Laudatio Gwij Mandelinck (Wakken 1937) Brugge, 10 juli 2009 Geachte erevoorzitter van het Vlaams parlement, gouverneur, Gedeputeerde, provincieraadslid, burgemeester, schepenen, OCMW-raadsleden, gemeenteraadsleden, Geachte mevrouw en mijnheer Mandelinck, Geachte aanwezigen, beste vrienden, De grote Albert Einstein zei ooit: "Het leven is als rijden met een fiets: om in evenwicht te blijven moet je blijven bewegen.” Beweging is een veelzijdig begrip dat ik als rode draad voor deze laudatio koos in plaats van het ‘immobilisme’ of de ‘inertie’ waarover de burgemeester het had. De onderliggende vraag is evident: wat heeft onze adviesraad bewogen om Guido Haerynck, alias Gwij Mandelinck, een Gulden Spoor voor Culturele Uitstraling toe te kennen en hem zo te bewegen op dezelfde poëtische weg met dezelfde dynamische gedrevenheid verder te gaan? Maar sta mij toe dat ik eerst even stilsta bij de beweegredenen van onze eigen Beweging: wat willen wij bereiken, waarom en hoe… Politieke campagneleiders en marketeers hebben de afgelopen maanden een van de moeilijkste verkiezingscampagnes in vijftig jaar achter de rug: hoe breng je politici aan de man in tijden dat het vertrouwen in de politiek op een historisch dieptepunt zit? Hoe sleep je een samenleving die in de ban is van angst en onzekerheid, mee in een overtuigend verhaal van “hoop” en “yes, we can”? Wel, met onze campagne Vlaanderen Feest! willen wij niet alleen een positieve boodschap brengen. Wij zijn er bovendien van overtuigd dat die boodschap een antwoord op de crisis biedt. Vlaanderen Feest! versterkt de band tussen de Vlaamse overheid, lokale gemeentebesturen, verenigingen en zijn burgers. Wij geven bovendien een aanzet om zo veel mogelijk Vlamingen te betrekken, met de nadruk op “samenhorigheid” als aanloop naar onze Vlaamse feestdag. Het feest van onze Vlaamse Gemeenschap op 11 juli heeft daardoor niet alleen een feestelijke en sociale glans gekregen, maar is ook de dag bij uitstek geworden om even stil te staan bij en dankbaar te zijn voor wat Vlaanderen al bereikt heeft en om zich bewust te zijn van de uitdagingen voor de toekomst. Waar wil Vlaanderen naartoe? Wat wil Vlaanderen bereiken? Het zijn belangrijke vragen, waar wij tijdens onze campagne Vlaanderen Feest! àlle Vlamingen willen over informeren, inspireren en motiveren met de bedoeling Vlaanderen op de kaart te zetten. Een land met samenhorigheid, met een identiteit, komt op voor zijn belangen, vecht voor zijn welvaart, zijn mensen. Voor de toekomst van de Vlamingen is daarom dit project ‘Vlaanderen Feest!’ van wezenlijk belang. Het diaboliseren van nationalisme en identiteit is echter jammer genoeg haast een mantra geworden van de politieke correctheid.
An De Moor
Laudatio Gwij Mandelinck - Brugge, 10 juli 2009
1
Ook internationaal gerenommeerde onderzoekers zijn het er nochtans over eens dat identiteit hét antwoord is op de mondialisering. Het is de enige manier om te participeren aan grotere gehelen. Pas in de groep kan de mens tot zijn volledige ontplooiing komen. Het gevoel ergens bij te horen is even essentieel voor zijn evenwicht als zijn streven naar een individuele autonome identiteit. Of om het met de woorden van Mahatma Ghandi te zeggen: “Om internationalist te zijn, moet je eerst nationalist zijn. De inzet voor de eigen natie is niet in tegenspraak met de inzet voor de wereldgemeenschap.” Kortom, wij zijn ervan overtuigd dat het gewicht van onze taal en cultuur in Europa en de wereld zal afhangen van de innerlijke kracht ervan en van ons zelfrespect. Wij dragen daarvoor als Vlamingen allemaal een grote verantwoordelijkheid. Wij hebben allemaal een taak, een opdracht. Uit onderzoek blijkt immers het belang van samenwerking met de eigen burgerlijke samenleving. Elke Vlaming moet het imago van Vlaanderen naar buiten brengen. Elke Vlaming is ambassadeur. Niet alleen in de komende vakantieperiode, maar ook in zijn beroepsleven, bij commerciële buitenlandse contacten, internationale vakcongressen. Bij een tijdelijk