11e raadsvergadering, 8 november 2007, 13.00 uur
Gemeenteraad
Bij aanvang van de vergadering zijn aanwezig de leden: H.F.J. Bekkers, L. den Breejen, mevrouw J.F.T. de Bruijn-van der Vleuten, J.F.C. Damen, H.M.J.M. van Dijk, S. Ferwerda, R.S. Groenendal, mevrouw N.K.C. de Jager, J.F.J. Kuypers, mevrouw M.M. de Leeuw-Jongejans, S.W. van Lierop, E.R. Luyben, R. van der Made, mevrouw M.A.J. Mattheij-van Woensel, mevrouw A.J. van Mierlo, T.J. van Mullekom, mevrouw E. Niessen-Noordraven, A.J. Pellemans, R.R.J.B. Peters, mevrouw A.M. Raaijmakers-van de Pol, M.P.J. Rieter, J.H.J.M. Roefs, mevrouw J.M.G. Spierings-van Deursen, M.A. Tijani, J.G.M. Verbakel, mevrouw E.P.W. de Voogd-van Dortmont, Y. Yeyden en mevrouw N. van der Zanden. Later ter vergadering komen de leden: M. Chahim, W.M.H. Dams, D. Ibrovic en P.C.M. van Stiphout. Afwezig zijn de leden: C.W. Davies, L.M.M. Smits, A. Spruijt, T.J.W. van de Ven en E. de Vries. Voorts zijn aanwezig de wethouders: C.J. Bethlehem, mevrouw B.M. Houthooft-Stockx, J.F. Boetzkes, S.H. Yeyden en F.P.C.J.G. Stienen. VOORZITTER: drs. A.A.M. Jacobs, burgemeester, GRIFFIER: mr. J.P.T.M. Jaspers. De VOORZITTER opent de vergadering. De VOORZITTER: Dames en heren! Bericht van verhindering is ingekomen van de heren Davies, Smits, Spruijt, Van de Ven en De Vries. De heren Dams, Chahim, Ibrovic en Van Stiphout hebben laten weten later ter vergadering te komen. De heer Rieter zal de vergadering gedurende enige tijd verlaten in verband met verplichtingen jegens zijn werkgever. 1. Aanwijzing van een lid als bedoeld in artikel 16 van het reglement van orde 2002. De VOORZITTER trekt nummer 34, zodat eventuele hoofdelijke stemmingen zullen aanvangen bij de heer Van Lierop. 2. Vaststellen van de ontwerpagenda. Deze agenda wordt zonder stemming ongewijzigd vastgesteld. 3. Behandeling ingekomen stukken en mededelingen zoals vermeld op de bij deze agenda behorende lijst. Er zijn geen inkomen stukken en mededelingen. De VOORZITTER stelt hierna gelijktijdig aan de orde: 4. Voorstel tot het vaststellen van: a. de Programmabegroting 2008 (inclusief de bijbehorende 1e begrotingswijziging 2008) Raadsvoorstel 100; b. de Verordening Brandweerrechten Helmond 2008 Raadsvoorstel 101; c. de Verordening Hondenbelasting Helmond 2008 Raadsvoorstel 102; d. de Legesverordening Helmond 2008 Raadsvoorstel 103; e. de Verordening Marktgeld Helmond 2008 Raadsvoorstel 104;
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
1
f.
de Verordening Onroerende-zaakbelastingen Helmond 2008 Raadsvoorstel 105; g. de Verordening Precariobelasting Helmond 2008 Raadsvoorstel 106; h. de Verordening Reinigingsheffingen Helmond 2008 Raadsvoorstel 107; i. de Verordening Rioolrechten Helmond 2008 Raadsvoorstel 108; j. de Verordening Parkeerbelasting Helmond 2008 Raadsvoorstel 109; k. de Verordening Reclamebelasting Helmond 2008 Raadsvoorstel 110; l. de Grondprijzen van Woningen enBedrijventerrreinen 2008 Raadsvoorstel 111;
5. Voorstel tot vaststelling van de subsidieprogramma Jeugd, Zorg en Welzijn en Sport 2008 Raadsvoorstel 112. 6. Voorstel tot het vaststellen van het programma Kunst en Cultuur 2008 Raadsvoorstel 113. ALGEMENE BESCHOUWINGEN (tweede instantie). De VOORZITTER verleent het woord aan de heer Den Breejen. (De heer Den Breejen ondersteunt zijn betoog met een powerpointpresentatie.) De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter, leden van de raad, toehoorders! De PvdA-fractie constateert met genoegen dat het deze collegeperiode ingezette beleid met als motto “Sociaal en betrokken” met verve wordt voortgezet. Deze ingeslagen weg wordt vol ambitie uitgedragen. De speerpunten komen wij tegen in de toekenning van gelden zoals op dia 2 – niet volledig overigens - wordt gememoreerd. Dit college zet inderdaad een eigen toon neer. Daarbij komt dat de centrumontwikkeling op koers ligt, de uitbreiding van de markt tot dagmarkt op stoom ligt en Berkendonk een ander meer groen gezicht gaat krijgen waarbij Helmond niet met de rug naar Deurne staat. Wij zijn daarom onder de gegeven omstandigheden blij met het opzeggen van de samenwerkingsovereenkomst met de Oostappengroep. Dit pretpark voor de Randstad hebben wij als PvdA nooit gewild. Wij willen er ook geen stadion van Helmond Sport. Als Helmond de poort tot de Peel wil zijn en voluit een regiofunctie wil behouden, dan komt het er met dergelijke scenario’s op aan dit waar te maken. Dat laatste geldt ook voor het dossier bereikbaarheid en doorstroming. De grote ruit kan op de steun van de PvdA-fractie rekenen. Verder zijn wij erg enthousiast dat er een begin is gemaakt met de aanleg van glasvezel tot in de huiskamer, met als gevolg snelheden van 100 Mb! Wel moet het college zich er hard voor maken dat dit na Brandevoort in de hele stad wordt aangelegd en dat de onrendabele gebieden zoveel mogelijk meegenomen worden: dus ook aanleg in het winkelgebied van het centrum, om een voorbeeld te noemen. De oogst van wat het college in twee jaar tijd heeft bereikt is veel groter, zoals u op dia 3 “Een greep uit de resultaten”, kunt zien. Om het als partijman te zeggen: Ons verkiezingsprogramma knort van vreugde! Bovenstaande wil echter niet zeggen dat alles van een leien dakje loopt. De dossiers Fitland, Helmond Sport en Klein Arsenal zijn hier recente voorbeelden van. Verantwoordelijkheid dragen wil ook zeggen soms akkoord gaan met zaken die je niet helemaal kunt goedkeuren maar die je, alles afwegende, uit het oogpunt van het algemeen belang toch moet steunen. Andere projecten gaan wat ons betreft inderdaad langzaam. Daar valt het zojuist genoemde Berkendonk als deel van de Groene Peelvallei onder, maar ook het opkrikken van Heistraat en Molenstraat. Goed en weloverwogen beleid heeft nu eenmaal tijd nodig. Over een aantal zaken willen wij nog een opmerking maken.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
2
Sociale veiligheid, buurtbeheer en wijkgerichte aanpak. De inzet van buurtbrigadiers in wijken is op dit moment een heikel onderwerp. Er is een onderbezetting bij de politie. Dat maakt dat buurtbrigadiers soms beschikbaar moeten zijn voor taken buiten de eigen wijk, hetgeen leidt tot een beperkte inzet in wijken. Het streven is dat de brigadiers voor 80% in de eigen wijk beschikbaar zijn. Feitelijk is die beschikbaarheid veel minder. Wij willen de burgemeester vragen om te zorgen dat buurtbrigadiers optimaal, dat wil zeggen voor de beloofde 80% van hun werktijd, beschikbaar zijn in de aan hen toegewezen wijken. Wij zijn content dat er twee extra buurtbeheerders komen in Helmond- Oost en Helmond-Noord. Maar wij zijn bang dat door het gebrek aan politiepersoneel het goede effect weer om zeep wordt geholpen. Belangrijk is dat er met betrekking tot buurtbeheer meer visie wordt ontwikkeld op buurtmanagement, aangepast aan de problematiek die zich in wijken voordoet. Wij vragen het college ten aanzien van dit onderwerp met een voorstel te komen, een voorstel dat toegepast kan worden op alle wijken. Jeugd en onderwijs. De planvorming betreffende wijkhuis/brede school in Helmond-West dient zo snel mogelijk gestart te worden. Buiten het stapelen van stenen is het van groot belang dat de sociaal-maatschappelijke aspecten worden meegenomen in de planontwikkeling bij herstructureringen. Wij zien een wijkhuis/brede school in het centrum van Helmond-West als een kans voor een echte upgrading, zeker gezien de problematiek rondom het basisonderwijs en buurthuis. Wij zien nog mogelijkheden met betrekking tot het investeren in maatschappelijk vastgoed door corporaties. Daarnaast is het noodzakelijk dat corporaties participeren in het leefbaarheidsfonds. Eén van de zeven prioriteiten uit de onderwijsvisie die door de raad op 11 september 2007 is vastgesteld, namelijk dat de zorgstructuur met voorrang binnen het primair én voortgezet onderwijs moet worden uitgebouwd teneinde prioriteit te kunnen geven aan het effectief en efficiënt inspelen op de gedragsproblematiek, is niet in het beleidsplan van het integraal jeugdbeleid 13+ opgenomen. De nu voorliggende uitwerking van het beleid voor de leeftijdsgroep 13+ is voornamelijk gericht op participatie en binding. Dit is geheel in lijn met het in maart 2006 vastgestelde kader jeugdbeleid. Dat laat onverlet dat er tegelijkertijd ook aandacht moet zijn voor jongeren die door onvermogen of gedragsproblemen niet kunnen deelnemen aan reguliere onderwijssituaties. Ook deze groep verdient zorg, ondersteuning en aandacht in Helmond. Het 13+-beleid zet in op handhaven van de huidige inzet in de aanpak van risicogedrag. Het belangrijkste aandachtspunt van dit beleid is het voorkomen en bestrijden van risicogedrag en het bevorderen van competenties die een zelfstandig bestaan mogelijk maken. Versterking van structurele samenwerking tussen onderwijs en voorzieningen op het gebied van gezondheidszorg, welzijn jeugdzorg en veiligheid kan nog verder worden geëffectueerd. Dit laatste nu blijkt voor de groep jongeren die leerplichtig zijn en gedragsproblemen hebben, in Helmond niet voldoende te zijn. De PvdA-fractie vraagt uitdrukkelijk aandacht voor de huisvesting van onderwijs aan de moeilijke doelgroepen in Helmond en verzoekt het college adequate maatregelen te nemen om vanaf 2008 binnen de gemeente Helmond een voorziening tot stand te brengen voor leerplichtige jongeren met gedragsproblemen samen met het voortgezet onderwijs, het speciaal onderwijs en de jeugdzorg. Deze voorziening moet het perspectief vergroten op het behalen van een startkwalificatie. Hierover dient onze fractie een motie in. (Motie 1.) Ook vragen wij aandacht voor het terugdringen van de wachtlijsten in het speciaal onderwijs. Er is in Helmond namelijk geen voorziening om de betrokken groep, wegens de schrijnende wachtlijst, in het VSO op te vangen. De PvdA vraagt om een snelle doorbraak in deze. Daarbij betrekken wij in het bijzonder de gevolgen van bovenstaande voor de onderwijshuisvesting. Armoedebeleid, inkomen en werkgelegenheid. Graag vernemen wij wat de resultaten zijn van de veranderingen in het Werkplein. Wij zouden graag zien dat mensen zonder arbeidsinkomen snel, binnen twee weken, een uitkering krijgen en dat er vervolgens meteen wordt gewerkt aan de re-integratie van werklozen in de arbeidsmarkt. Nu het economisch voor de wind gaat, wil de PvdA nog meer resultaten zien op het gebied van de werkloosheidsbestrijding. In tijden van arbeidskrapte moet fors ingezet worden op het granieten structurele bestand van 1800 cliënten, wat landelijk gezien een hoog percentage is. Een resultaat zou zijn om nog eens 500 cliënten extra aan een baan te helpen, zodat het aantal onder de 1500 cliënten komt. Met het ingezette armoedebeleid heeft dit college door middel van de eerste armoedeconferentie en de daarna gestarte vijf werkgroepen laten zien dit beleid serieus te willen nemen en dit tevens bespreekbaar te willen maken. Met het aanwijzen van vijf ambassadeurs voor deze projecten zijn tegelijkertijd naast de
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
3
gemeente ook instellingen medeverantwoordelijk gemaakt voor de uitvoering van het gemeentelijke armoedebeleid. Het project SaldoPlus is van start gegaan. Er is een collectieve ziektekostenverzekering aangeboden aan minima. Vooral met betrekking tot preventief armoedebeleid zou meer gedaan moeten worden, gericht op het voorkomen van schulden, het geven van voorlichting en het begeleiden van mensen. Onze fractie is dan ook blij dat er nu een vervolgconferentie op komst is en er vervolgens een beleidsdocument voorbereid zal worden. Daarbij zouden de mogelijkheden met betrekking tot het van gemeentewege verstrekken c.q. een financiële bijdrage geven voor witgoed e.d. nadrukkelijk weer meegenomen moeten worden. Met een variant op de legendarische Jan Schaefer: Van notitiegelul kun je niet leven. Sociale participatie. Sociale participatie is een belangrijk item voor de PvdA. Onze fractie wil graag dat op korte termijn 300 uitkeringsgerechtigden gestimuleerd worden om zich in te zetten voor vrijwilligerswerk. Onder het motto “Niemand thuis laten zitten” willen wij werk maken van sociale participatie. De al eerder aangenomen motie verdient het om uitgevoerd te worden. Maatschappelijke dienstverlening, zorg en integratie. Met betrekking tot de WMO is het prettig te horen dat het tekort lager uitvalt. Graag een overzichtelijk beeld van de financiële gevolgen van de WMO voor de gemeentebegroting en een goede structurele onderbouwing van de financiering van de te verwachten extra kosten. De eigenbijdrageregeling is ook zo’n punt. Samen met o.a. de fractie van de SP hebben wij zorgen over de invoering van een eigenbijdrageregeling. Onduidelijk is voor welke groepen dit straks een probleem gaat worden, ook al is er een anti-accumulatiebeding - om te voorkomen dat mensen doordat ze voor meerdere voorzieningen een eigen bijdrage moeten betalen en daardoor op hoge lasten komen - aan de orde. Wij maken ons zorgen over eventuele ontslagen in de thuiszorg. Wij blijven ondanks de toelichting bezorgd om de werkgelegenheid in de zorg en zien de roadmap van het college dan ook graag tegemoet. Economisch beleid en werkgelegenheid. Wij zijn erg ingenomen met de concentratie van TNO Industrie en Techniek business, unit automotive, waarbij ruim 200 arbeidsplaatsen verplaatst zullen worden, en in feite gedeeltelijk al verplaatst zijn, naar Helmond. Deze operatie zal volgens het TNO Jubileumboek naar verwachting in 2008 afgerond worden. Dat is ook nodig, maar additionele acquisitie blijft nog steeds belangrijk. Daarnaast zijn wij blij met de meerwaarde die het Werkpleinconcept biedt. Cultuur. Om maar meteen met Matthijs Vermeulen in huis te vallen: “De enige waarlijke vooruitgang is die, welke zich beweegt van het bestaan naar de gedachte.” Het is de openingszin - dus niet zo maar een zin, maar een zin waarover is nagedacht - van zijn boek “Het Avontuur van den Geest” uit 1947. (Ik ben de trotse eigenaar van dit boek.) Matthijs Vermeulen, onze beroemde Helmondse componist en schrijver. Als wij deze uitspraak toepassen op ’t Speelhuis, moeten wij vaststellen dat ‘t Speelhuis een bijzonder en geliefd theater is. Wij vinden dat, met in achtneming van het gestelde in de laatste raadsvergadering, dit theater deze functie moet houden. In Helmond is er dan nog altijd geen echte grote zaal waar een musical e.d. kan worden uitgevoerd. Wij moeten gaan voor een beleid dat gericht is op de toekomst. Anders heeft Helmond straks een tweederangs positie en is het links en rechts ingehaald door de omringende dorpen! In het concept voor een nieuwe en extra schouwburg zou het Draaiorgelmuseum misschien meegenomen kunnen worden. Wij zijn verheugd dat het college heeft toegezegd deze zaken te willen onderzoeken. Plato als poppodium voor jongeren moet nu, net als met het jongerenevenement Impact al gebeurd is, snel op de kaart gezet worden. Het bedrijfsplan moet er snel komen en tevens dient er dan snel een evenementencoördinator aangesteld te worden. Een disco in onze stad staat ook nog altijd op het lijstje van de PvdA-fractie. Verder willen wij nog stellen dat wij erg voor cultuur in de wijken zijn, in combinatie met het meer gebruiken van accommodaties, ook in de vakantieperiodes. Wij zijn zeer voor een zomeracademie, waarover wij een motie zullen indienen. (Motie 2.) Ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting. De PvdA is uitdrukkelijk van mening dat, buiten het stapelen van stenen, het sociaal-maatschappelijke aspect en de economische ontwikkelingen een grote rol moeten spelen in de herstructurering. Wij zien hier dan ook een rol voor de corporaties weggelegd in het kader van het leefbaarheidfonds: investeren in maatschappelijk vastgoed.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
4
Met betrekking tot de extra middelen die op de welzijnprogramma’s zijn ingezet, is de PvdA-fractie ook helder. Nu er fors geschoven is met de middelen, willen wij van het college ook concrete resultaten zien. Voor wat het onderwerp stedelijke vernieuwing betreft, willen wij graag dat er snel wordt gestart met de planvorming voor de Leonarduswijk en Helmond-West. Mobiliteitsbeleid. Wij hebben twee moties openbaar vervoer. In motie 3 vragen wij om een onderzoek naar nachttrein en nachtbus. Deze motie wordt ondersteund door de GroenLinks-fractie. Motie 4 gaat over gratis openbaar vervoer met carnaval. De VOORZITTER: Dames en heren! Door de PvdA-fractie worden de volgende vier moties ingediend: Motie 1. “Voorziening in Helmond voor leerplichtige jongeren met gedragsproblemen. De raad der gemeente Helmond, in vergadering bijeen op 8 november 2007 ter behandeling van de begroting; Overwegende dat: 1. In Helmond onvoldoende voorzieningen zijn om jongeren met gedragsproblemen op te vangen en hen tegelijkertijd deel te laten nemen aan reguliere onderwijssituaties. (Men moet naar Deurne en andere gemeenten uitwijken). 2. Deze groep jongeren meer zorg, ondersteuning en aandacht verdient in Helmond. 3. Dat deze wens aansluit bij één van de zeven prioriteiten uit de onderwijsvisie zoals die in september jl. door de raad is vastgesteld. Toelichting: Deze prioriteit is onvoldoende uitgewerkt in het beleidsplan van het integraal jeugdbeleid (13- en 13+), terwijl deze problematiek extra aandacht vraagt. Door een goede samenwerking tussen het voortgezet onderwijs, het speciaal onderwijs en jeugdzorg kan deze voorziening o.i. gerealiseerd worden. Verzoekt het college met een concreet voorstel te komen en middelen vrij te maken om deze voorziening samen met de genoemde partijen te realiseren en dit uitgewerkte voorstel opnieuw te agenderen in de commissie Samenleving en gaat over tot de orde van de vergadering.” Deze motie is ondertekend door de heer Tijani. Motie 2. “Zomeracademie. De raad der gemeente Helmond, in vergadering bijeen op 8 november 2007 ter behandeling van de begroting; Overwegende: 1. Dat in het bijzonder op het einde van de zomervakantieperiode in wijken weinig activiteiten voor jongeren van 12 - 17 jaar worden aangeboden; 2. Dat de wijkhuizen en scholen in de verschillende wijken in die periode gesloten zijn; 3. Dat jongeren in die leeftijd in die weken veel vrije tijd hebben, die door veel jongeren in verveling wordt doorgebracht, met vaak zeer vervelende gevolgen; Verzoekt het College 1. Om de mogelijkheden voor het jaarlijks organiseren van een zomeracademie in de laatste drie weken van de zomervakantie te onderzoeken, door in gesprek te gaan met instellingen of de zomeracademie onderdeel kan gaan uitmaken van het reguliere activiteitenaanbod. 2. Om tevens te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de wijk- en buurthuizen in die periode voor deze activiteiten open te stellen en dit te betrekken bij het accommodatiebeleid. 3. Om de mogelijkheid te bezien om in 2008 in een wijk te starten met een pilot. Toelichting: Een aanbod van creatieve en ontspanningsactiviteiten in deze weken kan een belangrijke stimulans leveren aan de ontwikkeling van jongeren. Landelijk worden al door bepaalde instellingen creatieve weken op campings e.d. georganiseerd. Door dergelijke activiteiten in en rond buurthuizen en scholen in wijken te
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
5
organiseren krijgen ook jongeren die niet aan dergelijke, vaak dure, kampen mee kunnen doen, de gelegenheid. Voor een positieve benadering zou een Pilot kunnen worden uitgevoerd d.m.v. een samenwerkingsproject tussen scholen, SWH en het Kunstkwartier. Het gaat om het aanbieden van mogelijkheden tot het gedurende de laatste 3 weken van de zomervakantie volgen van lessen in toneel, beeldhouwen, tekenen, schilderen, zingen, cabaret, sportinstructie etc. voor kinderen en jongeren van 12 tot 17 jaar. en gaat over tot de orde van de vergadering.” Deze motie is ondertekend door mevrouw De Jager. Motie 3. “MOTIE Nachttrein Brabant. De raad der gemeente Helmond, in vergadering bijeen op 8 november 2007 ter behandeling van de begroting; Overwegende: 1. De verdere ontwikkeling van Helmond en positionering van Helmond als centrumgemeente binnen SRE vraagt om verdere uitbreiding van de reistijden. Een stad als Helmond vanwege de strategische ligging goed bereikbaar moet zijn, ook na middernachtelijke uren; 2. Provinciale Staten van Noord-Brabant op 22 juni 2006 unaniem een motie hebben aangenomen waaruit blijkt dat Provinciale Staten het college van Gedeputeerde Staten opdraagt hiervoor een bedrag van vier miljoen euro te reserveren en Provinciale Staten het college van Gedeputeerde Staten opdraagt om op de kortst mogelijke termijn tot uitvoeringsafspraken te komen met de “OV Netwerk BrabantStad”-partners; 3. Aansluiting op het NS Nachtnet past binnen de ambities van Helmond om een centrale functie te vervullen in (Zuidoost-)Brabant; 4. Het aansluiten op het NS Nachtnet de stad nog aantrekkelijker zal maken voor dagjesmensen, toeristen en uitgaanspubliek, en dientengevolge goed is voor de lokale economie; 5. Bereikbaarheid een must is om de centrumplannen succesvol te maken. Constateert dat: 1. Provinciale Staten de aansluiting van Brabant op het Nachtnet van de Nederlandse Spoorwegen heeft gerealiseerd, en dat Helmond hierbij buiten de boot is gevallen; 2. ProRail een keer per jaar haar spoorcapaciteit bepaald en vastlegt. Spreek uit dat: De gemeenteraad van Helmond met instemming kennis heeft genomen van de motie van Provinciale Staten van Noord-Brabant over de realisatie van het Nachtnet in Brabant en de gevolgen hiervan; Verzoekt het college: 1. Samen met de ‘OV Netwerk Brabantstad’-partners de mogelijkheden om Helmond binnen een jaar alsnog aan te sluiten op het Brabantse Nachtnet en daarbij de wenselijkheid van een Nachtbus mee te nemen. 2. De raad zo spoedig mogelijk te informeren over de financiële consequenties van de realisatie van deze pilot; 3. Deze zaak zo spoedig mogelijk ter bespreking aan te bieden aan de commissies RF en MO&E.; en gaat over tot de orde van de vergadering.” Deze motie is ondertekend door de heren Pellemans en Van der Made. Motie 4. “Inspanningverplichting College Gratis Openbaar Vervoer Carnaval. De raad der gemeente Helmond, in vergadering bijeen op 8 november 2007 ter behandeling van de begroting; In 2007 is in Tilburg tijdens Carnaval gratis openbaar vervoer in de stad aangeboden. Dat was een groot succes, dat navolging verdient. Ook de PvdA-fracties in andere B5-steden zijn bezig om hetzelfde idee in hun gemeente te verwezenlijken. Om die reden vragen wij (als B5) de provincie niet alleen gratis openbaar vervoer aan te bieden voor het busvervoer, maar ook met NS en ProRail in overleg te treden om deze dagen de treinen gratis te laten rijden.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
6
Onze overwegingen daartoe zijn de volgende. 1. Veel scholen en bedrijven zijn rond Carnaval gesloten: de treinen rijden rond met meer lege stoelen en het zou in onze ogen veel beter zijn deze via een gratis actie te laten bezetten door reizigers, die dankzij deze kennismaking mogelijk de kansen (her)ontdekken van het snelle en sinds kort ook zeer frequente OV dat kenmerkend is voor onze provincie. 2. Gratis OV met Carnaval met trein en bus in de hele provincie is goed voor de veiligheid, goed voor het milieu, goed voor de economie, goed voor de sociale cohesie tussen de steden en dorpen van Noord-Brabant. 3. Gratis OV in Noord-Brabant tijdens deze feestelijke dagen kan een geweldige ‘boost’ zijn voor het toerisme in Noord-Brabant. 4. Gezamenlijk optrekken is het motto op weg naar Culturele Hoofdstad 2018. Als BrabantStad als Culturele Hoofdstad de stip is op de horizon en de weg ernaartoe even interessant is als het doel zelf, zoals uit persberichten valt te lezen, zou gratis openbaar vervoer een interessant zijpad kunnen zijn en een bijdrage kunnen leveren aan de beoogde culturele infrastructuur. 5. De PvdA heeft zich voor dit voorstel laten inspireren door een belangrijke gratis OV-actie rond de Stedendriehoek Apeldoorn - Deventer - Zutphen, een stedelijk gebied waar net als in Noord-Brabant veel wordt gereisd. Openbaar vervoer is hierbij belangrijk. De gemeenten in de Stedendriehoek en de provincie Gelderland vinden het belangrijk dat er goed openbaar vervoer is in dit gebied. Om de openstelling van vier nieuwe stations een impuls te geven is daar een samenwerkingsverband gestart met ProRail, NS en de provincie om een aantal dagen gratis OV aan te bieden ter bevordering van het woon-werkverkeer. Mogelijk kunnen de bevindingen die in dit verband zijn opgedaan mede als referentie dienen voor een - niet helemaal maar wel enigszins - vergelijkbare pilot in Noord-Brabant. De hiergenoemde pilot werd - heel genereus - volledig door NS gefinancierd. Verzoekt het college: 1. Samen met de andere B5 betrokken steden, een inspanningsverlichting te willen doen bij de Provincie Noord-Brabant en met de provincie in overleg te willen treden om met haar een traject in te gaan waarin een uitdagende ambitie als gratis OV rond Carnaval provinciebreed voor trein en bus wordt onderzocht ism met NS, ProRail en de busmaatschappijen in Brabant. 2. De raad zo spoedig mogelijk te informeren over de financiële consequenties van de realisatie van deze pilot. 3. Deze zaak zo spoedig mogelijk ter bespreking aan te bieden aan de commissies R.F. en MO&E. en gaat over tot de orde van de vergadering.” Deze motie is ondertekend door de heren Den Breejen en Groenendal. Hierna geeft de VOORZITTER gelegenheid tot het stellen van vragen. Mevrouw MATTHEIJ-VAN WOENSEL (CDA): Voorzitter! Ik hoorde de heer Den Breejen spreken over de buurtbrigadier. Ik neem aan dat hij en de mensen die in Helmond-Oost wonen, ervan op de hoogte zijn dat er in Helmond-Oost al sinds ruim twee jaar een buutbeheerder functioneert en ook goed functioneert. Het betreft een combibaan vanuit Woonpartners en de gemeente. Ik weet dat er enige begripsverwarring is over de titulatuur van deze mensen en hun functies en taken. Het zou aardig zijn daar enige helderheid in te verschaffen. Laten wij vooral de buurtbeheerders in Helmond-Oost niet vergeten. Dat zou een beetje jammer zijn. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! Het is mij bekend dat er in Helmond-Oost een buurtbeheerder functioneert. Ik ken de heer Van den Reek zeer goed en ook al heel lang. De strekking van het verhaal is dat, omdat er soms mensen uitvallen, er ook taken worden verricht door een ander soort functionaris. Ik ben mij zeer goed bewust van het zeer goede werk dat de heer Van den Reek in Helmond-Oost verricht. (De heer Dams komt, om 13.26 uur, ter vergadering.) Hierna verleent de VOORZITTER het woord aan mevrouw De Leeuw-Jongejans. (Mevrouw De Leeuw ondersteunt haar betoog met een powerpointpresentatie.)
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
7
Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Succes is altijd afhankelijk van ambitie en aanmoediging. Ambities heeft dit college genoeg. Dat deze ambities soms worden ingehaald door de realiteit van alle dag, is een feit waar niemand omheen kan. Op dit gebied hebben wij dan ook samen een verantwoordelijkheid. Tijdens deze tweede instantie zullen wij het college aanmoedigen om op een aantal onderdelen sterker in te zetten en verbeteringen aan te brengen. Het college bouwt terecht voort op de weg die is ingezet: het voeren van een solide financieel beleid met daar bovenop nog ruim € 7 miljoen voor extra investeringen in 2008. De uitwerking van het tarievenbeleid en de grondprijzen zijn conform wat wij hebben afgesproken bij de voorjaarsnota. De CDA-fractie kan zich vinden in het voorstel om de vrijvallende middelen van € 2,6 miljoen toe te voegen aan het fonds strategische investeringen. Wij bedanken het college en de ambtelijke organisatie voor de beantwoording van de vragen gesteld in eerste termijn. Graag nemen wij u even mee terug naar de begroting van vorig jaar. Wij hadden geconcludeerd dat het schip op koers lag en hebben als CDA-fractie middels vijf moties nog vijf extra containers aan de lading toegevoegd. Die extra lading is succesvol gebleken. Wij kunnen nu structureel een extra maatschappelijk werker voor de problematiek van huiselijk geweld inzetten en de uitwerking van de motie dronken pubers is bij alle ouders van de 12-jarigen onder de aandacht gebracht. Wij hebben aan sport en onderwijs als commissie veel meer aandacht kunnen geven en de kaders bijna vastgesteld. Via het project Raad als Maat heeft een aantal raadsleden ondervonden dat de doelgroep werkloze jongeren met complexe problematiek veelal zeer moeilijk te bereiken is. De betrokken instanties die zich dagelijks voor deze jongeren inzetten, verdienen terecht een pluim! Bij de voorjaarsnota heeft de CDA-fractie nog een flinke container aan boord getild, waardoor € 1,1 miljoen is gereserveerd voor preventiebeleid. En nu doet het schip de volgende haven aan. Wij zijn halverwege op de uitgestippelde route. Zoals een aantal van u weet, is het zo dat een groot schip niet zelfstandig de haven mag binnenvaren. De loods komt aan boord en geeft een dwingend advies aan de kapitein, omdat deze loods goed op de hoogte is van de lokale gevaren. Deze adviezen zullen wij middels een zevental moties onderbouwen. De input voor onze voorstellen hebben wij niet alleen maar uit dossiers gehaald, maar vooral uit al die werkbezoeken die wij als fractie het afgelopen jaar hebben afgelegd. Onze beschouwing is als volgt opgebouwd. Wij maken een aantal opmerkingen over programmaonderdelen en richten ons vervolgens op de voor onze fractie twee belangrijkste onderwerpen, te weten werkgelegenheid en leefbaarheid. Veiligheid en handhaving. U heeft onze vraag over de afstemming van de diverse disciplines die in de wijk actief zijn, met een algemeen verhaal beantwoord. Zoals de CDA-fractie al diverse keren naar voren heeft gebracht, is het niet duidelijk wat de taken zijn van de buurtbrigadier, de buurtbeheerder, de buurtconciërge, de opbouwwerker en de stadswacht. Dit leidt vaak tot een verkeerd verwachtingspatroon van de burger en tot vragen over wie nu wat gaat oppakken. Wij vragen u om begin 2008 met een notitie te komen waarin de taakomschrijving van al deze functies helder wordt verwoord. Ten aanzien van de handhaving vragen wij ons af of de aangetroffen hoeveelheden softdrugs nog meer dan 110 kilo moeten zijn om over te gaan tot sluiting van de coffeeshop in de Wolfstraat. Wij kunnen dit niet uitleggen aan de burger. Wonen. Het college zal 12 november a.s. minister Vogelaar ontvangen. Kan de wethouder aangeven welke punten hij onder de aandacht gaat brengen? Wij maken ons zorgen over de financiering van de veertig pluswijken, de voortgang van derde fase herstructurering in de Binnenstad en de plannen voor Helmond-West. Milieu. De geluidskaarten voor Helmond staan een beetje verstopt op de site van het SRE. De actieplannen moeten uiterlijk in mei 2008 worden vastgesteld. U kunt kiezen voor een formeel spoor (alleen bekendmaking en terinzagelegging), maar wij als CDA-fractie willen onze burgers graag actief betrekken bij het actieplan. Wij pleiten voor informatiebijeenkomsten zodat het plan interactief tot stand kan komen. Graag uw reactie. Dan gaan wij nu over tot het eerste hoofdthema:
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
8
Werkgelegenheid. Procentueel daalt de werkloosheid in Helmond iets, maar lang niet zo hard als je zou kunnen verwachten wanneer je deze cijfers met landelijke cijfers vergelijkt. Wij vragen aandacht voor vier onderdelen van deze problematiek: ten eerste het tekort aan arbeidsplaatsen, ten tweede de zorg voor gekwalificeerde werknemers, ten derde het onderwijs en tot slot de randvoorwaarden om het proces te verbeteren. 1. Arbeidsplaatsentekort. De CDA-fractie heeft gevraagd om een forse verbetering op dit gebied in plaats van de door het college na te streven lichte verbetering. Wij vinden de formulering “De lange termijneffecten uitgedrukt in arbeidsplaatsen schatten wij positiever in” te vaag. Wij willen harde cijfers van het college horen, bijvoorbeeld 300 arbeidsplaatsen erbij in 2008. Het college zal alles uit de kast moeten halen om bedrijven naar Helmond te krijgen. Betrek de sleutelfiguren uit het bedrijfsleven erbij en breid het netwerk uit. Focus op automotive en food en verwerf hiermee een beeldbepalende plaats in de regio, in de provincie en in Europa. Haak aan bij andere gebieden die ook deze speerpunten binnen hun stad of regio hebben, zoals bedrijven in Spanje, België en Duitsland en de opkomende automotive industrieën in Polen, Tsjechië en Slovenië. 2. Gekwalificeerde werknemers. Een groep die we als mogelijk arbeidspotentieel nog niet goed in beeld hebben zijn de NUG’ers. Dit is de groep werkzoekenden die geen recht hebben op een uitkering. Het grootste deel van deze groep bestaat uit mogelijke herintreders, zoals vrouwen die weer aan de slag willen als de kinderen wat groter worden. In het rapport van de Raad voor Werk en Inkomen wordt gesteld dat de NUG’ers beter door de gemeente moeten worden geholpen. Het college geeft in het Jaarplan Arbeidsmarkt aan dat er in de eerste helft van 2008 hiervoor plannen zullen worden gemaakt. Vooruitlopend hierop wil de CDA-fractie een motie indienen en tevens budget voor scholing vrijmaken. Wij dienen een creatief voorstel in om deze groep allereerst duidelijker in kaart te kunnen brengen en te motiveren om naar het Werkplein te komen. (Motie 6.) 3. Onderwijs. Een ander aspect is de aansluiting tussen opleiding en het verkrijgen van een baan. Het blijkt dat de uitwisseling van de database van stageplaatsen en markrelaties tussen ROC, Helicon, werkveld en gemeente sterk verbeterd kan worden. Dat is één aspect. Verder moeten ouders vroeger en beter voorgelicht worden over opleidingen en wat je daarmee kunt als je klaar bent. Dit betekent bijvoorbeeld tijdens open dagen meer concrete informatie van werkgevers over welke banen in welke sector veel gevraagd worden. Wat wij dus willen is, dat de gemeente zich hiervoor hard gaat maken, niet alleen met praten in allerlei overleggroepen, maar door concrete resultaten te laten zien. Ook dat is beleid maken. Wij denken dan aan het commitment om twee open dagen in 2008 voor VMBO, ROC en MBO op deze wijze te faciliteren. Of bijvoorbeeld concreet het databestand te koppelen tussen onderwijs, ondernemers en de gemeente. Een voortrekkersrol dus! 4. Randvoorwaarden voor goed beleid. Per 1 januari 2008 gaan CWI, UWV en de sociale dienst gezamenlijk een andere aanpak volgen. Dit vereist een geweldige omslag in denken en wij vragen speciale aandacht voor de groep betrokken ambtenaren bij dit proces. Wij verwachten dat het college actief hierop inspeelt en dat de medewerkers goed worden geschoold. Tot slot gaan wij over naar het tweede hoofdthema van onze fractie: Leefbaarheid. Hieronder scharen wij de volgende drie onderdelen: ondersteuning van gezinnen en vrijwilligers, een schone buurt en het armoedebeleid. 1. Ondersteuning van gezinnen en vrijwilligers. De binnenstad begint steeds mooier te worden. Of hiermee de problemen ook zijn opgelost, valt nog te bezien. Oude huizen slopen en nieuwe bouwen leidt namelijk amper tot een verbetering van de leefbaarheid en een afname van de criminaliteit. Tot die conclusie kwam het Sociaal en Cultureel Planbureau onlangs in het rapport “Aandacht voor de wijk”. Het risico van dit type stadvernieuwing is dat ze uiteindelijk cosmetisch blijkt. Op kousenvoeten sluipt de verpaupering dan weer naar binnen. Spanningen tussen mensen en hun diverse leefwijzen zijn merkbaar en voelbaar in de wijken. Wij vinden dat het college adequaat heeft ingespeeld op deze problematiek door twee extra straathoekwerkers in te zetten. Maar daarmee zijn wij er nog niet. Een groep, waarvan een deel van Marokkaanse afkomst is, zorgt voor overlast en vormt de harde kern die verantwoordelijk is voor een groot deel van de criminaliteit in Helmond. Wij betwijfelen of alleen de inzet van straathoekwerkers die problematiek structureel kan oplossen. Wanneer je kijkt naar de gezinssituatie, blijkt
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
9
het vaak om eenoudergezinnen te gaan. Voor deze gezinnen is opvoeden soms extra lastig en complex. Vanuit het oogpunt van zorg voor elkaar willen wij deze groep graag daadwerkelijk ondersteunen. Wij willen dat doen door de eigen kwaliteiten van de bewoners aan te boren en te vergroten. Dat kan door bijvoorbeeld in 2008 100 buurtvaders en buurtmoeders op te leiden en ze voor hun werkzaamheden een vrijwilligersvergoeding te geven. Wij willen dus de onderlinge banden versterken en over de drempel heen steun geven. Wij dienen hiervoor een motie in. (Motie 5.) Vrijwilligers zijn voor onze stad van groot belang. Ook in de wijken zijn mensen actief met het regelen van evenementen, optochten, feesten en bijeenkomsten. Wij ontvangen steeds meer signalen uit o.a. Dierdonk en Brandevoort dat vrijwilligers aangeven dat ze een stuk professionele ondersteuning missen om de jeugd goed te begeleiden tijdens de vele activiteiten. De CDA-fractie vindt het belangrijk dat wij dit signaal oppakken. Wij dienen hiervoor een motie in. (Motie 7.) 2. Schone buurt. In gesprek met het team bemoeizorg kwamen een aantal praktisch belemmeringen in de uitoefening van hun takenpakket naar voren. Tevens krijgen wij regelmatig signalen van omwonenden dat die het zat zijn om tegen de rommel en rotzooi van een ander aan te kijken. Vaak begint dan het gedoe wie verantwoordelijk is voor welke kosten en wie wat regelt op welke termijn. De buurtbewoner merkt alleen dat er niets gebeurt en ergert zich groen en geel. Wij denken dat wij deze problematiek pragmatisch moeten oplossen. Daar is iedereen bij gebaat: de hulpverleners, de betrokken persoon, de omwonenden en de buurt. Wij dienen hiervoor de motie “Witte Tornado” in. (Motie 8.) 3. Armoedebeleid. Onzes inziens heeft de wethouder weer niet begrepen wat de CDA-fractie nu graag wil. Wij lezen dat er een tweede armoedeconferentie wordt georganiseerd. Wij vinden het beleid te hapsnap en te ad hoc, hoe nobel de na te streven doelen ook zijn. Wij willen het onderwerp armoedebeleid nog dit jaar op de agenda in de commissie. In plaats daarvan zegt het college ons een notitie toe. Is dit een kant en klare notitie? Daar zitten wij namelijk niet op te wachten. Wij willen kaders aangeven! Ook zijn wij het niet eens met de invulling die het college geeft aan de € 200.000,-- Dams-middelen. Wij willen de toezegging van het college dat de invulling van deze gelden ter bespreking in de commissie wordt gebracht. Vooruitlopend op de discussie over het armoedebeleid, die de CDA-fractie al in een veel vroeger stadium had willen voeren, willen wij aangeven dat wij de schuldenproblematiek nadrukkelijk belicht willen zien binnen een concreet structureel beleid. Wij dienen hiervoor de voor ons erg belangrijke motie “Inzet bijzondere bijstand in. (Motie 10.) Verder vragen wij ons af waarom Helmond niet vermeld staat op de site “Bereken uw recht” van het Nibud. De CDA-fractie wil dat jongeren leren om zuiniger met geld om te gaan. Het Nibud heeft hiervoor een spel ontwikkeld, genaamd de “Bling Game”. Door de “Bling Game” leren tieners spelenderwijs om niet alleen geld uit te geven, maar vooral te investeren. Wij willen dit spel graag aan alle groepen 8 aanbieden en dienen hiervoor een motie in. (Motie 11.) De succesvolle ruilwinkel die ruim 740 mensen aan de onderkant van onze samenleving weet te binden, wordt geconfronteerd met het feit dat de provinciale subsidie wordt stopgezet en daarmee ook haar voortbestaan. De CDA-fractie acht dit geen goede ontwikkeling. Wij willen dat de ruilwinkel in ieder geval voor 2008 kan rekenen op onze support en meegenomen wordt in de discussie over het armoedebeleid. Wij vinden dat het juiste kader om te beslissen over de toekomst van de ruilwinkel. Wij dienen hiervoor een motie in. (Motie 9.) Samenvattend. De CDA-loods denkt dat onze zeven moties de koers van het schip naar het einddoel ten goede zullen komen. De lading is beter over het schip verdeeld en u kunt de najaarsstormen goed doorstaan met het schip. Wij kijken uit naar de goede onderbouwde reacties van de kapitein en wensen de loodsen na ons, die nog hun betoog gaan houden, veel succes toe. (Tijdens deze bijdrage is de heer Chahim, om 13.35 uur, ter vergadering gekomen.) De VOORZITTER: Dames en heren! Door mevrouw De Leeuw-Jongejans zijn de volgende moties ingediend: Motie 5. “Buurtmoeder/buurtvader De Raad,
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
10
Gehoord de beraadslaging d.d. 8 november 2007, Overwegende • dat opvoeden niet eenvoudig is • dat ouders primair verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kinderen • dat we als gemeente actief en preventief op de problematiek willen/moeten inspringen door ouders hierbij nadrukkelijk te betrekken en te ondersteunen. verzoekt het college • de betrokken partijen die expertise hebben op dit gebied creatief te laten nadenken over hoe we deze groep ouders actiever kunnen betrekken (bij school, bij vrijetijdsbesteding etc); • het idee van buurtmoeder/buurtvader verder uit te werken, zeker wanneer dit gedragen wordt door o.a. het Platform Sociale Cohesie; • te onderzoeken of, en op welke wijze, hiervoor een vrijwilligersvergoeding kan worden gegeven; • voor dit project van 3 jaar eenmalig maximaal € 200.000 uit het preventiefonds te reserveren voor een uitwerking van deze plannen. • na deze periode te evalueren of voortzetting noodzakelijk/wenselijk is En gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door mevrouw De Leeuw-Jongejans. Motie 6. “Meer banen voor herintreders (niet-uitkeringsgerechtigden die niet participeren in betaald werk) De Raad, Gehoord de beraadslaging d.d. 8 november 2007, Overwegende • dat we over 10 jaar 1 miljoen arbeidskrachten te kort komen in Nederland • dat we vanuit die gedachte zoveel mogelijk mensen een kans moeten geven om in te springen op de toekomstige mogelijkheden • dat veelal vrouwen, wanneer de kinderen groter worden, uitkijken naar betaald werk • dat het CWI op dit moment geen duidelijk beeld heeft van deze doelgroep verzoekt het college • een concreet plan uit te werken op welke wijze bijvoorbeeld vouchers/leerbonnen de gang naar het CWI aantrekkelijker kunnen maken • middels een goede publiciteit hier bekendheid aan te geven • dit mee te nemen in het nog op te stellen plan van aanpak voor deze doelgroep met als financiële dekking: • maximaal € 100.000,- uit de preventiepot En gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door mevrouw De Leeuw-Jongejans. Motie 7. Ondersteuning vrijwilligers in de wijken De Raad, Gehoord de beraadslaging d.d. 8 november 2007, Overwegende • dat de gemeente het grote belang van vrijwilligers onderstreept • dat het Integraal Jeugdbeleid 13 + vorm begint te krijgen • dat we afgesproken hebben dat er ook tijd en geld gaat naar die jongeren met wie het goed gaat • dat veel vrijwilligers zich hiervoor inzetten, maar ook behoefte hebben aan een stuk ondersteuning • dat bijvoorbeeld in de wijken Brandevoort en Dierdonk nog veel activiteiten voor jongeren opgezet moeten worden verzoekt het college • een jongerenwerker stadsbreed in te zetten die de vrijwilligers met raad en daad ter zijde staat
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
11
dit af te spreken voor een periode van 3 jaar de financiering met incidenteel geld (tot een maximum van € 250.000) voor 3 jaar af te dekken uit de ‘preventiepot’ • na deze periode te evalueren of voorzetting in deze vorm noodzakelijk is. En gaat over tot de orde van de dag.” • •
Deze motie is ondertekend door mevrouw De Leeuw-Jongejans. Motie 8. “De Witte Tornado De Raad, Gehoord de beraadslaging d.d. 8 november 2007, Overwegende • dat de aanpak van woningvervuiling stuit op een aantal praktische problemen • dat oponthoud bij de aanpak van woningvervuiling onwenselijk is voor de wijk (volksgezondheid, overlast etc) verzoekt het college • Om deze praktische problemen pragmatisch op te lossen • De kosten te financieren uit het schoonmaakfonds ‘de Witte Tornado’ • € 50.000 uit het preventiefonds in het schoonmaakfonds te storten En gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door mevrouw De Leeuw-Jongejans. Motie 9. Voortbestaan Ruilwinkel De Raad, Gehoord de beraadslaging d.d. 8 november 2007, Overwegende • dat de ruilwinkel een belangrijke schakel is in de zorg voor die mensen die echt de eindjes aan elkaar moeten knopen • dat de filosofie achter de ruilwinkel aanslaat gezien het feit dat ze ruim 740 mensen actief weten te binden verzoekt het college • het voortbestaan van de ruilwinkel voor 2008 te garanderen • de financiële kosten van maximaal € 50.000,- te dekken uit het preventiefonds • de discussie over de verder voortgang mee te nemen binnen het armoedebeleid En gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door mevrouw De Leeuw-Jongejans. Motie 10. “Inzet bijzondere bijstand De Raad, Gehoord de beraadslaging d.d. 8 november 2007, Overwegende • dat de bijzondere bijstand op diverse manieren kan worden ingezet aan de hand van criteria die de gemeente zelf opstelt (binnen landelijke regelgeving) • dat in beginsel geen bijstand wordt verleend ter gedeeltelijke of gehele aflossing van schulden • dat veel mensen met een langdurig laag inkomen enorm veel moeite hebben om een positief banksaldo te houden • dat wij als gemeente vanuit een preventieve insteek schulden willen voorkomen en daar ons beleid actief op in kunnen zetten verzoekt het college
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
12
• • •
om de mogelijkheden te onderzoeken om de kosten van budgetbeheer voor maximaal 36 maanden in aanmerking te laten komen voor bijzondere bijstand om te onderzoeken of bijvoorbeeld een inkoop van begeleiding door Saldo-Plus voor deze groep wenselijk is deze bevindingen terug te rapporteren in de betreffende commissies in de eerste helft van 2008 en het beleid vervolgens vast te stellen.”
