LOOPBAANLEREN AG 1/31
OP
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Loopbaanleren AG Bertine: Deze pagina heb ik digitaal. Niet als zodanig in reader gebruiken. FOUT en zin daarachter moet weggelaten worden.
Inhoudsopgave:
Inleiding
Stap 1
Portfolio
Stap 2
Interview afnemen
Stap 3
Sturen eigen loopbaan
Stap 4
Inhoud portfolio
Stap 5
Feedback porfolio
Stap 6
Eigenschappen van ideale assistent(e)
Stap 7
Hoe ver ben je?
Stap 8
Invullen startassessment
Stap 9
Persoonlijk evaluatiegesprekLessen studieloopbaanbegeleiding AG - 2 -
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 2/31
OP
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Lessen studieloopbaanbegeleiding AG Inleiding:
Lessen loopbaanleren: Tijdens de eerste periode, gaan de lessen loopbaanleren over je ontwikkeling als toekomstig beroepsbeoefenaar. Dit begint met het startassessment en wordt ondersteund door de volgende drie projecten: •
Werken met Blackboard
•
Reflectie en feedback
•
Portofolio algemeen
In deze periode van de opleiding ligt de nadruk op je eigen ontwikkeling (wie ben jij? waarom heb je deze opleiding gekozen?); later verschuift het accent naar je ontwikkeling in de opleiding (je resultaten en je voortgang) en weer later, vooral tijdens je stage, gaat het vooral over je professionele ontwikkeling (wat is een professionele houding; wat wil je in je beroep bereiken, etc.). Let wel, het gaat hierbij om accentverschillen, deze onderscheiden zich op de volgende niveaus: •
je persoonlijke ontwikkeling (personal development)
•
je ontwikkeling in de opleiding (study development)
•
je ontwikkeling als beroepsbeoefenaar (professional development).
Deze drie verschillende niveaus lopen door je hele opleiding heen en zijn alle drie, in verschillende mate, belangrijk in de verschillende fases van je opleiding.
Tijdens de lessen loopbaanleren leer je sturing te geven aan je eigen loopbaan. Jouw eigen leervragen, bedenkingen, wensen en ambities staan dus centraal! We koppelen deze competenties (kennis, houding, vaardigheden om je loopbaan goed te kunnen sturen) aan de ‘leer en burgerschapscompetenties’ die naast de vakinhoudelijke vakken ook een rol spelen in de examinering.
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 3/31
OP
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Overzicht eerste leerjaar: Eerste leerjaar THEMA’S
PROJECTEN
Introductie
Uitleg wat een portfolio is Uitleg hoe het competentie- gericht onderwijs is opgezet
STAP 1 – 9
Wie ben ik? Past de opleiding bij mij?
Blackboard algemeen
Maken van de portfolio opdrachten en
Portfolio algemeen
start-assessment
Reflectie en Feedback Methodisch werken
STAP 10 -
Leren plannen
Oriëntatie op de beroepspraktijk
Maken van de portfolio opdrachten en
Voorbereiden op BPV d.m.v.een
tussenevaluatie
kennismakingsgesprek e.a. (in ontwikkeling)
STAP
Omgaan met anderen Maken van portfolio opdrachten en (in ontwikkeling)
STAP
Leren leren Maken van portfolio-opdrachten en eindevaluatie
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 4/31
OP
Stap
1
Doel
Portfolio, POP, Competentiegericht Onderwijs, Vragen voor CV
Bijlage
Startassessment
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Kerntaak Werkproces
Reflecteert op eigen kwaliteit en motieven
Competentie
Onderzoeken, analyseren, relaties bouwen en netwerken, aandacht en begrip tonen
Wat stop je in je portfolio? Bertine: niet de benamingen die wij gebruiken in de opleiding: kerncompetenties, veranderen! Competentiegericht onderwijs bestaat uit drie onderdelen: •
Verwerven van kerncompetenties voor het beroep (kennis, beroepsvaardigheden)
•
Verwerven van kerncompetenties op het vlak van burgerschap
•
Verwerven van kerncompetenties op het vlak van je studieloopbaan
Je werkt aan elk van deze onderdelen. Dit doe je zelfstandig onder begeleiding van de docenten, instructeurs en je loopbaanbegeleider.
Het onderwijs is verdeeld in perioden van 10 weken. Voor elke periode krijg je opdrachten. De opdracht vertelt je wat je aan het einde van de periode klaar moet hebben, dus waar je naar toe werkt. Je maakt zelf een planning. Deze stem je af op de planningen van de klasgenoten waarmee je samenwerkt en je stemt je planning af op het programma voor de lessen die je in de periode volgt.
Aan het einde van de periode heb je zo een aantal producten klaar. Deze bewaar je in je portfolio. Je bespreekt je portfolio met de loopbaanbegeleider. Daarvoor maak je zelf (tijdig) een afspraak.
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 5/31
OP
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Instructie Je hebt op school kennis opgedaan en je hebt geleerd hoe je houding dan kan zijn. Nu moet je het zelf nog in praktijk brengen, je moet nog handelen. Je moet je vaardigheden tonen.
Dat alles bij elkaar noemen we competenties. Die ga je op school en tijdens je stage ontwikkelen. Hoe je daarmee bezig bent, is te lezen in je portfolio. Daarin beschrijf en evalueer je je ontwikkeling.
Eerste portfoliodocument: Curriculum Vitae Je begint deze opleiding niet blanco. Je bent gevormd door je wat je geleerd hebt op vorige scholen, thuis, in je wijk, met je vrienden en vriendinnen, in baantjes. De meeste mensen denken bij leren aan schoolse kennis. Maar is er veel meer dan die kennis die jij verzameld hebt in de loop van de jaren. Het portfolio begint met een inventarisatie van ervaringen die maken tot wat je nu bent. Het gaat dus om belangrijke gebeurtenissen. Je kunt hierbij denken aan: verhuizing, start op een school, scheiding, diploma behaald, kennismaking met een bijzonder persoon.
