Gemeente^ Į
Hellendoorn Bijlage 1.
Samen werken aan een duurzaam Hellendoorn.
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
\
2 Inhoudsopgave 0.0. I. 0. 2.0. 3.0. 4.0.
5.0.
6.0. 7.0. 8.0. 9.0.
10.0. I I . 0. 12.0.
Samenvatting Inleiding Doel notitie Definitie duurzaamheid Beleid 4.1. Wereldwijd, Millenniumgemeente 4.2. Europees beleid 4.3. Rijksbeleid 4 . 3 . 1 . Klimaat 4 . 3 . 2 . Natuur en Landschap 4 . 3 . 3 . Inkoop 4.4. Provinciaal beleid 4.5. Gemeentelijk Beleid Hellendoorn 4 . 5 . 1 . Collegeprgramma 2 0 1 0 - 2 0 1 4 4 . 5 . 2 . Stategische Visie 2 0 1 2 Uitgangspunten Milleniumgemeente 5.1. Speerpunten duurzaamheidsbeleid 5.2. Sociale dimensie (people) 5.3. Ecologische dimensie(planet) 5.4. Economsiche dimensie(profit) 5.5. Speerpunt Participatie 5.6. Speerpunt Fairtrade 5.7. Speerpunt Afval 5.8. Speerpunt Energie en Klimaat 5.9. Speerpunt Natuur en Landschap 5.10. Speerpunt Leefomgeving 5 . 1 1 . Speerpunt Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen 5.12. Speerpunt Samenwerken Rollen van de gemeente Betrokken samenleving Communicatieplan Monitoring en borging duurzaamheid in de organisatie 9.1. Programmamanagement 9.2. Meten is weten Financiën en subsidiecoördinatie Conclusies en advies Activiteitenmatrix
3 4 4 5 5 5 6 6 6 7 7 7 8 8 9 9 10 10 10 10 11 12 12 13 15 16 17 18 18 19 20 20 20 22 22 23 24
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
25 25 27
1 .Gestelde criteria Fairtradegemeente en uitwerking 2 . C 0 2 - s c a n 15 juli 2011 3.Schema programmastruktuur 4.Activiteitenmatrixen uitvoeringsscenario's huidig, minimaal en maximaal met overzicht uitvoeringsscenario's
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
3 0.0.
Samenvatting
Hellendoorn heeft veel ambities op het gebied van duurzaamheid, maar er zijn er weinig middelen en capaciteit. Er moeten dus keuzes gemaakt worden. Het doel van deze notitie is om focus en samenhang aan te brengen in het thema duurzaamheid. Daarnaast wordt inzicht geboden in de activiteiten en projecten die de komende tijd plaats gaan vinden. Ook worden voorstellen gedaan hoe het duurzaamheidsbeleid geborgd kan worden in de organisatie. Concluderend kan worden gezegd dat er al veel gedaan is op het gebied van duurzaamheid waar we trots op kunnen zijn. Er wordt voorgesteld om voor een brede definitie voor duurzaamheid te kiezen voortkomende uit de Millenniumdoelen 7 (Er leven meer mensen in een duurzaam milieu) en 8 (Er is meer eerlijke handel, schuldhulpverlichting en hulp). Deze definitie luidt: "Duurzame ontwikkeling is ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen" (definitie VN-commissie Brundtland uit 1987). Hellendoorn meldt zich aan als Millenniumgemeente. Voorgesteld wordt om de volgende speerpunten te kiezen: 1. 2. 3. 4. 5. G. 7. 8.
participatie fairtrade afval energie en klimaat natuur en landschap leefomgeving Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) Samenwerken
De speerpunten komen voort uit het collegeprogramma, de strategische visie, bestaande beleidsstukken en plannen, de begroting 2 0 1 3 , het Europees-, Rijks- en Provinciaal beleid, de duurzaamheidsweek 2 0 1 2 , het Klimaatwinkelen en input uit de organisatie. Per speerpunt worden één of meer doelstellingen geformuleerd. De rollen van de gemeente om de doelstellingen te kunnen bereiken zijn die van gemeente als organisatie, opdrachtgever en regisseur, regelgever en beleidsmaker, duwer en trekker, marketeer en acquisiteur en tot slot die van partner. De samenleving wordt betrokken bij duurzaamheid door onder andere een Platform Duurzaamheid op te richten, een werkgroep Fairtrade in te stellen en één maal per jaar een "Dag van de Duurzaamheid" georganiseerd. Er wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van bestaande overlegverbanden evenementen en bijeenkomsten. Communicatie is erg belangrijk. Belangrijke resultaten moeten worden gedeeld en gevierd. Het monitoren van het duurzaamheidsbeleid wordt zo eenvoudig mogelijk gehouden. De landelijke C O S - duurzaamheidsmonitor wordt ingezet. Daarnaast wordt 1 maal per 2 jaar een C 0 2 scan gedaan. Het is van belang dat de huidige subsidiecoördinator een goed overzicht heeft van de (nieuwe) beschikbare subsidies om de lijnorganisatie te ondersteunen en te adviseren. Ook kan de subsidiecoördinator initiatiefnemers uit de samenleving adviseren en op weg helpen. O m het duurzaamheidsbeleid organisatorisch te borgen wordt geadviseerd met een lichte programmastructuur te werken. Programmamanagement helpt om mensen te verbinden, krachten te bundelen en zo vanuit verschillende disciplines aan de beleids- projectdoelen te werken.De verantwoordelijkheid voor de projecten blijft voor het grootste deel in de lijnorganisatie. Uitgangspunt is dat zoveel mogelijk wordt aangesloten op bestaand beleid, projecten en activiteiten. Om duurzaamheid goed te organiseren en te borgen is extra capaciteit nodig.
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
4 1.0.
Inleiding
De gemeente Hellendoorn is al geruime tijd met duurzaamheid bezig. In vele documenten komt het woord duurzaamheid voor. Duurzaamheid kun je zo breed maken als je wilt. Duurzaamheid zit in vele beleidsvelden. Hellendoorn geeft in haar strategische visie aan dat de gemeente Hellendoorn hoog inzet op duurzaamheid. Aan de andere kant is de titel van het Collegeprogramma Hellendoorn 2 0 1 0 - 2 0 1 4 : "Bijgestelde ambities: samen verantwoord verder". Het is voor ons de uitdaging om binnen de capacitaire en budgettaire mogelijkheden die we hebben de goede dingen te doen. Daarnaast is het een uitdaging om de samenleving bij het thema duurzaamheid te blijven betrekken (burgerparticipatie) en dat die samenleving met ondersteuning van de gemeente ook met initiatieven komt en zelf ook de handen uit de mouwen steekt (overheidsparticipatie). Het thema duurzaamheid moet worden ingebed in alle beleidsvelden en activiteiten die de gemeente, de burgers en ondernemers doen. Focus is nodig op die zaken die we echt belangrijk vinden en willen volgen en monitoren. Omdat Hellendoorn grote ambities heeft loop je de kans dat je je eigen teleurstelling creëert en er een gevoel van ontevreden kan ontstaan over de voortgang van ons duurzaamheidsbeleid. Maar de afgelopen tijd is veel gebeurd op het gebied van duurzaamheid waar we tevreden op terug kunnen kijken. Vooral op het gebied van energie en klimaat zijn, voortkomend uit het Klimaatbeleid 2 0 0 9 - 2 0 1 2 , veel activiteiten en projecten, mede met behulp van de zogenoemde SLok subsidie, opgepakt. Zo is energiebesparing in gemeentegebouwen opgepakt, is er een website duurzaamheid gemaakt, worden er duurzaamheidsleningen verstrekt, is er een energieloket, is er een C 0 2 - s c a n gedaan, een EPC regeling voor woningbouw vastgesteld, duurzaam inkoopbeleid beschreven en nog veel meer activiteiten. Ook op het gebied van bedrijfsinterne milieuzorg (BIM), recycling van afvalstoffen en het verduurzamen van de openbare verlichting is al het nodige gedaan. De duurzaamheidsweek die gehouden is heeft duidelijk gemaakt dat duurzaamheid ook bij burgers en ondernemers leeft. De gemeenteraadsleden hebben zich op 13 september 2011 tijdens het klimaatwinkelen kunnen verdiepen in duurzaamheid en kunnen ondervinden aan welke "knoppen" er gedraaid kan worden om de C 0 2 uitstoot te verminderen en welke potentiële hernieuwbare energiebronnen er in de gemeente Hellendoorn ingezet kunnen worden. De nadruk heeft de afgelopen tijd vooral op energie en klimaat gelegen. Ondanks dat we op veel gebieden goede vorderingen maken moeten we constateren dat er nog onvoldoende focus is op de zaken die opgepakt zijn en zaken die nog opgepakt gaan worden. Ook de samenhang tussen de activiteiten van de verschillende beleidsvelden kan worden verbeterd en uitgebreid. Nog niet bij iedereen zit duurzaamheid "tussen de oren" en ligt het onderwerp te veel bij individuele medewerkers. Uitgangspunt is dat zoveel mogelijk wordt aangesloten op bestaand beleid, projecten en activiteiten en dat er naar gestreefd wordt het duurzaamheidsbeleid binnen de huidige capaciteit en middelen uit te voeren. Het organisatorisch borgen van duurzaamheid kost enige extra capaciteit. 2.0.
Doel notitie
Het doel van deze notitie is focus en samenhang aan te brengen binnen het thema Duurzaamheid. Dit betekent keuzes maken. Deze notitie dient als basis voor andere beleidsstukken, acties en projecten. Een tweede doel van de notitie is om inzicht te krijgen in de activiteiten en acties die de komende jaren kunnen worden uitgevoerd om het duurzaamheidsbeleid van papier naar daadwerkelijke actie te brengen. Ook wordt aangegeven waar een rol is weggelegd voor de gemeente en waar niet. Het derde doel van deze notitie is om ook het duurzaamheidsbeleid duurzaam te organiseren en te borgen binnen de gemeentelijke organisatie.
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
5 3.0.
Definitie duurzaamheid
Het is belangrijk om vast te stellen wat in de gemeente Hellendoorn onder duurzaamheid verstaan. Geadviseerd wordt in de gemeente Hellendoorn de volgende definitie te hanteren: "Duurzame ontwikkeling is ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen" (definitie VN-commissie Brundtland uit 1987). Er wordt een brede definitie voorgesteld. Duurzaamheid gaat niet meer alleen over klimaat en energie maar wordt steeds vaker in een bredere context gezien waarbij ook sociale duurzaamheid en economische duurzaamheid een plek krijgen. Ook wereldwijd wordt duurzaamheid zo opgepakt en worden er afspraken tussen landen gemaakt. Er is een spanningsveld tussen "breed" oppakken van duurzaamheid en het aanbrengen van focus. Ook moeten we niet verwachten dat we vanuit de gemeente Hellendoorn de wereld kunnen veranderen. W e maken er echter wel deel vanuit en kunnen en willen ons steentje bijdragen. In het navolgende wordt beschreven hoe duurzaamheid beleidsmatig gezien wordt vanuit het wereldwijde perspectief tot en met de lokale situatie in de gemeente Hellendoorn. 4.0.
Beleid
4.1.
Wereldwijd, Millenniumgemeente
In 2 0 0 0 kwamen vertegenwoordigers uit 189 landen (waaronder Nederland) tijdens de VN-top in New York overeen gezamenlijk de belangrijkste problemen op het gebied van armoede, onderwijs, gezondheid en milieu in de wereld aan te pakken. Zij tekenden daartoe de Millenniumverklaring, die de basis vormt voor de acht Millenniumdoelen. Afgesproken is dat deze doelen in 201 5 moeten zijn gehaald. Om deze doelen daadwerkelijk te kunnen halen is ieders hulp nodig, ook die op lokaal gemeentelijk niveau. Hieronder zijn de millenniumdoelen weergegeven met een korte toelichting.
A » » » » » » » »
Doel Doel Doel Doel Doel Doel Doel Doel
1 2 3 4 5 6 7 8
Extreme armoede en honger zijn uitgebannen Alle jongens en meisjes gaan naar school Mannen en vrouwen hebben dezelfde rechten Kindersterfte is sterk afgenomen Minder vrouwen sterven door zwangerschap De verspreiding van ziektes als AIDS en malaria is gestopt Er leven meer mensen in een duurzaam leefmilieu Er is meer eerlijke handel, schuldverlichting en hulp
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
6 Gemeenten mogen zelf hun keuzes maken uit de genoemde doelen. Veel gemeenten kiezen voor de doelen 7 en 8. Doel 7: In 2 0 1 5 leven meer mensen in een duurzaam leefmilieu Doel 8: In 2 0 1 5 is er meer eerlijke handel, schuldhulpverlichting en hulp Geadviseerd wordt dat de gemeente zich aanmeldt als Millenniumgemeente en kiest voor de doelen 7 en 8 als kapstok voor het gemeentelijke duurzaamheidsbeleid. 4.2.
