Landschapsbeheer Friesland
GROENLICHT
Zorg voor ons landschap
LBF en Friese Milieu Federatie komen met tv-serie
Samen werken aan een Moai Fryslân
INHOUD 4 Gemeenschappelijk Landbouwbeleid 6 Friese basisschoolkinderen schitteren in RTL's Green Kids 7 Nationale Boomfeestdag 8 Wandelen Fryslân biedt grote kansen voor regiomarketing 11 Grutsk op 'e Romte 12 Op pad met: Diederik Sleurink en Ane Zijlstra 14 Aandacht cultuurlandschap reden voor deelname LBF in Kening fan 'e Greide 15 Ambassadeurs van Landschap 'on tour' 17 ELAN en Landschapsbeheer Friesland werken 'natuurlijk' samen
Ruimtelijke kwaliteit: iedereen heeft het er over en wil het hebben, maar niemand weet wat het precies is. Om daar grip op te krijgen, bedachten Landschapsbeheer Friesland en de Friese Milieu Federatie de journalistiek getinte tv-serie Moai Fryslân. Met Omrop Fryslân worden deze zomer op locatie zes afleveringen opgenomen rond uiteenlopende thema’s die met ruimtelijke kwaliteit hebben te maken, variërend van windmolens tot groeiende steden en krimpende dorpen. Doel is het nieuwe programma aan het eind van dit jaar of begin 2014 uit te zenden. vervolg op pagina 2
18
22 Jaar van de Boerderij
nieuwsbulletin Landschapsbeheer Friesland april 2013
Groen licht
1
vervolg van pagina 1
Eén van de bedenkers is Kees Terwisscha van Scheltinga, die eerder al betrokken was bij de succesvolle tv-serie Sicht op Fryslân. “Landschapsbeheer Friesland en de Friese Milieu Federatie zijn er trots op dat Fryslân zich de mooiste provincie van Nederland mag noemen, en hebben daar ook substantieel aan bijgedragen. Tegelijk stellen wij ons de vraag hoe we de mooiste kunnen blijven. Dan valt al snel het begrip ‘ruimtelijke kwaliteit’. Een term waarbij de professional vooral functionaliteit, schoonheid en duurzaamheid voor ogen staan. In het dagelijkse leven is ruimtelijke kwaliteit echter een verzamelbegrip geworden. Veel mensen hebben er dan ook een vaag en verschillend beeld bij. Waar Atelier Fryslân de professional bediende, willen wij nu de Friese burger betrekken met een aansprekend programma.”
Hans van der Werf, directeur Friese Milieu Federatie (FMF) vindt dit ook nodig: “Want hoewel ruimtelijke kwaliteit als begrip wel is ingeburgerd, is de betekenis ervan bij velen onduidelijk, laat staan dat men stilstaat wat de eigen bijdrage aan ruimtelijke kwaliteit is of kan zijn. Verschillen in beleving en het beleidsmatig invullen van ruimtelijke kwaliteit door overheden maken het burgers niet eenvoudig om betrokken te zijn. Terwijl dit laatste door overheden juist wordt gevraagd en op prijs gesteld. Het is best lastig de afstand tussen burger en overheid te overbruggen. Dat willen we op zijn minst proberen met Moai Fryslân, een tv-serie die met name bedoeld is om Friese burgers te informeren over de invulling van hun eigen omgeving en hun rol en verantwoording hierbij.”
Enquête en tv-serie Het project Moai Fryslân bestaat uit een publieksenquête en een tv-serie. De publieksenquête is intussen door
2
Groen licht
FMF uitgevoerd onder auspiciën van de provincie. Na uitzending van de tv-serie wordt, gekoppeld aan de eerdere enquête, een effectmeting onder de Friese bevolking gedaan. Terwisscha: “Er wordt genoeg onderzoek gedaan naar ruimtelijke ontwikkeling in het algemeen. Toch worden burgers niet snel gevraagd naar wat zij wérkelijk vinden van de omgeving waarin zij leven. Vinden ze de omgeving mooi genoeg? Wat vinden burgers lelijk of niet passend? Welke veranderingen nemen burgers waar en wat vinden zij hiervan?“ “Dat dit onontgonnen onderzoeksterrein is, is op zijn minst opvallend”, vindt Van der Werf. “Inspanningen en investeringen
in het ruimtelijke gebied zijn immers juist bedoeld voor burgers, maar overheden lijken hier vooral een eigen plan te trekken. Met een toegankelijke tv-serie richten we ons op een zo breed mogelijk publiek. We denken op een spraakmakende manier bewoners van Fryslân bewust te maken van het feit dat alles wat we met elkaar doen of laten van invloed is op de omgeving waarin we wonen, werken en recreëren. Afstemmen en samenwerken zijn dan ook de beste manier om de ruimtelijke kwaliteit op peil te houden. Dat is de kern van ons project Moai Fryslân. Met als nevendoel: de mooiste provincie van Nederland te blijven.”
L
resultaat gebiedsontwikkeling centrale as zichtbaar vanaf de weg: veertig kilometer singels hersteld andschapsbeheer Friesland is volop bezig met de landschapscoördinatie rond de realisatie van de Centrale As. Door de aanleg van de weg schuiven alle percelen een beetje op. Eén van de gevolgen is dat er 24 kavelruilen tot stand moeten komen. Inclusief landschapsplan, want dat is een belangrijke voorwaarde. De eerste zeven staan inmiddels op papier. De maatregelen die hieruit voortvloeien zijn in een bestek gegoten en aanbesteed. Het werk ging naar Frisia Bergum. Het bedrijf zag zich daarmee meteen voor de flinke uitdaging gesteld om veertig kilometer singel te herstellen. Daarvan moet een fiks aantal km’s gerealiseerd zijn voordat de lente echt ontwaakt; de deadline die de Flora- en faunawet stelt. “Vanaf de weg zijn de resultaten inmiddels zichtbaar,” vertelt Foppe van der Meer van Landschapsbeheer Friesland. “Met land is het voor agrariërs net als met een huis. Als je het nieuw krijgt, wil je het inrichten.” De landschapsplannen zorgen ervoor dat dit passend in het landschap van de Noardlike Fryske Wâlden gebeurt. Voor het eind van het jaar moet er voor alle kavelruilen zo'n plan liggen.
Column
samenwerking met it fryske gea goed voor friese landschap It Fryske Gea en Landschapsbeheer Friesland gaan intensief samenwerken. Dit is vrijdag 22 maart bevestigd door handtekeningen van de respectievelijke bestuursvoorzitters Arjen van der Meer en Lodewijk Zwierstra. Zij zetten onze ambitie kracht bij door het ondertekenen van een intentieverklaring in het bijzijn van mr. Johannes Kramer, gedeputeerde voor o.a. landelijk gebied en plattelandsbeleid. In reactie vertelde Kramer het initiatief een warm hart toe te dragen. Volgens hem vullen beide groene organisaties elkaar goed aan. Samenwerking is goed voor de kwaliteit en continuïteit van het Friese natuur- en landschapsbeheer. Met deze ondertekening bevestigen onze organisaties de intentie om tot een intensieve, niet vrijblijvende vorm van samenwerking te komen. Een eventueel samengaan wordt op termijn niet uitgesloten. Een hele stap, maar ook een verklaarbare. Immers samen kunnen we meer voor natuur en landschap betekenen. We kunnen beter zichtbaar en bereikbaar zijn voor zowel burgers, toeristen als overheden en maatschappelijke organisaties. Tegelijk kunnen we ook onderling profiteren van elkaars expertise en contacten. Daardoor kan er breder en efficiënter gewerkt worden in het Friese landschap. Doel is dat de twee organisaties hét gezicht van het Friese landschap worden en zich daarbij richten op een groot draagvlak onder de bevolking. We zien ons in deze samenwerking niet alleen gesteund door de provincie en gedeputeerde Kramer. Ook Sharon Dijksma, staatssecretaris voor landbouw, natuur en voedselkwaliteit, is voorstander van strategische samenwerkingsverbanden in landschap en natuur. Daarin wordt ze onder meer geïnspireerd en gesteund door onze eigen Lutz Jacobi (Fries Kamerlid voor de PvdA), die samen met haar collega’s van D66 en GroenLinks voorstellen hebben gemaakt onder de titel ‘Mooi Nederland’. Vooral de onderbouwing van dit verhaal spreekt me aan. Het drietal vindt dat de nieuwe Natuurwet niet alleen over ‘natuur’ moet gaan, maar ook over landschap. Want een Mooi Nederland is een optelsom van natuur landschap en erfgoed. De huidige versnipperende wetgeving moet eenvoudiger en effectiever. Ze leggen terecht een verbinding tussen bescherming van natuurwaarden, de cultuurhistorie, recreatie en beleving van het landschap, de verhalen, de schoonheid, rust en ruimte. Die ingrediënten en waarden bepalen samen de kwaliteit van onze leefomgeving en de aantrekkingskracht daarvan op bewoners en bezoekers. Die visie is nu verwoord en vindt gehoor bij de staatssecretaris en de Kamer. Daar zijn we blij mee. Uiteraard verwachten we dat Rijk en de provincie Fryslân de aspiraties omzetten in actief
beleid. Want daarmee kunnen wij werken aan onze ambitie: samen Fryslân de mooiste provincie van Nederland houden. Dat we dit als It Fryske Gea en Landschapsbeheer Friesland het best samen kunnen doen, zal iedereen helder zijn. De organisaties komen elkaar al veel tegen bij verschillende projecten en houden zich beide bezig met het natuur- en cultuurlandschap. Het is zoals Henk de Vries het zo mooi verwoordde: “It Fryske Gea sit it measte achter de natoerbuordsjes, Lânskipbehear fral oan de oare kant.” Het maakt het publiek echter niet uit wie wat doet, zolang natuur en landschap maar toegankelijk zijn, onderhouden worden en beleefd, bewoond en bewerkt kunnen worden. Beide organisaties werken nu een gezamenlijke visie voor het Friese cultuurlandschap uit om die voor de zomer aan GS en Provinciale Staten aan te kunnen bieden. Van de provincie wordt dan ook steun en een standpunt gevraagd. “Net als van onszelf, verlangen we van de provincie Fryslân concrete stappen om de nieuw ontstane situatie een perspectiefrijke toekomst te geven. Eind 2013 moet duidelijk zijn hoe de nieuwe (samenwerkings)organisatie dit gaat uitvoeren.
Foto. v.l.n.r. Regina ter Steege, Lodewijk Zwierstra, Henk Buith, Hilda Feenstra, Arjen van der Meer en Henk de Vries. (fotograaf Dico de Klein)
Regina ter Steege, directeur Landschapsbeheer Friesland N.B. De intentieverklaring is te lezen via onze website, onderaan het nieuwsbericht.
