijn we meteen weer terug gegaan. Tegen de wind in. Dat was een hele dobber. Om 5 uur was ik al weer thuis. Het was een fijne rit geweest. Die Willie kan 't. Vinden jullie ook niet. Nu tot de volgende week allemaal. Oom Bob. In de Kennemer van 25 juni 1947 staat dat Oom Bob en Tante Jet een weekje op vakantie gaan. Op zich al iets bijzonders, want weinig mensen konden zich in 1947 een vakantie permitteren. Wat stond er in de krant van woensdag 2 juli. De gevolgen van deze vakantie waren voor de neefjes en nichtjes vreselijk. Velen zullen 's avonds in bed voor het slapen gaan hebben gedacht aan die arme Oom Bob. Op woensdag 23 juli lezen we in "Ons hoekje voor de kinderen" De Redactie van de Kennemer, Breestraat 122, Beverwijk, looft duizend gulden uit voor degene, die Oom Bob uit zijn gevangenschap weet te verlossen en hem levend met tante Jet terugbrengt. Bovenstaande advertentie heeft de redactie van de Kennemer in enkele grote dagbladen geplaatst om zodoende met man en macht te werken aan de terugkeer van Oom Bob. Dat is wel nodig want de moeilijkheden worden steeds groter en we hebben er alles voor over om de vriend van alle kinderen uit Beverwijk en heel de omgeving terug te vinden. Bijna 2 maanden is Oom Bob zoek geweest. De kinderen waren van slag en toen was er nog geen crisis-team om hen geestelijke bijstand te verlenen. Maar eindelijk in de krant van woensdag 10 september 1947 stond het verlossende bericht: Oom Bob en tante Jet zijn gezond en wel in Beverwijk teruggekeerd. Oom Bob is meteen weer begonnen met de verzorging van zijn wekelijkse hoekje voor jullie. Oom Bob ging meteen weer over tot de orde van de dag. Geen geestelijke problemen. Meteen aan de slag. In dit pand, waar nu Foto Boumans is gevestigd, heeft Oom Bob jarenlang kantoor gehouden.
Beste clubleden Op welke dag is Oom Bob thuisgekomen? Nu ik wacht op jullie antwoorden. Als er meer goede antwoorden binnenkomen, zijn er natuurlijk ook meer prijzen. Tot de volgende week. De beste groeten van Tante Jet en van Oom Bob. En zo zouden we nog honderden bladzijden vol kunnen schrijven over de kinderen van Beverwijk, Heemskerk, Velsen-Noord en Uitgeest. Oom Bob en Tante Jet nemen afscheid en gaan heerlijk van de VUT genieten.
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
23
Beverwijk, 650 jaar zonder zelfbediening!
Het inmiddels beroemde boekje, waarin de levensmiddelen werden genoteerd en later afgeleverd. Vandaar de uitdrukking "horen en bezorgen". De eerste zelfbedieningswinkel van D. Kat die in 1949 werd geopend in Velsen-Noord.
In 1949 deed zich een schokkende gebeurtenis voor in de lokale kruidenierswereld. Er werd door ene Dirk Kat als een van de eersten van Nederland een zelfbedieningswinkel geopend in Velsen-Noord! Elders in het land waren slechts enkele ondernemers in 1948 hem voorgegaan als pioniers van de zelfbedieningswinkel. In dit verband mag in Beverwijk de start van de eerste zelfbedieningswinkel van Kluft aan de Hendrik Mandeweg in juni 1952 genoemd worden. Enige maanden later vestigde Dirk Kat zijn 2de zelfbedieningswinkel in Beverwijk aan de Breestraat. Nu, in 1998, bijna 50 jaar na dato, vragen we ons af, hoe we ooit zonder ze gekund hebben en hoe het allemaal zo gekomen is....! Vanouds her zullen er marktkooplieden geweest zijn, die in kruiden handelden en er ook in de jonge stad Beverwijk ongetwijfeld het nut van in zagen een droge verkoopruimte voor hun kruidenierswaren in te richten. De inhoud van
zo’n “winkel” zal niet al te gevarieerd geweest zijn tot veel later met de grote ontdekkingsreizen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie en de West-Indische Compagnie exotische kruiden, specerijen en genotsmiddelen (peper, kaneel, kruidnagelen, amandelen, suiker, tabak, cacao, koffie en thee) op de markt kwamen en er ook bij het gewone volk vraag naar ontstond. Het mêleren van thee en branden van koffie rekenden vele kruideniers tot hun taak; de tabakshandel kwam in andere handen terecht. Behalve het bekende assortiment van peulvruchten, meel, boter, stroop, groene zeep, kwamen daar sinds de vorige eeuw veel nieuwe artikelen, massaal en fabrieksmatig geproduceerd bij: bijvoorbeeld maïzena, zeeppoeder, bouillonblokjes, tandpasta; steeds vaker in voorverpakte uitvoering. Dit klinkt misschien wel lucratief en aangenaam nostalgisch; de werkelijkheid was vaak anders: de kruidenier van deze eeuw had vaak met schijnbaar onoverwinnelijke problemen te maken: • toenemende concurrentie, zowel van heel veel kleine kruidenierswinkeltjes, als van grootwinkelbedrijven, van de vrijwillige filiaalbedrijven en van verbruiks-coöperaties • mondiale economische crisis • distributie-maatregelen door twee oorlogen • kredietverlening aan de klant • krediet vragen aan de grossier • veranderende eet- en leefgewoonten • een veelheid van wetten, regels en eisen op gebied van prijzen, vakkennis en bedrijfskapitaal. • tekort aan vakbekwaam personeel. De zelfstandige kruideniers beschouwden aanvankelijk de verbruiks-coöperaties als hun grootste concurrenten. Deze coöperaties, bestaand uit zoveel mogelijk leden van diverse groeperingen gebruikers, kochten gezamenlijk in en verkochten de produkten door aan de eigen leden. De winst hiermee gemaakt, werd eens per jaar als dividend (soms wel tot 7 procent) uitgekeerd aan de leden; “niet om het gewin, maar voor het gezin” Hoewel de prijzen van de coöperaties op een zelfde niveau als van grootwinkelbedrijven en van zelfstandigen lagen, werden zij duidelijk als bedreigend en oneerlijk concurrerend door de laatsten ervaren. Toen in de jaren twintig door -merendeels- onder-
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
24
nemers uit grote fabrikanten families de ene na de andere winkel werd opgericht, was het grootwinkelbedrijf of filiaalbedrijf geboren: De Gruyter, Albert Heijn, Simon de Wit, Van den Bergh, Verkade, Jamin, Edah en Van Amerongen bijvoorbeeld. Onderling was er een stevige concurrentie, vooral tussen De Gruyter en Albert Heijn, beide beter gesorteerd in de vele koffiesoorten dan in thee, beide vastbesloten de meervermogende in de samenleving tot klant te kunnen maken. De grootwinkelbedrijven verenigden zich al snel o.m. om slagvaardiger te kunnen optreden bij prijsverlagingen in de grondstoffenhandel. Een snellere aanpassing van de produktprijs was iets, wat de zelfstandige kruidenier, aan handen en voeten gebonden aan fabrikant en grossier, nooit zou kunnen. De economische crisis, die in de jaren dertig losbarstte, liet weer een ander verschijnsel zien: het
aansloten bij het nieuwe uit Amerika overgewaaide systeem: het vrijwillige filiaalbedrijf. Opgericht door het grossiersbedrijf, maar ten voordele van beide partijen, nam het vrijwillige filiaalbedrijf een grote vlucht: 1932 De Spar ( Door Eendrachtig Samenwer- ken Profiteren Allen Regelmatig) 1934 Centra 1938 VéGé (Verkoop Gemeenschap) 1942 VIVO (Vrijwillige In- en Verkoop Organisatie), maar ook A & O, TIP (Tot Ieders Profijt), IFA, etc. Zo was, in kort bestek, de situatie van levensmiddelen verhandelend Nederland toen in 1940 de oorlog uitbrak.
ontstaan van talloze piep-kleine winkeltjes, vaak in een ontruimde huiskamer ingericht met krediet van een grossier. Met weinig of geen kennis van zaken, met een minuscule klantenkring en dus tegenvallende verkoopcijfers, zag moeder de vrouw geen andere mogelijkheid dan maar opnieuw “op de pof” bij een andere grossier voorraad te bestellen, zodat soms wel 5 of 6 grossiers per week de mini-winkel bevoorraadden! Omdat het normaal was, dat bijna alle klanten ook op de pof kochten, ontstond zò voor kruidenier en grossier een vrij uitzichtloze situatie...Nadat in 1937 een wet aangenomen werd, waarin de eisen t.a.v. bedrijfskapitaal, handelskennis en vakbekwaam-heid waren vastgelegd (Vestigingswet Kleinbedrijf) werd deze kwalijke ontwikkeling tot staan gebracht en teruggedraaid. ( van ong. 70.000 zelfstandige kruideniers in 1930 tot 25.000 in 1950). Dat er vervolgens nog een lawine van wetten en regels aangaande assortiment en bijv. vakdiploma’s over de zelfstandige kruideniers heenkwam, zal menigeen later, vooral ten tijde van het oprichten van supermarkten, betreurd hebben. Al deze factoren hebben er ongetwijfeld aan bij gedragen, dat ook vele kruideniers zich eerst bij vakverenigingen, dan bij inkoopverenigingen en tenslotte zich uit pure noodzaak en schoorvoetend HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Het duurde niet lang of iedereen - winkelier en consument - kende de volgende begrippen (om in kruidenierstermen te spreken) van haver tot gort: rantsoenering, distributie, stamkaart, distributiebonnen, surrogaat-producten, schaarste, tekort aan alles, dus ook aan verpakkingsmaterialen. Dit alles zette menig kruidenier door de
25
In de jaren na de oorlog was hier het levensmiddelenbedrijf M.H. Kluft v/h W. v.d. Lely gevestigd. In juni 1952 werd aan de rechterzijde een extra deur aangebracht en de zelfbedieningswinkel was wat betreft de buitenzijde aangepast aan de nieuwe ontwikkeling.
Een interieurfoto van de zelfbedieningswinkel van Kluft, die voor hedendaagse begrippen nog steeds redelijk modern oogt.
Op 12 juni 1952 opende Kluft als eerste kruidenier in Beverwijk een zelfbedieningswinkel aan de Hendrik Mandeweg 36.
nood gedwongen aan tot een creatieve wijze van bedrijfsvoering, waarbij de bedrijfstak van de zelfstandige kruideniers in zijn geheel er na de oorlog gunstiger uitsprong dan de grootwinkelbedrijven, die zich door strenge controles niet die “speelruimtes” wisten te verwerven. Rantsoenering en dus het bonnensysteem handhaafde zich tot lang na de oorlog ( in 1950 was de koffie nog op de bon), want pas na de bevrijding bleek, hoe arm en leeggehaald Nederland was achtergebleven. Nú was er nog maar één weg en dat was vooruit... En vooruit ging het met ons land: dank zij de wederopbouw was er werk voor iedereen, een stabiele economie, langzaam stijgende geleide lonen, arbeidstijdverkorting, oudedagsvoorziening, (beter) onderwijs, verplicht tot het 15e jaar. Maar ook een wederopbouw, die gekenmerkt werd door een overheids-bemoeienis in de vorm van vestigingsvergunningen, prijs- en loonmaatregelen, bestedingsbeperkingen, de geldzuiveringen etc., die zijn weerga niet kende! De zelfstandige kruidenier ondertussen, kwam in een andere wereld terecht: het “horen en bezorgen”, wat van oudsher een wezenlijk onderdeel
van zijn service was geweest, door hemzelf en vaker nog door slecht betaalde loopjongens uitgevoerd, was eigenlijk ondoenlijk geworden. Boodschappenjongens, die door weer en wind wilden fietsen voor de klant, waren amper nog te vinden; zij grepen liever de kans op een goede scholing! Een dreigend tekort aan geschoold personeel (die hij door de gestegen lonen nauwelijks zou kunnen betalen) en de dalende brutowinstmarges maakten het leven voor hem en zijn gezin extra zwaar. Al vlak na de oorlog, in 1946 en 1947, waren wat ondernemende winkeliers er in geslaagd, berichten en vakliteratuur over een geheel revolutionaire wijze van verkoop uit Amerika te bemachtigen: de zelfbedieningsmethode. Ondanks alle tegenslag en tegenstand probeerde deze vooruitstrevende enthousiaste groep van een man of tien alle benodige “know-how” in huis te krijgen en zo snel mogelijk (en ieder liefst als eerste) met een zelfbedieningswinkel van start te gaan. De economische en sociale ontwikkelingen van na de oorlog gaven deze pioniers het idee, dat ze geen tijd te verliezen hadden. Zij zagen al heel vroeg de voordelen van zulke winkels in: geen tijdrovend “ horen en bezorgen” meer, meteen “boter bij de vis” oftewel kontant betalen en veel efficiënter kunnen werken, wat een prijsvoordeel voor de klant betekende. Die klant was naar hun mening in de oorlog al enigszins voorbereid op zelfbediening; dagelijks snel en gemakkelijk boodschappen doen werd door de rantsoenering van meer belang geacht dan een prettige bediening. Ook de afgepaste hoeveelheden horende bij de distributie maakte voor de klant de overgang naar voorverpakte levensmiddelen soepeler. Met de klant, die altijd op de pof gekocht had, was een afbetalingsregeling (bij de Coöperatiewinkels bv. in een half of heel jaar) te treffen.
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
26
De meer behoudende winkeliers zagen aanvankelijk weinig in deze buitenlandse nieuwlichterij: hoe kon een kruidenier zonder toonbank respect afdwingen bij de klant, hoe kon een klant zonder vakkundig advies een keus maken uit een over-
vloedig assortiment, hoe wist een klant de gang van zaken in een zelfbedieningswinkel, hoe een klant van diefstal te weerhouden en er toe te brengen netjes af te rekenen bij de kassa? Maar ook vragen van meer prijstechnische en organisatorische aard kwamen natuurlijk bij hem op. Tegen de tijd dat hij de antwoorden gevonden had, was het veel moeilijker of zelfs te laat om nog de investeringen te doen op een schaal, die nodig was om van zijn kruidenierswinkeltje een rendabele zelfbedieningswinkel te maken. Een vloeroppervlak van minimaal 60 m2 bleek bijv. nodig, (10 jaar later zelfs het tienvoudige!) en ook de winkelier zelf moest veranderen: van adviseur in consumenten-aangelegenheden moest hij veel meer een flexibele manager met verstand van logistiek worden. Veel ondernemingen zijn dan ook op niets uitgelopen. Daar tegenover stond de groep mannen van het eerste uur, die het wel aandurfden en die nu 50 jaar na oprichting van hun eerste zelfbedieningswinkel zelf en/of hun opvolgers bijna allen een bedrijf hebben met vele filialen. Ter introductie van het nieuwe zelfbedieningssysteem in Nederland had pionier G.J.Jansen al vroeg in 1948 in de oude RAI in Amsterdam onder auspiciën van de Centra-organisatie een demonstratie-winkel geïnstalleerd. In Nijmegen genoot Chris van Woerkom de eer daadwerkelijk de eerste zelfbedieningswinkel van Nederland te kunnen openen. Dat was in november 1948. Kort daarop volgden Dirk Kat (Velsen-Noord en Beverwijk), Dirk van den Broek (Amsterdam), Harry Hupkes (Nijmegen), Fred van der Werff (Winschoten), Willem Groenwoudt (Bussum), Jac. Hermans (Amsterdam), Henk Kluft (Beverwijk), Willem Zwanenburg (IJmuiden), fam. de Boer (Coevorden), Bas van der Heyden (Rotterdam), Deen in Hoorn en Bodegraven & Van Weert in Alkmaar. Vanaf het prille begin in 1948 draaiden deze zelfbedieningswinkels, ondanks rantsoenering, schaarste aan goederen en verticale prijsbinding, geweldig. Dit was waarschijnlijk ook te danken aan het feit, dat zij alweer snel een eigen inkoopcoöperatie (ZICO) oprichtten. Misschien werden ze, zelfs ook wel ongewild, een handje geholpen door de grootwinkelbedrijven, die relatief laat omschakelden op zelfbediening: Albert Heijn bijv., na veel interne weerstand, pas in 1952... De groei in aantal en omvang van zelfbedieningswinkels is daarna alleen maar toegenomen, van enkele tientallen in 1950 tot meer dan 2000 in 1960. Wellicht zal de verbazing en opwinding over het fenomeen zelfbediening nooit beter zijn uitgedrukt dan in de naam, die genoemde pionier G.J. Jansen voor zelfbedieningswinkels had bedacht: Kijkgrijp. Sindsdien ook staand voor het begrip zelfbedieningswinkel. We mogen ons in Beverwijk gelukkig prijzen, dat we al 50 jaar daarvan gebruik kunnen maken.
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Hoe winkelt U het prettigst in de Zelfbedieningswinkel?
Hieronder geven wij U nog enkele tips op welke wijze U het prettigst winkelt in onze Zelfbedieningswinkel: 1e Bij het binnenkomen in de Zelfbedieningszaak neemt U een rieten mandje of een wagentje, die bij de ingang staan opgesteld en aldus gewapend wandelt U op Uw gemak langs alle wandkasten en toontafels. 2e U bedient U zelf, d.w.z. U pakt maar wat U nodig heeft en deponeert dat in het boodschappenmandje of het wagentje. 3e Alle artikelen die in de wandkasten en toontafels zijn opgestapeld kunt U rustig bekijken en in de hand nemen. 4e Op alle artikelen staan de juiste prijzen vermeld, zodat U direct kunt zien wat een artikel kost. 5e U behoeft niet op Uw beurt te wachten. Als U Uw rondgang door de winkel heeft beëindigd, gaat U met het mandje of wagentje waarin U de boodschappen heeft gedaan naar één der cassa's bij de uitgang, waar de cassière met U afrekent en de boodschappen in Uw eigen tas overpakt. 6e Alle artikelen zijn van Neêrlands eerste Merkfabrieken, dus van de beste kwaliteiten. 7e Natuurlijk staan wij altijd geheel tot Uw dienst. De huisvrouw ontvangt een uitstekende voorlichting op 't gebied der voeding. Diverse recepten worden gratis beschikbaar gesteld. Alles wordt gedaan om de gezinstaak van de huisvrouw zoveel mogelijk te verlichten.
27
In de openingsfolder geeft Kluft aan hoe u het prettigst uw inkopen kunt doen in zijn zelfbedieningswinkel.
De winkel van de Kijkgrijp op de Breestraat te Beverwijk.
De geldzuivering Het kabinet dat in 1945 aantreedt hoopt met indringende overheidsbemoeienis te kunnen bijdragen aan het naoorlogse economische herstel. Men streeft naar inkomensnivellering. Er wordt een loonvloer ingesteld, die ligt op het niveau van wat men minimaal nodig heeft voor het levensonderhoud. Het Centraal Bureau voor de Statistiek berekent dat voor een gezin met twee kinderen f 33,52 benodigd is. Lonen voor mensen met ervaring en scholing mogen 10 tot 20% hoger liggen dan voor ongeschoolden. Er geldt een verbod tot loonsverhoging, behalve in achtergebleven bedrijfstakken en beroepen. Daar worden de lonen verhoogd tot het peil dat in overeenstemming is met de aard van het werk en wordt tevens gekeken naar wat men minimaal nodig heeft volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek. Er wordt tevens besloten dat bij stijging van de prijzen van levensonderhoud of bij toenemende welvaart er algemene loonrondes zullen komen.
In de Kennemer van 12 september zien we dat de heer W. Lauffer er klaar voor is. Van hem mag de Beverwijkse bevolking weer gaan genieten van een rokertje.
Een andere maatregel die velen onder u zich nog zullen kunnen herinneren is de geldzuivering van onze minister van Financiën Lieftinck. Een eerste aanzet tot de zuivering begint in juli 1945. Op vele aanplakbiljetten wordt medegedeeld, dat de biljetten van f 100,00 met ingang van 9 juli 1945 hun hoedanigheid van wettig betaalmiddel verliezen en buiten omloop worden gesteld. Iedere bezitter van deze honderd gulden biljetten kan deze inleveren vóór zaterdag 14 juli bij de plaatselijke handelsbank of boerenleenbank. Voor de ingeleverde biljetten opent de bank een renteloze rekening, die voorlopig geblokkeerd blijft. Het is de bedoeling van de regering, dat met de geblokkeerde tegoeden op de rekeningen dadelijk belasting zal kunnen worden betaald en men ook zekerheid heeft voor toekomstige af te dragen belastingen. De regering wijst de burgers er tevens op dat bonafide eigenaren van deze biljetten geen vrees hoeven te koesteren voor de uiteindelijke bestemming van hun geld. Deze maatregel die toch voor alle burgers ongemak met zich meebrengt, wordt echter zonder mokken geaccepteerd. Men is verheugd, dat de zwarthandelaren nu eens stevig worden aangepakt en van hun geld weinig zullen terugzien. Het gevolg van deze maatregel was dat er op grote schaal gouden tientjes werden opgekocht en dat men probeerde op de zwarte markt buitenlandse valuta en aandelen te kopen.