Europees Beleid
De EU 2020-strategie is de langetermijnstrategie van de Europese Unie voor een sterke en duurzame economie met veel werkgelegenheid. Deze strategie moet ervoor zorgen dat de Europese economie zich ontwikkelt tot een zeer concurrerende, sociale en groene markteconomie Investeringen in onderzoek van overheid en bedrijven moeten stijgen tot 3 procent van het bruto binnenlands product. Zowel de overheid als het bedrijfsleven moet daaraan bijdragen. In 2 0 2 0 moet 75 procent van de Europeanen van 20 tot en met 64 jaar betaald werk verrichten. Meer jongeren, ouderen, laaggeschoolden en legale immigranten moeten aan het werk. De zogenaamde 20/20/20-doelstellingen moeten worden gehaald: de uitstoot van broeikasgassen moet met 20 procent worden verminderd ten opzichte van 1 9 9 0 , de energieefficiëntie moet met 20 procent zijn verhoogd en 20 procent van de energie moet op duurzame wijze worden opgewekt. Het aantal Europeanen dat op de grens van de armoede leeft moet worden verminderd. Daardoor moet aan ten minste 20 miljoen mensen een uitweg uit het risico op armoede worden geboden. Het Nederlandse kabinet reageerde in maart 2 0 1 0 positief op de presentatie van de EU 2 0 2 0 strategie. Vooral de nadruk die in de strategie wordt gelegd op groei en werkgelegenheid, met een centrale plaats voor sociaal beleid en duurzaamheidsbeleid, werd als positief ervaren. Het Rijk en de Provincie (en de regio) sluiten aan op deze strategie. 4.2.
Rijksbeleid.
4 . 2 . 1 . Klimaat Er is een klimaatakkoord afgesloten tussen het Rijk en de gemeentes (2007-2011) De essentie van dit akkoord is de afspraak dat men gezamenlijk gaat werken aan de reductie van de uitstoot van broeikasgassen van 30 7o ten opzichte van 1 9 9 0 , aan een energiebesparing van 2 Zo per jaar en aan de verhoging van het aandeel duurzame energie tot 20 7o van het totale energieverbruik in 2 0 2 0 . Rijk en gemeenten willen dat in 2 0 2 0 de nieuwbouw klimaatneutraal is. Het energieverbruik in woningen moet dan 50 7o lager zijn dan nu. Inmiddels is er een nieuw regeerakkoord waarin een aantal punten zijn opgenomen over duurzaamheid. De belangrijkste punten voor Hellendoorn uit het regeerakkoord 2 0 1 2 - 2 0 1 6 op het gebied van klimaatbeleid zijn: 1. Neder/and zet ambitieus in op internationaal klimaatbeleid met nieuwe doelstellingen voor de jaren 2020 en 2050 en een volledig duurzame energievoorziening in 2050 2. Het aandeel duurzame energie in 2020 is 16 "/o. (was 20 Zo) 3. Energiebesparing krijgt prioriteit. 4. Het kleinschalig, duurzaam opwekken van (zonne-)energie waarvoor geen rijkssubsidie wordt ontvangen, wordt fiscaal gestimuleerd 5. Elektrisch vervoer biedt kansen voor Neder/and. 6. Biomassa moet zo hoogwaardig mogelijk worden ingezet en de duurzame productie en herkomst van biomassa gegarandeerd. 7. Het kabinet streeft naar een circulaire economie* en wil de (Europese) markt voor duurzame grondstoffen en hergebruik van schaarse materialen stimuleren. 0
0
0
0
0
Samenwerken aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
7
8.
De agrarische sector is een belangrijke ondernemen.
economische
motor en krijgt ruimte om te blijven
De bovengenoemde punten worden door het Rijk de komende periode verder uitgewerkt. * De circulaire economie is een economisch systeem, bedoeld om herbruikhaarheid te maximaliseren en waard vernietiging producten en grondstoffen te minimaliseren. Dat is anders dan in het huidige lineaire systeem, waarin grondstoffen worden omgezet in producten die na verbruik worden vernietigd.
van
4 . 2 . 2 . Natuur en Landschap Op het gebied van natuurbeleid is het Rijk verantwoordelijk voor de kaders en ambities. De provincies zijn verantwoordelijk voor het invullen en uitvoeren van beleid, zoals dat in het Natuurakkoord is opgenomen. In het regeerakkoord is aangegeven dat het beheren van bestaande natuurgebieden voorrang krijgt. Hier is in het Provinciefonds 2 0 0 miljoen euro beschikbaar. Natuurbeheerorganisatie moeten zoveel mogelijk eigen middelen generen. Binnen het natuurbeleid wordt gestreefd naar synergie met andere maatschappelijk belangen zoals waterveiligheid, recreatie, ondernemerschap, gezondheid, energie en klimaat. 4 . 2 . 3 . Inkoop Het Rijk streefde er naar om in 2 0 1 0 100 7o duurzaam in te kopen. De gemeenten streefden naar 7bVo in 2 0 1 0 en 100 Zo in 2 0 1 5 . Eén en ander is afgesproken in het eerder genoemde Klimaatakkoord. Het is belangrijk voor de gemeente Hellendoorn om in te spelen op de aandachtspunten die o.a. in het regeerakkoord vermeld zijn. Het Rijk stelt namelijk subsidies ter beschikking waar de gemeente en de samenleving (eventueel samen met andere gemeentes, de Provincie of andere instanties) gebruik van kan maken. 0
0
4.3.
Provinciaal beleid
De provincie heeft op het gebied van klimaat tot doel gesteld om in 2 0 2 0 20 7o van het energieverbruik uit hernieuwbare energiebronnen te laten komen. Hiertoe is een energiefonds opgericht met een werkkapitaal van 2 5 0 miljoen euro. De doelstelling van het fonds is om met het beschikbaar stellen van leningen, garanties, en deelnemingen initiatieven te stimuleren die leiden tot verhoging van het aandeel hernieuwbare energie binnen de provincie Overijssel. De provincie is dus een belangrijke (subsidie) partner voor de gemeenten maar ook voor burgers en ondernemers. De provincie Overijssel werkt aan een kwalitatieve groei van Overijssel, waarbij de begrippen duurzaamheid, ruimtelijke kwaliteit en sociale kwaliteit een rode draad vormen.De provincie gaat voor investeren in innovatieve energie en energiebesparing maar met behoud en ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke en landschappelijke kwaliteit. De provincie wil inzetten op hernieuwbare energie en energiebesparing. Dit leidt op den duur tot lastenverlichting, werkgelegenheid en een aantrekkelijk vestigings- en woonklimaat. Hiervoor lijken geothermie, Warmte Koude Opslag, en biomassa in Overijssel het meest passend. Daarnaast blijft de provincie inzetten op stimulering van duurzaam en klimaatneutraal bouwen. Met windenergie gaat de provincie terughoudend o m . De met het Rijk afgesproken doelstelling om voor 2 0 2 0 8 0 Megawatt mogelijk te maken blijft echter staan. In het Interprovinciaal Overleg (IPO) zijn recent afspraken gemaakt over de verdeling van de taakstellingen voor energieproductie door windmolens per provincie. De provinciale medewerking blijft tot nu toe beperkt tot de (zeer) kansrijke gebieden en bedrijventerreinen. Dit dient echter zorgvuldig te gebeuren zodat geen schadeclaims ontstaan. Voor het realiseren van de windenergie worden geen provinciale financiële instrumenten ingezet. De provincie heeft een voorbeeldfunctie op het terrein van energiebesparing, hernieuwbare energie en duurzame inkoop ten behoeve van de provinciale organisatie. In de omgevingsvisie heeft de provincie tevens een aantal ambities vastgelegd. De hoofdambitie is een toekomst vaste groei van welvaart en welzijn met een verantwoord beslag op de beschikbare natuurlijke hulpbronnen en voorraden. In de omgevingsvisie worden een aantal centrale beleidsambities genoemd: 0
»
Versterken identiteit
en onderlinge
diversiteit
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
van landschappen
en dorpen
8 » » » » »
» »
Bevorderen van een gezond leefmilieu. Vergroten van kwaliteit en aandeel openbaar vervoer. Vergroten van kwaliteit en aandeel fietsverkeer Bevorderen van duurzame energieopwekking (biomassa, wind, zon, bodem) Bevorderen van energiebesparing (in bebouwde omgeving) Vitaal en samenhangend stelsel van natuurgebieden (EHS, robuuste verbindingszones, Natura 2000). Behoud en versterking van verspreide bos- en natuurwaarden. Optimale watercondities (kwaliteit en kwantiteit) voor landbouw, wonen, natuur en landschap Betrouwbare drinkwatervoorziening (kwaliteit en kwantiteit). Voorbereid zijn op lange termijn gevolgen van klimaatverandering (veiligheid en droogte) Zorgvuldig gebruik van de ondergrond (energie, zoutwinning, opslag, zandwinning, KWO, hoofdtransportleidingen)
De provincie is een belangrijke partner op het gebied van duurzaamheid. Het is belangrijk aan te sluiten op de aandachtsgebieden van de provincie. Dit biedt mogelijkheden om gebruik te maken van subsidies. De provincie Overijssel heeft het programma Nieuwe Energie opgezet waarin subsidies zijn opgenomen voor bedrijven, bewoners maar ook voor gemeenten. Recent is de omgevingsvisie van de provincie ter visie gelegd. In deze omgevingsvisie zijn ruimtelijke uitgangspunten voor duurzaamheid opgenomen zoals bijvoorbeeld zoekgebieden voor windenergie en mogelijkheden daarvoor in de rest van de provincie. 4.4.
Gemeentelijk beleid Hellendoorn.
4 . 4 . 1 . Collegeprogramma 2 0 1 0 - 2 0 1 4 , "Bijgestelde ambities: Samen verantwoord verder". Hieronder kort samengevat de onderwerpen met een relatie tot duurzaamheid: Er is minder geld dus bijgeste/de ambities. Geen enkele gemeentelijke activiteit wordt ontzien behalve armoedebeleid. De belangrijkste onderwerpen uit het collegeprogramma op het gebied van duurzaamheidsbeleid zijn: « Uitgangspunt is een duurzaam beleid voor de toekomst. » Burgerparticipatie en overheidsparticipatie » Faciliteren en ruimte bieden. » In de strategische visie vormt de sociale duurzaamheid het hart van het drieluik, geflankeerd door ruimtelijke en economische duurzaamheid. » Samenwerken met partners binnen de gemeente en in de regio(gemeenten, provincies) » Versterkte inzet op duurzaamheid op gebied van RO en wonen. » Goed openbaar vervoer. » Een duurzame en in de samenleving verankerde economische sector heeft kans van slagen. » Aanmoedigen van ondernemers om bedrijven op duurzame en maatschappelijke verantwoordelijke leest te schoeien. » Inbreiden en revitaliseren van bedrijventerrein in plaats van uitbreiden. » Handhaven van de huidige natuurlijke waarden. * Inrichting en onderhoud Openbare ruimte. « Duurzaamheid staat bij de gemeente hoog in het vaandel. De gemeente geeft het goede voorbeeld en neemt het initiatief. 1. Door te streven naar duurzame gemeentelijk gebouwen o.a. door gebruik te maken van landelijke subsidies. 2. Door zoveel mogelijk duurzaam in te kopen. De VNG heeft met het Rijk een convenant gesloten waaraan ook de gemeente Hellendoorn zich geconformeerd. Hierin is afgesproken om in 2015 100 Zo duurzaam in te kopen. 3. Door het gemeentelijk wagenpark duurzaam te maken. » We staan als gemeente niet alleen in de samenleving. Daarom zet de gemeente ook haar inwoners aan tot duurzaamheid: door actieve voorlichting te verstrekken, subsidies te verstrekken en door bij de levering van producten en diensten aandacht te vragen voor duurzaamheid via vooral het duurzaam inkoopbeleid. We willen bereiken dat het draagvlak voor klimaat en energiemaatregelen vergroot wordt. 0
Samenwerken aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
9
4 . 4 . 2 . Strategische Visie, "Samenwerken aan een kloppend hart". In de Strategische Visie die in november 2 0 1 2 door de Raad is vastgesteld staan een aantal aanknopingspunten voor het duurzaamheidsbeleid: « Het blijvend voorzien in zowel de ecologische als sociale duurzaamheid vormt het richtsnoer voor beslissingen en maatregelen. » De gemeente is verantwoordelijk voor een gezonde, duurzame en veilige woonomgeving. » Kansen voor overheidsparticipatie en burgerparticipatie benutten en verder uitbouwen » Maximale inzet op sociale duurzaamheid « Duurzaamheid is een sleutelwoord. Als samenleving moeten we voorzien in de huidige behoefte, zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties in gevaar te brengen. Duurzaamheid gaat verder dan alleen milieu. Ruimtelijke en sociale duurzaamheid zijn minstens zo belangrijk. » De gemeente zet de komende jaren hoog in op duurzaamheid. Wij zullen aansluiting zoeken bij regionale en landelijke programma 's om duurzaam ondernemen te bevorderen. De gemeente wil een voorbeeld zijn voor inwoners en organisaties. Dit beleid moet de komende jaren handen en voeten krijgen. De balans tussen people, planet en profit is cruciaal. Wij zul/en als gemeente samen met ondernemers en inwoners antwoorden moeten vinden voor de toekomst. Daarbij zullen we zo veel mogelijk gebruik maken van landelijke en Europese subsidies. » Ruimte/ijk beleid is leidend voor het toestaan van nieuwe ontwikkelingen. » Actieve inzet op energiebesparingsmaatregelen in bestaande overheidsgebouwen, openbare gebouwen, enz. » Streven naar een verbeterde grondstoffenrecycling uit huishoudelijk afval met als eindambitie een afval loze samenleving. » Samenwerking tussen sociale sector en de economie verstevigen o.a. door het zelf uitvoeren van sociale werkvoorzieningstaken en door bij aanbestedingen afspraken te maken over werkge/egenheidsbepa/ingen. » De gemeente Hellendoorn en haar inwoners werken aan een duurzame toekomst. Er zijn veel beleidstukken en plannen waarin duurzaamheid een meer of minder belangrijk thema is. Ook voor de toekomst is het belangrijk dat in alle daarvoor in aanmerking komende beleidsstukken en plannen duurzaamheid een plek krijgt. Daarbij dient er al bij aanvang van het opstellen van stukken en plannen nagedacht te worden hoe er een bijdrage geleverd kan worden aan de brede duurzaamheidsdoelstellingen. Duurzaamheid moet niet worden gezien als een los thema maar integraal worden ingebed in ons beleid. 5.0.