Als je ergens solliciteert, wordt er meestal gevraagd om een Curriculum Vitae. Dat is niets anders dan een opsomming van een aantal belangrijke feiten uit je leven (een levensweg). Bij een sollicitatie beperkt men zich vaak tot de diploma’s die voor het werk belangrijk zouden kunnen zijn. Maar werkgevers zijn ook geïnteresseerd in je hobby’s en of je actief bent in een vereniging of buurt. Als je werkervaring hebt, is het goed om dit te vermelden. Je kunt in een CV ook schrijven waar je volgens jezelf goed in bent, je goede karaktereigenschappen noemen. Voor werkgevers is het belangrijk om te kunnen inschatten of iemand geschikt is voor een bepaalde functie, niet alleen vanwege zijn vakkennis, maar ook vanwege zijn instelling.
Je gaat een andere klasgenoot interviewen. De bedoeling is, dat je de antwoorden op je vragen noteert en zorgt dat je daarmee een CV schrijft voor je gesprekspartner. Zorg dat je dit zorgvuldig doet, want het wordt het eerste document in je partners portfolio. Hier kan de lezer een goed beeld krijgen van de persoon. Tijdens dezelfde les draaien de rollen om en word jij door je partner geïnterviewd die op haar/zijn beurt een CV voor jou schrijft.
In de les bedenk je de vragen die je de volgende les gaat stellen. Het is de bedoeling dat je elkaar helpt een uitgebreide en duidelijke CV te maken. Wij verwachten een CV, die uitgebreider is dan gebruikelijk voor een baan. Denk daarbij aan vooropleiding, werk-ervaring, actieve deelname aan (sport)verenigingen, hobby’s en interesses, motivatie voor studie.
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 6/31
OP
Stap
2
Doel
Interview afnemen t.b.v Curriculum Vitae
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Kerntaak Werkproces
Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven
Competentie
Onderzoeken, analyseren, relaties bouwen en netwerken, aandacht en begrip tonen
Instructie Je hebt vragen gemaakt om aan een partner te stellen om een Curriculum Vitae van haar/hem te maken.
Vraag ook eens door als je een antwoord hebt gekregen. Als je bijvoorbeeld hoort waar je gesprekspartner woont, kun je vragen in wat voor wijk, wat voor huis, of zij/hij broers of zusters heeft, of hij/zij leuk woont? Natuurlijk met respect. Als een ander bepaalde zaken niet wil bespreken, is daar de grens. Probeer eens echt de ander te leren kennen, wat kan hij/zij goed, wat motiveert hem/haar, maakt hem/haar enthousiast.
De houding waarmee je de vragen stelt, scheelt ook veel. Als je met je lichaamshouding laat zien dat je belangstelling hebt is het voor je gesprekspartner veel makkelijker te vertellen. Dan kun je goed luisteren. Het is dus ook een oefening in communiceren en sociale vaardigheden. In een later stadium komen we hier uitgebreid op terug. Dit is een competentie die bij veel kerntaken terugkomt en is natuurlijk ook belangrijk voor het werken in een themagroep.
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 7/31
OP
Stap
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
3
Doel Kerntaak Werkproces
Reflecteert (Bertine: moet deze naam hier wel omdat het hier waarschijnlijk nog niet over reflecteren is gegaan) op eigen kwaliteiten en motieven
Competentie
Onderzoeken, analyseren, relaties bouwen en netwerken, aandacht en begrip tonen
Instructie Jij en je partner wisselen de thuis uitgewerkte digitale CV uit. Kijk goed of klopt wat de ander heeft opgeschreven. Als je verbeteringen wilt aanbrengen, spreek dit dan door met je partner. Hij/zij moet ze verwerken en aan jou overhandigen, zodat je je CV in je portfolio kunt opnemen. Het portfolio wordt aan het eind van het blok door de docent besproken. Deze kan aanvullingen vragen, bijvoorbeeld als het CV te beknopt is. Maak hiervan een digitale versie; deze kunnen jullie elkaar mailen en is makkelijker bij te stellen.
Wissel na de controle ook eens met een ander het Curriculum Vitae uit. Zijn er verschillen? Schrijft de een meer op dan de ander? Waar ligt bij de ander de nadruk? Staat er voldoende in?
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 8/31
OP
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Bertine: Deze stap is niet duidelijk met 5 onderdelen. Opdracht moet helemaal opnieuw bekeken en verwoord worden
Stap
4
Doel
Inhoud portfolio en invullen vragenlijsten
Kerntaak Werkproces
Reflecteert op eigen kwaliteiten en motieven
Competentie
Onderzoeken, analyseren, relaties bouwen en netwerken, aandacht en begrip tonen
Instructie In de vorige stappen zijn de onderdelen van een portfolio beschreven. Hieronder wordt een nadere invulling gegeven voor de inhoud aan het eind van dit blok:
Onderdeel 1: bevat het Curriculum Vitae Bertine: 0k Onderdeel 2: bevat het start-assessment Bertine: Waar staat dan dat het startassessment gedaan moet worden en in welke les? Onderdeel 3: het analytisch deel, hierin schrijf je op wat je tot nu toe hebt geleerd op het gebied van de competenties die in dit blok aan de orde komen. Je overdenkt wat je nog wilt leren. Hier komen nog een aantal start-vragenlijsten bij (zie verderop). Bertine: Nog niet van toepassing. Of in andere bewoordingen en in andere reader? Bij onderdeel 4 (bevat ‘de bewijzen’) voeg je een beschrijving toe van de planning en uitvoering van (nader te noemen) opdracht, waarbij duidelijk wordt wie wat gedaan heeft (logboek) en hoe de samenwerking is verlopen. Het uiteindelijke verslag voorzien van beoordeling/commentaar van de docent wordt ook toegevoegd. Voeg ook het verslag van de snuffelstages toe, met een bijlage over ieders bijdrage en samenwerking. Nog belangrijker, wat heb jij gezien dat je motiveert? Voor DA niet van toepassing. Althans nog niet. Aan het eind van het blok word je door de leden van je themagroep schriftelijk beoordeeld op het gebied van samenwerking (peer-assessment). Hoe je jezelf beoordeelt, wordt ook vermeld. Verder wordt aan het eind van het blok door jou een procescriterialijst ingevuld en toegevoegd. Onderdeel 5: bevat een verslag van het evaluatiegesprek over blok 1 met de docent, plus een persoonlijk ontwikkelplan. Bertine: Wie en wanneer wordt evaluatiegesprek verslag dan gemaakt en onder begeleiding van LBL of LBG?? In ieder geval komt de vraag aan de orde of de opleiding apothekers-, of dokters- of tandartsassistent echt iets voor jou is, of je op je plek zit. Wat wil je ermee bereiken? Welk soort beroepen ambieer je? Waar komt die ambitie vandaan? Op welke persoonlijke waarden is die ambitie gebaseerd? Wat zijn de belangrijkste kwaliteiten, competenties die je in de opleiding wilt ontwikkelen of verbeteren? Welke verwachtingen heb je van je loopbaanontwikkeling? Wat voor invloed heb je daar zelf op?
