Lange Nieuwstraat-NW ontwerp bestemmingsplan
Lange Nieuwstraat-NW Ontwerp
Status Identificatiecode
Datum
Publicatietermijn
18-01-2011
van 21-01-2011 tot en met 03-03-2011
15-09-2011
van 23-09-2011 tot en met 03-11-2011
Voorontwerp NL.IMRO.0453.BP0703LANGENIEUWS1-V001
Ontwerp NL.IMRO.0453.BP0703LANGENIEUWS1-O001
Vastgesteld NL.IMRO………………
van ….. tot en met…..
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Status: ontwerp 2
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Inhoudsopgave
Toelichting
6
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Begrenzing plangebied en vigerende regeling 1.3 Leeswijzer
7 7 7 9
Hoofdstuk 2 Beleidskader 2.1 Inleiding 2.2 Nota Ruimte 2.3 Provinciaal beleid 2.4 Gemeentelijke beleid 2.5 Conclusie
10 10 10 11 12 13
Hoofdstuk 3 Planopzet 3.1 Plangebied en omgeving 3.2 Beschrijving ontwikkelingen
14 14 14
Hoofdstuk 4 Onderzoek 4.1 Verkeer en parkeren 4.2 Milieu 4.3 Ecologie 4.4 Waterhuishouding 4.5 Archeologie
17 17 24 32 33 33
Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving 5.1 Wijze van bestemmen 5.2 Planregels
35 35 35
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 6.1 Economische uitvoerbaarheid 6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
38 38 38
Hoofdstuk 7 Overleg en inspraak 7.1 Uitkomst vooroverleg 7.2 Uitkomst inspraak
39 39 39
Separate bijlagen bij Toelichting Bijlage 1: Inspraakrapportage Bijlage 2: Indicatief onderzoek beschermde soorten Bijlage 3: Flora en fauna Bijlage 4: Nader bodemonderzoek Bijlage 5: Waterhuishouding Bijlage 6: Wegverkeerslawaai Bijlage 7: Bezonningsstudie Bijlage 8: Toelichtende memo Bezonningsstudie
Status: ontwerp 3
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Regels
40
Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen Artikel 2 Wijze van meten
41 41 45
Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6
Bestemmingsregels Verkeer Verkeer- Verblijfsgebied Wonen Waarde - Archeologie
46 46 47 48 50
Hoofdstuk 3 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12
Algemene regels Antidubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene aanduidingsregels Algemene ontheffingsregels Algemene wijzigingsregels Algemene procedureregels
52 52 53 54 55 56 57
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 13 Overgangsrecht Artikel 14 Slotregel
Status: ontwerp 4
58 58 59
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Status: ontwerp 5
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Toelichting
Status: ontwerp 6
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Het onderhavige bestemmingsplan heeft betrekking op de portiekblokken aan het westelijk deel van de Lange Nieuwstraat tussen het Marktplein en de Vechtstraat, gelegen nabij het centrum van IJmuiden. Woningbedrijf Velsen heeft, als eigenaar, aangegeven de twee woonblokken langs dit gedeelte van de Lange Nieuwstraat in het kader van herstructurering aan te pakken door middel van sloop/nieuwbouw. In de bestaande situatie bevinden zich 74 woningen (appartementen) en 1.120 m2 kantoor/commerciële ruimte. Het te realiseren programma betreft 106 woningen (appartementen) en ongeveer 500 m2 commerciële ruimte. Het woningbouwprogramma betreft gestapelde woningen met een oppervlak van 60-140 m2 per woning en bestaat voor minimaal 60%, zo mogelijk 70% uit huurwoningen. Het onderhavige bestemmingsplan voorziet in directe bouwtitels voor deze herstructurering.
1.2 Begrenzing plangebied en vigerende regeling De te herstructureren woningblokken, hierna te noemen Lange Nieuwstraat-west, liggen aan de noordzijde van de Lange Nieuwstraat tussen het Marktplein en de Vechtstraat. Tussen de twee woningblokken in ligt een dwarsverbinding naar de Griftstraat. Pal naast de twee woningblokken, aan de oostzijde, ligt het winkelcentrum Velserhof. In figuur 1.1 is de ligging van het plangebied opgenomen. Voor het plangebied Lange Nieuwstraat-west vigeert momenteel het bestemmingsplan IJmuiden-Noord. Dit bestemmingsplan is goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 september 1998 en goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten op 11 mei 1999. Ook is er omtrent dit bestemmingsplan nog een uitspraak geweest van de Raad van State op 26 februari 2001. Het gehele plangebied heeft in het vigerende bestemmingsplan de bestemming 'gestapelde woondoeleinden met maximaal 3 bouwlagen'.
Status: ontwerp 7
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Figuur 1.1 Ligging plangebied
Status: ontwerp 8
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 komt allereerst het beleidskader aan bod. Dit kader beschrijft de relevante beleidsplannen die de verschillende overheden hebben opgesteld en van belang zijn voor dit bestemmingsplan. In hoofdstuk 3 is omschrijving opgenomen van de huidige situatie, omgeving van het plangebied en de beoogde ontwikkelingen waarbij de wijzigingen ten opzichte van de huidige situatie met betrekking tot woningaantallen en commerciële ruimten worden toegelicht. De sectorale aspecten worden beschreven in hoofdstuk 4. In dit hoofdstuk worden de aspecten verkeer en parkeren, milieu, waterhuishouding, ecologie en archeologie beschreven. Hoofdstuk 5 geeft een juridische planbeschrijving waarin de wijze van bestemmen uiteen is gezet. Tevens wordt artikelsgewijs een beschrijving gegeven van de bestemmingen en de planregels. In hoofdstuk 6 wordt tot slot de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan behandeld.
Status: ontwerp 9
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Hoofdstuk 2 Beleidskader 2.1 Inleiding Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. Deze gaat uit van een scheiding tussen beleid en normstelling (juridische verankering). Het beleid wordt opgenomen in structuurvisies. Normstelling vindt plaats in het bestemmingsplan en/of in algemene regels die overgenomen moeten worden in bestemmingsplannen. Streekplannen en planologische kernbeslissingen zijn vanaf 1 juli 2008 gelijkgesteld aan structuurvisies. Het overgangsrecht van de Wro regelt dat concrete beleidsbeslissingen van Rijk en provincie overgenomen moeten worden in bestemmingsplannen. De Nota Ruimte bevat geen concrete beleidsbeslissingen. De inhoud van het bestemmingsplan moet echter nog steeds in overeenstemming zijn met de Nota Ruimte en het provinciale ruimtelijke beleid. In dit hoofdstuk wordt hierop nader ingegaan. De provincie Noord-Holland heeft onlangs, op 21 juni 2010, de structuurvisie vastgesteld. Het Rijk werkt momenteel aan een vertaling van hun beleid in algemene regels: de AMvB Ruimte. Hiermee wordt in dit bestemmingsplan geen rekening gehouden. De provincie Noord-Holland heeft de Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie vastgesteld. Die regels moeten worden doorvertaald in bestemmingsplannen. Verder dient het bestemmingsplan ook getoetst te worden aan datgene wat in de Nota Ruimte en de structuurvisie is opgenomen.
2.2 Nota Ruimte In deze nota worden vier algemene doelen geformuleerd: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden en borging van de veiligheid. Meer specifiek voor steden en netwerken staan de volgende beleidsdoelen centraal: ontwikkeling van nationale stedelijke netwerken en stedelijke centra, versterking van de economische kerngebieden, verbetering van de bereikbaarheid, verbetering van de leefbaarheid en de sociaaleconomische positie van steden, bereikbare en toegankelijke recreatievoorzieningen in en rond de steden, behoud en versterking van de variatie tussen stad en land, afstemming van verstedelijking en economie met de waterhuishouding en waarborging van milieukwaliteit en veiligheid. Het Rijk wil verstedelijking zoveel mogelijk bundelen in nationale stedelijke netwerken, waar het plangebied als deel van de Randstad Holland deel van uitmaakt. Het ontwikkelingsperspectief is erop gericht de ruimtelijke, culturele en economische diversiteit van de Randstad te behouden en te versterken en de eigen ruimtevraag binnen de Randstad op te vangen. In de Randstad moet tussen 2010 en 2030 rekening worden gehouden met een vraag naar 360.000 tot 440.000 woningen. Een deel van de woningen kan worden gebouwd door 'verdichting' in bestaand stedelijk gebied. Het streefgetal voor de realisatie van woningen en arbeidsplaatsen in het bestaande bebouwde gebied van stedelijke netwerken is 40% van het totale uitbreidingsprogramma, hoewel het Rijk rekening houdt met 25% op basis van de tegenvallende praktijk. Een optimale benutting van het bebouwde gebied blijft van groot belang. De Nota Ruimte gaat meer dan voorheen uit van het motto 'decentraal wat kan, centraal wat moet'. Gebiedsgerichte, integrale ontwikkeling waarin alle betrokkenen participeren wordt ondersteund. Hiermee wordt meer verantwoordelijkheid gelegd bij de provincie en gemeenten om te sturen in de ruimtelijke ordening.
Status: ontwerp 10
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
2.3 Provinciaal beleid 2.3.1 Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie De Provinciale Ruimtelijke Verordening Structuurvisie (PRVS) vloeit voort uit het Uitvoeringsprogramma van de Provinciale Structuurvisie. In de PRVS worden voor een aantal onderwerpen regels gesteld die door rijksoverheid bij de provincies zijn neergelegd ter verdere uitwerking en/of aanvulling in een provinciale verordening. Op deze wijze komen de rijksregels 'getrapt' in bestemmingsplannen terecht. Het gaat hierbij om de volgende onderwerpen: bundeling van verstedelijking en locatiebeleid economische activiteiten; rijksbufferzones; ecologische hoofdstructuur; nationale landschappen; het kustfundament; het regionale watersysteem. De regeling die is opgesteld in de PRVS heeft betrekking op de volgende onderwerpen: de aanwijzing van bestaand bebouwd gebied; mogelijkheden, kwaliteitseisen en ruimte voor ruimte voor het landelijk gebied; werkfuncties en grootschalige detailhandel in Bestaand Bebouwd Gebied en landelijk gebied de Groene ruimte; de Blauwe ruimte; energie (windturbines). Omdat de herstructurering aan het Lange Nieuwstraat binnen bestaand bebouwd gebied is, worden er naar aanleiding van de PRVS geen bijzondere eisen gesteld aan dit bestemmingsplan.
2.3.2 Structuurvisie Noord-Holland De provincie Noord-Holland heeft in het kader van de Wro een structuurvisie voor de gehele provincie vastgesteld. In de structuurvisie Noord-Holland 2040 vormen drie hoofdbelangen gezamenlijk de ruimtelijke hoofddoelstelling van de provincie: 1. Ruimtelijke kwaliteit: hiervoor wordt vooral gefocust op behoud en ontwikkeling van Noord-Hollandse cultuurlandschappen, natuurgebieden en groen om de stad. 2. Duurzaam ruimtegebruik: waarbij milieukwaliteiten, behoud en ontwikkeling van verkeers- en vervoersnetwerken, voldoende en op de behoefte aansluitende huisvesting en voldoende en gedifferentieerde ruimte voor landbouw, visserij en andere economische activiteiten een belangrijke rol spelen. 3. Klimaatbestendigheid: voor voldoende bescherming tegen overstroming en wateroverlast, schoon drink, grond- en oppervlaktewater en ruimte voor het opwekken van duurzame energie. Door globalisering, klimaatveranderingen en demografische veranderingen kiest de provincie ervoor om mee te veranderen waar nodig, maar vooral ook om bestaande kwaliteiten verder te ontwikkelen. Door te kiezen voor hoogstedelijke milieus en beperkte uitleg van bedrijventerreinen, houdt de provincie het landelijke gebied open en dichtbij. Door voorzichtig om te gaan met uitleg buiten bestaande kernen speelt ze in op de bevolkingskrimp op langere termijn. Door in te zetten op het op eigen grondgebied realiseren van duurzame energie draagt ze actief bij aan de CO2-reductie. Door versterking van de waterkeringen en het aanleggen van calamiteitenbergingen houden ze de voeten droog. En door het landelijk gebied te ontwikkelen vanuit de kenmerken van Noord-Hollandse landschappen en de bodemfysieke kwaliteiten, blijft de provincie bijzonder aantrekkelijk om in te wonen, in te werken en om te bezoeken. Status: ontwerp 11
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
De provincie Noord-Holland draagt bij aan het realiseren van voldoende en passende huisvesting (woningtype) op de best mogelijke plek (woonmilieu) voor huidige en toekomstige bewoners van Noord-Holland. De provincie Noord-Holland stelt hiervoor een provinciale woonvisie op welke het kader biedt voor de door de regio's op te stellen regionale actieprogramma's. In de regionale actieprogramma's wordt het woningbouwprogramma zowel kwalitatief als kwantitatief uitgewerkt. Uitgangspunt is om deze woningvraag zoveel mogelijk te realiseren binnen het Bestaand Bebouwd Gebied. Dit uitgangspunt bevestigt in positieve zin de herontwikkeling en de daarmee gepaard gaande vernieuwing van dit bestemmingsplan. Verder is de structuurvisie op een te hoog abstractieniveau geschreven om hiermee rekening te kunnen houden.
