Preek van Jan Pool d.d. 11 juni 2006
Laat je geen slavenjuk opleggen Galaten 3:1 ‘Galaten, u hebt uw verstand verloren! Wie heeft u in zijn ban gekregen.’ ‘ O dwaze Galaten! Wie heeft u toch door toverij verblind… (Peter Canisius) Wat een krachtige, shockerende uitspraak van Paulus. Het is bijna beledigend van toon. Kunnen christenen betoverd zijn? Blijkbaar wel! Paulus schrijft dit niet voor niets. Hadden de christenen in Galatië zich ingelaten met satanisten, waarzeggers, spiritisten, hypnotiseurs, talismannen, wajangpoppen e.d. Als je de rest van de brief leest, dan zie je dat Paulus deze vormen van toverij niet bedoeld. Hij heeft het over een andere vorm van toverij. Laten we maar eens verder lezen: Galaten 5:19-20 ‘Het is bekend wat onze eigen wil allemaal teweegbrengt: ontucht, zedeloosheid en losbandigheid, afgoderij en toverij…’ Hier staat dat onze eigen wil toverij teweeg kan brengen. Het NBG vertaalt het als volgt: ‘Het is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn…’ Als Paulus spreekt over de begeerten van het vlees dan bedoeld hij daar zowel de begeerte van het lichaam mee als de werken van de ziel! Onze ziel bevat ons verstand, onze emoties en onze wil. Vanuit onze wil kunnen we toverij uitoefenen. Met ‘onze wil’ kunnen we bewust of onbewust de wil van anderen zodanig beïnvloeden dat ze ‘onze wil’ doen. Als iemand dat doet dan kan er sprake zijn van toverij. Dat hoeft niet altijd zo te zijn. Ik kom hier straks op terug. We gaan opnieuw een tekst lezen uit de Galatenbrief: Galaten 5:1 ‘Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven; houdt dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen.’ Met het begrip ‘juk’ wordt in het O.T. vaak de onderdrukking van het ene volk door het andere bedoeld, of de onderdrukking van de ene persoon door een ander. Met het ‘juk’ in Galaten bedoelt Paulus dan ook niet in de eerste plaats de wet van Mozes, maar de onderdrukking door mensen. Wat was er aan de hand in de Gemeente in Galatie? Deze gemeente bestond voornamelijk uit christenen die niet van Joodse afkomst waren. Na Paulus zijn vertrek waren er in de gemeente ‘dwaalleraars’ binnengekomen, de Judaïsten: een extreem-Joodse partij binnen de gemeente van Jezus Christus. Zij leerden dat de niet-Joodse gelovigen behalve in Christus te geloven ook de Joodse wetten en gebruiken in acht moesten nemen. Ze hadden zo ‘hun wil’ opgelegd aan de Galaten. Die dwaalleraars hadden hen ‘betoverd’ en een slavenjuk opgelegd. Als je iemand een juk oplegt, dan roof je zijn of haar persoonlijke vrijheid! Een slavenjuk was een boom met halsringen waarmee slaven met elkaar verbonden werden. Een slaaf heeft geen persoonlijke vrijheid. Een slaaf kan niet zelf beslissingen nemen. Het leven van een slaaf wordt bepaald door zijn ‘heer’. Zo waren de Galaten slaven geworden, niet van de wet van Mozes zelf, maar van mensen, die hen de wet oplegden! De Galaten waren niet vrij meer! Paulus is daar ontzettend boos over. Hij haalt zelfs uit naar Petrus die zich ook liet beïnvloeden door deze Judaïsten. Petrus at samen met de christenen uit de heidenen, maar toen er een groep mede-standers van deze Judaïsten kwamen, ging hij, uit angst voor hen apart eten. Petrus liet zich de wil van anderen opleggen. We gaan een tekst lezen uit het boek Ezechiël: ‘Mensenkind, richt je nu op de vrouwen van het volk die op eigen gezag profeteren, en klaag hen aan. Dit zegt God, de HEER: Wee de vrouwen die