Dat ook de zwarthandelaren na de oorlog nog volop hun vak uitoefenden, blijkt uit het gedichtje van G. Bonnema. De regering verstrekte op bonnen de mogelijkheid om rookwaren te kopen en had zelfs de accijnzen verlaagd. Het gevolg was dat de zwarthandelaren met grote hoeveelheden tabak bleven zitten, die zij slechts met verlies konden verkopen.
(uit de Kennemer 1 september 1945)
In rook vervlogen
Hoera, hoera we rooken weer, Wij zijn weer echte mannen, De pijp, sigaar en cigaret, Ze zijn niet meer verbannen, We zijn bevrijd van surrogaat, Van eigen teelt en "buk", In elk gezicht een rookertje, Op elk gezicht geluk, Ik heb ze d'eerste dag gehaald, En flink eraan gezogen, En 's avonds reeds was m'n geluk Geheel in rook vervlogen.
Jaja, jaja we rookten weer, zei gister de minister, En al ging feit'lijk voedsel voor, Het rookertje dat is er. Wij laten noodgedwongen u Aan een rantsoentje trekken, Doel van 't verschafte rookgenot Is: Zwarte prijzen nekken. Want onder 't "Engels" en 't "Bels", Ging ieder zwaar gebogen. Te groot was 't kapitaal dat hier, Steeds ging in rook vervlogen.
Helaas, helaas ze rooken weer, Klagen de zwarte Pieten, Hun voorraad "Gold Flake", die is nu Een loterij vol nieten. Een vijftig hadden ze gedacht, Zou men ervoor betalen, Nu zien ze tot hun grote schrik, De prijs ontzettend dalen. Nu zitten ze daar op hun strop, Zwaar door de zorg gebogen, De winst waarop gerekend was, Die ging in rook vervlogen.
G. Bonnema. Op woensdag 12 september 1945 om 9.00 uur maakt de minister van Financiën, prof. P. Lieftinck per radio de volgende maatregelen bekend. Het is het vervolg op de geldzuivering, die begon in juli van dit jaar. In het kort samengevat zijn dat onderstaande maatregelen: HGMK Ledenbulletin 22, 1998
28
1. Op 26 september wordt al het papieren geld waardeloos. 2. In de week die daar op volgt moet al het geld worden ingeleverd. 3. Niemand mag meer dan f 300,00 inleveren. 4. Al het meerdere moet bij een bank, spaarbank of girodienst worden gestort. 5 Op 26 september worden alle tegoeden bij bankinstellingen, spaarbanken en girodiensten geblokkeerd. 6. Van 19 tot 26 september zal ieder gezinshoofd voor ieder lid van zijn gezin bij de distributiedienst f 10,00 oud geld tegen nieuw kunnen inwisselen.
7. Loon- en salarisbetalingen vinden in de inleveringsweek niet plaats, doch eerst in de tweede week van oktober. Er zal dan een dubbel weekloon worden uitbetaald 8. Het gehele vermogensbezit wordt geregistreerd en het bankgeheim is opgeheven. 9. Hoge belasting op alle in verband met de oorlogstoestand onstane vermogensvermeerdering. Een heffing ineens wordt in het vooruitzicht gesteld. 10. Overtredingen zullen zowel straf- als vermogensrechterlijk zeer streng worden vervolgd. De minister geeft nog enkele adviezen en richtlijnen om de geldzuivering goed te laten verlopen. Zo wordt werkgevers verzocht hun personeelsleden, die niet over voldoende oud geld beschikken een voorschot te betalen. Ook verzoekt zij de
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Deze advertentie haakte op creatieve manier in op de geldsanering.
middenstand door het verlenen van krediet aan haar vaste klanten, deze hun normale aankopen te laten doen. Ook worden er richtlijnen gegeven over aangetekende stukken en postwissels. Dit om te voorkomen, dat de betaler de ontvanger met oud waardeloos geld opscheept. Het zilveren geld dat voor 1940 in omloop was blijft geheel buiten de geldzuivering. Dit geld werd zuinig bewaard door de Nederlanders gedurende de oorlogsjaren. Een bevel van de overheerser het zilveren geld in te leveren, werd volledig genegeerd en slechts 2% kwam in handen van de Duitsers. De geldzuivering was een feit. De uitvoering hiervan was geen sinecure voor de inwoners van Beverwijk. De distributiekring Beverwijk maakte bekend, dat de omwisseling van bankbiljetten als volgt plaatszou vinden: Gemeente Beverwijk: In het tijdvak van 19 t/m 22 september 1945 in het gebouw "De Harmonie", Groenelaan, van 09.00 tot 12.30 uur en van 14.00 tot 17.00 uur. De navolgende regels moesten in acht worden genomen bij de inlevering van het oude geld: * inlevering kan alleen geschieden door gezinsleden van 18 jaar of ouder. * getoond moeten worden de stamkaarten van de gezinsleden en de bijbehorende inlegvellen. * verder de brandstoffenkaart van het gezin. * per gezinslid moet 10 gulden worden ingeleverd in bankbiljetten van f 10,00, f 20,00,
29
Het bekende "tientje van Lieftinck", gebruikt bij de Nederlandse geldsanering in het najaar van 1945. Rondom de Nederlandse leeuw staan twee regels uit het Nederlandse volkslied.
f 25,00 of f 50,00. Zilverbons van f 1,00, f 2,50 en f 5,00 worden hiervoor niet aangenomen. Men moet met gepast geld betalen. * Tegen inlevering van de bonnen 51 van de brandstofkaart worden de geldbonnen A uitgereikt. Type B, is bestemd voor alleenstaanden zonder brandstofkaart.
Door de geldzuivering van Lieftinck zijn diegenen die anderen hebben uitgekleed, nu zelf in hun "hemd" gezet. Op vrijdagavond 21 december houdt minister Lieftinck een radiorede en deelt het volk mede dat de sanering geslaagd is en dat men niet voor een herhaling hoeft te vrezen. Het gevaar voor inflatie is afgewend en hij vraagt het volk van Nederland vertrouwen te hebben in onze gulden. Als afsluiting van dit artikel volgt nog een gedicht van G. Bonnema uit de Kennemer.
In de wasch
Heel Nederland gaat in de wasch, En ieder wordt gezuiverd, En door de zwartsten wordt het meest Voor deze wasch gehuiverd. Want al het geld, 't zij wit of zwart, 'T zij groote of kleine hoopen, Daarmee kan iedereen nu straks, Naar Schermerhorn toe loopen. En allen gaan we in de kuip, Rijk, arm en groot en klein, Op Nederland mag binnenkort, Geen zwarte plek meer zijn. De zwarte markt is overstuur, De zwarte Pieten brullen, En trachten voor de waschdag nog, De zinkput zwart te vullen. Maar 't kronkelen en konkelen, En spartelen geeft geen zier, De waschbaas Lieftinck commandeert: Breng je papier maar hier. Het is een razzia in 't groot, Hier helpt geen onderduiken, En zelfs de beste "Ausweis" kun Je hier niet gebruiken. Wie wit blijkt heeft een boffie, En na de waschdag is het hier, Weer alles zuiv're koffie Het woordje "uitverkocht" en ook Het smoesje "decoratie", Die zijn in 't zuiv're Holland straks Niet langer in de gratie.
Toen ik klein was kreeg ik na 't bad Een balletje van honing, En straks krijgt ieder na de wasch, Een tientje als belooning.
G. Bonnema. HGMK Ledenbulletin 22, 1998
30
Advertenties uit een grijs verleden • In mei 1949 lezen wij dat Jac. Koop aan de Breestraat wel een zeer speciale aanbieding voor uw kinderen heeft. Zo houd je natuurlijk geen klanten over! Een maal ander maal en waarschijnlijk voor de laatste maal..... • Ook de Kennemer Oudheidkamer, voorloper van het museum Kennemerland, ontbreekt niet
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
in de advertentiekolommen van de Kennemer in februari 1947 • Dat een bank safeloketten verhuurt, behoort tot het service pakket, dat zij haar clienten biedt, maar de service van de Amsterdamsche Bank gaat veel verder. Lekker op vakantie: inpakken: 1 koffer voor moeder, 1 koffer voor vader en 1 met kostbaarheden naar de bank. • Ook de Gruyter, toen heel bekend, ontbreekt niet op de advertentiepagina's. Zou het "Zeeuws meisje" soms familie zijn van Bijdehandje. De gelijkenis is wel heel treffend.
31
Openbare orde in Beverwijk Het fabeltje dat er vroeger geen fietsen werden gestolen kunnen we maar beter vergeten. Ook in 1945 verwisselden fietsen van eigenaar. Net als nu was men toen kieskeurig bij het stelen. Toen was men alleen geïnteresseerd in fietsen met banden. Een fiets met anti-plof banden was voor het dievengilde niet zo interessant. Ook was men vaak alleen maar uit op de banden, want buiten- en binnenbanden waren een zeer schaars artikel en zijn jaren na de oorlog op de bon geweest. Uit De Kennemer van jaargang 1945 Zwijntjesjager Ten nadeel van een inwoner van Wijk aan Zee werd uit een zomerhuisje een rijwiel ontvreemd. Uit de bollenschuur van de fa. v. B. aan de Populierenlaan werd 'n fiets van een arts uit Haarlem weggenomen.
Bonnen voor transporten toerfietsen.
Bakfiets gestolen Er werd aangifte gedaanvan diefstal van een bakfiets uit een gesloten schuur aan de Kuikensweg. Zondagmorgen werd de bakfiets ontdaan van banden en achterwiel bij het Jodenkerkhof teruggevonden. Luilakken bekeurd Door de politie wordt zeer scherp toegezien op het naleven van allerlei kleinere voorschriften, zooals het verbod zich van raamdorpels als zitplaats te bedienen. Er worden veel bekeuringen gemaakt. Uit het politierapport Enkele personen werden bekeurd wegens het in de verkeerde richting berijden van straten. Deze week vijf zwijntjes In de loop van de week zijn hier vijf fietsendiefstallen bij de politie aangegeven. Het blijft maar doorgaan Het hangen en slungelen in portieken schijnen sommigen maar niet te kunnen afleeren. De politie maakt er echter werk van en heeft zes personen daarvoor bekeurd. Een ander werd bekeurd om-
dat hij zich met zijn fiets door een vrachtauto liet voorttrekken. De veelbegeerde rijwielband Bij de rijwielhandel du Pau, Alkmaarseweg hebben ongenoode gasten door verbreking van een étalageruit, kans gezien een rijwielband te ontvreemden. Boomennood Door de recherche werd een man bekeurd, die bezig was een boom om te hakken bij de vuurlijn. Een ander werd midden in de nacht op heeterdaad gesnapt bij het omkappen van een boom aan de Wijkermeerweg. De boom was bijna gesneuveld en zal wel verwijderd moeten worden. Uit De Kennemer van jaargang 1946 De politie is oplettend Er werden een aantal dames en heren bekeurd wegens het lopen op de gazons. Er is aardappelennood Een tuinder deed bij de politie aangifte van diefstal van 100 struiken nieuwe aardappelen van zijn land aan de Wijkermeerweg. De politie vertelt Een onderhoudend half uurtje, dat bezoek bij de politie. We hebben Zondag een drukke dag gehad, ondanks de regen. Zeven en twintig man gingen er op de bon wegens het ontsieren van de portieken. Dat waren heus geen onschuldige schuilers voor de regen. Dan zat er een stel met z'n tweeën op één fiets. Voorts was er een bloemenventer, die des avonds z'n kar niet had verlicht. Een installateur, die naar z'n zin te weinig verdiende, verkocht een stofzuiger te duur. Uit De Kennemer van jaargang 1947 De maand maart in het jaar 1947 roert zijn staart. In de raadsvergadering van eind februari is het sneeuwruimen door de Beverwijkse bevolking uitgebreid aan de orde gesteld door de heer Vessies en burgemeester Scholtens. Verder blijkt dat de burgers vaak mopperen op Openbare Werken en van de stelling uitgaan als O.W. niets doet, dan doen de burgers van Beverwijk ook niets. Slechts na herhaalde waarschuwingen van de politie begint men sneeuw te schuiven. Alleen de bewoners van de Begijnestraat schijnen een uitzondering te zijn en vegen netjes hun straatje schoon. In de krant van 8 maart 1947 wijdt G. Bonnema zijn wekelijkse liedje aan de sneeuwproblemen in Beverwijk.
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
32
O Wee! Naar aanleiding van tientallen ingezonden stukken.
In de witte Wijker wereld Wordt ontstellend veel geklaagd, Waarom ruimen ze de sneeuw niet, Wordt gejammerd en gevraagd. Wat een troep hoor je maar roepen, Wat een bende in de Wijk, En men ploetert en men baggert Door de sneeuw en door het slijk.
Buurtbewoners spannen samen, Alles hakt, schept, veegt en loopt, En de Wijker witte wade Wordt bij hopen opgehoopt.
Agenten speuren en bekeuren Geven waarschuwing en raad, Wanneer je trottoir of stoepje Net zo vies is als de straat.
Martelaren klimmen 's-avonds Als het mart'len is gedaan, In hun pennen en zij klagen Openbare Werken aan.
En ze vragen: "Die O.W.-ers, Lui van straat, park en plantsoen, Kunnen nu niet vegen, maaien, Zitten ze nu niets te doen?
Zij verschonen en verfraaien Straten, goten en gazon, En geen stofje dat des zomers Aan hun oog ontsnappen kon.
Groeit het gras een centimeter, Daad'lijk wordt er op gewipt, Beverwijk is in de zomer Steeds geschoren en geknipt.
Maar waar zitten nu die mannen? Wordt een winterslaap gedaan? Of zijn ze soms met vacantie Naar de Rivièra toe gegaan?
Boze tongen gaan beweren: Ze hakken houtjes voor de baas, Maar dat moet ik tegenspreken, Die bewering is te dwaas.
Ik vermoed dat ze niet ruimen Uit een oogpunt van beleid, Dat ze denken: eenmaal dooit het, Dan raken we 't vanzelf wel kwijt.
De O.W. in andere steden Lijdt aan een beneveld brein, Waarom moet het in de winter Op de straten lente zijn!
Daarom "ingezonden stuk"'ers, Schrijf niet langer, wordt niet kwaad, In Augustus zorgt O.W. weer Voor een mooie schone straat.
Hoog schoolverzuim De commissie tot wering van schoolverzuim heeft aan de Raad verslag uitgebracht over 1946 en uit ons raadsverslag heeft men kunnen lezen, dat de leden met ontsteltenis kennis hebben genomen van het grote aantal verzuimen. Niet minder dan 611 gevallen zijn in dat jaar voorgekomen. De grote toename van het schoolverzuim is voornamelijk toe te schrijven aan onverschilligheid, gemakzucht en aan onwil van de ouders. HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Zou de oorzaak ook niet kunnen liggen bij de ouders, die hun kinderen vaak noodgedwongen lieten helpen bij de aardbeien- en bonenpluk.
Bij de aardbeienpluk moesten de kinderen vaak helpen.
Kijkt uw huisnummers na Vanaf 1 Januari tot heden (eind Maart) zijn door de bevolkingsagenten tegen 35 personen processenverbaal opgemaakt wegens onvoldoende huisnummering, zowel voor woningen als pakhuizen. Nog tientallen staan op de nominatie. Wij sporen onze lezers aan hun huisnummers na te kijken. Er mag niets aan ontbreken. Voor het geval het nummerplaatje afwezig is, kan men een nieuwe bestellen bij Openbare Werken in de Breestraat. Spaar de grasperken De gemeentediensten doen nogmaals een beroep op het publiek om er mede op toe te zien dat de openbare grasperken en plantsoenen niet worden betreden. Met name zal gewaakt worden tegen het lopen of zitten op de gazons rondom de "Halve Maen" bij het station. Bij onverhoopte over-tredingen zal de politie genoodzaakt zijn in te grijpen. In het bijzonder ook worden de bomen en beplantingen in de straten en langs de wegen in de hoede van het publiek aanbevolen.
33
foto van zaak met groot portiek
Uit De Kennemer van jaargang 1948
Uit De Kennemer van jaargang 1949
Kalf geslacht De Haarlemse politierechter heeft de slagersknecht C. v. E. wegens het slachten van een kalf veroordeeld tot 2 weken voorwaardelijk met 3 jaar proeftijd plus f 40,00 of 20 dagen en verbeurdverklaring van het vlees.
Paard zonder oogkleppen De tuinder G. B. uit Beverwijk had op 24 December van het vorig jaar zijn wagen laten trekken door een paard dat niet voorzien was van oogkleppen. Op de Rijksstraatweg werd hij aangehouden en verbaliseerd. Dit zou hem f 10,00 subs. 2 dagen gekost hebben, indien de Kantonrechter, Mr Gerritsen, niet in aanmerking wilde nemen dat verdachte niet wist dat dit wettelijk voorschrift was. Ook had hij reeds oogkleppen aangevraagd bij een veearts. Nu werd het f 5,00 of 1 dag.
Romantiek in het portiek Een tweetal stadgenoten (tjes) werd bekeurd, omdat zij zich zonder noodzaak in 'n portiek ophielden. Het was natuurlijk avond, en - nu ja. Het vlees is zwak.
Gelukkig weinig bloot te zien op deze strandfoto van 1950.
Maatregelen in belang van openbare orde en veiligheid en ter bescherming van het openbare fatsoen Enige politieverordeningen willen wij u niet onthouden: art. 230a. Het is verboden in zee te gaan: zonder badcostuum of zwembroek. art. 231. Het is aan vrouwelijke personen boven 12 jaar verboden zich op het zeestrand te bevinden of in zee te zwemmen of te baden in bad- en strandkleding: a. welke doorzichtig of opengewerkt is; b. waarvan het boven- en ondergedeelte zodanig zijn gescheiden dat het lichaam ter hoogte van het middel aan de voorzijde niet volledig bedekt is. art, 231a. Het is aan mannelijke personen boven 12 jaar verboden zich op het strand te bevinden of in zee te zwemmen of te baden in z.g.n. driehoekjes. art. 231 b. Het is aan personen boven 12 jaar verboden zich in of bij de op het strand staande consumptietenten te bevinden anders gekleed dan in behoorlijke bovenkleding of in een gesloten badjas of badmantel. art.232. Het is onverminderd het bepaalde in art. 239 van het Wetboek van Strafrecht in de badplaats verboden op of aan de openbare weg of op of aan het zeestrand op voor de eerbaarheid aanstotelijke wijze met, op of tegen een ander persoon te liggen of te zitten, of tegen een andere persoon te staan.
Zonder bel gereden en valse naam opgegeven Uit angst voor een hoge boete had de Beverwijker T.D., toen hij bekeurd werd omdat hij geen bel op zijn fiets had, een valse naam opgegeven. Daardoor kwam hij van de regen in de drup, want nu eiste de Ambt. van het Haarlemse Kantongerecht buiten f 1,00 voor de bel f 50,00 of 10 d. voor dit bedrog. De Kantonrechter vonniste conform. Het was zeer onverstandig om bij bekeuringen een valse naam op te geven, want kwam de zaak uit dan kreeg je altijd voor de valse naam een boete van f 50,00. Dit bedrag werd reeds in 1945 gehanteerd. Het loon van een vakman was toendertijd f 40,00. Dus de boete kwam overeen met een huidige boete van ± f 600,00. Uit De Kennemer van jaargang 1950 Overtreding op de Breestraat Op de Breestraat werd deze week 2 autobestuurders bekeurd wegens parkeren op plaatsen waar dit verboden is. Drie jongelui werden genoteerd omdat zij zich zonder noodzaak ophielden in portieken. En tenslotte werden 4 jongelui in het grote boek geschreven omdat zij over de gazons liepen. Caféhouder hield geen rekening met "Zwarte Lijst" De kantonrechter in Haarlem heeft er de vorige week nog op gewezen dat het verboden is sterke drank te tappen aan personen die op de z.g. zwarte lijst staan genoteerd. Deze week is weer een proces-verbaal uitgereikt aan een plaatselijke caféhouder, omdat hij hiermee geen rekening had gehouden. Misschien een goede oplossing voor de overlast die nogal eens optreedt op de zaterdagavonden in Castricum en Uitgeest.
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
34
Te ver in zee gegaan Op een der weinige zomerse dagen - om precies te zijn Zondag 30 Juli - nam een 17-jarige Beverwijkse bakker een verkwikkend bad in zee. Naar het oordeel van badmeester Chr. W. ging hij daarbij echter te ver van de kust en hem werd beduid terug te keren. De jonge zwemmer stoorde zich evenwel niet aan dit bevel en bleef waar hij was. De badmeester maakte een bon en de kantonrechter kreeg de waaghalzerij te beoordelen. De kantonrechter deelde niet alleen een schrobbering uit, maar legde hem ook nog een boete van f 15,00 op.