Groen licht
3
Foppe van der Meer van Landschapsbeheer Friesland:
“Europees landbouwbeleid gaat over onze leefomgeving” De Europese ministers van Landbouw presenteerden 19 maart hun akkoord over het nieuwe Europese landbouwbeleid (GLB). De vergroening waarvan in eerdere plannen sprake was, dreigt te sneuvelen. Foppe van der Meer van Landschapsbeheer Friesland verbaast zich erover dat er in Fryslân nauwelijks aandacht is voor de totstandkoming van het beleid. “Het leeft niet”, stelt hij vast. “Dat is raar, want de discussie gaat ook over hoe belastinggeld wordt ingezet voor de kwaliteit van onze leefomgeving. Daar zouden overheden over (mee) moeten willen praten. Zeker in deze provincie.”
provincie er belang bij heeft in Den Haag te laten weten wat het Nederlandse standpunt volgens haar zou moeten zijn. “Boeren bezitten zo'n 70 procent van de grond. Het landbouwbeleid heeft dus grote invloed op hoe onze leefomgeving eruit ziet. Bovendien is het voor het draagvlak voor de landbouw belangrijk dat agrariërs het geld dat ze krijgen van de maatschappij ook gebruiken voor zaken die de maatschappij belangrijk vindt, zoals een mooie woonomgeving en biodiversiteit.” In de eerste aanzet bood het nieuwe Europese landbouwbeleid daarvoor enige ruimte. Maar juist die ruimte ligt nu onder vuur. Zo staat het idee van de Europese Commissie om boeren te verplichten 7 procent van hun grond buiten productie te houden voor ecologisch beheer ter discussie. Ook lijken basispremie en vergroening te worden losgekoppeld, waardoor boeren ook steun ontvangen wanneer ze niet vergroenen.
Gebiedscollectieven
Foppe van der Meer
De grote lijnen van het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid zijn vastgesteld. De komende maanden debatteert het Europees Parlement over de invulling. In juni moet er een definitief akkoord liggen. “Als er een moment is om je stem te laten horen, is dat nu”, aldus Foppe van der Meer. Hij merkt echter dat de discussie in Brussel voor veel Friese beleidsmakers een ver-vanmijn-bedshow is, terwijl juist deze
4
Groen licht
Positief is wel dat een deel van de vergroening in de nieuwste plannen via Agrarische Natuurverenigingen en gebiedscollectieven mag worden ingevuld. Dat is in lijn met wat landschapsorganisaties bepleiten. Zo heeft Landschapsbeheer zich zowel in Fryslân als via de landelijke koepelorganisatie sterk gemaakt voor het benutten van de middelen voor plattelandsontwikkeling voor een integrale aanpak via gebiedscollectieven, waarin naast Agrarische Natuurverenigingen ook provincie, gemeenten en landschapsorganisaties zijn vertegenwoordigd. Dan kan op gebiedsniveau worden gewerkt aan behoud en ontwikkeling van waardevolle cultuurlandschappen en landschapselementen. Foppe van der Meer is ervan overtuigd dat dit zowel winst oplevert voor het landschap en de bewoners als voor de boeren. “Als we met raamcontracten kunnen werken voor ecologisch verantwoord landschapsbeheer in een hele streek, scheelt dat boeren een hoop controles en papierwerk. Die leveren nu heel veel frustraties en kosten op. We moeten ervoor zorgen dat we het draag-
vlak bij boeren niet kwijtraken, maar juist dat we samen werken aan een mooi landschap.”
Gemeenschappelijk Landbouwbeleid Net als het oude, gaat het nieuwe Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) uit van twee pijlers: een individuele hectarevergoeding voor boeren en geld voor plattelandsontwikkeling. Voor de eerste pijler krijgt Nederland zo’n 760 miljoen euro. Voor de tweede waarschijnlijk zo'n 50 miljoen, maar alleen wanneer het er zelf eenzelfde bedrag bij legt. Aan de individuele vergoedingen worden slechts zeer beperkte groene voorwaarden gesteld. En een aantal daarvan staat nu ook nog onder druk. Agrarisch natuur- en landschapsbeheer wordt uit de tweede pijler gefinancierd.
In de twee jaar die de Agrarische Natuurvereniging Noardlike Fryske Wâlden werkt aan een pilot voor een gezamenlijke invulling van de vergroening van de landbouw, heeft zij bezoekers uit veertien landen ‘over de vloer gehad’. De interesse en de wil zijn er wel, concludeert haar voorzitter Douwe Hoogland. Hoe het nieuwe GLB er precies uit gaat zien, is volgens hem nog lastig te voorspellen. “De plannen veranderen zo vaak dat wij er continu iemand op hebben zitten om de laatste stand van zaken bij te houden.” Bij het beeld dat er in Fryslân niet voldoende over het nieuwe beleid wordt gediscussieerd, kan Douwe Hoogland zich iets voorstellen. Maar achter de schermen, wordt er volgens hem wel degelijk veel over gesproken. De landelijke politiek is volgens hem ook zeer geïnteresseerd in wat er in deze provincie gebeurt en hoe die ervaringen in het nieuwe beleid kunnen worden meegenomen. “Ook de
Douwe Hoogland van ANV Fryske Wâlden
“Politiek ziet belang van goedwerkend systeem” politiek ziet het belang van een goed werkend systeem, waarin middelen doelmatig en doelgericht worden ingezet en niet onnodig veel geld besteed wordt aan controles en administratie. Onze pilot is bedoeld om zo’n systeem te ontwikkelen, veel werkzame punten zijn al in het nieuw te vormen beleid overgenomen. Zowel de vorige staatssecretaris als deze volgen onze pilot met belangstelling.”
Efficiënt systeem De Agrarische Natuurvereniging Noardlike Fryske Wâlden wil een format ontwikkelen dat andere gebieden kunnen overnemen en met hun gebiedseigen kenmerken kunnen invullen. Hoogland gaat ervan uit dat de kosten van het regelen van steun voor vergroening daarmee in ieder geval met de helft kunnen worden teruggebracht. Op dit moment kost het 42 eurocent om een boer één euro vergoeding te geven. “EZ heeft ook door dat daar een grote slag gemaakt kan worden”, aldus Hoogland. “Als Agrarische Natuurvereniging zien we het geld het liefst op het boerenerf komen. Maar we willen er wel een extra
dimensie aan geven.” Volgens Hoogland kan dat door met gebiedscollectieven te werken. De nu vaak lastige invulling van de 7-procentregeling, is wat hem betreft een goed voorbeeld. “Wanneer dat niet meer per boer hoeft, maar we voor een groter gebied kunnen bepalen waar de grootste winst geboekt kan worden, zetten we die middelen doelmatiger in. Dan kunnen we bijvoorbeeld de ecologische verbindingen tot stand brengen, die voor de biodiversiteit van groot belang zijn.”
Spannend Of het lukt om met name de offertes voor de gebiedsgerichte aanpak zo op te stellen dat financiering via de collectieven binnen het nieuwe GLB mogelijk wordt, is volgens Hoogland “nog best spannend”. “Het is best ingewikkeld om goede criteria voor de kwaliteit van het landschap vast te stellen.” Maar dat gebiedsgericht werken zowel in Nederland als in veel andere Europese landen dé richting is waarin wordt gedacht, staat voor hem vast. “Dat zal eerder uitbreiden dan afnemen”, voorspelt hij.
Douwe Hoogland
Gekraagde roodstaart ‘ster’ op Beleef de Lente Hij weegt maar 16 gram en legt twee keer per jaar een tocht af van drieduizend kilometer. De gekraagde roodstaart spreekt tot de verbeelding. Maar dat is niet de enige reden waarom het zangvogeltje is aangewezen als ambassadeur van het coulisselandschap in de Noardlike Fryske Wâlden. Dat zegt Ernst Oosterveld van ecologisch onderzoeksbureau Altenburg en Wymenga, die het leven en de leefomstandigheden van de roodstaart in kaart brengt. “Het is een echte houtwalspecialist”, vertelt Oosterveld: “In de Sahel overwintert hij in de boomrijke savannen; een landschap dat enige gelijkenis vertoont met dat van de noordelijke Friese wouden.”
“We weten dat een gezonde populatie gekraagde roodstaarten een goede indicatie is voor andere soorten houtwalvogels. Wij onderzoeken de relatie tussen de kwaliteit van singels en de populatie om antwoord te krijgen op de vraag hoe je het coulisselandschap zo onderhoudt, dat de omstandigheden zo gunstig mogelijk zijn voor houtwalvogels.” Het mooie is volgens Oosterveld dat zowel de boeren hier als in Afrika die kennis graag toepassen.
Natuursoap Hij is niet de enige die enthousiast is over het onderzoek. Op zoek naar financiering kreeg hij Vogelbescherming Nederland onmiddellijk mee. “Zij zien het belang en zijn echt betrokken.” Om draagvlak te
creëren, is de gekraagde roodstaart dit jaar voor het eerst te zien op hun populaire website Beleef de Lente. En daarvan maakt het NME-project Takomst foar in Unyk Lânskip weer dankbaar gebruik. De leerlingen kunnen vanaf eind april dagelijks het wel en wee van een gekraagde roodstaart in Noardburgum volgen. Kijk op beleefdelente.nl.
Groen licht
5
Friese basisschoolkinderen schitteren in RTL's Green Kids ze dingen konden uitleggen. Waarom bomen belangrijk zijn bijvoorbeeld. Omdat ze CO2 opnemen en zuurstof afgeven, wij mensen doen dat precies andersom, was hun uitleg.” Naast planten, speelden alle kinderen een heus bomenspel, georganiseerd door natuuren milieueducatiecentrum ‘De Naturij’ uit Drachten.
Zien wat het oplevert
Leerlingen van basisschool ‘By de Boarne’ uit Boarnbergum namen dinsdagochtend 19 maart alvast een voorproefje op de landelijke viering van de Boomfeestdag, een dag later in Leeuwarden. Ruim veertig kinderen plantten, onder begeleiding van Landschapsbeheer Friesland en de Bosgroep, nieuwe bomen aan de Slotlaan op landgoed Olterterp, eigendom van verzekeraar ASR. Tegelijkertijd vervulden ze een glansrol in een aflevering van Green Kids, het populaire groene kinderprogramma van RTL. Green Kids is onderdeel van Telekids en wordt gepresenteerd door Lodewijk Hoekstra. Hij gaat wekelijks met basisschoolkinderen naar mooie buitenlocaties om spelenderwijs Nederland wat groener te maken en de natuur te ontdekken.
Kinderlijk eenvoudig De opnames in Olterterp zijn in april uitgezonden op RTL 8. Te zien was hoe
6
Groen licht
hoofdrolspelers Fardau, Silke en Ticho, voordat ze met klasgenootjes gingen planten, met Lodewijk het plaatselijke bos ontdekten en bomen onder de loep namen. Jan Piet de Boer van Landschapsbeheer ging mee als deskundige. “De kinderen stelden ons vragen, en wij aan hen. Leuk, zo enthousiast en nieuwsgierig als ze waren. En bewonderenswaardig hoe simpel, maar treffend
Behalve op 19 maart, kwamen ook op 20 en 22 maart basisschoolkinderen bomen planten en het bomenspel spelen. Zo stak groep 5 van basisschool ‘Votum Nostrum’ (Wijnjewoude) op de Boomfeestdag de handen uit de mouwen en assisteerde twee dagen later groep 7 van ‘De Paedwizer’ uit Beetsterzwaag. “De kinderen zien precies waarvoor ze het doen”, zegt De Boer, “want iets verderop staan eeuwenoude laanbomen. Met een beetje geluk worden de bomen aan de Slotlaan ook zo oud.”
Aftrap Nationale Boomfeestdag in Leeuwarden fris, maar groot succes
“Koud? Nee, hoezo?” Het is u waarschijnlijk niet ontgaan: woensdag 20 maart vond in Leeuwarden de viering van de Nationale Boomfeestdag plaats. Hoewel de stad officieel centraal stond, voelde heel Fryslân zich gastheer. Mede dankzij de Gemeente Leeuwarden en de inspanningen van de provinciale Boomfeestdagcommissie, waarin Landschapsbeheer Friesland vertegenwoordigd is. “We hebben flink ons best gedaan om de Boomfeestdag naar de provincie te halen”, aldus Jan Piet de Boer van Landschapsbeheer Friesland en commissielid. “Naast dat we de landelijk stichting Nationale Boomfeestdag konden overtuigen, kregen we veel Friese gemeenten enthousiast. Voor de viering in Fryslân, maar ook voor het organiseren van alle activiteiten er omheen.”
