La Chapelle Musicale Reine Elisabeth Sous la Présidence d Honneur de S.M. la Reine

Main Sponsor­­s

Co-Sponsor­­

La Chapelle Musicale Reine Elisabeth Sous la Présidence d’Honneur de S.M. la Reine Fruit d’une réflexion sur la formation musicale entamée 20 ans auparavant avec Eugène Ysaÿe, la Chapelle Musicale a été inaugurée le 12 juillet 1939 par la Reine Elisabeth. Après la guerre, la Chapelle Musicale a repris sa fonction d’institution de formation à partir de 1956. Jusqu’en 2004, elle accueille en résidence une douzaine de jeunes musiciens et compositeurs, accompagnés chacun par un professeur de son choix, pour des cycles de trois ans. Séjourneront alors à la Chapelle, quelques générations de musiciens d’élite, occupant une place prépondérante à la scène ou dans l’enseignement supérieur. En 2004, la Chapelle Musicale vit une restructuration en profondeur. Sa formation artistique se base sur 3 piliers: • Ouverture: La Chapelle Musicale se donne une vocation internationale encrée dans un paysage belge. • Flexibilité: La Chapelle tente de s’adapter à chaque profil de jeune en lui proposant un système tailor-made. (cycles variables). • Excellence: Les maîtres en résidence (José van Dam, Abdel Rahman El Bacha, Augustin Dumay et le Quatuor Artemis) et leurs invités témoignent d’un esprit de compagnonnage avec les jeunes. Elle fonde actuellement sa formation sur quatre disciplines: le piano, le violon, le chant et la musique de chambre, pour une quarantaine de jeunes en résidence. La Chapelle Musicale a créé un lien indispensable entre la formation et l’accès à la scène musicale. Elle est devenue en ce sens un acteur de la vie musicale et une institution pilote par ses liens avec les orchestres, les festivals et les salles de concert, aussi bien sur le plan local qu’à l’étranger (près de 150 concerts et productions en 2009). Parallèlement à la rénovation du contenu, la Chapelle Musicale a aussi achevé en 2008 une restructuration financière et juridique, qui, grâce à l’appui de ses partenaires privilégiés en Belgique depuis 2004 (La Monnaie, le Palais des Beaux-Arts de Bruxelles, le Concours Reine Elisabeth, la Fondation Euphonia et la Société Philharmonique de Bruxelles), lui permet aujourd’hui, de se développer à partir de deux outils: • une fondation d’utilité publique, la Chapelle Musicale Reine Elisabeth, qui gère la partie opérationnelle du projet; • une société anonyme à finalité sociale, la Chapelle Musicale, propriétaire du patrimoine mobilier et immobilier. Le prochain défi vise le développement des infrastructures, indispensable au programme artistique et culturel en plein essor: construction de nouveaux logements, de studios de musique, d’un atelier de théâtre et d’une salle de concert. Pour réaliser ce rêve, le soutien de partenaires privés et publics sera de la plus grande importance.

De Muziekkapel Koningin Elisabeth Onder het Erevoorzitterschap van H.M. de Koningin Toen Koningin Elisabeth de Muziekkapel op 12 juli 1939 inhuldigde, was dit het resultaat van een denkoefening rond de muziekopleiding die twintig jaar eerder met Eugène Ysaÿe werd ingezet. Na de Tweede Wereldoorlog nam de Muziekkapel vanaf 1956 haar functie van opleidingsinstituut weer op. Tot in 2004 huisvest ze een twaalftal jonge musici en componisten, die elk begeleiding krijgen van een docent die ze zelf kiezen. Ze volgen een cyclus van drie jaar. In de Muziekkapel verblijven dan enkele generaties topmusici, die naam maken op het podium of een hoofdrol krijgen in het hoger onderwijs. In 2004 ondergaat de Muziekkapel een grondige herstructurering. Haar artistieke opleiding wordt op 3 pijlers gestoeld: • Openheid: De Muziekkapel gaat internationaal, maar blijft verankerd in het Belgisch landschap. • Flexibiliteit: De Muziekkapel tracht zich aan te passen aan het profiel van de jonge artiesten, met een systeem op maat (variabele cycli). • Uitmuntendheid: De meesters in residentie (José van Dam, Abdel Rahman El Bacha, Augustin Dumay en Quatuor Artemis) en hun genodigden werken samen met de jongeren in een systeem van "compagnonnage". Ze baseert haar opleiding momenteel op vier disciplines: piano, viool, zang en kamermuziek, voor een veertigtal jongeren in residentie. De Muziekkapel bouwde een onmisbare band uit tussen opleiding en toegang tot de musicale scène. Ze speelt een actieve rol in het muziekleven en is een pilootinstelling geworden, door haar banden met de orkesten, de festivals en de concertzalen, zowel lokaal als in het buitenland (circa 150 concerten en producties in 2009). Tegelijk met de vernieuwing van de inhoud, voltooide de Muziekkapel in 2008 ook een financiële en juridische herstructurering, die haar dankzij de steun van haar bevoorrechte partners in België sinds 2004 (De Munt, het Paleis voor Schone Kunsten te Brussel, de Koningin Elisabethwedstrijd, de Stichting Euphonia en de Filharmonische Vereniging van Brussel) in staat stelt om zich vandaag verder te ontwikkelen via twee instellingen: • een stichting van openbaar nut, de Muziekkapel Koningin Elisabeth, die het operationeel gedeelte van het project beheert; • een naamloze vennootschap met een sociaal oogmerk, «Chapelle Musicale», die eigenaar is van de roerende en onroerend goederen. De volgende uitdaging wordt de uitbouw van de infrastructuur, die noodzakelijk is voor het artistiek en cultureel programma in volle bloei: de bouw van nieuwe huisvesting, van muziekstudio’s, van een theateratelier en een concertzaal. Om deze droom waar te maken, zal de steun van openbare en privé-partners bijzonder belangrijk zijn.



The Queen Elisabeth College of Music Under the Honorary Chairwomanship of H.M. the Queen The offshoot of ideas about musical training initiated by Eugène Ysaÿe 20 years earlier, the College of Music was inaugurated on 12 July 1939 by Queen Elisabeth. After the Second World War, the College of Music resumed its role as an educational institution as of 1956. Up to 2004, it welcomed a dozen of young musicians and composers in residence, each supervised by a professor of their choice, for three-year cycles. A few generations of elite musicians were to stay in the College, occupying an eminent place on stage or in higher education. In 2004, the College of Music underwent thorough restructuring; its artistic training is based on 3 pillars: • Openness: The College of Music takes up an international vocation whilst embedded in a Belgian landscape. • Flexibility: The College tries to adapt to the profile of each young musician by offering a tailor-made program (variable cycles). • Excellence: The masters in residence (José van Dam, Abdel Rahman El Bacha, Augustin Dumay and the Artemis Quartet) and their guests attest to a spirit of apprenticeship for the young artists. It currently bases its curriculum on four disciplines: piano, violin, voice and chamber music, for some forty young musicians in residence. The College of Music has created an indispensable link between training and access to the stage. It has thus become an actor in musical life and a flagship institution through its connections with orchestras, festivals and broadcasters, locally and abroad (around 150 concerts and productions in 2009). In parallel with the renovation of the content, the College of Music also completed a financial and legal restructuring in 2008, which, thanks to the support of its privileged partners in Belgium since 2004 (the Monnaie Opera House, the Centre for Fine Arts of Brussels, the Queen Elisabeth Competition, the Euphonia Foundation and the Brussels Philharmonic Society) enables it today to develop from two bases: • A public interest foundation, the Queen Elisabeth College of Music, which manages the operational part of the project; • A public limited company with a social purpose, the «Chapelle Musicale», owner of the real estate and its equipment. The next challenge is geared to the development of the facilities, which are indispensable for a flourishing artistic and cultural program: the construction of new residence studios, music studios, a theatre workshop and a concert hall. The support of public and private partners will be of the utmost importance in making this dream come true.



Cette soirée de Gala clôture une année de festivités intenses autour du 70ème anniversaire de la Chapelle Musicale Reine Elisabeth. En effet, le 12 juillet 1939, la Chapelle Musicale était inaugurée par la Reine Elisabeth. Aujourd’hui, notre institution, devenue depuis fondation d’utilité publique, écrit une nouvelle page de son histoire. Sa Majesté la Reine a accepté la Présidence d’Honneur de la Chapelle Musicale, nous lui sommes infiniment reconnaissants pour son indéfectible attachement à notre institution. Le concert de ce soir est une fois de plus une fête de ce "compagnonnage" qui caractérise la Chapelle ! Nous remercions nos Maîtres, cette année José van Dam et Augustin Dumay, pour leur soutien gracieux et passionné à cette rencontre essentielle avec notre public. Nous remercions aussi Jean-Claude Casadessus et l’Orchestre National de Lille pour leur engagement auprès de nos jeunes solistes ainsi que le Palais des Beaux Arts de Bruxelles, précieux partenaire structurel de la Chapelle Musicale. Laissez-nous enfin, toute l’équipe de la Chapelle Musicale, vous remercier vous, notre public fidèle et enthousiaste. L’énergie formidable que vous nous donnez, à chacune de ces rencontres, est un merveilleux encouragement  pour nos jeunes talents ! Deze gala-avond zet de kroon op een jaar vol festiviteiten rond de zeventigste verjaardag van de Muziekkapel Koningin Elisabeth. Het was inderdaad op 12 juli 1939 dat de Muziekkapel door Koningin Elisabeth werd ingehuldigd. Vandaag schrijft onze instelling, nu een stichting van openbaar nut, een nieuwe bladzijde van haar geschiedenis. Hare Majesteit de Koningin heeft het Erevoorzitterschap van de Muziekkapel aanvaard. Zij geeft hiermee eens te meer blijk van haar bijzondere verknochtheid aan onze instelling en daar zijn wij haar buitengewoon dankbaar voor. Het concert van deze avond is opnieuw het feest van de "compagnonnage" die de Kapel kenmerkt! Wij danken onze Meesters, - dit jaar José van Dam en Augustin Dumay -, voor hun belangeloze en bezielende steun aan deze onmisbare ontmoeting met ons publiek. Tevens danken wij Jean-Claude Casadessus en het Nationaal Orkest van Rijsel voor hun engagement ten gunste van onze jonge solisten, en tevens het Paleis voor Schone Kunsten van Brussel, de zeer gewaardeerde structurele partner van de Muziekkapel. En tot slot willen wij, het hele team van de Muziekkapel, zeker ook u, ons trouw en enthousiast publiek, danken. De fantastische energie die u ons geeft, telkens we elkaar ontmoeten, is een geweldige aanmoediging voor onze jonge talenten! This Gala evening closes a year full of festivities celebrating the 70th anniversary of the Queen Elisabeth College of Music. On 12 July 1939, the College of Music was inaugurated by Queen Elisabeth. Today, our institution, which has since become a public interest foundation, is writing a new page of its history. Her Majesty the Queen has accepted the Honorary Chairwomanship of the College of Music, and we are immensely grateful to her for her unflagging commitment to our institution. This evening’s concert is once again a celebration of the "companionship" that characterises the College of Music! We thank our Masters, this year José van Dam and Augustin Dumay, for their gracious and enthusiastic support of this essential encounter with our public. We also thank Jean-Claude Casadessus and the National Orchestra of Lille for their involvement with our young soloists, as well as the Brussels Centre for Fine Arts, the invaluable structural partner of the College of Music. And finally let us, the entire team of the College of Music, thank you, our loyal and enthusiastic public. The wonderful energy that you give us at each of these encounters is a marvellous source of encouragement for our young talents!

Bernard de Launoit Executive President

Jean-Pierre de Bandt Chairman

Queen Elisabeth College of Music

Mozart Prelude Orchestre Royal de Chambre de Wallonie Augustin Dumay, dir. Stéphanie Proot, piano Amandine Savary, piano Yury Haradzetski, tenor

Flagey, Studio 4

17/03/2010 - 20:00 Tel: +32 (0) 2 641 10 20 - www.flagey.be

Programme - Programma - Program

Orchestre National de Lille Jean-Claude Casadesus, dir.

