Laagdrempelig onthaal Inspiratiedag 18 oktober 2014
Inhoud 1
2
3
Drempels (h)erkennen en wegwerken ................................................................................................................................. 3 1.1
Algemeen .............................................................................................................................................................................. 3
1.2
Focus op deelgroepen ..................................................................................................................................................... 6
1.2.1
Etnisch-culturele minderheden ............................................................................................................................ 6
1.2.2
Transgender .................................................................................................................................................................... 8
1.2.3
HIV....................................................................................................................................................................................... 8
1.2.4
Biseksualiteit .................................................................................................................................................................. 9
1.2.5
Beperking ......................................................................................................................................................................... 9
1.2.6
Maatschappelijk kwetsbare jongeren ............................................................................................................... 10
Instapmethodes en verwelkoming ..................................................................................................................................... 11 2.1
Methodes om de instap te vergemakkelijken .................................................................................................... 11
2.2
Een warm welkom .......................................................................................................................................................... 12
Aan de slag in je eigen vereniging ........................................................................................................................................ 13
2
1 Drempels (h)erkennen en wegwerken 1.1 Algemeen Over laagdrempelig werken Een drempel wordt in het cultuurbeleid omschreven als een hindernis waardoor potentieel publiek en aanbod elkaar niet vinden (Beleidsnota Cultuur 2004-2009, 2004). In het overkoepelende decreet houdende de flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport (2008) erkent men de onderstaande drempels. Daarnaast stelt men dat er ook sociaal-economische problemen, fysieke en mentale redenen, etnisch-culturele componenten, etc. zijn die voor participatiedrempels kunnen zorgen (Decreet houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport, 2008). Sannen (2002) stelt dat er ook dispositionele drempels zijn, i.c. drempels die gelieerd zijn aan percepties, attitudes en overtuigingen van de cliënt. Samengevat werden heel wat drempels geïdentificeerd t.o.v. een bepaald aanbod. Het woord ‘drempel’ kan echter de indruk wekken dat door de drempel of hindernis weg te nemen publiek en aanbod elkaar wel vinden. Creten (2005) stelt namelijk dat toegankelijkheid verbonden is met een gepast antwoord op een bepaalde vraag. Zoals ook Van de Walle (2010) in haar doctoraatsthesis over de toegankelijkheidsdiscussie in het jeugdwerk aanhaalt dat niet elk aanbod aan elke jongere besteed is. Jongeren hebben immers verschillende smaken, interesses, wensen en aspiraties. Zij pleit voor een divers vrijetijdsaanbod dat aansluit op – en meerwaarde biedt in relatie tot – een diversiteit van jeugdige leefwerelden. Toegankelijkheid is dus meer dan drempels wegwerken ‘tot’. Wanneer we toegankelijk willen analyseren moeten we het begrip dus ook opentrekken.
(bron: Masterproef ‘De toegankelijkheid van het georganiseerde vrijetijdsaanbod voor jongeren uit seksuele minderheden.’ Wouter Leerman, 2013.) Drempels die mensen ervaren bij LGBT-verenigingen (thesis Wouter Leerman) Bereikbaarheid: moeilijker bereikbaar voor mensen buiten de stad
Praktische tip: Misschien dat er binnen jouw groep verschillende deelnemers uit dezelfde
regio komen. Ga eens na of het geen optie is om een carpooling te voorzien. De ene week kunnen de deelnemers dan met Jan meerijden en de week daarna rijdt Ellen. Zulke acties kunnen als neveneffect hebben dat de teamgeest een stevige boost krijgt! Beschikbaarheid (aanwezigheid van het aanbod binnen een bepaalde tijd): -
aanbod niet in elke stad beschikbaar weekavond (niet voor scholieren) niet durven alleen gaan, niemand kennen >< online contact via forum of via mail, iemand kennen
Praktische tip: Denk eraan dat het voor jongeren makkelijker is om op een woensdagmiddag
of in het weekend naar een activiteit te komen! Een maandag, dinsdag, … -avond is minder vanzelfsprekend. Deze jongeren zijn erg afhankelijk van het openbaar vervoer of van ouder(s) of vrienden die eventueel bereid zijn hen naar de activiteit te voeren.