Van fruit- tot koningsboom Het was rond het vriespunt, toen om 9.30 uur de festiviteiten aanvingen in de Friese hoofdstad. Gelukkig voor de bijna vijfhonderd kinderen uit groep 7 begon hun dag in Natuurmuseum Fryslân. Na een leerzame bomenspeurtocht in het museum en opdrachten op de 'Groenmarkt' in het atrium – een initiatief van Landschapsbeheer Friesland en andere groenorganisaties – was van een lage gevoelstemperatuur al lang geen sprake meer.
Column
Ondertussen, voor het Stadhuis, overhandigden kinderen uit vrijwel alle Friese gemeenten hun burgemeesters een heuse 'groeiboom'. De fruitbomen staan symbool voor de gezamenlijke kandidatuur als culturele hoofdstad in 2018. Geheel toepasselijk voor de 'hofstad' kreeg Leeuwarden de eerste Koningsboom van het land, uit handen van Onno Hoes (voorzitter Stichting Nationale Boomfeestdag) en Michiel Zonnevylle (voorzitter Bond Oranjeverenigingen). Natuurlijk ter ere van de aanstaande troonswisseling.
Groot feest Even later reden alle kinderen per bus naar de wijk De Zuidlanden. Het feest barstte nu echt los. Na een stoere flashmop, ging de schop de grond in. Eerst voor de traditionele boomcirkel, daarna voor het echte werk: vijfhonderd bomen en struiken. Geen probleem voor de jonge helden. En of ze het koud had-
foto: www.defotoboer.nl
den? “Nee, hoezo?”, zei een enthousiasteling toen Helga van Leur, weervrouw en presentatrice van de dag, meldde dat het twee graden was. Rond 14.30 uur kleurden zelfs de echte koukleumen rood toen Petra Schreurs én Johannes Rypma, die eerder met Syb van der Ploeg hielpen planten, de prachtige Boomfeestdag muzikaal afsloten op het Zaailand.
"Een oude jas"
Als het voorjaar gevorderd is, de vogels al tijden het hoogste lied zingen en de tuin volop in bloei staat zijn ze er ineens: libellen en juffers. Als kleine F16's scheren ze door de lucht op zoek naar kleine vliegjes om de honger mee te stillen. Tussen het vliegen en het eten door wordt er regelmatig een vrouwtje versierd en worden de eitjes gelegd. Soms zie je in het riet of op een grasspriet een exemplaar zitten dat er anders uitziet, de vleugels zijn lichter en hij ziet er splinternieuw uit. Deze jonge exemplaren hebben net hun oude, stevige beschermende jas verruild voor het fragiele pakje dat ze de rest van hun leven zullen dragen. Als vleugelloze nimf in een harnas begonnen, maar uiteindelijk gevormd tot een dartele libel die vrolijk door de lucht zweeft.
Marcel van Kammen, www.momentsofnature.nl
Groen licht
7
Wandelen is de natuurlijke verbinding tussen mens en cultuurlandschap
Wandelen Fryslân biedt grote kansen voor regiomarketing In Fryslân stond wandelen lange tijd in de schaduw van de fietsroutes. Gelukkig is hierin een duidelijke kentering gekomen. Zowel provincie en gemeenten als organisaties voor toeristische promotie en marketing ‘ontdekken’ dat fietsen en wandelen elkaar niet bijten, maar juist versterken. Landschapsbeheer Friesland, in deze provincie jarenlang de motor achter wandelinitiatieven als de Ommetjes, Oude Paden - Nieuwe Wegen, Historische Wandelpaden in NoordoostFryslân en Waddenwandelen, is hier blij mee. De organisatie denkt met een provinciedekkend wandelnetwerk op basis van knooppunten de kansen voor een succesvolle regiomarketing aanzienlijk te kunnen vergroten. Een concept voor ‘Wandelen Fryslân’ ligt op de planken, met kant-en-klare plannen voor de Stadsregio Leeuwarden, Zuidwest-Friesland en Heerenveen e.o. Een mooi voorbeeld van die veranderende houding bij overheden is de campagne ‘Beleef Friesland, water en méér!’ onlangs feestelijk gelanceerd door gedeputeerde Jannewietske de Vries en een viertal betrokken toeristische ondernemers.
Naast watersport en elf steden wordt ingezet op minder bekende (onder)delen van Friesland. Tevens worden watersporters verleid om ook buiten de vaarwegen te ontdekken dat er in Fryslân zoveel méér is dan water. Van de vier deelcampagnes speelt de tweede in op het groeiende aanbod voor fiets- en wandel-
WANDELENFRYSLÂN 8
Groen licht
liefhebbers. Namens de Friese Wouden onthulde recreatieondernemer Maaike Ploeg uit Gorredijk een mooie banner met een fiets- én wandelthema.
Marrekrite aan wal Een tweede voorbeeld is de uitbreiding van Recreatieschap De Marrekrite, dat nu ook voet aan vaste wal heeft gezet Het beheer en onderhoud van routenetwerken (bewegwijzering) in de provincie Fryslân is een nieuwe taak. Ook het aanpassen en uitbreiden van het knooppuntensysteem is onderdeel van hun werk. Hiervoor is in de persoon van Corrie Groot een Coördinator Landrecreatie aangetrokken. Het is haar taak de ontwikkelingen op het gebeid van wandel- en fietspaden op elkaar af te stemmen en kort te sluiten met de promotieorganisaties BeleefFriesland en Touristinfo Fryslân. Onlangs heeft het bestuur van De Marrekrite, bestaande uit de aangesloten gemeenten en provincie, ingestemd om ook het beheer en onderhoud van routenetwerken zoals voor wandelaars op zich te nemen. Daarmee lijkt de weg vrij voor een uniform wandelnetwerk in de provincie. Een ontwikkeling die Landschapsbeheer Friesland van harte ondersteunt. Niet enkel omdat het beproefde concept Wandelen Fryslân eenvoudig uitrolbaar
is in de hele provincie, maar ook omdat wandelen als modaliteit goed bij het werk van de organisatie past. Het leent zich uitstekend om de rijke verhalen van het Friese cultuurlandschap te vertellen. Wandelen is in feite de meest natuurlijke verbinding tussen mensen en het landschap. Een sportieve en duurzame vorm van slowtourism die aansluit bij de maat en schaal waarop je de vele landschapstypes van Fryslân het beste kunt beleven.
Digitale Toeristische Informatie Wat voor toerisme en recreatie geldt, gaat zeker ook voor wandelen op: de digitalisering van de toeristische informatie. Internet is onmisbaar als communicatiemiddel bij de promotie en ontsluiting van de routes (met onderweg alle informatie van dien). De provincie Fryslân wil organisaties en ondernemers hierin goed ondersteunen. Eén van de nieuwe middelen is het opzetten van koepeldatabase Digitale Toeristische Informatie (DTI). Streven is om alle digitale toeristische informatie te bundelen en onder te brengen in de database met een achterliggende kaartstructuur. Voor organisaties en ondernemers biedt dit extra mogelijkheden voor de inzet van internet als marketinginstrument. Voor de provincie levert de koepeldatabase meer efficiency op en
bespaart daarnaast kosten op te verstrekken subsidies. Bovenal voorziet de database in de behoefte om informatie, zeker als die met overheidsgeld is verkregen, op een eenvoudige en eenduidige wijze te ontsluiten. De website Waddenwandelen.nl staat model voor deze ontwikkeling en geeft een goed beeld van wat straks zoal mogelijk is met de koepeldatabase DTI. Voor andere toeristische ontwikkelingen,
zoals Wandelen Fryslân, biedt DTI een schat aan gegevens. De input voor de database komt van het toeristisch platform en de provincie Fryslân, maar ook van ondernemers zelf (alles wat iedereen individueel invoert verrijkt de database en dus elke website die erop draait) evenals andere organisaties en/of bedrijven die willen meewerken aan dit initiatief. Naast gegevens over organisaties, bedrijven,
interessante plaatsen, biedt de koepeldatabase ook onderdak aan gegevens over routes en bijvoorbeeld evenementen. Naast traditionele datatypes worden ook (geo-)spatiale data opgeslagen, bewerkt en ontsloten. Informatie die onder andere door BeleefFriesland en Touristinfo Fryslân gebruikt gaat worden via hun eigen internetplatforms.
Landschapsbeheer presenteert resultaten onderzoek Vlaskamp Op 14 juni organiseert Landschapsbeheer Friesland een minisymposium waarop de resultaten van de inventarisatie van Vlaskamptuinen in de provincie bekend worden gemaakt. Vijftig tuinen waarvan vaststaat dat ze zijn ontworpen door Gerrit Vlaskamp zijn onder de loep genomen.
Met het minisymposium sluit Landschapsbeheer het project rond de Friese landschapsarchitect Gerrit Vlaskamp af. De afgelopen twee jaar heeft de organisatie met hulp van de provincie, gemeenten en tal van particulieren de invloed van de tuinarchitect in kaart gebracht. Vlaskamp ontwierp vanaf het midden van de negentiende eeuw tal van tuinen voor Friese notabelen. Hij bepaalde daarmee het groene gezicht van veel dorpen. Aly van der Mark, Vlaskamp 'ontdekker' en kenner, houdt tijdens het symposium een lezing.
Het symposium is in Stania State. Wilt u ook komen? Meld u dan aan via
[email protected]. U bent van harte welkom.
Groen licht
9
Landschapsbeheer Friesland werkt aan herstel en behoud terpen en wierden
“Verhaal over het ontstaan van het landschap als decor voor ontwikkeling”
Wie weet nog dat de kuststrook langs de Waddenzee vroeger tot de dichtstbevolkte gebieden van Europa behoorde. Dat in dit open gebied tussen Vlie en Eems mensen werkten en woonden op kunstmatige heuvels in een kwelder en veenland waar de zee bij hoogwater vrij spel had. Landschapsbeheer Friesland wil dat verhaal beleefbaar maken en inzetten als decor voor de (toeristische) ontwikkeling van het Terpen- en Wierdenland. Samen met Landschapsbeheer Groningen, het Kenniscentrum Landschap, het Terpencentrum van de Rijksuniversiteit en Museum Wierdenland in Ezinge - dat overigens ook deel uit maakt van het Terpencentrum - werkt Landschapsbeheer Friesland aan het project 'Terpen- en wierdenland in ontwikkeling'. De twee Landschapsbeheren willen het dit voorjaar indienen voor de pioniersfase van het Waddenfonds.
dorp blootlegt. Dit is het uitgangspunt voor het kiezen van een aantal maatregelen waarmee de kenmerken van het dorp worden versterkt. De bewoners spelen een actieve rol in het project. Zo wordt per dorp een werkgroep opgezet die deelneemt aan het archeologische onderzoek en wordt het pakket maatregelen met bewoners en ondernemers uit het dorp samengesteld en waar mogelijk uitgevoerd.