Ludwig van Beethoven Concerto en ré majeur, pour violon et orchestre, op. 61 Concerto in D, voor viool en orkest, op. 61 Concerto in D major, for violin and orchestra, op. 61 Allegro ma non troppo - Larghetto - Rondo (allegro) Augustin Dumay, violon/viool/violin Maurice Ravel Concerto en sol, pour piano et orchestre Concerto in g, voor piano en orkest Concerto in G, for piano and orchestra Allegramente - Adagio assai - Presto Amandine Savary, piano

Programme - Programma - Program

Orchestre National de Lille Jean-Claude Casadesus, dir.

Maurice Ravel L’Heure espagnole (Quintette: Concepción, Gonzalve, Torquemada, Ramiro, Don Iñigo Gomez) Annelies Dille, mezzo-soprano/mezzo-sopraan/ mezzo-soprano Vincent Delhoume, ténor/tenor/tenor Yury Haradzetski, ténor/tenor/tenor Sébastien Parotte, baryton/bariton/baritone José van Dam, baryton/bariton/baritone Georges Bizet Carmen (Micaëla, Don José) ¨Parle-moi de ma mère¨ Helen Kearns, soprano/sopraan/soprano Vincent Delhoume, ténor/tenor/tenor Georges Bizet Carmen (Escamillo) ¨Votre toast, je peux vous le rendre/Toreador en garde¨ José van Dam, baryton/bariton/baritone

Ludwig van Beethoven Concerto en ré majeur pour violon et orchestre, op. 61 Allegro ma non troppo – Larghetto – Rondo, Allegro Le Concerto pour violon op. 61 de Beethoven fut composé en quelques semaines à la fin de l’année 1806. Cette rapidité, très insolite chez le compositeur, répondait au délai imposé par le commanditaire, l’excellent violoniste et chef d’orchestre Franz Clement, qui souhaitait créer le concerto avant Noël ; la partition arriva d’ailleurs si tard que, lors du concert, Clément dut jouer directement à partir du manuscrit et en "prima vista" ! Il s’agit du seul concerto pour violon de Beethoven qui nous soit parvenu complet, et même doté d’une version pour piano non dénuée d’intérêt ; il appartient à une période particulièrement féconde du compositeur, la même qui vit naître la Troisième Symphonie op. 55, "Héroïque", le Triple Concerto op. 56, le Quatrième Concerto pour piano op. 58, les Quatuors "Rasumowsky" op. 59 etc. C’est une œuvre intensément lyrique, inscrite dans des proportions audacieuses, et pleine de trouvailles. Son succès fut pourtant tardif et doit beaucoup à Joseph Joachim qui, plus de trente ans après sa création, le mit régulièrement à son programme, le jouant notamment sous la direction de Mendelssohn et de Schumann.

Maurice Ravel Concerto en sol pour piano et orchestre Allegramente - Adagio assai- Presto Le Concerto en sol de Maurice Ravel fut achevé en 1930 et créé à Paris, salle Pleyel, en janvier 1932 par Marguerite Long et l’Orchestre des Concerts Lamoureux, sous la direction du compositeur. L’œuvre avait été commandée par Serge Koussevitzky pour le 50e anniversaire de l’Orchestre symphonique de Boston (entre la Konzertmusik pour orchestre à cordes et cuivres de Paul Hindemith et la Symphonie de Psaumes d’Igor Stravinsky !). Ce sera la dernière œuvre importante de Maurice Ravel, atteint peu après de la maladie cérébrale qui devait l’emporter en 1937. Ravel y embarque avec gourmandise les influences de l’époque – dont le jazz et l’esthétique néo-classique - pour offrir une partition débordante de vitalité et d’intensité, culminant avec la sublime cantilène de l’Adagio avant un presto final, étourdissant de virtuosité.

Maurice Ravel L’heure Espagnole Quintette final Imaginez un vaudeville – genre typiquement français, auquel le livret de Franc Nohain n’hésite pas à souscrire – dont l’action se passerai pourtant à Tolède, dans la boutique d’un horloger. On y retrouve Concepcion, une jeune femme au tempérament généreux, son mari Torquemada, l’horloger en question, non pas un mais deux amants potentiels, par ordre d’entrée : Gonzalve, le poète, plus entreprenant en vers qu’en action, et Don Inigo Gomez, aussi noble que corpulent ; et, arrivé avant tous les autres et témoin candide de leurs allées et venues, le muletier Ramiro, venu porter à réparer la montre héritée de son oncle toréro. Le traditionnel placard est remplacé par deux massives horloges catalanes, que le muletier, serviable autant que costaud, transportera à tous les étages, avec ou sans amant caché dedans, au gré des humeurs de la belle (qu’il finira par conquérir). Dans cette affaire, L’Heure espagnole désigne à la fois la symphonie des tics-tacs, la précision de l’horloger de Tolède et cette heure de liberté sur laquelle compte, chaque semaine, la pétulante Concepcion, pour savourer les joies extra-conjugales. Au terme d’un déferlement de quiproquos, les cinq protagonistes en tirent la conclusion : C’est la morale de Boccace : Entre tous les amants, seul amant efficace Il arrive un moment dans les déduits d’amour Ah! Où le muletier a son tour!

Georges Bizet Carmen Duo de Micaela et Don José "Parle-moi de ma mère / J’apporte de sa part / Votre mère avec moi / Ma mère, je la vois." Air du Toreador (Escamillo) "Votre toast je peux vous le rendre / Toréador en garde" Ultime opéra de Georges Bizet, Carmen (1875) décrit la trajectoire exceptionnelle d’une femme libre, gitane, ouvrière, contrebandière, sans loi peut-être mais fidèle à elle-même. Au contraire de l’héroïne, dont elle se profilera comme le double inversé, Michaela en appelle, dans ses échanges avec Don José - jeune brigadier nouvellement en poste à Séville - aux souvenirs de l’enfance, aux valeurs familiales, à la primauté du devoir (premier duo de ce soir). Carmen surgira un peu plus tard, à la suite d’une violente rixe entre cigarières : arrêtée par José, elle jette sur lui son dévolu, séduite sans doute par son ardeur naïve mais surtout soucieuse d’échapper au cachot. Elle y parviendra mais José, jugé complice, fera lui-même de la prison. A sa libération, Carmen l’entraînera à déserter, à la suivre « dans la montagne » et à mener avec elle une vie de proscrit. A la passion succèdent bientôt la désillusion, l’amertume et les reproches. Carmen rejoint Escamillo, le fringant toréador rencontré chez Lilas Pastia (deuxième air de ce soir), qui se produit aux courses de Grenade ; José – qui a tout perdu – la guette, la retrouve et l’entraîne à l’écart pour l’implorer une dernière fois. En vain. Il poignarde celle qu’il adore avant de se livrer aux autorités (c’est là que commence la nouvelle de Prosper Mérimée qui inspira Bizet).

Ludwig van Beethoven Concerto in d groot voor viool en orkest, op. 61 Allegro ma non troppo – Larghetto – Rondo, Allegro Het Concerto voor viool op. 61 van Beethoven werd eind 1806 in enkele weken tijd gecomponeerd. Die snelheid is zeer ongewoon voor de componist, maar was nodig om te voldoen aan de termijn van de opdrachtgever, de uitstekende violist en dirigent Franz Clement. Deze wou namelijk het concerto tegen Kerstmis voltooien. De partituur kwam echter zo laat aan dat Clement tijdens het concert zelf rechtstreeks van het manuscript en in «prima vista» moest spelen! Dit is het enige concerto voor viool van Beethoven dat volledig bewaard bleef. Er is zelfs een vrij boeiende pianoversie. Ze dateren uit een bijzonder vruchtbare periode van de componist, die toen ook de Derde Symfonie op. 55, de ‘Eroica’, het Triploconcerto op. 56, het Vierde Concerto voor piano op. 58, de ‘Rasumowsky’ Quatuors op. 59, enz. schreef. Het is een bijzonder lyrisch werk, in gewaagde verhoudingen vol vondsten. Nochtans had het pas laat succes en heeft het veel te danken aan Joseph Joachim die het, meer dan dertig jaar na de eerste uitvoering, geregeld op zijn programma zette en het onder meer speelde onder leiding van Mendelssohn en van Schumann.

Maurice Ravel Concerto in g voor piano en orkest Allegramente - Adagio assai- Presto Het Concerto in sol van Maurice Ravel werd in 1930 voltooid en in 1932 voor het eerst uitgevoerd in de Parijse zaal Pleyel, door Marguerite Long en het Orchestre des Concerts Lamoureux, onder leiding van de componist. Het werk werd besteld door Serge Koussevitzky voor de vijftigste verjaardag van het Symfonisch Orkest van Boston (tussen de Konzertmusik voor het snaar- en koperorkest van Paul Hindemith en de Psalmensymfonie van Igor Stravinsky! door). Dit zal het laatste grote werk van Maurice Ravel zijn, die korte tijd later getroffen wordt door aphasia die in 1937 een einde aan zijn leven maakt. Ravel verweeft in dit werk gretig de invloeden van zijn tijd – zoals jazz en de neoclassicistische esthetiek – zodat de partituur overloopt van levenslust en intensiteit, om uit te monden in de sublieme cantinele van het Adagio, gevolgd door een verbluffend virtuoos Presto als eindpunt.

Maurice Ravel L’heure Espagnole Finaal kwintet Stel u een vaudeville voor, dat typisch Franse genre waar het libretto van Franc Nohain graag bij aansluit. Het speelt zich af in Toledo, in de winkel van een horlogemaker. Het draait allemaal om Concepción, een jonge vrouw met een gul temperament, haar man Torquemada, de horlogemaker in kwestie, en niet één maar twee aanbidders. In volgorde van opkomen: Gonzalve, de dichter, die ondernemender is in verzen dan in daden, en de al even edele als corpulente Don Inigo Gomez. Maar vóór alle anderen, en argeloze getuige van hun komen en gaan, is de ezeldrijver Ramiro al ter plaatse. Hij kwam immers het horloge dat hij van zijn oomtorero erfde, laten herstellen. De traditionele kleerkast is vervangen door twee reusachtige Catalaanse klokken, die de gedienstige maar ook stoere ezeldrijver, naar alle verdiepingen versleept, met of zonder verborgen minnaar, naargelang van de stemming van de schone (die hij uiteindelijk zal veroveren). In de hele zaak verwijst het Spaanse uur, L’Heure espagnole zowel naar de symfonie van het getiktak, als naar de stiptheid van de horlogemaker uit Toledo en dit uur van vrijheid waar de wulpse Concepción elke week op rekent om zich over te geven aan buitenechtelijke genoegens. Na een hele reeks misverstanden en wedervaren trekken de vijf hoofdrolspelers volgende conclusie: Naar de moraal van Boccaccio: Entre tous les amants, seul amant efficace Il arrive un moment dans les déduits d’amour Ah! Où le muletier a son tour!

Georges Bizet Carmen Duet tussen Micaela en Don José "Parle-moi de ma mère / J’apporte de sa part / Votre mère avec moi / Ma mère, je la vois." Aria van de Toreador (Escamillo) "Votre toast je peux vous le rendre / Toréador en garde" De ultieme opera van Georges Bizet, Carmen (1875), beschrijft de buitengewone levensloop van een vrije arbeidersvrouw, zigeunerin en smokkelaarster die buiten de wet leeft, maar trouw blijft aan zichzelf. In tegenstelling tot de heldin, van wie ze de tegenpool speelt, zal Micaela in haar gesprekken met Don José – de jonge brigadier die sinds kort in Sevilla gelegerd is – herinneren aan hun kindertijd, aan de gezinswaarden, aan het plichtsbesef (eerste duet van deze avond). Even later verschijnt Carmen, na een felle ruzie tussen sigarenmaaksters. José heeft haar aangehouden en ze wil hem in haar netten strikken, wellicht bekoord door zijn naïeve vurigheid, maar in elk geval met de bedoeling om te ontsnappen aan de cel. Ze zal slagen, maar José, die als medeplichtige beschouwd wordt, vliegt zelf in de gevangenis. Na zijn vrijlating zal Carmen hem ertoe bewegen om te deserteren en haar te volgen naar de bergen, om samen met haar een leven in ballingschap te leiden. Op de passie volgen al snel de desillusie, de bitterheid, de verwijten. Carmen trekt naar Escamillo, de zwierige stierenvechter die ze bij Lilas Pastia ontmoette (tweede aria van deze avond). Hij neemt deel aan de wedstrijden in Granada. José, die alles kwijt is, bespiedt haar, vindt haar terug en voert haar mee om een laatste keer te smeken. Tevergeefs. Hij steekt zijn geliefde dood en geeft zich dan over aan de politie (daar begint de novelle van Prosper Mérimée die Bizet inspireerde).