3
Zijn er enkele holebi- of transgenders uit een kleine gemeente die heel gemotiveerd zijn om
naar activiteiten te komen, maar er niet altijd geraken wegens de afstand of het tijdstip of het gebrek aan een lokale afdeling? Misschien kun je kijken of het mogelijk is een meer lokale werking op te richten. De deelnemers kunnen op die manier vaker naar activiteiten komen en je kunt ze ook stimuleren om zelf een vrijwilligersengagement op te nemen en activiteiten te bedenken en uit te werken. Hiervoor kan je ook zeker rekenen op de steun van de beroepskrachten van Wel Jong Niet Hetero (www.weljongniethetero.Be/content/zelf-een-lokale-werking-starten) en çavaria (www.cavaria.be/medewerkers). Begrijpbaarheid (bekendheid en zichtbaarheid) -
folders of posters in school of bibliotheek: belangrijk dat het een 'acceptabel' niet schokkerend beeld is online
Bruikbaarheid -
Doel vooral ontmoeten, acceptatie, zichzelf kunnen zijn, los van activiteit - vaak totdat er een netwerk is (als dit er al is, vaak geen behoefte aan vereniging // soms eerder voor activiteiten en weerzien met mensen) Steun voor coming-out, identiteit Kans om potentiële partner te ontmoeten
Andere -
Ouders en perceptie van ouders en omgeving bemoeilijken instap (> zwijgen, liegen)
(bron: Masterproef ‘De toegankelijkheid van het georganiseerde vrijetijdsaanbod voor jongeren uit seksuele minderheden.’ Wouter Leerman, 2013.) Drempels
Er worden 6 soorten participatiedrempels onderscheiden: Financiële drempel: deelnemen aan sport en vrije tijd kost dikwijls geld (lidmaatschap, sportuitrusting, drankje in de kantine, vervoer, …). De laatste jaren werden heel wat initiatieven ontwikkeld om deze drempel te overwinnen. Heel wat kortingskaarten en vrijetijdspassen zagen het licht. Toch leren deze inspanningen dat de kostprijs niet de enige
drempel is. Informatiedrempel: wat is er wanneer? Waar en hoe moet ik me inschrijven? Hoe leesbaar zijn de folders en flyers van jouw activiteit? Deze drempel bevat vooral hindernissen rond de bekendheid, ‘leesbaarheid’, verspreiding en begrijpelijkheid van het aanbod.
Praktische drempel: heeft vooral te maken met de bereikbaarheid van het aanbod. Maar het gaat ook over de fysieke ontoegankelijkheid van de infrastructuur, de openingsuren, aanwezigheid en kostprijs van het openbaar vervoer, enz. Sociale drempel: niet alleen de fysieke afstand is een drempel maar ook de mentale afstand. Onbekend is onbemind. Zal ik wel iemand kennen? Het is niet eenvoudig om de veiligheid van de eigen omgeving te verlaten om naar een bepaald aanbod toe te stappen.
Psychologische drempel: “Dat is niks voor mij” of “Ik kan dat toch niet”. Culturele drempel:. Dit hangt af veelal samen met de sociale en culturele achtergrond van de deelnemers, met hun onderwijskansen, enzovoort. Zeker kansarme kinderen en jongeren krijgen dikwijls minder kansen om hun interesses te ontdekken en hun competenties te ontwikkelen Impliciet wordt er tijdens activiteiten een bepaalde bagage van de deelnemers verwacht (bv. op tijd komen). Een gebrek hieraan wordt echter te vaak vertaald als een gebrek aan interesse.
4
Niet kunnen - Financieel - Opvang - Vervoer - …
Niet kennen - Kennismakingsactiviteit - Samenwerken - Vrijwilliger uit de doelgroep
Niet weten - Vindplaatsgerichte promo
Niet durven - Begeleiding - Instapmoment
Practice what you preach Met dooddoeners als 'wij staan open voor iedereen' of 'iedereen is welkom bij ons' spreek je eigenlijk niemand aan. Het is dan eens zinvol om even na te denken wat het reële profiel is van jouw vereniging en of je dit wilt behouden of net wilt opentrekken.
