Het Drense Landschap
Kwartaalblad juni 1998 no. 18
De Wolden
18
2 Kwartaalblad van de Stichting Het Drentse Landschap
Uitgave Stichting ‘Het Drentse Landschap’ Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52 / Fax (0592) 31 80 89, E-mail:
[email protected] Homepage: http://home-2.worldonline.nl/~drents Bankrek. nr. 43.97.50.962 / Postbanknr. 19 45 729 Redactie E.W.G. van der Bilt, B.R.W. Grevink, J.D.D. Hofman, J.G. Schenkenberg van Mierop, B. Zoer
3
Kom er even voor zitten
Vormgeving Albert Rademaker BNO, Annen
— bestuursberichten
Pre-Press Von Hebel bv, Groningen Lithografie Arfo, Groningen
4
De Wolden... natuurlijk
Druk en afwerking Boom Pers Drukkerijen BV, Meppel
— terreinbeschrijving B. Helmig, G.J. Stoeten 11
Salamanders
Omslag Zanddijk, De Wolden (Harry Cock) ISSN 1380-3263
— jeugdrubriek Geert de Vries 15
De Valkenhof
— wandelroute Bertus Boivin/Eric van der Bilt 17
Breevenen: kansen voor de natuur
18
Levend Landschap
— natuur en landschap Eric van der Bilt 22
Zwarte els
— flora en fauna Joan D.D. Hofman 25
Kortweg
— berichten 27
Agenda
Overname van artikelen met bronvermelding is toegestaan. De inhoud van de bijdragen van gastschrijvers weerspiegelt niet noodzakelijk de opvattingen van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het Drentse Landschap is een uitgave van de Stichting ‘Het Drentse Landschap’. Het geeft informatie over de terreinbezittingen en activiteiten van de Stichting. Het blad verschijnt viermaal per jaar, bij het wisselen der seizoenen en wordt gratis toegezonden aan de Beschermers van het Landschap. Beschermer kan men worden door bijgevoegde kaart in te vullen en te verzenden. Minimale bijdrage ƒ 30,– per jaar. (Vanaf 1999 ƒ 35,–) Beschermer voor het leven ƒ 500,– (Vanaf 1999 ƒ 750,–) Als u ‘Het Drentse Landschap’ extra wilt steunen dan kan dat op de volgende wijze: Lijfrente-termijnen In plaats van uw begunstigersbijdrage. Dit is een voor de Inkomstenbelasting aftrekbare periodieke bijdrage (minimaal 5 jaar), die u met een eenvoudige notariële acte toezegt. De kosten van de acte worden door ‘Het Drentse Landschap’ betaald. Nadere informatie bij het bureau van de Stichting. Giften Voor minimaal 1% en maximaal 10% van uw onzuiver inkomen zijn giften aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Legaten of erfstellingen Tot een bedrag van ƒ. 16.167,– (voor 1998) is ‘Het Drentse Landschap’ geen successierechten verschuldigd. Voor grotere bedragen geldt voot ‘Het Drentse Landschap’ het speciale lage tarief van 11% over het gehele bedrag.