In mei 1949 lezen we in de Kennemer het navolgende bericht, dat ons leven drastisch zal veranderen. • Televisie in Beverwijk De heer Kochx - eigenaar van Radio City - is er Zaterdagavond na veel experimenten in geslaagd een televisie-uitzending vanuit de Philips-studio in Eindhoven te ontvangen. Dit is des te opmerkelijker wanneer men bedenkt dat de afstand waarin ontvangen wordt meestal slechts ± 40 KM. bedraagt. Door deze verre afstand was de ontvangst natuurlijk niet onberispelijk; ook werd hinder ondervonden van het verkeer. Dit alles in aanmerking genomen waren beeld en muziek toch zeer behoorlijk te noemen en wanneer hedenavond een uitzending vanuit Hilversum plaats heeft zal de ontvangst beslist veel beter zijn. Intussen is dit eerste succes zeer zeker een gelukwens waard.
Wat iedere inwoner van Nederland in 1949 verwacht, komt uit. Nauwelijks een jaar later is de kijkvergunning een feit. Er moet f 30,00 per jaar betaald worden. Omgerekend naar huidige maatstaven een bedrag van ± f 250,00, voorwaar geen koopje, want er werd maximaal 8 uur per week uitgezonden. • Een tompouce op Breestraat 114? Dat moet een vergissing zijn. Op nummer 124 zijn ze wel te koop met inlevering van ingredienten, want daar zit Huize Sterk. Een tompouce = korte damesparaplu. Een chamberlain = paraplu voorzien van een punt en een langer handvat. • In 1947 zijn kinderwagens een veel gevraagd artikel, maar nog moeilijk verkijgbaar. Oude kinderwagens worden opnieuw geschilderd, voorzien van stof en van mica. Raaphorst had het er maar druk mee.
MUNNIKENWEG 18 - BEVERWIJK
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
35
Vrijheid, blijheid en cultuur In 1945 zijn uitvoeringen van toneel, cabaret, en muziekuitvoeringen nog aan strenge regels gebonden. De personen die optreden moeten in het bezit zijn van een voorlopige werkvergunning die wordt verstrekt door de Militaire Commissaris van het district Haarlem de heer dr. C. Krijgsman, majoor. In het Kennemer Theater houdt Charlotte Köhler een voordracht van verzen, die reeds illegaal verschenen over de slachtoffers van de Duitse terreur en die getuigen van hun liefde voor het vaderland.
uur zijn er spelen en op de laatste dag (zaterdag) is er een grote openlucht-uitvoering in drie delen: • hulde aan het vaderland • eerbetoon aan de gevallenen • een vrolijke revue. Natuurlijk wordt de avond afgesloten met een groot dansfeest. Ook de Arendsweg had zijn eigen buurtfeest. De Alkmaarseweg met Grote Houtweg hadden zelfs een gecostumeerde optocht en kinderspelen en het feest werd afgesloten met een grote Vredesrevue in het K.S.A. gebouw.
Tegelijkertijd wordt er in Wijk aan Zee een heuse "Tea-Party" gehouden voor 100 schoolkinderen. De party wordt georganiseerd door de geallieerde militairen, die 's middags de kinderen met auto's ophalen en hun naar een gebouwtje brengen boven op het hoge Paasduin en dat versierd is door de militairen. Natuurlijk ranja en veel lekkers. Verder een optreden van G. Bonnema met liedjes, de goochelaar Cakie en een accordeon-duo. In juni 1945 is er zelfs een huisconcert met voordracht. Er worden werken van Beethoven en Brahms uitgevoerd en werk van Vondel voorgedragen. Voor kaarten wordt men verwezen naar H. Burgerstraat 3, Beverwijk. De bevrijdingsfeesten in Beverwijk hadden in eerste instantie een sterk buurtgebonden karakter. Zo lezen wij dat er een bevrijdingsfeest werdgeorganiseerd door de Buurtvereniging R.A.B. (Romerkerkweg, Agathadorp en Boeweg) op 21, 22,23 en 24 augustus. Iedere avond vanaf 18.00
Begin augustus komt het hoofdcomité van de bevrijdingsfeesten bijeen en overtuigt de 26 buurtverenigingen ervan de feesten eensgezind te gaan vieren en wel van 5 t/m 8 september 1945. In september wortdt Beverwijk in een sprookjessfeer ondergedompeld. In het K.S.A. gebouw wordt door het Chr. Kinderkoor "Beatrix" uit Heemskerk een voorstelling gegeven van "Repelsteeltje". Dat de behoefte aan ontspanning in Beverwijk ook in 1946 nog groot was, mag blijken uit de gezelschappen, die ons van maart t/m juli bezochten: • 27 en 28 maart 1946 komt het gezelschap "Bouber" met de voorstelling "De Jantjes" in het Luxor Theater. • 4 april komt Ted Powder en zijn radio-dansorkest met medewerking van Johnny Meyer en Rita Reys, de bekende radio lady crooner, naar Beverwijk. • 24 april Charlotte Köhler met "Pension rustig". • Op 9 mei komt het Willem Goossen's volkstoneel met zijn grootse successtuk "De witte Non" • 14 mei het onovertroffen dansorkest "The Ramblers" in het K.S.A. gebouw. • 22 en 23 mei Willy Walden en Piet Muyselaar in de Snip en Snap revue "Nieuwe Oogst" • 29 mei "De Kilima Hawaiïans" • Op 11 juli komt Lou Bandy naar het Luxor Theater. Aan vertier dus geen gebrek....
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
36
In 1947 organiseert de Beverwijkse Boekhandel ter gelegenheid van de boekenweek van 1-8 maart een literaire avond. Dinsdag 4 maart komt de spreker Godfried Bomans. Hij houdt een causerie
over de schrijvers Arthur van Schendel, Felix Timmermans en Piet Paaltjens. Tekenend voor die tijd was de vermelding in de advertentie: "De zaal zal niet koud zijn". In de Kennemer van 21 mei 1947 lezen wij: Bij de Hooft-herdenking Vandaag wordt de 300e verjaardag gevierd van het sterven op 21 mei van de dichter, geleerde en magistraat Pieter Cornz. Hooft. Op Scheybeeck, waar hij meerdere malen verbleef, wordt hedenmiddag te 3 uur een herdenkingsbijeenkomst gehouden door het Historisch Genootschap. Wij willen Hooft eren met het afdrukken van een gedicht door zijn tijdgenoot en vriend Prof. Barlaeus op de beek van het buiten te Beverwijk geschreven. Hier is 't beekje der Poëten, Niet in 't liegend Grieckenlandt, Hier heeft Perseus paert gesmeten 't Hippocreentjes uyt het sandt. Hier heeft Hooft gescherpt zijn veder, Als hij wrocht syn krachtigh dicht, Hier sat Vondlen dickwijls neder, Als hij van der aerd gelicht, Drongh omhoogh door al de wolcken Boven bergen, boven locht, En verliet de aerdsche kolcken Van dit beeckje nat bevocht. 'Die Wijcker Gilde' brengt op 1 april 1948 "De Koopman van Venetië" van William Shakespeare in het K.S.A. gebouw aan de Peperstraat. Onvermeld mag niet blijven: de jaarlijkse D.E.M.revue, die in de na-oorlogse jaren een begrip was in Beverwijk. Maar liefst 6 of meer voorstellingen werden er gegeven en leden en donateurs hadden voorrang bij toewijzing van de plaatsbiljetten. In het Luxor theater is in 1949 een concertuitvoering van klassieke werken. De muziek wordt niet verzorgd door een orkest - u wilt het niet geloven - maar door radiospecialist de Weijer met behulp van grammofoonplaten. Er is voor de wat minder klassiek ingestelde Beverwijkers een dag later een avond met populaire en moderne dansmuziek. Beide avonden worden door bekende Nederlanders van commentaar voorzien.
De Nederlandse vereniging van Huisvrouwen en boekhandel Dingler hebben de schrijfster Hella Haasse uitgenodigd. In de bovenzaal van veilinggebouw 't Centrum aan de Koningstraat wordt op donderdag 26 januari 1950 een literaire avond gegeven en zal de bekende schrijfster en dichteres een lezing houden. Van een heel wat lichtvoetiger kaliber is de mededeling in de krant, dat de Nederlandse revuekoningin Heintje Davids op 14 december een voorstelling geeft in het Luxor theater. Nu zou de advertentie van dansschool Dick Heemskerk te Beverwijk grote verbazing wekken. Anno 1950 was er een aparte cursus dansen, uitsluitend voor rooms-katholieken. Ter geruststelling: deze dansavonden waren wel gemengd, als u begrijpt wat ik bedoel. De bokken en de geiten werden nog net niet gescheiden. Resumerend kunnen we wel stellen, dat er voor een ieder in die periode heel wat te genieten viel in ons toen nog kleine Beverwijk.
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
37
Beverwijk 650 jaar stad In de jaargangen van het nieuws- en advertentieblad "de Kennemer" van 1947 t/m 1949 hebben wij wat bijzonderheden gelezen over de feesten van Beverwijk 650 jaar stad. Wij willen u deze niet onthouden. In de Kennemer van 4 oktober 1947 staat vermeld: Reeds zijn de voorbereidingen begonnen om volgend jaar in de eerste 14 dagen van Augustus de stad Beverwijk te maken tot het middelpunt van Noord-Holland en de aandacht en belangstelling van geheel Nederland gericht te doen zijn op de kleine aardbeienstad, die een roemrijke periode van haar bestaan afsluit. In de Kennemer van 5 november 1947 lezen wij onder de kop "Stadsfeest zonder kermis: een kerk zonder toren" De ingezonden brief van een stadgenoot, die was uitgenodigd merkt op: Ik ben dan ook, mijnheer de redacteur, toen men mij daartoe aanzocht, met de beste bedoelingen bezield, indertijd naar de grote vergadering gegaan, die door het Gemeentebestuur was uitgeschreven en waarin het Hoofdcomité aan ons werd voorgesteld en geïnstalleerd. Dat hoofdcomité nam toen de leiding en heeft bij monde van Mr. Moens in korte trekken de hoodlijnen uitgezet, waaromheen het comité de feestelijkheden wil zien georganiseerd. Die eerste avond, Mijnheer de redacteur, heeft bij velen het enthousiasme iets getemperd, ook bij mij en niet ten onrechte. Er werd in het geheel geen gelegenheid gegeven aan de vergadering om iets in het midden te brengen. Het ware beter
geweest, wanneer diezelfde avond de mening van de aanwezigen was gevraagd. Doch ik wil niet nakaarten. Het is nu eenmaal gebeurd en naar mijn oprechte overtuiging mag dit minder aantrekkelijke begin niet de oorzaak zijn dat de feestelijkheden minder groots worden opgezet en uitgevoerd. Op 6 december 1947 wordt er door de Pers- en Propaganda-Commissie voor de stadsfeesten een prijsvraag uitgeschreven voor een geschikte naam, die aan de wensen voldoet en samenvat wat dit centrum van Midden-Kennemerland heeft aan te bieden. Op 7 februari 1948 staat er in de Kennemer een aantal slagzinnen afkomstig uit Haarlem, Velsen, Santpoort, Krommenie, Limmen en ......enkelen uit Beverwijk. Inzending uit Amsterdam: Een kanjer fan een aarebai, moeder kaak, die fin je nou alleen in Beferwaak. Onbeduidend is: 650 jaar staat Beverwijk pal, met aardbeien en groenten bovenal. Vererend voor ons: In heel de wereld is Beverwijk bekend, door de aardbeien, die het verzendt. Niet minder vleiend is: Beverwijk: Paradijs voor arm en rijk. Doch ook een andere toon kunnen we beluisteren: Ondanks ruzie, gekanker of gemor, gaat Beverwijk steeds Excelsior. Een heel goede raad is wel de volgende: Ouders neemt uw kinderen mee Naar Beverwijk en Wijk aan Zee Daar geniet u thans het meest Van het 650 jarig feest. En hier zullen voornamelijk onze zakenmensen op gesteld zijn: Wat u ook zoekt, hetzij arm of rijk, U kunt het vinden in Beverwijk.
Na gedane arbeid is het voor notaris Mr A Moens genieten van de feesten van Beverwijk 650 jaar stad. HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Wie zou voorts hier niet mee instemmen: Zet alles aan de dijk en kom naar Beverwijk. Zelfs de Engelse zinnen ontbreken niet. Wat denkt u van onderstaande: Did you over something like, Pay a visit to Beverwijk. 38
En ook: Ever heard of Beverwijk this is the town that you'll like. Verder in de Kennemer: Wel kunnen we zeggen, dat de eigenlijke opzet van de actie niet geslaagd is. Er is geen enkele slagzin gekomen die aan de verwachtingen beantwoordde, vandaar dat in onderling overleg besloten werd de feesten eenvoudig te noemen: Beverwijk 650 jaar stad. Ons ongeduld verbijtend zien we eindelijk op 14 februari 1948 de slagzinnen die in de prijzen zijn gevallen. Verbijsterend is dat van de 362 inzendingen het kleinste percentage uit Beverwijk afkomstig is. (Haarlem 150 inzendingen). Helaas heeft de wedstrijd geen voldoende succes opgeleverd, zodat de uitgeloofde f 50,00 niet kon worden toegekend. De bedoeling werd het beste benaderd door het volgende gedicht: Beverwijk 650 jaar stad Waar de fabriekssirenes loeien, De tuinbouw en de handel bloeien, Waar zee en duin hun kracht beproeven, Daar is het heerlijk te vertoeven. Deze inzending van de heer H. Burger, Stumphiusstraat 17, Beverwijk werd bekroond met een prijs van f 25,00. Nog een andere slagzin: 650 jaren stadsverband in zegepralend Kennemerland. Onderstaand versje heeft meegedaan, maar is eveneens niet in de prijzen gevallen. Beverwijk 700 jaar stad Ondanks dat de fabrieken hier domineren, Kun je op de Breestraat nog fijn flaneren. Er is kritiek van Astrid Joosten, maar op ons stadje zullen we proosten. In de Kennemer van 18 februari 1948 onder de column "Vrolijk hoekje" wordt onder strikte geheimhouding enige informatie verstrekt over het feestprogramma: 1. Allereerst is er mastklimmen voor gemeenteraadsleden in het park Scheybeeck. 2 Vervolgens behendigheidswedstrijden voor gemeente-ambtenaren. 3. Klaverjassen tussen de E.V.C en de K.A.B. Deze wedstrijd wordt gestreden in de onmiddellijke nabijheid van het Rode Kruis Ziekenhuis. 4. In het gem. Sportpark zal een voetbalwedstrijd plaatsvinden tussen een elftal van De Westerburcht en een elftal van het St. Jozef Rustoord. 5. Plan West en de Breestraatwinkeliers zullen hun krachten meten in worstelen, boksen en gewichtheffen, op het Parkeerterrein. Na afloop gemeenschappelijke bittertafel en diner. 6. En tenslotte een aubade gebracht door handelaren, industriëlen, land- en tuinbouwers aan de Inspecteur der Belastingen als vertegenwoordiger van de minister van Financiën.
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Gezongen wordt: Wilhelmus van Nassauwe Ben ik van Wijkerbloed; Ik blijf U steeds getrouwe Ik gaf U geld en goed. Als appel van oranje Ben ik nu uitgeperst, Ik sta hier in mijn franje Totdat mijn herte berst. Daarna planting van een alles opzuigende belastingboom op het Meeresteinplein en oplating van een bestuurbare luchtballon, bemand met ambtenaren die belast zijn met de opsporing van de nog rokende schoorstenen. Tot zover. Tot een volgende keer.
H. Burger.
Op woensdag 25 februari 1948 lezen wij wederom onder "Vrolijk Hoekje" U kunt het geloven of niet....... Request aan de minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening. Excellentie, Geeft met verschuldigde eerbied te kennen: Herman Burger, domicilie kiezende ten kantore van de Kennemer, Breestraat 122 te Beverwijk, optredende als vertegenwoordiger van de gehele Beverwijkse bevolking; dat hij, in die hoedanigheid, onder uw aandacht brengt, dat Jan de Eerste, zoon van Floris V, voor 650 jaar geleden aan Beverwijk stadsrechten schonk en dat dit heugelijke feit in Augustus van dit jaar feestelijk herdacht wordt onder de leuze: 650 jaar jaren stadsverband in zegepralend Kennemerland; dat de distributiedienst gerechtigd is reeds bij 25-jarig dienstverband extra bonnen te verschaffen; 39
Zetel van de burgemeester.
dat volgens wiskundige berekening 650 gelijk staat met 26 x 25; dat requestrant daarom, in alle bescheidenheid, Uwe Excellentie verzoekt het Centraal Distributiekantoor te 's-Gravenhage opdracht te willen geven die maatregelen te treffen, waardoor houders van stamkaarten met het woord "hoofd" te Beverwijk in het bezit worden gesteld van: • 26 rantsoenbonnen voor sigaretten of kerftabak, • 26 rantsoenbonnen voor snoep, • 26 rantsoenen voor vlees, • 26 rantsoenbonnen voor Kennemer Kluit en voorts, dat de distillateurs in Beverwijk zodanig worden bevoorraad, dat zij aan kaartenhouders 26 rantsoentjes ineens kunnen verstrekken; dat het verder van wijs beleid zou getuigen, wanneer Uwe Excellentie overleg pleegde met Uw Ambtgenoot van Financiën om te bewerkstelligen dat iedere houder van bovengenoemde stamkaart in het bezit worde gesteld van een bedrag groot f 650,00, waardoor het iedere ingezetene mogelijk worde gemaakt om op een gepaste wijze feest te vieren en dit niet gaat, zoals bij vroegere gelegenheden meermalen is gebleken ten koste van de handeldrijvende middenstand; dat hij uw welwillende medeleven met de Beverwijkse bevolking kennende niet twijfelt aan een gunstige beslissing. Redenen waarom requestrant bij uwe Excellentie er op aandringt spoedig deze aangelegenheid in behandeling te willen nemen. 't welk doende, enz. Tot een volgende keer. H. Burger. Kennemer 3 maart 1948. Lunapark tijdens Stadsfeesten Thans is definitief besloten dat aan de Stadsfeesten die van 7 tot 15 Augustus gehouden worden ter viering van het 650-jarig bestaan van Beverwijk als stad een lunapark zal verbonden worden, dat op het tentoonstellingsterrein zal verrijzen. Onder de exploitanten van kermisvermakelijkheden bestaat voor dit Beverwijkse lunapark een grote belangstelling. Maandag had de inschrijving plaats, die een zeer goed resultaat opleverde. Vele kermisvermakelijkheden zullen dus de stadsfeesten opluisteren.
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
40
In de Kennemer van 2 juni 1948 Het blijvend aandenken aan de Stadsfeesten Het dames-comité dat zich heeft belast met de inzameling van bijdragen voor het blijvend aandenken dat tijdens de stadsfeesten aan het gemeentebestuur zal worden aangeboden is vol enthousiasme aan zijn omvangrijke taak begonnen. Tot nu toe zijn de bereikte resultaten bijzonder bevredigend en is duidelijk gebleken dat iedere Beverwijker zijn medewerking wil verlenen. Zoals wij reeds eerder hebben gemeld is het de bedoeling dat iedere inwoner van Beverwijk eenkwartje voor dit doel afstaat opdat straks in werkelijkheid zal kunnen worden gesproken over een cadeau van geheel Beverwijk.
Het aandenken zal zeer waarschijnlijk bestaan uit zes zetels voor het stadhuis. Het is de bedoeling om zetels aan te bieden die eeuwenlang dienst kunnen doen. De gezamenlijke woninginrichtingen van Beverwijk hebben spontaan hun belangeloze medewerking aangeboden. De ruggen der zetels zullen het wapen van Beverwijk vertonen. Deze wapens zullen door de Tapijtknoperij Kinheim speciaal voor dit doel worden geweven. Wanneer alles loopt zoals men zich voorstelt zal straks inderdaad een bijzonder waardevol geschenk kunnen worden aangeboden, waarop ons nageslacht trots zal zijn. In de negentiger jaren zijn de 6 stoelen door de gemeente in langdurig bruikleen afgestaan aan het museum Kennemerland. Zij heeft ze aan haar collectie toegevoegd om ze voor het nageslacht te bewaren. Als Bonnema nog geleefd had, zouden deze versregels van hem kunnen zijn: Intens verdriet, Als ik dit in 1948 had geweten, Ik heb voor dat kwartje moeten zweten. De vrijwilligsters kwamen langs de deuren en kwamen om wat kwartjes zeuren. We zijn nu 50 jaren later en de gevers zitten met de kater. De stoelen zijn nu overbodig, de gemeente heeft ze niet meer nodig. Ik moest het laatst lezen uit de krant: ze staan nu bij het museum Kennemerland. Waarom niet eerst met de gevers overlegd,
die hadden dan beslist gezegd: Gemeente dit kun je echt niet maken het is ons kado, dus onze zaken. Waarom staan ze niet aan een conferentietafel, ach burger Bon hou toch je wafel. Ik heb toen gegeven, nu heb ik verdriet en bedroefd beëindig ik straks dit lied. Een verslag van de stadsfeesten van 1948 zullen wij u niet geven, want de feesten kwamen in grote lijnen overeen met de festiviteiten, die gehouden zijn in 1936 ter gelegenheid van de fusie van Beverwijk, Wijk aan Duin en Wijk aan Zee. De baten van de feesten in 1948 ter gelegenheid van 650 jaar stad bedroegen f 119.608,87. De lasten waren: f 109.360,83.
