Kwartaalblad sept. 1995 no. 7
Kremboong
7
2 Inhoud
Kwartaalblad van de Stichting Het Drentse Landschap
3
Van de bestuurstafel
— bestuursberichten 5
Kremboongbos
— terreinbeschrijving Hero Moorlag 11
Week van het Landschap
12
Ik hoef geen nieuwe nota’s...
— interview
ISSN 1380-3263
Jan Wierenga Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.
16
De Kadernota
— beleidszaken 18
Kortweg
— berichten 23
Agenda
Het Drentse Landschap is een uitgave van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het geeft informatie over de terreinbezittingen en activiteiten van de Stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de Beschermers van het Landschap. Beschermer kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage ƒ. 30,– per jaar. Als u ‘Het Drentse Landschap’ extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze: Lijfrente Dit betreft een vaste periodieke uitkering (minimaal 5 jaar) en moet worden geregeld door een notaris. Giften Voor minimaal 1% en maximaal 10% van uw onzuiver inkomen zijn giften aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Legaten of erfstellingen Tot een bedrag van ƒ. 15.310,– (1995) is ‘Het Drentse Landschap’ geen successierechten verschuldigd. Daarboven geldt voor ‘Het Drentse Landschap’ een tarief van 11%.
Redactie E.W.G. van der Bilt J.N.H. Elerie B.R.W. Grevink J.D.D. Hofman J.G. Schenkenberg van Mierop R. H. van der Sleen Omslag: Kremboong (foto: Harry Cock)
3
Van de bestuurstafel Elders in dit blad zult u een bericht tegenkomen over de provinciale Kadernota 1996. Dat is een nota waarin de Provincie alvast aangeeft hoe ze de begroting voor 1996 denkt op te zetten. Bezuinigingen bepalen al enige jaren de trend en het leek er even op dat ‘Het Drentse Landschap’ een gevoelige tik zou krijgen door subsidievermindering. Er werd gelukkig anders besloten, maar het signaal is er toch dat ons werk niet boven alles verheven is. Vervelend elk jaar weer vol spanning te moeten afwachten of we ons werk wel op een verantwoorde wijze zullen kunnen voortzetten.
We zijn er best trots op dat we de boel nog steeds financieel rond weten te krijgen. Dat bleek weer uit de jaarrekening 1994 die de penningmeester en de financiële mensen van het rentambt in mei aan het Algemeen Bestuur voorlegden. Een post met een duidelijk negatieve uitkomst – waarvoor we onze reserves moesten aanspreken – was natuurlijk het jubileumjaar. Maar daar malen we niet om. Dat was nodig om ‘Het Drentse Landschap’ nadrukkelijker dan
voorheen voor het voetlicht te brengen en meer Drenten bij hun natuur en landschap te betrekken. Draagvlakvergroting heet dat. Met het nieuwe kwartaalblad, excursies, scholenproject, exposities van Drentse landschapsschilders, spaaralbum en de vogelkijkhut hebben we veel nieuwe mensen bereikt die met ons de zorg voor de
toekomst van natuur en landschap delen en begunstiger zijn geworden. En zo is er dan toch een positieve uitkomst. Al kijkt het bestuur met genoegen op het jubileumjaar terug, de medewerkers die er vele overuren voor gedraaid hebben, zullen er wat genuanceerder over denken. Hulde en respect voor hun geweldige inzet! In het streven naar kostenbewaking past de collectieve brandverzekering voor de gebouwen die via de Unie van Landschappen is aangegaan. De UvL is een 5 jaar geleden in het leven geroepen overkoepelend orgaan van alle provinciale Landschappen. Het doel was enerzijds de Landschappen op landelijk niveau via één kanaal te vertegenwoordigen bij bestuurlijk overleg en belangenbehartiging, anderzijds de samenwerking en informatie-uitwisseling op technisch en financieel gebied te verbeteren. En dat dat vruchten kan afwerpen, blijkt nu bij die verzekering. ‘Het Drentse
Archief HDL
Waar wij al jarenlang een steeds omvangrijker opdracht met stijgende kosten en verminderende middelen moeten uitvoeren, lijkt de grens van wat met maximale inzet en creativiteit van de medewerkers haalbaar is zo langzamerhand echt bereikt. Bewust hebben we dan ook contact gezocht met de nieuwe provinciale bestuurderen, te weten de Commissaris van de Koningin, gedeputeerden en leden van Provinciale Staten, om hen ervan te doordringen dat ‘Het Drentse Landschap’ eraan bijdraagt natuur en landschap in Drenthe in stand te houden en daarmee een belangrijke economische en maatschappelijke rol vervult.
Ingemetseld ornament in de boerderij Rheebruggen 8, afkomstig uit het in ca. 1840 gesloopte huis Rheebruggen
Bestuursberichten
Landschap’ heeft zo’n 40 gebouwen, variërend van woningen en boerderijen tot schaapskooien en een havezathe. Een waarde van vele miljoenen. Met alle Landschappen bij elkaar een veelvoud daarvan. Door nu alle gebouwen van alle Landschappen bij één verzekering onder te brengen, kon een soort kwantumkorting worden
bedongen. Het scheelt ons vele tienduizenden guldens aan premie en dat geeft een beetje lucht bij al die stijgende kosten. Bij het opmaken van de balans over 1994 bleek dat ons bezit aan reservaatsgrond met 133 ha was toegenomen, waardoor we thans op ca 4800 ha zitten.
Het bestuur vraagt uw medewerking om een nieuwe voorzitter te vinden. Als u het zou willen doen of als u iemand anders ervoor geschikt vindt, dan wil het bestuur dat graag vernemen. Dat kunt u telefonisch laten weten aan de secretaris, Mr.O.W.E.Berg, privé tel. 05920-10505, of schriftelijk p/a Kloosterstraat 5, 9401 KD Assen met vertrouwelijk op de envelop. Uw suggesties worden uiteraard strikt vertrouwelijk behandeld. Nadere inlichtingen over wat het precies voorstelt, kunt u desgewenst krijgen bij de voorzitster: mw. Hollema, tel. 05924-3088. Van de kandidaten wordt wel verlangd, dat zij • in Drenthe wonen of daar werkzaam zijn; • achter de doelstellingen van ‘Het Drentse Landschap’ staan; • flexibel zijn in beschikbaarheid overdag; • ervaring hebben in het besturen/leidinggeven.
Met de uitbreiding konden we vele reservaten versterken. Maar na de A van aankoop komen de B van beheer en de C van centen. In dit ABC-tje ligt de essentie van de Stichting besloten. Als één facet tekort schiet, dan komt het functioneren van de Stichting en daarmee behoud van natuur en landschap in Drenthe op de tocht te staan. In de vergadering van het Algemeen Bestuur is de heer D.H. Keuning te Borger tot bestuurslid benoemd. U kunt hem toevoegen aan de lijst van bestuursleden die in kwartaalblad nr. 4 is gepubliceerd. Statutair zou de voorzitster, mw. Hollema, haar bestuurslidmaatschap dit jaar moeten beëindigen. Aangezien zij echter tevens vice-voorzitter van de Unie van Landschappen is en haar benoeming daar pas over enige tijd afloopt, heeft het Algemeen Bestuur tot dispensatie besloten zodat zij haar bestuursperiode bij de Unie kan afmaken. ‘Het Drentse Landschap’ zal in elk geval volgend jaar een nieuwe voorzitter moeten hebben.
foto: Harry Cock
4
Het Kremboongbos cultuur en natuur nauw verweven
Hero Moorlag*
Het parklandschap ten noordoosten van Hoogeveen is de laatste honderd jaar nauwelijks veranderd. Aan de Pesserdijk, ter hoogte van het fabriekscomplex Fokker, liggen in de gemeente Ruinen Klein van Begin met Tonckensbos en verder naar het oosten de Wijken van Eleveld. Bij het streekje Siberië gaat de Pesserdijk over in de Bottersdijk, een door oude eiken gemarkeerd zandpad naar Tiendeveen. Haaks op deze overgang loopt de Pesserraai, in de Franse Tijd ‘Limite de Drijberde et de Pesse’ genoemd. Links van deze weg ligt het Pesserveld met Zwartschaap en Stuifzand, rechts het Drijberseveld met het Kremboongbos in de uiterste zuidhoek van de gemeente Beilen. Hier, aan de rand van de Tiendevenen, veranderde het landschap wel ingrijpend. Van heideveld in Kremboongbos (ca. 1860) en van bos in cultuurland (1938). Het restant van het Kremboongbos, ruim 31 hectare, kwam op 14 mei 1980 in handen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.