Uitgangspunten Millenniumgemeente: People, Planet, Profit (Sociaal, Ecologisch en Economisch)
Duurzaamheid wordt tegenwoordig in een breder perspectief gezien waarbij niet alleen de focus op klimaat en energiebeleid ligt maar ook op de sociale en economische duurzaamheid. In het voorgaande is al geadviseerd dat de gemeente Hellendoorn kiest voor een breder perspectief (dit komt overeen met wat in het Collegeprogramma en de Strategische Visie is aangegeven) Zij geeft haar duurzame ontwikkeling vorm volgens de internationaal gebruikte dimensies People, Planet en Profit. Zij kiest hierbij die speerpunten die voor de Hellendoornse samenleving belangrijk zijn. De gemeente Hellendoorn gebruikt al de zogenaamde C O S * monitor voor het monitoren van de "brede" duurzaamheid volgens de drie P's (People, Planet en Profit). Deze monitor geeft een indruk van waar de gemeente staat ten opzichte van andere gemeenten. Door een aantal vragen met ja of nee in te vullen wordt een score behaald. In april 2011 kon
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
10 0
voor het onderdeel People 53 7o van de vragen positief beantwoord worden, voor het onderdeel Planet was dit 66 7o en voor het onderdeel profit 64 7). Daarmee scoort onze gemeente met een totaalgemiddelde van 61 k ten opzichte van andere gemeenten goed (net boven het gemiddelde). Binnenkort wordt de C O S monitor opnieuw uitgevoerd. 0
0
ũ
COS Nederland is de landelijke vereniging van elf centra voor internationale samenw erking, de COSsen. COSsen zijn onafhankelijke advies- en projectorganisaties voor internationale samenw erking. Ze denken mondiaal, maar w erken lokaal aan een rechtvaardige en duurzame w ereld. De COS heeft een duurzaamheidmonitor ont w ikkeld: de COS-monitor.
5.1. Speer punten duur zaamheidsbeleid. De keuze van de speerpunten is gebaseerd op de gemeentelijke Strategische Visie, het collegeprogramma en de van belang zijnde beleidstukken. O ok is gekeken naar aansluiting op rijks en provinciaal beleid onder andere omdat dan een grotere kans op het verkrijgen van financiële middelen bestaat. Voorts is gekeken naar wat de Hellendoornse samenleving belangrijk vindt (o.a. duurzaamheidsweek in 2012.) Tot slot is gekeken naar zaken die al in gang zijn gezet bij de gemeente of in de samenleving. Dat de gemeente het duurzaamheidsbeleid niet alléén tot een succes kan en wil brengen wordt onderstreept door het kiezen van de speerpunten participatie (overheidsparticipatie en burgerparticipatie) en door het speerpunt samenwerken (met andere overheden, instanties en commerciële partners). Speerpunten worden benoemd om focus te krijgen in het brede veld van duurzaamheid. De gemeente Hellendoorn heeft beperkte financiële middelen en zal keuzes moeten maken. De speerpunten moeten worden vertaald en leiden tot concrete samenhangende acties en projecten. Er zijn speerpunten die elkaar overlappen of aanvullen. Fairtrade en Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO ) hebben nauwe raakvlakken ondanks dat ze in verschillende dimensies vallen. Ook kunnen speerpunten elkaar bijten zoals het plaatsen van windmolens uit oogpunt van het speerpunt energie en klimaat tegenover het behoud van belangrijke waarden in het speerpunt natuur en landschap. O ok hier moeten dus keuzes gemaakt worden en rekening gehouden worden met deze ogenschijnlijk tegenstrijdige belangen. 5.2.
Sociale dimensie (people).
Sociale duurzaamheid verwijst naar de instandhouding van sociale processen in de samenleving. Een duurzame samenleving heeft een gemeenschapsgevoel nodig, waarbij burgers zich betrokken voelen bij wat er gebeurd in hun samenleving, hun wereld en met hun medeburgers. Thema's die binnen deze dimensie vallen zijn: ontwikkeling, educatie, gezondheid, veiligheid, participatie, cultuur en fairtrade Geadviseerd wordt om de thema's participatie en fairtrade als speerpunt te benoemen. 5.3.
Ecologische dimensie (planet).
Ecologische duurzaamheid impliceert het behoud van essentiële ecologische processen en levensondersteuning, het behoud van biodiversiteit, flora, fauna, en het duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen (bodem, water en lucht). Kortom het behoud, de bescherming en het beheer van onze natuurlijke hulpbronnen. Thema's binnen de ecologische dimensie zijn: bodem, water, lucht, afval, energie en klimaat, natuur en landschap en Leefomgeving Geadviseerd wordt om de thema's afval, energie en klimaat, natuur en landschap en leefomgeving ais speerpunt te benoemen. 5.4.
Economische dimensie (profit).
Economische duurzaamheid betekent dat de economische activiteiten die ondernomen worden een toegevoegde waarde creëren en rendabel zijn. Dat betekent vooral het stimuleren van maatschappelijk ondernemen. Thema's binnen de economische dimensie zijn: Maatschappelijk Verantwoord O ndernemen (MVO ), consumeren, mobiliteit, werkgelegenheid, samenwerken en bouwen. Geadviseerd wordt om de thema's M V O en samenwerken als speerpunt te benoemen.
Samenwerken aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
11 Samengevat wordt geadviseerd voor de gemeente Hellendoorn de onderstaande speerpunten te benoemen: 1. participatie 2. fairtrade 3. afval 4. energie en klimaat 5. natuur en landschap 6. leefomgeving 7. MVO(Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) 8. samenwerken. In het navolgende worden de speerpunten nader beschreven en uitgelegd. 5.5
Speerpunt participatie.
Doelstelling: iedereen doet mee. In verschillende beleidsstukken heeft de gemeente aangegeven dat zij participatie belangrijk vindt. Er worden twee vormen van participatie onderscheiden, namelijk burgerparticipatie (de burger oefent invloed uit op gemeentelijke beleidsprocessen) en overheidsparticipatie (de overheid participeert in initiatieven) van burgers en organisaties. Duurzaamheid is een onderwerp dat zich uitermate leent voor beide vormen van participatie mede ook omdat de samenleving ook zelf aan de slag moet met duurzaamheid. Ondanks dat educatie (er voor zorgen dat ieder kind goed onderwijs krijgt) niet als speerpunt wordt genoemd wordt wel voorgesteld om onze jeugd te betrekken bij duurzaamheidsvraagstukken. Het meest efficiënt is dit via de scholen te doen door middel lesmateriaal en presentaties. Ook het betrekken van de jeugd bij projecten op of rond de school zoals energiebesparende en energieopwekkende maatregelen is een mogelijkheid. Ook Fairtrade is een leuk onderwerp om met schoolkinderen te bespreken. Participatie betekent ook dat "iedereen meedoet". Mensen met minder kansen op de arbeidsmarkt moeten ingezet worden in het arbeidsproces. Dit houdt dat de gemeente in haar opdrachten van werkzaamheden nadrukkelijk voorwaarden stelt voor de inzet van deze doelgroepen, waaronder mensen in de sociale werkvoorziening. Het kansen bieden aan mensen met minder mogelijkheden op de reguliere arbeidsmarkt moet mede vorm gegeven worden in het duurzame inkoopbeleid. Dit door bij aanbesteding van diensten en werken voorwaarden en criteria te stellen over inzet van deze groepen (Social Return On Investment). Ook is het een idee om mensen zonder werk, met behoud van uitkering in te zetten in de uitvoering van het duurzaamheidsbeleid bijvoorbeeld als energiecoach om ervaring op te doen en meer kans te maken op een baan. In het recent vastgestelde inkoopbeleid, dat de gemeente samen met een aantal andere gemeenten heeft opgesteld, is participatie al goed vormgegeven. Geadviseerd wordt om binnen het speerpunt participatie alleen de genoemde onderwerpen burgerparticipatie, overheidsparticipatie en participatie van mensen met minder kansen op de arbeidsmarkt op te pakken.
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
12 5.6.
Speerpunt fairtrade
/ffţļĮĮĮÊm GEMEENTE
Doelstelling: Eerlijke handel. De College en de Raad hebben aangegeven dat Hellendoorn Fairtradegemeente zou moeten worden. Dit is een principiële keuze en geeft aan dat het gemeentebestuur en de Hellendoornse samenleving niet alleen zorg heeft voor haar eigen bewoners maar ook zorg heeft voor mensen in andere delen van de wereld die het minder hebben dan wij. Fairtrade betekent letterlijk eerlijke handel. Een Fairtradegemeente zet samen met het bedrijfsleven (winkeliers, horecabedrijven, instellingen en overige bedrijven) binnen de gemeentegrenzen Fairtrade op de kaart. Het worden van Fairtradegemeente geeft een extra stimulans om dit speerpunt vorm te geven en ook een zekere borging. Per 1 januari 2 0 1 3 zijn volgens cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) 25 van de 4 0 8 gemeenten Fairtradegemeente. Daarbij is overigens geen enkele gemeente in de provincie O verijssel. Om Fairtradegemeente te kunnen worden moet aan een aantal criteria voldaan worden. Gemeentes zijn veelal minimaal een jaar bezig voordat zij aan alle criteria van Fairtradegemeente kunnen voldoen. Uitgangspunt is dat het fairtrade inkopen door de gemeente budgetneutraal wordt uitgevoerd. De ervaring bij andere gemeentes is dat door de groeiende vraag naar fairtradeproducten deze niet of nauwelijks duurder zijn dan de reguliere producten. Geadviseerd wordt dat de gemeente Hellendoorn zich zo spoedig mogelijk aanmeldt als aspirant Fairtradegemeente en vervolgens een plan van aanpak te maken om binnen 1 jaar of zoveel eerder als mogelijk daadwerkelijk Fairtradegemeente te worden. n
Mocht bhjken dat het worden van Fairtradegemeente een te h o e ambitie is en te vee! ambtell'ke uren en budget kost dan kan gekozen worden voor een alternatief waarbij we geen Fairtradegemeente worden maar als organisatie wei zo veel mogelijk Fairtrade inkopen en het verkopen en gebruiken van fairtrade producten in de samenleving wordt gestimuleerd. Het nadeel van het niet kiezen voor Fairtradegemeente is dat we dan niet het logo fairtrade mogen gebruiken als "sellingpoint" voor de gemeente en het fairtrade handelen minder wordt geborgd en uitgedragen. Voordeel is dat we geheel onze eigen koers kunnen bepalen en niet aan "verplichte nummers" hoeven te voldoen die capaciteit en budget vragen. Zoals eerder aangegeven is nog geen 15 #) van de gemeenten in Nederland Fairtradegemeente. (
5.7.