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 9/31
OP
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Antwoorden op deze vragen helpen je helder te krijgen, waarom deze studie de perfecte keuze voor jou is. De keuze van een beroepsopleiding is tegelijkertijd ook de start van je loopbaan. Het is ook erg belangrijk dat je al tijdens de studie je oriënteert op de arbeidsmarkt. Daarom zijn de snuffelstages ook erg belangrijk, waar wil je voor leren? Waar loop je warm voor? Kan je het aan of beter: hoe zorg je ervoor, dat je het aankunt? Het kan ook zijn dat je tot de weloverwogen conclusie komt, dat de opleiding niet bij je past, niet uitdagend is en/of te moeilijk. Dan is het tijd om met je loopbaanbegeleider actie te ondernemen en naar iets nieuws te zoeken.
Variatie
Bertine: Moet dit in de reader blijven? Andere benaming geven. Variatie geeft onduidelijkheid
1 Ambitie, motivatie en concentratie Een studie tot een goed einde brengen veronderstelt ambitie en motivatie. Dat geldt echter niet alleen voor schoolse zaken!
Opdracht 1 Op welk gebied zou jij een ‘heldenrol’ kunnen vervullen? Waar kun jij een ster in worden? Wat doe je om die kans te grijpen? a.
Vul in:
Soorten talenten
Concrete voorbeelden
Sport
Ik kan aardig voetballen en wil profvoetballer worden.
Dans Intellect/leren Creatief Muziek Verbaal (spreken) Schrijven Spelletjes (schaken, e.d.) Toneel, drama Kookkunst Anders, namelijk
b.
Welk talent zou je verder willen ontwikkelen?
c.
Hoe kun je dit bereiken? Geef stappen aan.
d.
Maak een lijst van talenten die je bij anderen het meest bewondert.
Persoon
Talenten die ik bewonder
Mijn moeder
Haar kookkunst
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 10/31
OP
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Opdracht 2 Kijk eens rond in jouw omgeving (de klas, de school, de familie, vrienden, etc.). Wie is er ambitieus, streberig of relaxed?
Type
Welke persoon?
Gedrag dat erbij hoort
1 Ambitieus Bertine: Bleek
2
moeilijke op-dracht doordat de kennis van de woorden
3
ontbreekt 1 Streberig Bertine: Bleek
2
moeilijke op-dracht doordat de kennis van de woorden
3
ontbreekt 1 Relaxed 2
3
Opdracht 3 Hoe zit het met jouw ambities? Beantwoord de vragen:
a.
Met welk doel volg je deze opleiding? Wat wil je precies bereiken?
b.
Biedt de studie voldoende uitdaging? Wat leer je ervan, in kennis en vaardigheden?
c.
Heeft jouw ambitie een tijdsbegrenzing? Kun je een tijd aangeven waarbinnen je die ambitie kunt realiseren?
d.
Heb je nog andere ambities (hobby’s?) buiten de opleiding/studie die je volgt? Indien ja, in hoeverre kun je die combineren met de opleiding?
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 11/31
OP
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Opdracht 4 I Test: Ben jij ambitieus? Kruis aan. M=meestal; S=soms; N=nooit Kenmerken van jouw werkstijl
M
S
N
01 Ik moet aangespoord worden 02 Ik stel hoge eisen aan mezelf 03 Ik werk graag volgens plan 04 Ik geniet van nieuwe uitdagingen 05 Ik geef niet gauw op na een mislukte poging 06 Ik werk slecht onder tijdsdruk 07 Ik maak fouten in mijn werk 08 Ik houd van afwisseling 09 Ik controleer mijn eigen werk 10 Ik word zenuwachtig bij onverwachte gebeurtenissen 11 Ik kan lang achter elkaar doorwerken 12 Ik laat me (gauw) afleiden 13 Ik bied bij tegenslag weerstand 14 Ik heb plezier in mijn werk 15 Ik streef mijn doel na, ook bij lastige situaties
Puntentelling: M
S
N
M
S
N
01
1
3
5
09
5
3
1
02
5
3
1
10
1
3
5
03
5
3
1
11
5
3
1
04
5
3
1
12
1
3
5
05
5
3
1
13
5
3
1
06
1
3
5
14
5
3
1
07
1
3
5
15
5
3
1
08
5
3
1
Tel alle punten bij elkaar op. Het minimale aantal punten is 15 (weinig ambitie). De maximale score is 75 (veel ambitie). Mijn score is (zet een kruisje en het puntenaantal): 15 75
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 12/31
OP
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
II Reflectie op de uitslag
Kijk naar de uitslag van je ambitietest. 1.
Wat vind je van de uitslag? Valt deze mee of tegen? Waarom?
2.
Noem twee vaardigheden/eigenschappen waarmee jij je werkstijl voor wat betreft ambitie kunt uitbreiden. Dus als de test weinig ambitie laat zien, hoe kun je dan je werkstijl verbeteren?