Baten: Standhuren, tentoonstelling, handel en industrie Entrees tentoonstellingsterrein Pacht restauratietent Lunapark Programmaboekje Bijdragen voor versieringen Bijdr. voor medailles en prijzen Uitkering verzekeringen Batig saldo verloting Diversen
f 21.860,00 f 24.372,50 f 2.325,00 f 7.948,20 f 1.953,19 f 1.650,00 f 2.180,00 f 6.686,16 f 50.594,69 f 39,13 f 119.608,87
Lasten: Tentenhuur f 9.500,00 aankleding en aanleg terreinen f 17.184,81 Tentoonstelling handel en ind. f 2.757,35 Pluimveetentoonstelling f 2.400,23 Bloemen tent. incl. prijzen f 5.050,22 Buitenbeplanting incl. prijzen f 5.383,20 Bewaking terreinen en contr. f 4.234,95 Illuminatie en versieringen f 14.125,88 Ook de middenstand en industrie telden een Herstel stormschade e.d. f 1.739,90 bedrag neer van bijna f 22.000,00 aan kosten Electriciteit en water f 562,55 van standhuur. Voorwaar een fors bedrag van de Volks- en kinderspelen f 2.195,91 inwoners en het bedrijfsleven van Beverwijk. Muziek en zang f 2.702,45 Vuurwerk f 1.895,91 Winkelweek f 132,12 Jeugddag en gymnastiek f 1.733,36 Historische optocht f 10.340,16 Sport f 1.264,82 Openluchtspel f 3.987,71 Medailles f 1.283,28 Pers en propaganda f 5.805,10 Alg. kosten, verzekeringen enz. f 4.758,68 Blijvend aandenken f 854,,41 Gem. B'wijk v. gederfde bel. f 5289,00 Diversen f 4.178,83 f 109.360,83 Aldus restte een batig saldo van f 10.248,04. Aan de inkomstenkant viel vooral het batig saldo op van f 50.594,69 ten gevolge van de verloting. Het publiek had 60.000 loten gekocht en het bedrijfsleven had zowat om-niet 2 woningen gebouwd. Voorts betaalden de inwoners van Beverwijk voor entrees van het tentoonstellingsterrein een bedrag van ruim f 24.000,00. HGMK Ledenbulletin 22, 1998 41
• Volop rooktafels te koop in 1948 bij de firma Welkers, ook wel genoemd "De Stad Maastricht". Heden ten dage een onverkoopbaar product. Hij mag nu alleen nog maar in het schuurtje staan, waar vader dan een "peukenpauze" kan houden. • De advertentie van V & D zal in de na-oorlogse jaren zeker een functie hebben gehad, want het stelen van "zwijntjes" oftewel fietsen was aan de orde van de dag. Misschien een goed idee om de rijwielstalling weer in ere te herstellen. • Had de katholieke moeder problemen! Ben de Swart had hiervoor een goede oplossing. Voor de prijs van f 4,75 in luxe uitvoering was het leven een stuk makkelijker geworden. Wij vragen ons echter af, of het ook dagelijkse problemen oploste. Had de katholieke moeder misschien extra kolen-, brood-, boter-, textiel- en versnaperingsbonnen? In die periode heeft Beverwijk zich niet massaal bekeerd tot het R.K. geloof en moeten wij de vraag van extra bonnen met een duidelijk neen beantwoorden. • Wie is er van de huidige 60+, die toen in Beverwijk woonden, niet groot geworden dankzij Kennemer Kluit. Wie kent niet de kreet "Een gezonde snuit door Kennemer Kluit" • In 1949 kwam het gemotoriseerde vervoermiddel voor de kleine man op de Nederlandse markt. Snel werd ook wegenbelasting ingevoerd en wel f 10,00 per jaar. De regering blijft alert. • In februari 1950 was er nog steeds een koffieprobleem. Surrogaat van D.E.
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
42
1
9
4
8
Het jaar in vogelvlucht januari
Stadsverfraaiing. Men heeft een begin gemaakt met de aanleg van een ruim plein met plantsoen voor het Oude Raadhuis Wijk aan Duin. In het gedeelte van Jonkheer Boreel's buitengoed Westerhout, dat aan de gemeente verkocht werd, worden nu de boomstronken gerooid. Men hoopt, voordat het nieuwe badseizoen begint, gereed te zijn. Tevens om een fraaie entree te scheppen voor de grote tentoonstelling, die tijdens de stadsfeesten op het ge-meenteterrein aan de Zeestraat-Noorderwijkweg gehouden wordt. Jubileum Kennemer Pluimvee Vereniging. Burgemeester mr. H.J. Scholtens zal 9 januari om 5 uur de officiële opening verrichten van de Nationale Jubileum Tentoonstelling der Kennemer Pluimvee Vereniging. In verband met het 25-jarig bestaan recipieert het bestuur in de bovenzaal van het Veilinggebouw Kennemerland van 4 tot 5 uur. Paard in de regen. In de stromende regen liet een voerman paard en wagen aan de Alkmaarseweg tegenover Motorenco staan, terwijl hij zelf naar binnen ging. Het paard vond het wat te nat en trok de wagen naar de middenweg om er vandoor te gaan. Een luxe wagen naderde juist uit de richting Alkmaar, zag door de dichte regen paard en wagen niet en reed er in volle vaart tegenop. Gevolg: zwaar beschadigde auto. Uit het Handelsregister. Opheffing: Zwembad Adrichem, Hoflanderweg 104, met ingang van april 1947 !!. Mannenkoor Zanglust. Het koor heeft zich aangesloten bij het Kon. Ned. Zangersverbond van Mannenkoren. Hierdoor is Zanglust tevens aangesloten bij het Bureau voor Auteursrechten en kan thans onbeperkt optreden. Vrijdag a.s. is er een belangrijke repetitie met solisten en begeleiding van het koorwerk ”Gloria” van de directeur P.J. Potgieser Nieuw hoofd van de Jongens U.L.O. Tot hoofd van de r.k. School voor jongens hier ter stede is benoemd de heer TH. G. A. Fonville. Hij zal de heer G.Vernooij die, zoals bekend, benoemd is tot inspecteur van het l. o. in de inspectie Alkmaar, opvolgen. De Mekog breidt uit. Er is momenteel een grote behoefte aan gebonden stikstof. In het kader van UNO moet ons land belangrijke hoeveelheden invoeren. Hiertoe zal de MEKOG in oostelijke richting worden uitgebreid, opdat er 175.000 ton per jaar meer geproduceerd kan worden. Ook zal er in de toekomst kalk ammoniak salpeter aan de productie mogelijkheden worden toegevoegd. HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Wederopbouw Velsen-Noord. Wij vernemen dat de wederopbouw van Velsennoord het gunstige perspectief heeft, dat Hoogovens met alle ten dienste staande middelen de aannemers zal adviseren.Beverwijk 650 jaar stad.
De sub-commissie Winkelweek maakt bekend dat zij grootse plannen heeft om tijdens de herdenkingsfeesten een etalage-wedstrijd te organiseren. Er kan nu al verklapt worden, dat dit een unicum in haar soort zal zijn. De heer J. W. v.d. Velden is als plaatsvervangend lid aan het bestuur toegevoegd.
februari
Derde hoogoven in bedrijf. Bij de Hoogovens en Staalfabrieken is gisteren door Prof. ten Doesschate de derde hoogoven in gebruik genomen. Hij nam een ijzeren staaf ter hand waaraan een dot brandende poetskatoen was bevestigd, waarna hij deze in de hoogoven stak. De hete blaaswind werd vervolgens ingeschakeld, Hiermee is een nieuw tijdperk der geschiedenis van het Ned. Hoogovenbedrijf begonnen en wel het in productie zijn van drie hoogovens tegelijk. Leerlingen worden getest. Naar wij vernemen zullen, dankzij het prijzenswaardig initiatief van onze commissie voor beroepskeuze alle leerlingen der zesde klassen van onze meisjes- en jongensscholen in de maand maart door deskundigen voor het R.K. Bureau van beroepskeuze te Amsterdam worden getest. Uit de resultaten zal dan komen vast te staan, welke 43
richting van onderwijs (V.G.L.O. - U.L.O.- H.B.S - of Ambachtsschool ) voor elk kind het meest gewenst is. Ongetwijfeld een goede steun bij het kiezen van een beroep. Benoeming. Tot onderwijzer aan de U.L.O. school St. Willibrordus is benoemd onze stadgenoot de heer A.Ranke, thans onderwijzer te IJmuiden-O. - Gaat het lichter worden in de Wijk? Ten behoeve van de verbetering der straatverlichting verzoeken B en W de raad een crediet te verlenen van ƒ 9000,00. Op belangrijke verkeers-punten is deze onvoldoende en levert dit een gevaar op voor de veiligheid. Het ligt in de bedoeling hier een 70- tal nieuwe gaslantaarns te plaatsen. Deze zullen alle komen in het gebied, dat krachtens overeenkomst met de provincie voor gasverlichting is aangewezen. Bakfiets door winkelruit. Gistermiddag reed een bakfiets, die de Begijnestraat inkwam (fout één) door de grote winkelruit van de fa. Wijnberg en Co. Met rinkelend geraas stortte de zware ruit in. Bouw- en Woningtoezicht. Gebleken is dat in het afgelopen jaar nauwelijks één gemeente in de provincie kan worden genoemd , waar het woningtekort groter en nijpender is dan in Beverwijk. Velsen stelde nog steeds teleur, want nog altijd vinden 500 evacué’s uit die gemeente bij ons onderdak. Niettemin constateren wij met vreugde, dat de eerste vier woningen aan de Munnikenweg niet alleen gereed, maar ook reeds bewoond zijn. In Velsen-noord komt ook eindelijk tekening in de situatie, waarbij 25 gezinnen als eerste evacué’s uit Beverwijk zullen vertrekken. Nieuwe directrice. Tot directrice van de Gem. Huishoud- en Indus-
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
44
trieschool heeft de Raad benoemd Mej. S.P van Zadel, lerares te Rotterdam. Mevr. Schuttevaer schrijft historisch spel. In Castricum bestaat het voornemen een groot historisch spel op te voeren door alle plaatselijke toneelverenigingen t.g.v. het 50 jarig regeringsjubileum van H.M. Koningin Wilhelmina. Het comité zal zich met de heer van Benthem, oud gemeentesecretaris van Heemskerk in verbinding stellen ten einde een historisch onderwerp te bekomen. Het spel zelf zal worden geschreven door mevrouw Schuttevaer-Velthuis, de bekende te Beverwijk woonachtige schrijfster.
maart
Lunapark tijdens stadsfeesten. Thans is definitief besloten, dat aan de stadsfeesten, die van 7-15 augustus gehouden worden, ter viering van het 650-jarig bestaan van Beverwijk als stad, een Lunapark zal verbonden worden, dat op het tentoonstellingsterrein zal verrijzen. Onder exploitanten van kermisvermakelijkheden bestaat voor dit Beverwijkse Lunapark een grote belangstelling. Gesproken brieven van Beverwijkers in Indië. Het plaatselijk Niwin-Comité en het Kath. Thuisfront stellen zich voor om bij voldoende belangstelling de mogelijkheid te openen tot het zenden van persoonlijk gesproken brieven naar die Beverwijkers, die in Indië hun taak vervullen. Deze groeten worden dan op gramofoonplaat vastgelegd en per luchtpost naar Indië gezonden. De kosten bedragen (incl. verzendkosten) ƒ 5,50 voor 2 x 21/2 min. speeltijd. Midzomernachtsdroom tijdens de feestweek. Tijdens de feestweek in Augustus zal een serie openlucht-voorstellingen gegeven worden van Shakespeare’s “Midzomernachtdroom” in de tuinen van Scheijbeek. De regie is in handen van Fred Koolbergen en de H.O.V. verleent haar medewerking o.l.v. Marius Adam. Ook een historische optocht is in voorbereiding, waarvoor men zich in verbinding heeft gesteld met Herman Moerkerk, die de gehele optocht zal arrangeren en de taferelen in waterverf zal uitbeelden . Eerste H. Mis Pater Weterings. Met Pasen droeg een zoon der parochie van O.L.V. van Goede raad Siem Weterings, Montfortaan, zijn eerste plechtige H. Mis op. Hij is een zoon van de bekende tuindersfamilie aan de Creutzberglaan. Het zangkoor van de parochie zette op voortreffelijke wijze o.l.v. Lou Tervoort, grote luister aan deze plechtigheid bij. B.E.T. veiling heeft gouden jubilaris. Op 1 april viert onze bekende stadgenoot de heer D. Kluft het feit, dat hij 50 jaar geleden zijn werk tussen de tuinders op “de Meer” begon. Het zal ongetwijfeld tijdens de receptie in de Groentenbeurs (P. Timmer) niet aan belangstelling ontbreken. Schoolverzuim. De commissie tot wering van schoolverzuim in Beverwijk heeft haar verslag uitgebracht over 1947 en daarbij geconstateerd dat 321 gevallen van ongeoorloofd schoolverzuim zijn voorgekomen, meestal van meisjes.
april
Historische Grenspaal. Sinds mensenheugenis heeft op de kruising Bosweg - Rooswijkerlaan een 3-kantige grenspaal gestaan met de inscriptie:” Wijk aan Duin, Wijck op Zee en Velzen”. Thans is deze paal, die toch wel enige historische betekenis heeft , uitgetrokken, ter plaatse neergelegd en zal als hij niet spoedig wordt weggehaald. zeer waarschijnlijk verloren raken. Ligt hier geen taak voor het Historisch Genootschap Midden-Kennemerland? (noot: hieraan is meteen gehoor gegeven en de paal is nu te bezichtigen in het museum op het Westerhoutplein.) Stationsplein luisterrijk hersteld Voor de bestrating van het stationsplein en de aankoop van een gedeelte van het weiland aan de Halve Maan worden door B en W ƒ 85.000 uitgetrokken. De Nederlandsche Spoorwegen hebben toegezegd de helft van deze kosten voor hun rekening te nemen. Getracht zal worden de werkzaamheden zo tijdig uit te voeren, dat deze met de feesten in Augustus gereed zullen zijn. Voor de badplaats wordt gezorgd. Tengevolge van de aan het einde van Relweg gebouwde bunker is het beekriool verstopt. Tot op heden wordt het water uit het riool gepompt en naar zee afgevoerd. Dat kan niet blijven voortduren, zodat B en W plannen hebben ontworpen tot het omleggen van het beekriool. Ook de uitmonding van de Relweg zal enigszins worden omgebogen en het laatste deel zal worden bestraat. Er mag worden verwacht, dat een gedeelte van de kosten als vergoeding wegens oorlogsschade door het Rijk zal worden vergoed. Monument te Wijk aan Zee. De commissie tot oprichting van een monument voor de gevallen inwoners van Wijk aan Zee 1940-1945 deelt mede, dat aan de heer Kuilenberg, beeldhouwer te Utrecht opdracht is verstrekt
tot het vervaardigen van het monument. Het zal geplaatst worden op de hoek van de Zwaanstraatvan Ogtropweg tegenover hotel Sonne-vanck.
mei
Tegel 650 jaar stad. De bekende firma Welkers heeft een blijvend aandenken doen vervaardigen aan onze stadsfeesten. Het is een driehoekige tegel, waarop de Wijkertoren en het stadswapen in levendige kleuren is ingebrand. Het geheel is vervaardigd in een smeedijzeren omlijsting. Dit fraaie tableau zal slechts ƒ 5.75 gaan kosten en is vervaardigd door de firma Regina, bekend van het Delfts blauw. Wijkertoren voor zware ramp behoed. Dezer dagen is de trots van Beverwijk, onze beroemde Wijkertoren voor een zware ramp behoed. De grote klok van 800 kg was uit de taatsen gesprongen en zou naar beneden gestort zijn, indien geen maatregelen genomen waren. Daar het slagwerk een vreemde toon liet horen, bemerkte men dat er iets haperde en ging men op onderzoek uit. Men was juist op het laatste ogenblik ter plekke aanwezig . Indien nog langer was doorgeluid, zouden de gevolgen ontzettend zijn geweest O.W. heeft direct contact gezocht met de fa. Gebr. Schram, die met dommekrachten de klok weer in de taatsen heeft kunnen draaien. De Wijkertoren zou anders voor de stadsfeesten deerlijk gehavend zijn geweest. Er kan weer gezwommen worden. Dinsdag 18 mei zal het zwembad DEM op Adrichem weer geopend worden. Het Beverwijkse zwemseizoen is daarmee begonnen. Vorig jaar heeft de Stichting Zwembad DEM prachtig werk gedaan dit bad weer voor exploitatie gereed te maken na alle oorlogsschade, ondanks zeer grote offers. De onlangs heropgerichte Kennemer Zwemclub zal eveneens weer zwemwedstrijden organiseren. 294 woningen op de Munnikenweide B en W bieden een plan aan voor de bouw van 294 etagewoningen , waarvan de totale kosten worden geraamd op ƒ 2.950.000,— . De kosten voor het bouwrijp maken van de Munnikenweide zijn zo hoog, dat tot bebouwing van 3 woonlagen moet worden overgegaan.
juni
Volop Licht. Het Hoofdcomité voor de herdenkingsfeesten ontving van het P.E.N. de verheugende mededeling dat gedurende de feestweek ontheffing zal worden verleend op de verbodsbepalingen inzake etalageverlichting en dat tevens ten behoeve van de feestverlichting over stroom kan worden beschikt. Beverwijk zal in die week dus inderdaad feestelijk verlicht zijn. Een blijvend aandenken. Een speciaal damescomité heeft zich ten doel gesteld om aan het gemeentebestuur een blijvend aandenken aan de stadsfeesten aan te bieden. Hiertoe zal van elke Beverwijker een kwartje worden gevraagd. De bereikte resultaten zijn tot HGMK Ledenbulletin 22, 1998
45
nu toe bevredigend en de medewerking is groot. Het aandenken zal waarschijnlijk bestaan uit zes zetels voor het stadhuis. Het is de bedoeling om zetels aan te bieden, die eeuwenlang dienst kunnen doen. Coloradokever in het hol van de leeuw. Een wel heel vermetele coloradokever wist Donderdag door te dringen tot het hol van de leeuw; de speelplaats van de meisjesschool aan de Peperstraat. De jeugd is scherp op deze diertjes. Willy B. van de Breestraat ontdekte het insect en nadat de zuster deze staatsvijand no.1 aan de kinderen getoond had werd hij verdelgd. Beijnes in Beverwijk. In de alg. vergadering van Beijnes te Haarlem werd medegedeeld, dat de werkzaamheden voor het overbrengen van het bedrijf naar Beverwijk zullen beginnen en dat in 1950 het gehele bedrijf naar onze stad zal zijn overgebracht. Stadsfeestverloting. Door de heer Riezenkamp is een aanvang gemaakt met de bouw van de twee landhuisjes bestemd om te dienen als hoofdprijs voor de unieke verloting “ Beverwijk 650 jaar stad”. De medewerking welke het hoofdcomité van alle zijden ondervindt is verbazingwekkend. Slotacte van “Meerzicht”. De zusters van het Arme Kind Jezus zullen te Velsen-noord niet meer terugkeren. Ofschoon men wist, dat “Meerzicht” niet meer opgebouwd zou worden, leefde toch altijd nog de stille hoop dat b.v. Westerhout nog eens als nieuwe vestigingsplaats gekozen zou worden. Alle illusie is thans vervlogen en slechts de herinnering aan de zusters zal nog blijven voortleven. Wie komen thuis? Op 27 juli zullen 27 militairen , afkomstig uit Beverwijk uit Ned. Indië terugkeren. Zij zullen te Rotterdam aankomen met het troepentransportschip ‘Indrapoera’.
juli
Bonnenlijst. Op de bonnenlijst van a.s. Donderdag zullen weer bonnen geldig gemaakt worden voor huishoudzeep, koffie, thee en één ei.