2.4 Gemeentelijke beleid 2.4.1 Structuurvisie Velsen 2015 De Structuurvisie Velsen, vastgesteld door de gemeenteraad van Velsen op 19 december 2005, heeft als doel om een actueel en samenhangend kader te scheppen voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente tot aan 2015, met een doorkijk naar 2020. Door ruimtevraag en ruimtelijke kwaliteit op verschillende thema's te analyseren en te integreren is grip gekregen op de belangrijkste opgaven en problemen die binnen de gemeente Velsen aan de orde zijn. Belangrijke thema's zijn onder andere wonen, economie en werkgelegenheid, bereikbaarheid en infrastructuur, voorzieningen en welzijn en duurzaamheid. De opgaven, de context en de belemmeringen vormen de grondslag voor de uiteindelijke keuzes die in de visie gemaakt zijn, voor zowel de gehele gemeente als de afzonderlijke kernen. Een belangrijke ruimtevraag voor de gemeente Velsen ligt op het gebied van wonen. Om aan de huidige en toekomstige woningvraag te voldoen moet de samenstelling van de voorraad drastisch worden gewijzigd (vooral in IJmuiden en Velsen-Noord) en moet het aanbod worden uitgebreid. Er moet hierbij echter wel rekening gehouden worden met: 1. de rode contouren in de structuurvisie Noord-Holland; 2. de opgave van behoud en versterking van de kwaliteiten van de afzonderlijke kernen; 3. de verschillende milieu- en hindercontouren die door en/of over de gemeente lopen. Met het toewijzen van ontwikkelingsgebieden ten behoeve van realisatie van het programma en ter bescherming van de ruimtelijke kwaliteit van de kernen wordt de kern van de opgave van deze Structuurvisie geraakt. Prioriteit hierin ligt op binnenstedelijke ontwikkeling. Bij de voorbereidingen van de structuurvisie werd expliciet de opgave benoemd om 'te voorzien in de eigen woningbehoefte'. Naast de kwantitatieve behoefte om 2800 woningen te realiseren is er ook sprake van een kwalitatieve behoefte. Dit laatste betekent dat de huidige woningvoorraad niet meer aansluit bij de woonwensen van de bevolking. De bevolking groeit niet alleen, ze verandert door de vergrijzing ook van samenstelling. Het maken van een wooncarrière wordt steeds belangrijker. Er wordt daarom per wijk gestreefd naar meer differentiatie in de woningvoorraad. De bouwopgave zal ingevuld worden door op de eerste plaats in te zetten op binnenstedelijke herstructurering. Het grootste deel van de woningbouw in bestaand stedelijk gebied moet worden gerealiseerd door bijvoorbeeld sloop/nieuwbouw wat een kwalitatieve verbetering betekent. Vanwege de wens van een groter woonoppervlak kan vaak op de huidige locatie alleen door hoger te bouwen hetzelfde aantal woningen worden teruggebouwd. Het toevoegen van extra woningen vraagt extra ruimtebeslag, dat vaak ten koste gaat van de buitenruimte. Dat betekent dat per definitie er sprake is van verdichting en een afname van groen en openbare ruimte. Verdichting is alleen toegestaan, wanneer de kwaliteit van de overgebleven ruimte toe zal nemen. Status: ontwerp 12
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Bovengenoemde beleidsdoelstellingen kan worden gezien als aanleiding voor de voorgenomen herstructurering aan de Lange Nieuwstraat. Deze herstructurering brengt namelijk meer differentiatie in de woningbouw in de gemeente Velsen en zorgt voor toename van de woonkwaliteit waardoor een wooncarrière mogelijk wordt gemaakt.
2.4.2 Milieubeleidsplan 2008-2012 De gemeente Velsen heeft in samenwerking met de Milieudienst IJmond een meerjaren milieubeleidsplan opgesteld. In het MBP is voor de periode 2008-2012 het gemeentelijke milieubeleid opgesteld en vertaald in concrete doelstellingen. Aandachtspunten in het MBP zijn: het waarborgen van de leefbaarheid; optimaal gebruik van de regelgeving; de voorbeeldfunctie van de gemeente; het bevorderen van duurzame ontwikkeling en het realiseren van klimaatbeleidsdoelstellingen.
2.4.3 Ruimtelijk functioneel kader Lange Nieuwstraat-west De gemeente Velsen heeft een Ruimtelijk Functioneel Kader (RFK) vastgesteld ten behoeve van de Lange Nieuwstraat-west. Met dit RFK maakt de gemeente vooraf inzichtelijk welke randvoorwaarden, eisen en uitgangspunten fungeren om te komen tot een nadere uitwerking van deze ontwikkeling door de initiatiefnemer. De randvoorwaarden bevatten onder andere regels voor stedenbouw, welstand en beeldkwaliteit, openbare ruimte, duurzaam bouwen, milieu en wonen. Hiernaast wordt het financiële aspect, het ruimtelijke ordeningsaspect, communicatie en inspraak en besluitvorming beschreven. Het RFK bevat tevens als bijlage een notitie van de milieudienst IJmond waarin alle milieuaspecten aan bod komen. Het voorgestelde plan van het Woningbedrijf Velsen voldoet aan de randvoorwaarden, eisen en uitgangspunten van het Ruimtelijk Functioneel Kader. De rooilijnen zijn gelijk aan de huidige rooilijnen, parkeren wordt binnen de bouwblokken opgelost, het materiaal-, kleur- en lijnengebruik voldoet aan de randvoorwaarden en ook de inrichting en het investeringsniveau van de openbare ruimte voldoet aan de voorwaarden zoals opgetekend in het RFK. Er moet in verband met de strenge milieueisen die gelden door de nabijheid van zware industrie echter wel extra aandacht worden besteed aan het Besluit Externe Veiligheid voor Inrichtingen (BEVI).
2.5 Conclusie Het project waarvoor dit bestemmingsplan wordt opgesteld, voldoet aan het relevante ruimtelijke en sectorale beleid van de verschillende overheden. Hierdoor wordt de herstructurering van het woningbouwblok aan de Lange Nieuwstraat-west juridischplanologisch mogelijk gemaakt. De herstructurering van het woningbouwblok past in de hoofddoelstellingen van de structuurvisie, mede omdat dit plaatsvindt binnen bestaand bebouwd gebied . De gemeente streeft ernaar de woningvoorraad meer aan te laten sluiten bij de wensen van de bevolking en om meer differentiatie in deze woningvoorraad aan te brengen. Met de voorgenomen herstructurering wordt praktische invulling aan deze beleiddoelstellingen gegeven.
Status: ontwerp 13
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Hoofdstuk 3 Planopzet 3.1 Plangebied en omgeving De Lange Nieuwstraat is één van de belangrijkste verbindingswegen van IJmuiden. De weg loopt van oost naar west en verbindt daarbij de vooroorlogse bebouwing van Berlage met de naoorlogse bebouwing van Dudok. Verschillende noord-zuid dwarsstraten zorgen voor deze verbinding en vormen tevens de grenzen tussen verschillende deelgebieden in IJmuidenNoord. De functionele structuur van IJmuiden-Noord is in feite vrij eenvoudig. Verspreid over het plangebied zijn diverse bedrijven en maatschappelijke voorzieningen gevestigd. De winkels en de verzorgende bedrijven vormen een logisch geheel met de woonfunctie in het gebied. In 2005 is het structuurplan Centrum IJmuiden (2005) opgesteld waarin als doel is opgenomen om de verschillende deelgebieden te versterken en deze sferen samen te laten komen in de Lange Nieuwstraat. Hierdoor zal de bebouwing in de Lange Nieuwstraat veranderen van een uniform aanzicht naar een meer divers en afwisselend beeld. De lange, afsluitende bouwblokken moeten plaatsmaken voor een aan het betreffende deelgebied gekoppelde themabebouwing. Zo ontstaat een afwisselend beeld van stadsmilieus en zorgt de Lange Nieuwstraat voor structuur en samenhang. Het structuurplan bestempelt het gebied tussen grofweg het Marktplein en het Stadspark als 'tuinstad' en is een stedenbouwkundig samenhangend geheel. Het zijn woongebieden met een relatief lage bebouwingsdichtheid. De hoogte hiervan neemt echter richting het winkelcentrum toe. De hoogte van de bebouwing aan de Lange Nieuwstraat is 3 tot 4 bouwlagen, op de hoekpunten van de structurerende dwarsstraten zijn zelfs 5 bouwlagen mogelijk. De begane grond is in de Lange Nieuwstraat extra hoog zodat op deze wijze bijzondere stedenbouwkundige locaties kunnen worden gebruikt voor buurtvoorzieningen of kantoor aan huis. De bouwblokken zijn hier voorzien van een kap die evenwijdig aan de straat loopt. In de bestaande situatie bevinden zich 74 woningen (appartementen) en 1.120 m? kantoor/commerciële ruimte. Overigens zit er een flauwe helling in de hoogte van het maaiveld aan de Lange Nieuwstraat: de Vechtstraat aan de westzijde ligt op ongeveer 8,1 m boven NAP, terwijl het Marktplein op 7,2 m boven NAP ligt.
3.2 Beschrijving ontwikkelingen De bouwblokken tussen het Marktplein en de Vechtstraat, hierna te noemen de locatie, staan langs de Lange Nieuwstraat in één rooilijn. In de nieuwe situatie dienen de wanden ter hoogte van de Geleenstraat en de Griftstraat richting de Burgemeester Rambonnetlaan openingen in de vorm van poorten of onderbrekingen te hebben teneinde het achterliggende stadsdeel vanuit de Lange Nieuwstraat beleefbaar te maken. In de bebouwing worden op de begane grond op bijzondere stedenbouwkundige locaties mogelijkheden gecreëerd voor toegankelijke en publieksgeoriënteerde functies. De begane grond zal om deze reden extra hoog (circa 4,5 meter) worden, wat ook in de voorgevel zichtbaar zal zijn. Het woningbouwprogramma op de locatie betreft gestapelde woningen. Voor deze woningen wordt de eis gesteld van 60-140 m2 woonoppervlak per woning. Het programma bestaat uit minimaal 60% huurwoningen, zo mogelijk 70%. Na herstructurering zal moeten worden gezorgd voor voldoende betaalbare huurwoningen om zo de huidige, reguliere huurders (herhuisvestingkandidaten) de mogelijkheid te bieden voor nieuwbouw te kiezen en/of terug te keren naar hun oude woonomgeving.
Status: ontwerp 14
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Bij het beoogde ontwerp zullen de 74 bestaande woningen en het kantoor/commerciële gedeelte worden gesloopt. Hiervoor in de plaats komen circa 106 woningen en 500m² aan kantoorruimte en/of ruimte voor detailhandel en dienstverlening. Deze ontwikkeling met het vergroten van het aantal woningen maakt onderdeel uit van de herstructureringsopgave om te komen tot een actuele, marktconforme en kwalitatief goede woningvoorraad. De ontwikkeling is dus primair gericht op de kwaliteit en kwantiteit van wonen maar gaat niet ten koste van de kwaliteit van ruimte voor commerciële activiteiten. Hoewel de commerciële ruimte in omvang kleiner is dan in de bestaande situatie sluit het door de situering bij het Marktplein, in combinatie met een globalere bestemming, beter aan bij markt en de planvorming rondom het plan Winkelcentrum IJmuiden. De onttrokken oppervlakte aan commerciële ruimte wordt ruimschoots gecompenseerd in het plan winkelcentrum IJmuiden. De onttrokken oppervlakte aan commerciële ruimte in dit plan wordt ruimschoots gecompenseerd in hetzelfde plan winkelcentrum IJmuiden. De twee huidige woningblokken worden vervangen door vier kleinere bouwblokken die aan de zijde van de Lange Nieuwstraat hoger zijn. In figuur 3.1 is een vogelvlucht aanzicht opgenomen en in figuur 3.2 is een aanzicht vanaf de Lange Nieuwstraat opgenomen. De goothoogte varieert in de verschillende blokken, zowel onderling als per blok. Hierdoor ontstaat een speels beeld. De bedoeling is wel dat de begane grondvloer op dezelfde hoogte doorloopt (ondanks het 90 cm verschil in hoogte van het westen van de Lange Nieuwstraat naar het oosten) en dat ter plaatse van de openingen tussen de bouwblokken, de goot- en bouwhoogte aan beide zijden even hoog is, zodat een doorlopend beeld ontstaat.
Figuur 3.1 Aanzicht in vogelvlucht concept ontwerp Vanaf de Geleenstraat is de bouwhoogte beperkt tot 3 bouwlagen, exclusief de schuine kap. De voorzijde (Lange Nieuwstraat) voorziet in een extra bouwlaag waardoor de kap een verdieping hoger begint. In de zijgevels van de blokken zijn raamwerken en balkons verwerkt zodat er geen blinde muren ontstaan. Langs de Lange Nieuwstraat, het Marktplein en de Vechtstraat zijn de huidige rooilijnen richtinggevend. De nieuwbouw staat hier direct aan deze straten. Aan de zijde van de Geleenstraat komt de rooilijn tegen de huidige bergingen te staan. In het hart van de blokken zullen de entrees naar de woningen en de trappenhuizen worden verwezenlijkt. Om de samenhang en het beeld in de wijk te behouden is het primaire materiaal aan de zijde van de Lange Nieuwstraat een gemêleerde, frisse rode baksteen. De balkons wordt geïntegreerd in een vloeiend verspringend gevelscherm. De inrichting van de straat wordt in het totale lengteprofiel hetzelfde zodat daadwerkelijk een samenhangend beeld ontstaat. Status: ontwerp 15
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
In het Ruimtelijke Functioneel Kader dat is vastgesteld, is de mogelijkheid geboden aan de zijde van de Vechtstraat voor een extra bouwlaag ten behoeve van een accent. Dit komt overeen met het ontwerp zoals dit nu voor de zijde van het Marktplein is opgenomen. In het concept ontwerp is geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid voor een extra bouwlaag aan de westelijke kop. Uit de uitgevoerde aanvullende bezonningsstudie is gebleken dat deze mogelijkheid niet uitvoerbaar is zonder nadelige gevolgen voor de omwonenden. Hierom is deze mogelijkheid, in afwijking van het RFK, niet in het bestemmingsplan opgenomen. De woningen voorzien in eigen, ondergrondse parkeermogelijkheden met een aantal parkeerplaatsen op het maaiveld teneinde de parkeerdruk in de wijk niet te belasten. Overeenkomstig de parkeernorm wordt een parkeergelegenheid gerealiseerd van 1,5 per woning: 1 parkeerplaats per woning voor het bewonersparkeren (op eigen terrein) en 0,5 parkeerplaatsen voor bezoekersparkeren (in het openbaar gebied).