Ludwig van Beethoven Concerto in D major for violin and orchestra, op. 61 Allegro ma non troppo – Larghetto – Rondo, Allegro Beethoven’s Concerto for violin op. 61 was composed in a few weeks at the end of 1806. This unusual speed for the composer was due to the time limit set by the person who commissioned the work, the excellent violinist and conductor Franz Clement, who wanted to premier the concerto before Christmas. The score arrived so late, in fact, that during the concert, Clement had to play directly from the manuscript in “prima vista!” It is the only violin concerto by Beethoven to have come down to us complete, even in a piano version which is not devoid of interest. It belongs to a particularly fruitful period for the composer, during which he composed also the Third Symphony, op. 55 “Heroica,” the Triple Concerto op. 56, the Fourth Concerto for piano op. 58, the "Rasumowsky" Quartets op. 59 etc. It is an intensely lyrical work, in audacious proportions, full of brilliant ideas. Its success was late in coming, however, and then thanks a great deal to Joseph Joachim who, thirty years after it was created, featured it regularly on his program, playing it in particular under the baton of Mendelssohn and Schumann.

Maurice Ravel Concerto in G for piano and orchestra Allegramente - Adagio assai- Presto Maurice Ravel’s Concerto in G was completed in 1930 and premiered in the Salle Pleyel in Paris in January 1932 by Marguerite Long and the Orchestre des Concerts Lamoureux, conducted by the composer. The work had been commissioned by Serge Koussevitzky for the 50th anniversary of the Boston Symphony Orchestra (between Paul Hindemith’s Konzertmusik for strings and brass and Igor Stravinsky’s Symphonie de Psaumes!). It was to be the last important work by Maurice Ravel who was soon struck by aphasia from which he would die in 1937. Ravel embarks with gusto on the influences of the age, including jazz and the neo-classical aesthetic – to produce a score overflowing with vitality and intensity, culminating in the sublime cantilena of the Adagio before the final Presto and its deafening virtuosity.

Maurice Ravel L’heure Espagnole Final quintet Imagine a vaudeville – typically French genre, to which Franc Nohain’s libretto did not hesitate to subscribe – where the action takes place in Toledo, in a clockmaker’s shop. Concepción, a young woman of a generous temperament, her husband Torquemada, the clockmaker in question, not one but two (potential) lovers, in order of entrance: Gonzalve, a poet, more enterprising in verses than in action, and Don Inigo Gomez, as noble as he is corpulent; and, arriving before all the others and bearing candid witness to their comings and goings, Ramiro the muleteer, who has come to get a watch he inherited from his bullfighter uncle repaired. The traditional cupboard has been replaced by two massive Catalan clocks which the muleteer, as obliging as he is hefty, will take up to all floors, with or without a lover hidden therein, as dictated by the moods and whims of the heroine (whom he’ll end up conquering). In this situation, L’Heure espagnole designates concurrently the symphony of ticking clocks, the precision of the Toledo clockmaker, and that hour of freedom on which the petulant Concepción counts every week to partake in extra-marital joys. At the end of a stream of misunderstandings, the five protagonists draw the conclusion: Boccacio’s moral is this: Entre tous les amants, seul amant efficace Il arrive un moment dans les déduits d’amour Ah! Où le muletier a son tour!

Georges Bizet Carmen Duet of Micaela and Don José "Parle-moi de ma mère / J’apporte de sa part / Votre mère avec moi / Ma mère, je la vois." Air du Toreador (Escamillo) "Votre toast je peux vous le rendre / Toréador en garde" Georges Bizet’s last opera, Carmen (1875) describes the exceptional path of a free woman who is a gipsy, a worker, a smuggler, an outlaw perhaps, but true to herself nonetheless. Unlike the heroine, for which she is the double inverse, Micaela invokes, in her exchanges with Don José, a young brigadier recently posted in Seville, remembrances of childhood, family values, the primacy of duty (first duet of this evening). Carmen will emerge a little later, after a violent brawl between cigar-makers: arrested by José, she sets her cap at him, no doubt seduced by his naïve fervor, but keen in particular to escape the dungeon. She will succeed but José, judged an accomplice, will wind up in prison. When he is released, Carmen gets him to desert, to follow her “up the mountain,” and to lead the life of an outlaw with her. Passion soon makes room for disillusionment, bitterness and reproaches. Carmen runs away with Escamillo, the dashing bullfighter she met at Lilas Pastia (second aria of this evening) who performs in Granada. José, who has lost everything, spies on her, finds her and pulls her aside to plead with her one last time. In vain. He stabs the woman he adores before surrendering to the authorities (this is the starting point of Prosper Mérimée’s short novel that inspired Bizet).

Orchestre National de Lille / Nationaal Orkest van Rijsel / Lille National Orchestra Créé en 1976 grâce à la volonté de la Région Nord-Pas de Calais et l’appui de l’Etat, l’Orchestre National de Lille s’est bientôt imposé en France, à l’étranger et dans les près des deux cents communes de sa région comme un véritable ambassadeur. "Porter la musique partout où elle peut être reçue" est le projet ambitieux qu’il s’est fixé sous l’impulsion de son directeur artistique, Jean-Claude Casadesus. Diffusion du répertoire, création contemporaine, promotion des jeunes talents, activités pédagogiques et actions vers le jeune public sont les termes principaux d’une charte à laquelle souscrivent aussi pleinement les artistes invités. L’Orchestre National de Lille développe une présence régulière à la radio et à la télévision ainsi qu’une politique discographique dynamique illustrée notamment par une monographie Thierry Escaich (Choc de l’Année du Monde de la Musique en 2007), le CD consacré à Canteloube (Orphée d’Or, Prix SACD du meilleur enregistrement d’un compositeur français) et l’enregistrement des deux symphonies de William Walton (BIS).

Het Nationaal Orkest van Rijsel werd in 1976 opgericht, dankzij de doelbewuste inzet van de Regio Nord-Pas de Calais en de steun van de staat. Het ontpopte zich in de zowat tweehonderd gemeenten van zijn streek, in de rest van Frankrijk èn in het buitenland al snel tot een heuse ambassadeur. "De muziek brengen waar ze kan ontvangen worden", is het ambitieuze project van het orkest, onder impuls van zijn artistiek directeur Jean-Claude Casadesus. Verspreiding van het repertoire, hedendaagse creatie, promotie van jong talent, pedagogische activiteiten en acties voor het jonge publiek zijn de hoofdthema’s van een charter dat ook de genodigde artiesten ten volle onderschrijven. Het Nationaal Orkest van Rijsel is geregeld te horen op de radio en te zien op televisie en hanteert ook een dynamisch beleid van plaatopnames. Dit blijkt onder meer uit een monografie van Thierry Escaich (‘Choc de l’Année’ van Le Monde de la Musique in 2007), de CD die aan Canteloube gewijd is (Orphée d’Or, SACD-prijs voor de beste opname van een Franse componist) en de opname van de twee symfonieën van William Walton (BIS).

Created in 1976 under the impetus of the Nord-Pas de Calais region, with support from the state, the Lille National Orchestra soon made a name for itself in France, abroad and in the some two hundred municipalities of its region as a real ambassador. The ambitious mission set by its artistic director, Jean-Claude Casadesus, is to "bring music everywhere where it can be received". Dissemination of the repertoire, contemporary creation, promotion of young talents, educational activities and actions for young audiences constitute the main terms of a charter to which guest artists subscribe as fully too. The Lille National Orchestra performs regularly on radio and television while pursuing a dynamic discography policy, illustrated in particular by a Thierry Escaich monograph (Shock of the Year in the World of Music in 2007), a CD devoted to Canteloube, (Orphée d’Or, SACD prize for best recording of a French composer) and the recording of William Walton’s two symphonies (BIS).

Jean Claude Casadesus, chef d’orchestre / dirigent / conductor Formé auprès de Pierre Dervaux et de Pierre Boulez, Jean-Claude Casadesus fut successivement directeur musical du Châtelet, de l’Opéra de Paris et de l’Opéra-Comique, avant de participer à la fondation de l’Orchestre des Pays de la Loire. En 1976, il crée l’Orchestre National de Lille qui, sous sa direction, portera la qualité de son projet artistique dans quatre continents et trente pays, dont, récemment, la Chine, l’Autriche et la Russie. Parallèlement, Jean-Claude Casadesus est l’invité régulier des plus grands orchestres internationaux, dont ceux de Moscou, Philadelphie, Montréal, Saint-Pétersbourg, Londres, Paris, Tokyo, Séoul et le Berliner Symphoniker. Il est également très actif dans le domaine lyrique, notamment à Monte-Carlo, à l’Opéra Flamand et bien entendu à l’Opéra de Lille. Ardent défenseur de la musique contemporaine, il a effectué une trentaine d’enregistrements à la tête de l’Orchestre. Il est l’auteur du livre: "Le plus court chemin d’un cœur à un autre". Titulaire de nombreuses distinctions, il est Commandeur de la Légion d’Honneur, Commandeur de l’Ordre National du Mérite, Commandeur des Arts et Lettres.

Na zijn opleiding bij Pierre Dervaux en Pierre Boulez werd Jean-Claude Casadesus achtereenvolgens muzikaal directeur van het Châtelet, van de Opéra de Paris en van de Opéra-Comique. Nadien werkte hij mee aan de stichting van het Orchestre des Pays de la Loire. In 1976 richt bij het Nationaal Orkest van Rijsel op dat, onder zijn leiding, de kwaliteit van zijn artistiek project zal uitdragen op vier continenten en in dertig landen, waaronder China, Oostenrijk en Rusland. Tegelijk is Jean-Claude Casadesus geregeld de genodigde van de grootste internationale orkesten, zoals die van Moskou, Philadelphia, Montréal, Sint-Petersburg, Londen, Parijs, Tokio, Seoel, en het Berliner Symphoniker. Hij is ook erg actief op lyrisch vlak, onder meer in Monte-Carlo, aan de Vlaamse Opera en uiteraard bij de Opera van Rijsel. Als fervent verdediger van de hedendaagse muziek maakte hij een dertigtal opnames aan het hoofd van het Nationaal Orkest van Rijsel. Hij is de auteur van het boek : "Le plus court chemin d’un cœur à un autre". Hij kreeg talrijke onderscheidingen, hij is Commandeur van het Erelegioen, Commandeur van de Nationale Orde van Verdienste en Commandeur van de Orde van Kunsten en Letteren.

Having trained with Pierre Dervaux and Pierre Boulez, Jean-Claude Casadesus has been in turn musical director of Châtelet, the Opéra de Paris and the Opéra-Comique, before participating in the creation of the Orchestre des Pays de la Loire. In 1976, he created the Lille National Orchestra which, under his baton, would bring the quality of his artistic project to four continents and thirty countries including, recently, China, Austria and Russia. In parallel, Jean-Claude Casadesus has been a regular guest of the greatest international orchestras, including those of Moscow, Philadelphia, Montreal, Saint Petersburg, London, Paris, Tokyo, Seoul and the Berliner Symphoniker. He is also very active on the lyric stage, in particular at Monte Carlo, the Flemish Opera and, of course, the Opéra de Lille. An ardent proponent of contemporary music, he has made some thirty recordings with the Lille National Orchestra. He is the author of a book entitled: "Le plus court chemin d’un cœur à un autre" [The shortest way from one heart to the other]. A recipient of numerous honors, he is a Commander of the Legion of Honor, a Commander of the National Order of Merit, and Commander of Arts and Letters.