Spee r punt afval.
0
Doelstelling: 100 7o afvalvrij in 2 0 3 0 Het speerpunt afval is gekozen omdat de gemeente Hellendoorn het, net als de centrale overheid, belangrijk vindt dat er zo weinig mogelijk afval wordt geproduceerd en het afval dat toch nog ontstaat zoveel mogelijk wordt hergebruikt en gezien wordt als grondstof. Afval scheiden is economisch en ecologisch aantrekkelijk daar er meer zaken kunnen worden hergebruikt (leveren geld op) en minder afvalstoffen hoeven worden gestort of verbrand (kosten geld). Het streven moet zijn om op termijn 10070 afval loos (100 Zo grondstofrijk of 100^0 recyclebaar) te zijn. In de recent in de commissie G G B van 21 november 2 0 1 2 besproken "Toekomstvisie Hellendoorns Afvalbeleid" wordt er van uitgegaan dat deze afval loze Hellendoornse samenleving in 2 0 3 0 is bereikt.(in 2 0 1 5 wordt al gestreefd naar 25 Zo minder restafval dan in 2 0 1 0 ) . O ok in WT4-verband en in de regio is deze ambitie gedragen. Dit biedt mogelijkheden tot een vruchtbare samenwerking. In dit speerpunt wordt de focus gelegd op maximaal milieurendement binnen de 0
0
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
13 huidige (financiële) kaders en richtlijnen. De "reis" naar afval loze gemeente is het waard om kritisch te volgen mede om dat hier ook, naast die van de gemeente, inspanningen van onze burger en bedrijven worden gevraagd en het een "mindset" (van afval naar grondstof) vraagt op het gebied van afval en daarmee duurzaamheid. Bewoners en bedrijven worden "beloond" voor goed scheidingsgedrag door verdere verlaging van de afvalstoffenheffing. De gemeente Hellendoorn doet het qua scheidingspercentage van huishoudelijk afval nu al beter dan het landelijke gemiddelde. Ook wordt per huishouding minder afval aangeboden dan in andere gemeenten. Dit moeten we vasthouden en uitbreiden om onze doelstellingen in 2 0 1 5 en 2 0 3 0 te halen. Daarvoor zijn onderzoek en monitoring nodig naar acties waarop focus gelegd moet worden om de genoemde doelstellingen te halen. Communicatie over dit succes (we zijn goed bezig!) en de nieuwe doelstellingen naar de samenleving is belangrijk voor de genoemde "mindset" en bewustwordingsproces. 5.8.
Speerpunt energie en klimaat
Doelstelling: In 2 0 2 0 een C 0 2 reductie van 20 7o ten opzichte van 2 0 0 8 . 0
Als over duurzaamheid gesproken wordt dan wordt vaak gedacht aan de thema's energie en klimaat. Langzaam begint er, zoals eerder gemeld, een verschuiving op te treden naar een bredere kijk op duurzaamheid. Dit laat niet weg dat energie en klimaat ook voor de toekomst een zeer belangrijk thema blijft binnen het duurzaamheidsbeleid. Energie en klimaat zijn begrippen die nauw verbonden zijn met elkaar. Om meer rekening te houden met de toekomst van het klimaat en dus de planeet is het belangrijk om ambitie te hebben ten aanzien van C 0 2 neutraliteit en klimaat neutraliteit. Processen mogen niet bijdragen aan klimaatverandering. In de praktijk wordt er meestal mee bedoeld dat er geen C 0 2 , het broeikasgas dat is verbonden met fossiel energieverbruik, meer wordt uitgestoten. In Nederland zijn een aantal gemeentes al C 0 2 neutraal. Dit zijn vaak gemeenten waar veel windmolens zijn geplaatst zoals in de flevopolders. Hellendoorn is nog niet C 0 2 neutraal. Het is voor Hellendoorn een zware opgave om aan het Klimaatakkoord te voldoen zo is ook gebleken tijdens de workshop klimaatwinkelen van de gemeenteraad. Op dit moment wordt driekwart van de C 0 2 uitstoot door vervoer, woningen en industrie/bedrijven veroorzaakt. De conclusie van de deelnemers aan het klimaatwinkelen was dat een C 0 2 reductie van 2 0 tot 25 Vo in 2 0 2 0 haalbaar geacht wordt. De deelnemers zien als rol voor de gemeente: 1. 2. 3. 4. 5.
Het goede voorbeeld geven. Wet en regelgeving. Informatieverstrekking. Afspraken met partners maken. Vraag en aanbod bijeenbrengen.
In juli 201 1 is een C 0 2 scan uitgevoerd als nulmeting. In 2 0 0 8 was de C 0 2 productie 193 kton. Bij autonome ontwikkeling zou deze productie in 2 0 2 0 197 kton zijn. Om aan de doelstellingen van het klimaatakkoord te kunnen voldoen zou deze uitstoot in 2 0 2 0 133 kton mogen bedragen. Om te kijken of dit voor de gemeente Hellendoorn haalbaar is een C 0 2 scan gemaakt om inzicht in de mogelijkheid van beperking van C 0 2 te krijgen. A a n welke "knoppen" moeten we draaien? In het C 0 2 scanrapport wordt geadviseerd om in Hellendoorn te kiezen voor het scenario 'Realistisch Ambitieus". Dit scenario houdt het volgende in: 2.400 woningen produceren zonnestroom en 80fo daarvan ook warmte met zonneboilers. Er wordt één windturbine van 2 MW geplaatst en men produceert 4 MW aan energie uit biomassa. 60.000 m2 van de utiliteitsgebouwen maakt gebruik van warmte- en koudeops/ag in de bodem of warmtepompen. Alle sectoren stimuleren tot het reduceren van C02-emissies is effectiever dan a/leen inzetten op energiebesparing bij bestaande woningbouw. S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
14 Door energie besparende maatregelen maar ook door energieopwekkende maatregelen van de gemeente als organisatie kan de gemeente een bijdrage leveren aan het realiseren van bovenstaand scenario. Genoemd kunnen worden het verduurzamen van gemeentelijke gebouwen en wagenpark en ook door het al in gang gezette verduurzamen van openbare verlichting. De openbare verlichting neemt op dit moment circa 50 7o (ruim 1 miljoen kWh) van het stroomgebruik van de gemeente voor haar rekening. 0
Voorgesteld wordt te kiezen voor het scenario Realistisch Ambitieus. In bijlage 2 is het advies uit de C 0 2 scan met de conclusies en aanbevelingen opgenomen. Het scenario Realistisch Ambitieus levert in 2 0 2 0 een C 0 2 reductie op van 20 7o ten opzichte van 2 0 0 8 . (van 193 kton naar 154 kton). 0
Ook het scenario Realistisch en Ambitieus vergt een flinke inspanning van zowel de gemeente als particulieren en bedrijven. Factoren die daadwerkelijke realisatie van de beoogde C 0 2 reductie in belangrijke mate bepalen zijn: » Hoeveelheid vrijkomende biomassastromen en de benuttingsmogelijkheden hiervan; « Mogelijkheden voor plaatsing van windturbines binnen de gemeentegrenzen; » Bereidheid van bedrijfsleven en particuliere woningeigenaren tot het treffen van energiebesparende en energieopwekkende maatregelen. De gemeente dient hier het goede voorbeeld te geven, te faciliteren, te informeren, te stimuleren, te monitoren en zo nodig te investeren in energieprojecten buiten de gemeentegrenzen ( C 0 2 compensatie). Vaak wordt in het kader van energiebesparing de "Trias Energetica" gebruikt. Deze driehoek geeft aan dat er volgordelijkheid zit in de aanpak van duurzaam energiegebruik. De focus dient eerst te liggen op energiebesparing (bijvoorbeeld isolatie van woningen). Daarna(ast) dient er als er dan nog energie nodig is gebruik gemaakt te worden van duurzame energieopwekking (bijvoorbeeld energie uit de zon, water, biomassa of wind) en als het echt niet anders kan fossiele brandstof zo efficiënt mogelijk te gebruiken (bijvoorbeeld door H R + 4- 4--ketel). Ook in de gemeente Hellendoorn kan dit een goed hulpmiddel zijn om een verandering van mind-set te krijgen en bewustwording te verkrijgen. De Trias Energetica is tot nu toe al leidend geweest voor de inzet van subsidies. In de in 2 0 1 2 gehouden duurzaamzaamheidsweek is met burgers, ondernemers en andere belanghebbenden over de onderwerpen wind, hout en zonne-energie gesproken. De opmerkingen uit de bijeenkomsten waren: Algemeen » Dichtbij, lokaal, kleinschalig, concreet » Gemeente moet coördineren, goede voorbeeld geven, informatie » Duurzaamheid moet geld opleveren Wind * » » » * » « »
Heroverweging standpunt windmolen (geen windmolens in Kaders door gemeente en provincie Gemeentes clusteren windmolens Windmolens op bedrijventerreinen Burgerparticipatie Minder regels en bureaucratie Gemeente moet coördineren Grote windmolens leveren grote bijdrage aan reductie C02
Hout als brandstof. (Biomassa) » Levert C02 reductie en impuls aan landschapsbeheer » Leveranciers en afnemers bij elkaar » Hoe stimuleer je houtgestookte (CV) kachels » Gemeente op hout stoken in gemeentelijke gebouwen? » Veel hout beschikbaar, overzicht van bestemming groen
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
verstrekken
buitengebied)
maken.
15 » »
Kleine initiatieven Rol gemeente, in kaart brengen van potentiële grote afnemers , eigen hout inbrengen verstoken, samenwerken met andere gemeenten WT4
Zonne-energie » Rekening houden met minder subsidie, is ook niet meer nodig » Duurzaamheidsleningen » Kijk naar grote daken bijvoorbeeld bij boeren. » Belemmeringen binnen energielevering (je krijgt er minder voor betaalt) en lage prijs energie voor grootverbruikers, regels voor derden. » Gemeente: informatie over zonnepanelen en energiebesparing, financieringsmogelijkheden, goede voorbeeld, verplichtingen in « Burgerinitiatieven blijven belangrijk.
en
lijkt?
terug dan je ervoor energie leveren aan aangeven bouwvoorschriften
stellen
Een belangrijke conclusie die we uit deze bijeenkomsten kunnen trekken is dat wind in belangrijke bron is als energiebron. De maatschappelijke discussie over windmolen moet opnieuw gevoerd worden met als zoekgebied de minder kwetsbare locaties (bijvoorbeeld op industriegebieden). Ondanks de potentie als energiebron is het een lastige opgave om de leveranciers van hout als grondstof om warmte te produceren en de afnemers bij elkaar te brengen. Zonne-energie wordt breed gezien als een belangrijke duurzame energiebron. De techniek en prijsvorming ontwikkelen zich positief. Voor de gemeente wordt door de deelnemers een belangrijk rol gezien als verbinder, coördinator, informatieverstrekker en facilitator van initiatieven door het beschikbaar stellen van capaciteit en geld. Ook vindt men dat de gemeente het goede voorbeeld moet geven. Als reactie op bovenstaande moet gezegd worden dat het beschikbaar stellen van capaciteit en geld door de gemeente geen vanzelfsprekendheid is. Een makelaarsfunctie tussen vraag en aanbod is geen taak van de gemeente net als het in kaart brengen van vraag en aanbod. 5.9.
Speerpunt natuur en landschap
Doelstelling: Beschermen van landschappelijke en natuurlijke waarden. Evenwicht tussen economische factoren en die van natuur en landschap.