Bestuursberichten
3
Kom er even voor zitten Het was frontpaginanieuws voor alle Noordelijke dagbladen: over het plan Langman was een akkoord bereikt. De drie commissarissen der Koningin: Ter Beek, Hermans en Alders straalden ons tegemoet en met reden. Dankzij hun niet aflatende inzet krijgt het Noorden tot 2006 een miljardenimpuls. Goed nieuws, natuurlijk. Met voldoende financiële middelen ontstaan ineens talloze mogelijkheden. Ook voor Drenthe. Nu kunnen eindelijk dromen gerealiseerd worden. Laten we alleen hopen dat het mooie dromen zullen zijn. Geen dromen die slechts werkelijkheid kunnen worden met behulp van veel asfalt, beton en steen. Geen dromen die het authentieke Drenthe ernstig aantasten. Geen dromen waarbij de natuur en het landschap de grote verliezers zijn. Een betere infrastructuur, meer werkgelegenheid, meer woningen. Dat
willen we niet en kunnen we trouwens ook niet tegenhouden. Maar laten we daarbij toch niet uit het oog verliezen waarom er zoveel Nederlanders graag in Drenthe willen wonen en waarom er zoveel Nederlanders graag in Drenthe komen recreëren. Dat is toch vooral vanwege de rust, de ruimte en het groen dat men elders in het land vaak zo node mist. Omdat men met de auto of bus vanuit iedere willekeurige plek in Drenthe binnen een kwartier midden in de natuur kan staan. Men er vele kilometers lange wandel- en fietstochten kan maken in een uitermate afwisselend landschap, waar het soms lijkt of de tijd heeft stilgestaan. Compromissen zullen nodig zijn, veranderingen onvermijdelijk. Maar laten die veranderingen dan toch vooral zorgvuldig plaatsvinden, met respect en met liefde voor het landschap. Zodat er iets wezenlijks toegevoegd wordt en
niets wezenlijks aangetast. Er kan in Drenthe nog veel verbeteren op het gebied van natuur en landschap en er zijn nog volop kansen voor nieuwe natuur. Bij de besteding van die zo zwaar bevochten miljarden moeten groei en groen geen tegenstelling worden. Juist de balans ertussen is belangrijk. Laten we ook na 2006 nog uit de grond van ons hart kunnen zeggen: Ter Beek, Hermans, Alders...........bedankt!
Aleid Rensen Voorzitter Stichting ‘Het Drentse Landschap’
GROEN i
4
Terreinbeschrijving
De Wolden... natuurlijk!
B. Helming, G.J. Stoeten *
Aanleiding
De regio Groningen - Assen is op het moment sterk in beweging. Eind 1996 is een regionale ontwikkelingsvisie, gericht op het jaar 2030, opgesteld voor geheel NoordDrenthe en het gebied rond Groningen. Met de visie is de discussie geopend, onder andere over de vraag waar woningbouw, bedrijvigheid, infrastructuur en waterwinning gepland moeten gaan worden, hoe nieuwe woonvormen eruit zouden kunnen zien en waar ruimte moet blijven voor natuur en landschap. Het beekdalgebied De Wolden ligt midden in dit plangebied. Eén van de doelstellingen van de ontwikkelingsvisie is dat de concurrentiepositie van de regio Groningen duidelijk in beeld wordt gebracht. Daarbij is de vraag aan de orde: Waarin onderscheidt de regio Groningen zich van vergelijkbare regio’s? De onderscheidende kwaliteiten moeten maatgevend zijn voor de ontwikkeling van de regio. Door het onderzoeksproject De Wolden, uitgevoerd in 1994, is meer zicht ontstaan op de kwaliteiten en ontwikkelingsmogelijkheden van het benedenloopse deel van het Eelderen Peizerdiep. Kenmerkend is het waterhuishoudkundig systeem waarin veel natuurlijke processen nog intact zijn of hersteld kunnen worden. Juist in combinatie met de grote, relatief lege ruimte biedt dat ongekende kansen voor zogenaamde begeleid-natuurlijke natte natuur. In de Gebiedsvisie Noordenveld, een nadere uitwerking van het Natuurbeleidsplan voor dit gebied, is dat ook onderkend als de meest gewenste ontwikkelingsrichting. In dat licht moeten de voorstellen voor waterwinning en woningbouw uit de Regiovisie Groningen - Assen 2030 heel kritisch worden beoordeeld. We willen u in dit artikel meenemen op een tocht door dit nog fictieve , maar realiseerbare natuurgebied. Recente geschiedenis