Zwemwedstrijden gaan niet door. Wegens de koude kunnen de aangekondigde schoolzwemwedstrijden van de Kennemer Zwemclub niet doorgaan. Gasverwarming op scholen. De besturen van de scholen voor het lager onderwijs te Wijk aan Zee, Schans, Noorderwijkweg en Duinwijklaan hebben aanvragen ingediend om de nodige gelden te ontvangen voor vervanging van de aanwezige steenkolenkachels door gasverwarmingsinstallaties. Veel gladiolen. Nog nimmer is de aanvoer van gladiolen zo groot geweest als op het ogenblik. Woensdag b.v. stonden nam. 5 uur nog vele wagens buiten te wachten om gelost te worden. Vele soorten brengen 6 -10
augustus
cent per bos op. feestweek 7 - 15 Augustus Historische optocht - tentoonstellingen - kapconcours - midzomernachtsdroom - wielrennen - harddraverij - grote verloting - vuurwerk De spanning geweken. 60.000 huizenloten waren in Beverwijk en door het gehele land verkocht en 62 maal trok notaris Bremmers een lot voordat op het 63e nummer het eerste huis viel. De winnaar was de heer Jaspers te Wijk aan Zee van het eerste huis nabij de Bankenlaan. De andere hoofdprijs, het naastgelegen huis was voor mej. Janny Schipper te Heemskerk. Voorts vielen er nog 10 grote prijzen en een 100 tal kleinere prijzen de gelukkige winnaars ten deel. HGMK Ledenbulletin 22, 1998
46
Zesde speeltuin. De speeltuinver. heeft de beschikking gekregen over het terrein achter de Stumphiusstraat, een groot rustig gelegen veld. De toegang tot de speeltuin zal aan het C.H. Moensplein komen, op de plaats waar eertijds de befaamde “distelkwekerij” lag, een woestenij achter het pand van slager Doodeman aan de Kees Delfsweg.
september Laatste koninginnedag. Een stralende zon heeft luister bijgezet aan de viering van onze laatste koninginnedag op 31 augustus. Na de aubade werden de kinderen toegesproken door de Burgemeester op huize ‘Scheijbeeck’, waarna zij zich vermaakten met vele kinderspelen. Een hoogtepunt was een uitvoering van de “Fremersberg” door de Beverwijkse Harmoniekapel in de fraai gelegen muziektent op het C.H. Moensplein. Proclamatie Koningin Juliana. Donderdag 9 september komt de Raad in buitengewone vergadering bijeen. Op de agenda staat: Voorlezing van de proclamatie bij de aanvaarding van het Koningschap door Hare Majesteit Koningin Juliana.. Onze Odeurfabrieken. (Uit een ingezonden stuk) Ieder had verwacht, dat nu de haven was uitgebaggerd, het wel over zou zijn met de stank, maar het stinkt nog steeds. Als men de onderste laag nl. niet weghaalt en niet geregeld spoelt dan gaat het weer rotten. Vroeger kwam van de Pruimendijk een grote stroom water in de haven; waarom nu niet meer?. Wie is hiervoor verantwoordelijk, ook wat de ‘stinkfabriek’ aan de Pijp betreft??. Oude munten ongeldig na 1 October. Op 1 October a.s. zullen de halve guldens, het bronzen en zinken 21/2 cents-stuk en de bronzen halve cent buiten omloop worden gesteld. Na deze datum kan men met deze munten niet meer betalen. Nieuwe dirigent. Naar wij vernemen is thans door de benoeming van de heer Jan v.d. Peet te Alkmaar voorzien in de vacature: dirigent van de Hoogoven harmonie. Hij kreeg zijn dirigeerlessen van Hein Jordens en pianolessen van George van Renesse.
oktober
Eerste concert “Zang en Vriendschap”. Dit op 26 Januari opgerichte Beverwijkse koor geeft op 7 Oct. zijn eerste concert in het Luxortheater. Directeur is Stephen Jansen, soliste is Maartje Kleffer, sopraan. Er bestaat voor dit concert een zo grote belangstelling, dat de zaal geheel is uitverkocht. En de auto reed door....... Op de Hoflanderweg kwam een spoorwegman, die met een bakfiets vol aardappelen reed, in botsing met een auto. De bakfiets, die geen voorrang verleende, werd flink beschadigd. De auto reed rustig door. HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Wethouderssalaris. Door Ged. Staten zijn, naar de voorzitter gisteravond in de Gemeenteraadsvergadering meedeelde, de jaarwedden van de wethouders vastgesteld op f 2700,-. De Raad besloot deze indertijd op f 3000,- te bepalen. Muntgasmeter. De Directeur van Gas en Water maant de gebruikers van gas over de muntmeter, de 21/2 centstukken voor de betaling niet meer te gebruiken. De 21/2 cent-stukken, welke bij de tweede opname na 1 October a.s. nog in de meters worden aangetroffen, zullen als ongeldig worden beschouwd.
Nog aardbeien van de koude grond. Niettegenstaande wij Maandag over 8 dagen Allerheiligen schrijven, werd heden nog door een tuinder te Noorddorp 5 dozen aardbeien van de volle grond ingebracht. De vruchten waren van zeer goede kwaliteit en besomden 73 cent per doos.
november
Nieuwe wet Winkelsluiting. De voorgestelde wijziging van de nieuwe winkelsluitingswet zal een verplichte sluiting van alle winkelbedrijven op Dinsdagmiddag voorschrijven. Het algehele sluitingsuur zal van 8 uur naar 7 uur worden teruggebracht. Tenslotte vernemen we dat - wordt de wetswijziging aangenomen voortaan geen enkele winkel op Zondag open zal mogen zijn. Banketbakkers, die tot nu toe is toegestaan hun winkels op Zondag gedurende vier uren geopend te houden, zullen dit dus ook niet meer mogen doen. Ouderwetse DEM-revue. Gisteren hebben wij de première bijgewoond van de DEM-revue 1948, getiteld “ Door alles heen”, geschreven door G. Bonnema. De hoofdschotel wordt, zoals altijd gevormd door de schetsen, aaneengelijmd door Bon en zijn tegenspeler Jan Tervoort. Het geheel stond op een hoog peil, artistiek verzorgd, geestig en verkwikkend.. De gehele muzikale leiding was in handen van Lou Tervoort, met liedjes van Jan Davids en een orkest samengesteld door André Roemer. Ook de balletten van dansschool Bolhoven waren een hoogtepunt. Er zijn in het geheel zes opvoeringen, welke alle reeds zijn uitverkocht. Kerstpakketten voor de jongens in Indië. Hier ter stede werd voor deze actie van het NIWIN en de Thuisfronten voor de jongens in Indië ƒ 2375,— bijeengebracht. Dat betekent 475 pakketten. Aanmerkelijk minder dan vorig 47
jaar, maar toch nog een behoorlijk aantal, gezien de geldelijke omstandigheden van de bevolking. Klokken voor de Goede Raad. Vrijdag tussen 12 en 1 uur komen de drie klokken voor de parochiekerk van O.L.V van Goede Raad te Beverwijk aan. Zondag zal deken Hosman de wijding verrichten. De klokken zullen in de Kerstnacht voor het eerst alle drie luiden. Dit luiden geschiedt elektrisch. Het laatste restje Rooswijk. Slopershanden zijn thans bezig de laatste herinnering van het eens zo fraaie Rooswijk en lusthof de Breesaap te doen verdwijnen. De voormalige boswachterswoning valt nu als laatste offer aan de industrie. Hiermede verliezen ook de verkenners hun tehuis, daar zij onderdak vonden op de zolder. Rooswijk is voorgoed verleden tijd De sanering van de melkhandel. De Melkhandel van Beverwijk en Heemskerk maakt aan zijn geachte clientèle bekend, dat met ingang van 22 november a.s. de sanering wordt doorgevoerd en voor iedere wijk een melkhandelaar wordt toegewezen, die zal trachten zijn clientèle zo goed mogelijk te bedienen Binnenkort pinda’s. Binnen niet al te lange tijd zullen voor het eerst sinds de oorlog weer pinda’s voor het publiek beschikbaar komen. K wordt “0” De P.T.T. heeft besloten op de kiesschijven van de telefoontoestellen de K te laten vervallen. Geleidelijk aan zal in de telefoongidsen de aanduiding K worden vervangen door het cijfer 0.
december
Melk stroomde door de goten. Maandag had de melkboer van de wijk in de Peperstraat een kostbaar ongeluk. Een wiel brak van zijn wagen, met het gevolg dat vijf gevulde bussen op de keien terecht kwamen. Overvloedig stroomde de melk door de goten, tot vreugde van de honden. Enthousiast en actief stadgenoot gehuldigd. Zaterdag, op zijn 75e verjaardag, heeft burgemeester Scholtens, vergezeld door Wethouder P. Langendijk, meester A. Moens benoemd tot Ridder in de orde van Oranje Nassau., als erkenning voor zijn vele verdiensten op het gebied van het organiseren van tentoonstellingen en plaatselijke vieringen. Mr. Moens was nauw betrokken bij het werk van ‘Beverwijk 650 jaar stad’ en het is
mede daarom dat wij ons verheugen in de hem verleende onderscheiding. V.G.L.O voor jongens. In enige lokalen van het Distributiekantoor aan de K. Delfsweg is de nieuwe V.G.L.O. voor jongens door Deken Hosman, onder grote belangstelling ingewijd. De Burgemeester sprak als voorzitter van distributiekring Beverwijk. Als bewijs van herleving van het land moge gelden, dat van de 75 distributieambtenaren er nu nog maar 19 over zijn. De voedsel voorziening heeft zich prachtig hersteld. Ook het Arbeidsbureau is nog in dit gebouw geherbergd. De heer Schaap, hoofd van de V.G.L.O vierde die dag juist zijn verjaardag en werd door leraren en jongens in de bloemetjes gezet. En de ratten lachen. Aan de Alkmaarseweg smeedde een bewoner helse plannen tegen de ratten, die hem dwars zaten. Op de aanrecht in de keuken had hij rattenvergif klaargemaakt. Hij stak eens lekker een sigaret op en... “knal” zei het vergif en vloog in brand. Met water en zand is het brandje geblust. Het roken wordt duurder. De op 1 januari ingaande accijnsverhogingen voor tabaksproducten hebben geleid tot vaststelling van maximumprijzen op iets hoger peil. De verhoging luidt als volgt: Sigaren per stuk worden in 1949: 12 tot 30 cent; Senoritas per 10 stuks: 100 tot 130 cent; Sigaretten per 20 stuks; 45 tot 100 cent. Pijp, shag en pruimtabak per 50 gram 40 tot 80 cent. Eerste steenlegging Munnikenweide. In de laatste week van 1948 heeft burgemeester Scholtens de eerste steen gelegd voor de 294 woningen , de hoogbouw op de Munnikenweide. De plannen voor deze bouw waren in drie dagen alle vereiste instanties gepasseerd en door deze snelheid waren kennelijk ook de arbeiders geïnspireerd, want wethouder Langendijk sprak van een echt ‘vooroorlogs’ tempo. Als het zo doorgaat kunnen over een jaar weer een paar honderd gezinnen gelukkig worden gemaakt. juni 1998.
Afra Bart Beverwijk.
geraadpleegde bron: Nieuws- en advertentieblad "De Kennemer"
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
48
Gedonder in de glazen door dartel gedrag (Uit het Verslag van de Regtdag gehouden op Vrijdag den 17 Augustus 1804). * Het moet een bijzondere rechtdag geweest zijn, tegen het einde van de zomer in het jaar 1804. Volgens afspraak kwamen schout en schepenen van Beverwijk op 17 augustus bijeen in het stedehuis. Het was in dat jaar de vijfde bijeenkomst van het gerecht, van de schepenbank. Het bijzondere was de agenda. Er was geen schriftelijk verzoek binnengekomen om voogden te benoemen over kinderen die wees geworden waren, geen schriftelijk verzoek om een perceel te mogen verkopen omdat iemand zijn schulden niet betaalde. Het was deze keer alleen de actualiteit die de agenda bepaalde: het was de laatste tijd onrustig in Beverwijk. Er was sprake van ernstige wanorde “als van het inslaan van glazen en ander publiek geweld, nu laatstelijk binne deze Stede, een en andermaal gebeurt zijnde”. Het werd tijd om maatregelen te nemen.
leeven”. “Zelfs nog dezen nagt (is) de stille rust der goede ingezeetenen, haare buuren daardoor gestoort geworden”. Het gerecht besluit op voorstel van de schout “om de persoone van Neeltje van Aalst voornoemd ter zake van haar dartel en ontugtig leeven provisioneelijk te arresteeren en op den raadhuize dezer stede te houden in arrest”. De bezittingen van Neeltje zullen geïnventariseerd worden en verzegeld. Het wordt niet duidelijk, of en hoelang Neeltje werkelijk in hechtenis is genomen. In de verslagen van de vier rechtdagen die in 1804 nog plaats hebben, wordt niet over deze gebeurtenis gerept, ook niet tijdens de extra zitting in oktober van dat jaar. Go Stavenuiter. Heemskerk, 07/11/1997.
** Er was in die jaren sprake van abnormale omstandigheden. Nauwelijks vijf jaar eerder was er hevig gevochten tijdens de slag bij Castricum. Feitelijk was het land bezet door Franse troepen. De Franse revolutie met zijn ideeën over verdraagzaamheid, vrijheid, volksrechten en volksinvloed op de besturende colleges had ook in deze streek veel geestdrift gewekt. Maar, schrijft Mr Scholtens aan het einde zijn boek over het verleden van Midden-Kennemerland: “Inmiddels was het volk reeds lang ontnuchterd uit de roes van de eerste jaren”(p.279). “Velsen, Beverwijk en Castricum hadden voortdurend inkwartieringen, vooral voor doortrekkende afdelingen. Zodra ze (...) goed in de kleren waren gestoken en behoorlijk gevoed waren, kwamen nieuwe troepen ter aflossing aan”.(p.274) *** Het zijn vrouwen aan wie de onrust in Beverwijk wordt toegeschreven. Al eerder had het stadsbestuur geconstateerd, “dat sommige vrouwspersonen binne deze stede zich niet ontzien .... bij nagt en ontijden de militairen, hier en in de omtrek gecantonneert, op te houden”. Het bestuur heeft deze vrouwen bij herhaling vermaand, maar zonder resultaat. Meer dan de anderen is het Neeltje van Aalst die zich schuldig maakt aan onbehoorlijk gedrag. Over haar zijn al eerder klachten binnengekomen “ter zaken van een dartel en inlugtig HGMK Ledenbulletin 22, 1998
49
“Het oude raadhuis aan de Breestraat”. (fotoarchief gemeente Beverwijk).
De 17de-eeuwse schilder Pieter Saenredam bezoekt Heemskerk en legt zijn indrukken vast in een ets
Pieter Janszoon Saenredam, de maker van de hier besproken prent. (Gemeentearchief Zaanstad)
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Over de afbeelding, de kunstenaar en de toegepaste techniek. Het museum Kennemerland is sinds kort in het bezit van een prent van Pieter Janszoon Saenredam uit 1628, waarop een landschap in de buurt van Heemskerk te zien is dat ook nu nog gemakkelijk als zodanig is te herkennen (zie pag. 51). Op de afbeelding, die ongeveer 12 cm hoog en 16 cm breed is, zijn van links naar rechts de toren van de kerk van Heemskerk, de ruïne van het slot Haerlem en het kasteel Assumburg te onderscheiden. Kijken we nog iets verder, dan blijkt rechts van de hoge bomen, in de verte ook nog de kerk van Castricum zichtbaar te zijn. De ruïne van "Haerlem" is intussen verdwenen, maar dat zal wel niemand verbazen. Het mag al een historisch wonder worden genoemd dat de andere gebouwen er nog allemaal zijn. De enige menselijke figuur op de prent is een man met een zweep, die uit het beeld lijkt weg te lopen. Misschien is het een herder, die toezicht houdt op het vee dat zich links van hem bevindt. Saenredam heeft de situatie bekeken vanuit het zuidoosten. Aan de schaduwen is te zien dat hij in de middag bezig is geweest met het maken van de tekening, die hij nodig had ter voorbereiding van de ets. Die ets maakte hij in zijn atelier, maar daarover straks meer. Onder de afbeelding staat een gedicht, dat vermoedelijk geschreven is door de toenmalige Haarlemse predikant Samuel Ampzing. De prent is afkomstig uit een boek van diens hand over Haarlem, dat ten dele in dichtvorm is geschreven. Het verscheen in 1628. De kunstenaar heeft de prent ook gesigneerd. Zoals veel tijdgenoten nam hij het met de spelling van zijn achternaam niet al te nauw. Het woord fecit achter zijn naam wil zoveel zeggen als: heeft de ets gemaakt. Pieter Janszoon Saenredam werd in 1597 te Assendelft geboren als zoon van de befaamde graveur Jan Pieterszoon Saenredam (ca. 15651607). Het verdient hier even de aandacht dat het museum al eerder de hand wist te leggen op een mooie en zeer zeldzame gravure van vader Saenredam, waarop de potvis te zien is die op 13 januari 1601 aanspoelde op het strand van Wijk aan Zee. Na de dood van Jan Saenredam verhuist Pieter met zijn moeder naar Haarlem. Weldra gaat hij daar in de leer bij Frans Pietersz. de Grebber om zich in de schilderkunst te bekwamen. Pieter Jansz. is vooral bekend, om niet te zeggen wereldberoemd geworden door zijn schilderijen en tekeningen van kerken en kerkinterieurs. Daaronder is de kerk van zijn geboorteplaats Assendelft, die in de vorige eeuw is afgebroken, goed vertegenwoordigd. In het Rijksmuseum te Amsterdam hangt een geschilderd interieurstuk van dat kerkgebouw, waarop Pieter Saenredam geheel op de voorgrond de grafzerk van zijn vader gedetailleerd heeft 50
weergegeven. De tekst is gemakkelijk leesbaar. Er staat in het Latijn o.a.: "Iohannis Saenredam sculptoris celeberrimi", wat te begrijpen is als : de zeer beroemde graveur Jan Saenredam. Er zijn gelukkig heel wat werken van Pieter Saenredam bewaard gebleven, maar etsen zijn daar nauwelijks bij. Die schijnt hij maar zelden gemaakt te hebben. Het exemplaar dat hier besproken wordt is dus "een witte raaf". Pieter Jansz. moet ongeveer 30 jaar oud zijn geweest toen hij de Heemskerkse ets vervaardigde. Men moet intussen niet denken dat Pieter Saenredam zijn werkzaamheden beperkte tot Kennemerland. Ook elders is hij actief geweest. Daarover willen wij echter zwijgen. Het einde van zijn leven kwam toen hij weer in Haarlem was teruggekeerd. In 1665 legde hij daar het hoofd ter ruste. We zeiden zoëven dat Pieter Saenredam enkele etsen heeft gemaakt. Van zijn vader vertelden we dat hij graveur was. De Heemskerkse ets noemden we een prent. Er bestaat in het spraakgebruik veel verwarring ten aanzien van deze begrippen. Het lijkt gewenst om enige duidelijkheid te verschaffen. Een 17de-eeuwse etser ging in principe als volgt te werk. Op een vrij dunne, glad gepolijste koperen plaat bracht hij een zogenaamde etsgrond aan., een dunne harsachtige, zuurvaste laag. Daarna tekende hij met een etsnaald de gewenste voorstelling in de zachte etsgrond. Waar hij een lijn trok kwam het koper bloot te liggen. Was de voorstelling gereed dan dekte de kunstenaar de rand en de onderkant van de plaat af met zuurvaste lak. Vervolgens legde hij de plaat in een bak met etszuur. Het zuur vrat in het metaal op de plaatsen waar het door de etsnaald was blootgelegd. Zo ontstond een groot aantal groefjes in het koper die tezamen de voorstelling vormden. Om nu prenten, dus afdrukken van de plaat te kunnen maken, moest die eerst worden gereinigd van etsgrond en lak. Daarna wreef de drukker inkt in de groefjes; de vlakke, niet-geëtste delen veegde hij zorgvuldig schoon. Dan bracht hij een vel vochtig gemaakt papier tegen de koperen plaat aan en draaide het geheel tussen de walsrollen van een plaatdrukpers door. Plaat en papier kwamen daarbij onder grote druk te staan. De koperen plaat werd zo krachtig in het papier gedrukt dat de rand ervan als een moet zichtbaar bleef. Overal waar zich groefjes bevonden drong het papier erin binnen en nam inkt op. Zo werd de voorstelling, maar dan in spiegelbeeld, op het papier overgebracht. De werkwijze van de 17de-eeuwse graveur was wat eenvoudiger dan die van de maker van een ets. Hij sneed, of beter gezegd stak, met een burijn, een graveerijzer, een voorstelling lijn voor lijn in een gladde koperen plaat. Het is interessant om te weten dat de graveur de burijn daarbij stilhield en de plaat daaronder liet bewegen. Het uit de groeven omhoog gekomen koper, de bramen, moest
hij met een polijstijzer verwijderen voor hij van de plaat een afdruk - een prent dus - kon maken. Het vervaardigen van zo'n prent, in dit geval een gravure genoemd, geschiedde overigens op dezelfde wijze als bij het afdrukken van een etsplaat. Wij moeten erop wijzen dat met deze korte uiteenzetting bij lange na niet het volledige arsenaal van 17de-eeuwse grafische technieken is ontrafeld. Daartoe verwijzen we naar het in het literatuurlijstje genoemde boek van Th. Laurentius. Het slot Haerlem, om onduidelijke redenen ook wel Oud Haerlem genoemd. De meeste onderzoekers gaan er vanuit dat het kasteel Haerlem, waarvan we op de prent wat muurklompen zien, omstreeks het midden van de 13de eeuw is gesticht. Over de bedoeling ervan bestaat ook weinig twijfel. Het slot moest dienen als grensvesting, om het graafschap Holland tegen invallen van de West-Friezen te beschermen. In de 13de eeuw duidt men het nog aan als het Huis te Heemskerk, maar aangezien die naam ook wel werd gebruikt voor het latere Marquette ontstond er nogal eens verwarring. Het ontstaan van een andere benaming lag dus voor de hand. In de tijd waarover wij spreken was het kasteel in het bezit van het adellijke geslacht Van Haerlem. Dat verklaart waarom men het later Haerlem of zelfs Oud Haerlem is gaan noemen. In de versregels bij de afbeelding wordt, op gezag
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
van de 16de-eeuwse auteur Hadrianus Junius, beweerd dat het geslacht Van Haerlem de stad Haarlem heeft gesticht. Daarvoor bestaat zelfs geen schijn van bewijs. Wel waren zij waarschijnlijk heren van Haarlem, voordat deze nederzetting in 1245 stad werd. Die gebeurtenis deed de Van Haerlem's trouwens besluiten de stad te verlaten en zich op hun kasteel bij Heemskerk te vestigen. Zij voelden zich vermoedelijk te voornaam om verder als poorters van een verzelf-standigd Haarlem door het leven te gaan. Was het kasteel gedurende zijn bestaan nu met enige regelmaat het toneel van belangrijke en vooral schokkende gebeurtenissen? Dat valt wel een beetje tegen. In het begin van deze eeuw noemde de predikant-historicus Craandijk, die veel studie heeft gemaakt van (Oud) Haerlem en zijn bewoners, het zelfs kortweg "een kasteel zonder geschiedenis". Onze kennis is sindsdien wel wat toegenomen, waardoor het kasteel iets meer "geschiedenis" heeft gekregen. Een dik boek is er echter nog steeds niet over te schrijven. We mogen eigenlijk van geluk spreken dat er een echte legende aan het slot verbonden is en dan nog wel een waarin huwelijkstrouw als schone deugd triomfeert over hardvochtig geweld. De overlevering is in het Latijn verteld door de eerder aangehaalde Hadrianus Junius. We laten haar hier, met enige toelichting, volgen in een vertaling uit 1609. En nu moet de lezer
51
Hertog Willem van Beieren, de latere graaf Willem V, liet in 1351 het slot Haerlem belegeren en het na de inneming verwoesten. De gelijkenis van dit portret mag men in twijfel trekken. (Uit P. Scriverius, Oude en nieuwe beschryvinge van Holland, Zeeland en Vriesland. 1667).