In verschillende beleidstukken zijn de waarden van natuur en landschap onderstreept. Het is belangrijk deze waarden duurzaam in stand te houden en dat er een goed evenwicht gevonden wordt met de economische factor (de agrariër moet kunnen blijven ondernemen). Dit betekent niet dat er niets gedaan hoeft te worden. Het is van belang dat economie en natuur en landschap dichter bij elkaar komen. Er kan een combinatie gemaakt worden tussen (soms achterstallig) onderhoud van het landschap en de verwerking van de producten tot nuttige producten als brandstoffen (houtsnippers en pellets) of als duurzame grondstof voor de industrie. Steeds meer agrariërs producent van grondstoffen voor de chemische industrie. Dit heeft de potentie van een groeimarkt. Er wordt wel gesproken over een "biobased e c o n o m y " . Dit wil zeggen dat we er naar toe willen om meer natuurlijk grondstoffen te gebruiken om hoogwaardige producten te fabriceren. De gemeente Hellendoorn heeft een groot potentieel op het gebied van natuurlijke grondstoffen zoals snoeihout maar ook agrarische producten. Het verbranden van bijvoorbeeld snoeihout in de vorm van o.a. pellets of houtsnippers voor verwarming van gebouwen levert een bijdrage aan de C 0 2 vermindering. Het wordt gezien als de zogenaamde kleine (kort cyclische) C 0 2 kringloop. Dit in tegenstelling tot de grote C 0 2 kringloop bij de verbranding van fossiel brandstoffen waar de kringloop duizenden jaren kan duren (vorming van kolen, olie, gas). Er zijn binnen en buiten de gemeente al verschillende initiatieven waar vraag en aanbod bij elkaar gebracht worden. Zoals eerder gezegd heeft de gemeente hier geen rol als "makelaar". Wel kan
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
16 de gemeente als leverancierţsnoeihout, groenafval) en afnemer (houtsnippers en pellets) fungeren. Daarnaast kan de gemeente helpen door het goede voorbeeld te geven door gemeentelijke gebouwen te verwarmen door middel van o.a. pelletketels. De gemeente heeft er al voor gekozen om voor de verwarming van het zwembad het Ravijn gebruik te maken van een pelletketel. Geadviseerd wordt om ook bij toekomstige vervanging van CV-ketels in gemeentelijke gebouwen pelletketels nadrukkelijk te overwegen. Ook zijn er in den lande goede voorbeelden van de aanleg van een warmtenet waarop verschillende gebouwen zijn aangesloten en waar gewerkt wordt met een centrale verwarmingsketel gestookt op pellets of houtsnippers.Gestreefd moet worden vraag en aanbod regionaal te houden. Voorkomen moet worden dat er grote rijafstanden ontstaan. Onder het speerpunt energie en klimaat is het scenario Realistisch Ambitieus genoemd. Hierin moet uit biomassa 4 M W energie worden geproduceerd. Boven beschreven initiatieven kunnen daar een grote bijdrage aan leveren. Geadviseerd wordt om als gemeente Hellendoorn waar mogelijk mee te doen in de markt van biomassa en hierin een voorbeeld functie te hebben door nadrukkelijk de mogelijkheden voor het toepassen van pelletketels (of houtsnipperketels) te onderzoeken bij nieuwbouw of vervanging (van CV-ketels) van gemeentelijke gebouwen. In de S trategische Visie wordt gesteld dat ruimtelijke kwaliteit leidend is voor het toestaan van ontwikkelingen. Het actualiseren van de ruimtelijke structuurvisie is daarvoor nodig en is een goed instrument om ontwikkelingen te sturen. De structuurvisie wordt dan weer verder in bestemmingsplannenfof in de toekomst in integrale omgevingsplannen) uitgewerkt. S oms kunnen speerpunten ook met elkaar in conflict komen. Een voorbeeld is het speerpunt klimaat en energie versus natuur en landschap. Door windmolens te plaatsen zou de potentie van het produceren van windenergie kunnen worden benut. Uit discussies de afgelopen jaren blijkt dat het plaatsen van windmolens in het buitengebied een maatschappelijk beladen onderwerp is en dat de samenleving daarop zeer kritisch is. Duidelijkheid over de keuzes die we maken en welke kaders en voorwaarden we stellen zijn belangrijk. Hiermee kunnen initiatieven van initiatiefnemers die een effect hebben op de waarden van natuur en landschap getoetst worden. Deze behoefte aan duidelijkheid is er, niet alleen bij investeerders in (wind)energieproductie maar ook bij andere duurzame initiatieven als installaties voor verwerking van biomassa, mestvergisting e t c . Het is een strategische keuze om van te voren ruimte vast te leggen in ruimtelijke plannen of dat dit pas gedaan wordt als de samenleving met initiatieven komt. In het eerste geval wordt de maatschappelijke discussie vooraf door de gemeente en de samenleving gevoerd en kunnen initiatiefnemers van duurzame activiteiten daaropvolgend wel of niet invulling aan geven. De gemeente stelt de kaders en criteria op en stelt ze na toetsing in de samenleving vast. In het tweede geval worden ruimtelijke plannen pas aangepast als een initiatief daar aanleiding voor is. Dit werkt vertragend en kan initiatiefnemers ontmoedigen. Ook ontstaat het beeld van een gemeente zonder visie. Geadviseerd wordt dat de gemeente haar visie op duurzaamheid vooraf vertaald in ruimtelijke plannen en daarmee duidelijkheid verschaft aan initiatiefnemers maar ook aan de samenleving. Om tijd en kosten te besparen wordt geadviseerd dit in eerste instantie in de lopende of binnenkort op te stellen plannen te doen. 5.10.
Speerpun t leefomgeving.
Doelstelling: Het stimuleren van duurzaam vervoer, -wonen en -beheer.
Waar het in het speerpunt natuur en landschap vooral om behoud van de waarden van natuur en landschap gaat het in het speerpunt leefomgeving om het gebruik van de leefomgeving. De gemeente Hellendoorn legt binnen dit speerpunt de focus op verkeer en vervoer en op duurzaam bouwen en beheer van de openbare ruimte. S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
17 Stimuleren van openbaar vervoer en fietsgebruik zijn belangrijke thema's net als het mogelijk maken van elektrisch vervoer. Duurzaam bouwen van nieuwe wijken en het realiseren van duurzame (overheids) gebouwen blijft aandacht houden. Het streven is energieneutraal te bouwen. A l s opdrachtgever heeft de gemeente een voorbeeldfunctie. De woningbouwvereniging is een belangrijke partner bij dit onderwerp. Uitgangspunt is de landelijke wetgeving te volgen. Waar de gemeente Hellendoorn budgetneutraal iets extra's kan doen dan zal zijn dit niet nalaten. Gezien de huidige recessie op de woningmarkt moeten potentiële huizenkopers/bouwers geen extra drempels, bovenop de wettelijke eisen worden opgeworpen. Het beheer van de leefomgeving is een belangrijke taak van de gemeente. De gemeente heeft hier een belangrijke voorbeeldfunctie zoals het minimaliseren van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en het gebruik van duurzame (bouw) materialen en materieel. Een duurzaam wagenpark is daarbij uitgangspunt. Ook het al in gang gezette verduurzamen van openbare verlichting valt binnen het speerpunt leefomgeving. Water(beleid) is niet apart als speerpunt benoemd. Dit wil niet zeggen dat het niet belangrijk is, in tegendeel. Op dit terrein wordt al veel aandacht aan duurzaamheid besteed en wordt nauw samengewerkt met 14 regiogemeentes en het waterschap op het gebied van de waterketen. De komende tijd wordt gewerkt aan de opvolger van het "Verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2 0 0 9 201 5 " en moeten we gezamenlijk met de genoemde partners komen tot een visie tot 2 0 3 0 . Een kans om duurzaamheid verder te brengen. Er worden op het onderdeel water(keten) goede vorderingen gemaakt en er is voldoende aandacht voor duurzaamheid. In de op te stellen plannen moet aandacht voor energiebesparing zijn. De waterketen met zijn pompen en gemalen is een grootverbruiker van energiefgroene stroom).Ook kan gedacht worden aan alternatieve vormen van riolering zoals plaatselijke opvang in combinatie met vergisting/energieproductie binnen een (nieuwe) wijk. Net als bij het speerpunt afval is uiteindelijk het streven om afvalwater tot nul te reduceren door het 100 Zo te recyclen. Er wordt op dit moment al gesproken van waterketen en niet meer van a/va/waterketen zoals in het verleden.Net als bij afval kan hier gezegd worden dat we hier "goed bezig zijn" en duurzaamheid tussen de oren zit. 0
5.11.
Speerpunt Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen MVO.
Doelstelling: Een duurzame bedrijfsvoering van de gemeentelijke organisatie en bedrijven in Hellendoorn.
mvo Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) is een resultaatgericht proces waarbij een organisatie bewust bezig is met de effecten van alle bedrijfsactiviteiten op sociaal, ecologische en economisch gebied. Daarbij wordt niet alleen naar de eigen organisatie gekeken maar ook naar de door haar geleverde producten en gebruikte grondstoffen. Onder de noemer M V O is voor gemeente Hellendoorn als opdrachtgever (en als voorbeeldfunctie), en bij de overheid in het algemeen, veel te halen door duurzaam in te kopen vanwege de immense inkoopkracht die de overheid heeft. Jaarlijks wordt, landelijk, 4 0 miljard euro uitgegeven. Bij aanbestedingen kunnen naast kwaliteits- ook duurzaamheidseisen en wensen worden opgenomen. Dit gebeurd in Hellendoorn al volgens de landelijke afspraken over duurzaam inkopen. Hellendoorn heeft in 2 0 0 8 de intentieverklaring duurzaam inkopen getekend om in 2 0 1 5 100 Zo duurzaam in te kopen. Ook wordt al gewerkt aan regionale afspraken over duurzaam inkopen. Dit is een goede ontwikkeling en is een krachtig signaal naar de marktpartijen. Het is wel belangrijk te monitoren hoeveel ook daadwerkelijk duurzaam in wordt gekocht en in hoeverre er mensen volgens het Social Return of Investmentprincipe worden ingezet. 0
Voor verschillend bedrijfstakken zijn er aparte keurmerken. In de gemeente Hellendoorn is het M V O keurmerk Greenkey van belang. Green Key is het internationale keurmerk voor bedrijven in de toerisme en recreatiebranche, welke serieus en controleerbaar bezig zijn met duurzaamheid.
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
18 De gemeente Hellendoorn heeft veel bedrijven in de genoemde sector. In Nederland hebben ruim 4 0 0 bedrijven een Green Keykeurmerk, in de gemeente Hellendoorn twee: Fletscher Hotel Hellendoorn en het partycentrum Wilgenwaard in Nijverdal. Er zijn drie niveaus: Brons, Zilver en Goud, hoe meer optionele maatregelen een ondernemer invult, hoe hoger de score. De twee bedrijven in Hellendoorn hebben beiden het niveau brons. Wellicht zijn de twee Green Key bedrijven bereid om een trekkende rol te vervullen en samen met de gemeente andere bedrijven over de streep te trekken. O pvallend is dat er geen enkele camping in de gemeente Hellendoorn een Green Key keurmerk heeft. O ok een groot bedrijf als avonturenparkHellendoorn heeft dat niet. Van dit laatste bedrijf zou een geweldige voorbeeldfunctie uitgaan als zij zich zouden inspannen voor het MVO -principe en een mooi "sellingpoint" voor het bedrijf zelf en voor de gemeente als geheel. Het halen van keurmerken en certificaten is geen doel op zich het gaat in eerste instantie om duurzaam denken en handelen. Gemeente Hellendoorn ais " M V O bedrijf" wordt vooral vorm gegeven door duurzaam inkopen in ons inkoopbeleid vast te leggen, te borgen en te monitoren. Daarnaast gaan we als bedrijf zuinig om met energie, water, materialen en grondstoffen. Bewustwording van medewerkers van hun gedrag, verantwoordelijkheid en mogelijkheden is belangrijk. Geadviseerd wordt om binnen de gemeentelijke organisatie het BIM (bedrijfsinterne milieuzorg) te verbreden naar M V O . Vanuit onze voorbeeldfunctie wordt ook geprobeerd om andere bedrijven en instellingen over te halen om volgens de MVO -principes te werken. Goed gedrag wordt beloond door bedrijven die meedoen (communicatief) in het zonnetje te zetten. 5.12.
Spee r punt samenwer ken.
Doelstelling: Meer bereiken door samenwerking.
K0 wutbţ '-
UI
De titel van deze notitie is niet voor niets "Samenwerken aan Duurzaamheid". De gemeente zal samen met burgers, ondernemers, instanties, scholen, woningcorporaties en andere overheden de schouders moeten zetten onder duurzaamheid. Dit met de intentie om het gedachtegoed over duurzaamheid in de brede context binnen de gemeentelijke organisatie en de Hellendoornse samenleving te verinnerlijken en aan te sluiten op initiatieven uit de gemeenschap. Uitgangspunt is dat samenwerken wel iets op moet leveren en een bijdrage moet leveren aan het invullen van de doelstellingen en speerpunten zoals die door de gemeente Hellendoorn zijn geformuleerd. Praten alleen levert geen bijdrage aan duurzaamheid. Dus ook hier focus brengen en selectief zijn in samenwerkingspartners. Uit efficiëntieoogpunt wordt zoveel mogelijk aangesloten op bestaande netwerken en overlegverbanden. Samenwerking met de W T 4 gemeente en andere regiogemeentes op het gebeid van duurzaamheid biedt kansen en geeft meer body richting Europa, Rijk en Provincie Overijssel. Het is van belang om een goed beeld van het netwerk van samenwerkingspartners te hebben en van hun (on) mogelijkheden om een bijdrage te leveren aan het duurzaamheidsbeleid 6.0.
