BIJLAGE I: Samenstelling Begeleidingscommissie
Leden begeleidingscommissie Evaluatie Milieuconvenanten Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijk Ordening en Milieubeheer 1. Dhr. Ir. J. (Hans) van der Vlist (directeur-generaal Milieubeheer) voorzitter; 2. Dhr. Mr. Ing. J.H. (Jaap) Enter (plaatsvervangend directeur-generaal Milieubeheer) vicevoorzitter; 3. Dhr. Mr. P.B.A.(Paul) Klaassens (DGM, DSB), Opdrachtcoördinator Evaluatie Milieuconvenanten; 4. Mw. Mr. S. (Saskia) Bartel (DGM, DSB); 5. Mw. Mr. C.R. (Christine) Langius (CS/DJZ); 6. Dhr. Ir. C. (Cees) Hoppener (DGM/KVI). VROM-Inspectie 7. Dhr. Ir. J.M.J. (John) Schoenmakers (Vakspecialist). Ministerie van Verkeer en Waterstaat 8. Dhr. Ir. J.P. (Jos) van Dalen (DG Water, Programmacoördinator Waterkwaliteit); 9. Dhr. V. (Volkert) Bakker (RIZA). Ministerie van Economische Zaken 10. Dhr. Drs. F.H.(Frits) von Meijenfeldt (Lid MT, Clusterleider Milieu & Energiebesparing, DG Ondernemingsklimaat, Directie Bedrijven); 11. Dhr. Ir. M.(Meindert) Witvliet (DG Ondernemingsklimaat, Directie Bedrijven, Cluster Milieu & Energiebesparing). Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij 12. Dhr. Ir. J. (Jaap) Verhulst (Afdelingshoofd Milieu en Water, Directie Groene Ruimte en Recreatie). VNO-NCW 13. Dhr. Drs. E.W.A. (Wiel) Klerken (Hoofd Milieuzaken). MKB-Nederland 14. Dhr. Ing. H.H. (Han) de Groot (Vertegenwoordiger MKB-Nederland). Stichting Natuur en Milieu 15. Mw. Mr.M.A. (Marga) Robesin (Beleidsmedewerker team Product en Bedrijf). Interprovinciaal Overleg (IPO) 16. Dhr. Ir. E.J.M. (Erik) van der Werf (Provincie Gelderland, IPO-programmamanager Doelgroepenmanagement Industrie); 17. Dhr. Drs. A. (Arie) Deelen (DCMR, Lid directieteam; hoofd afdeling procesindustrie). Unie van Waterschappen 18. Dhr. Ing. H. (Erik) Kraaij (Hoofd Water); 19. Mw. Ir. M.I. (Marianne) Mul (Beleidsmedewerker Water en Milieu). Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) 20. Dhr. Ing. W. (Wim) Schell (Coördinator doelgroepbeleid milieu en industrie).
74
BIJLAGE II: Onderzochte convenanten en respondenten
A.
MILIEUCONVENANTEN MET PRIVATE PARTIJEN (64)
Overzicht respondenten bij vervallen convenanten: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
Kwikoxydebatterijencode • Geen respondent; secundaire literatuur gebruikt Drankverpakkingenverklaring • Geen respondent; secundaire literatuur gebruikt PETP-flessen • Geen respondent; secundaire literatuur gebruikt Vrachtwagenconvenant • Dhr. Baarbé (Ministerie VROM) • Dhr. Pereboom (RAI) Alkalinebatterijen. • Geen respondent; secundaire literatuur gebruikt Spuitbussenconvenant • Dhr. Zwager (Ministerie Verkeer & Waterstaat); • Dhr. Kwisthout (Ministerie VROM) Convenant Verpakkingen I • Mevrouw Epema-Brugman Energiebesparing bestaande Woningvoorraad • Mevrouw De Haas (Ministerie VROM) • Dhr. Koedam (Aedes) Convenant Houten Binnentrappen • Dhr. Josephus Jitta (Ministerie VROM) • Dhr. Jacobs (Nederlandse Bond van Timmerfabrikanten) Jongerenconvenant • Dhr. Van der Ven (Gerrichhausen & Partners) • Dhr. Berg (I-mission) Convenant Kunststofafval Land- en Tuinbouw • Dhr. Roos (Ministerie VROM); • Dhr. Van Wijk (Stichting Folined); SEP-convenant • Dhr. Van der Werf (Provincie Gelderland, IPO) Bestuursovereenkomst Uitvoering Meerjarenplan Gewasbescherming • Dhr. Leendertse (Centrum Landbouw en Milieu) Overeenkomst Uitvoering Milieubeleid Bloembollensector • Dhr. Melis (Provincie Noord-Holland) Intentieverklaring Inzamel- en verwerkingssysteem Gebruikt Verpakkingsglas • Dhr. Van Beek (SVM Pact); • Dhr. Notten (Stichting Kringloop Glas); Intentieverklaring Inzamel- en Verwerkingssysteem Oud-papier en -karton • Dhr. Van Hilten (Stichting Papier Recycling Nederland); Reductieplan Koolwaterstoffen 2000 • Dhr. Kaiser (Infomil); ROM-project RIJNMOND • Dhr. Boomsluiter (ROM Rijnmond); Convenant Duurzaam Bouwen • Dhr. Maessen (NOVEM) Dieselakkoord • Dhr. Van Dijk (Ministerie V&W) • Dhr. de Waardt (VERN) • Dhr. Enthoven (KNV)
75
BIJLAGE II: Onderzochte convenanten en respondenten
Overzicht geldende convenanten 2001 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25.
Wasmiddelenconvenant • Dhr. Bey (Nederlandse Vereniging van Zeepfabrikanten) Krattenconvenant • Dhr. Kwisthout (Ministerie VROM) • Dhr. Jonker Roelants (Centraal Brouwerij Kantoor); Gewasbeschermingsmiddelenconvenant • Dhr. Lutgert (STORL) Asbest-frictie-convenant • Dhr. Josephus Jitta (Ministerie VROM); • Dhr. Pereboom (RAI Vereniging); Convenant Afvalstoffenproblematiek Binnenvaart • Dhr. Nuhoff (Rijkswaterstaat directie Zuid-Holland); VOTOB-convenant • Mevr. Sol (Ministerie van Sociale Zaken); • Dhr. Bruinsma (VROM-Inspectie); Ladingrestanten uit Duwbakken • Dhr. Nuhoff (Rijkswaterstaat directie Zuid-Holland); • Dhr. Veldman (CBOB); Bodemsaneringsprotocol Tankstations • Dhr. Schipper (Stichting Subat) Intentieverklaring Basismetaalindustrie • Dhr. Ligtvoet (FO-Industrie); Convenant Groen Label • Dhr. Crijns (KIWA NV) Convenant Kunststofafval Industrie • Dhr. Roos (Ministerie VROM); • Dhr. De Ruijter (NRK); Convenant Papiergeïsoleerde Kabelresten • Dhr. Hosting (Milieuvisie Nederland); Intentieverklaring Chemische Industrie • Dhr. Faber (FO-Industrie); Milieubeleidsovereenkomst Grafische Industrie en Verpakkingsdrukkerijen • Dhr. Venhuis (FO-Industrie); Beleidsverklaring Milieutaakstellingen Bouw 1995 • Dhr. Van Leeuwen (Nationaal DuBo-centrum); Intentieverklaring Uitvoering Milieubeleid Zuivelindustrie • Dhr. Faber (FO-Industrie); Intentieverklaring Uitvoering Milieubeleid Olie- en Gaswinningsindustrie • Dhr. Faber (FO-Industrie); Convenant inzake Bodemsanering NS-percelen • Dhr. Edelman (Projectbureau Bodemsanering in De Kempen); Intentieverklaring Uitvoering Milieubeleid Textiel- en Tapijtindustrie • Dhr. Stulp (FO-Industrie); Intentieverklaring Uitvoering Milieubeleid Papier- en Kartonindustrie • Dhr. Jacometti (FO-Industrie); Convenant Glastuinbouw en Milieu • Dhr. Ebbens (NOVEM); Convenant Verpakkingen II • Mevrouw Epema-Brugman; Convenant benchmarking energie-efficiency • Dhr. Van der Kolk (KPMG Milieu); Convenant AVI’s • Dhr. Pfeiffer (KEMA); Handvest Duurzaamheid HBO • Dhr. De Vos (Steunpunt Handvest Duurzaamheid HBO); 76
BIJLAGE II: Onderzochte convenanten en respondenten
26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37.
38. 39.
Milieuconvenant Zwembaden, Sporthallen en Kunstijsbanen • Dhr. Hutjes (NOVEM); Intentieverklaring Vleesindustrie • Dhr. Faber (FO-Industrie); Intentieverklaring Rubber- en kunststofverwerkende industrie • Dhr. Jacometti (FO-Industrie); Convenant bodemsanering Noord Nieuwelandsepolder-Zuid te Maassluis • Dhr. Oude Boerrigter (Grontmij); Convenant Kolencentrales en CO2-reductie • Dhr. Vlieg (Ministerie VROM); • Mevr. Berendes (EnergieNed); Convenant bodemsaneringsbijdrageregeling voor de sanering van in gebruik zijnde en blijvende bedrijventerreinen • Dhr. Kerkhoven (MMG Advies); Bestuursovereenkomst Gelderse Vallei • Dhr. De Kruif (Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei); Plan van aanpak Kanaalzone Zeeuwsch-Vlaanderen • Dhr. Bruinsma (VROM-Inspectie); Intentieverklaring metaalelectro-industrie • Dhr. Stulp (FO-Industrie); Intentieverklaring gasfabrieksterreinen Gelderland • Dhr. Braams (Landsadvocaat); Overeenkomst Amsterdamseweg te Arnhem • Dhr. Braams (Landsadvocaat); Overeenkomst beheer ‘Handboek herstel/saneringstechnieken’ • Dhr. Van der Gun (Bodembeheer BV); Milieubeleidsadvies betonmortel- en betonproductenindustrie • Dhr. Jacometti (FO-Industrie) Convenant afvalstoffen Visserij • Dhr. Langenberg (Ministerie Verkeer en Waterstaat) • Dhr. De Boer (Visserij coöperatie Urk)
77
BIJLAGE III: Overzichtlijsten van niet-onderzochte convenanten
B.
CONVENANTEN MET OVERHEIDSPARTIJEN (73)
1.
Intentieverklaring Bodemsanering voormalige gasfabriekterreinen NoordHolland Convenant CSG Amersfoort Convenant Biliton Convenant Ciboga Convenant Krimpenerwaard Intentieverklaring de Kempen Convenant Fascinatio Rivium-Noord Convenant Sveaparken Convenant Kanaaloevers Apeldoorn Uitvoeringscontract Hollandsche Ijssel Intentieverklaring Tungelroyse beek Convenant bodemsanering gasfabrieksterreinen Zeeland Overeenkomst inzake bodemsanering Industriepark 9 te Zelhem Convenant gasfabrieksterreinen Binckhorst enGaslaan Convenant herinrichtingsprojecten Tungelroyse beek Overeenkomst bodemsanering Zuiderhaven Intentieverklaring gasfabrieksterreinen (algemeen) Bestuursovereenkomst sanering asbestbevattende wegen Twente Convenant bodemsanering Steenwijkerdiep Convenant Vogelmeerpolder Intentieverklaring bodemsanering gronden Staatsbosbeheer Noord-Holland ROM-Zuidoost Friesland Convenant De Venen 1998 BOK Gewest Kop van N-H BOK Gewest Gooi en Vechtstreek BOK Flevoland BOK Drenthe BOK Regionaal Orgaan Amsterdam BOK Noord-Brabant BOK Groningen BOK Limburg BOK provincie Gelderland BOK West-Friesland BOK Noord-Kennemerland Bestuursovereenkomst Overijssel Bestuursovereenkomst Utrecht BOK Zeeland BOK Zuid-Holland BOK Haaglanden BOK regio Zuid-Holland Zuid BOK Stadsregio Rotterdam BOK regio Zaanstreek BOK regio Waterland BOK Gewest Ijmond BOK Friesland Convenant Klimaatbeleid Intentieverklaring Bodemsanering Gronden Staatsbosbeheer Drenthe Convenant uitwisseling milieugegevens Bestuursovereenkomst Amstelland en de Meerlanden Bestuursovereenkomst samenwerking Milieuhandhaving Noord-Holland
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50.
51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73.
78
Bestuursovereenkomst sanering asbestbevattende wegen Harderwijk en omgeving Bestuursovereenkomst Regio Haarlemmermeer/Haarlem Bestuursovereenkomst landelijke ontwikkeling windenergie Intentie afspraken Verstedelijking provincie Limburg Intentie-afspraken verstedelijking provincie Overijssel Intentie-afspraken verstedelijking KAN Intentie-afspraken Verstedelijking Gelderland, Overijssel, Stedendriehoek Intentie-afspraken verstedelijking provincie Zeeland Intentie-afspraken verstedelijking provincie Flevoland Intentie afspraken verstedelijking provincie Utrecht, Amersfoort Intentie-afspraken verstedelijking provincie Drenthe, Emmen Intentie Afspraken verstedelijking Twente Intentie afspraken verstedelijking Eindhoven Intentie afspraken verstedelijking provincie Noord-Brabant Intentie afspraken verstedelijking Leidse Regio Intentie afspraken verstedelijking Drechtsteden Intentie afspraken verstedelijking Stadsregio Rotterdam Intentie afspraken verstedelijking Bestuur regio Utrecht Intentie afspraken verstedelijking Regionaal Orgaan Amsterdam Intentie afspraken verstedelijking provincie Noord-Holland Intentie afspraken verstedelijking provincie Friesland Intentie afspraken verstedelijking regio Groningen en Assen Intentie afspraken verstedelijking stadsgewest Haaglanden
BIJLAGE III: Overzichtlijsten van niet-onderzochte convenanten
C. GESTAAKTE EN NOG NIET-ONDERTEKENDE CONVENANTEN (16) 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
16.