verblijf in het buitenland, bij het uitnodigen van buitenlandse gasten, de uitwisseling van studenten, verbroederingsinitiatieven op cultureel, sportief of wetenschappelijk vlak met andere landen in en buiten Europa. Met onze Beweging Vlaanderen-Europa willen wij mensen in beweging zetten en overtuigen om hun Vlaams ambassadeurschap op te nemen door vooral tijdens onze campagne Vlaanderen Feest! zelf het goede voorbeeld te geven én te tonen. Wij reikten bv. tijdens deze 11-daagse de Orde van de Vlaamse Leeuw aan prof. Eric Ponette uit. We organiseerden in het Provinciehuis van Hasselt een feestelijke plechtigheid rond het thema ‘De grensoverschrijdende samenwerking tussen Oost- en West-Limburg als model in Europa”. Morgen reiken we in Kortrijk een Gulden Spoor voor Economische Uitstraling uit aan de internationaal gerenommeerde ondernemer Dirk Vyncke van Vyncke Koeltechnieken. Onze campagne Vlaanderen Feest! staat ook dit jaar garant voor de spetterende hoogdagen van de Nederlandstalige muziek met de concertreeks “Zo is er maar één” die 5 Vlaamse steden en gemeenten aandoet. Ik ga straks nog eens de sfeer opsnuiven in Sint-Niklaas. En morgen vindt het slotconcert plaats op de markt van Kortrijk. De VRT brengt dit concert live op TV, in een afwisseling met de Gulden Ontsporing in Brussel en laat zo heel Vlaanderen mee genieten van Vlaanderen Feest! Vanaf 1 juli tot en met 11 juli zullen er in meer dan 90% van de Vlaamse gemeenten en steden in Vlaanderen feestelijkheden georganiseerd worden in het kader van de Vlaamse Feestdag. Daarnaast reserveerden wij dit jaar met onze 11-Daagse Vlaanderen-Europa bijna 1.500 feestcheques van 200,9 euro voor lokale initiatieven in buurten en verenigingen. Vlaanderen Feest! is intussen uitgegroeid tot een echt feest dat zowel naar het verleden als naar de toekomst van Vlaanderen kijkt. Een modern feest dat oproept tot verbondenheid en dat eigentijdse accenten legt. Een levendig feest dat alle Vlamingen wil betrekken. Dat kunnen we doen dank zij een hecht bestuur van voornamelijk vrijwilligers die er mee voor zorgen dat er over Vlaanderen Feest! een smakelijke Vlaamse saus, met de nadruk op de smaak 'Vlaamse samenhorigheid' gegoten wordt. Wij staan m.a.w. tijdens deze 11-Daagse niet stil. Maar dat geldt ook voor de wereld en de kosmos waarin de beweging een constante geworden is. Mobiliteit kreeg een enorme impact op het leven. Nu sijpelen de meest uit elkaar liggende cultuurervaringen de huiskamer binnen. Maar de vaak ongenuanceerde mobiliteit roept haast vanzelfsprekend bij sommigen verweer op. Een groot aantal kunstenaars uit diverse disciplines confronteert zichzelf met een omgeving die hen minder vertrouwd was maar die ze zich op een soms fascinerende wijze toe-eigenen.
An De Moor
Laudatio Gwij Mandelinck - Brugge, 10 juli 2009
2
Een van die kunstenaars is zonder twijfel Gwij Mandelinck. Denk bijvoorbeeld aan het motto van de 28ste Poëziezomer van Watou: 'Dat de verte nabijer dan ooit was' (uit een gedicht van Gerrit Kouwenaar). Rond het thema beweging en stilstand verenigde hij als curator verzen en beeldende kunst. Hij maakte van Watou geen sportcentrum maar een plaats waar men wandelt, beweegt, waar men zijn eigen ruimtelijkheid opnieuw ontdekt. De kunstenaars zetten bovendien onder zijn geïnspireerde leiding in Watou vraagtekens bij het tempo waarmee het moderne leven aan ons voorbij raast. Of zoals wijlen Eddy Van Vliet, goede vriend van Gwij Mandelinck, het in zijn laatste interview met de poëziekrant verwoordde: "Stilstand is angst, creatie is beweging, poëzie is leven.” Of om het met de woorden van Herman De Coninck te zeggen: “Ik hou wel van gedichten als gespierde kerels van behaarde mannelijke taal, die zich krabben waar het jeukt, die oergezond op je afkomen en zeggen: ga zitten, ik ben een gedicht, aangenaam, en waarover zullen we het hebben. “ En in een ander gedicht: “En 's avonds stond de taal nog na te trillen op stal in een gedicht, hinnikend van heimwee naar de maan en naar de verste betekenissen.” Gwij Mandelinck is een totaal ander dichter met een totaal andere stijl. Hij werd geboren als zoon van een letterlievende timmerman-meubelmaker in een intellectueel gezin, waarin hij werd opgevoed met Dostojevski. Zijn ouders komen in zijn gedichten vaak aan bod. Over zijn vader schreef hij een paar ontroerende gedichten. Bijvoorbeeld:
Spiegelbeeld Ik schrik bij elke spiegel van de vraag: Is dat mijn vader niet? Elke morgen scheer ik uit mijn baard zijn kaken bloot. Zijn wil steekt in mijn rug een steel. Al geef ik soms de schijn te breken van die pijn, ik kan niet zonder druk; ik bijt de nagels stuk, om krassen te vermijden op het glas. (Uit ' Overval ' 1997) De beeldende taal is sprekend. Het is dan ook niet te verwonderen dat Gwij vroeger beeldhouwer wilde worden. Uiteindelijk werd hij bibliothecaris, bedrijvig bestuurslid van het Davidsfonds, dichter, prozaïst en oprichter/organisator van Watou. Zelf zegt hij over zijn gedichten: “Elke bundel die ik schrijf, noem ik een dwangschrift. Schrijven is een noodzaak. Toch wordt vaak de ik-gerichte belijdenispoëzie vermeden. Heel wat gedichten hebben eerder een archetypische draagwijdte. Diverse archetypes zijn in de bundels overduidelijk aanwezig: de Griekse klaagvrouw, de Bourgondische amazone, de weerwolf, de schikgodin, de strijkster, de baadster… Ook de visualiteit kun je in mijn poëzie een evidentie noemen. “Visuele bezetenheid” scherpt zich uit in beelden die zich voortdurend inbedden. Zo ontstaan er An De Moor
Laudatio Gwij Mandelinck - Brugge, 10 juli 2009
3
uitgebreide cycli. Die drang naar “poésie fleuve” kan obsederend overkomen. Maar bij dat meanderen ervaar je ontgrenzing: de woorden maken bochten, ze kabbelen, ze slepen slib mee, ze zorgen voor een steeds wisselend debiet. Een nieuwe bundel schrijvend, ontdek je telkens een andere bron, een andere monding.” Grote emoties balt hij samen in een beperkt oppervlak. ‘De woorden moeten uitslijpen, zoals keien door het water een glad oppervlak krijgen.” Voor zijn poëzie werd hij trouwens meermaals bekroond o.m. met de Prijs van de Vlaamse Poëziedagen, de vierjaarlijkse poëzieprijs van West-Vlaanderen, de Guido Gezelleprijs van de Koninklijke Academie voor Taal en Letterkunde. Vanaf 1980 liet hij in Watou alles bij elkaar komen waarvan hij houdt: woord en beeld vloeiden dan in elkaar over. Watou werd zo elk jaar opnieuw een zomer lang het centrum van het Vlaamse kunstenlandschap. Alleen het genereuze engagement van Gwij en Agnes Mandelinck waren hiervoor verantwoordelijk. Hun gedrevenheid, en die van de hele familie, rechtvaardigde bij elke curator, elke kunstenaar, elke poëet meer dan wat ook - de zin om een dergelijk kunstgebeuren mee vorm te helpen geven. De fundamentele bestaansreden van de poëziezomers van Watou was die waanzinnige drijfveer om telkens opnieuw de beste kunstenaars en dichters naar het eind van de wereld - zo leek het toch - te brengen. De formule van de Poëziezomer is al eindeloos gekopieerd, in heel Vlaanderen. Toch bleek het origineel moeilijk te kloppen. De zinnenprikkelende sfeer, de artistieke keuzes en het spel van associaties waartoe de bezoeker aangemoedigd wordt, maakten Watou telkens weer tot iets bijzonders. Met de poëziezomer wilde Mandelinck de tijd binnen Watou brengen, dat wil zeggen hedendaagse kunst introduceren, maar wel in de stijl van het bestaande. Dat was in eerste instantie bijzonder bedreigend voor de bevolking, die bang was dat het dorpsgezicht zou worden aangetast. Luuk Gruwez schreef daar twee toepasselijke gedichten over. En er ontstond een grote droogte. De dichters kwamen aan. Als koningsgieren streken zij neer over Watou, zijn veestapel en zijn gewassen. (uit 'De bezetting van Watou' ) Wanneer de dichters zijn verdwenen, breng eerst de slager weer tot leven, wek dan de kroegbaas uit de doden op. De loodgieter, de fröbeljuf, de kok: laat allen uit hun graven komen. De dichters zijn goddank weer weg. (uit 'De ontzetting van Watou' ) Ondanks tegenstand