Rollen van de gemeente.
De gemeente Hellendoorn moet zich bewust zijn van haar rollen. In de ene rol, die van opdrachtgever, is de invloed die de gemeente heeft groter dan de andere, bijvoorbeeld in de rol van duwer en trekker. We hebben het als gemeente vaak niet rechtstreeks voor het zeggen en moeten dan via een andere rol mensen overtuigen en over de streep trekken. De gemeente als organisatie. De rol van gemeente als organisatie is in het kader van duurzaamheid vooral die van het geven van het goede voorbeeld door haar medewerkers te betrekken bij het duurzaamheidsthema maar
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
19 ook door zichtbaar bezig te zijn met duurzaamheid in woorden en daden. De gemeente probeert hierbij het gedrag van burgers en bedrijven te beïnvloeden zonder d w a n g . De gemeente als opdrachtgever en regisseur. Als opdrachtgever kan de gemeente duurzaamheideisen stellen aan haar opdrachtnemers en heeft op deze manier veel " m a c h t " . Duurzaamheid is hier afdwingbaar. De gemeente als regelgever en beleidsmaker. Door regels en beleid vast te stellen kan de gemeente activiteiten (on)mogelijk maken door middel van een bijvoorbeeld een bestemmingsplan of een beleidsregel. De gemeente als duwer en trekker. De gemeente kan gedrag beïnvloeden om bewustwording op het gebied van duurzaamheid te bewerkstelligen. Dit kan bijvoorbeeld door te faciliteren, te initiëren, te informeren , te adviseren of door subsidie te geven. De gemeente als marketeer en acquisiteur. In deze rol is communicatie erg belangrijk om het "product Duurzaamheid" in de markt te zetten. Duurzaamheid kan voor de gemeente zowel als voor de samenleving een goed "selling poinť'zijn. Door goed duidelijk te maken waar de gemeente Hellendoorn voor staat in het kader van duurzaamheid kan het de samenleving meetrekken. De gemeente in haar rol als partner. In deze rol is de gemeente partner in initiatieven op het gebied van duurzaamheid. Het van belang welke van de rollen zoals hierboven beschreven wordt ingezet. Dit kan elke rol zijn of een combinatie van rollen. Er kan sprake zijn van gelijkwaardige partners maar ook van niet gelijkwaardige met een specifieke rol (en soms belang) voor elke partner. Alle bovenstaande rollen kunnen en moeten worden ingezet om duurzaamheid in de praktijk te brengen. 7.0.
Be t rokken samenleving
Om goede aansluiting met de samenleving te houden en om te kunnen toetsen of we met de goede dingen bezig zijn wordt geadviseerd om een Platform Duurzaam Hellendoorn in te stellen onder voorzitterschap van de wethouder Duurzaamheid. Voor dit platform worden uit verschillende geledingen van de samenleving vertegenwoordigers uitgenodigd. Doel van het platform is informatie-uitwisseling, het ontwikkelen van initiatieven en monitoring/bijsturen van het duurzaamheidsbeleid.De voorziene frequentie is twee maal per jaar (voorjaar en najaar). Geadviseerd wordt om een Platform Duurzaam Hellendoorn in te stellen. Onder het speerpunt Fairtrade is aangegeven dat geadviseerd wordt een plaatselijke werkgroep Fairtrade op te richten met vertegenwoordigers uit de samenleving en ondersteund door de gemeente. Uitgangspunt is verder dat het onderwerp duurzaamheid daar waar mogelijk aan de orde wordt gesteld in de reguliere contacten en bijeenkomsten die we al hebben met bewoners, bedrijven, dorpsbelangen en andere organisatie. Daarmee wordt ook aangegeven dat duurzaamheid niet iets bijzonders is en belangrijker dan andere beleidsvelden maar dat het integraal is verweven in de samenleving en dus het gemeentelijk beleid. Geadviseerd wordt één maal per jaar een "Dag van de duurzaamheid" te houden met aan één of meer duurzame thema's. Waar mogelijk wordt dit gekoppeld aan plaatselijke, regionale of landelijke evenementen (bijvoorbeeld de EU week van de duurzaamheid). Doel is het zichtbaar maken wat er gedaan wordt op het gebied van duurzaamheid door de gemeente en de samenleving.
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
20 De gemeente stelt, in overleg ruimte ter beschikking voor bijeenkomsten voor initiatiefnemers van duurzame initiatieven uit de samenleving: een "duurzaamheidscafé". De gemeente en initiatiefnemers zouden een dergelijk medium kunnen gebruiken om informatie te verstrekken of duurzame thema's in een informele setting te bespreken. 8.0.
Communicatieplan.
Het is belangrijk dat er strategisch over communicatiemomenten wordt nagedacht. Soms wordt er gecommuniceerd over duurzaamheid in zijn algemeenheid en soms over acties of projecten waar duurzaamheid een rol speelt. Hierbij is belangrijk dat de speerpunten van het duurzaamheidbeleid worden uitgedragen. Dat duidelijk is wat gedaan gaat worden en als het gedaan is dat dit "gevierd" wordt. Een goede informatieve site is belangrijk. Daarnaast is het belangrijk de mogelijkheden van sociale media te benutten om een brede doelgroep te bereiken. Ook naar de interne organisatie, het College en de Raad is het van belang regelmatig te communiceren. De uitgangspunten van de visie "Hellendoorn in actie met burgers aan het stuur" en de beleidsnota "Overheidsparticipatie als werkwijze, ruimte maken voor initiatiefrijke burgers" zijn uitgangspunt. Van de ervaringen die tot nu toe opgedaan zijn kan geleerd worden. Communicatie is een belangrijk middel om ons duurzaamheidsbeleid uit te dragen. Geadviseerd wordt om een bondig communicatieprogramma op te stellen gekoppeld aan de activiteitenlijst van het betreffende jaar. 9.0.
Monitoring en borging van duurzaamheid.
" W e deden een plas en lieten alles zoals het w a s " . Deze ervaring zal elke gemeente hebben. W e zijn heel ambitieus en maken mooie plannen maar als de woorden in daden omgezet moeten worden dan hebben we geen tijd, geld of zin en gaan door op de oude voet en moeten later constateren dat het niet gelukt is. Eerder in deze notitie is al gezegd dat deze notitie focus wil brengen in de ambities en mogelijkheden die de gemeente Hellendoorn heeft op het gebied van duurzaamheid. Zijn de doelstellingen en de speerpunten bepaald dan moeten er activiteiten onder worden gehangen die aan de doelstellingen en speerpunten uitwerking geven. A a n de ene kant in de verschillende (concern) beleidsplannen, aan de andere kant in projecten en activiteiten. Dit is een niet geringe opgave daar duurzaamheid in vele beleidsvelden aanwezig is. Gesteld is in de inleiding dat er op veel gebieden veel gebeurd is maar dat de samenhang en de focus kan worden verbeterd. Geadviseerd wordt in project- en beleidsplannen (verplichte paragraaf) en in college- en raadstukken aandacht te geven aan duurzaamheid. Het management is integraal verantwoordelijk voor het voor de (beleids)producten, dus ook voor het onderwerp duurzaamheid. 9.1.
Organisatorische borging.
Naast beleidsmatige borging zoals hierboven beschreven moet het duurzaamheidsbeleid ook duurzaam in de organisatie worden geborgd. Programmamanagement Een project heeft de eigenschap dat het een duidelijk begin en een eind heeft. Dit ligt bij een programma anders. Onderstaand schema geeft een idee over hoe programmatische werken er uit ziet. Er worden programmadoelen bepaald (bijvoorbeeld de Millenniumdoelen 7 en 8.) Deze doelen worden daarna concreet (SMART) gemaakt door speerpunten/activiteiten die benoemen met duidelijke (eind) resultaten (bijvoorbeeld 20 7o C 0 2 reductie in 2 0 2 0 en benoemen van de activiteiten en projecten die daartoe moeten leiden). Programmamanagement helpt om mensen te verbinden, krachten te bundelen en zo vanuit verschillende disciplines aan de beleids- of projectdoelen tc werken. Programmatisch werken komt van pas wanneer binnen of tussen organisaties een (groot) aantal projecten en andere activiteiten met een belangrijke onderlinge samenhang moet worden uitgevoerd. 0
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
21 Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat het programma Duurzaamheid voor de gemeente Hellendoorn alle beleidsonderdelen, projecten en activiteiten op het gebied van duurzaamheid naar zich toetrekt. Het programma geeft juist ondersteuning aan de lijnafdelingen door het formuleren van speerpunten, doelstellingen, planning, rapportage, communicatie en nieuwe initiatieven. Het programma maakt wel duurzaamheid zichtbaar in de organisatie en naar buiten toe. De verantwoordelijkheid voor de onderdelen van het programma blijft grotendeels in de lijn en in de projecten liggen. Nieuwe initiatieven worden zo snel mogelijk in de lijn (terug) gebracht. Voorkomen moet worden dat er een programmastructuur wordt "opgetuigd" die afstand creëert met de lijn terwijl het juist de bedoeling is dat het programma verbinding legt en de focus legt op het behalen van doelen. Programmamanagement is het middel daarvoor, niet het doel. Het thema duurzaamheid leent zich uitermate voor een programmatische aanpak. Geadviseerd wordt het thema duurzaamheid in de gemeente Hellendoorn organisatorisch vorm te geven in een " l i c h t e * " programmastructuur. * l i c h t in de zin van dat de verantwoordelijkheden zoveel mogelijk in de lijn blijven en dat programmamanagement in personele zin niet te z w a a r wordt opgetuigd.
Duurzaamheidsbeleid zoals in de gemeente Hellendoorn voorgesteld zit in meer of mindere mate in alle afdelingen, dus bij alle leidinggevenden, dus bij alle collegeleden en bij de gemeenteraad en de gehele samenleving. Verantwoordelijkheid voor het programma kan echter niet bij iedereen liggen. Voorgesteld wordt met één (coördinerend) ambtelijk opdrachtgever (Teamhoofd Vergunningen, Toezicht en Milieu) en één (coördinerend) bestuurlijk opdrachtgever (wethouder ten Have) en een programmamanager. De leiding van het programma ligt bij een programmamanager. Gezien de zwaarte van het speerpunt energie en klimaat verdient het aanbeveling om de programmamanager te zoeken binnen het team Vergunningen, Toezicht en Milieu en daaronder gemotiveerde speerpuntcoördinatoren breed uit de organisatie te benoemen. De bestuurlijk opdrachtgever, de ambtelijke opdrachtgever en de programmamanager vormen de stuurgroep Duurzaam Hellendoorn. De programmamanager stelt vervolgens een programmateam Duurzaamheid samen met één coördinator van één of meerdere speerpunten. Deze coördinatoren stellen naar behoefte vervolgens een coördinatieteam samen met medewerkers die trekker zijn van de verschillende beleidsstukken, projecten en activiteiten die binnen het betreffende speerpunt vallen. Door de lichte programmastructuur met een lage vergaderfrequentie (stuurgroep 5 keer per jaar, programmateam 5 keer per jaar) en coördinatiegroepen met een zelf te bepalen frequentie per jaar (of minder waar het kan) is de capaciteit die nodig is om de programmastructuur in de benen te houden beperkt. De verwachting is dat andere (ad hoe) overleggen en vragen over duurzaamheid in de organisatie kunnen worden beperkt. Voorts wordt er ingezet op "werk met werk "maken. Die zaken die we toch al oppakken of contacten die we toch al hebben benutten we om duurzaamheid verder te brengen. Bijvoorbeeld de medewerker die contact heeft met bedrijven brengt ook M V O ter sprake. De wethouder die een bezoek brengt aan de winkeliersvereniging informeert over Fairtrade. Of de beleidsmedewerker Onderwijs brengt in het overleg met schooldirecteuren educatie over duurzaamheid ter sprake. Meer schouders kunnen meer dragen! Een schematisch principe van de geadviseerde lichte programmastructuur Duurzaam Hellendoorn is in bijlage 3 weergegeven. Voorgesteld wordt om het programmatisch werken voor periode van 4 jaar in te stellen en jaarlijks het programmatisch werken te evalueren en waar nodig bij te sturen. Uit oogpunt van efficiëntie kan er voor gekozen worden speerpunten samen te voegen en bij één speerpuntcoördinator onder te brengen. Mogelijke combinaties zijn: - M V O en Fairtrade -leefomgeving, natuur en landschap, -energie/ klimaat en afval -samenwerken en participatie.
