1
Langetermijnvisie
KVC Jong Lede Jeugd
Visie KVC Jong Lede
2
VOORWOORD Beste trainer, KVC Jong Lede is verheugd om te kunnen samenwerken met u! Met dit document willen we een breed kader creëren waarin elke trainer comfortabel kan werken. In een eerste deel worden de extra-sportieve afspraken opgesomd. In een tweede luik wordt de sportieve lijn uitgewerkt. Binnen deze context kan elke trainer zijn eigenheid en specifieke aanpak nog perfect invullen. Onderstaande tekst wil een duidelijke lijn vastleggen die typisch is voor KVC Jong Lede. Deze is uiteraard gebaseerd op de richtlijnen van de KBVB inzake jeugdvoetbal, weliswaar aangevuld en verfijnd met de specifieke (voetbal)kijk van de club. Dat zal zich zowel op als naast het veld vertalen in een herkenbare huisstijl. Wij streven naar attractief en vermakend voetbal waarin als rode draad het Tiki Taka van Bayern Munchen met lopende driehoeken het stokpaardje is. Ouders en spelers kunnen van elke trainer dezelfde afspraken verwachten. Er wordt tevens doorheen de verschillende leeftijdscategorieën verder gebouwd op mekaar. Op deze manier kunnen wij al onze spelers en ouders een kwaliteitsvolle omgeving aanbieden die in de regio opvalt. Bovenal wil de club continuïteit nastreven, en zo op lange termijn succesvol zijn. Ongetwijfeld zal dit document niet elk probleem kunnen oplossen en/of voorkomen. Regelmatig vergaderen en informeel overleggen blijft noodzakelijk. Bij problemen van elke aard kan je steeds terecht bij de algemene coördinator. De sportief verantwoordelijken staan ter beschikking om de voetbal specifieke vragen en problemen samen te bekijken en op te lossen. Wij hopen samen met elk van jullie een geslaagd, leerrijk en spetterend voetbalseizoen 2015-2016 te kunnen beleven! Veel lees- en studieplezier…
Met sportieve groeten, De coördinatoren.
Visie KVC Jong Lede
3
DOELSTELLINGEN JEUGDOPLEIDING KVC JONG LEDE De vereniging heeft tot doel het verzorgen van een degelijke en gezonde voetbalopleiding en dit buiten iedere religieuze, filosofische of politieke aanhorigheid om. Het kind staat centraal tijdens de jeugdopleiding en moet vreugde en plezier beleven aan het voetbal. De vorming is hoofdzakelijk gericht op het aanleren van voetbalwijsheid in al zijn facetten. De algemene voetbalontwikkeling op lange termijn is belangrijker dan het korte termijn resultaat. Het kind moet tijdens de jeugdopleiding voldoende ruimte krijgen voor het ontwikkelen van de eigen creativiteit en voor het nemen van initiatief. Daardoor kan het zelfstandig problemen leren voorkomen en oplossen. Belangrijke waarden worden niet uit het oog verloren; discipline, stiptheid, respect, beleefdheid, enz… We willen naast creativiteit ook herkenbaar voetbal brengen, dat zich doorheen de volledige jeugdopleiding progressief ontwikkelt tot totaalvoetbal. Op deze manier kunnen kinderen bij elke trainer steeds terugvallen op wat ze al kennen. Als rode draad door de ganse opleiding loopt : inspelen – demarkeren – lopende driehoeken (visie Bayern). Onze opgroeiende jeugdspelers moeten de kans krijgen om te leren uit fouten en zich met bijstand van hun trainers en begeleiders te verbeteren. De jeugdspelers moeten zich een schakel in de ploegsport voelen en dit moet niet alleen op voetbalgebied aangemoedigd worden. Ook in de algemene omgang wordt het teamgebeuren benadrukt; het bevorderen van de vriendschap, het respect en verdraagzaamheid tussen leden en sympathisanten. We willen zoveel mogelijk spelers uit de eigen jeugdopleiding en de gemeente Lede of zijn buurtgemeenten laten doorgroeien naar het eerste elftal. Zodoende wordt de band tussen de bevolking/supporters en de club nauwer aangehaald. Via onze visie en missie trachten we de jeugdopleiding te optimaliseren en zodoende de jeugdspelers een hoogwaardige voetbalopleiding te geven. Met gediplomeerde voetbaltrainers en pedagogisch geschoolde trainers moet dit ervoor zorgen dat KVC Jong Lede één van de beste voetbalopleidingen heeft uit de omgeving. Graag willen we attractief en aanvallend voetbal brengen waarin technische verzorgdheid van groot belang is. We willen onze spelers opleiden tot individueel en collectief slimme en vaardige voetballers, die een gezonde winnaarsmentaliteit hebben.
Visie KVC Jong Lede
4
Inhoudstafel A. Extra-sportief 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Overzicht van trainingsdagen Overzicht van wedstrijddagen Organigram KVC Jong Lede Structuur- Organisatie Organigram jeugdbestuur Organigram technische staf jeugd Functieomschrijving TVJO en jeugdcoördinator Technische staf jeugd Doelstellingen trainers Taakomschrijving ploegafgevaardigden Afspraken ouders en spelers Procedure mails, communicatie Procedure afgelastingen Scheidsrechters voor onder- en middenbouw Scoutingsprocedure
p6 p7 p8 p 9-12 p 13 p 14 p 15-16 p 17 p18-19 p 20-22 p 23-24 p 25 p 26 p 27 p 28-29
B. Sportief 1. 2.
3.
4.
5.
Vijf algemene leerprincipes voor de trainingen Richtlijnen trainingen 2.1. U6 2.2. U7 2.3. Samenvatting einde debutantjes 2.4. U8 2.5. U9 2.6. Samenvatting einde duiveltjes 2.7. U10-U13 2.8. U15 2.9. U17 -U19 2.10. Periodisering bij U17-U19 Richtlijnen wedstrijden 3.1. U7 3.2. U8 3.3. U9 3.4. U10 – U13 3.5. U15 – U17 Coachingswoorden 4.1. U7 4.2. U8 - bovenbouw Uitvoetballen 5.1. U7 5.2. U8 en U9 (basis)
Visie KVC Jong Lede
p 30 p 33 p 35 p 37 p 38 p 40 p 42 p 43 p 48 p 51 p 54 p 62 p 63 p 64 p 65 p 66 p 68 p 69 p 70 p 71 p 72
5 5.3. U9 (uitbreiding 1) 5.4. U9 (uitbreiding 2) 5.5. Basis U10, U11, U12 en U13 (8-8) 5.6. Uitbreiding U10, U11, U12 en U13 (8-8) 5.7. Uitvoetballen bovenbouw 6. Standaardopwarming 6.1. U7 6.2. U8 6.3. U9 6.4. U10 – U13 6.5. U15 – U17 7. Standaardsituaties 7.1. Inworp voor bij onderbouw (5-5) 7.2. Inworp voor bij middenbouw en bovenbouw 7.3. Hoekschop voor bij onderbouw (5-5) 7.4. Hoekschop tegen bij onderbouw (5-5) 7.5. Hoekschop voor bij middenbouw (8-8) 7.6. Hoekschop tegen bij middenbouw (8-8) 7.7. Hoekschop voor bij bovenbouw (11-11) 7.8. Hoekschop tegen bij bovenbouw (11-11) 8. Positieprofiel KVC Jong Lede Jeugd 8.1. Basistaken per positie 8.2. Eigen interpretatie basistaken per linie B- en B+ 9. 9.1 Doelwachtersopleiding Drugpreventie Medische begeleiding
Visie KVC Jong Lede
p 74 p 75 p 76 p 78 p 79 p 81 p 84 p 86 p 89 p 92 p 95 p 97 p 98 p 100 p 101 p 103 p 104 p 106 p 109 p 114 p 116 p 117 p 199-126
6
A. EXTRA-SPORTIEF
1. Maandag
Ter.
Kleedk.
U6
18u00 - 19u00
Zaal
SMC
U7
18u00 - 19u15
B
U8
18u00-20u00
Zaal
U9 U10
Dinsdag
Ter. Kleedk.
OMG 18u00-19u30
18u00 - 19u30
OVERZICHT TRAININGEN 2015 - 2016 Woensdag
Ter.
Kleedk.
17u00 - 18u00
Zaal
SMC
18u00 - 20u00
Zaal
SMC
18u00-19u30
B
B
C
18u00 - 19u30
Donderdag
Ter. Kleedk.
18u00-19u30
B
18u00-19u30
C
18u00-19u30
C
GU12
18u00 - 19u30
D
18u00 - 19u30
D
PU12
18u00 - 19u30
D
18u00 - 19u30
D
GU13
18u00-19u30
D
18u00-19u30
D
PU13
18u00-19u30
D
18u00-19u30
D
GU15
19u30 – 21u00
D
19u30-21u00
D
PU15
19u30-21u00
D
19u30-21u00
D
GU17
19u30 - 21u00
C
19u30-21u00
C
PU17 U21 + Bel
19u30 - 21u00
C
19u30-21u00
C
C
19u30 - 21u30
B
7+9
19u30 - 21u30
B
7+9
19u30 - 21u30
C
8 + 10
19u30 - 21u30
C
8 + 10
18u00 - 20u00
*Maandag 17u30 – 18u00 looptraining u10en u13. * Dinsdag 17u30-18u00 looptraining u11 en u12.
Visie KVC Jong Lede
Ter.
18u30-19u30
C
18u30-19u30
C
19u30 - 21u30
C
Kleedk.
C
U11
A kern Keepers 17u45 - 19u15
Vrijdag
C
8 + 10
7
2. Overzicht wedstrijden 2014 - 2015 Zaterdag 1
ZO
Ploeg
Kleedkamers Lede
Terrein Bezoekers
10u00
PU13 + PU12
B
10u00
GU17
D
14u30
PU21
D
13u00
PU8A + PU9A
B
13u00
GU7A
B
15u00
PU8B + PU9B
B
15u00
GU7B
B
15U00
1ste ELFTAL
10u30
PU15
B
10u30
PU17
C
10u30
GU15
D
13u00
GU10
B
13u00
GU11
B
13u00
GU13 + GU12
C
15u00
PU10
B
15u00
PU11
B
15u00
GU8
A
20U00
BELOFTEN
1+2
5+6
A
Zaterdag 2
VRIJ
Visie KVC Jong Lede
1
5
B
8
3. Organigrammen KVC Jong Lede Raad Van Bestuur
Voorzitter Rudi Van Limbergen
Sportief -commercieel manager Georges Arts
Secretaris Roland Creutz
Gerechtigd correspondent
Schatbewaarder
Eddy Van Hauwermeiren
Dillen Leon
Leden Herman Uyttenhove – Mertens Dirk – De Geyter Erwin – Buggenhout Jan
Sportieve cel club
Stemgerechtigde leden Arts Georges (sportief Manager) - Scheiris Dany (TVJO)
–
Creutz Roland (secretaris)
Buggenhout Jan (Bestuurslid) - Verleysen Peter (Coörd onderbouw) – Hans Joos (Coörd bovenbouw) Niet Stemgerechtigde Rudi Van Limbergen (Voorzitter)
Visie KVC Jong Lede
9
3 a. Structuur van de organisatie Raad van Bestuur : De raad van bestuur bestaat uit 9 leden welke juridisch verantwoordelijk zijn. Deze leden komen minstens 1 keer per jaar samen. Leden: Rudi Van Limbergen – Roland Creutz – Leon Dillen – Dirk Mertens – Jan Van Buggenhout – De Geyter Erwin – Uytenhove Herman Taak: De Raad van Bestuur houdt toezicht op de werking van het Dagelijks Bestuur. Dagelijks bestuur: Samenstelling: - Rudi Van Limbergen, voorzitter - Arts Georges, manager - Eddy Van Hauwermeiren, gerechtigd correspondent-AVJO - Leon Dillen, penningmeester - Roland Creutz, secretaris - Dirk Mertens, lid - jeugdtrainer - Jan Van Buggenhout, lid - Uyttenhove Herman, lid
3.a Functiebeschrijving Specifieke taken voorzitter: - adviserend, coördinerende taken uitvoeren om een club optimaal te laten werken (beslissingen nemen aangaande terreinverzorging – onderhoudswerken … - instaan voor de uitvoering van en toezicht houden op de uitvoering van korte- en lange termijndoelstellingen van de club - voorstellen en/of beslissingen van de sportieve cel voorleggen - PR-relations onderhouden en uitbreiden Specifieke taken van de algemeen manager: - gehele coördinatie/leiding - representatie - ledenwerving medewerkers Visie KVC Jong Lede
10 - ledenwerving spelers in samenspraak met de sportieve cel en financiële cel - vertegenwoordiging in en buiten rechten van de vereniging (samen met de secretaris)
Specifieke taken van de secretaris (gerechtigd correspondent) - verenigingsadministratie met uitzondering van de ledenadministratie - officiële correspondentie voor de vereniging - behandeling in- en uitgaande post - uitnodigingen vergaderingen, agenda, notulen, bestuursmededelingen op publicatiebord - voorbereiding vergaderingen - contactpersoon K.B.V.B. (strafzaken – wedstrijdformulieren) - ongevallenadministratie - behandeling in- en uitgaande post - uitnodigingen vergaderingen, agenda, notulen, bestuursmededelingen op publicatiebord - voorbereiding vergaderingen - contactpersoon K.B.V.B. (strafzaken – wedstrijdformulieren) - ongevallenadministratie
Specifieke taken van de penningmeester: - beheer geldmiddelen - opmaken conceptbegroting en –jaarrekening - boekt inkomsten en uitgaven - verzekeringen (ongevallen e.d.) Besluitvorming: Het dagelijks bestuur bestaat 9 leden waarvan minimum 2 personen uit de JO. Het dagelijks bestuur vergadert wekelijks en alle leden van het DB hebben beslissingsrechten. Beslissingen worden genomen door handopsteking of bij persoonlijke belangen via geheime stemming. Bij gelijkheid van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
Visie KVC Jong Lede
11
3 b. Structuur van de sportieve cel Sportieve cel : Samenstelling 2 permanente leden: Arts Georges –Scheiris Dany Hoofdverantwoordelijken: Arts Georges (sportief manager) en Scheiris Dany (TVJO) gemachtigde leden: Arts Georges (sportief manager à – Scheiris Dany (TVJO) – Creutz Roland (secretaris) – Verleysen Peter (Coördinator onderbouw)- Jan Van Buggenhout (bestuurslid) - Hans Joos (Coördinator bovenbouw) Adviserend lid: Rudi Van Limbergen (voorzitter) Stemrecht enkel voor de zes gemachtigde leden Bij gelijkheid heeft de voorzitter de beslissende stem Taken: - samenstelling van trainersstaf voor junioren & senioren - indelen, opvolgen en evalueren van de spelers welke behoren tot leeftijden U21 en ouder - opstellen, coördineren en bewaken van het sportief beleid - formuleren en bewaken van de voetbalvisie van de club en het profiel van de hoofdtrainers (1e elftal en jeugdopleiding) - samenstellen van spelerskern welke de visie van de club kan waarmaken en tot de financiële mogelijkheden van de club behoort (toezien op de verhouding externe spelers / eigen jeugdspelers) - vastleggen van de financiële middelen welke nodig zijn om de specifieke doelstellingen te realiseren - toezicht houden op de mogelijkheid dat eigen jeugdspelers zich verder kunnen ontplooien tot volwaardige seniorspelers.
Besluitvorming Visie KVC Jong Lede
12 De sportieve cel is samengesteld uit 7 leden met 2 permanente leden en 5 gemachtigde leden met nog 2 adviserende leden hoedanigheid van hun huidige functie. De sportieve cel vergadert steeds op tweede maandag van de maand om 20u00. De 2 permante leden hebben wekelijks bijeenkomst op maandag te 20u00. De hoofd(eind)verantwoordelijken ( 2permanente leden) blijven in functie tenzij zij ontslagnemend zijn. De 5 gemachtigde leden hebben eindverantwoordelijkheden aangaande de samenstelling van de spelerskern en invulling van de sportieve functies. Zij komen minstens één maal per maand ( tweede maandag )samen. Zij kunnen autonoom & zelfstandig beslissen.
Visie KVC Jong Lede
13
Jeugdbestuur
4.Organigram Jeugdbestuur
Dienstdoend voorzitter Erik De Loose Steven Verbeiren Secretaris Eddy van Hauwermeiren
Joachim Uyttersprot Bruno Malfroy
Financieel verantwoordelijke Eric de Loose
Daan Ceulemans Jurgen Van Nieuwenborgh
Bestuursleden
Ortwin de Vlieger Tom Vergauwen Alain Parmentier Chris De Wolf Wouter De Windt Michael Vinck
Visie KVC Jong Lede
14
5.Organigram technische staf Jeugd.
Jeugdbestuur
Dany Scheiris
Eddy Van Hauwermeiren Administratief Coördinator
TVJO
Sportief coördinator Onderbouw
Sportief coördinator Middenbouw
Peter Verleysen
Mertens dirk
Verbeiren Steven jeugdmanager
J
Sportief coördinator Bovenbouw Joos Hans
Looptrainer Eeckhout Kathleen Keepertrainer Eeckhout Kurt De Bock Patrick
U15
U6 Björn De Bruycker Frederik Eeckhout
U10
Zwart Nick
Nuengi Patrick
Van Der Putten Jens
De Paepe Gunther
Moreels Danny
U17 U7 D'Hondt Kris Stroobant Yorick Troch Jordy
U8 Daem Alex De Vreese Vincent
U11
Van Den Steen Mathias
De Windt Patrick
Mertens Dirk
Baten Peter
U12 Van Burm Bernard Galle Tom
De Corte Jan
U13 U9
Ceulemans Daan
Verleysen Peter
Fleurinck Roger
Franckx Gregory De Ridder Kris
Dirk Van der Eecken
Sociale cel Ombudsman Chris De Wolf
Medische cel Dr. Holvoet J -Kine Verbeken Vincent – Psych Hallemans Karen
Visie KVC Jong Lede
15
4. Functiebeschrijving TVJO en jeugdcoördinatoren KVC Jong Lede 4.1. De TVJO: 1.
2.
3.
4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
12. 13. 14.
Is hoofdverantwoordelijke voor de toepassing en de controle op het naleven van het sporttechnische beleid dat door de club werd opgesteld. Hij woont regelmatig trainingen en wedstrijden bij. Zo heeft hij zicht op het naleven van het leerplan en de verticale samenhang tussen de categorieën. Dat geldt van U6 t/m U17. De TVJO bewaakt zo de langetermijnvisie en draagt deze visie uit. Hij zorgt ervoor dat elke trainer deze visie kent. Hij kan een demotraining geven indien nodig, en stelt eventueel documentatie ter beschikking van de trainers. Is verantwoordelijk voor een vlotte organisatie van de opstart van het seizoen. Hij zorgt ervoor dat alles vlot verloopt ivm trainingsmateriaal voor de trainers, kleedkamerbezetting in de praktijk checken, wedstrijduitrustingen, ploegen trainen op het juiste terrein… Hierbij krijgt hij de steun van Eddy van Hauwermeiren (kleedkamers, terreinen) en Steven (kledij en materiaal). Wordt bijgestaan door 1 of meerdere jeugdcoördinatoren die elk belast zijn met de dagelijkse gang van zaken van onder-, midden- of bovenbouw. Hij wordt door deze JC’s op de hoogte gehouden van alle communicatie binnen de verschillende clusters. Stelt samen met de JC’s de kernen voor het volgende seizoen samen. Stuurt in dit opzicht de scouting en coördineert de ‘trainingen voor talenten’. Evalueert de trainers samen met de JC’s. Stelt samen met de JC’s ook de trainers aan, zowel voor de ploegen als voor de specifieke trainingen. Hij streeft naar invulling van deze posten tegen begin april. Zorgt voor opvolging van de afwezigheden bij de trainers. Stelt, in samenspraak met de JC’s, een duidelijke procedure op die te volgen is bij afwezigheid. Zorgt voor uniformiteit binnen de ploegen en tussen de ploegen (afspraken ouders, kledij, beleefdheid,…). Zorgt voor een correcte interne communicatie. Hij onderhoudt nauwe contacten met de trainers en JC’s enerzijds (trainersvergaderingen) en legt anderzijds verantwoording af aan het jeugdbestuur. Volgt ernstige problemen met spelers/ouders op. Hij neemt in overleg met de JC’s beslissingen hieromtrent. Neemt een coördinerende rol op zich voor de voetbalkampen. Hij zorgt ervoor dat er een goed programma is en dat dit door de trainers opgevolgd wordt. e Zorgt voor de belangen van de jeugdopleiding binnen de sportieve cel van het 1 elftal. Hij heeft een e adviserende rol voor het doorstromen van jeugdspelers U17 naar de beloften en/of het 1 elftal. Hij e zorgt ervoor dat de sportieve leiding van het 1 elftal op de hoogte is van het jeugdbeleid. Stimuleert de trainers tot het volgen van opleidingen, symposia, nascholingen,… Woont de nodige vergaderingen bij van de KBVB, VFV, de gemeente,… Financiële aangelegenheden behoren niet tot de verantwoordelijkheid van de TVJO.
Visie KVC Jong Lede
16 4.2. De jeugdcoördinatoren: 1.
2. 3. 4. 5. 6.
7.
Is verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van het sportieve beleid voor zijn jeugdteams. Hij volgt regelmatig de trainingen en de wedstrijden van deze teams. Op deze manier volgt hij of de categorieën doorheen de jaren werken i.f.v. het jeugdbeleidsplan. Hij houdt de TVJO hiervan op de hoogte. Informeert de trainers omtrent problemen en positieve punten die hij opmerkt. Hij kan dit doen via regelmatige informele gesprekken, als ook tijdens de trainersvergaderingen. Hij geeft regelmatig voetbaltechnische ondersteuning en tips aan de trainers, zowel op gebied van trainingen als op gebied van wedstrijden. Hij zorgt voor een verantwoord schema voor het tussenseizoen voor zijn jeugdteams. Stelt samen met de TVJO de trainersstaf samen en evalueert hen ook mee. Zorgt mee voor de evaluatie van de spelers. Hij bepaalt in overleg met de trainers welke spelers weg mogen/moeten en welke spelers/profielen erbij moeten komen. De JC stelt dus in overleg met de trainer en de TVJO de kern samen voor het volgend seizoen. De JC is het eerste aanspreekpunt voor de trainer en de ouders indien er problemen zijn. Hij licht steeds de TVJO in i.v.m. deze problemen. Bij ernstige problemen overlegt hij steeds met de TVJO ivm te nemen beslissingen.
Visie KVC Jong Lede
17
5. Overzicht technische staf 2015-2016 Jeugd TVJO Jeugd KVC Jong Lede: Dany Scheiris GSM : 0474/290.213 U6
Frederick Eeckhout
U6
Bjorn De Bruycker
U7
Kristof D’hondt
(0479 89 97 76)
U7
Jordy Troch
(0478 13 78 73)
U7
Yorick Stroobant (0474 60 71 85)
U8
Alex Daem (prov) (0496 81 61 57)
U8
Vincent De Vreese (prov)
U8
De Corte Jan (0499 42 42 02)
U9
Peter Verleysen (prov)
(0475 31 27 45)
U9
Kris De Ridder (prov)
(0475 29 69 97)
U9
Franckx Gregory (0489 81 21 13)
U10
Van Der Putten Jens (prov) (0473 73 68 34) Gits Andy
U10
Moreels Danny (0474 06 19 66)
U11
De Windt Patrick
(prov)
U11
Peter Baten
(0473 19 14 43)
U12
Bernard Van Burm (prov) (0478 40 95 77)
U12
Tom Galle
U13
Daan Ceulemans (prov)
(0474 86 14 336) De Wolf Chris
U13
Dirk Van Der Eecken
(0476 43 56 98)
U13
Roger Fleurinck
U15
Patrick Nuengi (prov)
U15
Gunther De Paepe (0495 61 35 49)
U17
Mathias Van Den Steen (prov)
U17
Dirk Mertens
[email protected]
(0474 68 08 81)
(0494 04 95 21 )
(0476 87 01 44)
(0477 79 21 92) (0465 43 81 48)
(0474 95 61 28)
(0496 94 27 33)
Reserve trainers: Mertens Christoff , Joos Hans , Vollaert Sven , De Troys Bart, Roelandt Peter, Looptrainer: Kathleen Steenhaudt
(0494 45 29 08)
Keeperstrainer : Kurt Eeckhout (0498 77 97 36 )
Visie KVC Jong Lede
18
6.DOELSTELLINGEN TRAINERS KVC Jong Lede
Trainers moeten een positieve ingesteldheid hebben wat wil zeggen dat ze de spelers ook discipline bijbrengen en begrijpen dat opleiden belangrijker is dan resultaten. -
Dat ze instaan voor technisch verzorgd en aanvullend voetbal.
-
Dat ze eveneens instaan voor verplichte opbouw van achter uit tot de U15.
-
Trainers geven demo aan de kinderen en bemoedigen ze steeds positief.
-
CONCREET: U7 – U9 :
•
Steeds gebruik maken van basistechnieken.
•
Dribbels nooit verbieden.
•
Ze vooral de 1-1-situatie leren overwinnen.
•
Naar de U9 toe langzaam aanleren van samenspel en korte passing.
•
Wedstrijden spelen we steeds in enkele ruit waarin we roteren (doorschuiven).
•
Doelmannen kunnen vaste doelmannen zijn als ze echt de wil hebben enkel in het doel te willen spelen, maar anders wisselen we onder de spelers.
•
Doelmannen moeten wel steeds betrokken worden bij de opbouw.
•
Ze stelselmatig aanleren naar de U9 toe dat bij balbezit ze de ruit groot maken en bij balverlies de ruit klein maken. Alle oefeningen op de training zodanig geven naar scoren toe, want voor die kleine kinderen blijft scoren altijd het hoogste punt.
-
CONCREET : U10-U13 :
•
Blijf ook in deze categorieën gebruik maken van de basistechnieken. Al moet men ze hier al aanleren voor ze te gebruiken in beweging en samenspel.
•
Ook het leren gebruiken van diepe passing kan er langzaam ingeslepen worden.
•
Spelen en opleiden in dubbele ruit om de kinderen uit te spelen naar hun beste kwaliteiten (opleiden naar posities toe).
Visie KVC Jong Lede
19 •
Het zeker eveneens aanleren van het nut van de collectieve pressing. Ook hier is opleiden belangrijker dan winnen al moet je hier de winning spirit er inbrengen maar niet ten koste van je opleiding naar attractief en aanvullend voetbal toe.
•
Opbouw van achter uit blijft primordiaal al leert men dat bij druk op de bal soms een lange juiste passing een doeltreffende oplossing is.
- CONCREET :U15-U21:
•
STOKPAARDJE hier is spelen en demarkeren. Dit zowel bij balbezit (ruimte maken) als bij balverlies (persing).
•
Trainen op snelheid van uitvoering.
•
We trainen en spelen naar het 1-4-3-3-systeem omdat dit het spel tot het meeste driehoekcombinaties leidt.
•
Bij U17 en U21 kan er eventueel ook overgegaan worden naar een ander systeem met name naar het principe waar eerste elftal in speelt.
•
Looptrainingen op snelheid en uithouding dienen aan bod te komen.
•
Krachttraining mag zeker niet bij U15 (morfologie).
•
Gebruik basistechnieken nu in de wedstrijdvormen en op snelheid van uitvoering.
-
Trainers werken in beleidsvisie van de club.
-
Trainers werken volgens jaarplan en maandplan van de club.
-
Trainers dienen steeds de gegeven training op papier te zetten (beschikbaar standaardformulier) en te bezorgen aan de TJVO (aanleggen bib).
Visie KVC Jong Lede
20
7.Taakomschrijving van de ploegafgevaardigde A. Thuiswedstrijden
Voor de wedstrijd:
Scheidsrechter
Opvang van de scheidsrechter, drankje aanbieden, begeleiden en informeren naar bijkomende wensen. Oplossing geven aan eventuele tekortkoming(en). Betaling van de onkostenvergoeding. Tijdstip vragen voor controle schoeisel en identiteitscontrole. Scheidsrechterblad opvolgen identiteitspapieren van beide teams aan de scheidsrechter bezorgen. Namen van de spelers benoemen en hun nummering meedelen voor de wedstrijd tijdens de controle van de scheidsrechter. Uitnodigen op de receptie of kantine na de wedstrijd.
Ploeg
Tijdens de wedstrijd:
Toezicht binnen de neutrale zone. Verzorging van de gekwetste spelers. Andere wedstrijdballen ter beschikking houden. Noteren van spelersminuten.
Bij de rust:
Het elektronisch scheidsrechterblad op tijd invullen. Opvang van de bezoekende ploeg : kleedkamer aanwijzen en scheidsrechterblad opvolgen. Flessen water meegeven. Aanduiden speelveld en plaats voor warming-up. Opvang van de eigen spelersgroep: verzamelen identiteitspapieren, invullen scheidsrechterblad, uitrusting verdelen. Kleedkamer sluiten, inclusief kleedkamer van de scheidsrechter.
Begeleiding van de scheidsrechter, drankje aanbieden. Water en evt. drankbekertjes voorzien voor beide ploegen.
Na de wedstrijd:
Wedstrijdtruien verzamelen en natellen. Scheidsrechterblad goed nakijken en afsluiten. Identiteitspapieren terugbezorgen. Drankbonnetje voorzien voor spelers, afgevaardigde en trainer. Gastheer spelen voor de scheidsrechter.
Visie KVC Jong Lede
21
Kleedkamer als laatste verlaten en zorgen dat deze netjes wordt achtergelaten.
B. Uitwedstrijden
Verzamelen op parking. 10 minuten voor het afgesproken vertrekuur proberen aanwezig te zijn. Ballen en truitjes meenemen. Verantwoordelijkheid dragen voor een rustige houding van de spelersgroep voor vertrek en bij aankomst.
Voor, tijdens en na de wedstrijd:
Meestal dezelfde taken als bij thuiswedstrijden; uitrusting, scheidsrechterblad, spelers verzorgen bij kwetsuur, noteren van speelminuten, truitjes natellen, kleedkamer als laatste inspecteren en netjes achterlaten. Drankbonnen kopen en rekening indienen in kantine bij Johnny en Marleen.. De terugreis met de hele groep aanvangen. Controle op aanwezigheid alle spelers, coördineren plaatsen in wagens in samenspraak met ouders. Scheidsrechterblad afgeven in kantine.
C. Taken los van de wedstrijd
Verslag uitbrengen bij de verantwoordelijken indien er zich onregelmatigheden of opmerkelijke feiten hebben voorgedaan. Aanwezig zijn op de vergadering van de afgevaardigden.
D. Taken specifiek aan bepaalde leeftijdscategorieën
Uitzetten en weer opruimen van de terreinen bij onderbouw. Helpen bij aan- en omkleden, ouders komen in principe de kleedkamer niet binnen, behalve bij U7. Veters helpen strikken. Trainingsvestjes helpen aantrekken na invalsbeurten. Toezicht houden tijdens het douchen.