Deze motie is ondertekend door mevrouw De Leeuw-Jongejans. Motie 11. “Bling Game (bordspel over geld, verleiding en kansen) De Raad, Gehoord de beraadslaging d.d. 8 november 2007, Overwegende • dat 40% van de jongeren onder de 25 jaar een schuld heeft van gemiddeld 900 euro • dat als ze op zichzelf gaan wonen ruim 66 % een schuld heeft van gemiddeld 1750 euro • dat vrijwel alle tieners problemen hebben om verstandig met geld om te gaan • dat het Nibud een bordspel heeft ontwikkeld om tieners spelenderwijs te leren omgaan met deze problematiek verzoekt het college • aan alle groepen 8 van de basisscholen de ‘Bling Game’ aan te bieden • de financiële kosten te dekken uit het preventiefonds (€ 27, 50 per spel).” Deze motie is ondertekend door mevrouw De Leeuw-Jongejans. De heer DAMEN (VVD): Voorzitter! Mevrouw De Leeuw heeft het in haar betoog over hoe het zit met de taakverdeling tussen buurtbrigadier, buurtbeheerder, buurtconciërge en opbouwwerker. Nu komt zij met het voorstel tot het instellen van een buurtvader/buurtmoeder. Dit komt daar nu ook nog bij. Hoe verenigt zich dat met de kritiek die zij heeft op de onduidelijke taakverdeling tussen de verschillende soorten functionarissen die zij genoemd heeft? Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! De door mij genoemde functies zijn allemaal professionele functies. De insteek van het instellen van een buurtvader/buurtmoeder is van een heel andere orde en is er vooral op gericht om ondersteuning te bieden in het geval zich problematiek binnen gezinnen voordoet. Op deze manier betrek je een veel groter deel van de bevolking bij de problematiek en maak je de mensen medeverantwoordelijk om de problematiek te helpen oplossen. Het voorstel is dus van een heel andere orde en heeft een andere insteek. De heer TIJANI (PvdA): Voorzitter! Mevrouw De Leeuw heeft in haar betoog het coffeeshopbeleid genoemd. Ik denk dat de door haar genoemde situatie de consequentie van een bepaald beleid is. Er is in Helmond altijd een eenzijdig beleid gehanteerd. In het verleden was één fractie altijd tegen de uitbreiding van het aantal coffeeshops in Helmond. Door dat beleid is het monopolie neergelegd in handen van een enkele coffeeshop. Dat heeft de consequentie gehad waarover wij een paar dagen geleden iets in de krant hebben kunnen lezen. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Ik bestrijd wat de heer Tijani zegt en ik ben het niet met hem eens. Wij hebben de afspraak gemaakt dat er in Helmond één coffeeshop is. Die coffeeshop zal zich moeten houden aan de afspraken die er zijn gemaakt. Ik wacht dan ook met belangstelling het antwoord van de burgemeester af. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Door de CDA-fractie is een motie ingediend over de bijzondere bijstand. Mevrouw De Leeuw sprak daarbij over de kosten die mensen moeten maken voor bijvoorbeeld SaldoPlus. Doelt zij daarbij op de maandelijkse lasten of op de eenmalige kosten die mensen maken bij de start, als zij cliënt worden van SaldoPlus?
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
13
Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): De strekking van de motie zal straks nog wel aan de orde komen. Wij constateren dat mensen, wanneer zij langere tijd van een heel beperkt budget moeten leven, structureel in de problemen komen. Dan kun je eenmalig geld geven voor de aanschaf van een bril of wat dan ook, maar je zou ook per geval op een andere manier kunnen investeren, namelijk door de mensen te helpen hun financiën op orde te krijgen. Wij achten het structureel helpen van mensen van wezenlijk belang. Deze motie voorziet in een onderzoek naar de mogelijkheden daarvan. Er is in elk geval al een andere gemeente die de bijzondere bijstand op deze manier inzet. Voor ons is dit een manier om mensen preventief te helpen. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! De Combinatie wil beginnen met te bedanken voor de overzichtelijke beantwoording van alle 202 vragen. Ik constateer dat de grootste coalitiepartner verreweg het meeste aantal vragen aan het college stelt, zijnde 49. De VVD-fractie volstaat met 19 vragen en de CDA-fractie heeft er aan 13 genoeg, maar heeft, gehoord de bijdrage van mevrouw De Leeuw, de achterstand behoorlijk ingehaald. De beantwoording van de vraag of dit een graadmeter vormt voor de mate van tevredenheid bij de partijen met het tot heden gevoerde beleid, laten wij graag aan anderen over. De begroting 2008 staat, op een enkel wankel plankje na, als een huis en is het gevolg van het financiële beleid dat de afgelopen jaren is gevoerd en nu wordt voortgezet en uitgebouwd onder de pakkende slogan “sociaal en betrokken”. Wij kunnen via het fonds strategische investeringen zelfs grote bedragen voor de toekomst wegleggen, een toekomst die overigens nog vele onzekerheden kent. Immers, wat doet NedSchroef; blijft Raymakers zitten; hoe zijn de ontwikkelingen op het Vliscoterrein; geeft RWE al een krimp; zijn wij al voldoende on speaking terms met Woonpartners om zaken te kunnen doen en komt die kantorenmarkt op Suytkade wel van de grond? Je zou bijna gaan denken dat daar straks weer ruimte is voor een voetbalveldje! En onze projectontwikkelaars voor de centrumplannen, zijn die nog enthousiast? Of zitten wij midden 2009 met een gloednieuwe bibliotheek op een kale vlakte? Wat opvalt is, dat de beantwoording van het college op nogal wat punten een hoog oppak- en doorschuifgehalte heeft. Geld reserveren voor later is geen slechte gewoonte. Maar laten wij met elkaar afspreken dat de nog bij elkaar te scharrelen € 47 miljoen nimmer ten koste kan gaan van de oplossing van de hedendaagse problemen in de bestaande stad. En, alvast een schotje voor de boeg, of voor de loods: het uitblijven van een nieuwe schouwburg vinden wij, met Eindhoven in de buurt, geen schreeuwend probleem dat binnen afzienbare tijd om een oplossing vraagt. Wij zijn tevreden met het feit dat dit college in zijn Woonvisie niet aan wensdenken doet maar reëel ervan uitgaat dat Helmond in 2015 rond de honderdduizend inwoners zal hebben. Dat versterkt de kans op een vruchtbare dialoog met omringende gemeentes over het uitzetten van een gezamenlijke strategie voor de oplossing van de problemen van overmorgen. Hoewel, bezien wij de ontwikkelingen rond de Groene Peelvallei, dan hebben wij toch het idee steeds een strategisch stapje later te zijn dan onze buur Deurne. Wij draaien besluiten terug of moeten er nog eens op studeren, terwijl men in Deurne al besluiten neemt. Voorzitter! Er is een aantal dossiers dat ons zorgen baart, te beginnen met de WMO. De Zorgboog en Savant verwachten bij ongewijzigd beleid 300 tot 400 gekwalificeerde arbeidskrachten te moeten ontslaan. Daarnaast worden ziekenhuisbedden ad zo’n € 700,-- per dag langer dan noodzakelijk is door patiënten bezet gehouden vanwege het feit dat er in de thuiszorg onvoldoende gekwalificeerde arbeidskrachten voorhanden zijn. Hoe logisch is het niet om deze twee gegevens, als gemeente en partner in de gezondheidszorg, te betrekken bij de vaststelling van je beleid. In uw beantwoording hierover, rept u hier niet van. U maakt rekensommen. U wilt een gat dichten door duurdere huishoudelijke zorg te schrappen zonder dat u daarbij oog heeft voor de gevolgen die dat voor anderen in de keten heeft. In plaats van gezamenlijk tot de best mogelijke oplossing te komen, bent u aan het boekhouden. Partijen snakken naar een bestuurder die zich niet achter ambtelijke barricaden verschuilt, maar de wil uitstraalt in gezamenlijkheid naar oplossingen te willen streven en op z’n tijd een oorspronkelijk idee heeft. Niet zo gek om dat te verwachten van iemand die van creativiteit zijn beroep heeft gemaakt. Wij roepen de wethouder op verder te kijken dan de eigen benauwde veste. Wat ons eveneens dwarszit, is de ongemakkelijke verhouding tussen de Atlant Groep en de gemeente, nota bene een bedrijf waarvan de wethouder economische zaken voorzitter is en dat hij als zijn paradepaardje zou moeten koesteren en uitbaten, gezien deze Helmondse succesformule in re-integratieland.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
14
De Atlant Groep was in 2002 een verliesgevende partner maar heeft door wijziging van beleid en doorgevoerde interne bezuinigingen het voor elkaar gekregen winstgevend te worden. Waardoor? Door detachering van personeel bij bedrijven- en opdrachtgevers en weg van het ouderwetse sociale werkplaatsidee. Verwacht wordt dat in 2008 rond 80% van het personeel gedetacheerd is. Goed voor de doelgroep, want de arbeidsparticipatie wordt er door bevorderd en goed voor de gemeente, want die heeft een re-integratiebedrijf dat winst maakt, zo zou je zeggen. Maar wat gebeurt er nu? Omdat de Atlant Groep en de gemeente niet tot een vergelijk kunnen komen over de aanbesteding van onderhoudswerkzaamheden van het groen dreigen er 80 man op straat te komen. Het betreft speciaal voor dit doel opgeleide mensen, bekend in de wijk waar ze werken en werkzaam op een niveau dat zij aankunnen. Een ideaal voorbeeld van re-integratie, zo lijkt ons. Met dit model in huis hoef je niet een hele ambtelijke afdeling voor veel geld te restylen, zou je denken. Mocht ontslag volgen voor deze mensen, dan weet je dat ze vanwege hun beperkingen geen kans maken op de reguliere arbeidsmarkt, dus terugstromen naar - ja, naar wat? - of thuis blijven zitten en daarmee het zinvolle werk dat ze voorheen deden, verliezen. Voorzitter, in dit voorbeeld is de prangende vraag aan de orde, zeker voor een wethouder van PvdA-huize, of de laagste prijs bij aanbestedingen in dit geval leidraad moet zijn. Natuurlijk kan je niet op tegen prijsvechters die werken met Oost-Europese seizoenarbeiders. Maar waar blijft je sociale en betrokken hart, kernbegrippen van deze coalitie en ingebakken in de PvdA-traditie, als je hierin mee zou gaan? En stel dat je voor de laagste prijs gaat, hoe groot zijn dan de reorganisatiekosten die de Atlant Groep moet maken? Naar ik heb begrepen een veelvoud van de besparing die ogenschijnlijk op korte termijn gehaald wordt. Wij zullen via een motie een uitspraak van de raad vragen over deze zaak, want dit moet wat ons betreft echt anders. (Motie 12.) Godfried Bomans, voor de wat ouderen onder ons nog wel bekend, schreef in de jaren zestig een verhaal onder de titel Ongelooflijkheden in Helmond. Dat ging over een biljartwedstrijd in zaal Atgier op de Markt. Voorzitter, de Fitlandstory van vorige week kan met gemak aan deze titel worden toegevoegd. De hele gang van zaken is voor ons reden om in een van de eerstvolgende raadsvergaderingen te komen met een voorstel voor het instellen van een onderzoek rond het dossier Fitland. Dit onderzoek wordt, indien een raadsmeerderheid hiermee akkoord gaat, uitgevoerd door een door de raad in te stellen onderzoekscommissie, bestaande uit leden van de raad. Voorafgaande aan dit onderzoek zal de raad in algemene zin bij verordening nadere regels moeten stellen. Ik verwijs naar gemeentes als Almere, Den Haag en Schiedam, die al een verordening op het recht van enquête kennen. Los van dit dossier lijkt het ons sowieso gewenst dat de raad een verordening op het recht van enquête vaststelt. Maar er gebeuren meer dingen, waarbij je je als burger afvraagt: hoe kan dat nou? Neem de affaire van de aanvrage voor een sportschool op de Gerwenseweg waar het, met medeweten van ambtelijke adviseurs, mogelijk was dat daar door de initiatiefnemers voor tienduizenden euro’s werd geïnvesteerd alvorens zij het bericht kregen dat daar conform een besluit van het college uit 2004 helemaal geen sportschool gevestigd kon worden. Hoe is het mogelijk dat dit bericht, ondanks naar verluidt veelvuldig ambtelijk overleg, niet eerder bij initiatiefnemers bekend gemaakt is? Neem de zich ruim 15 jaar voortslepende bouwaanvrage op de Steenweg 50. Hoe is het mogelijk dat letterlijk in de laatste fase de gemeente er achter komt dat op het dan voorliggende ontwerp nog een ander bestemmingsplan van kracht is, los van de discussie of dit bouwplan op die plek bij voortschrijdend inzicht wel de beste optie is? Neem de almaar stagnerende besprekingen rond het centrumplan Stiphout. Hier treft overigens de gemeente geen blaam, maar houden partijen ter plekke elkaar in een houdgreep. Wij vinden het de hoogste tijd dat, naar analogie van het centrum, hier een Stiphoutmanager aan de slag gaat, die van buitenaf wordt aangetrokken en de opdracht krijgt te onderzoeken langs welke weg er schot in deze zaak gebracht kan worden. De verplaatsing van De Greef zou wel eens als breekijzer kunnen dienen om verdere noodzakelijke ontwikkeling in dit dorp mogelijk te maken. Ook een opknapbeurt van de openbare ruimte duldt hier echt niet langer uitstel. Voorzitter, wij constateren dat er in Helmond vele initiatieven zijn of worden ontplooid om de cultuur in haar verschillende verschijningsvormen in Helmond op de kaart te zetten. Maar er is altijd een groot probleem, en dat is het geld. Eenmalige subsidies blijken voor de opstart van culturele uitingen prima te zijn, maar voor een vervolg zijn er dan vaak geen mogelijkheden meer. In de begroting vinden wij op diverse punten geld voor dit doel. Ik noem de post Scalazaal, het stimuleringsfonds jeugd en zo zijn er nog een paar te noemen. Wij pleiten ervoor deze posten bij elkaar te voegen en te
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
15
komen tot één fonds kunst en cultuur dat onder de titel “Bevordering cultuur en evenementen” gebruikt kan worden voor het doel zoals eerder genoemd. Om dit te bereiken hebben wij een amendement opgesteld. (Amendement 1.) En, voorzitter, het is maar een kleinigheid, maar wanneer komt Trix’ IJspaleis nou eens van de grond? Wat kunststofplaten, een koelinstallatie, en je bent klaar. Je levert een geweldige bijdrage aan de verlevendiging van het centrum, je hoeft niet te wachten tot er bewoning boven winkels is en de kosten zijn in de hand te houden. Met een beetje goede wil kan je deze investering als strategisch bestempelen. Motto van deze actie: hier is plaats voor iedere scheve schaats! Het zal er druk worden! Tenslotte voorzitter, heb ik het genoegen u naast het eerder aangekondigde amendement nog een amendement aan te bieden, waarin gevraagd wordt de tarieven voor de Warenmarkt een jaar te bevriezen. (Amendement 2.) Verder doen wij bij motie een oproep aan het college om te komen met een actieprogramma bestrijding zwerfafval centrumgebied waarvoor een landelijke bijdrage kan worden verworven. (Motie 14.) En verder een motie met een uitnodiging aan het college om bij de Voorjaarsnota 2008 met concrete voorstellen te komen voor een volledig dekkend buurtbeheerdersnet in de stad. (Motie 13.) De VOORZITTER: Dames en heren! Door de heer Ferwerda zijn, namens de fracties van De Combinatie (SDH-OH, HB en D66) de volgende amendementen en moties ingediend. Amendement 1. “AMENDEMENT De gemeenteraad van Helmond, in vergadering bijeen op 8 november 2007, in overweging nemende, dat - de continuïteit en kwaliteit van binnen- en buitenevenementen zowel als nieuw beleid in het kader van jeugd en jongeren in de sector kunst en cultuur een intensivering van middelen rechtvaardigt; - de structurele ophoging van het evenementenbudget van 50.000 euro een stap in de goede richting is doch niet voldoende soelaas biedt; - door de vorming van verschillende fondsen (stimuleringsfonds jeugd, fonds jeugd- en jongerenprogrammering, reserve actieplan cultuurbereik, reserve evenementen en toerisme) door de jaren heen er verkokering dreigt op te treden; BESLUIT: Om de genoemde fondsen samen te voegen in 1 fonds kunst en cultuur en om uiterlijk voor 1 februari de gemeenteraad heldere verdeelcriteria vast te laten stellen met prioriteit voor jeugd- en jongerencultuur enerzijds en de upgrading van bestaande binnen- en buitenevenementen in samenhang met de te actualiseren nota cultuur en de evenementennota.” Dit amendement is ondertekend door de heren Ferwerda en Van Dijk en mevrouw Spierings-van Deursen. Amendement 2. “Centrumontwikkeling - Tariefstijging warenmarkt. De gemeenteraad van de gemeente Helmond bijeen voor de vaststelling van de Programmabegroting 2008. Overwegende dat: - dat de eerste resultaten van klantonderzoek voor het bezoek van de warenmarkt inzichtelijk worden - de tariefverhoging vanwege de verlengde openingstijden, door het college als reëel zijn gekwalificeerd, significante procentuele stijgingen tussen 20 en 30 % bedragen; - mogelijk voor marktkooplieden de tariefstijging aanleiding is de warenmarkt de rug toe te keren; - de tariefstijging, gezien de notulen van de Marktadviescommissie, onderdeel uitmaakt van de bijdrage in Reclamegelden en in mindere mate de financiële gevolgen zijn van de verlengde markttijden. - De evaluatie van de verlengde markttijden is voorzien voor begin 2008. Besluit: De tarieven voor 2008 te bevriezen op het niveau van 2007 e.e.a. in afwachting van de conclusies en aanbevelingen van de evaluatie rapportage Warenmarkt, die begin 2008 wordt verwacht. en gaat over tot de orde van de dag.“
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
16
Dit amendement is ondertekend door de heren Ferwerda en Van Dijk en mevrouw Spierings-van Deursen. Motie 12. “De gemeenteraad van Helmond, in vergadering bijeen op 8 november 2007, in overweging nemende, dat: - de gemeente de grootste 'aandeelhouder' is van de Atlant Groep; - de gemeente een bijzondere verantwoordelijkheid heeft jegens de WSW'ers die in dienst zijn van de Atlant Groep (Helso); - het verlenen van een preferente positie aan de Atlant Groep in de aanbesteding van onderhoudsbestekken groen van ca. 20% te verantwoorden is; - ingeval de prijsaanbieding van Atlant de marktconforme prijs overstijgt, Atlant bereid moet zijn om deze meerkosten voor de gemeente zo mogelijk te compenseren uit het exploitatieresultaat van Atlant over het jaar dan wel de jaren waarin deze werken worden uitgevoerd; BESLUIT Om aan de Atlant Groep een preferente positie toe te kennen in het kader van de aanbesteding van onderhoudsbestekken groen onder voorwaarde dat Atlant de bereidheid toont zonodig en indien mogelijk compensatie voor meerkosten vergeleken met de marktconforme prijs te compenseren uit het exploitatieresultaat.” Deze motie is ondertekend door de heren Ferwerda en Van Dijk en mevrouw Spierings-van Deursen. Motie 13. “Motie Buurtbeheerder De gemeenteraad van de gemeente Helmond bijeen voor de vaststelling van de Programmabegroting 2008. Overwegende dat: - in de wijken gemeentebreed geen uniforme afstemming c.q. inzet is voor de inzet van buurtbeheerders/buurtconciërges; - de Stichting Stadswacht Helmond binnen de sector Leefbaarheid nagenoeg geen aandacht meer heeft voor de functie van contactfunctionaris leefbaarheid; - vanuit de beantwoording van het college blijkt dat de inzet van een buurtbeheerder als extra ondersteuning of op verzoek van wijkbewoners gewenst is; - inmiddels ruimschoots is bewezen dat de proactieve inzet van buurtbeheerder/buurtconciërge de leefbaarheid van de wijk op significante wijze beïnvloedt. Besluit: Om het college opdracht te geven om bij de Voorjaarsnota 2008 met concrete voorstellen te komen waarbij een volledige dekking van buurtbeheerders in alle wijken wordt nagestreefd.” Deze motie is ondertekend door de heren Ferwerda en Van Dijk en mevrouw Spierings-van Deursen. Motie 14. “Beheer Openbare ruimte. De gemeenteraad van de gemeente Helmond bijeen voor de vaststelling van de Programmabegroting 2008. Overwegende dat: - in het Centrum en directe omgeving een krachtige kwaliteitsimpuls is gegeven aan de openbare ruimte; - voor de handhaving van dit kwaliteitsniveau een daadkrachtig beheer nodig is en de middelen voor beheer en onderhoud daarvoor dienen te worden aangewend - echter op onderdelen blijkt dat voor het bewaken van zwerfafval, in het bijzonder kauwgomresten, daadkrachtige maatregelen nodig zijn; - aandacht voor het bestrijden van zwerfafval: op landelijk niveau een actieprogramma is gestart waar vanuit een totaal subsidiebedrag van € 16,0 miljoen voor de bestrijding van zwerfafval kan worden geput, - als voorbeeld voor de bestrijding van zwerfafval concrete plannen voorhanden zijn; Besluit:
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
17
-
Om het college opdracht te geven om vanuit een op te stellen actieprogramma ‘bestrijding zwerfafval Centrumgebied’ (met name gericht op het verwijderen van kauwgumresten) een bijdrage te verwerven vanuit het landelijke subsidieprogramma bestrijding Zwerfafval.”
Deze motie is ondertekend door de heren Ferwerda en Van Dijk en mevrouw Spierings-van Deursen. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! De heer Ferwerda heeft een betoog gehouden over de Atlant Groep en het aanbestedingsbeleid. Ik kan mij herinneren dat wij als PvdA, toen wij oppositiepartij waren, inhoudelijk dezelfde mening waren toegedaan. Anders gezegd: is de heer Ferwerda het met mij eens dat dit in feite beleid is van het vorige college, waar hij nu, als onderdeel van een oppositiepartij, kritiek op heeft? De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Als dat zo is, is dat zo. Het beleid dat zich nu gaat ontwikkelen, kan niet. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Mijn vraag was, wanneer dat beleid is ingezet. De heer FERWERDA (D66): Het zal mij worst wezen. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Ik vind dat de heer Ferwerda gewoon moet erkennen dat het vorige college dit beleid heeft ingezet. De heer FERWERDA (D66): Ik weet zeker dat het vorige college er nooit op uit is geweest om mensen op straat te zetten die via het re-integratieproces een stuk werk hebben gekregen dat zeer zinvol was. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Nogmaals: ik heb inhoudelijk geen problemen met uw verhaal, mijnheer Ferwerda. De heer FERWERDA (D66): Wij zien met belangstelling de stemming over onze motie 12 tegemoet. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Wij gaan nog afwegen hoe wij over deze motie gaan stemmen, want er spelen meer dingen mee. Het tweede punt betreft het “schotje voor de loods” met betrekking tot de eventuele nieuwe schouwburg. Die heeft voor De Combinatie een hoge prioriteit. Waarschijnlijk geldt dit voor een meerderheid van de raad. Daar kan ik mij best iets bij voorstellen, maar het gaat om heel veel geld. Neemt de heer Ferwerda het dan ook voor lief dat de exploitatie van ’t Speelhuis verder onder druk komt te staan en het exploitatietekort naar alle waarschijnlijk gaat toenemen? De heer FERWERDA (D66): Als dat de consequentie zou zijn, dan moet je dat gevolg van je keuze voor lief nemen. Zelf denk ik dat het mogelijk is in de programmering van een kleine speelzaal zodanig afwijkende keuzes te maken, dat het toch nog interessant is voor mensen om daar naar toe te komen. Waar ik niets in zie, is een soort ratrace tussen Eindhoven en Helmond. Overigens moet ik zeggen dat er toch wel iets vreemds aan de hand is. In de vorige periode dachten wij een platte zaal te krijgen met 800 tot 1000 plaatsen. Die hebben wij niet gekregen. Hoe dat fout is gegaan, weet ik niet, maar met het opleveren van Bararia House, kregen wij geen platte zaal voor 800 tot 1000 man waar ook behoorlijke toneelvoorstellingen zouden kunnen plaatsvinden. Dat punt is mij toen ontsnapt. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Ja, en dat is toch weer dat vorige college! De heer FERWERDA (D66): Voorzitter, ik wil toch graag een misverstand uit de weg ruimen: deel uitmaken van de coalitie dan wel van de oppositie wil niet zeggen dat je het altijd met elkaar eens bent of dat je niet zou kunnen zeggen: college, of vorig college, je hebt het op die en die punten verkeerd gedaan. Ik heb er geen enkele moeite mee om dat te doen, omdat ik de inhoud van de voorstellen wil beoordelen. En het interesseert mij echt niet waar die voorstellen vandaan komen. Heel goede voorstellen kunnen van zowel de coalitie als de oppositie komen. Dat maakt mij niet uit. Langzaam maar zeker zullen wij ook als fracties van De Combinatie onze positie gaan innemen.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
18
De heer LUYBEN (CDA): Voorzitter, ik heb een vraag aan de heer Ferwerda. Overweegt hij een enquête naar de platte zaal? De heer FERWERDA (D66): Nou, daar heb ik nog niet aan gedacht. De VOORZITTER: Het lijkt mij goed als wij deze vraag voorleggen aan de huidige centrummanager. De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! De Wet maatschappelijke ondersteuning, de WMO, heeft de afgelopen periode veel aandacht gekregen. Het gaat dan vooral om de huishoudelijke zorg. Logisch, want de huishoudelijke zorg raakt heel veel mensen. Bijna 2400 Helmondse huishouden zijn op deze zorg aangewezen. Een groot deel van het WMO-geld gaat er naar toe. Het is een financiële risicofactor voor een gemeente. Reden voor ons om er bij deze begrotingsbehandeling wat uitgebreider bij stil te staan. Wie dit onderwerp volgt, weet dat wij als SP erg veel kritiek hebben op het beleid. Met de landelijke invoering van de WMO is tevens marktwerking ingevoerd. Zorginstellingen moeten met elkaar concurreren om het werk te krijgen en te houden. Dat is nog netjes gezegd. Het komt er eigenlijk op neer dat ze tegen elkaar worden uitgespeeld. Zo’n aanpak past volgens ons niet bij de zorg. Niet marktwerking maar samenwerking en solidariteit zijn nodig. Maar de gemeente moet het er mee doen: het is nu eenmaal landelijk zo besloten. De gemeente moet de zorg verplicht Europees aanbesteden en de zorginstellingen onderling laten concurreren. De instellingen mogen over de aanbesteding niet onderling overleggen. Dat zou kartelvorming zijn. Toch heeft de gemeente de ruimte om binnen de grenzen van het landelijke beleid een maximaal sociaal beleid te voeren. Neem bijvoorbeeld de aanpak van Boxtel. Boxtel doet niet aan prijsconcurrentie. De zorginstellingen worden dus niet omwille van de financiën tegen elkaar uitgespeeld, plus dat Boxtel een eenheidstarief van € 22,50 betaalt. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen lichte hulp, HV1-zorg, en meer complexe hulp, HV2-zorg. Daardoor worden de aanbieders van de zorg in staat gesteld om de bestaande hulp te continueren. En het tarief van € 22,50 is een schappelijke prijs. De zorginstellingen raken niet in de financiële problemen. Voorzitter, had de wethouder voor zo’n aanpak in Helmond gekozen, wij hadden hem van meet af aan van harte ondersteund. Helaas heeft hij dat niet gedaan. De Helmondse insteek is niet: hoe kunnen wij een maximaal sociaal beleid voeren, maar wordt vooral beheerst door de vraag: hoe blijven wij binnen het budget. Neem de stand van zaken op dit moment. Waar blijft de WMO-beleidsnota? Voorzitter, deze vraag hadden wij opgenomen in de eerste schriftelijke ronde bij deze begrotingsbehandeling, maar afgelopen weekend viel de nota plotseling op de deurmat. Alsof de wethouder wist dat deze vraag zou komen. Wij hebben nog niet de gelegenheid gehad om het stuk grondig te bestuderen. Wel hebben wij gelezen dat het college overweegt om in de loop van 2008 een eigen bijdrage te heffen voor scootmobielen, de individuele vervoervoorziening en woningaanpassingen. Hoewel deze maatregel met een ideologisch sausje wordt overgoten – het zou passen bij de WMO en de eigen verantwoordelijkheid – is het eigenlijk gewoon een centenkwestie. Niet het maximaal sociaal beleid is het doel, zo blijkt weer; nee, het doel is binnen het budget te blijven. Het gaat hier namelijk om een van de inverdieneffecten. Overigens is een eigen bijdrage helemaal niet zo vanzelfsprekend als wordt gesteld. Eindhoven bijvoorbeeld kiest ervoor om juist geen eigen bijdrage voor scootmobielen in te voeren. Voorzitter, in het kader van de WMO worden de voorzieningen toegekend op basis van een indicatie. Wij mogen aannemen dat wie zo’n voorziening krijgt toegekend, deze voorziening ook echt nodig heeft. Om nog meer eigen bijdragen toe te voegen aan die welke al bestaan, vinden wij niet sympathiek en niet solidair. Ook al bestaat er een anti-accumulatiebeding tegen een opeenstapeling van eigen bijdragen, de financiële drempel wordt zo gestaag toch steeds hoger. Dit is volgens ons ongewenst. Wij dienen hierover een motie in. (Motie 16.) Uit de bijdrage van de heer Den Breejen begrijp ik dat de PvdA-fractie hiermee zou sympathiseren. Wij kunnen de huidige stand van zaken met de thuiszorg niet goed beoordelen. Vorige week woensdag is de termijn verstreken dat instellingen kunnen inschrijven. Maar wij weten niet wat er uit de bus is gekomen. Welke instellingen hebben ingeschreven en hoe hebben ze ingeschreven? Hebben ze gedeeltelijk ingeschreven of misschien wel helemaal niet? En hoe wordt omgegaan met kwaliteitseis 22 uit het bestek? Deze kwaliteitseis stelt hogere eisen aan de hulpen die eenvoudige zorg verlenen, de alphahulpen. Het gaat
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
19
om de signaleringsfunctie. Maar dat kan niet, horen wij van verschillende kanten. Want alleen met medewerkers in loondienst kun je aan die kwaliteitseis voldoen. Alphahulpen zijn niet in loondienst. Kortom: is de thuiszorg voor volgend jaar veilig gesteld? Wij horen graag een reactie van de wethouder. Hij zou dat nu moeten kunnen beoordelen. Ik heb nog twee punten over het onderwerp WMO en thuiszorg. De indicatiestelling en de manier waarop daarmee wordt omgegaan, leidt tot een enorme verschuiving van uitgebreidere HV2-hulp naar eenvoudige HV1-hulp, welke een stuk goedkoper is. In de WMO-beleidsnota, die wij pas in de bus hebben gekregen, wordt gesproken over een kanteling. Deze kanteling is ook een van de inverdieneffecten, die het voor de gemeente een stuk goedkoper maakt. Het lijkt alsof niet de kwaliteit van de zorg vooropstaat, maar dat erop wordt gestuurd om de goedkope zorgvariant toe te wijzen. Overigens heeft deze kanteling grote gevolgen voor de medewerkers en leidt deze tot organisatorische problemen. Voor gekwalificeerde medewerkers dreigt ontslag omdat hun werk wegvalt. Tegelijkertijd zijn er zo veel extra alphahulpen nodig, dat deze amper nog te vinden zijn. Wil de wethouder hierop reageren? Dan beslispunt 6. Met dit beslispunt in het raadsbesluit van vorig jaar heeft de raad uitgesproken om niet meer geld aan de WMO uit te geven dan van het Rijk wordt ontvangen. Het gaat hier om een soort afspraak van de raad met zichzelf die de raad ook weer naast zich neer kan leggen. Wij dienen hierover een motie in. (Motie 15.) Maar ondertussen is deze afspraak wel taakstellend voor de verordening. Het is een keurslijf dat een financieel royalere WMO in de weg zit. Hoe ziet het college dat? Graag en reactie. Ik stap nu over naar een ander onderwerp. Wij hebben in onze eerste termijn een vraag gesteld over de vangnetregeling voor het schoolzwemmen. Zoals wij het lezen, krijgen ouders straks een korting op zwemlessen voor hun kind. Wordt dit inderdaad de invulling van deze vangnetregeling? Als dit zo is, voorzitter, dan gaat deze regeling in onze ogen tekortschieten. Wie rond moet komen van een minimuminkomen of iets daarboven, heeft gewoon niet de ruimte voor extra uitgaven, zoals uitgaven voor zwemlessen. Ons ideaal blijft dat op de basisschool het schoolzwemmen weer in het vakkenpakket terugkomt, ook omdat het natte gym is. Dat lijkt een brug te ver voor het college, maar de tussenoplossing die nu uit de bus lijkt te komen, is wel erg mager. Gezien het belang van het zwemmen in ons waterrijke land, is het zaak om geen financiële drempel op te werpen voor huishoudens met een smalle beurs. Wij dienen hiervoor een motie in. (Motie 18.) Hiermee kom ik op het armoedebeleid. Eindhoven geeft wederom een goed voorbeeld. Allerlei regelingen denk aan collectief vervoer, collectieve aanvullende verzekering, bijzondere bijstand - hanteren een inkomensgrens van 110% van het norminkomen of het minimuminkomen. Wie daar net boven zit, vist achter het net, terwijl die evengoed krap zit. Om daar iets aan te doen heeft het Eindhovense college besloten om de inkomensgrens 10% op te schroeven naar 120% van het minimuminkomen. In Eindhoven gaat dit per 1 januari a.s. in. Maar meer gemeenten hanteren de 120%-grens. Wij denken dat het een goede zaak is dat Helmond de regelingen inventariseert waarin deze inkomensgrens een rol speelt en ook besluit de 120%grens te hanteren. Een verruiming dus van het minimabeleid. Ik dien hierover een motie in. (Motie 19.) De brief van de ruilwinkel die onlangs is rondgestuurd, sluit aan op het armoedebeleid. De ruilwinkel verzoekt om een structurele subsidie van € 25.000,-- of een incidentele voorziening van € 50.000,-- om ten minste het komende jaar te overbruggen. Wij hebben eerder hier een toelichting op gekregen van mevrouw Van Kooten van de ruilwinkel. Al geruime tijd geleden is het subsidieverzoek ingediend, maar als wij het goed begrijpen is het nooit in behandeling genomen. Hoe dan ook, de voorgeschiedenis waardoor het verzoek nu plotsklaps op ons bordje ligt, begrijpen wij niet. Gezien het belang van het armoedebeleid begrijpen wij niet dat het niet gewoon is meegenomen. Kan de wethouder dit toelichten? Voorzitter, ik sluit af. Wegens tijdgebrek sla ik de onderwerpen sociaal raadsliedenwerk en het probleem van de gedifferentieerde wijken over. In de krant lazen wij dat de gemeente Eindhoven voornemens om in de toekomst de reclameverlichting uit te doen na elf uur ’s avonds. Dit sluit aan bij het maatschappelijk bewustzijn dat wij zuinig moeten zijn op onze energie en beter moeten nadenken over het gebruik ervan. Daarmee neemt de lichtvervuiling af. Mensen zetten zich persoonlijk al volop in om dit na te streven, bijvoorbeeld door energiezuinige lampen te gebruiken. Wij zien de stap die Eindhoven zet als een goede stap in de goede richting. Wij zouden hier graag navolging van dit voorbeeld van Eindhoven zien. Wij dienen hierover een motie in. (Motie 17.) Helemaal tot slot een kwestie die wij gisteren op ons bordje hebben gekregen en die de vorige spreker ook al heeft genoemd. Het betreft de Atlant Groep en de aanbesteding van de groenvoorziening. Wij willen niet lukraak over elk onderwerp spreken, maar deze kwestie lijkt ons ernstig genoeg om haar nu aan de orde te stellen. De Atlant Groep laat een alarmkreet horen en stelt dat straks mogelijk 80 medewerkers zonder werk komen te zitten in verband met het niet aanbesteed krijgen van de groenvoorziening. Ik heb begrepen dat
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
20
daar ook weer andere problemen uit voortvloeien. Het bedrijf stelt – en dat is reden tot zorg – dat het oplossingen heeft aangedragen en dat die onbespreekbaar bleken. Het woordje onbespreekbaar dat klinkt nooit goed. Wij denken dat een reactie van de wethouder vandaag op zijn plaats is. De VOORZITTER: Dames en heren! Door de heer Verbakel worden vijf moties ingediend: Motie 15. “WMO en beslispunt 6. De Raad, Gehoord de beraadslaging, - overwegende dat het noodzakelijk kan zijn middelen toe te voegen aan het rijksbudget voor de WMO, - van oordeel dat beslispunt 6, inhoudende om niet meer geld uit te geven aan de WMO dan van het rijk wordt ontvangen, hiermee niet rijmt, - van oordeel dat daarom beslispunt 6 niet taakstellend kan zijn voor de verordening WMO - spreekt uit beslispunt 6 te schrappen en gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door de heer Verbakel. Motie 16. “WMO en eigen bijdragen. De Raad, Gehoord de beraadslaging, - overwegende dat voorzieningen in het kader van de WMO worden toegekend op basis van een indicatie - overwegende dat het om noodzakelijke voorzieningen gaat - overwegende dat een eigen bijdrage een drempel kan opwerpen - overwegende dat de WMO reeds eigen bijdragen kent - van oordeel dat het niet gewenst is om cliënten met nog meer eigen bijdragen te confronteren, - roept het college op ervan af te zien om nieuwe eigen bijdragen toe te voegen in het kader van de WMO, en gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door de heer Verbakel. Motie 17. “Reclameverlichting. De Raad, Gehoord de beraadslaging, - van mening dat de gemeente Helmond een verantwoordelijkheid heeft om bij te dragen aan de millenniumdoelstellingen, - van mening dat reclameverlichting op bepaalde locaties en na een bepaald tijdstip van weinig nut is, - van mening dat voor eventuele besluitvorming wel eest goed naar de haalbaarheid en uitvoerbaarheid van een beperking van reclameverlichting gekeken moet worden, - roept het college op te onderzoeken of het haalbaar en uitvoerbaar is in de toekomst reclameverlichting na een bepaald tijdstip te beperken en wat de mogelijke gevolgen hiervan zijn, - roept het college op na te gaan wat het zelf bij kan dragen aan deze beperking in eigen reclameuitingen, - roept het college op over het onderwerp in gesprek te gaan met ondernemers, bedrijven en andere betrokkenen, - verzoekt het college te komen met een notitie en deze ter bespreking voor te leggen aan de raad, en gaat over tot de orde van de dag.”