‘Je vereniging heeft vrouwelijke leden tussen 40 en 50. Je wilt graag dertigers betrekken.’ ‘Je vereniging is er voor holebi's, transgenders en sympathisanten van alle leeftijden. Je bereikt in realiteit vooral hole(bi?)'s tussen 25 en 35. Je wilt graag ook tonen dat transgenders ook welkom zijn.’ Als je echt een nieuw profiel wilt aanspreken, hou dan rekening met de volgende 3 factoren: 1.
Vrijwilligers: heb je vrijwilligers/medewerkers die tot een bepaalde doelgroep behoren? -
-
Het kan handig zijn om in jouw vrijwilligersgroep jongeren te hebben uit de verschillende deelgroepen. De deelnemers kunnen zich op die manier sneller identificeren met iemand en voelen zich meer welgekomen. Je hoeft natuurlijk niet als een gek op zoek te gaan naar vrijwilligers uit alle deelgroepen maar stel je hier wel voor open. Hiervoor kun je jouw rekruteringsaanpak al eens onder de loep nemen. Stel in jouw vrijwilligersgroep een verantwoordelijke aan die zich met enkele van de deelgroepen kan bezighouden. Hij/zij kan ervoor zorgen dat er informatie in de promo komt, dat de verschillende deelgroepen aan bod komen in de scholenwerking. Hij/zij heeft oog voor de deelnemers uit de verschillende deelgroepen op de activiteiten en helpt hen bij hun coming-out of coming-in.
2.
Communicatie: worden deze profielen aangesproken in woord en beeld op je site, in je promotiemateriaal? Welke communicatiekanalen gebruik je voor welke doelgroepen?
3.
Activiteiten: zijn je activiteiten aangepast aan het profiel van de mensen die je wilt bereiken? Is het zinvol om eventueel een deelwerking op te starten?
5
Hou in je activiteitenaanbod rekening met de verschillende deelgroepen. Hou in een quiz rekening met de deelnemers door onderwerpen aan bod te laten komen die hen interesseren en wissel af tussen denkopdrachten en doe-opdrachten; als je een sportieve activiteit organiseert, voorzie dan zeker uitdagingen maar hou het haalbaar, … Indien veel deelnemer uit een bepaalde deelgroep naar jullie activiteiten komen, denk er dan even over na of het geen optie is eens een aparte activiteit voor deze deelnemers te voorzien. Een activiteit op maat! De deelnemers leren elkaar op die manier beter kennen en er zullen andere onderwerpen aan bod komen. Dit enkel als ze dat wensen natuurlijk.
Lijkt dit niet meteen evident? Zoek dan even naar creatieve oplossingen. -
Werk samen met een doelgroepgerichte LGBT-vereniging een gezamenlijke activiteit uit (vb. vrouwenvereniging doet iets samen met transgendervereniging). Spreek een doelgroepgerichte externe vereniging aan om samen een activiteit te doen (vb. Roze Joker is gegroeid uit de samenwerking tussen Vonx en Casa Rosa). Doe een bevraging gericht op deze doelgroep in jouw streek (ev. in samenwerking met derden)
1.2 Focus op deelgroepen Een buitenlandse uitwisselingsstudent surft naar jouw website maar hij begrijpt het allemaal niet zo goed omdat hij de Nederlandse taal nog niet optimaal beheerst. Hij blijft dan maar thuis. Een lesbisch meisje in een rolstoel wil heel graag naar jullie fuif komen maar ze kent de zaal waar de fuif doorgaat en weet dat die zaal absoluut niet toegankelijk is. Ze blijft dan maar thuis. Een biseksuele jongen wil naar jullie paintball-activiteit komen maar treft op de folder, die hij via het JAC heeft, enkel foto’s van kussende jongens en knuffelende meisjes aan. Bovendien komen enkel de termen ‘homo’ en ‘lesbienne’ in jullie folder voor. Hij denkt dat biseksuele jongeren niet welkom zijn op jullie activiteit. Hij blijft dan maar thuis.