Waardevol verhaal
Daden en woorden Voor het project zijn negen dorpen in Fryslân en Groningen geselecteerd, waar in de eerste fase al doende een methodiek wordt ontwikkeld voor behoud en herstel van de karakteristieken van een terp- of wierdedorp. De aanpak krijgt een stevig fundament. In elk dorp wordt begonnen met een archeologisch onderzoek dat het specifieke verhaal van het
10
Groen licht
'Terpen- en wierdenland in ontwikkeling' is een typisch Landschapsbeheerproject. Het werkt op dorpsniveau aan de verbinding tussen mens en landschap, maar versterkt daarmee tevens het landschap en de ontwikkeling van de regio in bredere zin. Zo voeden de nieuwe inzichten in de geschiedenis van de terpdorpen in dit project het grotere verhaal over het ontstaan van het landschap en de strijd tegen het water. Dit verhaal zet 'Terpen- en wierdenland in ontwikkeling' in om bewoners en beleidsmakers te stimuleren en te ondersteunen om waardevolle landschapselementen te behouden en te herstellen. Het verhaal en het landschap samen worden ingezet om het terpen- en wierdenland, dat zijn ontstaansgeschiedenis deelt met wereld-
erfgoed Waddenzee, als fascinerende en onderscheidende bestemming te presenteren aan bezoekers.
“Wierden zijn de drager van het landschap” “In de noordelijke kleigebieden zijn wierden een bindende factor. Ze staan aan de basis van de ontwikkelingsgeschiedenis van het gebied en ze zijn de dragers van het landschap en van veel cultuurhistorische elementen, als kerken.” Jan Beekman is manager voor het Hoogeland van het Programma Landelijk Gebied, de Groninger 'Plattelânsprojekten', waarin de provincie samenwerkt met gemeenten, waterschappen en andere maatschappelijke organisaties. Hij draagt bij aan de ontwikkeling van Terpen- en wierdenland in ontwikkeling en begeleidt de projectpartners. “Het is een ingewikkeld, maar ook een belangrijk project. Wierden vragen onderhoud, als je er niets aan doet, raken ze in verval.”
Grutsk op 'e Romte
“Met gemeenten meedenken over ruimtelijke kwaliteit” Praktisch aan de slag Gemeenten willen best werken aan ruimtelijke kwaliteit, stelt Van Loon. “In Grutsk zijn alle waarden van het Friese landschap en het provinciale belang op papier gezet. Grutsk is een handreiking, een ontzettend goed handboek waar gemeenten praktisch mee aan de slag kunnen. Bij nieuwe ontwikkelingen kunnen zij met deze kennis een zorgvuldig beleid toepassen. Gemeenten kunnen daarbij ook profiteren van de kennis die reeds bij Landschapsbeheer Friesland aanwezig is.”
Hoe gaan wij in Fryslân om met het landschap en hoe behouden we de ruimtelijke kwaliteit van onze provincie? Met het werkboek ‘Grutsk Op ‘e Romte’ hoopt de provincie Fryslân dergelijke vragen te beantwoorden en het begrip ruimtelijke kwaliteit handen en voeten te geven. ’Grutsk op ‘e Romte’ beschrijft de kwaliteiten van Fryslân en is een praktische doorvertaling van het provinciale Streekplan 'Om de kwaliteit fan de romte', legt beleidsmedewerker Els van Loon van Landschapsbeheer Friesland uit. De Provincie Fryslân heeft hoge ambities als het gaat om ruimtelijke kwaliteit. Deze ambities zijn vastgelegd in het streekplan 'Om de kwaliteit om de romte. Het werkboek Grutsk op ‘e Romte biedt ondersteuning bij het vertalen van deze provinciale belangen naar de praktijk, nieuwe ontwikkelingen in het landschap en praktische gemeentelijke plannen. Denk bijvoorbeeld aan uitbreiding van dorpen, recreatieterreinen, windmolens. “Grutsk op ‘e Romte is een belangrijk kennisdocument, maar ook een beleidsdocument”, aldus Catrien de Vries, procescoördinator van Grutsk op ‘e Romte. “Met dit document willen wij de ambities voor ruimtelijke kwaliteit behouden, ontwikkelen en versterken. Dat doen we graag samen met andere partijen die verantwoordelijk zijn voor de inrichting van die ruimte, zoals gemeenten. Met Grutsk op ‘e Romte willen we informeren, inspireren en adviseren. Want iedereen kan een steentje bijdragen aan ruimtelijke kwaliteit en de uitstraling van het landschap.”
Werksessies De provincie organiseerde de afgelopen tijd een groot aantal werksessies om na te gaan of gemeenten uit de voeten kunnen met het nieuwe handboek. Els van Loon nam op verzoek van de provincie deel aan deze werksessies. “Ruimtelijke kwaliteit moeten we echt bij iedereen tussen de oren zien te krijgen. Op die manier voorkomen we verrommeling van het landschap. Landschapsbeheer Friesland brengt het gedachtegoed van Grutsk in de praktijk, dat hebben we afgesproken met de provincie. Aan ons dus de taak iedereen te informeren en draagvlak te creëren. Zodat iedereen zich bewust wordt van het belang van ruimtelijke kwaliteit, het behoud en zeker ook de noodzaak om de bijzondere kernkwaliteiten van de diverse landschapstypen in onze provincie te versterken.”
Het project 'Herstel en Versterking in Zuidoost Fryslân' is volgens Van Loon een mooi voorbeeld van werken aan ruimtelijke kwaliteit. “Wij herstelden het landschap en zorgden, waar nodig, voor extra aanplant. Het landschappelijke inpassen van nieuwe agrarische bebouwing (Nije Pleats) of de landschapsimpuls bij de Centrale As zijn actuele voorbeelden. Ook de werkwijze die wij toepassen bij 'Doarpen yn 't Grien' sluit naadloos aan bij Grutsk. We kunnen komende tijd veel soortgelijke projecten verwachten. Voor Landschapsbeheer Friesland ligt hier een belangrijke taak.” Met het werkboek in de hand, hoopt Landschapsbeheer Friesland nog veel meer van dergelijke projecten te kunnen doen. In 2013 zal samen met de provincie gewerkt worden aan een uitvoeringsprogramma.
Eén van de projecten die Landschapsbeheer Friesland hiervoor wil inzetten is Moai Fryslân. Een televisieserie over ruimtelijke kwaliteit en de rol van burgers hierin (zie elders in dit nummer).
Groen licht
11
Een dag op pad met: Diederik Sleurink en Ane Zijlstra
Heideterreinen natuurlijk beheren met schaapskuddes
Met stevige stappen wandelt herder Diederik Sleurink over de hei bij Ketliker Skar. Naast hem loopt Ane Zijlstra van It Fryske Gea. Zijlstra praat en wijst in de verte, Sleurink volgt zijn blik. Binnenkort wandelt Sleurink hier weer met zijn schaapskudde, een mobiele of gescheperde kudde die helpt bij het beheer van heideterreinen in Zuidoost-Fryslân.
Diederik Sleurink en Ane Zijlstra zijn beiden nauw betrokken bij het Project 'Effect van inzet gescheperde kudde in het heidebeheer in Zuidoost-Fryslân'. Een project dat Landschapsbeheer Friesland laat uitvoeren, in nauwe samenwerking met de Vlinderstichting, de Universiteit van Wageningen (WUR), de Stichting Bargerveen die zich richt op systeem-
gericht natuurherstel en het onderzoekcentrum B-WARE, verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Uiteraard zijn ook de beheerders van natuurgebieden, zoals It Fryske Gea, Staatsbosbeheer en de provincie, net als de herders, nauw betrokken.
Wetenschappelijk onderzoek Schapenbegrazing lijkt succesvol. Volgens projectleider Karin Sjoukes van Landschapsbeheer Friesland is een kudde een goed te sturen, milieuvriendelijk beheersinstrument. Maar wat is het effect van zo'n kudde op de overige flora en fauna van heideterreinen? Landschapsbeheer startte, op verzoek van de provincie, een onderzoek naar
het beheer van heideterreinen. De resultaten lijken gunstig, kijk hier maar eens om je heen. Zie je de diversiteit in het landschap? Het is net een mozaïek, een lappendeken van oude heideplanten, jonge hei, gras en bomen. Die diversiteit realiseren we dankzij schapenbegrazing. Maar het gaat niet alleen om begrazing, het gaat ook om zaadverspreiding of het meenemen van kleine insecten van het ene naar het andere terrein.”
Proefvakken Zijlstra wijst in de richting van de werkschuur van It Fryske Gea. “Achter die schuur, bij het Ketliker Skar, hebben we verschillende proefvakken waar we de kuddes laten grazen. Stichting
“Het effect van schapenbegrazing kunnen we straks wetenschappelijk onderbouwen” de invloed van beheer met gescheperde kuddes op de fauna in heideterreinen. Ane Zijlstra noemt het een belangrijk onderzoek. “It Fryske Gea, maar ook Staatsbosbeheer, zet sinds 2006 mobiele of gescheperde schaapskuddes in voor
12
Groen licht
Bargerveen neemt daar regelmatig bodem- en vegetatiemonsters om na te gaan wat de impact van een kudde is op het landschap. Overigens nemen wij, als terreinbeheerders, zelf ook actief deel aan het onderzoek. We tellen bijvoor-
beeld vlinders in een bepaald gebied en maken vegetatieopnamen.” Sleurink volgt de resultaten van het onderzoek nauwgezet. “Ik las laatst in een tussentijdse rapportage dat er in een van de proefvakken sprake was van behoorlijke vergrassing. 'Is de inzet van een kudde wel afdoende om die vergrassing tegen te gaan', was de vraag die daaraan gekoppeld werd.” Sleurink twijfelt echter geen moment aan de capaciteit van zijn kudde. “Wij weten precies hoeveel schapen we moeten inzetten om vergrassing tegen te gaan. Groeit er veel gras, dan zetten we de kudde daar wat langer aan het werk. Maar soms laten we, in overleg met Ane, het gras op bepaalde plekken staan, zodat je een mooi gevarieerd heidelandschap krijgt.
de kudde wel regelmatig overal komt. We zetten de routes daarom op papier. Anders loopt een herder voortdurend achter de feiten aan.” Sleurink wijst op een boompje vlak voor hem. “Dit soort berkenboompjes groeit snel. Als je hier een tijdje niet komt, zie je ze overal staan. Het lijkt nu nog niet veel, maar het hout is al vrij hard. Schapen laten de boompjes staan, lopen erom heen. De schapen vreten de boompjes wel aan, maar daarmee zijn ze nog niet weg. Meestal knip ik zulke boompjes
hoopjes, die zie je hier overal. Zouden we het gebied onderhouden door te plaggen, dan verdwijnt dat volledig. Maar met schapenbegrazing behouden we dit microreliëf.” Sleurink startte in 2006 met een eigen schaapskudde voor ecologisch natuurbeheer. Inmiddels telt zijn onderneming Wylde Weide Landschapsbeheer vijf kuddes. Schapenbegrazing is herontdekt. Het verbaast Sleurink niet. “Schapenbegrazing is een natuurlijk proces. Veel heides zijn zo ontstaan.”
“We weten exact hoeveel schapen er nodig zijn om vergrassing tegen te gaan” weg met een snoeischaar. Loopt het weer uit, dan eten de schapen het wel weg.” We laten overigens genoeg bomen en struiken staan, vervolgt Sleurink. Zijlstra wijst recht vooruit. “Vlak voor je een mooi voorbeeld: een meidoorn. Die struik bloeit straks prachtig, daar komen veel vlinders en insecten op af.”