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
21
Deze motie is ondertekend door de heer Verbakel. Motie 18. “Vangnetregeling schoolzwemmen. De Raad, Gehoord de beraadslaging, - van mening dat het beschikken over zwemvaardigheden van levensbelang kan zijn, - van mening dat ieder kind in Helmond de kans moet krijgen een zwemdiploma te bemachtigen, - van oordeel dat de gemeente dit maximaal moet faciliteren voor mensen met een laag inkomen, - roept het college op in de vangnetregeling een totale kostenvergoeding van zwemlessen voor mensen met een laag inkomen tot 120 procent van het minimum op te nemen, en gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door de heer Verbakel. Motie 19. “Verruiming minimabeleid. De Raad, Gehoord de beraadslaging, - overwegende dat de inkomensgrens om aanspraak te maken op diverse minimaregelingen is gesteld op 110 procent van het minimuminkomen - overwegende dat inkomens net boven deze grens onvoldoende zijn om aan de armoedeval te kunnen ontsnappen - overwegende dat het vaak gaat om werkende mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt - van oordeel dat een verruiming van het minimabeleid, inhoudende een verhoging van de inkomensgrens naar 120 procent, gewenst is - verzoekt het college om uiterlijk bij de voorjaarsnota 2008 met een voorstel te komen om het minimabeleid te verruimen door de bestaande inkomensgrens te verhogen naar 120 procent van het minimuminkomen en gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door de heer Verbakel. Hierna geeft de VOORZITTER gelegenheid tot het stellen van vragen. De heer DAMEN (VVD): Voorzitter! De heer Verbakel spreekt over het tarief voor de thuiszorg. Daarmee bedoelt hij, denk ik, dat er meer geld moet zijn voor de mensen op de werkvloer. Ik heb laatst een heel uitgebreide discussie gevolgd die werd uitgezonden via de radio. Daarbij kwam aan het licht dat tweederde van het tarief gaat naar het management. Ik begrijp uit de woorden van de heer Verbakel dat hij in principe een oproep doet aan het management van de thuiszorgorganisaties om de bedrijfsvoering eenvoudiger te maken, zodat er meer geld kan vloeien naar de mensen op de werkvloer. Is de heer Verbakel het op dat punt met mij eens? Volgens mij kan hij het er dan ook alleen maar mee eens zijn dat bij het bepalen van het bestek en de prijs die daarvoor uitgevochten wordt, men eigenlijk de bedrijfsvoering dwingt om daarop te bezuinigen. Is hij het ook op dat punt met mij eens? Een tweede vraag betreft de 120% van het minimuminkomen waarover de heer Verbakel spreekt. Bedoelt hij daarmee het bruto inkomen of het belastbare inkomen? De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! De gemeente Helmond betaalt op dit moment € 15,-- per zorguur HV1. Uit de woorden van de heer Damen maak ik op dat tweederde daarvan, dus € 10,--, zou gaan naar het management. In mijn ogen kan dat onmogelijk waar zijn, want het zou volslagen belachelijk zijn. Ik heb bij een zorginstelling navraag gedaan en daar is mij verzekerd dat de overhead die in het tarief zit, ver onder de 10% zit. Dat is een ingewikkelde berekening.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
22
De VOORZITTER: Toevallig heb ook ik de radio-uitzending gehoord waar de heer Damen over spreekt. Volgens mij citeert de heer Damen niet helemaal correct. Wel is het per definitie juist dat mensen die werken onder CAO-bepalingen, geen hoger loon ontvangen op het moment dat de tarieven omhoog gaan. De stelling die tijdens de radio-uitzending werd verdedigd is dat, als men uitgaat van een hoger tarief, dat hogere deel per definitie terechtkomt bij het management en niet bij de mensen op de werkvloer. De heer DAMEN (VVD): Ik ben benieuwd welke uitzending u gehoord heeft, want dat kan niet dezelfde zijn! De VOORZITTER: De kwestie van tweederde deel deed zich voor in specifieke situaties. Als men werkt onder CAO-bepalingen, krijgt men betaald waar men recht op heeft. Het probleem doet zich voor in het management, als de tarifering die door gemeenten wordt vergoed, te laag is. De heer VERBAKEL (SP): Volgens mij hebben wij het over twee heel verschillende dingen. Wat de heer Damen zegt, is volgens mij van tafel. Wat de burgemeester zegt… De heer DAMEN (VVD): Daar ben ik het niet mee eens. Wat de burgemeester zegt, kan in zijn visie juist zijn, maar in mijn visie misschien helemaal niet. De VOORZITTER: Daar moeten wij het tijdens de schorsing nog maar eens even over hebben. De heer VERBAKEL (SP): De tweede vraag was een technische vraag en ging over 110% versus 120%. Op dit moment wordt de grens gelegd bij 110%. Dat is gewoon de standaard die wordt gehanteerd en er zijn regels om die te berekenen. Ik denk dat het gaat om een netto bedrag. Er zijn overigens al meer gemeenten dan alleen maar Eindhoven - o.a. Arnhem - die de grens van 120% toepassen. Het lijkt mij een goede zaak om de 110% op te hogen tot 120% en zo te komen tot een heel redelijk minimabeleid. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! De heer Verbakel doorspekt zijn betoog met – in zijn ogen – goede voorbeelden, waar ik op zich veel in kan herkennen, die betrekking hebben op de situatie in Eindhoven. Heeft dat wellicht te maken met het feit dat de SP in Eindhoven deelneemt aan het college? Zou dat wellicht een boodschap kunnen zijn voor de Helmondse afdeling om daar eens, bij voldoende volume, over na te denken? De heer VERBAKEL (SP): Wie zal het zeggen? Laat eerst al onze moties maar eens door een meerderheid gesteund worden. Ik noemde ook Arnhem als voorbeeld. Daar zit de SP niet in het college, terwijl in Arnhem wel een goed en royaal minimabeleid gevoerd wordt. Het kan dus wel. De VOORZITTER: Dat kunnen gemeenten doen die vijf prachtwijken of krachtwijken hebben! De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! De heer Verbakel stelt in het kader van de WMO de wens te komen tot maximale zorg tegenover de eis om binnen het budget te blijven. Over dit laatste sprak hij alsof het iets vies was. Mijn vraag is of de heer Verbakel beseft dat binnen het budget blijven betekent dat geprobeerd wordt zorgvuldig om te gaan met gemeenschapsgeld, waar ook de minima een bijdrage aan leveren. Wat de heer Verbakel voorstaat, lijkt toch wel op vragen om een blanco cheque, terwijl er zeker een categorie mensen is die bijvoorbeeld een bijdrage voor een scootmobiel heel makkelijk kan betalen. Mijn vraag is of de heer Verbakel zijn standpunt kan verduidelijken. Pleit de heer Verbakel voor een openeindregeling? De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! De heer Den Breejen noemt meteen al twee dingen. Binnen het budget blijven heeft de raad zelf heel nadrukkelijk gesteld, nog veel nadrukkelijker dan ik het in mijn betoog gesteld heb, door beslispunt 6 aan te nemen in het raadsbesluit over de WMO. Het is dus duidelijk een heel belangrijk punt voor de raad. Als SP-fractie hebben wij steeds ingebracht dat wij zeker geen geld over de balk willen gooien, maar toch wel met open ogen naar de toekomst willen kijken, omdat er zaken zijn die wij niet kunnen voorzien en wij de mogelijkheid willen openhouden om op een sociale manier met de WMO om te gaan.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
23
De heer DAMS (VVD): Voorzitter! Bedoelt de heer Verbakel nu echt een open oog of bedoelt hij een openeindregeling? De heer VERBAKEL (SP): Op dit moment is er al een openeindregeling, want de gemeente kan niet tegen iemand die een WMO-aanvraag indient, zeggen: sorry, het geld is op, u krijgt niets. Naast deze openeindregeling heeft de gemeente door middel van beslispunt 6 de verplichting op zich genomen om de WMOverordening navenant aan te scherpen… De heer DAMS (VVD): Dan is het per definitie geen openeindregeling. De heer VERBAKEL (SP): Het is maar hoe je het bekijkt. Voor de burger is het wel een openeindregeling, want een terechte aanvraag kan niet geweigerd worden. Mevrouw RAAIJMAKERS-VAN DE POL (CDA): Misschien mag ik de discussie nog wat moeilijker maken, voorzitter! Ik heb al vaker de behoefte gehad om met de SP over beslispunt 6 een debat aan te gaan. In de visie van de CDA-fractie ligt de zaak door beslispunt helemaal niet zo strak als de SP het steeds naar buiten toe brengt. Bij de uitvoering van de WMO hebben wij te maken met twee soorten werkvelden. Wij zijn gestart met een smalle WMO, waarbij wij beslispunt 6 hebben afgesproken. Onder deze smalle WMO vallen vier beleidsterreinen - o.a. wonen met zorg en huishoudelijke verzorging - waar een budget van ongeveer € 6,5 miljoen aan was gekoppeld. Bij de verdergaande ontwikkeling van de WMO is een brede WMO ontstaan die negen prestatievelden omvat, waaronder ook jeugd, verslavingszorg en maatschappelijke opvang vallen. Al deze prestatievelden hebben eigen budgetten, waarbij het gewoon gaat om het budget van de portefeuillehouder welzijn, zorg en jeugd. Het integrale jeugdbeleid, de sport, de verslavingszorg, de maatschappelijke opvang enz. hebben allemaal hun eigen geldpotjes waarbij wij niet meer praten over beslispunt 6. In onze ogen geldt beslispunt 6 voor het smalle WMO-budget en praten wij nu over een breed WMO-budget voor negen prestatievelden en heel veel integrale geldstromen. Misschien kan de wethouder een en ander nog wat verder verduidelijken. De VOORZITTER: Ik verzoek de Verbakel heel kort te antwoorden, want ik neem aan dat het antwoord van de wethouder tot verdere verduidelijking zal leiden. De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! In beslispunt 6 staat gewoon wat er staat: niet meer geld uitgeven aan de uitvoering van de WMO dan wij daarvoor van het Rijk krijgen. Dat is een afspraak die is gemaakt tussen raad en college. De wethouder financiën zal deze afspraak zien als taakstellend bij het opstellen van de WMO-verordening. Telkens als de uitgaven te hoog dreigen op te lopen, zal de wethouder de verordening aanscherpen en worden bijvoorbeeld eigen bijdragen gevraagd aan de mensen om binnen het budget te kunnen blijven. Hij zal zeggen dat hij dat doet in opdracht van de raad, omdat de raad beslispunt 6 heeft aangenomen. De VOORZITTER: Ik stel voor dat wij het antwoord van de wethouder afwachten. Dan zullen wij zien waar er verschillen van inzicht leven. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! Ik heb nog geen antwoord gehad op mijn vraag waarom mensen die het makkelijk kunnen betalen, geen eigen bijdragen zouden hoeven geven voor bijvoorbeeld een scootmobiel. De SP wijst een eigen bijdrage blijkbaar categorisch af. Dat begrijp ik niet, want daardoor wordt er toch meer gebruik gemaakt van gemeenschapsgeld. De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! Er worden al eigen bijdragen gevraagd in het kader van de WMO. Onze motie spreekt uit dat daar niet nog meer eigen bijdragen aan worden toegevoegd. Ik meen uit de bijdrage van de heer Den Breejen te hebben begrepen dat zijn fractie daar sympathiek tegenover staat. Er zit ook een principiële kant aan de zaak. Als iemand een voorziening nodig heeft - dat heeft met gezondheid dan wel met handicaps te maken - en op basis van een indicatie daarvoor in aanmerking komt, dan vinden wij dat die voorziening vanuit het solidariteitsbeginsel gefinancierd moet worden, ook al is die persoon een miljonair. Als men vindt dat een miljonair dat zelf wel kan betalen omdat hij toch heel veel geld heeft, dan zal
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
24
dat aangepakt moeten worden door middel van een transparant en eerlijk belastingsysteem, maar niet via eigen bijdragen in de gezondheidszorg. Dat is een wat principieel SP-standpunt. De heer DAMS (VVD): Voorzitter, leden van het college en de raad en overige belangstellenden! De VVDfractie is van mening dat de wijze van beantwoording door de nummerverwijzing een belangrijke verbetering is ten opzichte van het verleden. Wat ons betreft wordt dit ook in de toekomst herhaald, al blijven wij de mening toegedaan dat, waar een concrete vraag gesteld wordt, ook een concreet antwoord moet volgen. In het merendeel van de antwoorden is dat wel het geval, maar er zijn toch nog altijd scribenten die dit onderdeel van de beantwoording nog wel wat kunnen aanscherpen. Nog nooit hebben wij zo sterk als dit jaar het gevoel gehad dat de vakantieperiode politiek bezien een periode van stilstand is. Gedurende twee maanden wordt de politieke agenda - en dat gebeurt ook nog hartje zomer - bevroren! Pas in de loop van september komt het rad aarzelend in gang. Dit valt te betreuren. Immers, een zesde deel van het jaar worden alleen lopende zaken behartigd en ontbreekt nagenoeg per definitie de dynamiek van daadkrachtig bestuur. Dat de VVD-fractie ook gedurende de rest van het jaar kanttekeningen bij de dynamiek van bestuur plaatst, zal in het vervolg van mijn betoog duidelijk worden. Daar waar wij vlak voor het zomerreces in deze omgeving nog uitgebreid de piketpalen voor de begroting 2008 hebben geslagen en kunnen constateren dat alle elementen volledig in de begroting zijn opgenomen, hebben wij weinig aanleiding om de begroting zelfs maar op onderdelen ter discussie te stellen. Dit te meer daar de financiële positie gezond is. Wij willen het college en het presidium dan ook in overweging geven met voorstellen te komen om aan het feit dat het zwaartepunt in de control cyclus duidelijk verschuift van begroting naar voorjaarsnota, ook in de behandeling van beide onderdelen procedureel vorm te geven. Gezien het voorgaande kan de VVD-fractie zich vinden in een lichtere behandeling van de begroting, zeker als er weinig wijzigingen zijn ten opzichte van de voorjaarsnota. Wij beperken ons in de rest van ons betoog dan ook tot een paar onderwerpen waar wij nader op willen ingaan. Dat betreft op de eerste plaats de techniek in het onderwijs. De regio met haar ambitieuze Brainportagenda heeft continu een tekort aan technici. Een deel van de behoefte wordt momenteel ingevuld door buitenlandse werknemers. Maar veeleer willen wij graag technici vanuit de regio deze arbeidsplaatsen laten vervullen. Medewerkers die de taal machtig zijn, die hier blijven werken, die hier permanent wonen, die hier in hun levensbehoeften voorzien en recreëren. Kortom: een multipliereffect in optima forma. Het project Vaart achter Techniek bevordert de techniekeducatie in het basis- en vervolgonderwijs. Het project wordt zeer positief ontvangen in de tripel helix, met name doordat de belangen van alle drie de partijen, te weten onderwijs, overheid en bedrijfsleven, behartigd worden. Kinderen warm laten lopen voor technische vakken bevordert daarna niet alleen de motivatie van de schoolgaande jeugd, maar draagt wellicht ook bij tot minder voortijdige schooluitval. Kortom, voorzitter, onzes inziens een belangrijk project. Er is echter ook geconstateerd dat er nog veel moet gebeuren om techniekeducatie daadwerkelijk een structurele plaats te geven in het basis- en vervolgonderwijs. Ook de toelichting op de begroting laat zich in die zin uit. Het programmabureau Technific heeft aangegeven deze vervolgtaak voor Helmond op zich te willen nemen, mits de gemeente een substantiële financiële bijdrage levert. Dit wordt volgens de begroting ingevuld door een continuering van de ondersteuning met een afbouw in twee jaar. De VVD-fractie is echter van mening dat dit een continu proces moet zijn dat niet zou moeten worden beëindigd over twee jaar. Dit project moet in de toekomst gecontinueerd en, waar mogelijk, zelfs verder uitgebreid worden. Dit impliceert dat er structurele middelen vrijgemaakt moeten worden. Wij willen het college dan ook vragen hiervoor dekking te zoeken en bij de volgende voorjaarsnota daarop terug te komen. Hiertoe hebben wij een motie voorbereid. (Motie 20.) Vervolgens willen wij stilstaan bij het mobiliteitsvraagstuk. Geconstateerd wordt dat deze regio, en daarmee ook deze stad, kampt met grote infrastructurele problemen die nopen tot een voortvarende aanpak. De vele ambities die wij als stad hebben, vallen of staan met de oplossing van de mobiliteitsproblematiek. Te denken valt onder meer aan de ambities met betrekking tot de centrumontwikkeling, tot verbetering van de leefbaarheid en de luchtkwaliteit in de stad en daarmee van de groeimogelijkheden van de stad tot volwaardig centrum van de Peel. Maar ook de doelstelling van dit sociale en betrokken college om de werkgelegenheid te vergroten - naar onze mening overigens dé structurele manier om armoede te bestrijden en integratie te bevorderen – staat dan op de tocht. Want voor het scheppen van werkgelegenheid zul je als stad allereerst een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven moeten bieden. Bereikbaarheid vormt daarin een fundamentele voorwaarde. Wij hebben om de werkgelegenheid in meer kennisintensieve sectoren te bevorderen
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
25
zowel als uitbreiding op de bestaande bedrijvigheid als vervanging van traditionele marktindustrie, die nieuwe bedrijven nodig. Wij gaan er dan ook van uit dat dit college alles op alles zet om op voortvarende wijze een substantiële verbetering van de bereikbaarheid te stimuleren. In onze optiek is dit een must om de transformatie van Helmond van lelijk eendje tot fraaie zwaan te verwezenlijken. Eerder in mijn betoog heb ik aangegeven nog nader te zullen terugkomen op de dynamiek van bestuur. De VVD-fractie is het opgevallen dat er veel nieuwe projecten worden opgestart of in studie genomen, terwijl lopende projecten gecanceld worden – denk aan Berkendonk –. stagneren – denk aan het project Suytkade, of slechts aarzelend ter hand lijken te worden genomen, zoals het leisureproject Suytkade. Wij hebben daarbij de indruk dat alle deelnemende partijen te veel naar elkaar kijken zonder dat er daadkrachtig geacteerd wordt, ondanks dat in het verleden al veel op stapel is gezet. Dit lijkt ons geen goede zaak. Tegelijkertijd moeten wij als raad de hand in eigen boezem steken. Vragen wij in onze kaderstellende rol niet te veel om studies, waardoor het college en het ambtelijke apparaat problemen hebben qua prioriteitsstelling? En komt het uitvoering aan lopende zaken niet daardoor in de knel? Wellicht dat wij daarover in commissieverband nog eens van gedachten moeten wisselen. Een en ander leidt ertoe dat omliggende gemeenten voortvarend acteren om de door ons gecreëerde lacunes in te vullen en zo de spreekwoordelijke buit voor onze neus wegkapen. Ik hoef waarschijnlijk, met enige dichterlijke vrijheid een spreekwoord aanhalend, man en plas niet te noemen. Daar waar in het jongere verleden Helmond heeft aangetoond zichtbaar aan de weg te timmeren en opzienbarende resultaten te boeken, zien wij dat naar de mening van fractie recentelijk nog maar sporadisch. Wij roepen het college daarom op lopende projecten daadkrachtig ter hand te nemen en duidelijkheid te verschaffen aan alle partijen, dus aan zowel politiek, ambtenaren als burgers. Tegelijkertijd roepen wij evenwel onze collega’s in de raad op niet voortijdig te interveniëren in onderhandelingen. Onderhandelen is immers aan het college gemandateerd. Maar dat niet alleen: voortijdig interveniëren kan zeer storend werken in onderhandelingsprocessen. Als raad hebben wij immers nog altijd de mogelijkheid tot controle achteraf. Dit kan alleen werken als het college ons frequenter informeert over ontwikkelingen, want ook daar lijkt iets aan te schorten. Dan doelen wij niet op formats voor commissies met teksten als “van gedachten wisselen” en “opiniërend”, want dergelijke formats kunnen alleen maar bijdragen aan de nodige onrust en geïnterpreteerd worden als getuigend van weinig daadkracht. Tot slot. Wij constateren dat het Orgelhuis nog steeds niet van de grond komt. Bij gelegenheid van de voorjaarsnota hebben wij al onze instemming betoond met het geschenk aan mevrouw De Voogd. Gelukkig is zij uit de groei, dus de schoentjes zullen ook in de toekomst nog wel passen. Maar hoe lang zij nog moet wachten om met inmiddels ex-collega Tielemans het bal te openen, is ons uit de beantwoording van de vragen niet echt duidelijk geworden. Om te voorkomen dat de passende muiltjes tegen die tijd stoffig zullen zijn geworden en van ouderdom zullen zijn gaan kraken, heb ik binnen onze fractie gecollecteerd. Ik ben verheugd haar de voorbehoedsmiddelen te kunnen overhandigen die nodig zijn om de schoentjes in optima forma te houden. Wij gaan er dan overigens van uit, college, dat het Orgelhuis op afzienbare termijn gerealiseerd wordt, want wij wensen mevrouw De Voogd niet toe dat zij ook haar spieren in het vet moet gaan zetten. (De heer Dams overhandigt mevrouw De Voogd-van Dortmont een doosje schoenpoetscrème.) De VOORZITTER: Dames en heren! Door de heer Dams is de volgende motie ingediend: Motie 20. “Continuïteit project Vaart achter Techniek. De raad, Gehoord de beraadslaging, Overwegende, dat het project Vaart achter Techniek een belangrijke bijdrage levert aan het bevorderen van Techniekeducatie in het basisonderwijs; Er nog veel moet gebeuren om techniekeducatie een structurele plaats te geven in het basis- en vervolgonderwijs; Van mening, dat er derhalve een structurele dekking dient te komen om de continuïteit over twee jaar te waarborgen; Verzoekt het college om voor de financiering van het project Vaart achter Techniek een structurele dekking te zoeken bij de voorjaarsnota.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
26
En gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door de heer Dams. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! De heer Dams doet de suggestie om in het vervolg in de control cyclus financieel gezien de klemtoon te leggen bij de voorjaarsnota. Ik kan mij daar op zich wel iets bij voorstellen, maar ik zit toch ook met een probleem. Ik heb aan het eind van het jaar namelijk zelf de behoefte om ook eens te kijken wat er allemaal is gerealiseerd dan wel niet is gerealiseerd en wat er goed dan wel niet goed is gegaan. Daarvoor kunnen wij nu de begrotingsbehandeling gebruiken. Hoe wil de heer Dams dat oplossen? De heer DAMS (VVD): Voorzitter! Ik denk dat het toetsingselement met name gelegen is in de jaarrekening, dus niet tegen het einde van het jaar, maar na het einde van het kalenderjaar. Je stelt de piketpalen bij de voorjaarsnota, je toetst of de begroting invulling geeft aan de piketpalen en vervolgens controleer je aan de hand van de jaarrekening of de doelstellingen daadwerkelijk zijn gerealiseerd. Ik denk dat de heer Ferwerda, gegeven dit kader, de begroting iets uit zijn verband trekt. De heer RIETER (HH): Gachte voorzitter, wethouders, collega-raadsleden, aanwezige ambtenaren en mensen op de publieke tribune! Ik mag u melden dat ik ook namens de heer Sacha van Lierop spreek. Wij betuigen allereerst onze dank voor de veelal heldere beantwoording op onze schriftelijke vragen in eerste instantie van zowel ambtelijke als collegezijde. Hoewel Helder Helmond het niet altijd eens is met uw visie en wij soms liever een ander antwoord hadden gezien, kunnen wij over het algemeen leven met uw reactie. De huidige wereldproblemen, zoals de kwesties Darfur, de sluipende mondiale energiecrisis of de schommelende rentetarieven in de Verenigde Staten, maken van Helmond een speldenprik op de wereldkaart. Vraag is wel wat een en ander op termijn, wellicht al op de korte termijn, voor Helmond kan betekenen. Ook Nederlandse maatregelen hebben effect of juist geen effect op Helmond. Helmond hoort bijvoorbeeld niet tot de steden met één of meer van de in de totaal veertig als probleemwijken aangemerkte wijken, terwijl Eindhoven daar wel toe behoort. Helder Helmond heeft het idee dat grote broer Eindhoven beter boert in Den Haag dan Helmond dat doet, zeker als het gaat om de WMO en ook als het gaat om het armoedebeleid. Ondanks het voorgaande wil Helder Helmond toch een aantal zaken nadrukkelijk aan de orde stellen. Het minimabeleid. Helder Helmond maakt zich zorgen over het huidige minimabeleid in Helmond. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat dit beleid wel heel erg minimaal is. Momenteel is er op het gebied van inkomensondersteunende regelingen slechts een karig beleid over, terwijl het college in maart met de Armoedeconferentie een start had gemaakt om samen met externe partijen iets structureels te doen aan armoedebestrijding. Overigens heeft deze conferentie nog geen vervolg gehad, hoewel dit volgens afspraak in september zou plaatsvinden. Dit beleid staat in schril contrast tot het beleid van onze buurgemeente Eindhoven, waar men blijkbaar meer te besteden heeft voor minima dan in Helmond het geval is. Vanaf 1 januari 2008, het geachte raadslid collega Verbakel refereerde daar al aan, zal in Eindhoven een inkomen van 120% van de voor belanghebbenden geldende normen, gelden als norminkomen om voor inkomensondersteunende regelingen in aanmerking te komen. Wij dienen een motie in om te komen tot een nader onderzoek naar het minimabeleid in Helmond en te komen tot een verhoging van 110 naar 120% van het minimuminkomen om voor de diverse regelingen in aanmerking te kunnen komen. (Motie 21.) Of onze motie kan worden samengevoegd met die van de SP-fractie ter zake, laat ik ter beoordeling van de voorzitter over. Defibrillator. Op het verzoek van Helder Helmond om minstens twee defibrillators aan de stad ter beschikking te stellen, antwoordt het college dat de gemeente daar niet verantwoordelijk voor is. Dat zou wel zo kunnen zijn, maar met slechts een kleine investering kan de gemeente een heel belangrijke bijdrage leveren aan de volksgezondheid. Wij zullen hierover een amendement indienen. (Amendement 3.) Hellemonds als monument. In antwoord op ons verzoek om het Helmondse dialect, het Hellemonds, tot monument te verheffen, stelt het college o.a. dat de gemeentelijke monumentenverordening daar geen mogelijkheid toe biedt. Helder Helmond is echter van mening dat wij, los daarvan, het Helmonds tot monument dienen te verheffen. Deze meest vergankelijke vorm van industrieel erfgoed verdient dat niet alleen, maar door het Helmonds tot
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
27
monument te verheffen, zetten wij Helmond op een zeer ludieke, maar bovenal op cultuurunieke wijze, zeer Helmondpromotioneel op te kaart. Wij zullen ook daarover een motie indienen. (Motie 22.) De Kasteeltuinconcerten. In reactie op ons verzoek om de reeds A-status hebbende Kasteeltuinconcerten ook de daarbij behorende maximale subsidie toe te kennen, stelt het college terecht dat deze koppeling geen automatisme is. Echter, het college heeft indertijd gesteld dat daarvoor toen geen geld meer was. Inmiddels is ook aan het festival Impact de A-status - terecht - toegekend, en meteen met de maximale subsidie. Helder Helmond vindt niet alleen dat dit een niet-gewenste vorm van meten met twee maten is, maar vindt dit vooral een onterecht nieterkennen van de waarde van het evenement Kasteeltuinconcerten voor Helmond. Niet alleen oudere jongeren, zoals ik, maar ook gezinnen met kinderen en bovenal heel veel jeugdigen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar bezoeken in de maanden juli en augustus wekelijks met heel veel plezier dit gemeentegrensoverschrijdende evenement dat ook nog eens een aantoonbare economische spin-off heeft. Wij dienen hierover een amendement in. (Amendement 4.) Spaarlampen. De de afgelopen jaren enorm toegenomen energieprijzen maken ons eerdere verzoek om aandacht voor spaarlampen alleen maar actueler. Helder Helmond wil heel graag hierover een tweetal letterlijk heldere voorstellen doen: 1. Wij stellen voor de lampen van de straatverlichting te vervangen door spaarlampen. 2. Wij stellen voor dat iedere OZB-betaler, inclusief degenen die kwijtschelding hebben gekregen, namens de gemeente een pakket spaarlampen krijgt aangeboden. Hiervoor dienen wij twee moties in. (Motie 23 en 24.) Hondenpoep. Helder Helmond is van mening dat de problematiek van de hondenpoep nog steeds toeneemt. Aangezien dit al sinds jaren ergernis nummer één is, dient dit probleem binnen afzienbare eens en voor altijd goed te worden aangepakt. Helder Helmond is bezig om, naar voorbeelden van oplossingen in andere steden en zelfs landen, hierover voor Helmond een voorstel te doen. Wij dienen hiervoor een motie in. (Motie 25.) Kegelbanen. Nu de kans erg groot is dat, ondanks de enorme toezegging aan Fitland om particuliere fitness toe te staan bij Atlant, er helaas toch geen kegelbanen bij Fitland op Suytkade zullen komen, moet er op korte termijn een oplossing worden gevonden voor de kegelbanen. Helder Helmond is van mening dat de raad de uitspraak zou moeten doen dat men, vanwege het op termijn verdwijnen van de huidige City Sporthal, wel degelijk verantwoordelijk is voor herhuisvesting van de kegelbond c.q. de Helmondse kegelclubs. Daarover dienen wij een motie in. (Motie 26.) Voorzitter! Graag wil ik namens Helder Helmond afsluiten met de opmerking dat wij door de bank genomen de voorliggende begroting een goed onderbouwd stuk vinden. Zowel in het kader van de Voorjaarsnota 2007 alsmede in onze vragen in eerste instantie over de begroting 2008 zijn wij al dan niet kritisch op meer zaken ingegaan dan wij dat bij deze mondelinge instantie doen. Wij wachten graag uw reactie af. Tot slot dank ik de fracties van het CDA en de SP voor het feit dat zij aandacht hebben gevraagd voor de ruilwinkel. Wij waren vergeten dit onderwerp in onze bijdrage te noemen, en dat terwijl wij als Helder Helmond de hartenkreet van de ruilwinkel recentelijk nog hebben laten agenderen. De VOORZITTER: Dames en heren! Door de heer Rieter zijn twee amendementen alsmede zes moties ingediend: Amendement 3. “AMENDEMENT De gemeenteraad van Helmond, in vergadering bijeen op 8 november 2007, Gehoord de beraadslagingen over de begroting 2008 Overwegende dat o.a.: - De defibrillator oftewel AED levens kan redden - Recentelijk in St. Oedenrode dat nog is gebleken - De kosten van deze defibrillator relatief goedkoop zijn (1500 euro per stuk) Besluit: Eén defibrillator aan te schaffen ten behoeve van de EHBO-Vrienden;
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
28
Eventueel een tweede defibrillator aan te schaffen ten behoeve van het ‘centrum’ van Helmond na overleg met BHV'ers die in het centrum (verbonden aan winkels en bedrijven) aanwezig zijn; Daarnaast te onderzoeken of in andere delen van Helmond (b.v. wijken, wijkgebouwen, wijkwinkelcentra) ook een dergelijk apparaat zowel wenselijk als ook effectief (aanwezigheid van deskundige gebruikers) inzetbaar is; Gezien het relatief lage bedrag en de hoge mate van algemeen belang de kosten van maximaal 2 defibrillators te dekken uit de post incidenteel onvoorzien; en gaat over tot de orde van de dag.” Dit amendement is ondertekend door de heren Van Lierop en Rieter. Amendement 4. “AMENDEMENT De gemeenteraad van Helmond, in vergadering bijeen op 8 november 2007, Gehoord de beraadslagingen over de begroting 2008 Overwegende dat o.a.: - De Kasteeltuinconcerten de A-status hebben! - Dat ze zeven jaar succesvol zijn - Dat vele Helmonders en mensen uit de regio met veel plezier naar de Kasteeltuinconcerten komen - Het levert een positieve bijdrage aan de Helmondse economie Besluit: Dat wij de Kasteeltuinconcerten de maximale subsidie zullen toekennen die bij een A-status horen; de middelen zo spoedig mogelijk structureel te maken door het verhogen van het huidige budget voor evenementen en voor 2008 dit te doen in incidenteel onvoorzien en gaat over tot de orde van de dag.” Dit amendement is ondertekend door de heren Van Lierop en Rieter. Motie 21. “MOTIE De gemeenteraad van Helmond, in vergadering bijeen op 8 november 2007, Gehoord de beraadslagingen over de begroting 2008 Overwegende dat o.a.: - Er op gebied van inkomensondersteunende regelingen slechts een karig beleid wordt gevoerd - Dit beleid in schril contrast staat met het beleid van onze buurgemeente Eindhoven - De regelingen pas beschikhaar zijn voor Helmonders met een inkomen van 110% van het minimum inkomen Besluit: - Wij willen een onderzoek naar de mogelijke beschikbaarheid van regelingen voor Helmonders met 110% van het minimuminkomen te verhogen naar 120% - Verder het uitbreiden van (bestaande) regelingen en gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door de heren Van Lierop en Rieter. Motie 22. “MOTIE De gemeenteraad van Helmond, in vergadering bijeen op 8 november 2007, Gehoord de beraadslagingen over de begroting 2008 Overwegende dat o.a.: - Het Helmonds dialect, ’t Hellemonds, nadrukkelijk bij onze Helmondse cultuur hoort - Dit het meest dynamische en levende maar tevens ook meest bedreigde vorm van (industrieel) erfgoed betreft - Zonder onze inspanningen ons dialect verloren zou kunnen raken
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
29
Besluit: Het ‘Hellemonds dialect’ tot monument te benoemen en gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door de heren Van Lierop en Rieter. Motie 23. “MOTIE De gemeenteraad van Helmond, in vergadering bijeen op 8 november 2007, Gehoord de beraadslagingen over de begroting 2008 Overwegende dat o.a.: - De energieprijzen de laatste jaren alsmaar stijgen - Dat we deze investering dus terugverdienen - Dat het ook vanuit het milieuoogpunt een goede zaak is om als gemeente het goede voorbeeld te geven Besluit: Dat wij een inspanningsverplichting zullen doen om de straatverlichting te vervangen door energiezuinige lampen en gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door de heren Van Lierop en Rieter. Motie 24. “MOTIE De gemeenteraad van Helmond, in vergadering bijeen op 8 november 2007, Gehoord de beraadslagingen over de begroting 2008 Overwegende dat o.a.: - De energieprijzen de laatste jaren alsmaar stijgen - Dat gezien de steeds hogere lasten waar de Helmonder mee te maken heeft, dit een leuk gebaar is die ook blijvend voordeel geeft zowel uit milieu oogpunt als in de beurs - Dat wij gaan onderzoeken wat dit gaat kosten Besluit: Dat wij laten onderzoeken wat het gaat kosten om een setje energiezuinige lampen te kunnen verstrekken aan iedere OZB-‘betaler’ (incl. die het krijgen kwijtgescholden) en gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door de heren Van Lierop en Rieter. Motie 25. “MOTIE De gemeenteraad van Helmond, in vergadering bijeen op 8 november 2007, Gehoord de beraadslagingen over de begroting 2008 Overwegende dat o.a.: - Hondenpoep al sinds jaren ergernis nummer één is - Het merendeel van de hondenbezitters al iets bij zich dragen om een eventueel ongelukje op te ruimen - Het constateren of men iets bij zich draagt om op te ruimen makkelijker te controleren is dan een heterdaad te moeten constateren - We moeten onderzoeken of er voldoende hondenuitlaatplaatsen zijn Besluit: Wij willen een verplichting om een zakje of hondenpoepschep bij je te dragen op het moment dat je de hond uitlaat en gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door de heren Van Lierop en Rieter.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
30
Motie 26. “MOTIE De gemeenteraad van Helmond, in vergadering bijeen op 8 november 2007, Gehoord de beraadslagingen over de begroting 2008 Overwegende dat o.a.: - De kegelbond zonder kegelbanen komen als wij niet tot actie overgaan - Dat we geen 140 leden in de kou kunnen laten staan - Dat een 100-jarige club in een nationale competitie op hoog niveau niet verloren mag gaan voor een stad als Helmond - Dat bij het verdwijnen van de City-sporthal ook hun kegelbanen verdwijnen - Dat de vrijwilligers van de kegelbond ook een aantal avonden bezig zijn met verstandelijk gehandicapten Besluit: Dat wij ons zullen inspannen om de kegelclubs en kegelbond te behouden voor Helmond en zullen zorgen voor 6 kegelbanen en gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door de heren Van Lierop en Rieter. De VOORZITTER: Motie 21 van Helder Helmond en motie 19 van de SP-fractie gelezen hebbende, constateer ik wel degelijk een verschil in datgene wat gevraagd wordt. In de SP-motie wordt gevraagd het minimabeleid te verruimen, terwijl in motie 21 wordt gevraagd om onderzoek naar de mogelijkheden tot verruiming van de regeling. Hierna geeft de VOORZITTER gelegenheid tot het stellen van vragen. De heer DAMEN (VVD): Voorzitter! In motie 24 wordt gevraagd alle OZB-betalers een setje spaarlampen te verstrekken. Zijn dat dimbare of gewone simpele spaarlampen? De heer RIETER (HH): Voorzitter! Ik wil dit graag onderdeel laten uitmaken van de discussie. Zoals men weet, wil Helder Helmond graag een levendig en helder debat. Misschien dat de lampen daaraan letterlijk qua licht een bijdrage kunnen leveren. De heer DAMEN (VVD): Ik vraag dit omdat het zonder meer consequenties voor de prijs zal hebben. De heer RIETER (HH): Dan stel ik voor dat wij de goedkope lampen nemen. Dat maakt misschien uit voor het besluit dat de mensen ze krijgen. De heer DAMEN (VVD): Ik heb zelf alleen maar dimbare lampen, dus ik zou met zo’n setje helemaal niets kunnen doen. Ik zie dus af van de spaarlampen. De VOORZITTER: Dat kan ik onderschrijven. (De heer Rieter verlaat, om 14.55 uur, de vergadering.) Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (FDV): Voorzitter, dames en heren! In mijn schriftelijke bijdrage aan de begroting 2008 heb ik aan de samenstellers reeds mijn waardering uitgesproken. Aanvullend wil ik u nog mededelen dat ik de nummering van de vragen van de fracties een goed initiatief vond. Verder doet het mij deugd dat de missie van het collegeprogramma is en blijft ”Sociaal en betrokken” en niet, zoals vermeld in de begroting 2008, “Sociaal en bewogen.” Waarvan akte. In het financiële kader voor 2008 is rekening gehouden met de richting welke door de raad, met de besluitvorming en de vaststelling van de voorjaarsnota, is aangegeven. De verwachtingen, weergegeven in deze nota, komen uit. Een positief beeld, mede bepaald door wat meevallers, geeft een sluitende begroting 2008.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
31
Veiligheid en handhaving. Aan criminaliteit, overlast en zich veilig voelen in de eigen woonomgeving, zal veel aandacht moeten worden besteed. Fractie de Voogd ziet dan ook met veel belangstelling uit naar de evaluatie van de duale handhavingsorganisatie vóór het einde van dit jaar. Werk en inkomen. In het blad Binnenlands Bestuur trok een artikel met als kop “Met boerenverstand kom je ver”, mijn aandacht. (En dat blijft zo, mijnheer Roefs!) Het artikel beschreef de re-integratie van bijstandsgerechtigden naar regulier werk. De redactie vroeg zich af: Waarom lukt het Helmond wél waar het andere gemeenten niet lukt? Kortom: een pluim op de hoed van al degenen die binnen onze gemeente er alles aan doen om het werkloosheidspercentage naar beneden te brengen. Maatschappelijke dienstverlening, zorg en integratie. De invoering van de WMO vervult veel mensen met grote zorg. Zo ook Fractie de Voogd. Na beantwoording van de vragen in mijn schriftelijke bijdrage resteren nog twee verzoeken. Bij een werkbezoek van de commissie samenleving aan de Vrijwilligerscentrale kwam naar voren dat mantelzorgers in Helmond een eigen steunpunt missen. Voor een deel is dit werk gekoppeld aan het werk van de vrijwillige thuiszorg. Deze vrijwillige thuiszorg, met een regionale taak, bestaat al 15 jaar en heeft, richting mantelzorgers, veel expertise in huis. Door de invoering van de WMO en de vertraging in de beleidsontwikkeling met betrekking tot het thema Mantelzorg en Coördinatiepunt Vrijwillige Thuiszorg, ontstaat mogelijk een problematische situatie in de voortgang van werkzaamheden van het CVT. De dienstverlening aan cliënten dreigt hierdoor in de knel te komen. De Vrijwilligerscentrale weet op dit moment nog niet waar zij in 2008 aan toe is. Eerst op 1 april 2008 zal er een beslissing worden genomen hoe nu verder. Vraag aan de wethouder: Voor de periode vanaf 1 april 2008 kan het CVT aan cliënten geen enkele toezegging doen. Hoe denkt hij om te gaan met een eventuele overgangsregeling? Voorzitter! De vergrijzing in Nederland c.q. Helmond, neemt toe en daardoor wordt de individuele zelfredzaamheid van kwetsbare ouderen een steeds groter probleem. Dit was voor mij de reden om contact te zoeken met de Stichting Welzijn Ouderen Helmond om meer inzicht te krijgen in de noodzaak van een structurele financiële gemeentelijke bijdrage aan het activerend huisbezoek. Immers, het wachten op de uitslag van de evaluatie in 2008 levert alleen maar weer vertraging op. Een inhoudelijk verslag van het activerend huisbezoek 2006, met een doorkijk naar 2007, heeft mij er van kunnen overtuigen dat structurele middelen om eenzaamheid en een sociaal isolement van ouderen te kunnen voorkomen en verhinderen, een harde noodzaak zijn. Ik zal hiervoor dan ook een motie indienen. (Motie 27.) Een kopie van het inhoudelijke verslag zal ik, bij de eerste schorsing van deze vergadering, aan de wethouder en de fractievoorzitters doen toekomen. Jeugd en onderwijs. Investeren in jeugd, is investeren in de toekomst. Hier zou ík nog aan willen toevoegen: investeer in kansen en niet in problemen. Het investeren in kansen zou ik meer concreet willen maken door het Eindhovense initiatief, Uit met Ouders, ook in Helmond een kans te geven. (Alweer Eindhoven, mijn geboortestad!) Immers, ouders van uitgaande jeugd of toekomstige uitgaande jeugd informeren over de aspecten van alcohol, drugs, geweld én de proactieve aanpak daarvan, kan het beste gebeuren daar waar de jeugd haar stapavonden doorbrengt, dus in het uitgaanscircuit. Een motie, met het verzoek aan het college een haalbaarheidsonderzoek binnen onze gemeente in het kader van dit project in te stellen, zal ik aan de voorzitter overhandigen. (Motie 28.) Cultuur. Mijn reactie op de beantwoording van gestelde vragen met betrekking tot het Orgelhuis kan kort zijn. Allereerst wil ik zeggen dat ik met de schoenpoets die ik vanmiddag van de VVD-fractie mocht ontvangen, nog even verder kan. Ik wacht dus nog even af. Maar de duidelijkheid die, in antwoord op vragen, op 1 april 2008 is toegezegd, zou toch niet weer een grap zijn? Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting. De prestatieafspraken met woningcorporaties blijven een heikel punt. Misschien kan het gezegde “De een traag, de ander graag” dienen als richtlijn voor de toekomst, zodat gemaakte afspraken worden nagekomen. Verder wil ik de wethouder er aan herinneren dat ik in een vergadering van de commissie ruimtelijk fysiek aandacht heb gevraagd voor de afnemende belangstelling van senioren voor appartementen, terwijl er een toenemende belangstelling is voor patiobungalows . De wethouder zou dit meenemen en mijn vraag is dan ook of hij wat dat betreft nog aan mij gedacht heeft. Tot slot.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
32
Mijnheer de voorzitter, dames en heren! Bij mijn aantreden als raadslid, zo’n vijfenhalf jaar geleden, heb ik getracht mij de slogan ”Politiek is de kunst van het haalbare” eigen te maken. Echter, na de affaire tussen raad, gemeente en Fitland met betrekking tot het majeure leisureproject in Suytkade, vond ik het noodzakelijk om eens uit te zoeken wat nu precies de waarde van deze slogan is. Wel, volgens de Franse schrijver Le Clézio, auteur van het boekje l’Extase matérielle, betekent kunst: “Kunst is ongetwijfeld de enige vorm van vooruitgang die zich even goed bedient van de wegen der waarheid als die van de leugen.” Kortom, vrij vertaald: ook in de politiek ontkom je niet aan kunstgrepen. De VOORZITTER: En dat in de week dat Pierre Jansen, van het programma Kunstgrepen, gestorven is! Mijn complimenten, heel goed bedacht. Motie 27. “Activerend huisbezoek; het beschikbaar stellen van structurele financiële middelen. De raad, Gehoord de beraadslaging, Overwegende, dat de vergrijzing toeneemt en daarmee de individuele zelfredzaamheid van kwetsbare ouderen een steeds groter probleem wordt; Overwegende, dat structurele middelen voor de toekomst meer mogelijkheden bieden, zeker in het kader van de WMO; Van mening, dat het inhoudelijk verslag Activerend huisbezoek 2006 met een doorkijk naar 2007, voldoende argumenten bevat voor een structurele aanvraag. Verzoekt het college om bij de voorjaarsnota 2008 te komen met een voorstel om structurele middelen beschikbaar te stellen. en gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door mevrouw De Voogd-van Dortmont. Motie 28. “Jeugd en alcohol; project Uit met Ouders. De raad, Overwegende, dat investeren in kansen i.p.v. problemen, meer oplossingen biedt; Overwegende, dat de gemeente Eindhoven met het preventieve project Uit met Ouders, hoog scoort, Van mening, dat de gemeente Helmond met dit project haar voordeel kan doen. Roept het college op tot een onderzoek naar de haalbaarheid van dit project in onze stad. en gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door mevrouw De Voogd-van Dortmont. De VOORZITTER: Ik moet zeggen dat ik het in de motie genoemde project niet ken. Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (FDV): Het stond in het Eindhovens Dagblad van afgelopen week. Dat zou u dan toch eens moeten lezen. De VOORZITTER: Dat lees ik niet meer zo zorgvuldig. Het is mij aanbevolen om maar meteen door te gaan, als ik het woordje Eindhoven tegenkom! Ik constateer dat er geen vragen zijn en dat het woord is aan de volgende spreker. De heer VAN MULLEKOM (HA): Mijnheer de voorzitter, geachte collegeleden en raadsleden, ambtenaren en aanwezigen op de publieke tribune! De begrotingsbehandeling 2008 leent zich altijd voor het houden van enige algemene beschouwingen, waarbij de fracties een aantal zaken dat tot hun eigen gedachtegoed behoort, onder de aandacht brengen. Ik moet zeggen dat de meeste antwoorden op de vragen van Helmond Aktief redelijk tot goed zijn beantwoord. Of ik met alle antwoorden tevreden ben, is natuurlijk een andere zaak. Op een aantal antwoorden kom ik in mijn betoog nader terug.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