Convenant Netwerk RO Convenant inzake aangroeiwerende verven zoetwater pleziervaart Convenant luchtvaartemissies KLM Convenant kleiduivenschietbanen Handhaving Bouwstoffenbesluit Verhuisnorm Convenant Gevelonderhoud Convenant Spoorwegemissiegegevens Bestuurscontract HSL-Zuid Rijnswoude Project Mainportontwikkeling Rotterdam Bestuursconvenant BRG Saneringsovereenkomst Vosdank-Noord Convenant Bodemverontreiniging locaties Streekvervoerondernemingen Machtigingsconvenant IVOP/VROM Convenant verpakkingen III Convenant duurzaam bouwen particuliere sector woningbouw
79
BIJLAGE III: Overzichtlijsten van niet-onderzochte convenanten
D.
NIET-MILIEU CONVENANTEN (41)
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41.
Convenant College Sluitend Stelsel Convenant gegevensuitwisseling huursubsidie Belastingdienst Convenant maximale huurgrens huursubsidie Mantelconventant vernieuwing gegevensuitwisseling uitvoering huursubsidie Detailconvenant Uitwisselen inkomensgegevens huursubsidie Overeenkomt RIJ Den Engh Convenant Loket Sociale As Groningen Convenant Loket Sociale As Gouda Bestuursconvenant HSL-Zuid Bleiswijk Bestuursconvenant HSL-Zuid Bergschenhoek Bestuursovereenkomst HSL-Zuid A4 Alkemade Bestuursovereenkomst HSL-Zuid/A4 Jacobswoude Convenant verkoop Huurwoningen Convenant Nieuwe Woningen Convenant PMR Afhandeling eerste aanvraag huursubsidie en instelling klantcontactpunten Parkeerbeleid Cap-Gemini Nationaal accoord Wonen Convenant Amersfoort Vathorst Overeenkomst optimalisering (auto)infrastructuur Wederopbouwconvenant Roombeek-West (Enschede) Palenpest Convenant wedstrijden Convenant aanleg rijksweg A4 Leiden, Leiderdorp en Zoeterwoude Intentie-overeenkomst Amsterdam Zuid-as Bestuurlijke overeenkomst passage A4/HSL Hoogmade (Pergola) Convenant antenne installaties mobiele telefonie Intentie-overeenkomst nieuw sleutelproject centraal Breda Procesovereenkomst Spoorzone Delft Convenant Projectenspoor PMR Totaalconvenant Belastingdienst – DGVH Procesconvenant Landsdeel West Convenant Grondprijsbeleid Verklaring herhuisvesting TNO Bestuursovereenkomst en Uitvoeringscontract gebiedsgerichte inrichting landelijk gebied Uitvoeringscontract gebiedgericht beleid landelijk gebied 2001 Convenant samenwerking informatie-uitwisseling Vuurwerkbesluit Bestuurlijke overeenkomst Zuiderzeelijn Convenant samenwerking beveiliging en bescherming persoonsgegevens VROM en VWS Convenant samenwerking aangiften bij ministerie van VROM Overeenkomst integratie van Rijksweg 2 in VINEX-locaties Leidsche Rijn
80
BIJLAGE III: Overzichtlijsten van niet-onderzochte convenanten
E. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35.
MEERJARENAFSPRAKEN ENERGIE (35) Asfalt; Bedrijven MJA-OI; Supermarkten (CBL); Chemie; Fijnkeramiek; Grafische industrie; Grofkeramiek; Ijzergieterijen; Kalkzandsteen; Koel & Vrieshuizen; Metalelektro; Natwasserijen; Metallurgische ind.; NS (Ned. Spoorwegen); NVB (Banken); Olie & Gas; OBI; Rubber & Kunststof; Tapijt; Textiel; VVV (Verzekeraars); Tankopslag (VOTOB); BVE-veld; HBO (hoger beroepsonderwijs); Sport & recreatie; Verzorgingstehuizen (RMJO); WO (Universiteiten); Zorg (intramurale gezondh.zorg); Cacao; Fris; Groenten & Fruit; Koffie; MVO; Vlees; Zuivel.
81
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
Aconv Naam respondent: HET ANTWOORD IN BINNEN DE RANGE: 1 – 99999 Naam convenant: Goedemorgen / middag, u spreekt met @ van I&O Research. Wij voeren voor het Centrum voor Schone Technologie en Milieubeleid van de Universiteit Twente een onderzoek uit naar de evaluatie van milieuconvenanten in opdracht van het ministerie van VROM. Onlangs hebben we u een brief gestuurd omtrent een telefonische enquête die we in dat kader uitvoeren. (ENQ: bij de stellingen is het de bedoeling dat de respondent zo weinig mogelijk gebruik maakt van de neutrale (3) categorie. Ook bij de andere vragen moet niet te snel genoegen worden genomen met een weet niet-antwoord) 0a Heeft u onze brief ontvangen? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Ja Nee Weet niet Geen antwoord
Ga naar 0d Ga naar 0d Ga naar 0d
0b Heeft u de brief ook gelezen? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
0c
Ja Nee Weet niet Geen antwoord
Ga naar 0d Ga naar 0d Ga naar 0d
Mag ik u enkele vragen stellen? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Ja Nee Probeer afspraak Definitieve afspraak Afspraak met niet-nederlands sprekende Weigering (principieel) Weigering (geen tijd, te druk) Weigering (wel mondeling\schriftelijk) Weigering (overig) Weigering (geen toestemming; alleen bedrijven) Ziekte
82
Ga naar einde Ga naar einde Ga naar einde Ga naar einde Ga naar einde Ga naar einde
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
0d Mag ik u toch enkele vragen stellen? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Ja Nee Probeer afspraak Definitieve afspraak Afspraak met niet-nederlands sprekende
Weigering (principieel) Weigering (geen tijd, te druk) Weigering (wel mondeling\schriftelijk)
Ga naar einde Ga naar einde Ga naar einde
Weigering (overig) Weigering (geen toestemming; alleen bedrijven) Ziekte
Ga naar einde Ga naar einde
Ga naar einde
Het doel van dit interview is inzicht te krijgen in de onderhandelingsprocessen rondom het convenant, de positie van de doelgroep en de betrokken overheden daarin, het convenant zelf en de effecten ervan. 1
Welke functie vervulde u in het convenantsproces? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
<
> Als eerste willen we graag meer weten over de onderhandelingen VOORAFGAANDE aan de ondertekening van het convenant. 2
Wat was de belangrijkste reden waarom werd gekozen voor het inzetten van het instrument 'convenant'? Was dat: ENQ: antwoorden voorlezen ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Om vooruit te lopen op regelgeving Omdat regelgeving niet mogelijk was Om aandacht te vragen voor milieuprobleem (symbolisch beleid) Om een andere reden ________________________________________________________ Weet niet Geen antwoord N.v.t.
83
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
<> In dit interview maken we onderscheid tussen de betrokken overheden aan de ene kant, en de marktpartijen en hun vertegenwoordigers aan de andere kant. Deze marktpartijen noemen we de doelgroep van het convenant. 3
Wie nam het initiatief tot het convenant? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Overheid Doelgroep Overheid en doelgroep gezamenlijk Weet niet Geen antwoord N.v.t.
4
Hoeveel maanden (ongeveer) vergden de onderhandelingen om tot de ondertekening van het convenant te komen? VUL HET ANTWOORD IN
5
Graag willen we uw mening over de volgende stellingen. De stellingen gaan over het milieu-probleem waarop het convenant zich richt, en de positie van de doelgroep en de betrokken overheden daarin. Kunt u per stelling aangeven in hoeverre u het er geheel mee eens, eens, oneens, of geheel mee oneens bent? SELECTEER EEN ANTWOORD IN ELKE RIJ
De maatschappelijke druk rond het milieuprobleem was groot. De druk van de overheid op de doelgroep rond het milieuprobleem voorafgaand aan de ondertekening van het convenant was groot. De aard en omvang van het milieuprobleem waren duidelijk voor de betrokken overheden. De aard en omvang van het milieuprobleem was duidelijk voor de doelgroep. Voorafgaand aan het convenant was duidelijk welke mogelijke oplossingen voorhanden waren. De betrokken overheden waren bij de start van de onderhandelingen op de hoogte van mogelijke oplossingen. De doelgroep was bij de start van de onderhandelingen op de hoogte van mogelijke oplossingen. De betrokken overheden en de doelgroep waren het eens met elkaar over de wijze van aanpak van het milieuprobleem.
84
Gehe el Geen mee antOnee oneen Weet woor s niet d N.v.t. ns
Gehe el mee eens
Eens
Neutraal
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
6
De volgende stellingen gaan over de kenmerken van de doelgroep. Kunt u per stelling aangeven in hoeverre u het er geheel mee eens, eens, oneens, of geheel mee oneens bent? SELECTEER EEN ANTWOORD IN ELKE RIJ
De vertegenwoordigende organisatie van de doelgroep (bijvoorbeeld een brancheorganisatie) kon namens de leden onderhandelen. Er was sprake van dominante leden in de doelgroep, dat wil zeggen een of enkele leden die extra zichtbaar waren, veel macht hadden en vaak optraden namens de gehele doelgroep. Het imago van de doelgroep of het product van die doelgroep was gevoelig voor milieu-aspecten. De vertegenwoordigers van de doelgroep hadden bij de start van de onderhandelingen een duidelijk beeld over wat men wilde bereiken met de onderhandelingen. Gedurende de onderhandelingen hebben de vertegenwoordigers van de doelgroep gedreigd met het verplaatsen van de activiteiten naar het buitenland. Het verplaatsen van activiteiten van de doelgroep naar het buitenland was een reële optie. De doelgroep was bereid tot het nemen van eigen verantwoordelijkheid voor milieuproblemen. Leden van de doelgroep oefenden sterke druk uit op hun vertegenwoordigers in de onderhandelingen.
85
Gehe el Geen mee antOnee oneen Weet woor s niet N.v.t. ns d
Gehe el mee eens
Eens
Neutraal
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
7
De volgende stellingen gaan over de kenmerken van de betrokken overheden. Kunt u per stelling aangeven in hoeverre u het er geheel mee eens, eens, oneens, of geheel mee oneens bent? SELECTEER EEN ANTWOORD IN ELKE RIJ
De betrokken overheden hadden bij aanvang een duidelijk beeld over wat men wilde bereiken met het convenant. De afspraken in het convenant komen in belangrijke mate overeen met de oorspronkelijke inzet van de betrokken overheden. Het was voor de overheden een reële optie om alternatieve beleidsinstrumenten in te zetten wanneer de onderhandelingen mochten mislukken. Gedurende het onderhandelingsproces is ook daadwerkelijk gedreigd met de inzet van alternatieve beleidsinstrumenten, bijvoorbeeld regels of heffingen.
Gehe el Geen mee antOnee oneen Weet woor s niet N.v.t. ns d
Gehe el mee eens
Eens
Neutraal
<> De volgende vragen gaan over de relatie tussen betrokken overheden en de doelgroep VOORAFGAAND aan de ondertekening van het convenant. 8
Hoe kan het klimaat tijdens de onderhandelingen worden omschreven? Was er sprake van ENQ: antwoorden voorlezen ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Constructieve samenwerking Passieve medewerking Stevige onderhandeling Wantrouwen ten opzichte van elkaar Een conflictueuze situatie Weet niet Geen antwoord N.v.t.
86
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
9
Was er tijdens de onderhandelingen aanvankelijk vooral sprake van "schijnvoortgang" (om de brei heen draaien, relatief onbelangrijke of formele afspraken eerst afhandelen en dergelijke)? Was dat ENQ: antwoorden voorlezen ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Niet het geval Vooral in het begin De eerste maanden De eerste helft van de periode Eigenlijk voortdurend Weet niet Geen antwoord N.v.t.
10 Was er tijdens de onderhandelingen aanvankelijk vooral sprake van leren om te gaan met elkaar in dit nieuwe verband? Was dat ENQ: antwoorden voorlezen ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Niet het geval Vooral in het begin De eerste maanden De eerste helft van de periode Eigenlijk voortdurend Weet niet Geen antwoord N.v.t.
11 De volgende vragen zijn weer stellingen. Kunt u per stelling aangeven in hoeverre u het er geheel mee eens, eens, oneens, of geheel mee oneens bent? SELECTEER EEN ANTWOORD IN ELKE RIJ
De betrokken overheden en de vertegenwoordigers van de doelgroep in de onderhandelingen hadden een hoge mate van overeenstemming over de milieudoelen voor de sector. Voorafgaande aan de onderhandelingen over het convenant was er al veel samenwerking tussen betrokken overheden en de doelgroep. Voorafgaande aan de onderhandelingen over het convenant was er al veel vertrouwen tussen betrokken overheden en de doelgroep.
87
Gehe el Geen mee antOnee oneen Weet woor niet ns s d N.v.t.
Gehe el mee eens
Eens
Neutraal
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
12 Nu komen stellingen over de volgende fase in het proces namelijk het convenant ZELF. Kunt u per stelling aangeven in hoeverre u het er geheel mee eens, eens, oneens, of geheel mee oneens bent? SELECTEER EEN ANTWOORD IN ELKE RIJ
Het convenant kan voornamelijk worden beschouwd als symbolisch beleid. De doelstellingen van het convenant waren ambitieus. Het convenant was strenger dan bestaande regelgeving. De doelgroep wilde aanvankelijk aanzienlijk minder inspanningen verrichten dan uiteindelijk is afgesproken. De doelstellingen uit het convenant betroffen een duidelijke verbetering van de milieuperformance van de doelgroep ten opzichte van 'business-as-usual'. Naleving van het convenant leidt tot een verslechtering van de marktpositie van de doelgroep. De betrokken overheden wilden aanvankelijk aanzienlijk meer inspanningen zien dan uiteindelijk is afgesproken. De afspraken in het convenant zijn over het geheel genomen goed te handhaven. De leden van de doelgroep vinden de convenantafspraken eigenlijk te ver gaan. De achterban van de betrokken overheden vindt de convenantafspraken eigenlijk niet ver genoeg gaan.