Figuur 3.2 Aanzichten vanaf Lange Nieuwstraat (concept ontwerp)
Status: ontwerp 16
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Hoofdstuk 4 Onderzoek 4.1 Verkeer en parkeren 4.1.1 Verkeersontsluiting Auto Velsen heeft in 2004 een Lokaal Verkeers- en Vervoerplan (LVVP '04) vastgesteld. Het LVVP'04 van de gemeente Velsen legt de visie op de verkeersstructuur en hoofdlijnen van het verkeers- en vervoersbeleid van de gemeente vast voor de komende 10 tot 15 jaar en beschrijft de toekomstige verkeersstructuur, de maatregelen die moeten worden uitgevoerd en de te ondernemen acties. De doelstellingen voor het LVVP zijn samengevat in twee kerndoelstellingen en een voorwaarde: Doelstellingen: 1. verbeteren bereikbaarheid; 2. verbeteren leefbaarheid door verbeteren verkeersveiligheid. Voorwaarde: 1. realiseerbare oplossingen Bij het hoofdwegennet is onderscheid te maken in de verbindingswegen en de zogenaamde “inprikkers”. Deze laatste verzorgen de verbinding tussen de buurten en wijken en het hoofdwegennet en verzamelen het verkeer. Een belangrijk streven van het LVVP '04 is om de noordelijke en zuidelijke oost-west routes (Heerenduinweg en Kanaaldijk of IJmuiderstraatweg) geschikt te maken als hoofdontsluiting voor de gehele kern inclusief het centrumgebied door nieuwe ontsluitingen vanaf deze routes te realiseren, terwijl de verkeersfunctie van de Lange Nieuwstraat wordt verminderd. Hierdoor ontstaat een bereikbaarheidsstructuur in de vorm van een “vork”, die door middel van inprikkers toegang biedt tot de buurten en wijken. De leefbaarheid en verkeersveiligheid in de kern (met name op de as van de Lange Nieuwstraat) maken deze ingrijpen noodzakelijk. In dit LVVP '04 is tevens de wegencategorisering opgenomen. Binnen de kern IJmuiden wordt hierin onderscheid gemaakt tussen gebiedsontsluitingswegen (GOW) met een maximumsnelheid van 50 of 70 km/uur en erftoegangswegen (ETW) met een maximumsnelheid van 30 km/uur. De hoofdverbindingen en zogenaamde “inprikkers” zijn als gebiedsontsluitingswegen gecategoriseerd. De overige wegen in de verblijfsgebieden zijn als erftoegangsweg gecategoriseerd. Het plangebied is gelegen aan de Lange Nieuwstraat in het centrumgebied van de kern IJmuiden (tussen de Vechtstraat en het Marktplein). De Lange Nieuwstraat is gecategoriseerd als een gebiedsontsluitende weg met een snelheidsregime van 50 km/uur. Met de ontwikkeling van het centrumgebied in de komende jaren zal de Lange Nieuwstraat worden gereconstrueerd met ondermeer als doel de hoeveelheid verkeer te verminderen. De parallelweg van de Lange Nieuwstraat is een erftoegangsweg met een 30 km/uurregime. Het plangebied wordt ontsloten vanaf de Lange Nieuwstraat en de parallelweg van de Lange Nieuwstraat, de Griftstraat en de Geleenstraat. De Lange Nieuwstraat geeft verbinding met overige centrumgebied van IJmuiden en IJmuiden-west. De externe ontsluiting voor het plangebied zal in de toekomst vervult worden door de zogenaamde “inprikkers” Spaarnestraat/Merwedestraat, Gijzenveltplantsoen, Kennemerlaan en C. van der Doesstraat binnen de toekomstige verkeersstructuur. De functie van de Lange Nieuwstraat als doorgaande ontsluitingsas zal hiermee komen te vervallen.
Status: ontwerp 17
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Fiets Het fietsverkeer wordt afgewikkeld via de interne wegenstructuur van erftoegangswegen. Conform de principes van het concept “Duurzaam Veilig” vindt de verkeersafwikkeling gemengd plaats op erftoegangswegen. Fietsverkeer via de hoofdrijbaan van de Lange Nieuwstraat ter hoogte van het plangebied is niet in de huidige situatie niet mogelijk vanwege een fietsverbod. Het fietsverkeer maakt gebruik van de parallelweg van de Lange Nieuwstraat met erftoegangsfunctie en gemengde verkeersafwikkeling. Er zijn via de interne wegenstructuur goede fietsroutes aanwezig naar het centrumgebied, de kust en de omliggende kernen, recreatiegebieden en bedrijventerreinen. In het kader van de uitvoering van het LVVP '04 zullen de fietsverbindingen verder verbeterd worden, zullen knelpunten worden opgelost en ontbrekende schakels worden gerealiseerd. De maaswijdte van de ontsluitende fietsroutes is gemiddeld kleiner dan 500 meter. De ontsluiting voor het fietsverkeer is derhalve goed en zal met de reconstructie van de Lange Nieuwstraat in de toekomst nog beter worden. Openbaar Vervoer Het openbaar vervoer heeft in Velsen zowel een verbindende als ontsluitende functie en er maken diverse doelgroepen gebruik van. Alle doelgroepen worden met hetzelfde systeem bediend waardoor het niet optimaal is afgestemd op de klantwens. Een tweede probleem is dat de bussen in Velsen gebruik maken van het 'gewone' wegennet. Dit leidt ertoe dat het openbaar vervoer ook last heeft van de congestie en slechte doorstroming op bepaalde wegen. Met name op de Lange Nieuwstraat in het centrum van IJmuiden is de vertraging substantieel. Hier komt binnenkort verandering in als het HOV zijn intrede doet in IJmuiden. Volgens de afspraken die reeds zijn gemaakt komt er een HOV busverbinding door de Lange Nieuwstraat te lopen. In het LVVP '04 worden oplossingsrichtingen en maatregelen aangedragen om bovenstaande problemen de komende jaren in IJmuiden op te lossen. Hierbij zal het systeem meer gericht worden op de specifieke doelgroepen. Tevens is een onderdeel van de maatregelen een hoogwaardige openbaar vervoerverbinding centraal door IJmuiden via de Lange Nieuwstraat en het weren van doorgaand verkeer op deze route. Doelstelling van de maatregelen is het gebruik van openbaar vervoer –en zoals al eerder genoemd - de fiets te stimuleren om het autogebruik te verminderen, het milieu te sparen en de leefbaarheid te verhogen. Het collectief vraagafhankelijk vervoer wordt uitgebreid en de overstapmogelijkheden worden verbeterd. Regionaal is de gedachte van een snel verbindend netwerk voor de middellange afstand en gericht op de keuzereiziger vormgegeven in RegioNet. RegioNet heeft te verbinden kernen gedefinieerd, het kwaliteitsniveau, serviceformule en marketingformule vastgelegd in een programma van eisen en een ontwerp lijnennet. Basis voor het Velsense deel van RegioNet zijn de huidige lijnen 75 (Zee- en Duinwijk – IJmuiden - Driehuis – Santpoort-Noord – Haarlem-noord –Haarlem CS) en 73 (Beverwijk – Velserbroek – Haarlem-noord – Haarlem – CS). Ook de Zuidtangent naar Schiphol en de spoorverbinding Uitgeest- Haarlem maken deel uit van RegioNet. Op loopafstand van het plangebied bevinden zich bushaltes aan de Lange Nieuwstraat. De hier halterende busdiensten geven verbinding met het centrum en de overige wijken van IJmuiden alsmede de omliggende kernen en de regio Zaandam-Amsterdam. De ontsluiting per openbaar vervoer is momenteel redelijk en zal in de toekomst verbeterd worden door de maatregelen welke aansturen op doelgroepgericht vervoer en oplossing van aanwezige doorstromingsproblemen van het openbaar vervoer. Verkeersgeneratie Binnen het plangebied worden 74 woningen en 1.120 m² commerciële ruimten geamoveerd en vervangen door 106 nieuwe woningen met 500 m² commerciële functies (zoals detailhandel, dienstverlening, gezondheidszorg, horeca, kinderopvang of openbare Status: ontwerp 18
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
dienstverlening. De voorgestane ontwikkeling zal leiden tot een hogere verkeersgeneratie door de toevoeging van 32 nieuwe woningen. De verkeersgeneratie van 32 extra woningen bedraagt bijna 200 mvt/etmaal. Daar staat tegenover dat de commerciële ruimten met ruim 600 m² afnemen, wat een afname betekent van circa 200 mvt/etmaal. Als gevolg van de ontwikkeling zullen de verkeersintensiteiten op de omliggende wegen dan ook gelijk blijven. Door de reconstructie van de Lange Nieuwstraat en het centrumgebied van IJmuiden zal echter het doorgaand verkeer beduidend afnemen. De extra verkeersproductie van de ontwikkeling valt binnen de marge van de autonome groei van 1,5% per jaar. Parkeren Parkeren in woonwijken en centra staat onder druk. Het autobezit is momenteel al zo hoog dat de bestaande ruimte op straat vaak onvoldoende is. In de toekomst zal het autobezit verder toenemen, waardoor op meer plaatsen problemen kunnen gaan ontstaan. Het beleid is erop gericht om niet restrictief op te gaan treden en op die manier de bereikbaarheid en mobiliteitsbehoefte zo goed mogelijk in te vullen. In plaats daarvan zal elke mogelijkheid worden aangegrepen om de parkeercapaciteit te vergroten. Dit kan met name bij sloop/nieuwbouwprojecten. Uitgangspunt is dat elk nieuwbouwproject een bepaalde parkeervraag oproept en dat deze parkeervraag wordt gezien als een belasting van de schaarse openbare ruimte. Daarom moet de parkeervraag van een nieuwbouwproject worden opgelost binnen het project en kan in principe geen aanspraak worden gedaan op parkeercapaciteit in de openbare ruimte. In veel gevallen is gelukkig nog enige restcapaciteit aanwezig in de openbare ruimte en kan deze ten dienste komen van het betreffende project. Echter dit gebeurt onder twee randvoorwaarden (Gemeente Velsen, LVVP '04): de betreffende restcapaciteit zal ook in de toekomst nodig zijn voor de groei van de al bestaande parkeerdruk en kan daarom niet geheel worden vergeven; op de restcapaciteit is meer aanspraak dan alleen door parkeren. Er zijn ook andere functies: speelplaatsen, groen, verblijfsruimte, kortom kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte. Ook hiervoor wordt capaciteit gereserveerd. Ten behoeve van de 106 nieuwe woningen en aanvullende functies zullen op eigen terrein parkeervoorzieningen worden gerealiseerd in een gebouwde parkeerkelder welke ontsloten wordt vanaf de Vechtstraat en de Geleenstraat. Het totaal aantal te realiseren parkeerplaatsen op eigen terrein bedraagt 106 parkeerplaatsen. Daarnaast zullen langs de straat 34 openbare parkeerplaatsen beschikbaar zijn. Er wordt uitgegaan van de parkeernormen op basis van het CROW van 1,5 parkeerplaats per woning (1 op eigen terrein in parkeerkelder) en 0,5 op maaiveld) en 1,3 parkeerplaatsen per unit bedrijfsverzamelgebouw. Het totaal aantal parkeerplaatsen bedraagt hiermee 164, waarvan een deel in het openbaar gebied wordt opgevangen. Aangezien het vervanging van 74 bestaande woningen betreft, de omvang van de commerciële ruimten substantieel afneemt, het parkeren grotendeels op eigen terrein wordt gerealiseerd, zal de ontwikkeling de parkeerdruk in de omgeving niet verhogen. Hiermee wordt voldaan aan de parkeernorm voor de te realiseren appartementen en detailhandel of overige functies. Verkeersveiligheid Landelijk en ook in Velsen is de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan categorisering en de bijbehorende inrichting van verkeersaders en verblijfsgebieden. In de toekomst wordt de nadruk gelegd op fase 2 van Duurzaam Veilig, waarbij de nadruk meer komt te liggen op een integrale benadering vanuit de drie invalshoeken (de drie E's) Educatie (Education); Vormgeving (Engineering); Handhaving (Enforcement). Het hoofdwegennet dient snel, aantrekkelijk en betrouwbaar te zijn. De ontwerpsnelheid is daarom 50 km/uur en op sommige plaatsen zelfs 70 km/uur. Verblijfsgebieden zijn Status: ontwerp 19
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
afgestemd op uitwisselen en verdelen, en zijn daarom vormgegeven als 30 km/uur-straat. Een groot aantal wegen en straten in Velsen heeft al een juiste vormgeving en inrichting, die past bij de functie. Inmiddels is een groot aantal wijken in Velsen heringericht als 30-km gebied. Hierbij is de aanpak 'sober en doelmatig' gehanteerd: de randen van het gebied plus enkele onveilige locaties zijn daarbij voorzien van snelheidsremmers en poorten. Dit beleid zal in de toekomst verder worden voortgezet waarbij gestreefd wordt naar een optimalisering van de verkeersveiligheidssituatie in IJmuiden. Het plangebied bevindt zich binnen een stedelijk gebied en is ingericht volgens de principes van Duurzaam Veilig. Op termijn zal ook de Lange Nieuwstraat welke een 50 km/uur-regime kent worden gereconstrueerd. De Griftstraat en de Geleenstraat welke tevens voor de ontsluiting zorgdragen zijn erftoegangswegen met een 30 km/uur-regime. Verkeersgegevens De verkeersgegevens (in mvt/etmaal) die ten grondslag liggen aan de onderzoeken m.b.t. wegverkeerslawaai en luchtkwaliteit staan vermeld in tabel 4.1. De verkeersgegevens zijn verstrekt door de gemeente Velsen. Voor de extrapolatie naar het maatgevende jaar is uitgegaan van een autonome groei van 1,5% per jaar. De verkeersintensiteitgegevens voor de omliggende 30 km/uur wegen zijn ingeschat op basis van de hoeveelheid woningen die de betreffende straat ontsluit, uitgaande van een gemiddelde verkeersproductie van 5 tot 6 mvt/etmaal per woning. Voor de voertuigverdeling is uitgegaan van een standaard verdeling voor een vergelijkbare buurtontsluitingswegen. Er is geen reden om aan te nemen de daadwerkelijke voertuigverdeling afwijkt van de standaardverdeling. Tabel 4.1 Verkeersintensiteiten 2009 en 2020 (in mvt/etmaal) Wegvak
Jaar 2009
2020
- Lange Nieuwstraat (50 km/uur)
9.500
7.0001)
- Parallelweg Lange Nieuwstraat (30 km/uur)
1.000
1.200
- Griftstraat en Geleenstraat (30 km/uur)
500
600
1) Door een gewijzigde verkeersstructuur in de kern IJmuiden en de reconstructie van de Lange Nieuwstraat zal de verkeersintensiteit op de Lange Nieuwstraat beduidend afnemen de komende jaren. De Lange Nieuwstraat en de parallelweg van de Lange Nieuwstraat zijn verhard met fijn asfalt (DAB). De Griftsstraat en Geleenstraat kennen een open elementenverharding met klinkers. Verwacht wordt dat in de toekomst met de reconstructie van de Lange Nieuwstraat en parallelwegen ook de Parallelweg Lange Nieuwstraat voorzien zal worden van een open elementenverharding.