1.2.1 Etnisch-culturele minderheden “Allochtone holebi’s” en “holebi-asielzoekers” zijn termen waarmee, gemakshalve, niet-heteroseksuele vrouwen en mannen met niet-westerse roots worden benoemd. ‘Holebi’ is niet enkel een woord dat beperkend is - het refereert immers enkel aan homo’s, lesbiennes en biseksuelen en sluit hiermee andere vormen van niet-heteroseksualiteit uit - het begrip is ook sterk westers gekleurd. Vele nietheteroseksuele vrouwen en mannen met etnische roots en/of asielzoekers, herkennen zich niet in de term ‘holebi’. Al vaker is gebleken dat mensen dit begrip waarmee wij hen benoemen eenvoudigweg niet kennen of niet begrijpen. Net als bij de hulpverlening, weerspiegelt ook het traditionele holebimilieu de dominante normen en waarden van de context waarin ze tot stand kwam. De moderne westerse, georganiseerde homo- en lesbiennebeweging was er één tegen de alles overheersende heteronormativiteit en vóór gelijke rechten. De betogingen van de jaren ’60 groeiden uit tot de Lesbian & Gay Prides: een feest van LGBTQI bewustzijn waarbij men tot vandaag de straat optrekt, trots om zichzelf te zijn. Centraal hierin staat de ‘coming-out’-gedachte die wordt gezien als het moment waarop men opeist zichzelf te mogen zijn en dus als een cruciale stap in de zelfaanvaarding en in zijn emancipatorische proces als mens en burger. De strijd was er één die vaak confronterend en provocerend was: tegen de heersende moraal, “out, loud and proud”! “Out” werd het allerhoogste goed, uit de kast werd de norm. 6
“Uit de kast” is echter voor de meeste allochtone holebi’s en holebi-asielzoekers – zeker zij die in een opvangcentrum verblijven – niet aan de orde. Bovendien strookt dit concept en de manier van handelen meestal helemaal niet met hun leefwereld en omgeving. Het is dus bijzonder frustrerend om als jongere met etnische roots, vrienden proberen te maken in het traditionele holebimilieu en telkens geconfronteerd te worden met dezelfde, meestal goed bedoelde vragen: “En, van waar kom je?” , “Heb je je coming out al gedaan?”, “Hoe kan je nu in zo’n hypocriete situatie blijven leven?”. Meestal volgen hierbij ook nog een reeks van adviezen: “Je moet gewoon de moed hebben om het te doen”, “Eens je het gezegd hebt, zal je je beter voelen”, “Het is toch jouw leven!”. Als reactie hierop, en vanuit de grote behoefte aan erkenning en herkenning, ontstonden in het afgelopen decennium, in België maar ook in vele andere westerse landen, zelforganisaties ‘van en voor vrouwen en mannen die zich aangetrokken voelen tot mensen van hetzelfde geslacht’. In de eerste plaats zijn deze organisaties en verenigingen plaatsen waar gelijken mekaar in een veilige omgeving kunnen ontmoeten en waar samen nagedacht wordt over de noden en behoeften. Vanuit deze hoek ontstond een volgende strijd: tegen de nieuwe normativiteit, de tirannie van de ‘good practice’ en vóór diversiteit. Tijd dus ook voor de traditionele holebi-organisaties om zichzelf te bevragen en te zoeken naar reële aansluiting met de mensen waarvoor we zeggen onze deuren te willen openzetten.
(bron: Breng kleur in je onthaal. Merhaba en çavaria 2009.)