Augustin Dumay, violon / viool / violin Comptant parmi les musiciens les plus accomplis de notre époque, le violoniste Augustin Dumay est héritier de la grande tradition classique européenne, en particulier de la branche franco-belge incarnée avant lui par Ysaÿe et Grumiaux. Révélé au public grâce à sa rencontre avec Herbert von Karajan, ses concerts avec l’Orchestre Philharmonique de Berlin et ses enregistrements pour EMI, il confirma sa réputation grâce, notamment, à ses enregistrements des concertos de Mozart avec la Camerata Academica Salzburg (violon et direction) et des sonates pour violon et piano de Beethoven avec Maria João Pires. Ses qualités de chef on entraîné sa nomination comme Directeur Musical de l’Orchestre Royal de Chambre de Wallonie jusqu’en 2013. Il est aujourd’hui chef principal invité du Kansai Philharmonic Orchestra à Osaka. Il se produit régulièrement avec les plus grands orchestres du monde, sous la direction des plus grands chefs actuels. Maître en résidence à la Chapelle Musicale Reine Elisabeth, il enseigne à quelques jeunes violonistes de très haut niveau. Sa discographie comprend une quarantaine d’enregistrements, salués par la critique internationale (EMI et Deutsche Grammophon). Un film-portrait réalisé par Gérard Corbiau, sortira prochainement en DVD.

Violist Augustin Dumay behoort tot de meest volleerde musici van onze tijd. Hij is de erfgenaam van de grote Europese, klassieke traditie, in het bijzonder de Belgisch-Franse tak, met indrukwekkende voorgangers als Ysaÿe en Grumiaux. Hij werd bekend bij het grote publiek dankzij zijn ontmoeting met Herbert von Karajan, zijn optredens met de Berliner Philharmoniker en zijn opnames voor EMI. Hij bevestigde zijn faam met onder meer zijn opnames van de concerto’s van Mozart met de Camerata Academica Salzburg (viool en leiding) en de sonates voor viool en piano van Beethoven, met Maria João Pires. Zijn kwaliteiten als dirigent leverden hem zijn benoeming tot Muzikaal Directeur van het Koninklijk Kamerorkest van Wallonië op. Zijn contract loopt tot 2013. Hij is vandaag hoofd gastdirigent van het Kansai Philharmonic Orchestra in Osaka. Hij treedt geregeld op met de grootste orkesten ter wereld, onder leiding van de beste dirigenten. Als Meester in residentie viool aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth geeft hij les aan enkele jonge violisten van zeer hoog niveau. Zijn discografie omvat een veertigtal opnames, die op veel lof van de internationale kritiek konden rekenen (EMI en Deutsche Grammophon). Binnenkort verschijnt een filmportret op DVD, geregisseerd door Gérard Corbiau.

Among the most accomplished musicians of his generation, violinist Augustin Dumay is heir to the great European classical tradition, in particular the Belgo-French line of Ysaÿe and Grumiaux. International recognition came thanks to his encounter with Herbert von Karajan, his concerts with the Berliner Philharmoniker, and his recordings with EMI. His reputation was further confirmed by his recordings of Mozart’s concertos with the Camerata Academica Salzburg (as violin soloist and conductor), and Beethoven’s sonatas for piano and violion with Maria João Pires. His qualities as conductor led to his appointment as Music Director of the Royal Chamber Orchestra of Wallonia until 2013. His is now the Principal Guest Conductor of the Kansai Philharmonic Orchestra in Osaka. He performs regularly with the world’s great orchestras, under the baton of the most eminent conductors. As Master in residence he teaches at the Queen Elisabeth College of Music, where he prepares young talented violinists for an international career. His discography includes some forty recordings, acclaimed by the international press (EMI and Deutsche Grammophon). A film portrait by Gérard Corbiau, will appear soon on DVD.

José van Dam, baryton / bariton / baritone De nationalité belge, José van Dam fait ses études au Conservatoire de Bruxelles, sa ville natale. Lauréat de plusieurs grands concours, il est engagé à 21 ans par l’Opéra de Paris où il fait ses débuts dans Les Troyens de Berlioz. Depuis lors, il est l’invité des plus grandes scènes et festivals du monde, de Covent Garden au Metropolitan Opera, d’Aix-en-Provence à Saito Kinen, marquant de son empreinte - de chanteur et d’acteur - tous les rôles qui lui sont confiés, y compris en création, tel le rôle titre de Saint-François d’Assise d’Olivier Messiaen, créé à Paris, à l’Opéra Garnier. A cet égard, sa contribution au succès des productions auxquelles il participa à la Monnaie est inestimable. José van Dam domine également un vaste répertoire de concert, d’oratorio et de lied, qu’il eut l’occasion de donner sous la direction de chefs éminents, tels Abbado, Muti, Ozawa, Karajan ou Pappano. Sa discographie, riche et éclectique, lui a valu de très nombreux prix ; il s’est également distingué dans deux films devenus des références : Le Maître de musique de Gérard Corbiau et Don Giovanni (rôle de Leporello) de Joseph Losey. Outre diverses distinctions internationales prestigieuses, José van Dam a été anobli par le Roi Albert II.

De Belg José van Dam studeerde aan het Conservatorium van Brussel, zijn geboortestad. Hij was laureaat van een aantal grote wedstrijden en werd op zijn 21ste aangeworven door de Opéra de Paris, waar hij zijn debuut maakt in Les Troyens van Berlioz. Sindsdien was en is hij vaak de genodigde op de grootste podia en festivals ter wereld, van Covent Garden tot de Metropolitan Opera, van Aix-en-Provence tot Saito Kinen, waar hij telkens zijn stempel - als zanger en acteur - drukt op de rollen die hem worden toevertrouwd. Daarbij hoort ook de hoofdrol in Saint-François d’Assise van Olivier Messiaen, een creatie die in de Parijse Opéra Garnier werd uitgevoerd. In dat opzicht is zijn bijdrage tot het succes van de producties waar hij aan meewerkte in de Munt, werkelijk onschatbaar. José van Dam kan ook bogen op een rijk concert-, oratoria- en liedrepertorium, dat hij kon brengen onder de leiding van eminente dirigenten, zoals Abbado, Muti, Ozawa, Karajan of Pappano. Zijn uitgebreide en uiteenlopende discografie leverde hem talloze prijzen op. Hij onderscheidde zich ook in twee films die referenties werden: Le Maître de musique van Gérard Corbiau en Don Giovanni (rol van Leporello) van Joseph Losey. Naast een aantal prestigieuze internationale onderscheidingen werd José van Dam in de adelstand verheven door Koning Albert II.

The Belgian bass José van Dam studied at the Conservatoire in Brussels, his native city. Winner of several major competitions, he made his debut at the Paris Opera in Berlioz’s Les Troyens at the age of 21. Since then, he has performed in the world’s greatest stages and festivals, from Covent Garden to the Met, from Aix-en-Provence to Saito Kinen, leaving his mark, as singer and actor. He has given many notable performances, including roles in creation such as the title role of Saint-François d’Assise by Olivier Messiaen, which premiered in Paris at the Opera Garnier. In this respect, his contribution to the success of productions in which he took part at the Monnaie opera house is invaluable. José van Dam has also mastered a vast repertoire of concertos, oratorios and Lieder, and has performed under the baton of such eminent conductors as Abbado, Muti, Ozawa, Karajan or Pappano. His rich and eclectic discography has earned him many prizes; he has also starred in two films that have become references: Le Maître de musique by Gérard Corbiau and Don Giovanni (as Leporello) by Joseph Losey. In addition to many prestigious international honors, José van Dam was ennobled by King Albert II.

Vincent Delhoume, ténor / tenor / tenor Après des études de piano, Vincent Delhoume entre au Conservatoire de Bordeaux en classe de chant à l’âge de 16 ans. Il se produit sur scène dès l’âge de 19 ans dans les rôles du commissaire (Il signor Bruschino - Rossini-Opéra de Bordeaux), Nicias (Thaïs - Massenet), puis intègre en 2006 l’Atelier lyrique de l’Opéra de Paris où il joue Lysander (Midsummer Night’s dream - Britten), Male Chorus (The Rape of Lucretia - Britten), Ferrando (Cosi fan tutte – Mozart - Opéra de Rennes). Il fait ses débuts sur la grande scène de l’Opéra de Paris dans Capriccio (Strauss - ein Diener) en 2007 puis il interprète la doublure du Prince Philippe dans Yvonne Princesse de Bourgogne (Boesmans). Dernièrement il a chanté le rôle d’un Juif dans Salomé (Strauss) à l’Opéra Bastille. Il interprètera le rôle d’Ajax dans Hélène aux enfers ainsi que Juan dans Don Quichotte (Massenet) à La Monnaie, et Il Conte d’Albafiorita (Mirandolina -Martinù) à Paris. En septembre 2009, il intègre la section Opéra Studio de la Chapelle Musicale Reine Elisabeth, sous la direction de José van Dam.

Na zijn pianostudies gaat Vincent Delhoume op zijn zestiende zangles volgen aan het Conservatorium van Bordeaux. Hij is negentien als hij op het podium staat in de rol van de commissaris (Il signor Bruschino - Rossini-Opera van Bordeaux) en van Nicias (Thaïs Massenet). In 2006 trekt hij naar het Atelier lyrique van de Parijse Opera. Hij vertolkt de rol van Lysander (Midsummer Night’s dream - Britten), Male Chorus (The Rape of Lucretia - Britten) en Ferrando (Cosi fan tutte – Mozart - Opera van Rennes). Zijn debuut op het grote podium van de Opera van Parijs maakt hij in 2007 in Capriccio (Strauss - ein Diener). Vervolgens is hij de vervanger in de rol van Prince Philippe in Yvonne Princesse de Bourgogne (Boesmans). Onlangs zong hij de rol van een Jood in Salome (Strauss) in de Opéra Bastille. Hij speelt vervolgens Ajax in Hélène aux enfers, evenals Juan in Don Quichotte (Massenet) in de Munt, en Il Conte d’Albafiorita (Mirandolina -Martinù) in Parijs. Hij maakt sinds september 2009 deel uit van de sectie Opera Studio van de Muziekkapel Koningin Elisabeth, onder leiding van José van Dam.

After studying the piano, Vincent Delhoume enters the Conservatoire of Bordeaux at 16 in the voice section. He performs on stage at the age of 19 in the roles of the superintendent (Il signor Bruschino – Rossini - Bordeaux Opera), Nicias (Thaïs - Massenet), then, in 2006 he enters the lyric studio of the Opera de Paris where he performs as Lysander (Midsummer Night’s dream -Britten), in the Male Chorus (The Rape of Lucretia - Britten), Ferrando (Cosi fan tutte - Mozart/Opera de Rennes). In 2007, he starts on the grand stage of the Opera de Paris in the role of Cappriccio (Ein Diener - Strauss); and he sings the second role of Prince Philippe in Yvonne Princesse de Bourgogne (Boesmans). Lately he played a Jew in Salome (Strauss) at the Opera Bastille. In 2009 he will sing Ajax in Hélène aux enfers as well as Juan in Don Quichotte (Massenet) at the Monnaie and will perform the Conte d’Albafiorita (Mirandolina - Martinú) in Paris. In 2009 he enters the Opera Studio section of the Queen Elisabeth College of Music under the direction of José van Dam.

Annelies Dille, mezzo-soprano / mezzo-sopraan / mezzo-soprano La mezzo-soprano Annelies Dille obtient son diplôme "Maître en Musique option Chant" à l’Institut Lemmens dans la classe de Gerda Lombaerts. Elle poursuit ses études ensuite à l’Ecole d’Opéra de Stuttgart, dans la classe de Julia Hamari où elle obtient le diplôme de "Bühnensanger". Elle se perfectionne ensuite à l’Opéra Studio de la Chapelle Musicale Reine Elisabeth où elle suit les cours de José van Dam, Susanna Eken et Jocelyne Dienst. Elle chante en concert en Belgique et à l’étranger dans de grandes salles telles que le Palais des Beaux Arts de Bruxelles, la Monnaie, Flagey, le Concertgebouw d’Amsterdam et se produit dans les festivals de Menton, Vexin et Chalard. Elle chante avec des orchestres nationaux et internationaux sous la direction de chefs de renom. Elle se produit comme soliste alto avec des chœurs belges dont le Vlaams Radiokoor. Elle chante sur des scènes d’opéra à Leuven, Stuttgart et à la Monnaie et se fait remarquer dans des tournées d’opérettes à travers toute la Flandre.