E. Enkele aandachtspunten
Indien geen scheidsrechter komt opdagen, moet eerst de vraag gesteld worden aan de bezoekende ploeg of zij een vervanger kunnen aanstellen. Indien negatief dient de thuisploeg voor een aanduiding te zorgen. De sportieve begeleiding en wedstrijd-coaching behoort NIET tot de taken van de afgevaardigden. Dit sluit evenwel positieve aanmoedigingen tijdens de wedstrijd niet uit, integendeel! De afgevaardigde is een clubvertegenwoordiger. Hij verzorgt het imago van vele medewerkers, spelers en ouders.
Visie KVC Jong Lede
22
8.Orde kleedkamers Om de nodige orde en discipline te handhaven tijdens trainingsdagen, gelden de afspraken die hieronder opgelijst staan. Trainers en afgevaardigden zullen toezien op het nakomen ervan. Wij verwachten dat iedereen zich aan de afspraken houdt.
Voor de training:
Spelers zitten ten vroegste 15 minuten voor aanvang van de training in de kleedkamer Voetbaltassen en schoenen worden onder de banken geschoven Jassen hangen aan de kapstokken Niemand staat recht op de banken of zet zijn (voetbal)schoenen op de banken Er wordt niet geroepen Iedereen blijft rustig zitten in de eigen kleedkamer en wacht daar op de trainer
Na de training:
Voetbalschoenen worden buiten afgeklopt en afgeveegd op de daartoe voorziene plaats Schoenen worden aan de ingang bij de kraantjes afgewassen Het douchemoment is beperkt tot 20 minuten na de training Er wordt met niets (modder, water, drankjes, douchegel,..) gegooid in de kleedkamer of douche Douchen na iedere training is verplicht Badslippers zijn verplicht voor je eigen veiligheid en hygiëne Wanneer je gewassen en aangekleed bent, verlaat je de kleedkamer en de gang van de kleedkamers
Wie zich echt niet aan deze afspraken houdt, mag zich aan een sanctie verwachten. De club hecht veel belang aan een correcte houding op en naast het veld. Wij willen graag zien dat onze spelers zowel op als naast het veld een beleefde en positieve houding aannemen.
Visie KVC Jong Lede
23
9. Afspraken met ouders en spelers A. Inhoud van de trainingen/wedstrijden
Elke speler speelt evenveel tot U9. In middenbouw (u10-13) speelt iedereen minimum 60%. In bovenbouw krijgt elke speler minimum de helft van de speelminuten. Speelminuten worden bijgehouden door afgevaardigde(n) zodat hierover geen discussie kan zijn. Elke speler kan op iedere positie uitgespeeld worden. Op het vlak van training en competitie zullen we op evenwichtige manier vier hoofddoelen nastreven: de ontwikkeling van de motorische (technische en tactische) vaardigheid, een gezonde en veilige competitieve stijl, een positief zelfbeeld en goede sociale vaardigheden. Hierbij zullen we ons laten leiden door de noden van het kind. De indeling van de groepen provinciaal en gewestelijk is het werk van de trainer. Deze beslist (samen met de jeugdcoördinator) wie waar speelt. Deze keuzes worden steeds gemaakt in functie van de optimale ontwikkelingskansen van de spelers. KVC Jong Lede investeert in een degelijke jeugdopleiding. In die zin worden ook trainers zorgvuldig uitgekozen. Wij verwachten van hen dat ze de spelers een goede technische bagage meegeven, hen tactische richtlijnen aanbieden én opvoedkundige waarden bijbrengen. Wij vragen dan ook van ouders en supporters om NIET te coachen en geen goedbedoelde ‘tips’ en aandachtspunten te geven tijdens trainingen en wedstrijden. Indien dit wel gebeurt, zal u door de trainer op een vriendelijke manier gevraagd worden dit niet meer te doen. Bij herhaling zal u door de jeugdcoördinator worden aangesproken.
B. Afspraken/Leefregels in verband met trainingen en wedstrijden. 1. 2.
3.
4.
5.
6.
Trainers worden door de spelers aangesproken met ‘trainer’ en niet met hun voornaam. Verwittig één van de trainers indien je niet kan komen naar een training of wedstrijd. Je kan dit doen per mail of sms. Wij beschouwen dit als een vorm van respect. Indien dit niet gebeurd is bij een training, dan speelt de speler minder minuten tijdens de eerstvolgende wedstrijd. Wanneer er niet wordt verwittigd voor afwezigheid bij een wedstrijd, dan speelt de speler ook de volgende wedstrijd niet mee. Wees op tijd: o 10’ voor de training (aangekleed) is iedereen in de kleedkamer. o Thuiswedstrijd: een uur voor aanvang van de wedstrijd in de juiste kleedkamer tenzij door de trainer anders meegedeeld (info via mail). o Uitwedstrijd: vertrek meegedeeld via mail. Met de club en de sponsors wordt afgesproken dat de spelertjes de juiste kledij dragen op bepaalde momenten. o Zwarte trainingsvest → Training o Witte t-shirt → Training o Groene trainingsvest → Wedstrijd Douchen na de training en na de wedstrijd is verplicht! Dit is deel van een gezonde sportcultuur. Uitzondering kan wanneer u snel weg moet, na afspraak met de trainer. Bij het douchen zijn badslippers aangewezen. Voor de training zitten alle spelers rustig samen in de kleedkamer en wachten op de trainers. Er wordt samen rustig naar het veld gestapt. De training wordt afgesloten met opruimen en een gezamenlijk moment op het veld. Alle spelers gaan na de training rustig naar de kleedkamer. Van hieruit kunnen zij naar huis vertrekken.
Visie KVC Jong Lede
24 7. 8. 9. 10.
11.
12.
13.
Kleedkamers zijn voor alle ouders verboden terrein, zowel op training als op wedstrijd. (voor u7 is 1 ouder toegelaten per speler na de training of wedstrijd). Spelers trainen en spelen steeds met propere voetbalschoenen. Zowel tijdens wedstrijden als trainingen is het dragen van beenschermers verplicht. Dit is belangrijk voor het voorkomen van kwetsuren. De spelertjes geven de trainer en de afgevaardigde een handdruk, uit respect en uit beleefdheid. Wij verwachten niet van hen dat zij dat te pas en te onpas, altijd en overal doen. o Voor een training gebeurt dat in de kleedkamer. Na een training hoeft dit niet. o Bij een thuiswedstrijd gebeurt dit bij het verzamelen in de kleedkamer. Bij een uitwedstrijd doen we dat op de plaats van bijeenkomst. o Na elke wedstrijd verwachten wij ook dat elke speler de trainer en afgevaardigde een hand geeft. Zo weten wij wie al naar huis is. Na een wedstrijd en training worden de voetbaltassen in de kantine op de daartoe voorzien plaats gezet, zijnde rechts op de planken bij de ingang. Indien er geen plaats meer is, verzamelen we de tassen tegen een muur, weg van de in/uitgang. Wij zetten FAIR-PLAY steeds in de kijker. Ouders/supporters en spelers geven geen commentaar op de tegenstander, medespelers en scheidsrechter. Blijf aub altijd kindvriendelijk, positief en sportief. Wij verwachten van iedereen een respectvolle houding naar alle betrokken partijen en willen daarin, als trainers, ook een voorbeeld zijn. Wij verwachten van u dat u ons hierin steunt als ouder/supporter. Resultaat/uitslag van de wedstrijd heeft geen belang. Inzet en uitvoering van wat er op training wordt aangeleerd, zijn dat wel. Daarom zal je ook geen rangschikking vinden van onze jeugdploegen in de kantine.
C. Praktische zaken 14. De trainers zullen in het begin van het seizoen een afgevaardigde per ploeg uitkiezen. Deze afgevaardigde heeft zijn eigen verantwoordelijkheden en taken. Hij/zij krijgt hierover een briefing. Wij waarderen ten zeerste het engagement van deze mensen. De afgevaardigde is echter geen trainer en bemoeit zich nooit met het sportieve. 15. Elke speler ontvangt na de wedstrijd een drankbonnetje van de club. 16. Tijdens een tornooi worden er tussen de wedstrijden door geen frietjes of hamburgers,…. gegeten. Ook ‘energierijke’ dranken zijn niet toegelaten tussen de wedstrijden door. Deze bevatten té veel suikers en zorgen voor nog meer dorst. Dit geldt ook voor de rust tijdens wedstrijden. De club zorgt steeds voor voldoende water. Een uitzondering hierop vormen spelers die om medische redenen extra suikers nodig hebben. 17. Problemen? Spreek de trainers aub aan, bij voorkeur na een training. Zij staan jullie graag te woord. Een trainer wordt nooit na een wedstrijd aangesproken over speelwijze, opstelling en uitvoering. Deze mensen verdienen het ook om op een rustige manier van de wedstrijd na te genieten of te bekomen.
Visie KVC Jong Lede
25
10.Procedure mails, communicatie. De club wil graag volgende afspraken maken ivm het versturen van mails. Onderstaande items zijn bedoeld om duidelijke afspraken te maken voor trainers, spelers en ouders.
Elke trainer verstuurt elke mail die wordt verstuurd naar de ouders ook steeds in cc door naar alle coördinatoren.
Een mail naar een collega-trainer of coördinator wordt steeds verstuurd naar alle adressen die beschikbaar zijn. In dit document kan je een overzicht vinden van de contactgegevens van alle trainers. Op deze manier vermijden we misverstanden ivm mails die niet worden gelezen vanwege verlof, ziekte, niet thuis,…
Alle mails ivm klachten of opmerkingen van ouders die bij een trainer binnenkomen worden steeds direct doorgestuurd naar de coördinatoren. Zo kunnen deze, indien nodig, snel over-leggen met de trainer en eventueel reageren naar de ouders. Probeer steeds een afkoelings-moment in te lassen alvorens te reageren op kritiek of commentaar. Sommige problemen worden ook beter besproken via telefoon of in een persoonlijk gesprek. Ouders zijn dan vaak een stuk voorzichtiger en rustiger in hun aanpak. Onze boodschap komt soms ook beter aan op deze manier. Snel een (boos) mailtje sturen is soms niet de beste manier van communiceren.
Visie KVC Jong Lede
26
11. Procedure afgelastingen en oefenwedstrijden.
Trainingen afgelasten is uitsluitend de bevoegdheid van de algemeen jeugdcoördinator en de jeugdvoorzitter. Wanneer beslist wordt om trainingen af te gelasten, dan plaatst één van beide verantwoordelijken een bericht op een centraal gsm-nummer (0499/36.33.76). Er wordt medegedeeld dat de trainingen afgelast worden op een duidelijk benoemde dag.
Oefenwedstrijden en/of verplaatsingen van wedstrijden (thuis en uit) dienen steeds aangevraagd te worden via Eddy Van Hauwermeiren. Hij heeft een overzicht van de impact van een extra wedstrijd of een wedstrijdverplaatsing op de oefenvelden en de interne organisatie. Wanneer Eddy VH de goedkeuring geeft, dan kan de wedstrijd of de wijziging plaatsvinden.
Visie KVC Jong Lede
27
12. Scheidsrechters onder- en middenbouw De kbvb voorziet geen scheidrechters meer t/m U13. Wij ervaren regelmatig dat deze situatie voor problemen zorgt. Met onderstaande regeling willen wij trachten om een duidelijke situatie te creëren naar alle trainers, spelers en ouders. Het is tevens een sterke oproep tot betrokkenheid van alle ouders. We maken onderscheid tussen onderbouw en middenbouw.
Onderbouw (U6-U9)
1.
Elke trainer stelt voor zijn ploeg een programma op per week waarin één ouder verantwoordelijk is voor het opnemen van de taak als scheidsrechter tijdens de thuiswedstrijden. Dat hoeft niet automatisch te betekenen dat deze ouder ook effectief zelf moet fluiten. Hij kan ook iemand anders aanspreken die deze taak eventueel meermaals op zich wil nemen. Maar… indien blijkt dat er niemand is om de wedstrijd te fluiten dan is deze ouder uiteindelijk de persoon die verantwoordelijk is en de taak op zich dient te nemen. Mocht de betrokken ouder deze taak absoluut weigeren, dan wordt de tegenstander alsnog gevraagd om een scheidrechter te voorzien. Dit kan echter nooit de regel zijn, aangezien de thuisclub duidelijk verantwoordelijk is voor het invullen van deze taak! Het is een laatste redmiddel… Indien na de vorige procedure geen scheidsrechter gevonden is, dan wordt er forfait geven. Een uiterst spijtig zaak, maar op die manier willen we toch enige druk leggen op het vlot(ter) vinden van scheidsrechters voor onze jeugdploegen.
2.
3.
Middenbouw (U10-U13)
13. KVC Jong Lede stelt ‘referee ambassadors’ aan. Dit wordt vanaf nu verplicht door de KBVB. Dat zijn twee mensen die verantwoordelijk zijn voor de ontvangst van de officiële scheidsrechters, en ook zelf regelmatig wedstrijden zullen fluiten. Zij kunnen echter niet alle wedstrijden dekken. De club tracht ook spelers van de kern en/of de beloften warm te maken om een wedstrijdje te fluiten. Bij het begin van de competitie zal duidelijk zijn wie wanneer zal fluiten, en welke wedstrijden geen scheidrechter hebben. 14. Om te vermijden dat er op bepaalde wedstrijden geen scheidrechter is, wordt van elke trainer verwacht dat hij een systeem opstelt om elke thuiswedstrijd een scheidsrechter te hebben. Hoe hij dat doet, is zijn verantwoordelijkheid. Mogelijkheden zijn; beurtrol, vaste scheids in elke maand, verantwoordelijke ouder aanduiden die op zoek gaat,…
Met een goede organisatie die vanuit de trainersstaf wordt aangereikt, en een geëngageerde houding van onze ouders moeten we deze problematiek kunnen aanpakken.
Visie KVC Jong Lede
28
13. Scoutingsprocedure Scouting wordt nogal snel beschouwd als iets negatief. Eigen spelers hebben nogal snel de neiging te denken dat nieuwe spelers hun plaats innemen. Clubs waar we gaan scouten hebben nogal vaak de indruk dat het KVC Jong Lede te doen is om enkel hun betere spelers weg te halen. Nochtans heeft KVC Jong Lede het compleet anders voor. Eerst en vooral wil onze eigen opleidingen elke individuele speler laten trainen en spelen op het niveau dat het best aanleunt bij de talenten of kwaliteiten van de speler zelf. Bij sommige dus gewestelijk, bij andere provinciaal. Onze sportieve staf en de trainers bepalen aan wat soort spelers onze werking nood zal hebben naar het volgende seizoen toe. Ook trainers kunnen tijdens wedstrijden spelers opmerken en doorgeven aan de scouting cel. .Dit zijn enkel spelers (kinderen) die passen in de opleidingsvisie van KVC Jong Lede. De noden en gegevens over de profielen van de te scouten spelers worden gedetailleerd in kaart gebracht en op basis van deze gegevens gaan onze scouts heel doelgericht op zoek. Wanneer de vooropgestelde profielen van spelers worden ontdekt door onze scouts , worden deze uitgenodigd voor drie trainingen met de respectievelijke ploegen. De trainer zal dan samen met cluster coördinator en TVJO beslissen tot het al dan niet aantrekken van de speler. Er wordt enkel gescout voor provinciaal niveau omdat we enkel spelers aantrekken met gelijkwaardige kwaliteiten over kwaliteiten die ons beter maken. We doen dit ook maar in straal van 20 km.
Scouting cel KVC. Jong Lede
Hoofdscout : Scheiris Dany 0474 290 213 – Verantwoordelijke aanwerving : Christophe Mertens 0473 23 68 19 Scouts : Roelandt Peter 0499 35 34 49 Van Troys Bart 0486 51 98 62 Moreels Danny 0474 06 19 66
Visie KVC Jong Lede
29
Beste ouder(s), beste speler, Proficiat! Je bent uitgenodigd op de talentendag van KVC Jong Lede. Onze club staat reeds lange tijd synoniem voor het aanbieden van een kwalitatief hoogstaande voetbalopleiding in en buiten de provincie OostVlaanderen. Wij willen onze naam de komende jaren alle eer aandoen door ook getalenteerde voetballers uit de streek een uitstekende opleiding aan te bieden waarin de individuele ontwikkeling van elke speler centraal staat. Jouw training zal plaats vinden op ……………………………………….van …………………………....uur, op terrein B (Ommeganglaan, 9340 Lede). Je traint mee met onze …………..o.l.v. trainer …………………….. Je wordt 15 minuten voor aanvang van de training verwacht. Gelieve aan onze jeugdcoördinator, Dany Scheiris, te bevestigen of u zal aanwezig zijn op bovenvermelde datum. Mogen wij u beleefd vragen om dit te doen binnen de week na ontvangst van deze uitnodiging. Indien u uw deelname bevestigt, dan ontvangt u van de club nog een herinneringsmail een week voor de talentendag. Heeft u nog vragen? Aarzel dan niet om contact op te nemen. Mag ik u tot slot nog een bijzonder aangenaam en leerrijk voetbalseizoen toewensen bij uw huidige club? Met sportieve groeten, Dany Scheiris 0474/290.213
[email protected]
Visie KVC Jong Lede
30
B. SPORTIEF 1. Vijf algemene leerprincipes voor de trainingen. In ons opleidingsplan is het de bedoeling dat de spelers bepaalde doelen bereiken die bij hun specifieke leeftijdscategorie horen. Er staat duidelijk uitgeschreven wat de spelers moeten kennen. Hoe we dit aanleren en willen bereiken is uitvoerig beschreven, maar is uiteraard grotendeels afhankelijk van wat de individuele trainer aanbrengt op de training. Die wordt verondersteld de lijn van de club aan te houden, zowel in zijn oefenstof als in zijn coaching. Wat onze spelers uiteindelijk effectief hebben geleerd tonen zij in de wedstrijden. Dit kan bij de ene speler langer duren dan bij de andere. De wedstrijd is echter de referentie waaraan we onze trainingen koppelen. Het is als het ware de thermometer van het leerproces. In dit hoofdstuk willen we, los van de specifieke oefenstof, enkele principes meegeven die het leren vergemakkelijken. De spelers zullen misschien wat moeten wennen aan deze manier van werken. Op termijn zullen zij echter veel slimmer trainen en uiteindelijk ook spelen. Tracht regelmatig deze principes in te werken in de training. Het zal de beleving, de concentratie en het leereffect aanzienlijk vergroten. Bij het opmaken van een oefening/training toets je de gekozen oefenstof aan de onderstaande principes. Kan ik misschien iets toevoegen, vervangen ifv één van de uitgelegde principes? 1.1. Actie-na-actie principe Dit principe wil de spelers de reflex aanleren dat zij na het inspelen van de bal, meteen opnieuw oplossingsgericht meedenken met de nieuwe balbezitter. Het uiteindelijke doel is dat in oefenvormen en de wedstrijden de spelers leren om de meest gewenste loop-actie te maken na de actie. Dit kan in alle richtingen zijn, afhankelijk van de bedoeling (vrijlopen, dekking geven, ruimte maken voor een andere speler,…), maar zelden naar de balbezitter toe. Hierdoor wordt zijn ruimte verkleind. Trainingen?
1-1, 2-1, 2-2 waarbij meteen na een doelpunt, na een pass een tweede opdracht volgt. Pasvormen waarbij na het inspelen van de bal een loop-actie volgt (bij voorkeur niet de bal volgen) …
1.2. Als-dan principe Dit principe wil de spelers leren dat de omgevingsfactoren bepalen wat de beste keuze is, en niet altijd wat de speler op voorhand in zijn hoofd had. De speler leert te kijken en te beslissen ifv van wat er rond hem gebeurt. Het handelen wordt afgestemd op wat de medespelers en de tegenstanders doen (juist bewegen tegenover mekaar). Hierbij kan de speler terugvallen op bepaalde ‘automatismen’. Dat lijkt contradictorisch, maar is het niet…Regelmatig trainen op automatismen versnelt het beslissen van de spelers. We willen de spelers met deze ‘kapstokken’ aanleren wat de mogelijkheden zijn. We leren hen wat de verschillende opties zijn. De kunst is om deze automatismen te gebruiken wanneer de situatie dit toelaat en zo de snelheid van de actie omhoog te krijgen.
Visie KVC Jong Lede
31 Trainingen?
Afwerkvormen met een ‘decision-player’ die afhankelijk van de keuze die hij maakt (bv afhaken links of rechts van een verdediger, paslijn links of rechts dichtzetten,…) een andere verloop van de oefening initieert. Pasvorm waarbij de richting van de aanname bepaalt waarheen de pasgever moet doorbewegen. ….
1.3. Boodschap-in-de-pas principe Meestal overziet de speler met de bal de situatie beter dan degene die de bal zal krijgen. Hierdoor is hij het beste geplaatst om een ‘boodschap’ met de bal mee te geven. Hij kan ervoor zorgen dat de actie verloopt langs de kant waar de tegenstander het zwakst staat en er zich de meeste ruimte bevindt. Trainingen?
Verdediger in de rug laten positie kiezen waarna de aanvallende speler zijn medespeler over de juiste kant en in de juiste ruimte aanspeelt. Pasvormen met aanspelen op de verste voet.
1.4. Schaduw-principe Het vrijlopen en aanbieden tussen de linies aanleren is voor een jonge speler niet evident. Je kan de bal voorstellen als de zon. Om niet te verbranden door de zon moet je in de schaduw staan van je tegenstander (in de rug kruipen). Als je rechtstreeks de zonnestralen op je krijgt, dan ben je te dicht bij de zon en zal je verbranden. Er is maar één persoon in de ploeg die echt dicht bij de zon (bal) mag staan, dat is de balbezitter. Na het geven van een pas geeft de balbezitter die eigenschap door aan de nieuwe balbezitter, waardoor de ‘oude’ balbezitter zelf opnieuw ver genoeg van de bal moet blijven om niet te verbranden (= actie na actie principe, speelveld groot maken). In de schaduw = tegenstander kan je niet zien. Te kort bij de zon = de balbezitter heeft te weinig ruimte rond zich. Dit moet op termijn resulteren in spelers die leren om niet in de bal te lopen maar wel links of rechts of weg van de bal te lopen. Zo leren we de spelers zich vrij te lopen tussen de linies of vanuit een positie tussen de linies. Training?
Oefenvormen op balbezit met gerichte coaching (voor-acties) Wedstrijden met opstarten naar bv. Een 9 die uit de rug komt. ….
1.5. Visualiseringsprincipe = cueing Bijna altijd worden de spelstructuren in figuren aangeboden (driehoek, ruit, vierkant,…) die gemarkeerd worden met potjes en/of kegels. Veel beter is om de posities niet meer te markeren, maar wel de balbaan. Dit doen we door het plaatsen van een poortje van 1-2-3 meter waar de bal moet doorgaan.
Visie KVC Jong Lede
32 De spelers moeten zo de posities zoeken, ontdekken en interpreteren door gebruik te maken van hun ruimtelijk inzicht. Het is in het begin echt niet eenvoudig voor de spelers. Je kan dit opbouwen door te starten met kegeltjes, om die dan progressief weg te nemen en te vervangen door enkel potjes die de balbaan weergeven. Op deze manier wordt een oefening een ‘ontdekkingsreis’ voor de spelers waarbij ze actief leren hun positie aan te passen ipv te wachten aan een kegel. Het is een leermiddel voor de trainer om de speler gemakkelijker de transfer te laten maken van een oefening naar de wedstrijd. Het is veel realistischer trainen. Training?
Pasvormen waarbij de balbaan wordt vastgelegd, niet de startposities. Coachen op ruimte laten en bewegen ifv het volgende ‘poortje’. Oefeningen op leiden van de bal en doorgeven aan een tweede speler. Die neemt dan positie in tov het poortje waar de bal door moet. ….
Visie KVC Jong Lede
33
2. RICHTLIJNEN TRAININGEN 2.1. Debutantjes U6 Inhoud
Er wordt een breed motorisch aanbod gemaakt. Alle bewegingsvaardigheden dienen aan bod te komen. Met deze vaardigheden kunnen de spelers als voetballer beter worden. Indien zij na U6 echter een andere sportrichting wensen uit te gaan, hebben zij geen tijd verloren en een brede basis gekregen. Al deze bewegingsvaardigheden kunnen apart aan bod komen, in combinatie(s), in circuits, bewegingsparcours, spelletjes… Alles verloopt steeds in spel- en wedstrijdvormen. Er moet voldoende uitdaging, afwisseling zijn en er wordt gewerkt met win-momenten. Nooit ‘droog’ oefenen of trainen. o heffen en dragen o dribbelen met handen en voeten o trekken en duwen o stappen, kruipen en lopen o vangen en werpen o klimmen en klauteren o springen en landen o draaien en rollen o trappen o glijden o slaan o zwaaien
Naast al deze vaardigheden is er ook al aandacht voor het voetbalspecifieke. o Er wordt vooral gewerkt met de bal in spel- en wedstrijdvormen. o De individuele controle over de bal is prioritair. Bij deze spelertjes draait alles rond ‘ik en de bal’. De bal leren leiden en dribbelen zijn de aandachtspunten. o Uit scoren halen de spelertjes hun motivatie, zowel in 1-1 als in de techniekvormen. o Werken met veel succesbeleving (veel en grote doelen). o Korte oefeningen/wedstrijden. De concentratie is snel weg! o Sporadisch wordt er eens 5-5 gespeeld, bij wijze van kennismaking. Bij voorkeur echter 1-1 en 2-2. o Bij dribbelvoetbal 2-2 coachen we weinig. Laat de spelers hun lichaam, de bal, de ruimte en het voetbalspel zelf ontdekken. Plaats naarmate het seizoen vordert de betere en de mindere spelers bij mekaar. We werken naar een eindvorm 2-2 met volgende herkenbare elementen: Een veld van 10-12.5 m op 16.5-18m. De doelen zijn 2.5-3m breed. 2 duidelijk verschillende ploegjes van 2 (hesjes gebruiken). 5-6’ speeltijd en dan wisselen van tegenstander of een andere oefen- of spelvorm. Er wordt ingedribbeld vanaf de doellijn bij een doelpunt of een achterbal. De tegenstander keert dan terug naar zijn eigen speelhelft en komt pas in beweging als de bal in beweging is. Als de bal over de zijlijn gaat, dan wordt het spel hervat met indribbelen. De tegenstander staat op minimum 3 meter (3 ‘reuzenpassen’). 1 speler mag de bal met de handen pakken in doel. Vooraf afspreken wie dat is (bv. na 3’ wisselen)
De organisatie tijdens de zaaltrainingen staat ifv het thema. Tijdens de buitentrainingen wordt er best gewerkt met een vaste organisatie. Dat is herkenbaar voor de spelertjes en biedt de trainer ook een houvast. Er zijn voldoende terreinen voor 2-2 dribbelvoetbal. Er wordt naast de wedstrijdveldjes een
Visie KVC Jong Lede
34 ‘voetbalspeeltuin’ aangelegd. Dat kunnen verschillende oefenmodules zijn die alle spelers doorlopen in afwisseling met de dribbelwedstrijdjes 2-2. Deze oefenmodules kunnen 1-1 vormen, loop-en tikspelen, werp- en vangoefeningen, mik- en trapspelen, oog-hand coördinatie… zijn.
De spelertjes moeten zich spelend amuseren binnen een brede sportcontext. De trainer spreekt de taal van de kinderen, daagt hen speels uit, prikkelt hun wil om te winnen,… Spreek de kinderen aan met hun interesses (bv. rondlopen als een auto, wolf=tikker,…) en hun leefwereld. Gebruik hun rijke fantasie!
Visie KVC Jong Lede
35
2.2.
Debutantjes U7
Inhoud
Individuele voetbaltechniek met bal (bal leiden, veranderen van richting en snelheid, coerver oefeningen). Snelheid-, reactie- en wendbaarheidsoefeningen zonder en met bal in spel- en wedstrijdvormen. (Loop)coördinatieoefeningen (korte oefn.) Korte passing met linkse en rechtse voet (driehoek en ruit). Controle binnenkant (en ook buitenkant) voet links en rechts. Aanname binnenkant voet bij voorkeur met verste voet (nog niet eisen, wel bekrachtigen indien de speler dit doet, tweede helft seizoen). Afwerken op doel (wreeftrap uitlokken). Tweevoetigheid. Breed motorische sportvaardigheden blijvend aandacht geven; rollen, vallen, klimmen, springen, evenwicht, oog-handcoördinatie, wendbaarheid, trek- en duwspelletjes… Dit is heel belangrijk om de bewegingsvaardigheid te verbeteren. Deze vaardigheden worden stillaan gebruikt ifv het voetbalspel(vb stabiliteit). Coachingswoorden aanleren. Deze kunnen als thema gebruikt worden van een oefening, bv. Oefenvorm en of wedstijdvorm ifv het begrip ‘ruimte’, ‘snelheid’, ‘breed’,… Wedstrijdvormen 1-1, 2-1, 2-2, 2+K/2+K, 3-2, 3-3, 3+K/3+K. o Deze kunnen vrij zijn, maar ze kunnen ook met een opdracht zijn of opstarten vanuit een vaste beginsituatie (vb ifv uitvoetballen). o Spelen met druk van voor, achter, opzij. o Eenvoudige meerderheid (2-1-) leren uitspelen (pas uitlokken). o Initiatie begrip kaatsers (tweede deel seizoen). o Snelle omschakeling na balverovering naar een doel voor de verdediger(s).
Vorm Een training in de zaal duurt 1 uur. Een veldtraining duurt 1u15. Langer trainen bij U7 is nefast voor de concentratie en de kwaliteit. Voldoende afwisseling is noodzakelijk! Elke training voldoet aan volgende vorm.
Opwarming (5’-10’): tikspel met/zonder bal, baltechnische oefeningen in vierkant, overloopspelen, wendbaarheid,… Wedstrijdvorm of partijvorm 1 (10’-15’): Er kan evt. gewerkt worden naar een thema, een probleem met scoren als einddoel. Tussenvorm 1 (10’-15’): Een eerste techniek item. Voldoende afwisseling, uitdaging. Opletten voor ‘droog’ trainen. Punten toekennen, beloningssysteem, na techniekoefening afwerken, win-momenten,… Voetballen moet FUN zijn voor de spelers! Wedstrijdvorm of partijvorm 2 (10’-15’): Verder bouwen op wedstrijdvorm 1. Een opdracht toevoegen, of de vorm complexer/eenvoudiger maken. De spelers herinneren zich nog wat wedstrijdvorm 1 was. Je herhaalt kort de vorige vorm en bouwt voort hierop of je valt terug op een eenvoudigere vorm (indien noodzakelijk). Zo verlies je geen tijd met uitleggen bij de opstart van wedstrijdvorm 2. Tussenvorm 2(10’-15’): Een tweede techniek item. Zorg ervoor dat je bij voorkeur kan verder werken binnen de organisatie van tussenvorm 1. In principe moet je met het bijplaatsen of wegzetten van enkele potjes/kegels onmiddellijk kunnen verder werken. Vermijd al teveel tijdsverlies door het moeten klaarzetten van een nieuwe oefening. Cooling Down en opruimen(5’): Mentaal tot rust komen met een eenvoudige opdracht: penalty, latje of paaltje trap, rustig spelletje, … De spelers helpen mee om alles op te ruimen!