33
Een begroting kan nog zo goed zijn en financieel op orde zijn, toch gaat het erom dat de burger zich uiteindelijk kan herkennen in de overheid. De burger wil weten of hij de overheid wel kan vertrouwen. Zijn de bestuurders er ook voor hem? Zijn zij voldoende herkenbaar in hun handelen? Basis van vertrouwen is het hanteren van de juiste maat. Wij kennen veel spreekwoorden waarin sprake is van maat en het nemen van de maat. In Mattheüs 7, vers 2, kunnen wij lezen: “Met de maat waarmee gij anderen meet, zal ook u gemeten worden.” Deze wijze les zou de overheid tot basis moeten dienen. Maar vaak is het tegenovergestelde waar. De overheid meet met twee maten, komt daarbij niet betrouwbaar over en vindt het dan nog vreemd dat de burger de bestuurders de rug toekeert en vanuit het politieke midden de grenzen op de linkeren rechterzijde afgraast naar betrouwbaarheid. Ook in Helmond is het meten met twee maten niet zomaar een incident, maar schering en inslag. Ik zal zo dadelijk een aantal voorbeelden noemen. Ik wil beginnen met de ambtstermijn van de burgemeester. Deze loopt 30 juni 2008 af. De burgemeester is in ons staatsbestel niet zomaar iemand. Hij wordt door de Kroon benoemd, heeft een eigen bestuurlijk domein naast zaken die hem vanuit de raad worden opgelegd. De burgemeester is in wezen ook het eerste gezicht naar buiten. Ik had de vraag voorgelegd de inwoners van onze stad te vragen hoe zij over de eerste burger denken. Wat Helmond Aktief betreft zou een dergelijk onderzoek gedaan kunnen worden middels een representatieve steekproef. Het antwoord van het college is: njet, nada, nee! Een peiling hoort volgens het college niet bij een zorgvuldige procedure, waarbij het college opmerkt geen rol te vervullen in de procedure. Twee maten: enerzijds wegkijken en in de openbaarheid geen rol willen vervullen, maar anderzijds wel opmerken dat een peiling niet past in een zorgvuldige procedure. Ik stel vast dat het college hier wel degelijk een rol speelt. Helmond Aktief blijft voorstander van het houden van een peiling en ik zal daarover door middel van een motie, die wordt gesteund door de fractie van Helder Helmond, de mening van de raad vragen. (Motie 29.) Voorzitter, ik heb een vraag gesteld over het activerend huisbezoek en eenzaamheidspreventie. Ik wacht de evaluatie over activerend huisbezoek af, al moet ik constateren, dat ik het vreemd vind dat geen cijfers en resultaten voorhanden zijn. De uitvoerende instanties registreren toch hun eigen werk? Of is dat niet het geval, voorzitter? Wat eenzaamheidspreventie betreft moet ik toch vaststellen, dat het college mijn vragen wat luchtig afdoet. Er is niet meer nodig dan wat wij nu al doen, is het antwoord. Dat antwoord kreeg ik ook al bij de voorjaarsnota. Mijn fractie is van mening dat de aard en omvang van eenzaamheid onder vooral ouderen groter is dan wij denken. Sommige mensen mogen dan wel denken dat Helmond een eiland is, maar ik denk dat wij wat cijfers betreft niet onder het landelijke gemiddelde liggen. Wij praten dan over het feit dat ongeveer 40% van de mensen wel eens gevoelens van eenzaamheid kent en dat ongeveer 10% lijdt aan ernstige gevoelens van eenzaamheid. Voorzitter, wij praten hier over een volksziekte, waaraan wij meer aandacht moeten besteden. Wegkijken kan niet meer. Zonodig komt de fractie van Helmond Aktief in de eerste helft van 2008 met eigen voorstellen over een ketenaanpak. Als wij toch praten over tellen, mijnheer de voorzitter. Het college heeft het activerend huisbezoek niet geteld, ondanks vragen hierover. Het college heeft in het verleden niet geteld of er wat sportvelden betrof sprake was van onderbenutting, ondanks vragen hierover. Het college ging wel het aantal bezoekers van Helmond Sport tellen. Het college kan dus wel tellen, zoals ook weer blijkt uit het leveren van een sluitende begroting voor volgend jaar. Maar mag ik stellen dat het college niet altijd zin heeft om te tellen? De fractie van Helmond Aktief zal in 2008 het college regelmatig aan het jasje trekken en vragen om met juiste en relevante cijfers te komen. Hiermee probeert onze fractie het meten met twee maten terug te dringen. Een ander voorbeeld is het beleid betreffende de 30-km-zonering. Hierbij wordt verwezen naar landelijke regelgeving, maar met hetzelfde gemak gaat men voorbij aan milieuproblemen, waarbij gezondheidsrisico’s aanwezig zijn. Ten aanzien van de handhaving en toegepaste regelgeving betreffende de fijnstofproblematiek houdt het college zich op de vlakte. Voor wat de luchtkwaliteit betreft wordt verwezen naar een rapportage van de SRE-Milieudienst, een rapportage die voor zover deze Helmond betreft door het college akkoord is bevonden. Kan het college aangeven welke knelpunten er op dit moment zijn ten aanzien van luchtkwaliteit en fijnstofproblematiek waar niet voldaan wordt aan de landelijke normen? Om welke locaties gaat het hier in Helmond en wat gaat het college hier op korte termijn aan doen? Bestemmingsplannen, voorzitter, zijn belangrijke instrumenten. De overheid kan regelen, voorschrijven en reguleren. Burgers kunnen aan een bestemmingsplan rechten en plichten ontlenen. Een bestemmingsplan biedt ook rechtsbescherming voor de burger. Wijzigingen in bestemmingplannen dienen dan ook zorgvuldig te worden afgewogen. Informatie en inspraak dienen zorgvuldig te verlopen. Op de Steenweg komt een nieuwe bebouwing. Een deel daarvan wordt opgetrokken tot 17 meter. Bewoners van de Irenelaan krijgen dit bouwwerk in de achtertuin, waardoor er in ernstige mate slagschaduw ontstaat. Mensen kunnen de zon wel
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
34
vergeten. Door toepassing van artikel 17 WRO wordt een optimale inspraak gefrustreerd en wordt de bouw bevoordeeld. Als dat niet het meten met twee maten is! Een ander voorbeeld is Fitland, waarover de raad en het college al regelmatig de degens hebben gekruist. Onderhandelen doet men aan de onderhandelingstafel. Alle andere toezeggingen van een wethouder, elders gedaan, zijn wat onze fractie betreft van nul en generlei waarde. Wat was bij de vestiging van Fitland de wijze weg, de maat der dingen? In het Karel Raijmakersdossier heeft het college bewust informatie achtergehouden. En ik ken nog wel meer dossiers. Ook hier was de juiste maat zoek. Zo zijn er nog meer voorbeelden te noemen. Wat de fractie van Helmond Aktief beoogt, is dat het overheidshandelen helder en transparant is. Dat gewerkt wordt met een juiste maatvoering, waar gelijke monniken, gelijke kappen als leitmotiv gehanteerd wordt. Voorzitter, tot slot de actualiteit. De ontwikkeling van Berkendonk laat zien dat ook in dit dossier een aantal open einden heeft gezeten. Heeft dit ook te maken met de erfenis van oud-wethouder van Heugten? Op welke wijze wil het college inzage geven in alle ins and outs over de gevoerde onderhandelingen met de Oostappengroep? Kan dit in de vorm van een verantwoording waarin precies wordt aangegeven op welk moment wat is overeengekomen, wat er is besloten en welke verplichtingen er over en weer zijn aangegaan? Kan het college in dit stadium al aangeven welke risico’s de gemeente loopt? Ik doel daarbij niet alleen op financiële risico’s, maar ook op het niet halen van een aantal gestelde doelen met betrekking tot de voor Berkendonk vastgelegde ambities. Welke gevolgen heeft dit voor de besluitvorming met betrekking tot de begroting? Voorzitter, tot slot overhandig ik u graag mijn motie. De VOORZITTER: Dames en heren! Door de heer Van Mullekom is de volgende motie ingediend: Motie 29. “Motie Peiling verlenging ambtstermijn burgemeester De ondergetekenden, leden van de raad van de gemeente Helmond, Gehoord de gevoerde beraadslagingen in de vergadering van 8 november 2007 over de begroting 2008 Constaterende dat, • de ambtstermijn van de burgemeester 30 juni 2008 afloopt; • de burgemeester te kennen heeft gegeven door te willen gaan; Overwegende dat, • de burgemeester het eerste gezicht van de gemeente Helmond is naar alle geledingen van de Helmondse samenleving; • de mening van de Helmondse burgers over het functioneren van het stadsbestuur en de burgemeester interessant is voor de procedure van herbenoeming van de burgemeester; Van oordeel zijnde dat, • een representatieve opiniepeiling aanvullend en ondersteunend kan werken op de in de programmabegroting opgenomen procedure; • de vraagstelling voor een representatieve opiniepeiling ontleend kan worden aan de profielschets voor de benoeming van de burgemeester bij zijn eerste termijn; Leggen de raad van de gemeente Helmond voor te besluiten: Het college van burgemeester en wethouders uit te nodigen een representatief onderzoek te doen onder de Helmondse bevolking naar het functioneren van de burgemeester in zijn eerste ambtstermijn Gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door de heren Van Mullekom en Rieter. Hierna geeft de VOORZITTER gelegenheid tot het stellen van vragen. Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (FDV): Voorzitter! Ik heb twee vragen aan de heer Van Mullekom. Heeft de heer Van Mullekom met betrekking tot het activerend huisbezoek ook geprobeerd zelf, via de Stichting Welzijn Ouderen Helmond, inzicht in de materie te krijgen? De heer Van Mullekom spreekt over een plan aan de Steenweg waarbij tot 17 meter hoog zou worden gebouwd. Gisteravond heeft de architect ons nog laten zien dat er tot maximaal 10 meter hoog gebouwd
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
35
mag worden. De vraag is nog, of er van deze mogelijkheid gebruik zal worden gemaakt. Mijn vraag is waar de heer Van Mullekom die 17 meter vandaan haalt. De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Om met het laatste te beginnen: er is altijd gesproken over 10/17 meter. Bovendien is op het bouwplan via de WRO een verruiming toegepast waar ik helemaal geen voorstander van ben. Je zult maar aan de Irenelaan wonen en dit gebouw achter je krijgen! Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (FDV): Over het laatste ben ik het eens met de heer Van Mullekom, al kun je er van mening over blijven verschillen. Wel vind ik het persoonlijk heel belangrijk dat, als je bepaalde zaken in de raad brengt, je die eerst goed en zorgvuldig onderzoekt. Want ik vind het nogal een verschil: bouwen tot een hoogte van 10 of 17 meter! Daar heb ik bij deze mijn commentaar op gegeven. De heer VAN MULLEKOM (HA): Met het laatste ben ik het niet eens: wij hebben allemaal de bouwtekeningen gekregen. Verder heeft mijn politieke adviseur deze zaak voor mij uitgezocht. Wat de eerste vraag betreft: als iemand veel met de fiets door de stad rijdt en zich vergewist van alle ins en outs in de stad, dan ben ik het wel. Dat doe ik zeker in de achterstandswijken. Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (FDV): Voorzitter! Ik vroeg de heer Van Mullekom of hij zelf iets heeft ondernomen om bij de Stichting Welzijn Ouderen Helmond informatie te krijgen over het activerend huisbezoek, want daar moet hij zijn, als hij daarover informatie wil krijgen. Ik vind het wel heel gemakkelijk om als reactie te geven dat je zo veel door de stad fietst. Nou, ik hol me ook wat af en ik zie ook veel! Daarmee kom ik weer terug op mijn stokpaardje: commentaar, prima, maar ga daar heen waar je moet zijn om informatie te halen. Dat wil ik hier graag boven tafel hebben. De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Ik ben niet bij de Stichting Welzijn Ouderen Helmond geweest. Maar als mevrouw De Voogd met mij door de stad fietst, denk ik dat zij met 150 kilometer per week niet uitkomt. Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (FDV): Mag ik dan achterop zitten? De heer VAN MULLEKOM (HA): Liever niet! De VOORZITTER: Zo! Nou, dan fietsen wij wel samen, mevrouw De Voogd. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter, geacht college, raadsleden en publiek! Ik vrees dat het betoog dat ik hier ga houden, een beetje uit de toon zal vallen. Het bevat namelijk geen plannen uit Eindhoven en ook geen citaten van schrijvers. Ik wil graag beginnen de wethouder onderwijs te feliciteren. Naar wij vanmorgen in de krant konden lezen, heeft blijkbaar het op overeenstemming gericht overleg (OOGO) met het onderwijs voor wat de onderwijshuisvesting betreft voor het eerst sinds jaren ook daadwerkelijk overeenstemming opgeleverd. Dat is wat ons betreft overigens geen garantie dat de goede huisvesting ook gewaarborgd is in overeenstemming met de wens van de raad. Uit het vervolg van mijn betoog zal blijken waarom onze fractie daarover twijfels heeft. Bij de behandeling van de begroting van 2007, morgen een jaar geleden, diende de fractie van GroenLinks een motie in ten behoeve van extra geld voor onderwijshuisvesting. De toenmalige fractievoorzitter van het CDA in deze raad, de heer Stienen, beargumenteerde het verwerpen van deze motie toen met de woorden: “Eerst beleid, dan geld”. Wethouder Stienen daarentegen, claimt zonder blikken of blozen € 60 miljoen uit het fonds strategische investeringen voor de Kanaalzone, zonder daarbij ook maar iets van een plan te presenteren. Wethouder Boetzkes op zijn beurt heeft sinds januari van dit jaar een besluit van deze raad op zak, waarin de commissie onderwijshuisvesting gevraagd wordt een plan op te stellen tot 2015, dat maximaal zo’n € 3,8 miljoen per jaar extra mag kosten. Een bedrag dus van € 30 miljoen, als ik naar beneden afrond, en bovendien niet doorreken na 2015, wat voor andere onderdelen van het fonds wél gebeurt. Ik zeg niet dat het de maximale variant moet worden; wij hebben als raad niet voor niets om een scenario van “nullijn plus 25%” gevraagd. Mijn punt is dat de wethouder van deze raad de ruimte heeft gekregen om met de commissie onderwijshuisvesting te bekijken wat men kan doen bij een verhoging van het totale budget met 50%. Uit de
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
36
beantwoording van vragen in de eerste termijn blijkt dat wethouder Boetzkes het besluit van de raad niet goed heeft gelezen. Hij spreekt uitsluitend over een budgetverhoging van de investeringsruimte voor nieuwe investeringen, en komt daarmee op € 12 miljoen extra tot 2015. Blijkbaar is een herbevestiging van het desbetreffende onderdeel van het raadsbesluit van januari nodig om deze wethouder in staat te stellen op zijn strepen te staan in de volgende ronde in Antwerpen. De fractie van GroenLinks heeft daartoe een motie opgesteld. (Motie 30.) Op het gebied van wonen noemt dit college het verschil tussen het streven naar “geen wijken met hoge concentraties van achterstandsgroepen” en het streven naar “gedifferentieerde wijken” een semantische discussie. Daarmee is GroenLinks het niet eens. Het werkelijk streven naar gedifferentieerde wijken vereist de bereidheid om ook in de voorsprongswijken beleid te voeren dat daarop is gericht. Graag een reactie van de wethouder hierop. De fractie van GroenLinks heeft grote waardering voor het vele vrijwilligerswerk dat in Helmond gebeurt. Toch hebben wij moeite met de mate waarin de wethouder welzijn alles aan vrijwilligers lijkt te willen toevertrouwen. Zo is hij bijvoorbeeld zelf in gebreke gebleven door niet reeds dit jaar met een grondige analyse te komen van de structurele financiële tekorten in het sociaal raadsliedenwerk, maar neemt hij wel alvast een voorschot op een dergelijke analyse door te stellen dat de sociaal raadslieden meer gebruik moeten maken van vrijwilligers. De onrust die dit soort onduidelijkheid naar de toekomst in de sectoren welzijn en zorg veroorzaakt, baart GroenLinks grote zorgen. Sociaal raadslieden, activerend huisbezoek, coördinatie vrijwillige thuiszorg, het zijn allemaal voorbeelden waar besluiteloosheid en onduidelijkheid vanuit de gemeente leiden tot incidentele subsidies. Die vormen geen basis waarop een instelling een goede toekomst kan bouwen. Tegen het jaar 2009 dreigt weer hetzelfde te gaan gebeuren voor wat de maaltijdvoorziening door de SWOH betreft. Ik zou zeggen: verkwansel niet wat goed is, omdat het misschien ook iets goedkoper zou kunnen. Het kan de stad duur komen te staan. Graag een reactie van de wethouder hierop. Voor wat het arbeidsmarktbeleid betreft antwoordt het college op een vraag van GroenLinks geen behoefte te hebben aan een extra indicator waarmee goed inzicht verkregen kan worden in het aantal volwassen inwoners dat een opleiding volgt. Onze fractie heeft die behoefte wel en hoopt dat de raad ons hierin steunt. Wij dienen daartoe een motie in. (Motie 31.) Met genoegen heeft de fractie van GroenLinks kennis genomen van de deelname door de gemeente aan de actie “Trap eens wat vaker naar je baas.” De positieve fietsambities in de nota Helmond Mobiel 2015 doen ons ook veel deugd. Verder gaat de raad nu beslissen over de verhoging van de parkeertarieven, een financiële noodzaak waarvan onze fractie ook een positieve uitwerking verwacht op het fietsgebruik. Het wordt door dit alles echter wel steeds lastiger te verantwoorden dat de gemeenteraadsleden zelf gratis mogen parkeren. Middels een motie (motie 32) wil de fractie van GroenLinks de gemeenteraadsleden aansporen om vaker het goede voorbeeld te geven. Tot slot, voorzitter, wil ik het graag even hebben over de kosten van de gemeentelijke parkeergarages. In raadsinformatiebrief nr. 56 van 10 september jongstleden heeft het college geprobeerd om de raad inzicht te geven in de kostenstructuur en kostendekking van het parkeren in het centrum. Uit de gepresenteerde gegevens en berekeningen blijkt dat het college het mogelijk acht om met de voorgestelde tariefverhogingen het totale parkeren, dus straat- plus garageparkeren, meerjarig kostendekkend te exploiteren, zij het met de nodige risico’s. Uit de raadsinfobrief wordt niet duidelijk dat daarbij de winst uit het straatparkeren hard nodig is om de verliezen in het garageparkeren te compenseren. Dat is pas af te leiden uit het kleine beetje extra informatie dat het college later heeft verschaft in antwoord op vragen van de GroenLinks-fractie. De straatparkeerders betalen dus de dure parkeergarages. Hoe moeten wij dat zien, in de wetenschap dat het gemeentelijk beleid er juist op gericht is om geparkeerde auto’s uit het straatbeeld te krijgen in het centrum? Ik ben van mening dat de gemeenteraad nog steeds onvoldoende informatie heeft om in te schatten of de bouw van nieuwe parkeergarages in het centrum een verantwoorde investering is. Het college is erg terughoudend in het geven van concrete historische informatie. Wij hebben daardoor geen enkel inzicht in de omvang van het negatieve exploitatiesaldo van de parkeergarages Doorneind, City en Boscotondo, van begin tot heden. Wat GroenLinks betreft is er meer dan voldoende aanleiding voor een onderzoek door de rekenkamercommissie. Wij dienen daartoe een motie in. (Motie 33.) Rest mij, voorzitter, om zowel het college als mijn collega-raadsleden veel wijsheid toe te wensen in het vervolg van deze vergadering, maar vooral ook tijdens de schorsingen. De VOORZITTER: Dames en heren! Door de heer Van der Made zijn vier moties ingediend:
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
37
Motie 30. “Motie Onderwijshuisvesting Naar aanleiding van de behandeling in 2e termijn van de programmabegroting 2008 door de gemeenteraad van Helmond. De raad, gehoord de beraadslaging d.d. 8 november 2007, overwegende • dat de raad bij instelling van de commissie onderwijshuisvesting beheersingskaders heeft meegegeven om te komen tot een drietal scenario' s, waarbij de maximale variant een budgetverhoging van 50% betekent, uitgaande van de vigerende programmabegroting en het meerjarige gemeentelijk investeringsprogramma • dat het structurele budget in de programmabegroting 2007 ruim 6,5 miljoen euro bedraagt, en 50% verhoging daarvan ruim 3,2 miljoen euro per jaar extra is • dat het meerjarig investeringsprogramma voor de periode 2007-2010 ruim 5 miljoen euro omvat, en 50% verhoging daarvan ruim 0,6 miljoen euro per jaar extra is • dat uit de beantwoording van vragen in eerste instantie bij de huidige begrotingsbehandeling blijkt dat het college de beheersingskaders van de raad heeft geïnterpreteerd als een maximale budgetverhoging van de investeringsruimte voor nieuwe investeringen van 50%, te weten 1,5 miljoen euro extra per jaar • dat het niet wenselijk is om het werk van de commissie onderwijshuisvesting verder te vertragen spreekt uit • dat de gevraagde scenario's van nullijn, nullijn + 25%, nullijn + 50% betrekking hebben op het volledige budget voor product 410 (huisvesting onderwijs) • de in het kader van het Fonds Strategische Investeringen genoemde 12 miljoen euro voor onderwijshuisvesting voorlopig als uitgangspunt te nemen voor de extra incidentele investeringsruimte tot 2015, in aanvulling op de reeds in de begroting opgenomen investeringen voor de periode 20082011 en roept het college op • in de eerstvolgende Voorjaarsnota met een gedegen onderbouwd voorstel te komen voor bijstelling van het structurele budget voor onderwijshuisvesting, waarin rekening wordt gehouden met nieuw beleid, de groei van de stad en het effect van nieuwe investeringen op de exploitatielasten en gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door de heer Van der Made. Motie 31. “Motie Volwassen Inwoners in Opleiding Naar aanleiding van de behandeling in 2e termijn van de programmabegroting 2008 door de gemeenteraad van Helmond. De raad, gehoord de beraadslaging d.d. 8 november 2007, van mening • dat het vergroten van de kansen op de arbeidsmarkt van de Helmondse beroepsbevolking het belangrijkste onderdeel van het gemeentelijk arbeidsmarktbeleid moet zijn • dat het volgen van een opleiding, cursus of training zowel voor werklozen als werkenden de kansen op de arbeidsmarkt vergroot verzoekt het college • met ingang van 2008 de volgende indicator op te nemen in de begroting en rapportages van programma 2 (Werk en Inkomen): het percentage van de Helmondse beroepsbevolking dat een opleiding, cursus of training volgt en gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door de heer Van der Made.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
38
Motie 32. “Motie Parkeerkaarten. Naar aanleiding van de behandeling in 2e termijn van de programmabegroting 2008 door de gemeenteraad van Helmond. De raad, gehoord de beraadslaging d.d. 8 november 2007, overwegende • dat het gemeentelijk beleid erop gericht is om de fiets het vervoermiddel bij uitstek te laten zijn voor verplaatsingen binnen de stad • dat de parkeerkaarten voor alle raads- en commissieleden jaarlijks ruim 25.000 euro kosten • dat het de gemeenteraad is die besluit over verhoging van de parkeertarieven spreekt uit • met positieve waardering kennis te hebben genomen van de deelname van de gemeente Helmond aan de actie 'Trap eens wat vaker naar je baas' en besluit • met ingang van 1 januari 2008 een einde te maken aan het gratis beschikbaar stellen van parkeerkaarten voor de Boscotondogarage aan alle raads- en commissieleden en gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door de heer Van der Made. Motie 33. “Motie Inzicht Kosten Parkeergarages Naar aanleiding van de behandeling in 2e termijn van de programmabegroting 2008 door de gemeenteraad van Helmond. De raad, gehoord de beraadslaging d.d. 8 november 2007, overwegende dat • met de bouw van parkeergarages in het centrum enorme gemeentelijke investeringen gemoeid zijn • momenteel op het straatparkeren winst gemaakt wordt, en op het garage-parkeren verlies • het huidige gemeentelijk beleid er op gericht is om parkeren in het centrum zoveel mogelijk ondergronds te realiseren van mening dat • de tot op heden door het college verstrekte gegevens onvoldoende inzicht bieden in de financiële risico's die met de bouw van publieke parkeergarages genomen worden besluit • de rekenkamercommissie opdracht te geven een onderzoek in te stellen naar: o de kosten en baten van de parkeergarages Doomeind, City en Boscotondo, van begin tot heden o de kosten en baten van het straatparkeren in het centrum o de betrouwbaarheid van de uitgangspunten die aan de berekeningen in raadsinformatiebrief 56 (d.d. 10 september 2007) ten grondslag liggen en op basis hiervan een uitspraak te doen over de financiële risico' s die met de investering in nieuwe parkeergarages genomen worden • tot het moment waarop de rekenkamercommissie rapporteert over dit onderzoek geen definitief besluit te nemen over de gemeentelijke investering van 14 miljoen euro (in 2010) in nieuwe parkeergarages en gaat over tot de orde van de dag.” Deze motie is ondertekend door de heer Van der Made. Hierna geeft de VOORZITTER gelegenheid tot het stellen van vragen. De heer DAMEN (VVD): Voorzitter! De heer Van der Made heeft ook vorig jaar een uitgebreid betoog gehouden over het parkeren. Hij had het daarbij over het privatiseren van parkeergarages. Ik heb nog even deelgenomen aan het debat over het kwartje, c.q. de 11, 34 eurocent, dat wel of niet viel. Wil de heer Van
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
39
der Made nu toch weer terug naar het privatiseren van de parkeergarages? Ik hoor hem namelijk zeggen dat de gemeente de zaak niet kostendekkend krijgt, dus zou er geprivatiseerd moeten worden. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! In de allereerste plaats beoog ik dat de raad goed geïnformeerd is en met open ogen een besluit kan nemen over de consequenties van investeringen zoals die in parkeergarages worden gedaan. Dure parkeergarages in het centrum zijn wat de GroenLinks-fractie betreft om allerlei redenen niet gewenst, maar daarnaast speelt ook de financiële kant in die zin dat de exploitatie niet kostendekkend te krijgen zal zijn. Als de raad in de toekomst besluit dat men er geld voor overheeft om de geparkeerde auto´s uit het centrum te krijgen, dan is dat prima, maar laat de raad daarover asjeblieft beslissen op basis van volledige en juiste informatie. De heer DAMEN (VVD): Op dit laatste wil ik graag nog even reageren. In het verleden is er vaak over gesproken dat men de auto´s uit het straatbeeld wil en bereid is daarvoor dure parkeergarages te bouwen. De heer Van der Made is blijkbaar niet op de hoogte van deze in het verleden genomen beslissing. Hij heeft nog geen antwoord gegeven op mijn vraag of hij de parkeergarages wil privatiseren, om daarmee de gemeente te ontlasten, die dan die dure parkeergarages niet zelf hoeft te gaan bouwen. De heer VAN DER MADE (GL): Als er, zoals het geval is bij Suytkade, een private partij wordt gevonden die dit soort investeringen van de gemeente wil overnemen en ook de exploitatie op zich wil nemen, dan heeft dat zeker de voorkeur van mijn fractie. De VOORZITTER: Dames en heren! Zoals gebruikelijk is, hebben ook nu weer de griffier en ik de raadsvergadering zorgvuldig met elkaar voorbereid. Daar hoort bij een inschatting van de tijd die wij nodig hebben om tot besluitvorming te komen. Vanochtend heb ik, gelet op de vragen en de beantwoording in eerste termijn, de inschatting gemaakt dat wij vandaag tot een aantal van 35 moties en amendementen zouden komen. (De griffier was veel optimistischer wij hebben er een weddenschap op afgesloten. Die goede fles wijn is de griffier nu aan mij kwijt, maar wij gaan hem zeker samen uitdrinken.) Het bespreken van 37 moties en amendementen zal wat meer spreektijd van het college vergen dan de drie kwartier die daarvoor was toegemeten. Dat geldt ook voor de raad, die zich over de ingediende moties en amendementen zal moeten beraden. Dames en heren, niet iedereen zal mij de volgende opmerking in dank afnemen. Toch wil ik hier uitspreken dat het mij nooit eerder is overkomen dat bij een begrotingsbehandeling zo veel moties en amendementen zijn ingediend. Maar dat is niet alles. In de regel worden bij een begrotingsbehandeling vooral amendementen ingediend die gaan over zaken waarin de raad een wijziging wenst aan te brengen ten opzichte van de ingediende begroting. Ik veroorloof mij de term dat de begrotingsbehandeling van vandaag - dit sluit misschien enigszins aan bij het betoog van de heer Dams - is gebruikt, zo niet misbruikt om ten aanzien van aspecten die geen rechtstreekse relatie tot de begroting hebben, de raad te dwingen om, los van zorgvuldige voorbereidingen, tot uitspraken te komen. Dat vind ik niet goed. Dat is mijn persoonlijke opvatting die ik u, als voorzitter van de raad, meedeel. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Met alle respect, maar ik denk dat alle fracties heel veel werk hebben verricht om in het beleid voor 2008 een verbeterslag aan te brengen. Voor wat de CDAmoties betreft: wij hebben keurig een dekking gevonden in een pot die wij bij de voorjaarsnota gecreëerd hadden. Ik vind uw opmerking niet helemaal terecht. De VOORZITTER: Ik kijk niet in de richting van een bepaalde partij en ik zeg ook niets negatiefs over de zorgvuldigheid van de voorbereiding. Wel vind ik het in de lijn van het betoog van de heer Dams zinvol om te gaan nadenken over de vraag hoe wij een begrotingsbehandeling in de toekomst gaan structureren. Misschien moeten wij hierop nog eens op een andere manier terugkomen. De heer BETHLEHEM (wethouder): Bijvoorbeeld door een motie in te dienen! De VOORZITTER: Ja, wellicht wil het college hier een motie over indienen. Dat zou uniek zijn. Hierna schorst de VOORZITTER, om 15.33 uur, de vergadering tot 16.35 uur.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
40
(Tijdens deze schorsing zijn de heren Ibrovic, Rieter en Van Stiphout ter vergadering gekomen.) De VOORZITTER heropent de vergadering en verleent het woord aan de heer Bethlehem. De heer BETHLEHEM (wethouder): Voorzitter! Ik moet lang en ver terug in mijn geheugen zoeken, wil ik een wethouder financiën zo kort kunnen horen zijn over de begroting en de vaststelling van de begroting als vandaag het geval is. Gesproken is over een solide begroting, een solide beleid. Dank voor de steun en dank voor de voorzetten voor de volgende voorjaarsnota. Ik kom daar in de beantwoording nog op terug. De heer Dams constateert een belangrijke verschuiving binnen de begrotingscyclus, daar waar vroeger de begrotingsvaststelling dagen werk was. Ik denk dat het past in het dualisme dat de voorjaarsnota kaderstellend is geworden. Na de behandeling daarvan wordt de wethouder financiën c.q. het college op pad gestuurd om te werken aan zaken die de raad geregeld wil hebben of die bij het going concern horen. Wat dat betreft heeft het begrotingsproces een aanzienlijke verandering doorgemaakt. De burgemeester zal daar nog verder op ingaan. Dank voor de complimenten die de raad heeft gemaakt voor de beantwoording door de ambtenaren. Voor zover zij hier niet aanwezig zijn, zullen die aan hen worden overgebracht. Daarmee kom ik aan de nieuwe wijze van beantwoording. De vorige keer heeft de raad gevraagd om de vragen expliciet op te nemen, om te voorkomen dat de expliciete beantwoording van vragen wegzakt in algemeenheden waarbij de kwintessens van de vragen per ongeluk niet echt beantwoord wordt. Ik hoop dat dit een eerste goede aanzet is geweest. Het college heeft inmiddels besloten deze wijze van beantwoorden bij de komende voorjaarsnota en de volgende begroting door te zetten. Het algemeen financieel kader. In feite is er maar een enkele opmerking gemaakt over het algemeen financieel kader. Wij hebben in principe een sluitende begroting en wij hebben een fonds strategische investeringen, dat nog onderweg moet voor € 47 miljoen. De drang om deze € 47 miljoen in te vullen is er bij het college. De zorg is uitgesproken dat dit zou gaan ten koste van het werk dat in de stad gedaan wordt. Deze zorg hebben wij ook. Dat is de reden waarom wij geld in dit fonds willen storten en de raad bij deze begrotingsbehandeling vragen of men het ermee eens dat de plus die wij op dit moment hebben, aan het fonds wordt toegevoegd. De behandeling van voorjaarsnota en begroting zijn in principe de twee momenten waarop wij samen met de raad afwegen welke bedragen wel of niet aan het fonds worden toegevoegd. Wij zijn het dus met de op dit punt gedane constatering eens. De WMO. Als wethouder financiën zou ik een algemene opmerking willen maken over het onderwerp WMO. Ik vind het wat vreemd dat er continu gehamerd wordt op artikel 6. Volgens mij hebben wij het er in de raad nu al wel drie keer over gehad. Ik hoop, als veroorzaker van een begripsprobleem, de zaak recht te zetten en ik wil nog eens uitleggen waarom wij dit artikel 6 hebben voorgesteld in het raadsbesluit over de WMO. Het raadsvoorstel is opgesteld toen de onderhandelingen over de WMO nog liepen. Ik was zelf lid van de landelijke onderhandelingscommissie. Het Rijk wilde de WMO invoeren, maar het was geen budgettair neutrale operatie. De Tweede Kamer had nadrukkelijk uitgesproken dat men niet meer voor zorg wilde uitgeven dan de 33% die men er al voor moest betalen. Dit leidde ertoe dat de stijgende groei van de kosten in de zorg die toen al was te constateren, op de een of andere manier opgevangen moest worden door veranderingen in het beleid. Dat betekende minder “pamperen” - zo werd het letterlijk genoemd - en meer eigen verantwoordelijkheid van de mensen. Het beroemde concept van de civil society kwam daarbij naar voren. De opdracht was om te bekijken of de overheid de zorg op een andere manier kon regelen. De uitvoering van de WMO is daarop neergelegd bij de gemeenten, aangezien de gemeentelijke overheid het dichtst zit bij de mensen die zorg nodig hebben. In dat proces kwamen wij natuurlijk te spreken over het geld onder de streep, het bedrag dat destijds minister Zalm van Financiën meegaf voor de uitvoering van de WMO. Als gemeente waren wij toen van mening dat, als wij op dat moment (2005-2006) al in onze begroting extra gelden zouden opnemen omdat wij zagen aankomen dat de rijksmiddelen niet voldoende zouden zijn, een minister van Financiën dan wel Volksgezondheid zich helemaal geen zorgen meer zou maken over mogelijke meerkosten die de WMO voor de gemeenten met zich zou meebrengen. In deze eerdere onderhandelperiode waren de berekeningen en de verdeelsleutels anders dan in de afgelopen tijd waarin, mede onder leiding van de Eindhovense wethouder Don, heel andere verdeelsleutels
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
41
naar voren zijn gekomen. Deze nieuwe verdeelsleutels hebben ertoe geleid dat o.a. Eindhoven een plusgemeente en Helmond een mingemeente is geworden. Het voorstel dat wij daarover hebben, zal in december in de commissie aan de orde komen. Daarin zal staan uitgewerkt wat ons eerste antwoord is op de kwestie van de WMO. Ik heb uiteraard als wethouder financiën gevraagd dat nu, nu het nog zichtbaar te maken is, uitgewerkt wordt welke criteria ervoor zorgen dat Helmond voor EUR 1,1 in de min is geraakt. Als dat duidelijk is, wil ik bekijken wat het juiste antwoord daarop is. In elk geval hoeft de raad zich geen zorgen te maken voor het jaar 2008, want voor het jaar 2008 leggen wij het gat dicht. De conclusie is dat je wel kunt blijven hameren op artikel 6, maar dat artikel 6 in principe al is achterhaald nadat er een nieuwe verdeelsleutel van rijkswege is gekomen. Het Rijk heeft in de onderhandelingen al in tweede instantie gereageerd en gezegd dat, als er nadeelgemeenten zijn, het nadeel voor een deel gecompenseerd wordt. In de wandelgangen heb ik vernomen dat, om voor compensatie in aanmerking te komen, het nadeel € 15,-- per inwoner zou moeten bedragen. De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! De wethouder zegt dus eigenlijk dat beslispunt 6 op dit moment voor de gemeente Helmond geen betekenis meer heeft. Het is dus niet zo dat het college beslispunt 6 ziet als een soort financiële opdracht die taakstellend is bij het opstellen van de WMO-verordening? De heer BETHLEHEM (wethouder): Ik heb aangegeven dat artikel 6 bewust in het raadsbesluit van destijds is opgenomen, omdat de verdeelsleutel tussen Rijk en gemeenten nog niet bekend was. Er zijn toen gemeenten geweest die in de begroting onmiddellijk extra geld reserveerden voor de WMO, omdat zij dachten dat zij erop achteruit zouden gaan. Dat voorbeeld wilden wij als gemeente Helmond niet volgen. Wij hebben er zelfs bij alle gemeenten op aangedrongen dat zij de WMO budgettair neutraal in hun begroting zouden opnemen. Daardoor wilden wij voorkomen dat bij het Rijk de suggestie zou worden gewekt dat gemeenten onmiddellijk bereid zouden zijn om het gat dat mogelijk in de gemeentelijke begroting zou ontstaan, dicht te leggen uit eigen middelen. Het zou beter zijn als het punt van de financiering een tijdje op en neer had gestuiterd tussen gemeenten, het ministerie van VWS en het Rijk. Inmiddels zijn de onderhandelingen al verder gevorderd en is er al een tweede ronde geweest. Deze tweede ronde heeft volgens mijn eigen inschatting tot een vrijwel definitieve verdeelsleutel geleid, waardoor Helmond nadeelgemeente is geworden. Aanvankelijk dachten wij dat het nadeel € 1,1 miljoen zou bedragen. Achteraf valt het bedrag iets mee, omdat het Rijk nog wat gecompenseerd heeft, maar wij zijn nog steeds nadeelgemeente. Het gat dat ontstaat, zullen wij voor 2008 uiteraard vullen, want het uitgangspunt zal niet zijn dat onze burgers zorg tekortkomen. Maar laat de raad het mij als wethouder financiën niet kwalijk nemen dat ik onderzoek laat doen naar de huidige verdeelsleutel en de criteria die ervoor zorgen dat Helmond nu nadeelgemeente is geworden. Blijkbaar zijn er in de tweede ronde andere criteria toegepast dan wel is er een ander gewicht toegekend aan bepaalde criteria, waardoor Helmond nadeelgemeente is geworden. De zorg van de SP-fractie om artikel 6 uit het raadsbesluit te halen om daarmee de garantie te hebben dat wij een ongebreidelde uitvoering van de WMO doorzetten, is het andere uiterste. In principe wilden wij de WMO budgettair neutraal uitvoeren. Anderzijds haalt de realiteit ons in: het is niet budgettair neutraal, Helmond is nadeelgemeente en wij gaan proberen het bedrag dicht te leggen voor 2008. Vervolgens gaan wij in discussie met de raad over hoe wij hiermee in de toekomst verder willen gaan. De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! De wethouder geeft een heel lang antwoord, maar – ik vind het wat vervelend om dit te zeggen – ik vraag mij af of mijn vraag nu wel echt beantwoord is. Het probleem dat de SP-fractie heeft met beslispunt 6, heb ik al toegelicht. Als je het leest zoals het er staat, is het een keurslijf voor onszelf, een opdracht aan het college om een WMO-verordening te maken waarin een bepaalde taakstelling wordt opgenomen. Als je ziet dat de uitgaven groeien omdat er een groter beroep op de WMO wordt gedaan dan werd verwacht, zal de verordening overeenkomstig deze opdracht aangepast moeten worden, bijvoorbeeld door eigen bijdragen in te voeren, om binnen het budget te blijven. In die zin is beslispunt 6 taakstellend. Geldt dat op dit moment nog steeds op dezelfde manier? Of zegt de wethouder dat dit achterhaald en een gepasseerd station is? Is de reden waarom het college overweegt eigen bijdragen in te voeren een eigen keuze, een keuze die het ook zou maken zonder beslispunt 6? Nogmaals: speelt beslispunt 6 nog steeds een taakstellende rol? De heer BETHLEHEM (wethouder): Voorzitter! Uiteraard speelt beslispunt 6 mee in een taakstelling. Maar uit mijn antwoord moet de heer Verbakel hebben kunnen afleiden dat wij dat niet kunnen volhouden. Wij
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
42
zullen aanvullende middelen moeten gaan zoeken om ervoor te kunnen zorgen dat iedere burger in onze gemeente die zorg nodig heeft, die zorg ook krijgt. Daarover komen wij nog te spreken. De taakstelling is dus enerzijds budgettair neutraal, maar anderzijds bestaat er een bepaalde zorgvraag binnen onze gemeente. Het college heeft al eerder gezegd dat wij mensen die zorg nodig hebben en daarvoor een indicatie hebben, niet in de kou laten staan. Wij hebben dus ook de opdracht om te zorgen voor de nodige aanvullingen. De heer Verbakel kan er wel op blijven hameren dat beslispunt 6 uit het raadsbesluit wordt gehaald, maar ik zeg hem nogmaals dat dit punt al door de tijd is achterhaald. De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! Beslispunt 6 is dus niet taakstellend voor de verordening, want het is achterhaald. De heer BETHLEHEM (wethouder): Het is een taakstellende opdracht voor de wethouder om ervoor te zorgen dat de WMO budgettair neutraal wordt uitgevoerd. Het geeft de richting aan waarin de wethouder moet werken aan een oplossing. De heer VERBAKEL (SP): Dat is nu juist het punt van onze kritiek. Wij vinden dat hierdoor de uitvoering van de WMO te veel wordt bepaald door de vraag hoe binnen het budget te blijven in plaats van door de vraag hoe een maximaal sociaal beleid te voeren. Deze twee insteken botsen met elkaar. Daar spitst onze kritiek zich op toe. De heer BETHLEHEM (wethouder): Ik ben het er niet mee eens dat de ene insteek botst met de andere. Je kunt best een goed beleid voeren, maar je hoeft niet alles te doen of alles superluxe te doen. Je moet ook proberen te werken met de middelen die je hebt. Er vindt voortdurend en heel nadrukkelijk een afweging plaats wat voor zorg er wordt geleverd en wat deze zorg mag kosten. Daarmee is de wethouder welzijn op dit moment bezig. De heer VERBAKEL (SP): Een tweede argument om beslispunt 6 in het raadsvoorstel op te nemen, was erop gericht om onze onderhandelingspositie te versterken. Ik begrijp dat die fase voorbij is en dat dat argument is vervallen. De heer BETHLEHEM (wethouder): Ja, want wij weten nu definitief hoeveel middelen wij als gemeente toegewezen hebben gekregen. Daardoor zijn wij in principe nadeelgemeente geworden. Ik verwacht niet dat er nog een derde ronde komt. De heer VERBAKEL (SP): Het argument om beslispunt 6 overeind te houden, is dus het financiële argument. De heer BETHLEHEM (wethouder): Uiteraard, want dat betreft de kaders die wij met elkaar hebben afgesproken. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Onze fractie heeft altijd de zorg van de SP-fractie gedeeld en ook geprobeerd duidelijk te krijgen hoe een eventueel gat in de begroting dichtgelegd kan worden. De portefeuillehouder wethouder Boetzkes heeft, zonder expliciet te zeggen hoe hij dat gaat doen, nadrukkelijk gezegd dat, ook in onvoorziene omstandigheden, mensen in Helmond niet in de kou komen te staan. De heer BETHLEHEM (wethouder): Daar blijft het college achter staan. De heer RIETER (HH): Geweldig! Een punt van zorg blijft echter dat Helmond nu een nadeelgemeente is en een vraag is hoe de middelen aan Eindhoven en Helmond zijn toegedeeld. De wethouder gaat onderzoeken hoe dat precies in zijn werk is gegaan. Aan de ene kant ben ik daar heel blij mee, maar aan de andere kant ben ik daar niet blij mee, omdat blijkbaar niet bepaald helder is hoe op een gegeven moment de gelden naar Eindhoven of naar Helmond komen. Aannemend dat er bepaalde toetsingscriteria zijn toegepast... De heer BETHLEHEM (wethouder): Het zijn er meer dan honderd!