De mezzosopraan Annelies Dille behaalde haar diploma Meester in de Muziek, optie Zang aan het Lemmensinstituut in de klas van Gerda Lombaerts. Daarna studeerde ze verder aan de Operaschool te Stuttgart waar ze in de klas van Julia Hamari het diploma Bühnensanger behaalt. Vervolgens vervolmaakte ze zich in de Opera Studio van de Muziekkapel Koningin Elisabeth waar ze o.a. les kreeg van José van Dam, Susanna Eken en Jocelyn Dienst. Ze gaf concerten in binnen- en buitenland in grote zalen zoals Bozar, De Munt, Flagey, Concertgebouw Amsterdam en was te horen op de festivals van Menton, Vexin en Chalard. Ze zong met nationale en internationale orkesten onder leiding van beroemde dirigenten. Als alt-soliste trad ze op met koren uit heel België waaronder het Vlaams Radiokoor. Ze stond ook op het operapodium in Leuven, Stuttgart en in de Munt en ze boekte succes met operettetoernees door heel Vlaanderen.

Mezzo soprano Annelies Dille earned her Master's degree in Music, specialising in voice, from the Lemmens Institute, in the class of Gerda Lombaerts. She then continued her studies at the Opera School in Stuttgart in he class of Julia Hamari where she earned the diploma of Bühnensanger [stage singer]. She then joined the Opera Studio at the Queen Elisabeth College of Music where she attended courses given by José van Dam, Susanna Eken and Jocelyn Dienst among others. She has given concerts in Belgium and abroad in such major halls as the Centre for Fine Arts in Brussels, the Monnaie Opera House, Flagey, the Concertgebouw in Amsterdam and has appeared in festivals such as those of Menton, Vexin and Chalard. She has sung with national and international orchestras under the baton of famous conductors. She has performed as a soloist with choirs throughout Belgium, including with the Flemish Radio Choir. She has moreover appeared on the opera stage in Leuven, Stuttgart and the Monnaie, and has had successful operetta tours throughout all of Flanders.

Yury Haradzetski, ténor / tenor / tenor Yury Haradzetski est un jeune ténor prometteur qui débute sa carrière à l'âge de 19 ans au Conservatoire de Minsk en Biélorussie sous la direction du professeur Viktor Skorobogatov. Agé aujourd'hui de 26 ans, il a déjà chanté dans quelques productions à l'Opéra National de Minsk, entre autres : Eugène Onegin, Die Zauberflöte, l'Elisir d'Amore, La Traviata. Yury a gagné différents concours en Russie et en Biélorussie. Il est finaliste du Concours Francisco Viñas à Barcelone en 2007 où il reçoit un prix spécial de Dalton Baldwin. Il a suivi des master-classes à l'Académie Internationale de Musique de Nice. En mai 2008, Yury remporte le 5e prix du Concours Musical International Reine Elisabeth à Bruxelles. Durant l'été 2008, il suit des Master-classes de Raina Kabaivanska et Peter Schreier. En 2008-2009, il étudie à l'Institut de Musique de Modène (Italie) dans la classe de Raina Kabaivanska. En septembre 2009, il intègre la section Opéra Studio de la Chapelle Musicale Reine Elisabeth sous la direction de José van Dam.

Yury Haradzetski is een jonge, veelbelovende tenor. Hij begon zijn carrière op zijn negentiende aan het Conservatorium van Minsk in Wit-Rusland, onder leiding van professor Viktor Skorobogatov. Hij is nu 26 en zong al in enkele producties van de Nationale Opera van Minsk, zoals onder meer: Eugène Onegin, Die Zauberflöte, l'Elisir d'Amore, La Traviata. Yury won verschillende wedstrijden in Rusland en in Wit-Rusland. In 2007 was hij finalist van de Concurso International de Canto Francisco Viñas in Barcelona, waar hij een speciale prijs kreeg van Dalton Baldwin. Hij volgde masterclasses aan de Internationale Muziekacademie van Nice. In mei 2008 wordt Yury vijfde op de Internationale Koningin Elisabethwedstrijd in Brussel. Tijdens de zomer van 2008 volgt hij masterclasses bij Raina Kabaivanska en Peter Schreier. In 2008-2009 studeert hij aan het Muziekinstituut van Modena (Italië), bij Raina Kabaivanska. In september 2009 start hij bij de Opera Studio van de Muziekkapel Koningin Elisabeth, onder leiding van José van Dam.

Yury Haradzetski is a young and promising tenor who started his career at the age of 19 at the Conservatoire of Minsk in Belarus under the supervision of Professor Viktor Skorobogatov. Now, at the age of 26, he has already sung a few productions at the National Opera in Minsk, e.g. Eugène Onegin, Die Zauberflöte, l'Elisir d'Amore, La Traviata. Yury is the winner of various Russian and Belarus contests. He was a finalist of the Francisco Viñas Competition in Barcelona in 2007, where he was awarded with a special prize by Dalton Baldwin. He attended master-classes at the International Academy of Music in Nice. In May 2008, Yury was awarded the 5th prize at the Queen Elizabeth International Singing Competition (Brussels, Belgium). In summer 2008, Yury attended master classes given by Raina Kabaivanska and Peter Schreier. In 2008-2009 he studied in the Institute of Music in Modena, Italy, in the class of Raina Kabaivanska. In September 2009, he entered the Opera Studio section at the Queen Elisabeth College of Music under the direction of José van Dam.

Helen Kearns, soprano / sopraan / soprano La jeune soprano irlandaise Helen Kearns est considérée par la presse comme une étoile montante pour son "interprétation unique, finement dessinée" (the Belfast Telegraph) et "sa voix riche, puissante mais profondément touchante" (the Sunday Business Post). Durant la saison 2006/2007, Helen a fait ses débuts avec succès à l'opéra de Rennes, aux opéras de Nantes et d'Angers dans le principal rôle féminin de Golem, opéra de John Casken (création française). Elle a été sélectionnée pour chanter en novembre 2009 les rôles de Janthe et Emmy, Der Vampyr (Marschner) à l'opéra de Rennes et au Théâtre National de Szeged (Hongrie) dans le cadre du Festival d'Opéra de la chaîne Mezzo. Helen Kearns a récemment remporté le Premier Prix et le Prix du Public lors du Concours International de Chant Klassik-Mania à Vienne ainsi que le Prix Spécial du Jury lors du concours de Marmande. En septembre 2008, elle rejoint la section Opéra Studio à la Chapelle Musicale Reine Elisabeth, sous la direction de José van Dam. Elle bénéficie d'une bourse offerte par Madame Valérie et Monsieur Bernard Van Hool.

De jonge Ierse sopraan Helen Kearns wordt door de pers beschouwd als een rijzende ster, voor haar "unieke, fijn uitgetekende vertolking" (The Belfast Telegraph) en "haar rijke, krachtige maar diep ontroerende stem" (The Sunday Business Post). Tijdens het seizoen 2006/2007 maakt Helen haar geslaagde debuut in de Opera van Rennes, de opera's van Nantes en Angers, in de vrouwelijke hoofdrol van Golem, de opera van John Casken (Franse creatie). Ze werd geselecteerd om in november 2009 te zingen in de rollen van Janthe en Emmy, Der Vampyr (Marschner) in de opera van Rennes en het Nationaal Theater van Szeged (Hongarije), in het kader van het operafestival van de zender Mezzo. Helen Kearns behaalde onlangs de Eerste Prijs en de Prijs van het Publiek tijdens de Internationale zangwedstrijd Klassik-Mania in Wenen, en ook de Speciale Prijs van de Jury tijdens de wedstrijd van Marmande. In september 2008 trad ze toe tot de sectie Operastudio van de Muziekkapel Koningin Elisabeth onder leiding van José van Dam. Ze geniet van een beurs geschonken door Mevrouw Valérie en de heer Bernard Van Hool.

The young Irish soprano Helen Kearns is considered by the press as a rising star for her unique, finely crafted performance (the Belfast Telegraph) and her rich, powerful yet deeply touching voice (The Sunday Business Post). During the 2006/2007 season, she made her successful debut at the Rennes, Nantes, and Angers Opera Houses in the main female role of John Casken's Golem (French creation). She was selected to sing Janthe and Emmy, Der Vampyr (Marschner) with Opéra de Rennes and with Opéra de Szeged (Hungary) in the Mezzo Television Opera Festival in November 2009. Helen Kearns recently won First Prize and the Public's Prize at the Klassik-Mania International Competition in Vienna, and the Jury's Special Prize at the Marmande competition. In September 2008, she joined the Opera Studio of the Queen Elisabeth College of Music under the direction of José van Dam. She received a scholarship from Mrs. Valérie and Mr. Bernard Van Hool.

Sébastien Parotte, baryton / bariton / baritone Né à Verviers en 1984, Sébastien Parotte manifeste très jeune le désir de chanter et est sélectionné par l'Opéra Royal de Liège et par la Monnaie pour chanter les rôles d'enfants solistes. A 17 ans, il entre dans la classe de chant de Mya Besselink, au Conservatoire de Maastricht, où il obtient son diplôme de master. Il participe très régulièrement à des productions lyriques. En 2005 il est sélectionné par les Jeunesses Musicales d'Allemagne pour la production de La Traviata (Verdi) dans le rôle du Baron et en 2007 pour la production de La Cenerentola (Rossini) dans le rôle de Don Magnifico. Musicien polyvalent, il est licencié en contrebasse au Conservatoire Royal de Liège, il a travaillé à Rome avec le Maestro Massimo Giorgi et s'est déjà produit dans l'orchestre Philarmonique de Liège et à l'Opéra Royal de Liège. Il fut membre des Jeunes Voix du Rhin de L'Opéra National du Rhin pour la saison 2007-2008. En 2008, il rejoint la Chapelle Musicale Reine Elisabeth dans la section Opéra Studio sous la direction de José van Dam. Il bénéficie d'une bourse offerte par la Province du Brabant Wallon.

Sébastien Parotte werd in 1984 in Verviers geboren en maakt al heel jong duidelijk dat hij wil zingen. De Koninklijke Opera van Luik en de Munt selecteren hem al snel voor solorollen voor kinderen. Op zijn zeventiende gaat hij zangles volgen bij Mya Besselink, aan het Conservatorium van Maastricht, waar hij zijn masterdiploma behaalt. Hij werkt zeer geregeld mee aan lyrische producties. In 2005 wordt hij door 'Jeunesses Musicales' van Duitsland geselecteerd voor de productie van La Traviata (Verdi) in de rol van de Baron, en in 2007 voor de productie van La Cenerentola (Rossini) in de rol van Don Magnifico. Deze veelzijdige musicus heeft een licentie contrabas van het Koninklijk Conservatorium van Luik en werkte in Rome met Maestro Massimo Giorgi. Hij trad ook al op in het Filharmonisch Orkest van Luik en in de Koninklijke Opera van Luik. Hij was tijdens het seizoen 2007-2008 lid van de Jeunes Voix du Rhin van de Opéra National du Rhin. In 2008 startte hij in de afdeling Operastudio van de Muziekkapel Koningin Elisabeth, onder leiding van José van Dam. Hij geniet van een beurs geschonken door de Provincie Waals-Brabant.

Born in Verviers (Belgium) in 1984, Sébastien Parotte showed very early on the desire to sing, and was selected by the Royal Opera of Liège and by the Monnaie to sing children's soloist roles. At the age of 17, he entered the class of Mya Besselink, at the Maastricht Conservatoire, where he earned his master's degree. In 2005 he was selected Jeunesses Musicales Deutschland for La Traviata (Verdi) in the role of the Baron, and in 2007 for the production of La Cenerentola (Rossini) in the role of Don Magnifico. A versatile musician, he holds a degree in double bass from the Royal Conservatoire of Liège, he has worked in Rome with Maestro Massimo Giorgi and has already performed with the Philharmonic Orchestra of Liège and the Royal Opera of Liège. He was a member of the Young Voices of the Rhine at the National Rhine Opera for the 2007-2008 season. In 2008, he joined the Opera Studio at the Queen Elisabeth College of Music under José van Dam. He received a scholarship from Province du Brabant Wallon.