4.1.2 Verkeerslawaai Het bestemmingsplan maakt realisering mogelijk van nieuwe woningen langs bestaande wegen. In verband hiermee is de geluidssituatie onderzocht. De berekeningsresultaten zijn in de bijlage opgenomen.
Status: ontwerp 20
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Beleid en normering Geluidszones langs wegen Langs alle wegen bevinden zich als gevolg van de Wet geluidhinder geluidszones, met uitzondering van woonerven en 30 km/uur-wegen. Binnen de geluidszone van een weg dient de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen aan bepaalde wettelijke normen te voldoen. De breedte van een geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging van de weg (binnen- of buitenstedelijk). De geluidszone ligt aan weerszijden van de weg, gemeten vanuit de kant van de weg. Onder stedelijk gebied wordt verstaan: "het gebied binnen de bebouwde kom, doch met uitzondering van het gebied binnen de bebouwde kom, voor zover liggend binnen zone van een autoweg of autosnelweg als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens" (artikel 1 Wgh). Normstelling Nieuwe situaties: voorkeursgrenswaarde en uiterste grenswaarden Voor de geluidsbelasting aan de buitengevels van woningen binnen de wettelijke geluidszone van een weg geldt een voorkeursgrenswaarde. Voor zogenaamde “nieuwe situaties” (nieuwe wegen of nieuwe woningen) bedraagt deze 48 dB. De uiterste grenswaarde voor binnenstedelijke situaties bedraagt 63 dB. In tabel 4.2 is hiervan een overzicht opgenomen. De voorkeursgrenswaarde mag in principe niet worden overschreden. Indien uit het akoestisch onderzoek blijkt dat deze voorkeursgrenswaarde wel wordt overschreden, zijn maatregelen noodzakelijk, gericht op het verminderen van de geluidsbelasting aan de gevel. Onderscheid wordt gemaakt in maatregelen aan de bron (bijvoorbeeld geluidsreducerend asfalt), maatregelen in het overdrachtsgebied (bijvoorbeeld geluidsschermen), maatregelen aan de geluidsontvanger (bijvoorbeeld geluidsdove gevels) of het vergroten van de afstand tussen de geluidsbron en de ontvanger. Zijn deze maatregelen onvoldoende doeltreffend of ontmoeten deze maatregelen overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard, dan kan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen een hogere waarde vaststellen. Deze hogere grenswaarde mag, afhankelijk van de situatie, een bepaalde waarde niet te boven gaan (uiterste grenswaarde). Deze waarde is eveneens in de tabel opgenomen. Indien de uiterste grenswaarde toch wordt overschreden kan de betreffende gevel als dove gevel worden uitgevoerd. Een dove gevel wordt door de Wet geluidhinder niet als gevel aangemerkt, waardoor de normstelling uit de Wet niet van toepassing is. Voorts dient altijd de wettelijke binnenwaarde te worden gegarandeerd. Het kan daarvoor noodzakelijk zijn dat geluidswerende gevelmaatregelen worden genomen. In het kader van de ruimtelijke procedures komen echter alleen de maatregelen aan de bron of in het overdrachtsgebied aan de orde. De gevelmaatregelen komen pas aan de orde in het kader van de daadwerkelijke realisering van de ontwikkeling. Hieraan wordt bijvoorbeeld getoetst bij een bouwaanvraag. Tabel 4.2 Grenswaarden wegverkeerslawaai voor woningen in binnenstedelijke situatie
nieuwe woningen-nieuwe wegen nieuwe wegen
woningen-bestaande/te
reconstrueren
bestaande woningen-nieuwe wegen
voorkeursgrenswaarde
uiterste grenswaarde
48 dB
58 dB
48 dB 48 dB
63 dB 63 dB
Status: ontwerp 21
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
30 km/h-wegen Voor de wegen die zijn ondergebracht in een 30 km/uur-gebied geldt geen wettelijke geluidszone. Akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai is voor deze wegen op grond van de Wgh niet verplicht gesteld. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening echter aannemelijk te worden gemaakt dat sprake is van een aanvaardbaar geluidsniveau langs 30 km/uur wegen. Indien dit niet aannemelijk is, dient te worden onderbouwd of maatregelen ter beheersing van de geluidsbelasting aan de gevels noodzakelijk, mogelijk en doelmatig zijn. Ter onderbouwing van de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting wordt bij gebrek aan referentiekader aangesloten bij de benaderingswijze die de Wet geluidhinder hanteert voor gezoneerde wegen. Vanuit dat oogpunt zijn de eerder vermelde voorkeursgrenswaarde en de uiterste grenswaarde uit de Wgh als referentiekader gehanteerd. Berekeningsuitgangspunten onderzoek wegverkeerslawaai Rekenmethoden Met behulp van de Standaard Rekenmethode I uit het Reken- en Meetvoorschrift 2006 is de geluidsbelasting aan de buitengevels toekomstige nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen berekend voor het prognosejaar 2020. De berekeningen zijn uitgevoerd met het softwareprogramma SRM I versie 1.40 van DGMR. De berekeningen zijn opgenomen in de bijlage. Voor de berekeningen is voor de betreffende wegen uitgegaan van de verkeersgegevens zoals weergegeven in tabel 4.1. Aftrek ex artikel 110g Wet geluidhinder Op alle geluidsbelastingen die voor wegen in deze ruimtelijke onderbouwing zijn vermeld, is conform artikel 110g van de Wet geluidhinder een aftrek van 5 dB toegepast indien de wettelijke snelheid minder dan 70 km/uur bedraagt en 2 dB indien de snelheid 70 km/uur of meer bedraagt. Dosismaat De geluidhinder wordt berekend aan de hand van de Europese dosismaat L den (L dayevening-night). Deze dosismaat wordt weergegeven in dB. Deze waarde vertegenwoordigt het gemiddelde geluidsniveau over een etmaal. Gezoneerde en niet-gezoneerde wegen De ontwikkeling is gelegen binnen de geluidszones van de gezoneerde weg Lange Nieuwstraat. Deze weg is binnenstedelijk gelegen, heeft twee rijstroken en derhalve een geluidszone van 200 m. De overige omliggende wegen waaronder de Griftstraat, Geleenstraat en Parallelweg van de Lange Nieuwstraat zijn op basis van een snelheidsregime van 30 km/uur niet-gezoneerd ingevolge de Wet geluidhinder. Nieuwe woningen Binnen dit bestemmingsplan worden nieuwe woningen gerealiseerd. In totaal worden 106 nieuwe woningen voorzien binnen het plangebied. Resultaten Hierna worden per akoestische situatie de resultaten en conclusies behandeld. De berekeningen zijn opgenomen in de bijlage. Gezoneerde wegen De hoogst berekende geluidsbelasting aan bestemmingen zijn opgenomen in tabel 4.3.
Status: ontwerp 22
de
gevels
van
de
geluidsgevoelige
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Tabel 4.3 Geluidsbelasting gezoneerde wegen 48 dB contour (uit wegas)1) Maximale geluidsbelasting
Bron: Lange (hoofdrijbaan)
Nieuwstraat 70 meter
54 dB
1) Geluidscontour zonder afschermende bebouwing. Ten gevolge van het verkeer op de Lange Nieuwstraat bedraagt de maximale geluidsbelasting 54 dB. De afstand uit de wegas van de Lange Nieuwstraat (hoofdrijbaan) tot de nieuwe bebouwing bedraagt circa 25 meter. Derhalve wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB overschreden (met 6 dB). De uiterste grenswaarde van 63 dB wordt niet overschreden. Niet-gezoneerde wegen Uit berekening blijkt dat de geluidsbelasting aan de gevel van de nieuwe woningen gelegen langs de 30 km/uur-wegen Griftstraat, Geleenstraat en Parallelweg van de Lange Nieuwstraat, ten gevolge van het verkeer op de gelijknamige wegen voor alle drie de wegen 51 dB bedraagt. Gezien de beperkte overschrijding van de algemeen geldende voorkeursgrenswaarde van 48 dB langs de 30 km/uur-wegen, is de geluidsbelasting aan de gevels van de nieuwe woningen langs de 30 km/uur-wegen aanvaardbaar. Maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting Nieuwe woningen langs Lange Nieuwstraat (hoofdrijbaan) De geluidsbelasting ten gevolge van de Lange Nieuwstraat, aan de gevel van nieuwe woningen/ appartementen overschrijdt de voorkeursgrenswaarde. Er is een aantal maatregelen aan de bron denkbaar ter reductie van deze geluidsbelasting. Gezien de verkeersfunctie van de Lange Nieuwstraat (hoofdrijbaan) is het verder beperken van de verkeersomvang, de snelheid of wijziging van de samenstelling van het verkeer niet opportuun. Een andere maatregel aan de bron is het toepassen van een geluidsreducerende wegdekverharding, bijvoorbeeld op de hoofdrijbaan van de Lange Nieuwstraat in plaats van de huidige asfaltverharding. Gezien de ligging van de geluidsgevoelige bestemmingen zal de geluidsreducerende wegdekverharding over een lengte van circa 400 m moeten worden uitgevoerd. De geluidsbelasting wordt bij toepassen van dunne deklagen 2 met maximaal 4 dB gereduceerd, waardoor de voorkeursgrenswaarde nog altijd overschreden zal worden. Het toepassen van een geluidsreducerende wegdekverharding stuit echter vanwege de kosten (circa € 200.000 op basis van algemene globale kengetallen KWS van circa € 500 per meter lengte) op overwegende bezwaren van financiële aard. Maatregelen in het overdrachtsgebied in de vorm van geluidsafschermende voorzieningen (scherm of wal) stuiten op overwegende bezwaren van stedenbouwkundige aard. Dergelijke geluidsafschermende voorzieningen zijn in binnenstedelijk gebied vrijwel niet stedenbouwkundig inpasbaar. Bovendien zijn de geluidsafschermende voorzieningen onvoldoende doeltreffend. Doordat de geluidsafschermende voorziening dient te worden onderbroken ter plaatse van de aanliggende wegen wordt het effect van de afscherming voor een belangrijk deel teniet gedaan. Ook stuit een geluidsafschermende voorziening op overwegende bezwaren van financiële aard vanwege de kosten ad circa € 250.000 tot € 400.000, indien wordt uitgegaan van een hoogte van ten minste 2,5 meter. Een andere maatregel zoals het vergroten van de afstand tussen wegas en de ontwikkeling is niet mogelijk. Het plan is dan niet meer inpasbaar. Geconcludeerd kan worden dat redelijkerwijs geen maatregelen mogelijk zijn om de geluidsbelasting op de gevel van de nieuwe woningen langs de Lange Nieuwstraat ten gevolge van het verkeer op de gelijknamige weg te reduceren. Maatregelen aan de bron of Status: ontwerp 23
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
in het overdrachtsgebied zijn niet mogelijk of stuiten op overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. De geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van het verkeer op de Lange Nieuwstraat bedraagt maximaal 54 dB. De uiterste grenswaarde van 63 dB wordt niet overschreden. In het kader van het bestemmingsplan zullen voor de ontwikkeling door burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen hogere grenswaarden worden vastgesteld.
4.2 Milieu 4.2.1 Luchtkwaliteit Beleid en normstelling Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 4.4 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet. Tabel 4.4 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk stof
toetsing van
grenswaarde
geldig
stikstofdioxide (NO 2 )
jaargemiddelde concentratie
60 µg / m³
2010 tot en met 2014
jaargemiddelde concentratie
40 µg / m³
vanaf 2015
fijn stof (PM 10 )1) jaargemiddelde concentratie
48 µg / m³
tot en met 10 juni 2011
jaargemiddelde concentratie
40 µg / m³
vanaf 11 juni 2011
24-uurgemiddelde concentratie
max. 35 keer p.j. tot en met 10 juni 2011 meer dan 75 µg / m³
24-uurgemiddelde concentratie
max. 35 keer p.j. vanaf 11 juni 2011 meer dan 50 µg / m³
1) Bij de beoordeling hiervan blijven de aanwezige concentraties van zeezout buiten beschouwing (volgens de bij de Wlk behorende Regeling beoordeling Luchtkwaliteit 2007). Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien: de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a); de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1); bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door Status: ontwerp 24
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2); de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c); het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d). In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit ter plaatse van het projectgebied.
