La Palma Een korte reis naar een prachtig wandeleiland 1 t/m 10 april 2011 Tekst: Monique van Rijen-Bos Foto’s: Dick Bos
L
a Palma is het meest noordwestelijk gelegen eiland van de Canarische eilanden en met 726 km² het op twee na kleinste. De omtrek van La Palma is ruim 150 kilometer waarvan een groot deel uit steile rotskust bestaat.
E
en goede nacht doet wonderen. Dus de 2e april zijn we alweer tot wat meer in staat en maken een wandeling. De keus valt op Fuente de los Roques-San Martin, een tocht langs lavavelden onderaan de voet van de vulkaan San Martin. Er staan overal canarische dennen in het bizar donkere landschap. De bast is door vuur getekend, maar door zijn dikte in staat de stam tegen vuur te beschermen. Ook de dennennaalden zijn bijzonder. In dit droge
T
Het eiland, van 45 kilometer lang en 28 kilometer breed, heeft vulkaanrots Roque de Los Muchachos van 2426 meter als hoogste top. Midden over La Palma ligt een weelderig begroeide bergrug. Deze Cumbre zorgt voor grote contrasten. Het oosten en noorden zijn nat en dus groen, het westen doorgaans warm en droog.
ja, je moet er, zoals wij, wel wat voor over hebben om op dit voor veel bezoekers mooiste en groenste eiland van de Canarische archipel te komen. De nachttrein nemen bijvoorbeeld. Die brengt ons om 03.15 uur van Delft naar Schiphol zodat we de vlucht van 06.00 uur halen. Vóór 11.00 uur landen we op het Spaanse vliegveld. Zo heb je natuurlijk wel wat aan je dag zou je zeggen, maar dat is niet zo. We zijn slechts moe. Verder dan een snelle verkenning van de omgeving en wat hangen bij het hotel komen we vandaag dan ook niet.
deel van het eiland moeten namenlijk alle zeilen worden bijgezet om voldoende vocht uit de lucht te vangen. Daartoe heeft elke knop drie extra lange naalden in plaats van de twee normale. De trip is vooral erg leuk vanwege het glooiende landschap vol met uitbundig bloeiende wondklaver. De bloemenzee in het met lavabrokken bezaaide landschap levert schitterende foto’s op. Toch zijn er ook verderop de route leuke bloemen en planten te vinden die prachtig afsteken tegen de zwarte lava.
Zo maar een prachtig bloeiende Canarische orchidee in de lava
Zeer droog in het zuid-oosten...
...en heel vochtig in het noorden
V
andaag 3 april gaan we naar het noorden om een stuk te lopen tussen de plaatsjes Los Tilos en Los Sauces. Hier treffen we de inmiddels in Europa zeldzame laurierbomen aan. Helaas krijgen we een buitje op ons dak. Verder is het, ondanks dat het een zwaar pad is, een leuke tocht. Vanaf het hoogste punt heb je een mooi uitzicht. Na afloop nemen we een kijkje bij Charco Azul, een zwembad in zee. Daarna maken we het programma compleet met een bakje extreem sterke koffie, dat we drinken in San Andrés, een lieflijk dorpje aan de oostkust. Tegen 16.30 uur doemt het hotel in Puerto Naos alweer op en nestelen we ons nog ruim twee uurtjes in de heerlijk warme zon op een ligbedje met uitzicht over zee.
O
p de agenda staat voor vandaag het zuiden, dat uit jong vulkanisch landschap bestaat. Op 26 oktober 1971 barstte de Teneguia voor het laatst uit. De lava van deze vulkaan, op het meest zuidelijke puntje van La Palma, bereikte de oceaan en deed dit eiland enkele vierkante meters groeien. Het gebied oogt als een maanlandschap, vrijwel onbegroeid. San Antonio had een laatste uitbarsting op 17 november 1677 en spuwde vier dagen gloeiende lava. We sjouwen deze vulkaan op. De uitzichten zijn fascinerend. Het is een heerlijke wandeling, ook al waait het op de top zo extreem hard, dat je bijna niet meer kunt ademen en de wind de tranen over je wangen doet stromen. Na een heerlijke kop koffie in het nabij gelegen dorp, rijden we terug naar ons hotel Sol om ook nu weer de dag met een drankje af te sluiten in de zon.