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
43
De heer RIETER (HH): Wij leven in een redelijk geautomatiseerd tijdperk waarin wij met een druk op de knop heel wat data boven tafel kunnen krijgen dan wel aan elkaar kunnen koppelen. Hoeveel tijd denkt de wethouder nodig te hebben om het verschil tussen Eindhoven en Helmond te onderzoeken? De heer BETHLEHEM (wethouder): Eindhoven krijgt meer geld omdat deze gemeente op grond van de verdeelcriteria hoger scoort dan Helmond. Een van de criteria is de gemiddelde leeftijd van de bevolking. Helmond heeft een vrij jonge bevolking en dat betekent minder geld. In een situatie dat er veel gestapelde woningbouw is, kan de zorg goedkoper geleverd worden. Ook dan komt er minder geld van het Rijk dan in de situatie dat er bijna geen gestapelde woningbouw is binnen een gemeente. Zo zijn er nog veel meer criteria. Wij gaan al die criteria analyseren om te bekijken hoe het kan dat Helmond van voordeelgemeente - al was het voordeel niet heel groot - nadeelgemeente is geworden. Bij Eindhoven heeft het omgekeerde zich voorgedaan: Eindhoven was in eerste instantie nadeelgemeente en is nu voordeelgemeente geworden. Wij gaan het uitzoeken, maar ik kan de heer Rieter verzekeren dat dit hogere wiskunde is. De heer VAN DIJK (SDH-OH): Voorzitter! De wethouder geeft in zijn beantwoording duidelijk aan dat hij voor 2009, 2010 en 2011 tekorten voorziet bij de uitvoering van de WMO. Waarom gaat hij niet in op ons verzoek om de € 2,6 miljoen van het overschot en 4 ton uit de behoedzaamheidsreserve te storten in een reserve WMO? Dan is het tekort meteen afgedekt. De heer BETHLEHEM (wethouder): De middelen die wij daar volgens de commissie-Dams II voor gereserveerd hebben maar die wij anders genoemd hebben om te voorkomen dat naar buiten toe bekend zou worden dat wij als gemeente toch aan het reserveren waren voor de WMO, zetten wij in. Verder lijkt het mij heel normaal dat wij eerst proberen binnen de reguliere begroting een oplossing te vinden. Daarna kunnen wij altijd nog kijken waar wij aanvullende middelen kunnen vinden. Nogmaals: ik wil graag eerst onderzoeken welke criteria ertoe hebben geleid dat wij nadeelgemeente zijn geworden. Pas als wij dat weten, kunnen wij met elkaar een zinvolle discussie voeren over de vraag of wij er nog geld bij doen of niet. Cultuur. Door de PvdA-fractie is gesproken over ’t Speelhuis. Op zich spreekt het concept ons aan. In de commissievergadering is in twee opzichten gesproken over ’t Speelhuis. Op zich kan de huidige programmering de toets der kritiek gemakkelijk doorstaan. Wij zien echter ook dat er in de omgeving beconcurrerend wordt opgetreden. Er is al nadrukkelijk gevraagd om een duidelijke visie te geven op wat wij kunnen of moeten doen met ’t Speelhuis om nog meer te kunnen plussen dan wij denken dat wij al doen bij de huidige programmering. Voor de discussie over een ander theater heb ik verwezen naar de Cultuurnota, omdat wij dan over een heel ander beleid en een heel ander bedrag spreken. Op dit moment kan ik al zeggen dat wij de daarvoor benodigde middelen niet hebben. Op zich is het echter goed om met elkaar de discussie te voeren over welk podium in de stad wij zouden willen hebben, hoe het er uit zou moeten zien en hoe wij daarin zouden kunnen voorzien en niet alleen maar te verwijzen naar Eindhoven. Plato is ook nog een onderwerp dat in mijn portefeuille thuishoort. Er wordt een onderzoek gedaan naar de toekomst van Plato door een Brabantse stichting die gespecialiseerd is in poppodia. Deze maand nog zal er over het onderzoek een rapportage komen. Dit betekent dat het onderwerp in december in het college aan de orde komt en in januari in de commissie samenleving kan worden besproken. Ik ga er van uit dat het ook zo zal gebeuren. Ook naar het Orgelhuis is nog gevraagd. In de schriftelijke beantwoording op vragen over de begroting heb ik al aangegeven dat wij afhankelijk zijn van Bavaria. Bavaria is nu weer met de zoveelste exploitant in gesprek. Het is natuurlijk wel leuk om een Orgelhuis neer te zetten en onze orgels daar te plaatsen, maar als er geen goede exploitatie aan dit geheel ten grondslag ligt, krijgen wij mogelijk al over een paar jaar het bericht dat het Orgelhuis wordt gesloten en wordt omgebouwd – voor mijn part tot discotheek. Wat moeten wij in dat geval heen met de twee orgels die daar staan? Tegen Bavaria heb ik gezegd dat ik het zeer lovenswaardig vind dat men nog steeds met inzet bezig is om een nieuwe exploitant voor het Orgelhuis te vinden. Als dat lukt, betekent het namelijk dat wij, los van de normale exploitatie, puur een Orgelhuis hebben waar de mensen naar binnen kunnen en gezellig op de muziek van de orgels kunnen dansen. Maar ik heb ook tegen Bavaria gezegd dat ik een sluitende meerjarige exploitatie voor dit Orgelhuis wil zien, omdat wij anders over twee tot drie jaar als gemeente misschien met het probleem zitten waar wij met onze orgels naar toe moeten. Dat moeten wij elkaar, Bavaria en de gemeente, niet willen aandoen. Toch komt het erop
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
44
neer dat Bavaria van mij verlangt dat ik voor de derde keer tegen de raad zeg dat het kan. Ik kan ook zeggen dat, als ik weet dat het kan, de raad het overmorgen weet. Op dit moment kan ik dat echter nog niet zeggen. Vandaar dat wij in het overleg met Bavaria hebben ingebracht dat wij ook nog bezig zijn met een onderzoek naar de “industrieel erfgoed experience”, waarbinnen mogelijk een plaats is voor de orgels. Daarom hebben wij ons samen met Bavaria gebonden aan een einddatum. Dat is – en dat is niet als grap bedoeld – per ongeluk 1 april geworden, maar het mag ook 31 maart worden. Wij zullen op 31 maart samen met Bavaria de knoop doorhakken. Als het niet doorgaat, zullen wij vanaf dat moment weer actief gaan zoeken naar een andere plek voor de orgels. Het kan niet zo zijn dat wij elkaar maar blijven vasthouden, waar wij allebei de intentie hebben het Orgelhuis op de Steenweg te realiseren, terwijl dat maar niet wil lukken. Op een gegeven moment moet je zo verstandig zijn te concluderen dat het blijkbaar geen haalbare kaart is, als een exploitant er geen brood in ziet, en dat je er – hoe graag je het allebei ook wilt – er helaas mee moet stoppen. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! Je kunt ook naar een andere partij op zoek gaan. Er zijn meer partijen in de wereld dan alleen maar Bavaria. Het hoeft niet per se een verlengstuk van ’t Speelhuis te worden, zoals ik dat al eerder gesuggereerd heb. De heer BETHLEHEM (wethouder): Dat is het vertrekpunt geweest. Wij wilden niet meer de orgels exploiteren in de vorm zoals wij dat doen in de Gaviolizaal. Wij vonden dat het gecombineerd kon worden met een commerciële functie, een soort dubbelslag. Als gemeente zijn wij geen exploitant, want wij zijn geen commerciële partij. Bavaria zou met de orgels iets extra’s erbij krijgen, wat zou leiden tot meer bezoek en meer omzet. Op zich was dat heel goed bedacht en gedacht om tot een plus te geraken. Wij merkten echter dat de uitwerking lastig was. Wat gebeurt er precies, wanneer iemand voor eigen rekening en risico de zaken wil gaan regelen en zegt te garanderen dat de orgels zoveel dagen per jaar ter beschikking van de stad staan en er een echt orgelhuisfeestje gevierd kan worden? De heer RIETER (HH): Voorzitter! Het is toch godsgruwelijk jammer dat de orgels al ruim vier jaar stilstaan. Of ik er nu voor ben of niet doet niet meer ter zake, maar er is gekozen voor een andere uitbating dan die er was in de Gaviolizaal. Maar de Gaviolizaal bestaat nog en er had toch minstens het spoor gevolgd kunnen worden om een dag per week iets rond de orgels in de Gaviolizaal te organiseren. Nu zijn er brandstof- en andere energiekosten en hooguit een keer per halfjaar of per jaar draaien de orgels om te kijken of ze nog werken. Hopelijk gaan ze niet ten onder aan de houtrot of blijken ze vandaag of morgen door de houtwormen te zijn opgevreten. De heer BETHLEHEM (wethouder): Wij houden de Gaviolizaal langer open dan wij aanvankelijk van plan waren. Zoals men weet zijn wij bezig met De Waart. Het was de bedoeling dat waar nu de Gaviolizaal ligt, de ontsluitingsweg zou komen te liggen. Daar hadden de bedrijven de opslag, de directieketen enz. willen neerzetten, want het laatste dat gedaan wordt, is het asfalt van de ontsluitingsweg leggen. Het feit dat wij nog steeds een oplossing voor de orgels aan het zoeken zijn, heeft ertoe geleid dat de plannen voor De Waart zijn bijgesteld. Wat dat betreft zit er voor de korte termijn niet echt de druk op dat de Gaviolizaal dicht moet. Anderzijds is het ook weer zo dat, als wij morgen een oplossing hebben, de orgels overmorgen in herstel gaan en uit de Gaviolizaal weggaan. In de tussentijd proberen wij de conditie van de orgels zo goed mogelijk op peil te houden, met behulp van een aantal vrijwilligers en het bedrijf dat de orgels continu in onderhoud heeft. De amendementen en moties. Ik sluit af met een globale behandeling van de amendementen en moties. Voor zover de voorstellen onderwerpen uit mijn portefeuille betreffen, zal ik een korte toelichting op het collegeadvies geven. Motie 1, Voorziening in Helmond voor leerplichtige jongeren met gedragsproblemen (PvdA). Wij willen deze motie overnemen, in die zin dat wij graag onderzoek willen doen of er mogelijkheden zijn. Er liggen nogal wat snijvlakken met onderwijs en jeugdzorg en daarom zal wethouder Boetzkes hier nog wat uitgebreider op ingaan. Motie 2, Zomeracademie (PvdA). In onze schriftelijke beantwoording hebben wij al een gedeeltelijke toezegging over de uitspraak van deze motie gedaan. De motie zou aangehouden kunnen worden, omdat wij al hebben toegezegd dat wij samen met onderwijs, cultuur, sport, wijkcentra en scholen de mogelijkheden gaan onderzoeken.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
45
Motie 3, Nachttrein (PvdA en GL). Het college neemt deze motie over. Motie 4, Inspanningsverplichting gratis openbaar vervoer Carnaval (PvdA ). Deze motie wordt overgenomen. Wethouder Houthooft zal nog een toelichting geven. Motie 5, Buurtmoeder/buurtvader (CDA). Het college neemt deze motie over. Wethouder Boetzkes licht dit nog toe. Motie 6, Meer banen voor herintreders, (CDA). Ook deze motie wil het college overnemen. Dit zal door wethouder Yeyden worden toegelicht. Motie 7, Ondersteuning vrijwilligers in de wijken (CDA). Naar het onderwerp van deze motie schijnt een onderzoek te lopen. Wethouder Boetzkes zal hier nog even op ingaan en het eindoordeel geven. Motie 8, de “Witte Tornado” (CDA). Deze motie wordt overgenomen. Wethouder Houthooft zal hier nog een toelichting op geven. Motie 9, Voortbestaan Ruilwinkel (CDA). Ook deze motie wordt overgenomen. Wethouder Boetzkes zal hier nog iets over zeggen. Motie 10, Inzet bijzondere bijstand (CDA). Deze motie wordt overgenomen. Wethouder Yeyden zal het advies nog toelichten. Motie 11, Bling Game (CDA). Deze motie wordt overgenomen. Wethouder Boetzkes zal dit nog toelichten. Motie 12 met betrekking tot de Atlant Groep (De Combinatie). Deze motie wordt door het college ontraden. In principe is de zaak al besproken met de Atlant Groep. Wethouder Houthooft zal de raad hierover nog tot in detail informeren. Motie 13, Buurtbeheerders in alle wijken (De Combinatie). Wij zouden graag zien dat deze motie werd aangehouden, omdat er nog een notitie over dit onderwerp komt. De burgemeester zal dit nader toelichten. Motie 14, Bestrijding zwerfafval Centrum (De Combinatie). Deze motie wordt overgenomen. Wethouder Houthooft zal dit nog toelichten. Motie 15, WMO en beslispunt 6 (SP). Deze motie wordt door het college ontraden. Ik ben zo-even uitgebreid, zij het met betrekking tot de algemene kaders, op het onderwerp ingegaan. Desgewenst zal wethouder Boetzkes daar nog nader op ingaan. Motie 16, WMO en eigen bijdragen (SP). Deze motie wordt eveneens ontraden. Motie 17, Reclameverlichting (SP). Deze motie wordt overgenomen. Wethouder Houthooft zal daar nog op ingaan. Motie 18, Vangnetregeling schoolzwemmen (SP). Deze motie wordt ontraden. Wethouder Boetzkes zal daar nog op ingaan. Motie 19, Verruiming minimabeleid (SP). Deze motie wordt ontraden. Daar zal wethouder Yeyden nog op ingaan. Motie 20, Continuïteit project Vaart achter Techniek (VVD). Deze motie wordt overgenomen. Wethouder Boetzkes zal dit toelichten. Motie 21, onderzoek inkomensondersteunende regelingen (HH). Deze motie wordt ontraden. Dit zal wethouder Yeyden nog toelichten. Motie 22, Helmonds dialect tot monument benoemen (HH). Deze motie wordt ontraden. Ik heb daar in eerste instantie al op geantwoord. Ik begrijp dat de fractie van Helder Helmond nu vraagt om een raadsuitspraak en ik begrijp ook dat deze fractie aandacht en zorg wil voor het Helmonds dialect. In principe impliceert het monumentenbeleid dat er aandacht en zorg wordt besteed aan de monumenten in de stad. Maar daar waar het dialect geen stoffelijk object is, wil ik, hoe goed bedoeld en sympathiek de motie ook mag zijn, de motie ontraden. Aanname zou puur symbolisch zijn. Het college is niet voornemens om nog meer activiteiten ten gunste van het behoud van het Helmonds te ondernemen dan tot op het heden het geval is. Motie 23, energiezuinige lampen straatverlichting (HH). Ook deze motie wordt ontraden. Wethouder Houthooft zal dit nader toelichten. Motie 24, verstrekken van energiezuinige lampen aan iedere OZB-betaler (HH). Deze motie wordt eveneens ontraden. Dit zal worden toegelicht door wethouder Houthooft.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
46
Motie 25, verplichting hondenpoepzakje/-schep (HH). Deze motie wordt door het college ontraden. Ook hierop zal wethouder Houthooft nog nader ingaan. Motie 26 met betrekking tot het behoud van de kegelclubs en de kegelbond (HH). Deze motie wordt ontraden. Dit onderwerp zal wethouder Boetzkes meenemen. Motie 27 inzake structurele middelen voor activerend huisbezoek (FDV). Deze motie kan wat ons betreft worden aangehouden, omdat wij in principe via de Dams-middelen geld hebben om deze activiteit voort te zetten. Ik vind het zeker een thema voor de volgende voorjaarsnota, omdat er wordt gevraagd om structurele dekking voor deze activiteit. Bij de behandeling van de voorjaarsnota kan dan een heroverweging met betrekking tot dit onderwerp plaatsvinden. Motie 28, Jeugd en alcohol (FDV). Deze motie wordt ontraden. Wethouder Boetzkes zal hierop ingaan. Motie 29, Ambtstermijn burgemeester (HA en HH). Deze motie wordt ontraden. In de schriftelijke beantwoording in eerste instantie is al nadrukkelijk aangegeven hoe wij als college hierover denken. Daar zullen wij ons toe beperken. Motie 30, Onderwijshuisvesting (GL). Deze motie wordt ontraden. Binnenkort zullen in een commissievergadering de complete huisvestingsplannen aan de orde komen. Daarbij zal nadrukkelijk worden ingegaan op hetgeen in deze motie staat. Dan kan men zelf constateren dat de motie in deze plannen eigenlijk al beantwoord is. Wethouder Boetzkes zal hier nog op ingaan. Motie 31 inzake indicator voor het volgen van een opleiding door volwassen inwoners (GL). Deze motie wordt door het college overgenomen. Wij zullen kijken of wij in onze rapportages een percentage als indicator kunnen meenemen. Motie 32, verzoek aan raadsleden om hun parkeerkaart in te leveren (GL). De raadsleden moeten zelf maar aangeven hoe zij daarover denken. Motie 33, Inzicht kosten parkeergarages (GL). Deze motie wordt ontraden. Wij hebben al meerdere malen over dit onderwerp gesproken. De desbetreffende wethouder zal daar desgewenst nog op ingaan. Dan kom ik aan de amendementen. Amendement 1 inzake het samenvoegen van alle fondsen voor binnen- en buitenevenementen tot 1 fonds Kunst en Cultuur (De Combinatie). Ik moet dit amendement ontraden, want dit betekent dat je het hele huidige beleid tegen het licht moet houden dan wel op de schop gaat nemen. Dat kan niet de bedoeling van dit voorstel zijn. Ik zou de indieners dan ook willen adviseren om maandag in de commissievergadering, wanneer wij het over het cultuurbeleid en de kaderstelling gaan hebben, het onderwerp van het amendement nog eens aan de orde te stellen en af te wachten hoe de andere commissieleden hierover denken. Ik heb het idee dat wij straks anders al het geld in een grote pot gooien, wat ooit nadelig kan zijn voor wat kleinschaliger evenementen. Op dit moment ontraad ik aanname van dit amendement. Amendement 2, Centrumontwikkeling – tariefstijging warenmarkt (De Combinatie). Dit amendement moet ik als wethouder financiën ontraden. Wij zijn overgegaan tot een nieuw beleid voor de tarifering. Voorheen betaalden de marktkooplieden kraamgeld per strekkende meter, tegenwoordig betalen zij per vierkante meter omdat wij vinden dat dit meer tegemoetkomt aan het ruimtebeslag dat een marktkoopman legt. Toch is dit niet de enige reden om het tarief te wijzigen. Het heeft ook te maken met de differentiatie die wij gemaakt hebben tussen de zaterdagmarkt in de stad en de andere markten in de wijken. Deze zaken hebben geleid tot het nieuwe tarief dat op de marktkooplieden afkomt. De heer Yeyden zal daar desgewenst nog op ingaan. Bij aanname van de motie door de raad zou de gemeente een bedrag van € 43.500,-- minder ontvangen. Amendement 3 betreffende de aanschaf van twee defibrillators (HH). Ook dit amendement moeten wij ontraden. Er is al eerder antwoord op dit voorstel gegeven. Desgewenst zal wethouder Boetzkes dit nog toelichten. Amendement 4 inzake subsidie voor de Kasteeltuinconcerten (HH). Ik herhaal nogmaals dat een A-status geen garantie biedt voor het verkrijgen van het maximale subsidiebedrag. De heer RIETER (HH): Voorzitter! De wethouder hoeft dit niet te herhalen, want dat hadden wij al begrepen. Het hoeft in die zin geen welles-nietes kwestie te worden. Wij stellen nadrukkelijk met het college vast dat de
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
47
A-status niet automatisch impliceert dat het maximale subsidiebedrag wordt verstrekt. Wel vinden wij dat de Kasteeltuinconcerten de laatste zeven jaar een dusdanige impact hebben gekregen, dat dit evenement de inzet van extra middelen meer dan verdient. Dat is onze insteek. De heer BETHLEHEM (wethouder): Ik moet aanname van deze motie ontraden. Er komt een nieuwe nota Evenementenbeleid aan en daarin zullen wij alle zaken tegen elkaar afwegen. Tot slot kom ik bij het voorstel met betrekking tot de ijsbaan, waar wat de heer Ferwerda betreft “plaats voor iedere scheve schaats” zou zijn. Het college is in het kader van het evenementenbeleid nog steeds op zoek naar een winterevenement in Helmond, een evenement dat meer is dan een ijsbaan op de Markt met wat kraampjes eromheen. Inmiddels zijn er verschillende onderdelen van een dergelijk evenement uitgewerkt, maar alle zaken verkeren nog in het stadium van intern beraad. De oude ijsbaan zit daar ook bij en daarom wil ik eindigen met ons standpunt te geven in de vorm van de volgende slogan op rijm: Op de ijsbaan van Trix kun je schaatsen voor niks! De heer RIETER (HH): Voorzitter! Ook mij intrigeert het onderwerp ijsbaan, vooral omdat in 1998-1999 door de fractie van Helmondse Belangen het voorstel is gedaan om een ijsbaan op de Markt neer te leggen. Die zelfde winter is dat gebeurd in Deurne. Of men dat van ons had afgekeken, weet ik niet, maar inmiddels heeft de Koninklijke Nederlandse Schaatsbond geconstateerd dat de winters in Nederland zodanig zacht zijn dat een oernederlands cultureel verschijnsel als het schaatsen wel eens zou kunnen gaan uitsterven. Inmiddels zijn er meerdere mobiele kunstijsbanen gerealiseerd. Wellicht is het de moeite waard te informeren of wij die naar Helmond zouden kunnen krijgen. De heer BETHLEHEM (wethouder): Ik heb al gezegd dat wij verschillende mogelijke onderdelen van een winterevenement aan het onderzoeken zijn. Daar kom ik te zijner tijd graag bij de raad op terug. De VOORZITTER: Dames en heren! Via de problematiek van de buurtbrigadiers, die aan de orde is gesteld door de PvdA-fractie, maak ik meteen een doorsteek naar het punt van de veiligheid en de afstemming van taken binnen de buurt, waar de CDA-fractie over heeft gesproken. De problematiek van de buurtbrigadiers kan ik niet zeer uitgebreid met u bespreken, omdat er ook een aantal andere elementen bij is betrokken. Ik wil er toch een paar van noemen. Natuurlijk is het de bedoeling, en het streven is er ook op gericht, dat de buurtbrigadiers minstens 80% van de tijd in de buurt werkzaam kunnen zijn. Op dit moment is er een tekort in de regio van ongeveer 15% en hebben wij te maken met een aantal vacatures. Wetend dat het aantal incidenten dat om acute hulp vraagt de laatste tijd is toegenomen, kan het niet anders dan dat je, op het moment dat je dient te beschikken over politiecapaciteit, het streefpercentage aantast. Dat heeft o.a. te maken met het gegeven dat de politie Brabant-Zuidoost van groei naar krimp is gegaan voor wat het aantal formatieplaatsen betreft. Daarbij komt dat de regio te maken heeft met een relatief forse uitstroom van politiemensen vanwege hun leeftijd. Ook hebben wij een tekort aan opleidingscapaciteit, waardoor de vacatures niet snel kunnen worden ingevuld. Als wij weten dat de opleiding ongeveer drie jaar duurt, dan is duidelijk dat wij niet van het ene op het andere moment kunnen zeggen dat wij de capaciteit aanvullen. Dat gebeurt in goed overleg met de 21 colleges in de regio om in ieder geval de veiligheid van de burger te kunnen blijven garanderen. Dit kan betekenen dat op bepaalde momenten een andere prioriteit moet worden gegeven aan de inzet van de buurtbrigadiers. Wat ik betreur is dat, als zich incidenten in een wijk voordoen, het tekort al heel snel als argument wordt aangevoerd waarom iets wel of niet in de preventieve sfeer had kunnen worden voorkomen. Dat is niet juist, want het heeft vaak heel andere achtergronden en oorzaken. De situatie heeft er wel toe geleid dat wij met elkaar, vanuit de verschillende disciplines, nog eens willen kijken naar de verschillende taken en aspecten in het kader van de veiligheid. Ik ben blij dat de CDA-fractie de afstemming van de verschillende taken betrekt bij de veiligheid, want het heeft alles met elkaar te maken. Van preventie naar repressie is maar een stap en bij buurtbrigadiers zit je al heel gauw in de repressieve sfeer. Dat geldt overigens ook voor de inzet van stadswachten. De inzet van stadswachten kent een aantal preventieve elementen, maar speelt vooral in de repressieve sfeer. Ten aanzien van buurtbeheer en leefbaarheidsmedewerkers of andere functionarissen die in een wijk actief kunnen zijn, hebben wij het volgende geconstateerd. Als je de mensen die participeren in de veiligheidsbeleving van de wijk naast elkaar zet en intensiever met elkaar laat samenwerken, kunnen zij complementair aan elkaar functioneren en kan de efficiency van de inzet van menskracht toenemen. Dat is de reden
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
48
waarom wij als college aan dit aspect nadrukkelijk aandacht willen besteden. Wij hebben inmiddels gepland dat daarover een goed voorbereide B&W-special zal komen die zal uitmonden in een notitie. Deze zal helemaal gericht zijn op de vraag hoe wij met de buurt omgaan en hoe wij het meest effectief met mensen en middelen kunnen omgaan. Ik zeg u toe dat deze notitie aan het begin van het komende jaar in de commissie ABA zal worden besproken. De CDA-fractie maakt een opmerking over de coffeeshop in de Wolfstraat. Ook anderen hebben hierover in deze tweede termijn opmerkingen gemaakt. Ik wil bevestigen noch ontkennen dat daar 110 kilo softdrugs is aangetroffen. Waar het om gaat is, dat er twee trajecten meespelen: een strafrechtelijk en een bestuursrechtelijk traject. Je krijgt het niet uitgelegd aan de buurt als je in dit soort gevallen niet zou overgaan tot sluiting van de coffeeshop. Aan sluiting zitten diverse elementen van beleidsmatige aard vast, los van het feit dat de zaak alles heeft te maken met datgene wat wij met elkaar hebben afgesproken. Als je wat lichtvaardig bent in het sluiten van gelegenheden, loop je het risico dat je het niet redt in een vervolgproces voor de bestuursrechter. Wij hebben met elkaar een handhavingsprotocol afgesproken. Ik heb gemerkt dat in dit protocol geen afspraken zijn opgenomen met betrekking tot de omvang van de voorraad, het aantal kilo’s softdrugs die daar mag worden aangetroffen. Zouden er harddrugs zijn aangetroffen, dan had ik wel een mogelijkheid gehad om in te grijpen. Als je een handhavingsprotocol hebt opgesteld en daarover hebt afgestemd met politie en justitie, waarmee dit protocol een min of meer rechtskundige ondergrond heeft gekregen, dan moet je je aan het afgesproken protocol houden. Een besluit over deze kwestie is pas morgenochtend aan de orde, want dan heb ik alle rapporten binnen. Wanneer wij tot een vergaande maatregel als sluiting zouden overgaan, zal ik zeker in de gaten houden of wij dat bestuursrechtelijk voldoende kunnen onderbouwen. Ik zou niet willen dat een dergelijk besluit bestuursrechtelijk onvoldoende kan worden onderbouwd waardoor wij in een procedure onderuit zouden gaan. Daarmee zou het risico van een schadevergoeding bij de gemeente worden neergelegd. Dan moeten wij er maar voor zorgen dat het handhavingsprotocol op orde is, voordat een dergelijke harde maatregel wordt genomen. Ik zal morgen nog eens uitvoerig alle elementen afwegen en, in samenspraak met politie en justitie, bekijken wat de beste weg is om tot een bestuursrechtelijke beslissing te komen. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Heb ik goed begrepen dat u iets gaat doen aan het handhavingsprotocol, nu u heeft geconstateerd dat er een hiaat bestaat? De VOORZITTER: Ik ga in ieder geval actie ondernemen. Ik voeg daaraan toe dat wij bij het opstellen van het protocol nooit hebben kunnen veronderstellen dat het om dit soort hoeveelheden zou gaan. Het is ook de eerste keer dat wij hiermee geconfronteerd zijn. U kunt erop rekenen dat, welk besluit ik ook neem, de betrokken eigenaar een fors gesprek met mij persoonlijk zal moeten voeren. Het handhavingsprotocol zal op het punt van de hoeveelheden worden aangepast. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! De heer Tijani heeft bij interruptie al iets gezegd over het coffeeshopbeleid van de gemeente. Er is ooit gedacht aan spreiding over de stad en te komen tot drie verkooppunten. Uiteindelijk is besloten het op één te houden. Als dat ene officiële punt (mogelijk tijdelijk) gesloten zou worden, zit je wel met het probleem dat je zo ongeveer Wild West in Helmond krijgt door open verkoop vanuit auto’s en illegale panden enz. Over dat aspect hoor ik u niets zeggen. Ik denk dat sluiting zal leiden tot een onwenselijke ontwikkeling dan wel ongewenste neveneffecten, hoewel ik het op zich eens ben met hetgeen u zojuist over de zaak heeft verteld. De VOORZITTER: Ik ben begonnen te zeggen dat er over de zaak inmiddels een aantal opmerkingen is gemaakt. De beleidsmatige elementen zal ik zeker meenemen. De raad heeft zelf besloten het aantal verkooppunten niet uit te breiden en bewust gekozen voor slechts één coffeeshop. Daar heb ik rekening mee te houden. De heer Ferwerda merkt terecht op dat de raad het recht heeft onderzoek te doen, het enquêterecht. Dat recht is geregeld bij Gemeentewet. Echter, een onderzoek volgens dit recht kan pas geschieden nadat de raad daartoe een verordening heeft vastgesteld. Ik zeg u toe dat wij op heel korte termijn een conceptverordening zullen voorleggen aan de commissie ABA. Daarmee kunnen wij de leemte invullen en kan de raad, mocht daar behoefte aan bestaan, een enquête instellen, zonder al een uitspraak te doen over de wenselijkheid van een enquête naar een bepaald onderwerp.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
49
Voor de schorsing heb ik al tegen de heer Dams gezegd dat ik begrip heb voor datgene wat hij heeft gezegd met betrekking tot de verschuiving van het accent van begroting naar voorjaarsnota. Ik heb ook al gezegd dat de behandeling van vanmiddag mijns inziens wat voorbijgaat aan de essentie van de begroting en wat meer betrekking heeft op onderwerpen die weliswaar wellicht actueel of wenselijk zijn, maar op zichzelf geen directe relatie hebben met de begroting. Daar zullen wij met elkaar eens goed over moeten discussiëren. Ik zeg u toe dat wij daarover in het presidium een eerste discussie met elkaar zullen hebben om te kijken of wij bij de behandeling van de voorjaarsnota op dit punt met een voorstel kunnen komen. Ik leg dit punt dus neer bij het presidium, omdat het alles heeft te maken met hoe je een raadsvergadering voorbereidt en omdat afgesproken is dat de verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij het presidium. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Doelt u nu op de wijze waarop de begrotingsbehandeling zal gaan plaatsvinden of doelt u ook op de eventuele beperking van mogelijkheden voor raadsleden om moties in te dienen die niet gerelateerd zijn aan de begroting? Van dit laatste zou ik geen voorstander zijn. De VOORZITTER: U probeert mij nu iets in de mond te leggen wat ik zeker niet bedoeld heb. De heer VAN DER MADE (GL): Ik meende zoiets op te maken uit uw woorden en stel u daarom een verduidelijkende vraag. Ik leg u niets in de mond. De VOORZITTER: Als de raad het heeft over besturen op hoofdlijnen en ik kijk naar de onderwerpen van een aantal moties, dan denk ik dat wat wordt voorbijgegaan aan de hoofdlijnen. De behandeling van de voorjaarsnota, waarbij de hoofdlijnen van het beleid voor het volgende jaar en de daarop volgende jaren wordt geschetst, is veel meer beleidsmatig van inhoud en duidelijk gericht op de korte en langere termijn dan vandaag bij de begrotingsbehandeling het geval is. Als de begroting een vertaling is van datgene wat is uitgesproken bij de behandeling voorjaarsnota, dan is de vaststelling van de begroting bijna een automatisme. Daarover moeten wij eens met elkaar een zorgvuldige discussie hebben. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Ik denk dat het een goede suggestie is om een dergelijke discussie te voeren. Ik zou willen voorstellen die binnen het seniorenconvent te voeren, zodat ook GroenLinks kan meepraten. De heer DAMS (VVD): Voorzitter! Wij hebben een orgaan, het presidium, dat onze vergaderingen voorbereidt. Dat is daarmee per definitie het orgaan dat een dergelijk voorstel in behandeling gaat nemen. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Ik ben het eens met de heer Dams dat het presidium een prima agendacommissie is. Maar wanneer het gaat om een inhoudelijke behandeling en de wijze waarop wij onze functie als raad het beste inhoud kunnen geven, vind ik dat een breder onderwerp dan alleen een onderwerp voor een agendacommissie. Daarom pleit ik ervoor dit onderwerp te behandelen in het seniorenconvent. De heer DAMS (VVD): Daar ben ik het niet mee eens. De heer RIETER (HH): Voorzitter! De fractie van Helder Helmond sluit zich aan bij het CDA-standpunt. Wat de heer Dams zegt, betreft de inhoud en wat mevrouw De Leeuw zegt, gaat over de structuren. Structuren horen in een groter gremium thuis dan het presidium is. De heer DAMS (VVD): Wij hebben een orgaan dat onze vergaderingen voorbereidt. Laat dat een voorstel doen dat in de commissie ABA besproken wordt. Het seniorenconvent is per definitie een orgaan waar zaken ter tafel komen van een wat meer besloten karakter. Daarmee is het wat mij betreft geen orgaan waarin dit onderwerp naar voren moet worden gebracht. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Dan stel ik voor dat het onderwerp in de werkgroep dualisme aan de orde komt, want daar is bijna elke fractie in vertegenwoordigd. Het gaat namelijk om een vorm van duaal verkeer met onze raad.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
50