toverbanden naaien voor alle polsen en handen, die sluiers maken die passen op ieders hoofd, om zo de zielen van de mensen te vangen!’ Ezechiël 13:17-18 Deze profetessen bonden door hun ‘valse’ profetieën toverbanden om de polsen van mensen. Dat is een beeld van een marionet! Iemand anders bespeelt jouw leven. Jij doet wat een ander wit dat jij doet. Dat zijn toverbanden. En ze doen sluiers om ieders hoofd. Je zicht wordt vertroebeld. Je ogen raken bevangen! Heel geleidelijk raak je de visie van God op je leven kwijt. Je ‘ziet’ niet meer wie jij bent. Je verliest je identiteit. Je bent niet meer in staat helder te denken. Je hebt geen perspectief meer voor je leven. Hoe werkt toverij? Er zijn drie sleutelwoorden waaraan je kunt afleiden dat je met toverij te maken hebt: manipuleren - intimideren en domineren. Wanneer je één van deze dingen ontmoet, heb je te maken met toverij. Om het uiteindelijk doel te bereiken: domineren (de baas spelen, overheersen, zijn wil opleggen en doordrijven) bedient toverij zich van manipuleren of intimideren. Manipulatie en intimidatie gebeurd zowel door mannen als vrouwen, door zowel ouders als kinderen, door zowel leiders als gemeenteleden, door zowel werkgevers als werknemers, door zowel vrienden als vijanden. Vroeger had je zo’n reclameliedje over closetpapier: koning, keizer, admiraal, Popla gebruiken ze allemaal. Niemand hier kan zeggen dat hij zelf nooit manipuleert. We maken onszelf er allemaal wel eens bewust of onbewust schuldig aan. Arglistig is ons hart zegt Jeremia! Wat is manipulatie precies? Het Woordenboek geeft voor manipulatie de volgende definitie: o het toepassen van kunstgrepen, meestal om iemand te bedriegen. o het ongemerkt beïnvloeden. Anderen willen beïnvloeden is niet per definitie verkeerd! Anderen beïnvloeden doen we allemaal en is soms onze plicht, denk maar aan opvoeding van kinderen. Ook leiders beïnvloeden anderen voortdurend. Leiderschap is een relatie waarin een persoon de gedachten, waarden en gedrag van een ander persoon probeert te beïnvloeden. Ik hen daarover eens de volgende uitspraak gelezen: ‘The central task of leadership is influencing God’s people toward God’s purposes.’ Natuurlijk moeten leiders die geestelijk gezag uitoefenen in de gemeente, zich bewust zijn van het gevaar van misbruik van hun positie! Maar tegenwoordig worden leiders te pas en te onpas van manipulatie beschuldigd. Wanneer een leider krachtig duidelijk en richtinggevend leiderschap uitoefent, dan wordt hij als snel beschuldigd van autoritair leiderschap en manipulatie. Manipulatie heeft met de motieven van ons hart te maken. De vraag is dan ook: Waarom willen we die ander beïnvloeden? Willen we beïnvloeden om meer ‘macht’ te kunnen hebben en om er zelf beter van te worden, of willen we beïnvloeden zodat anderen daar beter van worden. Willen we gezag uit oefenen om mensen waarde en bestemming te geven of willen we mensen ‘gebruiken’ voor onze doelen. Verkeerde autoriteit kenmerkt zich dat het mensen berooft van hun waarde en bestemming. Verkeerde autoriteit perkt vrijheid in: het controleert en geeft een gevoel van schuld. Het zal onderdrukken en uitbuiten.
Manipulatie o is geen doel op zich maar is een middel om tot een doel te komen. Het uiteindelijk doel is domineren: Je zin krijgen; Jouw wil gedaan krijgen. o doet men vaak zonder dat men zich daarvan bewust is. Soms is men het zich wel bewust maar wil óf kan men deze houding niet wijzigen omdat men bijvoorbeeld voordeel ondervindt van de positie die men inneemt, of men is simpelweg niet in staat dit zelfstandig te wijzigen. o vindt vaak subtiel plaats. Degene die manipuleert wil (bewust of onbewust) dat jij zijn/haar wensen en behoeften vervult. Jouw mening, gevoelens en belangen zijn van ondergeschikt belang of worden gebruikt in het patroon van de manipulator.