Besluit Niet in Betekenende Mate (NIBM) In het Besluit NIBM en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO 2 en PM 10 . Onderzoek Het plan maakt de ontwikkeling mogelijk van circa 106 woningen verdeeld over 4 bouwblokken met verschillende hoogtes. Voorheen waren op deze locatie 74 woningen aanwezig. Vanwege de uitbreiding van het aantal woningen zal er sprake zijn van een geringe verkeersaantrekkende werking. Gezien de aard en de omvang van de ontwikkeling is het besluit NIBM van toepassing (minder dan 1.000 woningen), toetsing aan de grenswaarden kan daarom achterwege blijven. Wel wordt inzicht gegeven in de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Met behulp van de saneringstool (www.saneringstool.nl) die behoort bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) wordt in dit geval inzicht gegeven in concentraties van NO 2 en PM10 direct langs de Lange Nieuwstraat. In het prognosejaar 2011 bedraagt de jaargemiddelde concentratie NO 2 indicatief 26,28 µg / m³, voor fijn stof geldt in dat jaar een indicatieve jaargemiddelde concentratie van 26,3 µg / m³. Conclusie Geconcludeerd wordt dat de jaargemiddelde concentraties NO 2 en PM10 direct langs de Lange Nieuwstraat ruimschoots beneden de grenswaarden liggen waardoor er vanuit het oogpunt van luchtkwaliteit sprake is van een goed woon- en leefklimaat. De Wlk staat de uitvoering van het plan niet in weg.
4.2.2 Externe veiligheid Beleid en normstelling Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk: bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt; vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, spoor of water en door buisleidingen. In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij onafgebroken (dat wil zeggen 24 uur per dag en gedurende het gehele jaar)) en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. De norm voor het GR is een oriëntatiewaarde. De gemeente heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt.
Status: ontwerp 25
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Risicovolle inrichtingen Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) geeft een wettelijke aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten1 en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten. Beide liggen op een niveau van 10-6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan deze normen worden voldaan, ongeacht of het een bestaande of nieuwe situatie betreft. Het Bevi bevat geen grenswaarde voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR (zie hieronder) geldt daarbij als oriëntatiewaarde. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties. ad 1) Grenswaarden moeten in acht worden genomen, van richtwaarden kan uitsluitend om gewichtige redenen worden afgeweken. Voorbeelden van kwetsbare objecten zijn woningen (op enkele uitzonderingen na), gebouwen waar kwetsbare groepen mensen verblijven en gebouwen waarin doorgaans grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig zijn. Voorbeelden van beperkt kwetsbare objecten zijn bedrijfsgebouwen, kantoorgebouwen en hotels met een brutovloeroppervlak van maximaal 1.500 m² per object en winkels/winkelcomplexen die niet als kwetsbaar object zijn aangemerkt.
Vervoer van gevaarlijke stoffen In de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RVGS) is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen opgenomen. Op basis van de circulaire geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van 10-5 per jaar en de streefwaarde 10-6 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare objecten 10-6 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht2. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. Vooruitlopend op de vaststelling van het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid (zie onder) is de circulaire per 1 januari 2010 gewijzigd. Met deze wijziging zijn de veiligheidsafstanden en plasbrandaandachtsgebieden uit het Basisnet Wegen en basisnet Water opgenomen in de circulaire. ad 2) De oriëntatiewaarde voor het groepsrisico bij het vervoer van gevaarlijke stoffen is per transportsegment gemeten per kilometer en per jaar: - 10-4 voor een ongeval met ten minste 10 dodelijke slachtoffers; - 10-6 voor een ongeval met ten minste 100 dodelijke slachtoffers; - 10-8 voor een ongeval met ten minste 1000 dodelijke slachtoffers; - enzovoort (een lijn door deze punten bepaalt de oriëntatiewaarde).
Basisnet en Besluit Transportroutes Externe Veiligheid Het Besluit Transportroutes Externe Veiligheid (BTEV) is in ontwerp gepubliceerd. In dat Besluit en de bijbehorende basisnetten (voor wegen, spoorwegen en vaarwegen) worden veiligheidszones aangegeven waarbinnen geen nieuwe kwetsbare objecten mogen worden gerealiseerd en beperkte kwetsbare objecten slechts onder voorwaarden (gewichtige redenen zoals aangegeven in het BTEV). Daarnaast worden in de omgeving van deze transportroutes beperkingen opgelegd in verband met de mogelijke effecten van een optredende plasbrand (plasbrandaandachtsgebieden), ontwikkelingen binnen het plasbrandaandachtsgebied te worden verantwoord. De huidige risiconormering ten aanzien van het vervoer van gevaarlijke stoffen volgt uit de circulaire risiconormering vervoer van Status: ontwerp 26
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
gevaarlijke stoffen.. Buisleidingen Op buisleiding voor het vervoer van gevaarlijke stoffen waren tot voor kort de volgende circulaires van toepassing: a. de circulaire Zonering langs hoge druk aardgastransportleidingen (1984); b. de circulaire Bekendmaking van beleid ten behoeve van de zonering langs transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1-, K2- en K3-categorie (1991). Deze circulaires worden op korte termijn vervangen door het Besluit externe veiligheid buisleidingen dat reeds in ontwerp is gepubliceerd. In deze AMvB zal worden aangesloten bij de risiconormering uit het Bevi. Daarbij worden de huidige toetsings- en bebouwingsafstand vervangen door een afstand voor het plaatsgebonden risico en een invloedsgebied of inventarisatieafstand voor het groepsrisico. Het ministerie van VROM adviseert met deze nieuwe normstelling rekening te houden. Vooruitlopend op het besluit kan bij de toetsing van ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van buisleidingen gebruik worden gemaakt van een tweetal publicaties waarin risicoafstanden en inventarisatieafstanden zijn opgenomen. Het betreft een publicatie van het Ministerie van VROM (voor K1K2K3 buisleidingen) (Ministerie van VROM, Externe veiligheid en transportleidingen met brandbare vloeistoffen K1K2K3 in de interimperiode, DGM\SVS\2008079926, 5 augustus 2008) en een brief van de N.V. Nederlandse Gasunie (voor aardgastransportleidingen) (N.V. Nederlandse Gasunie, Eisen omgevingsdata in het kader van groepsrisicoberekeningen bij ruimtelijke ontwikkeling, revisie 4, september 2008). Onderzoek Inrichtingen Ten Noorden van het plangebied, aan de overzijde van het Noordzeekanaal is het bedrijventerrein van industrietgebied IJmond gelegen. Op dit terrein zijn 2 inrichtingen gelegen die vallen onder de werking van het Bevi: Linde Gas Benelux BV en Tata Steel BV. Beide inrichtingen beschikken over een veiligheidsrapportage die moet worden opgesteld in het kader van de milieuvergunning. Aan de hand van deze veiligheidsrapportages kan worden getoetst of het plan voldoet aan de normen voor het PR en het GR in de omgeving van beide inrichtingen. Tot voorheen was ook een inrichting van DSM Agro aanwezig maar de activiteiten binnen deze inrichting zijn door DSM per 1 januari 2010 beëindigd. Linde Gas Benelux BV Uit het veiligheidsrapport van Linde Gas (Kwantitatieve Risicoanalyse Linde Gas IJmuiden, revisie B.00, 27 februari 2009) blijkt dat de PR 10-6 contouren rond de installaties gedeeltelijk buiten het bedrijfsterrein zijn gelegen. De PR 10-6 contouren reiken echter niet tot de overzijde van het Noordzeekanaal. Het scenario waarin sprake is van het vrijkomen van een stikstofwolk als gevolg van een calamiteit bij de opslagtanks geeft de grootste 1% letaliteitsafstand. Deze afstand bedraagt 1480 m. Binnen deze afstand bevinden zich diverse fabrieken van Tata Steel BV en één woning aan de Zeestraat. Het plangebied is niet binnen de 1% letaliteitsafstand van Linde Gas Benelux BV gelegen. De externe veiligheidsrisico's van de inrichting van Linde Gas en de effecten in geval van een calamiteit zijn daarom niet relevant voor het voorliggende bestemmingsplan. Tata Steel BV Uit het veiligheidsrapport van Tata Steel BV (Corus Staal BV, Veiligheidsrapportage inrichting Corus Staal BV, locatie IJmuiden, VR-deel III- alg.- 09-05.03, rev. 3,0, december 2009) blijkt dat de PR 10-6 contouren voor installaties van Corus op een drietal locaties buiten het bedrijfsterrein zijn gelegen. De PR 10-6 contouren reiken echter niet tot het plangebied zodat ter plaatse van het plangebied wordt voldaan aan de grenswaarde voor Status: ontwerp 27
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
het plaatsgebonden risico. In het veiligheidsrapport is een groepsrisicoberekening uitgevoerd voor het gebied binnen de PR 10-8 contour die op enkele locaties buiten het bedrijfsterrein is gelegen. Uit de berekening volgt dat het groepsrisico ruim beneden de oriënterende waarde is gelegen. De Pr 10-8 contour reikt niet tot in het plangebied. Het scenario waarin hoogovengas vrijkomt uit het hoogovengassysteem waardoor sprake is van een toxische wolk geeft de grootste schade effectafstand. De 1% letaliteitscontour die behoort bij dat ongevalscenario bedraagt 1700 m. Aangezien de afstand tot het hoogovengassysteem (bestaande uit gasreinigingsinstallaties en een distributienet) circa 1900 m bedraagt is het plangebied buiten de 1% letaliteitsafstand van Corus gelegen. De externe veiligheidsrisico's als gevolg van de activiteiten binnen de inrichting Tata Steel BV zijn niet relevant voor het bestemmingsplan. Buisleidingen Ten noorden van het plangebied, parallel aan de IJmuiderstraatweg is een tweetal buisleidingen voor het transport van gevaarlijke stoffen ruwe gelegen. De eerste leiding betreft een K1 buisleiding voor het transport van ruwe olie die wordt beheerd door Chevron. De leiding heeft een maximale werkdruk van 142,5 bar en een diameter van 20,0”. De afstand tot het plangebied bedraagt circa 500 m. Uit informatie van de provinciale risicokaart blijkt dat de voor de leiding een PR 10-6 contour van 30 m geldt. Deze afstand volgt ook uit de bovengenoemde publicatie van het Ministerie van VROM. Op grond van deze publicatie is het invloedsgebied enkele meters meer dan de PR 10-6 contour. Het plangebied bevindt zich buiten het invloedsgebied van de leiding. De tweede leiding betreft een hogedruk aardgasleiding van de Gasunie met een druk van 40 bar en een diameter van 6 inch. Voor deze leiding geldt op grond van het in voorbereiding zijnde beleid een PR 10-6 contour van 0 m inventarisatieafstand van 70 m. Gelet op de afstand tot het plangebied, die circa 500 m bedraagt, is er geen sprake van invloed op de hoogte van het groepsrisico. Vervoer van gevaarlijke stoffen Over het Noordzeekanaal vindt vervoer van gevaarlijke stoffen plaats. Aangezien de afstand tot het plangebied circa 600 m bedraagt is er geen sprake van invloed van externe veiligheidsrisico's op de ontwikkeling in het plangebied. Daarnaast maakt het voorliggende plan slechts een beperkte toenamen van de personendichtheid in het gebied mogelijk. Het gaat immers om de herstructurering van een bestaand gebied. In de omgeving van het plangebied zijn verder geen transportroutes voor het vervoer van gevaarlijke stoffen aanwezig. Conclusie Na uitvoering van het plan kan worden voldaan aan het beleid en de normstelling ten aanzien van externe veiligheid, dit aspect staat de uitvoering van het plan niet in weg.
Status: ontwerp 28
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
4.2.3 Bedrijven en milieuhinder Beleid en normstelling Ten aanzien van ontwikkelingen in het plan dient rekening te worden gehouden met eventuele milieuhinder door omliggende bedrijven. Uitgangspunt daarbij is dat bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt en dat ter plaatse van milieugevoelige functies sprake is van een aanvaardbaar leef- en verblijfsklimaat. Voor de afstemming tussen milieugevoelige en milieuhinderlijke functies wordt milieuzonering toegepast. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering (editie 2009) waarin richtafstanden zijn opgenomen ten opzichte die van toepassing zijn op een rustige woonwijk. Milieuzonering beperkt zich tot de milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geluid, geur, gevaar en stof. Onderzoek In de directe omgeving van het plangebied bevinden zich geen bedrijven, er is geen sprake van een beperking van de bedrijfsvoering van bestaande bedrijven bij de uitvoering van dit plan. Conclusie Het aspect bedrijven en milieuhinder staat de uitvoering van het plan niet in de weg. Ter plaatse van de woningen in het plangebied is sprake van aan aanvaardbaar woon- en leefklimaat.