De VOORZITTER: De heer Dams merkt terecht op dat de discussie door het presidium wordt voorbereid en dat de behandeling in de commissie ABA zal plaatsvinden. Daarin is iedere fractie vertegenwoordigd. Het lijkt mij goed het zo te doen, als het erom gaat hoe wij de kwestie procedureel aanpakken. De heer RIETER (HH): Ik ben het er niet mee eens, voorzitter. Het is in strijd met datgene waarvoor het presidium in het leven is geroepen en zoals het hier geregeld is. De VOORZITTER: Ik denk dat u een achterstand in kennis heeft en dat u de afgesproken taakstelling van het presidium nog eens moet doorlezen. De heer RIETER (HH): Ik herinner eraan dat wij als Helder Helmond ervoor gepleit hebben om, naar het voorbeeld van Tilburg en Eindhoven, de vertegenwoordiging van partijen in het presidium op te rekken naar meerdere partijen, misschien wel alle partijen. De VOORZITTER: Als het aantal partijen wordt beperkt, wordt een discussie wat eenvoudiger in die zin, dat het makkelijker is met minder mensen zorgvuldig over een onderwerp te discussiëren. De heer RIETER (HH): Dan moet u bij de kiezer zijn, want die bepaalt of op een gegeven moment hoeveel partijen er in de raad komen. Als er 37 partijen aan de verkiezingen meedoen, kunnen er 37 fracties in de raad komen. Ik ben daar geen voorstander van, want ik zou liever robuuste fracties in de raad zien. Maar de kiezer, dus de burger, is nu eenmaal aan zet als het gaat om de keuze voor partijen. Dat is het hoogste goed en ik vind het jammer dat u zo expliciet komt met uw standpunt over het presidium. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Ik zou graag nog een duit in het zakje doen. Het feit dat een discussie zich voltrekt zoals deze zich voltrekt, is in mijn ogen niet alleen een zaak van het presidium - ik ondersteun overigens de opvatting van mevrouw De Leeuw wat meer – maar zou ook een zaak van het college kunnen zijn. Het college zou zich kunnen afvragen hoe het komt dat wij op deze wijze bezig zijn. En als het een verstandig college is, onder een verstandige leiding, dan denk ik dat dit punt op een collegeagenda zeker niet zou misstaan. De VOORZITTER: Het is niet aan het college hoe de raad de door het college aangeboden stukken wenst te behandelen. Wij hebben nu juist afgesproken dat het presidium daarover gaat. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter, u heeft in mijn opvatting een verdere toelichting nodig, want… De VOORZITTER: Nee, die heb ik niet nodig. U zet de wereld op zijn kop. Wat ik gezegd heb, en wat door de heer Dams wordt onderschreven en terecht nog is aangevuld, heeft te maken met hoe je met dit vraagstuk omgaat als het gaat om de voorbereiding van een zorgvuldige discussie. Dat is geen zaak van het college. Het college bepaalt niet hoe de raad omgaat met de jaarstukken die de raad voorgelegd worden. Dat is een verantwoordelijkheid van de raad en de raad heeft ervoor gekozen een en ander, ook in procedurele zin, te laten voorbereiden door het presidium. Het college legt alleen de stukken aan de raad voor. Geconstateerd is dat er sprake zou kunnen zijn van een accentverschuiving van begroting richting voorjaarsnota. Ik heb voorgesteld dit punt te bediscussiëren in het presidium. Het presidium bereidt de discussie voor die in de commissie ABA zal worden gevoerd. Als de commissie ABA daar verdeeld over is, kan ik mij voorstellen dat men vindt dat de hele raad zich erover zou moeten uitspreken. Maar zo ver zijn wij nog lang niet. De procedure die ik geschetst heb, lijkt mij heel zorgvuldig; het is een procedure die recht doet aan de verantwoordelijkheid van de raad. Als u als raad straks vindt dat het moet blijven zoals het is, dan blijft het zoals het is, want u maakt dat met elkaar uit. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Ik kan mij voorstellen dat er een vorm gekozen moet worden om dit onderwerp te behandelen. Maar als het verder gaat dan alleen agenderen en het ook een inhoudelijk punt wordt, dan vinden wij dat het in het seniorenconvent thuishoort.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
51
De VOORZITTER: Dan zeg ik met de heer Dams dat het seniorenconvent bedoeld is voor vertrouwelijke vraagstukken die in beslotenheid behandeld worden. De discussie die wij willen gaan voeren, kan volledig in openbaarheid plaatsvinden, want er is niets geheims aan. De heer Dams voert de prioriteitsstelling bij de uitvoering van taken op. Ook vandaag worden weer vele nota’s en notities beloofd. Dat legt beslag op een belangrijk deel van de ambtelijke capaciteit. Als het opstellen van nota’s en notities de uitvoering van bepaalde reeds afgesproken taken blokkeert, dan lijkt het mij dat wij met elkaar de discussie over de prioritering moeten voeren. Deze discussie zal het college samen met het managementteam voorbereiden. Mevrouw De Voogd vraagt naar de evaluatie van de duale handhavingsstructuur. De discussie hierover zal nog voor het einde van het jaar kunnen plaatsvinden. De evaluatienota ligt in concept bij het college en kan zeer binnenkort worden doorgeleid naar de commissie ABA. Dat gebeurt weer via het presidium dat, zoals u weet, bepaalt op welke wijze dit onderwerp geagendeerd wordt. Ik heb hier een opmerking staan over het citaat uit Mattheüs 7, maar ik wil er eigenlijk toch niet op doorgaan. De geciteerde woorden zijn van toepassing op individuen, maar kunnen op iedereen betrekking hebben. Als gelovig mens ken ik de passage maar al te goed en richt ik mij daar ook naar. Op een paar moties en amendementen is nog een toelichting mijnerzijds toegezegd. Wethouder Bethlehem heeft over de moties die mij aanbelangen voldoende gezegd. Ik wil echter nog een opmerking toevoegen aan het collegeadvies over amendement 4 van Helder Helmond over de Kasteeltuinconcerten. Er speelt hierbij nog een ander element mee dan alleen maar de subsidiëring. Het gaat ook om de waardering voor deze concerten en de belangstelling die is gewekt vanwege de kwaliteit van deze concerten. Er is echter een grens aan de capaciteit van de Kasteeltuin om dit soort evenementen te houden. Wij hebben een keer gebalanceerd op het punt van het overschrijden van de kritische massa die wij daar kunnen opvangen. Wij hebben ons hart vastgehouden, maar het is gelukkig allemaal goed gegaan. Dat heeft ertoe geleid dat wij, vanwege de beperktheid van het terrein, afspraken hebben gemaakt met de organisatie van de Kasteeltuinconcerten. Een nog verder verhogen van de kwaliteit - en daardoor meer belangstelling en een massale toeloop van derden - leidt ertoe dat de Kasteeltuin niet meer geschikt is om dit evenement te organiseren, wat inhoudt dat de organisatie de Kasteeltuin zal moeten verlaten. Dan nog een opmerking over de kostenstructuur. Terecht is al opgemerkt dat het bestaan van een maximumbedrag niet inhoudt dat dit ook wordt toegekend. Het subsidiebedrag zal altijd een bijdrage zijn aan de totale kosten tot een maximum van. Begrijpelijk is dat, als de organisatie nog meer kwaliteit wil bieden en nog meer publiciteit wil geven aan het evenement, daar hogere kosten uit voortvloeien, waardoor toegekomen zou worden aan het maximum toe te kennen subsidiebedrag. Maar ik heb ook gezegd dat op een gegeven moment de veiligheid de grens bepaalt van hoeveel belangstelling je op deze plek kunt genereren. Ik vind de veiligheid een heel belangrijk element die mij ertoe brengt dit amendement ernstig te ontraden. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Een deel van uw toelichting wil ik onderschrijven. Je kunt inderdaad geen 25.000 concertbezoekers onderbrengen in de Kasteeltuin. Maar dat staat los van het feit of aan het evenement Kasteeltuinconcerten wel of niet een hoger subsidiebedrag kan worden toegekend. U koppelt het verstrekken van meer subsidie nu aan het feit dat er meer mensen naar het evenement zouden komen en dat de veiligheid in het geding zou zijn. De VOORZITTER: Nee, u luistert niet goed. Ik koppel het aan de kostenstructuur. Het subsidiebedrag is een bijdrage in de kosten tot een maximum van. Dat wil dus niet zeggen dat je bij het toekennen van de A-status tegelijkertijd het maximumbedrag uitkeert. De heer RIETER (HH): Toen het evenement van de Kasteeltuinconcerten vorig jaar de A-status kreeg, is nadrukkelijk gesteld dat de A-status niet automatisch inhoudt dat het maximale subsidiebedrag aan het evenement zou worden toegekend. Dat is duidelijk. Maar er was nog een tweede reden: het geld was gewoon op. De VOORZITTER: Het enige dat ik zeg is, dat binnen de bestaande kostenstructuur de door de gemeente verstrekte bijdrage voldoende is om tot een sluitende exploitatie te komen. Maar als de kosten toenemen omdat de organisatie nog meer attractiviteit wil bieden en nog meer mensen wil benaderen om naar dit evenement toe te komen, is het niet verantwoord om daar verder in te gaan. Wat ik nu zeg is, dat binnen de bestaande kostenstructuur de bijdrage voldoende is.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
52
De heer RIETER (HH): Maar is het niet zo dat de Stichting Stadspromotie op dit moment veel meer sponsoren moet zoeken om een en ander te kunnen realiseren? De VOORZITTER: Vindt u dat verkeerd? De heer RIETER (HH): Dat vind ik op zich prima, maar… De VOORZITTER: Daar zijn wij het dan over eens. De heer RIETER (HH): Maar als je kijkt hoe makkelijk de ene keer subsidie wordt gegeven en de andere keer weer niet, dan riekt dat naar… De VOORZITTER: Ik vind dat u nu probeert de zaak te verbreden om toch nog uw gelijk te halen. Dat gelijk krijgt u van mij in elk geval niet. De heer RIETER (HH): Het gaat mij niet om het gelijk. Ik geef aan dat ik uw zorg deel, waar het gaat om een historische plek. Zoals u weet, gaat historie mij zeer aan het hart. Het betreft een locatie waar een evenement niet eindeloos kan uitdijen. Dat zou op de een of andere manier begrensd moeten worden. Ik zou mij kunnen voorstellen dat u als verantwoordelijke voor de promotie van Helmond, waar dit evenement zeker onder valt, eens gaat bekijken hoe ervoor gezorgd kan worden dat het aantal concertbezoekers niet verder uitdijt en wordt gemaximeerd. Misschien kunt u ook binnen het fenomeen A-status duidelijk maken waarom er in dat geval niet meer geld naar toe zou hoeven. De VOORZITTER: Er hebben hierover nadrukkelijk gesprekken plaatsgevonden met de organisatie van het evenement. De heer Rieter moet niet denken dat wij er zo gemakkelijk overheen zijn gestapt. Hiermee denk ik alle vragen te hebben beantwoord. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Ik heb er behoefte aan om nu toch alvast een aftrap te geven over hoe wij hier zitten rond de algemene beschouwingen. Er zijn twee partijen, college en raad. Het college zit hier om te horen en te weten hoe de raad over het gevoerde beleid denkt. En de raad zit hier om helder te maken wat hij van het gevoerde beleid vindt. Dat is in mijn ogen meer dan cijfers alleen. Dank u. De VOORZITTER: De heer Ferwerda spreekt twee keer over het gevoerde beleid, maar de raad zal ook een mening hebben over het te voeren beleid. Voor zover de mening van de raad betrekking heeft op de begroting en de stukken die voorliggen, ben ik het daar onmiddellijk mee eens. Echter, de raad heeft zich vandaag niet beperkt tot datgene wat voorligt. Er is een aantal opmerkingen gemaakt over zaken die zorgvuldiger voorbereid zullen moeten worden, willen zij op een goede manier aan de orde komen. Daarom is ook toegezegd dat er nieuwe nota’s en beleidsnotities zullen worden geschreven, zodat wij straks de discussie daarover op een goede manier kunnen voeren. En natuurlijk mag de raad op elk gewenst moment het college ter verantwoording roepen. Daar voorziet de structuur ook in en dat is ook duaal. De heer FERWERDA (D66): Ik blijf erbij dat de waarde van dit moment is, dat wij hier algemene beschouwingen houden. De VOORZITTER: Wij komen hier nog op terug in een waarschijnlijk boeiende discussie in de commissie ABA. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! Er zijn veel moties ingediend die onderwerpen uit mijn portefeuille behelzen. Ik begin mijn beantwoording dan ook met een nadere toelichting op de moties die mij aangaan. In motie 3, Nachttrein Brabant, wordt gevraagd om 1. samen met de OV Netwerk BrabantStad-partners de mogelijkheden en onmogelijkheden om Helmond dit jaar nog aan te sluiten op het Brabantse nachtnet na te gaan en daarbij de wenselijkheid van een nachtbus mee te nemen en 2. deze zaak zo spoedig mogelijk ter bespreking aan te bieden aan de commissie ruimtelijk fysiek en de commissie middelen, ondersteuning en
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
53
economie. Ik zeg dit toe en wil een en ander graag in commissieverband bespreken. Wij hebben al veel onderzoek gedaan en het zal niet zo lang duren voordat dit onderwerp aan de orde komt. Zodra er volgend jaar ruimte is op de agenda van de commissie ruimtelijk fysiek, wil ik graag de mogelijkheden en ook de onmogelijkheden aan de commissie duidelijk maken. Ik kan alvast vertellen dat het geen eenvoudige klus is ervoor te zorgen dat er een nachttrein naar Helmond komt, omdat hier geen keerlus is. Dit betekent dat de trein erg moeilijk terug kan. In motie 4 wordt gevraagd om gratis openbaar vervoer met Carnaval. Op dit moment wordt daar ook in de provincie over nagedacht. Ik zou graag zien dat het initiatief aan de provincie werd gelaten, omdat wij ervaren dat wij voor onze pilot gratis openbaar vervoer geen financiële middelen van de provincie naar Helmond krijgen. De pilot waarom in de motie wordt gevraagd, wordt waarschijnlijk door de provincie opgepakt, met de mogelijkheid dat wij als gemeente Helmond daarvoor financiële baten krijgen. Ik kom in elk geval nog terug op dit onderwerp, want ik zal ook van Helmond zelf dekking nodig hebben. Wij kunnen deze motie dus overnemen. Dan kom ik aan motie 8 van de CDA-fractie, de Witte Tornado. Ik heb mij even zitten afvragen wat wij daarmee zouden moeten. Er is al veel beheer in onze wijken, maar blijkbaar is er ergens toch een lacune. Ik zou willen voorstellen om de gedachte die in de motie wordt uitgedrukt over te nemen, maar toch ook te bekijken binnen welke juridische kaders er mogelijkheden zijn. Ik heb inmiddels begrepen dat er juridische kaders zijn waardoor wij als gemeente niet kunnen ingrijpen. Dan zullen er op basis van vrijwilligheid, zeker als het privé-terrein betreft, maatregelen genomen moeten worden. De basisgedachte van de motie kan ik echter overnemen. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Wij zijn daar heel blij mee. Wel zouden wij de wethouder graag de suggestie willen meegeven om contact op te nemen met het team bemoeizorg, want ieder jaar wordt er een toename van het aantal vervuilde woningen geconstateerd. Het team bemoeizorg komt daardoor gewoon een aantal praktische problemen tegen. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Prima. Wij zullen dat erbij meenemen. In motie 14, ingediend door De Combinatie, krijgt het college opdracht om op basis van een op te stellen actieprogramma bestrijding zwerfafval centrumgebied (met name gericht op het verwijderen van kauwgomresten), een bijdrage te verwerven uit het landelijke subsidieprogramma bestrijding zwerfafval. Kauwgombestrijding is een kostbare zaak en als het mogelijk zou zijn om daarvoor middelen te verwerven uit een landelijk subsidieprogramma, zullen wij er zeker naar streven om een bijdrage binnen te halen. In zoverre kan ik de motie overnemen. In motie 17 verzoekt Helder Helmond het college met een notitie te komen over de beperking van reclameverlichting. Dat is natuurlijk weer een notitie en daarmee een extra belasting van het ambtelijk apparaat. Ik stel voor de motie ook aan het centrummanagement voor te leggen en om een visie te vragen. Het college kan de motie overnemen en zegt een notitie toe. Maar hoe dunner de notitie kan zijn, hoe liever het mij is. Motie 23 van Helder Helmond bepleit het gebruik van energiezuinige lampen voor de straatverlichting. Wethouder Bethlehem heeft namens het college al gezegd dat wij deze motie niet zullen overnemen. Het college had op een dergelijk voorstel al gereageerd in de schriftelijke beantwoording van de vragen in eerste termijn. Daarbij staat aangegeven dat het college al bezig is om, overal waar verlichting worden vervangen, energiezuinige lampen toe te passen. Ook bij de reconstructie van wegen en bij het “werk maken met werk” worden energiezuinige lampen gebruikt. Bovendien worden er ook dimmers toegepast, zodat de verlichting nog wat zuiniger kan worden. Wij zijn dus serieus bezig met energiezuinige verlichting. Echter, het gelijktijdig in de hele stad veranderen van de verlichting is een hele onderneming. De meeste energiezuinige lampen, zeker die met dimmers, passen niet in de bestaande armaturen. Dat betekent dat de bestaande lantaarnpalen door nieuwe vervangen zouden moeten worden. Dat is een zeer kostbare operatie die zou leiden tot kapitaalvernietiging. Daarom wil het college niet ingaan op deze motie. Tegelijkertijd zullen het komende jaar weer behoorlijk wat straten aan de beurt komen, zoals de Cortenbachstraat, Caroluslaan, Itterestraat en de Begemannstraat. Wanneer wij weten dat corporaties van plan zijn om met herzieningen of reconstructies aan de gang te gaan, maken wij even pas op de plaats om te voorkomen dat wij nu al andere verlichting zouden aanbrengen terwijl over twee of drie jaar een straat weer zal worden opengebroken in het kader van een totale herziening.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
54
De heer RIETER (HH): Voorzitter! Wij hebben de cijfers niet zelf verzonnen, want het zijn landelijke cijfers waaruit naar voren komt dat het aanbrengen van energiezuinige lampen voor de straatverlichting – en dat zijn er nogal wat – 57% scheelt. Wij hebben onze motie aangepast door het woordje “inspanningsverplichting” toe te voegen en hoopten dat het college daardoor overstag zou gaan, zoals dat afgelopen dinsdag gebeurde bij een andere motie. Helaas, ik kan het college niet overtuigen. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Zoals ik al zei, zijn wij al met vervanging bezig en is de motie van de fractie van de heer Rieter in feite niet nodig. Wij spannen ons op allerlei manieren in om te bezuinigen, zeker als het gaat om energie. Niet alleen vanwege de middelen, maar ook vanwege de milieubelasting. Ook motie 24 met betrekking tot het verstrekken van een setje energiezuinige lampen wil het college niet overnemen. Daar ligt geen verantwoordelijkheid van de gemeente. Het is ook niet efficiënt, want mensen hebben dimmers of armaturen waarin dit soort lampen niet passen en zullen deze niet weggooien omdat ze een pakketje energiezuinige lampen krijgen aangereikt. Verder kan iedereen constateren dat de energiezuinige lampen van het ene op het andere moment stukken goedkoper zijn geworden, al geldt dit misschien niet voor iedere soort. Er lopen voldoende acties om voordelig energiezuinige lampen te kopen en het lijkt mij geen goede zaak dat wij alle mensen in Helmond die onroerendezaakbelasting betalen, voorzien van een setje energiezuinige lampen. Ik ben ervan overtuigd dat de mensen die naar hun energieverbruik kijken, al is het alleen maar op hun rekening, zullen overgaan op het gebruik van energiezuinige lampen. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Meerdere gemeenten in Nederland verstrekken al energiezuinige lampen. Wij stellen heel nadrukkelijk niet dat iedere OZB-betaler nu zo’n setje moet krijgen, maar pleiten er voor dat daar onderzoek naar wordt gedaan. Bij zo’n onderzoek kun je bekijken hoe men dat in andere gemeenten doet, bijvoorbeeld in de gemeente Breda, waar men ervaring heeft met een dergelijk pakketje, en wat de kosten ervan zijn. Wij vragen dus niet om meteen een setje weg te geven, maar vragen het college om onderzoek te doen naar de kosten. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): De motie is ons volkomen duidelijk. Wij verwachten echter dat de uitkomst van een onderzoek niet zodanig is, dat wij als college zouden overgaan tot het verstrekken van energiezuinige lampen. Daarom stel ik voor het onderzoek niet in te stellen. De heer RIETER (HH): Toch zijn er gemeenten die een dergelijk onderzoek wel uitvoeren. De VOORZITTER: Ik verzoek u, mijnheer Rieter, zich wat te beperken in uw reacties. De raad zal zich in een stemming wel uitspreken over… De heer RIETER (HH): Daar gaat het niet om. Als de wethouder afraadt om pakketjes spaarlampen uit te delen, vind ik dat zij de motie eerst eens goed moet lezen, omdat er slechts om onderzoek gevraagd wordt. Dat is iets heel anders. De VOORZITTER: Ik heb het niet over de inhoud van de motie, maar over uw veelvuldige interrupties. De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Ik heb nog een opmerking over de energiezuinige lampen en de landelijke cijfers. Als de overheid heel Nederland zou voorzien van energiezuinige lampen, dan zou een vervuilende kolencentrale van 6 miljard euro niet gebouwd hoeven te worden. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! Motie 25 betreft een geliefd onderwerp: de hondenpoepschep. Gevraagd wordt het volgende: “Wij willen een verplichting om een zakje of hondenpoepschep bij je te dragen op het moment dat je de hond uitlaat.” In onze APV staat dat, daar waar honden hun ontlasting niet mogen deponeren, de eigenaar van de hond zelf moet zorgen voor het opruimen ervan. Er staat niet in of dat moet door middel van een zakje en/of een speciaal schepje, maar het opruimen is in elk geval verplicht. Het is dus niet nodig dat wij deze motie overnemen. Hondenbezitters mogen hun hond uitlaten op hondenuitlaatstroken of in de goot, maar als zij de hond ergens anders uitlaten, zullen zij de ontlasting zelf moeten opruimen. Ik weet wel dat dit niet gebeurt, maar het is wel verplicht.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
55
Dan kom ik aan motie 33 van de GroenLinks-fractie, Inzicht kosten parkeergarages. Het college wil deze motie niet overnemen. In de eerste plaats is het niet aan het college om een opdracht aan de rekenkamercommissie te geven. Daarbij komt dat naar mijn mening in de schriftelijke beantwoording heel gedetailleerd is ingegaan op alle achtergronden van het parkeren, de tarieven en de tariefstellingen. Ik zou er ook nog op willen wijzen dat het uitgangspunt van ons beleid is dat er minder op straat wordt geparkeerd, dus het blik van de straat. Het parkeertarief voor het parkeren op straat is hoger dan dat voor het parkeren in de parkeergarages om de mensen te stimuleren in de parkeergarages te parkeren. Het is ook logisch dat wij een totaal parkeerfonds hebben waarin de opbrengsten uit het straatparkeren en de negatieve opbrengsten van de parkeergarages één fonds vormen waarin ook de totale kosten van het straatparkeren en het in de parkeergarages parkeren worden meegenomen. Gelet op dit uitgangspunt, adviseert het college de raad deze motie niet over te nemen. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Ik begrijp dit advies van de wethouder en ik had overigens al de indruk dat het zo zou gaan luiden, gelet op de beperkte beantwoording van vragen in die richting. Ik ben echt van mening dat wij als raad goed geïnformeerd moeten zijn om goed te kunnen inschatten of de investering van € 14 miljoen in 2010 verantwoord is. Daarom vind ik dat precies volgens de uitgangspunten die de wethouder noemt, onderzocht wordt of dit een verantwoorde investering is. Daarvoor is ten eerste inzicht nodig in de historie van de kosten en baten van de bestaande parkeergarages. De wethouder stelt dat het beleid erop gericht is dat de auto’s niet op straat geparkeerd worden. Dat klopt in die zin dat het aantal parkeerplaatsen op straat niet zal toenemen maar eerder zal afnemen, terwijl het aantal parkeerplaatsen in parkeergarages behoorlijk zal toenemen. Dit betekent dat het aantal plaatsen boven de grond dat nodig is om de verliezen van de parkeergarages te dekken, niet meer in verhouding staat tot het aantal parkeerplaatsen onder de grond. In mijn ogen zal het dan ook moeilijk hard zijn te maken – het college heeft het althans tot nu toe niet voldoende hard gemaakt – dat het gaat lukken om de grote investeringen in parkeergarages terug te verdienen. Daarom stel ik de raad voor het verzoek te doen dat de rekenkamercommissie daar een onderzoek naar gaat doen. Hiermee heb ik een wijziging aangebracht op mijn motie. Een van de meest wijze mensen die deelnemen aan deze vergadering, wees mij erop dat de raad de rekenkamercommissie geen opdracht kan geven maar slechts het verzoek kan doen om een onderzoek in te stellen. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): De heer Van der Made zal inderdaad via de raad en in elk geval niet via het college een verzoek tot de rekenkamercommissie moeten richten om het gewenste onderzoek te doen. Het college zal deze motie dus niet overnemen. Tot slot blijft voor mij over ter behandeling motie 12, ingediend door de fracties van De Combinatie. In deze motie wordt gevraagd de Atlant Groep een preferente positie toe te kennen in het kader van de aanbesteding van onderhoudsbestekken groen, onder voorwaarde dat de Atlant Groep de bereidheid toont zonodig en indien mogelijk compensatie voor meerkosten vergeleken met de marktconforme prijs te compenseren uit het exploitatieresultaat. In feite is deze motie overbodig. Dergelijke voorstellen hebben wij het afgelopen jaar en ook het jaar daarvoor met de Atlant Groep besproken en zelfs meerdere keren besproken. Ik kan de raad een brief laten zien waarin daar nog eens op geduid wordt. Er zou een compensatie nodig zijn voor de 20% te hoge kostprijs voor het onderhoud van de groenvoorzieningen, maar de Atlant Groep geeft aan niet op die manier met de gemeente Helmond te willen omgaan. Onze vraag is waarom de gemeente Helmond hogere tarieven zou moeten betalen aan de Atlant Groep. De situatie is dat de Atlant Groep nog steeds winst maakt. Maar wie betaalt dan eigenlijk die winst? Betaalt alleen de gemeente Helmond deze winst uit de kosten voor het onderhoud van de groenvoorzieningen door de Atlant Groep? Op zich kan dit niet eens binnen ons afgesproken aanbestedingsbeleid. De Atlant Groep zou de gemeente Helmond een marktconform tarief kunnen berekenen, maar zou dan iets minder winst maken. Daar zouden wij geen enkel probleem mee hebben. Verder zouden de medewerkers die op detacheringsbasis werkzaam zijn – de Atlant Groep streeft naar een detacheringsbasis voor de medewerkers – ingezet kunnen worden bij andere partijen. Het is dus niet zo dat er van het ene op het andere moment geen werk meer is voor deze mensen, want het groenonderhoud moet gedaan worden. Ook hebben wij in onze aanbestedingsprocedure staan dat in de aanbestedingsclausules een bepaald percentage WSW’ers of mensen die in een sociale werkplaats werken, wordt opgenomen. Ook daar zit dus een mogelijkheid in. Het is voor mij heel erg lastig om dit verhaal, zonder een expliciete cijfermatige onderbouwing, neer te zetten. In kan in elk geval zeggen dat de Atlant Groep het voorstel om te compenseren uit de winstuitkering,
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
56
heeft afgewezen. Het is dus niet gegaan zoals wij dat in eerste instantie met de Atlant Groep in het jaar 2006 hadden afgesproken. Dit gezegd hebbende, wil ik de raad voorstellen deze motie niet… De heer DAMEN (VVD): Voorzitter! Is het niet zo dat in de winst van de Atlant Groep ook wordt gedeeld door de buurgemeenten Asten en Deurne? Dat zou betekenen dat, als de gemeente Helmond meer zou betalen voor de aanbesteding van het onderhoud van de groenvoorziening, de winst terecht zou komen bij buurgemeenten? Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Ja, dat klopt. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Ik heb begrepen dat de Atlant Groep in 2006 aan de gemeente € 230.000,-- winst heeft uitgekeerd. Vraag is of de Atlant Groep beschouwd moet worden als een gewone marktpartij dan wel of deze een status aparte heeft in die zin, dat men werkt met mensen met een handicap. Stel dat het college niet verder gaat met de Atlant Groep. Heeft het college zich vergewist van de consequenties die dat heeft, niet alleen voor de Atlant Groep en de werknemers, maar ook voor de gemeente zelf? Ik zet de consequenties even op een rijtje: - 80 man verliest arbeid, voor wie op korte termijn geen alternatief aanwezig is; - Onder die 80 man zijn ook vier man van de gemeente zelf, namelijk degenen die zijn gedetacheerd en aangesteld om deze mensen aan te sturen. - De infrastructuur die de Atlant Groep tot op heden heeft opgebouwd, moet worden afgebouwd. - Het personeel dat op straat komt te staan, moet opnieuw worden omgeschoold. - Er is extra inzet nodig voor een heel reorganisatieproces waarvan de kosten geschat worden op dik € 1 miljoen. Als je dit soort sociale en financiële gevolgen ziet en je hebt als gemeente een speciale verantwoordelijkheid voor dit soort van werk, is het dan wel verstandig om zo’n star boekhoudkundig beleid te voeren? Dat verwacht ik niet van een gemeente die uiteindelijk ook werkgever is van degenen die bij de Atlant Groep werken. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! Ik begrijp het verhaal van de heer Ferwerda volkomen. Maar als de consequenties werkelijk zijn zoals de heer Ferwerda het zegt en het om ruim een miljoen en ook om werk gaat, begrijp ik werkelijk niet dat de Atlant Groep er niet toe overgaat om marktconforme prijzen aan te bieden. Stel dat de Atlant Groep verlies maakt… De heer FERWERDA (D66): Maar de Atlant Groep maakt geen verlies. Het is juist een van de weinige clubs in den lande die, door haar opzet… Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Dat weet ik heel goed. Maar stel dat de Atlant Groep verlies maakt. Dan wordt dat betaald door de gemeentes die aandeelhouder zijn. De heer FERWERDA (D66): De gemeente Helmond betaalt niets aan Atlant Groep en krijgt alleen maar geld terug, want de gemeente ontvangt sinds een aantal jaren alleen maar winstuitkeringen. De heer DAMS (VVD): Voorzitter! Ik denk dat de heer Ferwerda zich niet realiseert dat, waar wij als Helmond te veel betalen, gemeenten als Asten, Deurne en Someren de krenten uit de pap halen door middel van de winstuitkering. Dat is een situatie waar wij voor moeten passen. De heer VAN STIPHOUT (PvdA): Voorzitter! Ik zou even terug willen naar de kern van het probleem. Natuurlijk begrijp ik dat de gemeente zich afvraagt hoe het komt dat een offerte van de Atlant Groep zo hoog is. Ter tafel is ook gekomen dat, waar de Atlant Groep een functie heeft in het re-integreren van mensen in het arbeidsproces, wij er alert op moeten zijn dat deze functie - een functie waar wij allemaal volledig achter staan - niet in het gedrang komt. De wethouder geeft aan dat in de aanbestedingsclausules het percentage WSW’ers staat opgenomen dat op het werk wordt ingezet. Ik neem aan dat dergelijke clausules ook in de offertes van anderen opgenomen staan. Is dat percentage gelijk aan het percentage dat bij de Atlant Groep wordt ingezet? Als dat niet zo is,
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
57
hebben wij het probleem op tafel dat, als een opdracht aan de Atlant Groep niet doorgaat, niet de Atlant Groep maar de gemeente kosten heeft, doordat er mensen niet in een werktraject zitten. Deze extra kosten die voor rekening van de gemeente komen, vormen toch wel een nadeel, los van de maatschappelijke doelstelling dat er mensen aan de bak komen. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): De heer Van Stiphout draait de zaak nu eigenlijk om. De heer VAN STIPHOUT (PvdA): Dat doe ik heel bewust, wethouder. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): In 2006 hebben wij afspraken gemaakt met de Atlant Groep, waarbij de Atlant Groep een voorkeursbehandeling zou krijgen bij de inschrijving op bepaalde bestekken. Deze afspraak is voor drie jaar gemaakt. Wel was als voorwaarde marktconforme prijzen opgenomen. Het eerste jaar lag de prijs van de Atlant Groep 30% hoger dan marktconforme prijzen. De Atlant Groep heeft daarop gezegd dat er voldoende winst werd gemaakt en dat uit de winst compensatie zou worden gegeven voor datgene wat er te veel berekend was. Daarna was onze gedachtegang dat wij in 2007 en 2008 de compensatie erin zouden houden óf dat de Atlant Groep marktconforme prijzen zou gaan berekenen. Het overleg met de Atlant Groep hierover heeft een heel jaar geduurd. De raad legt nu bij ons het verwijt neer dat wij alleen maar boekhoudkundig met de kwestie bezig zijn, maar dat is niet zo. Wij hebben vele overleggen met de Atlant Groep gehad. Ik heb zojuist gehoord wat de heer Ferwerda van de Atlant Groep te horen heeft gekregen en dat het niet-gunnen van het werk een miljoen euro gaat kosten. Daarom begrijp ik werkelijk niet dat de Atlant Groep niet besluit om toch maar een offerte met marktconforme prijzen te maken, want dat zou de Atlant Groep maar € 220.000,-- schelen in plaats van € 1 miljoen! De heer VAN STIPHOUT (PvdA): Voorzitter! Ik zou even willen ingaan op een opmerking van de wethouder. Ik verwijt het college niet dat het boekhoudkundig bezig is. Volgens mij heeft iemand anders dat gezegd. Wat ik geprobeerd heb, is de discussie in een zodanige richting te sturen dat de belangrijkste zaken op de eerste plaats staan. Het is de verantwoordelijkheid van het college om te beoordelen of er een goede offerte ligt. Tegelijkertijd hebben wij als gemeente de maatschappelijke verplichting ervoor te zorgen dat re-integratietrajecten optimaal verlopen. Deze twee zaken staan nu tegenover elkaar. Ik heb zojuist benadrukt dat wij de re-integratie zeer, zeer belangrijk vinden. Als het college vindt dat de offerte van de Atlant Groep te hoog is, begrijp ik dat heel goed. Maar het andere aspect is er ook, en de vraag is of wij onze maatschappelijke verplichting goed genoeg nakomen als het werk niet gegund wordt, met als gevolg dat minder mensen via een re-integratietraject aan de bak komen. Een bijkomende vraag is of een concurrent die een offerte doet, daarin een voldoende hoog percentage WSW´ers heeft opgenomen. Als dat het geval is, zou het maatschappelijk negatieve effect van het niet-gunnen van de opdracht aan de Atlant Groep gecompenseerd worden. Op die vraag heb ik nog geen antwoord van de wethouder gehoord. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): De exacte cijfers weet ik niet en ik zou niet graag met onjuiste cijfers komen. Ik kan de heer Van Stiphout dus geen antwoord op zijn vraag geven, maar ik kan er wel voor zorgen dat hij de juiste cijfers krijgt aangeleverd. De heer VAN STIPHOUT (PvdA): Zou het, als je offertes gaat vergelijken, volgens de wethouder fair zijn te stellen dat de genoemde percentages WSW’ers in offertes van concurrenten vergelijkbaar moeten zijn met die van de Atlant Groep, omdat anders de offertes niet goed vergelijkbaar zouden zijn? Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Het gaat toch om een wat andere basis. Voor mensen die in een sociale werkplaats werken, geeft het Rijk compensatie en betaalt het een bepaald percentage van het loon. Op een gegeven moment wordt er dan dubbel gecompenseerd. Als wij een te hoge prijs betalen voor werk dat wordt gedaan door de Atlant Groep, betalen wij ook nog een bepaald percentage van het loon. Daar zit de winst van de Atlant Groep in en op zich is het logisch dat daar winst in zit. Mijn vraag is dus gewoon: moeten wij als gemeente meer betalen voor werk dat wordt uitgevoerd door de Atlant Groep, omdat daar de winst in zit?