Even een aantal voorbeelden waarin geen sprake is van manipulatie: o Je wordt aangehouden door een politieagent omdat je te hard rijd en je krijgt een bekeuring. Manipuleert deze agent je nu? Hij beperkt je tenslotte in je vrijheid!! Nee, hij handhaaft de wet. o Een voetballer begaat voor de 2de keer een overtreding en de scheidsrechter zegt: Nog eenmaal zo’n overtreding en je krijgt een gele kaart. Is dat manipulatie? Kan die speler naar de Fifa gaan en zeggen: Ik ben gemanipuleerd door de scheidsrechter. Hij heeft mijn vrijheid weggenomen, hij heeft me bang gemaakt. Ik moest ingehouden spelen omdat ik anders een gele kaart zou krijgen. o Een kind dat van zijn ouder te horen krijgt: IK wil dat je nu je kamer opruimt! En als je het niet doet, dan hou ik je zakgeld in. Is dat manipulatie? Nee, dat is opvoeding!
Voorbeelden van manipulatie: o Absolom is een ‘mooi’ voorbeeld van een uitstekende manipulator. Hij probeerde het volk voor zich te winnen, door slecht te spreken over koning David en zichzelf aan te prijzen. Zo ‘steelt’ hij de harten van de mensen. o Een auto verkoper die met een veelheid van woorden jou een auto wil aansmeren. o Een voorganger die zegt: Een goed christen betaalt zijn tienden of ‘ik was diep teleurgesteld dat er zo weinig mensen op de bidstond waren. o Een gemeentelid die tegen de voorganger zegt: ‘U komt me toch wel opzoeken in het ziekenhuis hè? U bent tenslotte mijn herder…’ of ‘Als de muziek niet zachter wordt, ga ik de gemeente uit.’ o Ouders die hun getrouwde kinderen nog steeds proberen te manipuleren. ‘Jullie komen toch zeker wel op één van de kerstdagen bij ons eten hè?’ En als je dan niet komt, dan communiceren ze teleurstelling waardoor jij je schuldig gaat voelen en volgend jaar je verplicht voelt om bij ze te eten. (Ik zeg niet dat het niet goed is om familiebanden in ere te houden en tijdens feestdagen om je ouders te denken… maar jij moet je ‘vrij’ voelen…) o Emotionele manipulatie: tranen, boosheid, stilzwijgen - Een vrouw die huilt om haar zin te krijgen. Een man die zich zwijgend terugtrekt om zijn zin te krijgen. Een dreinend kind dat zijn zin wil hebben. Eén van de beste manieren om te manipuleren is anderen een schuldgevoel opleggen. Als je echt van me houdt… Vooral ‘people pleasers’ zijn mensen die zich gemakkelijk laten manipuleren. We moeten geen ‘people pleasers’ zijn maar ‘God pleasers’. Paulus zegt dan ook tegen de Galaten: ‘Probeer ik soms mensen te behagen? Als ik dat nog altijd zou doen, zou ik geen dienaar van Christus zijn.’ (Galaten 1:10)
Je kunt een people pleaser zijn om verschillende redenen. o Je ‘gebruikt’ die ander om jouw doelen te bereiken. o Je hebt die ander nodig: steun, hulp, financiën, werk, carrière… je bent dus bang om deze dingen kwijt te raken. o Je hebt een slecht zelfbeeld . Dan heb je die ander ook nodig, maar dan om je emotionele behoefte aan liefde en waardering te voeden. Mensen met een slecht zelfbeeld zoeken vaak hun bevestiging en waarde bij andere mensen. Ze willen geliefd zijn door die ander. Ze willen aardig gevonden worden. Ze zijn bang dat die ze die ander teleurstellen, boos maken, ongelukkig maken of kwijtraken. Het gevolg is dat ze hun eigen mening voor zich houden. Ze zijn niet assertief genoeg. Assertiviteit is te omschrijven als zelfbewuste psychische weerbaarheid. Je komt voor jezelf op, je spreekt je uit ongeacht wat anderen ervan zullen vinden, maar zonder de ander nodeloos te kwetsen en/of zonder alle ruimte voor jezelf op te eisen. Houd je geen rekening met de gevoelens van de ander en kwets je nodeloos, dan gedraag je je agressief. People pleasers zijn vaak subassertief. Dat betekent dat je te weinig assertief bent en dus te weinig uiting geeft aan je gevoelens, verlangens, meningen en verwachtingen. Gebrek aan assertiviteit komt voort uit sociale angst: ‘Wat zullen ze wel niet van me denken. Als ik dit of dat zeg?’ Zal hij nog wel van me houden als ik dit doe?’ Je bent bang voor de reactie en het oordeel van anderen. Symptomen van subassertiviteit: o angst om de gevoelens van anderen te kwetsen o angst om egoïstisch te zijn o angst voor woede van iemand o angst voor straf Wanneer je assertief bent: o durf je meer te vragen o durf je meer te weigeren o durf je meer je mening te uiten o durf je meer te reageren op kritiek o durf je te zeggen wat je wil o durf je grenzen te stellen Als je niet gemanipuleerd wilt worden dan is het belangrijk dat je leert grenzen te stellen. Mensen met vage grenzen worstelen ermee nee te zeggen tegen de overheersing, de druk, de eisen en de soms werkelijk noden van anderen. Ze hebben het gevoel dat zij hun relatie met iemand in gevaar brengen als ze tegen diegene nee zeggen, waarop ze vervolgens passief aan het gevraagde voldoen en zich dus laten manipuleren. Maar van binnen verzetten ze zich vaak.
Wat is intimidatie precies? Het woordenboek geeft voor intimidatie de volgende definities: o het bevreesd maken, vrees aanjagen, ontmoediging o schrik aanjagen, door bedreigingen verlammen, afschrikken, weerhouden. Intimidatie: alle uitspraken, acties, situaties die je afschrikken om datgene te doen wat in je hart is. Het maakt bescheiden, laat je terugtrekken, bedreigt je waardoor jij je onveilig gaat voelen.
Voorbeelden: o Jij wilt voor opslag naar je baas, maar als hij in een slechte bui is kan hij je vreselijk schofferen. De gedacht hieraan doet je de moed al in de schoenen zinken en je besluit maar niet meer te gaan. o Een man die voortdurende met verbaal of fysiek geweld reageert op zijn vrouw en kinderen, als de dingen niet gaan zo als hij graag wilt. Vrouw en kinderen worden zwijgzaam en gaan niet meer tegen hun man in. o Een vrouw kan haar man intimideren door opmerkingen als: Wat ben jij toch een onhandige kluns zeg Kun je niet eens een wat betere baan vinden Jij verdient niet eens voldoende geld om het gezin te onderhouden o Kinderen die gepest worden op school. De bron van pesten in pure intimidatie. Het maakt de kinderen bang om naar school te gaan. o Leiders die dreigen met woorden als: Kom niet aan de gezalfde des Heren. Je weet wat er met Mirjam gebeurde! Als je je niet onderwerpt dan zal God je straffen… Als je de gemeente verlaat dan ben je ongehoorzaam aan God en kom je onder een vloek. o Gemeenteleden die dreigen: als jullie dat besluit nemen, dan… Zoals je ziet kan intimidatie komen uit alle hoeken in je leven. Wat doet intimidatie in je leven? Het veroorzaakt: ontmoediging, verwarring, verlies van visie, terugtrekking, verslagenheid en wanhoop. Het volk Israël liet zich intimideren door Goliath. ‘Bij het horen van deze woorden (van Goliath) stonden Saul en het leger van Israël verlamd van schrik.’ 1 Samuël 17:11 God had een verbond met Israël gesloten. En de vijanden van God konden geen standhouden. Zij hadden deze strijd moeten winnen. De intimidatie van Goliath roofde hun vertrouwen in God. Intimidatie richt de focus naar binnen en verlamt je daardoor. Intimidatie geeft je bevangen ogen, je ziet niet meer op God. Het laat je inzoomen op je Goliath en rooft het geloof dat God de Goliath in je leven kan ontslaan. Uiteindelijk brengt intimidatie je tot slavernij en doet het je vluchten voor je bestemming. Conclusie: We hebben gezien dat zowel intimidatie als manipulatie gereedschappen zijn om te domineren. Iets of iemand wil jouw zijn wil opleggen. Er zijn gelovigen die manipuleren en intimideren omdat ze oprecht denken dat ze God daarmee een dienst bewijzen. Kijk maar naar Paulus. Toen hij nog niet bekeerd was, intimideerde hij christenen. Hij wilde hen zijn wil met geweld opleggen. Iemand die manipuleert en intimideert heeft feitelijk gebrek aan geloof en gebrek aan liefde. Omdat ze geen geloof/vertrouwen in God hebben, bedienen ze zich van eigen kracht (zielekracht) om hun zin te krijgen. En je ziet dat de liefde bij ze verkilt. Als ze manipuleren veinzen ze nog wel liefde, om je voor zich te winnen, maar als je niet toegeeft komt openbaar dat ze niet oprecht lief hebben. Ze worden steeds harder in hun communicatie. Ze bedienen zich van steeds grovere middelen om hun doelen te bereiken of jou tegen te houden jouw doelen te bereiken.