4.2.4 Industrielawaai Normstelling en beleid Rond industrieterreinen waar inrichtingen zijn of mogen worden gevestigd die 'in belangrijke mate geluidshinder kunnen veroorzaken', wordt een geluidszone vastgesteld. Buiten deze geluidszone mag de geluidsbelasting als gevolg van het betreffende industrieterrein niet meer dan 50 dB(A) bedragen. Binnen de zone zijn woonbestemmingen en andere geluidsgevoelige bestemmingen slechts aanvaardbaar indien de geluidsbelasting op de gevel aan de wettelijke grenswaarden voldoet. Voor nieuwe geluidsgevoelige functies, zoals woningen, geldt een wettelijke voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk, in het algemeen tot 55 dB(A), wanneer blijkt dat het niet mogelijk is om met maatregelen de geluidsbelasting te reduceren. Sanering Industrielawaai Door saneringsmaatregelen bij diverse bedrijven op het gezoneerde industrieterreinen IJmond is de geluidsemissie afgenomen en is de geluidsbelasting veranderd ten opzichte van de situatie ten tijde van de zonevaststelling. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben op 26 januari 2006 het aanvullend saneringsprogramma industrielawaai Industrieterrein IJmond vastgesteld dat behoort bij het besluit van GS van 7 februari 2005 (2006-4088). Deze saneringsoperaties bestonden uit het treffen van maatregelen bij enkele bedrijven en het aanpassen van milieuvergunningen en is geheel afgerond. Voor woningen die zijn gelegen binnen de 55 dB(A) contour is bij besluit van de minister van VROM (21 maart 2001; kenmerk MBG 2000088159/501.) per adres een ten hoogste toelaatbare waarde van de geluidsbelasting (MTG) vastgesteld ten gevolge van industrieterrein IJmond. In totaal is voor 1572 woningen een MTG waarde vastgesteld. Als gevolg van het aanvullend saneringsaneringsprogramma is voor 100 woningen in IJmuiden en Wijk aan Zee de MTG waarde verhoogd en zal voor circa 100 extra woningen een MTG waarde worden vastgesteld.
Status: ontwerp 29
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Onderzoek Het plangebied is gelegen binnen de geluidszone IJmond. Uit akoestisch onderzoek van de provincie Noord-Holland blijkt dat er ter plaatse van de beoogde woningen sprake is van een geluidsbelasting van 53 dB(A). Dit houdt in dat de voorkeursgrenswaarde voor industrielawaai ter plaatse van de beoogde woningen wordt overschreden. Gelijktijdig met de vaststelling van het plan zullen hogere waarden voor industrielawaai moeten worden vastgesteld. Conclusie Geconcludeerd wordt dat ter plaatse van het plangebied niet kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde voor industrielawaai uit de Wet geluidshinder. Het vaststellen van hogere waarden is noodzakelijk.
4.2.5 Bodem Normstelling en beleid Volgens artikel 3.1.6 van het Besluit op de ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening worden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. In de Wet bodembescherming is bepaald dat indien de desbetreffende bodemkwaliteit niet voldoet aan de norm voor de beoogde functie, de grond zodanig dient te worden gesaneerd dat zij kan worden gebruikt door de desbetreffende functie (functiegericht saneren). Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone grond te worden gerealiseerd. Ten behoeve van ruimtelijke plannen dient ten minste het eerste deel van het verkennend bodemonderzoek, het historisch onderzoek, te worden verricht. Indien uit het historisch onderzoek wordt geconcludeerd dat op de betreffende locatie sprake is geweest van activiteiten met een verhoogd risico op verontreiniging dient het volledig verkennend bodemonderzoek te worden verricht. Onderzoek en conclusie Door BK Ingenieurs BV is ter plaatse van het plangebied een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (BK Ingenieurs, Verkennend bodemonderzoek complex 22 te IJmuiden, 20081137BO, 22 december 2008). De resultaten kunnen als volgt worden samengevat: De bovengrond aan de westzijde is matig verontreinigd met zink. Nader bodemonderzoek is pas nodig als blijkt dat op een of meerder boorpunten de tussen- of interventiewaarde voor de parameter zink wordt overschreden. Eerst zal een aanvullende analyse moeten plaatsvinden met een uitsplitsing van het mengmonster waarmee de verontreiniging op boorpuntniveau in beeld wordt gebracht. De bovengrond is verder licht verontreinigd met enkele andere zware metalen en met PAK en PCB. De bovengrond aan de oostzijde is licht verontreinigd met kwik, lood en zink. Deze lichte verontreinigingen kunnen samenhangen met het puinhoudende karakter van de bodem en de aanwezigheid van ophooggrond. De aangetroffen situatie, behalve de matige zinkverontreiniging, komt grotendeels overeen met de beschrijving uit de Bodemkwaliteitskaart (Bkk). De ondergrond is niet verontreinigd met de geanalyseerde parameters Het grondwater ter plaatse van peilbuis 1 is licht verontreinigd met barium, dit is waarschijnlijk te wijten aan een verhoogde achtergrondconcentratie Op grond van het verkennend bodemonderzoek wordt geconcludeerd dat een aanvullend onderzoek nodig is naar de verhoogde concentraties zink in de bovengrond. Voor de overige parameters geldt de bodemkwaliteit geen belemmering vormt voor de uitvoering van het plan. Status: ontwerp 30
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Uit de resultaten van het aanvullend onderzoek blijkt dat geen sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging (BK Ingenieurs, Nader bodemonderzoek complex 22 te IJmuiden, 20100945C, 14 juli 2010). De herkomst van de verontreiniging met zink is onbekend. Mogelijk betreft het een verhoogde achtergrondconcentratie. Geconcludeerd wordt dat de bodemkwaliteit ter plaatse de uitvoering van het voorliggende bestemmingsplan niet in de weg staat.
4.2.6 Kabels en leidingen In de directe omgeving van het plangebied zijn geen planologisch relevante leidingen zoals rioolpersleidingen of waterleidingen gelegen. Er zijn geen hoogspanningslijnen of straalpaden in de omgeving van het plan. Er wordt derhalve geconcludeerd dat het aspect kabels en leidingen geen belemmering oplevert voor de uitvoering van het plan.
4.2.7 Duurzaam bouwen Normstelling en beleid Klimaatakkoord Gemeenten en Rijk 2007-2011 Het Rijk en de gemeenten hebben een klimaatakkoord ondertekend. Hierin staan afspraken over energiebesparing en de overgang naar duurzame energie. De gemeenten onderschrijven de ambities van het kabinet: een reductie van de uitstoot van broeikasgassen van 30% in 2020 ten opzichte van 1990, een energiebesparingspercentage van 2% energiebesparing per jaar en een aandeel van 20% duurzame energie in 2020. De ambitie is dat in 2020 de nieuwbouw energieneutraal is en dat het energieverbruik van woningen en gebouwen in 2020 met meer dan 50% is verlaagd. Om resultaten te boeken en om innovatie te stimuleren wordt de energieprestatie coëfficiënt voor nieuwe woningen in 2011 aangescherpt naar 0,6 en in 2015 naar 0,4. Nu er afspraken zijn gemaakt over energiebesparing en de overgang naar duurzame energie, zal er ook naar toe gewerkt moeten worden. Gemeentelijk beleid Gemeente Velsen en de Milieudienst IJmond hebben ter ondersteuning en invulling van deze beleidsdoelstellingen een lokaal beleid geformuleerd in “Kwaliteit en duurzaam bouwen” en in het milieubeleidsplan 2008-2012. Projectontwikkelende partijen ondertekenen een projectverklaring voor alle nieuwbouwprojecten groter dan 30 woningen. Hierdoor committeert men zich aan de duurzaamheidambitie van een 7 volgens GPR-gebouw. Bij deze duurzaamheidambities ligt de nadruk op energiebesparing en gezondheid. Aangezien de omvang van het aantal beoogde woningen meer dan 50 bedraagt is het tevens wenselijk een energievisie op te stellen waarin onderzoek kan plaatsvinden naar de toepassing van een warmte/koude opslagsysteem en duurzame energievoorzieningen. GPR Gebouw® 4 Om inzicht te krijgen in de duurzaamheid van nieuwbouwprojecten stimuleert de Milieudienst IJmond en de gemeente het gebruik van GPR Gebouw® 4. GPR Gebouw® 4 is een relatief eenvoudig instrument waarmee prestaties gemeten kunnen worden, compleet met rapportcijfers van 1 tot 10. Een score van 6.0 is representatief voor het wettelijke niveau van het Bouwbesluit. Dit instrument kijkt breder dan alleen energie. De GPR-lijst kan online ingevuld worden. De kosten van het gebruik van GPR Gebouw® 4 worden gedragen door de Milieudienst IJmond. De ambitie van de gemeente is een 7.0 te scoren op het thema energie en gemiddeld een 7.0 voor de thema's milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde.
Status: ontwerp 31
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Onderzoek en conclusie Overeenkomstig het gemeentelijk beleid dient duurzaam te worden gebouwd. Het bouwplan biedt kansen om duurzaam te bouwen. Van belang is dat duurzaamheid / energiebesparing vroeg in het bouwproces wordt meegenomen en dat daarvoor in de realisatiefase budget beschikbaar wordt gesteld. De initiatiefnemer, Woningbedrijf Velsen, neemt standaard in haar bouwprogramma onderzoek naar warmte/koude opslag mee. Het gebouw is dan, afhankelijk van de maatregelen, comfortabeler en in de gebruiksfase worden veelal besparingen bereikt. Bij de aanvraag voor een bouwvergunning zal tevens een GPR berekening worden ingediend.
4.3 Ecologie In de ecologieparagraaf is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen - wat ecologie betreft - moeten worden getoetst. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen het toetsingskader dat door wettelijke regelingen wordt bepaald en het toetsingskader dat wordt gevormd door het beleid van rijk, provincie en gemeente. Voor de toetsing aan de Flora- en faunawet is het uitgebreide onderzoek beschreven in de bijlage. Gebiedsbescherming Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura-2000. De planlocatie maakt ook geen deel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). De Natuurbeschermingswet staat de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg. Soortenbescherming Het bestemmingsplan is het besluit dat ingrepen mogelijk maakt en een aantasting van beschermde dier- of plantensoorten kan betekenen. Uiterlijk bij het nemen van een besluit dat ruimtelijke veranderingen mogelijk maakt, zal daarom zekerheid moeten zijn verkregen of verlening van ontheffing op grond van de Flora- en faunawet nodig zal zijn en of het reëel is te verwachten dat deze zal worden verleend. Het bestemmingsplan voorziet in de sloop van de bestaande woningen en de bouw van nieuwe woningen. De benodigde werkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling kunnen leiden tot aantasting van te beschermen natuurwaarden. Er zal geen ontheffing nodig zijn voor de tabel 1 soorten van de Flora- en faunawet waarvoor een vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet geldt. De aantasting en verstoring van vogels dient te worden voorkomen door werkzaamheden buiten het broedseizoen (broedseizoen is globaal van 15 maart tot en met 15 juli) te laten starten Mogelijk zijn zwaar beschermde vleermuizen (tabel 3, van de bijlage Flora en Fauna), danwel vogels met een vaste nestplaats (cat.5) binnen het plangebied aanwezig. Indien vaste rust-, verblijfs- of voortplantingsplaatsen en/of primaire vliegroutes of primaire foerageergebieden van deze soorten aanwezig blijken (hetgeen aan de hand van veldonderzoek moet worden vastgesteld) en aangetast worden door toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen, dan dient overtreding van de Flora- en faunawet voorkomen te worden door het treffen van mitigerende en compenserende maatregelen. Indien de vereiste maatregelen worden genomen zal de Flora- en faunawet de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staan. Indien de vereiste maatregelen niet mogelijk zijn, dient in nader overleg met de Dienst Regelingen van het ministerie van LNV bepaald te worden of het plan in zijn huidige vorm uitvoerbaar is. Status: ontwerp 32
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Indicatief onderzoek In juni 2010 is een indicatief onderzoek gedaan (zie bijlage ) uitgevoerd naar de aanwezigheid van gebouwbewonende soorten. Het gaat hierbij om vleermuizen, huismussen en gierzwaluwen. Om pragmatische redenen is gekozen om in eerste instantie een indicatief onderzoek uit te voeren naar de potentiële aanwezigheid van voornoemde soorten. Als uit dit onderzoek blijkt dat er een kans is op aanwezigheid van deze soorten, zal nader veldonderzoek noodzakelijk zijn. Uit het indicatief onderzoek blijkt dat de kans op vleermuizen in de flat aan de Lange Nieuwstraat-west zeer klein is. Rondom de woningen zijn geen vleermuizen gehoord. Ook in de straten in de directe omgeving zijn geen vleermuizen aangetroffen. Ook is er geen huismus of gierzwaluw aanwezig of potentieel aanwezig. Nader onderzoek lijkt daarom niet noodzakelijk.
4.4 Waterhuishouding Inleiding Het is wettelijk verplicht een watertoets uit te voeren bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Dit is een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over de beoogde ontwikkeling. De watertoets heeft als doel het voorkomen van negatieve effecten die nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk hebben op het duurzame waterbeheer. Hiertoe dient de waterbeheerder deze paragraaf goed te keuren alvorens het plan wordt vastgesteld. In het plangebied is het Hoogheemraadschap van Rijnland verantwoordelijk voor het waterbeheer. Daarnaast is de gemeente Velsen verantwoordelijk voor de riolering. In de bijlage wordt ingegaan op de relevante beleidskaders, worden de huidige waterrelevante situatie en de effecten van de beoogde ontwikkelingen per waterrelevant aspect beschreven. Conclusie Met in achtneming van hetgeen is opgenomen in de bijlage, kan geconcludeerd worden dat het bestemmingsplan geen negatieve gevolgen heeft voor de waterhuishouding. Hiermee voldoen de ontwikkelingen aan de doelstellingen van duurzaam waterbeheer.
4.5 Archeologie Regelgeving en beleid Verdrag van Valetta Als gevolg van het Verdrag van Valetta, dat in 1998 door het Nederlandse parlement is goedgekeurd en in 2006 zijn beslag heeft gekregen in de nieuwe Monumentenwet, stellen Rijk en Provincie zich op het standpunt dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het Rijk heeft deze beleidsuitgangspunten neergelegd in onder meer de Cultuurnota 2005 2008, de Nota Belvedère, de Vijfde Nota Ruimtelijke ordening 2000/2002, het Structuurschema Groene Ruimte 2, een brief van de Staatssecretaris van OC&W aan de Tweede Kamer van 17 april 2000, de herziene Monumentenwet 2006 en diverse publicaties van het Ministerie ven OC&W.