Praktische tip (Drempeltrees, WJNH): Vertaal bepaalde promoteksten ook naar het Engels of naar het Frans. Hoewel de gebruikte kanalen divers zijn, zochten alle respondenten contact met andere holebi’s. Vaak is er een specifieke behoefte aan contact met holebi’s van de eigen etnisch-culturele gemeenschap. Het behouden en versterken van een dergelijk aanbod is dan ook aangewezen. Zowel voor specifieke werkingen gericht op deze doelgroep alsook voor holebiverenigingen die inzetten op interculturaliseren, zijn een aantal aandachtspunten van belang. Hun aanbod moet gescreend worden op laagdrempeligheid op diverse terreinen (financiële drempels, communicatiemateriaal …). Een brede toegangspoort veronderstelt een gediversifieerd aanbod. Het kan aangewezen zijn activiteiten op te zetten die exclusief op bepaalde doelgroepen gericht zijn of een vindplaatsgerichte aanpak uit te werken voor de doelgroepen die het moeilijkst te bereiken zijn. De nood aan specifieke informatie bij holebi’s van niet- Belgische origine vraagt om bijkomende vormingen hieromtrent bij organisaties die zich op deze doelgroep richten. Het maximaliseren van de mogelijkheid tot zichtbaarheidsmanagement bij de doelgroep is essentieel. Binnen de bevraagde organisaties is men vragende partij voor meer vormingen en samenwerkingen met relevante organisaties. Dergelijke samenwerkingen kunnen ondersteund worden.
(bron: Drempels die allochtone holebi’s ervaren bij coming-in, met specifieke aandacht voor het genderperspectief: een explorerend kwalitatief onderzoek. Marcia Poelman, Steunpunt Gelijkekansenbeleid 2011)
Meer info: brochure ‘Breng kleur in je onthaal.’ (Merhaba en çavaria, 2009) https://www.cavaria.be/mediatheek/breng-kleur-in-je-onthaal // Merhaba www.merhaba.be
7
1.2.2 Transgender Communicatie
Probeer je de verschillende termen, die naar gendervariatie* verwijzen, eigen te maken. Zo ben je sneller mee in het verhaal. Wees genderneutraal in jouw communicatie. Probeer het gebruik van 'hij' of 'zij', 'jongen' of 'meisje' te minimaliseren. Gebruik liever ‘de jongere’ en ‘jongeren’. Probeer in jouw communicatie te breken met de gendernormen*. Sta even stil hoe jij (en je groep) over mannen en vrouwen denkt en welke rolverwachtingen je daaraan koppelt. Neem je deze verwachtingen over in jouw communicatie? Hou dit nauwlettend in het oog! Probeer consequent te spreken over holebi- én transgenders!
Activiteiten
Indien de deelnemers zich voor een bepaalde activiteit of een weekend moeten inschrijven, laat dan de vraag naar geslacht weg of voeg een extra mogelijkheid (bv ‘T’ of ‘TM/TV’), naast M of V, toe. Vraag je ook eens af hoe specifiek je deze informatie eigenlijk nodig hebt voor je activiteit.
Meer info: brochure ‘Alles wat je altijd al wilde weten over transgenders’ (çavaria 2013) https://www.cavaria.be/mediatheek/alles-wat-je-altijd-al-wilde-weten-over-transgenders
1.2.3 HIV Hoe ga je om met seropositiviteit of seropositieve jongeren? Dat is niet makkelijk, want er heerst nog een erg sterk taboe rond dit onderwerp! Daarom enkele tips: Communicatie
Geef aan dat jouw vereniging een veilige omgeving is voor seropositieve mensen. Geef aan dat er een vertrouwenspersoon hiv is die kan aangesproken worden binnen je vereniging.
Activiteiten
Spoor je deelnemers aan 1 à 2 keer per jaar een hiv-test te laten uitvoeren. Dat kan discreet bij de huisarts, of anoniem en gratis in een helpcenter (zie www.mannenseks.be). Een hiv-test laten uitvoeren, betekent niet dat je losbandig bent. Het is een blijk van verantwoordelijkheidszin. Misschien iets dat op de kalender van de groep of het team kan staan?
Deel af en toe condooms uit of leg ze ergens zichtbaar tijdens activiteiten, praatcafés en fuiven. Op die manier breng je veilig vrijen in de kijker.
Op 1 december is het Wereldaidsdag, een ideaal moment voor extra aandacht aan hiv te besteden. Dat hoeft niet steeds een vorming te zijn rond veilig vrijen. Je kunt eens een film tonen, een getuigenis op jullie website plaatsen, … Via çavaria kan je hiervoor beroep doen op een ondersteuningsbudget (www.cavaria.be/take-care).