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
58
De heer FERWERDA (D66): De gemeente moet betalen omdat zij te maken heeft met de Atlant Groep, een sociale werkvoorziening en een re-integratiebedrijf. Het zou de gemeente iets waard moeten zijn en zij zou wat meer geld moeten overhebben voor tachtig man die anders niet op de arbeidsmarkt terecht kunnen en die nu heel zinvol werk doen. Als ik zie hoeveel winstuitkering er de afgelopen jaren naar de gemeente is gegaan, mede vanwege het feit dat de Atlant Groep een formule hanteert waardoor 80% van de werknemers buiten de sociale werkplaats aan het werk is, waardoor ook winst gemaakt kan worden, dan zeg ik dat de gemeente als overheid haar sociale taak verzaakt. Dat vind ik ernstig. Het college kijkt echt alleen maar naar wat het kost. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Maar waarom hanteert de Atlant Groep, als zij zo veel winst maakt, geen marktconforme prijzen? De heer FERWERDA (D66): Omdat zij het dan nog niet halen en de kosten per persoon altijd hoger zullen uitvallen dan voor een groenbedrijf dat Polen in dienst neemt die hier op basis van een seizoensarbeidscontract werken, zoals nu het geval is en waar het college nu gebruik van maakt. Daar kan een normaal bedrijf, ook een gewoon Helmonds bedrijf, niet meer tegenop. De heer DAMS (VVD): Voorzitter! Waar komt de winst van de Atlant Groep vandaan, als volgens de heer Ferwerda de Atlant Groep per definitie niet met andere bedrijven kan concurreren? Want dan maak je geen winst, maar lijd je verlies. De heer FERWERDA (D66): Die winst komt uit de andere takken van de re-integratie. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Dat is beslist niet waar. De heer FERWERDA (D66): Ik houd overeind dat de overheid hierin een specifieke taak heeft. Het zal voor onze fractie een zwaar punt zijn hoe de raad hierover in het licht van de hele begroting gaat stemmen. De heer BETHLEHEM (wethouder): Weegt de heer Ferwerda dan ook mee alle verliezen van de Atlant Groep die de gemeente in het verleden al heeft gecompenseerd? Graag! De heer FERWERDA (D66): Daar gaat het niet om! Het gaat erom dat het een categorie mensen betreft in een bepaalde werksetting die altijd meer kosten zal vergen. De heer BETHLEHEM (wethouder): De heer Ferwerda roept een beeld op dat wij er als gemeente alleen maar aan verdienen. Daarom wijs ik erop dat wij in het verleden heel wat tekorten gesaneerd hebben. De heer VAN STIPHOUT (PvdA): Het standpunt van onze fractie is dat wij heel goed kunnen meevoelen met het argument dat een offerte niet te hoog mag zijn. Van de andere kant is er ook de maatschappelijke functie. De balans daartussen moet goed zijn. Zonder te zeggen dat de gemeente alles moet slikken wat de Atlant Groep offreert, wil ik er sterk de aandacht voor vragen dat de balans met het maatschappelijke aspect goed is. De VOORZITTER: Ik wijs de raad erop dat wij discussiëren over de inhoud van motie 12. Er komt nu heel veel boven tafel dat niet in de motie staat. In de motie wordt gevraagd de Atlant Groep een preferente positie te geven en vervolgens afspraken te maken over compensatie uit het exploitatieresultaat. Mevrouw Houthooft zegt terecht dat de Atlant Groep dit geweigerd heeft. Dit ligt ook schriftelijk vast. In die zin is de motie overbodig, want een dergelijke oplossing is al besproken met de Atlant Groep. Laten wij dus niet nu een discussie gaan voeren die beter en beter onderbouwd in een commissievergadering gevoerd zou kunnen worden. Dan kunnen er allerlei stellingen ter tafel komen die wij op dit moment niet door middel van berekeningen kunnen adstrueren. Ik wil dan ook de discussie beperken tot de inhoud van de motie. De motie is overbodig, want er staat een actie in die al heeft plaatsgevonden en die in een brief van - naar ik meen februari 2007 nog eens helder is neergelegd.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
59
Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! Het lijkt mij goed om alle ins en outs van dit onderwerp nog eens in een commissievergadering te bespreken. Het grootste deel van de aanwezige raadsleden mist een onderbouwing en de heer Ferwerda heeft cijfers die ik niet heb. Ik stel dus een commissiebehandeling voor. De heer FERWERDA (D66): Wil de wethouder dan ook toezeggen dat er nu nog geen point of no return is gepasseerd? Ik begrijp namelijk dat het college al in juni of juli besloten heeft geen contract meer aan te gaan met de Atlant Groep voor het groenonderhoud. Met andere woorden: de gevolgen die ik heb geschetst, zullen zich in feite gaan voordoen. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Het is nu november en de aanbestedingsprocedure is al veel eerder opgestart. De Atlant Groep kan daar natuurlijk normaal op inschrijven. Voorheen had de Atlant Groep een voorkeurspositie. De aanbesteding voor het jaar 2008 loopt. De heer FERWERDA (D66): Het college neemt het dus voor lief dat, als de Atlant Groep niet kan inschrijven om haar moverende redenen die aan de commissie of de raad helder gemaakt zullen worden, er tachtig man op straat komen. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Ik heb zojuist gezegd dat ook de Atlant Groep kan inschrijven. De VOORZITTER: Ik wil nu toch ingrijpen. De aanbestedingsprocedure loopt en ik vind dat wij de zaak zuiver moeten houden. Het is lopende deze procedure niet meer mogelijk om veronderstellingen te uiten zoals dat nu wordt gedaan. Dat zou niet correct zijn ten opzichte van alle andere marktpartijen die in de aanbestedingsprocedure een rol spelen. Het besluit een aanbestedingsprocedure te starten is reeds vele maanden eerder genomen, nadat er met de Atlant Groep zorgvuldig over alle ins en outs is gesproken. Laten wij dat goed overeind houden. Ik wil wat dat betreft geen fouten maken. De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! Ik zou de wethouder nog een verduidelijkende vraag willen stellen. De redenering van de wethouder is dat de Atlant Groep veilig op een lagere prijs kan inschrijven, want als de gemeente de offerte met deze lagere prijs zou accepteren en de Atlant Groep zou verlies lijden, dan moet het tekort toch worden bijgepast door de gemeente dan wel andere gemeenten die deelnemen in Atlant. Waar maakt men zich bij de Atlant Groep dan druk over? Dat betekent dat het hele probleem niet zou hoeven bestaan. Waarom hebben wij dit probleem eigenlijk? Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! Drie jaar geleden is er een contract met de Atlant Groep afgesloten waarin de afspraak staat dat zij een privaat suppliership heeft, mits zij marktconform offreert. Aan deze afspraak heeft de Atlant Groep in 2006 niet voldaan, maar zij heeft daar wel compensatie voor gegeven. In 2007 heeft de Atlant Groep daar ook niet aan voldaan. Daarop heeft het college gezegd dat in 2008 wel aan de gemaakte afspraak voldaan zal moeten worden. Dat betekent dat wij inmiddels drie jaar met elkaar over dit soort zaken aan het praten zijn, terwijl wij er wel gezamenlijk een goede afspraak over hadden gemaakt. Het was dus geen eenzijdige afspraak. Van het begin af aan heeft de Atlant Groep zich niet aan de afspraak gehouden. Ik denk dat wij hierover voldoende met de Atlant Groep hebben gesproken en voldoende hebben geprobeerd de zaak in goede banen te leiden. Wij zijn nu twee jaar hierover bezig en wij moeten als gemeente op een gegeven moment van de Atlant Groep vragen dat zij zich een keer aan de gemaakte afspraken houdt. De VOORZITTER: Ik heb de neiging de heer Verbakel gelijk te geven in zijn redenering, maar ik denk toch dat ook dit onderdeel van het onderwerp in de commissie uitgediscussieerd zal moeten worden, met alle cijfers op tafel. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Voorzitter! De CDA-fractie spreekt over de inspraak met betrekking tot de geluidsbelastingkaart. Deze is opgesteld conform de handreiking van het ministerie van VROM. Het gaat dus eigenlijk alleen maar om de vaststelling van informatie. Deze informatie is op internet te
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
60
vinden, op de website van het SRE. Een geluidsbelastingkaart is dus niet te wijzigen, ook niet door inspraak. Voor de raad is er evenmin een inspraakprocedure aan de orde. Wel zijn wij verplicht om een actieplan vast te stellen. Dat actieplan moet er in mei liggen. Op dat actieplan is natuurlijk wel inspraak mogelijk. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Wat de wethouder zegt, is correct. Maar het is wel mogelijk een keuze te maken tussen twee verschillende trajecten bij het opstellen van actieplannen. Je kunt kiezen voor het formele traject, waarbij het actieplan intern wordt opgesteld en bekend wordt gemaakt via De Trompetter en ter inzage wordt gelegd in de Stadswinkel. Je kunt er ook voor kiezen om de burgers door middel van informatieavonden bij het opstellen van een actieplan te betrekken. Dat is een keuze die iedere gemeente zelf kan maken. De CDA-fractie zou ervoor willen kiezen om de burgers te betrekken bij het opstellen van het actieplan en ze de kans willen bieden om in te spreken, omdat geluidsoverlast een onderwerp is dat veel mensen heel na aan het hart ligt. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Ik begrijp dat, maar de geluidsbelastingkaart zelf betreft enkel en alleen geluid dat door spoorwegen, autowegen en eventueel luchthavens wordt voortgebracht. Over de spoorweg hebben wij afzonderlijk overleg met alle aanwonenden. Onlangs nog is er een bijeenkomst geweest van de klankbordgroep in Mierlo-Hout, waarbij toen ook de andere bewoners langs het spoor betrokken zijn. Over de geluidsoverlast ten gevolge van verkeer op de N279 hebben wij overleg met vier wijken. Op dit moment zijn dat de meest belangrijke groepen. Ik wil daar ook afzonderlijk mee omgaan om te voorkomen dat er allerhande reacties komen, terwijl die misschien worden gegeven zonder dat het probleem wordt begrepen. Geluidsbelasting is iets anders dan geluidsoverlast. Dat laatste is heel subjectief. Als je daarnaar vraagt, heeft iedereen of niemand last van geluid. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Wij vinden het belangrijk dat de burgers die geluidsoverlast ondervinden en die wonen langs een autoweg of een spoorlijn, worden uitgenodigd voor een informatieavond daarover, in een soort open bijeenkomst. Ik krijg daarover graag een toezegging van de wethouder, want ik vind dat wij onze burgers moeten betrekken bij het beleid en een informatieavond is daar een heel goed middel voor. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Dat zullen wij doen zodra het actieplan gereed is. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Nee, niet als het actieplan al gereed is. Dat moet in de fase daarvoor, want als het actieplan eenmaal klaar is, kan niemand meer ergens iets van vinden. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Ik durf daar niet zonder meer een toezegging over te doen. Ik zal eerst moeten bekijken wat dat voor consequenties heeft, ook financiële consequenties. Want als wij op alles ja zeggen als er ergens geluidsoverlast is, dan denk ik dat wij de komende jaren niets anders kunnen doen. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Nee, dat zeg ik niet. Het gaat om de principiële insteek: hoe kijk je aan tegen de burgers en hoe wil je dat ze met je meedenken. Dat er een geluidskaart moet komen, is landelijk vastgesteld. Op basis daarvan worden actieplannen opgesteld, maar wij kunnen er zelf voor kiezen hoe wij daar invulling aan willen geven. De CDA-fractie wil daar de burgers graag bij betrekken. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Dat is duidelijk. Ik zal kijken wat er mogelijk is, maar ik durf daar geen toezegging over te doen. Ik weet niet of het een goede actie is, omdat het onderwerp ook op provincieniveau loopt en wij daarover ook met de provincie moeten afstemmen. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Maar het is gemeentelijk beleid en het is onze keuze hoe wij ermee omgaan. Mevrouw HOUTHOOFT-STOCKX (wethouder): Ik heb al gezegd dat ik op dit punt terugkom en dat ik eerst zal bekijken of er mogelijkheden er zijn.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
61
Hierna schorst de VOORZITTER, om 18.35 uur, de vergadering tot 19.45 uur. Na heropening van de vergadering verleent de VOORZITTER het woord aan wethouder Boetzkes. De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! Vooraf wil ik enige duidelijkheid verschaffen over de verdeling van de portefeuilles tussen wethouder Yeyden en mij. Er zijn enkele raakvlakken, o.a. met betrekking tot het beleidsterrein onderwijs. Onderwijs zit in mijn portefeuille, maar de volwasseneneducatie zit in de portefeuille van wethouder Yeyden. Ook op het beleidsterrein armoede zijn er raakvlakken. Wethouder Yeyden en ik trekken op dit terrein gezamenlijk op, maar wij hebben wel afgesproken dat wethouder Yeyden de eerste verantwoordelijkheid heeft. Daarom zal hij op vragen over het onderwerp armoede antwoorden. Dit is in tegenspraak tot hetgeen wethouder Bethlehem daarover heeft gezegd. Eerst wil ik ingaan op de vragen en opmerkingen over de WMO. De PvdA-fractie heeft gevraagd om een overzicht van de financiële situatie rond de WMO. Wij begrijpen die vraag. Op dit moment wordt er gewerkt aan het inzichtelijk maken van de verwachte kosten en baten. Wij verwachten dat wij de raadscommissie hierover kunnen informeren in haar decembervergadering. De Combinatie vraagt om samen met zorgaanbieders creatieve oplossingen te zoeken. Wat dat met mijn beroep te maken heeft, kan ik niet zo snel volgen… De heer FERWERDA (D66): De wethouder is kunstenaar! Heeft dat iets met creativiteit te maken? De heer BOETZKES (wethouder): Ja, dat heeft met creativiteit te maken, maar wel meer met beeldende creativiteit. De heer FERWERDA (D66): Dat kan ook in je hoofd zitten. De heer BOETZKES (wethouder): Ja, dat is waar. Ik zou zomaar een compliment afslaan, mijnheer Ferwerda. Gevraagd is een oplossing te zoeken voor de problematiek van enerzijds dreigend ontslag en anderzijds te weinig personeel voor huishoudelijke verzorging, HV-1 dan wel HV-2. De SP-fractie heeft deze problematiek aangekaart en gevraagd naar een garantie van de thuiszorg voor 2008. Zoals al eerder terecht is geconstateerd, zijn wij onderworpen aan strikte regelgeving met betrekking tot de Europese aanbesteding. Gedurende het aanbestedingstraject mogen wij niet communiceren over de aanbesteding zelf. Zodra de aanbesteding is afgerond, zullen wij de raad erover informeren. Uiteraard zullen wij daar waar er knelpunten zijn, overleg hebben met de zorgaanbieders. De afgelopen jaren heb ik regelmatig met de zorgaanbieders aan tafel gezeten om o.a. dit soort problematiek door te spreken. Men mag van mij aannemen dat ik er alles aan doe om de huishoudelijke zorg ook in 2008 beschikbaar te houden. In dit verband kom ik nog even terug op de opmerking die de heer Rieter citeerde. Ik wil hier herhalen dat iedereen die recht heeft op WMO, daar ook voor in aanmerking komt. Daarmee kom ik op motie 15 van de SP-fractie, waarin wordt gevraagd de budgettaire neutraliteit van de WMO op te heffen. Echter, de WMO zal nooit in zijn volle omvang en breedte budgettair neutraal kunnen worden ingevoerd, omdat de WMO ook de voormalige Welzijnswet behelst. Als wij spreken over een smalle versie van de WMO, te weten de huishoudelijke verzorging en andere subsidieregelingen die door het Rijk vanuit de AWBZ zijn overgeheveld naar de gemeenten, houden wij vooralsnog vast aan de budgettaire neutraliteit. Pas op het moment dat er zwaarwegende argumenten zijn om daarop terug te komen, zal het college met voorstellen daaromtrent naar de raad toe komen. De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! Ik heb nog een vraag over de aanbesteding. Vorige week woensdag was de laatste dag dat kon worden ingeschreven. Het college zegt geen tipje van de sluier te zullen oplichten over wie er hebben ingeschreven of hoe zij dat hebben gedaan. Is het het college niet mogelijk om dat te doen, of kiest het college ervoor om dat niet te doen? De heer BOETZKES (wethouder): Het is mij niet mogelijk om er iets over te zeggen, omdat ik volgens de procedure nog volop in onderhandeling ben.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
62
De heer VERBAKEL (SP): Mag ik uit de woorden van de wethouder al wel opmaken dat wij ons geen zorgen hoeven te maken over de aanbesteding van de thuiszorg voor volgend jaar? De heer BOETZKES (wethouder): Dat heb ik niet gezegd. Er is wel een periode van bezwaar maken. Nogmaals: ik heb me aan de procedure te houden. De heer VERBAKEL (SP): Ik heb nog een vraag over beslispunt 6. De wethouder zegt dat hij daaraan wil vasthouden. Allereerst wil ik zeggen dat het niet onze bedoeling is om de geldsluizen open te zetten en geld over de balk te gaan gooien. Het dilemma van beslispunt 6 is dat je jezelf verplicht om, als bijvoorbeeld het aantal aanvragen toeneemt, te beknibbelen op individuele voorzieningen om binnen het budget te blijven. Wat is de reactie van het college op dit dilemma, waar er voortdurend beknibbeld zal moeten worden? De heer BOETZKES (wethouder): Dat is nu niet aan de orde. Wij hebben hier al verschillende keren over gediscussieerd en ik denk dat wij van mening blijven verschillen. Ik wil er verder niet op ingaan, want dan herhalen wij alleen maar de discussie. De heer VERBAKEL (SP): Volgens mij valt dit dilemma niet te ontkennen. De VOORZITTER: Mijnheer Verbakel, dit punt is al zo uitvoerig uitgediscussieerd dat wij echt in herhaling van zetten treden. Het punt moet nu verder onbesproken blijven. U heeft er een motie over ingediend en daar zullen wij de mening van de raad straks over horen. De heer VERBAKEL (SP): Oké, maar ik wil onze argumenten graag goed over het voetlicht brengen. De VOORZITTER: Die zijn goed overgekomen en er blijft een verschil van opvatting. De heer VERBAKEL (SP): Ik stel vast dat de wethouder er niet verder op wil reageren. De VOORZITTER: Er is voldoende op gereageerd. De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! Ik wijs erop dat wij vandaag spreken over de begroting 2008. Maandag a.s. zullen wij in commissieverband spreken over het conceptbeleidsplan WMO. Ook de discussie over de eigen bijdragen wil ik a.s. maandag graag met de leden van de commissie samenleving voeren. De GroenLinks-fractie verwacht duidelijke besluitvorming met het oog op de toekomst van de activiteiten van de vrijwillige thuiszorg en de maaltijdvoorziening van de SWOH. Na zeer laat inzicht in de overheveling van AWBZ-subsidiegelden naar de WMO zijn wij, voor een deel in overleg met de regiogemeenten, bezig om de gevraagde besluitvorming voor te bereiden. Het college wil daar echter nu niet op vooruitlopen. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Mijn zorg op dit punt maakt deel uit van een veel grotere zorg van meer algemene aard. Bij te veel onderdelen van het welzijnsprogramma worden de subsidies op incidentele basis en slechts een jaar vooruit verstrekt en niet, na een grondige analyse, voor de langere termijn. Dat stelt welzijnsinstellingen in onze stad voor grote problemen, bijvoorbeeld omdat ze hun werknemers geen meerjarige contracten kunnen aanbieden. Juist door meerjarige contracten kunnen instellingen de nodige kennis in huis houden en de kwaliteit behouden van de zaken op welzijnsterrein die zij te bieden hebben. Dat is voor ons een aandachtspunt waarover ik graag de mening van het college hoor, en dan niet alleen in de context van de voorbeelden die de wethouder zojuist noemde, maar ook meer in zijn algemeenheid. Heeft de wethouder een idee hoe daar het komende jaar een verandering in aangebracht kan worden? De heer BOETZKES (wethouder): Wij hebben afgesproken dat wij het jaar 2007 als een ontwikkelingsjaar zien. Een aantal zaken zal geëvalueerd moeten worden en dat zal begin 2008 moeten gebeuren. Op grond daarvan kunnen wij, ook ten aanzien van de WMO, keuzes maken voor de lange termijn. Daarom hebben wij een aantal organisaties geen subsidiebeschikking voor een jaar maar alleen voor het eerste kwartaal gegeven. Ik heb met de betrokken organisaties om tafel gezeten en gewezen op het probleem dat, als wij per 1 april minder producten gaan afnemen, zij met een personeelsoverschot komen te zitten en zij mensen moeten ontslaan. In ieder geval hebben wij afgesproken dat wij in het kader van net bestuur zorgen voor een
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
63
overbrugging van drie maanden. Daarmee is niet gezegd dat er bij het centrum vrijwillige thuiszorg ontslagen gaan vallen omdat er geen producten meer zouden worden afgenomen. Die keuze moet nog gemaakt worden. Het punt is dat wij in het kader van de WMO keuzes moeten maken voor de wat langere termijn. Dat zal dit jaar moeten gebeuren en in het eerste kwartaal van het komende jaar gaan wij evalueren. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Onderkent de wethouder de verantwoordelijkheid van de gemeente voor de kwaliteit van het welzijnswerk dat door professionele instellingen geleverd wordt in die zin dat de gemeente deze kwaliteit mede kan borgen door duidelijk te zijn over meerjarige subsidies? Ik heb het nu niet alleen maar over het voorbeeld van de vrijwillige thuiszorg en de Vrijwilligerscentrale, maar ik heb het in zijn algemeenheid over de welzijnsinstellingen en het feit dat zij duidelijkheid nodig hebben om mensen meerjarige arbeidscontracten te kunnen aanbieden, waarmee zij ook kwaliteit kunnen bieden. De heer BOETZKES (wethouder): De verantwoordelijkheid van de gemeente in dezen onderken ik zeker. Wij staan op het punt om keuzes te maken in het kader van de WMO, voor de uitvoering waarvan wij als gemeente rijksmiddelen krijgen. Na de evaluatie kunnen wij wellicht ook afspraken op de langere termijn maken. De heer VAN DER MADE (GL): Ik ben blij dat de wethouder deze verantwoordelijkheid onderkent. In een eerdere fase heeft hij gezegd niet verantwoordelijk te zijn voor het personeelsbeleid van een welzijnsinstelling. De heer BOETZKES (wethouder): Dat ben ik nog steeds niet. Iets anders is dat ik daar wel zorgvuldig mee omga. De heer VAN DER MADE (GL): Dat hoop ik. De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! De Fractie de Voogd maakt een opmerking over de overgangsregeling voor het steunpunt mantelzorg. Hoewel wij niet gehouden zijn om activiteiten die voorheen door het Rijk werden gefinancierd te contineren, zullen wij bij onze standpuntbepaling over subsidiëring vanaf 1 april 2008 de suggestie van mevrouw De Voogd betrekken. Mevrouw De Voogd heeft een motie (motie 27) ingediend waarin zij vraagt om structurele middelen voor het activerend huisbezoek. Voor het jaar 2008 zijn de middelen zeker gesteld, want er is € 35.000,-- voor uitgetrokken. De evaluatie zal er nog tijdig voor de behandeling van de voorjaarsnota zijn. In het geval de evaluatie daar aanleiding toe biedt, kan vastgelegd worden dat er structurele subsidie voor het activerend huisbezoek zal komen. Amendement 3 van Helder Helmond betreft het aanschaffen van twee defibrillators. Wij denken dat wij als gemeente hierin geen verantwoordelijkheid hebben. Door de Hartstichting is een onderzoek gedaan naar waar deze defibrillators het hardst nodig zijn. Daar is uitgekomen dat te denken valt aan locaties met grote concentraties van bezoekers en passanten. De heer GROENENDAL (PvdA): Voorzitter! Zou wellicht aan de GGD gevraagd kunnen worden een onderzoek te doen naar nut en noodzaak van deze defibrillators en daarover met een rapportje te komen? Wij lopen nu het risico dat organisaties in de stad een aanvraag gaan doen, maar het zou beter zijn om dit georganiseerd te gaan doen of het helemaal niet te doen, omdat uit het onderzoek zou blijken dat het niet zinvol is. De heer BOETZKES (wethouder): Het onderzoek van de Hartstichting betreft plekken met hoge concentraties aan bezoekers en passanten. Daarbij moet men denken aan luchthavens, casino’s, winkelcentra en golfterreinen. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Dus niet aan voetbalvelden? De heer BOETZKES (wethouder): Nee, de door mij genoemde plaatsen komen uit het onderzoek naar voren.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
64
Het kan o.i. niet de bedoeling zijn dat er op iedere hoek van de straat een defibrillator komt te hangen. Wellicht kunnen wij het advies van PvdA-zijde overnemen en bij de GGD te rade gaan en ook kijken hoe hier elders mee wordt omgegaan. Daarna kunnen wij aan de hand van een rapportje op dit onderwerp terugkomen in de commissie samenleving. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Wij vragen in ons amendement minstens een defibrillator ter beschikking te stellen aan de EHBO-vrienden. Deze defibrillator blijft dus het eigendom van de gemeente. De EHBOvrienden zijn actief bij Helmondse evenementen. Zo zijn ze aanwezig bij de tweewekelijkse voetbalwedstrijden in het stadion, bij de Kasteeltuinconcerten en ook bij activiteiten in het kader van Koninginnedag. Zij hebben regelmatig aangegeven dat zij zo’n apparaat node missen. Op dit moment wordt in boodschappen voor en na het nieuws het nut van een defibrillator nadrukkelijk genoemd. Het is inderdaad geen taak van de gemeente om een defibrillator beschikbaar te stellen, maar ik denk wel dat het een dusdanige geste is naar aanleiding van een appel uit de Helmondse gemeenschap, dat de gemeente dan wel de raad een handreiking kan doen die levensreddend kan zijn. De heer BOETZKES (wethouder): Ik begrijp de vraag, maar laat de heer Rieter mij niet op het gemoed gaan werken in die zin dat ik straks levens kan gaan redden. Als wij hierop ingaan, ben ik bang dat er heel veel verenigingen, bijvoorbeeld sportverenigingen, bij de gemeente komen aankloppen voor zo’n apparaat. Dat kan niet de bedoeling zijn. Ik stel dus voor dat wij eerst de GGD om een rapportje vragen. Aan de hand daarvan kunnen wij in de commissie op het onderwerp terugkomen. De heer RIETER (HH): In ons amendement hebben wij al gevraagd om een onderzoek naar mogelijke plaatsen in wijken. De heer BOETZKES (wethouder): De heer Rieter wordt op zijn wenken bediend. De heer GROENENDAL (PvdA): Voorzitter! Ook door wijkverenigingen worden er verzoeken gedaan om zo’n apparaat aan te schaffen. Deze wens wordt dus veel breder geuit dan alleen maar door de EHBO-vereniging. Het lijkt mij verstandig om de GGD te vragen hoe wij daarmee kunnen omgaan. De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! Ik ga verder met onderwerpen uit programma 4, Jeugd en Onderwijs. In motie 1 vraagt de PvdA-fractie om in Helmond een voorziening voor leerplichtige jongeren met gedragsproblemen te realiseren samen met de onderwijspartners en jeugdzorg, waarbij deze jongeren tegelijkertijd deel kunnen nemen aan reguliere onderwijssituaties. De onderwijsvisie en het onderwijshuisvestingsplan worden op 26 november a.s. met de commissie en op 4 december in de raad besproken. In deze documenten staat vanuit welke kaders wij samen met onze partners in overleg gaan. Onze insteek daarbij is de zaak te bekijken vanuit de motivatie dat voortijdig schoolverlaten wordt voorkomen en er zorg voor te dragen dat meer jongeren met een startkwalificatie de school verlaten. Samen met de notitie Voortijdig schoolverlaten komt dit onderwerp terug in de commissie. Ik neem aan dat de indieners van de motie doelen op zaken die voorheen BJ Brabant opving. Ik zal bekijken wat BJ Brabant nu nog precies doet en wat de verantwoordelijkheden van de gemeente en van het Rijk in deze zijn. Het is niet de bedoeling dat wij als gemeente verantwoordelijkheden van het Rijk, dus taken die BJ Brabant eigenlijk zou moeten uitvoeren, op ons nemen. Ik ga dus eerst een onderzoekje doen om scherp te krijgen wie waar verantwoordelijk voor is. Als er jongeren zijn die de op de zeef zouden blijven liggen, dan gaan wij daar iets voor doen. Zo zie ik de intentie van deze motie. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! Zo is de motie inderdaad bedoeld. Het gaat ons er niet om het college op te dragen een taak uit te voeren waarvoor de verantwoordelijkheid elders ligt. Wel constateren wij dat een groep jongeren, zoals de wethouder het uitdrukt, op de zeef dreigt te blijven liggen. Daar zal iets aan moeten gebeuren. De positionering van BJ Brabant in het Helmondse is anders dan vroeger het geval was en is wat meer op afstand gekomen. Dat vind ik overigens een slechte ontwikkeling. BJ Brabant was vroeger veel nadrukkelijker in de stad aanwezig. Het verschil bij sommige onderdelen merk je dan ook wel. Ik ben blij met de toezegging van de wethouder dat hij een onderzoekje wil doen. Dit geeft mij meteen de gelegenheid de wet-
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
65
houder te feliciteren met het in het onderwijsveld bereikte resultaat. Maar daarmee loop ik misschien al een beetje vooruit op een andere motie. De heer BOETZKES (wethouder): Dank voor de felicitaties. Ik bloos ervan, maar ik ben er gewoon trots op dat wij dit resultaat hebben bereikt en daar kom ik graag voor uit. Motie 2, Zomeracademie, is eveneens ingediend door de PvdA-fractie. Bij de vaststelling van het 13+-beleid heeft de raad ten aanzien van de inzet van de Dams-middelen bepaald te streven naar activiteiten voor en door jongeren. Om die reden leg ik het initiatief graag eerst voor aan de jongeren die in onze gemeente hierover adviseren. Dat hebben wij zo afgesproken bij het 13+-beleid. Het college neemt de motie over en ik zou graag met dit onderwerp willen starten, samen met de wethouder cultuur. Dan kom ik aan motie 7, Ondersteuning vrijwilligers in de wijken, ingediend door de CDA-fractie. Het college ondersteunt deze motie in essentie. Wij erkennen dat met name in Brandevoort en Dierdonk er onvoldoende activiteiten voor jongeren zijn. Ook erkennen wij het belang van vrijwilligerswerk, zeker in relatie tot jongeren. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! Over dit onderwerp is in klein comité gesproken. Daarbij hadden wij de overtuiging dat het geld niet in slechts enkele wijken besteed zou moeten worden, maar dat ook andere wijken, waaronder oudere wijken als Rijpelberg, Brouwhuis, Helmond-Noord of Stiphout, van deze middelen gebruik zouden moeten kunnen maken. Anders zou ik vinden dat men nogal royaal is voor slechts een deel van de stad. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! In onze motie staat duidelijk dat de jongerenwerker stadsbreed wordt ingezet. Ons gaat het vooral daarom dat de vrijwilligers ondersteund worden. De jongerenwerker wordt dus niet zozeer ingezet om activiteiten voor jongeren te organiseren, maar wordt vooral ingezet om de vrijwilligers te ondersteunen en te helpen met het bedenken van activiteiten. De heer BOETZKES (wethouder): De Vrijwilligerscentrale en de SWH werken momenteel aan een plan om te komen tot een vorm van ondersteuning en werving van vrijwilligers in relatie tot wijk- en jongerenaccommodaties. Ook motie 7 willen wij overnemen, mits wij de ruimte krijgen met betrekking tot de exacte invulling ervan. In motie 5 van de CDA-fractie wordt gevraagd het idee van buurtmoeder/buurtvader verder uit te werken. Het is de vraag in hoeverre de voorgedragen oplossing een bijdrage levert aan de gestelde overwegingen. De vraag is of het gaat om participatie of opvoedingsondersteuning. Toch ben ik, als er creatieve ruimte aan het college en de maatschappelijke partners wordt geboden, positief over deze motie. De motie kan ook ondersteunend zijn voor acties op dit terrein die sowieso al uitgezet worden. Als voorbeeld noem ik het WMO-ontwikkelingstraject, waarin wij met ouders praten over waar zij vinden dat accenten in opvoedingsondersteuning nodig zijn en waar ondersteuning gewenst is. Ook binnen de ontwikkeling van het Centrum voor Jeugd en Gezin praten wij met de ouders over wat men wil. De werkzaamheden van het Jongerenpreventieteam (JPT) zou ik daarbij ook willen betrekken. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Wij hebben onze motie vooral in het kader van de preventie ingediend. Wij willen heel graag dat de gezinnen ondersteund worden, maar het is niet de bedoeling dat er weer een activiteit bij komt. Wij hebben heel bewust gekozen voor het idee om buurtmoeders of buurtvaders in te zetten met het doel dat de ouders zelf meer worden betrokken bij hun eigen problematiek en daar ook meer verantwoordelijk voor worden gemaakt. Wij willen dus niet een soort bezigheidstherapie, maar wij willen dat mensen er bewust van worden gemaakt dat zij allemaal hun steentje kunnen bijdragen. Door buurtmoeders en buurtvaders in te zetten kunnen wij ook veel meer gezinnen achter de voordeur bereiken. Dat is de intentie van onze motie. Als de wethouder denkt deze intentie creatief te kunnen invullen, kunnen wij daarmee akkoord gaan. Maar laat hij er niet een soort activiteit of therapie van maken. De heer BOETZKES (wethouder): Ik begrijp de intentie van motie 5 heel goed. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Kan de wethouder daar een toezegging over doen? De heer BOETZKES (wethouder): Ja, ik vind het prima.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
66
Een ander punt is dat in de motie het Platform Sociale Cohesie wordt genoemd. Wij zijn samen met dit platform aan het evalueren. Daarbij is ook gesproken over het punt dat ik vind dat het platform in zijn huidige samenstelling geen afspiegeling is van de allochtone groeperingen in Helmond, terwijl dat wel zo zou moeten zijn. Als dit laatste wel geval zou zijn, zou dit platform zeker een taak hebben en bij het idee van buurtvaders en buurtmoeders betrokken moeten worden. De heer TIJANI (PvdA): Voorzitter! De wethouder spreekt over het Platform Sociale Cohesie en de samenstelling ervan. Wij kunnen de motie van de CDA-fractie ondersteunen, maar wij zitten wel met het punt dat het vrouwelijke element niet in het Platform Sociale Cohesie is vertegenwoordigd. Onze vraag is waarom dat niet het geval is. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Ook de vrouwelijke elementen hier zouden heel graag een vertegenwoordiging van het vrouwelijke element in het Platform Sociale Cohesie zien! Overigens staat in de motie heel duidelijk “o.a. het Platform Sociale Cohesie”. Je hebt ook het Buitenlands Vrouwencentrum en nog veel meer vrouwenorganisaties. En ook onder vrouwen is er ontzettend veel kwaliteit! De VOORZITTER: De wethouder heeft zojuist gezegd dat bij de evaluatie de samenstelling van het Platform Sociale Cohesie aan de orde zal komen. Verschillende aspecten spelen daarbij een rol, maar de inbreng van het andere geslacht zal een hoofdpunt van de discussie zijn. De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! Motie 18, ingediend door de SP-fractie, betreft de vangnetregeling voor het schoolzwemmen. Het is de bedoeling dat de vangnetregeling schoolzwemmen voor ouders en gemeente een administratief zo eenvoudig mogelijke regeling zal zijn. Verder moet de gemeente door deze vangnetregeling geen concurrent van de plaatselijke zwemverenigingen worden. Door middel van een eigen bijdrage willen wij ouders en kinderen stimuleren om daadwerkelijk deel te nemen aan het reguliere zwemonderwijs. Indien nodig kunnen ouders met een minimuminkomen die in aanmerking willen komen voor financiële ondersteuning, gebruikmaken van de hiervoor bestaande regelingen, o.a. via de stichting Leergeld. Ik wil benadrukken dat de eigen bijdrage niet hoog hoeft te zijn. Toch willen wij een eigen bijdrage instellen om te voorkomen dat ouders, als het hen even niet uitkomt, wat al te gemakkelijk afhaken en om ervoor te zorgen dat ouders, omdat zij er ook iets aan moeten meebetalen, de kinderen de cursus ook laten afmaken. In motie 28 vraagt Fractie de Voogd om een onderzoek naar de haalbaarheid van het project Uit met Ouders. Recent hebben wij een belangrijke impuls gegeven aan het preventieproject Jongeren en alcohol, dat ook is bestemd voor hun ouders. Wij denken ook mee via de SRE-stuurgroep binnen het project Laat je niet flessen. Op dit moment zien wij geen aanleiding om te onderzoeken of er nog een nieuw project moet worden toegevoegd. Bij de evaluatie van de impuls van het preventieproject Jongeren en alcohol zullen wij in elk geval de suggestie van mevrouw De Voogd betrekken. Door de VVD-fractie is de motie Project Vaart achter Techniek (motie 20) ingediend, waarin wordt gevraagd om structurele dekking voor dit project te vinden bij de komende voorjaarsnota. De eerste periode van het project Vaart achter Techniek is afgelopen zomer afgerond. De ervaringen uit deze periode vormen de basis om nog een eenmalige impuls te geven met als doel om, samen met het bedrijfsleven en het onderwijs, jongeren te interesseren voor techniek. Het college wil zich inspannen om het onderwerp op te nemen in de regionale Brainportagenda en daarmee structurele financiering te realiseren. De heer DAMS (VVD): Voorzitter! De toezegging van de wethouder houdt in dat hij de motie overneemt, mits er via het SRE dekking voor de financiering wordt gevonden. Onze motie gaat echter verder. Of het college nu wel of niet bij het SRE de nodige middelen kan vinden, wij vragen het college zorg te dragen voor dekking na 2009. De wethouder financiën had dat eigenlijk al toegezegd. De heer BOETZKES (wethouder): Ja, dat klopt. Maar deze toezegging betekent niet dat wij niet, naast een structurele subsidie, naar dekking zouden zoeken in het kader van de regionale Brainportagenda of naar financiering door derden. De heer DAMS (VVD): Cofinanciering: des te beter!
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
67
De heer BOETZKES (wethouder): Het zou natuurlijk heel mooi zijn als wij via het bedrijfsleven, waar men behoefte heeft aan technici, dit project zouden kunnen financieren. Daar moeten wij zeker naar streven. De fractie van GroenLinks heeft een motie over de onderwijshuisvesting (30) ingediend. Ik snap de kern van de vraag niet helemaal. Aan de raad wordt nog dit jaar gevraagd het Integraal Huisvestingsplan plus de daarbij horende dekking tot 2015 vast te stellen. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Voordat de wethouder begint aan de beantwoording van een vraag waarvan hij zegt de kern niet te begrijpen, wil ik de kern nog graag even toelichten. In januari van dit jaar heeft de gemeenteraad de onderwijshuisvestingscommissie ingesteld en aan deze commissie de opdracht gegeven om op basis van drie mogelijke scenario’s te komen tot een voorstel voor een meerjarig investerings- en onderhoudsplan. De scenario’s gaan uit van 1. de nullijn, dus het bestaande budget, 2. de nullijn plus 25% en 3. de nullijn plus 50%. In mijn interpretatie van het besluit – ik ga ervan uit dat deze juist is, anders had ik nooit achter het raadsbesluit kunnen staan – is de basis waarover 25% of 50% wordt genomen, het volledige budget voor onderwijshuisvesting, te weten € 6,5 per jaar plus de € 5 miljoen van het meerjarig investeringsprogramma voor de periode 2007-2010. Als je deze bedragen bij elkaar optelt, kom je op een bedrag van bijna € 8 miljoen. 50% daarvan is € 4 miljoen per jaar. Voor de periode van 2008 tot 2015 hebben wij het dus over ruim € 30 miljoen extra investeringsruimte. Daartoe heeft de raad besloten bij aanname van het voorstel in januari jl. Als de wethouder vervolgens, in de eerste vergadering van de onderwijshuisvestingscommissie, meedeelt dat het tot 2015 extra te besteden bedrag € 12 miljoen is, dus in totaal € 36 miljoen, is hij naar mijn mening vanuit een verkeerd uitgangspunt gestart. Hoewel ik hem er oprecht mee mag feliciteren dat hij het onderwijsveld op één lijn heeft gekregen, houd ik grote twijfels of het uitgangspunt van de commissie juist is geweest. Deze vraag ligt voor in motie 30. Ik vraag de raad om de interpretatie van het in januari genomen besluit te herbevestigen door uit te spreken dat het gaat over het volledige budget van product 410 en dat het niet zo is dat, zoals is gesteld in de schriftelijke beantwoording van vragen over de begroting 2008, de investeringsruimte voor nieuwe investeringen van 50% overeenkomt met € 1,5 per jaar extra. Dat maakt behoorlijk wat uit. De heer BOETZKES (wethouder): Uitgangspunt vormen de reguliere bedragen plus de € 12 miljoen extra die de gemeenteraad beschikbaar heeft gesteld. De heer VAN DER MADE (GL): Waar haalt de wethouder deze € 12 miljoen vandaan? De heer BOETZKES (wethouder): Uit de voorjaarsnota! De heer BETHLEHEM (wethouder): Voorzitter! Het totale bedrag dat is opgenomen voor onderwijshuisvesting is € 24 miljoen. Daar doen wij de helft bovenop, zijnde € 12 miljoen, in totaal € 36 miljoen. De heer VAN DER MADE (GL): Volgens mij is 8 maal € 6,5 al veel meer dan € 24 miljoen. De heer BETHLEHEM (wethouder): De heer Van der Made mag rekenen wat hij wil, maar het college heeft gerekend met alle bedragen die in de begroting staan. Dat was € 24 miljoen. Conform de afspraken die daarover zijn gemaakt, hebben wij daar de helft bij gedaan, waardoor wij uitkomen op € 36 miljoen. De heer VAN DER MADE (GL): Het schriftelijke antwoord op mijn vraag was onduidelijk. Daarom vraag ik het college nogmaals: hoe komt het college op € 24 miljoen en waar in het besluit van januari 2007 leest het college dat de gemeenteraad slechts 50% van uitsluitend nieuwe investeringen beschikbaar stelt voor onderwijshuisvesting? Volgens mij gaat het om het volledige budget. Het grootste deel daarvan is de € 6,5 miljoen per jaar voor onderwijshuisvesting die op de reguliere begroting staat. De heer BETHLEHEM (wethouder): Ik denk dat de heer Van der Made de incidentele impuls van € 30 miljoen die zes jaar geleden bij een zelfde soort operatie door de raad beschikbaar is gesteld, ook meetelt als zijnde structurele middelen. Dat zijn echter geen structurele middelen. Dat geld is in vier jaar weggezet.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
68
De heer VAN DER MADE (GL): In de begroting 2007 staat voor onderwijshuisvesting een bedrag van € 6,5 miljoen structureel opgenomen. Er staan nog wat extra bedragen genoemd van ongeveer € 1 miljoen per jaar voor nog wat plannen voor de toekomst. Mevrouw RAAIJMAKERS-VAN DE POL (CDA): Voorzitter! Ik snap de discussie niet goed. De afgelopen tijd ben ik bij alle besprekingen aanwezig geweest en als raadslid was ik voor het raadsbesluit van januari jl. Dat heb ik hier voor mij liggen. Volgens dit besluit hebben wij als raad besloten de portefeuillehouder onderwijs te verzoeken om in overleg met de schoolbesturen te komen tot beheersingskaders in de vorm van een drietal scenario’s, te weten de nullijn, de nullijn plus 25% en de nullijn plus 50%, waarbij eveneens de aanwending van schoolbestuurlijke reserves in het kader van de bezuinigingsproblematiek betrokken dienden te worden. De raad heeft, door dit besluit te nemen, wethouder Boetzkes de opdracht gegeven te gaan praten met de schoolbesturen. Wethouder Boetzkes heeft er de 50% extra uitgesleept, terwijl het ook mogelijk was geweest dat het nul of nul plus 25% zou zijn worden. De vrijheid daartoe hadden wij hem als gemeenteraad gegeven. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Volgens de redenering van mevrouw Raaijmakers komt 50% neer op € 12 miljoen. Maar waar vind ik het basisbedrag van € 24 miljoen terug? In het besluit staat expliciet: uitgaande van de vigerende programmabegroting en het meerjarig gemeentelijke investeringsprogramma. Alleen al in de programmabegroting staat € 6,5 miljoen per jaar opgenomen. In januari heb ik een raadsbesluit gesteund, omdat ik 50% erbij op basis van dit jaarlijkse bedrag wel genoeg vond. Ik vind ook niet dat het geld allemaal moet worden uitgegeven. Wel vind ik dat de insteek van de onderwijshuisvestingscommissie verkeerd is geweest, als is uitgegaan van de mededeling van de wethouder dat er tot 2015 maximaal € 12 miljoen extra beschikbaar zou zijn. De VOORZITTER: Laten wij niet hier een soort commissievergadering gaan houden. 26 november a.s. zal er een commissievergadering worden gehouden waarin dit onderwerp is geagendeerd. Het college zal daarbij de juiste cijfers op tafel leggen voor het tot 2015 te voeren beleid. De heer VAN DER MADE (GL): Gehoord uw opmerking, voorzitter, kan ik alvast aankondigen dat ik motie 30 wens aan te houden. Mijn fractie hecht er namelijk zeer aan dat de raadsleden zich kunnen overtuigen van de juistheid van wat ik daarin heb gesteld. Wellicht gaan zij zich ook afvragen of het in januari genomen besluit wel leidt tot € 12 miljoen extra of misschien tot een veelvoud van dat bedrag. Nogmaals: ik vind niet dat wij per se het maximale scenario moeten volgen, maar ik wil wel zeker weten dat de onderwijshuisvestingscommissie vanuit het juiste uitgangspunt aan het werk is gegaan. De VOORZITTER: Het belangrijkste is natuurlijk dat het eindresultaat, waarover overeenstemming is bereikt, op 26 november a.s. door de raadscommissie kan worden beoordeeld. De heer VAN DER MADE (GL): Ik verzoek de wethouder ervoor te zorgen dat de commissieleden het definitieve verslag van het OOGO krijgen toegezonden. De heer BOETZKES (wethouder): Dat verslag wordt automatisch aan de stukken toegevoegd. Het verslag betreft het advies van het onderwijs aan de politiek. Het OOGO heeft tien dagen in de wacht gezeten vanwege het feit dat in die tijd de instellingen de gelegenheid hebben hun commentaar te geven en hun goedkeuring aan het verslag te hechten. Deze tien dagen zijn nog niet om, reden waarom ik het verslag nu nog niet aan de openbaarheid kan prijsgeven. Tot slot nog een toelichting op motie 26 van Helder Helmond met betrekking tot de kegelbanen in Helmond. Het college acht het realiseren van een nieuwe accommodatie voor kegelbanen geen verantwoordelijkheid van de gemeente. In het verleden heeft het college aangegeven te willen meedenken bij het zoeken naar een goede oplossing. Ik herhaal nog maar eens dat het college deze inzet nog steeds wil plegen. Volgens het college is de Kegelbond nu zelf aan zet. De motie bestaat uit twee delen, een deel waarin sprake is van een inspanningsverplichting en een deel waarin sprake is van een zorgplicht van de gemeente. Het leveren van een inspanningsverplichting kan het college ondersteunen, maar het daadwerkelijk zorgdragen dat er kegelbanen komen, kunnen wij niet ondersteunen. Het college ontraadt derhalve aanname van motie 26 door de raad.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
69