Visie KVC Jong Lede
36 Algemene aandachtspunten
De training moet klaarstaan en starten om 18.00u. De trainer dient zijn materiaal tijdig klaar te zetten. De spelers moeten vaak verplicht worden om keuzes te maken uit meerdere opties, zo leren ze initiatief te nemen en beslissingen te nemen. Niet altijd alles voorcoachen! Gebruik bij correcties regelmatig de ‘Stop-Help’ methode. De trainer legt het spel stil en laat de spelers zelf zoeken naar de fout en de bijhorende oplossing. Na een actie niet stilvallen. Veel spelers veroveren de bal of passeren een man en vallen dan stil. Vanaf nu al op coachen, snelheid behouden! Alle oefeningen worden evenwaardig aangeboden in beide richtingen, voor de linkse en rechtse voet. Lateralisatie is een prioriteit op deze leeftijd. Tweevoetigheid is een logisch gevolg hiervan, maar ook snel leren denken in alle richtingen vloeit hieruit voort. Oefeningen bij voorkeur laten beginnen vanuit beweging. De bal leiden, kijken en dan bal inspelen ipv uit stilstand een oefening op gang brengen. Dit is niet realistisch. Integreer de juiste coachingswoorden. Vermijd filetrainingen. Gebruik vormen waarin iedereen nagenoeg continu in beweging is, met eventueel een vlotte manier van doorschuiven. Inspanningen met hoge intensiteit nooit langer laten duren dan 20 seconden! Naast alle voetbalspecifieke vaardigheden moet er ook regelmatig nog aandacht zijn voor breed motorische sportvaardigheden. Al deze vaardigheden hebben een transfer naar het voetbalspel. De u7 mogen indribbelen.
Visie KVC Jong Lede
37
2.3.
Samenvatting doelen einde debutantjes.
De spelertjes hebben spelend geleerd met FUN als centrale thema, spelend leren! Zij zijn vooral bezig geweest met het verbeteren van hun individuele bewegingsvaardigheden. Stillaan staan deze meer en meer in functie van het voetbalspel.
In een eerste fase spelen onze debutantjes vooral individueel naast mekaar. Zij hebben geen oog voor de anderen; ik en de bal! In een tweede fase beginnen zij tegen mekaar te spelen in eenvoudige vormen (1-1 en 1+K/1+K). Zij leren de bal te manipuleren ifv obstakels, een tegenstander. In een derde fase zullen de betere U7-spelertjes op het einde van het seizoen in staat zijn om al samen te spelen. Dat is echter sterk individueel afhankelijk( van de rijpheid van de individuele speler).
Visie KVC Jong Lede
38
2.4.
Duiveltjes U8
Inhoud
Individuele voetbaltechniek met bal (bal leiden, veranderen van richting en snelheid, coerveroefeningen). Handelingssnelheid opvoeren. Snelheid-, reactie- en wendbaarheidsoefeningen zonder en met bal in spel- en wedstrijdvormen. (Loop)coördinatieoefeningen. Kracht dmv trek- en duwspelletjes, sprongcoördinatie,… Korte en middellange passing met linkse en rechtse voet (driehoek en ruit). Bal voor de man inspelen. Controle binnenkant voet links en rechts. Ook controle van een hoge bal (bv. inworp). Streven naar gerichte controle voor vervolg actie. Balcontrole met de verste voet (indraaien). Afwerken op doel (wreeftrap). Aandacht voor plaatsen steunvoet en doorzwaaien. Tweevoetigheid. Standaardsituaties: inworp en hoekschoppen aanleren (met vervolg naar doel of in wedstrijden). Kopbaloefeningen op aangeworpen bal integreren (gericht, ogen open houden, voorhoofd knikken). Occasioneel herhaling breedmotorische sportvaardigheden; rollen, vallen, klimmen, springen, evenwicht, oog-handcoördinatie, wendbaarheid,… Dit blijft belangrijk om de bewegingsvaardigheid te verbeteren. Deze vaardigheden worden meer en meer gebruikt ifv het voetbalspel. Wedstrijdvormen van 1-1 t/m 5-5. o Deze kunnen vrij zijn, maar ze kunnen ook met een opdracht zijn of via opstarten vanuit een vaste beginsituatie (vb. uitvoetballen, druk zetten,…). o Spelen met druk van voor, achter, opzij. o Meerderheid leren uitspelen (kaatsers,…). o Omschakeling na balverovering naar een doel voor de verdediger(s).
Vorm Een training in de zaal duurt 1 uur. Een veldtraining duurt max. 1u30. Langer trainen bij U8 is nefast voor de concentratie en de kwaliteit. Voldoende afwisseling is noodzakelijk! Elke training voldoet aan volgende vorm.
Opwarming (5’-10’): tikspel met/zonder bal, baltechnische oefeningen in vierkant, overloopspelen,… Wedstrijdvorm of partijvorm 1 (10’-15’): Er wordt gewerkt rond een thema, een probleem met scoren als einddoel. Tussenvorm 1 (10’-15’): Een eerste techniek item. Voldoende afwisseling, uitdaging. Opletten voor teveel ‘droog’ trainen. Punten toekennen, beloningssysteem, na techniekoefening afwerken, win-momenten,… Voetballen moet FUN zijn voor de spelers. Wedstrijdvorm of partijvorm 2 (10’-15’): Verder bouwen op wedstrijdvorm 1. Een opdracht toevoegen, of de vorm complexer/eenvoudiger maken. De spelers herinneren zich nog wat wedstrijdvorm 1 was. Je herhaalt kort de vorige vorm en bouwt voort hierop of je valt terug op een eenvoudigere vorm (indien noodzakelijk). Zo verlies je geen tijd met uitleggen bij de opstart van wedstrijdvorm 2. Tussenvorm 2(10’-15’): Een tweede techniek item. Zorg ervoor dat je bij voorkeur kan verder werken binnen de organisatie van tussenvorm 1. In principe moet je met het bijplaatsen of wegzetten van enkele potjes/kegels onmiddellijk kunnen verder werken. Vermijd al teveel tijdsverlies door het moeten klaarzetten van een nieuwe oefening. Afsluitende wedstrijd (10-15’): Vrij spel, zonder veel coaching of aandachtspunten. Gewoon vrijuit voetballen en scoren!
Visie KVC Jong Lede
39
Cooling Down en opruimen(5’): Mentaal tot rust komen met een eenvoudige opdracht: penalty, latje of paaltje trap, rustig spelletje, … De spelers helpen mee om alles op te ruimen!
Algemene aandachtspunten
De training moet klaarstaan en starten om 18.00u. De trainer dient zijn materiaal tijdig klaar te zetten. De spelers moeten vaak verplicht worden om keuzes te maken uit meerdere opties, zo leren ze initiatief te nemen en beslissingen nemen. Niet altijd alles voorcoachen! Gebruik bij correcties regelmatig de ‘Stop-Help’ methode. De trainer legt het spel stil en laat de spelers zelf zoeken naar de fout en de bijhorende oplossing. Na een actie niet stilvallen. Veel spelers veroveren de bal of passeren een man en vallen dan stil. Vanaf nu al op coachen, snelheid behouden! Alle oefeningen worden evenwaardig aangeboden in beide richtingen, voor de linkse en rechtse voet. Lateralisatie is een prioriteit op deze leeftijd. Tweevoetigheid is een logisch gevolg hiervan, maar ook snel leren denken in alle richtingen vloeit hieruit voort. Integreer de juiste coachingswoorden, ifv het thema van de training. Integreer maximum 3 woorden per training, om de spelers niet te overbelasten. Oefeningen bij voorkeur laten beginnen vanuit beweging. De bal leiden, kijken en dan pas inspelen ipv uit stilstand een oefening op gang brengen. Dit is niet realistisch. Wat betreft de standaardsituaties gaat het eigenlijk niet om de looplijn of de afspraak en het gevolg daarvan, maar wel om de reden van die looplijn of afspraak. Dat komt direct voort uit het voetbal-ABC en is bruikbaar in wedstrijdsituaties, los van de standaardsituaties (ruimtes maken en juist benutten, insnijden, binnenkant man dekken, kruisen met medespeler…) Vermijd filetrainingen. Gebruik vormen waarin iedereen nagenoeg continu in beweging is, met eventueel een vlotte manier van doorschuiven. Inspanningen met hoge intensiteit nooit langer laten duren dan 20 seconden! Naast alle voetbalspecifieke vaardigheden moet er ook regelmatig nog eens aandacht zijn voor breed motorische sportvaardigheden. Al deze vaardigheden hebben een transfer naar het voetbalspel. De u8 mogen tot de jaarwisseling in dribbelen vanaf dan gaan ze inpassen.
Visie KVC Jong Lede
40
2.5.
Duiveltjes U9
Inhoud
Individuele voetbaltechniek met bal (bal leiden, veranderen van richting en snelheid, coerveroefeningen). Handelingssnelheid opvoeren. Snelheid-, reactie- en wendbaarheidsoefeningen zonder en met bal in spel- en wedstrijdvormen. (Loop)coördinatieoefeningen. Duw- en trekspelletjes, sprongcoördinatie, evenwichtsoefeningen (stabiliteit). Korte en middellange passing met linkse en rechtse voet (driehoek en ruit). Bal voor de man inspelen. Controle binnenkant voet links en rechts. Ook controle van een halfhoge en hoge bal (bv. inworp). Streven naar gerichte controle voor vervolg actie. Balcontrole met de verste voet (indraaien). Afwerken op doel (wreeftrap). Afstand tot doel vergroot stillaan. Aandacht voor plaatsen steunvoet en doorzwaaien. Afwerken op voorzet. Tweevoetigheid. Standaardsituaties: inworp en hoekschoppen verfijnen, evt. variaties aan bod laten komen (met vervolg naar doel of in wedstrijden). Kopbaloefeningen op aangeworpen bal integreren (gericht, ogen open houden, voorhoofd knikken). Occasioneel herhaling breedmotorische sportvaardigheden; rollen, vallen, klimmen, springen, evenwicht, oog-handcoördinatie, wendbaarheid,… Wedstrijdvormen van 1-1 t/m 5-5. o Deze kunnen vrij zijn, maar ze kunnen ook met een opdracht, thema of probleem zijn (onderlinge dekking geven, druk zetten, knijpen naar de bal,…).. Ze kunnen bv. ook opstarten vanuit een vaste beginsituatie (vb. uitvoetballen, inworp,…). o Spelen met druk van voor, achter, opzij. o Meerderheid leren uitspelen (kaatsers,…). o Omschakeling van aanval naar verdediging en omgekeerd. Voorbereiding naar 8-8 via oefenwedstrijden en trainingen.
Vorm Een training in de zaal duurt 1 uur. Een veldtraining duurt max. 1u30. Langer trainen bij U9 is nefast voor de concentratie en de kwaliteit. Voldoende afwisseling is noodzakelijk! Elke training voldoet aan volgende vorm.
Opwarming (5’-10’): tikspel met/zonder bal, baltechnische oefeningen in vierkant, overloopspelen,… Wedstrijdvorm of partijvorm 1 (10’-15’): Er wordt gewerkt rond een thema, een probleem met scoren als einddoel. Tussenvorm 1 (10’-15’): Een eerste techniek item. Voldoende afwisseling, uitdaging. Opletten voor teveel ‘droog’ trainen. Punten toekennen, beloningssysteem, na techniekoefening afwerken, win-momenten,… Voetballen moet FUN zijn voor de spelers. Wedstrijdvorm of partijvorm 2 (10’-15’): Verder bouwen op wedstrijdvorm 1. Een opdracht toevoegen, of de vorm complexer/eenvoudiger maken. De spelers herinneren zich nog wat wedstrijdvorm 1 was. Je herhaalt kort de vorige vorm en bouwt voort hierop of je valt terug op een eenvoudigere vorm (indien noodzakelijk). Zo verlies je geen tijd met uitleggen bij de opstart van wedstrijdvorm 2.
Visie KVC Jong Lede
41
Tussenvorm 2(10’-15’): Een tweede techniek item. Zorg ervoor dat je bij voorkeur kan verder werken binnen de organisatie van tussenvorm 1. In principe moet je met het bijplaatsen of wegzetten van enkele potjes/kegels onmiddellijk kunnen verder werken. Vermijd al teveel tijdsverlies door het moeten klaarzetten van een nieuwe oefening. Afsluitende wedstrijd (10-15’): Vrij spel, zonder veel coaching of aandachtspunten. Gewoon vrijuit voetballen en scoren! Cooling Down en opruimen(5’): Mentaal tot rust komen met een eenvoudige opdracht: penalty, latje of paaltje trap, rustig spelletje, … De spelers helpen mee om alles op te ruimen!
Algemene aandachtspunten
De training moet klaarstaan en starten om 18.00u. De trainer dient zijn materiaal tijdig klaar te zetten. De spelers moeten vaak verplicht worden om keuzes te maken uit meerdere opties, zo leren ze initiatief te nemen en beslissingen nemen. Niet altijd alles voorcoachen! Gebruik bij correcties regelmatig de ‘Stop-Help’ methode. De trainer legt het spel stil en laat de spelers zelf zoeken naar de fout en de bijhorende oplossing. Na een actie niet stilvallen. Veel spelers veroveren de bal of passeren een man en vallen dan stil. Vanaf nu al op coachen, snelheid behouden! Alle oefeningen worden evenwaardig aangeboden in beide richtingen, voor de linkse en rechtse voet. Lateralisatie is een prioriteit op deze leeftijd. Tweevoetigheid is een logisch gevolg hiervan, maar ook snel leren denken in alle richtingen vloeit hieruit voort. Integreer de juiste coachingswoorden, ifv het thema van de training. Integreer maximum 3 woorden per training, om de spelers niet te overbelasten. Oefeningen bij voorkeur laten beginnen vanuit beweging. De bal leiden, kijken en dan pas inspelen ipv uit stilstand een oefening op gang brengen. Dit is niet realistisch. Wat betreft de standaardsituaties gaat het eigenlijk niet om de looplijn of de afspraak en het gevolg daarvan, maar wel om de reden van die looplijn of afspraak. Dat komt direct voort uit het voetbal-ABC en is bruikbaar in wedstrijdsituaties, los van de standaardsituaties (ruimtes maken en juist benutten, insnijden, binnenkant man dekken, kruisen met medespeler…) Vermijd filetrainingen. Gebruik vormen waarin iedereen nagenoeg continu in beweging is, met eventueel een vlotte manier van doorschuiven. Inspanningen met hoge intensiteit nooit langer laten duren dan 20 seconden! Naast alle voetbalspecifieke vaardigheden moet er ook regelmatig nog eens aandacht zijn voor breed motorische sportvaardigheden. Al deze vaardigheden hebben een transfer naar het voetbalspel. De u9 mogen niet meer in dribbelen maar enkel inpassen.
Visie KVC Jong Lede
42
Samenvatting doelen einde duiveltjes. Spelers zijn volop bezig geweest met leren hoe ze een individuele bewegingsvaardigheid moeten gebruiken in de voetbalspecifieke omgeving (de wedstrijd) los van een spelsysteem (= BASICS). We sommen op welke basics de spelers na U9 moeten beheersen. Balbezit:
1.Leiden en dribbelen 2. Korte passing en inworp 3. Controle op lage en halfhoge bal 4. Doelpoging van dichtbij (10-15 m) 5. Doelpoging op lage voorzet 6. Vrij en ingedraaid staan 7. Aanspeelbaar zijn door vrij te lopen
Balverlies:
1. Druk zetten 2. Duel 3. Remmend wijken 4. Opstelling tussen tegenstander en doel 5. Korte dekking op korte pass en in waarheidszone 6. Interceptie (anticiperen) 7. Afweren van korte pas, doelpoging tegenstander.
Spelers kunnen ook al heel wat verschillende vaardigheden toepassen ifv hun positie en in in het geheel van het team, los van het spelsysteem (=TEAMTACTICS). We sommen samenvattend op welke teamtactics de spelers na U9 moeten beheersen. Balbezit
1. Spel openen-breed en spel openen-diep 2. Doelkansen creëren via individuele actie 3. Zo snel mogelijk afwerken bij werkelijke doelkans 4. Samenspelen in de ruitformatie
Balverlies:
1. Druk geven op de baldrager tegenstander 2. Duel winnen 3. Niet laten uitschakelen door individuele actie tegenstander in waarheidszone (bal kijken) 4. Doelpogingen leren afblokken
Bovenstaande basics en teamtactics worden uiteraard meegenomen naar de middenbouw, waar hier verder kan op geoefend worden. De specifieke nieuwe basics en teamtactics worden hieronder beschreven. Samenvattend kunnen we stellen dat de trainingen bij onderbouw al regelmatig ifv een thema kunnen opgesteld worden. Naarmate de spelers ouder worden doen we dit vaker. Deze thema’s kan je halen uit de teambasics en/of de eigen ‘interpretatie van de basistaken per linie’ (zie verder in dit document). In de wedstrijdvormen werk je aan je thema en de inhoud van de tussenvormen bevatten basics en/of algemene bewegingsvaardigheden ifv de gekozen teamtactics.
Visie KVC Jong Lede
43
2.6.
U10 –U13
Deze spelers zitten in de coördinatiefase, wat hen zeer vatbaar maakt voor het aanleren van heel wat voetbalspecifieke vaardigheden. Het is de gouden leeftijd! De hersengedeelten die instaan voor de coördinatie zijn in volle ontwikkeling. Wij, als trainer, moeten en kunnen hier dankbaar gebruik van maken! De spelers worden ook rijper op tactisch vlak, wat in de trainingen moet terug te vinden zijn.
A. Bal- en lichaamsbeheersing als basis voor een betere spelbeheersing. Doorheen het seizoen wordt er gewerkt aan verschillende domeinen om de spelers individueel beter te maken. Het spelplezier en de trainingsplezier (FUN) dienen als leidraad doorheen de oefenstof. Deze domeinen lenen zich perfect om de tussenvormen mee in te vullen. De oefenstof is analytisch, er wordt gewerkt naar een juiste uitvoering, er wordt ontleedt. Geleidelijk gaat de uitvoeringssnelheid omhoog en wordt er gehandeld ‘zonder nadenken’. Domein 1: Fysiek-coördinatief: lichaamsbeheersing De spelers leren hun lichaam kennen en juist controleren in diverse situaties.
Loopscholing: looptechniek, ritmisch lopen. Sprong abc: horizontale en vertikale sprongen, springtouwen, looppassen,…Koppen op aangeworpen bal integreren. Reactievermogen: snel reageren (timing) in de juiste richting op signalen, anticiperen,… Wendbaarheidsoefeningen: (snel) lopen in alle richtingen, hoeken lopen, aanpassen tijdens de oefening op basis van waargenomen omgevingssituatie. Verandering van richting = verandering van snelheid! Duelkracht: Niet enkel kracht maar ook stabiliteit, evenwicht, timing. Trek- en duwspelen met en zonder bal. Evenwichtspelletjes, Versnellingscircuits: combinaties van loopcoördinatie, sprong abc met max. versnelling na de coördinatieoefeningen (eerste 4 passen: technisch versnellen), versnellingslopen in verschillende richtingen met technische opdrachten in verwerkt. Duur inspanning max 20 seconden, en snelheid progressief opbouwend in de oefening. Steeds volledige recuperatie, GEEN verzuring!!
Er wordt nooit op ‘fysiek’ getraind. De verschillende fysiek-coördinatieve oefeningen worden getraind met het oog op het aanleren van de juiste sportieve vaardigheden. Pas op latere leeftijd wordt met deze vaardigheden aan de slag gegaan om sterker te worden, meer inhoud te krijgen. De fysiek-coördinatieve oefeningen zijn dus een doel op zich en geen middel om aan de conditie te werken. Domein 2: Technisch-coördinatief: balbeheersing
Individuele balbehandeling: snel voetenwerk met de bal, bal raken met alle delen van de beide voeten, veel balcontacten in stilstand, beweging. Bal leiden, richtingsveranderingen,…De bal moet de beste vriend worden van de spelers! Balaanname en doorspelen (passing): de bal wordt steeds georiënteerd aangenomen. Een ‘controle’ op zich bestaat eigenlijk niet. Deze moet steeds gekoppeld zijn aan een vervolgactie. Kappen en draaien met de bal (verandering van richting=verandering van snelheid). Schijnbewegingen, passeerbewegingen. Jongleren, tennisvoetbal. Loop- en tikspelen met de bal.
Visie KVC Jong Lede
44 Progressief streven naar overzicht behouden tijdens het uitvoeren van de baltechnische oefeningen! Domein 3: Explosiviteit, snelheid Met de fundamenten van de fysiek-coördinatieve doelen wordt aan de slag gegaan om de snelheid te trainen. Explosiviteit is sterk genetisch bepaald. De ene heeft er teveel van, de andere zal het nooit echt krijgen. Je kan er in deze periode wel aan werken en de eigenschap aanscherpen. Van een diesel een turbo maken, zal echter nooit lukken…
Reactiespelen (reageren op visuele, auditieve, sensitieve prikkels). Wedstrijdvormen ifv startsnelheid: vanuit stilstand 1-1 met eerst loopopdrachtjes, koppel wendbaarheid aan startsnelheid (hoeken lopen). Versnellingsvermogen: na een actie opnieuw explosief kunnen aanzetten (omschakeling).
Domein 4: Explosiviteit, kracht De juiste basisvaardigheden en houdingen worden aangeleerd om later de duels beter te beheersen.
Trek- en duwspelen waarbij je de tegenstrever uit evenwicht probeert te brengen. Sprongoefeningen (met eventueel eindigen in stabiel evenwicht). Werpoefeningen Stabiliteitsoefeningen. Deze dienen ook als blessurepreventie. Met de oudere groepen kan al gewerkt worden met de typische stabilisatieoefeningen. De jongere spelers worden geprikkeld met evenwichtsoefeningen waarbij een oefening wordt uitgevoerd met evenwichtsbehoud. Bv. Twee spelers werpen bal naar mekaar op één been,…
Domein 5: uithouding, herstellen Het vermogen om te herstellen va verzuring (anaeroob lactisch uithoudingsvermogen) is bij deze spelers nog niet goed ontwikkeld. Vermijd zeer intensieve en langdurige inspanningen. Het aëroob uithoudingsvermogen wordt spelenderwijs verbeterd. Door veel te voetballen en andere sporten te beoefenen gaan de kinderen hun uithouding ontwikkelen. Tips:
Speel veel kleine partij- en wedstrijdvormen. Beperk de duur ervan, maar coach op scherpte en een hoog tempo! Geef bij voorkeur meer herhalingen (na recuperatie) ipv lange oefeningen. BV. Wedstrijdvorm 4-4: 6 herhalingen van 3 minuten ipv 1 keer 18 minuten. Werk vaak in golven met korte wachttijden als recuperatie. Leg het accent op snelle omschakeling en druk zetten als fysieke prikkel.
Visie KVC Jong Lede
45
B. Bal- en lichaamsbeheersing vertalen naar een betere beheersing van het voetbalspel. In bovenstaand deel A werden de verschillende domeinen analytisch, geïsoleerd geoefend. Hiermee gaan we nu aan de slag om de spelers technisch-tactisch beter te maken. Functioneel maken van de voetbalvaardigheden (BASICS). Spelers moeten leren wanneer ze een individuele vaardigheid moeten gebruiken in de voetbalspecifieke omgeving (de wedstrijd), en dit onafhankelijk van het spelsysteem (= basics). De drie belangrijke parameters hierin zijn:
Tijd: wanneer speel je de bal, maak je de actie, geef je druk = timing! Tempo: hoe hard speel je de bal, hoe snel kom je naar de bal (remmend, druk zettend) Richting: Waarheen speel je de bal, waar beweeg je naartoe, waar ga je wel/niet in duel.
Positioneel en teamgebonden maken van de voetbalvaardigheden (TEAMTACTICS) We leren de spelers om de verschillende vaardigheden toe te passen ifv hun positie en als individu in het teamgebeuren, en dit indien mogelijk al afhankelijk van het spelsysteem. (= teamtactics). De belangrijkste parameter hierbij is:
Waar: Op welke positie en in welke situatie ga ik welke actie maken?
→ Vertaling naar nieuwe basics KVC jong Lede middenbouw? Balbezit:
1.Halflange passing 2. Controle halfhoge bal 3. Doelpoging van 15-20 m (halfver) 4. Doelpoging op halfhoge voorzet 5. Vrijlopen om aanspeelbaar te zijn 6. Stilstaande fases beheersen
Balverlies:
1. Speelhoeken afsluiten 2. Korte dekking op halflange pass 3. Interceptie of afweren halflange pass 4. Stilstaande fases verdedigen
Visie KVC Jong Lede
46
→ Vertaling naar nieuwe teamtactics KVC jong Lede middenbouw? Balbezit:
1. Ruimte creëren voor zichzelf en die benutten. 2. Geen ‘dom’ balverlies leiden. 3. Een lijn overslaan bij passing diep. 4. Leren samenspelen in de dubbele ruitvorm. 5. Infiltreren bal aan de voet (meerderheid creëren): geen kans op balverlies 6. Infiltreren zonder bal (give&go) 7. Infiltreren op het juiste moment (ruimte).
Balverlies:
1. Negatieve pressing op de baldrager 2. Dekking door naburige speler 3. Een meeschuivende doelman (hoge positie) 4. De bal recupereren door interceptie
C. Vorm van de training Een training in de zaal duurt 1 uur. Een veldtraining duurt max. 1u30. Langer trainen is nefast voor de concentratie en de kwaliteit. Voldoende afwisseling is noodzakelijk! Je neemt een centraal onderwerp of probleem als thema van de volledige training. Alle oefenstof wordt gekozen ifv van dit thema. Je kan je baseren op bovenstaande basics en teamtactics, alsook op de ‘eigen interpretatie basistaken per linie’ (zie verder in dit document). Elke training voldoet aan volgende vorm.
Opwarming (25’-30’): Maak gebruik van spel- en oefenvormen ifv bal- en lichaamsbeheersing (deel A). Bouw de intensiteit naar het einde van de opwarming op. Gebruik geen nutteloze loopoefeningen. Wedstrijdvorm of partijvorm 1 (10’-15’): Er wordt gewerkt rond het gekozen thema of probleem (bij voorkeur met scoren als einddoel). Dat kan gaan van 1+K/1+K tot 8+K/8+K Tussenvorm (25’-30’): Er wordt gewerkt aan de technisch-tactische scholing (basics en/of teamtactics) ifv het thema. Wedstrijdvorm of partijvorm 2 (10’-15’): Verder bouwen op wedstrijdvorm 1. Een opdracht toevoegen, of de vorm complexer/eenvoudiger maken. De spelers herinneren zich nog wat wedstrijdvorm 1 was. Je herhaalt kort de vorige vorm en bouwt voort hierop of je valt terug op een eenvoudigere vorm (indien noodzakelijk). Zo verlies je geen tijd met uitleggen bij de opstart van wedstrijdvorm 2. Afsluiter (5’-10’): cooling-down (rustig spelletje), zuivere traptechniek, vrij wedstrijdmoment, stabilisatie,… Opruimen: De spelers helpen mee om alles op te ruimen!
Algemene aandachtspunten
De training moet klaarstaan en starten op het vooropgestelde beginuur. De trainer dient zijn materiaal tijdig klaar te zetten. De spelers moeten vaak verplicht worden om keuzes te maken uit meerdere opties, zo leren ze initiatief te nemen en beslissingen nemen. Niet altijd alles voorcoachen!
Visie KVC Jong Lede
47
Gebruik bij correcties regelmatig de ‘Stop-Help’ methode. De trainer legt het spel stil en laat de spelers zelf zoeken naar de fout en de bijhorende oplossing. Na een actie niet stilvallen. Veel spelers veroveren de bal of passeren een man en vallen dan stil. Vanaf nu al op coachen, snelheid behouden! Alle oefeningen worden evenwaardig aangeboden in beide richtingen, voor de linkse en rechtse voet. Lateralisatie is een prioriteit op deze leeftijd. Tweevoetigheid is een logisch gevolg hiervan, maar ook snel leren denken in alle richtingen vloeit hieruit voort. Intergreer de juiste coachingswoorden, ifv het thema van de training. Integreer maximum 3 woorden per training, om de spelers niet te overbelasten. Oefeningen bij voorkeur laten beginnen vanuit beweging. De bal leiden, kijken en dan pas inspelen ipv uit stilstand een oefening op gang brengen. Dit is niet realistisch. Wat betreft de standaardsituaties gaat het eigenlijk niet om de looplijn of de afspraak en het gevolg daarvan, maar wel om de reden van die looplijn of afspraak. Dat komt direct voort uit het voetbal-ABC en is bruikbaar in wedstrijdsituaties, los van de standaardsituaties (ruimtes maken en juist benutten, insnijden, binnenkant man dekken, kruisen met medespeler…) Vermijd filetrainingen. Gebruik vormen waarin iedereen nagenoeg continu in beweging is, met eventueel een vlotte manier van doorschuiven. Je kan bij deze spelers ook gerust eens iets anders geven van sport; handbal, basketbal, beachvolley,…Dat komt de algemene ontwikkeling ten goede, en zorgt voor eens wat ‘afleiding’.
Visie KVC Jong Lede
48
2.8. U15 2.8.1. Algemene kenmerken U15
Deze leeftijd is onderhevig aan grote verschillen in lichaamsgroei en mentale leeftijd. Kwetsuren als gevolg van te snelle groei horen hier helaas ook vaak in thuis. Puberteitsproblemen zijn ook typisch voor deze spelers. De spelers hebben meer en meer een eigen mening en een verhoogde geldingsdrang. Ze laten niet zomaar over zich heen lopen. De trainer streeft naar een vorm van gezag die gebaseerd is op wederzijds respect en gedeelde verantwoordelijkheid. Het is anderzijds ook zo dat deze spelers een steeds beter ontwikkeld beoordelingsvermogen krijgen. Zij kunnen situaties beter en beter inschatten, zowel op als naast het veld. Het spel kent nu ook voor het eerst de buitenspelregel. De passafstand vergroot hierdoor ook. De diepe bal in de ruimte, over de verdediging wordt belangrijker.
2.8.2. Bal- en lichaamsbeheersing U15 verbeteren.
Kracht: Er wordt nog geen specifieke krachttraining gebruikt. Er wordt wel gewerkt vanuit duels in homogene groepen. Natuurlijke bewegingen en een veelzijdige aanpak om de spelers te prikkelen op krachtgebied kunnen aan bod komen; vormspanningsoefeningen, sprongoefeningen, trek-en duwspelletjes, … Lenigheid: Er is een grote stijfheid bij deze spelers. Specifieke lenigheidsoefeningen hebben pas zin als die nagenoeg dagelijks worden herhaald door de speler zelf. De trainer heeft vooral een bewustmakende rol. Uithouding: De omvang van de training zorgt voor de uithoudingsprikkel. Korte duurinspanningen tot max. 20 seconden kunnen gebruikt worden. De spelers afbeulen met loopoefeningen is nog steeds uit den boze! Snelheid: ook hier zullen bepaalde spelers mee worstelen omwille van de groei. Ledematen zijn ook vaak niet in verhouding tot de rest van het lichaam, waardoor snelheid en coördinatie niet altijd gemakkelijk te trainen zijn. Let op de rust/arbeid verhouding. De regel is dat je pure snelheid pas kan trainen als de speler telkens helemaal is gerecupereerd van de vorige inspanning. Weerstand komt immers niet aan bod. De looptechniek verbeteren blijft een aandachtspunt. Coördinatie: De basis is nu normaal gelegd voor zowel de lichaamsbeheersing als de balbeheersing. Deze dient echter wel verder onderhouden. Sommige spelers zullen hier nu problemen bij ondervinden. Het lichaam is vaak niet in balans en de bewegingen ogen vaak ‘slungelig’. De coördinatie toch oefenen zal misschien niet direct een succes zijn, maar op termijn zal dit renderen. Geduld is een mooie deugd bij deze leeftijd, de speler zal deze fase ontgroeien. De trainer dient rekening te houden in zijn coaching en evaluatie met deze ‘moeilijke’ fase. Terugkijken naar de kwaliteiten die aanwezig waren voor deze ‘fase’ kan helpen om de speler correct in te schatten.