Ecologisch natuurbeheer Het is de kunst het heideterrein in z'n geheel te bekijken, stelt Zijlstra. “We willen voorkomen dat de heide vergrast. Het pijpestrootje wint het bijvoorbeeld constant van de heide. Doe je daar niets aan, dan schieten ze door. Dat laten we dus begrazen. Maar zie je daar in de verte die pijpestrootjes wuiven in de wind. Dat is toch prachtig? Die mogen van mij blijven staan, zolang het maar binnen de perken blijft.” Zijlstra bukt en wijst op een zandhoopje. “Kleine mieren-
Continuïteit Zijlstra wijst daarbij op het belang van continuïteit. “Het resultaat van schapenbegrazing is pas na een paar jaar zichtbaar. Met alle bezuinigingen was ik dan ook wel even bang dat we hiermee zouden moeten stoppen. Maar gelukkig ziet ook de provincie Fryslân het belang van schapenbegrazing. Dankzij het geld van de provincie kunnen we zeker nog vijf jaar doorgaan met begrazing. Het is mooi dat de provincie daarnaast ook nog kan bijdragen aan het onderzoek naar de effecten van schapenbegrazing op de fauna.”
Ane en ik moeten binnenkort maar even kijken bij het proefvak dat beschreven wordt. Grote kans dat het een plek is waar terugdringen van vergrassing niet de prioriteit is.”
Gevarieerd heidelandschap Zijlstra knikt. Een divers heidelandschap is de belangrijkste reden om schaapskuddes in te zetten. “Als terreinbeheerder geven we aan waar we de schapen willen hebben. Wij wijzen op botanische bijzonderheden en geven aan waar een herder op moet letten. Tijdens het broedseizoen moet je bijvoorbeeld uit de buurt blijven van plekken waar bijzondere vogelsoorten broeden. Tegelijkertijd moeten we in de gaten houden dat
Groen licht
13
Kees Terwisscha: “We willen graag weten wat de Friese burger wil en vindt”
Aandacht cultuurlandschap reden voor deelname Landschapsbeheer Friesland in Kening fan 'e Greide De stellingen en ideeën die op tafel zijn gekomen, besprak een gevormde burgerjury eind april met experts. Eindresultaat is een burgermanifest, dat een belangrijke stem heeft in het vervolgtraject.
Landschapsbeheer speelt een actieve rol in Kening fan 'e Greide, het burgerinitiatief dat aandacht vraagt voor de toekomst van het weidevogellandschap. Symbool staat de grutto, 'koning van het weiland', die grotendeels is aangewezen op Nederlandse (biodiverse) weide. Maar centraal staat het cultuurlandschap zelf en de bewoners erin. Landschapsbeheer Friesland zet zich breed in voor het Friese cultuurlandschap, is betrokken bij het educatieprogramma en is, door inzet van haar eigen PR-man Kees Terwisscha van Scheltinga, mede verantwoordelijk voor de communicatie van het initiatief. “Kening fan 'e Greide richt zich, net als wij, op behoud en ontwikkeling van kenmerkende cultuurlandschappen in Fryslân”, zegt Terwisscha over het waarom van de actieve steun. “Bovendien werkt de initiatiefgroep vanuit de wil en kracht van de burger. Van onderaf dus. Dat past helemaal bij de visie en werkwijze die Landschapsbeheer Friesland nastreeft.”
Veel belangstelling en emotie Kening fan 'e Greide startte officieel op 17 juli 2012, in het Friese provinciehuis. Onder meer CdK John Jorritsma en Wereld Natuur Fonds-directeur Johan van de Gronden spraken daar hun steun uit. Laatstgenoemde markeerde die door een speciale Friese editie van het 'WNF Living Planet report' te presenteren. Daaruit blijkt dat Nederland, op Malta na, het
slechts scoort op de ladder van biodiversiteit in Europa. Inmiddels is het initiatief in volle gang en krijgt het veel aandacht van de media. Ook het brede draagvlak, waarop vooraf is ingezet, lijkt meer en meer gevonden. Dat blijkt onder meer uit de vele, soms gepassioneerde reacties en doorgaans drukbezochte activiteiten. Zo startte in februari een serie gratis toegankelijke Collegetours en debatavonden in het atrium van Natuurmuseum Fryslân. Daarbij gaan nationaal aansprekende gasten, als Johan van de Gronden (WNF), Louise O. Fresco (hoogleraar en schrijfster), LTO-voorzitter Albert Jan Maat en natuurbeschermer Jaap Dirkmaat in gesprek met studenten, natuurliefhebbers, boeren, politici en andere geïnteresseerden.
Kening zoekt burger op Met zogenaamde 'streeksessies' zoekt Kening fan 'e Greide inwoners van - in eerste instantie – Fryslân actief op. Centraal tijdens de informele rondetafelgesprekken, waarvan op 2 april de voorlopig laatste was, staat de vraag: 'Wat is het weidevogellandschap ons waard?'
14
Groen licht
Terwisscha legt de waarde van deze werkwijze uit: “Voordat Kening fan 'e Greide een vervolg kan krijgen, willen en moeten we weten wat de Friese burger wil en vindt. Of er draagvlak is of kan ontstaan. Kan het ons wat schelen dat onze leefomgeving steeds eentoniger wordt en dat daar steeds minder planten en dieren te zien en te horen zijn? Zo ja, wat hebben we daarvoor over? En tot welke economisch verantwoorde oplossingen kunnen we samen komen?” aldus Terwisscha, die benadrukt dat er net zoveel oog is voor het belang van boeren, landeigenaren en de daarmee verweven economie. Een derde pijler, naast ecologie en economie, is de sociaal-culturele. “Deels vanwege het sterke (wetenschappelijke) vermoeden dat biodiversiteit samenhangt met taal en cultuur, maar vooral vanwege het te peilen en te creëren draagvlak. Doel is om volwassenen, maar ook de volgende generaties te betrekken. Met een scala aan activiteiten én natuur- en milieueducatie. Hieraan wordt al gewerkt. Met al onze knowhow en ervaring op dat gebied, heeft Landschapsbeheer Friesland hierin een prominente rol.” www.keningfanegreide.nl
Ambassadeurs van Landschap 'on tour'
Column
Hoerenkaas
Kaas hoort bij het Nederlandse platteland en niet bij de stad. Simpelweg omdat de meeste boeren niet in de stad wonen maar in de laatste groene vlekken tussen deze steden in. En omdat koeien niet zijn ingericht op het verstouwen van straatklinkers, metselstenen, Amsterdammertjes en grachtenwater, maar de plantengroei van een grazige en liefst bonte wei nodig hebben om hun tong omheen te slaan. Hier komt het platteland bij ons in beeld en niet de Oudezijds Voorburgwal. Behalve de geiten in het Amsterdamse Bos zul je in het hedendaagse Mokum op het eerste gezicht weinig herkauwers aantreffen. Toch wijst het verschijnen van een kaas met de naam Old Amsterdam op het tegendeel. Mogelijk worden er in onze hoofdstad inmiddels hele horden melkkoeien gehouden ter beteugeling van de woekerende vegetatie op de oprukkende groene daken.
Foto: Alice Booij van Netwerk Streekarchief Zuidwest Fryslân
Onlangs bood Landschapsbeheer Friesland wederom assistentie bij het opleiden van recreatie-ondernemers uit Zuidwest-Friesland tot 'Ambassadeurs van het Landschap'. Samen met informatiecentrum Mar & Klif uit Oudemirdum organiseerde Landschapsbeheer Friesland een excursie langs alle mooi plekjes in Zuidwest-Friesland.
De excursie is een vast onderdeel van de cursus die al voor de derde maal georganiseerd wordt in het Nationaal Landschap. Het aantal deelnemers lijkt bij iedere volgende cursus toe te nemen. Maar liefst 25 deelnemers gingen mee met de bustocht op woensdag 27 februari. Projectleider Jan Piet de Boer was de gids in de bus. “Er is opvallend veel interesse voor deze cursus.”
Kennisoverdracht Het belangrijkste doel van de excursie is kennisoverdracht. “Nationaal Landschap Zuidwest-Friesland is een gevarieerd landschap: over de keileemhoogten van Gaasterland vertel je een ander verhaal dan over het open veengebied of een terpdorp als Piaam.”
De Boer is overigens niet alleen aan het woord. “We vragen de cursisten zelf ook iets te vertellen in de bus, zodat zij leren hoe ze kennis over het landschap kunnen overdragen. Er staat dus regelmatig een ondernemer op met een mooi verhaal over de omgeving.” De cursus wordt afgesloten met het uitreiken van een certificaat. Daarmee zijn de ondernemers officieel 'Ambassadeur van het Landschap'.
Is de Old Amsterdam dan soms toch in de grachten gepekeld en gepokt en gemazeld op de Walletjes? En is deze Old Amsterdam dan bij nader inzien wellicht geen Boerenkaas maar een Hoerenkaas? Welk reclamerund wil ons wijsmaken dat er een relatie is tussen een eenentwintigste-eeuwse fabriekskaas en tradities die verwijzen naar een zeventiende-eeuws Amsterdam? Of is hier sprake van reclamemakers en grootindustriëlen die van twee Walletjes willen eten? Chemiereuzen en Wageningse topmensen zijn momenteel druk bezig met een wanhoopsoffensief. Deze grappenmakers willen ons doen geloven dat wij in het jaar 2050 met z’n 9 miljarden op deze aardkloot ronddraaien en wij, de Nederlanders, zouden al deze mensen moeten voeden. Ook moeten gewassen via genetische modificatie toekomstbestendig worden gemaakt, anders staat het er niet zo best voor ons voor. Voor het gemak, en vooral omdat er geen patenten op kunnen worden verleend, verzwijgt men het feit dat er wereldwijd 40.000 soorten hogere planten door de mens worden gebruikt. Wij trappen niet meer in deze doortrapte flauwekul. We eisen gifvrij eten, het liefst uit eigen streek en schudden de tentakels van de industrie van ons af. De revolutie is onder ons: gezondheidszorg is allereerst zorgen voor gezond eten.
Jan J. de Boer
Groen licht
15
Teatske van Dalen: “Weststellingwerf nog een stukje mooier.”
Fase V 'herstel en versterken landschap Zuidoost-Fryslân' Met de onthulling van het informatiebord 'Oude veldnamen Sonnega en Oldetrijne' werd begin januari de vijfde fase van het project Doarpen yn 't Grien in Zuidoost-Fryslân afgerond. Landschapsbeheer Friesland voerde in opdracht van de gemeente Weststellingwerf projecten uit in de dorpen Nyelamer en Oldelamer, Nyeholtwolde en in Oldetrijne en Sonnega.
zoals het aanplanten van bomen of hagen. Het planten deden de bewoners zelf. Samen hebben we ervoor gezorgd dat Weststellingwerf nog een stukje mooier is geworden.” Als afsluiting van het project werden donderdag 10 januari twee informatieborden onthuld. Behalve een informatiebord vóór het dorpscentrum, werd in
het centrum een tweede bord over de geschiedenis van het oude Oldeholtwolde gepresenteerd. Na afronding van deze fase, gaan we overigens gewoon verder met fase VI, kondigt Van Dalen aan. “In het westelijk deel van de gemeente Weststellingwerf is de inventarisatie van werkzaamheden al afgerond.”
Herstellen en versterken van het landschap. Dat was het belangrijkste doel van de uitgevoerde projecten. “Landschapsbeheer Friesland verzorgde het voorwerk en inventariseerde de werkzaamheden. De gemeente coördineerde de uitvoering van de werkzaamheden”, licht projectleider Teatske van Dalen van Landschapsbeheer Friesland toe. “Op maar liefst 65 erven in de streek werden werkzaamheden uitgevoerd, van het aanplanten van een fruitgaard tot het opknappen van houtsingels.”