Vanaf het einde van de 19e eeuw kreeg de mens meer mogelijkheden de waterhuishouding in dit van oorsprong natte gebied te reguleren. Door bemaling van de Zuidermaden, de Weehorst, de Eelderwolderpolder, de Peizer- en Eeldermaden werden grondwaterpeilen beheersbaar. Ook de afwateringssloot de Gouwe werd in de vorige eeuw gegraven. In de ruilverkavelingen van de 60’er en 70’er
foto: Harry Cock
Zuidwestelijk van de stad Groningen ligt een landschap dat eigenlijk wat ondrents aandoet. Het is het gebied aan de noordrand van het Drents Plateau waar de zand-, keileem- en potkleigronden overgaan in het uitgestrekte en natte veenweidegebied tussen het Paterswoldse meer en het Leekstermeer. Van zuid naar noord zoeken het Peizer- en Eelderdiep hun weg richting Groningen. Behalve rust en openheid herbergt het gebied bijzondere kansen voor natuur, zoals overduidelijk is gebleken uit onderzoek dat in opdracht van ‘Het Drentse Landschap’ en de Vereniging Natuurmonumenten door het van Hall Instituut is uitgevoerd. ‘De Wolden’ staat voor een gebied van ongeveer 3.000 hectare, omvattende de beekdalen van het Peizerdiep vanaf Roden en het Eelderdiep vanaf Bunne. In dit artikel wordt een indruk gegeven van het gebied zoals u zich dat in de meest natuurlijke situatie voor zou kunnen stellen. Vrijwel nergens in Drenthe blijken de kansen voor het op grote schaal laten ontstaan van spontane natte natuur, inclusief de daarbij horende bijzondere fauna, zo goed als hier. Om die kansen te benutten, zal De Wolden een duidelijke plaats moeten krijgen binnen de toekomstige ontwikkelingen zoals verwoord in de Regio-Visie Groningen -Assen 2030.
Terreinbeschrijving
foto: Harry Cock
6
jaren is de verkaveling en waterhuishouding van het gehele gebied gewijzigd. Het Peizerdiep werd rechtgetrokken en in kaden gelegd. Ter hoogte van Schelfhorst is de waterafvoer van het Oude Eelderdiep afgekoppeld naar het nieuw gegraven Omgelegde Eelderdiep. Het Oude Eelderdiep heeft haar oorspronkelijke meandering behouden maar vrijwel al het water gaat via de oostelijke omleiding. Na de ruilverkavelingen zijn de natuurgebieden teruggebracht tot verspreid gelegen kleine reservaten. Door de lage grondwaterstand in het omliggende gebied is het onmogelijk in de reservaten de voor natuur gewenste hoge grondwaterstand met kwel in het maaiveld te realiseren. De meest natuurlijke situatie
Het hoofddoel van het onderzoek was: het in kaart brengen van de ontwikkelingsmogelijkheden voor natuur in de ‘meest natuurlijke situatie’. Binnen dit kader is voor een aantal zoogdier- en vogelsoorten bekeken of en in welke aantallen ze voor zouden kunnen komen. In de meest natuurlijke situatie bepaalt niet de mens hoe het landschap eruit komt te zien. De structuur van het landschap wordt volledig gevormd door landschapsecologische processen. Daarbinnen staat de rol van het water centraal. Een kernvraag in het onderzoek was dan ook: Hoe ziet een ongestoord waterhuishoudkundig systeem eruit? Om daarop een antwoord te geven zijn de randvoorwaarden die vanzelfsprekend worden bepaald door functies als wonen, landbouw en infrastructuur voor de gelegenheid terzijde gelegd. Deze niet voor de hand liggende maar blikverruimende aanpak maakt het mogelijk de effecten van de volgende maatregelen na te gaan:
- alle kunstwerken en kaden, waaronder die langs het Peizerdiep, worden verwijderd - bemaling van de polders wordt gestopt - het Omgelegde Eelderdiep verliest haar watervoerende functie - stoppen met het schonen van sloten, waardoor deze verlanden In de geschetste situatie ontstaat in het volledige gebied vrije afstroming op het Koningsdiep bij het Groningse Hoogkerk. Door het opheffen van het afwateringssysteem, meandering van de beken en de ontwikkeling van een dichte moerasvegetatie zal door het gebied zelf een aanzienlijke afstromingsvertraging worden veroorzaakt. Sturende factoren