Opdracht 5 Schrijf een motivatiebrief en neem hem op in je portfolio. De brief komt aan de orde tijdens de evaluatiegesprekken na blok 1. Bertine: Vetgedrukte tekst weglaten of veranderen. Is in onze opleiding niet van toepassing. In deze motivatiebrief geef je aan waarom je voor deze opleiding gekozen hebt. Bertine: Prima opdracht!
Inhoud: Je kunt kort ingaan op je voorgeschiedenis Enige hulpvragen: •
Welke opleiding volgde je hiervoor? Heb je die afgerond?
•
Wat heb je nog verder gedaan?
•
Wat is jouw invulling van je vrije tijd? (bijvoorbeeld hobby’s, vrijwilligerswerk, bijbaan, etc.)
Om een idee te krijgen hoe je functioneert, als individu en in een groep, kun je nadenken over je zwakke en sterke punten: •
Waar ben je goed en waar ben je slecht in?
•
Waarom volg je deze opleiding?
•
Wat trekt je aan in dit beroepenveld?
•
Welke beeld heb je van het beroep dat je later wilt gaan uitoefenen?
•
Wat wil je in het eerste jaar van je opleiding bereiken en wat zijn je verwachtingen?
Opmerkingen…
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 13/31
OP
Stap
5
Doel
Feedback op portfolio’s uit de themagroep
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Kerntaak Werkproces Competentie
Instructie Bertine: Nog niet aan de orde: In werkboek 2 of 3 plaatsen. In deze les wisselen we portfolio’s uit. Bestudeer de portfolio’s van je groepsgenoten. Wat spreekt je aan in het portfolio van de anderen? Wat zou je willen verbeteren bij jezelf? Wat vind je van de ambitie en motivatie van elkaar t.a.v. de studie? Hoe kan je die verbeteren? Kun je elkaar daarin ondersteunen?
Beschrijf je bevindingen over het portfolio van je groepsgenoten en geef aan wat je zou willen verbeteren bij jezelf na het beoordelen van de portfolio’s.
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 14/31
OP
Stap
6
Doel
Eigenschappen van de ideale assistent
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Kerntaak Werkproces Competentie
Instructie Opdracht 1 Bertine: Lijkt een dubbele of gelijke opdracht. In reader: opdrachten loopbaanleren (blz. 10) gaat het over vaardigheden. Combineren of 1 opdracht weglaten? Schrijf vijf eigenschappen op, die een ideale assistent volgens jou zou moeten hebben. Geef ook aan waarom jij denkt dat die belangrijk zijn voor het werk in een huisartsen- c.q. tandartsenpraktijk of apotheek. Neem daar vijf minuten voor.
Opdracht 2 Vergelijk jouw lijstje met die van de andere leden van je themagroep. Stel een discussieleider aan en een notulist en voer een discussie om te komen tot een top vijf van eigenschappen van een ideale dokters-, tandarts- of apothekersassistent.
Opdracht 3 Elke themagroep presenteert op het bord zijn top vijf. Waarom is de keus juist op deze gevallen.
Opdracht 4 Kun je voldoen aan het beeld van de ideale assistent? Is dit haalbaar voor jou na voltooien van de studie? Wat vind jij moeilijk en wat denk je al te kunnen?
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 15/31
OP
Stap
7
Doel
Hoe ver ben je?
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Kerntaak Werkproces Competentie
Instructie Als hulpmiddel om jezelf beter te leren kennen en te overdenken wat je studieloopbaan bevordert of juist niet doen we hier een aantal persoonlijkheidstesten. De resultaten worden in het portfolio opgenomen.
Opdracht Persoonlijkheidstesten
Oefening 1 Om een overzicht te krijgen van je eigenschappen hebben we hieronder een lijst van 104 eigenschappen opgenomen. Herken je deze eigenschappen bij jezelf? Bertine: Lijst met veel moeilijke woorden. Heb van veel woorden eerst de betekenis moeten uitleggen. Heb de lastige woorden met roze aangemerkt. Als de opdracht zo blijft dan de 104 eigenschappen op een blz. krijgen en niet vanaf 100 op een andere blz.
Mijn eigenschappen zijn: 1
Loyaal
35
Veroveringsdrift
69
Doemdenker
2
Lui
36
Avontuurlijk
70
Meelevend
3
Dromerig
37
Bindingsangst
71
Inlevend
4
Zweverig
38
Verlatingsangst
72
Grenzeloos
5
Disciplineloos
39
Gewetensvol
73
Fantast
6
Structuurloos
40
Emotioneel
74
Bemoedigend
7
Analytisch
41
IJdel
75
Ruimdenkend
8
Gedreven
42
Regelaar
76
Direct/bot
9
Sociaal
43
Creatief
77
Overtuigend
10
Humoristisch
44
Extravert
78
Onuitputtelijk
11
Cynisch
45
Vriendelijk
79
Meegaand
12
Energiek
46
Veranderlijk
80
Open minded
13
Representatief
47
Flexibel
81
Valt in herhaling
14
Innemend
48
Humeurig
82
Labiel
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 16/31
OP
15
Sympathiek
49
Leergierig
83
Grappig
16
Oprecht
50
Nieuwsgierig
84
Bereid tot zelf reflectie
17
Overtuigend
51
Breed georiënteerd
85
Oplossingsgericht
18
Inlevingsvermogen
52
Flirt
86
Conflictmijdend
19
Kritisch
53
Nuchter
87
Communicator
20
Eerlijk
54
Praktisch
88
Liefdevol
21
Rechtvaardig
55
Veelzijdig
89
Resoluut
22
Streberig
56
Doorzetter
90
Zwart-wit denker
23
Bijgelovig/spiritueel
57
Wispelturig
91
Doener
24
Competitief
58
Ongedurig
92
Tikje zelfingenomen
25
Behulpzaam
59
Ongeduldig
93
Tevreden met weinig
26
Sfeergevoelig
60
Jaloers
94
Entertainer
27
Chaotisch
61
Onbaatzuchtig
95
Serieus
28
Intuitief
62
Immaterieel
96
Humanist
29
Veeleisend
63
Levensgenieter
97
Reislustig
30
Onzeker
64
Positief
98
Behulpzaam
31