Status: ontwerp 33
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Doelstelling van het Verdrag van Valetta is de bescherming en het behoud van archeologische waarden. Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen. Onderzoek Vanwege de archeologische verwachtingswaarden ter plaatse van het plangebied is een archeologisch bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase uitgevoerd (Archeologisch bureauonderzoek & Inventariserend Veldonderzoek, verkennende fase, diverse locaties IJmuiden, gemeente Velsen. Becker en Van de Graaf bv, rapport 866.). Het bureauonderzoek heeft uitgewezen dat de plangebieden in een gebied met kustduinen gelegen heeft. Het reliëf is tijdens eerdere bouw- en/of graafwerkzaamheden in de tweede helft van de 20e eeuw geëgaliseerd ten behoeve van de woningbouw in het gebied. In de bodem kunnen mogelijk nog oude, overstoven bodemniveaus bewaard gebleven zijn, die gevormd zijn tijdens stilstandsperioden in de verstuiving, waaronder zogenaamde oude(re) duinafzettingen gelegen zijn. Als regel bevinden de belangrijkste vegetatie- en/of bewoningslagen zich niet hoger dan circa 5 meter boven NAP. Aangezien het plangebied circa 7,5 tot 8,5 meter boven NAP ligt, worden eventuele archeologische resten pas vanaf een diepte vanaf 2,5 meter beneden maaiveld verwacht. De geplande bodemverstoringen zullen niet dieper reiken dan 4,0 meter beneden maaiveld. Het booronderzoek heeft geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van begraven bodems met archeologische resten binnen een diepte van 4,0 meter beneden maaiveld opgeleverd. Echter op basis van onderzoeksgegevens van andere locaties nabij de Lange Nieuwstraat concludeert de gemeentelijk archeoloog dat archeologische waarden ook op geringere diepte kunnen voorkomen. Conclusie Bij afwezigheid van archeologische indicaties tijdens booronderzoek in dit geolandschappelijke deel van IJmuiden wordt bij het ontgraven van bouwputten tot circa 2,5 meter diepte als regel besloten om te volstaan met archeologische inspectie. Onderzoek in 2010 heeft echter uitgewezen dat dit geen recht doet aan de hoge archeologische potentie met een niet-agrarische oorsprong van deze zone. Vanwege de bescherming van mogelijke archeologische bodemschatten is de dubbelbestemming Waarde-Archeologie opgenomen waarin is geregeld dat met bouwwerkzaamheden pas mag worden aangevangen nadat gedegen archeologisch onderzoek heeft aangetoond dat dit verantwoord kan.
Status: ontwerp 34
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving In dit hoofdstuk wordt de bestemmingsregeling bestaande uit de verbeelding en de planregels nader toegelicht. Het voorliggende bestemmingsplan voorziet in herstructurering van 74 bestaande woningen en 1.120 m² kantoorruimte naar 106 woningen en ongeveer 500 m? kantoorruimte en/of ruimte voor buurtvoorzieningen aan de Lange Nieuwstraat-west. Op welke wijze de planopzet in de bestemmingsregeling concreet is verwerkt, wordt in de volgende paragraaf beschreven. In paragraaf 5.2 en 5.3 is een beschrijving gegeven van de wijze van bestemmen en is een toelichting gegeven op de verschillende regels.
5.1 Wijze van bestemmen De planopzet zoals beschreven in hoofdstuk 3 is de basis voor de toegepaste bestemmingsplansystematiek. Getracht is globaliteit aan het plan te geven door in bouwcontouren niet verder te concretiseren dan het aangeven van bouwvlakken, goothoogte en nokhoogte. Tevens is breed en flexibel gebruik van de commerciële ruimte mogelijk door zowel kantoor-, detailhandel- als dienstverlenende functies toe te staan. Naast de woonfunctie komt in het plangebied tevens de functie Verkeer voor. Onder de bestemming Verkeer vallen wegen, trottoirs, openbare parkeerplaatsen en overig straatmeubilair. In dit bestemmingsplan Lange Nieuwstraat-west te IJmuiden wordt gebruik gemaakt van de landelijke richtlijn Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen 2008 (SVBP2008). Hierin zijn verplichtingen opgenomen ten aanzien van de opbouw en presentatie van het bestemmingsplan. De landelijke richtlijn SVBP is opgenomen in de Wro, die sinds 1 juli 2008 van kracht is. Per 1 januari 2010 geldt echter een SVBP-verplichting.
5.2 Planregels De planregels zijn onderverdeeld in vier hoofdstukken. Hoofdstuk 1 bevat de inleidende regels. Hoofdstuk 2 geeft de planregels behorende bij de in het plangebied voorkomende bestemmingen. Hoofdstuk 3 bevat de algemene, voor het gehele plangebied geldende, bepalingen en hoofdstuk 4 bevat tot slot de overgangsregels en slotregel. In deze paragraaf worden alle planregels kort nader toegelicht.
5.2.1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd, die in de planregels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis. Artikel 2 Wijze van meten Dit artikel geeft aan hoe hoogte- en andere maten die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.
5.2.2 Bestemmingsregels Artikel 3 Verkeer Deze bestemming is gegeven aan de wegen, straten, paden en parkeervoorzieningen in het gebied. Gebouwen zijn op deze gronden niet toegestaan.
Status: ontwerp 35
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Artikel 4 Verkeer – Verblijfsgebied De openbaar toegankelijke verblijfsgebieden en voet- en fietspaden binnen het plangebied hebben de bestemming Verkeer – Verblijfsgebied gekregen. Dit betreft de twee gebieden tussen bouwblok 1 en 2, en tussen bouwblok 3 en 4. Binnen deze bestemming vallen openbare ruimten en groenvoorzieningen. Binnen de bestemming zijn tevens nutsvoorzieningen (waaronder afvalvoorzieningen), parkeervoorzieningen en speeltoestellen toegestaan. Artikel 5 Wonen De voornaamste functie in het plangebied is wonen. Hierbij wordt binnen het plangebied slechts één vorm van wonen toegestaan, namelijk gestapelde woningen. Daarnaast is tegen de oostgrens van het plangebied de bestemming gemengd opgenomen ten behoeve van kantoorruimte en/of ruimte voor buurtvoorzieningen. De diepte van de woningen is opgenomen op de verbeelding door middel van een bouwvlak. De maximale goot- en bouwhoogte die aangehouden moeten worden is aangegeven op de verbeelding. De delen van de gebouwen waarvoor een goot- en een bouwhoogte is opgenomen moeten zijn voorzien van een kap. Er zijn geen mogelijkheden voor dakkapellen opgenomen. Binnen de bestemming Wonen is de mogelijkheid opgenomen om uitritten voor de ondergrondse parkeergarage te kunnen verwezenlijken. Drie van deze uitritten monden uit op de Geleenstraat, één uitrit mondt uit op de Vechtstraat. Binnen de bestemming Wonen wordt door middel van een ontheffing de mogelijkheid opgenomen voor het uitoefenen van aan-huis-gebonden beroepen. Hieronder wordt verstaan het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbij behorende aanbouwen en bijgebouwen wordt uitgeoefend. De activiteiten dienen te worden uitgevoerd door de bewoner van de woning. De oppervlakte die gebruikt mag worden voor een beroep-aan-huis is aan een maximum gebonden. Vanwege het verschil in hoogte dat in de Lange Nieuwstraat is (90 cm verschil tussen de Vechtstraat en Marktplein) geldt er voor de verschillende bouwblokken een ander peil. Aangezien goot- en bouwhoogte worden gemeten ten opzichte van het peil, zijn de toegestane goot- en bouwhoogtes van de twee oostelijke blokken iets hoger dan van de twee westelijke blokken. De hoogte van de bouwblokken onderling (of ten opzichte van NAP) zal wel gelijk zijn.
5.2.3 Algemene regels Artikel 6 Antidubbeltelregel Deze regel dient om te voorkomen dat indien in het bestemmingsplan bij een bepaald gebouw een zeker open terrein is geëist, dat terrein nog steeds meetelt bij het beoordelen van een aanvraag voor een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. Artikel 7 Algemene bouwregels De op de verbeelding aangegeven bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen worden overschreden met kleine bouwdelen. In dit artikel is geregeld hoe groot de overschrijding mag zijn en onder welke voorwaarden.
Status: ontwerp 36
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Artikel 8 Algemene ontheffingsregels Voor ondergeschikte afwijkingen van het bestemmingsplan is een algemene ontheffingsbevoegdheid opgenomen. De onderhavige regeling voorziet in verband met de gewenste duidelijkheid, in een objectieve begrenzing van het toepassingsbereik van de ontheffing. Artikel 9 Algemene wijzigingsregels In dit artikel is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van kleine overschrijdingen van de bestemmingsgrenzen. Artikel 10 Algemene procedureregels Ten aanzien van de ontheffingsbevoegdheden is een algemene procedureregel opgenomen. In dit artikel is een voorbereidingsprocedure opgenomen die afwijkt van de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) opgenomen uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Het ontwerpbesluit bij een ontheffing dient twee weken ter inzage te worden gelegd. De uniforme voorbereidingsprocedure uit de Awb gaat uit van een termijn van zes weken.
5.2.4 Overgangs- en slotregels Artikel 11 Overgangsregels Bouwwerken In dit artikel is het overgangsrecht ten aanzien van bouwen neergelegd. Uitbreiding van de bebouwing is slechts mogelijk met ontheffing van burgemeester en wethouders. Gebruik De eerste drie leden van dit artikel betreffen de (reducerende) overgangsregels met betrekking tot gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken voor zover dat gebruik afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat dit rechtskracht krijgt. Hiervan is uitgezonderd strijdig gebruik dat al in strijd was met het voorheen tot dat tijdstip geldende plan en waartegen wordt of alsnog kan worden opgetreden. Dit sluit aan bij de vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de raad van State waaruit blijkt dat, indien de gemeente strijdig gebruik gewraakt heeft, er geen beroep op het overgangsrecht mogelijk is. Artikel 12 Slotregel Het laatste artikel van de planregels betreft de citeertitel van het onderliggende bestemmingsplan.
Status: ontwerp 37
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 6.1 Economische uitvoerbaarheid Het bestemmingsplan voorziet in het realiseren van nieuwe woningen en nieuwe ruimte voor kantoor en/of buurtvoorzieningen. Het gebied waarvoor de ontwikkeling is voorzien, is in eigendom van het Woningbedrijf Velsen. Het plan wordt door het Woningbedrijf ontwikkeld. Ten behoeve van de ontwikkeling zal door betrokken partijen een overeenkomst worden gesloten op basis van een op te stellen exploitatieopzet. Hierdoor zal het vaststellen van een exploitatieplan zoals bedoeld in de Wet ruimtelijke ordening (Wro) niet nodig zijn, omdat de kosten anderszins zijn verzekerd.
6.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Het Ruimtelijke Functioneel Kader (RFK) dat voor deze ontwikkeling is opgesteld, heeft zes weken ter visie gelegen. De hierop ontvangen reacties zijn verwerkt bij de vaststelling van het RFK. In het kader van de inspraakverordening van de gemeente Velsen zal het voorontwerpbestemmingsplan gedurende zes weken ter inzage worden gelegd. Gedurende deze periode worden ingezetenen en andere belanghebbenden in de gelegenheid gesteld om (mondeling of schriftelijk) zijn of haar reactie aan het college van burgemeester en wethouders bekend te maken. De ingediende inspraakreacties zullen te zijner tijd in dit hoofdstuk worden samengevat en van een beantwoording worden voorzien.
Status: ontwerp 38
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Hoofdstuk 7 Overleg en inspraak Het college heeft de ingezetenen, natuurlijke en rechtspersonen in de gelegenheid gesteld om hun mening omtrent het voorontwerpbestemmingsplan kenbaar te maken. Het voorontwerpbestemmingsplan heeft voor een ieder met ingang van 21 januari 2011 gedurende een periode van 6 weken ter inzage gelegen. Gedurende deze termijn konden er schriftelijke reacties worden ingediend bij burgemeester en wethouders. Het voorontwerp is tevens ter advisering aan een aantal externe instanties gestuurd in het kader van het wettelijk vooroverleg conform artikel 3.1.1 Bro (Besluit ruimtelijke ordening). Door het college van B&W is op 26 juli 2011 de inspraakrapportage van het voorontwerpbestemmingsplan Lange Nieuwstraat-NW vastgesteld. In deze rapportage zijn alle reacties door B&W van commentaar voorzien.
7.1 Uitkomst vooroverleg In het kader van het artikel 3.1.1. Bro-overleg is 1 reactie ontvangen, van N.V. Nederlandse Gasunie. Deze reactie heeft niet tot wijzigingen geleid.
7.2 Uitkomst inspraak In de periode dat het voorontwerpbestemmingsplan ter inzage heeft gelegen zijn vier inspraakreacties ontvangen. De inspraakreacties hebben geen directe aanleiding gegeven het plan te wijzigen. Wel is naar aanleiding van de inspraak een aanvullende bezonningsstudie uitgevoerd. Deze heeft ertoe geleid dat de mogelijkheid voor het creëren van een eventuele extra bouwlaag is geschrapt, dit in afwijking van het eerder vastgestelde RFK.
Status: ontwerp 39
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Regels
Status: ontwerp 40
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1
plan
het bestemmingsplan Lange Nieuwstraat-NW van de gemeente Velsen.
1.2
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0453.BP0703LANGENIEUWS1-O001 met de bijbehorende regels.
1.3
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of een figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
1.4
aan-huis-gebonden beroep
de beroepsmatige of bedrijfsmatige activiteiten, die in een woning door de eigenaar/ bewoner van de woning zelf, worden uitgeoefend maar niet vallen onder de vrije beroepen en geen onevenredige hinder veroorzaken naar de omgeving (zoals ambachtelijke boekbinderij, ambachtelijke speelgoedmakerij, grafisch ontwerpers, kappers, kledingreparatie, kantoor of zakelijke dienstverlening, schoonheidsspecialisten etc.) 1.5
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
1.6
bedrijf
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen. 1.7
begane grond
een bouwlaag waarvan het vloerpeil ten hoogste 1,3 m boven het peil ligt. 1.8
bijgebouw
een (vrijstaand of aangebouwd) gebouw, niet voor bewoning bestemd, behorende bij een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, zoals garages, hobbyruimten, bergingen en huisdierenverblijven.