Amandine Savary, piano De nationalité française, née en 1985, Amandine Savary fait ses études au Conservatoire de Caen-Normandie, et à la Royal Academy of Music of London. Elle suit également des master classes avec Jean-Claude Pennetier, Alexander Satz, Natalia Gutman, Zakhar Bron et Elisso Virssaladze. Premier prix de plusieurs concours internationaux, elle fut choisie en 2006 par la Plateforme Jeunes Artistes du Tillett Trust et fit ses débuts au Wigmore Hall en 2007. Elle se produit comme soliste ou comme chambriste dans des festivals de renom, en France, en Espagne, au Royaume Uni, au Japon et au Québec. Spécialisée en musique contemporaine, elle a travaillé avec des compositeurs tels que Luciano Berio, Ivan Fedele et Yoshihisa Taira. Elle participe régulièrement à des émissions de TV et de radio, notamment pour France 3, Mezzo, BBC Radio 3 et France Musique. Depuis 2008, Amandine se perfectionne à la Chapelle Musicale Reine Elisabeth, avec Abdel Rahman El Bacha et, en tant que membre du Trio Dali, avec le Quatuor Artemis. Elle bénéficie d'une bourse offerte par Madame Chow Ching Lie.

Amandine Savary heeft de Franse nationaliteit en werd geboren in 1985. Ze studeerde aan het Conservatorium van Caen-Normandie en aan de Londense Royal Academy of Music. Ze volgde ook masterclasses bij Jean-Claude Pennetier, Alexander Satz, Natalia Gutman, Zakhar Bron en Elisso Virssaladze. Ze behaalde de eerste prijs op verschillende nationale wedstrijden en werd in 2006 geselecteerd voor het ‘Tillett Trust Young Artists’ Platform’. In 2007 maakt ze haar debuut in Wigmore Hall. Ze treedt als soliste of als kamermuzikante op tijdens vermaarde festivals in Frankrijk, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Japan en Québec. Als specialiste in hedendaagse muziek werkte ze samen met componisten zoals Luciano Berio, Ivan Fedele en Yoshihisa Taira. Ze werkt geregeld mee aan uitzendingen op televisie en radio, onder meer voor France 3, Mezzo, BBC Radio 3 en France Musique. Sinds 2008 vervolmaakt Amandine zich aan de Muziekkapel Koningin Elisabeth, bij Abdel Rahman El Bacha en, als lid van het Trio Dali, bij het Quatuor Artemis. Ze kreeg een beurs van Mevrouw Chow Ching Lie.   A French national, born in 1985, Amandine Savary studied at the Caen-Normandy Conservatoire and the Royal Academy of Music of London. She has also attended master classes with Jean-Claude Pennetier, Alexander Satz, Natalia Gutman, Zakhar Bron and Elisso Virssaladze. A first prize winner at numerous international competitions, she was chosen in 2006 by the Young Artists’ Platform of the Tillett Trust and debuted in Wigmore Hall in 2007. She has performed as a soloist and chamber musician in famous festivals in France, Spain, the United Kingdom, Japan and Quebec. Specialised in contemporary music, she has worked with such composers as Luciano Berio, Ivan Fedele and Yoshihisa Taira. She performs regularly on radio and television, in particular for France 3, Mezzo, BBC Radio 3 and France Musique. Since 2008, Amandine has undertaken advanced training at the Queen Elisabeth College of Music with Abdel Rahman El Bacha and, as a member of the Dali Trio, with the Artemis Quartet. She benefits from a scholarship offered by Mrs. Chow Ching Lie.

Le soutien de Belgacom Belgacom soutient les principaux acteurs du monde culturel en Belgique. En tant qu'entreprise de pointe, Belgacom se tourne résolument vers le futur. Cette volonté de croire en l'avenir se traduit dans les matières économiques, sociales, environnementales et, bien sûr, culturelles. Face au constat que nos jeunes musiciens sont de plus en plus contraints de se rendre à l'étranger afin de suivre, comme leurs homologues européens, des formations de très haut niveau, Belgacom a considéré, en tant qu'entreprise citoyenne, qu'il était de son devoir de soutenir notre jeune génération de virtuoses. Avec le lancement du nouveau cadre d'enseignement de la Chapelle Musicale Reine Elisabeth destiné à la formation des meilleures jeunes pianistes, violonistes et chanteurs sous la direction d'Abdel Rahman El Bacha, d'Augustin Dumay et de José Van Dam, Belgacom a trouvé dans ce projet l'occasion de soutenir nos jeunes talents belges. Afin de donner toutes ses chances à ce magnifique défi, outre un soutien à la structure elle-même, Belgacom a créé trois bourses destinées à un pianiste, un violoniste et un chanteur belges désireux de se former auprès de grands maîtres en Belgique. Depuis 2004, Milos Popovic, Claire Dassesse, Hendrickje van Kerckhove, Lisa Wastiau, Hrachya Avanesyan, Anneke Luyten et le Quatuor Tercea ont pu se perfectionner à la Chapelle Musicale Reine Elisabeth grâce à ces bourses. Pour la saison artistique 2009-2010, les bourses ont été attribuées à Stephanie Proot, Gijs Van der Linden et Hrachya Avanesyan.

De steun van Belgacom Belgacom steunt de belangrijkste actoren van de Belgische culturele wereld. Als topbedrijf kiest Belgacom resoluut voor de toekomst. Deze wens om in de toekomst te geloven,vertaalt zich zowel op economisch, sociaal, milieu als natuurlijk ook op cultureel vlak.Bij de vaststelling dat onze jonge musici alsmaar meer verplicht zijn naar het buitenland te gaan om, zoals hun Europese collega's, opleidingen van zeer hoog niveau te gaan volgen, vindt Belgacom, als bedrijf met burgerzin, dat het haar plicht is om deze jonge generatie virtuozen te steunen.Bij de start van het nieuw artistiek programma van de Muziekkapel Koningin Elisabeth bestemd voor de vorming van de allerbeste pianisten, violisten en zangers onder leiding van Abdel Rahman El Bacha, Augustin Dumay en José Van Dam, greep Belgacom de kans om onge belgische talenten te ondersteunen.Om deze prachtige uitdaging te laten slagen heeft Belgacom, naast de structurele steun die ze geeft, drie beurzen toegekend, bestemd voor een Belgische pianist, een violist en een zanger die zich in België willen vervolmaken bij grootmeesters.Met deze beurs hebben sinds 2004 reeds Milos Popovic, Claire Dassesse, Hendrickje van Kerckhove, Lisa Wastiau, Hrachya Avanesyan, Anneke Luyten en het Quatuor Tercea zich kunnen vervolmaken aan de Koningin Elisabeth Muziekkapel. Voor het artistiek seizoen 2009-2010 werden de beurzen toegekend aan Stephanie Proot, Gijs Van der Linden et Hrachya Avanesyan.

Le soutien d'UBS UBS est un des plus grands groupes financiers internationaux au service d'une clientèle exigeante. Le sponsoring prend une position importante dans sa stratégie de marketing et de communication. UBS est devenu de cette manière un des sponsors principaux de la Chapelle Musicale Reine Elisabeth. C'est la résultante d'une parfaite symbiose entre ses valeurs de marque, celles de la musique orchestrale et celles de la Chapelle Musicale en particulier. Toutes les deux représentent une métaphore commerciale idéale par l'interaction de la passion, de l'engagement, de la discipline et de l'expertise. Ces mêmes qualités permettent à UBS de comprendre les besoins de ses clients, et de créer le discernement nécessaire qui lui permet d'aider ses clients dans la recherche de solutions pour atteindre leurs objectifs. Grâce à ce nouveau projet, UBS approfondit ses activités de sponsoring dans le domaine de la musique orchestrale, qui comprend un certain nombre des plus prestigieux orchestres, tel que le Boston Symphony Orchestra et le London Symphony Orchestra et son centre d'éducation, le "LSO St Luke's, UBS and LSO Music Education Center". UBS est le partenaire par excellence de la musique classique orchestrale sur le plan mondial. La Chapelle Musicale Reine Elisabeth renforce l'engagement d'UBS en soutenant de jeunes talents prometteurs et apporte de nouvelles synergies au sein de la plateforme globale de sponsoring. Implantée en Belgique depuis 2002, l'institution financière suisse s'est engagée, en 2004, aux côtés de la prestigieuse école supérieure de musique à un moment-clé de son redéploiement. Le 30 novembre 2006, UBS s'est vu décerner le prix du Caïus Grandes Entreprises 2006 pour sa contribution à la renaissance de la Chapelle Musicale Reine Elisabeth et les synergies qui s'en dégagent entièrement dédiées au bénéfice de jeunes musiciens d'excellence.

Ondersteuning door UBS UBS is een van de grootste internationale financiële groepen ten dienste van een veeleisend cliënteel. Sponsoring vorm een belangrijk deel van zijn marketing- en communicatiestrategie. Zodoende is UBS een van de voornaamste sponsors geworden van de Muziekkapel Koningin Elisabeth, als resltante van een volmaakte symbiose tussen de merkwaarden die de onderneming nastreeft, die van de wereld van de orkestmuziek en die van de Muziekkapel in het bijzonder. Beide instellingen belichamen een commerciële metafoor door de interactie van passie, engagement, discipline en vakkennis. Precies deze kwaliteiten stellen UBS in staat de noden van zijn klanten te begrijpen en verschaffen het nodige onderscheidingsvermogen om zijn klanten te helpen zoeken naar de juiste oplossingen om hun doelstellingen te bereiken. Dank zij dit nieuw project kan UBS zijn activiteiten op het vlak van muzieksponsoring verder uitdragen en verdiepen. Dit mecenaat omvat een aantal wereldberoemde orchesten, zoals het Boston Symphony Orchestra en het London Symphony Orchestra's Education Center, the "LSO St Luke's, UBS and LSO Music Education Center". UBS is wereldwijd de grootste sponsor van klassieke orchestrale muziek. De Muziekkapel Koningin Elisabeth versterkt het engagement van UBS door de steun aan getalenteerde jongeren en opent nieuwe synergieën binnen het wereldplatform voor muzieksponsoring. UBS is aanwezig in België sinds 2002 en heeft zich vanaf 2004 ingezet aan de zijde van de prestigieuze Muziekkapel om haar nieuw artistiek project te helpen uitbouwen. Op 30 november 2006 won UBS de "Caïus" als meest voorbeeldige sponsor van het jaar 2006, voor zijn steun aan de vernieuwing van de Muziekkapel Koningin Elisabeth en de ontwikkeling van haar zeer intense en verscheidene activiteiten, geheel ten dienste van de vorming van getalenteerde muziekstudenten.

Le soutien de Rolls-Royce Associer l'image de Rolls-Royce avec celle de la Chapelle Musicale Reine Elisabeth, symbolise le début d'une aventure hors du commun pour notre marque. Dès le début de nos rencontres, nous avons ressenti la dimension extraordinaire que pouvait revêtir la mise en commun de ces deux institutions incarnant chacune dans leur domaine une passion pour l'excellence. Nous sommes donc très heureux d'avoir un partenaire dont le prestige et les réalisations universellement reconnues dans le monde de la musique, nous permettront de communiquer dans un esprit de qualité et de raffinement, les valeurs qui ont toujours été associées à la marque Rolls-Royce. Nous tenons à remercier vivement l'ensemble de l'équipe de la Chapelle Musicale Reine Elisabeth pour sa compétence et sa disponibilité qui ont conduit à l'aboutissement de ce partenariat. A l'aube d'une nouvelle collaboration, nous sommes impatients de partager cette nouvelle aventure avec les partenaires historiques de la Chapelle Musicale Reine Elisabeth, UBS et Belgacom mais également avec tous ceux et toutes celles qui font partie de l'univers de Rolls- Royce. Un partenariat de cette valeur est un projet ambitieux. Rolls-Royce Ginion Group, importateur pour la Belgique et le Luxembourg, se réjouit d'être associé au rayonnement et à la pérennité d'une institution de qualité telle que la Chapelle Musicale Reine Elisabeth. Au cours des prochains mois et des prochaines années, Rolls-Royce, en plein renouveau, lancera de nouveaux projets, des concepts innovants, des véhicules de rêve conçus pour une clientèle éprise de raffinement et de perfection. Nous sommes légitimement fiers d'avoir trouvé un cadre digne de nos ambitions.