Mezelf wegcijferen
65
Trouw
99
Trots
32
Nonchalant
66
Banaal
100
Hervormingsgezind
33
Zwierig
67
Sfeerbepaler
101
Rechtlijnig
34
Spanningszoeker
68
Zelfvernietiger
102
Ordelijk
103
Overheersend
104
Luchtig
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Welke zes eigenschappen van jouw lijst zijn het meest op jou van toepassing? 1
4
2
5
3
6
Welke zes eigenschappen zijn het minst op jou van toepassing? 1
4
2
5
3
6
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 17/31
OP
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Oefening 2 Bertine: Vinden ze veel op de andere opdracht lijken. Test: Persoonlijkheidsvragenlijst Big Five ofwel OCEAN O = Open C = Consciëntieus (gewetensvol) Bertine: weten ze nog niet wat het is. E = Extravert A = Aardig, vriendelijk N = Nuchter, Stabiel
Kruis hieronder de volgende uitspraken aan, waarbij het volgende geldt: Is de uitspraak op jou van toepassing? 1 = geheel niet ; 2 = weinig; 3 = soms wel/soms niet; 4 = redelijk; 5 = helemaal. De schaal loopt van 1 = geheel niet tot aan 5 = helemaal Uitspraken
1
1
Raakt snel van slag
2
Laat zich van alles aanpraten
3
Heeft zijn/haar taken op orde
4
Heeft er geen moeite mee om anderen te gebruiken (voor eigen doeleinden)
5
Laat veel vrolijkheid zien
6
Is snel gekwetst
7
Is nogal op zichzelf
8
Weet niet hoe dingen in elkaar zitten
9
Toont begrip voor gevoelens van anderen
10
Raakt anderen graag aan
11
Ziet anderen als concurrenten
12
Heeft een eigen mening
13
Werkt volgens vaste schema's
14
Praat veel en graag
15
Is snel over tegenslagen heen
16
Werkt vooral intuïtief
17
Kan goed redeneren
18
Zegt anderen wat ze moeten doen
19
Maakt er nogal eens een rommeltje van
20
Heeft een gelijkmatige humeur
21
Wil het liefst alleen gelaten worden
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
2
3
4
5
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 18/31
OP
22
Blijft niet stil staan bij problemen
23
Gunt anderen ook wat
24
Leeft van dag tot dag
25
Ziet overal problemen
26
Doorziet dingen snel
27
Zegt alleen iets als het moet
28
Doet niemand kwaad
29
Houdt woord
30
Wordt erg beïnvloed door anderen
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
I Bereken de score De test geeft geen uitsluitsel wie je werkelijk bent. De test geeft slechts aanwijzingen voor gedrag. Hieronder zie je vijf kolommen van de Big Five gedragsdimensies. Achter een uitspraak staat of hij positief of negatief scoort op een dimensie. Als een uitspraak slaat op positief gedrag van een dimensie, tel je de score op die bij de uitspraak gegeven is. Als een uitspraak betrekking heeft op een negatief gedrag van een dimensie, dan trek je de score af, die bij die uitspraak gegeven is. Bijvoorbeeld: heb je bij vraag 2 een 4 gegeven, dan noteer je onder autonomie - 4. Heb je bij vraag 5 een 5 gegeven, dan noteer je onder dominantie + 5. Zo werk je alle vragen af en noteer je per dimensie de totaalscore. Doe hetzelfde voor de scores die een goede bekende (vriend(in), partner, e.d) jou gegeven heeft. Op elke Big Five-dimensie kun je op deze manier een score krijgen tussen -12 en +12.
Gedragsdimensies Dominantie
Vriendelijkheid
Zorgvuldigheid
Stabiliteit
Autonomie
Vragen
vragen
Vragen
vragen
vragen
05: tel score op
+ 04: trek score af
-
03: tel score op
+
01: trek score af
-
02: trek score af
-
07: trek score af
-
09: tel score op
+
13: tel score op
+
06: trek score af
-
08: trek score af
-
10: tel score op
-
11: trek score af
-
16: trek score af
-
15: tel score op
+
12: tel score op
+
14: tel score op
+ 18: trek score af
-
19: trek score af
-
20: tel score op
+
17: tel score op
+
21: trek score af
-
23: tel score op
+
24: trek score af
-
22: tel score op
+
26: tel score op
+
27: trek score af
-
28: tel score op
+
29: tel score op
+
30:trek score af
-
25: trek score af
-
Score totaal
Score totaal
Score totaal
Score totaal
Score totaal
Dominantie
Vriendelijkheid
Zorgvuldigheid
Stabiliteit
Autonomie
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 19/31
OP
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Zet het resultaat, je score per gedragsdimensie af in onderstaand schema: +12
O O
-12 Dominantie
Vriendelijkheid
Zorgvuldigheid
Stabiliteit
Autonomie
Bertine: Autonomie moet onder het vijfde vak komen te staan
Uitleg/resultaat Extraversie-introversie Bertine: Dit gaat over dominantie neem ik aan? Dan ook zo benoemen vanwege éénduidigheid. Als je hoog scoort verkeer je graag in het gezelschap van anderen; je bent sociaal en je houdt van gezelligheid; je bent opgewekt, energiek en optimistisch. Je praat graag, lacht veel en raakt anderen aan. Als je laag scoort, geef je er de voorkeur aan alleen te zijn. Je bent op jezelf gericht, gereserveerd, onafhankelijk en rustig van aard. Je mijdt contacten, houdt afstand, zegt weinig.
Vriendelijk-onvriendelijk Als je hoog scoort, ben je over het algemeen hulpvaardig; daarnaast ben je bescheiden, en werk je graag samen met anderen. Je doet geen vlieg kwaad. Als je laag scoort, zie je anderen meer als vijand dan als vriend. Je bent nog al competitief ingesteld; je interesseert je niet voor de ander. Je drijft je zin door, maakt misbruik van anderen.