Gehe el Geen mee antOnee oneen Weet woor s niet N.v.t. ns d
Gehe el mee eens
Eens
Neutraal
<> Dan gaan we weer over naar een volgende fase. Vaak is de ondertekening van het convenant niet het sluitstuk van de onderhandelingen. Over de concrete uitvoering wordt in veel gevallen nog nader overleg gevoerd. De volgende vragen hebben betrekking op deze fase, dus de onderhandelingen NADAT het convenant is getekend door de overheden en de doelgroep. We noemen deze fase het vervolgoverleg.
88
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
13 Hoe vaak vindt of vond het vervolgoverleg plaats? Was dat ENQ: antwoorden voorlezen ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Nooit Eenmalig Maandelijks Ieder kwartaal Jaarlijks Weet niet Geen antwoord
N.v.t.
Ga naar E
14 Wat was het belangrijkste onderwerp van gesprek tijdens het vervolgoverleg? Had dat betrekking op ENQ: antwoorden voorlezen ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Een nadere invulling van de doelstellingen Mogelijke maatregelen Zowel doelstellingen als maatregelen Weet niet Geen antwoord N.v.t.
15 Hoe kan het klimaat tijdens het vervolgoverleg worden omschreven? Was er sprake van ENQ: antwoorden voorlezen ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Constructieve samenwerking Passieve medewerking Stevige onderhandeling Wantrouwen ten opzichte van elkaar Een conflictueuze situatie Weet niet Geen antwoord N.v.t.
89
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
16 Was er aanvankelijk vooral sprake van "schijnvoortgang" (om de brei heen draaien, relatief onbelangrijke of formele afspraken eerst afhandelen en dergelijke)? Was dat ENQ: antwoorden voorlezen ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Niet het geval Helemaal in het begin De eerste maanden De eerste helft van de periode Eigenlijk voortdurend Weet niet Geen antwoord N.v.t.
17 Was er aanvankelijk vooral sprake van leren om te gaan met elkaar in dit nieuwe verband? Was dat ENQ: antwoorden voorlezen ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Niet het geval Helemaal in het begin De eerste maanden De eerste helft van de periode Eigenlijk voortdurend Weet niet Geen antwoord N.v.t.
18 Was er in het vervolgoverleg ook sprake van bereidwillige medewerking van overheden aan het verzwakken van de convenantverplichtingen? Was dat ENQ: antwoorden voorlezen ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Niet het geval Een enkele keer Soms Vaak Altijd Weet niet Geen antwoord N.v.t.
90
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
20 De volgende vragen zijn weer stellingen, allemaal over het vervolgoverleg. Kunt u per stelling aangeven in hoeverre u het er geheel mee eens, eens, oneens, of geheel mee oneens bent? SELECTEER EEN ANTWOORD IN ELKE RIJ
De verantwoordelijkheden van de betrokken overheden waren duidelijk. De verantwoordelijkheden van de vertegenwoordigers van de doelgroep waren duidelijk. De organisatie van het vervolgoverleg was duidelijk. Er is sprake van grote interpretatieverschillen tussen de betrokken overheden en de vertegenwoordigers van de doelgroep over de inhoud van de afspraken uit het convenant. Er was bij de doelgroep voldoende acceptatie van hun financiële bijdrage aan de uitvoering van het convenant. Er was bij de overheden voldoende acceptatie van hun (eventuele) financiële bijdrage aan de uitvoering van het convenant. Ruime aandacht werd besteed aan naleving van de verplichtingen door de leden van de doelgroep. Er werd veel aandacht besteed aan individuele inspanningen van leden van de doelgroep om de totale kosten zo laag mogelijk te houden. De vertegenwoordigers van de doelgroep hadden voldoende kennis van de sector om effectieve en haalbare maatregelen te vinden. De vertegenwoordigers van de doelgroep hadden bij aanvang een duidelijk beeld over wat men wilde bereiken met het vervolgoverleg. De vertegenwoordigers van de doelgroep hebben gedreigd met het verplaatsen van de activiteiten naar het buitenland. Het verplaatsen van activiteiten van de doelgroep naar het buitenland was een reële optie tijdens het vervolgoverleg. De gemaakte afspraken komen in belangrijke mate overeen met de inzet van de doelgroep. De betrokken overheden in het vervolgoverleg waren deskundig en goed geïnformeerd over de sector. 91
Gehe el Geen mee antOnee oneen Weet woor s niet N.v.t. ns d
Gehe el mee eens
Eens
Neutraal
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
De betrokken overheden hadden bij aanvang een duidelijk beeld over wat men wilde bereiken. De gemaakte afspraken komen in belangrijke mate overeen met de oorspronkelijke inzet van de betrokken overheden. Het was voor de overheden een reële optie om alternatieve beleidsinstrumenten in te zetten wanneer het vervolgoverleg mocht mislukken. Er is door overheden ook daadwerkelijk gedreigd met de inzet van alternatieve beleidsinstrumenten. In het vervolgoverleg zijn de oorspronkelijke afspraken verwaterd. Het vervolgoverleg leverde belangrijke nieuwe informatie op voor het oplossen van milieuproblemen in de sector. Het vervolgoverleg bevorderde daadwerkelijk een samenhangende aanpak van het milieubeleid voor de sector. Er werd voldoende alert gereageerd op gewijzigde omstandigheden. Het vertrouwen tussen betrokken overheden en de doelgroep is tijdens het vervolgoverleg toegenomen. Het vervolgoverleg bevorderde de mate van overeenstemming over de milieudoelen voor de doelgroep. De betrokken overheden zetten zich voldoende in om de gemaakte afspraken na te komen. De vertegenwoordigers van de doelgroep zetten zich voldoende in om de gemaakte afspraken na te komen. Het vervolgoverleg bevorderde de afstemming tussen de projecten in het kader van het convenant en het overheidsbeleid vanuit andere beleidsvelden.
<<E>> Het volgende onderdeel bevat vragen en stellingen over de laatste periode namelijk de uiteindelijke effecten van het convenant. 21 Is het convenant inmiddels beëindigd of loopt het nog door? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Beëindigd Loopt nog door
Weet niet Geen antwoord
N.v.t.
Let op doorverwijzing Let op doorverwijzing
92
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
22 Is er op dit moment voldoende inzicht in de mate waarin de doelen van het convenant zijn of worden bereikt? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Zeer goed inzicht Goed inzicht Neutraal Slecht inzicht Zeer slecht inzicht Weet niet Geen antwoord N.v.t.
23 Zijn de doelen die het convenant stelt gehaald? ENQ: deze vraag alleen als op vraag 21 ‘beëindigd’ is geantwoord. ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Ja Ten dele Nee Weet niet Geen antwoord
N.v.t.
Let op doorverwijzing Let op doorverwijzing
24 Hoe groot is de kans dat de doelen van het convenant binnen de gestelde termijnen worden gehaald? Is die kans ENQ: antwoorden voorlezen ENQ: deze vraag alleen als op vraag 21 ‘loopt nog’ is geantwoord ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Zeer groot Groot Neutraal Klein Zeer klein Weet niet Geen antwoord
N.v.t.
Let op doorverwijzing Let op doorverwijzing
93
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
25 Als de doelstellingen niet (geheel) gehaald zijn (of worden), wat is hiervan de oorzaak? ENQ: antwoorden NIET voorlezen ENQ: deze vraag alleen als vraag 23 is ‘ten dele’ of ‘nee’ en vraag 24 is ‘klein’ of ‘zeer klein’ MEERDERE ANTWOORDEN MOGELIJK
Te hoog ambitieniveau Vertraging in investeringstempo Onduidelijkheden in de uitleg of interpretatie van het convenant Oplossingen blijken minder eenvoudig uitvoerbaar of duurder dan verwacht De realisatie van de doelstellingen van het convenant worden onmogelijk door een aantal externe ontwikkelingen Free riders Gebrek aan motivatie bij de doelgroep Gebrek aan motivatie bij de overheden Anders, nl. ________________________________________________________ Weet niet Geen antwoord N.v.t.
26 Is er na ondertekening van het convenant een vorm van kosten-vereffening tussen leden van de doelgroep tot stand gekomen, om leden te compenseren die onevenredig grote inspanningen moesten leveren? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Ja Nee Weet niet Geen antwoord
N.v.t.
Ga naar vraag 29
27 Had deze kosten-vereffening betrekking op een zeer groot deel van de doelen, een groot deel van de doelen, een klein deel van de doelen of een zeer klein deel van de doelen van het convenant? ENQ: antwoorden voorlezen ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Zeer groot deel van de doelen Groot deel van de doelen Niet groot/niet klein deel van de doelen Klein deel van de doelen Zeer klein deel van de doelen Weet niet Geen antwoord N.v.t.
94
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
28 Was bij deze kosten-vereffening een zeer groot aantal leden van de doelgroep, een groot aantal leden van de doelgroep, een klein aantal leden van de doelgroep of een zeer klein aantal leden van de doelgroep betrokken? ENQ: antwoorden voorlezen ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Zeer groot aantal leden betrokken Groot aantal leden betrokken Niet groot/niet klein aantal leden betrokken Klein aantal leden betrokken Zeer klein aantal leden betrokken Weet niet Geen antwoord N.v.t.
95
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
29 De volgende vragen zijn weer stellingen. Kunt u per stelling aangeven in hoeverre u het er geheel mee eens, eens, oneens, of geheel mee oneens bent? SELECTEER EEN ANTWOORD IN ELKE RIJ
De afspraken van het convenant worden/werden goed nageleefd door de doelgroep. Alle individuele leden van de doelgroep hielden/houden zich aan de verplichtingen. Het convenant speelt een belangrijke rol bij het bereiken van de afgesproken doelstellingen. De betrokken overheden hebben de naleving van de afspraken in het convenant afgedwongen. Het convenant heeft geleid tot een positieve trendbreuk in de milieuprestatie van de doelgroep. Zonder het convenant waren de inspanningen van de doelgroep en de effecten vergelijkbaar geweest. Regelgeving had tot vergelijkbare prestaties van de doelgroep geleid. De houding van de doelgroep ten opzichte van milieuvraagstukken is dankzij het convenant verbeterd. Het convenant heeft geleid tot verdere product- of procesinnovaties bij de leden van de doelgroep, dat wil zeggen innovaties die niet al in het convenant waren opgenomen. Het convenant heeft verdere beleidsontwikkelingen door de overheden mogelijk gemaakt. Het convenant heeft geleid tot een betere samenwerking tussen overheden en de doelgroep. Dankzij het convenant hebben overheden en de doelgroep meer begrip gekregen voor elkaars standpunten. Het convenant heeft geresulteerd in meer kennis over de mogelijkheden om ambitieuze milieudoelstellingen te bereiken. De uitvoering van het convenant resulteert in sterke mate in de ontwikkeling van nieuwe methoden en technologieën. Het convenant scoort goed vanuit het oogpunt van minimalisatie van de totale kosten. 96
Gehe el Geen mee antOnee oneen Weet woor s niet N.v.t. ns d
Gehe el mee eens
Eens
Neutraal
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
De doelstellingen van het convenant hadden goedkoper bereikt kunnen worden door een andere verdeling van de verplichtingen over de doelgroep te kiezen Het convenant leidt tot minimalisatie van de bureaucratische en administratieve kosten (kosten overleg, monitoren, rapporteren) De fasering van maatregelen in het convenant maakt het de doelgroep mogelijk onnodig hoge kosten voor de doelgroep (bijvoorbeeld door vervroegde afschrijving, logistieke kosten of noodzakelijke tijdelijke oplossingen) te vermijden.
30 Het hele proces van het convenant overziend, waar lag het belangrijkste knelpunt. Lag dat ENQ: antwoorden voorlezen ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
In de onderhandelingen voorafgaand aan het convenant In de convenanttekst In het vervolgoverleg In de evaluatie van de bereikte resultaten Weet niet Geen antwoord N.v.t.
31 Tot slot willen we graag uw mening over enkele meer algemene stellingen. Kunt u per stelling aangeven in hoeverre u het er geheel mee eens, eens, oneens, of geheel mee oneens bent? SELECTEER EEN ANTWOORD IN ELKE RIJ
De doelgroep kan een belangrijke bijdrage leveren aan het bereiken van een duurzame samenleving. Convenanten zijn waardevolle beleidsinstrumenten. Convenanten kunnen ambitieuze milieudoelstellingen realiseerbaar maken. Het streven naar een duurzame samenleving binnen één generatie vanaf nu is te ambitieus. Overleg en samenwerking resulteren slechts in incrementele veranderingsprocessen.
97
Gehe el Geen mee antOnee oneen Weet woor niet N.v.t. ns s d
Gehe el mee eens
Eens
Neutraal
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
0 e U heeft voorafgaand aan dit gesprek een brief van ons ontvangen. Had u dit gesprek met ons ook gevoerd als u geen brief van ons ontvangen had? ÉÉN ANTWOORD MOGELIJK
Ja Nee Misschien Weet niet Geen antwoord N.v.t.
Dit was de laatste vraag van deze enquête. Hartelijk bedankt voor uw medewerking!
98
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
VRAGENLIJST DOSSIER-ONDERZOEK MILIEUCONVENANTEN
Algemeen -
Naam van het convenant
-
Wanneer zijn de onderhandelingen begonnen?
-
Datum ondertekening
-
Slotdatum van het convenant (of: onbepaald)
A.
-
B.