6
Het Oude Diep
Pabrik Gula Kremboong
De naam Kremboong is niet Drents. In diverse oude stukken staat het woord geschreven als Krembong, Kremboong, Krembung, Kremboeng en zelfs als Crembong. In 1980 vroeg ik op aanwijzing van de gemeentearchivarissen van Rotterdam en Elspeet het Handboek voor Cultuur- en Handelsondernemingen in Nederlandsch-Indië(1891) aan bij de Koninklijke Bibliotheek. Onder het hoofd Cultures vond ik: “Kremboong, suikeronderneming, werkende op contract met het Nederlandsch-Indisch Gouvernement, in de residentie Soerabaja, afdeling Sidoardjo, district Rawapoeloe I en Rawapoeloe II, zevenenhalve paal westnoordwest van de spoorweghalte Porong.” Het Algemeen Rijksarchief in Den Haag vertelde dat de suikerfabriek Kremboong in 1847 was opgericht door Frederik s’ Jacob, een gewezen zee-officier. s’ Jacob (met komma achter de s) was adjudant van Gouverneur-Generaal Rochussen en had zich op 37-jarige leeftijd als suikerplanter bij de dessa Kremboeng gevestigd. Ter bevestiging van de aanwezigheid van de suikeronderneming Kremboong gaf ik alle gegevens aan de Hoogeveense persfotograaf Julius Pangkey. In 1988 liet Pangkey namelijk zijn gezin zijn geboorteland Indonesië zien. Na een reis over Java rustten ze drie dagen in Malang. Pangkey maakte van de gelegenheid gebruik, bestelde een taxi en gaf de chauffeur opdracht de dessa Krembung te zoeken binnen de driehoek Surabaja, Porong en Sidoarjo. Krembung bleek de grootste van zeven dessa’s in de landstreek Krembung. Overal waren uitgestrekte suikerrietvelden waarop men bezig was met het binnenhalen van de oogst. Pangkey vond de suikerfabriek vlot. Op afstand las hij het jaartal 1847 op de fabrieksschoorsteen. Hoofdgebouw en bijgebouwen, opgetrokken in oud-Hollandse stijl, maakten de gegevens compleet. Op het bord bij de ingang stond: Pabrik Gula Kremboong (suikerfabriek Kremboong, met twee o’s). Na enige aarzeling van de directie mocht hij een fotoserie maken op het terrein van de staatsonderneming. Dennenplantage Kremboong
Frederik s’ Jacob maakte op zijn suikeronderneming fortuin. In 1857 keerde hij naar Nederland terug, vestigde zich in
Rotterdam en vervulde o.a. de functie van commissaris van de Staatsspoorwegen. In hetzelfde jaar ging de Amsterdamse wijnkoper Johan Coenraad Rahder een burgerlijk vennootschap aan met “den oud-suikerplanter F. s’Jacob tot verveening van de Tiender- en Drieveenen, groot 700 Hectaren” in de zuidpunt van de gemeente Beilen. s’ Jacob bracht de helft van het kapitaal in. Tevens kocht hij in etappes 350 hectare van het Drijbersche Heideveld van Mr. Albertus Hermannus Witsenborg te Kampen. Zijn kleinzoon, H.Th. s’ Jacob, vertelde in 1929 aan journalist M.J. Brusse van de N.R.C.: “Mijn grootvader F. s’ Jacob is, toen hij in 1857 uit Indië in Nederland teruggekeerd was, een van de eerste ontginners geweest. Hij heeft in Drenthe een heivlakte van 350 bunder laten bebosschen en met kanalen laten doorgraven. Het landgoed Kremboong met merendeels dennen en heel mooie eiken.(...) Er gaat nu een rentmeester over, maar de leiding van den boschbouw houd ik toch in handen.” Rentmeesters op het Kremboong waren Herbert en Jan Rahder uit Noordscheschut. Vervener J.C. Rahder liet ook uitgestrekte bossen aanleggen, naast het Kremboong. Hij gaf de wijken die hij liet graven namen van de Amsterdamse grachten waar hij had gewoond, zoals Kattenburgswijk, Binnenkantswijk, Buitenkantswijk, Herengrachtwijk en Keizersgrachtwijk. s’ Jacob liet het Drijbersche Heideveld bebossen en gaf zijn wijken namen van rivieren: Vechtwijk, Maaswijk, Amstelwijk, IJsselwijk en Geynwijk. De heide veranderde hier in een dennenplantage doorsneden met wijken, sloten en greppels. Over de Drijbersche Hoofdvaart, een brede wijk op de zuidgrens van het Kremboong, liet hij een brug bouwen met in de bovenligger de naam KREMBOONG. In het Handboek voor Cultuur- en Handelsondernemingen in Nederlandsch-Indië heb ik de hoogste opbrengst van de suikeronderneming Kremboong in de vorige eeuw opgezocht. Er staat: “De totale opbrengst, buiten de stroop, was in 1887 49542 pikols, gemiddeld 112 pikols per bouw.” Op Java was een bouw 7096, 5 vierkante meter. Omgerekend had de suikeronderneming Kremboong een oppervlakte van ongeveer 350 hectare. Is het toeval dat F. s’ Jacob in 1857 350 hectare heideveld kocht, daarop een dennen-
Terreinbeschrijving
7
Links het dambordpatroon van de vroegere Kremboongbosschen op de topografische kaart van 1927. Rechts het huidige Kremboongbos
Archief HDL
(Top. kaart 1978).
plantage aanlegde en die noemde naar zijn suikerplantage Kremboong op Java?
De Kremboongbosschen stonden bekend om hun uitgestrekte dennenaanplanten. Hier ontwikkelde zich een half natuurlijke naaldhout vegetatie met Stekende wolfsklauw (rechts) en Linnaeusklokje (links). Archief HDL
(Fotoreproductie Julius Pangkey)
s’ Jacob was een persoonlijke vriend van Koning Willem III. De koning bracht in 1873 per stoomtrein een bezoek aan Hoogeveen en bezichtigde de machinale veenderij van Rahder bij Nieuweroord. s’ Jacob had de hand gehad in de aanleg van de spoorlijn langs Hoogeveen en was grootaandeelhouder in de veenderij van Rahder. Op verzoek van de koning werd s’ Jacob in 1880 Gouverneur-Generaal van NederlandschIndië. Hij maakte de uitbarsting van de Krakatau in de Straat van Soenda mee. Na zijn aftreden in 1884 trok hij zich terug op het landgoed Nieuweroord bij Utrecht en stierf in 1901. Het beheer van de Kremboongbosschen werd overgenomen door zijn zoon Frederik Bernard s’ Jacob, civiel ingenieur bij de Staatsspoorwegen in Nijmegen en later burgemeester van Rotterdam. In 1905 kocht F.B. s’ Jacob het landgoed Staverden bij Elspeet van R.J. Kemper, baron van Ittersum, ten behoeve van zijn zoon Herman Theodoor, landhuis-
8
Kremboong In 1938 werd het Kremboong op de schop genomen. De grond moest 90 cm worden omgespit. (Fotoreproductie Julius Pangkey).
houdkundige. Later studeerde H.Th. s’ Jacob bosbouw in Duitsland. Hij paste op landgoed Staverden een beheer toe waarbij zaaibomen bleven staan na een kaalkap. Veel aandacht besteedde hij aan de ondergroei en onderzocht nauwgezet de ondergrond alvorens een bepaald boomtype te planten. Op het Kremboong ontstonden door zijn toedoen uitgestrekte sparrenbossen, gedeelten met Eiken, Beuken en meer natuurlijke stukken met spontane opslag van Berken. Samen met zijn vader bezocht hij Kremboong regelmatig per auto, bestuurd door een Zweedse chauffeur in livrei. Het was de eerste auto die over de Kremboongbrug reed. Wolfsklauwen en Linnaeusklokje
Vermoedelijk is rond 1860 een begin gemaakt met de aanplant van de Kremboongbosschen. F. s’ Jacob maakte daartoe gebruik van de bosbaas van J.C. Rahder, Evert Kersten. Hij werd de eerste boswachter op het Kremboong. In 1880 kwam zijn zoon, Hendrik Jan Kersten, toen vijftien jaar, als hulpboswachter in dienst van de familie s’ Jacob. Aan de Drijbersche Hoofdvaart, dichtbij de Kremboongbrug, werd in 1887 een boswachterswoning gebouwd. De boswachter bezat verlof en pension. De woning werd eindpunt van menig dagtochtje vanuit Hoogeveen met bok, punter of Jan Plezier. Tiendeveners spraken niet over het Kremboongbos, maar over het Karstensbos, het bos van Kersten. Wim Kersten, zoon van H.J. Kersten, schreef mij in 1983: “Na het overlijden van grootvader werd mijn vader Hendrik Jan boswachter. Hij is dat zestig jaar geweest. De bezitting ontwikkelde zich tot een prachtig landgoed. Na de ophaalbrug kreeg je een mooie oprijlaan met Kastanjes en aan weerszijden hoge Douglas- en Zilversparren. Veel Hoogeveners kwamen in de weekends Kremboong bezoeken en de drankjes en flensjes van mijn moeder vonden veel afnemers.” De biologen W. Beijerinck en G.A. Brouwer zullen hiervan zeker gebruik hebben gemaakt tijdens hun bezoeken aan Kremboong vanaf 1920. Wie de eerste is geweest die de zeldzame naaldhoutvegetatie in het bos heeft ontdekt, is niet zeker. Vermoedelijk heeft L. Brandsma, leraar biologie en natuur-/scheikunde aan de Ambachtsschool in Hoogeveen, de biologen getipt. Zeker is dat Jac. P. Thijsse enkele keren bij Beijerinck in Wijster op
bezoek is geweest om niet alleen over het behoud van het Geusingerveld (nu Dwingelderveld) te praten, maar ook over de planten van Kremboong. Beijerinck legde deze vegetatie vast in artikelen in het tijdschrift De Levende Natuur van 1923, 1929, 1931 en 1943. In 1921 vond Beijerinck de nu voor ons land door luchtvervuiling uiterst zeldzaam geworden baardmossen Usnea barbata en Alectoria jubata. Ze worden als relikwieën gedroogd bewaard in het Biologisch Station in Wijster, thans Beijerinckinstituut. Ook de combinatie van Truffelknotszwam in groepen groeiend op Stekelige hertetruffel acht hij vermeldenswaard. Hij beschrijft de smaragdgroene kraaiheidevelden, de Rode- en Blauwe bosbes en de rijke mosflora van de Kremboongbosschen. Beijerinck en Brouwer vinden op eerste kerstdag 1928 “in een sterk bemost, blankstammig berkenbosch” een grote plek van Stekende wolfsklauw. Later vinden ze Grote wolfsklauw, Dennewolfsklauw en Plompe wolfsklauw. Enthousiast vertelt Beijerinck over de vondst van Linnaea borealis, het Linnaeusklokje. Hij noemt de beide groeiplaatsen in het Kremboongbos Hoogeveen I en Hoogeveen II en vergelijkt ze met de groeiplaats in de naaldbossen bij Appelscha. In 1929 schrijft hij: “Op 28 Mei jl. bezochten de Heer van S. (bedoeld wordt s’ Jacob van Staverden), mijn vrouw en ik de eerste plek bij Hoogeveen en groot was onze vreugde, toen we tal van bloemknoppen ontdekten, een enkele reeds eenigermate roze getint. 10 Juni daarop telde ik over de 800 bloemen en 14 Juni telde de Heer G.A. Brouwer 1030 bloemen.” Beijerinck vermoedde dat deze boreale soort zich vanuit Scandinavië had verspreid via Kramsvogels en Koperwieken. De vruchtjes zouden zich met hun kleverige schutbladen aan de veren hebben gehecht. Verder vinden de biologen Dennenorchis, Rondbladig wintergroen, Hengel, Bosaardbei, Dalkruid, Moeraswederik, Eikvaren, Dubbelloof, Koningsvaren en in de resterende open heidegedeelten Wilgeroosje, Tormentil, Zonnedauw, Valkruid, Gewoon- en Schermhavikskruid en Liggend walstro. Het Kremboong gaat op de schop