2.8.3. Basics Individuele vaardigheden gebruiken in de voetbalspecifieke omgeving, onafhankelijk van het spelsysteem.
Balbezit 1. Lange passing 2. Controle op hoge bal 3. Doelpoging vanaf 20 meter (ver) 4. Doelpoging op hoge voorzet 5. Vrijlopen om een medespeler aanspeelbaar te maken
Visie KVC Jong Lede
49 6. 7.
Vrijlopen door diep in de vrije ruimte te lopen (buitenspel omzeilen) Directe vrije trap
Balverlies 1. Speelhoeken afsluiten 2. Korte dekking op lange pass 3. Interceptie of afweren lange pass 4. Onderlinge dekking 5. Directe vrije trap
2.8.4. Teamtactics De verschillende spelers passen de basics en fysieke vaardigheden toe ifv de positie en in relatie tot het totale teamgebeuren, onafhankelijk van het spelsysteem.
Balbezit 1. Driehoekspel vanuit beweging (juiste afstanden) 2. Ruimte creëren voor medespeler + benutten 3. Snelheid van uitvoering omhoog bij doorspelen van de bal (balbehandeling en snelheid bal) 4. Doorsteekpas in de diepte 5. Diepte induiken zonder buitenspel te lopen (breed-diep lopen) e 6. Na balrecuperatie 1 actie in de diepte maken
Balverlies 1. Sluiten, blok opstellen (hoog of medium) 2. Evenredige onderlinge afstand behouden 3. Centrale vderdediger dichtst bij het duel bepaalt de off-side lijn 4. Geen kruisbewegingen met naburige speler 5. Schuiven/kantelen van het blok 6. Een voorzet beletten 7. Centrum afsluiten, een eindpass in de diepte beletten 8. Druk zetten als team en de dieptepass verhinderen bij balverlies
2.8.5. Vorm van de training Een veldtraining duurt 1u30. Je neemt een centraal thema, onderwerp of probleem als thema van de training. Alle oefenstof wordt gekozen ifv van dit thema. Je kan je baseren op de basics en/of teamtactics die gelinkt zijn aan fouten/problemen die opvallen in de wedstrijden. Er wordt gezocht naar een organisatie waarin de verschillende vormen/oefeningen aansluiten op mekaar. Er dient ook vermeden te worden om al teveel te wijzigen in opstellingen van materiaal. De training voldoet aan volgende vorm.
Opwarming (10’-15’): Gebruik geen nutteloze loopoefeningen. Alle aspecten waarbij de lichaams- en balbeheersing worden aangesproken kunnen worden geoefend. Bouw de intensiteit op naar het einde van de opwarming. Wedstrijd- of partijvorm 1 (15’): Er wordt gewerkt, gecoacht, gezocht naar het gekozen thema/probleem. Scoren hoort hier steeds bij. Hier kan een vrije wedstrijdvorm worden gebruikt. Er kan ook gestart worden vanuit een vaste beginsituatie.
Visie KVC Jong Lede
50
Tussenvorm 1 (15’): Er wordt gewerkt aan de technisch-tactische scholing (basics en/of teamtactics) ifv het gekozen thema. Wedstrijd- of partijvorm 2 (15’): Verder bouwen op wedstrijdvorm 1. Een opdracht toevoegen, of de vorm complexer/eenvoudiger maken. De spelers herinneren zich nog wat wedstrijdvorm 1 was. Je herhaalt kort de vorige vorm en bouwt voort hierop of je valt terug op een eenvoudigere vorm (indien noodzakelijk). Zo verlies je geen tijd met uitleggen bij de opstart van wedstrijdvorm 2. Tussenvorm 2 (15’): Er wordt gewerkt aan de technisch-tactische scholing (basics en/of teamtactics) ifv het gekozen thema. Wedstrijd- of partijvorm 3 (15’): Vrije wedstrijdvorm waarin gecoacht wordt naar het aandachtspunt van de training. Afsluiten/opruimen: Loslopen, opdrachtje met de bal, stretching (onder begeleiding en rustig, bewustmaking!),…
2.8.6. Algemene aandachtspunten
De training moet klaarstaan en starten op het startuur. De trainer dient zijn materiaal tijdig klaar te zetten. De spelers moeten vaak verplicht worden om keuzes te maken uit meerdere opties, zo leren ze initiatief te nemen en beslissingen nemen. Niet altijd alles voorcoachen! Gebruik bij correcties regelmatig de ‘Stop-Help’ methode. De trainer legt het spel stil en laat de spelers zelf zoeken naar de fout en de bijhorende oplossing. Na een actie niet stilvallen. Veel spelers veroveren de bal of passeren een man en vallen dan stil. Intensief op coachen, snelheid behouden! Alle oefeningen worden evenwaardig aangeboden in beide richtingen, voor de linkse en rechtse voet. Lateralisatie is een prioriteit op deze leeftijd. Tweevoetigheid is een logisch gevolg hiervan, maar ook snel leren denken in alle richtingen vloeit hieruit voort. Integreer de juiste coachingswoorden, ifv het thema van de training. Integreer maximum 3 woorden per training, om de spelers niet te overbelasten. Oefeningen bij voorkeur laten beginnen vanuit beweging. De bal leiden, kijken en dan pas inspelen ipv uit stilstand een oefening op gang brengen. Dit is niet realistisch. Wat betreft de standaardsituaties gaat het eigenlijk niet om de looplijn of de afspraak en het gevolg daarvan, maar wel om de reden van die looplijn of afspraak. Dat komt direct voort uit het voetbal-ABC en is bruikbaar in wedstrijdsituaties, los van de standaardsituaties (ruimtes maken en juist benutten, insnijden, binnenkant man dekken, kruisen met medespeler…) Vermijd filetrainingen. Gebruik vormen waarin iedereen nagenoeg continu in beweging is, met eventueel een vlotte manier van doorschuiven.
Visie KVC Jong Lede
51
2.9. U17-U19 2.9.1. Algemene kenmerken U17-U19
Er kan nog steeds een groot verschil in morfologie en mentale leeftijd zijn bij deze spelers. Kwetsuren als gevolg van te snelle groei horen hier helaas ook nog thuis. De spelers hebben meer en meer een eigen mening en een verhoogde geldingsdrang. Ze willen zich belangrijk voelen en willen hun mening kwijt kunnen. Ze laten niet zomaar over zich heen lopen. Vaak komt dat voort uit het zoeken naar de eigen ik. Anderzijds is de status binnen de groep ook heel erg belangrijk voor deze spelers. Ze willen graag goed liggen binnen de groep/ploeg. Indien de trainer beide aspecten kan verenigen, dan willen deze jongens voor mekaar knokken en zich opofferen voor het teambelang. De keuze van de juiste kapitein die mee leiding geeft is belangrijk. Het is ook zo dat deze spelers een steeds beter ontwikkeld beoordelingsvermogen krijgen. Zij kunnen situaties beter en beter inschatten, zowel op als naast het veld. Problemen met individuele spelers worden bijgevolg best van man tot man besproken. De groepsdruk en de angst voor gezichtsverlies is groot bij deze jongens. In een persoonlijk gesprek(je) zullen zij openhartiger en eerlijker zijn.
2.9.2. Bal- en lichaamsbeheersing U17-U19 verbeteren.
Kracht: Natuurlijke bewegingen en een veelzijdige aanpak om de spelers te prikkelen op krachtgebied kunnen aan bod komen; vormspanningsoefeningen, sprongoefeningen, trek-en duwspelletjes, … Daarnaast is het sterk afhankelijk van de morfologie van de speler of er al aan specifieke krachttraining kan gedaan worden. Snelkracht op deze leeftijd kan al een mogelijkheid zijn, echter enkel indien de bouw van het lichaam dat al toelaat. Lenigheid: Er is een grote stijfheid bij deze spelers. Specifieke lenigheidsoefeningen hebben pas zin als die nagenoeg dagelijks worden herhaald door de speler zelf. De trainer heeft vooral een bewustmakende rol in deze blessurepreventie. Uithouding: Extensieve en intensieve uithouding maken hier hun intrede. Er wordt nog steeds niet op weerstand getraind. Bij U17 gebruiken we het principe van periodisering. Zie verder voor meer uitleg hieromtrent. De effecten van deze trainingen betreffen een betere werking van hart/longen/spieren. Door toepassing van deze trainingsmethode wordt gewerkt aan het herstelvermogen en het verschuiven van het omslagpunt. Je kan dus harder lopen zonder vroegtijdig te verzuren en je zal sneller herstellen van een inspanning. Snelheid: Hier kan een groot verschil zijn vanwege een verschil in kracht. Explosiviteit in al zijn facetten kan getraind worden. Let op de rust/arbeid verhouding. De regel is dat je pure snelheid pas kan trainen als de speler telkens helemaal is gerecupereerd van de vorige inspanning. Weerstand komt niet aan bod. De looptechniek verbeteren blijft een aandachtspunt. Coördinatie: De basis is nu normaal gelegd voor zowel de lichaamsbeheersing als de balbeheersing. Deze dient echter wel verder onderhouden en individueel bijgeschaafd. De snelheid van uitvoering verhogen is nu een aandachtspunt.
Visie KVC Jong Lede
52
2.9.3. Basics Individuele technische en tactische vaardigheden gebruiken in de voetbalspecifieke omgeving, onafhankelijk van het spelsysteem. Alle verschillende basics zijn nu gezien. Bij U17 worden deze herhaald, bijgeschaafd en vervolmaakt. Individuele verschillen kunnen hier aandacht krijgen door individueel verschillende oefeningen aan te bieden.
2.9.4. Teamtactics De verschillende spelers passen de basics en fysieke vaardigheden toe ifv de positie en in relatie tot het totale teamgebeuren, onafhankelijk van het spelsysteem.
Balbezit 1. diagonale in & out passing naar zwakke zone 2. voorzet trappen die bruikbaar is vóór doel 3. efficiënte bezetting : 1ste, 2de paal en 11m 4. strikte dekking ontvluchten: snel bewegen 5. de verste spelers lopen zich vrij net vóór balrecuperatie 6. in blok spelers : enkelen infiltreren
Balverlies 1. collectieve pressing bij kans op balrecuperatie 2. efficiënte bezetting : 1ste, 2de paal en 11m 3. kortere dekking in waarheidszone (split-vision) 4. geen systematische off-side door stap te zetten 5. een hoge compacte T-vorm (4sp's) 6. T-vorm: tegenaanval afremmen 7. niet T-vorm : zo snel mogelijk terug
2.9.5. Vorm van de training Een veldtraining duurt 1u30. Je neemt een centraal thema, onderwerp of probleem als thema van de training. Alle oefenstof wordt gekozen ifv van dit thema en de specifieke fysieke doelen van de betrokken week. Je kan je hierbij baseren op de basics en/of teamtactics die gelinkt zijn aan fouten/problemen die opvallen in de wedstrijden. Er wordt gezocht naar een organisatie waarin de verschillende vormen/oefeningen aansluiten op mekaar. Er dient ook vermeden te worden om al teveel te wijzigen in opstellingen van materiaal. De training voldoet aan een bepaalde vorm/opbouw. Deze kan variëren ifv van het (fysieke) doel van de training. De opwarming kan bv. in functie van het fysieke doel van de training opgesteld worden. Een multifunctionele opwarming van bv. een halfuur (extensieve duurtraining) kan gebruikt worden. Het vervolg van de training wordt dan hieraan aangepast.
Opwarming (10’-15’): Alle aspecten waarbij de lichaams- en balbeheersing worden aangesproken kunnen worden geoefend. De bal wordt bij voorkeur geïntegreerd. De spelers worden fysiek voorbereid op het vervolg van de training. Naar het einde toe kan de intensiteit opgevoerd worden.
Visie KVC Jong Lede
53
Wedstrijd- of partijvorm 1 (15’): Er wordt gewerkt, gecoacht, gezocht naar het gekozen thema/probleem. Scoren hoort hier steeds bij. Hier kan een vrije wedstrijdvorm worden gebruikt. Er kan ook gestart worden vanuit een vaste beginsituatie. Tussenvorm 1 (15’): Er wordt gewerkt aan de technisch-tactische scholing (basics en/of teamtactics) ifv het gekozen thema. Het fysieke doel wordt in het achterhoofd gehouden bij de uitwerking. Wedstrijd- of partijvorm 2 (15’): Verder bouwen op wedstrijdvorm 1. Een opdracht toevoegen, of de vorm complexer/eenvoudiger maken. De spelers herinneren zich nog wat wedstrijdvorm 1 was. Je herhaalt kort de vorige vorm en bouwt voort hierop of je valt terug op een eenvoudigere vorm (indien noodzakelijk). Zo verlies je geen tijd met uitleggen bij de opstart van wedstrijdvorm 2. Tussenvorm 2 (15’): Er wordt gewerkt aan de technisch-tactische scholing (basics en/of teamtactics) ifv het gekozen thema. Het fysieke doel wordt in het achterhoofd gehouden bij de uitwerking. Wedstrijd- of partijvorm 3 (15’): Vrije wedstrijdvorm waarin gecoacht wordt naar het aandachtspunt van de training. Afsluiten/opruimen: Loslopen, opdrachtje met de bal, stretching (onder begeleiding en rustig, bewustmaking!),…
2.9.6. Algemene aandachtspunten
De training moet klaarstaan en starten op het startuur. De trainer dient zijn materiaal tijdig klaar te zetten. De spelers moeten vaak verplicht worden om keuzes te maken uit meerdere opties, zo leren ze initiatief te nemen en beslissingen nemen. Niet altijd alles voorcoachen! Gebruik bij correcties regelmatig de ‘Stop-Help’ methode. De trainer legt het spel stil en laat de spelers zelf zoeken naar de fout en de bijhorende oplossing. Na een actie niet stilvallen. Veel spelers veroveren de bal of passeren een man en vallen dan stil.Intensief op coachen, snelhoud behouden! Alle oefeningen worden evenwaardig aangeboden in beide richtingen, voor de linkse en rechtse voet. Lateralisatie is een prioriteit op deze leeftijd. Tweevoetigheid is een logisch gevolg hiervan, maar ook snel leren denken in alle richtingen vloeit hieruit voort. Intergreer de juiste coachingswoorden, ifv het thema van de training. Integreer maximum 3 woorden per training, om de spelers niet te overbelasten. Oefeningen bij voorkeur laten beginnen vanuit beweging. De bal leiden, kijken en dan pas inspelen ipv uit stilstand een oefening op gang brengen. Dit is niet realistisch. Wat betreft de standaardsituaties gaat het eigenlijk niet om de looplijn of de afspraak en het gevolg daarvan, maar wel om de reden van die looplijn of afspraak. Dat komt direct voort uit het voetbal-ABC en is bruikbaar in wedstrijdsituaties, los van de standaardsituaties (ruimtes maken en juist benutten, insnijden, binnenkant man dekken, kruisen met medespeler…) Vermijd filetrainingen. Gebruik vormen waarin iedereen nagenoeg continu in beweging is, met eventueel een vlotte manier van doorschuiven.
Visie KVC Jong Lede
54
2.10. PERIODISERING BIJ U17-U19 Periodisering of seizoensplanning is het doelmatig plannen van een seizoen. Deze moet ervoor zorgen dat de spelers het volledige seizoen kunnen pieken naar de wedstrijd en heeft ook als doel om overbelasting te vermijden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van verschillende fasen. We gebruiken vanaf U17 de golfmethode. Hierbij wordt de voorbereidingsperiode ingedeeld in 8 weken, waarbij 4 weken door de spelers zelfstandig dient afgewerkt te worden. Na de voorbereidingsperiode wordt het seizoen verder ingedeeld in perioden van 6 weken waar alle nodige fysieke prikkels aan bod komen. Binnen één week komen meerdere vormen van conditietraining aan bod. Dat geldt ook voor elke individuele training. Onderzoek heeft uitgewezen dat deze aanpak het beste effect heeft op de voetbalconditie.
2.10.1. Voorbereidingsperiode competitie ( totaal van 8 weken) A. Individuele voorbereiding tussenseizoen (4 weken). De spelers worden verondersteld het onderstaand schema te volgen als persoonlijke voorbereiding. Het is van groot belang dat de spelers dit ter harte nemen, aangezien de eerste gezamenlijke trainingsweek hierop wordt verder gewerkt. De fysieke voorbereiding staat centraal. Deze wordt echter niet losgezien van de technische kant. Regelmatig een balletje trappen, een wedstrijdje spelen met vrienden, jongleren, passeerbewegingen oefenen, tennisvoetbal, eens een andere balsport beoefenen (tennis, badminton, squash…)… kunnen niet ontbreken in deze periode. Dit kan deel uitmaken van een onderstaande training, het kan ook op een andere dag gebeuren. Genieten van rust heeft echter ook zijn waarde. De stabilisatieoefeningen krijgt elke speler bezorgd via mail. Elke oefening wordt 3 x herhaald gedurende 20’’, 25’’,30’’ (progressief doorheen de 4 weken opvoeren). Ze kunnen tussen de loopoefeningen gebeuren. De lenigheidsoefeningen kennen de spelers van de wedstrijdopwarmingen.
Week 2
Uithouding, snelheid
Kracht
Lenigheid
CL EDT
1x10 min 2X10 min
Rompstabilisatie nr 1,3 en 7 3x15 pompen
2x5 min dynamisch
CL EDT
1x10 min 2x12 min
Rompstabilisatie 2,4 en 11
2x5 min dynamisch
CL EDT
2 x 10 min 2 x 12 min
Rompstabilisatie 3, 8 en 14 Touwspringen 3 x 2 min
2x5 min dynamisch
CL EDT
1x10 min 2X10 min
Rompstabilisatie nr 1,3 en 7 3x15 pompen
2x5 min dynamisch
Week 2
Visie KVC Jong Lede
55 CL 1x10 min EDT 1x12 min EDT 2 1x8 min
Rompstabilisatie 2,4 en 11
2x5 min dynamisch
CL EDT CL
1x10 min 2x12 min 1x10 min
Rompstabilisatie 3, 8 en 14 Touwspringen 3 x 2 min
2x5 min dynamisch
CL EIT
1 x 10 min 2 X 8 min
Rompstabilisatie nr 1,3 en 7 4x12 pompen
2x5 min dynamisch
CL 1 x 10 min EDT 2 2 x 8 min
Rompstabilisatie 3, 8 en 14 Touwspringen 2x3 min
2x5 min dynamisch
CL 1 x 10 min IDT 2 x 8 min
Rompstabilisatie 2,4 en 11 4x 12 pompen
2x5 min dynamisch
CL EIT CL
Rompstabilisatie nr 1,3 en 7 4x15 pompen
2x5 min dynamisch
CL 1 x 10 min EDT 2 2 x 10 min
Rompstabilisatie 3, 8 en 14 Touwspringen 2x3 min
2x5 min dynamisch
CL EIT CL
Rompstabilisatie 2,4 en 11 4x 15 pompen
2x5 min dynamisch
Week 3
Week 4 1 x 10 min 2 x 6 min 1 x 10 min
1 x 10 min 2 x 8 min 1 x 10 min
Specifieke uitleg gebruikte afkortingen in bovenstaand schema CL = Cardioloop: Dit is de opwarming: 2’ inlopen, 5‘ opwarmingsoefeningen, 3’ lopen met enkele korte vesnellingen. EDT = Extensieve Duur Training: Constant tempo lopen aan een praattempo, HF = 60%-70% HFmax. EDT 2 = Extensieve Duur Training 2: Idem EDT, maar na elke minuut wordt 3 seconden gesprint om de snelle vezels even te activeren. IDT = Intensief Interval training: Tempo waarbij je niet of nauwelijks nog kan praten. Je tempo blijft constant. Je loopt sneller maar je mag net niet verzuren (pijn benen). 70%-80% van de HFmax. EIT = Extensief Interval training: 1’30’’ lopen aan rustig tempo (EDT), gevolgd door 30” snel lopen (80%-90% HFmax).Dit wordt herhaald tot de totaaltijd voorbij is.
Visie KVC Jong Lede
56 B. Gezamenlijke voorbereiding augustus (4 weken)
Week Trainingsfase Datum EDT IDT EIT IIT ST 1* Extensieve Interval Fase 1 2 5 4 3 2 Intensieve Interval Fase 1 2 4 5 3 3 Snelheid Fase 0 1 3 4 5 4 Actieve Rust Fase 4 0 0 2 3 *In de eerste week kan er eventueel een test plaatsvinden om naar het niveau van de spelers te peilen.
Legende bij de tabel: (5) Primaire conditionele doelstelling van de week. De training wordt hierrond opgebouwd. (4) Secundaire conditionele doelstelling. (3) Wordt bewust in de wedstrijdvormen ingebouwd door de dimensies (aantallen en afstanden) aan te passen. (2) Komt voor in de vrije wedstrijdvormen. (1) Geen extra aandacht geven. (0) Wordt absoluut vermeden.
Verklaring afkortingen o EDT = Extensieve Duur Training: Trainingsdoelen: Herstelcapaciteit vergroten, sneller herstellen, verbeteren van het aërobe cyclisch vermogen Effecten: Zuurstofopname, capaciteit vergroten, vetverbranding, zuurstof transport verbeteren, Vermogen om sneller te recupereren na inspanning. Intensiteit: 60 % - 70% HFmax Herhalingen: vbn 3x10', 2x15', 6x10’, 2x20’,3x20’, 1x30’, 1x40’ enz Arbeid/Rust Verhouding: 4/1 Voetbalgericht: Continue looptraining van 10-90 minuten, passvormen waarbij de speler toch wat afstand afleggen, loopscholing, wedstrijden 8-8 tot 11-11.
Visie KVC Jong Lede
57
o
IDT = Intensieve Duur Training: Trainingsdoelen: Opbouw specifieke wedstrijdconditie, melkzuurverwijdering trainen, verbeteren herstelcapaciteit, verbeteren van het aëroob cyclisch vermogen Effecten: Verbeteren van de capaciteit van de snelle spiervezels, verhogen van de anaërobe drempel, koolhydraten verbranding optimaliseren. Intensiteit: 70 % - 80% HFmax Herhalingen: maximaal 5 (vb 5x6’ , 5x7’ , 5x8’) Arbeid/Rust Verhouding: 2/1 Vb. inspanning van 10 minuten met nadien 5 minuten rust. Continue looptraining zonder tempowisselingen van 5-15minuten aan HF 70% - 80% van HFmax, pass- en trapvormen die gedurende 5 à 10 minuten aan een hoog tempo worden gehouden, wedstrijdvormen 7/7 -5/5 van 5’ tot 10’.
o
EIT = Extensieve Interval Training Trainingsdoelen: Verbeteren van het snelheids- en het krachtuithoudingsvermogen, verbeteren van het herstelvermogen. Effecten: Verbeteren van het anaërobe uithoudingsvermogen, verbetering werking snelle spiervezels. Intensiteit: 80% - 90% HFmax Herhalingen: 6 tot 8 Series: 2 tot 5 Rust tussen de herhalingen: 45-90 seconden Rust tussen de series: 4-6 minuten Loopopdrachten waarbij de inspanning 30-60 seconden duurt met HF 80% - 90% HFmax. Wedstrijdvormen 4-4, 3-3,2-2 (kaatsers als rustperiode). Creatief zoeken naar methodes om de arbeid-rustperiode te respecteren.
Visie KVC Jong Lede
58
o
IIT = Intensieve Interval Training Trainingsdoelen: Verbeteren van het herstelvermogen, verbeteren van het explosief vermogen zoals startsnelheid en versnellingsvermogen. Effecten: Verbeteren van het ATP-CP systeem, verbeteren van het anaërobe systeem. Intensiteit: 90 tot 95 % Herhalingen: 6 tot 8 Series: 4 tot 8 Rust tussen de herhalingen: 15-30 seconden Rust tussen de series: 4-6 minuten Voetbalgericht: Loopinspanningen, krachtinspanningen van 15 seconden aan HF 90% - 95 % van HFmax of maximaal vermogen, 2-2, 1-1, intensieve passvormen.
o
ST = Snelheid Training. Snelheid kent een aantal verschillende componenten die elk op een andere manier worden getraind. Het dient gezegd dat snelheid moeilijk te trainen is. Snelheid is voor een groot deel aangeboren. Startsnelheid Trainingsdoelen: Explosief vermogen, startkracht, verbeteren snelle spiervezels, Vergroten van de maximale afzetkracht (eerste pas), intra - en intermusculaire
Visie KVC Jong Lede
59
coördinatie verbeteren, visueel reactievermogen verbeteren, eerste startpas (start uit stilstand). Effecten: ATP-CP vermogen Duur (arbeid) /afstand: 1 tot 2 seconden/5 tot 15 m Intensiteit: 100 % Herhalingen: 8 tot 10 Series: 2 tot 4 Arbeid/Rust verhouding: tot volledig herstel Rust tussen series: 4 tot 6 min Supercompensatie na: 36-48 u Versnellingsvermogen Trainingsdoelen: Explosief vermogen, vermogen om de maximale snelheid te bereiken, vliegende start. Effecten: CP vermogen Duur (arbeid) /afstand: 3 tot 6 seconden/15 tot 40 m Intensiteit: 100 % Herhalingen: 6 Series: 1 tot 2 Arbeid/Rust Verhouding: tot volledig herstel Rust tussen series: 4 min Supercompensatie na: 48-54 u Herhaald kort sprintvermogen Trainingsdoelen: Explosieve capaciteit verbeteren, blijven sprinten onder vermoeide toestand (meerdere sprints na elkaar), lactaatverwijderingssysteem. Effecten: Herstel ATP-CP, fosfaatpooling. Duur (arbeid) /afstand: 2 tot 4 seconden/15 tot 25 m Intensiteit: 100 % Herhalingen: 6 tot 10 Series: 2 tot 4 Arbeid/Rust verhouding: tot volledig herstel Rust tussen series: 4 tot 6 min Supercompensatie na: 72 u Snelheidsuithoudingvermogen Trainingsdoelen: Explosieve capaciteit verbeteren, vermogen om de maximale snelheid aan te houden, capaciteit om op het einde van de wedstrijd nog energievoorraad te kunnen aanwenden, Economisch met beschikbare energie omgaan (technisch perfect lopen). Effecten: Maximale snelheid aanhouden, fosfaat pooling Duur (arbeid) /afstand: 4 tot 8 seconden/40 tot 70 m Intensiteit: 100 % Herhalingen: 4 tot 6 Series: 1 tot 2 Rust tussen herhalingen: tot volledig herstel Rust tussen series: 6 min Supercompensatie na: 72 u
De specifieke zones kunnen het gemakkelijkst getraind worden los van de bal, met klassieke loopoefeningen. Het werkt echter motiverend om spelers met de bal fysieke prikkels te geven. Keerzijde van de medaille is dat dat af en toe wat ten koste gaat van de accuraatheid van het bereiken van de juiste intensiteit. Dat is echter Visie KVC Jong Lede
60 geen ramp. Voetbal is immers een sport waarbij er continu wordt gewisseld tussen verschillende energiesystemen; aëroob, anaëroob lactisch (melkzuuropstapeling) en anaëroob alactisch (zeer korte explosieve inspanningen waarbij geen melkzuur wordt opgestapeld). Het specifiek trainen op verwerken van verzuring (lactaat training) vermijden we bij deze leeftijdsgroep. Er is een vergroot gevaar op overbelasting en blessures. Deze categorie kenmerkt zich als zware inspanningen tot 3 minuten tot uitputting en met weinig recuperatie. Er is geen exacte wetenschap om de juiste voetbalgerichte oefen- of wedstrijdvorm bij de juiste soort van vooropgestelde trainingszone te plaatsen. De modaliteiten waarmee gespeeld worden zijn afstanden, coaching, meerdere ballen langs de zijlijnen, aantal spelers, kaatsers,… de algemene regel is hoe groter het veld, hoe lager de intensiteit. Met aanpassing van deze factoren proberen we de vooropgestelde doelstelling te bereiken.
2.10.2. Competitie A. Eerste seizoenshelft Er wordt vanaf nu gewerkt met de 6 fasen die herhaald worden tot aan de winterstop (golfmethode).
Week 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 Enz…
Trainingsfase Extensieve Duur Fase Intensieve Duur Fase Extensieve Interval Fase Intensieve Interval Fase Snelheidsfase Actieve Rustfase Extensieve Duur Fase Intensieve Duur Fase Extensieve Interval Fase Intensieve Interval Fase Snelheidsfase Actieve Rustfase
Datum
EDT 5 1 1 1 0 4 5 1 1 1 0 4
IDT 4 5 2 2 1 0 4 5 2 2 1 0
EIT 2 3 5 4 3 0 2 3 5 4 3 0
IIT 2 3 4 5 4 2 2 3 4 5 4 2
ST 2 3 3 3 5 3 2 3 3 3 5 3
Legende bij de tabel: (5) Primaire conditionele doelstelling van de week. De training wordt hierrond opgebouwd. (4) Secundaire conditionele doelstelling. (3) Wordt bewust in de wedstrijdvormen ingebouwd door de dimensies aan te passen. (2) Komt voor in de vrije wedstrijdvormen. (1) Geen extra aandacht geven. (0) Wordt absoluut vermeden.
Visie KVC Jong Lede
61 B. Winterstop Tijdens de winterstop wordt eerst een week gerust. Nadien wordt er twee weken gewerkt aan de extensieve en de intensieve duurfase. Zo wordt de basisconditie opnieuw op peil gebracht. Een deel van deze opdracht zal waarschijnlijk door de speler individueel worden afgewerkt (kerstperiode).
C.
Tweede seizoenshelft
Bij het hernemen van de groepstrainingen wordt opnieuw gestart met bovenstaande cyclus tot het einde van het seizoen.
OPMERKING De dag na een wedstrijd is het raadzaam om een hersteltraining in te lassen. De bedoeling is dat er een halfuurtje wordt gelopen aan een heel lage intensiteit; loslopen. Het lichaam zal de eventueel nog aanwezige afvalstoffen zo sneller afvoeren. Na deze training
Visie KVC Jong Lede
62
3. RICHTLIJNEN WEDSTRIJDEN 3.1. U7 Wat zijn de accenten waar de trainer rekening mee houdt in zijn voorbereiding, coaching en evaluatie van de spelers en de ploeg? Het gaat hier niet zozeer om inhoudelijke zaken, dan wel om coachingsrichtlijnen ivm een bepaalde stijl van voetbal tonen. Er wordt steeds opgewarmd met de standaardopwarming.
Algemeen: o Het resultaat is ondergeschikt aan opleiding! o We coachen steeds enthousiast, gedreven, kindvriendelijk en positief. o We spelen in de ruitvorm of ‘vliegtuigformatie’ met een piloot, vleugels en een staart. Elke speler komt op elke positie, ook in doel. o We gaan nooit in op supporters, ouders, collega trainers en scheidsrechter tijdens de wedstrijden.