Verwijs op jullie website ook naar andere websites zoals www.sensoa.be, www.weljongniethetero.be,www.mannenseks.be, …
8
Een warm onthaal
Op activiteiten kunnen er seropositieve mensen aanwezig zijn. Weet dat het erg moedig van hen is als ze dat durven delen. Heb daar respect voor en creëer een aangename sfeer waarin er open over gebabbeld kan worden.
Je weet misschien van iemand dat hij/zij seropositief is. Maar misschien wil hij/zij het aan niemand vertellen, bv. uit schrik voor negatieve reacties. Respecteer dat dan ook. Ga deze persoon niet pushen, dring niet aan om het in de groep te gooien. Je kan het thema wel bespreekbaar maken door af en toe iets te vertellen rond hiv en veilig vrijen, bv. wanneer er iets over in het nieuws verschijnt.
Informeer je goed en gebruik enkel correcte en duidelijke informatie. Bij Sensoa kan je terecht met specifieke vragen of voor campagnemateriaal. Verspreid de basisfeiten over hiv via de basisfoldertjes.
Meer info: Sensoa, hiv-cafés www.levenmethiv.be; www.mannenseks.be
1.2.4 Biseksualiteit Communicatie
Zorg ervoor dat je steeds informatie voor biseksuele jongeren ter beschikking hebt. Is er een groep die binnenkort een activiteit voor bi’s voorziet? Is er op je forum een topic rond biseksualiteit?
Let bij jouw communicatie ook op dat je niet te veel in hij/hij en zij/zij – termen spreekt en schrijft.
Activiteiten
Enkele bekende bi’s: Pim Symoens, Gerrit De Cock, Margriet Hermans, Angelina Jolie, Christina Aguilera, Marlon Brando, Marilyn Manson, Pink en Lady Gaga.
In Antwerpen is er een bi-groep: Dubbel-zinnig. Deze organiseert gespreksavonden en af en toe een activiteit. Ga zeker eens kijken op hun website: www.dubbel-zinnig.be. In Limburg is er de bivereniging ‘ertussenin’ (http://ertussenin.wordpress.com/) .
1.2.5 Beperking Communicatie
Als de activiteiten aan deze deelgroep is aangepast, kun je een speciaal logootje (een rolstoel bv.) bij de activiteit plaatsen die het duidelijk maakt dat deze activiteit toegankelijker is dan pakweg een survival.
Activiteiten
Ga op zoek naar locaties die aangepast zijn aan rolstoelgebruikers. Dit betekent: een helling ter vervanging van de treden bij de inkom, brede deuren, een lift ter vervanging van de trappen, … Ga zeker te rade bij het gemeentehuis of de jeugddienst waar deze locaties te vinden zijn in jouw gemeente.
9
Er zijn ook verschillende organisaties die zich specifiek richten tot holebi’s en transgenders met een beperking. Zo is er ‘de Roze Joker’ die praat- en ontmoetingsnamiddagen voorziet voor holebi’s met een verstandelijke beperking. Deze bijeenkomsten gaan 6 maal per jaar door in Casa Rosa te Gent. Vonx geeft ook geregeld vormingen over relaties en seksualiteit. Een overzicht van de groepen voor holebi's met een beperking vind je op www.cavaria.be/community/beperking Je kunt holebi –en transgenderjongeren met een beperking steeds naar deze organisaties verwijzen.
1.2.6 Maatschappelijk kwetsbare jongeren Communicatie
Probeer in je communicatie rekening te houden met deze doelgroep. Leg de woorden die je gebruikt voldoende uit als pragmatisch, lactose-intolerantie, anciënniteit, multidisciplinair, …. Onthoud goed dat deze jongeren een erg laag zelfbeeld kunnen hebben. Dit kan zo zijn, ondanks jullie manier van omgaan met hen. Geef ze dus voldoende tijd om open te bloeien en durf gerust overdrijven bij het geven van complimenten. Iedereen kan trouwens genieten van een complimentje.