In het verslag van het boekjaar 1936/37 schrijft de Stichting ‘Het Drentse Landschap’: “Met groote teleurstelling is ongetwijfeld in vele kringen het bericht ontvangen, dat de
Terreinbeschrijving
bezitting Kremboong bij Hoogeveen werd verkocht en de prachtige bosschen zouden worden gekapt.” Aan de korte, maar hevige bloei van de Kremboongbosschen kwam abrupt een einde. Op 15 maart 1935 overlijdt Frederik Bernard s’ Jacob van Staverden. Zijn kinderen wensen Kremboong af te stoten en verkopen het kaprijpe bos aan J. Langeraap (koopman), B. van der Zee (aannemer) en L. Hof (houthandelaar). Dit driemanschap richt een vennootschap op onder de firmanaam Rondhouthandel Kremboong, gevestigd in Steenwijk. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ heeft samen met het Staatbosbeheer te Assen in Den Haag gepleit voor het behoud van het bos, maar het mocht niet baten. In enkele jaren wordt een groot deel kaal geslagen en de stobben gerooid. Omdat Hof bang is met de ondergrond te blijven zitten, biedt hij die in de Hoogeveensche Courant te koop aan. In 1938 koopt de familie Ubbens uit Uithuizermeeden de ondergrond voor 70.000 gulden. In het kader van de werkverschaffing kan Ubbens 90% rijkssubsidie krijgen. De Heidemij maakt als aannemer het ontginningsplan en onder leiding van H. Wijnbergen, Hoofd Ambtsgebied Assen,
9
nemen werklozen uit Den Haag, Amsterdam, IJmuiden en later uit Vlagtwedde en Emmen het Kremboong letterlijk op de schop. Alles moet met de hand gebeuren, ook het uitgraven van de stobben, 1400 per hectare. De grond wordt 80 tot 90 cm omgegooid, bemest met 40 ton VAM-compost per bunder en ingepoot met Eigenheimers. De eerste bedrijfsleider op het Kremboong, R. Buikema, vertelt dat de opbrengsten enorm waren. Tijdens de oorlogsjaren ligt de ontginning zo goed als stil. Incidenteel werken joden uit Kamp Westerbork op de ontginning. Veel kaalslagen raken weer begroeid. In het opgroeiende bos aan de Nieuwe Wijk worden twee onderduikershutten gegraven. Bezembinders krijgen vergunning berketakken te snijden. Veel takkenbossen gaan als ovenhout naar bakkers in Hoogeveen. Houtskoolbrander Beekman uit Uddel brandt de stobben in meilers tot houtskool, een lonende bezigheid in de oorlogsjaren. Toen uiteindelijk de kaalkap tegen het einde van de oorlog de boswachterswoning naderde, vertrok H.J. Kersten naar Hoogeveen. Al in 1938 had H. Wijnbergen Ubbens voorgesteld het meest reliëfrijke deel van het bos, ruim 31 ha, niet te ontginnen. Wijnbergen vertelde mij in juni 1983: “Het was slechte, hoge grond. Ubbens was het ermee eens dat te laten liggen. De bomen werden wel door Hof gekapt. Wat er nu staat, zijn de uit die tijd nog niet kaprijpe bomen en opslag van na 1938.” Er ontwikkelde zich op deze 31 hectare ongeroerde grond een nieuw Kremboongbos dat in 1980 alsnog in handen kwam van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het Kremboongbos leeft
Het Kremboong ligt op de rand van het Drents Plateau dat zich in dit deel van Drenthe uitstrekt tussen het Oude Diep en de dalgronden van de vroegere Tiende- en Drievenen. Door de geologisch gave ondergrond van dek- en stuifzandlagen in sterk reliëf liggend op leemlagen heeft het bos in potentie een hoge graad van natuurlijkheid. Linnaeusklokje en Dennenorchis zijn verdwenen. Vóór de kaalkap werden ze door L. Brandsma in fietstassen vervoerd naar het Spaarbankbos ten noorden van Hoogeveen, de bossen van Dwingeloo en een wal met dennen bij Kralo. Een vitale plek van tien vierkante meter met Stekende wolfsklauw bleef. Ieder jaar stuiven de aartjes hun sporen in het bos. De
Kremboong
plek breidt zich gestaag uit. Langs de Nieuwe Wijk of Leemwijk en in het bos bloeien Cyperzegge, Moerasandoorn, Waterscheerling, Glidkruid, Koningsvaren, Poelruit, Heggewikke, de halfparasiet Hengel, Dalkruid in grote velden, Helmkruid, Breedbladige wespenorchis, Sint Janskruid en Stijf havikskruid. Grote delen van de bodem, met name op de rabatten in de laagten, zijn bedekt met Blauwe- en Rode bosbes.
zwammen waaronder Koningsmantel en de Witte duifridderzwam, de zes Mycenasoorten waaronder Schijfsteelmycena en de vier soorten Amanieten. In 1993 vond ik een groep viltige bekerzwammetjes die door Bernard de Vries van het Biologisch Station in Wijster werden gedetermineerd als Leucoscypha leucotricha of Viltkogeltjes. Met het ouder worden van het bos nam het aantal vogelsoorten toe, hoewel Koekoek, Vliegenvanger, Ransuil en Houtsnip verdwenen. De eerste Grote bonte specht verscheen in 1985. Verder broeden in het bos Winterkoning, Roodborst, Fitis, Tjiftjaf, Tuinfluiter, Zwartkop, Vink, Houtduif, Koolmees, Pimpelmees, Matkopmees, Boompieper, Merel, Geelgors en Gekraagde roodstaart. Havik, Sperwer, Buizerd, Torenvalk, Kramsvogel en Koperwiek komen er op bezoek.
Het aantal soorten paddestoelen is enorm. Evenals Beijerinck in 1923 vond ik in 1974 de Truffelknotszwam, parasiterend op de Stekelige hertetruffel. De Groene glibberzwam en de Cantharel verdwenen midden zeventig. De laatste jaren groeien weer enkele Cantharellen langs het pad op de leemwal aan de Nieuwe Wijk. Op het vele dode hout staan massaal Echte tonderzwam en Berkezwam en sinds 1992 hier en daar de Vermiljoenhoutzwam. Berkeboleet, Peperboleet, Eekhoorntjesbrood, Kastanjeboleet en Fluweelboleet staan er bijna ieder jaar. Fraai zijn de zes soorten Russula’s waaronder de Grofplaat- en de Groene russula, de ridder-
foto: Harry Cock
Het beheer van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ is erop gericht exoten te verwijderen. De opslag van Amerikaanse vogelkers wordt verwijderd en eind 1991 werden de sparren geringd. Inmiddels zijn de meeste omgewaaid, waardoor open plekken zijn ontstaan die in het voorjaar worden bezet door Boompiepers. Het bos heeft een vast bestand van vier Reeën en enkele Vossen. Door de uitbundige groei van Kamperfoelie en het vele stormhout krijgen grote delen een oerkarakter. Het Kremboongbos ligt als een oase in het omringende cultuurland. In de toekomst bestaan mogelijkheden tot uitbreiding vanwege braaklegging van akkers aan de westkant van het bos. Kremboong blijft een typisch voorbeeld van opkomst, bloei en teloorgang van een heidebebossing waarin de mens steeds nadrukkelijk heeft ingegrepen. In het huidige restant wordt nauwelijks ingegrepen, waardoor zich, zij het kleinschalig, een nieuwe bosgemeenschap kan ontwikkelen.
* De auteur is leraar biologie, natuur-/ scheikunde in Hoogeveen. Hij is parttime toezichthouder in de Boerenveense Plassen en het Kremboongbos en lid van het Algemeen Bestuur van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’.
Archief HDL
10
11
Week van het Landschap 1995 Zaterdag 16 t/m zondag 24 september De “Week van het Landschap” in Drenthe Waar Natuurgebied Het Scharreveld. De start is vanaf de schaapskooi te Westerbork aan de Pieterbergweg 14. Het Scharreveld is gelegen op loopafstand van de schaapskooi. Ter plaatse zal één en ander herkenbaar zijn door middel van borden en spandoeken. De eventuele auto's graag op de aangegeven parkeermogelijkheden. Evenals in de voorgaande jaren organiseren de provinciale Landschappen weer de ‘Week van het Landschap’. Dit jaarlijks terugkerende evenement is bedoeld om de natuur dichter bij de mensen te brengen. Deze keer is gekozen voor het thema: ‘Naar een grenzeloos mooi landschap’. Omdat 1995 uitgeroepen is tot Europees Natuurbeschermingsjaar is besloten het thema hieraan aan te passen. Het thema is op meerdere manieren te vertalen: de landsgrens waar de natuur geen rekening mee houdt, de landschappelijke grens van bos naar hei bijvoorbeeld, het mooie landschap waar buitenlanders (vogels) kunnen verblijven, etc., etc.
Openingstijden Zaterdagen en zondagen: Maandag t/m vrijdag:
van 10.00 tot 17.00 uur van 13.00 tot 16.00 uur
Wat • Wandelexcursie dagelijks om 14.00 uur en op de zondagen bovendien om 10.00 uur • Uitgezette wandelroute • Fietsroute met beschrijving • Dia-show • Foto-expositie • Woensdagmiddag-kindermiddag • Zaterdag 23 september “Lopen voor het Landschap” • Zondag 24 september 07.00 uur vogelkijkexcursie Uitnodiging De officiële opening van de Week van het Landschap zal zijn op zaterdag 16 september om 13.00 uur. Graag nodigen wij de Beschermers van het Landschap uit hierbij aanwezig te zijn. In ieder geval hopen wij u tijdens de week te mogen verwelkomen.
Wanneer u in een andere provincie de ‘Week van het Landschap’ wilt bezoeken dan kunt u bij de Unie van Provinciale Landschappen de speciale folder aanvragen. Telefoon: 04117-32245
Het Drentse Landschap, dicht bij de mensen... dicht bij de natuur.