Balbezit: o Er wordt gecoacht op durf. Wij willen spelers opleiden die lef hebben en acties maken. o De doelman speelt hoog mee en beweegt mee in functie van de bal en het doel. Bij tegendoelpunt hierdoor nooit ‘boos’ worden op de doelman. We blijven de keeper steunen in het meevoetballen, ook al krijgen we hierdoor een tegendoelpunt. o Ook de staart wordt aangemoedigd om in te schuiven met de bal aan de voet. Hij blijft op die manier ook nog achter de bal. o De spelers moeten besef krijgen van de verschillende posities op het veld (doelman, staart, vleugels en piloot). Op het einde van het seizoen moeten zij weten wat welke positie is. o Niet constant voorcoachen. Spelers moeten zelf leren kijken, nadenken en beslissen. Integreer de coachingswoorden. o Een pas geven naar een medespeler bekrachtigen we positief. De spelers zijn vrij om hiervoor te kiezen of niet. Op deze leeftijd mogen ze nog continu zelf dribbelen. Een pas geven op het juiste moment loven we echter, zonder het dribbelen te ontmoedigen. Op die manier leren de spelers automatisch dat een pas geven ‘beloond’ wordt door de trainer. o Aandacht hebben voor het gebruik van de twee voeten in de wedstrijd. Positief bekrachtigen als een speler een actie onderneemt met de slechte voet. o Snelheid in de acties vragen. Ook na de actie doorgaan en snelheid behouden.
Balverlies: o We spelen fair, met respect voor de tegenstander maar wel stevig. Hier wordt ook naar gecoacht. o We laten de tegenstander uitvoetballen. Wanneer de tegenstander echt veel sterker is, dan kan er wat vroeger gestoord worden. Dit gebeurt best in samenspraak met de trainer van de tegenstander. o We verdedigen steeds vooruit naar de bal. De piloot is de eerste die naar de bal gaat als de tegenstander uitvoetbalt. o De staart moet bij balverlies steeds achter de andere spelers blijven. o De spelers mogen nooit opgeven, ze zetten zich in en blijven ervoor gaan. Dit is een belangrijke attitude. Ook bij tegendoelpunten blijft de trainer positief en moedigen we de spelers aan. o Bij de aftrap van de tegenstander staan we in een kleine vliegtuigformatie.
Visie KVC Jong Lede
63
3.2. U8 Wat zijn de accenten waar de trainer rekening mee houdt in zijn voorbereiding, coaching en evaluatie van de spelers en de ploeg? Het gaat hier niet zozeer om inhoudelijke zaken, dan wel om coachingsrichtlijnen ivm een bepaalde stijl van voetbal tonen. Er wordt steeds opgewarmd met de standaardopwarming
Algemeen: o Het resultaat is ondergeschikt aan opleiding! o We coachen steeds enthousiast, gedreven, kindvriendelijk en positief. o We spelen in de ruitvorm of ‘vliegtuigformatie’ met een piloot, vleugels en een staart. Elke speler komt op elke positie, ook in doel. Geleidelijk aan leren we de spelers de nummers van de posities. o We gaan nooit in op supporters, ouders, collega trainers en scheidsrechter tijdens de wedstrijden.
Balbezit: o Er wordt gecoacht op durf. Wij willen spelers opleiden die lef hebben en acties maken. o De doelman speelt hoog mee en beweegt mee in functie van de bal en het doel. Bij tegendoelpunt hierdoor nooit ‘boos’ worden op de doelman. We blijven de keeper steunen in het meevoetballen, ook al krijgen we hierdoor een tegendoelpunt. o Ook nr 3 wordt aangemoedigd om in te schuiven met de bal aan de voet. Hij wordt zo een nr. 10. Zijn plaats wordt overgenomen door een hoogspelende doelman. o Niet constant voorcoachen. Spelers moeten zelf leren kijken, nadenken en beslissen. Integreer de coachingswoorden. o De speler moet nu in een positie kunnen spelen, met respect voor de bijhorende taken. o Een pas geven naar een medespeler bekrachtigen we positief. De spelers worden geleidelijk aan verondersteld zelf te kunnen inschatten wanneer een pas de betere optie is dan de dribbel. Een pas geven op het juiste moment loven we, zonder het dribbelen echt te ontmoedigen. Op die manier leren de spelers automatisch dat een pas geven op het juiste moment ‘beloond’ wordt door de trainer. o Aandacht hebben voor het gebruik van de twee voeten in de wedstrijd. Positief bekrachtigen als een speler een actie onderneemt met de slechte voet. o Snelheid in de acties vragen. Ook na de actie doorgaan en snelheid behouden.
Balverlies: o We spelen fair, met respect voor de tegenstander maar wel stevig. Hier wordt ook naar gecoacht. o Een zwakke tegenstander laten we uitvoetballen. Wanneer de tegenstander evenwaardig of sterker is, dan kan er vroeger gestoord worden. Dit gebeurt best in samenspraak met de trainer van de tegenstander. o We verdedigen steeds vooruit naar de bal (voorwaartse druk zetten!). De nr.9 is de eerste die naar de bal gaat als de tegenstander uitvoetbalt. o De nr. 3 moet bij balverlies steeds achter de andere spelers blijven. o De spelers mogen nooit opgeven, ze zetten zich in en blijven ervoor gaan. Dit is een belangrijke attitude. Ook bij tegendoelpunten blijft de trainer positief en moedigen we de spelers aan.
Visie KVC Jong Lede
64
3.3. U9 Wat zijn de accenten waar de trainer rekening mee houdt in zijn voorbereiding, coaching en evaluatie van de spelers en de ploeg?
Algemeen: o Het resultaat is ondergeschikt aan opleiding! o We coachen steeds enthousiast, gedreven, kindvriendelijk en positief. o We spelen in de ruitvorm. Elke speler komt op meerdere posities die hem liggen. We gebruiken de juiste nummers die bij de positie horen. De spelers leren die ook zelf te gebruiken. o We gaan nooit in op supporters, ouders, collega trainers en scheidsrechter tijdens de wedstrijden.
Balbezit: o Er wordt gecoacht op durf. Wij willen spelers opleiden die lef hebben en acties maken. Spelers worden stillaan wel meer verondersteld om de risico’s beter in te schatten en daarnaar te handelen. o De doelman speelt hoog mee en beweegt mee in functie van de bal en het doel. Bij tegendoelpunt hierdoor nooit ‘boos’ worden op de doelman. We blijven de keeper steunen in het meevoetballen, ook al krijgen we hierdoor een tegendoelpunt. o Ook nr 3 wordt aangemoedigd om in te schuiven met de bal aan de voet. Hij wordt zo een nr. 10. Zijn plaats wordt overgenomen door een hoogspelende doelman. o Niet constant voorcoachen. Spelers moeten zelf leren kijken, nadenken en beslissen. Integreer de coachingswoorden. o De speler moet nu in een positie kunnen spelen, met respect voor alle bijhorende taken. o De spelers worden nu verondersteld zelf te kunnen inschatten wanneer een pas de betere optie is dan de dribbel. Zij mogen uiteraard nog fouten maken, maar moeten achteraf wel gewezen worden op de betere optie. Zij moeten ook leren om deze ‘fouten’ zelf te benoemen en te herkennen. o Aandacht hebben voor het gebruik van de twee voeten in de wedstrijd. Positief bekrachtigen als een speler een actie onderneemt met de slechte voet. o Snelheid in de acties vragen. Ook na de actie doorgaan en snelheid behouden.
Balverlies: o We spelen fair, met respect voor de tegenstander maar wel stevig. Hier wordt ook naar gecoacht. o Een heel zwakke tegenstander laten we uitvoetballen. Wanneer de tegenstander evenwaardig of sterker is, dan wordt er vroeger gestoord. o We verdedigen steeds vooruit naar de bal (voorwaartse druk zetten!). De nr.9 is de eerste die naar de bal gaat als de tegenstander uitvoetbalt. Het remmend wijken op het juiste moment kan al aan bod komen bij sterke lichtingen. o De nr. 3 moet bij balverlies steeds achter de andere spelers blijven. o De spelers mogen nooit opgeven, ze zetten zich in en blijven ervoor gaan. Dit is een belangrijke attitude. Ook bij tegendoelpunten blijft de trainer positief en moedigen we de spelers aan.
Visie KVC Jong Lede
65
3.4. U10 – U13. Wat zijn de accenten waar de trainer rekening mee houdt in zijn voorbereiding, coaching en evaluatie van de spelers en de ploeg?
Algemeen: o Het resultaat is ondergeschikt aan opleiding! o We coachen steeds enthousiast, gedreven, kindvriendelijk en positief. o We spelen in dubbele ruitvorm.De spelers krijgen stilaan een vaste positie waarop zij zich het beste voelen. We gebruiken de juiste nummers die bij de positie horen. De spelers gebruiken die ook zelf. o We gaan nooit in op supporters, ouders, collega trainers en scheidsrechter tijdens de wedstrijden.
Balbezit: o Er wordt gecoacht op durf. Wij willen spelers opleiden die lef hebben en acties maken. Spelers worden stilaan wel verondersteld om de risico’s in te schatten en daarnaar te handelen. o De doelman speelt hoog mee en beweegt mee in functie van de bal en het doel. Bij tegendoelpunt hierdoor nooit ‘boos’ worden op de doelman. We blijven de keeper steunen in het meevoetballen, ook al krijgen we hierdoor een tegendoelpunt. o Niet constant voorcoachen. Spelers moeten zelf leren kijken, nadenken en beslissen. Integreer de coachingswoorden. o De speler moet nu in een positie kunnen spelen, met respect voor alle bijhorende taken. o De spelers worden nu verondersteld zelf te kunnen inschatten wanneer een pas de betere optie is dan de dribbel. Zij mogen uiteraard nog fouten maken, maar moeten achteraf wel gewezen worden op de betere optie. Zij moeten ook leren om deze ‘fouten’ zelf te benoemen en te herkennen. o Aandacht hebben voor het gebruik van de twee voeten in de wedstrijd. Positief bekrachtigen als een speler een actie onderneemt met de slechte voet. o Snelheid in de acties vragen, overtuiging! Ook na de actie doorgaan en snelheid behouden.
Balverlies: o We spelen fair, met respect voor de tegenstander maar wel stevig. Hier wordt ook naar gecoacht. o We verdedigen steeds vooruit naar de bal (voorwaartse druk zetten!). De nr.9 is de eerste die naar de bal gaat als de tegenstander uitvoetbalt, de rest van het team schuift mee. Er is ook aandacht voor de timing van het druk zetten. o Naast druk zetten kan het soms ook aangewezen zijn om remmend te wijken. Spelers van deze leeftijd moeten dit beginnen aanvoelen en toepassen. o De spelers mogen nooit opgeven, ze zetten zich in en blijven ervoor gaan. Dit is een belangrijke attitude. Ook bij tegendoelpunten blijft de trainer positief en moedigen we de spelers aan.
Visie KVC Jong Lede
66
3.5. U15-U17 Wat zijn de accenten waar de trainer rekening mee houdt in zijn voorbereiding, coaching en evaluatie van de spelers en de ploeg?
Algemeen: o Het resultaat is nog steeds ondergeschikt aan opleiding, maar… Spelers die U17 spelen horen wel al op resultaat te kunnen spelen. Zij moeten de wedstrijd leren aanvoelen en handelen ifv daarvan (vb. druk zetten, rust in het spel brengen, tempo leren breken,…) o We coachen steeds enthousiast, gedreven, en positief. Een speler U17 hoort te weten wat er op welke positie van hem wordt verwacht en moet richtlijnen ifv hiervan direct kunnen vertalen op het veld. Na U17 moet een talentvolle speler eigenlijk in staat zijn de stap naar het ‘senior’ voetbal te zetten. o We spelen in een 1-4-3-3 opstelling met de punt naar voor of met de punt naar achter. o We gaan nooit in op supporters, ouders, collega trainers en scheidsrechter tijdens de wedstrijden.
Balbezit: o Er wordt gecoacht op juiste keuzes. Wij willen spelers opleiden die acties maken en diepgang in het spel brengen, als de situatie dit toelaat. Dat impliceert dat het soms beter is om een bal eruit te halen en terug te spelen in functie van balbezit en rust. Goede keuzes loven we, foute keuzes verbeteren we achteraf. o Niet constant voorcoachen. Spelers moeten zelf leren kijken, nadenken en beslissen. Gebruik de coachingswoorden. o De speler moet nu in een positie kunnen spelen, met respect voor alle bijhorende taken. o Spelers moeten ook leren om hun ‘fouten’ zelf te benoemen en te herkennen. Dit gebeurt wel nadat de adrenaline van de wedstrijd is uitgewerkt. o Aandacht hebben voor het gebruik van de twee voeten in de wedstrijd. Positief bekrachtigen als een speler een actie onderneemt met de slechte voet. o Snelheid in de acties vragen, overtuiging! Ook na de actie doorgaan en snelheid behouden.
Balverlies: o We spelen fair, met respect voor de tegenstander maar wel stevig. Hier wordt ook naar gecoacht. Er is aandacht voor de restverdediging en het vormen van T-blok. Bij infiltratie van de rechter flankverdediger (pos. 2), sluit de andere flankverdediger (pos. 5) naar binnen. Er wordt door de drie blijvende verdedigers (pos. 3, 4 en 5) en de verdedigende middenvelder (pos. 6) een T gevormd die schuift richting infiltrerende medespeler. Een hoge compacte T wordt dus door drie verdedigers en de verdedigende middenvelder gevormd waardoor het centrum gesloten is, nog
Visie KVC Jong Lede
67 vóór de tegenpartij zijn tegenaanval inzet (= defensieve anticipatie).
o
o
Er wordt een verdedigend blok opgesteld. Dat wordt bij voorkeur hoog gezet, zodat de tegenstander snel onder druk komt te staan. Naast druk zetten kan het soms ook aangewezen zijn om remmend te wijken/het tempo te breken,…Het blok wordt dan laag gezet. De spelers mogen nooit opgeven, ze zetten zich in en blijven ervoor gaan. Dit is een belangrijke attitude. Ook bij tegendoelpunten blijft de trainer positief en moedigen we de spelers aan.
Visie KVC Jong Lede
68
4. COACHINGSWOORDEN 4.1. U7 o
Balverlies o Niet laten draaien o Kort (= man kort oppakken) o Binnenkant
o
Balbezit o o o o o o o o o o
Visie KVC Jong Lede
Alleen Rug Actie Breed (= open, naar de vleugels) Speel Snelheid maken Vraag Kijk (= er is een oplossing, er staat iemand vrij maar de speler moet zelf kijken ipv voor te coachen) Hoog (=ver doorschuiven naar het doel van de tegenstander) Ruimte (= waar de tegenstander niet staat, waar de bal naartoe moet).
69
4.2.
U8 - bovenbouw o
Balverlies o Druk o Steunen o Positie (= organiseren door in je positie te zakken) o Inzakken (= terugplooien individueel of als ploeg) o Ik – Jij (in het kader van het uitvoetballen) o Kantelen
o
Balbezit o o o o o o o o o o
Kaats ( = bal in één tijd terugspelen op inkomende speler) Opendraaien (=opendraaien in de speelrichting) Afhaken (=loskomen van de man naar de bal toe) Diep (= de bal inspelen op een speler die hoog staat of komt) Voet (= bal in de voet vragen of spelen) Hou bij Loop breed Verleg (= het spel oriënteren naar de andere kant) Vooractie (= actie maken tegenovergesteld aan de uiteindelijke bedoeling) Rust (= rust uitstralen aan de bal)
Alle coachingswoorden worden vanaf U8 gebruikt. De spelers moeten de woorden op deze leeftijd allemaal begrijpen. Naarmate ze ouder worden moeten zij deze ook actief gaan gebruiken.
Visie KVC Jong Lede
70
5. UITVOETBALLEN Wij maken onderscheid tussen de situatie waarin de doelman de bal pakt na een aanval van de tegenstander en de situatie waarin de tegenstander de bal over onze achterlijn speelt. A.
Doelman pakt bal na aanval tegenstander
Wanneer de doelman balbezit heeft dient hij onmiddellijk te zoeken naar een medespeler die aanspeelbaar is. 1.
Deze snelle voortzetting van het spel dient steeds gezocht te worden en is prioriteit voor de doelman. Bij voorkeur speelt de doelman, met een verzorgde passing over de grond, een speler aan die vrij staat in de diepte. Hij doet dit met een rol, strakke pas met de voet of een strakke worp. Dit lukt enkel bij een (nog) niet georganiseerde tegenstander. Op die manier kan het team hier direct voordeel uithalen. Lukt de voorwaartse bal niet, dan kan hij elke speler (breed) aanspelen die zich snel en goed aanbiedt in zijn zone, aanspeelbaar is en niet te kort wordt gedekt. Hij doet dit met een rol, strakke pas met de voet of een strakke worp.
2.
Als er geen snelle voortzetting van het spel mogelijk is, dan beslist de doelman om uit te voetballen met de richtlijnen die in onderstaand document zijn uitgewerkt. Hij legt de bal op de grond, dribbelt het veld in en lokt een storende actie van nr 9 van de tegenstander uit. De medespelers komen dan pas in beweging zoals in onderstaand document beschreven. Deze ondernemen geen actie naar de bal zolang de doelman de bal niet speelklaar heeft gelegd en in beweging komt. Deze timing is heel belangrijk om tot de verzorgde opbouw te kunnen komen!!!! Als zij loskomen van de tegenstander moet dat steeds snel en agressief zijn om echt vrij te komen. Een vooractie is aangewezen bij de oudere categorieën.
B.
Doelman moet spel hervatten met stilliggende bal
Na een aanval van de tegenpartij is de bal over de achterlijn gegaan en komt de doelman in balbezit met een stilliggende bal. 1.
Ook nu dient de snelle voortzetting van het spel steeds gezocht te worden en is deze prioriteit voor de doelman. Dit zal echter moeilijker verlopen dan voorgaande situatie omdat de tegenpartij meer tijd heeft om zich te organiseren. Als dit toch lukt dan verloopt de opbouw idem zoals hierboven. Bij voorkeur speelt de doelman, met een verzorgde passing over de grond, een speler aan die vrij staat in de diepte. Dit lukt enkel bij een (nog) niet georganiseerde tegenstander. Op die manier kan het team hier direct voordeel uithalen. Lukt de voorwaartse bal niet, dan kan hij elke speler (breed) aanspelen die zich snel en goed aanbiedt in zijn zone, aanspeelbaar is en niet te kort wordt gedekt. Hij doet dit met strakke inspeelpas.
2.
Als er geen snelle voortzetting van het spel mogelijk is, dan beslist de doelman om uit te voetballen met de richtlijnen die in onderstaand document zijn uitgewerkt. Hij legt de bal op de grond en straalt rust uit. De medespelers komen in beweging zoals in onderstaand document beschreven. Deze ondernemen geen actie naar de bal zolang de doelman de bal niet speelklaar heeft gelegd. Deze timing is heel belangrijk om tot de verzorgde opbouw te kunnen komen!!!! Als zij loskomen van de tegenstander moet dat steeds snel en agressief zijn om echt vrij te komen. Een vooractie is aangewezen bij de oudere categorieën.
Visie KVC Jong Lede
71
5.1. U7 We houden de opbouw nog heel simpel bij onze U7. We werken vanuit vrij statische posities naar geleidelijk meer beweging. Normaal laat de tegenstander de opbouw van achteruit toe. U7 spelertjes kunnen nog maar heel beperkt denken vanuit een positie, en in relatie tot andere posities. Naar het einde van het seizoen toe zal dat al beter lukken. Bij sterke groepen kan dan eventueel al een aanzet gegeven worden naar het uitvoetballen bij U8 (basis).
OPSTELLING Vliegtuigformatie; 3 centraal, 7 en 11 hoog en breed, 9 hoog en diep. Het is belangrijk om de spelertjes van in het begin hoog te laten staan (ruimte creëren). BASISUITVOERING(zoals beschreven in voorbeeld, verloopt identiek langs de andere kant) 1. 2. 3.
3 staat rechts open en breed (juist ingedraaid). 9 blijft diep om ruimte te creëren K speelt 3 aan. Keeper speelt of rolt de bal in over de grond. 3 neemt de bal aan met het aangezicht naar de tegenstander (ingedraaid staan, controle verste voet).
UITBREIDING 1. 2. 3.
Als 3 de bal krijgt, dan zakt 11 een beetje in om bij balverlies de restverdediging te verzorgen. Bij sterke groepen die snel leren, kan nr 3 eventueel van de centrale positie uitlopen naar de flank. Hij moet dan wel gewezen worden op het indraaien, wat bij deze leeftijd niet evident is. Indien de tegenstander toch telkens bij nr 3 staat, dan kan de bal diep op nr 9 gespeeld worden door de keeper.
COACHING 1. 2.
3 moet de bal vragen (VRAAG). Als 3 niet bereikbaar is dan speelt keeper 9 aan (DIEP)
DOELSTELLING Keeper leert beslissingen nemen en voetbalt mee. Opbouw van achteruit aanleren. Methodiek op training. Wedstrijdvormen 2/1, 2+K/1, 2/2, 2+K/2, 2+K/2+K in functie van uitvoetballen (beginnend vanuit vaste positie). Tussenvormen op korte passing R en L (pas voor de man en controle verste voet), bij voorkeur gevolgd door FUN-aspect (scoren!).
Visie KVC Jong Lede
72
5.2. U8 en U9 (Basis) We werken bij zowel bij de gewestelijke als de provinciale ploegen volgens onderstaande opbouw. Afhankelijk van het niveau van de ploeg zullen sommige groepen snel evolueren en doorgroeien naar de moeilijkste vorm. Andere groepen zullen misschien niet zo ver geraken, maar werken wel binnen dezelfde filosofie. Dat is noodzakelijk om de continuïteit te garanderen doorheen de verschillende categorieën. Ook als hieruit tegendoelpunten zouden ontstaan, blijven wij dit principe hanteren. We leggen de focus op de opleiding van de spelers en niet op het resultaat! OPSTELLING Ruitopstelling; 3 centraal, 7 en 11 hoog en breed, 9 hoog en diep. 3 KAN AANGESPEELD WORDEN 1. 2. 3. 4.
(onderstaande figuren: 3 zakt links in, verloopt identiek langs de andere kant)
3 zakt L diagonaal in, 11 gaat dieper staan om ruimte te maken voor 3, terwijl 7 inzakt en zich aanbiedt. (Figuur 1) 3 kan aangespeeld worden. 7 knijpt naar binnen om bij eventueel balverlies steun te geven aan 3. (Figuur2) 11 zakt in om los te komen van zijn tegenstander en aanspeelbaar te worden. (Figuur2) 3 speelt bij voorkeur in op 9 die uit de dekking komt. 11 aanspelen is slechts de tweede optie. De derde optie is terugspelen op de keeper en veranderen op 7 die dan open loopt. (Figuur2)
Figuur 1
3 KAN NIET AANGESPEELD WORDEN 1. 2.
2. 3. 4.
(onderstaande figuren: 3 zakt links in, verloopt identiek langs de andere kant)
3 zakt L diagonaal in, 11 gaat dieper staan om ruimte te maken voor 3, terwijl 7 inzakt en zich aanbiedt. 3 wordt afgedekt. Mogelijke optie zijn dan: 7 over de grond aanspelen die breed en opengedraaid staat. Is enkel mogelijk als de tegenstander niet doordekt. 3 knijpt naar binnen om bij balverlies centraal af te schermen, niet om de bal te krijgen van 7 (laterale pas!). 7 speelt de bal bij voorkeur in op 9, maakt zelf de actie als hij ruimte heeft of speelt terug op de keeper. ( figuur 3) 9 komt uit de dekking in de ruimte en vraagt de bal. Keeper speelt in over de grond naar 9. (figuur 4)
COACHING 1.
Figuur 2
Figuur 3
Figuur 4
Keeper speelt de bal strak in over de grond. Hij beslist en geeft de bal enkel naar wie vrij staat (KIJK). Hij coacht de aangespeelde speler (VRIJ of RUG). 3, 9 en de juiste flank moeten de bal vragen (VRAAG). 3 of aangespeelde flankspeler moeten ingedraaid staan bij de aanname (DRAAI IN) Keeper voetbalt mee als 3 of aangespeelde flank in de problemen komt (SPEEL KEEPER)
Visie KVC Jong Lede
73 DOELSTELLING Keeper heeft drie opties en moet snel en juist leren beslissingen nemen. Hij voetbalt vervolgens mee. Juist bewegen ten opzichte van mekaar (ALS-DAN principe) en zo ruimtes creëren en benutten om tot een verzorgde opbouw te komen. Vervolgens wordt er door een juiste positionering dekking en steun gegeven aan mekaar. Er wordt gezocht naar driehoekjes. Methodiek op training Wedstrijdvormen 2/1, 2+K/1, 2/2, 2+K/2, 2+K/2+K, 3+K/2, 3+K /2+K, 3+K/3+K, in functie van uitvoetballen. Wedstrijden 5-5 steeds laten opstarten op deze manier. Tussenvormen op korte passing R en L (pas voor de man, indraaien en controle verste voet), bij voorkeur gevolgd door FUN-aspect (scoren!).
Visie KVC Jong Lede
74
5.3.
U9 (Uitbreiding 1)
Onderstaande uitvoeringen zijn uitbreidingen. Deze opties komen enkel aan bod als de basisvorm beheerst wordt bij U9. Het vraagt nog meer inzicht, timing en beweging van de spelers. Het kan ook een optie zijn als de tegenstrever heel kort dekt en/of bij een positioneel sterke tegenstrever. OPSTELLING Ruitopstelling; 7 en 11 hoog en breed, 3 en 9 centraal diep.
Figuur 5
Figuur 6
UITVOERING 1. 2. 3. 4.
3 of 9 zakt diagonaal in naar L of R. 3 bepaalt wie zich aanbiedt door ‘ik’ of ‘jij’ te roepen. Wie niet inzakt biedt zich centraal en diep aan in de ruimte. (Figuur5) De juiste flank zakt in en biedt zich breed aan. (Figuur 5) De andere flank maakt ruimte door hoog en breed te komen. (Figuur 5) Keeper speelt of rolt de bal in over de grond en heeft drie opties.
3 OPTIES INSPELEN (uitgelegd aan de hand van figuur 6) 1.
2. 3.
Diagonaal breed over de grond op 3 die zich komt aanbieden. Vervolgens knijpt 11 naar binnen om bij balverlies steun te geven aan 3. 7 zakt in om los te komen van zijn tegenstander. 3 speelt bij voorkeur in op 9 die zich centraal aanspeelbaar maakt. 7 aanspelen is slechts de tweede optie. De derde optie is terugspelen op de keeper en veranderen op 11 die dan open loopt. (Analoog met figuur 2, maar over rechts ipv over links). Diep over de grond op 9 (Figuur 6) 11 over de grond aanspelen die breed en opengedraaid staat. Is enkel mogelijk als de tegenstander niet doordekt. 3 knijpt naar binnen om bij balverlies centraal af te schermen, niet om de bal te krijgen van 11 (laterale pas!). 11 speelt de bal bij voorkeur in op 9, maakt zelf de actie als hij ruimte heeft of speelt terug op de keeper. (Analoog met figuur 3, maar over links opgestart ipv over rechts).
COACHING 1.
2. 3. 4. 5.
Altijd 3 die de actie op gang brengt door ‘IK’ of ‘JIJ’ te roepen. Wie genoemd wordt zakt in. Wie niet inzakt blijft gedurende het verloop van het spel diep (piloot, positie 9), wie wel inzakt blijft achteraan (staart, positie 3). Er wordt dus gespeeld los van een vaste plaats op het veld door spelers 3 en 9. De juiste flankaanvaller zakt in en vraagt de bal (SPEEL) Keeper speelt de bal strak in over de grond. Hij beslist en geeft de bal enkel naar wie vrij staat (KIJK). Hij coacht de aangespeelde speler (VRIJ of RUG). Ingedraaid staan bij de aanname (DRAAI IN) Keeper voetbalt mee als de ingezakte speler of aangespeelde flank in de problemen komt (SPEEL KEEPER)
DOELSTELLING Keeper heeft drie opties en moet snel en juist leren beslissingen nemen. Hij voetbalt vervolgens mee. Juist bewegen ten opziche van mekaar (ALS-DAN principe) en zo ruimtes creëren en benutten om tot een verzorgde opbouw te komen. Vervolgens wordt er door een juiste positionering dekking en steun gegeven aan mekaar. Er wordt gezocht naar driehoekjes. Methodiek op training Wedstrijdvormen (meerderheidssituaties) in functie van uitvoetballen. Tussenvormen op korte en lange passing R en L (pas voor de man, ingedraaid staan en controle juiste voet), bij voorkeur gevolgd door FUN-aspect (scoren!). Visie KVC Jong Lede
75
5.4.
U9 (Uitbreiding 2)
Figuur 7
Figuur 8
UITVOERING 1 1. 2. 3.
4.
3 en 9 zakken diagonaal in naar L en R. Zie figuur7. Beiden kunnen naar beide kanten inzakken. 1e optie voor de keeper is om de bal over de grond in te spelen naar de nieuwe diepe spits, (1) in Figuur 8. De flank aan de kant van nr 3 is naar binnen gelopen om de nieuwe nr 9 te worden. In Figuur 8 is dat nr 7. De tweede optie is om naar de ingezakte spelers 3 of 9 in te spelen, (2) in Figuur 8. De juiste flank (aan de kant van nr 3) is diep centraal gekomen. De andere flank (nr 11 in Figuur 8) zakt in en roteert mee met de ploeg. 9 knijpt naar binnen om dekking te geven aan 3 als die balverlies mocht lijden. De hele ploeg roteert dus. Nr 3 heeft nu 3 opties. Hij speelt bij voorkeur 7 aan die zich centraal diep vrijmaakt, zie figuur 8 (3). Hij kan eventueel ook de ruimte voor zich benutten om man uit te schakelen en langs de lijn te gaan, zie figuur 8 (4). Hij kan in nood ook de doelman terug aanspelen die het spel verlegt op 11, zie figuur 8 (5). Indien niet kan diep gespeeld worden en ook 3 of 9 niet bereikbaar zijn, is de derde optie voor de keeper om een diagonale diepe bal te spelen in de ruimte voor 11 (6 in Figuur 8).
UITVOERING 2 1. 2.
3 en 9 zakken diagonaal in naar L en R. Zie figuur7 (1). Beiden kunnen naar beide kanten inzakken. Tegenstander loopt mee of zet de paslijnen dicht. 3 heeft de verantwoordelijkheid om te beslissen om in dit geval terug te grijpen naar bovenstaande uitbreiding 1 (ik of jij). Zie figuur 6. Op die manier kan de tegenstander onmogelijk anticiperen zowel op uitvoering 1 als op uitvoering 2 en komt er steeds iemand vrij.
Opmerking bij uitbreiding 2 Deze vorm van uitvoetballen vraagt enorm veel van de spelers. Dat is enkel haalbaar met een sterke groep, waarbij de spelers ook polyvalent zijn. We streven nar deze vorm, wat kan betekenen dat bepaalde groepen deze manier van uitvoetballen niet perfect zullen bereiken bij U9.
Visie KVC Jong Lede
76
5.5.