vooral niet denken: dat sla ik over, want dit vroeg 17de-eeuwse Nederlands is heus niet zo moeilijk te begrijpen. Het gaat aldus: "Maer het verhael van dit casteel brenght my een heerlijcke daedt in den zin / welcke waerdigh is om beschreven te worden / ende ghetelt te zijn onder de seer selden exempelen des houwelijcxe liefde ... Want als den heere van die plaetse (overmits het gheweldt ende onghebonden wreedtheydt) den rechtvaerdighen haet van allen op hem ghehaelt ende geladen hadde / is hy met een sware ende harde belegheringhe begroet gheworden / de welcke als die lanckduyrigh was / ende gheen hoope en was om te ontcoomen / ende als sy overdochten het groote ghebreck van alle lijfftocht / haer bereyden om sich over te gheven / is de huysvrouwe (wesende een sonderling exempel van liefde ende trouwicheyt tot haren man) op dusdanighe maniere met den vyant over-een gecomen / dat haer soude gheoorloft zijn eens uyt te draghen die dingen de welcke sy liefste hadde: welcke accoort haer bevestight ende gehouden zijnde / heeft haren man / hem in een male sluytende / met de dienstmaeght haer helpende / uyt het casteel gebrocht / verlatende ende minder achtende alle haren lieven huys-raet ende cleynodien." (selden exempelen: zeldzame voorbeelden; plaetse: hiermee wordt het kasteel bedoeld; overdochten: dachten aan; lijfftocht: levensmiddelen; haer bereyden: zich erop voorbereidden; eens: voor een keer; accoort: overeenkomst; gehouden: nagekomen; male: koffer, reiszak; minder achtende: minder waarde hechtend aan; cleynodien: kleine dierbare, kostbare voorwerpen). De legende is natuurlijk aardig maar ze maakt ons niet veel wijzer. Het is onmogelijk om de overlevering in verband te brengen met ware gebeurtenissen. Nergens wordt een jaartal genoemd. De namen van de hoofdrolspelers blijven voor ons verborgen. Het enige houvast in het verhaal is het gegeven dat het kasteel een beleg heeft ondergaan, want dat heeft inderdaad plaatsgevonden. We moeten maar aannemen dat een romantische geest deze zekerheid heeft gebruikt als kapstok om een voor het overige gefantaseerde geschiedenis aan op te hangen. Die echte belegering voltrok zich in 1351. Een op zichzelf staande gebeurtenis was het niet. Juist in die tijd ontwikkelde zich in Holland een echte burgeroorlog waarbij, behalve de landsvrouwe en haar zoon, de adel en de stedelijke burgerij als strijdende partijen betrokken waren. Het begin van de "Hoekse en Kabeljauwse twisten" zag er betrekkelijk onschuldig uit. Nadat graaf Willem IV in 1345 gesneuveld was in de strijd tegen de Friezen, vielen Holland, Zeeland en Henegouwen terug aan de leenheer, de Duitse keizer. Deze gaf de genoemde gebieden weer in leen uit aan zijn vrouw Margaretha van Henegouwen, een zuster van de kinderloos gestorven graaf. Margaretha stelde daarop haar zoon Willem van Beieren aan als plaatsvervanger. De op meer macht beluste Willem was al spoedig niet meer tevreden met zijn ondergeschikte positie
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
52
en dat leidde tot een regelrechte strijd tussen moeder en zoon. De zoon werd in het algemeen gesteund door de steden. Zijn partij kreeg de naam Kabeljauwen. De medestanders van Margaretha, de Hoeken of Hoeksen, waren vooral te vinden bij de edelen. Hertog Willem richtte zijn aanvallen tegen de kastelen van zijn adellijke tegenstanders. In Kennemerland liet hij in de zomer van 1351 het beleg slaan voor Brederode. De slotbewaarder gaf zich na enkele maanden over en voorkwam daarmee vermoedelijk dat het slot werd gesloopt. In diezelfde tijd was ook het kasteel Haerlem, dat in het bezit was van Jan II van Polanen, aan de beurt. Het moet een sterk kasteel zijn geweest, dat een langdurig beleg kon doorstaan. De belegerden zullen daarop vertrouwd hebben. Zij verdedigden zich tenminste met grote hardnekkigheid. Uiteindelijk moest er een blijde aan te pas komen om de bezetting tot overgave te dwingen. Met zo'n werpmachine kon men stenen met een gewicht van honderden kilo's met grote kracht tegen de kasteelmuren smijten. Het effect ervan moet men niet onderschatten. Er bestonden rond de helft van de 14de eeuw in West-Europa al kanonnen die projectielen door bij de ontbranding van buskruit vrijkomende gasdruk wegschoten, maar die waren nog zo primitief dat ze de blijde en soortgelijke werpwerktuigen voorlopig niet konden verdringen. Voor het overige moet men zich van de omvang van de operatie tegen het "huys te Haerlem", zoals men het kasteel toen al noemde, geen overdreven voorstelling maken. Het ziet er wel dreigend uit, maar voor ons 20e-eeuwers, die gewend zijn in termen van miljoenenlegers te denken, doet het enigszins komisch aan te vernemen dat de belegeringsmacht weken lang uit precies dertien man bestond. Naar verluidt hielden de belegerden de strijd ongeveer zes maanden vol, wat rijkelijk lang is. Toen pas gingen zij door de knieën. Daarop maakten de veroveraars korte metten met het slot. Het werd nagenoeg geheel afgebroken. Aan wederopbouw is men nooit toegekomen. De
graaf had het ook niet meer nodig. Voor invallen van de West-Friezen bestond intussen geen gevaar meer. Uiteindelijk trok Willem in de strijd tegen zijn moeder aan het langste eind. In 1354 werd hij erkend als graaf van Holland en Zeeland. Zijn overwinning heeft graaf Willem V weinig geluk gebracht. Enige jaren later werd hij krankzinnig. Slechts een enkeling heeft de afbraak van Haerlem mettertijd betreurd. Samuel Ampzing dichtte in 1628: "Ja siet hoe droevig daer de afgeworpe steenen Den ondergang van 't Slot van 't Haerlemsch Huys bewenen/ Heel jammerlijk vernield en schandelijk verheerd/ En tot den kaelen grond ellendig omgekeerd." (verheerd = verwoest). Talloze anderen maakten van de nood een deugd. Nog eeuwen na de sloop hebben omwonenden bakstenen van de ruïne gebruikt voor de bouw van huizen, stallen en schuren. Ze zijn zelfs teruggevonden in de Assumburg en toen de ruïne van Brederode in de vorige eeuw een gedeeltelijk herstel onderging, heeft men daarvoor ook nog stenen van Haerlem gebruikt. Nu zijn er op de plaats van het kasteel alleen nog wat welvingen in het terrein zichtbaar. In 1960 heeft een verkennend oudheidkundig bodemonderzoek aan het licht gebracht dat het kasteel een min of meer rechthoekig grondplan heeft gehad. Het bleek dat zich in de zuidmuur twee ronde en op de noordoosthoek een vierkante toren hadden bevonden. De verwachting dat er ook een woontoren zou worden aangetroffen werd helaas niet bewaarheid. Het was daarentegen een aangename verrassing toen graafwerkzaamheden in de voormalige slotgracht, behalve ontelbare scherven, ook enkele gave steengoed kannen en enig bronzen vaatwerk uit de 14de eeuw aan het licht brachten. Belangstellenden kunnen deze interessante vondsten bekijken in het museum Kennemerland. Assumburg, een kasteel dat geen kasteel is. De vroegste vermelding van een huis genaamd Assumburg dateert van 1454, maar het staat intussen vast dat het bestaan van die "husinghe" teruggaat tot tenminste de 13de eeuw. Over het uiterlijk van het gebouw tasten we volledig in het duister. Er zijn uit die vroege periode geen afbeeldingen of beschrijvingen bewaard gebleven. In het tegenwoordige kasteel zijn ook geen aanwijsbare overblijfselen van dat vroegere gebouw terug te vinden, lezen we bij Groesbeek. Misschien hebben de vele verbouwingen die in de loop van de tijd hebben plaatsgehad alle oude sporen uitgewist. Maar er moet ook rekening worden gehouden met de mogelijkheid dat het vroegere Assumburg niet op dezelfde plaats als het huidige kasteel heeft gestaan, al achten wij die kans klein. De versregels op de prent van Saenredam gaan er vanuit dat het geslacht Van Assendelft, dat de Assumburg ongeveer drie eeuwen in zijn bezit heeft gehad, verwant was aan het geslacht Van Haerlem. Dat is ongetwijfeld juist. Vervolgens meldt de dichter dat de Van Assendelfts verantwoordelijk zijn geweest voor de bouw van Assumburg. HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Daar kunnen we mee instemmen, voor zover de mededeling betrekking heeft op het op de prent zichtbare kasteel. Het geldt niet voor het huis dat aan het tegenwoordige gebouw is voorafgegaan. De eerste Van Assendelft die de zeggenschap over de gehele toen bestaande hofstede verwierf heette Barthoud. Hij kocht de helft van het eigendomsrecht van de Assumburg in 1328. De andere helft had hij al eerder in zijn bezit gekregen. Na de koop draagt Barthoud zijn huis, dat misschien nog geen kasteel was, maar toch wel versterkt en dus weerbaar zal zijn geweest, op aan Jan van Polanen, de bezitter van het slot Haerlem. Die beleent Barthoud in 1335 weer met de "huizinge en hofstede", onder voorwaarde dat Assumburg na de dood van Barthoud over zal gaan op diens zoon Gerrit. Deze wellicht raadselachtige constructie moet begrepen worden tegen de achtergrond van het toen gangbare leenstelsel. Wie vertrouwd is met de wijze waarop middeleeuwse edellieden soms met elkaar plachten om te gaan, zal zich misschien al afgevraagd hebben of de aanwezigheid van twee burchten, zo dicht bij elkaar, geen bron van onrust en ruzie heeft opgeleverd. Het antwoord daarop is niet zo moeilijk te geven. Wij hebben opgemerkt dat het kasteel Haerlem in de 13de eeuw eigendom was van het adellijke geslacht Van Haerlem. Hun grondgebied strekte zich op een gegeven ogenblik uit van Beverwijk tot Uitgeest. Een flink deel van hun bezittingen hadden zij in leen uitgegeven. Daartoe behoorde ook de Assumburg. Zij zullen dat kasteel ongetwijfeld hebben gegeven aan een betrouwbare relatie, die voor hen geen bedreiging vormde, vermoedelijk aan een bloedverwant. De genoemde overeenkomst tussen Barthoud van Assendelft en Jan van Polanen bevestigt eenvoudig die oude leenband tussen Haerlem en de Assumburg. Over een tijdsbestek van ruim anderhalve eeuw horen we dan weinig of niets over het kasteel. Daar komt verandering in nadat de ongeveer 12-jarige Gerrit van Assendelft in 1501 de Assumburg van zijn vader heeft geërfd. Wij weten dat Gerrit nog opvallend lang onder de hoede van zijn moeder Aleid van Kijfhoek heeft gestaan. Daar zal misschien toe hebben bijgedragen dat
53
Grondplan van het slot Haerlem.
De prenten tonen Assumburg in de 17de en in de 18de eeuw. In vrij korte tijd heeft het gebouw grote veranderingen ondergaan. (De 17de eeuwse prent berust in het museum Kennemerland, de 18de eeuwse is ontleend aan Het zegenpralent Kennemerlant).
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
zoonlief voor de nodige opschudding heeft gezorgd door op 19-jarige leeftijd in Frankrijk met de dochter van een herbergier, genaamd Catharina 1e Chasseur, in het huwelijk te treden. Uit deze mesalliance werd een zoon Nicolaas geboren, die blijkbaar niet zeer welkom was. Hij moest later tenminste veel moeite doen om in de rechten van zijn vader te treden. Voor de maatschappelijke carrière van Gerrit van Assendelft heeft de affaire geen nadelige gevolgen gehad. Hij bracht het o.a. tot president van het Hof van Holland, een van de belangrijkste bestuurlijke functies in het gewest Holland. Met zijn Franse echtgenote, die in Den Haag een eigen huis bewoonde, liep het aanzienlijk slechter af. In 1541 was zij betrokken bij valsemunterij. De rechters hadden er geen moeite mee om haar ter dood te veroordelen. Omstreeks die tijd heeft Gerrit van Assendelft aan of bij de Assumburg uitgebreide bouwwerkzaamheden laten uitvoeren. Het ziet ernaar uit dat het kasteel toen in grote lijnen zijn huidige vorm heeft gekregen. We herinneren eraan dat in de
54
Assumburg van nu niets van een vroeger gebouw is teruggevonden. Hoe Assumburg de tumultueuze beginjaren van de 80-jarige oorlog, rond 1573, is doorgekomen blijft evenzeer buiten ons gezichtsveld. Het is denkbaar dat het gebouw schade heeft opgelopen. Immers, in 1610 moeten er bouwactiviteiten van enige omvang zijn uitgevoerd, getuige twee gevelstenen in het kasteel die dat jaartal voeren. De versregels bij de prent van Saenredam omschrijven Assumburg achttien jaar later als "een nieu Kasteel". De dichter bedoelt dan waarschijnlijk nieuw, in vergelijking met het oudere tot een puinhoop vervallen slot Haerlem. Intussen moet wel worden opgemerkt dat de in de 16de eeuw ge- of verbouwde en daarna nog vele malen gewijzigde Assumburg wel het uiterlijk van een middeleeuws kasteel bezit, maar dat het er in feite een imitatie van is. De muren zijn veel te dun. Een echt beleg zouden zij niet met succes hebben kunnen weerstaan. De belangrijkste bouwer van het slot, Gerrit van Assendelft, zal dat heus wel hebben beseft. Dat hij voor een middeleeuwse vormgeving koos zal zijn ingegeven door gevoelens van nostalgie en ijdelheid. Toen Saenredam in 1628, of kort daarvoor, zijn prent maakte was de laatste eigenaresse uit het geslacht Van Assendelft nog maar kort tevoren gestorven. Het kasteel was toegevallen aan haar dochter Agnes van Renesse van der Aa, die sedert 1619 getrouwd was met Nicolaas van Renesse van Elderen. Tot 1669 blijft het kasteel in het bezit van telgen uit het oude adellijke geslacht Van Renesse. Dan volgen er enige eigenaren van half- en heel-adellijke komaf, waaraan wij nu maar voorbijgaan. In 1694 werden Assumburg en de heerlijkheid Heemskerk verkocht aan de niet-adellijke, maar wel puissant rijke Amsterdamse bankier en koopman Jean Deutz. Twee jaar later wist hij ook nog de heerlijkheid Assendelft in handen te krijgen. Die transacties markeren de verandering der tijden. De adel wordt onder de Republiek der Verenigde Nederlanden in macht en bezit op zijde gestreefd door een nieuw opgekomen klasse van rijke kooplieden. Het bezit van een kasteel draagt bij tot het verwerven van aanzien. Daar willen de nieuwe rijken wel flink voor in de buidel tasten. Zij kopen heerlijkheden, met de naam waarvan zij hun eigen achternaam kunnen verlengen. De genoemde bankier Deutz gaat weldra door het leven als Jean Deutz, vrijheer van Assendelft en Assumburg, heer van Heemskerk, Hoogdorp, Noorddorp en Reewijk. Dat was eigenlijk iets te veel van het goede: Hoogdorp en Noorddorp zijn nooit zelfstandige heerlijkheden geweest; ze vielen onder de heerlijkheid Heemskerk. Niet iedere tijdgenoot stond welwillend tegenover de genoemde ontwikkeling. De 17de-eeuwse jurist Simon van Leeuwen geeft al heel weinig blijk van waardering voor de nieuwkomers, "die haer nu al mede Ionckers en Me-Vrouwen laeten noemen". Hij schrikt er ook niet voor terug om hun streven naar een hogere status als een "ingekropen verdorventheydt" aan te merken. Op den duur beginnen de scherpe kantjes van de tegenstellingen tussen traditionele adel en nieuwe "geldadel" wel wat te slijten. Daartoe zal zeker ook hebben bijgedragen dat edellieden
er uit welbegrepen eigenbelang nogal eens toe overgingen "haere kinderen aen rijcke luyden uyt te trouwen, schoon die van geen edel geslaghte en zijn". Pecunia non olet - geld stinkt niet - zullen zij gedacht hebben. En natuurlijk deden de telgen uit de rijkgeworden families hun best zich een aristocratische levensstijl eigen te maken. Ook daardoor verdwenen op den duur de verschillen. Het is niet de opzet om verder alle eigenaren en wederwaardigheden van de Assumburg te bezien en te beoordelen. Wij volstaan met erop te wijzen dat een aantal van die eigenaren zich geroepen heeft gevoeld om het kasteel aan te passen aan de modeopvattingen van hun tijd en aan hun eigen privé verlangens. Dat er meer ramen kwamen hing samen met de wens om er comfortabel te kunnen wonen. Om het betreden van het kasteel tot een indrukwekkende belevenis te maken werd de ingang verplaatst en verfraaid. Uitspringende delen en topgevels, waarvan op de prent wel iets te zien is, verdwenen van de muren. Strakke, maar vooral saaie muurvlakken waren het resultaat. De Franse tijd gooide overal roet in 't eten. Ook de Deutzen gingen gebukt onder de economische teruggang die er het gevolg van was. "De miljoenen slinken, het kindertal wast". Met deze kernachtige uitspraak tekent jhr. F.J.E. van Lennep de zorgelijke situatie in een boek met de veelzeggende titel "Als vorsten". De Assumburg deelde in het verval. In 1867 overleed de laatste bewoonster, mevrouw J.J. Deutz van Assendelft-Willink. De erfgenamen lieten na verloop van tijd de inboedel van het kasteel en de bijbehorende landerijen veilen. Het gebouw werd ontdaan van betimmeringen, schouwen, deuren en andere waardevolle elementen en kwam tenslotte in 1911 in onttakelde staat in handen van het Rijk. Na restauratie kreeg het kasteel de bestemming van jeugdherberg. De kerk van Heemskerk. Van die kerk laat de prent alleen de toren zien. Als Saenredam ook de rest had afgebeeld zouden we trouwens niet veel meer te zien hebben gekregen dan een puinhoop. Het kerkgebouw had in de beginjaren van de 80-jarige oorlog zwaar te lijden gehad van de oorlogsgebeurtenissen. Of dat het gevolg is geweest van oorlogshandelingen of van afbraak is niet meer te achterhalen. Zoals bij meer kerken in de streek het geval is geweest, we denken aan Velsen en Beverwijk, heeft de toren het geweld zonder veel kleerscheuren doorstaan. Die toren onderscheidt zich, evenals die van Uitgeest, van de torens van de meeste overige kerken in Noord-Holland door de aanwezigheid van een van bakstenen gemetselde spits. Wel zal daardoor het gewicht en dus de druk op de ondergrond groter zijn dan bij die andere kerken het geval is, maar daarover zal men zich bij de bouw geen zorgen hebben gemaakt. De kerken zijn beide gefundeerd op stevige zandgrond. De stichting van het Heemskerkse kerkgebouw moet hebben plaatsgevonden in de 15de eeuw. Aangezien er al in de 11de eeuw melding wordt gemaakt van een kapel genaamd Hemezenkyrica, kunnen we er vanuit gaan dat het laat-middeleeuwse gebouw tenminste één voorganger heeft gehad. Juist in het jaar dat de prent van Saenredam het HGMK Ledenbulletin 22, 1998
licht zag, in 1628, konden de protestanten, die de kerk intussen toegewezen hadden gekregen, een begin maken met een gedeeltelijk herstel. Aan de wederopbouw van het koor kwamen zij niet toe. De oorzaak daarvan kan geldgebrek zijn geweest. De jonge hervormde gemeente was klein van omvang. Maar er kan nog een andere factor hebben meegespeeld. In het koor bevond zich in de rooms-katholieke tijd het altaar, dat in de eredienst een centrale plaats innam. Nu was er in de protestantse godsdienstoefening voor een altaar in het geheel geen rol weggelegd. Op grond daarvan heeft men toen waarschijnlijk ook minder de noodzaak gevoeld om het koor bij de herbouw te betrekken. De kerk, zoals die zich tegenwoordig aan ons vertoont, is een pretentieloos zaalgebouw met een eenvoudige rechthoek als plattegrond. Over de Castricumse kerk zullen wij kort zijn. Die staat iets te ver buiten ons gezichtsveld. Zoals zoveel kerken is ook dit gebouw niet in één keer tot
55
De kerk van Heemskerk omstreeks 1728, een eeuw nadat een gedeeltelijk herstel had plaatsgevonden. De resten van het koor staan nog overeind. (Uit Het zegenpralent Kennemerlant). Het uiterlijk van de kerk van Castricum omstreeks 1728. Van nabij gezien verraadt de kerk al iets van haar bouwgeschiedenis, die zich over ruim drie eeuwen uitstrekt. (Uit het zegenpralent Kennemerlant).