Effectiviteit Zijn er voortgangsrapportages beschikbaar? ja nee Is het convenant reeds eerder geëvalueerd? ja, hoe vaak en door wie: nee In welke mate bereikt het convenant zijn doelstellingen volgens de voortgangsrapportages en/of evaluaties? in zeer grote mate 1 2 3 4 5 in zeer geringe mate Efficiency Is er differentiatie in afspraken/doelstellingen aangebracht op basis van kenmerken van leden van de doelgroep? Ja in alle gevallen Meestal wel Soms wel, soms niet Meestal niet Nee
Indien differentiatie voorkomt: Is het aannemelijk dat de toegepaste differentiatie tot kostenbesparing leidt? Zeer waarschijnlijk 1 2 3 4 5 zeer onwaarschijnlijk -
Is er in het convenant voorzien in een kosten-vereffeningsregeling? ja nee
99
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
C.
Omstandigheden bij de totstandkoming van het convenant Wie hebben naast VROM/DGM deelgenomen aan het onderhandelingsproces dat leidde tot het convenant? (meerdere antwoorden mogelijk) Andere ministeries, met name provincies/IPO gemeenten/VNG Unie van Waterschappen branche-organisaties individuele leden doelgroep milieubeweging
-
Wie leidde namens de betrokken overheden de onderhandelingen? (afd. VROM / ander ministerie / IPO / VNG / …)
-
Welke organisatie leidde namens de doelgroep de onderhandelingen?
-
Waarop heeft het convenant met name betrekking? het productieproces / de bedrijfsvoering van de doelgroep een product van de doelgroep de retourlogistiek van een product van de doelgroep
-
In welke mate betreffen de afspraken de aanzienlijke delen van de bedrijfsvoering van de doelgroep? de integrale ‘bedrijfsvoering 1 2 3 4 5 slechts een deelaspect
Kenmerken van de doelgroep: -
In welke mate was er sprake van een sterke concurrentie binnen de doelgroep? Felle concurrentie 1 2 3 4 5 geen concurrentie
-
In welke mate was die concurrentie binnenlands (dus binnen de leden van de onderhandelende doelgroep) of internationaal Geheel binnenlands 1 2 3 4 5 geheel internationaal
-
Ongeveer hoeveel individuele leden telde de doelgroep? (orde van grootte, in termen van bedrijfslokaties)
-
In welke mate was er sprake van een homogene doelgroep? Homogene doelgroep 1 2 3 4 5 Heterogene doelgroep
-
Bestond er voorafgaande aan de onderhandelingen voor het convenant een duidelijke vertegenwoordiger van de doelgroep, bijvoorbeeld een branche-organisatie? Ja, meerdere organisaties Ja, één organisatie Nee, speciale organisatie is opgericht voor dat doel Nee
D. -
Kenmerken van het convenant zelf Hoeveel pagina’s beslaat het convenant? zonder bijlagen: met bijlagen:
100
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
-
Welk milieuprobleem betrof het? (hier de ‘ver’-thema’s) Wat is de juridische status van het convenant? Verbintenisscheppende overeenkomst Herenaccoord
-
Hoe verhoudt het convenant zich met bestaande regelgeving? Het convenant is voornamelijk aanvullend op de bestaande regelgeving Het convenant is voornamelijk vooruitlopend op de regelgeving Het convenant is voornamelijk vervangend t.a.v. al bestaande regelgeving Het convenant is voornamelijk vervangend t.a.v. eerder geplande regelgeving Het convenant staat los van bestaande regelgeving
-
Borging van de afgesproken maatregelen vindt plaats via bestaande regelgeving, bijvoorbeeld via opname in de milieuvergunning. Ja Nee
-
Wordt het convenant ondersteund door subsidieprogramma’s, bijvoorbeeld voor technologieontwikkeling? Ja Nee
-
In welke mate bevat het convenant afspraken omtrent de ontwikkeling van methoden en technologie voor toekomstige toepassing gericht op product- en/of procesinnovatie? in zeer grote mate 1 2 3 4 5 in zeer geringe mate
-
Indien relevant: In welke mate is ook de toepassing van deze methoden en technologie voor toekomstige toepassing in het convenant afgesproken? in zeer grote mate 1 2 3 4 5 in zeer geringe mate
-
Zijn er rapportageverplichtingen opgenomen in het convenant? Ja, namelijk (vorm en frequentie) Nee
-
Het convenant bevat concrete doelen. geheel mee eens 1 2 3 4
5 geheel mee oneens
-
Het convenant bevat kwantitatieve doelen. geheel mee eens 1 2 3 4 5 geheel mee oneens
-
Het convenant bevat concrete tussendoelen. geheel mee eens 1 2 3 4 5 geheel mee oneens
-
Het convenant bevat kwantitatieve tussendoelen. geheel mee eens 1 2 3 4 5 geheel mee oneens
-
Het convenant bevat concrete afspraken over hoe de doelen bereikt kunnen worden door de doelgroep. geheel mee eens 1 2 3 4 5 geheel mee oneens
-
Bevat het convenant met name inspannings- of resultaatverplichtingen voor de doelgroep? resultaat 1 2 3 4 5 inspanning 101
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
-
Bevat het convenant ook afspraken over de instelling van speciale organisatorische voorzieningen die de uitvoering van het convenant moesten begeleiden? Er is een aparte commissie/werkgroep/stuurgroep opgericht voor dit doel Deze taken zijn ondergebracht bij reeds bestaande organisaties Hierover zijn geen afspraken gemaakt
Handhaafbaarheid -
Het convenant bevat afspraken waarover nog verder onderhandeld moest worden in het vervolg-overleg. geheel mee eens 1 2 3 4 5 geheel mee oneens
-
Bevat het convenant passages over wat er moet gebeuren indien de (tussen-)doelen niet worden bereikt? in zeer grote mate 1 2 3 4 5 in zeer geringe mate
−
Bevat het convenant passages over de handhaving van de afspraken? in zeer grote mate 1 2 3 4 5 in zeer geringe mate
−
Wordt in het convenant aandacht besteed aan de vraag wie er verantwoordelijk is voor de handhaving van de afspraken? in zeer grote mate 1 2 3 4 5 in zeer geringe mate
-
In welke mate wordt er in het convenant aandacht besteed aan een aanpak van mogelijke freeriders? Hoe? In zeer ruime mate 1 2 3 4 5 in zeer gering mate
-
In welke mate bevat het convenant boeteclausules bij het niet nakomen van afspraken? in zeer grote mate 1 2 3 4 5 in zeer geringe mate
−
In welke mate i vastgelegd in de convenantstekst wat er met de voortgangsrapportages moet gebeuren? in zeer grote mate 1 2 3 4 5 in zeer geringe mate
−
Is een of meer van de volgende organisaties een rol toebedeeld in het convenant? Burgerlijk rechter Arbitragecommissie Inspectie Milieuhygiëne Handhavers bij lagere overheden OM en politie
−
Bevat het convenant verplichtingen voor de individuele leden van de doelgroep (bedrijven)? in zeer grote mate 1 2 3 4 5 in zeer geringe mate
−
In welke mate worden deze verplichtingen gespecificeerd naar de individuele leden? in zeer grote mate 1 2 3 4 5 in zeer geringe mate
−
Bevat het convenant verplichtingen voor de branche-organisatie? in zeer grote mate 1 2 3 4 5 in zeer geringe mate
−
Bevat het convenant verplichtingen voor overheden met vergunningverlenende en handhavende taken? in zeer grote mate 1 2 3 4 5 in zeer geringe mate 102
BIJLAGE IV: Vragenlijsten
−
Door welke marktpartijen is het convenant ondertekend? Alleen door de branchevereniging(en) Alleen door de leden van de doelgroep Zowel door de brancheverenigingen als door de leden van de doelgroep
−
Door welke overheden is het convenant ondertekend? Alleen door de centrale overheid/overheden, nl. : IPO VNG UvW overig:
E. −
Omstandigheden bij het vervolgoverleg over het convenant Is er na het afsluiten van het convenant vervolgoverleg geweest? Ja Nee
Zo ja: − Wie hebben deelgenomen aan het vervolgoverleg na afsluiting van het convenant (meerdere antwoorden mogelijk)? Dezelfde instanties die deelnamen aan de convenantsonderhandelingen Waren daar ook individuele leden van de doelgroep bij betrokken? Waren daar ook vertegenwoordigers van vergunningverlenende overheden bij betrokken? Waren daar ook procesbegeleiders (bijvoorbeeld van een adviesbureau) bij betrokken? −
Wie leidde namens de betrokken overheden de onderhandelingen tijdens het vervolgoverleg? (afd. VROM / ander ministerie / IPO / VNG / …)
−
Welke organisatie leidde namens de doelgroep de onderhandelingen tijdens het vervolgoverleg?
103
BIJLAGE V: Statistische informatie
Bivariate analyse ten aanzien van de doelbereiking van convenanten Kenmerken doelgroep en milieuresultaten
Vertegenwoordigende organisatie Dominante leden Omvang doelgroep Heterogene doelgroep
Bereiking doelen .19 (ns, 45)
Optreden trendbreuk .30 (.05; 44)
Verdere innovatie .42 (.01, 40)
.02 (ns, 45) -.22 (ns, 32) -.16 (ns, 58)
.43 (.00, 43) .05 (ns, 29) .08 (ns, 56)
.44 (.00, 40) .47 (.02, 26) .28 (.05, 49)
Kenmerken doelgroep en overige effecten
Dominante leden Heterogene doelgroep
Houding doelgroep .35 (.02, 43)
Beleidsontwikkelingen .20 (ns, 42)
Kennis
Samenwerking
Begrip
.30 (.05, 43)
.35 (.02, 45)
.30 (.05, 45)
.29 (.03, 59)
.33 (.01, 59)
Machtspositie doelgroep Verplaatsing niet reëel Imagoprobleem Internationale concurrentie
Optreden verdere innovatie .43 (.01, n=37) .42, (.01, n=40) .31 (.05, n=40)
Omgevingskenmerken en overige effecten
Maatschappelijk e druk Overheidsdruk Oplossingen bekend
Houding doelgroep .16 (ns, 44)
Beleidsontwikkelingen .02 (ns, 43)
Kennis
Samenwerking
Begrip
.06 (ns 44)
.06 (ns, 46)
.10 (ns, 44)
.26 (.09, 44) -.04 (ns, 44)
.19 (ns 43) -.33 (.03, 43)
.26 (.09, 44) -.31 (.04, 44)
-.10 (ns, 46) -.32 (.03, 46)
.11 (ns 46) -.37 (.01, 46)
104
BIJLAGE V: Statistische informatie
Convenantkenmerken en milieuresultaten Bereiking doelen Specificering doelen Concrete doelen .30 (.03, 58) Kwantitatieve doelen Benoemen concrete gedragsalternatieven Veel punten voor -.30 (.02, 58) verdere onderhandeling Verplichtingen voor .30 (.02, 58) individuele leden Ambitieniveau Convenant als symbolisch beleid Convenant strenger .29 (.04, 53) dan regelgeving Verbetering van ‘business-as-usual’ Leden vinden het convenant te ver gaan Afspraken over naleving en handhaving Passages omtrent niet bereiken doelen Passages over aanpak free-riders Boeteclausules .24 (.07, 58) Convenant goed te .23 (.07, 62) handhaven Flankerend beleid Borging via regelgeving
Optreden trendbreuk
Verdere innovatie
.23 (.09, 56)
-.42 (.00, 59) .27 (.08, 45) .36 (.01, 56)
.44 (.00, 51)
-.25 (.07, 56)
.31 (.02, 56)
.34 (.02, 49)
.32 (.02, 56)
.28 (.05, 49)
.29 (.04, 49)
105
BIJLAGE V: Statistische informatie
Convenantkenmerken en overige effecten Houding Beleidsdoelgroep ontwikkelingen Specificering doelen Concrete -.24 (.08, 52) doelen Kwantitatieve doelen Concrete .23 (.09, 57) tussendoelen Kwantitatieve .28 (.03, 57) tussendoelen Benoemen concrete gedragsalternatieven Concrete maatregelen in convenant Veel punten voor verdere onderhandeling Ambitieniveau Symbolisch beleid Ambitieuze .43 (.00, 56) doelstellingen Verbetering van .43 (.00, 57) .37 (.01, 55) ‘business-asusual’ Leden vinden het convenant te ver gaan Afspraken over naleving en handhaving Resultaatverplic .33 (.02, 52) htingen Passages omtrent niet bereiken doelen Passages over -.31 (.03, 52) handhaving Passages over aanpak freeriders Boeteclausules Flankerend beleid Borging via .23 (.09, 57) Regelgeving Ruimte voor interpretatieverschil Verschillen in vervolgoverleg
Kennis
Samenwerking
Begrip
.23 (.08, 59) .25 (.05, 59) .29 (.03, 59)
-.41 (.00, 59)
.35 (.01, 59)
,25 (.06, 59)
-.32 (.01, 63) .32 (.01, 60)
.35 (.01, 62)
.41 (.00, 58)
.42 (.00, 62) .27 (.04, 60)
-.24 (.07, 60)
.23 (.09, 57)
.23 (.08, 59)
.34 (.01, 59)
.34 (.01, 59)
.40 (.00, 59)
.22 (.01, 59)
.22 (.10, 59) .27 (.04, 57)
.37 (.00, 59)
-.26 (.06, 54)
106
-.23 (.09, 54)
BIJLAGE V: Statistische informatie
Multivariate analyses ten aanzien van doelbereiking Bereiken milieudoelen Standardized Beta Een stevig onderhandelingsklimaat ,337 Het convenant was strenger dan bestaande regelgeving. ,488 De afspraken in het convenant zijn over het geheel genomen ,211 goed te handhaven. Naleving van het convenant leidt tot een verslechtering van de -,509 marktpositie van de doelgroep. Tabel V.1: Verklaring van de mate waarin het convenant de milieudoelen bereikt Adjusted R2= 0,35)