Doarpen yn ‘t Grien In het kader van Doarpen yn 't Grien werkte Landschapsbeheer Friesland nauw samen met de bewoners van het gebied. “Samen maakten we plannen, met name voor de wat kleinere werkzaamheden,
E
Vrijwilligers aan de slag op Merskerheide
en nieuwe vrijwilligersgroep uit Ureterp verzorgt sinds eind 2012 het beheer en onderhoud van de Merskserheide bij Ureterp. Landschapsbeheer Friesland faciliteert de vrijwilligers door te zorgen voor de benodigde gereedschappen. “Ik ken geen plek waar zoveel kraaiheide staat als op de Merskerheide. Die omgeving is zo fantastisch mooi, dat moeten we met zorg onderhouden”, stelt Jan Falkena, één van de vrijwilligers uit de groep. De vrijwilligersgroep ontstond op initiatief van de Vereniging Natuur & Milieu Ureterp, vanuit betrokkenheid bij het plaatselijk natuurterrein. De vrijwilligers ondersteunen het onderhoud van Staatsbosbeheer, de eigenaar van het wandelbos ten zuidoosten van Ureterp. “De Merskerheide dreigde wat verloren te gaan. Dat ging ons aan het hart. Wij meenden het onderhoud zelf beter te kunnen. Vandaar dit initiatief”, aldus Falkena. De vrijwilligersgroep bestaat uit zes vrijwilligers. Elke maand gaan zij een vrijdagochtend in het gebied aan het werk. “Om de openheid van het heidelandschap te behouden, verwijderen we jonge boompjes. In nauw overleg met Staatsbosbeheer voeren we soms ook grotere klussen uit.”
16
Groen licht
Christel Snoep: “Met boeren werken aan landschappelijk inpassing.”
ELAN en Landschapsbeheer Friesland werken 'natuurlijk' samen helpt hen bij het opstellen van deze plannen. In veel gevallen bespoedigt dit het verstrekken van een vergunning: dankzij Landschapsbeheer Friesland dragen de plannen bij aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving.
Landschapsbeheer Friesland werkt meer en meer samen met de agrarische natuurvereniging ELAN. Het is een logische samenwerking, aldus Christel Snoep van Landschapsbeheer Friesland. “We versterken elkaar. Boeren willen graag uitbreiden. Landschapsbeheer Friesland pleit voor een landschappelijke inpassing van die uitbreidingsplannen. Door samen te werken realiseren we uitbreidingen die op een verantwoorde manier in het landschap worden ingepast.”
Snoep gaat zelf op adviesbezoek bij elke boer die zich aanmeldt. “We doen een ronde over het erf, bekijken het aanzicht van het voorerf en nemen ook het achtererf mee waar vaak uitbreiding van het bedrijf plaatsvindt. Boeren reageren enthousiast op die aanpak. Ons advies gaat niet over het aanplanten van één boompje, we adviseren over inrichting van het hele erf. Zodat het geheel past bij de omgeving.”
Landschapsbeheer is inmiddels al op twee erven praktisch aan de slag geweest, vervolgt Snoep. “Sommige agrariërs nemen de uitvoering voor eigen rekening, anderen laten dit aan ons over. Bij één boerderij hebben we bij de entree een eikenlaan aangeplant. Dat ziet er fraai uit. De nieuwe stallen passen bij het landschap. We sluiten daarmee aan bij de visie van de Nije Pleats, het provinciale project dat werkt aan een overeenstemming tussen belangrijke partijen over de ruimtelijklandschappelijke inpassing van agrarische bedrijven.”
Doelstelling Landschapsbeheer Friesland wil vóór het einde van het jaar twintig erven in Zuidoost-Fryslân onder handen hebben genomen. Snoep is optimistisch. “In 2013 is fase II van dit project van start gegaan in gemeente Heerenveen. Er volgt nog één informatieavond. Verder gaan we in Weststellingwerf op vijf erven aan het werk en daarnaast lopen er nog acht aanvragen. Het wordt wellicht wel wat krap alle plannen dit jaar nog uit te voeren. Een aantal agrariërs is namelijk nog bezig met het vergunningtraject. Maar mogelijk verlengen we het project daarvoor.”
In 2011 startten Landschapsbeheer Friesland en ELAN samen het project Erven in het Groen in Zuidoost-Fryslân. Afgelopen jaar, tijdens de eerste fase van het project, organiseerde Landschaps-beheer Friesland informatieavonden in de gemeenten West- en Ooststellingwerf. Landschapsbeheer adviseert onder andere over de inrichting van het erf. Boeren die zich hiervoor aanmelden, kunnen profiteren van subsidie voor het opstellen én de uitvoering van de plannen. Zij krijgen bijvoorbeeld 70% van de nieuwe aanplant vergoed.
"Wij adviseren over het voorerf én het achtererf om het
Informatie en advies
geheel goed in de omgeving te laten passen."
“ELAN gaat letterlijk de boer op en organiseert ledenvergaderingen. Tijdens die bijeenkomsten verzorgt Landschapsbeheer Friesland een presentatie over het ervenproject”, legt Christel Snoep uit. De gekozen aanpak werkt goed. Er komen veel boeren op de ledenvergaderingen af. Als één boer zich aanmeldt, zie je dat anderen vaak volgen.”
Vergunning Met name die landschappelijke inpassing maakt het advies voor veel boeren interessant, weet Snoep. Veel boeren willen uitbreiden, maar moeten daarvoor gedegen plannen overleggen aan de gemeente. Zonder die plannen krijgen zij geen vergunning. Landschapsbeheer Friesland
Groen licht
17
Veel insectensoorten in houtwallen en elzensingels Prachtvlieg “Voor het op naam brengen van insecten worden we geholpen door leden van de Nederlandse Entomologische Vereniging (NEV) en European Invertebrate Survey (EIS) Nederland, een club van specialisten op het gebied van allerlei groepen insecten. Veel insecten kennen we nauwelijks, dus hun hulp is erg belangrijk.” Tuinstra vertelt dat hij tijdens zijn veldwerk een spinnetje zag, die net een vlieg had gevangen. “De spin bleek de vrij gewone huiszebraspin te zijn. Het vliegje bleek daarentegen bijzonder zeldzaam te zijn. Deze ‘prachtvlieg’ werd pas twee keer eerder in Nederland gezien.” Landschapsbeheer Friesland vervolgt in 2013 de inventarisatie van insecten in Nationaal Landschap Noardlike Fryske Wâlden. Een omvangrijk project, want er zijn veel insecten. De diversiteit is enorm. Gerrit Tuinstra licht het belang van deze inventarisatie toe: hiermee laten we de enorme diversiteit aan flora en fauna in het gebied zien, waaronder insecten.
Met het in 2012 uitgevoerde project Biodiversiteit Noardlike Fryske Wâlden (NFW) bracht Landschapsbeheer Friesland, samen met Altenburg & Wymenga en de vereniging NFW, de biodiversiteit voor een deel al in kaart. Er werd onderzoek gedaan naar onder andere broedvogels en vleermuizen.
hiervoor te interesseren. Er is, dankzij het landelijke programma Groen en Doen, budget om vrijwilligers op te leiden voor de inventarisatie. Er wordt gekeken naar verschillende groepen insecten. Nachtvlinders en kevers, of zweefvliegen die gevangen kunnen worden met malaise- of tentvallen.”
Insecteninventarisatie Ook werd in dit project gekeken naar insecten. In de houtwallen zijn maar liefst 670 verschillende soorten insecten aangetroffen, stelt Tuinstra. “Het belang van de inventarisatie is dan ook groot. Hiermee kunnen we de daadwerkelijke biodiversiteit van het gebied aantonen. Daarnaast kunnen we de gegevens gebruiken als basis voor toekomstige monitoring, om eventuele veranderingen aan te tonen. ”We kunnen bovendien bekijken of en welk type beheer van invloed is op de insectenstand.”
Vrijwilligers gezocht Landschapsbeheer Friesland zoekt nieuwe vrijwilligers, die kunnen helpen bij de inventarisatie van insecten, die komend seizoen wordt voortgezet. “Met presentaties en excursies hopen we mensen
18
Groen licht
Tuinstra geeft aan dat de inventarisatie aan het einde van het jaar nog steeds niet compleet zal zijn. “We brachten tot nu toe al veel soorten in kaart, maar daar zit bijvoorbeeld nog niet één libelle bij, terwijl die ook in het gebied voorkomen. Daar zijn we simpelweg nog niet aan toegekomen.” Zelf inventariseerde Tuinstra reeds 450 soorten nachtvlinders. “Maar er zijn mogelijk wel 900 soorten.”
Vleermuizen In het biodiversiteitproject werden ook de vleermuizen in de Noardlike Fryske Wâlden geïnventariseerd. Hiervoor werden waarnemingspunten op twaalf routes gemarkeerd, verspreid in het gebied. Op maar liefst 80% van deze punten werden daadwerkelijk vleermuizen waargenomen. De inventarisatie leverde zes vleermuissoorten op, waaronder ook de bijzondere Tweekleurige vleermuis. “We herkenden deze soort niet direct tijdens de inventarisatie. Pas toen een specialist uit Assen de opgenomen geluiden van de batdetector afluisterde, herkende hij de soort”, aldus Gerrit Tuinstra. Er vliegen overigens veel meer vleermuizen dan verwacht langs de houtwallen. Mogelijk heeft dit te maken met de grote hoeveelheden insecten die hier voorkomen. Vleermuizen leven daarvan.
Nynke Rixt Jukema: “Meer openbare toiletten nodig op Friese platteland”
Onbereikbaar Fryslân onderzoekt thema’s van Noardwest-Fryslân NRJ architectuur en Kees Terwisscha van Scheltinga van Landschapsbeheer Friesland bedachten dat naar analogie van oude kloosters, inspirerende leiders, gewijde plaatsen en spirituele landschappen deze plekken op een speciale en gepaste manier bereikbaar gemaakt konden worden.
Samen met regiobewoners
Met geld van Leader gaan architect Nynke Rixt Jukema en Landschapsbeheer Friesland onderzoek doen naar de combinatie van toeristische rustplekken en onthaastingsroutes in Noardwest-Fryslân rond drie thema’s: boerenprofessoren, de collectieven van vroeger en nu en rust & bezinning. Deze thematische routes worden gekoppeld aan bestaande fiets- en wandelroutes (via knooppunten) en onderweg voorzien van de nodige rustplekken. Waar deze in de regio ontbreken (toilet en mogelijk koffie en thee) wordt samen met leden van Vrouwen van Nu, Passage en Plattelandsvrouwen gekeken of er mogelijkheden ‘aan huis’ zijn. Als deze pilot voldoende resultaat oplevert, wordt gekeken of dit voor heel Fryslân uitkomst kan bieden. Het idee voor Onbereikbaar Fryslân is ontstaan tijdens de Digitale Agenda Fryslân, waar Nynke Rixt Jukema van
Uit gesprekken met de provincie Fryslân kwam de wens naar voren dat het plan ook toe moest naar concrete aansluiting met bewoners in de regio en van onderop moest worden ingezet en ontwikkeld. Die aansluiting is gevonden door de contact te leggen met de actieve en sterk in de regio gewortelde vrouwenverenigingen. De bestuursleden zijn enthousiast over de ideeën en liepen zelf ook rond met vergelijkbare plannen. De gezamenlijk inventarisatie van thematische routes en toiletgelegenheden moet aan het eind van dit jaar uitmonden in een aanvraag Lokale Innovatie bij het Waddenfonds.
op zondag) en toiletten. Precies die ingrediënten die onder meer in de regiomarketing van Waddenland van Overvloed worden genoemd om gasten goed te kunnen ontvangen.”