BASIS U10, U11, U12 en U13 (8-8).
OPSTELLING Dubbele ruitopstelling met 3 en 5 hoog en breed. UITVOERING: 3 KAN AANGESPEELD WORDEN 1. 2.
3.
(onderstaande figuren: 3 zakt rechts in, verloopt identiek langs de andere kant)
3 zakt L diagonaal in, 2 gaat dieper staan om ruimte te maken voor 3, terwijl 5 inzakt en zich aanbiedt. (Figuur 7) 3 kan aangespeeld worden. 5 knijpt naar binnen om steun te geven aan drie bij eventueel balverlies (niet om de bal te krijgen van 3 = laterale pas) en 2 zakt in om eventueel de bal te krijgen (hij maakt zo ook ruimte voor 7). Als 2 de bal krijgt dan dient hij opengedraaid te staan voor een vlotte voortzetting van het spel. Veelal zal 2 moeilijk te bereiken zijn wegens korte dekking. Wordt 2 niet aangespeeld dan zakt hij verder in om samen met 5 in te staan voor hun verdedigende taak!!! Doen zij dit niet, dan ligt bij balverlies alles open. (Figuur 8) 3 verkiest bij voorkeur de inspeelpas op centrale spelers 9 of 10 die uit de dekking komen. Ook 7 kan aangespeeld worden. (Figuur 8)
Figuur 7
Figuur 8
UITVOERING: 3 KAN NIET AANGESPEELD WORDEN (onderstaande figuren: 3 zakt rechts in, verloopt identiek langs de andere kant) Er wordt doorgedekt op 3. De flankverdediger 5 zakt in en biedt zich aan. Kan hij aangespeeld worden dan heeft hij de optie om in te spelen op centrale spelers 9 en 10 die uit de dekking komen. Eventueel langs de lijn op 11 kan ook, maar dit is een optie die zelden zal lukken. Terugspelen op de doelman is de laatste optie. (Figuur 9) Veelal zal 5 niet bereikbaar zijn als de tegenstander doordekt. De doelman kan bijgevolg geen speler uit de achterste linie bereiken. (Figuur 10)
Figuur 9
Visie KVC Jong Lede
Figuur 10
77 1.
10 loopt diagonaal uit de dekking en biedt zich aan in de ruimte tussen 3 en 5. (Figuur 11) De doelman zoekt een diepe bal op 10, 9 of 11 die allen uit de dekking zijn gekomen. De flankverdedigers (5 en 2) en centrale verdediger 3 zakken na deze pas onder de bal om dekking te geven en aanspeelbaar te zijn. (Figuur 12)
Figuur 11
2.
Figuur 12
Als de tegenstander de looplijn van 10 doorheeft en de ruimte steeds dichtzet of heel kort doordekt, dan mag 10 beslissen om deze beweging niet meer te maken. Hij laat de ruimte liggen voor de doelman om de bal diep te spelen naar 9 of 11, waarna hij in steun komt van 9 en 11. (Figuur 13)
Figuur 13
DOELSTELLING
Keeper heeft tal van opties en moet snel en juist leren beslissingen nemen. Hij voetbalt vervolgens mee. Juist bewegen ten opziche van mekaar (ALS-DAN principe) en zo ruimtes creëren en benutten waardoor de bal verzorgd kan ingespeeld worden. Vervolgens wordt er door een juiste positionering dekking en steun gegeven aan mekaar. Er wordt gezocht naar driehoekjes.
Methodiek op training Wedstrijdvormen (meerderheidssituaties) in functie van uitvoetballen. Pasvormen (vooracties, ingedraaid staan, controle juiste voet).
Visie KVC Jong Lede
78
5.6.
UITBREIDING U10, U11, U12 en U13 (8-8).
OPSTELLING Deze uitvoering ligt in de verdere lijn van uitbreiding 2 van U9. Dubbele ruitopstelling met 3 en 5 hoog en breed. 10 en 3 staan centraal hoog en dicht bij mekaar. Bij deze uitvoering wordt er meer vanuit de beweging gespeeld. De spelers moeten ook vrij polyvalent zijn. De flanken overlappen. UITVOERING - Figuur 14 (1) 3 en 10 zakken diagonaal in om de bal te vragen. (2) Keeper speelt 10 (of 3) aan. (3) Elke speler neemt nu een nieuwe positie in, ifv de dekking en/of de mogelijke opbouw.
Figuur 14
-Figuur 15 (1) Nr 10 dribbelt op met de bal in de ruimte die nr 5 maakt. Nr 3, nr 2 en nr 7 verzorgen de restverdediging. (2) Nr 10 speelt (met rechtse voet) de diepe bal op nr 5 in de ruimte. Nr 9 en nr 7 komen voor doel. Nr 11 schuift centraal mee achter de bal. (3) Nr 10 zoekt de korte combinatie met nr 11 waarna hij in steun blijft. Nr 5, nr 9 en nr 7 nemen deel aan de aanval en maken zich aanspeelbaar. (4) Nr 10 zoekt de diepe bal op nr 9.
Figuur 15
Visie KVC Jong Lede
79
5.7.
UITVOETBALLEN BOVENBOUW
Het uitvoetballen bij de bovenbouw ligt volledig in de lijn van de opbouw die bij onder- en middenbouw werd aangeleerd. We gaan in onderstaande uitleg uit van 1-4-3-3 opstelling. De vorm van de driehoek in het middenveld kan met de punt naar voor of met de punt naar achter. De hele ploeg staat hoog om ruimte te creëren voor de verzorgde opbouw van achteruit. Eens een keuze is gemaakt uit onderstaande opbouw vanuit een stilliggende bal, dan valt elke positie terug op zijn specifieke basistaken. Deze staan apart beschreven en dienen gelinkt te worden aan het vervolg van de opstart van het uitvoetballen. A.
In Figuur 16 geven we eerst de opties die door de K met een korte pass kunnen gespeeld worden. Hierbij gaan we ervan uit de tegenstander (voorhoede) ver terugzakt (met onze 5 en 2). Zo komt er ruimte op de flanken. De paslijnen naar 3, 4 en 6 worden dus niet dichtgezet. (1) (2)
(3)
3 en 4 lopen explosief open en vragen de bal opengedraaid. 6 komt de bal vragen in de ruimte centraal. 2 en 5 staan hoog en breed. K speelt in op centrale verdediger. In dit geval is dat 3, maar kan ook 4 zijn. 2 maakt zich vervolgens aanspeelbaar voor 3 langs de lijn. Hier kan hij eventueel de bal krijgen. 5 knijpt nu naar binnen. 6 verzorgt mee de restverdediging. Geen balverlies voor 3 is prioriteit! K speelt de bal in op 6. Deze heeft steun van 3 en 4 om de bal eventueel terug te spelen. Indien hij de ruimte heeft draait hij door en heeft hij het spel voor zich.
De keuze van de eerste bal van de K en het vervolg van het spel door de aangespeelde speler worden sterk bepaald door de manier van verdedigen van de tegenstander. Onze spelers worden verondersteld de juiste keuzes te maken ifv wat er rond hen gebeurt. 3 kan bv. een korte combinatie zoeken waarbij 10 wordt betrokken, hij kan een bal naar buiten spelen op 2, het kan een bal diep zijn op 7 of 9, het kan eventueel ook een terugspeelbal op K zijn,… De ruimtes die ontstaan door het verdedigen van de tegenstander moeten gelezen worden en correct bespeeld worden. De voorkeur gaat altijd uit naar diepte in het spel brengen, maar dat zal niet altijd mogelijk zijn.
Figuur 16
Visie KVC Jong Lede
80 B.
Wanneer de tegenstander de paslijnen naar 3, 4 en 6 wel dichtzet, dan moet de K een optie zoeken waarbij deze spelers worden overgeslagen. De 3, 4 en 6 blijven hun loopbeweging maken om de spitsen van de tegenstander mee te lokken. Zo kunnen deze spitsen niet ergens tussenin gaan staan om zowel de korte opbouw als de halflange en lange opbouw (zie hieronder) te kunnen verstoren. Wij moeten hen dwingen een keuze te maken. Doen ze dit niet en wij voeren de loopactie correct uit, dan zijn ze overal te laat. De verschillende opties staan in Figuur 17 uitgetekend. Opnieuw zal de keuze afhankelijk zijn van de ruimtes die de tegenstander laat. De tegenstander kan kiezen om bepaalde inspeelmogelijkheden af te schermen, maar hij kan in principe nooit alle opties tegelijk dichtzetten. Het dient gezegd dat de K moet beschikken over een goede traptechniek om de halflange of lange opbouw goed uit te voeren. De lange lob in de ruimte maakt het voor de 11,, 9, 7 eenvoudiger om de bal aan te nemen, af te schermen. Indien de bal op 2 of 5 wordt ingespeeld dient dit een strakke bal te zijn. Speciale aandacht voor de optie waarbij 10 in de ruimte komt die 6 laat liggen door in te zakken. 6 kan vertrekken van de linkse of rechtse kant centraal (switch met 8) en zo de ruimte voor 10 laten variëren.
Figuur 17
Methodiek op training Wedstrijdvormen (meerderheidssituaties) in functie van uitvoetballen. Er kan gewerkt worden met zones voor de verschillende lijnen (defensie, middenveld, aanval) waarin een meerderheid kan van tel zijn. In functie van het beoogde doel ivm uitvoetballen worden er taken gegeven aan de spelers. Pasvormen (vooracties, ingedraaid staan, controle juiste voet).
Visie KVC Jong Lede
81
6. STANDAARDOPWARMING 6.1.
U7 (35’ - 40’)
A. Bal leiden (8’) Organisatie: ½ veld 4 kegels en 4 ballen op de zijlijn, 4 kegels 10 m naar binnen op dezelfde hoogte 2 spelers per kegel zijlijn Beschrijving 1. Speler 1 leidt de bal naar de kegel en draait rond de kegel (binnenkant en buitenkant voet). 2. Speler 1 speelt de bal binnenkant voet naar speler 2 die de bal aanneemt binnenkant voet. Variaties 1. Bal leiden L binnenkant voet (idem R) 2. Bal leiden L buitenkant voet (idem R) 3. Bal leiden afwisselend binnenkant-buitenkant R voet (idem L) 4. Bal leiden naar kegel, kappen ½ draai voor kegel 5. Bal leiden naar kegel, bal onder de voet weerhalen ½ draai 6. Kegel voorbij gaan met passeerbeweging, bal terughalen ½ draai (kap of voetzool)
B. Balgewenning (5’) Organisatie Zelfde zone dan oefening. Elke speler een bal. Beschrijving Spelers voeren actie uit op signaal trainer: Voet op de bal en rollen voor achter, links, rechts. Achterwerk op de bal. Knie op de bal. Kappen R en L. Coaching Hou de bal dichtbij en voor je. Snel reageren en versnellen na de actie.
C.
Reactiespel met bal (5’)
Organisatie Zelfde zone dan oefening A en B. 1 tikker met hesje in de hand. 3 spelers met bal, 3 spelers zonder bal. Beschrijving Wisseltikker. Wie getikt wordt, wordt de nieuwe tikker. De tikker kan enkel de spelers zonder bal aantikken. De bal wordt doorgegeven aan mekaar (handen en voeten). Coaching Wie de bal wil, vraagt de bal (SPEEL). Wie de bal heeft, kijkt wie de bal vraagt (KIJK).
Visie KVC Jong Lede
82 D. Bal leiden, passing en afwerking (8’) Organisatie Kegels in ruitvorm centraal voor doel. Afstand zijde 7-8 meter. Doorschuiven door bal te volgen. Beschrijving Speler 1 leidt de bal rond de blauwe kegel (1) Speler 1 speelt nu in naar speler 2 (2) Speler 2 speelt in naar speler 3 (3), die de bal aaneemt en afwerkt (4). Idem, maar starten naar gele kegel (andere richting). Coaching Leid de bal snel en maak een hoek achter de kegel (SNELHEID) Speel de bal in met de juiste voet en voor de man. Bal aannemen met verste voet. Speler 3 neemt de bal aan en duwt hem onmiddellijk richting doel waarna hij snel oprukt en trapt op doel met de juiste voet (SNELHEID)
E.
Passing en afwerken (5’)
Organisatie Centraal kegel waar spelers met bal wachten. Rechts voor hen blauw poortje, links voor hen een geel poortje. Trainer staat centraal voor doel om te kaatsen. Beschrijving Speler 1 leidt de bal tussen twee potjes (1) en past op T uit beweging (2). Ondertussen roept T blauw of geel en speler 1 loopt door juiste poort (3). Speler 1 komt snel op de bal en trapt in 1 tijd (4). Bal ophalen en achteraan aansluiten. Coaching Speel de bal uit beweging in naar de trainer. Reageer snel op de juiste kleur. Snel naar de bal en trap met de juiste voet.
F.
1-2 beweging, bal leiden en afwerken (5’)
Organisatie Zelfde opstelling als oefening E Trainer staat nu tussen de twee poortjes. Beschrijving Voor de inspeelpas van speler 1 roept trainer’ geel’ of ‘blauw’. Speler 1 speelt kort door poortje naar trainer (1) en reageert naar het juiste poortje (2). Trainer kaatst de bal naar het juiste poortje (3). Speler 1 neemt bal aan en gaat snel door poortje, waarna hij afwerkt. Bal ophalen en achteraan aansluiten. Coaching Reageer snel op de juiste kleur. Neem de bal mee met de juiste (verste) voet in de richting van het poortje. Maak snelheid met de bal (SNELHEID). Trap naar doel met de juiste voet.
Visie KVC Jong Lede
83 OPMERKINGEN
De opwarming wordt opgevat als een extra training. Elke minuut met de bal is een gewonnen minuut! De spelers en de keeper worden zowel fysiek als mentaal voorbereid op de wedstrijd. Er wordt gekozen voor een herkenbare opwarming die wekelijks terugkeert. Zo weten de spelers wat er van hen verwacht wordt en verliezen we geen tijd met uitleg geven. De trainer zorgt ervoor dat alles uitgezet staat bij de start van de opwarming. De oefeningen zijn zo opgebouwd dat er enkel kegels/potjes moeten weggehaald worden in het verloop van de opwarming
Visie KVC Jong Lede
84
6.2.
U8 (40’)
A. Bal leiden (5’) Organisatie: ½ veld, opstelling aan één kant van het veld. 4 kegels en 4 ballen op de zijlijn, 4 kegels 10 m naar binnen op dezelfde hoogte. 2 spelers per kegel zijlijn Beschrijving 1. Speler 1 leidt de bal naar de kegel en draait rond de kegel (binnenkant en buitenkant voet). 2. Speler 1 speelt de bal binnenkant voet naar speler 2 die de bal aanneemt binnenkant voet. Variaties op leiden 1. Bal leiden L binnenkant voet (idem R) 2. Bal leiden L buitenkant voet (idem R) 3. Bal leiden afwisselend binnenkant-buitenkant R voet (idem L) 4. Bal leiden naar kegel, kappen ½ draai voor kegel 5. Bal leiden naar kegel, bal onder de voet weerhalen ½ draai 6. Kegel voorbij gaan met passeerbeweging, bal terughalen ½ draai (kap of voetzool) Coaching Bal kort houden, hoofd recht en snelheid maken met de bal.
B. Bal leiden, passing en gerichte controle (15’) Organisatie: Ruitopstelling 4 kegels langs andere kant dan oefening A. 2 spelers per kegel, 1 bal Doorschuiven door volgen van de bal. Beschrijving 1. Bal leiden en doorspelen voor de kegel 2. Bal passen op volgende speler 3. Integreer een kaats in de oefening In de twee richtingen werken. Evt. een tweede bal integreren, tempo omhoog. Coaching Speel de bal voor de man op de verste voet. Ingedraaid staan en controle met de verste voet in de speelrichting. Aandacht hebben voor de loopactie voor het ontvangen van de bal of na de kaats. Snelheid behouden tijdens de oefening.
Visie KVC Jong Lede
85 C.
Passing en afwerking (15’)
Organisatie 2 vaste kaatsers voor doel. Zij worden om de paar minuten gewisseld, zodat iedereen eens kaatst. Spelers met bal op 10-15 m afstand van kaatsers. Keeper in doel. Beschrijving Speler 1 speelt de bal in op trainer of speler (1) Kaatsen op opkomende speler (2) Speler speelt de bal over de grond naar keeper (3) Speler loopt open om bal te krijgen van keeper (4) Keeper controleert de bal en speelt naar opengelopen speler over grond (5) opengelopen speler staat juist ingedraaid en speelt de bal naar wachtende speler (6), waarna hij daar aansluit (7). Variaties (3) Speler trapt in handen keeper, waarna deze de bal rolt naar buiten. (3) Doortrappen op doel om te scoren en terug aansluiten langs buitenkant (3) Na gerichte controle (1 contact) trappen met andere voet (3) Na passeerbeweging trappen op doel Idem langs de andere kant. Je kan ook de twee richtingen door mekaar gebruiken. Coaching Breng snelheid in de acties. Vraag de bal van de keeper ingedraaid op de verste voet. Na controle moet de bal speelklaar liggen.
D. Wedstrijdvorm (5’) Organisatie 4 – 4 of 3-3+neutrale speler (4 overgooiers). Beschrijving Wedstijdvorm op balbezit. Scoren = 4 gelukte passen (afhankelijk van niveau 5, 6,… passen, 3-tijden, 2-tijden,…) Variatie: lijnvoetbal. Coaching In balbezit het veld groot maken, de ruimtes benutten. Maak je vrij! Coach mekaar! Scherp spelen!
OPMERKINGEN
De opwarming wordt opgevat als een extra training. Elke minuut met de bal is een gewonnen minuut! De spelers en de keeper worden zowel fysiek als mentaal voorbereid op de wedstrijd. Er wordt gekozen voor een herkenbare opwarming die wekelijks terugkeert. Zo weten de spelers wat er van hen verwacht wordt en verliezen we geen tijd met uitleg geven. In de voorbereiding kan je deze oefeningen trainen, zodat bij de start van de competitie alles is gekend. Ze vormen de basis van je trainingen. Alles zit hierin, bal leiden, passing juiste voet, aanname juiste voet, tweevoetigheid, opendraaien, ruimtes benutten,… Dit vul je uiteraard aan met intensieve wedstrijdvormen en spelvormen waarbij het FUN-aspect ruim aan bod komt. De trainer zorgt ervoor dat alles uitgezet staat bij de start van de opwarming. De oefeningen zijn zo opgebouwd dat er enkel kegels/potjes moeten weggehaald worden in het verloop van de opwarming.
Visie KVC Jong Lede
86
6.3.
U9
A. Bal leiden, passing en gerichte controle (15’) Organisatie: Ruitopstelling 4 kegels langs andere kant dan oefening A. 2 spelers per kegel, 1 bal Doorschuiven door volgen van de bal. Week 1 staat deze opstelling aan de linkse kant, week 2 aan de rechtse kant (ifv oefening C). Beschrijving 1. Bal leiden en doorspelen voor de kegel 2. Bal passen op volgende speler 3. Integreer een kaats in de oefening
In de twee richtingen werken! Evt. een tweede bal integreren, tempo omhoog. Coaching Speel de bal voor de man op de verste voet. Ingedraaid staan en controle met de verste voet in de speelrichting. Aandacht hebben voor de loopactie voor het ontvangen van de bal of na de kaats.
B. Ingedraaid Passen (5’) Organisatie Zelfde organisatie dan oefening A, ruitvorm. Centrale speler in de ruit. In de twee richtingen uitvoeren.
Beschrijving (linker bovenkant tekening) 1. Speler 1 past de bal naar speler 2. 2. Speler 2 neemt de bal ingedraaid aan en past op speler 3. 3. Speler 1 en speler 2 wisselen van plaats. Speler 1 loopt breed en beweegt naar de centrale positie om de bal te kunnen krijgen van speler 3. De cyclus wordt herhaald met speler 3, speler 1 en speler 4 (zie tekening rechter bovenkant). … Variaties 1. Alles in 2 tijden 2. Buitenkanten in 1 tijd en centrale positie (nr 10) in 2 tijden. 3. Alles in 1 tijd Coaching Speel de bal in voor de man, op de verste voet. Sta juist ingedraaid om de bal aan te nemen (beweeg eerst weg van het centrum om dan de bal te komen vragen). Wissel van positie met de speler van wie je de bal kreeg.
Visie KVC Jong Lede
87 C.
Pasvorm in positie/voorzet op K en of afwerken op voorzet (10’).
Organisatie Spelers staan opgesteld volgens tekening. Er wordt doorgeshoven door de bal te volgen. De oefening wordt 5’ uitgevoerd over rechts en dan 5’ over links. Beschrijving - 3 speelt in op 9 - 9 kaatst de bal terug en draait weg. - 3 speelt in op 7 met de juiste voet. - 7 beweegt open-diep en trapt de voorzet op de keeper of naar 9. Hij kan ook zelf afwerken als de pas met deze intentie wordt ingespeeld. - K speelt de bal open op 2. - 2 neemt de bal opengedraaid aan en leidt de bal naar de start.
Coaching - Het voorcoachen progressief afbouwen. - Uitvoeringssnelheid progressief opbouwen in het seizoen. - Nadruk leggen op ruimtes maken voor het ontvangen van de bal, alsook op de na-actie (breed-open) van nr 9.
D. Afwerkvorm (10’) Organisatie: Er wordt gewerkt langs beide kanten van het veld. Na 5’ wisselen van kant (tweevoetigheid). Beschrijving Bal wordt ingespeeld en teruggekaatst langs de lijn (kan eventueel ook met inworp opstarten). De speler die kaatst loopt breed en diep, waarna hij aansluit. Vervolgens volgt een lange bal op de derde speler. Deze neemt de bal aan en versnelt bal aan de voet naar doel, waarna hij afwerkt. Doorschuiven volgens de stippellijnen. Coaching Speel de bal precies in. Juiste loopbeweging na kaats. Gerichte controle en versnellen naar doel. Oefening opstarten vanaf andere kant op moment dat de afwerker de bal leidt naar doel.
Visie KVC Jong Lede
88
E.
Wedstrijdvorm (5’)
Organisatie 4 – 4 of 3-3+neutrale speler (4 overgooiers). Beschrijving Wedstijdvorm op balbezit. Scoren = 4 gelukte passen (afhankelijk van niveau 5, 6,… passen, 3-tijden, 2-tijden,…) Variatie: lijnvoetbal, 4/3+K,…. Coaching In balbezit het veld groot maken, de ruimtes benutten. Maak je vrij! Coach mekaar! Scherp spelen!
OPMERKINGEN
De opwarming wordt opgevat als een extra training. Elke minuut met de bal is een gewonnen minuut! De spelers en de keeper worden zowel fysiek als mentaal voorbereid op de wedstrijd. Er wordt gekozen voor een herkenbare opwarming die wekelijks terugkeert. Zo weten de spelers wat er van hen verwacht wordt en verliezen we geen tijd met uitleg geven. In de voorbereiding kan je deze oefeningen trainen, zodat bij de start van de competitie alles is gekend. Ze vormen de basis van je trainingen. Alles zit hierin, bal leiden, passing juiste voet, aanname juiste voet, tweevoetigheid, opendraaien, ruimtes benutten,… Dit vul je uiteraard aan met intensieve wedstrijdvormen en spelvormen waarbij het FUN-aspect ruim aan bod komt. De trainer zorgt ervoor dat alles uitgezet staat bij de start van de opwarming. De oefeningen zijn zo opgebouwd dat er enkel kegels/potjes moeten weggehaald worden in het verloop van de opwarming. Zie onderstaande tekening. 1. Starten met rode kegels (oefening A en B), waarna je deze wegneemt. Onder één rode kegel zit één blauwe kegel. 2. Oefening C wordt uitgevoerd met de blauwe kegels. De gele kegels staan niet in de weg. Na de oefening blauwe kegels verplaatsen en/of wegnemen volgens de stippellijnen. 3. Oefening D wordt uitgevoerd met de gele kegels en de blauwe kegels die werden verplaatst. 4. Wedstrijdvorm alle kegels weg.
Visie KVC Jong Lede
89
6.4.
U10 – U13
A. Coerver en passing (10’) Organisatie: ½ veld 10 spelers, 2x identieke opstelling. Kan langs rechts (rode kant) of langs links (groene kant) uitgevoerd worden. Week 1 werk je aan de linkse kant van het veld, week 2 langs de rechtse kant. Het doorschuiven bij de passing is langs elke kant anders! Indien de pasvorm langs de rode kant verloopt wordt er doorgeschoven in wijzerzin. Indien de pasvorm langs de groene kant verloopt, dan wordt er doorgeschoven in tegenwijzerzin. Dit om de loopbeweging van 9 juist te laten verlopen (weg van de speelrichting en dan naar binnen duiken).
Beschrijving groen (bal leiden) Bal leiden verschillende opties binnenkant, buitenkant Li en Re. 5 naar 11, 11 naar 10, 10 naar 9 en 9 past op 5. Doorschuiven doormiddel van bal volgen. Startpositie is dubbel bezet. Coaching Bal kort houden, hoofd recht en snelheid maken met de bal. Bal doorgeven voor de man op de juiste voet. Beschrijving rood (passing) Bal passen en bewegen ifv posties. 2 naar 7, 7 naar 10, 10 naar 9 en 9 naar 2. Doorschuiven volgens stippellijnen, in dit geval in wijzerzin. 9 beweegt breed weg van de bal, waarna hij insnijdt naar binnen en vervolgens aansluit bij positie 7. 7 loopt breed naar de zijlijn na de pas, waarna hij aansluit bij 2. Coaching Bal passen voor de man op de juiste voet. Controle verzorgen, één tijd wanneer de oefening perfect wordt beheerst. Correct bewegen na de pas.
B. Pasvorm in positie/gerichte trap op doel (10’). Organisatie Spelers staan opgesteld volgens 8-8. De nr 10 wordt geïntegreerd. De oefening wordt 1 keer uitgevoerd met alle spelers, waarna iedereen doorschuift. Week 1 wordt de oefening uitgevoerd over links, week 2 over rechts. Beschrijving - 3 speelt in op 10 - 10 kaatst de bal terug en draait weg. - 3 speelt in op 7 - 7 legt terug op 2 die in steun komt. Na de pas loopt 7 breed en diep. - 2 speelt in op 9 - 9 legt af voor 10 die in de bal komt. 9 loopt breed met zicht op de bal. - 10 speelt de bal in op de keeper (binnen het bereik). - Keeper opent op 2 (omkeerbaarheid) - 2 speelt 7 aan met halflange bal. Coaching - Het voorcoachen progressief afbouwen. - Uitvoeringssnelheid progressief opbouwen in het seizoen. - Nadruk leggen op ruimtes maken voor het ontvangen van de bal, alsook op de na-actie (breed-open). Visie KVC Jong Lede
90 C.
Afwerkvorm 1 (10’)
Organisatie Spelers opgesteld volgens posities ifv uitvoetballen. Doorschuiven in tegenwijzerzin (bal volgen). 9 haalt de bal op en sluit aan naast doel bij 3. Je kan alle posities dubbel bezetten, behalve de positie 10. Week 1 doe je de oefening langs rechts, week 2 langs links. Beschrijving - 3 speelt open op 2. - 2 neemt bal opengedraaid aan en speelt 10 aan, die zich vrijmaakt. - 10 kaatst bal inde ruimte en 2 loop door. - 2 geeft pas op 3 die bal met verste voet aanneemt. Vanaf nu werken we in de richting van doel (omkeerbaarheid). - 3 speelt 10 opnieuw aan die in de bal komt. - 10 kaatst op 3, die 9 aanspeelt. - 9 legt af naar 10 (links of rechts, afh. van de loopbeweging van 10), die afwerkt op doel. Na de pas loopt 9 open en breed, weg van de bal! Hij maakt ruimte voor zichzelf en de inkomende 10. Coaching Speel de bal in op de juiste voet of in de ruimte. 10 moet maakt ruimte voor zichzelf, voordat hij in de bal komt. Communicatie: speel, kaats, diep
D. Afwerkvorm 2 (10’)
Organisatie Er wordt gewerkt langs beide kanten van het veld. Na 5’ wisselen van kant (tweevoetigheid). Beschrijving Bal wordt ingespeeld en teruggekaatst langs de lijn (kan eventueel ook met inworp opstarten). De speler die kaatst loopt breed en diep, waarna hij aansluit. Vervolgens volgt een lange bal op de derde speler. Deze neemt de bal aan en versnelt bal aan de voet naar doel, waarna hij afwerkt. Doorschuiven volgens de stippellijnen. Coaching Speel de bal precies in. Juiste loopbeweging na kaats. Gerichte controle en versnellen naar doel. Oefening opstarten vanaf andere kant op moment dat de afwerker de bal leidt naar doel.
Visie KVC Jong Lede
91 E.
Wedstrijdvorm, omschakeling (10’)
Organisatie 3 trio’s die klaar staan. De eerste rij heeft twee ballen, de tweede rij heeft 1 bal, de derde rij heeft twee ballen,… Beschrijving 1. Eén speler van ploeg 1 leidt de bal naar doel en trapt. 2. Nadien draait hij zich om en speelt 2-1 tegen de overige twee spelers van zijn ploeg. Er is één doelpoging. 3. Na de doelpoging uit de 2-1 vormt ploeg 1 een trio dat speelt tegen ploeg 2 die aanvallen naar het grote doel. Opnieuw 1 doelpoging. Als de verdedigers de bal afnemen, dan spelen zij iemand van ploeg 3 aan die staat te wachten. 4. De cyclus start opnieuw op met ploeg 3. 1 speler van ploeg 3 leidt de bal en werkt af. Hij speelt vervolgens tegen de overige twee van zijn ploeg 2-1. Na de doelpoging draaien zij om en spelen 3-3 tegen ploeg 1 die ondertussen opnieuw klaarstaat. 5. Enz… Coaching Concentratie! Snel omschakelen van aanval naar verdediging. OPMERKINGEN/RICHTLIJNEN
De opwarming wordt opgevat als een extra training. Elke minuut met de bal is een gewonnen minuut. Er zijn technische elementen die aan bod komen. Er wordt echter ook gewerkt aan de richtlijnen ivm uitvoetballen en bewegen zonder bal. De spelers en de keeper worden zowel fysiek als mentaal voorbereid op de wedstrijd. Concentratie is vereist. In de voorbereiding kan je deze oefeningen trainen, zodat bij de start van de competitie alles is gekend. Ze vormen de basis van je trainingen. Alles zit hierin, bal leiden, passing juiste voet, aanname juiste voet, tweevoetigheid, opendraaien, ruimtes benutten,… Dit vul je uiteraard aan met intensieve wedstrijdvormen en spelvormen waarbij het FUN-aspect ruim aan bod komt. Indien het doorschuiven en de juiste pas inspelen bij de passingsvorm (A) niet goed lukt, dan kan je de spelers laten werken vanuit een vaste positie en pas na enkele uitvoeringen eens laten doorschuiven. Progressief opbouwen, leer hen denken vanuit de positie en de bijhorende taak (pas). De trainer zorgt ervoor dat alles uitgezet staat bij de start van de opwarming. Als je met drie kleuren van kegels/potjes werkt, dan kan je voor de start van de opwarming alles klaar zetten, en hiermee de hele opwarming afwerken. Je hebt 4 rode kegels, 4 groene en 7 blauwe kegels nodig. Zie onderstaand schema voor week 1. Voor week 2 doe je hetzelfde maar opgebouwd vanaf de andere kant. 1. Coerver en passing in het rode en groene vierkant aan de linker kant. Na de oefeningen neem je alle groene en rode kegels weg. Onder 1 rode kegel en 1 groene kegel zit een blauwe. 2. Pasvorm in positie/gerichte trap op doel wordt uitgevoerd met de blauwe kegels. 3. Na deze oefening verplaats je één blauwe kegel naar de zijlijn. De twee aan de andere kant heb je nu even niet nodig. De blauwe kegels worden nu gebruikt voor afwerkvorm 1. 4. Voor afwerkvorm 2 gebruik je 6 blauwe kegels die je nodig hebt. Dat duurt niet lang om klaar te zetten. 5. Voor de wedstrijdvorm worden alle kegels weggenomen.