Activiteiten
Een belangrijke wijziging moet er komen op financieel vlak. Iedereen zal dit trouwens weten te appreciëren! Laat de prijs van de drankjes tijdens het praatcafé misschien wat zakken. Hou er rekening mee dat een trip naar bv. een pretpark erg kostelijk is. Dit betekent niet dat je deze niet meer mag laten doorgaan, maar denk misschien aan een afbetalingsplan of een speciale regeling voor maatschappelijk kwetsbare jongeren. Wees hierbij wel discreet. Vaak zijn mensen net trots dat ze kunnen betalen. Als je ze helemaal niets wil laten betalen, kan dat een aanval zijn op die trots. Let op, dat kán zo zijn, maar je zal er altijd over moeten praten om het zeker te weten.
Bronnen -
Onthalen van nieuwe vrijwilligers. Socius, 2008. Masterproef ‘De toegankelijkheid van het georganiseerde vrijetijdsaanbod voor jongeren uit seksuele minderheden.’ Wouter Leerman, 2013. www.drempeltrees.be. WJNH Breng kleur in je onthaal. Merhaba en çavaria 2009. Drempels die allochtone holebi’s ervaren bij coming-in, met specifieke aandacht voor het genderperspectief: een explorerend kwalitatief onderzoek. Marcia Poelman, Steunpunt Gelijkekansenbeleid 2011.
10
2 Instapmethodes en verwelkoming De eerste ervaringen van een persoon met een vereniging zijn vaak zeer bepalend voor een geslaagde ‘coming in’. Het uitstippelen van een ‘warm’ onthaalbeleid is dan ook van cruciaal belang. Het is belangrijk te weten dat het niet evident is om voor de eerste keer naar een activiteit te komen. Voor jou was het dat waarschijnlijk ook niet. Hou daarom de activiteiten laagdrempelig om zoveel mogelijk nieuwelingen aan te trekken. Met laagdrempelig bedoelen we: een onthaalmoment voorzien, een gemakkelijk te bereiken locatie, een toegankelijk tijdstip (een avond in de week is bv. al moeilijk voor scholieren), meters en peters inschakelen voor nieuwelingen, …
2.1 Methodes om de instap te vergemakkelijken
Online contact
Deelnemers ervaren online contact op voorhand als drempelverlagend.
Open activiteit of open aanwezigheid
Vb. Mamoesdag (een trefdag voor holebi-ouders en hun kinderen), kennismakingsactiviteit, stand op braderie, ...
Praktische tip (Drempeltrees, WJNH): Stel je activiteiten ook eens open voor hetero’s. Sommige jongeren zijn vast meer bereid naar een activiteit te komen als ze een vriend of vriendin kunnen meenemen.
Onthaalmoment
Vraag aan de betrokkene waar hij/zij het liefst afspreekt. Je kan een apart moment met onthaalgesprek voorzien of gewoon een uurtje vroeger afspreken, afhankelijk van de wensen va de betrokkene.
Op voorhand afspreken op toegankelijke locatie
Afspreken op een makkelijk bereikbare, neutrale locatie (vb. station) voordat de eigenlijke activiteit begint ('instapmoment') maakt de stap kleiner om naar een vereniging te gaan. De insteek is ook anders: geen nood aan je persoonlijk verhaal doen in een face-to-face gesprek met één onthaalvrijwilliger, maar een gezellige kennismaking met een à twee vrijwilligers en eventueel ook andere mensen die naar het instapmoment komen.
Meter/peter/begeleider/onthaalmedewerker voorzien
Zorg zeker voor een persoon die steeds aangesproken kan worden met vragen. Hiernaast is het belangrijk dat elke medewerker nieuwe mensen persoonlijk welkom heet, dat dit een onderdeel is van de groepscultuur. Holebiverenigingen die zich niet specifiek richten tot bi- en homomannen dan wel vrouwen en een onthaalwerking hebben, vermelden bij een onthaalaanvraag ook de mogelijkheid om te kiezen of je een jongen/man dan wel een meisje/vrouw als onthaler wenst. Dit om de drempel te verlagen. 11
Vervoer regelen
Soms is de afstand of het vervoer een drempel. Kan er gekeken worden om te carpoolen? Kan iemand opgehaald worden?