stand gekomen. Het oudste deel is het schip, dat in romaanse stijl is opgetrokken uit vulkanische tufsteen. Het dateert vermoedelijk van omstreeks 1200. In de eerste helft van de 15de eeuw verrees de gotische toren, die aanvankelijk los van het schip stond, maar daarmee in het begin van de 16de eeuw door een tussenbouw is verbonden. In die tijd moet ook het, eveneens in gotische stijl uitgevoerde koor zijn toegevoegd. Toren, verbindingsstuk en koor zijn gebouwd van baksteen. Opgravingen in de kerk hebben sporen te voorschijn gebracht van een vroeger kerkgebouw. Dat moet een eenvoudige, houten kapel zijn geweest. Zo hebben wij dan enig licht laten schijnen op deze ets van Pieter Saenredam, die, zoals gezegd, binnen het werk van de kunstenaar enigszins uit de toon valt. Maar de prent boeit ook door wat er op staat. Topografische afbeeldingen uit de 17de eeuw zijn vrij schaars. En als ze dan ook nog, zoals deze, betrouwbaar lijken te zijn moet men ze met zorg koesteren. Hier past trouwens een waarschuwing. Er zijn in de 17de eeuw genoeg kunstenaars geweest die er helemaal niet op uit
waren de werkelijkheid exact weer te geven. Een schilder van naam als Salomon van Ruysdael, die ook in en bij Beverwijk heeft gewerkt, had er geen bezwaar tegen om werkelijk bestaande landschapselementen te plaatsen in een denkbeeldige of elders bestaande omgeving. Ook 18de-eeuwse kunstenaars fantaseerden vaak met veel vrijmoedigheid. Men kan om die reden aan het werk van bijvoorbeeld Rademaker en Tavenier lang niet altijd werkelijkheidswaarde toekennen. Menigeen die op zoek is naar een aardige illustratie om zijn verhaal op te luisteren, dreigt in die kuil te vallen. Wie zich tenslotte nieuwsgierig afvraagt wat er van het 370 jaar geleden door Saenredam geschetste landschapsbeeld bewaard is gebleven, moet zelf ter plaatse maar eens op verkenning uitgaan.
J. van Venetien Santpoort.
Met dank aan drs Fred Schweitzer, die de auteur voor enige uitglijdingen heeft behoed.
Literatuur,
- Samuel Ampzing, Beschryvinge ende lof der stad Haerlem in Holland, enz. Haerlem, 1628. - K. Barthelmess & J. Münzing, Monstrum horrendum: Wale und Walstrandungen in der Druckgraphik des 16. Jahrhunderts und ihr motivkundlicher Einfluss. Hamburg, Bremerhaven, 1991. - H.M. Brokken, Het ontstaan van de Hoekse en Kabeljauwse twisten. (Zutphen). 1982 Diss. R.U. Leiden. - J. Craandijk, Eenige mededeelingen omtrent het kasteel en de heerlijkheid Haarlem bij Heemskerk. Haarlem. 1906. - H.A. van Foreest, Een hof in Holland. In: Bijdragen voor de geschiedenis der Nederlanden, deel XVII, 1962, p. 52-69. - J.W. Groesbeek, Heemskerk onderweg van verleden naar heden. Heemskerk, 1978. - J.W. Groesbeek, Middeleeuwse kastelen van Noord-Holland, hun bewoners en bewogen geschiedenis.Rijswijk, 1981. - A. Iunius (=H. Junius), Een seer cort doch clare beschrijvinge vande voornaemste ghemuyrde ende ongemuyrde steden ende vlecken van Holland ende West-Vriesland. Verduytscht door Godefroy Boot. Delf, 1609. (Dit werk is een vertaling van de hoofdstukken 17-19 uit H. Junius, Batavia, 1588). - Th. Laurentius, Oude prenten. Een handleiding voor verzamelaars. Lochem, Poperinge, 1980. - Simon van Leeuwen, Redeningh over den oorspronck, reght, ende onderscheyt der edelen, ende wel-borenen in Hollandt; Mitsgaders der selver voor-rechten, soo die nu zijn, ofte van aloude tijden zijn geweest. Leyden, 1659. - E.W. Moes, e.a., Nederlandsche kasteelen en hun historie. 3 delen. Amsterdam, 1912-1915. Voor Assumburg zie dl. 3, p. 127-150. - H.F.K. van Nierop, Van ridders tot regenten. De Hollandse adel in de zestiende en de eerste helft van de zeventiende eeuw. Z. pl., 1984 (Tweede druk: Amsterdam, 1990). - G. Schwartz en M.J. Bok, Pieter Saenredam, de schilder in zijn tijd. Maarssen, Den Haag, 1989. - (J. van Venetien), Een zeldzame walvisprent toegevoegd aan de collectie van de Kennemer Oudheidkamer. In: Leden-bulletin nr. 3, Historisch Genootschap Midden-Kennemerland, 1976, p. 3-6. - H.W.M. van der Wyck, De Nederlandse buitenplaats. Aspecten van ontwikkeling, bescherming en herstel. Alphen aan den Rijn, 1983, 2e druk. Voor Assumburg zie p. 69 e.v.
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Voor het overige wordt verwezen naar: G. Ratelband, Bibliografie van Zuid- en Midden-Kennemerland (uitgezonderd Haarlem) en de Haarlemmermeer. Haarlem, 1971.
56
Bij opbod en afslag
Publieke verkopingen in Beverwijk rond het jaar 1800 Toen het kaarsje uitging, was de verkoop een feit. Het ging om een bijzondere verkoping in het Heeren-logement in Beverwijk, op 3 juni 1796. Het huis dat Stephan Bolmeijer bezat in de Kloosterstraat, werd in het openbaar verkocht, omdat Stephan zijn schuld niet kon betalen. Jan van Blarkom werd de nieuwe eigenaar (ORAB 1230-004). Deze gedwongen verkoping was de aanleiding voor dit onderzoek naar de gang van zaken bij publieke verkopingen rond het jaar 1800. Net als tegenwoordig waren er vrijwillige en executoriale publieke verkopingen. Daarnaast werden veel goederen onderhands verkocht. Vooral het gebruik van dat kaarsje vond ik intrigerend. 1. Verkoop: publiek of uit de hand. Twee eeuwen geleden waren vanuit het stadsbestuur in Beverwijk telkens twee schepenen belast met het zorgvuldig vastleggen van de verkoop van voornamelijk onroerende goederen. Veelal ging het om de verkoop van een huis, soms van een stuk grond, een enkele keer van een schip, of om het afsluiten van een schuldbrief. De schepenen werken in wisselende tweetallen. Ze hebben het er niet druk mee. In de jaren 1797 en 1798 bij voorbeeld worden er niet meer dan 25 akten opgemaakt. Pieter van de Velde en Gerrit Schoehuizen zijn er als schepen meer dan tien keer bij betrokken, anderen komen slechts een paar keer aan de beurt. In zijn boek Uit het verleden van Midden-Kennemerland schrijft Scholtens: “Van notariële aard waren de werkzaamheden, welke twee schepenen op vaste dagen en uren in de schepenkamer hadden te verrichten” (p.69). Op het eerste gezicht is er niet zo veel te merken van de regelmaat in de bijeenkomsten. Voor de genoemde 25 akten komen de schepenen 18 keer bijeen. Toch blijkt, dat de meeste zittingen gehouden worden op vrijdagen (10x) en op zaterdagen (4x). Het is overigens niet zo, dat tot de koop en verkoop wordt besloten in het bijzijn van de schepenen. De koop blijkt altijd al beklonken, als de transactie in de schepenkamer wordt vastgelegd. De koop wordt maar door één partij gemeld, namelijk door de verkoper. Hij meldt dat de koop gesloten is en hij geeft aan welke aanvullende afspraken gemaakt zijn, bijvoorbeeld over het feit dat aan een koper na de splitsing van een perceel het recht wordt gegeven om een erfscheiding te maken, op voorwaarde dat zijn buren toch behoorlijk toegang hebben tot de pomp en het secreet (poephuis). In een ander geval wordt bepaald dat de koper geen hooiklamp op zijn erf mag zetten. Enz., enz. In de akten worden verder opnieuw de oude rechten en bijzondere verplichtingen opgenomen, zoals ze in de opdragtsbrief (overdrachtsakte) bij HGMK Ledenbulletin 22, 1998
de vorige verkoop al waren beschreven. Zo moet voor enkele percelen een erfpacht betaald worden. De akte wordt uitsluitend ondertekend door de beide schepenen. Ook de verkoopprijs wordt vastgelegd, zodat de schepenen kunnen bepalen hoeveel belasting er betaald moet worden vanwege de zogenoemde 40e penning. Het gaat daarbij om 21/2% van de verkoopprijs; voor elke honderd gulden twee gulden en tien stuivers. Tegenwoordig moet er 6% overdrachtsbelasting worden betaald. Voor dit artikel is het van belang dat ook wordt vastgelegd hoe de koop/verkoop tot stand gekomen is. Verkoopt de eigenaar zijn bezit “uit de vrije hand”, of wordt het eigendom “in publicque veiling en finaale afslag verkogt”? Het blijkt dat veel bezit in het openbaar wordt verkocht. Van de 25 transacties in 1797 en 1798 gaat het 21 keer om de verkoop van een huis en/ of een perceel. Elf keer wordt het bezit uit de hand verkocht en tien keer publiek. Van de tien openbare verkopingen in deze jaren vinden er acht plaats na het overlijden van de eigenaar. 2. Opbieden en afmijnen. Om straks gemakkelijker zicht te krijgen op de gang van zaken rond het jaar 1800, lijkt het goed om eerst na te gaan, hoe tegenwoordig een kavel geveild wordt bij opbod en afslag. Als houvast heb ik de gids voor veilingbezoekers gebruikt, die Han Rombouts schreef onder de titel: Onder de hamer. De biedprijs gaat eerst omhoog, als verschillende mensen een bod uitbrengen dat telkens hoger is dan het vorige. Wordt er niet meer geboden, dan is het maximum kennelijk bereikt. Daarmee is het opbod bepaald en kan het afslaan beginnen. De
57
Het vroegere stadhuis van Beverwijk, op de Breestraat.
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
58
veilingmeester begint met een bedrag en noemt daarna telkens een lager bedrag, totdat iemand “mijn” roept. Wie dat roept, is de koper. De koopprijs is dan het bedrag dat bij opbod het hoogste was, plus de afmijnprijs. Dat is het bedrag dat genoemd werd toen de koper “mijn” riep. Daarmee is de koper er nog niet, want hij moet ook nog de veilingkosten betalen. Tot die veilingkosten hoort het plokgeld, ook wel strijkgeld of trekgeld genoemd. (Han Rombouts noemt het woord trekgeld niet). Het plokgeld is een beloning voor de man of vrouw die bij het opbieden het hoogste bedrag durft te bieden. Hij/zij legt daarmee de basis voor een zo hoog mogelijke verkoopprijs. Dat is wel een premie waard, te meer daar deze bieder het risico loopt dat hij/zij aan het laatste (op)bod blijft hangen, als er bij het afslaan helemaal niemand “mijn” roept. 3. Vrijwillige publieke verkopingen. 3.1 Een affiche met de oproep: Zegt het voort. In het rijksarchief in Haarlem wordt een affiche bewaard betreffende een vrijwillige, publieke verkoping in Beverwijk in het jaar 1803. Het gaat om een kaarsenmakerij op een hoek van de Hobbesteeg en de Breestraat (ORAB 1232A). “Men presenteert bij publicque veiling en afslag aan de meestbiedende of hoogstmijnende te verkoopen: een hegt, sterk en weldoortimmerd pakhuis........ . De bewijzen van eigendom en veilconditien zullen vier dagen voor en op den verkoopdag te zien zijn ter secretary der stede Beverwijk. Men zal hier van veiling en afslag houden op Saturdag, den 14 Mey 1803, des avonds ten 6 uuren ten huize van Cornelis Aldus, castelein in het Heeren-Logement in de stede Beverwijk. Zegt het voort.” Het affiche is gedrukt door de stadsdrukkers van Haarlem, door Joh. Enschede en zonen. Uit het feit dat het gedrukt is, wordt duidelijk dat het houden van de publieke veiling en afslag op ruime schaal bekend is gemaakt. Eventuele kopers kunnen tevoren de eigendomsbewijzen inzien en kennis nemen van de veilconditiën, de regels die bij het bieden en afslaan zullen gelden. Het gemeentebestuur organiseert de verkoop niet, maar met name de secretaris speelt toch een belangrijke rol in het geheel. Hij beheert de eigendomsbewijzen en de regels die bij de verkoping gelden. In de volgende paragraaf wordt duidelijk, dat zijn aandeel in het verkoopproces nog heel wat groter is. De verkoping wordt gehouden op een adres, dat voor iedereen goed te vinden is: het Heerenlogement. Dat logement staat aan de zuidzijde van de Breestraat. Opmerkelijk is het, dat de verkoping in de affiche op een en dezelfde dag staat gepland. In zeven van de tien eerder genoemde akten betreffende een publieke verkoping wordt de datum genoemd waarop een perceel publiek is geveild met de mededeling dat het de volgende dag finaal is afgeslagen “en alzo is verkogt geworden”. In de resterende drie akten wordt vermeld dat het HGMK Ledenbulletin 22, 1998
perceel publiek is verkocht, zonder vermelding van de verkoopdatum of -data. 3.2. Bewaard gebleven veilconditiën. De voorwaarden zijn in principe bij elke verkoping anders. Het gaat immers telkens om een ander perceel. Een enkel voorbeeld: In 1800 worden het Heeren-logement en het huis dat tot dan een geheel vormde met het logement, apart verkocht. Een voorwaarde bij de verkoop: “De deur welke zijn communicatie heeft aan het geannexeerde perceel, genaamt het Heeren-logement, moet voor altoos zijn digt gespijkert” (ORAB 1230-131). De regels voor het verloop van de openbare verkoping zijn kennelijk ook niet bij elke verkoping dezelfde. Ze kunnen per plaats/regio verschillen. Dat blijkt uit akten die elders zijn opgemaakt. In een akte uit 1796 wordt gesproken over een verkoping “en stilo locaal” (ORAB 1230-28). In een akte uit 1803 staat dat het eigendom wordt verkocht “naar stijle locaal”(ORAB 1230-270). Het plaatselijk gebruik was dus van belang. In dit artikel gaat het vooral om de regels zoals die min of meer algemeen bij openbare verkopingen gehanteerd worden. Er was kennelijk nog geen papier beschikbaar met algemene voorwaarden die bij elke verkoping van kracht waren. Gelukkig liggen er in het Rijksarchief te Haarlem twee documenten met de voorwaarden van een openbare verkoping (ORAB 1232A). Het zijn officiële stukken op gezegeld papier. A. “Conditien verkoping van afbreuk van de heere huijzinge en stallinge van de hofsteede Den Eenhoorn, geleegen binnen de steede Beverwijk aan het zuydeynde van de Agterweg, gehouden binnen de steede Beverwijk op den 5e december 1767”. B. “Conditien en voorwaarde van verkoop van een huijs, erv, groote thuyn en stallinge, geapproprieert tot een logement genaamt De Plaats Royaal, staande binnen de steede Beverwijk aan de Breedstraat, beneffens nog een stallingh en wagenhuys staande meede binnen de steede Beverwijk in de Peeperstraat, te samen in een koop, gehouden op den 29 october 1768”. De condities voor de koop van (het afbreken van) De Eenhoorn beslaan 19 pagina’s. Het hele document is met de hand geschreven door Jan van der Cocq, secretaris van de stede Beverwijk, die tevens notaris was ter stede Beverwijk, van 1754 tot 1777. Eerst is er de beschrijving van wat er wel en niet bij de koop hoort. Aan het einde ervan staat ter afronding het alles omvattende zinnetje: “ende dat alles (is) zo en in dier voege als dezelve perceelen nu zijn en bij de kopers gezien of te zien zijn geweest”. Voor het schrijven van de condities voor de koop van het logement De Plaats Royaal had dezelfde secretaris Jan van der Cocq niet meer dan zeven pagina’s nodig. Het lijkt me, dat er in juridische zin geen grote verschillen zijn. De stukken hebben eenzelfde opbouw en ze ademen eenzelfde sfeer. 59
“Aldus geveijlt verkogt en borgen gestelt als hier voren is genoteert binnen de steede Beverwijk ten huijze van Cornelis Robbers. casteleijn in het heeren logement op den 5e December 1767. In kennisse van mij J.v.d.Cocq secrets. NB. het halve rantsoen ter somme van f 43:12:8 den bode competeerend, aan hem voldaan den 28 Oct(o)b(er): 1767. J.v.d.Cocq secret(ari) s. Alle het rantsoen bij mij meede ontfangen. J.v.d.Cocq secrets”.