Visie KVC Jong Lede
92
6.5.
U15 – U17- U19 (45’)
De spelers worden voorbereid op de komende wedstrijd. De primaire doelstellingen zijn: 1. Cardiovasculaire prikkeling (HF, ademhaling, bloeddoorstroming, lichaamstemperatuur,…) 2. Gewrichten, pezen en spieren klaar maken; elasticiteit, mobilisatie, flexibiliteit, spanning opbouwen,… 3. Mentale voorbereiding: concentratie en opwekken van gezonde agressiviteit, scherpte. De reservespelers en de keeper maken oefeningen A mee. Na deze oefening gaat de doelman individueel met 1 reservespeler verder specifiek opwarmen. De andere reservespelers voeren oefening B uit in de backlijn. Dit doen zij ter voorbereiding van het schieten naar doel, en voorzetten trappen als verder opwarming van de doelman. De doelman wordt zo klaargestoomd voor de afwerkvorm (D) van de veldspelers.
A. Cardio-vasculair en dynamische stretching (10’) Organisatie: Spelers verdeeld over twee groepen. Er wordt gewerkt tussen twee kegels op een afstand van 15-20 m. Beschrijving Beide groepen nemen hetzelfde tempo. Volgende oefeningen komen aan bod in chronologische volgorde: -
-
Inlopen en losmakende oefeningen. o Armen/schouders (armen kreitsen vw en rugw. symmetrisch, armen horizontaal zijw. Li en re, arme kreitsen vw en rugw assymetrisch o Romp/bekken (huppelpas knie naar rechts en armen naar links, samba loop langs beide zijden, loopas en afwisselend li en re grond raken met hnd o Beenspieren (skipping, hielen zitvlak, lopen op tippen, lopen gestrekte benen, huppelpas met onderbeen indraaien inwaarts en buitenwaarts) Dynamisch stretchen (knie 4x tegen de borst li en re, trapbeweging vws, zijw, schouderhoogte 4x li en re, been opendraaien en indraaien 4x li en re) Sprong ABC ifv explosiviteit (kaatssprongen vw en zijw, kopbal, sprong zijw en op 1 voet landen in evenwicht,…) Eindigen met enkele korte versnellingen vanuit verschillende startsituaties/snel voetenwerk (skipping ter plaatse vws, zijw rugw,…), richtingsveranderingen.
B. Korte passing en 4-1 (scherpte) (5’) Organisatie en beschrijving
Op kleine ruimte starten met bal inspelen en volgen. Vervolgens zet de speler die de bal inspeelt druk op de aangespeelde speler. Die ontwijkt de drukzettende speler met een passeerbeweging en speelt de volgende aan,… 4-1. Eén speler jaagt op de bal tegen 4 medespelers. Deze tikken de bal snel rond. De afstand is klein, zodat de jager een reële kans maakt op de bal raken.
Coaching Coachen op scherpte, de jager mag een 20-tal seconden intensief doorjagen. Nadien wordt er gewisseld.
C.
Pas- en trapvorm. (10’)
Organisatie Twee groepjes op 15-20 m van mekaar. Afstand kan vergroot worden naar einde van de oefening toe. De bal vertrekt waar 3 spelers staan. Beschrijving 1. 2.
Speler 1 speelt de bal over de grond in op speler 2. Deze neemt de bal aan en speelt op speler 3,… Speler 1 speelt de bal in op speler 2 die de bal kaatst op opkomende speler 1. Deze speelt de bal terug naar speler 2 die de bal doorspeelt naar speler 3, …
Visie KVC Jong Lede
93 3. 4.
Speler 1 speelt de lange bal op speler 2, die de bal op zijn beurt naar speler 3 trapt met de lange bal,… Speler 1 speelt lange bal op speler 2, die de bal vanuit de lucht kaatst op opkomende speler 1. Deze speelt de bal terug op speler 2 die de lange bal trapt op speler 3,…
D. Afwerkvorm (10’) Organisatie Posities 10, 9, 7 en 11 worden bezet zoals beschreven in de onderstaande figuur. Beschrijving Nr 10 speelt in op nr 9. Deze kaatst de bal terug op in steun komende nr 10. De nr 10 opent dan op de flank die afwerkt op doel. Doorschuiven: 10 naar 9, 9 naar aangespeelde flank, flank naar 10 met opgehaalde bal. Coaching
9 maakt vooractie met verbale ondersteuning ‘speel’. De 10 biedt zich aan in een hoek tov 9 met verbale ondersteuning ‘kaats’ De flank loopt eerst breed en dan diep (timing). Baltempo hoog houden.
Visie KVC Jong Lede
94 E.
Wedstrijdvorm 6-4 (10’)
De 4 verdedigers spelen samen tegen de 6 overige spelers op balbezit. Dat doen ze op een veld van ongeveer 35 op 25 meter. Andere wedstrijdvorm met balbezit als thema kan ook (evt. kaatsers).
F.
Afsluiten opwarming
Eventueel kan de ploeg nog even samenkomen centraal. Vanuit een cirkel kunnen ze nog een aantal explosieve oefeningen doen. Bv. samen skipping, koppen,… om van daaruit op signaal trainer uit mekaar te sprinten. Scherpte!
OPMERKING Alternatief voor de pass- en trapvorm. Oefening start simultaan op bij positie 1 en positie 4. Coaching: - Strakke pass op juiste voet - Ruimte maken - Versnelling op juiste moment.
Doorschuiven van positie 1 naar 2 naar 3 naar 4.
Visie KVC Jong Lede
95
7. Standaardsituaties 7.1.
Intrap onderbouw (5-5)
We streven vanaf U7 progressief naar het gebruiken van onderstaande uitvoeringen. Bij U9 zouden de spelers dit helemaal onder de knie moeten hebben. Leg de nadruk niet zozeer op het inslijpen van automatismen, dan wel op het waarom van de bewegingen. Het gaat om het voetbal abc wat erachter zit. We leren de spelers om zich vrij te maken zonder bal (ruimte maken en vervolgens benutten). Het gaat om het slim lopen en bewegen (tov mekaar), niet louter om het resultaat van de beweging. Dit zijn vaardigheden die in het veldspel terugkomen. Op training kan dit aan bod komen als aanzet van een afwerkingsoefening, als pasvorm, als begin van een 2-1 of 3-2, als aandachtspunt binnen een wedstrijdvorm,… We trainen dit liever niet droog in. Ook zaterdag kan je dit tijdens de wedstrijd wat bijsturen met de coaching. Onderstaande variaties betreffen een inworp op de helft van de tegenstander. Op de eigen helft wordt steeds vooruit ingetrapt en proberen we balbezit te houden met onze nr 9. Onderstaande variaties kunnen ook wegvallen wanneer een medespeler duidelijk vrij staat en snel kan aangespeeld worden. PS: KVC Jong Lede houd er zich aan dat in de onderbouw de kinderen intrappen en niet in dribbelen gezien ons standpunt dat het in dribbelen niet de ware realiteit weergeeft van het eigenlijke voetbalspel en dat ze zich bij het intrappen naar de oplossing gaan instellen zoals ze later tegenkomen bij het inwerpen.
1. Variatie 1
De vleugel aan de kant van de bal werpt in (in dit geval nr 11). De drie andere spelers maken zich aanspeelbaar.
Visie KVC Jong Lede
96 o
9 start op de hoogte van de bal en snijdt recht in naar de bal, waarna hij langs de lijn wegdraait in de hoek. Als hij niet direct aanspeelbaar is, dan dient hij zich opnieuw vrij te maken naar de bal. o 7 blijft aanvankelijk weg van de bal en snijdt daarna diagonaal in naar doel. o 3 maakt zich achter de bal aanspeelbaar. 11 heeft vervolgens drie opties om de bal in te werpen. Indien toch niemand echt vrijgemaakt wordt, dan werpt hij steeds naar voor. De optie achteruit naar 3 mag perfect, maar enkel als die echt vrij is.
2. Variatie 2 Deze variante houdt meer risico in, aangezien de dekking door nr 3 in eerste instantie wegvalt. Het vraagt meer timing, afspraken van de spelers. Het is een uitbreiding.
3 werpt in. 9 start op de hoogte van de bal, en 11 start in zijn hoek. 9 snijdt in naar de bal en loopt vervolgens in de hoek. 11 komt naar de bal en draait weg naar binnen richting doel. 11 blijft het meest langs de lijn om botsingen te vermijden. 7 neemt deel aan de aanval langs zijn kant maar is niet direct bereikbaar door 3. 3 heeft twee opties om in te werpen. Daarna neemt hij onmiddellijk zijn positie centraal terug in (omschakelen van aanval naar verdediging).
Visie KVC Jong Lede
97
7.2.
Inworp middenbouw en bovenbouw
Op training kan deze vorm aan bod komen als aanzet van een afwerkingsoefening, als pasvorm, als begin van een 3-2, 4-3,…, als aandachtspunt binnen een wedstrijdvorm,… We trainen dit liever niet droog in. Ook zaterdag kan je dit tijdens de wedstrijd bijsturen met de coaching. Onderstaande uitvoering betreft een inworp op de helft van de tegenstander. Op de eigen helft wordt steeds vooruit geworpen en proberen we balbezit te houden met onze aanvallers. Onderstaande variaties kunnen ook wegvallen wanneer een medespeler duidelijk vrij staat en snel kan aangespeeld worden. -
-
De flankverdediger aan de kant van de bal werpt in (nr 2 in dit geval). Nr 7 beweegt naar de bal waarna hij scherp wegsnijdt naar binnen. Nr 10 kruist met nr 7 en vraagt de bal langs de lijn in de loop. Bij deze beweging blijft nr 7 steeds het dichtst bij de zijlijn botsingen vermijden). Nr 9 maakt zich centraal vrij om de bal te ontvangen. Nr 3 blijft achter de bal en is eventueel aanspeelbaar (verzorgt de restverdediging). Nr 2 heeft meerdere opties. o Hij werpt de bal naar binnen op nr 7 o Hij werpt langs de lijn op nr 10 o Hij werpt ver en diep op nr 9 (die de bal kan vasthouden, kaatsen op inkomende nr 7 of diep steken op nr 10). o Hij gooit achteruit naar nr 3 (en het spel wordt bij voorkeur verlegd).
Visie KVC Jong Lede
98
7.3.
Hoekschop voor bij onderbouw (5-5).
Variatie 1 Dit is de basisuitvoering die al vanaf U7 kan gebruikt worden. Er is dan wel nog constante coaching nodig. Opnieuw gaat het hier vooral om slim en juist leren bewegen in functie van de ruimtes en de eigen positie. Het directe succes en/of resultaat is bijkomstig en komt voort uit het juist bewegen van de spelers. Het is ook afhankelijk van de sterkte van de tegenstander.
De vleugel aan de kant van de bal neemt de hoekschop, in dit geval nr 11. De staart (nr 3) geeft het signaal om de hoekschop te geven. De andere spelers komen samen in beweging. o 3 komt de bal breed vragen in de ruimte langs de kant van de bal. Hij kan eventueel schieten naar doel, voorzetten of combineren met 11. Hij verzorgt ook nog steeds de dekking. o 9 loopt in naar de eerste paal. o 7 loopt in naar de tweede paal. 11 kan de bal inspelen op 3 waarna hij opnieuw deelneemt aan het spel. Hij kan de bal ook strak voor doel spelen.
Visie KVC Jong Lede
99
Variatie 2
Deze variatie bevat meer risico, aangezien de dekking wegvalt. De keeper moet hierbij echt hoog staan en meevoetballen. Deze variatie is een uitbreiding die kan gebruikt worden als we heel dominant zijn.
De vleugel aan de kant van de bal neemt de hoekschop, in dit geval nr 11. Nr 3 geeft het signaal voor de start van de hoekschop. o 9 komt de bal kort vragen. Hij kan combineren met 11 om uit de hoek te komen. Hij kan opendraaien, dribbelen en voorzetten of schieten. De bal kan ook ingespeeld worden op de keeper die het spel voor zich heeft. o 3 snijdt in naar de eerste paal. o 7 snijdt in naar de tweede paal. 11 maakt een keuze tussen kort spelen of de bal voor doel brengen. Hij neemt direct opnieuw deel aan het spel.
Visie KVC Jong Lede
100
7.4.
Hoekschop tegen bij onderbouw (5-5).
We houden deze situatie in het begin simpel. De vleugel aan de kant van de bal schermt de eerste zone aan de paal af. Hij voorkomt dat de bal laag en strak voor doel kan komen. De andere spelers nemen elk een mannetje. We leren hen de binnenkant van de man scherp af te schermen. Het is ook heel belangrijk dat de spelers leren verdedigen met oog voor de bal en oog voor de tegenstander. Scherp zijn, wakker zijn!
Naarmate de spelers ouder worden kunnen we het begin van zonedekking integreren. - Nr 3 schermt de kant van de bal af. - De vleugel aan de kant van de bal neemt de centrale, hoge positie in de driehoek in. (nr 11 in onderstaand geval). - De vleugel aan de andere kant van de bal neemt de achterste positie in de driehoek in. (nr 7 in onderstaand geval). - Nr 9 blijft vooraan en heeft oog voor een eventuele bal achteruit. Bij balverovering is hij het aanspeelpunt.
Visie KVC Jong Lede
101
7.5.
Hoekschop voor bij middenbouw (8-8).
Variatie 1 De flankaanvaller langs de kant van de bal trapt de hoekschop voor doel. Nr 7 in dit geval. -
Nr 9 snijdt in naar de eerste paal Nr 11 (flankaanvaller andere kant bal)snijdt in naar de tweede paal. Nr 10 komt centraal in. Nr 5 ( flankverdediger andere kant bal) komt in voorbij de tweede paal. Nr 3 en 2 blijven in de dekking langs de kant van de bal. Zij schuiven naar de kant van de bal bij evt. balverlies.
Visie KVC Jong Lede
102
Variatie 2 De flankaanvaller langs de kant van de bal trapt de hoekschop voor doel. Nr 7 in dit geval. -
Nr 9 vraagt de bal kort. Nr 10 komt in zone eerste paal Nr 11 komt in zone tweede paal Nr 5 komt in voorbij de tweede paal
Nr 7 heeft drie opties:
Speelt de bal alsnog voor doel naar 9, 11 of 5 Speelt de bal kort naar 9, waarna ze 2/1 uitspelen of 7 de bal scherp voorbrengt na een 1-2 beweging. Nr 2 schuift plots in en trapt op doel.
Deze variatie houdt meer risico in. Nr 3 blijft en de doelman speelt hoog mee.
Visie KVC Jong Lede
103
7.6.
Hoekschop tegen bij middenbouw (8-8).
We gebruiken een mengvorm van zoneverdediging en man-man dekking. - Nr 5, nr 2 en nr 10 vormen de driehoek die in de zone staat. - Nr 3 gaat steeds voor de bal. - Nr 7 en nr 11 nemen een man, in functie van de tegenstander. - Nr 9 blijft diep. De afspraken over wie waar staat, kunnen eventueel aangepast worden aan de individuele kwaliteiten van de spelers. Deze afspraken worden vooraf gemaakt.
Visie KVC Jong Lede
104
7.7.
Hoekschop voor bij bovenbouw (11-11)
Er zijn heel wat mogelijkheden om een hoekschop te nemen. We geven hier drie variaties die als basis dienen om te kunnen variëren. De afspraken over wie welke taak heeft worden tijdens de wedstrijdbespreking gemaakt. Dat is afhankelijk van de kwaliteiten van de individuele spelers. De restverdediging zorgt voor de dekking op de diepe spits van de tegenstander en probeert om de snelle tegenaanval eruit te halen.
Variatie 1: De klassieke hoekschop met inkomende spelers. Wie waar inloopt en het looptraject (kruisen bv) kunnen variëren.
Variatie 2 en 3 : Beginpositie met twee spelers aan de eerste paal.
De man die de bal trapt geeft een afgesproken teken en de andere spelers weten welke variatie volgt.
Op het afgesproken signaal trekt één van de spelers aan de 1e paal weg (penaltypunt, kan evt. ook tweede paal zijn). Zo komt speler aan de eerste paal man-man te staan. De hoekschop kan naar deze speler getrapt worden die de bal tracht te deviëren/verlengen voor de inkomende spelers. De hoekschop kan ook getrapt worden naar de speler die achteruit vrijloopt.
Visie KVC Jong Lede
105
Op het afgesproken signaal vertrekt één van de spelers aan de eerste paal explosief naar de hoek van de backlijn. De andere speler trekt naar binnen om straks mee te kunnen koppen. De bal wordt scherp en strak indraaiend voor doel getrapt. De inkomende spelers proberen deze bal eventjes aan te raken. Indien de bal niet wordt aangeraakt zou hij rechtstreeks in doel moeten gaan.
Variatie 4: De ‘voetballende hoekschop’
Deze variant kan een meerwaarde zijn indien de ploeg in gestalte en kracht duidelijk moet onderdoen voor de tegenstander. (1) Er haakt een speler snel en explosief af naar de bal. (2) Er wordt een 2-1 situatie uitgespeeld. (3) De balbezitter snijdt naar binnen met de bal en heeft de keuze. a. Hij trapt vol op doel om te scoren. b. Indien hij niet direct kan trappen zoekt hij de één-twee met de man die aan de paal stond waarna hij tracht te scoren.
Visie KVC Jong Lede
106
7.8.
Hoekschop tegen bij bovenbouw (11-11)
In de literatuur, bij trainers, (ex)spelers en supporters leven veel meningen over wat te doen bij de hoekschop tegen. Voor zowel man- als zonedekking zijn tal van voor- en nadelen op te noemen. Ter illustratie een fragment uit het vakblad ‘Dug-out’.
Visie KVC Jong Lede
107
Wij kiezen voor een mengvorm van zone- en mandekking.
Drie spelers zijn verantwoordelijk voor de mandekking. De andere spelers staan in zone. Zij zijn verantwoordelijk voor hun specifiek(e) gebied(en). Het is belangrijk dat ze in beweging komen op het moment dat de hoekschop wordt getrapt. Zij gaan elk voor de bal binnen hun zone. Bij het invullen van de verschillende taken en posities wordt rekening gehouden met de kwaliteiten van de spelers en met de positie van de speler tov de positie bij de hoekschop. Er wordt dus gezocht naar de beste invulling om de hoekschop af te weren zonder bij balbezit al teveel te moeten switchen van kant, kruisen,….
De keeper heerst in de kleine backlijn. Hij heeft vooral oog voor de tweede zone, aangezien de eerst zone beter is afgedekt en een bal naar deze zone ook langer onderweg is. e 1 paal wordt bezet door een speler die niet echt ‘bruikbaar’ is in de lucht. Hij kan ook lage strakke ballen voor doel wegwerken vanuit zijn positie.
Visie KVC Jong Lede
108
4 spelers in zone. Zij zijn verantwoordelijk voor hun specifieke gebied. Als de speler die de bal trapt aanloopt, dan komen ze in beweging en kijken ze naar de tegenstander en de bal (split vision). Op het moment dat de bal vertrekt hebben ze oog voor de bal en gaan ze in hun zone vol in het duel. 3 spelers in mandekking. Zij kiezen de drie grootste tegenstanders uit. Ze maken onderling afspraken over wie wie dekt. Zij blijven tussen de bal en doel en gaan het duel aan. Zij moeten in staat zijn om agressief te verdedigen en moeten (kopbal)sterk zijn. De flankaanvaller langs de kant van de bal dekt de backlijn af voor de afvallende bal. Eén speler blijft diep langs de kant van de bal. Dit moet een snel type zijn ifv de tegenaanval.
Indien er een korte hoekschop wordt genomen, dan komt de speler van de eerste zone samen met de speler die de 16 meter afschermt naar de bal. De speler aan de eerste paal stapt in om de eerste zone af te dekken. Als de doelman de bal kan plukken, dan probeert hij de snelle tegenaanval te lanceren via de speler die op de 16 meter staat (7 in dit geval). Deze loopt open-diep, weg van de kant waar de bal werd getrapt. De diepste speler tracht in de vrije ruimte te duiken.
Visie KVC Jong Lede
109
8. Positieprofiel KVC Jong Lede Jeugd 8.1.
Basistaken per positie
De taken staan beschreven voor elke positie in 11/11. Elke trainer dient dit document echter te lezen ifv van de specifieke formatie waarin zijn ploeg speelt, zijnde 5/5, 8/8 of 11/11. De specifieke taken per positie staan steeds volledig uitgelegd voor de meest complexe situatie, nl. 11/11. Het spreekt voor zich dat de taken bij 5/5 en 8/8 steeds in dezelfde geest zijn dan bij 11/11. Alle eisen per positie bouwen voort op de eerder aangeleerde punten. Het einddoel is dat elke speler in 11/11 op zijn positie beschikt over zoveel mogelijk bijhorende eigenschappen.
Doelman (1,staart aanvallend):
Algemeen De doelman verzorgt de coaching, stuurt zijn verdediging en zorgt voor een numerieke meerderheid. Hij organiseert de restverdediging. De doelman is in het huidige voetbal meer dan een ballenpakker. Het is een volwaardig voetballer geworden die zorgt voor de (snelle) omschakelmomenten van B- naar B+ en dusdanig als eerste schakel geldt in het uitvoetballen (opbouw). B+
spel verleggen aanval opzetten (dmv inspelen of uittrappen), snel beslissen! coaching snelle diepgang indien mogelijkheid op kans Spel meevolgen, hoog durven spelen
ballen pakken anticiperen op voorzetten en te diep gespeelde ballen (meespelen) bij 1-1 drie opties: aanvaller komt met bal perfect aan de voet: keeper wacht op 5 meter van het doel, als de aanvaller de backlijn in komt spurt hij er naartoe. Zo verkleint hij de hoek. De doelman stopt voor de aanvaller en gebruikt de vijf punten van het lichaam om de bal te stoppen (2 armen, 2 voeten en de romp). Aanvaller tikt de bal te ver van de voet: de doelman toont lef en gaat vol voor de vrije bal. Bij een schot verdeelt de doelman het evenwicht op beide benen, staat op de voorvoeten en reageert op het schot.
B-
Centrale verdedigers (3 en 4, staart):
Algemeen Deze dienen in B- in positie te blijven en hebben als opdracht de spitsen van de tegenstander te neutraliseren. In B+ doelman zorgen zij mee voor de opbouw en trachten zich aanspeelbaar te maken aan de punt van de 16meter om zo mogelijk extra keuzes tot uitvoetballen van achteraan te creëren. In
Visie KVC Jong Lede
110 sommige situaties kunnen zij eventueel inschuiven en het middenveld ondersteunen. Ook bij een achterstand kan dit een extra drukkingsmiddel zijn. B+
spel verleggen via doelman zich juist verplaatsen om passafstanden te respecteren diep spelen indien mogelijk gepast infiltreren met of zonder bal coaching
positie en onderlinge afstand behouden (niet kruisen met andere CV) dekking verzorgen tov andere CV en de FV scherpe dekking dicht bij eigen waarheidszone coaching
B-
Flankverdedigers (2 en 5, vleugels verdedigend):
Algemeen Zij dienen mee te voetballen en zich breed aanspeelbaar maken in B+ ten opzichte van de centrale verdedigers. Bij het uitvoetballen staan ze hoog en breed maar zakken uit bij balbezit van de centrale verdedigers om de bal te vragen. Bedoeling is dat ze zich snel en explosief aanspeelbaar maken. Eveneens dienen zij te anticiperen bij balverlies, de plaatswissel met LFA/RFA verzorgen (overlapping). In B- zetten ze druk op balbezitter en dienen zij scherp te dekken bij de eigen waarheidszone. B+
veld breed houden aanspeelbaar zijn tov doelman en CV’s positiewissels met FA (één van beiden mag inschuiven) durven diep inspelen
zone behouden en niet in de rug laten pakken rugdekking verlenen aan de centrale verdediger als deze inschuift e knijpen als bal andere kant is (kantelen tot aan de 2 paal) scherpe dekking bij de eigen waarheidszone coaching
B-
Flankaanvallers (7en 11, vleugels aanvallend):
Algemeen Deze dienen ondersteuning te bieden in balbezit bij de centrale middenvelder(s) (10, 8 of 6) en/of de flankverdedigers door zich open-breed aanspeelbaar te maken. Zij maken het veld zo breed mogelijk om ruimte te creëren voor de centrale middenvelders of opkomende centrale verdedigers.Ze moeten ook in staat zijn om de actie te kunnen maken langs hun flank (met en zonder bal) om zo te komen tot een flankvoorzet voor de aanvallers. Liefst afwisselende acties langs binnen en langs buiten maken. In balverlies is het noodzakelijk om in te zakken in de organisatie (naar binnen knijpen) en zo de tegenstander Visie KVC Jong Lede
111 op te vangen. Eventuele diepgaande tegenstrevers langs hun kant moeten zij opvangen, samen met de middenvelders (afspraken). B+
veld breed maken indien B+ diepgang verzorgen met en zonder bal acties maken langs binnen en buiten flankvoorzetten verzorgen laterale passing vermijden gepast ruimte maken(naar binnen of naar buiten) voor opkomende flankverdedigers
pressing verzorgen veld (ruit) klein maken de oog hebben voor 2 bal druk zetten indien bal naar flank wordt gespeeld
B-
Centrale middenvelders(6,8):
Enkel van toepassing in 11/11 (4-3-3) en krijgen elk een specifieke opdracht:
Positie 6: is de controlerende, verdedigende middenvelder. Hij blijf steeds in positie voor de verdediging en denkt vooral verdedigend. Hij oriënteert het spel indien mogelijk diep. Als dit niet mogelijk is zoekt hij voetballende oplossingen in de breedte en/of achteruit. In de opbouw maakt hij zich aanspeelbaar en zal de bal vragen bij 3 en 4. In balverlies zal hij degene zijn die de “10-positie” van de tegenstrever zal opvangen.
Positie 8: zal in balbezit het spel gaan 'verdelen'. Hij moet voor openingen zorgen, combinaties op zetten, de ruimte tussen de lijnen zoeken maar vooral steeds in steun zijn bij onze 10 of 9. De nr 8 moet beschikken over een groot loopvermogen en een groot volume. Hij verzorgt de aansluiting en kan/ zal na de kaats van 10 of 9 de bal open – diep kunnen spelen naar de opkomende flankmiddenvelders. In balverlies moet hij goed in de organisatie zitten en oog hebben voor één van de centrale middenvelders van de van de tegenpartij.
B+
flankwissels verzorgen diepgang creëren dmv passing of run aansluiting verzorgen aanspeelbaar maken dmv in de bal te komen en daardoor voor pass ruimtes te zorgen afhankelijk van positie (6 breed voetballen, 8 diep spelen en in de 16 komen) spel durven maken
eigen zone bespelen, positioneel blijven
B-
Visie KVC Jong Lede
112
door coaching onderling ruimte tussen de linies beperken scherp zijn en strikte korte dekking indien nodig
Spelverdeler, nr 10
Algemeen De nr. 10 zal zoveel mogelijk tussen de linies voetballen en zich hier aanspeelbaar maken. Wanneer de 9 zich (uitzonderlijk) diep laat uitzakken komt de 10 over hem in de ruimte. Deze speler moet een actie (1-1 situatie) kunnen maken, moet vista hebben en een goede passing (juiste balsnelheid) hebben. Hij moet ook een doelpunt kunnen maken. In balverlies valt hij terug in de vooropgestelde organisatie om de opbouw van de tegenstander te verhinderen. Samen met de andere aanvallers zijn zij de eerste verdedigers. Afhankelijk van het op te zetten blok zetten zij hoog of laag druk om terug in B+ te komen. B+
aanspeelbaar maken in de bal of net weg van de bal. wendbaarheid met en zonder de bal (acties maken) kaats verzorgen en terug verplaatsen (breed – diep lopen) juiste positie voor doel kiezen scoren Creativiteit!!
juiste timing van pressing samen met de aanvallers onderlinge communicatie verzorgen actief schuiven bij teampressing
B-
Centrale aanvaller (9), piloot:
Algemeen Nr. 9 of piloot dient in balbezit aanspeelbaar te zijn voor de rest van de ploeg. We zullen er voor kiezen hem zo veel mogelijk vanuit een diepe centrale positie in de bal te laten voetballen om zodoende voor balvastheid vooraan te zorgen. De nr. 10 zal dan in de ruimte achter hem aanspeelbaar worden. Wanneer de 9 zich (uitzonderlijk) diep laat uitzakken komt de 10 over hem in de ruimte. Nr 9 moet in staat zijn een actie (1-1 situatie) te maken en uiteraard in “de box” te komen om zijn kopbalsterkte en neus voor de goal te bewijzen op flankvoorzetten. Hij beschikt over de nodige koelbloedigheid om doelpunten te maken.
In balverlies zal hij terugvallen in de vooropgestelde organisatie en de opbouw van de tegenstander verhinderen. Hij is de eerste verdediger en afhankelijk van het op te zetten blok zal hij hoog of laag druk zetten om snel terug in B+ te komen. B+
het spel diepte geven aanspeelbaar maken in de bal en bal bijhouden om eventueel aansluiting te krijgen (in de man spelen)
Visie KVC Jong Lede
113
kaats verzorgen en terug verplaatsen (breed – diep lopen) acties maken juiste positie voor doel kiezen scoren
B
juiste timing van pressing samen met andere aanvallers onderlinge communicatie verzorgen actief schuiven bij teampressing
Visie KVC Jong Lede
114
8.2.
Eigen interpretatie basistaken per linie B+ en B-:
Verdediging (1, 2, 3, 4 en 5):
B+
uitvoetballen via de doelman onderlinge afstanden verzorgen ten opzichte van elkaar tegenaanval opzetten door snelle balcirculaties zuivere passing verzorgen (voldoende hard inspelen op de juiste voet) en in de ruimtes voldoende verdedigend denken (bij kans op balverlies) inschuiven naar middenveld indien nodig. zorgen voor variatie door plaatswissels met FMV
rugdekking tov. elkaar verzorgen afhankelijk van de spelwijze (keuze spitsen) van de tegenstrever afstanden tov. elkaar respecteren en ook tov. de linie ervoor zone en lijn verdediging verzorgen kantelen naar de bal pressing als linie (team) en niet als individu remmend wijken indien nodig striktere dekking dicht bij waarheidszone
B-
Middenveld (6,8 en 10): B+
aanbieden bij verdedigers om aanspeelbaar te zijn aanvallers steunen diepgang creëren onderlinge posities vrijwaren (niet op 1 lijn gaan spelen) acties maken dmv. tempowissels en 1-1 acties zorgen voor beweging en onderlinge positiewissels aanvallende middenvelder in de 16 meter krijgen veld groter maken
pressing verzorgen door het juiste moment te kiezen ruimtes tussen de linies beperken veld kleiner maken
B-
Aanvallers (7,11 en 9): B+
afspraken aangaande speltype nakomen (in de bal tov. weg van de bal) aanspeelbaar zijn tov. middenvelders (afhaken) diepgang creëren en acties durven maken in de box zijn op het juiste moment rekening houdend met afspraken tov. posities voor doel
Visie KVC Jong Lede
115 B
paslijnen afsluiten via flank of centraal posities verzorgen in functie van elkaar samen druk zetten op de balbezitter
Al deze items kunnen perfect functioneren als thema van een training. Tijdens de wedstrijden zullen er ongetwijfeld problemen opduiken die te herleiden zijn tot één van bovenstaande taken. Je kan vervolgens een training opstellen die in functie staat van het oplossen van dit probleem.