12
’t Is een boeiende betrekking. Veelzijdig ook: zo loop je in de stromende regen tussen Schotse Hooglanders in een natuurreservaat, zo zit je voor het eerst van je leven heel officieel bij de TT. Vanuit de diepe stilte van het Drentse landschap naar het kabaal van huilende motoren. Gedeputeerde Ali Edelenbosch heeft het allemaal ’in portefeuille’ zoals dat heet. Natuur en landschap, landinrichting, herinrichting Veenkoloniën, plattelandsontwikkeling, welzijnsbeleid, emancipatie, sport. De 47-jarige gedeputeerde, dit jaar aangetreden in het hoogste bestuurscollege van Drenthe, is momenteel bezig zich in te leven in haar rijkgeschakeerde takenpakket. Letterlijk; en dat betekent dat ze als het maar even kan ‘naar buiten’ gaat. Praten met de mensen, met eigen ogen zien wat er gebeurt. “Dat is belangrijk, zeker als je een groene portefeuille hebt.”
Inmiddels heeft ook de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ op deze wijze kennis gemaakt met de nieuwe gedeputeerde. Dat was in juni, toen ze op uitnodiging van de Stichting de terreinen Landgoed Vossenberg en Scharreveld tussen Wijster en Westerbork bezocht. Daar is energiek aan natuurontwikkeling gedaan. “Het mooie was, dat ik mij door al het verrichte graafwerk heen al heel goed een beeld kon vormen van hetgeen daar bezig is te ontstaan.” Eén ding is zeker: het groene Drenthe heeft in gedeputeerde Edelenbosch een enthousiaste pleitbezorgster getroffen. “Drenthe heeft zoveel spannende delen. Als we ook nog de weersomstandigheden in de hand hadden, dan hoefde niemand meer met vakantie naar het buitenland....” Zelf houdt ze van open, gevarieerde landschappen. Van gebieden waar je tussen de stoffering door ook in de verte kunt kijken. Zoals het Drouwenerzand en het Balloërveld, Kampsheide. “Ik kom ook graag in de bossen, maar niet voor al te lang. Daarvoor zijn ze me uiteindelijk te zwaar, te donker.” De Veenkoloniën hebben voor haar hun eigen specifieke charme. Niet in de winter,
“Ik hoef geen nieuwe nota’s. Ik wil a J a n W i e r e n g a - interview
aan ’t werk”
Gedeputeerde Edelenbosch beschouwt de Veenkoloniën als een gebied waar grote uitdagingen liggen te rijpen. “In het kader van de herinrichting is er al heel veel gebeurd, en zonder dat daarbij het karakter van het gebied is aangetast. Maar er is nog veel meer mogelijk. Ontwikkeling van woningbouw. Nieuwe wegen in de akkerbouw met aandacht voor mindertraditionele gewassen. Veeteelt ook. De Stichting ‘Het Drentse Landschap’ heeft mooie plannen klaar liggen voor het Hunzedal.” De uitdaging ligt vooral hierin, dat alle betrokkenen elkaar weten te vinden. Boeren, burgers, beschermers, bestuurders. In het verleden telde bij landinrichtingsplannen het boerenbelang vaak meer dan dat van de natuur. “De boeren hebben wat dat betreft altijd wel veel in de schoenen geschoven gekregen. Maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat ook zij belang hebben bij een mooi landschap. Maar boeren houden niet van gezeur. Ze willen graag een duidelijke afbakening van gebieden: hier wij, daar jullie. Ik zou echter graag zien dat de boer, als landschapsstoffeerder van oudsher, zijn belangen vervlecht met die van de natuur.” Ze is van huisuit een stadskind. Geboren in Den Haag, op 12-jarige leeftijd verhuisd naar Leeuwarden. In de Friese hoofdstad volgde ze het middelbaar onderwijs en daarna de kweekschool. Stond vervolgens enkele jaren voor de klas in het dorp Beetgum. Daarna kwam, met Stadskanaal als tussenstation, de ruimte van het Drentse platteland. Ze kwam
foto: Harry Cock
als alles grijs is en druipt en drupt van regen en mist. “Men zegt ook dat het er kaal en vlak is en dat het er geweldig kan stuiven. ’t Is allemaal waar. Maar het landschap is óók zeer karakteristiek; het zegt wat over de mensen die er wonen. En bij zonsondergang kan de lucht hier soms zo mooi paars opkleuren tegen de bomenrijen aan de horizon. Dat heeft een heel aparte, zelfs wat mystieke sfeer.” Ze woont zelf al zo’n jaar of twintig in de Veenkoloniën. Eerst een paar jaar in Stadskanaal, daarna en tot op heden in Gasselternijveenschemond, op de grens van Drenthe en Groningen. Ze woont daar met haar levensgezel – haar twee zonen zijn inmiddels het huis uit – zeer landelijk. De tuin die de behuizing omringt, is met een oppervlakte van eenderde hectare flink aan de maat. Vroeger onderhield ze hier volgens biologisch-dynamische richtlijnen een moestuin, nauwgezet de aanwijzingen van de zaaikalender volgend; met inachtneming van de maanstanden. “In weer en wind, hoor. Als het tijd was om de wortels te zaaien en het stroomde toevallig die dag van de regen, wel, dan werden ze gezaaid. En ik vond het heerlijk met m’n handen in de modder.”
14
Interview
voor de PvdA terecht in de politiek en heeft nu in dit métier via de Drentse Staten binnen de provincie de hoogste trede bereikt. Een mooie loopbaan dus. “Ach, carrière.... Ik vind ’t eerlijk gezegd een beetje een raar woord. Ik heb nooit zo de dingen nagejaagd. Ik zie wel hoe het loopt en probeer dan er het beste van te maken. Ik wilde destijds ook nog pedagogiek gaan studeren. Maar toen kreeg ik verkering en dat vond ik eigenlijk veel leuker. Ik wilde best voluit blijven werken, maar toen kwamen de kinderen. Zie je, voor mij rolden de dingen zoals ze rolden. Maar over de laatste stap, die naar het gedeputeerdeschap, heb ik wel lang nagedacht hoor. Want ’t is een drukke baan waar erg veel aan vast zit.” Daarbij kwam nog dat haar benoeming in het college van GS binnen de eigen PvdA voor enorme deining zorgde. Ze kreeg van een meerderheid binnen haar fractie de voorkeur boven prominent partijgenoot en beoogd gedeputeerde Bert Middel. Nog waren ten tijde van dit interview, in juni, intern naweeën van deze turbulente episode voelbaar, maar de nieuwe bestuursvrouw heeft zich er niet door laten ontmoedigen, stroopte de mouwen op en is met overtuiging aan het werk gegaan. “’t Komt allemaal goed en ik heb niet gemerkt dat iemand mij persoonlijk iets kwalijk neemt”, zegt ze. Reeds als statenlid streed ze voor de belangen van natuur en milieu. Juist op dit terrein vindt ze haar politieke motivatie. Het is de dwingende gedachte dat ook het nageslacht, de kinderen,
recht hebben op een leefbare wereld en niet met een vuilnisbelt mogen worden opgeknapt. Ze wordt oprecht kwaad op hen die menen dat ze moeder natuur naar hartelust kunnen manipuleren. Die de mond vol hebben van een leefbaar milieu maar zich in werkelijkheid laten leiden door zakelijk of politiek gewin. “Waar halen mensen de arrogantie vandaan om alles naar hun hand te zetten. Wat zijn we nou eigenlijk helemaal. Niet meer dan een nietig schakeltje in een groot geheel. Mieren in een mierennest, van grote hoogte bekeken. De Fransen gaan weer kernproeven nemen in de Stille Zuidzee. Ik vind het een schande. Als ze dan zo nodig moeten, laten ze ’t dan voor de kust van Bretagne doen. Of in de Dordogne. Maar nee: ze gaan natuurlijk lekker ver van huis. Op dit moment (juni, red.) is Shell met een afgedankt booreiland onderweg naar de oceaan om het daar te laten zinken. Het is het oude liedje: iedereen is het roerend eens over natuur en milieu maar als het erop aankomt, verliest het milieu het. Je ziet het in de plannenmakerij rond Schiphol. Of dichter bij huis in de gasopslag bij Langeloo. Wat hebben we eigenlijk geleerd van Lekkerkerk? Of van Tsjernobyl?” (Enkele dagen na dit interview zag Shell onder druk van de internationale publieke opinie af van het voornemen, het booreiland op de oceaanbodem te dumpen, red.). Voor het gewezen stadskind is het een groot voorrecht te wonen en te werken in Drenthe. Het verschil met haar jeugd is groot. Vroeger maakte ze met
haar ouders uitstapjes naar de relatief kleine natuurterreinen in de Randstad, nu is haar achtertuin als het ware een landschapspark ter grootte van een hele provincie. Hoewel het woord park in deze misschien niet helemaal juist is: Drenthe is natuurlijk wel wat meer dan dat. Niettemin blijft er in het mooie gewest werk genoeg. “Wat ik heel erg zonde vind is bijvoorbeeld het gemak waarmee zomaar ergens bedrijventerreinen worden gesticht. Bij Vries en Tynaarlo liggen ze lukraak langs de weg. Open en bloot in het zicht van iedereen die er langs komt. Drenthe moet ook wat dit betreft op z’n visitekaartje letten. Of neem de ‘verschimmeling’ van de Hondsrug: de dorpsuitbreidingen op de essen, die tegenwoordig worden beheerst door in witte steen uitgevoerde nieuwbouw. Heel on-Drents. Dat schokt.” Een belangrijke tendens ten plattelande is de omvorming van landbouwgrond in natuurterrein. De grote landschapsbeheerders in Drenthe nemen daarin het voortouw: Natuurmonumenten, Het Drentse Landschap, Staatsbosbeheer. In het verlengde hiervan doen ook particuliere boeren mee. Het kan voor hen dankzij subsidies financieel aantrekkelijk zijn hun akkers in te planten met bomen. Als iedereen daarmee ongeremd aan de slag gaat, dreigt echter het gevaar van wildgroei. “Want je kunt niet overal maar lukraak plukken bos neerleggen.” Vandaar dat de provincie regels heeft opgesteld waarmee de nieuwbakken bosboeren uit oogpunt van een verantwoorde landinrichting in het gareel gehouden worden.