Sign. ,021 ,002 ,128 ,001 (R2= 0,42;
Positieve trendbreuk in de milieuprestatie Standardized Beta Sign. In het convenant wordt aandacht besteed aan een aanpak van ,400 ,010 mogelijke freeriders De druk van de overheid op de doelgroep rond het ,324 ,013 milieuprobleem was groot. Er was sprake van dominante leden in de doelgroep, dat wil ,489 ,002 zeggen een of enkele leden die extra zichtbaar waren, veel macht hadden en vaak optraden namens de gehele doelgroep. De leden van de doelgroep vinden de convenantafspraken -,327 ,016 eigenlijk te ver gaan. Het convenant kan voornamelijk worden beschouwd als -,302 ,026 symbolisch beleid. Tabel V.2: Verklaring van de mate waarin het convenant heeft geleid tot een positieve trendbreuk in de milieuprestatie van de doelgroep (R2= 0,51; Adjusted R2= 0,44) Optreden verdere product- of procesinnovaties Standardized Beta Sign. ,503 ,001 De doelstellingen uit het convenant betroffen een duidelijke verbetering van de milieuperformance van de doelgroep ten opzichte van business-as-usual . Het convenant bevat passages over wat er moet gebeuren ,429 ,004 indien de (tussen)-doelen niet worden bereikt Er was sprake van dominante leden in de doelgroep, dat wil ,204 ,184 zeggen een of enkele leden die extra zichtbaar waren, veel macht hadden en vaak optraden namens de gehele doelgroep. Buitenlandse concurrentie -,325 ,019 De betrokken overheden wilden aanvankelijk aanzienlijk meer ,308 ,044 inspanningen zien dan uiteindelijk is afgesproken. Tabel V.3: Verklaring van de mate waarin het convenant heeft geleid tot verdere product- of procesinnovaties bij de leden van de doelgroep, dat wil zeggen innovaties die niet al in het convenant waren opgenomen (R2= 0,59; Adjusted R2= 0,51)
Houding van de doelgroep Standardized Beta Sign. De doelstellingen uit het convenant betroffen een duidelijke ,455 ,002 verbetering van de milieuperformance van de doelgroep ten opzichte van business-as-usual . Het convenant bevat kwantitatieve tussendoelen. ,366 ,012 Een homogene doelgroep ,227 ,109 Tabel V.4: Verklaring van de mate waarin de houding van de doelgroep ten opzichte van 2 2 milieuvraagstukken dankzij het convenant is verbeterd (R = 0,33; Adjusted R = 0,28)
107
BIJLAGE V: Statistische informatie
Samenwerking tussen overheden en de doelgroep Standardized Beta Sign. In het convenant wordt aandacht besteed aan een aanpak van ,458 ,002 mogelijke free-riders Het convenant bevat met name inspanningsverplichtingen -,269 ,055 Voorafgaande aan het convenant was duidelijk welke mogelijke -,375 ,005 oplossingen voorhanden waren. Frequentie van het vervolgoverleg ,309 ,019 Het convenant kan voornamelijk beschouwd worden als -,222 ,086 symbolisch beleid Tabel V.5: Verklaring van de mate waarin het convenant heeft geleid tot een betere 2 2 samenwerking tussen overheden en de doelgroep (R = 0,56; Adjusted R = 0,49)
Verdere beleidsontwikkelingen Standardized Beta Sign. De doelstellingen van het convenant waren ambitieus. ,414 ,001 De betrokken overheden in het vervolgoverleg waren deskundig ,398 ,002 en goed geïnformeerd over de sector. Het convenant bevat met name inspanningsverplichtingen -,402 ,002 De druk van de overheid op de doelgroep rond het milieu,269 ,033 probleem was groot. Tabel V.6: Verklaring van de mate waarin het convenant verdere beleidsontwikkelingen door de overheden mogelijk heeft gemaakt (R2= 0,51; Adjusted R2= 0,46)
108
BIJLAGE V: Statistische informatie
Bivariate analyse ten aanzien van de effectiviteit van convenanten Convenantkenmerken en effectiviteit Naleving Naleving door individuele doelgroep leden Specificering doelen Concrete .29 (.04, 53) doelen Kwantitatieve doelen Concrete tussendoelen Kwantitatieve tussendoelen Ambitieniveau Symbolisch -.34 (.01, -.31 (.02, beleid 59) 57) Ambitieuze doelstellingen Verbetering van ‘business-asusual’ Leden vinden -.51 (.00, het convenant 57) te ver gaan Afspraken over naleving en handhaving Resultaatverplic .26 (.06, 53) htingen Passages omtrent niet bereiken doelen Passages over .24 (.10, 53) handhaving Passages over aanpak freeriders Boeteclausules .30 (.03, 55) .35 (.01, 53) Flankerend beleid Borging via Regelgeving Ruimte voor interpretatieverschil Interpretatievers -.41 (.00, -.28 (.06, chillen in 50) 50) vervolgoverleg
Rol van het convenant
Zonder convenant vergelijkbaar
Regelgeving vergelijkbaar
Overheden afgedwongen
.30 (.02, 59)
.22 (.10, 57)
.25 (.05, 59)
.29 (.03, 57)
.22 (.09, 59) .22 (.10, 59)
-.37, (.00, 63) .32 (.01, 62) .30 (.02, 60)
.32 (.01, 59)
.31 (.02, 62) -.33 (.01, 61) -.31 (.02, 59)
-.32 (.02, 57)
-.23 (.08, 58) .25 (.06, 57)
.29 (.03, 59)
-.24 (.007, 58)
.26 (.05, 59) -.22 (.10, 58)
109
.25 (.07, 57)
BIJLAGE V: Statistische informatie
Multivariate analyses ten aanzien van de effectiviteit Naleving Standardized Beta Sign. ,155 ,253 Voorafgaande aan de onderhandelingen over het convenant was er al veel samenwerking tussen betrokken overheden en de doelgroep. Het convenant bevat boeteclausules bij het niet nakomen van ,211 ,100 afspraken De leden van de doelgroep vinden de convenantafspraken -,446 ,001 eigenlijk te ver gaan. De afspraken in het convenant zijn over het geheel genomen ,287 ,039 goed te handhaven. De vertegenwoordigende organisatie van de doelgroep kon ,312 ,016 namens de leden onderhandelen. Tabel V.7: Verklaring van de mate waarin de afspraken van het convenant goed worden nageleefd door de doelgroep (R2= 0,55; Adjusted R2= 0,48)
Vergelijking met regelgeving Standardized Beta Sign. De aard en omvang van het milieuprobleem waren duidelijk voor ,394 ,007 de betrokken overheden. Het verplaatsen van activiteiten van de doelgroep naar het ,429 ,003 buitenland was een reële optie. De betrokken overheden en de doelgroep waren het eens met -,469 ,001 elkaar over de wijze van aanpak van het milieuprobleem. Een homogene doelgroep ,398 ,007 Voorafgaande aan het convenant was duidelijk welke mogelijke ,217 ,097 oplossingen voorhanden waren. De doelstellingen van het convenant waren ambitieus. -,338 ,013 Tabel V.8: Verklaring van de mate waarin regelgeving tot vergelijkbare prestaties van de doelgroep had geleid (R2= 0,63; Adjusted R2= 0,54)
Rol van het convenant Standardized Beta Sign. De doelstellingen van het convenant waren ambitieus. ,276 ,081 Het convenant bevat concrete doelen. ,322 ,035 De vertegenwoordigers van de doelgroep hadden voldoende ,382 ,035 kennis van de sector om effectieve en haalbare maatregelen te vinden. Hoe vaak vindt of vond het vervolgoverleg plaats ,271 ,146 Tabel V.9: Verklaring van de mate waarin het convenant een belangrijke rol speelt bij het bereiken van de afgesproken doelstellingen (R2= 0,30; Adjusted R2= 0,22)
110
BIJLAGE V: Statistische informatie
Bivariate analyse ten aanzien van de efficiency van convenanten
Indicatoren Kenmerken milieuprobleem Druk van de overheid op de doelgroep Kennis overheden van mogelijke oplossingen voorafgaand aan onderhandelingen Kenmerken doelgroep, kenmerken overheid en kenmerken van hun relatie Vertegenwoordigende organisatie kan namens doelgroep onderhandelen Dominante, machtige leden in de doelgroep die optreden namens de gehele doelgroep Omvang doelgroep Kennis doelgroep mogelijke oplossingen bij start onderhandelingen Agenda van de milieuproblematiek duidelijk bij doelgroep De vertegenwoordigers van de doelgroep hadden zicht op effectieve en haalbare maatregelen Doelgroep machtig Verplaatsen van activiteiten van de doelgroep naar het buitenland was een reële optie Mate van traditie van samenwerking tussen doelgroep en overheden Convenant bevat afspraken waarover verder onderhandeld moet worden Kenmerken van het covenant De doelstellingen van het convenant waren ambitieus De doelstellingen betroffen een duidelijke verbetering van de milieuperformance Kenmerken van de convenantsprocessen Veel aandacht in het vervolgoverleg voor individuele inspanningen van leden van de doelgroep om de totale kosten zo laag mogelijk te houden
Samenhang (Pearson’s r) 0.34 consistent patroon vijf efficiency indicatoren 0.34
0.31 consistent patroon vijf efficiency indicatoren 0.38 consistent patroon vijf efficiency indicatoren 0.30 consistent patroon vijf efficiency indicatoren 0.46 0.38 0.24 consistent patroon vijf efficiency indicatoren 0.48 0.32 0.31 consistent patroon vijf efficiency indicatoren 0.28 consistent patroon vijf efficiency indicatoren 0.36 consistent patroon vijf efficiency indicatoren 0.34 0.49 consistent patroon vijf efficiency indicatoren
111
BIJLAGE V: Statistische informatie
Multivariate analyse ten aanzien van efficiency
Minimalisatie van de totale kosten Standardized Beta Sign Er werd veel aandacht besteed aan individuele ,583 ,000 inspanningen van leden van de doelgroep om de totale kosten zo laag mogelijk te houden. Voorafgaand aan de onderhandelingen over het ,250 ,084 convenant was er al veel samenwerking tussen betrokken overheden en de doelgroep. De vertegenwoordigers van de doelgroep hadden bij ,174 ,170 aanvang een duidelijk beeld over wat men wilde bereiken met het vervolgoverleg. Tabel V.11: Verklaring van de mate waarin het convenant goed scoort goed vanuit het oogpunt van minimalisatie van de totale kosten (R2= ,642; Adjusted R2= ,599)
Kostenbesparing door allocatie van individuele inspanningen
Standardized Beta -,411
Sign.
De doelgroep was bij de start van de onderhandelingen op de ,013 hoogte van mogelijke oplossingen Er was tijdens de onderhandelingen vooral sprake van -,330 ,038 ‘schijnvoortgang’ Voorafgaand aan het convenant was duidelijk welke mogelijke -,377, ,024 oplossingen voorhanden waren De betrokken overheden hadden bij aanvang een duidelijk beeld -,366 ,029 over wat men wilde bereiken met het convenant Tabel V.12: Verklaring van de mate waarin de doelstellingen van het convenant hadden goedkoper bereikt kunnen worden door een andere verdeling van de verplichtingen over de doelgroep te kiezen (R2= ,594; Adjusted R2= ,508)
Vermijding onnodige kosten door fasering
Standardized Beta ,333
Sign.
,046 Er was sprake van dominante leden in de doelgroep dat wil zeggen één of enkele leden die extra zichtbaar waren, veel macht hadden en vaak optraden namens de gehele doelgroep. De leden van de doelgroep vonden de convenant afspraken -,546 ,003 eigenlijk te ver gaan. Het convenant bevat concrete doelen. ,357 ,031 Frequentie van het vervolgoverleg -,639 ,001 Tabel V.13 Verklaring van de efficiency uitkomsten voor wat betreft de fasering van maatregelen (R2= ,388; Adjusted R2= ,324)
112
BIJLAGE V: Statistische informatie
Bureaucratische en administratieve kosten
Standardized Beta ,580
Sign.
Er werd veel aandacht besteed aan individuele inspanningen van ,001 leden van de doelgroep om de totale kosten zo laag mogelijk te houden. Het convenant bevat concrete afspraken over hoe de doelen -,393 ,016 bereikt kunnen worden door de doelgroep. Er was tijdens de onderhandelingen aanvankelijk vooral sprake -,380 ,011 van leren om te gaan met elkaar in dit nieuwe verband. Het verplaatsen van activiteiten van de doelgroep naar het ,347 ,031 buitenland was een reële optie. Tabel V.14: Verklaring van de efficiency uitkomsten voor wat betreft de bureaucratische en administratieve kosten (kosten overleg, monitoren, rapporteren) (R2= ,746; Adjusted R2= ,687)
Nieuwe methoden en technologieën
Standardized Beta ,850
Sign.