R
ichting noordwesten passeren we op 5 april het Canarische dorpje Cueva de Agua waar de drakenboom op de foto wordt gezet, evenals allerlei soorten bloemen.
Daarna volgt een wandeling door de Briestas-kloof waar veel wolfsmelkachtigen en cactussen te zien zijn. Het is een spectaculaire kloof, waar ooit de rivier Briestas stroomde en waar ogenschijnlijk nooit meer iemand komt. Het is er uitgestorven. Dick en ik wanen ons alleen op de wereld.
H
et is alweer 6 april als we naar het Caldera de Taburiente National Park gaan. De hier liggende vulkaan domineert het eiland met een diepte van 1500 meter. La Caldera de Taburiente is met een doorsnee van negen kilometer de grootste erosiekrater op aarde en beslaat -hellingen meegenomen- nagenoeg het gehele noordelijke deel van La Palma. De kraterwal is ruim 2000m hoog met een opening in het zuid-westen. Daar heeft de Rio Taburiente een diepe kloof uitgesleten.
Foto vanuit de ruimte (©NASA)
Van onze huurauto hebben we weer veel plezier, want deze brengt ons naar een fantastische plek, de ‘Cumbrecite saddle’. We doen eerst het bezoekerscentrum van het park aan en boeken er één van de weinige parkeerplaatsen. Op de Cumbrecita halverwege de helling is een fraai pad aangelegd dat dit gebied toegankelijk maakt. Dit is aanbevelenswaardig. In de diepte van de weelderig begroeide krater loopt de Rio Taburiente die buiten de regentijd bijna droog valt en dan open is voor wandelingen. Maar die tocht bewaren we voor een later moment.
Bloeiende vetplanten op de steile helling van de Caldera
O
p 7 april doen we het een dagje rustig. We pakken een boot en gaan op zoek naar dolfijnen. De trip is heerlijk,maar van die dolfijnen is helaas geen spoor te bekennen. Wel treffen we twee schildpadden en spotten Portugese oorlogsschepen, op een kwal lijkende schepsels. Het is echter een complexe kolonie van vier soorten poliepen. Ook zien we de Cory Shearwater, familie van de albatros. Aan boord wordt een goed gevulde soep geserveerd en een wijntje is er desgewenst eveneens. Terug in het hotel blijkt er een fles champagne op de kamer te staan. Die is om een toast uit te brengen op mijn 50ste verjaardag. Leuk hoor, echt een heel attent gebaar.
Een Portugese Man o’War
D
e Caldera de Taburiente is zo overweldigend, dat we er 8 april weer naar terug gaan. Dit keer lopen we er hele stukken omheen. We beginnen bij Roque de los Muchachos waar je vanaf 2426 meter een spectaculair uitzicht hebt, en dan niet alleen over La Palma. Het is tevens mogelijk Tenerife, La Gomera en el Hierro te zien. We klimmen op de Pico de La Nieva en bezoeken mooie uitzichtpunten. Het wordt een topdag, vol overweldigende plekjes waarbij we regelmatig boven de wolken lopen. De trip levert indrukwekkende foto’s op.
N D
a alle ontberingen hebben we eigenlijk ook wel een rustdag verdiend. Die nemen we vandaag. We doen helemaal niks, behalve lezen, liggen op een zonnebedje bij het hotelzwembad en af en toe een drankje drinken. De avond gaan we zoals alle avonden naar het restaurant in het hotel, want dat is prima. Er is bijzonder veel keus, van vlees tot vis, salades en warme groenten of pasta. e 10e april gaan we nog één keer dan, naar de Caldera de Taburiente. We vertrekken per bus om 08.30 uur vanaf het hotel. Door de krater lopen we, langs prachtige met bloemen omzoomde paden, tussen indrukwekkende bergen van steen. Overal waar je kijkt is het even prachtig. Via de kloof met een doorsnee van zo’n negen kilometer, lopen we voort. We passeren hier en daar nog wat beekjes en stromende bronnen of een stukje van de rivier. Klimmend en klauterend via stenen en rotsblokken om droge voeten te houden, genieten we volop waarna we 17.30 uur het eindpunt bereiken. De dag wordt afgesloten met een welverdiend drankje op een zonovergoten terras van een kroegje.
H
eel jammer, maar de La Palma-reis zit er alweer op. Vandaag de 11e leveren we de auto in op het vliegveld en nemen onze vlucht naar huis.