Interview
Gedeputeerde Edelenbosch zegt het alvast maar even: ze is niet het type bestuurder dat zich met nieuwe en krachtig getoonzette, persoonlijk getinte en vooral ook lijvige nota’s een plaatsje voor de eeuwigheid wil verwerven. “Die plannen zijn er namelijk al. We hebben een prima streekplan, een fonkelnieuw bestuursprogram, een goed natuurbeleidsplan. Laten we eerst maar eens uitvoeren wat er allemaal aan voornemens ligt. Ik hoef voorlopig geen nieuwe nota’s; ik wil aan ’t werk. En als ’t aan mij ligt niet naar de letter, maar liever naar de geest van de wet.” Drenthe’s nieuwe natuur-gedeputeerde is tot in haar kleine teentje overtuigd van de missie die ze op zich genomen heeft. Ter illustratie en bewust een beetje gechargeerd: “Je kunt vandaag aan de dag zelfs geen insect zomaar, gedachtenloos, doodtrappen. Want de kans bestaat dat het een exemplaar is van een zeer zeldzame soort, waarvoor Drenthe de allerlaatste wijkplaats is. Want zulke soorten zijn er. Een boeiende gedachte, niet?” ’t Is een verwijzing naar het zogeheten soortenbeleid, dat ook tot de portefeuille van de nieuwe gedeputeerde behoort. Ze was al begunstiger van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. “Deze organisatie is typisch van Drenthe zelf
en geworteld in de eigen bevolking. Dat vind ik goed van ze; ze kennen de mensen in de gebieden waar ze bezig zijn. En ze houden die gebieden ook toegankelijk voor iedereen. Dat maak je ook wel eens anders mee.” Het bevreemdt gedeputeerde Edelenbosch dat ondanks dit het aantal begunstigers van ‘Het Drentse Landschap’ relatief gering is. Terwijl ze toch het gevoel heeft dat de bevolking de organisatie een warm hart toedraagt. Maar per inwoner dragen de Drenten slechts 23 cent bij aan het werk van de Stichting. Daarmee scoort de provincie landelijk gezien het laagst. Pal daarboven zit de zusterorganisatie in Noord-Brabant: 24 cent. Heel wat beter scoort bijvoorbeeld It Fryske Gea: 40 cent. Maar ja: de Friezen steunen op een legertje van 18.000 begunstigers. “Het Drentse Landschap zou toch veel meer begunstigers dan de huidige 4000 moeten hebben? En begrijp me goed: ik zeg dit niet om de Stichting op te kunnen zadelen met nieuwe bezuinigingen! (Ten tijde van dit gesprek lag er het voorstel de provinciale subsidies voor ‘Het Drentse Landschap’ te korten met een bedrag van 110.000 gulden, red.). Ik zeg het omdat de Drenten zo prettig wonen in hun provincie en er ook wel wat voor over mogen hebben om dat zo te houden. Ik vraag me af waarom het
aantal begunstigers zo gering blijft. De Stichting doet rustig en gedegen haar werk. Prima. Maar ik geloof dat ze te bescheiden is. Te Drents zeg maar. Kijk eens naar het elan waarmee een organisatie als Natuurmonumenten haar plan Goudplevier heeft gelanceerd. Kijk eens naar de Waddenvereniging, die over het hele land verspreid een enorme achterban heeft. Dat moet voor Drenthe ook mogelijk zijn. Hoeveel mensen komen hier bijvoorbeeld wel niet hun vakantie doorbrengen? Ik denk dat de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ méér nog moet uitleggen waar ze mee bezig is. Als ze op de Vossenberg een groot project aanpakt dan moet dat uitgelegd worden. Daar gaat het om. Ik ben er zelf geweest, heb er mijn uitleg gehad en ben er laaiend enthousiast vandaan gekomen. Als een weg wordt aangelegd, dan zie je die elke dag een stukje groeien. Met een nieuw stuk natuur ligt dat anders; dat groeit maar langzaam. Dat moet uitgelegd worden; meer voor het voetlicht worden gebracht. Ik zal mijzelf daar als gedeputeerde sterk voor maken. En als de Stichting dat wenst, dan wil ik haar best ondersteunen bij het werven van begunstigers. In de publiciteitssfeer bijvoorbeeld.”
15
16
Beleidszaken
De Kadernota 1996 12345678901234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123456
123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123 In de kadernota 1996 van eind mei, waarin de Provincie Drenthe haar financiële beleid voor de komende jaren heeft vastgelegd, werd voorgesteld om de Stichting ‘Het Drentse Landschap’ vanaf 1998 ƒ.110.000,– op haar subsidies te korten. Verder zou het aankoopfonds voor de
Bezuinigingen Gedurende een reeks van jaren wordt ‘Het Drentse Landschap’, zoals zoveel organisaties in deze tijd, onderworpen aan bezuinigingen. Herinnerd kan worden aan het in 1991 verdwijnen van de ISP-bijdrage, die in 1983 nog ƒ. 360.000,– bedroeg. Het Rijk heeft recent de Stichting een bezuiniging van 10,2% opgelegd, ten bedrage van ruim ƒ.100.000,–. In het kader van de gewijzigde omslagkostenverordening van de nieuwe waterschappen staat ‘Het Drentse Landschap’ waarschijnlijk een stijging van de waterschapslasten van ruim 40% te wachten. De bezwaren hiertegen worden door de waterschappen tot nu toe niet gegrond verklaard en de verwachting is dat de provincie daarin geen verandering zal brengen. Deze ontwikkeling resulteert in een netto kostenverhoging van opnieuw ruim ƒ.110.000,–. Samen met de voorgenomen bezuinigingen van de Provincie Drenthe leidt dit tot een kostenstijging van ca. ƒ.320.000,– in korte tijd. Deze sterke vermindering van structurele middelen is door onze Stichting niet op te vangen.
traditionele natuurgebieden in 1996 Ontwikkeling in breder perspectief
vanaf 1997 weer ƒ.200.000,– te worden.
Om duidelijk te maken hoezeer de voorgestelde of reeds geëffectueerde bezuinigingen onze bedrijfsvoering beïnvloeden, zullen de veranderingen tussen 1980 en 1995 worden beschreven.
Overigens nog belangrijk minder dan
Situatie 1980
Situatie 1995
de ƒ.500.000,– die het voor 1992 nog
30 medewerkers in de buitendienst (exclusief 2 leidinggevenden)
11 medewerkers in de buitendienst (exclusief 3 leidinggevenden)
1 medewerker op 80 ha reservaat
1 medewerker op 440 ha reservaat
te beheren oppervlakte 2400 ha
te beheren oppervlakte 4800 ha
waterschapslasten ƒ.38,–/ha
waterschapslasten ƒ.53,–/ha stijgend tot ca. ƒ.74,– per ha
ha-bijdrage van de Prov. ƒ. 45,–
ha-bijdrage van de Prov. nog steeds ƒ. 45,– (niet gestegen vanaf 1965)
slechts ƒ.100.000,– bedragen om pas
bedroeg. Tenslotte zou ook de Milieufederatie ƒ.100.000,– gekort worden.
Al met al een voor de sector natuur, landschap en milieu bedreigend toekomstbeeld. Om de effecten van een dergelijke bezuiniging op de Stichting inzichtelijk te maken, werd aan alle Statenleden een toelichting gezonden.
Bovenstaande kerngetallen geven aan dat ‘Het Drentse Landschap’ haar beheer, gemeten aan de arbeid in de buitendienst en de te beheren oppervlakte, in 1995 met een factor 6 efficiënter uitvoert dan in 1980. Grotere efficiëntie is niet meer te bereiken zonder dat ons terreinbeheer daadwerkelijk verslechtert. Hetgeen onvermijdelijk betekent dat natuurwaarden verloren zullen gaan. Sinds 1987 is de totale structurele steun van de Provincie aan het Landschap vrijwel gelijk gebleven, terwijl er wel 800 ha meer beheerd moet worden. Nog los van de toenemende complexiteit van onze sector.
34567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234
Beleidszaken
17
12345678901234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123456
34567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234 Wanneer de waterschapslasten gekoppeld worden aan de hectare-bijdrage van de Provincie Drenthe valt op dat in 1995 de bijdrage bij lange na niet toereikend is om deze vaste waterschapslasten te kunnen betalen. En dan staat ons nog de geweldige stijging te wachten. De Stichting heeft het altijd als een eer gezien om geen hogere hectarebijdrage te vragen, hoewel daarvoor beleidsmatig indertijd wel ruimte geboden werd.
De sectorale positie van de Stichting De Provincie Drenthe heeft zich altijd ingespannen om een goed natuurbeleid te voeren. De voordelen van dit beleid laten zich ondermeer afmeten aan het economische belang van de sector toerisme en recreatie. Eén en ander gebaseerd op ondermeer de aanwezigheid van natuurreservaten in combinatie met een geheel eigen cultuurlandschap. Deze waarden staan echter nog steeds geweldig onder druk en het vergt een continue beheersinspanning om ze te behouden. ‘Het Drentse Landschap’ is een bedrijf, dat op zakelijke wijze uitvoering aan het natuurbeleid van de Provincie geeft. Zelfs al zou de hele buitendienst opgeheven worden en er geen enkele vorm van beheer gepleegd worden, dan nog zullen de waterschapslasten betaald moeten worden. Daling van structurele inkomsten heeft onafwendbaar gevolgen voor het reguliere beheer. In onze tijd is het geen eenvoudige opdracht om de doelen van het natuurbeheer te verwezenlijken. Tussen 1980 en 1995 is er veel veranderd. Onze opdracht is anno nu veel moeilijker geworden en wel om de volgende redenen: – ‘Het Drentse Landschap’ heeft de opdracht een ambitieus Provinciaal- en Rijksbeleid mede vorm te geven. Denk aan het beleid zoals geformuleerd in het (Provinciaal) Natuurbeleidsplan en het Structuurschema Groene Ruimte. – De milieuproblematiek bemoeilijkt het beheer aanmerkelijk. Door verdroging, vermesting en verzuring treden op elke vierkante centimeter effecten op. Dit wordt onderkend in het Nationaal Milieubeleidsplan en het Provinciaal Milieubeleidsplan. In Drenthe zijn de meeste natuurwaarden aan voedselarme omstandigheden gebonden. Afvoer van de overvloed aan nutriënten dwingt tot een veel ingrijpender en kostbaarder beheer. Allerhande projectmatige steunregelingen van de overheid zoals REGIWA, GEBEVE, SEB, EGM en OBN zijn niet voor niets in het leven geroepen. Het is uiterst tijdrovend om in de doolhof van al die regelingen steeds de juiste weg te vinden. – De maatschappelijke discussie over het natuurbeheer als onderdeel van de leefbaarheid van het platteland is sterk verbreed. Op de Stichting wordt meer en meer beroep gedaan deel te nemen aan de discussie over de toekomst.