Zorgvuldig-onzorgvuldig Als je hoog scoort, ben je een doorzetter. Je bent ambitieus, wil veel bereiken; je bent verantwoordelijk en betrouwbaar. Je doet dingen volgens plan, werkt taken direct af, schept orde en komt op tijd. Als je laag scoort, laat je veel meer over aan de situatie. Je bent nogal nonchalant en slordig. Je werkt minder planmatig. Chaotisch, doet iets op het laatste moment, raakt dingen kwijt.
Stabiel-instabiel Als je hoog scoort, ben je moeilijk aan het evenwicht te brengen. Je hebt een gelijkmatig humeur, je blijft altijd kalm en ontspannen. Je zet tegenslag snel opzij. Je kunt problemen van je afzetten. Als je laag scoort, ervaar je snel gevoelens van angst, woede en frustratie. Je laat je gauw door gevoelens meeslepen. Je bent snel uit het veld geslagen. Je praat je problemen aan, barst snel in tranen uit, haalt je van alles in je hoofd.
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 20/31
OP
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Autonoom/openheid-volgzaam Als je hoog scoort, ben je meestal nieuwsgierig. Je staat positief tegenover nieuwe ideeën. Je bent een beetje eigenzinnig en wil graag je eigen stempel op zaken drukken. Je denkt snel, analyseert problemen en vormt je eigen mening. Als je laag scoort, vertoon je behoudend gedrag. Je kiest het vertrouwde boven het nieuwe. Je bent volgzaam, sluit je aan bij de meerderheid en maakt een emotioneel vlakke indruk. Je bent het overal mee eens, zegt niets nieuws en onderneemt niets in je eentje.
II Reflectie a.
Wat valt op in jouw score van je persoonlijkheid? Is de uitkomst verrassend of herkenbaar? Licht toe.
b.
Zijn er punten, aspecten van je persoonlijkheid waaraan je wilt (kunt) werken? Welke?
c.
Zijn er situaties waarin deze aspecten van je persoonlijkheid naar voren komen en hoe ga je daar mee om?
d.
Heeft jouw persoonlijkheid invloed op je beroepskeuze? Licht toe.
Bron: Wim Bloemers, De kleine assessmentgids, Ambo 2001.
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 21/31
OP
Stap
8
Doel
Invullen startassessment
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Kerntaak Werkproces Competentie
Bertine: Duidelijke afspraken of dit onder LBL valt of onder Burgerschapscompetenties!!
Instructie Start Assessment ten behoeve van leer,- loopbaan en burgerschapscompetenties
Inleiding Het start assessment is een vragenlijst, aangevuld met een aantal opdrachten die gaan over ‘leer-, loopbaan- en burgerschapscompetenties’. Halverwege je opleiding krijg je een tussentijds assessment en aan het einde van je opleiding een slotassessment. Op basis hiervan bepalen we je vooruitgang en krijg je een beoordeling die meetelt voor je examen.
Leer-, loopbaan en burgerschapscompetenties Vanuit de overheid zijn alle taken die je in je toekomstige vak tegenkomt, uitgewerkt in kerntaken (de belangrijkste taken die horen bij je beroep), werkprocessen (deeltaken) en competenties. Op basis hiervan is je lesprogramma ontwikkeld. Een competentie is het vermogen om adequaat te handelen in een bepaalde situatie. De nadruk ligt bij het begrip competentie niet zozeer of alleen op het weten, maar vooral ook op het kunnen. Naast je taak als beroepsbeoefenaar (je vakmanschap) word je tijdens je opleiding ook op een andere taak voorbereid: je taak als burger waar je ook bepaalde competenties voor nodig hebt. Daarnaast word je voorbereid op je taak om sturing te kunnen geven aan je loopbaan en zelfstandig te kunnen leren. Gezamenlijk worden deze competenties del leer-, loopbaan- en burgerschapscompetenties genoemd, die enigszins los staan van je beroepsmatige competenties,- ook al kom je ze vaak door elkaar tegen. Zowel de beroepscompetenties als de ‘leer-, loopbaan- en burgerschapscompetenties’ zijn opgenomen in de examenregeling en je moet aan het einde van je opleiding daarop dus voldoende scoren.
In Bijlage 1 (Bertine: Is niet bijgeleverd/te vinden!) is een overzicht opgenomen van de thema’s die vallen onder ‘leren, loopbaan en burgerschap’, met de hieraan verbonden competenties. Ze zijn gegroepeerd in zeven kerntaken, te weten: leren, loopbaansturing, politiek, werknemerschap, kritisch consumeren, deelnemen aan sociale verbanden en gezondheid (vitaal burgerschap). Tijdens de lessen burgerschapskunde en de lessen studieloopbaanbegeleiding (bij sommige opleidingen worden deze vakken geïntegreerd aangeboden) worden deze thema’s behandeld. Bertine: Ik vind het zelf nog wat verwarrend vanwege de 3 beroepsgerichte kerntaken waar ik me mee bezig houd.
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 22/31
OP
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Beoordeling ‘leer-, loopbaan- en burgerschapscompetenties’ Om nu vast te stellen hoe je ontwikkeling verloopt en of je inderdaad verder komt in je ontwikkeling, hebben we drie assessments ontwikkeld: een startassessment (aan het begin van je opleiding), een tussentijds assessment (halverwege je opleiding) en een slotassessment (bij afronding van je opleiding). Het assessment is een soort test, in de vorm van een vragenlijst en een aantal opdrachten, waarmee we kijken hoeveel je weet van een bepaald onderwerp en in hoeverre je tijdens de opleiding verder bent gekomen met de ontwikkeling van leer-, loopbaan- en burgerschapscompetenties. Naast de drie assessments hebben we twee andere instrumenten om je voortgang te bepalen en dat zijn: - een persoonlijk functioneringsgesprek. (Bertine: Zo noemen of over een loopbaanbegeleidingsgesprek speken?) dat zowel halverwege als aan het einde van je
opleiding plaatsvindt. Dit gesprek vindt plaats op basis
van een verslag dat je zelf geschreven hebt. Een leidraad voor dit verslag vindt je als bijlage (bijlage 2) bij dit document. - je portfolio. In de portfoliomap kun je de bewijzen verzamelen om te laten zien hoe je ontwikkeling verloopt ten aanzien van de ‘leer-, loopbaan- en burgerschaps-competenties’ (naast bewijzen voor je verdere studievoortgang). Voor het examen is het namelijk van belang om die vooruitgang te laten zien.