Gastvrijheid Volgens Nynke Rixt Jukema wordt het ‘toilettenprobleem’ vaak onderschat. “Ik hoop dan ook dat er rond de beoogde fiets- en wandelroutes meer mogelijkheden komen voor een sanitaire stop, liefst op bijzonder plekken, zoals een bakkershúske of melkhuisje bij boerderijen. Op die manier denk ik dat we meer toeristen naar dit deel van de provincie te kunnen lokken. Juist deze persoonlijke gastvrijheid van bewoners wordt door bezoekers die op zoek zijn naar de couleur locale vaak erg gewaardeerd. BeleefFriesland en Touristinfo Fryslân willen we ter zijner tijd inschakelen voor een herkenbare promotie van dit nieuwe aanbod.”
“Met de vrouwenverenigingen spelen we in op een groot gemis in de gehele regio; de basale mogelijkheid voor wandelaars en fietsers om eenvoudig naar een openbaar toilet te gaan”, vertelt Terwisscha. “De regio staat bekend om zijn weidsheid, de ruimte en het authentieke landschap, belangrijke kwaliteiten voor een toerist die op zoek is naar rust, ontspanning en bezinning. Tegelijk ontbeert de regio voldoende toegankelijke horeca (met name
V
Plantdagen: vrijwilligers zetten doarpen yn 't grien
rijwilligers in verschillende dorpen verfraaiden in het vroege voorjaar de openbare groene ruimte met (struweel-)hagen, fruitbomen en solitaire bomen. Landschapsbeheer Friesland organiseerde in diverse dorpen plantdagen in het kader van 'Doarpen yn 't Grien'. “Met het project Doarpen yn 't Grien herstelt en versterkt Landschapsbeheer Friesland het landschap in nauwe samenwerking met gemeenten en Dorpsbelangen. In dit kader ging Landschapsbeheer Friesland in diverse dorpen aan de slag met enthousiaste groencommissies, vertelt Christel Snoep. “We maakten plannen voor de openbare ruimte, bijvoorbeeld in Akkrum-Oost en Nes en in Munnekeburen. Ook veel particulieren sloten zich bij het initiatief aan. Zij bedachten plannen en schaften met subsidie de gewenste beplanting aan.” De plantdag in Munnekeburen was onderdeel van een groter project in het dorp. “Op 6 april hebben 65 particuliere deelnemers hun plantgoed opgehaald en gingen aan de slag met plantwerk op eigen erf.” Dorpsbewoners toonden veel belangstelling voor de plantdagen. “Dorpsgemeenschappen zijn wat dat betreft hecht. De bewoners zetten zich samen in voor hun eigen omgeving, hun dorp”, vertelt Christel Snoep.
Groen licht
19
Groen en Doen
Met elkaar aan de slag met groen in de eigen omgeving versterking van het vrijwilligerswerk. “Die zijn in maart afgerond, binnenkort gaat fase II van start”, aldus projectleider Jan Piet de Boer.
Opleiden en professionaliseren
Samen werken aan een mooier landschap. Met dat doel heeft het ministerie van Economische Zaken het programma Groen en Doen opgezet. Groen en Doen ontwikkelt en stimuleert vrijwilligerswerk op het gebied van natuur en landschapsbeheer en 'groen in de stad'. “Met Groen en Doen hoopt de Rijksoverheid meer mensen te betrekken bij het groen in de eigen omgeving”, zegt Regina ter Steege, directeur van Landschapsbeheer Friesland. Het ministerie maakte hiervoor in 2012 maar liefst twee miljoen euro vrij. Aanleiding voor deze financiële impuls was de motie Koopmans, die vorig jaar in de Tweede Kamer werd ingediend als reactie op de forse bezuinigingen op natuur en landschap. “De rijksoverheid erkent Landschapsbeheer hiermee als één van de organisaties voor vrijwilligerswerk in de natuur.”
Vrijwilligersorganisatie Met het programma wil het ministerie van Economische Zaken vrijwilligerswerk op het gebied van natuur- en landschapsbeheer en ‘groen in de stad’ ontwikkelen en stimuleren. Zes landelijke groene vrijwilligersorganisaties krijgen het bedrag
van 1,2 miljoen euro voor de uitvoering van projectplannen. Deze organisaties zijn Landschapsbeheer Nederland (de koepelorganisatie van Landschapsbeheer Friesland), De12Landschappen, IVN, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de Vereniging Onderzoek Flora en Fauna (VOFF). Deze zes landelijke organisaties zullen hierbij nauw samenwerken met elkaar en met vele kleine lokale vrijwilligersorganisaties. Het project van Landschapsbeheer Nederland omvat het in 12 provincies opleiden van nieuwe en huidige vrijwilligers met speciale aandacht voor arbo en veiligheid bij het werken in het landschap. Hierbij wordt nauw samengewerkt met andere vrijwilligersorganisaties, zowel landelijk (o.a. IVN en Natuurmonumenten) als lokaal (Scouting). De activiteiten moeten leiden tot 24 nieuwe vrijwilligersgroepen met minimaal 10 leden die in 2013 minimaal een dag werk verzetten in het landschap. Door deze extra prikkel wordt naar verwachting voor meerdere jaren jaarlijks bijna 1.500 extra uren in het landschap gewerkt. Voor de eerste fase van Groen en Doen organiseerde Landschapsbeheer Friesland vanaf november 2012 verschillende wervings- en opleidingsactiviteiten ter
20
Groen licht
Belangrijkste doel van Groen en Doen is niet alleen het werven, maar ook het professionaliseren van vrijwilligers. “Voor een optimale begeleiding van vrijwilligers, scholieren en bedrijven zoeken we mentoren en coördinatoren. Wij nodigden vrijwilligers uit die op organisatorisch gebied veel in hun mars hebben, maar deze kwaliteiten nog niet of nauwelijks benutten ten behoeve van hun groene vrijwilligerswerk. We nodigden deze vrijwilligers uit voor een training, een zgn. ‘heidesessie’. Het mes sneed aan twee kanten: we professionaliseren onze vrijwilligers en leiden hen tegelijkertijd op om andere vrijwilligers in de toekomst te begeleiden.”
Onderhoud dorpsbossen Maar ook was er aandacht voor het starten van nieuwe vrijwilligersgroepen. “We nodigden in Franekeradeel bijvoorbeeld diverse verenigingen voor Dorpsbelang uit voor het onderhoud van dorpsbossen. Het beheer daarvan is meestal in handen van de gemeente, maar waar het om inrichting en beheer gaat draagt de gemeente graag verantwoordelijkheden over aan dorpsbewoners; zij krijgen zo meer inspraak in hun eigen omgeving. Het vergroot bovendien hun betrokkenheid bij de natuurlijke omgeving”, aldus De Boer.
Groen in de Stad Verder bood Landschapsbeheer Friesland de afgelopen maanden twee keer een basiscursus vruchtbomen aan. “We verzorgden deze cursus onder andere in de wijk Heechterp-Schieringen in Leeuwarden. Het pas opgerichte bewonersbedrijf in die wijk ontplooit activiteiten waarbij bewoners ingezet kunnen worden bij vergroening van de eigen leefomgeving. Tenslotte was er de grootse viering van de Boomfeestdag in Leeuwarden, een prachtige kans om extra aandacht te besteden aan het 'groen in de stad'. Ook tijdens Fase II van Groen en Doen gaan we hier volop mee aan de slag.”
‘Heidesessie’ voor vrijwilligers
“Al doende met elkaar ontdekken waar je kracht ligt” aan wordt toegevoegd. We zijn nog bezig met het ontwikkelen van de training, waarvan deze sessie voor de vrijwilligers als het ware de pilot was.”
Groen en Doen
Landschapsbeheer Friesland nodigde eind februari een groep vrijwilligers van Landschapsbeheer Friesland, It Fryske Gea en IVN uit voor een zgn. ’heidesessie’. “We wilden deze bekwame vrijwilligers bedanken voor hun trouwe en enthousiaste inzet. Tegelijk hielden we een training met het doel het vrijwilligerswerk te professionaliseren.”
Aan het woord is Jan Piet de Boer van Landschapsbeheer Friesland. Als projectleider organiseerde hij de heidesessie, in nauwe samenwerking met het trainingsbureau AEPOS en met trainer/coach Gerwine Wuring van Aerda, bureau voor Aarde Educatie, Visie-ontwikkeling & Methodiekscholing.
Bedrijfsleven “In de toekomst willen we dergelijke sessies organiseren voor ondernemingen en hun klanten, daarom hebben we het de titel ‘heidesessie’ mee gegeven. Samenwerken in de natuur blijkt inspirerend en leerzaam, zeker als daar iets als teambuilding of een specifieke training
Het initiatief sluit goed aan bij het landelijk project Groen en Doen. “Een van de doelen van dat project is het professionaliseren van vrijwilligers. De meeste van onze vrijwilligers kunnen veel meer dan alleen maar zagen en opslag verwijderen. We wilden hen deze dag laten ervaren waarin ze goed zijn. Ze al doende laten ontdekken waar hun kracht ligt.” De trainingsdag op 28 februari jl. bestond uit verschillende onderdelen. “Na een gezamenlijke start, gingen de vrijwilligers in twee groepen uiteen. “Terwijl de ene groep een rondleiding door Bakkeveen voorbereidde, ging de rest buiten aan het werk. We werkten met het hoofd, hart en handen”, vertelt De Boer, die zelf ook deelnam.
Evaluatie Aan het einde van de dag evalueerden de aanwezige vrijwilligers de training. “Er waren natuurlijk verbeterpunten. Maar het was vooral een bijzondere en leerzame dag.”
B
Landschap rond Haulerwijk en Waskemeer versterkt
egin 2013 rondde Landschapsbeheer Friesland het project 'Versterken van het landschap rondom Haulerwijk en Waskemeer' af. Het landschap rond de voormalige veenkoloniedorpen Waskemeer en Haulerwijk is gevarieerd. Karakteristieke turfvaarten, wijken en bossen, afgewisseld met besloten en open gebieden waarin de oorspronkelijke structuren nog goed leesbaar zijn. Landschapsbeheer Friesland wilde dit landschap versterken. Landschapsbeheer Friesland inventariseerde wat hiervoor nodig was, ging op erfbezoek en bepaalde in overleg met bewoners uit de regio de noodzakelijke werkzaamheden. Zo werden er hout- en elzensingels aangeplant, poelen aangelegd en erven kregen een landschappelijke inrichting. Frisia Bergum voerde deze werkzaamheden het afgelopen jaar uit. Ter afronding werd in het najaar bekeken of alle nieuwe beplanting was aangeslagen. Waar dit niet het geval was, is nieuwe beplanting gezet. Het project is eind maart definitief afgerond. Landschapsbeheer Friesland werkte in dit project samen met de gemeente Ooststellingwerf, Steunpunt Landschap, dorpsbelangen en inwoners van Waskemeer en Haulerwijk.