Belangrijke processen, die in de meest natuurlijke situatie voor landschappelijke variatie zorgen en bosvorming plaatselijk verhinderen, zijn stromend oppervlaktewater, stagnatie van grond- of neerslagwater en begrazing. De beken krijgen weer de ruimte hun eigen weg te zoeken. Door de invloed van het stromende water wordt plaatselijk land weggespoeld terwijl het op andere plaatsen weer aangroeit. Op dit soort plaatsen begint de plantengroei weer van voren af aan. In natte perioden kunnen de beken vrij buiten hun oevers treden en zorgen voor grote watervlakten en uitgestrekte plas-drassituaties. Zaden van bomen en struiken kunnen onder die omstandigheden niet kiemen. De regelmatige overstromingen vanuit de beek verhinderen daardoor plaatselijk dat bosvorming optreedt. In de oude situatie vloeit toestromend kwelwater voor een groot deel direct naar de poldersloten en wordt uitgemalen. Door het dempen van poldersloten en de verhoging van het oppervlaktewaterpeil verandert de stroming van het grondwater (kwel). Kwel wordt afgebogen naar de flanken van het gebied en de zuidelijke delen van de beekdalen. Het grondwater kan nu beter tot in het maaiveld reiken, wat bijzondere kansen biedt voor het plantenleven. Delen die constant verzadigd zijn met stagnerend kwelwater blijven open en bieden prima kansen voor trilveen- en schraallandvegetaties. Op plaatsen waar geen factoren zijn die bos- en struweelvorming verhinderen, kunnen zich loofbossen ontwikkelen.
Terreinbeschrijving
GRONINGEN
iep rd lde Ee de leg ge ep rdi Om de Eel
Gouwe
rdiep Peize
Door de grote variatie in bodemtypen en vochthuishouding is een rijke schakering van loofbostypen te verwachten, variërend van natte Elzenbroekbossen tot wat drogere Eiken-beukenbossen. Binnen het toch al gevarieerde landschap zorgen tal van diersoorten met hun graaswerk voor een verdere verfijning van de landschappelijke structuur. Door de invloed van water en grazers kan ongeveer de helft van De Wolden ook op de lange duur openblijven.
7
RODERWOLDE
PATERSWOLDE
PEIZE
Landschapsstructuur en waarde voor de fauna
Inzicht in de toekomstige processen maakt het mogelijk een beeld te schetsen van het landschap. Dat wil zeggen van de verschillende typen natuur (ecotopen) met hun oppervlakte waaruit het landschap is opgebouwd. Deze kennis maakt het mogelijk de vraag welke planten en dieren in een dergelijk landschap verwacht mogen worden te beantwoorden. Voor de dieren kan vervolgens ook nog een indicatie van het aantal individuen worden gegeven.
RODEN
EELDE
Beken Mogelijk toekomstbeeld
Waterlopen / Open water Verlandingsgemeenschappen / Rietlanden / Grote zeggelanden / Rietruigten Trilvenen Blauwgraslanden Dotterbloemhooilanden Veenmosrijke en kruidenrijke struwelen Elzenbroekbossen Vochtige rijke loofbossen
Roerdomp
Foto Natura / Wim Klomp
De beken met een gezamenlijke lengte van meer dan 20 kilometer zijn de verbindende linten in het landschap. In het stromende water bestaat het plantenleven vooral uit ondergedoken waterplanten als Glanzig en Doorgroeid fonteinkruid. Aan weerszijden worden de beken begeleid door rijk begroeide oevers. In deze omgeving ontstaan prima leefkansen voor de Otter. Het heldere stromende water is prima viswater en in het dichte riet en struweel kan de Otter rusten en ongestoord de jongen grootbrengen. Een oeverbewoner die de laatste jaren weer opgang maakt, is het grootste knaagdier van Europa; de Bever. Vanuit de Biesbosch en de Gelderse Poort is een verdere uitbreiding langs de IJssel via de Weerribben naar Noord-Nederland zeker niet ondenkbaar. Het voorkomen van de Bever is steeds gekoppeld aan oevers langs open water. Vooral daar waar de beken loofbossen en wilgenstruweel doorsnijden kan de Bever prima uit de voeten. Wilgen, Zwarte els, Vogelkers, Es maar ook waterplanten en wortelstokken bieden een rijk menu. Af en toe een omgeknaagde boom in de beek of een dammetje kan zorgen voor verrassingen.