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
3.3. Betalen met grof geld, en andere regels. De regels en voorwaarden voor de verkoping worden in hun juridische samenhang achter elkaar opgesomd, zonder enige nummering. Voor het gemak heb ik ze enigszins onderverdeeld. a. In beide gevallen moet er met grof geld betaald worden: “de betaling (zal) moeten werden gedaan in groff zilver hollands geld off goude rijders, geen minder specie dan sesthalven, dog geensints schellingen heele halve off quart rijxdaalders”. Het woord ‘grof’ heeft nog niet de kwalijke bijklank die het tegenwoordig kan hebben. b. De betaling geschiedt uiterlijk per 1 mei van het komende jaar. “De koper off kopers zullen hunne uytgeloofde kooppenningen gehouden weezen te betalen in eener somme, voor off op den eersten mey van den aanstaanden jaere aan handen en ten huyze van den secretaris deezer steede Beverwijk” (Eenhoorn). Voor Royaal moet de betaling van de kooppenningen zelfs “voor heeren scheepenen deezer stede” plaats vinden. De rol van de overheid is dus aanzienlijk. c. Behalve de koopprijs moet het rantsoen betaald worden, meteen na de verkoping. Het is de vergoeding voor het werk van de secretaris en de bode, “van ieder bij hun uytgeloofde gulden koopsoms een stuyver” (Eenhoorn). Bij alle verkopingen rond 1800 is het rantsoen 5% van de verkoopprijs, voor de bode en de secretaris samen. In de marge bij veel transportakten van publieke verkopingen wordt vermeld hoe het Rantsoen wordt berekend: één stuiver per gulden. Maar bij de verkoop van Royaal krijgt de bode maar een duit en over het rantsoen voor de secretaris wordt niet gerept. Er gaan acht duiten in een stuiver. Normaliter is het rantsoen dus een fors bedrag, het dubbele van de overdrachtsbelasting. d. De koper of kopers moet(en) twee goede en suffisante (=solide) borgen hebben. Hun aanwijzing moet naar genoegen zijn van de verkoper. 60
“De borgen moeten affstand gedaan (te) hebben van de benificien Ordinaris seu excussionis en divisionis, meede brengende dat de heer verkoper zijn keus heeft de geheele schuld, zonder deselve te splitsen, te verhalen aan de principaal off aan de borgen, ofte aan een van hen allen die ‘t hem goed dunken zal”. Vooral de paragraaf over de koper en de borgen is bij de Eenhoorn uitgebreid. Van de twee borgen moet er minstens een in Beverwijk woonachtig zijn. Wie niet in Beverwijk ‘gedomicilieerd’ is, moet zich onderwerpen aan “de judicatuure deezer stede”. Mocht dat later nodig blijken, dan moeten de koper en/of borg die niet uit Beverwijk komen, in afwachting van de beslissing van het gerecht tijdelijk hun intrek nemen in het Beverwijkse Heeren-logement. e. Mocht blijken dat de koper toch geen geschikte borgen heeft, dan mag de verkoper het pand opnieuw laten verkopen “tot voordeel van den heer verkoper indien daar meerder van komt en tot nadeel van den gebreckige koper indien daar minder van komt”. f. Wie een bod doet, kan niet op zijn bod terugkomen. “Die bod doet, zal gehouden weezen zijn geboden bod gestand te doen tot dat hij wert ontslagen alwaer dat door een ander hoger bod gedaan word”. g. Roepen twee kopers tegelijkertijd “mijn”, dan beslist de bode wat er moet gebeuren. “Wanneer geschil mogte ontstaan tusschen twee off meer meynders, wie dat in het mijnen het voorwoord heeft, zal den bode de koop mogen gunnen aan die ‘t hem goeddunken zal off anders de opveylinge opnieuw mogen doen en in slag leggen tot dat het onderschijdenlijk zal zijn gemeynt ende dat alles na zijn goeddunken zonder teegenzeggen off protesteeringe van iemand”. h. “Op het eerste tweede en derde woort in het afslaan mag niet gemeynt werden”. De betekenis van deze bepaling is niet duidelijk. Wellicht wordt hiermee voorkomen, dat iemand op de gok al “mijn” wil roepen als de
afslager begint met het geijkte zinnetje: “Ik vraag daarboven....”. i. De bode of de veilingmeester beslist in elk geval van twijfel. “Den bode off veylder behout in het veylen en afslaan alle misverstand aan zig zelven”. Misschien bleef het aantal exemplaren van de Conditiën per verkoping maar beperkt tot één, namelijk het exemplaar dat ter inzage werd gelegd. In het bewaard gebleven exemplaar betreffende De Eenhoorn heeft de secretaris nauwkeurig het resultaat vermeld van het prijzen of bieden (1120 gulden) en van wat er in de afslag gemijnd werd (100 gulden), de naam van de koper Jan Stuyt uit Alkmaar en van zijn borgen Louis van de Elst uit Beverwijk en Jan Schuurman uit Alkmaar. Later, op 19 mei 1768 noteert hij, dat hij van Jan Stuyt f 1220 heeft ontvangen. Pieter Nauta uit Beverwijk wordt voor f 525 koper van de bijbehorende, maar af te breken stalling (opbod 475, afslag 50). Zijn borgen: Huijbert Hilffers en Gilles de la Chambre. Jan van der Cocq ontvangt het geld van Pieter op 5 mei 1768. Op zijn beurt krijgt veilingmeester B.G. van den Velde zijn geld van de secretaris. Hij tekent voor ontvangst van f 1745 op 14 juni 1768. Cornelis Ribbers koopt De Plaats Royaal voor f 2250. Zijn borgen: Anthonij Zaal en Gijsbert van Holland. De datum van de betaling wordt niet in de Conditiën vermeld. 3.4. De functie van het trekgeld of plokgeld. Uit de afrekening van de secretaris wordt duidelijk waarom het woord trekgeld zo’n goed woord is. Het geld werd gegeven aan degene die het bod het verst omhoog trok. Jan van der Cocq noteert: Trekgeld f 14:-:- gepresen bij Pieter Nauta op f 1120:-:f 28:-:- niet getrokken op de verhoging van f 400:-:De veilingmeester heeft kennelijk nog geprobeerd om het bod 400 gulden hoger op te trekken, misschien heeft hij erbij gezegd, dat de bieder daarmee f 28 trekgeld kon verdienen. Maar er werd niet hoger geboden. Behalve (het afbreken van) de Eenhoorn werd ook de bijbehorende stalling verkocht. Over het trekgeld staat in de Conditiën genoteerd:
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
Trekgeld f 7 getrokken bij Huybert Hilffers op f 475 Trekgeld f 7 niet getrokken op f 125 (Huijbert Hilffers is een van de twee borgen van Pieter Nauta die zelf de stalling koopt. We zijn er toch, zullen ze gedacht hebben, Waarom zullen we niet een gokje wagen). Bij de verkoop van De Plaats Royaal wordt over het plokgeld niets gemeld. 3.5. De hoogte van het trekgeld of plokgeld. Het trek- of plokgeld was vaak een mooie gelegenheid om een extraatje te verdienen. In paragraaf 3.4 blijkt het te gaan om f14,- op een bedrag van f1120,- , nauwelijks meer dus dan 1%, en om f7 op een bedrag van 475, dus ongeveer 11/2% . Er is in het Rijksarchief nog een ander document, waarop het plokgeld staat genoteerd. Het gaat daarbij om een stuk d.d. 30 oktober 1801. Daarin geeft het stadsbestuur van Beverwijk opdracht om in publieke veiling 11 percelen wei-of hooiland te verkopen, samen ongeveer 30 morgen groot bij de Pruimendijk. De landerijen worden op woensdag 18 november 1801 publiek geveild en op de 19e aan de meest biedende bij afslag verkocht ten huize van C. Aldus, in het Heeren-Logement te Beverwijk. In de lijst is door de secretaris Marcus Hendrik Ogelwight zoveel ruimte opengelaten dat hij later de namen van de kopers en van de borgen (twee per koop) kan invullen, alsmede de bedragen. perc. op- af- to- plok- % van nr. bod slag taal geld opbod 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
2675 2500 725 1975 1975 950 1525 690 2000 1275 1675
61
30 - - - - - - - 20 - -
2705 2500 725 1975 1975 950 1525 690 2020 1275 1675
20 20 10 16 16 14 14 10 16 14 14
0,75 0,80 1,38 0,81 0.81 1.47 0.92 1.45 0.80 1.10 0.84
Trekgeld f 14 gepresen bij Pieter Nauta op f 1120 f 28: niet getrokken op de verhoging van f 400:,,:,, In affslagh gemeijnt op f 100 koper Jan Stuijt tot Alkmaer voor f 1220:,,:,, Borgen Louis van der Elst wonende alhier en de hr: Jan Schuurman wonende tot Alkmaer”.
Uit dit overzichtje blijkt, dat men zich van de hoogte van het plokgeld geen overdreven voorstelling mag maken. Plokken of plukken is eigenlijk zoveel pakken als je met een hand kunt vasthouden, geeft Van Dalen aan bij het woord plokgeld. (Tegenwoordig is bedrag voor het plokgeld vastgesteld op 1%, belastingvrij. Het is een toevallige bate). Bij deze verkoping valt het op, dat er slechts twee keer “mijn” geroepen wordt, beide keren overigens door de mensen die zelf ook het hoogste opbod deden. 3.6. De veilingkosten. Onder de Conditiën voor het logement De Plaats Royaal noteert secretaris Jan van der Cocq nauwkeurig als “gereede kosten”: * voor het weeshuys der steede Beverwijk drie duyten per gulden koopsoms f 42: 3:12 * den bode 1 duyt per gulden f 14: 1: 4 * camergeld (zaalhuur waarschijnlijk) f 20: -: * voor de voorwaarden met het zeegel f 20:16: Betaald den 19 Janu: 1769 f 97: 1: De secretaris ontvangt het bedrag pas na 82 dagen, terwijl de veilingkosten toch direct na afloop van de verkoping betaald moesten worden. (Elk bedrag staat vermeld in guldens, stuivers en penningen. Zestien penningen maken één stuiver, 20 stuivers een gulden). Bij de verkoop van De Eenhoorn en de stalling, samen voor f 1745 schrijft Jan van der Cocq in de marge van de Conditiën, dat hij “alle het rantzoen” ontvangen heeft. Nog voor het einde van het jaar 1767, namelijk op 28 december, betaalt hij van het rantsoen f 43:12:8 de helft aan de bode. De andere helft kan hij in eigen zak steken.
“Breestraat omstreeks 1880”. (Uit fotoarchief gemeente Beverwijk).
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
3.7. De veilingmeesters of veylders. De rol van de veilingmeesters is belangrijk bij publieke verkopingen. Dat is uit de laatste drie, vier regels van paragraaf 3.3. wel duidelijk geworden. Wie waren die veylders? Bij de verkoop van de Eenhoorn is het de weledele gestrenge heer Mr. Bartholomeus Gerard van den
62
Velde, scheepen der stad Alkmaar enz. enz. die de publycque opveijling en afslagh ‘presenteert’. Hij komt later bij de secretaris het koopgeld ophalen (zie 3.3). Bij de veiling van De Plaats Royaal lijkt alles wat eenvoudiger te gaan. De heer Jan Plaat, wonende alhier (Beverwijk dus), verzorgt de presentatie bij deze “publycque vijlinge”. 4. Gedwongen publieke verkoping. 4.1. Salut ! Salut. Dat woord staat, met het uitroepteken, in de kop van een officiële acte waarin de verkoop van een huis wordt gemeld. Als de lezers van dat bericht zo opvallend begroet worden, dan moet er iets bijzonders aan de hand zijn. Dat is ook zo. Het gaat om een executieve verkoop op 3 juni 1796 in het Heeren-logement te Beverwijk. De basis voor die gedwongen verkoping is “zeker vonnis van het Collegie van Rechtsoeffening der stede Beverwijk op den 4e december 1795 contra Stephan Bolmeijer”. Andries de Wolff had om het vonnis gevraagd. Zonder zo’n vonnis had het niet tot een gedwongen verkoop kunnen komen. Het is het eerste en enige voorbeeld dat ik tot nu toe heb gevonden van een niet-vrijwillige verkoping in Beverwijk. 4.2. De voorbereidingen tot de executoriale verkoping. Het blijkt mogelijk om na te gaan, waarom het in Beverwijk tot een executieverkoop komt (ORAB 1187). Andries de Wolff is timmerman te Beverwijk. Hij heeft in de jaren 1791 en 1794 voor Stephan Bolmeijer gewerkt aan zijn huis in Beverwijk en zijn tuin in Wijk aan Duin. Andries heeft een rekening gestuurd voor geleverd hout, arbeidsloon en spijkers, samen voor f 59:17:—. Op de Rechtdag, gehouden op 4 december 1795 is de rekening nog steeds niet voldaan. Als gedaagde verklaart Stephan, dat hij van mening is, dat Andries het geld verdiend heeft. Hij zegt het geld aan de eiser te willen betalen, zo gauw hij het heeft. Hij is niet onwillig, maar hij moet het eerst vangen van degene die de schade veroorzaakte. Het comité van justitie gaat in op het verzoek van de eiser, dat het huis en de tuin van de gedaagde verkocht mogen worden, als hij de rekening van de eiser en de kosten van de rechtzaak niet betaalt. Huis en tuin worden executabel verklaard. De bode krijgt de opdracht het vonnis uit te voeren. Na deze rechtzitting wordt de eiser “triumphant” genoemd en de gedaagde “gecondemneerde” (veroordeelde). Tijdens een rolzitting op 26 februari 1796 wordt een oproep geformuleerd aan allen die enig recht hebben of denken te hebben op het huis en erf van Stephan Bolmeijer. Ze moeten zich “ilico” (op staande voet) melden. Laten ze verstek gaan, dan zullen ze een eeuwig stilzwijgen opgelegd krijgen. Op 22 april is er weer een regtdag. De procureur van Andries de Wolff vraagt aan het gerecht om met de voorbereiding van de verkoping op 3 juni 1796 voort te mogen gaan. Hij laat zien, dat “alle de kerk en marktdags gebo-
den ter deezer stede door de gerechtsbode alhier behoorlijk geëxploieteerd (zijn)”. Het college gaat akkoord met het verzoek en gaat tevens in op het verzoek dat Andries de Wolff laat doen als “eisscher, triumphant en executant” om twee leden van het comité aan te wijzen “om met den hoofdschout en secretaris deezer stede behoorlijk geadsisteerd te staan over de executieve verkooping”. De twee leden zijn Christiaan Stumphius en Thomas de Wolff, de hoofdschout heet Jan van Blarkom en de secretaris Marcus Ogelwight. 4.3. “Bij de uitgang van den brandende waschkaars”. Twee weken na de gedwongen publieke verkoping op 3 juni 1796 schrijft secretaris Marcus Ogelwight een officieel verslag in het boek, waarin alle transporten (verkopen) worden genoteerd (ORAB 1230-004). Het is jammer dat er van deze gedwongen verkoping geen mapje met conditiën bewaard is gebleven. Nu moeten de voorwaarden en regels voor de verkoping uit de inhoud van deze akte worden afgeleid. a. De secretaris maakt melding van het feit dat het gerecht heeft kunnen verifiëren dat alle proclamatiën van kerk- en marktgeboden” naar behoren zijn gedaan. Het was kennelijk de taak van de bode om de verkoping op gezette tijden duidelijk aan te kondigen op plekken waar veel mensen bijeen komen: de kerk en de markt. Hij zal dat schriftelijk, geschreven of gedrukt, hebben gedaan. Anders hadden de proclamaties door de procureur van Andries de Wolff niet ter verificatie getoond kunnen worden. Maar wellicht kon hij bij voorbeeld met rekeningen aantonen dat een stadsomroeper reclame voor de veiling had gemaakt. In het verslag spreekt de secretaris niet alleen over kerk- en marktdagsgeboden, maar hij meldt dat is aangetoond dat de bekendmakingen ook bij “andere solemniteiten” (plechtige gebeurtenissen) te horen of te zien zijn geweest. b. Het was kennelijk ook in Beverwijk de gewoonte om bij een publieke verkoop een kaarsje te gebruiken. Na een bod moest er in elk geval ruimte zijn voor een volgend bod. Maar hoe lang moest een veilingmeester daarop wachten? Daarom werd er een kaars aangestoken. Pas bij het uitgaan van dat kaarsje was het voor iedereen duidelijk, dat er geen volgend bod meer zou/kon komen. De secretaris meldt, dat “bij de uitgang van den brandende waschkaars op den 3e juny 1796 ten huise van Pieter Muller, castelein in het logement alhier, verkocht is zeker huis en erve, staande en geleegen alhier in de Kloosterstraat, belend met Johannes Geerling ten zuidoosten en Anthonie George Swaanenbeek ten noordwesten, als wanneer daarvan koper is gebleeven Jan van Blarcom voor de somma van twee hondert vijftien guldens”. c. Zoals eerder al vastgesteld, komt de verkoop twee weken later aan de orde tijdens een rolzitting van het gerecht. Aan de secretaris is “verhaald de verkoping van het voorschreeve huis en erve, of iemand daarvoor iets meerder HGMK Ledenbulletin 22, 1998
wilde bieden; en na diversche oproepingen en verhooging is daar met het ligten en trekken van het zegel van den wasche en brieven van decrete koper geworden Jan van Blarcom voor de somma van twee hondert sestien guldens”. Daarmee wordt duidelijk dat Jan van Blarkom pas “mijn” had geroepen, toen de afslager bij het aftellen bij de laatste gulden gekomen was. Zo kon hij nog even het plokgeld binnenhalen. d. Het college van rechtsoefening keurt vervolgens goed en bekrachtigt de beschreven verkoping en de gevolgde procedures. Het onterft de ‘geëxecuteerde’ Stephan Bolmeijer en alle anderen die enig recht op het huis willen laten gelden, behalve natuurlijk Jan van Blarkom en zijn erfgenamen. Deze Jan van Blarkom is overigens niet een min of meer toevallige koper. Hij is bij de verkoping in functie aanwezig. Hij is immers de hoofdschout! (zie 4.2.) Drie maanden later verkoopt hij het huis “uit de vrije hand” aan Anthonie George Swaanebeek die in de Kloosterstraat naast Stephan Bolmeijer woonde. De nieuwe verkoopprijs wordt f 300,- (ORAB 1230-011). 5. In Nederland geen veilingen met kaarsjes meer. Lange tijd was het een wettelijk voorschrift dat bij publieke veilingen rekening moest worden gehouden met het plaatselijk gebruik. Waar had het gebruik om een kaarsje te aan te steken tijdens een publieke veiling, in Nederland het langst stand gehouden? Via de Notaristelefoon kreeg ik het advies te bellen naar de voorzitter van de
63
“Uit de Volkskrant van 21 november 1997”.
ring Roermond. Notaris Wanders vertelde me, dat hij wel gehoord had over het aansteken van stompjes kaars die een minuutje brandden, maar in de praktijk had hij het nooit gezien. Onlangs hoorde hij over een verkoping in de Belgische Kempen, waar dit gebruik nog leefde. In Nederland worden publieke veilingen sinds 1 januari 1992 onder gelijke voorwaarden gehouden. De condities zijn gestandaardiseerd. Er worden geen kaarsjes meer aangestoken. In de Volkskrant van 21 november 1997 staat een verslag van de verkoop van een kasteel in Normandië. Het werd onlangs verkocht. “Op de tafel van veilingmeester Dreverhaven staat een kaars, waarmee hij na het `eenmaal` of àndermaal` een klein oliepitje aansteekt, dat een seconde of vijf blijft branden. De laatste bieder voordat het pitje ‘derdemaal` dooft, is de gelukkige eigenaar. Maar bij elk tegenbod steekt de veilingmeester een volgend pitje aan”. Met dank aan A. Schweitzer en B.M.A. Batenburg. Go Stavenuiter, Heemskerk, 7 december 1997.
ORAB-1230, folio 4. Allen de geenen die deezen letteren zullen zien of hooren leezen; Salut! Alzo Andries de Wolff, woonende alhier, eerst eijscher, daar na triumphant en thans impetrant van executie uit kragte van zeker vonnis van het Collegie van Rechtsoeffening der stede Beverwijk op den 4e december 1795 contra Stephan Bolmeijer, meede alhier woonachtig, eerst gedaagde, daar na gecondemneerde; ende na alle behoorlijke proclamatien van kerk- en marktdags-geboden en andere solemniteiten te hebben geobserveert, bij de uitgang van den brandende waschkaars, op den 3e juny 1796 ten huise van Pieter Muller, castelein in het logement alhier, verkocht is zeker huis en erve, staande en geleegen alhier in de Kloosterstraat, belend met Johannes Geerling ten zuidoosten en Anthonie George Swaanebeek ten noordwesten, als wanneer daar van koper is gebleeven Jan van Blarcom voor de somma van twee hondert vijftien guldens; zo is deeze tegenwoordige brieven op huiden dato dezes, als dag prefix daar toe gesteld, gebracht ter rolle, met wasch en zegel daar bij, bereid om te bezeegelen en is aldaar bij den secretaris verhaald de verkoping van het voorschreeve huis en erve, of iemand daarvoor iets meerder wilde bieden; en na veele diversche oproepingen en verhooging is daar van met het ligten en trekken van het zegel van den wasche en brieven van decrete koper geworden Jan van Blarcom voor de somma van twee hondert sestien guldens:
HGMK Ledenbulletin 22, 1998
64
zo is het dat het collegie van rechtsoeffening der stede Beverwijk bij deezen approbeert en ratificeert de voorschreeve verkoping en procedures in deezen gedaan en gehouden; onterft den voornoemde geëxecuteerde ende alle andere die eenig regt, actie ofte toezeggen aan ofte op het voorschreeve huis en erve zoude willen pretendeeren: ervende daar inne mits deezen voornoemde Jan van Blarcom, zijne erve ende nakomelingen, ofte actie en regt van hem hebbende, om het zelve huis ende erve te mogen gebruiken, behouden en bezitten als vrij eigen goed, naarvolgende de voorschreeve koop en de inhoud van deezen: ontbieden en beveelen daar om den voorschreeve geëxecuteerde ende alle anderen (des noods) hunne handen te houden en te trekken van het voorschreeve huis en erve ende daar meede latende bewerden den voornoemde Jan van Blarkom ofte actie van hem hebbende in den maniere voorschreeve; met impositie aan den geëxecuteerde en alle anderen (des noods) van een eeuwig stilzwijgen en silentium. Aldus gedaan in judicio der stede Beverwijk, den 17e juny 1796. En ten oirconde der waarheid, zoo is deeze door twee leden van het collegie van rechts oeffening gezeegeld. In kennisse van mij, M. H. Ogelwight, secretaris.