Als iemand anders jouw leven controleert door manipulatie of intimidatie, dan wordt het tijd dat je breekt met deze controlerende machten! Het is niet Gods wil dat jouw leven gecontroleerd wordt door anderen. God alleen, mag jouw leven controleren. En dat doet Hij alleen maar met jouw toestemming. God dwingt je niet Zijn wil te doen! Sommigen van jullie hebben zich laten betoveren. Je bent niet vrij. Je bent niet in staat eigen keuzes te maken. Je kunt je hart niet volgen. Je loopt in schoenen die anderen je gegeven hebben en die je niet past! Je bent zelf verantwoordelijk voor het feit dat je je hebt laten manipuleren. Galaten 5:1 ‘Christus heeft ons bevrijd opdat wij in vrijheid zouden leven; houdt dus stand en laat u niet opnieuw een slavenjuk opleggen.’ Jij hebt toegestaan dat anderen je gemanipuleerd en geïntimideerd hebben. Blijf niet in de slachtofferrol! Neem vanochtend een besluit. Belijdt het aan God. Bekeer je ervan. Heb de moed om anderen te confronteren als ze je manipuleren of intimideren. Wordt eerlijk in wat je vindt. Geef je mening! Stel duidelijke grenzen in je leven. Volg je hart, natuurlijk binnen de grenzen die God heeft gegeven. Kijk ook uit dat jouw vrijheid anderen geen pijn doet! Paulus zegt: ‘Misbruik die vrijheid niet om uw eigen verlangens te bevredigen, maar dien elkaar in liefde…’ Galaten 5:13 Blijf het gezag in je leven erkennen. Maar sta niet toe dat gezag je controleert. God wil niet dat je onder een betovering bent. God wil je deze morgen bevrijden! ‘Daarom–zegt God, de HEER –verscheur ik de(tover) banden waarmee jullie de mensen als vogels vangen; ik scheur ze van je armen af en laat de mensen vrij die in je netten verstrikt zijn geraakt. Ik verscheur de sluiers en ik ontruk mijn volk aan jullie macht. Jullie zullen geen greep meer op hen hebben en jullie zullen weten dat ik de HEER ben.’ Ezechiël 13:19-21 Vragen: 1. Wat heeft jou in deze preek het meest aangesproken? a. Waarom? b. Tot welke persoonlijke stappen gaat dit eventueel leiden? 2. Ben je wel eens geïntimideerd? a. Hoe reageerde je daarop? b. Was dat goed? Zou je het nu anders doen? 3. Intimideer/manipuleer je zelf wel eens? a. Waarom? b. Hoe ging dat bij jou thuis als kind m.b.t. tot manipulatie/intimidatie? c. Heb je de mensen die jou manipuleerden/intimideerden vergeven? 4. Word je nu (de afgelopen periode) geïntimideerd/gemanipuleerd? a. Wat ga je daarmee doen? 5. Hoe kun je op een Bijbelse manier met intimidatie/manipulatie omgaan (bij jezelf en anderen)? a. Onthoud: het gaat om keuzes maken! b. Hoe voorkom je manipulatie bij jezelf en anderen? 6. Om te lezen: Grenzen van Dr. Henry Cloud. Breaking with intimidation van John Uitg: Koinonia Bevere; alleen ISBN: 90-76193-01-0 beschikbaar in het Engels.