1.9
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
Status: ontwerp 41
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
1.10
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
1.11
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegestaan.
1.12
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
1.13
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
1.14
consumentenvuurwerk
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik. 1.15
dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw. 1.16
dakkapel
een uitstekend dakvenster in een hellend vlak van het hoofdgebouw, waarbij de afstand van de onderzijde van dakkapel tot de vloer van de daar ondergelegen bouwlaag minimaal 0,8 m bedraagt en de afstand van de onderzijde van de dakkapel tot de goothoogte van de dakkapel maximaal 1,7 m bedraagt. De afstand die aanwezig dient te zijn tussen goothoogte dakkapel en bouwhoogte van de woning bedraagt minimaal 1 rij dakpannen. De breedte van de dakkapel mag aan de voorzijde van het gebouw maximaal 2,8 m bedragen, waarbij de afstand tussen de dakkapel en het hart van de bouwmuur minimaal 1 m moet bedragen; Indien een woning breder is dan 5,6 m mag de breedte van de dakkapel maximaal 50% van de gevelbreedte bedragen, waarbij de afstand tussen de dakkapel en het hart van de bouwmuur minimaal 1,0 m moet bedragen. Voor een dakkapel aan de zijkant van een gebouw gelden dezelfde regels als voor een dakkapel aan de voorzijde. Aan de achterzijde bedraagt de afstand van dakkapel tot hart bouwmuur minimaal 0,5 m, voor de achterzijde geldt geen maximale breedte.
1.17
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Status: ontwerp 42
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
1.18
detailhandel in volumineuze goederen
detailhandel in de volgende categorieën: a. detailhandel in brand- en explosiegevaarlijke goederen; b. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, keukens, badkamers, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen en grove bouwmaterialen en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en materialen; c. tuincentra; d. grootschalige meubelbedrijven, al dan niet - in ondergeschikte mate - in combinatie met woninginrichting en stoffering; e. bouwmarkten.
1.19
dienstverlening
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden;
1.20
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
1.21
hoofdgebouw
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie, afmetingen of functie als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken. 1.22
kap
een constructie van één of meer dakvlakken met een helling van meer dan 35º en minder dan 65º.
1.23
kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt en waarbij de woning in overwegende mate zijn woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die daarbij past.
1.24
nutsvoorzieningen
transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van de gasvoorziening en naar de aard daarmee gelijk te stellen gebouwen.
1.25
peil
a. voor gebouwen die onmiddellijk aan de weg grenzen: de hoogte van die weg; b. in andere gevallen en voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
Status: ontwerp 43
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
1.26
uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
1.27
verdieping
een boven de begane grond gelegen bouwlaag.
1.28
woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
1.29
woonhuis
een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.
Status: ontwerp 44
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Artikel 2 Wijze van meten Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1
afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling en de afstand van bouwwerken tot perceelsgrenzen worden daar gemeten waar deze afstanden het kleinst zijn.
2.2
bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.3
breedte, lengte en diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidsmuren. 2.4
dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
2.5
goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. 2.6
hoogte van bouwlagen
van de bovenkant van een vloer tot de bovenkant van de vloer van de erboven liggende bouwlaag.
2.7
oppervlakte van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. 2.8
verdiepingshoogte
van de bovenkant van een vloer tot de bovenkant van de verdieping. Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen en gevel- en kroonlijsten buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,0 m bedraagt.
Status: ontwerp 45
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Verkeer 3.1
Bestemmingsomschrijving
De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen, straten en paden; b. voet- en rijwielpaden; c. parkeervoorzieningen; d. met de daarbij behorende speelvoorzieningen, groenvoorzieningen, nutsvoorzieningen, waterlopen en waterpartijen.
3.2
Bouwregels
Voor het bouwen op de gronden ten behoeve van de bestemming gelden de volgende regels:
3.2.1 Bouwen van vergunningvrije bouwwerken Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend vergunningsvrije bouwwerken, als bedoeld in artikel 43 van de Woningwet, worden gebouwd.
3.2.2 Bouwen van bouwwerken geen gebouw zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen: a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer mag niet meer dan 6 m bedragen; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4 m bedragen.
Status: ontwerp 46
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Artikel 4 Verkeer- Verblijfsgebied 4.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen; b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, nutsvoorzieningen, en reclame-uitingen.
4.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting bedraagt ten hoogste 6 m.
Status: ontwerp 47
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Artikel 5 Wonen 5.1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen; b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water. Ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' zijn op de begane grond uitsluitend kantoren, detailhandel en dienstverlening toegestaan.
5.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:
5.2.1 Bouwen van hoofdgebouwen Voor het bouwen op de gronden ten behoeve van de bestemming gelden de volgende regels: a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak opgericht; b. woningen worden uitsluitend gestapeld gebouwd; c. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte; d. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte; e. ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' dienen gebouwen te zijn voorzien van een kap.
5.2.2 Bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels: a. de gezamenlijke oppervlakte, van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt niet meer dan 10% van het bouwperceel buiten het bouwvlak; b. de goothoogte van een bijgebouw mag niet meer dan 3,0 m bedragen; c. de bouwhoogte van een bijgebouw mag niet meer dan 3,5 m bedragen; d. de aan- en uitbouw en overkappingen mag niet meer dan 0,25 m boven de vloer van de 1e verdieping van het gebouw uitkomen en de bouwhoogte van een aan -en uitbouw mag niet meer dan 4,0 m bedragen, gemeten vanaf het aansluitend terrein.
5.2.3 Bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels: a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,0 m bedragen; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4,0 m bedragen; c. buiten het bouwvlak is tevens een uitrit voor parkeergarages toegestaan.
Status: ontwerp 48
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
5.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de situering en de goothoogte van uitbouwen en bijgebouwen, indien de afstand tot de perceelsgrens over een lengte van meer dan 2,5 m minder dan 1,0 m bedraagt, ten einde te waarborgen dat de op te richten bebouwing geen onnodig nadelige veranderingen teweeg brengt in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen, met dien verstande dat: a. daardoor de gebruikswaarde van het te bebouwen erf niet onevenredig wordt geschaad; b. de goothoogte van (delen van) gebouwen niet wordt teruggebracht tot minder dan 2,0 m.
5.4
Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot de detailhandel gelden de volgende regels: a. de opslag en verkoop van consumentenvuurwerk is niet toegestaan; b. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan; c. detailhandel in volumineuze goederen is niet toegestaan.
5.5
Ontheffing van de gebruiksregels
5.5.1 Aan huis gebonden beroepen Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 5.1 teneinde een deel van de woning te gebruiken voor een aan huisgebonden beroep, met dien verstande dat: a. maximaal 40% van het gezamenlijk vloeroppervlak van het hoofdgebouw en de erfbebouwing, tot een maximum van 50,0 m², gebruikt mag worden ten behoeve van uitoefening van een aan huis gebonden beroep; b. het uitoefenen van een beroep dient een ruimtelijke uitstraling te hebben die in overeenstemming is met de woonfunctie. Het uitoefenen van een beroepsmatige activiteit mag derhalve geen onevenredige aantasting opleveren van het woon- en leefmilieu, het karakter van de buurt en van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden; c. de beroepsmatige activiteit niet vergunningsplichtig mag zijn ingevolge de Wet Milieubeheer. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wethouders ontheffing verlenen van deze eis indien de beroepsactiviteit niet van invloed is op de woonomgeving; d. vestiging van een beroepsmatige activiteit mag niet leiden tot een onaanvaardbare aantrekking van verkeer en leiden tot parkeer overlast; e. de beroepsmatige activiteit binnen de woonbestemming dient alleen verricht te worden door de gebruiker(s) van de eigenlijke woning; f. geen detailhandel is toegestaan mits zij gezien kan worden als een ondergeschikte nevenactiviteit van het aan huis gebonden beroep; g. indien de beroepsmatige activiteit plaatsvindt in een garage dient er voor vervangende parkeergelegenheid op eigen erf gezorgd te worden.
Status: ontwerp 49
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Artikel 6 Waarde - Archeologie 6.1
Bestemmingsomschrijving
De voor Waarde - Archeologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: a. het behoud van de archeologische waarden.
6.2
Bouwregels
6.2.1 Bouwen ten behoeve van de basisbestemmingen Ten behoeve van de basisbestemmingen mag uitsluitend worden gebouwd, indien: a. Uit een actueel rapport blijkt dat de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld; b. de betrokken archeologische waarden, gelet op het rapport zoals onder a bedoeld, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning regels te verbinden, gericht op: 1. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden; 2. het doen van opgravingen; 3. begeleiding van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige.
6.2.2 Uitzondering op de bouwregels Het bepaalde in lid 6.2.1 onder a en b, is niet van toepassing, indien het bouwplan is gelegen in een gebied dat is aangewezen als archeologisch monument of als het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: a. verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij uitsluitend gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering; b. een bouwwerk met een oppervlakte van ten hoogste 100 m²; c. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 0,4 m en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst.
6.3
Regels voor werken en werkzaamheden
6.3.1 Verboden Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden binnen een planomvang van meer dan 100 m² uit te voeren: a. het uitvoeren van grondbewerkingen op een grotere diepte of bouwhoogte dan 0,4 m, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage; b. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen; c. het verlagen of verhogen van het waterpeil; d. het aanleggen of rooien van bos; e. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
Status: ontwerp 50
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
6.3.2 Niet van toepassing Het in lid 6.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke plaatsvinden in een gebied dat is aangewezen als archeologisch monument of: a. het normale onderhoud betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning.
6.3.3 verlening vergunning De in lid 6.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud van de archeologische waarden van de gronden.
6.3.4 Adviesprocedure voor omgevingsvergunning Alvorens omtrent het verlenen van de vergunning zoals bedoeld in artikel 6.3.1 te beslissen winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door de voorgenomen werken of werkzaamheden de belangen in verband met de waarden niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden. Indien op basis van artikel 6.2 een omgevingsvergunning is verleend, behoeft voor daaruit voortvloeiende werken of werkzaamheden op de desbetreffende gronden geen vergunning te worden aangevraagd.
Status: ontwerp 51
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 7 Antidubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Status: ontwerp 52
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Artikel 8 Algemene bouwregels 8.1
Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door: a. Onderdelen van een bouwvergunningplichtig bouwwerk die bij het afzonderlijk realiseren opgevat zouden moeten worden als het aanbrengen van veranderingen van niet ingrijpende aard waarvoor ingevolge de Woningwet geen bouwvergunning vereist is; b. Ondergrondse uitsteeksels, zoals funderingsonderdelen en overbouwingen ter verbinding van twee bouwwerken; c. Ondergrondse bouwwerken zoals kelders, kelderkoekoeken en kelderingangen, mits de bovenzijde daarvan niet hoger is gelegen dan de hoogte van het terrein ter plaatse bij de voltooiing van de bouw; d. Tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, terrassen, bordessen, bordestreden, trappen(huizen), buitentrappen, liftschachten, uitspringende schoorsteenwanden, hijsinrichtingen, stortbuizen, galerijen, hellingbanen, laadperrons, balkons, erkers, entreeportalen, luifels, afdaken en dakoversteken, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt.
Status: ontwerp 53
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Artikel 9 Algemene aanduidingsregels 9.1
Gebiedsaanduidingen
9.1.1 Geluidszone - Industrielawaai Binnen de op de verbeelding voor geluidszone-industrielawaai aangeduide gronden is het bouwen van nieuwe gebouwen met een geluidsgevoelige bestemming, in overeenstemming met het bepaalde in hoofdstuk 2 in dit plan, uitsluitend toegestaan, indien is gebleken dat de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein op de gevels van de gebouwen met deze geluidsgevoelige bestemmingen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Status: ontwerp 54
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Artikel 10
Algemene ontheffingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van: a. de bij recht in de voorschriften gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages; b. de bestemmingsregels en toestaan dat het verloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geven; c. de bestemmingsregels en toestaan dat bouwgrenzen, met ten hoogste 3,0 m worden overschreden en geen vergroting van bestemmings- of bouwvlakken inhouden anders dan bedoeld onder a, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft; Bij de beoordeling van een verzoek om ontheffing wordt rekening gehouden met eerder verleende ontheffingen op basis van dit artikel, om te beoordelen of maximale ontheffingsmogelijkheden al dan niet worden overschreden.
Status: ontwerp 55
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Artikel 11
Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen, indien de wijziging betrekking heeft op het in geringe mate wijzigen van het aangeduide bebouwingsvlak en/of de bestemming, mits: a. de structurele opzet van het plan niet aanmerkelijk zal worden aangetast; b. het karakter van de bebouwing niet aanmerkelijk zal worden aangetast; c. de bebouwingscapaciteit van het bebouwingsvlak niet meer dan 15% zal worden gewijzigd. Bij de beoordeling van een verzoek om toepassing van de wijzigingsbevoegdheid wordt rekening gehouden met eerder gepleegde wijzigingen op basis van dit artikel om te beoordelen of maximale maten en/of oppervlakten al dan niet worden overschreden.
Status: ontwerp 56
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Artikel 12
Algemene procedureregels
Op de voorbereiding van een besluit omtrent wijziging, uitwerking, ontheffing, of nadere eis is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Status: ontwerp 57
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 13 13.1
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan; b. burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het bepaalde onder lid a voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%; c. het onder lid a bepaalde is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
13.2
Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Status: ontwerp 58
bestemmingsplan "Lange Nieuwstraat-NW"
Artikel 14
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Lange NieuwstraatNW'.
Status: ontwerp 59