Groen licht
21
Jaar van de Boerderij
Hoe behouden we de 'kathedralen' van het Friese landschap? kwaliteit door een goede inpassing van agrarische gebouwen in het landschap. “Grote, moderne stallen moeten we met zorg in het landschap inpassen. Het provinciale project Nije Pleats is hiervoor een prima instrument.” Ook besteedde ze aandacht aan het hergebruik van boerderijen.“ Deze vaak historische gebouwen zijn de kathedralen van het Friese landschap. Die moeten we behouden.” In april start ook de verkiezing 'Fryske Pleats fan it jier 2013'. Landschapsbeheer Friesland zit in de jury van deze contest. In september vindt de prijsuitreiking plaats. Het Friese landschap wordt bepaald door een grote hoeveelheid monumentale boerderijen. Hoe behouden we dit cultuurhistorisch erfgoed voor Fryslân? Deze vraag vormde de kern van de thema-avond die woensdag 10 april in Tytsjerk georganiseerd werd: 'Het belang van de boerderij in het Friese landschap'. De avond werd georganiseerd in het
Meer lezen over het Jaar van de Boerderij in Fryslân? www.boerderijenstichtingfryslan.nl
kader van '2013, Jaar van de Boerderij'. Els van Loon, beleidsmedewerker bij Landschapsbeheer Friesland, was een van de sprekers tijdens de avond. Vol vuur pleitte zij voor behoud van de ruimtelijk
'Werk in uitvoering' dankzij Lânskipfûns Oranjewâld-Ketlik Eind 2012 zijn de eerste werkzaamheden gestart met geld van het Lânskipsfûns Oranjewâld-Ketlik. Een mijlpaal voor de Stichting die eind 2010 werd opgericht. De stichting Lânskipsfûns maakt zich sterk voor beheer, herstel en ontwikkeling van het karakteristieke landschap in ZuidoostFryslân. Het fonds bundelt private middelen en publieke gelden. Rabobank Heerenveen Zuidoost, de stichting P.W. Janssen, Ondernemerskring Heerenveen, Koninklijke Smilde, Grondnet, Aequator Groen & Ruimte en de Mulder van Opsterlandstichting investeerden samen € 40.000 in het fonds. De Gemeente Heerenveen en de Provincie Fryslân verzesvoudigden deze private inleg tot een totaal van € 280.000. Dankzij het Lânskipsfûns OranjewâldKetlik wordt het noodzakelijke beheer van elzensingels, houtwallen, boerenlandpaden, poelen en lanen duurzaam en structureel uitgevoerd.
22
Groen licht
Startsein Gedeputeerde Johannes Kramer en wethouder Siebren Siebenga gaven vrijdag 14 december 2012 de eerste aanzet voor de werkzaamheden met geld uit het fonds. In Katlijk zetten zij op het erf van agrarisch ondernemer Anko Hofstra de schop in de grond en gaven daarmee het startsein voor het herstel van drieduizend meter houtwal en elzensingel. Jan Claus,
penningmeester van het landschapsfonds, hoopt na deze eerste aanzet op nog meer belangstelling van bedrijven en particulieren. “Het cultuurlandschap is immers een zaak van ons allemaal.”
S
Shared Grien Space: de publieke groene ruimte is voor iedereen
teeds vaker hoor je dat mensen iets willen met hun eigen natuurlijke omgeving. "Denk bijvoorbeeld aan guerilla gardening, waarbij mensen braakliggende stukken grond omtoveren tot prachtige stadstuinen. Wij sluiten met Shared Grien Space bij deze trend aan.” Jan Piet de Boer van Landschapsbeheer Friesland vertelt over het gezamenlijk initiatief van Landschapsbeheer en de Friese Milieu Federatie. “Betrek bewoners bij de inrichting van hun eigen omgeving en zij voelen zich direct betrokken en verantwoordelijk. Die gedeelde verantwoordelijkheid doet het landschap alleen maar goed.” De Boer noemt de inrichting van dorpsbossen. “Dorpsbewoners hebben meestal geen idee dat zij daar iets mogen,” weet De Boer. “Maar er ontstaan vaak prachtige initiatieven zodra grondeigenaren bewoners de ruimte geven. Een mooi voorbeeld is het Dodopaad bij Haskerdijken.” Landschapsbeheer Friesland faciliteert en begeleidt dergelijke initiatieven. Shared Grien Space biedt bijvoorbeeld kansen voor krimpgebieden zoals Noord-Fryslân. “Zo dachten we in Sint Jacobiparochi met dorpsbewoners mee over de inrichting van lege plekken in het dorp, die ontstonden door sloop van woningen.”
B
Groene projecten mogelijk door Nationale Postcode Loterij
loemrijke velden en bermen voor vlinders en bijen, moderne botanische tuinen en zestig maaltijdroutes door Nederland. Woensdag 13 februari jl. maakte de Nationale Postcode Loterij tijdens het Goed Geld Gala in Het Concertgebouw in Amsterdam bekend dat dit jaar een recordbedrag van 291 miljoen euro wordt geschonken aan de goede doelen. Hiermee is onder meer de weg vrijgemaakt voor de uitvoering van verschillende groene projecten, o.a. voor de koepelorganisatie van Landschapsbeheer Friesland. Landschapsbeheer Nederland, Greenpeace, de Nederlandse Vereniging voor Botanische Tuinen & Waag Society, De Vlinderstichting en de Waddenvereniging kunnen met de bijdrage van de Nationale Postcode Loterij concrete, groene projecten in Nederland verwezenlijken. 1.215.000 euro extra Voedsel is een onderwerp dat veel mensen aanspreekt. Initiatieven als stadslandbouw en regiorecepten bieden de kans om mensen en de natuur met elkaar de verbinden. Met de donatie van de Nationale Postcode Loterij gaat Landschapsbeheer Nederland maaltijdfiets- en wandelroutes opzetten, verspreid over heel Nederland. Het maken van de routes, het organiseren van maaltijdwandel- en fietsdagen en het met de plaatselijke middenstand en producenten samenstellen van regionale receptenkaarten biedt prachtige kansen om zichtbaarheid te geven aan alle initiatieven.
L
Tweede fase Njirre yn Beweging
andschapsbeheer Friesland is onlangs gestart met de tweede fase van het project Heideherstel Njirre yn Beweging. De werkzaamheden van de eerste fase, het herstel van het oorspronkelijk heidelandschap van het Alpherveld bij Beetsterzwaag, zijn bijna klaar. Nu is het de beurt aan zeven andere heideterreintjes in Zuidoost-Fryslân. “Deze zeven terreinen zijn in eigendom van It Fryske Gea, Staatsbosbeheer en diverse particuliere eigenaren. Ze liggen vaak van elkaar gescheiden en door vergrassing en verbossing op de heide worden ze minder geschikt als leefgebied voor dieren zoals adder en levendbarende hagedis. Vandaar dat we open verbindingen tussen de terreinen willen creëren en de omstandigheden in de resterende heide weer geschikt willen maken. Daar houden deze dieren van”, legt Gerrit Tuinstra van Landschapsbeheer Friesland uit. “We zijn gestart met zaagwerk en verbinden op deze manier de kleinere, vaak particuliere terreintjes met die van It Fryske Gea en Staatsbosbeheer. Hierdoor hopen we de reptielenpopulaties te behouden.” Ook het beheer van de terreinen, zoals het maaien, plaggen en het opschonen van een dobbe, zal door Landschapsbeheer Friesland worden uitgevoerd.
Groen licht
23
NL financiert ‘maaltijdroutes’ over de wandel- en fietspaden
Lopend buffet in een lekker landschap COLOFON Uitgave Landschapsbeheer Friesland Commissieweg 15 9244 GB Beetsterzwaag tel: 0512-383800 fax: 0512-381457 e-mail:
[email protected] site: www.landschapsbeheerfriesland.nl Hoofdredactie Kees Terwisscha van Scheltinga Redactie Medewerkers Landschapsbeheer Friesland Jan J. de Boer (column) Marcel van Kammen (fotocolumn)
Tijdens het Goed Geld Gala van de Nationale Postcode Loterij is het project Lopend Buffet van Landschapsbeheer Nederland en de Stichting wAarde beloond met een stevige financiële injectie. De grondgedachte van het project is dat mensen verbinding met het landschap maken via voedsel. In Fryslân en de overige provincies worden maaltijdwandelingen en fietsroutes ontwikkeld. Dat betekent dat mensen een aantrekkelijke route kunnen lopen of fietsen en onderweg de ingrediënten voor een regiorecept kunnen verzamelen. In het cultuurlandschap zorgt Landschapsbeheer Friesland voor extra aanplant van eetbare gewassen, zoals fruit- en notenbomen. Andere ingrediënten komen uit stadstuintjes, schooltuinen of kunnen zelf gekweekt worden op het eigen balkon. Het is de bedoeling dat de aanvulling uit de directe verkoop komt van boeren, buurtwinkels of gewoon van de supermarkt om de hoek.
Tientallen routes Op die manier maken beide organisaties door het hele land een netwerk van vele tientallen routes die aansluiten bij de kwaliteiten van het landschap waar de mensen doorheen reizen. Het project sluit goed aan bij de wandelactiviteiten van Landschapsbeheer Friesland, zoals de ommetjes en de knooppuntnetwerken als Waddenwandelen. Maar daarnaast ook bij onze expertise op het gebied van landschap en streekeigen beplantingen.
24
Groen licht
Het uiteindelijke doel is dat na afronding van het project in 2016 het concept zodanig is aangeslagen dat mensen zelf maaltijdroutes gaan maken door hun landschap. Op dit moment is Landschapsbeheer Friesland druk bezig met het uitwerken van een plan van aanpak. Hiervoor wordt ook nadrukkelijk gekeken naar al bestaande initiatieven als Waddengoud, streekmerk Wâldpyk en de stichting Wrâldfrucht.
Tekstbijdragen Schrijfburo Terwisscha & Wagenaar, Leeuwarden
Stichting wAarde
Drukwerk Drukkerij van der Eems, Heerenveen Papiersoort: FSC goedgekeurd Verpakt in biologisch afbreekbaar maïsfolie
Communicatie is een essentieel onderdeel van het project. Samen met de Nationale Postcode Loterij en de andere organisaties die een toekenning uit de Extra Trekking hebben gekregen, is overlegd over een gezamenlijke communicatiestrategie. Het project wordt uitgevoerd met stichting wAarde, een organisatie die zich onderscheidt met frisse visies en creatieve ideeën. In het project Lopend Landschap levert stichting wAarde een belangrijk aandeel in de communicatie. Landschapsbeheer Friesland werkte vaker met deze partner samen in het succesvolle project Bomen voor Koeien dat vooral voor Fryslân heel veel nieuwe bomen opleverde. Binnenkort is een website online waarop informatie wordt gegeven over de ideeën, ervaringen en vorderingen van Lopend Buffet.
Eindredactie Regina ter Steege Els van Loon Foto’s en afbeeldingen Landschapsbeheer Friesland, Gerrit Tuinstra, Martijn Broekman, Mariska Snakenborg Ontwerp en opmaak Ruitervorm BNO, Joure
Oplage 2600 exemplaren GROEN LICHT is het nieuwsbulletin van Landschapsbeheer Friesland en verschijnt twee keer per jaar. Landschapsbeheer Friesland maakt deel uit van een samenwerkingsverband van twaalf provinciale organisaties: Landschapsbeheer Nederland. Gezamenlijk staan we voor het stimuleren van de actieve zorg voor het Nederlandse landschap. Het werk van de partners in Landschapsbeheer Nederland wordt mede mogelijk gemaakt door bijdragen van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, de provincies en de Nationale Postcode Loterij.
Landschapsbeheer Friesland
Het volgende nummer verschijnt in najaar 2013.