De steun van Rolls-Royce Het imago van Rolls-Royce verbinden met dat van de Muziekkapel Koningin Elisabeth is het symbool van een buitengewoon avontuur voor ons merk. Onmiddellijk bij de eerste kontakten voelden wij die extra dimensie die onze beide instellingen verenigt, passie en zoeken naar perfectie. Wij verheugen ons dus, een partner gevonden te hebben met universele bekendheid in de muziekwereld. Dit zal ons toelaten te communiceren met een imago van kwaliteit en verfijning, waarden die Rolls-Royce ook nastreeft. Onze dank gaat naar het voltallige team van de Muziekkapel Koningin Elisabeth voor zijn inzet en beschikbaarheid die dit partnership mogelijk maakten. Bij het begin van deze samenwerking, kijken wij uit naar het vooruitzicht om met de historische partners van de Muziekkapel Koningin Elisabeth, UBS en Belgacom, samen een nieuw seizoen aan te vangen. Ook voor al diegenen die deel uitmaken van de Rolls-Royce wereld, zal het een prachtig avontuur zijn. Een partnership van deze omvang is een project met grote ambities. De Groep Ginion Rolls-Royce, invoerder van Rolls-Royce voor België en Luxemburg, verheugt zich mee te werken aan de uitstraling en de verdere uitbouw van een instelling zoals de Muziekkapel Koningin Elisabeth. Rolls-Royce zal de volgende maanden en jaren veel nieuwe concepten, projecten en modellen ontwikkelen voor een clienteel op zoek naar verfijning en perfectie. Rolls-Royce is fier een kader gevonden te hebben dat bij zijn ambities past.

Le subside de la Loterie Nationale Mission générale: contribuer au bien-être de la communauté. Contribuer au bien-être de la communauté, telle est la philosophie d'entreprise de la Loterie Nationale. C'est pourquoi elle réinjecte une importante partie de ses bénéfices dans la société, en soutenant financièrement une large palette de projets dans des domaines très variés : humanitaire, social, culturel, sportif, scientifique… Elle attache également une très grande importance à la culture. Que ce soit par le biais des subsides ou du sponsoring, la Loterie Nationale contribue chaque jour au succès d'associations ou de manifestations culturelles: opéra, chant, danse, musique, poésie, arts plastiques, concerts, expositions, festivals, théâtre, cinéma… touchant des publics très variés, parmi lesquels les jeunes ne sont certainement pas oubliés. En subsidiant de nombreux projets, la Loterie Nationale offre, en effet, aux jeunes la chance d'élargir leurs centres d'intérêt, de s'épanouir pleinement dans leur discipline et d'arriver à un haut niveau tout en bénéficiant d'un meilleur encadrement. C'est dans ce cadre que la Loterie Nationale soutient la Chapelle Musicale Reine Elisabeth, permettant ainsi à nos jeunes talents - violonistes, pianistes et chanteurs - de parfaire leur formation sous la direction de grands maîtres - Augustin Dumay, Abdel Rahman El Bacha et José Van Dam - et de briller un jour sur la scène internationale. Grâce aussi au soutien de la Loterie Nationale, la Chapelle Musicale a ouvert en octobre 2005, une section de musique de chambre sous la direction du Quatuor Artemis. La Loterie Nationale, le plus généreux mécène du Royaume, se profile ainsi comme un opérateur public au service du public.

De subsidie van de Nationale Loterij Algemene missie: bijdragen tot het welzijn van de hele gemeenschap. Bijdragen tot het welzijn van de hele gemeenschap: zo kan de bedrijfsfilosofie van de Nationale Loterij worden samengevat. Precies in die optiek laat de Nationale Loterij een aanzienlijk deel van haar winst naar de gemeenschap terugvloeien door haar financiële steun aan een brede waaier van projecten op de meest uiteenlopende vlakken: humanitaire en sociale aangelegenheden, cultuur, sport, wetenschap, enz. In die context staat cultuur bij de Nationale Loterij hoog in het vaandel. Of het nu gebeurt via subsidies dan wel via sponsoring, elke dag opnieuw werkt de Nationale Loterij mee aan het succes van culturele verenigingen of evenementen: opera, zang, dans, muziek, poëzie, plastische kunsten, concerten, tentoonstellingen, festivals, theater, film, enz., waarbij telkens zeer diverse gegadigden worden aangesproken. En de jongeren onder hen worden beslist niet over het hoofd gezien. Op die manier geeft de Nationale Loterij jonge mensen de mogelijkheid om hun horizon te verruimen, zich in een welbepaalde discipline ten volle te ontplooien en uiteindelijk de top te bereiken dankzij een betere begeleiding. In dit kader ondersteunt de Nationale Loterij de Muziekkapel Koningin Elisabeth om de mogelijkheid te bieden aan jonge talentvolle musici - violisten, pianisten en zangers - hun opleiding te vervolmaken onder het toeziende oog van grote meesters - Augustin Dumay, Abdel Rahman El Bacha et José Van Dam - en zo een dag te schitteren op de internationale scène. Ook dankzij de steun van Nationale Loterij, heeft de Muziekkapel Koningin Elizabeth in oktober 2005 een sectie van kamermuziek geopend onder leiding van het Artemis Quartet. De Nationale Loterij, als grootste mecenas van het Koninkrijk, profileert zich aldus als een overheidsinstelling ten dienste van het publiek.

Le soutien de la Fondation Bernheim Encourager ensemble l'épanouissement de vocations de jeunes musiciens très talentueux en Belgique. La Fondation Bernheim encourage la réalisation des aspirations individuelles et fait en sorte que chacun puisse trouver dans le milieu qui l'entoure les meilleures possibilités de répondre à sa vocation. La conjonction des éléments humains et sociaux revêt une importance capitale à ses yeux. La Chapelle Musicale Reine Elisabeth rejoint totalement cette double préoccupation. Elle favorise d'une part le développement de la musique et aide à la formation des artistes en s'entourant de grands maîtres et en apportant un enseignement flexible et de grande qualité à ses étudiants. L'organisation des cours, l'encadrement pédagogique, physique et logistique qu'elle met en place, encouragent l'accomplissement des aspirations individuelles et font en sorte que chaque jeune trouve dans le milieu qui l'entoure les meilleures possibilités de répondre à sa vocation. En la soutenant depuis 10 ans, la Fondation Bernheim permet à la Chapelle Musicale de se positionner en tant que structure sociale efficiente, offrant un enseignement d'excellence à des talents sélectionnés sur base de leurs qualités personnelles et artistiques. Elle permet à ces jeunes de se réaliser en leur proposant des cours, un logement, des instruments, des bourses, en finançant des enregistrements, des concerts ou encore en offrant la possibilité de se produire avec orchestre. Elle rejoint ainsi la Fondation Bernheim dans son souci d'améliorer de manière qualitative la situation matérielle et morale d'une quarantaine de jeunes.

De steun van de Stichting Bernheim Samen de ontplooiing van het talent van jonge, zeer beloftevolle muzikanten in België bevorderen. De Stichting Bernheim stimuleert de verwezenlijking van individuele doelen en zorgt ervoor dat ieder in zijn eigen omgeving de beste mogelijkheden vindt om zijn roeping te realiseren. De combinatie van menselijke en sociale elementen is voor de stichting van fundamenteel belang. De Muziekkapel kan zich perfect terugvinden in dit dubbel streefdoel. Zij stimuleert de ontwikkeling van de muziek en ondersteunt de opleiding van de kunstenaars door zich te omringen met grote meesters en door haar studenten een flexibel en hoogwaardig onderwijs te bieden. De organisatie van de lessen, de pedagogische, fysieke en logistieke begeleiding, dragen bij tot de verwezenlijking van de individuele doelstellingen en zorgen ervoor dat elke jongere in zijn eigen omgeving de beste mogelijkheden vindt om zijn roeping in vervulling te doen gaan. De Stichting Bernheim, die de Muziekkapel al 10 jaar steunt, biedt haar de mogelijkheid zich te positioneren als een efficiënte sociale structuur, die een uitmuntend onderwijs biedt aan talenten geselecteerd op basis van hun persoonlijke en artistieke kwaliteiten. Op deze manier krijgen deze jongeren de kans om zich te ontplooien via cursussen, huisvesting, instrumenten, beurzen, de financiering van opnames, concerten of door hen de mogelijkheid te bieden op te treden met een orkest. De Muziekkapel treedt hierdoor de Stichting Bernheim bij in haar streven om een kwalitatieve verbetering te brengen in de materiële en morele situatie van een veertigtal jongeren.

Le soutien du Fonds InBev-Baillet Latour Le Fonds InBev-Baillet Latour, fondé en 1974 par le Comte de Baillet Latour, administrateur des Brasseries Artois de 1947 à 1980, a pour objectif d'encourager les prestations à haute valeur humaine, au caractère principalement scientifique, académique ou artistique, et de les récompenser au moyen de prix ou de bourses d'études. Le Fonds InBev-Baillet Latour est actif principalement dans les domaines suivants : la recherche médicale, le patrimoine culturel belge, la formation universitaire et l'Olympisme. Aujourd'hui le Fonds est heureux d'annoncer son parrainage de jeunes musiciens talentueux par l'octroi de 5 bourses permettant à ces jeunes artistes de poursuivre leurs études musicales dans le cadre exceptionnel de le Chapelle Musicale Reine Elisabeth sous la guidance de maîtres prestigieux. Le Fonds participe ainsi au rayonnement de la vie et de la formation musicale en Belgique.

De steun van het Fonds InBev-Baillet Latour Het Fonds InBev-Baillet Latour werd in 1974 opgericht door Graaf de Baillet Latour, die van 1947 tot 1980 bestuurder was bij de Artois Brouwerijen. Het Fonds heeft tot doel grote menselijke verwezenlijkingen, in het bijzonder op wetenschappelijk, academisch of artistiek gebied, aan te moedigen en te belonen aan de hand van prijzen of studiebeurzen. Het Fonds InBev-Baillet Latour is voornamelijk actief in de volgende domeinen : medische onderzoek, Belgisch cultureel erfgoed, universitaire vorming en Olympisme. Vandaag is het Fonds verheugd het peterschap aan te kondigen van 5 talentvolle jonge musici die dankzij deze bijdrage hun muzikale studies kunnen verderzetten in het prachtig kader van de Muziekkapel Koningin Elisabeth onder leiding van uitzonderlijke meesters. Hiermee draagt het Fonds bij tot de uitstraling van het muzikaal leven en de muzikale vorming in België.