– De bureaucratie van het Ministerie van LNV, met haar voortdurende reorganisaties, de steeds veranderende ad hoc projectsubsidies en de schotten tussen de verschillende potten en geldstromen van ministeries, doen een steeds groter beslag op onze formatie. – Door reorganisaties en bezuinigingen is de rol van de Rijksoverheid inzake landinrichting, planologie en ontwikkelingen in het buitengebied vrijwel volledig weggevallen. Van de particuliere natuurbescherming wordt een steeds grotere inspanning op dit veld gevraagd.
Gevolgen De stapeling van bezuinigingen op de structurele middelen maakt de positie van ‘Het Drentse Landschap’ als uitvoerder van het provinciale beleid kwetsbaar. Nog maar nauwelijks nadat onder invloed van de Decentralisatie Impuls (DI) het natuur- en landschapsbeleid als kerntaak van Rijk naar Provincie is overgeheveld, leek ‘Het Drentse Landschap’ een korting van ƒ. 110.000,– opgelegd te worden. De Stichting ervoer dit niet als een bemoedigende eerste stap, zeker niet in combinatie met de reductie van het aankoopfonds voor de traditionele natuurgebieden. Door het wegvallen van structurele middelen zal het voor ‘Het Drentse Landschap’ moeilijker worden om het door de Provincie zelf vastgestelde natuurbeleid te helpen realiseren. In plaats daarvan worden er door Rijk en Provincie steeds meer fondsen ontwikkeld om ad hoc allerlei projecten mee uit te voeren. Het betreffen veelal inrichtingsprojecten waarna het reguliere beheer vaak minder ondersteund wordt. Gezien de ervaringen in het verleden kan men de effectiviteit van deze inzet van middelen tenminste betwijfelen. Het leek er even op dat de bereidheid om gelden te besteden aan het regulier noodzakelijke natuurbeheer minder draagvlak krijgt. Terwijl het structureel onherroepelijk middelen zal blijven vergen wanneer de Provincie haar eigen beleid wil realiseren en we de plicht hebben de Drentse natuurgebieden als waardevolle erfenis voor de toekomst in stand te houden. Eind juni werd bekend dat de Provincie Drenthe structureel meer middelen uit het Provinciefonds tegemoet kon zien dan aanvankelijk ingeschat was. Hierop heeft de Provincie de voorgenomen bezuinigingen op de subsidies van ‘Het Drentse Landschap’ en het aankoopfonds voor traditionele natuurgebieden in haar herziene kadernota ongedaan gemaakt. Hiervoor past de Stichting erkentelijkheid. Zij ziet dit als een stimulans om met toewijding het natuurbeleid van de Provincie zo snel en effectief mogelijk te helpen realiseren. De voorgenomen bezuiniging op de Milieufederatie werd tot onze spijt wel gehandhaafd.
1234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901
18
Heideheim
Kortweg Hunzedal
•
Archief HDL
In het vorige nummer werd melding gemaakt van het feit dat de Stichting ‘Het Drentse Landschap’, de Stichting ‘Het Groninger Landschap’ en de Milieufederatie Drenthe het Kroonberoep tegen de grondwaterwinning te Annen hebben ingetrokken. De procedure speelt al enige jaren en zou op 23 mei behandeld worden. Het leek de Stichting een goede zaak u wat uitvoeriger te informeren omtrent haar beweegredenen.
Ringslang
Doldersummerveld
•
Tijdens een wandeling met het IVN werd op 17 juni midden op het veld een Ringslang waargenomen. Adder, Gladde slang en Hazelworm werden al eerder aangetroffen. Hierdoor is aangetoond dat het Doldersummerveld als leefgebied voor deze steeds zeldzamer wordende reptielen van groot belang is. Eind juni werden op verzoek van de Agrarische School te Leeuwarden 15 Letlandse boeren op het veld rondgeleid om hen een indruk te geven hoe natuurbeheer en biologische landbouw hier ter plaatse met elkaar verweven zijn. De indruk bestond echter dat zo’n benadering in Letland meer regel
22 dan uitzondering is. Alleen noemt men het daar gewoon landbouw, zij het dan in een traditionele vorm. Op 23 mei vond een kennismakingsbezoek van het bestuur van ‘Het Drentse Landschap’ aan de Gemeente Diever plaats. Met Burgemeester en Wethouders van Diever werd op open en prettige wijze gesproken over actuele zaken als het Nationaal Park DrentsFriese Woud (in oprichting), de recreatie, natuurontwikkeling en landbouw. Ter afsluiting werd een bezoek aan de beheersboerderij Sofiahoeve aan de Huenderweg gebracht.
In de afgelopen jaren heeft ‘Het Drentse Landschap’ deel uitgemaakt van de projectgroep Oostermoer, ingesteld om het door de Provincie Drenthe aan de WMD opgelegde hydrologische onderzoek rond de winning Annen te begeleiden. Via deze projectgroep en de verdere contacten is een goede gespreksbasis tussen de particuliere natuurbescherming en de drinkwaterwinners ontstaan. Binnen de context van elkaars legitieme doelen lijkt het mogelijk om in win-win situaties tussen drinkwaterwinning en natuurontwikkeling een maatschappelijke meerwaarde te genereren. Hoe dat proces vorm zal krijgen, is nog onderwerp van discussie. Het ligt in de bedoeling dit streven binnenkort in een intentieverklaring, ondermeer met het Wereldnatuurfonds, vast te leggen. Het hoofdpunt in het geschil rond de waterwinning Annen vormde het feit dat ter plaatse van een kerngebied van de Ecologische Hoofdstructuur van het Natuurbeleidsplan (NBP, 1990) een
34 grondwaterwinning van 4,9 miljoen m3 wordt gerealiseerd. Hoewel dit deels op basis van oud beleid ontstond, spoorde deze keuze niet met de intenties van het NBP en het anti-verdrogingsbeleid. Uit de toelichting van de Provincie, zoals op schrift gesteld voor het kroonberoep, bleek een bredere afweging van belangen mogelijk dan bij eerder overleg bleek. Los van de ontwikkelingen bij de waterwinbedrijven heeft de Stichting in toenemende mate vertrouwen in de bereidheid van de Provincie om naast economische en waterwintechnische meer dan voorheen ecologische aspecten in de afweging te betrekken. Vooral dit laatste, wat naar onze mening zou moeten leiden tot het beperken van de effecten van Annen, heeft ons doen besluiten het kroonberoep in te trekken. Ondanks het feit dat er van toezeggingen in welke zin dan ook op dit moment geen sprake is, vertrouwt de Stichting erop dat de verschillende partijen in consensus een nieuwe toekomst voor het Hunzedal vorm weten te geven. Naar wij hopen ook op interprovinciale schaal. De voorgenomen fusie van de verschillende drinkwaterleidingbedrijven kan op dit punt een eerste stap betekenen. Recente berichten uit het Groningse duiden op de wens van de Provincie om integraal gebiedsbeleid rond het Zuidlaardermeer zo snel mogelijk in samenspraak met de verschillende belangen vorm te geven. De Provincie Drenthe zou eenzelfde initiatief kunnen nemen.
Hijkerveld
Berichten
10
19
vogelkijkhut in Diependal •trektDesteeds meer belangstelling. Via mond op mond-reclame horen steeds meer mensen van het bestaan van de hut. Ook veel groepen maken gebruik van de mogelijkheid om tijdens een uitstapje vanuit de hut van de vogelrijkdom van ons reservaat te genieten. Te noemen zijn bijvoorbeeld de Kring Drenthe van de Notariële Broederschap, medewerkers van de ABN-AMRO die zoals u weet bedrijfssponsor van ‘Het Drentse Landschap’ is, en een groep medewerkers van de Drentse VVV's. Het ligt in de bedoeling nauwer met de verschillende VVVvestigingen te gaan samenwerken om ook langs die weg de resultaten van ons werk bij een groter publiek onder de aandacht te brengen. In juni hebben herhaaldelijk Lepelaars de vloeivelden bezocht. Tot genoegen van de aanwezige vogelaars. De kalveren van de Hooglanders doen het goed. De drie dieren bij de schaapskooi, verzorgd door de scheper Tjitse Terpstra, heeft u van nabij kunnen zien groeien. Het is ons bekend hoeveel mensen de schaapskooi bezoeken. Om te weten hoeveel fietsers het Hijkerveld doorkruisen, bleek de Gemeente Beilen bereid om tellers op het fietspad te plaatsen. Zodoende kunnen we achterhalen hoe belangrijk het veld voor de recreant is. Het ziet ernaar uit dat de telling een imposant resultaat zal opleveren. Overigens moet nog vermeld worden dat de Provincie Drenthe de voorgenomen bezuinigingen op de gescheperde schaapskudden, waaronder die van het Hijkerveld, heeft afgeblazen. De enorme betekenis van de heide met schaapskudde voor het Drents toeristisch produkt en de noodzaak onze heideterreinen met schapenbegrazing in stand te houden, hebben hierbij de doorslag gegeven.
Reestdal
7
•
De Stichting heeft in samenspraak met Monumentenzorg van de Provincie Drenthe en de Gemeente De Wijk stappen gezet om de brandveiligheid van de als hotel-restaurant in gebruik zijnde havesathe De Havixhorst aan de strengste normen te laten voldoen. Om in een dergelijk monumentaal pand eigentijdse funkties te realiseren, vergt een voortdurende inspanning.
Uffelter Binnenveld
•
In het kader van de ruilverkaveling Havelte is de Stichting beheerder van het gehele weidevogelgebied “Meeuwenveen” bij Havelte geworden. Om enerzijds het gebied vochtiger te maken en
Hondstongen
23 anderzijds een integrale nabeweiding mogelijk te maken, zijn alle sloten van dammen met hooggelegen duikers voorzien. Uitvoering vond plaats met steun van de Landinrichtingsdienst.
6
•
Rheebruggen
25
In de leiding Spijk vlak ten •oosten van het landgoed ving dhr. Pannekoek van het IVN vier Kleine modderkruipers. Een zeldzaam visje dat alleen in schoon, stromend water voorkomt. Zo’n vangst zegt veel over de waterkwaliteit van deze watergang en daarmee iets over de binnen het reservaat onlangs herstelde Scheidgruppe die hiermee in verbinding staat.