De vertegenwoordigende organisatie van de doelgroep ,000 (bijvoorbeeld een branche-organisatie) kon namens de leden onderhandelen. De druk van de overheid op de doelgroep rond het milieuprobleem ,553 ,000 voorafgaand aan de ondertekening van het convenant was groot. De betrokken overheden waren ij de start van de -,336 ,007 onderhandelingen op de hoogte van mogelijke oplossingen. Tabel V.15: Verklaring van de efficiency uitkomsten voor wat betreft de van de ontwikkeling van nieuwe methoden en technologieën (dynamische efficiency) (R2= ,848; Adjusted R2= ,817)
113
BIJLAGE VI: Workshopverslagen
Workshopverslagen In deze bijlage zijn de verslagen opgenomen van de workshops die zijn georganiseerd in het kader van het evaluatie-onderzoek naar milieuconvenanten. Per workshop wordt een overzicht geboden van de deelnemers, een karakterisering van de betrokken convenanten en de belangrijkste discussiepunten tijdens de workshop. De karakteriseringen van de convenanten zijn gebaseerd op dossieronderzoek, interviews die voorafgaande aan de workshops met deelnemers zijn gehouden, en de discussies tijdens de workshops zelf. Naast de genoemde aanwezigen waren bij iedere workshop aanwezig: Namens de opdrachtgever: Dhr. P. Klaassens VROM, opdrachtcoördinator Namens de opdrachtnemer: Dhr. K. Meijer PricewaterhouseCoopers, workshopleider Dhr. T. de Bruijn CSTM Universiteit Twente, projectleider Mevr. A. v/d Veer CSTM Universiteit Twente In het totaal zijn vijf workshops georganiseerd waarin bij voorkeur steeds een tweetal convenanten centraal stond, zie het schema hieronder. Workshop I Workshop II Workshop III Workshop IV Workshop V
Convenant Verpakkingen II Reductieplan KWS 2000 Convenant Energie uit Afval Overeenkomst uitvoering milieubeleid bloembollensector Convenant Benchmarking energie-efficiency Intentieverklaring metaal- en electrotechnische industrie Intentieverklaring chemische industrie Intentieverklaring uitvoering milieubeleid zuivelindustrie
114
BIJLAGE VI: Workshopverslagen
Workshop I: ‘Verpakkingen II’ en ‘KWS 2000’ Datum: Tijd: Plaats:
10 december 2002 10.00-12.30 uur Babylon zalencentrum
Aanwezigen: 1. Mevr. Adansar 2. Dhr. De Been 3. Dhr. Boot 4. Dhr. Bruring 5. Dhr. Clement 6. Dhr. Dek 7. Dhr. Van Duin 8. Dhr. Gianotten 9. Dhr. Hug 10. Dhr. Kröger 11. Dhr. Ter Morske 12. Dhr. Van Notten 13. Dhr. Verspoor 10. Dhr. Winkelaar 11. Dhr. Zijlstra
Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) Infomil Vereniging Nederlandse Petroleum Industrie Ministerie VROM Ministerie VROM Stichting merkartikelen Bureau B&G, namens Stichting Natuur en Milieu Nederlandse Frisdranken Industrie FME-CWM Stichting merkartikelen Stichting Verpakkingen en Milieu Stichting Kringloop Glas Sitmae Consultancy BV Vereniging van verf- en drukinktfabrikanten VNO-NCW
Kenmerken convenanten Convenant Verpakkingen II is een omvangrijk convenant bestaande uit een integratieconvenant en zes deelconvenanten. Het is de opvolger van Verpakkingen I, en de voorloper van Verpakkingen III. Het convenant is tot stand gekomen onder behoorlijke druk vanuit de overheid die ook met alternatieve instrumenten dreigde. Overheden en de doelgroep waren het vooraf niet eens over de doelen of de aanpak. De centrale doelstelling is de totale hoeveelheid te verbranden en te storten verpakkingsafval te beperken, via het verminderen van de hoeveelheid nieuw op de markt te brengen verpakkingen en het bevorderen van hergebruik. Het convenant richt zich op een sterk heterogene en brede doelgroep. Er is stevig onderhandeld, in een soms moeizame sfeer zowel voorafgaand aan het convenant als tijdens het vervolgoverleg. Tijdens het vervolgoverleg bleken er ook flinke verschillen van mening en interpretatie te bestaan tussen overheden en de doelgroep. Het convenant bevat redelijk concrete en kwantitatieve doelen, hoewel er enige onenigheid bestaat over de wijze waarop deze zijn geformuleerd. Een deel van de maatregelen wordt in het convenant gespecificeerd. Weinig aandacht is er in het convenant voor handhaving en free-riders. De afspraken in het convenant worden gezien als moeilijk handhaafbaar. Er bestaat enige onenigheid over de vraag in welke mate de doelen worden bereikt. KWS 2000 had als doelstelling om de emissies van vluchtige organische stoffen naar de lucht van de doelgroepen industrie, kleine bedrijven en huishoudens met tenminste 50 procent terug te brengen. Het convenant bevatte concrete, kwantitatieve doelstellingen, een duidelijk tijdpad en een overzicht van uit te voeren maatregelen. Voorafgaande aan het convenant bestond er een behoorlijke druk vanuit de maatschappij en de overheid. Overheden en doelgroepen waren het wel met elkaar eens over de wijze van aanpak. De onderhandelingen en het vervolgoverleg zijn constructief verlopen. Het convenant wordt gezien als een redelijk ambitieus programma. De afspraken zijn in het algemeen goed nageleefd, de doelstellingen zijn gehaald, en ook veel overige effecten zijn gerealiseerd. Het convenant speelde hierbij een belangrijke rol. Discussie In deze workshop was een belangrijk aandachtspunt in hoeverre een convenant een
115
BIJLAGE VI: Workshopverslagen
werkbare optie is voor een brede en heterogene doelgroep. Verder is gesproken over de keuze voor het instrument convenant in vergelijking met alternatieven, de succesfactoren, aandachtspunten bij het gebruik en de verhouding met andere instrumenten. Hieronder wordt de discussie puntsgewijs samengevat: • De kern van convenanten is het overdragen van verantwoordelijkheden van de overheid naar een doelgroep. Dit is een belangrijk motief voor overheden om te kiezen voor het instrument: via convenanten kan meer betrokkenheid bij en eigen initiatief van de doelgroep ontstaan. Een belangrijke randvoorwaarde is wel dat de doelgroep identificeerbaar moet zijn en bereid moet zijn de verantwoordelijkheid op te pakken. Bijvoorbeeld bij verpakkingen (vrijwel alle bedrijven in Nederland hebben er mee te maken) en KWS 2000, doelgroep cosmetica (bedrijven vaak onderdeel van buitenlandse moeder; convenant als instrument wordt in buitenland niet begrepen) is het de vraag of aan deze voorwaarde voldaan is. • De meerwaarde van een convenant voor het bedrijfsleven zijn: 1) het bedrijf wordt niet overvallen met maatregelen, 2) flexibiliteit van het bedrijf m.b.t. maatregelen, 3) najagen innovaties, 4) verinnerlijking, 5) vereenzelviging en 6) betrokkenheid. Tevens vormt de dialoog tussen de overheid en het bedrijfsleven een belangrijke rol (elkaars problemen kennen en (h)erkennen). • Het gezamenlijk een proces doormaken, uitdagen, zelf invullen - resulterend in draagvlak - speelt een belangrijke rol. De overheid krijgt dat nooit via wet- en regelgeving voor elkaar. Belangrijk in het proces is het persoonlijk proces, vertrouwen en contact. • Belangrijk is verder dat er een stok ’voor de deur’ is. De overheid mag er niet van uitgaan dat doelgroepen uit vrije wil maatregelen afspreken en uitvoeren die schadelijk zijn voor hun bedrijfsvoering. Doelgroepen hebben altijd een duidelijke motivatie waarom men bereid was een convenant te sluiten (bijvoorbeeld de dreiging van statiegeld bij verpakkingen of naverbranders bij KWS 2000). • Een belangrijke vraag blijft of er een alternatief was voor een convenant. Bij beide convenanten werd gewezen op een grote mate van complexiteit in thema’s en doelgroepen (verschillende ketens en verschillende partijen uit een keten) die regulering erg lastig zou hebben gemaakt. • De keuze is vaak niet tussen een convenant of wet- en regelgeving. Deze laatste is vaak een instrument om het convenant uit te voeren. • Naast directe milieu-effecten heeft het proces rondom convenanten ook zelfstandige betekenis. Het feit dat men met elkaar in gesprek is kweekt vertrouwen en vormt zo een goede basis voor andere beleidsinspanningen. Convenanten dragen ook bij aan een continu klimaat waarin (product-)innovaties vanuit milieu-optiek centraal staan. Convenanten weerspiegelen een leerproces; gaandeweg het traject leren overheden en doelgroepen welke stappen gezet moeten worden om milieudoelstellingen te realiseren. • In een convenant moeten de afspraken duidelijk beschreven staan (hoe, wat en wanneer). Voor de kleinere bedrijven die met KWS 2000 te maken hadden moesten bovendien maatregelen concreet worden gemaakt, anders blijft het te ongrijpbaar voor deze bedrijven. • De markt speelt een belangrijke rol; omdat verpakking een marketinginstrument is, omdat de markt wel moet vragen naar oplosmiddelarme verven. • Nazorg is belangrijk. Noodzakelijk is hierbij een goede faciliterende organisatie, een van de succesfactoren bij KWS 2000. Tevens spelen de handhaver en vergunningverlener een rol. • Monitoring is lastig, maar belangrijk. Duidelijk moet zijn wie verantwoordelijk is voor de monitoring, op welke wijze en wanneer.
116
BIJLAGE VI: Workshopverslagen
Workshop II: ‘Energie uit Afval’ en ‘Overeenkomst uitvoering milieubeleid bloembollensector’ Datum: Tijd: Plaats:
10 december 2002 14.00-16.30 uur Ministerie VWS
Aanwezigen: 1. Dhr. Basting 2. Mevr. Van Beek 3. Mevr. Van der Berg 4. Dhr. De Boer 5. Dhr. Brons 6. Dhr. Kamps 7. Dhr. Ludikhuize 8. Dhr. Pfeiffer 9. Dhr. Verburg 10. Dhr. Willaart 11. Dhr. Zandwijk
Ministerie LNV, directie Noordwest Koninklijke Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur Provincie Noord-Holland Novem Vereniging van Afvalverwerkers Ministerie V&W Afvalverbranding Zuid-Nederland KEMA Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) Ministerie VROM Koninklijke Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur
Kenmerken convenanten Convenant Energie uit Afval (convenant AVI’s) is gericht op de vergroting van de productie van energie uit door de afvalverbranders verwerkt afval. Het convenant kent een concrete doelstelling die ook redelijk kwantitatief is vastgelegd. Het convenant bevat ook een indicatie van te treffen maatregelen. De onderhandelingen waren stevig. De doelen van het convenant worden gehaald. De respondenten spreken zelfs over een trendbreuk. Ook overige effecten worden gerealiseerd. Opvallend is verder dat het convenant is ondertekend door de afvalverbranders individueel en de door hen opgerichte rechtspersoon VEREBA. Overeenkomst uitvoering milieubeleid bloembollensector betreft de integratie van het milieubeleid gericht op de bloembollensector en beoogt alle beleidsinspanningen bij elkaar te brengen en af te stemmen. Het convenant is tot stand gekomen onder behoorlijke maatschappelijke druk. De sector en met name de branche-organisatie (KAVB) trachtte zelf het initiatief te nemen om de maatschappelijke en politieke agenda te bepalen. De onderhandelingen zijn stevig geweest hoewel men het wel redelijk eens was over de te bereiken doelen; men moest leren omgaan met elkaar. Inhoudelijk is het convenant met name gericht op de aandachtsvelden gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen, reststoffen, gevaar, schade en hinder, en verdroging. Het convenant bevat concrete, kwantitatieve doelen. Het draagvlak bij de doelgroep moest duidelijk worden gewonnen. Het convenant wordt als moeilijk handhaafbaar gezien. Het vervolgoverleg is redelijk moeizaam verlopen. De doelbereiking is een punt van aandacht, hoewel de meningen hierover verschillen. Als oorzaken voor de tegenvallende effecten worden genoemd: een te hoog ambitieniveau, oplossingen die duurder of complexer bleken te zijn en een te geringe draagvlak. Discussie De discussie in deze workshop concentreerde zich met name rondom de rol die de structuur van de doelgroep speelt, de rol van de branche-organisatie daarbij en de betrokkenheid en coördinatie van verschillende overheden (rijk, provincies, waterschappen). Hieronder wordt de discussie puntsgewijs samengevat: • Zelfsturing is een sleutelwoord bij convenanten. Het gaat erom dat de doelgroep een grote mate van betrokkenheid heeft en ook kan hebben en zodoende een afspraak kan realiseren die herkenbaar en uitvoerbaar is. In dit kader is beeldvorming ook belangrijk. Hoewel soms via regelgeving hetzelfde bereikt zou kunnen worden, kan het voor de motivatie van een doelgroep van groot belang zijn om een en ander binnen het kader van 117
BIJLAGE VI: Workshopverslagen
• •
• •
• •
• •
•
•
een convenant af te spreken in plaats van ‘gedwongen’ te worden via regelgeving. Een convenant kan een vangnet zijn om iets te bereiken dat moeilijk afdwingbaar is. Een AMvB met veel vooroverleg is geen alternatief; de maatregelen die daar uit rollen zijn veel moeilijker uitvoerbaar; zeker nadat er een handhaafbaarheidstoets overheen is gegaan. Een convenant nodigt uit tot praktische en concrete maatregelen, en sluit aan bij de belevingswereld van de 'kleine' onderneming. Een convenant kan wel de opmaat zijn voor regelgeving. De motivatie van een doelgroep is belangrijk: ‘Voor wat hoort wat’. Soms kan die motivatie bestaan uit een externe dreiging (bijvoorbeeld door de milieubeweging bij bloembollen) of kan het convenant voorzien in een ruil (het belastingvoordeel voor AVI’s). Een convenantsproces kan niet zonder regisseur; een partij die de agenda bewaakt, zorgdraagt voor voortgang, etc. In dit verband is timing ook van belang: een convenant moet niet te vroeg worden getekend, immers dan kunnen nog onvoldoende concrete afspraken worden gemaakt. Ook niet te laat: dan herhalen discussies zich alleen maar. Een sterke intermediaire organisatie is belangrijk (bloembollen). De doelgroep moet verder goed georganiseerd zijn en een hoge mate van commitment hebben. Convenanten zijn veelal afspraken tussen ‘veelkoppige monsters’, met name aan overheidskant. Dat maakt afstemming noodzakelijk. Het feit dat alle partijen aan tafel zitten, is een van de voordelen van convenanten; een voordeel dat vooral bij het bloembollen-convenant speelde. Tegelijkertijd is het van belang dat sleutelpartijen ook allemaal vertegenwoordigd zijn om realistische en uitvoerbare afspraken te kunnen maken. Concrete doelen zijn belangrijk. Deze moeten helder en realistisch worden geformuleerd. Er dienen meer korte termijn doelstellingen in een convenant te staan. De looptijd van een convenant is over het algemeen lang. In het geval van bloembollen was de looptijd lang en vond veel overleg plaats. Door veel wisselingen van de wacht raakte het collectieve geheugen op en werden de doelen geherformuleerd. Daarom is het beter korte termijn doelstellingen te stellen. Een convenant moet uitgebreid aandacht schenken aan de wijze waarop monitoring zal plaatsvinden en welke conclusies worden verbonden aan mogelijke uitkomsten. Bij het afsluiten van een convenant is het dus belangrijk af te spreken wanneer een bepaald doel wel of niet gehaald is en om tevens een ontsnappingsclausule te vermelden, wanneer zich in de markt onverwachte omstandigheden gaan voordoen, waardoor het realiseren van doelen niet meer mogelijk is. De overheid moet betrouwbaar blijven. Op eerder gemaakte afspraken mag men niet terugkomen, anders zullen bedrijven bijvoorbeeld geen investeringen durven doen.