De drie assessments én de verslagen van het functioneringsgesprek worden toegevoegd aan je portfolio.
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 23/31
OP
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Startassessment leer,- loopbaan en burgerschapscompetenties Personalia Naam
:
Telefoon
:
E-mail
:
Website
:
Opleiding
:
Vooropleiding
:
Cursussen
:
Datum
:
De dikgedrukte woorden zijn de kerntaken en werkprocessen waaraan tijdens de opleiding gewerkt wordt. Kerntaak en werkprocessen: 1.
Leren: Benoemt de eigen ontwikkeling en gebruikt middelen en wegen om daarbij passende leerdoelen te bereiken:
1.1 Benoemt leerdoelen voor de eigen ontwikkeling: 1.2 Inventariseert geschikte manieren van leren 1.3 Kiest bij de situatie en bij zichzelf passende manieren van leren 1.4 Plant zijn eigen leerproces en voert het uit 1.5 Evalueert de gekozen manier van leren Bertine: Klopt bovenstaande?
1.
In de bijlage (Bertine: Zit er dus niet bij waardoor opdracht niet te maken valt!) is een lijst opgenomen met 25 competenties waar je tijdens je opleiding aan gaat werken. Kies uit de lijst drie competenties die je het komend jaar wilt verbeteren. -
2.
Hoe wil je dat gaan doen? -
3.
Welke verschillen verwacht je tussen je oude school/opleiding en je nieuwe? -
4.
Welke overeenkomsten verwacht je tussen je oude school/opleiding en je nieuwe? -
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 24/31
OP
5.
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Hoe kun je succes bevorderen in je opleiding? -
6.
Wat zijn eventuele struikelblokken die succes in de weg staan? -
Kerntaak en werkprocessen: 2.
Stuurt de eigen loopbaan:
2.1
Reflecteert op de eigen kwaliteiten en motieven: 7.
Waarom heb je deze opleiding gekozen; wat trekt je aan in de beroepsrichting die je nu gekozen hebt? -
8.
Heb je al werkervaring? Zo ja, welke? - Vrijwillig, namelijk: - Betaald, namelijk: Wat heb je geleerd van het werk dat je tot nu toe gedaan hebt? - over jezelf: - over je functioneren: - over de organisatie(s) waarin je gewerkt hebt:
9.
In de bijlage is een lijst opgenomen met 25 competenties waar je tijdens je opleiding gaat werken. Noem drie competenties waar je goed in bent. Geef voorbeelden waaruit dit blijkt. Kies drie competenties waar je nog niet zo goed in bent. Geef een voorbeeld waaruit dit blijkt: -
10.
Waar liggen je aarzelingen (mogelijke struikelblokken) als je denkt aan je toekomstig beroep? -
11.
Als je bepaalde cursussen hebt gevolgd, wat heb je daarvan geleerd (bijv. discipline door gitaarles): Cursus:
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
Geleerd:
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 25/31
OP
2.2
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Onderzoekt welk werk er is en wat bij hem/haar past 12.
Waar vind je advertenties van jouw toekomstige beroep? -
13.
Welke andere manieren (dan via advertenties) zijn er om een baan te vinden? -
2.3
Stuurt de eigen loopbaan en onderneemt acties die hierbij nodig zijn 14.
Ambities: Waar zou je over drie jaar willen werken (soort praktijk, functie)?
Waar zou je over tien jaar willen werken?
Hoe zou je het kunnen aanpakken om daar ook te komen?
Bertine: Als ik naar onderstaande kerntaken en werkprocessen kijk (3 t/m 7!!) dan zou ik zeggen dat het bij BC hoort en pleit ik ervoor om deze opdracht in de lessen BC te doen. De items voor Leren , loopbaan en burgerschap liggen natuurlijk dicht bij elkaar, vandaar mijn opmerking. Dat betekent wel dat er goede afstemming wanneer zo’n opdracht dan gemaakt wordt moet zijn. Afgelopen jaar is dat mis gegaan omdat de BC lessen uitgevallen zijn aan het begin van het jaar en een opdracht als deze dus is blijven liggen.
Zeker een belangrijke opdracht omdat er ook over een tussentijdsassessment en slotassessment gesproken wordt. Als de startassessement dan niet gemaakt is, dan is dat jammer omdat je geen vergelijkingsmateriaal hebt t.o.v. de assessments die (hopelijk wel) later gemaakt worden.
Kerntaak en werkprocessen: 3.
Participeert in het politieke domein, in besluitvorming en beleidsbeïnvloeding
3.1 Oriënteert zich op onderwerpen waarover politieke besluiten genomen worden.
15.
Welke politieke thema’s vind jij belangrijk? Noem er drie en motiveer ze; wat vind je belangrijk hieraan? -
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 26/31
OP
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
3.2 Vormt een eigen mening
16.
Welke politieke partijen ken je? Ben je lid van een politieke partij? Zou je lid willen worden? -
17.
Als er nu verkiezingen zouden komen en je bent 18 jaar of ouder, op welke partij zou je dan stemmen? Waarom op deze? -
3.3 Onderneemt acties naar aanleiding van gemaakte keuzen 18.
Hoe kun je invloed uitoefenen op een thema dat jij belangrijk vindt? Noem drie verschillende manieren. Manieren van invloed: Welke manier past het beste bij jou, ofwel, voor welke manier zou jij kiezen?
Kerntaak en werkprocessen: 4.
Economisch domein
4.1 Gedraagt zich als werknemer bij het uitvoeren van het werk 19.
Noem minimaal drie kenmerken waaraan je een goede werknemer herkent: -
20.
Hoe hoog scoor jij als je nu aan het werk zou gaan? Geef jezelf een cijfer tussen 1 en 10 en motiveer je antwoord. -
21.