De Stichting beheert al vele jaren gronden in het beekdal van de Runsloot. Middels een maai- en naweidebeheer heeft verschraling in een groot deel van het reservaat geresulteerd in bloemrijke graslanden met een grote rijkdom aan insekten. De laatste jaren zijn er ook landbouwgronden langs de flanken verworven. Hierdoor kunnen gradiënten worden ontwikkeld en wordt er aan de beekdalgronden betere bescherming geboden. Het zou een heel lange weg zijn om met verschralingsbeheer op die landbouwgronden resultaat te boeken. Daarom is besloten de sterk bemeste bovenste bodemlaag af te graven. Tevens wordt de dwars door de percelen lopende waterleiding onderduikerd, zodat deze de grondwaterstand niet langer zal beïnvloeden.
6
34
ASSEN 19 34
10
22
25 23
EMMEN
HOOGEVEEN MEPPEL 7 7
Drouwenerzand
19
Al vanaf 1982 doet de kudde •Drentse heideschapen probleemloos haar beheerswerk. Tot onze verbazing waren er dit jaar onverwacht veel lammeren, wel 120 stuks op 80 ooien. Zo’n gegeven zegt toch wel iets over de degelijkheid van het beheersmiddel: het heideschaap.
20
Berichten
Een Nieuwe Kijk op het Oude Diep Het onderzoek naar de mogelijkheden voor natuurontwikkeling in het dal van het Oude Diep, waarover in het vorige kwartaalblad werd geschreven, is afgerond. Het resultaat is neergelegd in een rapport met de titel ‘Een Nieuwe Kijk op het Oude Diep’. Deze natuurontwikkelingsvisie is op 14 juni door de voorzitter van ‘Het Drentse Landschap’ aangeboden aan de gedeputeerden voor natuur en landschap en voor milieu, resp. de dames A. Edelenbosch en M. Kool. De gebeurtenis vond plaats als sluitstuk van een kort symposium over het Oude Diep in de Spaarbankhoeve bij Hoogeveen. Een zeventigtal vertegenwoordigers van gemeenten, boermarken, milieuwerkgroepen, natuurbescherming, landbouw, waterschap, bedrijfsleven, rijksdiensten en Provincie woonden de bijeenkomst bij.
In het Natuurbeleidsplan van 1990 was voor het eerst sprake van begrippen als natuurontwikkeling en Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Daarmee werd aangegeven dat er naast behoud het ontwikkelen van nieuwe natuur als beleidsdoel werd gekozen en dat de toekomst van de natuur door grote, samenhangende eenheden gewaarborgd moest worden. Dit leidde tot een hele generatie van nieuwe visies om hieraan vorm te geven. ‘Een Nieuwe Kijk op het Oude Diep’ is er één van. ‘Het Drentse Landschap’ heeft hiertoe het initiatief genomen, omdat er in het stroomgebied van het Oude Diep enkele prachtige natuurgebieden liggen en het nieuwe beleid aanleiding gaf om na te gaan in hoeverre het mogelijk zou zijn hier het verbindende element – het dal van het Oude Diep – in natuurtechnische zin te ontwikkelen. Door de vele cultuurtechnische ingrepen die er hebben plaatsgevonden, vond niet iedereen natuurontwikkeling in het Oude Diep een voor de hand liggende mogelijkheid. Om het beekdal als een geheel te zien, viel niet ieder-
een gemakkelijk. Ondanks dat bleken alle benaderde instanties bereid aan het onderzoek bij te dragen door mee te denken en/of het project financieel te steunen. Het feit dat de visie kon worden uitgebracht, dient vooral te worden toegeschreven aan het Prins Bernhard Fonds, dat als eerste bereid was een substantiële bijdrage voor het onderzoek te verlenen. Ook het Waterschap Middenveld (nu Meppelerdiep), Zuiveringschap Drenthe, Vereniging Natuurmonumenten en later ook Rijk (LNV) en Provincie stelden gelden beschikbaar. Na de presentatie toonde mevrouw Kool zich namens de Provincie ingenomen met het feit dat het onderzoek door een groot aantal organisaties van verschillende signatuur werd gedragen. In haar optiek wordt het tijd dat ook de regio’s zelf de integrale ontwikkeling van hun omgeving ter hand gaan nemen. De Provincie zal zich inspannen hiervoor de diverse fondsen flexibeler dan tot nu toe in te zetten. In dat opzicht heeft de Provincie recent besloten om met een groot aantal instanties
Integrale Gebiedsontwikkeling Oude Diep vorm te gaan geven. Hiervoor is een forse bijdrage van de Europese Unie beschikbaar. ‘Een Nieuwe Kijk op het Oude Diep’ zal daarbij zeker een bruikbare bouwsteen zijn. Bij de afsluiting van de bijeenkomst memoreerde de rentmeester van ‘Het Drentse Landschap’, dhr. Van der Bilt, dat het onderzoek heeft aangetoond dat het Oude Diep bijzondere potenties voor natuur heeft en dat herstel van het beekdallandschap goed mogelijk is. De positieve houding van het waterschap geeft het vertrouwen op medewerking bij de natuurgerichte herinrichting van de beek en de waterhuishouding. Rijk en Provincie werden verzocht het beekdal meer dan voorheen als één geheel te behandelen. De ‘nieuwe kijk’ moet ook vernieuwend werken op oude ideeën. Het zou onwaarschijnlijk positief zijn als Hoogeveen haar stuk van het beekdal een harmonieuzer bestemming zou geven dan die van industrieterrein. Hoogeveen heeft kapitalen uitgegeven om een 800 m lange betonnen
cascade door het centrum te laten meanderen. En dat terwijl aan haar voeten een beek ligt te wachten om weer te doen wat zij behoort te doen: meanderen in een afwisselend landschap. De recreatie als sector wordt uitgedaagd mee te doen aan het ontwikkelen van nieuwe natuur. Meer natuur levert meer mogelijkheden voor recreatie en genereert een nieuwe economische drager in het gebied. De VAM tenslotte heeft met haar GAVI een 21e eeuws ridderkasteel gerealiseerd dat net als de stortheuvels hoog uitrijst boven het Oude Diep. Ontegenzeggelijk beïnvloedt dit het landschap en de leefbaarheid. Door een goed landschapsplan waarin het realiseren van de ‘Nieuwe Kijk op het Oude Diep’ een plaats krijgt, kan de VAM de schade aan landschap en natuur beperkt houden. De natuurontwikkelingsvisie biedt diverse scenario’s die hopelijk tot creatieve plannen zullen inspireren en in de komende decennia vorm zullen krijgen.
Berichten
21
Waterschapsverkiezingen: kies voor natuur- en milieukandidaten Aanstaande november vinden verkiezingen plaats voor de nieuwe besturen van een vijftal waterschappen die door fusies zijn ontstaan: drie waterschappen op het grondgebied van Drenthe en Groningen (Noorderzijlvest, Hunze en Aa, Dollardzijlvest), één Drents waterschap (Meppelerdiep) en één waterschap op de grens van Drenthe en Overijssel (Wold en Wieden). Door straks te kiezen voor kandidaten die extra aandacht vragen voor de natuur- en milieuaspecten van het waterbeheer kunt u ervoor zorgen dat de noodzakelijke verbreding van het waterschapsbestuur tot stand komt.
Nieuwe bestuurscategorie: ingezetenen De Waterschapswet uit 1992 heeft ervoor gezorgd dat iedere inwoner (ingezetene) van de genoemde waterschappen zich kandidaat kan stellen voor een bestuursfunctie. Alleen in waterschap Wold en Wieden kiezen de inwoners van het waterschap deze nieuwe bestuursleden rechtstreeks; bij de andere waterschappen brengen dit jaar de gemeenteraadsleden hun stem op de kandidaten uit. Voor de ingezetenen zijn in elk waterschap een vastgesteld aantal bestuursplaatsen gereserveerd: in de genoemde waterschappen gaat het om 34 bestuurszetels. De nieuwe bestuurscategorie hangt nauw samen met de verruimde taak van de waterschappen. Deze vereist een democratisering van het waterschapsbestuur en dus een gevarieerder bestuurssamenstelling, waar landbouwbelangen minder zullen domineren. De democratisering van het waterschapsbestuur heeft tot gevolg dat elk huishouden in de
genoemde waterschappen zal moeten meebetalen aan het waterschapswerk. Ieder huishouden in de drie provincies zal inmiddels wel zijn verrast door de ‘ingezetenen-omslag’ op de deurmat. Bredere taak waterschap De maatschappij vraagt vandaag de dag van de waterschappen om bij het waterbeheer duchtig rekening te houden met de kwaliteit van natuur en milieu. Het rekening houden met meer belangen dan alleen ‘droge kelders’ en ‘bewerkbare landbouwgrond’ wordt in de waterschapswereld sinds enkele jaren omschreven met de term ‘brede kijk’. Kandidaten met oog voor natuur en milieu De milieufederaties en de terreinbeheerders in Groningen, Drenthe en Overijssel hebben al in een vroeg stadium mensen benaderd met de vraag of ze zich kandidaat willen stellen voor een bestuursplaats. Ook hebben zich mensen spontaan aangemeld. Van degenen waarmee over de
kandidatuur contact is geweest, is te verwachten dat ze door hun betrokkenheid, kennis en ervaring, op een overtuigende en stimulerende manier aandacht zullen vragen voor de natuur- en milieu-aspecten van het waterbeheer. De mensen die zich eind september officieel bij de waterschappen zullen aanmelden als kandidaat genieten de steun en het vertrouwen van de drie milieufederaties, de beheerders van natuurterreinen, waaronder ‘Het Drentse Landschap’en de Waddenvereniging. Kiezen voor natuur en milieu Op de verkiezingen voor de ingezetenen-bestuursleden kunt u, tenminste als u niet toevallig zelf gemeenteraadslid bent, geen directe invloed uitoefenen. U kunt natuurlijk wel raadsleden in uw gemeente vragen om op kandidaten te stemmen die door de natuur- en milieuorganisaties worden ondersteund. Als u in een gemeente in Zuidwest Drenthe woont binnen het waterschap Wold en Wieden kunt u in het najaar wel uw stem laten gelden. De kandidaten voor de bestuurs-
categorieën ‘ongebouwd’ en ‘gebouwd’ worden, zoals gebruikelijk, in alle waterschappen direct gekozen door respectievelijk grond- en huizenbezitters. Als u een huiseigenaar bent en/of een zekere hoeveelheid grond heeft, kunt u bestuurskandidaten kiezen die een deskundige inbreng van natuuren milieubelangen garanderen. Welke mensen verdienen uw steun ? Ruim voor de verkiezingsdatum in november zullen de kandidatenlijsten door de waterschappen worden gepubliceerd. Wie van de kandidaten met steun van de milieufederaties, de terreinbeherende organisaties en de Waddenvereniging de belangen van natuur en milieu in het bijzonder zullen behartigen, kunt u gewaar worden door tegen die tijd even contact op te nemen met ‘Het Drentse Landschap’ of één van de andere organisaties. Half oktober zal een folder beschikbaar zijn met informatie over de ondersteunde kandidaten.