2.2 Een warm welkom Zorg ervoor dat mensen zich direct welkom voelen in de groep. Dit kan je doen door voldoende informatie te geven over wie is wie, het reilen en zeilen van de groep, … Introduceer de nieuwe persoon in de groep. Stel hem/haar voor aan de aanwezigen. Een warm welkom krijg je vooral als de huidige deelnemers ook interesse tonen voor nieuwe deelnemers. Dit is dus een onderdeel van de groepscultuur. Ook hier kan je aan werken! Je kan ook een klein welkomstgeschenkje voorzien of een drankje van het huis.
12
3 Aan de slag in je eigen vereniging Actieplan Stap 1: Profiel van je vereniging en drempels
Huidige situatie Hoe is onze kern samengesteld? Wie bereiken we nu qua deelnemers? Wat staat er in onze voorstellingstekst online?
Wenselijke situatie Wie willen we bereiken? Welke aanpassingen moeten we hiervoor doen? - Vrijwilligers: heb je vrijwilligers/medewerkers die tot een bepaalde doelgroep behoren? - Communicatie: worden deze profielen aangesproken in woord en beeld op je site, in je promotiemateriaal? - Activiteiten: zijn je activiteiten aangepast aan het profiel van de mensen die je wilt bereiken? Is het zinvol om eventueel een deelwerking op te starten? Stap 2: Onthaalbeleid Hoe komt een persoon in contact met jouw vereniging? - Is er een contactpagina op de site? Is er een forum of heb je een facebookpagina die opgevolgd wordt? - Organiseer je een open activiteit of een kennismakingsactiviteit? - Sta je als verenigingen op openbare activiteiten met een stand? Ligt daar informatie om mee te nemen? Hoe wordt de instap momenteel geregeld? - Wordt er gevraagd waar en wanneer de persoon wil afspreken? - Wordt de mogelijkheid aangeboden om voor de activiteit op een neutrale toegankelijk locatie af te spreken als kennismaking? - Wordt er een meter/peter voorzien? - Wordt er nagevraagd of het vervoer een drempel is? Hoe wordt het onthaalgesprek binnen jouw vereniging op dit moment aangepakt? - Zijn er vaste onthaalmomenten? - Wie doet het onthaal? Zijn hier criteria aan verbonden? - Wordt er gevraagd door wie en waar men het liefst onthaald wordt? - Wordt er een soort van leidraad gevolgd bij de gesprekken of hebben ze eerder een informeel karakter? - Wat wordt doorgaans besproken tijdens een onthaalgesprek? - Krijgen mensen na een onthaalgesprek de mogelijkheid om bijkomende individuele gesprekken te voeren of sluiten ze meteen aan bij de groepsactiviteiten? - Hoe vaak melden zich nieuwe mensen aan? Keren zijn steeds terug of zijn er ook eenmalige contacten bij? - Wat vind je van de onthaalwerking op dit moment en hoe zou je het eventueel graag anders zien?
13
Melden ook partners, familieleden of andere betrokkenen zich aan bij jullie vereniging? - Zo ja: kunnen ze bij jullie terecht? Wat wordt besproken tijdens de onthaalgesprekken? Welke informatie krijgen ze? - Zo nee: worden ze doorverwezen? Hoe en naar welke instanties of verenigingen? Zijn er ook aanmeldingen met louter informatieve vragen en hoe worden deze beantwoord? - Wordt er gebruik gemaakt van infobrochures, folders, ander materiaal? - Indien ze worden doorverwezen: hoe en naar welke instanties of verenigingen? Voorzie je een warm onthaal? - Krijgen de nieuwe mensen een informatiebrochure met wie is wie, het reilen en zeilen van de groep? - Worden nieuwe mensen geïntroduceerd bij de andere deelnemers? - Is er een cultuur van interesse in nieuwe mensen? - Wordt er een klein welkomstgeschenkjes of drankje aangeboden?
14