Terreinbeschrijving
Open water en rietzeggenmoeras
Vooral het Peizerdiep ligt opvallend vlak in het landschap. Als gevolg daarvan kunnen de oeverlanden over een groot traject gemakkelijk overstromen. Langs het Eelderdiep gebeurt hetzelfde maar wel op veel bescheidener schaal. Vanaf de bovenstroomse delen voeren de beken slibdeeltjes mee die bij overstromingen op de oevers bezinken. Voor tal van steltlopers, eenden en ganzen biedt de voedselrijkdom een uitgelezen foerageer- en rustgebied tijdens de trek. Wintergasten als Grote zaagbekken, Nonnetjes, Kuifeenden en Smienten zullen alleen maar in aantal toenemen. In de vroege zomer mogen ook Groenpootruiter en Zwarte ruiter worden verwacht. De open watervlakten liggen in een grofschalig mozaïek met rietmoerassen en grote zeggenlanden. In totaal kan het gaan om een oppervlakte van 600 hectare of meer. In de laagste delen in directe verbinding met de beek bestaan de vegetaties uit Riet, Liesgras, Lisdodden en Mattenbies. Hier zal het mannetje van de Roerdomp zich alleen verraden door zijn doffe ‘misthoorn-roep’. De Woudaap, die in Nederland dramatisch is achteruitgegaan, vindt hier een foerageer- en broedbiotoop. Bijzondere aandacht verdient de prachtige Purperreiger, een soort die zich schuilhoudt in dichte rietvegetaties en lage bosjes waar ook de broedkolonies worden gevestigd. Voor de Purperreiger die nationaal en internationaal onder druk staat kan De Wolden van uitzonderlijke waarde zijn. Iets verder van de beek komen kruidenrijke gemeenschappen voor van grote zeggen met Pluimzegge, Noordse- en Stijve zegge. De ‘s winters overstroomde grazige gebieden vormen een uitstekend broedgebied voor de kritische weidevogels. De baltsplaats aan de oostpunt van het Leekstermeer waar tientallen Kemphaantjes voorheen hun toernooien uitvochten is nu verlaten. In de Wolden ontstaan nieuwe mogelijkheden. Dat geldt ook voor de Watersnip en de Kwartelkoning die hier nog af en toe opduikt. Regelmatig zal het luchtruim boven deze vlakten, waar het wemelt van kleine zoogdieren en zangvogels, worden gesierd door de verschijning van de Grauwe en Blauwe Kiekendief.
Foto Natura / Do van Dijk
8
Grondwatergevoede zone
In de zone noordoostelijk van Peize is en blijft kwel de belangrijkste sturende factor. Hier liggen de dotterbloemhooilanden, kleine- en grote zeggenmoerassen in de huidige reservaten Broekenweering, Beelestukken en Broekstukken. Kansen voor zeldzame zeggen als Paardenhaarzegge en Vlozegge en andere zeldzame soorten als Waterdrieblad, Moeraskartelblad en Vleeskleurige orchis kunnen worden gehandhaafd door een hooilandbeheer. Voor de ontwikkeling van zeer bijzondere trilvenen is het graven van petgaten hier de aangewezen weg. Doordat de sterke ontwatering van de omgeving is opgeheven kan Krabbescheer hier wellicht weer groeien. Voor de sierlijke Zwarte stern bieden de eilandjes van Krabbescheer ideale nestgelegenheid. Kleine zoogdieren als de Waterspitsmuis horen bij uitstek thuis in dit soort biotopen. De wat dieper ingesneden delen van de beekdalen zuidelijk in de Wolden worden nu gekenmerkt door het voorkomen van Waterviolier, Holpijp, Moerasspirea en Lidsteng. Op de madeveengronden ontstaan, onder invloed van opkwellend grondwater, kansen voor blauwgraslanden. Het kan zelfs gaan om enkele honderden hectares. De grazige en bloemrijke vegetatie wordt opengehouden door grazers die vanuit de beschutting van de bossen op de hogere flanken in de dalen komen weiden. Dit extensief begraasde landschap voldoet aan de natuurlijke eisen die Grutto, Tureluur maar ook Kemphaan en Watersnip stellen. Goudgele rietkragen en hier en daar enkele Zwarte elzen geven de vrije loop van de beek aan.