22
Berichten
Aanbieding voor Beschermers Vlees van het Landschap Diversen
•Op Hemelvaartsdag 25 mei, Hemelvaartsdag, vond een door alle regionale radiozenders in Nederland georganiseerde natuurdag plaats. Thema in Drenthe vormde het onderwerp “geredde natuur”. Radio Drenthe organiseerde één en ander samen met Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en ‘Het Drentse Landschap’. De Stichting concentreerde haar activiteiten vooral op het Hijkerveld. Dauwtrap-excursies, rondleidingen, fiets- en wandeltochten, demonstraties van de herder met zijn honden en de vogelkijkhut Diependal. Daarnaast werd er aan de meer van rust houdende fietsers en wandelaars de mogelijkheid geboden om vanuit het Doldersummerveld aktief te zijn. De dag werd bezocht door enige honderden deelnemers. van de Commissaris •vanBezoek de Koningin Op 2 juni mocht de Stichting dhr. A.L. ter Beek die enkele maanden geleden tot Commissaris van de Koningin in Drenthe werd benoemd, op het rentambtkantoor ontvangen. Het betrof een kennismakingsbezoek. Er vond een korte rondleiding door het kantoor plaats waarbij medewerkers en bestuursleden werden voorgesteld. Onze voorzitter, mevr. Hollema, heette de Commissaris welkom in een korte toespraak waarin zij de
positie van de Stichting binnen de natuur- en landschapsbescherming aangaf. De rentmeester gaf vervolgens kort aan hoe de Stichting als beheersbedrijf functioneert. Gedurende de tweede helft van de middag werd de Commissaris rondgeleid over het Hijkerveld. De grootsheid van het open heidelandschap, de demonstratie van de scheper met zijn schapen en honden en de ervaring van de vogelkijkhut Diependal spraken voor zich. De Commissaris gaf er blijk van deze confrontatie met natuur- en landschapsbeheer bijzonder gewaardeerd te hebben. CDA-fractie •HetGesprek bestuur van de Stichting streeft ernaar om met de verschillende fracties van Provinciale Staten eens van gedachten te wisselen over zaken betrekking hebbend op natuur- en landschapsbescherming. Op 14 juni werd een afvaardiging van de CDA-fractie op het rentambt ontvangen. Bijna twee en een half uur werd op een openhartige en zakelijke manier gesproken over de relatie landbouw en natuur, de verhouding tussen aankoop en beheer en andere zaken die het bestaande natuurbeleid betreffen. De Stichting hoopt de voltallige fractie nog dit jaar bij een werkexcursie de resultaten van haar werk te kunnen tonen.
•
Voor het beheer van haar natuurgebieden maakt ‘Het Drentse Landschap’ gebruik van schapen, Limousin- en Schotse Hooglanderrunderen. Ieder najaar wordt, na selectie, een aantal dieren verkocht. De kwaliteit van het vee is van dien aard dat het geproduceerde vlees tot het minst belaste en meest smakelijke behoort dat er te vinden is. Verkoop vindt dan ook hoofdzakelijk plaats aan de slager/groothandel die zijn dieren betrekt van biologische bedrijven. Voor de Stichting moet het produceren van dit kwalitatief hoogwaardig vlees gezien worden als een bijkomend beheerseffect. U, als beschermer van het Drentse landschap, wordt de mogelijkheid geboden van dit vlees te genieten, door één of meer vleespakketten te bestellen voor uw diepvries. Een pakket bestaat o.a. uit gesorteerd gesneden vlees, gehakt en soepbeenderen. De prijs voor een Limousinpakket of Hooglanderpakket van 30 kg bedraagt ƒ. 420,–. Een Drents heidelam kost ƒ. 140,–, een Schoonebeker lam kost ƒ. 175,–. U dient zelf het vlees af te halen in Anloo en in porties te verpakken. De dieren worden in oktober en/of november geslacht. Mogelijk heeft u ook kennissen of buren die in een kwalitatief hoogwaardig vleespakket geïnteresseerd zijn. Voorwaarde is wel dat men beschermer moet zijn, of dit moet worden (minimaal bedrag ƒ. 30,– per jaar). Hooglandervlees is beperkt beschikbaar. Indien dit niet meer voorradig is komt u in aanmerking voor Limousinvlees. Alle aanvragen worden behandeld in volgorde van binnenkomst en zolang de voorraad strekt. De uiterste inzenddatum is 30 september 1995. Na binnenkomst van uw aanmeldingsformulier ontvangt u een nota die u tijdig, voor het afhalen van het vleespakket, dient te voldoen. Op de nota staat tevens de afhaaldatum en tijd. Indien dit problemen geeft wordt u verzocht contact op te nemen met het kantoor. Op bijgaande bon kunt u uw bestelling kenbaar maken. Deze zenden aan Stichting ‘Het Drentse Landschap’, Kloosterstraat 5, 9401 KD ASSEN. Voor nadere informatie kunt u tussen 10.00 en 12.00 uur naar het kantoor bellen. Aaltje Stroetinga begeleidt één en ander, tel. 05920-13552. Bestellen vóór 30 september a.s.
23
Agenda 1995
Algemeen
Schaapskudde Hijkerveld De schapen vertrekken met de herder om 09.30 uur naar de heide en komen om 16.30 uur terug bij de kooi. De schaapskooi is te bereiken vanaf het dorp Hijken via de Leemdijk.
16 t/m 24 sept.
Week van het Landschap Het programma staat elders in dit blad.
za. 23 en zo. 24 sept. 09.30 - 16.00 uur
Wedstrijden schapen drijven met honden bij de schaapskooi op het Hijkerveld. Zaterdag zijn er promotiewedstrijden voor jonge honden en zondag vinden er de kwalificaties voor de Europese Kampioenschappen plaats. Ook de schaapsherder van ‘Het Drentse Landschap’, Tjitse Terpstra, zal aan de kwalificaties deelnemen. De schaapskooi is te bereiken vanaf Hijken via de Leemdijk.
zo. 8 okt. 14.00 uur
Wandeling door de Gasterse Duinen met gidsen van het I.V.N. Vertrekpunt is de parkeerplaats aan de weg van Gasteren naar Oudemolen
za. 14 okt. 14.00 uur
Wandeling over het Bouwersveld en de Vledderhof onder begeleiding van I.V.N.-gidsen. Startpunt is de picknick/dagcamping op de hoek van de Storklaan en de Solweg,halverwege Vledder en Doldersum.
zo. 29 okt. 10.30 uur
Paddestoelenexcursie door de Vossenberg onder leiding van Eef Arnolds van het Biologisch Station Wijster. Vertrekpunt is brug no. 4 over het Linthorst-Homankanaal (de weg van Wijster richting Mantinge)
di. 26 dec. 10.00 uur
Winterwandeling over het Hijkerveld
Vogelkijkhut Diependal Tot en met 1 oktober is de hut op zaterdagen en zondagen van 10.00 tot 18.00 uur vrij toegankelijk. De hut is te bereiken via de Zwarte weg, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’. In kwartaalblad nr. 4 heeft een uitgebreid artikel over dit watervogelreservaat gestaan.
De boswachterswoning van Kremboong deed dienst van 1887
foto: Harry Cock
tot de afbraak van het bos in de oorlogsjaren.
Voor alle activiteiten geldt dat honden niet mee mogen; ook niet aangelijnd!
24 Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:
•
Koninklijke BOOM PERS Meppel 05220-66111
•
Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext 05926-2620 Grond-, weg- en waterbouw
•
Bouwbedrijf H. POORTMAN Veeningen (Zuidwolde Dr.) 05289-1482 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw
•
IWACO Groningen 050-214214 Adviesbureau voor water en milieu
•
KUIK Assurantiën Beilen 05930-25600 Assurantie- en pensioenadviseurs. Lid NVA. NEN-ISO 9002
•
GRONTMIJ DRENTHE Assen 05920-42971 Advies- en ingenieursbureau
•
ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen 05130-34567 Ingenieursbureau
•
ABN AMRO BANK N.V. Assen 05920-33300 District Drenthe
•
N.V. EDON (Holding EGD en IJsselmij) Zwolle 038-554134 Energiebedrijf en kabelexploitant
•
NAM Assen 05920-62074 Aardoliemaatschappij
•
Havesathe ‘DE HAVIXHORST’ De Wijk 05224-1487 Hotel - Restaurant
•
NV Waterleidingmaatschappij ‘DRENTHE’ Assen 05920-95555 Water, het wonder uit de kraan
•
Buro HOLLEMA Rolde 05924-1313 Tuin- en landschapsarchitekten BNT
•
VAM Wijster Wijster 05936-3924 Hergebruik en (eind)verwerking van afvalstoffen
•
HOLLAND CASINO Groningen Groningen 050-123400 Prominent in uitgaan
•
HEIDEMIJ ADVIES BV Regio Noord/LB&P Ecologisch Advies BV Assen 05920-92111 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie)
Colofon Uitgave Stichting Het Drentse Landschap Kloosterstraat 5 9401 KD Assen Tel. 05920-13552 Fax 05920-18089 Bankrek. nr. 43.97.50.962 Postbanknr. 19 45 729 Vormgeving Albert Rademaker bNO Annen Zetwerk Von Hebel bv Groningen Lithografie Repro Groningen Groningen Druk en afwerking Boom Pers Drukkerijen BV Meppel