Chapelle Musicale Reine Elisabeth - Muziekkapel Koningin Elisabeth Fondation d’utilité publique - Stichting van openbaar nut Conseil d’administration / Raad van bestuur Jean-Pierre de Bandt, Chairman Géry Daeninck Peter de Caluwe Philippe Delaunois Bernard de Launoit Jean-Pierre de Launoit Yvan de Launoit Julien De Wilde

Paul Dujardin Bernard Foccroulle Sylvia Goldschmidt Vincent Pardoen Viviane Reding Robert Tollet Frans Van Daele

Présidents honoraires / Erevoorzitters Jean-Jacques de Launoit Jean-Charles Velge Comité Exécutif / Uitvoerend Comité Bernard de Launoit, Executive President Géry Daeninck, Executive Director Julien De Wilde Comité Artistique / Artistiek comité Bernard Foccroulle, Chairman Peter de Caluwe Bernard de Launoit Christian Renard Arie Van Lysebeth Ambassadors Comittee Sylvia Goldschmidt, Chairman Werner Van Lembergen, Vice-Chairman

Chapelle Musicale - Muziekkapel Société anonyme à finalité sociale - Naamloze vennootschap met maatschappelijk doel Conseil d’administration / Raad van bestuur Jean-Pierre de Launoit, Chairman Bernard de Launoit, Executive Director Bernard Boon Falleur Géry Daeninck Philippe de Buck van Overstraeten Yvan de Launoit Gabrielle du Chastel de la Howarderie Paul Dujardin

Queen Elisabeth College of Music Artistic director Arie Van Lysebeth Encadrement artistique, Corps professoral / Artistieke omkadering, Docentencorps Masters in Residence Artemis Quartet Natasha Prischepenko Gregor Sigl Friedemann Weigle Eckart Runge

Chamber music Violin Violin Viola Cello

Abdel Rahman El Bacha Augustin Dumay José van Dam

Piano Violin Voice

Professors Violin Department Tatiana Samouil Dana Protopopescu

Violin Piano accompanist

Piano Department Dimitris Saroglou Jean-Claude Vanden Eynden

Piano Accompanist of concertos

Voice Department Suzanna Eken Agnès Chauvot Jocelyne Dienst Bertrand Halary Paola Larini Peter Tomek Nikolaas Kende Philippe Riga Darren Ross

Vocal technique Vocal technique Coaching Coaching Italian language lessons German language lessons Piano accompanist Piano accompanist Dance workshop

Personal well being - Career development Emmanuelle Bodson Magda Thielemans Xavier Rouget Anne Schütt

Yoga Physical training Mental training with the support of Mentally Fit Physiotherapist

Queen Elisabeth College of Music Sophie Gosselin

General Secretary

Cultural and Communication Department Sophie Gosselin Bénédicte Bruynseels Cultural Events Auriane de Fauconval External Communication Muriel Anslot Internal Communication Artistic Department Muriel Vanderbauwhede Monique Garnier, volunteer Fund Raising Department Laurence Godfraind Christine Reyntjens Marie-Louise Welcke, volunteer Administration & Library Paul Borschette Logistics Department Charly Kreins Rachel Kreins Christiane Philippart

La Chapelle Musicale Reine Elisabeth et son Conseil d’Administration remercient tout particulièrement pour leur générosité et leur soutien quotidien / De Muziekkapel Koningin Elisabeth en haar Raad van Bestuur betuigen hun oprechte dank voor hun hulp en dagelijkse steun Monsieur Jean-Marie DELWART Madame Bernard GUTTMANN Monsieur et Madame Michael GUTTMAN Madame Vinciane KAISIN

Monsieur Jean-Pierre PHILIPPE Madame Myriam Pascal POULET Madame Irène STEELS-WILSING Monsieur Hervé VANDEN WAEYENBERG

Mécènes – Parrains / "Peterschap" van de Muziekkapel Entreprises & Instances Publiques - Ondernemingen & Overheid ABELAG Aviation et Golf d’HULENCOURT IVG - Real Estate Belgium Privés & Associations – Privé-personen & Verenigingen Bourse "Voyage Musical Reine Elisabeth 2009" Beurs "Muzikale Reis Koningin Elisabeth 2009" Madame CHOW Ching Lie ROTARY INTERNATIONAL DISTRICT 2170 BELGIUM

LINKLATERS & DE BANDT PROVINCE du BRABANT WALLON Comtesse I.G. DU MONCEAU de BERGENDAL et Baron et Baronne VELGE Mevrouw Valérie en de heer Bernard VAN HOOL De heer en Mevrouw Ludo VAN THILLO

Mécènes – Patrons / "Patron" van de Muziekkapel De heer en Mevrouw André ANNICQ Monsieur et Madame Jacques BADIN Madame Philippe BAUTIER Monsieur et Madame Xavier BEDORET Monsieur et Madame Philippe BOSSARD Monsieur et Madame René BOULANGER Baron et Baronne Jean-Claude COPPENS d'EECKENBRUGGE Monsieur et Madame Guy de CORDES Comte et Comtesse André de KERCHOVE de DENTERGHEM Monsieur et Madame Benoît DE LANDSHEER Comte Jean-Pierre de LAUNOIT Comte et Comtesse Frédéric de MARCHANT d’ANSEMBOURG Madame Christian de POTTER Chevalier Baudouin de SELLIERS de MORANVILLE et Madame Geneviève MEEÙS De heer en Mevrouw Julien DE WILDE Baron et Baronne Wenceslas de TRAUX de WARDIN Monsieur Jean-Pierre DELWART Monsieur et Madame François DESCLEE de MAREDSOUS Comtesse I.G. DU MONCEAU de BERGENDAL Madame Diane FERON Monsieur Claude FONTAINE et Madame Sylvia GOLDSCHMIDT Madame Jacques FRANCOIS Monsieur et Madame Regnier HAEGELSTEEN Madame Marie HELSMOORTEL Madame Philippe JADOT Baron et Baronne Paul-Emmanuel JANSSEN Monsieur et Madame Jean-Louis JORIS KIWANIS CLUB BRUXELLES-EUROPE Monsieur Pierre KLEES Monsieur Serge KUBLA – Commune de Waterloo Monsieur Christian LAMOT

Monsieur et Madame Eric LE JEUNE Monsieur Mark LE JEUNE Monsieur Jean LEMERCIER Monsieur et Madame Olivier LIPPENS Comte et Comtesse Paul LIPPENS Comtesse Robert LIPPENS Monsieur et Madame Pierre-Olivier MAHIEU Madame Nicole MOREAU-LANOYE De heer en Mevrouw Guy REYNIERS RM BOULANGER SA Monsieur et Madame Bernard RUIZ-PICASSO Monsieur et Madame Leonard SCHRANK Monsieur et Madame Thierry SEBLINE Monsieur Denis SOLVAY Monsieur Patrick SOLVAY Madame Jenny STALPAERT Monsieur et Madame Paul STORME Monsieur et Madame Denis TYTGAT Monsieur et Madame Guy VANHAEVERBEKE-CARISSIMO Monsieur Hervé VANDEN WAEYENBERG Baron Paul van der STRATEN WAILLET De heer en Mevrouw Leopold VAN HOOL Monsieur et Madame Emmanuel van INNIS Monsieur Benoit van LANGENHOVE de BOUVEKERCKE Baron et Baronne VELGE Monsieur et Madame Bernard VERGNES Monsieur et Madame Pierre VERWEE Monsieur et Madame Alexis VEROUGSTRAETE Madame Gabriel WAUCQUEZ Monsieur et Madame Peter WILHELM Monsieur Robert WILLOCX Donateurs anonymes

Mécènes – Amis / "Vriend" van de Muziekkapel Monsieur et Madame BANDILLA–LICHTERMAN Monsieur et Madame Ralf BERGNER Monsieur et Madame Philip BILLE Comte et Comtesse Nicolas BOEL De heer en Mevrouw Th. BOLAND Monsieur et Madame Arthur A. BORSEÏ De heer en Mevrouw Hubert BRENNINKMEIJER De heer Alain BROES De heer en Mevrouw Etienne CARBONEZ-WIJNEN Monsieur Baudouin CONTZEN Monsieur et Madame François COUSIN Comtesse Elie de BORCHGRAVE d’ALTENA Monsieur et Madame Jean-Jacques DE CLOEDT Monsieur Yves de le COURT Monsieur et Madame André de HALLEUX Prince et Princesse Michel de LIGNE Madame Géry de LIMELETTE Baron et Baronne Philippe de MACAR Baronne Eric de MEVIUS Monsieur et Madame Leon-Charles de MOL-THORN De heer en Mevrouw Jacques De RAEYMAEKER Monsieur Louis de STRYCKER Madame Jenny DE SUTTER Monsieur et Madame Léopold DELVAUX de FENFFE Madame Guy DESCAMPS Jonkvrouw Joëlle DESPRECHINS de GAESEBEKE Madame Charles DONNAY de VOS te STEENE Monsieur et Madame O.L.M. DREESMANN Monsieur et Madame Alexis du ROY de BLICQUY Madame Monique ENGELS Monsieur et Madame Jacques ESPINASSE Madame Hélène FRANCKX Madame Odile GILLAUX Monsieur et Madame Pierre GOLDSCHMIDT-CONTEMPRE Monsieur et Madame Philippe GOSSELIN Monsieur Marc GRUTERING Monsieur et Madame Egils GULBIS Monsieur et Madame GYBELS-DELPERDANGE Monsieur et Madame Edgard HAMALIAN Madame Irène HEIRENS Madame Mary HOEK-BATAILLE Madame Katia KNAPEN Madame Elise KUYL Mevrouw Renée LACOURT Madame Marie-Louise LAMAL Madame Micheline LAMBILLIOTTE Madame Alec le JEUNE-GRUTERING Monsieur Baudouin LEMAIRE

Madame Carmen LEVY Monsieur Manfred LOEB Madame Francine LOREAU Madame France MAJOIE Madame Thérèse MAUROY De heer en Mevrouw Marc MERTENS Mevrouw Veerle MICHIELS Madame Valentina MIHART Monsieur Roger MOLINARI Monsieur et Madame Henri NAVEAU Madame Maria NOELMANS Monsieur et Madame Mario NORMAND-DAILLY Monsieur et Madame Henry OLIN Madame Thérèse OPSTAL Monsieur et Madame Gilles PINONCELY Madame Nicole PIRET-HECQ Monsieur et Madame Jean-Pierre PLACE Monsieur et Madame Alain QUERTON Monsieur et Madame Francis REMACLE Monsieur et Madame Anton REITHINGER Monsieur et Madame Paul SABBE Monsieur et Madame Jean SAEY Madame Ursel SCHUBACK Madame Frédérique SEMET Monsieur Bernard SERGANT Madame Denise SERVAIS Monsieur et Madame Serge SINTZOFF-BOELS Baronne Raoul SNOY De heer en Mevrouw Etienne STAS Madame Paul STORME Madame Beatrice THIEFFRY Monsieur et Madame Stephane THIERY-MOLITOR Madame Claire TIMMERMANS De heer en Mevrouw Marcel TIMMERMANS Monsieur et Madame Jean-Marie TOMBEUR Madame Nicole TUXEN Monsieur et Madame Jacques VAN de VELDE Monsieur et Madame Arnold VAN den MEERSSCHE Monsieur et Madame Carl VANDEN BERGHE Baron et Baronne Hugues van der STRATEN WAILLET De heer Joseph VAN GINCKEL De heer en Mevrouw Alfons VAN HOOL Mevrouw Augusta VAN KEMENADE Madame Simone VAN SCHEPDAEL Baron en Barones Piet Van WAEYENBERGE Madame Ninette VANNESTE De heer Eugène VANSTREE Monsieur et Madame Jean VEROUGSTRAETE

Madame Pierre VERWEE Monsieur et Madame VIS-VAN DEN BRUEL Bie Barones von SEEBACH Monsieur et Madame Arnold VAN den MEERSSCHE Monsieur et Madame Paul WASHER Madame Tatiana WÖLLERT

Et tous ceux qui souhaitent garder l’anonymat. En diegenen die anoniem wensen te blijven. Liste au / Lijst op 5.01.2010.

Many thanks to those who contributed to the success of our events. Event Support Comittee Madame Bernadette Beeckmans de West-Meerbeeck, Madame Alain Cardon de Lichtbuer, Mevrouw Lucien Delfosse, Barones Jean-Pierre de Bandt, Madame Géry de Limelette, Madame Caroline de Vicq de Cumptich, Comtesse Frédéric Francqui, Madame Monique Garnier, Madame Pierre Gustot, Madame Vinciane Kaisin, Madame François le Hodey, Mevrouw Luc Luyten, Madame Benoît Noirhomme, Madame Christian Peêrs, Madame Yves Peêrs, Madame Leonard Schrank, Madame Paul Storme, Madame Vanneste-Saelens, Mevrouw Werner Van Lembergen, Mevrouw Ludo Van Thillo, Madame Pierre Verwee, Barones Bie von Seebach, Madame Gabriël Waucquez

Collection CD Collectie

Jocker Crescendo 07

"Choc de l'année" Classica Magazine 12.09

Diapason d’Or 2007

Diapason d’Or 2009

F e s t i v a l 2 0 0 th B i r t h d a y

F. Chopin Concerts and recitals 22 to 25 of September 2010 Flagey, studio 4

Orchestre National de Belgique – Nationaal Orkest van Belgïe Michal Dworzynski, conductor Abdel Rahman El Bacha, piano Louis Lortie, piano

Cristina Lucio-Villegas Sanz de Lara, Christia Hudziy, Stephanie Proot, Amandine Savary, Nicholas Van de Velde, Samuel Van de Velde, piano Trio D'Ante Infos : +32 (0)2 641 10 20 www.flagey.be

En collaboration avec • In samenwerking met