De Wolden
gedruis van de bronst in het najaar en de roedels met kalfjes in mei-juni maken het gebied meer compleet.
Struwelen en broekbossen
Struwelen maken deel uit van de verlanding in laagveengebieden. De waarde is vooral gelegen in de rust- en broedmogelijkheden voor vogels. Natte struwelen kunnen voor de Purperreiger dienen als nestelplaats. Overdag kan de schuwe Kwak hier rusten en in de avondschemering de beekvlakten opzoeken om te fourageren. Op locaties met grondwaterinvloed en een venige/moerige bodemlaag op de minerale ondergrond ontwikkelen zich op uitgebreide schaal Elzenbroekbossen. Dit eindstadium van de vegetatieontwikkeling kan een oppervlakte van meer dan 1.000 hectare bereiken. De plaatsen corresponderen vaak met die plekken waar oude plaatsnamen als Peizerwold, Eelder- en Roderwolde en Weeringsbroeken nog aan natte bossen herinneren. Bijzonder is de variatie aan bostypen in De Kleibosch juist ten oosten van het kleinschalige cultuurlandschap van Roderwolde. In de ondergroei van het Eiken-haagbeukenbos, Elzenbroekbos en Eiken-berkenbos komen Zwarte bes en de roodgekleurde Aalbes voor.
Oppervlakten en vitale populaties
Zowel voor zoogdieren als voor vogels is het erg belangrijk dat leefgebieden voldoende omvang hebben. De overlevingskans van een lokale populatie is namelijk sterk gekoppeld aan het areaal van het leefgebied van die populatie. Verder speelt de kwaliteit van het leefgebied een belangrijke rol. Deze twee factoren samen bepalen hoeveel individuen van een bepaalde soort het leefgebied kan herbergen. Voor een zogenaamde vitale populatie is een bepaald minimum aantal individuen vereist. Uit het onderzoek is gebleken dat vitale populaties bereikt kunnen worden voor o.a. Edelhert, Waterspitsmuis, Purperreiger, Lepelaar, Krooneend, Roerdomp, Kemphaan, Grote karekiet, Porseleinhoen, Snor en Baardmannetje. Voor Otter en Bever bestaan goede mogelijkheden in samenhang met de in gang gezette ontwikkelingen in Roden-Norg, Drentse Aa, Hunzedal en Midden-Groningen.