Visie KVC Jong Lede
116
9.1 DOELWACHTERS OPLEIDING KVC. JONG LEDE
Opleidingsvisie: De club staat er voor om in samenwerking met specifieke doelwachterstrainer, doelwachters op te leiden in al zijn facetten. Dat betekent zo wel wat betreft de technische, fysische, morfologische en morele kwaliteiten. Daarbij verstaan we dat niet de jeugdtrainer beslist wie er doelman zal worden maar dat de keuze ook ligt bij het kind zelf en ook met de goedwil van de ouders. Doelman zijn blijft iets speciaal en al is het de mooiste plaats op het veld het vergt een zeer grote zelfstandigheid, durf, lef en doorzetting van het kind.
Leerplan: 6-8 jarigen: Hier moet men vooral de belangrijkste elementen van het voetbal bij brengen dat wil zeggen: wedstrijdvormtjes op één doel en twee doelen. Het idee van het straatvoetbal waar doelman tussen de paaltjes gaat staan.
8-10 jarigen: Lenigheid en behendigheid (het keren vallen).Basistechnieken klemmen van bal op grijphoogte en stilstaand.De eerste eenvoudige begrippen positie en hoeken verkleinen.
10-12 jarigen: Hier kunnen trainingen al gericht aangepakt worden.Voetenwerk ,draaien en keren. Zijwaarts links en rechts vallen. Bovenhands vangen bal. Bal tegemoet lopen en meespelen in balbezit.
12-14 jarigen:Springen met éénbenige afzet en beide benen. Technieken met sprong zoals zweven, plukken, tippen en boksen. Uitkomen op centers en hoge ballen.
14-17 jarigen: Alle technieken nu aanleren met druk van tegenstander. Wedstrijdsituaties aanleren zoals hoekschoppen, centers. Uittrappen en uitwerpen. Belang hechten aan de stilstaande fasen (vrije trappen – opstelling)
Doelmannen bij hun ploegen regelmatig laten meespelen om het technische voetenwerk tot stand te brengen.
Visie KVC Jong Lede
117
Drugpreventie KVC.JONG LEDE Reglement inzake druggebruik voor jeugdspelers, jeugdtrainers & afgevaardigden van KVC.JONG LEDE Drugpreventiebeleid De JO stelt zich tot doel om voetballers op te leiden op niveau van provinciale jeugdreeksen. In kwaliteitsvolle omstandigheden en in een gezonde competitieve én aangenaam constructieve geest wil de JO zoveel mogelijk eigen jeugdspelers laten doorstromen naar het eerste elftal. Het sterke imago van de jeugdwerking moet bijdragen tot het algemene imago van de club en moet ondersteunen. Dit alles moet gebeuren zonder de maatschappelijke en sociale rol in omgeving Lede uit het oog te verliezen. In dit doel staat de vorming van de speler steeds centraal. Wij willen eerst het woord ‘drugs’ definiëren als alle middelen, die het bewustzijn beïnvloeden en daarom ook worden genomen. Deze middelen kunnen verschillende onmiddellijke werkingen hebben, en op termijn steeds leiden tot verslaving met gevolgen voor de gezondheid en de fitheid van het individu. Voor de JO wordt onder drugs specifiek vier groepen van middelen gedefinieerd, nl. alcohol, tabak, medicijnen (incl. doping) en alle illegale drugs (incl. cannabis). Voetbal als sport staat natuurlijk centraal bij de JO maar de realiteit van de huidige samenleving toont aan dat nagenoeg alle jongeren, dus ook onze spelers, vroeg of laat geconfronteerd worden met drugs. Enerzijds zijn er de quasi automatische positieve effecten van sportbeoefening, erkend onder het motto: ‘een gezonde geest in een gezond lichaam’. Hierdoor biedt de JO, zelfs zonder enige andere expliciete vorm van drugpreventie, het voetbal als een krachtdadig middel tegen druggebruik. Anderzijds bestaat het gevaar dat de club vroeg of laat toch geconfronteerd wordt met druggebruik binnen de eigen rangen. Hierdoor kan de kwalitatieve opleiding, waarvan sprake in het doel van de club, in gevaar worden gebracht en loopt de JO het risico niet langer als voorbeeld te kunnen gelden. Dit zou op lange termijn de doorstroming van eigen jeugdspelers naar het eerste elftal kunnen belemmeren. Een degelijk drugpreventiebeleid moet er daarvoor instaan dat spelers en medewerkers individueel en collectief drugs op overtuigde manier afwijzen. De club zal hierbij een nultolerantie hanteren t.o.v. doping en illegale drugs en heeft een gepaste richtlijn uitgevaardigd voor wat betreft alcohol, tabak en geneesmiddelen. De club heeft de intentie om dit beleid op blijvende wijze te voeren en dit voor iedereen, dus niet enkel en alleen voor de spelers, trainers en afgevaardigden, maar gezien hun voorbeeldfunctie voor alle leden van de club. In het kader van dit beleid werd er aandacht geschonken aan de reglementering, de interventie en de vorming en voorlichting. In de reglementering en interventie is er enkel sprake van spelers, trainers en afgevaardigden, maar als lid van de club verbinden alle andere medewerkers er zich toe zich te schikken naar de geest en de letter van dit beleid. In dit document willen we de aandacht vestigen op het reglement voor jeugdspelers, jeugdtrainers en afgevaardigden van de JO. Reglement Binnen het drugpreventiebeleid worden er 4 producten onderscheiden: -Alcohol -Tabak -Medicatie (hieronder wordt verstaan alle niet zonder doktersvoorschrift te verkrijgen medicijnen en de middelen die voorkomen op de lijst van de verboden producten opgesteld
Visie KVC Jong Lede
118
door de A.M.A. (Agence Mondiale Antidotale), welke zowel door de FIFA (en KBVB) als door de Gemeenschappen in België werd goedgekeurd. Deze A.M.A. lijst kan worden gedownload in volgend link : http://www.footbel.be/nl/clubs_spelers/clubs/gezondheid/fifa_dopinglijst.html - Illegale drugs (waaronder ook Cannabis) Er worden ook 5 verschillende verschijningsmodaliteiten onderscheiden, waarvoor dit reglement werd opgesteld: -Bezit -Gebruik -Onderinvloed -Delen -Dealen De begrippen ‘bezit’ en ‘gebruik’ hoeven geen verdere uitleg. Echter de verschijningsmodaliteit ‘onder invloed zijn van’ is moeilijk te definiëren en werd gedefinieerd als ‘dat wat zichtbaar is en storend overkomt’. Met ‘delen’ wordt uitdelen bedoeld zonder winstbejag, ten overstaan van ‘dealen’ waarbij verstaan wordt dat er steeds met winstbejag wordt gehandeld. We
kunnen
al
deze
producten
en
verschijningsmodaliteiten
met
elkaar
combineren
en
komen
daardoor tot (5×4) 20 mogelijkheden. Bovendien kunnen we nog eens een onderscheid maken tussen al deze combinaties wanneer ze zich in clubverband of buiten clubverband voordoen. ‘In clubverband’ wordt ruim opgevat en beperkt zich niet tot de fysieke aanwezigheid op de club. ‘In clubverband’ wordt ook gezien als iemand op een andere locatie dan de eigen club in naam van KVC. Jong Lede aanwezig is. Er wordt ook een onderscheid gemaakt tussen enerzijds spelers en trainers/afgevaardigden anderzijds. Voor de trainers/afgevaardigden werd er beslist dat er enkel en alleen wordt toegezien ‘in clubverband’ en enkel en alleen als ze in functie zijn. ‘In functie zijn’ werd als volgt gedefinieerd: Bij uit- en thuiswedstrijden is dit tot 30’ voor en na Bij trainingen is dit op het oefenveld en in de kleedkamer maar niet in de kantine.
Visie KVC Jong Lede
119
Medische begeleiding en opvolging van spelers.
Bij kwetsuur moeten spelers zich wenden tot de administratief coördinator E.VAN HAUWERMEIREN om ongevallenformulier te verkrijgen. Ongevallenformulier dient ingevuld te worden of door clubdokter of door een andere dokter. Revalidatie kan men steeds doen bij aangestelde kineclub, maar men kan ook uiteraard gebruik maken van eigen kine. Na herstel MOET het bewijs van dokter van herstel terug overhandigd worden aan E. VAN HAUWERMEIREN, waarna deze de TVJO opdracht zal geven dat desbetreffende speler terug mag trainen en spelen. ZONDER BEWIJS VAN HERSTEL KAN MEN NIET TRAINEN NOCH SPELEN. EHBO-verantwoordelijke is steeds aanwezig op de club.
Visie KVC Jong Lede
120
Medische instructie en voorzorgen (KVC Jong Lede) 1. Wat te doen bij een blessure Bij een blessure dienen de ploegafgevaardigden de eerste zorg toe. Zij kennen de beginselen van de EHBO en stellen vast hoe ernstig de situatie is. Indien de blessure niet ernstig is, kan de speler er zelf voor kiezen om verder te spelen / trainen. Let wel, het heeft geen zin om verder te spelen met pijn. Zo maak je de blessure alleen maar erger. Indien de blessure wel ernstig is, zijn er op onze club volledige EHBO koffers voorhanden. Zo kunnen we de speler in de eerste plaats verzorgen. Indien het letsel of ongeval nog niet verholpen is, verwijzen wij de speler door naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. Verwittig ook steeds je trainer en coördinator wanneer je een blessure hebt en houdt hem op de hoogte van de evolutie van het herstel. De trainer kan van de clubkinesist/clubarts/huisarts de juiste informatie krijgen in verband met je herstel, zodat hij bij de herstart van de trainingen rekening kan houden met de belastbaarheid en eventuele problemen die zich kunnen voordoen. Belangrijk bij het raadplegen van een dokter of arts, is het formulier ‘aangifte van ongeval’. Elke afgevaardigde heeft dit document bij zich in zijn map. Uw dokter of arts weet hoe hij dit formulier moet invullen. Breng het formulier binnen de 10 dagen terug bij onze gerechtigd correspondent Eddy Van Hauwermeiren, voorzien van een vignet van uw mutualiteit. Belangrijk bij invullen document en terugbetaling onkosten: Voorzijde van het formulier moet ingevuld worden door de dokter (aandacht schenken voor eventuele kiné-behandelingen Achterzijde in te vullen door de ouders (of secretaris van de club) met opgave van plaats, terrein, uur en omstandigheden van het ongeval (bv. Onvrijwillige trap op linkerenkel) Samen met de afrekening van het ziekenfonds en eventuele apothekerskosten te bezorgen bij de secretaris van de club of af te geven in de kantine. Na ongeveer drie weken ontvangt de club een juiste afrekening met een afhouding van vaste dossierkosten van de KBVB x behandelingen door kinesist moeten door de behandelende arts worden voorgeschreven (max 3 x 17 = 51 per ongeval en per jaar); eventuele verlengingen moeten voorafgaandelijk door de KBVB goedgekeurd worden bij sportinactiviteit van minder dan 14 dagen worden kosten kiné niet terugbetaald onkosten later ingediend dan 1 jaar na datum ontvangst ongeval verklaring komen niet meer in aanmerking Voordat u begint te spelen, moet u opnieuw langsgaan bij uw huisarts/clubarts om u genezen te laten verklaren (via document opgestuurd door de KBVB). Indien u dat niet doet, ben u niet verzekerd bij een nieuwe blessure. Het document van genezing moet binnengebracht worden bij onze gerechtigd correspondent. Hij signaleert dit aan de TVJO, die op zijn beurt de trainer verwittigd dat de speler terug beschikbaar is. Zolang de TVJO de trainer niet op de hoogte brengt, zal de trainer de speler niet toelaten op trainingen en/of wedstrijden. Het is een speler VERBODEN om deel te nemen aan een wedstrijd zonder bevestiging van een genezingsattest.
Visie KVC Jong Lede
121 2. Blessurepreventie Een ongeluk zit in een klein hoekje. Zeker bij sporten waar er veel lichamelijk contact is (zoals bij voetbal) komen veel blessures voor. Toch kan je sportblessures voor een groot deel zelf voorkomen. Als je sport, is het belangrijk dat je jezelf goed verzorgt. Gezond eten en voldoende slaap zijn basisfactoren om goed te kunnen presteren. Maar er zijn meer factoren van belang om gezond en zonder blessures te kunnen sporten. Een hele belangrijke manier waarop je blessures tijdens het sporten kunt voorkomen, is voor de training tijdens de warming-up stretchen en na de training een cooling - down doen. Hoewel dit niet onomstotelijk bewezen is, is het zeker van belang. Je controleert dan bijvoorbeeld of je lichaam de krachten die op de spieren komen te staan, aan kan. Goed schoeisel is de basis voor je sport. Schoenen vangen veel klappen op die anders moeten worden opgevangen door je enkels, knieën, heupen en rug. Als je langdurig op schoenen loopt met onvoldoende demping, moeten je enkels, knieën, heupen en rug te hard werken. Hierdoor kan je last krijgen. Ook kan het zijn dat je door je enkel gaat of je knie verdraait. Ook aangepaste beenbeschermers kan een belangrijk hulpmiddel zijn tegen blessures. Als je net ziek bent geweest, of een lange tijd niet getraind hebt, is het niet verstandig om meteen weer volop te gaan sporten. De kans op blessures is dan namelijk erg groot. Beter is het om rustig te beginnen en langzaam weer op je oude niveau te komen. Mocht je onverhoopt toch een blessure hebben opgelopen, dan is het belangrijk dat je deze goed laat genezen. Veel sporters zeggen wel: "Het gaat wel weer", omdat ze graag weer aan de slag willen. Maar als de blessure nog niet helemaal over is, kan je meer kapot maken dan al het geval was. Het herstel duurt dan alleen maar langer. 3. Verzorging en voeding Alcohol, roken en slechte voeding hebben beslist een slechte invloed op lichamelijke conditie en sportprestaties. Een goede en voldoende nachtrust is onontbeerlijk! Een uitgerust lichaam met een heldere geest leidt tot de beste prestaties. Aangeraden wordt om voor een wedstrijd of training een lichte maaltijd te gebruiken, dus geen vette voeding zoals frieten, chips en andere snacks. Let ook op om vlak voor of tijdens een wedstrijd geen koolzuurhoudende dranken gebruiken. Een gezonde en gevarieerde voeding, gebaseerd op melkproducten, verse groenten en fruit is aan te bevelen. Voor verdere inlichtingen kan je best de clubdokter, je huisarts of een diëtist raadplegen. 4. Alcohol en Roken Voor alle spelers tot 18 jaar geldt een absoluut alcohol –en rookverbod in de kleedkamer, kantine, in de buurt van het sportstadion en bij uitwedstrijden. Ook voor trainers en afgevaardigden geldt dit verbod voor en tijdens wedstrijden. Alcoholinname onderdrukt het waarnemings-, coördinatie- en concentratievermogen. Een direct gevolg hiervan is een achteruitgang van de reactiesnelheid. Alcoholgebruik direct voor of tijdens sportbeoefening leidt daarom tot een verhoogd risico op sportblessures en wordt daarom afgeraden. Alcohol is ook een slechte dorstlesser na afloop van de sportieve prestatie. Alcohol zorgt ervoor dat je lichaam juist meer vocht verliest dan gewoonlijk. Daarnaast moet je na afloop nog veilig naar huis Roken en sport gaan niet samen. Roken belemmert de opname en het transport van zuurstof in je lichaam. En zuurstof heeft je lichaam nu juist zo hard nodig voor het leveren van sportprestaties. Nicotine in tabak leidt bovendien tot vernauwing van de bloedvaten en versnelling van de hartslag. En dat terwijl de sportprestatie vraagt om een optimale doorbloeding van de spieren. Aangezien veel jongeren astmatisch zijn, is het feitelijk asociaal om in hun bijzijn te roken. In gans het voetbalgebouw (kantine, vestiaires, ..) geldt een algemeen rookverbod.
Visie KVC Jong Lede
122 5. Drugs en doping Voor alle spelers, trainers, afgevaardigden en medewerkers geldt een absolute nultolerantie op het gebied van drugs en doping. Bij bewijs van gebruik van drugs en/of doping, wordt de betrokkene onmiddellijk van de clublijst geschrapt. Drugs omschrijven we als middelen die het bewustzijn beïnvloeden en daarom ook worden ingenomen. Deze middelen kunnen een onmiddellijke werking hebben en/of op termijn leiden tot verslaving met gevolgen voor de gezondheid en fitheid van de persoon in kwestie. Onder doping wordt verstaan: 1. het gebruik van substanties en middelen die, in overeenstemming met artikel 22 van het Decreet inzake medisch verantwoorde sportbeoefening van 27 maart 1991, door de regering verboden zijn 2. het gebruik van substanties of de aanwending van middelen om het prestatievermogen van de sportbeoefenaar kunstmatig op te voeren, wanneer hierdoor schade veroorzaakt kan worden aan zijn fysieke of psychische integriteit 3. de manipulatie van de genetische eigenschappen van de sportbeoefenaar om zijn prestatievermogen kunstmatig op te voeren 4. het gebruik van substanties of het aanwenden van middelen die ertoe strekken dopingpraktijken zoals bedoeld onder 1.) , 2.) en 3.) te verdoezelen
BLESURRE PREVENTIE EN VOEDING KVC JONG LEDE BLESSURE PREVENTIE: Actieve blessurepreventie : De meest voorkomende sportblessures Je hebt drie soorten blessures: gewone sportblessures, acute sportblessures en chronische sportblessures. De meest voorkomende sportblessures zijn de acute sportblessures. Acute sportblessures: Deze soort blessures komen meestal voor door een klap, een val, een botsing of een verkeerde beweging. Als gevolg hiervan kan dan een zwelling, kneuzing, scheuring, verstuiking of botbreuk ontstaan. Hier valt meestal niets aan te doen om het te voorkomen, behalve opletten dan. En als men veel traint en vertrouwd is met de sport en vooral niets op de automatische piloot doet heeft men er al een stuk minder kans op. Maar zelfs de meest ervaren sporter loopt nog wel eens een acute blessure op. Chronische blessures: Chronische blessures zijn eigenlijk de vervelendste soort sportblessures. Een chronische blessure, die ook wel een overbelasting blessure genoemd wordt, ontstaat door het te vaak herhalen van een bepaalde beweging, hierdoor kunnen bepaalde spieren en pezen overbelast worden. Denk maar aan een tennisarm of een voetbalknie. Ook RSI (Repetitive Strain Injury) is wel een goed voorbeeld, alhoewel dit niet echt een sportblessure is. Chronische kunnen ook ontstaan door inwerkend geweld van buitenaf (chronische exogene letsels). Zoals de klappen die een bokser krijgt. Die kunnen op de duur leiden tot hersenbeschadigingen. De trappen rond de enkel van een voetballer (footballers ankle). De exogeen inwerkende krachten leiden op de duur tot een verminderde kwaliteit van de weefsels Het vervelende van chronische sportblessure is dat het genezingsproces vaak heel erg lang duurt. Visie KVC Jong Lede
123 Gewone sportblessures: Gewone sportblessures komen zeer vaak voor. Zij worden vooral veroorzaakt door onjuiste trainingsmethodes, slechte voorbereiding (geen of een veel te korte en/of onjuiste warming-up), een slechte conditie (men wil veel verder gaan dan men eigenlijk kan, men loopt dus te hard van stapel), slecht materiaal, verkeerd schoeisel, een slechte houding, het ontbreken van een goede cooling- down, en een slechte of geen begeleiding. Ook interne factoren zoals de invloed van bepaalde ziektes (infecties), lichaamsbouw, afwijkende bewegingspatronen, leeftijd en gewicht kunnen belangrijke factoren zijn in het krijgen van blessures. Sporten waarin verhoudingsgewijs veel blessures voorkomen Preventie: Een bekend spreekwoord zegt, BETER VOORKOMEN DAN GENEZEN. Blessurepreventie is een belangrijk deel van de training om het voorkomen van blessures. Rompstabilisatie, proprioceptie, spierversterkende oefeningen, lenigheid, recuperatietraining, bekken controle, voeding en rust zijn zaken waar we wekelijks of zelfs dagelijks tijd moeten aan besteden.
Een goed getraind en gezond lichaam kan normaal gezien voldoende weerstaan aan de intensieve belasting van de voetbalsport. Het gevaar voor terugkerende en langdurige blessures komt meestal door onvoldoende rust, verkeerde trainingsmethodes, trainen met lichte blessures waardoor overbelasting optreedt en de kans op blessures vergroot. Als de belasting (exogeen) afgestemd wordt op de belastbaarheid (endogeen) kan theoretisch gezien nauwelijks een blessure ontstaan door sportbeoefening. Wij onderscheiden 2 soorten: • Actieve blessurepreventie: Herhaaldelijk aangepaste oefeningen doen. • Passieve blessurepreventie: Voldoende rusten, weet wat u eet en drinkt voor, tijdens en na een training of wedstrijd, materiaal (schoenen, studs, enz). Doelstellingen actieve blessurepreventie: 1. Veel uren voetbal = zeer veel voetbal - specifieke bewegingen. Deze zeer specifieke belastingen kunnen leiden naar overbelastingsletsels , verrekkingen en andere kwetsuren. o Bij voetballers worden vooral de heupbuigers extra belast. Daarom gaan we bij voorkeur de achterste keten moeten re – conditioneren (= hertrainen of extra trainen) zodat het evenwicht met de antagonisten (vb. quadriceps, iliopsoas…) hersteld wordt. 2. Betere lichaamsscholing = betere lichaams - en balbeheersing. o stabiliteit, balans, evenwicht met en zonder bal o coördinatief vermogen, economischere loopstijl 3. Sterke fundamenten vormen de basis voor een specifieke conditionele ontwikkeling. o sterker in duel (duelkracht) o betere techniekbeheersing. 4. Een betere lichaamsscholing vormt de basis voor meer uren specifieke voetbaltraining met een beperkter risico op overbelastingsletsels en kwetsuren. 5. Preventieoefeningen voor lieskwetsuren, hamstringletsels,enkeldistorsies, rugklachten, …. Hoe ontstaat een blessure en hoe kunnen wij de kans op een blessure snel herkennen? Een blessure ontstaat wanneer de belasting van de speler groter is dan de belastbaarheid. Hoe groter de belastbaarheid, hoe kleiner de kans op blessures. Door herhaaldelijk aangepaste oefeningen te doen zal men de belastbaarheid vergroten. Indien wij de kans op een blessure snel herkennen, dan kunnen wij er ook snel iets aan doen om dit te voorkomen. Zie hier enkele SYMPTOMEN van overbelasting: prestatiedaling, gedragsvermindering, vermoeidheid, slechte eetlust, slecht slapen, hogere rustpols, hogere ochtendpols, langzamer herstellen.
Visie KVC Jong Lede
124 Welke zijn de oorzaken van een blessure? : • Exogene factoren: Exogene factoren kan men moeilijk beïnvloeden. Dit zijn de invloeden van buitenaf zoals weersomstandigheden, de staat van het veld, de contacten met de tegenstrevers, enz. • Endogene factoren: Dit zijn de persoonsgebonden invloeden; conditionele factoren, geslacht, bouw van de sporter, enz. Sommige endogene factoren kan men ook niet beïnvloeden zoals leeftijd en geslacht. Tegen andere invloeden kan je je wel wapenen. Door goed opgebouwde trainingen te geven en door een gezonde levensstijl van de speler kan het lichaam bestand worden tegen blessures. Belangrijk! : • Men bekomt maar effect als de oefeningen op een regelmatige basis geoefend worden. • Bepaalde oefeningen kan men dagelijks uitvoeren en voor anderen bouw je beter enkele dagen rust in tussen de oefeningen. • De oefeningen moeten correct uitgevoerd worden en de uitgangspositie is hier van groot belang. • Je mag tijdens de oefeningen geen pijn voelen!
Bekkencontrole: Het bekken vormt één van de belangrijkste schakels in het menselijke lichaam. Het vormt de overgang tussen de onderste ledematen en de romp. Via de heupgewrichten worden de benen verbonden met het bekken en via talrijke spieren en ligamenten worden ook de ruggenwervels met het bekken verbonden. Belangrijk om te weten: Welke oefening je tijdens het voetballen ook doet, telkens zal het bekken de cruciale schakel zijn. Een beweeglijk bekken laat je toe ook moeilijk technische oefeningen correct uit te voeren. Hiervoor heb je een voldoende lenigheid van alle bekkenspieren nodig. Een stabiel bekken geeft je meer controle over je bewegingen: Naast een werktuig voor een betere techniek, speelt het bekken ook zeer vaak een rol bij blessures. Door de vele spieren die er zich op aanhechten (zowel been - en heupspieren, als rug - en buikspieren) is het bekken het centrale punt voor zowat elke beweging. Door overbelasting ontstaan vaak langdurige letsels op de plaats waar de spierpees zich aanhecht op het bot. Bij voetballers wordt dit zeer vaak gezien op de aanhechtingsplaats van de buikspieren op het schaambeen en op de plaats waar de adductoren zich op de bekkenring hechten.
Rompstabilisatie : Voetbalspecifieke acties vragen een optimaal functioneren van het bewegingsapparaat. Het juist en snel uitvoeren van een technische vaardigheid betekent vooral veel aandacht schenken aan een juist ‘evenwicht’, een goede ‘stabiliteit’ en een correcte ‘bewegingscontrole’ van het spiersysteem. Het actief (= spieren), het passief (= beenderen gewrichtkapsels, ligamenten) en het neuraal systeem (= het aansturingsysteem van de spieren) moeten zodanig samenwerken dat ze, op een veilige en efficiënte manier, de krachten die worden ontwikkeld door de spieractiviteit, kunnen omzetten in functionele voetbalacties. (bijvoorbeeld trappen op doel, lange passing…)
Visie KVC Jong Lede
125 Hoe verkrijgt men stabiliteit: Stabiliteit verkrijgt men als de drie bovenstaande componenten goed samenwerken. Een gebrek aan stabiliteit kan leiden tot een foute technische uitvoering maar evenzeer tot klachten en blessures. Doelstellingen van de functionele romp stabiliserende – en spierversterkende oefeningen zijn: • Een voldoende lichaamsevenwicht, -stabiliteit te bekomen om klachten en eventuele letsels door specifieke belasting zoveel mogelijk te voorkomen…(evenwicht-stabiliteit) = blessurepreventie. • De oefeningen zorgen voor een perfecte ‘vormspanning’, welke nodig is in elke voetbalactie: trappen, duel, koppen…. Verbetering van de lichaams – en balbeheersing. • Betere stabiliteit van ‘romp-bekken’ tijdens het voetballen = ‘stabiliteit als basis voor een betere mobiliteit’. • Kan ook de ‘basis’ vormen voor een voetbal-specifieke krachttraining. (re-conditionering naar kracht toe = na blessure is het verstandig om eerst een revaliderend oefenprogramma te volgen. Hierdoor worden de spieren opnieuw versterkt zodat zij weer volledig te belasten zijn.) • Stabilisatiebekwaamheid van het eigen lichaam alvorens met weerstanden te werken. Kracht behoort naast snelheid en uithouding tot de belangrijkste fysieke basiseigenschappen voor een voetballer. Kracht wordt gedefinieerd als de eigenschap van een spier om samen te trekken, door het ontwikkelen van een spanning tegen een uitwendige weerstand. Voetbal specifieke acties vragen een optimaal functioneren van het bewegingsstelsel (de spieren, de beenderen, de gewrichten, maar ook de zenuwbanen). Om een mooie actie succesvol te kunnen voltooien, moet je natuurlijk de nodige “power” in de benen hebben, maar ook voldoende stabiliteit, explosiviteit en uithouding. Een goed evenwicht hiertussen is dan ook noodzakelijk. Belangrijk is om de zwakkere spiergroepen te trainen (rugspieren, hamstrings, adductoren). Een goede verhouding tussen de verschillende spiergroepen zal niet enkel blessurepreventief werken, maar zal ook zorgen voor een betere lichaam stabiliteit. Een goede controle over je lichaam vormt de noodzakelijke basis voor verdere techniektraining.
Visie KVC Jong Lede
126 Medische begeleiding en opvolging in praktijk
- Wanneer speler ziek is kan men zich uiteraard wenden tot de eigen huisarts. Deze schrijft dan wel briefje van afwezigheid wegens ziekte dat aan de trainer wordt overhandigd. - Spelers die een lichamelijke kwetsuur hebben kunnen terecht bij de sportarts van KVC Jong Lede : Dr. J. Holvoet
09/368.02.17
Stichelendries 10, 9340 Oordegem. Maak een afspraak met deze dokter om de ernst van de kwetsuur te laten behandelen en deze werkt nauw samen met de club en zal dan ook de opvolging aan de club doorspelen. De dokter kan dan ook beslissen tot te revalideren bij een kinesitherapeut. Ook deze heeft de club en ook zal dokter Holvoet met deze nauw samenwerken in functie van KVC Jong Lede. Kinesitherapeut Vincent Verbeken 0476 78 65 39 Heiplasweg 6, 9340 Lede. Ook de kinesitherapeut staat in nauwe verbinding met de club zodanig dat speler van kort kan opgevolgd worden. Deze kinesitherapeut zak ook aanwezig zijn op donderdagavond en zaterdagvoormiddag op de club.
-Voor alle gedragsmatige problemen (Beheersen gevoelens van angst, machteloosheid, verdriet, eenzaamheid, stress, lusteloosheid, besluiteloosheid, kwaadheid, onzekerheid .... je dagelijkse functioneren ?) kan je terecht bij onze Psychotherapie – Gestalttherapeute. Psychotherapie – Gestalttherapeute Karen Hallemans 0473 430 302 Tussenbeekstraat 24 , 9340 Lede -Zijn er spelers met slechte eetgewoonten, moeilijkheden van vertering bij inspanning, overgewicht dan kunnen de ouders van deze spelers steeds terecht bij onze diëtiste: Diëtiste Veronique De Temmerman 0496/86.18.23 Hoogstraat 27, 9340 Lede.
-De eerste verzorging kan gedaan worden via de EHBO verantwoordelijken van onze club : EHBO verantwoordelijke Alain Parmentier
[email protected] Medewerkers: -Scheiris Dany – De Windt Patrick – Daem Alex – De Ridder Kris – Jurgen Van NieuwenborghJoos Hans
Visie KVC Jong Lede
127
Visie KVC Jong Lede