Noem twee aspecten van gedrag van werknemers waaraan jij je zou storen als je aan het werk zou zijn. -
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 27/31
OP
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
4.2 Maakt gebruik van werknemersrechten 22.
Welke vakbonden ken je? Zou je lid worden van de vakbond, als je aan het werk zou zijn? Waarom wel of niet? -
23.
Waar is een vakbond voor? Geef drie functies. Wanneer/waarom zou je naar de vakbond toe kunnen stappen? Beschrijf twee situaties. -
24.
Wat is een CAO? Waarvoor dient een CAO? Geef twee doelen. -
25.
Weet je wat een ondernemingsraad is? Geef een omschrijving. -
26.
Waarvoor zou een ondernemingsraad nodig zijn? Noem drie redenen: -
4.3 Stelt zich collegiaal op 27.
Wat is voor jou een goede collega? Waaruit blijkt dat? -
28.
Ben jij een goede collega? Waaruit blijkt dat?
29.
Hoe belangrijk vind je collegialiteit (in een schaal van 1 tot 10 van onbelangrijk tot heel belangrijk): Waarom? -
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 28/31
OP
30.
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Noem twee aandachtspunten waar je op wilt letten als je aan het werk gaat als het gaat over je eigen collegialiteit. -
31.
Wat doe je als je je collega niet collegiaal vindt? -
Kerntaak en werkprocessen: 5.
Kritisch consument
5.1 Oriënteert zich op de consumentenmarkt en houdt rekening met eigen wensen en mogelijkheden
32.
Wat is de laatste (relatief dure) aankoop die je gedaan hebt? -
33.
Hoe kwam je tot de keuze van wat je gekocht hebt? -
34.
Waar hield je rekening mee? -
35.
In hoeverre liet je je door de reclame leiden? -
36.
Als je niet tevreden bent over een aankoop, wat doe je dan? Ga je dan een klacht indienen? Waarom wel/niet? Als je een klacht indient, wat is dan je doel? (bijv geld terug, omruilen voor ander artikel etc). Geef een voorbeeld aan de hand van iets dat je ooit gekocht hebt. -
Kerntaak en werkprocessen: 6.
Participeert in sociale verbanden en maakt respectvol gebruik van de openbare ruimte
6.1 Neemt deel aan diverse sociale verbanden en leeft in de openbare ruimte 37.
Doe je aan sport? Zo ja, welke? Doe je dit in verenigingsverband? -
38.
Wat zijn je hobby’s? Doe je dit in verenigingsverband? -
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 29/31
OP
39.
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Ben je nog lid van andere verenigingen/organisaties? Zo ja, waarvan? Waarom heb je voor deze activiteiten gekozen? -
40.
Welke waarden en normen zijn belangrijk voor jou in de groepen waaraan je deelneemt c.q. in de samenleving? Noem er minimaal drie. -
41.
Hoe zorg je ervoor dat deze waarden en normen worden nageleefd? -
42.
Wat heb je zelf nog hierin te leren (een waarde of norm waar je zelf nog niet helemaal naar leeft?) -
Kerntaak en werkprocessen: 7.
Vitaal burgerschap
7.1 Zoekt informatie over een gezonde leefwijze 43.
Wat zijn voor jou kenmerken van gezondheid? Noem er minstens drie. -
44.
Noem drie ziekten die de volksgezondheid bedreigen. -
7.2 Beslist op basis van informatie en handelt ernaar 45.
Leef jij gezond? Onderbouw je antwoord. a.
Ja, want:
b.
Niet genoeg, want:
7.3 Onderneemt activiteiten om de gezondheid te bevorderen 46.
46. Wat doe jij om je gezondheid te verbeteren? -
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 30/31
OP
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
Opdrachten 1. Hoe leer je het beste? Doe hiervoor op de pc een testje dat je vindt onder: www.thesis.nl/kolb. Voeg de grafiek toe aan je portfolio. Beschrijf hier wat voor soort leerder jij bent.
Herken je de uitslag van je test? Geef voorbeelden waaruit blijkt of je het herkent of niet.
2. Zoek enkele personeelsadvertenties op met vacatures van jouw toekomstig beroep, via de krant op via internet (Google). Vergelijk de verschillende advertenties. Benoem per advertentie wat je meer resp. minder aanspreekt. Advertentie 1: Positief: Minder positief: Advertentie 2: Positief: Minder positief: Als je zou kunnen kiezen voor één van beiden, voor welke vacature zou je dan kiezen?
3. Zoek een krantenknipsels met een thema waar jouw aandacht naar uitgaat. Formuleer van dit thema een beknopte samenvatting en geef je eigen mening hierop. Stop het artikel en je samenvatting/eigen mening in je portfolio.
4. Maak een plannetje om je eigen wijk leefbaarder te maken. - Wat is voor jou een leefbare wijk? - Welke voorzieningen zijn er al in je wijk - Wat zou er moeten gebeuren om jouw wijk leefbaarder te maken? Maak voor het maken van deze opdrachten gebruik van: - de gemeentegids - enkele wijkbewoners die je om hun mening vraagt
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE
LOOPBAANLEREN AG 31/31
OP
Stap
WEG
NAAR
VOLLEDIGE BLOEI
9
Doel Kerntaak Werkproces Competentie
Instructie De invulling van deze stap is gereserveerd voor het voeren van persoonlijke evaluatiegesprekken over ‘Het thema is: Ben je op je plaats op deze opleiding?’
Bertine: Als de lessen Loopbaanbegeleiding en loobaanleren niet door dezelfde persoon worden gegeven dan is deze opmerking niet helemaal haalbaar. Ik deed de gesprekken niet dus vervalt Stap 9. Natuurlijk kan de loopbaanbegeleider, samen met de leerling wel alle info vanuit de opdrachten die in het p.f. komen gebruiken tijdens het gesprek.
PORTFOLIO
BERTINE
MOLENDIJK
2008/2009
CERTIFICERINGSTRAJECT
BVE