De hogere zandruggen bestaan afwisselend uit bodems zonder en met keileem. Onder natuurlijke omstandigheden ontwikkelt zich hier respectievelijk vochtig Elzen-eikenbos en Wintereiken-beukenbos. Dit soort bossen komt onder andere voor op en om landgoed De Braak bij Paterswolde. Overdag verblijven Rosse- en Meervleermuizen in de holten van oude bomen. ‘s Avonds vliegen ze uit om voedsel te zoeken boven de open delen van de beekvlakte van het Peizer- en Eelderdiep. Uitbreiding van dit soort bossen en halfopen parklandschappen met honderden hectares pakt ook voor zeldzame soorten als de Vale Vleermuis en Franjestaart goed uit. In de bossen kunnen naast grote aantallen Reeën ook aanzienlijke aantallen Edelherten voorkomen. We kennen de soort vooral van de droge Veluwe maar van oorsprong is het een soort die floreert in bossen afgewisseld met beekdalgebieden en moerassen. De vitale populatie van de Oostvaardersplassen vormt een goed voorbeeld. Door het afgrazen van de vegetatie kan een populatie herten haar eigen ideale gebied in stand helpen houden. Ook het
foto: Harry Cock
Drogere loofbostypen
9
10
Terreinbeschrijving
Conclusie
foto: Harry Cock
Juist wanneer het gebied volledig tot ontwikkeling wordt gebracht heeft het ongekende potenties. Om de meest natuurlijke situatie zoveel mogelijk te benaderen is het essentieel dat de hydrologische en ecologische relaties, ook met de omgeving, in stand blijven. Langs de Hunze en om het Zuidlaardermeer neemt de ontwikkeling van natte natuur een hoge vlucht terwijl in de benedenloop van de Drentse Aa sinds kort weer ruimte is gecreëerd voor aanzienlijke overstromingen. In het kader van de Herinrichting Roden-Norg wordt gewerkt aan een zo natuurlijk mogelijke inrichting van de bovenstroomse delen van het Peizerdiep. De reservaatsvorming en ontwikkeling van natuur rondom het Leekstermeer is een feit, wat ook geldt voor het noordelijke gebied van het Reitdiep. Het zou zeer nadelig zijn waardevolle en noodzakelijke verbindingen tussen deze gebieden af te snijden door woningbouw en wegen. Juist een grote eenheid natte natuur op de overgang van het Drents Plateau naar het Groninger land kan bijdragen aan een leefmilieu van een kwaliteit die de regio Groningen - Assen onderscheidt van vergelijkbare regio’s in Nederland.
* B. Helming, lid van het Algemeen Bestuur van ‘Het Drentse Landschap’ en G.J. Stoeten zijn medewerkers van het van Hall Instituut.
Literatuur Buijs, R. (1995) Hydrologische modellering van ‘de Wolden’ HDL/NM/VHI Eisses, R. (1995). Hydrologie en vegetatie in ‘de Wolden’. HDL/NM/VHI Hoekema, F. (1995) Avifauna in de Wolden, mogelijkheden in de toekomst. HDL/NM/VHI Stoeten, G.J. (1995) Zoogdieren in de Wolden Natuurlijk!, mogelijkheden in de toekomst
Natuurlijk Geert de Vries*
Drie verschillende woningen
Salamanders
•
Het voorjaarsverblijf In april kruipen de salamanders uit hun winterverblijf en gaan naar het water. Ze zoeken bij voorkeur een klein vennetje of poel op waar geen vis in zit. Salamanders ‘weten’ dat vissen erg snel zijn, waardoor ze gemakkelijk gepakt kunnen worden. Wanneer de vrouwtjes al hun eitjes hebben gelegd, gaan ze in de voorzomer weer het land op.
Als iemand zegt dat hij een salamander over een zandpad zag rennen, dan kun je gerust zeggen dat het een hagedis is geweest. Salamanders en hagedissen worden vaak met elkaar verward. Een hagedis leeft in een droog en een salamander in een vochtig gebied. Even voorstellen
•
De Kleine watersalamander Dit is de kleinste en meest algemene soort. Hij komt in elke Drentse gemeente voor in allerlei slootjes, vennen en poelen.
•
Het zomerverblijf Salamanders leven ‘s zomers meestal in een bos of een houtwal. Veel kans op een ontmoeting is er niet omdat ze vooral ’s nachts op zoek gaan naar wormen en andere diertjes die bewegen. Ze hebben altijd een vochtige omgeving nodig om te voorkomen dat hun dunne huid uitdroogt.
•
De Alpenwatersalamander In Zuid Nederland komt de Alpenwatersalamander bijna overal voor. In Drenthe komt hij maar in een paar gemeenten voor, zoals bijvoorbeeld in Assen.