De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Het college deelt de ambitie van de PvdA dat wij ons moeten blijven inzetten om meer mensen aan het werk te krijgen en het aantal mensen in de bijstand verder te laten afnemen. Uiteraard gaan wij er alles aan doen om te trachten onder het aantal van 1500 bijstandsgerechtigden te komen. Maar laten wij toch ook niet vergeten dat in het jaar 2007 noemenswaardige resultaten zijn geboekt. Het aantal mensen in de bijstand is inmiddels onder de 2000 gedaald, een niveau dat sinds de jaren tachtig niet meer is bereikt. Ook het aantal jongeren dat gebruik moet maken van de bijstand, is afgenomen. Momenteel maken 78 jongeren onder de 23 jaar gebruik van de bijstand, waar dat aantal twee jaar geleden nog meer dan 200 bedroeg; een daling dus van 60%. Door het project “de Raad als Maat” hebben raadsleden kunnen ondervinden hoe gemakkelijk of moeilijk het is om sommige jongeren aan werk te helpen. Overigens heeft de raad het college een enorme steun in de rug gegeven met het vaststellen eerder dit jaar van het gemeentelijke arbeidsmarktbeleid in de vorm van de Kadernotitie Arbeidsmarktbeleid en het daarbij behorende jaarplan. Hiermee heeft de raad voor een arbeidsmarktbeleid gekozen dat duidelijk verder gaat dan het traditionele meer aanbodgedreven beleid; het huidige beleid werkt veel meer toe naar een expliciete koppeling met de vraag naar arbeid die ontstaat vanuit economische keuzen en ontwikkelingen. 2 Een aardig voorbeeld van zo’n project is het project Kans dat de door de provincie is aangemerkt als bestpractice. Het project is opgepakt door een samenwerkingsverband van gemeente, ROC, SBK, Helicon en CWI. Ook de CDA-fractie zal hier blij mee zijn, omdat het met name inspeelt op het verbeteren van de match tussen vraag en aanbod, waarbij de vraag het vertrekpunt is. Al in het eerste halfjaar heeft dit project geleid tot opleidingsprojecten waarbij een twintigtal langdurig werklozen middels een duaal traject aan een baan zijn geholpen. Wij kunnen ook niet voorbijgaan aan de successen van het Werkplein. Met de realisatie van het Werkplein is een concept ontwikkeld met het doel om, naast het bieden van huisvesting, een ruimte te ontwikkelen waarbinnen meerdere partners werkzoekenden behulpzaam zijn bij het vinden van werk. Slim samenwerken staat hierbij voorop. In lijn met deze samenwerking is het project 45+ van start gegaan. Een project waarbinnen CWI, UWV en de gemeente gezamenlijk werklozen in de leeftijd van 45-50 jaar benaderen om hen toe te leiden naar de arbeidsmarkt. Dit project richt zich nadrukkelijk op het optimaliseren van samenwerking, en daarmee op de randvoorwaarden nodig voor succes. Helmond ontwikkelt zich steeds meer als centrum van de Peel. Regiogemeenten hebben uitgesproken te willen samenwerken met de gemeente Helmond op het Werkplein. Heel concreet zijn wij in gesprek met gemeenten die zich willen vestigen op het Werkplein, te weten Asten, Geldrop-Mierlo en Laarbeek. Wij zullen ook andere Peelgemeenten aanbieden op het Werkplein met ons samen te werken. Als streefdatum om dit te realiseren hebben wij 1 januari 2009 gekozen. Wij delen de mening van de CDA-fractie dat het acquisitiebeleid gericht moet zijn op een forse verbetering. Dat heb ik ook al aangegeven in de eerste termijn. Al eerder heb ik aangegeven dat de acquisitie-inspanningen niet direct zichtbaar zijn in de statistieken. Omdat hier vaak enige tijd overheen gaat, is voor de korte termijn, 2006-2007, slechts een lichte verbetering voorzien. De langetermijneffecten uitgedrukt in arbeidsplaatsen schat ik behoorlijk positief in. Ik kan nu al zeggen dat de ambitie van 300 arbeidsplaatsen die vanmiddag is genoemd, ruimschoots zal worden overschreden. Ik noem de komst van bedrijven als VDL, Schellens, PGE, Grolsch/De Klok en Genesis Engineering. Samen zijn deze bedrijven al goed voor bijna 400 nieuwe arbeidsplaatsen. Als je het hebt over de acquisitie van bedrijven in de regio Brainport, dan moet je dat niet alleen doen. Op dit moment zijn wij in de Brainportregio bezig om gezamenlijk acquisitie te voeren. Dat willen wij doen samen met de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij, NVW, het SRE, High Tech Campus Eindhoven en de gemeenten Eindhoven en Helmond. Wij gaan daarbij nadrukkelijk acquireren voor de sectoren waar wij in Brainport voor staan. Voor Helmond zijn dat automotive en food. Onze gerichte acquisitie reikt in toenemende mate ook over de landsgrenzen. Acquisitie kan niet zonder promotie. Dat is mede de reden dat wij flink investeren in economische promotie-activiteiten. Ik noem een aantal voorbeelden op het gebied van bijvoorbeeld automotive. Allereerst de opzet van de campagne helmondautomotive.nl, alsook de diverse evenementen en congressen waar wij trots op kunnen zijn. Men denke aan Helmond Classic Car, de lancering van Brainport Automotive, de presentatie van de Formula Student Racewagen, het ATC lustrumcongres, de lancering van HTAS, de TNO relatiedagen, de expositie Paradise by the Dashboard Light, Food for Future en niet te vergeten de
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
70
internationale T2M-conferentie. Kortom, een veelheid aan activiteiten waarbij Helmond zich met trots presenteert en laat zien dat het zich ontwikkelt tot een voorname automotive hotspot in Europa. Uiteraard is het erg belangrijk om het ijzer te smeden als het heet is. In de komende vijf jaar moet het fundament verder worden verstevigd. Het is de inzet van dit college de tweede High Tech Campus in Helmond te realiseren met een focus op automotive en, uiteraard, food. Een combinatie van testfaciliteiten, onderzoek en ontwikkeling op het hoogste niveau. Zo kunnen organisaties in lerende kennisallianties hun klanten- en marktnetwerken benutten. Een samenwerkingsmodel met deelname van toponderzoeksinstituten, onderwijsinstellingen (voornamelijk de doorlopende leerlijn MBO-HBO-WO) als ook de overheid. Als het ons lukt - wij gaan ervan uit dat dit het geval zal zijn - zal Helmond ook in de toekomst een industriestad blijven, zij het met één belangrijk verschil ten opzichte van het heden: de hoeveelheid kennis per kilo product zal exponentieel toenemen. Voorzitter, nu de keerzijde van de medaille: armoede. Met genoegen constateer ik dat de raad nadrukkelijk aandacht vraagt voor de bestrijding van armoede. Graag verneem ik van de CDA-fractie dat de koers van het schip aardig richting bakboord is gegaan. In 2007 hebben wij een start gemaakt met de vernieuwing van het armoedebeleid door de organisatie van een armoedeconferentie. Daarna zijn op twee sporen activiteiten uitgezet: 1. een concrete aanpak op basis van een vijftal ideeën uit de conferentie samen met deelnemers uit het veld en de gemeente en 2. een ontwikkeling van gemeentelijke beleidslijnen. In de tussentijd heeft de raad besloten tot uitbreiding van de doelgroep van de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering en binnenkort bespreekt de raad een voorstel voor de no-claim-regeling waarvoor de raad eerder middelen heeft vrijgemaakt. Met de CDA-fractie ben ik van mening dat het niet gewenst is een hapsnap-invulling te geven aan het armoedebeleid. Het college wil dan ook in januari, conform de door deze fractie geuite wens, een hoofdlijnennotitie aan de raadscommissie voorleggen. Aan de hand daarvan zal de raad in staat zijn de kaders vast te stellen. Nadere uitwerking van deze kaders kan dan mede op basis van een tweede te organiseren armoedeconferentie plaatsvinden. Zodoende komen de twee sporen weer bij elkaar in de in februari te organiseren tweede armoedeconferentie, waarna de raad een totaal pakket beleidsmaatregelen ter vaststelling wordt aangeboden. Tussentijds hebben wij overigens enkele kleinere projecten reeds ondersteund, zoals het spelen van het armoedespel op verschillende basisscholen. De door de CDA-fractie ingediende motie 11, Bling Game, ligt in het verlengde hiervan. Wij begrijpen de aandacht voor jongeren met financiële problemen en preventie van dit soort problemen vinden wij, net als de CDA-fractie, een belangrijk aandachtspunt. Het armoedespel heeft tot doel bewustwording te bevorderen en het taboe van armoede al op jonge leeftijd te doorbreken. Ook is een subwerkgroep, met als thema levenslessen in het onderwijs, bezig concrete voorstellen te ontwikkelen die te maken hebben met preventie van financiële problemen bij jeugd en jongeren. Ik stel voor het idee dat is neergelegd in motie 11, in te brengen in de genoemde subwerkgroep. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Het collegeadvies is mij niet helemaal duidelijk. Wethouder Bethlehem heeft gezegd dat motie 11 wordt overgenomen, maar nu zegt wethouder Yeyden dat het idee wordt ingebracht in een subwerkgroep. De heer YEYDEN (wethouder): De motie wordt overgenomen. Het college zal voorstellen doen aan de subwerkgroep om hiermee aan de slag te gaan. Op die manier wordt dit idee geïntegreerd in de aanpak. Of had mevrouw De Leeuw een aparte aanpak voor ogen? Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Wij hadden heel praktisch gedacht. Het is heel mooi dat er een armoedespel is. De Bling Game leek ons een heel mooi spel dat groep 8 zou kunnen spelen als er wat tijd over is. Het is een leerzaam spel op het gebied van budgettering. Wat mij betreft hoeft introductie van dit spel niet te worden opgehangen aan een project of subwerkgroep. Gewoon doen, vinden wij. De heer YEYDEN (wethouder): Daar heeft mevrouw De Leeuw gelijk in. Maar zij zal ook van ons gewend zijn dat wij aanknopingspunten zoeken, zodat de activiteiten niet los van elkaar staan. Verschillende fracties vragen om een verdere uitbreiding van het armoedebeleid. Het college ondersteunt dit, maar beseft tevens dat de via de commissie-Dams beschikbaar gestelde middelen voor 2008 een éénmalig karakter kennen. Voor meer structurele middelen zullen, mede op basis van het door de raad vast te
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
71
stellen totaalpakket aan maatregelen, keuzen moeten worden gemaakt. Het Rijk heeft overigens, weliswaar ongelabeld, extra middelen toegevoegd aan het gemeentefonds die zijn bedoeld voor armoedebeleid en schuldhulpverlening. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Bedoelt de wethouder nu dat wij als raad geen zeggenschap meer hebben over de invulling van de € 200.000,-- Dams-middelen? De heer YEYDEN (wethouder): Nee hoor, de raad heeft daar alle zeggenschap over. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): De wethouder heeft in de begroting een suggestie gedaan hoe hij deze middelen wil invullen. Daar heeft onze fractie bezwaar tegen. Vandaar dat wij gevraagd hebben om het onderwerp in de commissie terug te brengen. Ik begrijp dat de wethouder dit verzoek in principe ondersteunt. De heer YEYDEN (wethouder): Ja, ik ondersteun dat. Volgens mij ben ik er steeds heel duidelijk over geweest dat wij de discussie in januari/februari nadrukkelijk gaan voeren. Dan zal ook de discussie over de inzet van middelen heel nadrukkelijk gevoerd gaan worden, want zonder de middelen kunnen wij wel gaan discussiëren, maar haalt dat weinig uit. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): In de begroting doet de wethouder een suggestie over de invulling van de Dams-middelen. Vandaar onze reactie aan het adres van de wethouder. De heer YEYDEN (wethouder): Oké. Wij houden de invulling aan totdat wij het debat met elkaar hebben gevoerd. Daarmee houdt de raad het eerste recht om te bepalen voor welke projecten de middelen worden ingezet. Ik had het zo-even over extra middelen van het Rijk voor het gemeentefonds. Uit verschillende moties maak ik op dat de raad de keuze wil maken deze middelen ook daadwerkelijk in te zetten voor het armoedebeleid en de schuldhulpverlening. Ons college wil motie 10 van de CDA-fractie, Inzet bijzondere bijstand, overnemen. Onlangs hebben wij een samenwerkingsovereenkomst getekend met de Budgetwinkel en SaldoPlus. Deze motie sluit daar uitstekend op aan, want als je het hebt over budgetbeheer en andere zaken, dan is het heel goed om op het Werkplein SaldoPlus en de Budgetwinkel bij elkaar te hebben. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Ik zou de wethouder willen vragen om in het kader van de toekenning van bijzondere bijstand ook oog te hebben voor de intakekosten van SaldoPlus. Die liggen behoorlijk hoog. Het is een realistisch bedrag, maar voor veel mensen vormt het echt een drempel om cliënt van SaldoPlus te worden. De heer YEYDEN (wethouder): Wij zullen in januari/februari eveneens met de raad van gedachten wisselen over hoe wij aan dit soort zaken het beste vorm kunnen geven. Motie 19 van de SP-fractie, Verruiming minimabeleid, wil het college ontraden. Het nu al invoeren van de stap naar 120% gaat te snel. Motie 21 van Helder Helmond, waarin wordt gevraagd om een onderzoek naar dit onderwerp, willen wij daarentegen overnemen. De haalbaarheid van een en ander zal in het voorjaar afgezet moeten worden tegen de beschikbare middelen. De heer DAMS (VVD): Voorzitter! Aanname van motie 21 werd ons zojuist door de wethouder financiën ontraden. Betekent dit een schisma in het college? Is het niet tijd dat het college om schorsing vraagt? De heer RIETER (HH): En ik was nou juist zo blij, mijnheer Dams! De VOORZITTER: Ook ik had genoteerd dat wethouder Bethlehem aanname van beide moties had ontraden. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Volgens mij heeft wethouder Yeyden alleen toegezegd dat nog eens wordt gekeken naar de eventuele haalbaarheid van een hogere norm. Of wil het college geen procent hoger? Het is belangrijk dat wij dat weten, met het oog op onze standpuntbepaling.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
72
De heer YEYDEN (wethouder): Misschien kan ik de discussie wat verhelderen. Als wij het hebben over armoedebeleid, dan moeten wij de discussie daarover in alle facetten kunnen voeren. Voor mij is de motie van Helder Helmond niets anders dan vragen om te onderzoeken welke consequenties het heeft als van 110% naar 120% van het minimuminkomen wordt gegaan als inkomensgrens voor de toekenning van inkomensondersteunende maatregelen. Een dergelijk onderzoek wil ik graag toezeggen. In het voorjaar kunnen wij erover discussiëren of een hoger percentage als norm wel of niet haalbaar is. Ook dan is het woord weer aan de raad. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Ik denk dat wij motie 21 moeten betrekken bij de discussie over het armoedebeleid en de kaderstelling daarbij. De heer YEYDEN (wethouder): Precies! Ik zeg niets anders. De heer VAN DER MADE (GL): De wethouder zegt toch echt iets anders, als hij zegt dat hij motie 21 wil overnemen. De heer YEYDEN (wethouder): De motie houdt in dat, voordat de discussie over het armoedebeleid en de kaderstelling gevoerd gaat worden, in kaart gebracht zal moeten worden wat de consequenties van een verhoging van de inkomensgrens zijn. Anders kan de raad de discussie helemaal niet voeren. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Ik zou graag helder maken wat er in de motie staat. Voordat de raad het besluit kan nemen over deze zaak, willen wij een onderzoek naar de mogelijke beschikbaarheid van regelingen om van 110 naar 120% te komen. Dat is precies zoals de wethouder het zegt. Wij zijn dus blij dat de wethouder onze motie goed heeft gelezen en onze motie in die zin wil overnemen. De VOORZITTER: U leest maar de helft voor, mijnheer Rieter. Het tweede deel van het dictum, waarin wordt gesproken over uitbreiding naar andere regelingen, is voor het college onaanvaardbaar. De heer YEYDEN (wethouder): Het college wil dan ook alleen het eerste deel van het dictum overnemen. Het tweede deel kan het college niet overnemen. De heer DAMS (VVD): Voorzitter, het lijkt mij dat dit problemen gaat opleveren bij de stemming. De VOORZITTER: Tenzij Helder Helmond na deze toezegging van het college motie 21 intrekt. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Een andere mogelijkheid is dat Helder Helmond deze motie aanpast en het tweede deel van het dictum schrapt. De heer RIETER (HH): Voorzitter, dit laatste wilde ik al voorstellen. De VOORZITTER: Na de beantwoording door het college krijgt u nog de gelegenheid om hierover iets te zeggen. De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Ook de CDA-motie inzake de Ruilwinkel (motie 9) wil het college overnemen, zodat voor de Ruilwinkel een overgangsjaar gecreëerd wordt. Daardoor kan de raad, op basis van het in het voorjaar vast te stellen totale maatregelenpakket, definitieve keuzen maken voor 2009 en verder. De ontwikkeling van het Centrumgebied Groene Peelvallei gaat gestaag door. In goed overleg met de gemeente Deurne, het Waterschap en het streekhuis De Peel wordt hard gewerkt aan de uitwerking van een nota van uitgangspunten voor de projectlocatie voor toerisme en recreatie. Verwacht wordt dat de raad voorjaar 2008 een integraal voorstel ter besluitvorming krijgt aangereikt. Beide gemeentebesturen hechten waarde aan een kwalitatief goed plan, meer dan aan een discussie over waar welke functie en op wiens gebied moet liggen. Integrale planvorming is vanuit maatschappelijk, bestuurlijk en financieel oogpunt noodzakelijk. Exclusief op het Helmondse grondgebied gerichte planvorming is achterhaald.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
73
Duidelijk is dat met de Oostappengroep op basis van de in het verleden afgesproken intentieovereenkomst om meerdere redenen niet verder kon worden samengewerkt. Op 4 november jl. bestond geen overeenstemming over de inhoud van een samenwerkingsovereenkomst tussen partijen. Gelet op de inhoud en strekking van genoemde bepaling moet de intentieovereenkomst daarom geacht worden te zijn beëindigd. Dat hebben wij met de Oostappengroep besproken. De fractie van GroenLinks vraagt door middel van motie 31 om het toevoegen van een indicator voor volwassen inwoners in opleiding. Het college wil deze motie overnemen, mits dit praktisch uitvoerbaar is. Dat moet nog even worden uitgezocht In motie 6 van de CDA-fractie wordt gevraagd om meer banen voor herintreders. De gedachte om specifiek in te zoomen op mogelijke herintreders tegen de achtergrond van een steeds krapper worden arbeidsmarkt, vinden wij sympathiek. Het is ook niet toevallig dat de NUG’ers een plek hebben gekregen in de actielijst van het Jaarplan Arbeidsmarkt 2007-2008 (pag. 23). Wij gaan er dus mee aan de slag. Het college zal voor het reces in 2008 een voorstel voorleggen. De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! De discussie over een verhoging van de inkomensgrens van 110 naar 120% vond ik wat ingewikkeld. De SP-fractie heeft het college gevraagd om uiterlijk bij de Voorjaarsnota 2008 te komen met een voorstel tot een dergelijke verhoging. De wethouder vond dat echter te vlug gaan. Hij kan echter wel de motie van Helder Helmond overnemen, een motie die eigenlijk hetzelfde beoogt, maar die vraagt om vooraf een onderzoek te doen. Uiteindelijk is het doel hetzelfde. Heb ik het zo goed begrepen? De heer YEYDEN (wethouder): Voorzitter! Met mijn toezegging heb ik de raad alleen maar willen helpen. Op het moment dat de raad wil gaan discussiëren over het armoedebeleid, zal men moeten beschikken over alle nodige informatie om uiteindelijk tot goede keuzes te kunnen komen. Daarom wil ik deels tegemoet komen aan motie 21 van Helder Helmond. Motie 19 van de SP-fractie doet een veel stelliger uitspraak, in die zin dat er wordt gevraagd om een voorstel om de grens te verhogen. Dat ligt dus iets moeilijker. De heer VERBAKEL (SP): En dat ligt moeilijker omdat het college de financiële gevolgen daarvan nog niet in beeld heeft? De heer YEYDEN (wethouder): Precies. De VOORZITTER: Het gaat erom dat de raad een verhoging van 110 naar 120% moet kunnen afwegen tegen andere maatregelen die in het kader van het armoedebeleid ingevoerd zouden kunnen worden. Het budget is niet onbeperkt en daarom lijkt het mij verstandig eerst een onderzoek te doen en de resultaten van dit onderzoek te betrekken bij een afweging in het kader van de komende voorjaarsnota. Dan kan de raad bepalen of het verstandig is een verhoging van het percentage voor het norminkomen in te ruilen tegen andere maatregelen. De heer VERBAKEL (SP): Binnen de fractie hebben wij een discussie gehad over de vraag of eerst onderzocht zou moeten worden of een dergelijke verhoging mogelijk is. Maar wij vonden het een beetje een raar idee, gezien het feit dat er gemeentes zijn die deze verhoging al hebben ingevoerd. Wij vonden het meer een kwestie van het stellen van een politieke prioriteit in het kader van het armoedebeleid: de raad zou gewoon al de keuze kunnen maken om de grens met 10% op te hogen. Of het mogelijk is, hoef je eigenlijk niet te onderzoeken, want het ís gewoon mogelijk. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! Het is niet alleen de vraag of iets mogelijk is; het is ook de vraag of iets wenselijk is, afgewogen tegen eventuele andere maatregelen. Onze fractie staat zeer sympathiek tegenover een verhoging naar 120%. De PvdA is er, ook op gemeenteniveau, altijd voor geweest om - dat is tegenwoordig besmet - inkomenspolitiek te voeren. Wij staan in principe sympathiek tegenover elke mogelijke maatregel die ten gevolge van landelijk beleid lokaal is toegestaan. Echter, een maatregel zal moeten worden afgewogen tegen andere zaken die daardoor misschien niet doorgaan. Daarom willen wij graag eerst een onderzoek en steunen wij van harte het eerste deel van het dictum van motie 21 van Helder Helmond. Motie 19 van de SP vinden wij te dwingend.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
74
Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Onze motie meer banen voor herintreders/NUG’ers zouden wij niet alleen sympathiek willen noemen, want het gevraagde is gewoon heel hard nodig. De wethouder merkt op dat hij hiermee in het voorjaar bezig gaat, maar onze motie is bedoeld om daar versnelling in aan te brengen en wil ook uitnodigen tot meer creativiteit die erop is gericht om mensen naar het Werkplein toe te krijgen. De motie is dus bedoeld als impuls om er een stapje bovenop te leggen. Ten aanzien van onderwijs hebben wij een aantal opmerkingen gemaakt: de voortrekkersrol die wij zien en de koppeling van databestanden. De wethouder zegt dat daar een project voor is en wij hopen dat daar concrete resultaten uitkomen. Verder hadden wij de suggestie gedaan om twee open dagen voor VMBO, ROC en MBO als gemeente te gaan faciliteren in die zin, dat werkgevers daar inderdaad bij betrokken worden en aan kinderen en hun ouders laten zien in welk vakgebied er banen zijn te vinden. Bijvoorbeeld dat er geen behoefte is aan nog eens vijfhonderd kappers, maar dat er wel andere perspectieven zijn. Wij willen heel graag de toezegging dat de wethouder zich daar op een heel concrete manier hard voor maakt. De heer YEYDEN (wethouder): Dat kan ik zeker toezeggen, want dat past uitstekend in ons beleid. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Fijn, dan hebben wij die toezegging ook binnen! Tot slot een opmerking over de randvoorwaarden ten aanzien van goed beleid en de uitvoering van goed beleid. Wij maken ons er zorgen over of de sociale dienst alle veranderingen die op stapel staan, wel kan bijbenen. Wij hadden hier specifiek aandacht voor gevraagd en gevraagd de ambtenaren hierbij op een goede manier te begeleiden, zodat het project dat 1 januari 2008 van start gaat, ook succes heeft. Daar heeft de wethouder niet op gereageerd. De heer YEYDEN (wethouder): Dat komt omdat dit soort zaken voor mij heel vanzelfsprekend zijn en erbij horen wanneer wij met elkaar een veranderingstraject ingaan. In het kader van het Werkplein zijn wij heel concreet bezig werk en inkomen van elkaar te scheiden. Samen met UWV en CWI willen wij komen tot een organisatie voor de arbeidsmarkttoeleiding. De PvdA-fractie sprak in dit verband over zorg voor inkomen: als iemand een uitkering nodig heeft, dan moet er geen wachttijd voor zijn. Het inkomen van de mensen moet gewoon gecontinueerd worden, terwijl daarnaast meteen wordt overgegaan tot het begeleiden van de mensen naar werk. Bij het begeleiden naar werk zullen meerdere partners betrokken zijn: de gemeente Helmond, CWI en UWV. Niet onderschat mag worden wat er gaat gebeuren op het moment dat andere gemeenten zich gaan aansluiten bij het Werkplein. Wij zullen er zeker voor zorgen dat ons personeel goed is opgeleid, want dat is gewoon een voorwaarde. Er zijn verschillende competenties nodig. De inkomensverschaffing is een administratief-juridische bezigheid en de begeleiding richting arbeidsmarkt vraagt om heel andere competenties. Het is ook heel belangrijk dat in een veranderingstraject waarin samengewerkt gaat worden met andere organisaties in andere gemeenten, heel nadrukkelijk het cultuuraspect wordt meegenomen. Ook daarin zal geïnvesteerd moeten worden. Het streven is dat wij op 1 januari 2008 daar een begin mee maken. Het zal enige tijd vergen om tot één organisatie te komen. Ik wil de complimenten overbrengen dat wij met dit model aan de slag gaan, want landelijk is Helmond een van de voorlopers van gemeenten die dit doen. Voorzitter, ik denk dat ik klaar ben met mijn beantwoording. De heer KUYPERS (SDH-OH): Voorzitter! Ik denk ook wel dat de wethouder klaar is, want wij hebben lang genoeg over dit onderwerp gediscussieerd. De wethouder maakte tegen het eind van de beantwoording wat opmerkingen waarbij ik mij afvroeg of het niet wat veel was en of het allemaal wel ter zake doende was. Vandaar dat ik de neiging heb om op te merken dat het ons in principe niet uitmaakt of er straks twee of drie open dagen komen! De heer STIENEN (wethouder): Voorzitter! Er zijn slechts enkele vragen gesteld die mijn portefeuille betreffen. Van de kant van De Combinatie is gevraagd naar de procedures op het gebied van ruimtelijke ordening. De feilloze organisatie heb ik in mijn leven nog nooit meegemaakt. Ik erken dat er fouten gemaakt worden, maar ik breng ook onder de aandacht dat wij met ruim honderd bouw- en ontwikkelplannen in onze gemeente
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
75
bezig zijn. Men zal met mij erkennen dat dit soort zaken vele juridische en procedurele aspecten hebben. Ik ontken dus niet dat er af en toe foutjes gemaakt worden. Volgende week zullen wij met de commissie over de Steenweg spreken. In december zullen wij met elkaar over Stiphout spreken. De fractie van GroenLinks spreekt over de gedifferentieerde wijken. Ik ga hier niet opnieuw de woonvisie behandelen. Wij delen de visie dat wij tot gedifferentieerde wijken in de stad moeten komen. Dat is lastig in bestaande wijken, maar het onderwerp heeft wel degelijk de aandacht. Ik denk heel vaak aan mevrouw De Voogd in die zin, dat ook voor mij de patiobungalows een punt van aandacht vormen. Bij alle projecten waarbij ik een eerste paal mag slaan of een vlag in top mag hijsen, geef ik aan dat wij voor wat het aantal appartementen betreft aan de limiet zitten en dat wij uiterst kritisch staan tegenover het toestaan van de ontwikkeling van nog meer appartementenbouw. Het patiobungalowverhaal heb ik blijkbaar niet alleen in de woonvisie maar ook bij SIR 55 zo goed verteld, dat ik een uitnodiging heb gekregen om ter gelegenheid van het landelijke congres van SIR 55 komend voorjaar iets te laten zien en vertellen over hoe wij daarmee in Helmond omgaan. Maandagmorgen a.s. krijgen wij minister Vogelaar op visite. Zij doet haar toezegging aan Helmond en Tilburg gestand en komt op bezoek. In Helmond zijn geen wijken die horen tot de veertig voorkeurswijken. Wij hebben daarover geageerd. Wij hebben dat netjes en op onze manier gedaan. Wij zijn niet met spandoeken naar Den Haag gegaan, maar hebben steeds beargumenteerd waarom wij het aan de ene kant fijn vinden dat er geen Helmondse wijken bij zijn, terwijl wij aan de andere kant wel degelijk wat extra hulp kunnen gebruiken. Maandagmorgen a.s. gaan wij Helmond-West, de Binnenstad en de Leonardusbuurt voor de minister positioneren. Ik zal haar ook de vraag meegeven of zij een kleine € 40 miljoen voor Helmond wil reserveren. De VOORZITTER: Dames en heren! Na de reactie van het college in tweede termijn, met de daarbij behorende interrupties en discussies, verneem ik graag van de indieners of zij hun moties dan wel amendementen wensen te handhaven en in stemming te brengen. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! Ik heb begrepen dat hetgeen wij in onze vier moties inhoudelijk vragen, zal worden onderzocht. Al onze moties zijn overgenomen en wat ons betreft hoeven ze niet meer in stemming te komen. Daar zijn wij zeer content mee. De VOORZITTER: Ik constateer dat de moties 1 t/m 4 niet in stemming worden gebracht en in die zin als ingetrokken kunnen worden beschouwd. Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Alle zeven moties die wij hebben ingediend, kunnen rekenen op de steun van het college. Het is dus niet nodig dat wij onze moties handhaven. De VOORZITTER: Ik constateer dat de moties 5 t/m 11 niet in stemming hoeven te worden gebracht en als ingetrokken kunnen worden beschouwd. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Soms kan een time-out zinvol zijn, want dan begrijp je pas de opmerking van de wethouder dat motie 12 (onderhoud groenvoorzieningen door de Atlant Groep) eigenlijk overbodig zou kunnen zijn. Wij begrijpen dat de gemeente zeer content is met de wijze waarop de groenvoorzieningen tot op heden door de Atlant Groep zijn verzorgd. Wij, het college, de raad en Atlant, hebben er allemaal belang bij dat de werkgelegenheid voor tachtig man gewaarborgd blijft. Wij begrijpen dat er nog tijd is om te offreren en doen een dringend beroep op partijen om de werkgelegenheid van de betrokken mensen niet onnodig in gevaar te brengen en al die handelingen te ondernemen die dat kunnen bevorderen. Wij zullen motie 12 aanhouden. Motie 13, Buurtbeheerders in alle wijken, willen wij eveneens aanhouden, gehoord dat er nog van alles aankomt. Motie 14 over het zwerfafval is overgenomen en kunnen wij intrekken. Ik begrijp dat amendement 1 met betrekking tot de binnen- en buitenevenementen wordt meegenomen naar de commissie cultuur.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
76
De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! Ik maak bezwaar tegen de wijze waarop de heer Ferwerda het advies van het college herformuleert. Amendement 1 is volgens mij afgewezen, en op terechte gronden. Ook ik vind het namelijk een heel slecht voorstel om alle middelen in één grote cultuurpot te gooien. Dat lijkt – laat de heer Ferwerda het mij niet kwalijk nemen – nergens op! Dat geldt wat mij betreft ook voor motie 12 van De Combinatie over de Atlant Groep. De VOORZITTER: Laten wij heel helder zijn. Motie 12 met betrekking tot de Atlant Groep is aangehouden en komt dus niet in stemming. Motie 13, Buurtbeheerders in alle wijken, wordt ingetrokken in afwachting van de door mij toezegde notitie. Motie 14, zwerfafval, is overgenomen en hoeft dus niet in stemming te komen. Over amendement 1 heeft de wethouder gezegd dat het cultuurbeleid begin volgend jaar aan de orde komt en dat er daarbij voldoende gelegenheid zal zijn om over de opvattingen van De Combinatie te discussiëren. Op dit moment wordt het amendement echter ontraden. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Vanwege de uitval van de heer Den Breejen voel ik er bijna voor om amendement 1 in stemming te laten brengen, maar ik ga met het voorstel van het college mee. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Ik daag de heer Ferwerda uit om dat gewoon te doen! De heer FERWERDA (D66): Man, maak je niet zo druk! De VOORZITTER: De conclusie is dat amendement 1 thans wordt ingetrokken. De heer FERWERDA (D66): Juist. Amendement 2, Centrumontwikkeling – tariefstijging warenmarkt, willen wij handhaven. De VOORZITTER: Ik concludeer dat van de door De Combinatie ingediende voorstellen alleen amendement 2 in stemming wordt gebracht. De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! Wij begrijpen dat motie 17, Reclameverlichting, min of meer is overgenomen. Wij vinden dat de overige vier moties verstandige voorstellen bevatten en daarom willen wij ze handhaven. De VOORZITTER concludeert dat motie 17 is ingetrokken en dat de moties 15, 16, 18 en 19 in stemming zullen worden gebracht. De heer DAMS (VVD): Voorzitter! Wij zijn content dat onze motie 20, Continuïteit project Vaart achter Techniek, is overgenomen door het college. De motie hoeft wat ons betreft niet in stemming te worden gebracht. De VOORZITTER: Ik constateer dat motie 20 is ingetrokken. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Motie 21, Onderzoek inkomensondersteunende maatregelen, willen wij wijzigen. Het tweede onderdeel van het dictum, “Verder het uitbreiden van (bestaande) maatregelen” willen wij schrappen. Blijft staan het eerste onderdeel van het dictum. De wethouder heeft aangegeven dat het college dit kan overnemen. De overige vier moties en de twee amendementen willen wij graag in stemming gebracht hebben. De VOORZITTER: De conclusie is dat de gewijzigde motie 21 niet meer in stemming hoeft te worden gebracht en als ingetrokken kan worden beschouwd. De moties 22 t/m 26 en de amendementen 3 en 4 worden gehandhaafd en zullen in stemming worden gebracht. Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (FDV): Voorzitter! De wethouder heeft gevraagd om motie 27, inzake structurele middelen voor activerend huisbezoek aan te houden. Daar ga ik mee akkoord.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
77
Wel wil ik wat meer helderheid over motie 28, Jeugd en alcohol. In eerste instantie is deze motie ontraden. Wethouder Boetzkes heeft uitgelegd waarom, maar hij heeft ook aangegeven het onderwerp eventueel bij de evaluatie van de impuls voor het preventieproject Jongeren en alcohol te willen betrekken. De heer BOETZKES (wethouder): Voorzitter! Ik heb gezegd dat ik de in de motie gedane suggestie daarbij zal meenemen. De VOORZITTER: Dat betekent dat motie 28 niet in stemming gebracht hoeft te worden en als ingetrokken kan worden beschouwd. De heer VAN MULLEKOM (HA): Voorzitter! Ik handhaaf motie 29. De VOORZITTER: Motie 29 zal in stemming komen. De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Ik heb al aangekondigd dat ik motie 30, Onderwijshuisvesting, wil aanhouden tot de raadsvergadering van 4 december a.s. Motie 31 is overgenomen. Dank daarvoor aan het college. De moties 32 en 33 wil ik graag in stemming gebracht hebben. De VOORZITTER: Dames en heren! De moties 30 en 31 zullen niet in stemming komen en kunnen als ingetrokken worden beschouwd. De slotconclusie is dat de moties 15, 16, 18, 19, 22, 23, 24, 25, 26, 29, 32 en 33 alsmede de amendementen 2, 3 en 4 in stemming zullen worden gebracht. Hierna schorst de VOORZITTER de vergadering voor fractieberaad. Na heropening van de vergadering stelt de VOORZITTER aan de orde de afhandeling van de amendementen en moties. Amendement 2, Centrumontwikkeling – tariefstijging warenmarkt (De Combinatie). Dit amendement wordt bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fracties van De Combinatie (SDH-OH, HB en D66), FDV, HH en HA hebben voorgestemd. Amendement 3 betreffende de aanschaf van twee defibrillators (HH) (wordt gewijzigd). De heer RIETER (HH): Voorzitter! Ik zou graag de volgende wijziging willen aanbrengen. Wij stellen voor slechts één defibrillator aan te schaffen en de eventuele aanschaf van een tweede defibrillator mee te nemen bij het onderzoek. De VOORZITTER: Dit zal niet leiden tot een wijziging van het standpunt van het college, omdat het college eerst onderzoek wenst te verrichten en daarna met een standpunt zal naar de commissie toe zal komen. Het college ontraadt dus aanname van het amendement op dit moment. Het gewijzigde amendement 3 wordt bij handopsteken aangenomen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fractie van de SP hebben tegengestemd. De VOORZITTER: Ik constateer dat het collegestandpunt slechts de steun van de SP-fractie heeft gekregen. De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter, wij waren tevreden met de toezegging om de zaak eerst serieus te gaan uitzoeken. De heer DAMS (VVD): Is dit misschien een eerste aanzet van de SP in Helmond om bestuurlijke verantwoordelijkheid te gaan nemen?
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
78
De VOORZITTER: De SP-fractie is standvastig voor wat betreft haar tevredenheid met het collegeadvies. Dat vind ik een deugd. Amendement 4 inzake subsidie voor de Kasteeltuinconcerten (HH). Dit amendement wordt bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fracties van HH en HA hebben voorgestemd. Motie 15, WMO en beslispunt 6 (SP). De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Hoewel ik zeer sympathiek sta tegenover de inhoud van de motie en destijds het SP-amendement van dezelfde strekking heb gesteund, ben ik nu zover dat ik accepteer dat de meerderheid van de raad deze motie niet zal steunen. Ik heb geen behoefte aan deze motie. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Wij sluiten ons aan bij de woorden van de heer Van der Made omdat wij, evenals de andere keren dat het onderwerp WMO ter sprake kwam, de zorg van de SP deelden, maar ons ook herkenden in de uitspraak van de wethouder dat het college wat de WMO-aanvragen betreft, niemand in de kou zou laten staan. Hierna wordt motie 15 bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fractie van de SP hebben voorgestemd. Motie 16, WMO en eigen bijdragen (SP). Deze motie wordt bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fracties van SP en GroenLinks hebben voorgestemd. Motie 18, Vangnetregeling schoolzwemmen (SP). Mevrouw DE JAGER (PvdA): Voorzitter! De PvdA-fractie vindt de motie op zich heel sympathiek, maar kan er niet mee instemmen omdat niet duidelijk is wat de consequenties ervan zijn en waar de dekking vandaan zou moeten komen. Wanneer daar meer duidelijkheid over bestaat, wil de PvdA-fractie daar graag over praten, maar op dit moment stemt onze fractie tegen. De heer VAN DIJK (SDH-OH): Voorzitter! De fracties van De Combinatie wachten het onderzoek af dat de heer Yeyden zal laten doen naar de kosten van het optrekken van de grens naar 120% van het minimuminkomen. Hierna wordt motie 18 bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fracties van SP, HH, HA en GroenLinks hebben voorgestemd. Motie 19, Verruiming minimabeleid (SP). Deze motie wordt bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fracties van SP, HH en GroenLinks hebben voorgestemd. Motie 22, Helmonds dialect tot monument benoemen (HH). De heer RIETER (HH): Voorzitter! Wij zijn van mening dat naast het Fries, dat een officiële taal is, en het Limburgs, dat onofficieel als taal wordt gezien, het Helmonds niet alleen een stuk vergankelijk industrieel erfgoed is, maar bovenal op cultuurunieke wijze Helmond promotioneel op de kaart zet. Toen vorig jaar aan het college de suggestie werd gedaan om dit te doen, werd er gezegd dat dat nog eens leuk zou zijn. De VOORZITTER: Mijnheer Rieter, u houdt nu weer een betoog. Het is de bedoeling dat u alleen een stemverklaring aflegt, in dit geval over uw eigen motie.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
79
Mevrouw DE VOOGD-VAN DORTMONT (FDV): Voorzitter! Ik kan mij niet vinden in motie 22. De reden waarom is, zoals ik vanmiddag al heb gezegd, gelegen in het feit dat ik dan zou moeten teruggrijpen op Kunstgrepen. Die heb ik mij nog niet eigen gemaakt. De heer GROENENDAL (PvdA): Ek wol nog wat sizze, burgemaster! ‘t Friesk is op sich wol ’n taal. Wij hewwe nog probeere om der ‘n monument fan te maitsjen, omdat taal op zich ’t moaste is wat er is. Der hawwe gjin monumentecommisje foar nedig! De VOORZITTER: Het Fries is de taal van een provincie, en niet alleen maar een deeltaal die wordt gesproken in een stad van die provincie. Hierna wordt motie 22 bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fractie van HH hebben voorgestemd. De heer RIETER (HH): Voorzitter! Ik ben bang dat de mensen die tegenstemmen van mening zijn dat het gaat om het Heldere Helmonds dat dan gesproken zou worden. Dat leidt natuurlijk wel tot politieke verwarring! De VOORZITTER: Wij blijven de taal zeer waarderen. Motie 23, energiezuinige lampen straatverlichting (HH). Deze motie wordt bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fracties van HH en HA hebben voorgestemd. Motie 24, verstrekken van energiezuinige lampen aan iedere OZB-betaler (HH). De heer RIETER (HH): Voorzitter! Ik wil hier nog even kort toelichten dat het ons louter om een onderzoek naar de kosten gaat. Ik zou mij kunnen voorstellen dat het onderzoek oplevert dat er een duizendtal setjes naar 65-plussers zou kunnen gaan. Hierna wordt motie 24 bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fracties van HH, HA en GroenLinks hebben voorgestemd. Motie 25, Verplichting hondenpoepzakje/-schep (HH). Deze motie wordt bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fracties van De Combinatie (SDH-OH, HB en D66), HH en HA hebben voorgestemd. Motie 26 met betrekking tot het behoud van de kegelclubs en de kegelbond (HH). Mevrouw DE LEEUW-JONGEJANS (CDA): Voorzitter! Wij vinden dat, zoals het college dat ook heeft gezegd, het college verplicht is zich in te spannen om de kegelclubs in Helmond te behouden. Wij kunnen ons niet vinden in de uitspraak dat het college ook voor zes kegelbanen zal zorgen. Daarom zullen wij de motie niet ondersteunen. De heer DEN BREEJEN (PvdA): Voorzitter! Ook wij vinden dat de wethouder moet doen wat hij zegt, namelijk zich inspannen voor het behoud van de kegelbanen in Helmond. Wij zouden het heel prettig als wij op niet al te lange termijn in de commissie samenleving een keer zouden terugkomen op dit onderwerp, als het onderdeel sport op de agenda staat. Anders betekent het leveren van een inspanningsverplichting eigenlijk niets.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
80
De heer RIETER (HH): Voorzitter! Naar aanleiding van wat de wethouder heeft gezegd, had ik willen voorstellen de laatste zes woorden “en zullen zorgen voor 6 kegelbanen” te schrappen. Ik wil van de politiek geen koehandel maken, maar ik wil wel uitdrukkelijk de inspanningsverplichting bij het college neerleggen. De VOORZITTER: U heeft al voldoende gelegenheid gehad om op uw moties terug te komen. Zo-even hebt u dat voorafgaand aan de stemming over een voorstel wel gedaan en dat heb ik toegestaan. Ik vind dat nu niet meer het moment aanwezig is om nog een wijziging aan te brengen. Er zijn twee mogelijkheden: u trekt uw motie in, of ik breng de motie in stemming zoals deze thans voorligt. De heer RIETER (HH): Ik verzoek u de motie in stemming te brengen. Hierna wordt motie 26 bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fracties van De Combinatie (SDH-OH, HB en D66), HH, FDV, HA en GroenLinks hebben voorgestemd. Motie 29, Ambtstermijn burgemeester (HA en HH). De heer VAN DER MADE (GL): Voorzitter! Hoewel GroenLinks van mening is dat de herbenoeming van een burgemeester een proces is waar serieus en kritisch naar gekeken moet worden, biedt de Gemeentewet nu eenmaal minder ruimte bij een herbenoeming dan bij een eerste benoeming. Zo is er bij een herbenoeming geen referendum mogelijk. GroenLinks heeft er weinig behoefte aan iets dergelijks te gaan doen. Er moet alle ruimte zijn voor kritiek en ik moedig alle fracties aan hun oor te luisteren te leggen bij de burger, want dat is de manier waarop het gebeurt. Mijn fractie zal deze motie dus niet steunen. Hierna wordt motie 29 bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fracties van HH en HA hebben voorgestemd. Motie 32, verzoek aan raadsleden om hun parkeerkaart in te leveren (GL). De heer DAMS (VVD): Voorzitter! Onze fractie vindt het een verantwoordelijkheid van elk individueel raadslid dan wel burgercommissielid om te beslissen op welke wijze hij of zij zich verplaatst. Dat laat onverlet dat de gehele fractie van GroenLinks kan besluiten om de eigen parkeerkaart terug te geven. Wij zullen dus tegen de motie stemmen. De heer FERWERDA (D66): Voorzitter! Ik krijg steeds meer weerzin tegen betuttelende zaken die ons als raadslid worden opgelegd. Men moet gewoon zelf beslissen of men van een parkeerkaart gebruik wenst te maken. Wij zullen dus tegen de motie stemmen. De heer VERBAKEL (SP): Voorzitter! Wij zijn voor deze motie. Wij denken dat raadsleden een riante vergoeding krijgen en dat zij best zelf hun parkeerkaart kunnen betalen. Hierna wordt motie 32 bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, SP en HA hebben voorgestemd. Motie 33, Inzicht kosten parkeergarages (GL). De heer DAMS (VVD): Voorzitter! Ons standpunt moge duidelijk zijn uit het betoog dat ik al in eerste instantie heb gehouden en waarin bereikbaarheid een speerpunt was. Bereikbaarheid impliceert voor ons dat er voldoende en adequate parkeergelegenheid in het centrum is teneinde de centrumontwikkeling tot volle ontplooiing te laten komen. Dit betekent dat wij tegen deze motie zullen stemmen. Overigens maak ik de kanttekening dat ik geschrokken ben van het aantal onderzoeken dat in de diverse door het college overgenomen moties begrepen zit. Ik wens het college bij deze veel sterkte en wijsheid toe bij de prioriteitsstelling.
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
81
Hierna wordt motie 33 bij handopsteken verworpen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, SP, HH en HA hebben voorgestemd. Hierna stelt de VOORZITTER aan de orde de besluitvorming over: 4. Voorstel tot het vaststellen van: b. de Programmabegroting 2008 (inclusief de bijbehorende 1e begrotingswijziging 2008): Raadsvoorstel 100. Voorstel 4a wordt bij handopsteken aangenomen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fractie van de SP hebben tegengestemd. m. de Verordening Brandweerrechten Helmond 2008 Raadsvoorstel 101; n. de Verordening Hondenbelasting Helmond 2008 Raadsvoorstel 102; o. de Legesverordening Helmond 2008 Raadsvoorstel 103; p. de Verordening Marktgeld Helmond 2008 Raadsvoorstel 104; q. de Verordening Onroerende-zaakbelastingen Helmond 2008 Raadsvoorstel 105; r. de Verordening Precariobelasting Helmond 2008 Raadsvoorstel 106; s. de Verordening Reinigingsheffingen Helmond 2008 Raadsvoorstel 107; t. de Verordening Rioolrechten Helmond 2008 Raadsvoorstel 108; u. de Verordening Parkeerbelasting Helmond 2008 Raadsvoorstel 109; v. de Verordening Reclamebelasting Helmond 2008 Raadsvoorstel 110; w. de Grondprijzen van Woningen enBedrijventerrreinen 2008 Raadsvoorstel 111; De voorstellen 4b t/m 4l worden bij handopsteken aangenomen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fractie van de SP hebben tegengestemd. 5. Voorstel tot vaststelling van het subsidieprogramma Jeugd, Zorg en Welzijn en Sport 2008 Raadsvoorstel 112. De VOORZITTER: Dames en heren! Ik wijs u op het corrigendum, waarin enkele wijzigingen staan aangegeven. Voorstel 5 wordt bij handopsteken aangenomen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fractie van de SP hebben tegengestemd. 6. Voorstel tot het vaststellen van het programma Kunst en Cultuur 2008 Raadsvoorstel 113. Voorstel 6 wordt bij handopsteken aangenomen, waarbij de VOORZITTER constateert dat de aanwezige leden van de fractie van de SP hebben tegengestemd. De VOORZITTER: Dames en heren! Wij zijn aan het eind van deze begrotingsvergadering gekomen. Ik zeg u allen dank voor uw inbreng en uw attentie gedurende deze toch wat lange zit, wegens de vele stukken
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
82
waarover u had te besluiten. Ik nodig u graag uit om met ons het glas op deze begrotingsvaststelling te heffen in ‘t Parlement. Hierna sluit de VOORZITTER, om 21.36 uur, de vergadering. Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 8 januari 2008 De raad voornoemd, De voorzitter,
Notulen gemeenteraad, 8 november 2007
de griffier,
83