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
22
Coördina tiemo del Een alternatieve vorm van organisatorische borging en het brengen van samenhang is het aanwijzen een een coördinator Duurzaamheid. De coördinator is verantwoordelijk voor de coördinatie van het activiteitenplan. Er wordt jaarlijks een schematisch activiteitenplan en jaarverslag gemaakt. Er is geen stuurgroep Duurzaam Hellendoorn. De benoemde coördinator duurzaamheid sluit regelmatig bij het PFO van de wethouder Duurzaamheid aan en roept de actoren (die een taak hebben in activiteitenmatrix) vier keer per jaar bij elkaar. Er zijn geen speerpuntcoördinatoren maar activiteitverantwoordelijken. De coördinator zal wel betrokken worden bij het tot stand komen van projecten, beleidsplannen en activiteiten om er voor te zorgen dat duurzaamheid een plek krijgt. Ook pakt de coördinator een aantal taken op die nu nog niet gebeuren zoals het Platform Duurzaamheid en het organiseren van een jaarlijkse "Dag van de Duurzaamheid". Het coördinatiemodel kost minder capaciteit, er kunnen echter per jaar ook minder activiteiten worden uitgevoerd. De jaarlijkse rapportage is beperkter en de interactie met de samenleving is minder. 9.2.
Meten is weten.
Graag willen we natuurlijk weten of we op koers zijn. Daar zijn heel ingewikkelde methodes voor. Voorgesteld wordt om het KISS (Keep It Stupid Simple) te houden. Eerder in deze notitie is aangegeven dat de C O S monitor kan worden gehanteerd om de gemeentelijk prestaties op het gebied van People, Planet en Profit te meten en dat daarnaast een tweejaarlijkse meting van de C 0 2 reductie uitgevoerd wordt. Geadviseerd wordt de COS-monitor één keer per jaar uit te voeren en een tweejaarlijkse C 0 2 monitor uit te laten voeren. Naast metingen op programmaniveau kunnen er binnen de beleidsvelden, projecten en acties nadere metingen worden verricht op een lager detailniveau binnen de reguliere middelen en capaciteit. Voorbeelden zijn het meten van het Zo dat we duurzaam inkopen of het meten van het aantal mensen dat volgens de afspraken in het inkoopbeleid via "Social Return of Investment" aan werk zijn geholpen. 0
10.0.
Financiën en subsidiecoördinatie.
Bij de gemeente Hellendoorn zijn weinig middelen voor Duurzaamheid aanwezig. Er is voor de jaren 2 0 1 2 tot en met 2 0 1 4 een algemeen duurzaamheidsbudget van 1 5 . 0 0 0 euro per jaar beschikbaar. Voor 2 0 1 3 is een incidenteel budget beschikbaar van 1 0 . 0 0 0 euro. Dit geld wordt niet ingezet als projectsubsidie maar meer als een soort "haarlemmerolie" voor communicatie, bijeenkomsten, de C 0 2 scan, kleine onderzoekjes, enquêtes en eventuele inhuur van derden. Ook is er een budget van 2 0 . 0 0 0 euro vanuit de Sloksubsidie voor 201 3 beschikbaar. Er zijn veel lopende initiatieven maar ze zijn onvoldoende ingebed in het duurzaamheidsprogramma. Zaak is dus duurzaamheid in te bedden in lopende activiteiten, projecten en plannen (werk met werk maken) en daarmee extra kosten te voorkomen. Daarnaast is samenwerking een belangrijk onderwerp. Samenwerken met gemeentes om zaken efficiënter op te kunnen pakken maar ook samenwerken met het Rijk, de provincie en andere instanties die geld beschikbaar hebben voor activiteiten op het gebied van duurzaamheid. Het verkrijgen van 100 Zo subsidie op projecten is tegenwoordig niet meer gebruikelijk. Vaak moet de aanvrager voor 50 Zo cofinanciering zorgen. Het is belangrijk dat de gemeente Hellendoorn goed thuis is in de mogelijkheden voor subsidies om de verschillende gebieden. Een subsidie coördinator/adviseur (is al aanwezig) binnen de gemeentelijke organisatie is een must om dit goed te organiseren. De bestaande samenwerking met andere gemeenten en provincie (bundelen en of centraliseren van kennis) is hier efficiënt en noodzakelijk. Er zijn al verschillende voorbeelden van projecten waar door de inzet van de subsidiecoördinator succes is geboekt (bijvoorbeeld Molen de Hoop, bezoekerscentrum Sallandse Heuvelrug en Kulturhus). 0
0
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
23 Voorgesteld wordt de huidige subsidiecoördinator in te zetten met als belangrijke taak een actueel overzicht (is al voorhanden) te bieden van subsidiemogelijkheden in het brede veld van duurzaamheid en daarmee andere medewerkers te faciliteren, als vraagbaak te fungeren en bij het indienen van subsidie aanvragen ondersteuning verlenen. De subsidie coördinator geeft ook advies geven aan initiatiefnemers van duurzame plannen uit de samenleving in het kader van burger- en overheidsparticipatie (in het kader van overheidsparticipatie is een subsidieoverzicht in de maak dat via de gemeentesite bereikbaar is) en onderhoud het subsidienetwerk (Rijk, provincie, gemeenten en andere instanties). 11.0
Conclusies en advies.
Concluderend kan gezegd worden dat er heel veel gedaan wordt op het gebied van duurzaamheid. Daar mogen we trots op zijn. De meeste prioriteiten en acties zijn al benoemd in het collegeprogramma, de Strategische Visie en verschillende beleidsstukken. De borging van de organisatie van het duurzaamheidsbeleid zal extra capaciteit vragen net als een aantal nieuw op te zetten activiteiten zoals het worden van Fairtradegemeente indien daarvoor gekozen wordt. De volgende adviezen worden gegeven: - Geadviseerd wordt in Hellendoorn de volgende definitie voor duurzaamheid te hanteren: "Duurzame ontwikkeling is ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen" (definitie VN-commissie Brundtland uit 1987). - Geadviseerd wordt dat Hellendoorn zich alsnog aanmeldt als Millenniumgemeente. - Samengevat wordt geadviseerd voor de gemeente Hellendoorn de onderstaande speerpunten te benoemen: participatie, Fairtrade, afval, energie en klimaat, natuur en landschap, leefomgeving, MVO(Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen)en samenwerken. - Geadviseerd wordt om binnen het speerpunt participatie alleen de genoemde onderwerpen burgerparticipatie, overheidsparticipatie en participatie van mensen met minder kansen op de arbeidsmarkt te vatten. Samen initiatieven nemen en samen aan het werk. - Geadviseerd wordt dat de gemeente Hellendoorn zich zo spoedig mogelijk aanmeldt als aspirant Fairtradegemeente en vervolgens een plan van aanpak te maken om binnen 1 jaar of zoveel eerder als mogelijk daadwerkelijk Fairtradegemeente te worden, (alleen scenario Optimaal) - Geadviseerd wordt het advies uit de C 0 2 - s c a n over te nemen en de focus te leggen op die onderdelen die een grote potentie hebben. Het scenario Realistisch Ambitieus levert in 2 0 2 0 een C 0 2 reductie op van 20 Zo ten opzichte van 2 0 0 8 . (van 193 kton naar 154 kton). - Geadviseerd wordt om als gemeente Hellendoorn mee te doen in de markt van biomassa en hierin een voorbeeld functie te hebben door nadrukkelijk de mogelijkheden voor het toepassen van pelletketels (of houtsnipperketels) te onderzoeken bij nieuwbouw of vervanging (van C V ketels) van gemeentelijke gebouwen. - Geadviseerd wordt dat de gemeente haar visie op duurzaamheid vooraf vertaald in ruimtelijke plannen en daarmee duidelijkheid verschaft aan initiatiefnemers maar ook aan de samenleving. - Geadviseerd wordt om binnen de gemeentelijke organisatie het BIM (bedrijfsinterne milieuzorg) te verbreden naar M V O . Vanuit onze voorbeeldfunctie wordt ook geprobeerd om andere bedrijven en instellingen over te halen om volgens de MVO-principes te werken. Goed gedrag wordt beloond door bedrijven die meedoen (communicatief) in het zonnetje te zetten. - Geadviseerd wordt de COS-monitor één keer per jaar uit te voeren en een tweejaarlijkse C 0 2 monitor uit te laten voeren. - Om goede aansluiting met de samenleving te houden en om te kunnen toetsen of we met de goede dingen bezig zijn wordt geadviseerd om een Platform Duurzaam Hellendoorn in te stellen onder voorzitterschap van de wethouder Duurzaamheid. Voor dit platform worden uit verschillende geledingen van de samenleving vertegenwoordigers uitgenodigd. Doel van het platform is informatie-uitwisseling en monitoring/bijsturen van het duurzaamheidsbeleid. - Geadviseerd wordt één maal per jaar een "Dag van de duurzaamheid te houden" gekoppeld aan één of meer duurzame thema's. Waar mogelijk wordt dit gekoppeld aan landelijke of regionale evenementen, bijvoorbeeld Duurzame dinsdag. Doel is het zichtbaar maken wat er gedaan wordt op het gebied van duurzaamheid door de gemeente en de samenleving. - Geadviseerd wordt om jaarlijks een bondig communicatieprogramma op te stellen gekoppeld aan de activiteitenkalender van het betreffende jaar. 0
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
24 In project en beleidsplannen (verplichte paragraaf) en in college en raadstukken moet aandacht gegeven worden aan duurzaamheid. Het management is integraal verantwoordelijk voor het voor de (beleids)producten, dus ook voor integratie van het onderdeel duurzaamheid. Het thema duurzaamheid leent zich uitermate voor een programmatische aanpak. Geadviseerd wordt het thema duurzaamheid in de gemeente Hellendoorn vorm te geven in een "lichte" programmastructuur. Geadviseerd wordt te werken met één (coördinerend) ambtelijk opdrachtgever (Teamhoofd Vergunningen, Toezicht en Milieu) en één (coördinerend) bestuurlijk opdrachtgever (wethouder ten Have) en een programmamanager. De leiding van het programma ligt bij een programmamanager. Gezien de zwaarte van het speerpunt energie en klimaat verdient het aanbeveling om de programmamanager te zoeken binnen het team Vergunningen, Toezicht en Milieu en daaronder gemotiveerde speerpuntcoördinatoren breed uit de organisatie te benoemen. Geadviseerd wordt om het programmatisch werken voor periode van 4 jaar in te stellen en jaarlijks het programmatisch werken te evalueren en waar nodig bij te sturen. Uit oogpunt van efficiëntie kan er voor gekozen worden speerpunten samen te voegen en bij één speerpunt coördinator onder te brengen. Mogelijke combinaties zijn: M V O en Fairtrade, leefomgeving, natuur en landschap, energie/ klimaat en afval, samenwerken en participatie. Geadviseerd wordt de huidige centrale subsidiecoördinator in te zetten met als hoofdtaak een actueel overzicht te bieden van subsidiemogelijkheden in het brede veld van duurzaamheid en daarmee andere medewerkers te faciliteren, als vraagbaak te fungeren en bij het indienen van subsidie aanvragen ondersteuning verlenen. De subsidie coördinator kan ook advies geven aan initiatiefnemers van duurzame plannen uit de samenleving in het kader van overheidsparticipatie en onderhoud het subsidienetwerk (Rijk, provincie, gemeenten en andere instanties). 12.0.
Activiteitenmatr ix.
In de activiteitenmatrix ( zie de bijlage 2) zijn de activiteiten aangegeven die vooral in 2 0 1 3 worden uitgevoerd. Dit is een mix van bestaande activiteiten en een aantal nieuwe. Per activiteit is aangegeven onder welk speerpunt deze valt en of deze binnen de huidige capaciteit en budget V U I L
Í\F s4 w l U U L
r\ r- nv + rn ui U A I I U
rvonQr»itnit r\ f uupUüilUH w i
Ki irlnnt no\zcQcin^ r\r Ě-\-\uuuyvji yo v i uuyu V V W I U L .
d \s io^ľ xn/r^rri-ť nnn ioornrnnrQmmo i — i x juui vvui ui oiji i juui f^i uyi U I u
gemaakt met nieuwe en bestaande activiteiten. Ook kan gedurende het uitvoeringsjaar een geplande activiteit uitgeruild worden tegen een actuele activiteit.