118
BIJLAGE VI: Workshopverslagen
Workshop III: ‘Convenant benchmarking energie-efficiency’ Datum: Tijd: Plaats:
12 december 2002 14.00-16.30 uur Ministerie VROM
Aanwezigen: 1. Dhr. Deelen 2. Dhr. De Hoog 3. Dhr. Klerken 4. Dhr. Mensink 5. Dhr. Pietersen 6. Dhr. Schyns 7. Dhr. Van Slobbe 8. Dhr. Veenenbos 9. Dhr. Vencken 10. Dhr. Vlieg 11. Dhr. De Vries
DCMR, Milieudienst Rijnmond DCMR, Milieudienst Rijnmond VNO-NCW Vereniging van Nederlandse Papier- en kartonfabrieken Corus Staal DSM Ministerie EZ Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie Novem Ministerie VROM Stichting Natuur en Milieu
Kenmerken convenant Benchmarking energie-efficiency is een relatief recent convenant, maar wordt door velen wel gezien als een heel belangrijk convenant. Het convenant is tot stand gekomen onder behoorlijke maatschappelijke en overheidsdruk. De doelgroep (energie-intensieve bedrijven) was bereid om haar eigen verantwoordelijkheid daarin te nemen. De onderhandelingen zijn redelijk stevig geweest. Men kon ook voortbouwen op reeds bestaande samenwerking en het onderling vertrouwen was groot. De doelstelling van het convenant is dat betrokken inrichtingen uiterlijk in 2012 behoren tot de wereldtop qua energie-efficiency. De verwachting die in het convenant wordt uitgesproken is dat dat een flinke reductie van de CO2-emissie oplevert. Het convenant bevat weliswaar concrete doelen, maar deze zijn niet gekwantificeerd in termen van CO2-emissie maar in termen van ‘behoren tot de wereldtop’. Het gaat met name om inspanningsverplichtingen, en als individuele resultaatverplichting het opstellen van plannen en het bereiken van de wereldtop. Het convenant bevat met name de afgesproken procedures betreffende het vaststellen van ‘de wereldtop’ die immers voor iedere bedrijfstak of zelfs ieder bedrijf anders kan zijn en wat er vervolgens dient te gebeuren (opstellen energie-efficiencyplan). In de praktijk betekent de wereldtop dat een onderneming grofweg tot de beste 10% moet behoren. Kanttekening daarbij is dat bedrijven ook CO2 reducties in het buitenland tot stand kunnen brengen. Overigens zijn op veel plaatsen ontsnappingsclausules ingebouwd. De tegenprestatie van de overheid is dat voor toegetreden ondernemingen geen additionele nationale maatregelen rondom energiebesparing worden opgelegd (dus bijvoorbeeld geen CO2-plafond, energiebelasting, etc.). Voor de uitvoering is een Commissie Benchmarking in het leven geroepen. Ten aanzien van monitoring is er een jaarlijkse rapportage-verplichting afgesproken. Het toegevoegde protocol laat nog wel behoorlijk wat ruimte voor interpretatie. Er is niet veel aandacht voor free-riders, maar dat is logisch gezien het feit dat ondernemingen op individuele basis kunnen toetreden tot het convenant. Het vervolgoverleg verloopt constructief, en is goed georganiseerd. De afspraken verwateren niet en partijen zetten zich voldoende in. De respondenten verwachten een hoge mate van doelbereiking. Discussie De discussie spitste zich met name toe op de bestaande vertrouwensbasis tussen partijen, het belang van monitoring, de stimulering van technologische innovaties en de mate van (afgenomen) flexibiliteit voor partijen. De discussie wordt hieronder puntsgewijs samengevat. • Een mogelijke dreiging voor de doelgroep om deze zover te krijgen dat men ‘vrijwillig’ afspraken maakt is van groot belang (hier: energiebelasting). Belangrijk bij deze afweging is ook de vraag of er een reëel alternatief bestaat. De politieke (on)haalbaarheid van 119
BIJLAGE VI: Workshopverslagen
•
•
•
• •
• •
•
• • • • •
alternatieven (bijvoorbeeld een regulerende energiebelasting) moet niet uit het oog verloren worden. Een opvallend punt in dit convenant is het grote wederzijdse vertrouwen. Ondanks dat het convenant risico’s bevat voor zowel de overheid als het bedrijfsleven, lijkt iedereen toch erg enthousiast. Dat komt ook doordat het convenant kon voortbouwen op bestaande samenwerking. Door het voortraject van MJAs was al veel kou uit de lucht. Het feit dat er commitment is vanuit ‘de top’ (‘captains of industry’ overleggen rechtstreeks met de verantwoordelijke ministers) speelt ook een belangrijke rol. Dat geeft momentum. De betreffende vertegenwoordigers hebben ook een goede relatie met de achterban. Het convenant slaat de juiste toon aan: gesproken werd over afspraken die filosofisch juist zijn. Behoren tot de top 10% spreekt bedrijven op de juiste toon aan; het is win-win. Het topmanagement wil tot die 10% behoren. Het blijkt dus mogelijk om elkaar te vinden op een redelijk hoog abstractieniveau, waarbij dankzij het grote onderlinge vertrouwen men het aandurft om concrete uitwerkingen aan het vervolgproces over te laten. Beleidsontwikkeling is vaak studeerkamerwerk, in de praktijk werkt het vaak anders. Met een convenant kan daar beter op worden ingespeeld. Het feit dat het bij een convenant gaat om gelijkwaardige partners is belangrijk. Dit stelt ook eisen aan de rolverdeling tijdens het proces, bijvoorbeeld ten aanzien van voorzitters van projectgroepen en werkgroepen. De verantwoordelijkheden moeten ook echt worden gedeeld. Dit convenant, en dat geldt voor de meeste, is gebaseerd op een vergelijking met bestaande productieprocessen. Dat geeft een bovengrens aan het innovatief vermogen. Onwaarschijnlijk is het daarom dat het resulteert in fundamentele innovaties. Hoeveel beleidsruimte houdt de overheid over bij het aangaan van lange termijnafspraken? Nu komt het voor dat er haalbare maatregelen zijn die niet worden uitgevoerd omdat een bedrijf al tot de wereldtop behoort. Dit wekt wat wrevel bij de overheid, maar men acht zich echter gebonden aan de afspraak. In de praktijk kan dus spanning bestaan tussen ‘wereldtop’ en wettelijke voorschriften/alara. Vanuit het convenant is er geen stimulering om meer te doen wanneer de wereldtop is bereikt. Er is bij dit convenant gekozen voor individuele binding. Bedrijven kunnen toetreden tot het convenant door individueel te ondertekenen. Dit bevordert de naleving, maar men mist de flexibiliteit van doelstellingen op sectorniveau wat ten koste kan gaan van de efficiency. De uitvoering en handhaving is van groot belang. In dit verband is het belangrijk dat er een structuur bestaat waarbinnen afspraken kunnen worden uitgevoerd. De administratieve lasten van het convenant zijn aanzienlijk. Mogelijk door de uitgebreide aandacht voor monitoring (met een verificatiebureau) wordt inzichtelijk hoe goed een bedrijf het doet ten opzichte van anderen in de branche; het brengt een gezond competitie element in het proces. Voor derden is de transparantie van het proces is beperkt. Hoewel veel rapportages beschikbaar zijn, is onduidelijk hoe deze zijn opgesteld en wat de grondslag vormt. Convenanten passen in de loop van een beleidsproces. Dankzij dit convenant komt bijvoorbeeld veel kennis beschikbaar die in een volgende fase weer ingezet zou kunnen worden. Daarmee is de inzet van convenanten niet zozeer een kwestie van ‘wel of niet’ maar eerder van ‘wanneer en hoe’.
120
BIJLAGE VI: Workshopverslagen
Workshop IV: ‘metaalelectro-industrie’ en ‘chemie’ Datum: Tijd: Plaats:
17 december 2002 10.00-12.30 uur Novotel
Aanwezigen: 1. Dhr. Barnhoorn 2. Dhr. Berends 3. Dhr. De Buck 4. Mevr. Donders 5. Dhr. Faber 6. Dhr. Helmich 7. Dhr. Hug 8. Mevr. De Jeu 9. Dhr. Koenen 10. Dhr. Van der Meer 11. Dhr. Mertens 12. Mevr. Mull 13. Dhr. Rovers 14. Dhr. Schell 15. Dhr. Schoenmakers 16. Dhr. Stulp 17. Dhr. Veenenbos 18. Dhr. De Vries 19. Dhr. De Vries 20. Dhr. Van der Werf 21. Dhr. Wyfker
Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) DSM DCMR, Milieudienst Rijnmond Ministerie VROM FO-Industrie Interprovinciaal Overleg (IPO) Vereniging FME-CWM Ministerie EZ Stichting Natuur en Milieu Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie Kemira Rozenburg BV Unie van Waterschappen DCMR, Milieudienst Rijnmond Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) VROM-Inspectie FO-Industrie Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie Ministerie V&W Shell Nederland Chemie Interprovinciaal Overleg Metaalunie
Kenmerken convenanten De Intentieverklaring metaalelectro is een van de doelgroep-convenanten, dat wil zeggen een NMP-breed convenant. Metalectro is een omvangrijke branche (17.000 bedrijven) die ook sterk heterogeen is. Namens de doelgroep zijn er ook meerdere partners betrokken. Er was een behoorlijke druk voorafgaande aan het convenant en de sector kampte met een redelijk gevoelig milieu-imago. De intentieverklaring stamt uit 1995 en bevat concrete en kwantitatieve (tussen)doelen. Er is stevig onderhandeld. Het convenant bevat vooral de doelstellingen, en minder de maatregelen die getroffen dienen te worden. Wel is een werkboek ontwikkeld. In het convenant wordt aandacht geschonken aan handhaving en de aanpak van freeriders. Er wordt een duidelijke link gelegd met vergunningverlening. De uitvoering van de doelgroep-convenanten wordt gefaciliteerd door FO-Industrie. De naleving door individuele bedrijven vraagt aandacht. Ook zijn weinig echt nieuwe technologieën ontwikkeld. Wel is door het convenant de samenwerking tussen overheden en de sector verbeterd en is er meer wederzijds begrip ontstaan. Ook de Intentieverklaring chemische industrie is een van de doelgroep-convenanten, oorspronkelijk uit 1993. Het wordt gezien als een behoorlijk succesvol convenant. Chemie is een sterk heterogene branche met een relatief klein aantal bedrijven, maar wel met een duidelijke vertegenwoordiger in de vorm van de VNCI. Er was sprake van een behoorlijke druk vanuit de maatschappij en de overheid. De chemische industrie had een gevoelig milieuimago maar was bereid om de eigen verantwoordelijkheid te nemen. De onderhandelingen over het convenant zijn stevig geweest. Overheden en de doelgroep waren het vooraf niet eens over de milieudoelen. Het convenant bevat concrete, kwantitatieve (tussen)doelen. In principe gaat het om inspanningsverplichtingen en is de resultaatverplichting dat bedrijven een BMP opstellen. Wel wordt afgesproken dat wanneer de taakstellingen niet worden gerealiseerd, er opnieuw gesproken gaat worden. Opvallend is dat het convenant niet is getekend door individuele bedrijven. Het vervolgoverleg is constructief verlopen, de
121
BIJLAGE VI: Workshopverslagen
deelnemers worden gezien als deskundig, afspraken zijn niet verwaterd en het onderlinge vertrouwen is toegenomen. Zoals bij alle doelgroepconvenanten is er een duidelijke stok achter de deur (vergunningverlener). Er is behoorlijke aandacht in het convenant voor freeriders (overigens geen groot probleem in de chemie) en handhaving. De afspraken worden in het algemeen goed nageleefd. De doelbereiking is dan ook goed. Op sommige punten worden de doelstellingen meer dan gerealiseerd. Ook de mate van efficiëntie is groot. Er wordt gesproken over een positieve trendbreuk, hoewel er geen sterke technologische ontwikkelingen worden gemeld. Discussie De discussies tijdens de workshops richtten zich met name op de vergelijking van de doelgroep van beide convenanten (groot vs. klein, homogeen vs. heterogeen) en de rol van de branche-organisatie. Hieronder wordt de discussie puntsgewijs samengevat: • Van groot belang voor naleving is dat bedrijven de zin moeten zien van doelstellingen. Bij metalectro ligt hier een probleem. De branche is ook zo heterogeen dat het lastig is om centraal zinvolle en herkenbare doelstellingen vast te leggen. • Bij grote, heterogene doelgroepen kan beter onderscheid worden gemaakt tussen bedrijven, door bijvoorbeeld het convenant te richten op enkele grote bedrijven, waar in het bijzonder de problemen spelen die met het convenant aangepakt moeten worden. • Een tweede mogelijkheid is om een beperkt aantal thema’s te nemen, en niet zoals nu NMP-brede convenanten af te sluiten. Dit geeft weinig herkenning bij individuele bedrijven (waar grote delen van de afspraken niet van toepassing zijn). • De relatie tussen de koepelorganisatie en de achterban is cruciaal. Er moet sprake zijn van binding en betrokkenheid anders kunnen contractpartners de afspraken niet nakomen. Het lijkt erop dat de brancheorganisatie bij metalectro een ‘mission impossible’ had. Met beperkte capaciteit moest een enorme doelgroep (10.000 bedrijven) worden vertegenwoordigd. Bij chemie is er een hoge organisatiegraad en kan de VNCI de leden ook goed vertegenwoordigen. • Het samenspel met overig instrumentarium is cruciaal. Zeker bij de industrieconvenanten is de vergunningverlening een belangrijk vangnet voor handhaving. • De grote meerwaarde van het chemieconvenant was dat het een afweging/vaststelling van doelen op een boven-individueel niveau mogelijk maakte. Dit bevordert ook de efficiëntie. Opvallend is dat de trend nu juist is naar convenanten waarin bedrijven op individuele basis worden gebonden (bv. benchmarking). Dit wordt door de sector niet als persé aantrekkelijk gezien. Flexibiliteit en creativiteit van en door bedrijf leidt tot kosteneffectiviteit. • Een belangrijke meerwaarde van een convenant is de dialoog waarlangs de gezamenlijke verantwoordelijkheid vorm kan worden gegeven. Een convenant maakt ook meer kennisuitwisseling binnen en tussen bedrijven mogelijk. Een bedrijf komt zelf met maatregelen waar het bevoegd gezag niet zelf op zou komen. • Een convenant moet uitgaan van haalbare doelstellingen en vertrouwen, anders is er geen vruchtbaar proces mogelijk. Belangrijk is ook dat er geen verliezers zijn; dat zal de uitvoering zeer bemoeilijken. • Een moeilijkheid bij convenanten is de positie van derdebelanghebbenden. Bij vergunningverlening en wetgeving is dit goed geregeld, bij convenanten ligt het veel meer open. • De monitoring van BMP's is lastig. • Bij beide convenanten worden weinig technologische doorbraken gemeld.