binnen Watou zelf, wist hij de poëziezomer te ontgrenzen tot een festival van internationale allure. Maar de Adviesraad van de Beweging Vlaanderen-Europa wil ook de visionaire beweegredenen achter Gwij Mandelinck en zijn Watou in de bloemenzetten. Poëzie is voor Gwij Mandelinck immers niet zomaar spelen met woorden. Poëzie is niet vrijblijvend. Gedichten, kunstwerken, de Poëziezomer hebben een functie. "Via de kunst geven we de mensen een stapsteen om iets verder te gaan, een stapsteen die ze anders niet hebben. Een stapsteen naar herkenning, naar bezinning, naar zingeving, naar zichzelf. Dat gebeurt via een gedicht, via een beeldhouwwerk, via de relatie tussen de omgeving, de poëzie en de beeldende kunst.” Watou was ook niet voor de elite. Watou was voor mensen met zintuigen. En mensen grijpen naar poëzie op momenten dat ze het moeilijk hebben, op de grote momenten. Poëzie is An De Moor
Laudatio Gwij Mandelinck - Brugge, 10 juli 2009
4
dus voor altijd en voor iedereen, ook al koestert Gwij Mandelinck zijn geuzennaam van 'regisseur van een onmogelijke wereld'. Niemand is immers sant in eigen land. In de jaren tachtig hebben Guido en zijn echtgenote zelfs een tijdje politiebewaking gehad toen uit een café naar zoon Jan was gebeld: 'Jouw vader maakt ons dorp kapot. We gaan hem vermoorden.' Toch sloeg in september 2008 het nieuws in als een bom: Gwij Mandelinck stopt met ‘Watou’. Gedurende 28 jaar hebben zijn echtgenote en hijzelf onbezoldigd gewerkt, alle dossiers bijgehouden, 2.000 kunstenaars ontvangen, gezorgd voor spijkers en tangen. Met veel moeite, inspiratie en zweet zette hij Watou op de kaart. Nieuwe horizonten lonkten en Gwij verhuisde op uitnodiging “Watou” in zekere zin naar Brugge. De baseline klinkt in ieder geval ‘Gezelliaans’ veelbelovend: ‘Een kleine ritselende revolutie’, net als de belofte om tot 23 mei 2010 dertig dichters en hedendaagse beeldende kunstenaars hun werk in onverwachte locaties te laten integreren. In een confrontatie met niemand minder dan Guido Gezelle dan nog. De mogelijkheden lijken mij schier eindeloos, ook voor de toeristische sector. Het wordt bijvoorbeeld uitkijken naar de poëziemenu's, met als voorgerecht een gemarineerd krinkelend winkelend waterding op een bedje van erwtenpaternosters, als hoofdschotel ossenspier met kampervoeliën, hamelenbout met boontjes of kiekens met latuwe. En als dessert een waterhoofdijsje…. Geduldige toehoorders, Brugge is door de eeuwen heen altijd al een pleisterplaats van kunstenaars en denkers geweest. Een stad, mijnheer de burgemeester, waar wij al vele jaren een bijzonder aangename en vruchtbare samenwerking mee hebben. Dank daarvoor. Het leek de Adviesraad van onze Beweging Vlaanderen-Europa logisch dat Gwij Mandelinck hier en nu een Gulden Spoor voor Culturele Uitstraling zou krijgen. Als geen ander zette hij en zet hij - samen met zijn echtgenote - nog altijd Vlaanderen op de kaart, als een professionele culturele ambassadeur. Onze gelukwensen daarvoor, mijnheer Mandelinck, willen wij symbolisch uitdrukken door u dit Spoor nu te overhandigen. Rest mij enkel nog u alvast een prettige Vlaamse feestdag toe te wensen. Uw Feestdag. Mijn feestdag. Onze feestdag! AN DE MOOR Voorzitter 11-Daagse Vlaanderen Feest! Voorzitter Beweging Vlaanderen-Europa.
An De Moor
Laudatio Gwij Mandelinck - Brugge, 10 juli 2009
5
GWIJ MANDELINCK Belangrijkste publicaties • Het oogbad (1971) • De wijzers bij elkaar (1974) • De Westhoek. Een beeldend verhaal (1979, samen met Paul Van den Abeele) • De droefheid is in handbereik (1981) • Van lied en steen. Brieven aan Willem Vermandere (1983) • De buitenbocht (1989) • Overval (1997) • Schemerzones (2009)
Prijzen • Prijs van de Vlaamse Poëziedagen • Prijs van de Provincie West-Vlaanderen • Yangprijs • Guido Gezelleprijs • Prijs van de Vlaamse Provincies • Maurice Gilliamsprijs • G.H. ’s Gravesandeprijs van de Jan Campertstichting (Nederland) • Gulden Boek 2000, PEN-prijs
An De Moor
Laudatio Gwij Mandelinck - Brugge, 10 juli 2009
6