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
25 Bijlage 1. Gestelde criteria Fairtradegemeente en uitwerking voor Hellendoorn. De criteria om Fairtrade gemeente te worden en te blijven zijn hieronder benoemd met daarbij ook de voorgestelde uitwerking in de gemeente Hellendoorn vermeld. Criteriuml. Er is een lokale werkgroep actief die het initiatief neemt om de titel Fairtradegemeente te behalen. Als de gemeente de titel in handen heeft, dan zorgt de werkgroep ervoor dat de gemeente de titel ook blijft behouden. De lokale werkgroep stelt jaarlijks een verantwoording op, waaruit moet blijken dat de gemeente nog steeds aan de criteria 1 tot en met 6 voldoet. De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers uit verschillende sectoren van de samenleving, waaronder iemand van de gemeente. Uitwerking : Deze werkgroep bestaat uit bewoners en ondernemers die activiteiten ontwikkelen die er toe bijdragen dat meer fairtradeproducten worden aangeboden en gekocht. De gemeente ondersteunt en faciliteert deze werkgroep in haar organisatie en activiteiten. De werkgroep maakt elk jaar een kort actieplan en puntsgewijs jaarverslag. Een bestuurslid van de Wereldwinkel in Nijverdal heeft zich al beschikbaar gesteld voor een functie in deze lokale werkgroep. Criterium 2. De Gemeente spreekt zich uit voor fairtrade en koopt fairtrade producten in. De gemeenteraad en de verschillende gemeentelijke afdelingen vertalen hun steun voor fairtrade in hun beleid en handelen hier naar. Uitwerking : Dit criterium betekent voor de gemeente dat zij (gedeeltelijk)fairtrade cateringproducten (koffie en thee en 4 eerlijke producten in de kantine) en eventueel fairtrade kantoorartikelen en bedrijfskleding inkoopt. Ook valt te denken aan fairtrade kerstgeschenken en cadeaus aan externen. Uitgangspunt is dat dit binnen de huidige budgetten gebeurd. Criterium 2 bepaald in belangrijke mate de voorbeeldfunctie van de gemeente. Criterium 3. In de plaatselijke winkels worden eerlijke producten verkocht. De plaatselijke horeca serveert fairtrade producten. Winkels en horeca laten duidelijk zien dat zij een fairtrade aanbod hebben. Uitwerking : Dit criterium hangt samen met 1 en wordt opgepakt door de lokale werkgroep. Idee is om een fairtradekaart/route te maken van winkels en andere bedrijven die fairtrade producten verkopen. Er zijn normen voor het aantal deelnemende bedrijven naar inwonertal van de gemeente. Criterium 4. Maatschappelijke organisaties en bedrijven gebruiken fairtrade producten. Uitwerking : De lokale werkgroep gaat in gesprek over fairtrade en geeft voorlichting o.a op scholen en aan ondernemers mede door inschakeling van vrijwilligers. Hierbij wordt ook samenwerking gezocht met natuur- en milieuorganisaties. Om aan dit criteria te voldoen moeten in een gemeente als Hellendoorn 4 bedrijven en 8 maatschappelijke organisaties meedoen. Criterium 5. Media-aandacht. De werkgroep organiseert blijvend lokale publiciteit rond de campagne. Uitwerking: Door de lokale werkgroep wordt regelmatig de publiciteit gezocht om de aandacht te vestigen op fairtrade. De lokale werkgroep maakt een eigen website (met een link op de gemeentelijke website). Criterium 6. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen(MVO). Er bestaan naast fairtrade steeds meer initiatieven die een goede bijdrage leveren aan een betere wereld. De Fairtrade Gemeente campagne wil deze initiatieven waarderen. Daarom krijgen deze initiatieven een plek in het zesde criterium van de Fairtradegemeente.. Uitwerking: zie speerpunt M V O .
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
26 Bijlage 2.
C02
scan van 15 juli 2011
Samenvatting In deze rapportage wordt de huidige C 0 2 - e m i s s i e binnen de gemeente Hellendoorn als nulmeting in kaart gebracht. Ook zijn scenario's opgesteld om deC02-emissie binnen de gemeente in de periode tot 2 0 2 0 te reduceren. Huidige situatie » De totale C 0 2 - e m i s s i e in 1990 is geschat op 190 k t o n l , wat neerkomt op gemiddeld 5,0 ton per inwoner. » In 2 0 0 8 was deze emissie 193 kton: 5,4 ton per inwoner. Verkeer en vervoer door de bewoners en bedrijven van gemeente Hellendoorn is verantwoordelijk voor 37Vo van de C 0 2 uitstoot. Woningbouw heeft een aandeel van 32 7o in de C02-uitstoot. In de bestaande bouw is de meeste besparing te realiseren. » in 2 0 2 0 zou de uitstoot 197 kton zijn bij autonome ontwikkeling. Om aan de doelstellingen van het klimaatakkoord te voldoen, zou deze uitstoot naar 133 kton moeten zijn afgenomen. Potentieel duurzame energieproductie: het theoretisch potentieel om duurzame energie te produceren, is 22 Zo van het verwachte totale energieverbruik in 2 0 2 0 . Het potentieel aan duurzame energie inzetten levert slechts een reductie van 15 Zo van de C 0 2 - e m i s s i e in 2 0 2 0 (32 kton). De zon is de voornaamste bron: 42 7o en biomassa levert 34 7o van het potentieel. Direct zonlicht kan worden gebruikt door het toepassen van passieve zonne-energie, zonnestroominstallaties en zonneboilers. Scenario 's Drie scenario's geven inzicht in de concreet benodigde maatregelen voor het realiseren van C 0 2 reductie. 1 Scenario 'Continuering van het huidige beleid' is gebaseerd op het actieve klimaatbeleid van gemeente Heliendoorn zoals geformuleerd in het 'Projectenplan Klimaatbeleid Hellendoorn 2 0 0 9 2 0 1 2 ' . Dit scenario gaat uit van besparing in woningbouw en gemeentelijke gebouwen. In 2 0 2 0 zijn 6 0 0 zonnestroomsystemen en 500 zonneboilers op het dak van woningen geplaatst. Ook wordt er gebruikgemaakt van warmtepompen, energieopslag en wordt 1 M W aan energie uit biomassa geproduceerd. 2 Scenario 'Klimaatakkoord'gaat uit van 2 7o energiebesparing per jaar en 20 7o duurzame energieproductie in 2 0 2 0 . Bovendien worden er 1 2 . 0 0 0 zonnestroomsystemen en zonneboilers op woningen geplaatst, naast de bijna 9 0 . 0 0 0 m2op overige gebouwen. Ook maakt 5 3 . 0 0 0 m2van de utiliteitsgebouwen gebruik van warmte- en koudeopslag in de bodem en 1 3 7 . 0 0 0 m2 past een warmtepomp toe. Twee windmolens leveren elektriciteit met elk 2 M W vermogen. I 3.Scenario 'Realistisch ambitieus'gaat uit van besparingen in de orde van grootte van de landelijke ambitie. 2 . 4 0 0 woningen produceren zonnestroom en 80 7) daarvan ook warmte met zonneboilers. Er wordt één windturbine van 2 M W geplaatst en men produceert 4 M W aan energie uit biomassa. 6 0 . 0 0 0 m2van de utiliteitsgebouwen maakt gebruik van warmte- en koudeopslag in de bodem of warmtepompen. De drie scenario's zijn weergegeven in figuur 1. Hieruit blijkt dat het scenario 'Klimaatakkoord' het meeste C02bespaart. Een meer praktisch haalbaar scenario is 3: 'Realistisch ambitieus'. Alle sectoren stimuleren tot het reduceren van C 0 2 - e m i s s i e s is effectiever dan alleen inzetten op energiebesparing bij bestaande woningbouw. De totale C 0 2 - e m i s s i e in 2 0 2 0 en de reductie ten opzichte van 2 0 0 8 van de drie scenario's zijn te vergelijken op basis van tabel 2. 0
0
0
0
0
0
0
0
Advies: Op basis van dit onderzoek wordt geadviseerd om in te zetten op het scenario 'Realistisch ambitieus'. Factoren die daadwerkelijke realisatie van de beoogde C02-reductie in belangrijke mate bepalen, zijn: » hoeveelheid vrijkomende biomassastromen en de benuttingsmogelijkheden hiervan; * mogelijkheden voor plaatsing van windturbines binnen de gemeentegrenzen; » bereidheid van bedrijfsleven en particuliere woningeigenaren tot het treffen van energiebesparende maatregelen. De gemeente kan een belangrijke bijdrage leveren om bovenstaande factoren tot een succes te maken door middel van facilitering en stimulering, waarbij geadviseerd wordt om de volgende strategie te hanteren. Samenwerken aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
27 1 Zelf het goede voorbeeld geven door toepassing van energiebesparende en duurzame energie bij gemeentelijke gebouwen. 2 Faciliteren in de realisatie van volumemaatregelen, zoals windturbines en benutting van biomassa(rest)stromen van bedrijven en openbare ruimte (bermgras, snoeihout uit bossen en dergelijke). C 0 2 - s c a n gemeente Hellendoorn 3 Burgers en bedrijfsleven informeren over, faciliteren bij en stimuleren tot toepassing van energiebesparende en duurzame maatregelen. 4 Facilitering en stimulering C 0 2 reductie verkeer en vervoer. 5 Investeren in duurzame energieprojecten buiten de gemeentegrenzen (C02-compensatie). Aanbevolen wordt om te zoeken naar projecten die meerdere doelen dienen (bijvoorbeeld naast C02-reductie ook bevordering van de werkgelegenheid). 6 Monitoring van het uitvoeringsprogramma met een jaarlijkse evaluatie op basis waarvan een jaarprogramma wordt vastgesteld voor het volgende jaar. Conclusies en aanbevelingen * Het berekende potentieel aan duurzame energie binnen de gemeente is beperkt. Geadviseerd wordt om verder onderzoek te doen naar potentiële windlocaties en de vrijkomende biomassastromen bij bedrijven voor de benutting van energieopwekking. * Met de inzet van duurzame energieproductie en energiebesparing kan in geen van de drie scenario's voldoende C02-reductie worden gerealiseerd om in 2 0 2 0 te voldoenaan de doelstellingen van het Klimaatakkoord. » Geadviseerd wordt om in te zetten op het scenario 'Realistisch ambitieus'. Hiermee is een C02-reductie te realiseren van ruim 20 7o ten opzichte van 2 0 0 8 . » Geadviseerd wordt om de resultaten van deze verkenning in een werksessie te bespreken met de gemeenteraad met als doel te komen tot vaststelling van een ambitieniveau. Voor deze sessie zou bijvoorbeeld gebruik kunnen worden gemaakt van de methodiek 'Klimaatwinkelen' die succesvol is gebruikt bij enkele andere gemeenten. * Geadviseerd wordt om op basis van deze verkenning een ambitieniveau vast te stellen en een uitvoeringsprogramma op te stellen voor de periode 2 0 1 2 - 2 0 2 0 . Aanbevolen wordt om de voortgang van de uitvoering te monitoren en jaarlijks te evalueren. Op basis van deze evaluatie dient vervolgens het jaarprogramma voor het volgende jaar te worden vastgesteld. Diversen co2 scan: De eerste stap is het in beeld brengen van de C 0 2 - e m i s s i e in 2 0 0 8 , het jaar vanaf wanneer het klimaatbeleid van gemeente Hellendoorn actief aangepakt werd. Ook valt in deze stap het inschatten van de ontwikkeling van deze C 0 2 - e m i s s i e in het verleden (sinds 1990) en in de toekomst. Dat gebeurt in deze verkenning. De C 0 2 -scan en scenario's brengen de mogelijkheden in kaart voor verdere reductie van deze emissie zoals energiebesparende projecten en productie van duurzame energie. In het 'Projectenplan Klimaatbeleid Hellendoorn 2 0 0 9 - 2 0 1 2 ' stelt gemeente Hellendoorn per project ambitieuze doelen volgens de definities van Stimuleringsregeling Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK). Hierin staat beschreven dat de gemeente wil bijdragen aan de kabinetsdoelstellingen van 20 á 30 Zo C02-reductie, 20 7o duurzame energie en 2 Zo energiebesparing per jaar in 2 0 2 0 . Een specifiek gemeentebrede ambitie is nog niet vastgelegd. De gemeente heeft behoefte aan een onderbouwde, ambitieuze ambitie voor haar langetermijn klimaatbeleid. 0
0
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
0
0
20
Bijlage 3 S c h e m a programmastruktuur
Stuurgroep ļ
Progra TmamarQga"
PrograrnrrB cndťxsteċn rv
CcrrrTxrï cstí Ê
coòrdiratcr speerpunt 1
coördinator speapunt 2
| project 1
prcjectl
|
Įprpjea 1
ļ project 2
ļ
| project 2
ļ project 2
project 2
project n
project n
project n
project 2
project n
ļ
project n
coordinator speapunt 3
S a m e n w e r k e n aan een duurzaam Hellendoorn versie 8 mei 2 0 1 3 .
coordinator speerpunt 4
|
| project l
coördnator speerpunt n
|
| project 1