122
BIJLAGE VI: Workshopverslagen
Workshop V: ‘Zuivelindustrie’ Datum: Tijd: Plaats:
17 december 2002 14.00-16.30 uur Ministerie EZ
Aanwezigen: 1. Dhr. Bercht 2. Dhr. Bogers 3. Mevr. Donders 4. Mevr. Hekhuis 5. Dhr. Van Gennip 6. Dhr. De Kruiff 7. Dhr. Stiekema
Nederlandse Zuivel Organisatie FO-Industrie Ministerie VROM FO-Industrie Friesland Coberco Dairy Foods Provincie Noord-Brabant Ministerie LNV
Kenmerken convenant De Intentieverklaring uitvoering milieubeleid zuivel-industrie stamt uit 1994 en geldt voor 133 bedrijven die als gevolg van het convenant een BMP moeten maken. Verder is de vorm en inhoud van het convenant vergelijkbaar met de overige doelgroep-convenanten. De zuivelindustrie kent twee dominante spelers. De sector was bereid zelf verantwoordelijkheid te nemen. De onderhandelingen zijn constructief verlopen. Ook het vervolgoverleg is constructief verlopen, zonder grote interpretatieverschillen. De afspraken zijn niet verwaterd, het heeft bijgedragen aan een samenhangende aanpak voor de sector, en het onderling vertrouwen is vergroot. De afspraken worden goed nageleefd en de doelbereiking is goed. Ook hier worden weinig nieuwe technologieën gemeld die als gevolg van het convenant zijn ontwikkeld. Discussie In deze workshop is vooral gesproken over de kenmerken van de doelgroep en de kansen en belemmeringen die als gevolg daarvan ontstaan. Hieronder wordt de discussie puntsgewijs samengevat: • De structuur van de doelgroep is van groot belang. Daarbij is vooral de relatie tussen de branche-organisatie (NZO) en de leden van bijzonder belang. Bij zuivel speelt met name een rol dat de organisatiegraad hoog is. Ook is er een traditie van samenwerking in de branche (coöperaties). Verder zijn er twee dominante leden: twee concerns hebben een belangrijk deel van de markt in handen. Als je die twee mee hebt ben je al een heel eind. • De branche kenmerkt zich doordat veel bedrijven een pro-actieve houding hebben en koplopers willen zijn (op ieder terrein). Ook werd gesproken over een ‘nette en loyale branche’. De noodzakelijke aandacht voor voedselveiligheid versterkt dit aspect. Ook was ten tijde van het afsluiten van het convenant sprake van een negatief imago. In het verleden zijn er enkele affaires geweest (bijvoorbeeld dioxines in melk) en voedselveiligheid in het algemeen is een hot issue. • Het feit dat de branche homogeen is, vermindert de complexiteit. Dit maakt het goed mogelijk om op sectorniveau betekenisvolle afspraken te maken. Mede daardoor konden ook concrete afspraken worden gemaakt. • De doelstellingen waren duidelijk haalbaar, wellicht zelfs niet echt heel erg ambitieus. Daardoor was het voor de bedrijven in de sector ook goed mogelijk om de doelstellingen te halen. • Het bedrijfsleven ziet als groot voordeel van doelgroepenbeleid/convenanten dat men zelf meer inbreng heeft, zeker ook met BMPs op bedrijfsniveau. Een vergunningverlener/handhaver is onvoorspelbaarder. Doelgroepenbeleid geeft duidelijkheid op langere termijn, heeft een integraal karakter en het ‘houdt de vergunningverlener in zijn hok’.
123
BIJLAGE VI: Workshopverslagen
•
• •
De vergelijking met convenant Verpakkingen: dit convenant kent geen doelstellingen op sectorniveau en spreekt bedrijven niet rechtstreeks aan; er is geen individuele afrekening. Dit convenant geeft met andere woorden geen duidelijke prikkel af aan bedrijven om in actie te komen. Er is wel dreiging van alternatieve instrumenten, maar dit is een dreiging voor het collectieve bedrijfsleven. Bij het doelgroepconvenant is de dreiging veel individueler en concreter, en daarmee de prikkel. De transparantie van het convenant en de convenantsprocessen is beperkt. De fasering en de periode waarin het convenant zit is voor een buitenstaander niet goed zichtbaar. BMP’s zijn een goed communicatiemiddel naar de overheid toe.
124
BIJLAGE VII: Checklist bij de ‘Aanwijzigingen voor convenanten’
CHECKLIST BIJ DE AANWIJZINGEN VOOR CONVENANTEN 1
Deze checklist bevat een beknopt stappenplan voor het opstellen van een convenant . Het verdient aanbeveling de ‘stappen’ in de hierna aangegeven volgorde af te werken. Deze volgorde is niet noodzakelijk de volgorde van de Aanwijzingen voor convenanten. Bij een aantal stappen is aangegeven in welke Aanwijzing (met toelichting en voorbeeldbepalingen) meer informatie is opgenomen. De checklist is ontwikkeld door het Interdepartementaal Convenantenoverleg (ICO). Het ICO is een overlegforum van deskundigen van alle ministeries op het gebied van convenanten. De checklist heeft geen officiële status, maar dient slechts als hulpmiddel bij het opstellen van een convenant. Introductie
Aanwijzing Neem tijdig contact op met de centrale juridische directie of afdeling van het ministerie. Overweeg of het convenant het juiste beleidsinstrument is. Indien sprake is van implementatie van een EG-besluit, ga na of dat besluit door middel van een convenant mag worden geïmplementeerd. Onderzoek of het convenant past binnen bestaande (sector)wet- en regelgeving. Betrek zonodig de Europese Commissie, de Ministerraad en / of de StatenGeneraal bij de totstandkoming van het convenant. Bezie of de in het convenant vast te leggen afspraken onder de werking vallen van (EG-)regelgeving inzake aanbesteding en mededinging. Waarborg de belangen van derden-belanghebbenden. Bedenk dat het convenant in beginsel is opgebouwd uit een aantal standaardelementen, te weten: partij-aanduidingen, overwegingen, inhoudelijke afspraken en slotbepalingen. Hanteer een correcte opbouw van het convenant (bij voorkeur: partijen, overwegende dat, komen het volgende overeen, aldus overeengekomen en in …voud ondertekend op … te …). Geef het convenant een titel die de lading dekt.
1
Aanwijzing 22 Aanwijzing 1, 3 Aanwijzing 4, 9 Aanwijzing 3, 9 Aanwijzing 9, 23, 24 Aanwijzing 9 Aanwijzing 10, 11 -
Deze checklist is een bijlage bij de Regeling van de Minister-President van 21 januari 2003, nr. 03M448108, Staatscourant 27-1-2003, no. 18, p.9.
125
BIJLAGE VII: Checklist bij de ‘Aanwijzigingen voor convenanten’
Partijen
Aanwijzing Geef aan wie partij zijn bij het convenant. Bepaal in welke hoedanigheid een minister partij is bij het convenant (als vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden en / of als bestuursorgaan). Ga na of elke partij bevoegd is (attributie / delegatie). Sta stil bij de vraag of een partij zelf of zijn vertegenwoordiger het convenant zal ondertekenen. Gebruik een correcte vertegenwoordigingsconstructie (mandaat / volmacht / besluit / statuten). Bepaal of het gewenst is een partij in het convenant met een ‘roepnaam’ aan te duiden (bijvoorbeeld: De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, hierna te noemen ‘VROM’).
Aanwijzing 5 Aanwijzing 5 Aanwijzing 5 Aanwijzing 5 Aanwijzing 5 -
Overwegingen
Aanwijzing Geef in de overwegingen een relevante terugblik van hetgeen aan het sluiten van het convenant is voorafgegaan. Noem in de overwegingen het wetgevingskader of beleidskader waarbinnen het convenant wordt geplaatst (indien meer dan één minister partij is bij het convenant, moet van elk ministerie het wetgevings- of beleidskader worden aangegeven). Geef in de overwegingen, of eventueel in de eerste inhoudelijke convenantsafspraak, de doelstelling van het convenant aan. Neem in de overwegingen geen inhoudelijke convenantsafspraken op.
Aanwijzing 3, 9
Aanwijzing 7 -
Inhoudelijke afspraken
Aanwijzing Formuleer de inhoudelijke convenantsafspraken op een logische, consequente en (juridisch) correcte manier (zinsbouw, interpunctie, elke datum voluit, geen afkortingen, geen jargon e.a.). Neem in de inhoudelijke convenantsafpraken geen verplichtingen voor nietpartijen op. Beslis of het nodig is in het convenant definitiebepalingen op te nemen.
-
Neem zonodig een financiële paragraaf op en werk die financiële paragraaf nauwkeurig uit (geen ‘open einden’; sectorwet of begrotingsartikel moet aangaan van financiële verplichting toestaan). Bepaal of de convenantsafspraken als inspanningsverplichtingen en / of als resultaatsverplichtingen moeten worden vormgegeven (deze keuze is van belang in het licht van de afdwingbaarheid van de convenantsafspraken). Onderzoek op welke manier een eventuele uitvoeringsorganisatie moet worden vormgegeven (bijvoorbeeld oprichten van stuurgroep / werkgroep). Bepaal of in het convenant bepalingen voor monitoring en verslaglegging moeten worden opgenomen. Beslis of de convenantsafspraken wel of niet afdwingbaar zijn.
Aanwijzing 8
Aanwijzing 5, 6 Aanwijzing 7
Aanwijzing 6, 13 Aanwijzing 12 Aanwijzing 14, 15 Aanwijzing 16
Bepaal of in het convenant een geschillenregeling (arbitrage, bindend advies Aanwijzing 16
126
BIJLAGE VII: Checklist bij de ‘Aanwijzigingen voor convenanten’
of mediation) moet worden opgenomen. Ga na of in het convenant een sanctieregeling moet worden opgenomen.
Aanwijzing 17
Slotbepalingen
Aanwijzing Bepaal of het convenant een toetredingsartikel voor niet-partijen moet bevatten. Bepaal of in het convenant een evaluatiebepaling moet worden opgenomen.
Aanwijzing 6
Geef aan wanneer het convenant in werking treedt, wat de looptijd van het convenant is en in geval van een convenant voor bepaalde tijd, of deze verlengd kan worden en zo ja, op welke wijze Bepaal of het convenant een opzegbepaling moet bevatten. Beslis of in het convenant een regeling voor onvoorziene omstandigheden moet worden opgenomen. Bepaal of in het convenant een wijzigingsbepaling moet worden opgenomen.
Aanwijzing 19
Aanwijzing 18
Aanwijzing 20 Aanwijzing 21 Aanwijzing 21
Overig
Aanwijzing Bezie of (het ontwerp van) het convenant genotificeerd (bijvoorbeeld bij technische voorschriften en staatssteun) moet worden. Indien aan het convenant bijlagen worden toegevoegd, ga na of die bijlagen worden geacht integraal onderdeel uit te maken van het convenant. Neem, indien het convenant vergezeld gaat van een toelichting, in die toelichting geen inhoudelijke convenantsafspraken op. Neem, indien aan sommige convenantsartikelen voetnoten worden toegevoegd, in de voetnoten geen inhoudelijke convenantsafspraken op. Voorzie erin dat elke partij een origineel ondertekend exemplaar van het convenant ontvangt (elke partij heeft recht op een authentiek exemplaar). Publiceer het convenant, of de zakelijke inhoud ervan, in de Staatscourant.
127
Aanwijzing 9 Aanwijzing 25