De Kamsalamander Vooral in Zuidwest Drenthe zijn nog poelen waar deze zeldzame en bedreigde soort voorkomt.
foto’s: Geert de Vries
•
•
Het winterverblijf In de herfst zoeken salamanders een plek op waar het niet kan vriezen. Vaak is dat een plek onder dood hout of in een verlaten muizenholletje. In het voorjaar worden ze wakker en gaan weer naar het water.
•
Jeugdrubriek
De voortplanting Het duurt drie tot vijf jaar voordat salamanders volwassen zijn. Pas dan gaan ze het water in om verkering te zoeken. Wanneer een vrouwtje een geschikt mannetje heeft gevonden, volgt er geen paring zoals bijvoorbeeld wel bij hagedissen gebeurt. Toch komen er elk jaar jonge salamanders. Ra, ra, hoe kan dat? Als een mannetje en een vrouwtje ‘verliefd’ op elkaar zijn geworden, dan legt het mannetje een pakketje zaad (sperma) op de bodem. Het vrouwtje stopt dit pakketje met haar achterpoten in haar lichaam. Voordat de eitjes het lichaam verlaten wordt er steeds een zaadje aan toegevoegd. De bevruchting vindt dus plaats terwijl er geen mannetje in de buurt hoeft te zijn. Salamanders leggen de eitjes niet massaal bij elkaar zoals kikkers dat doen. De eitjes worden één voor één op waterplanten afgezet. Met een beetje ‘lijm’ vouwt het vrouwtje een blaadje dubbel, zodat het eitje bijna onzichtbaar is voor vijanden. Een vrouwtje kan in een seizoen wel 200 eitjes leggen.
•
Jonge salamanders Van al die jonge salamanders wordt er per jaar gemiddeld hooguit één volwassen. Veel worden opgegeten door vissen zoals stekelbaarsjes. Ook libellenlarven, roofkevers en... salamanders eten graag jonge salamanders. Jonge salamanders hebben kieuwen en halen dus zuurstof uit het water. Na een paar maanden krijgen ze longen. Dan verlaten ze het water en komen pas na enkele jaren als volwassene terug in het water. Archief HDL
12
•
Toekomst Het ging slecht met de salamanders omdat veel water was vervuild. Ook waren veel gebieden te droog geworden. Ze hebben niet alleen schoon water en een vochtige omgeving nodig. Ook mogen de drie verschillende woonverblijven niet verder dan 400 meter van elkaar liggen. Veel natuurbeschermers zijn nu samen met de provincie en gemeenten bezig om meer en schoner water in de Drentse natuur te krijgen. Daardoor ziet de toekomst er voor de salamanders niet slecht uit.
•
Poelen Salamanders houden van drinkpoelen. Deze poelen werden vroeger door de boeren gegraven in weilanden waar geen sloten waren. Door het gebruik van ‘zelfdrinkers’ werden poelen overbodig. Daarmee verdwenen ook plekken waar bijna geen vissen in voorkwamen. Dat is jammer voor salamanders, want die houden niet van vis. Andersom wel! Gelukkig zijn in Drenthe al meer dan 1000 poelen opgeknapt of opnieuw aangelegd. Die poelen zijn niet alleen geschikt voor salamanders maar ook aantrekkelijk voor kikkers, padden en veel andere waterdieren.
* G. de Vries, consulent voor natuur- en milieu-educatie in het onderwijs, is lid van het algemeen bestuur van ‘Het Drentse Landschap’
Een eindje om met Het Drentse Landschap Bertus Boivin / Eric van der Bilt
Startpunt Bij de Schaapskooi aan de Pieterbergweg in Westerbork begint de route. Als u via het Westeinde het dorp binnenkomt, vindt u de Pieterbergweg rechts bij het herinneringsmonument De Vlag van Armando. Als u van de andere kant komt, ziet u de vlag voorbij het Burgemeester Gualt van Weezelplein links van de weg. De schaapskooi ligt aan het eind van de Pieterbergweg aan de linkerkant van de weg. Begaanbaarheid paden Honden
goed te belopen
toegestaan, mits aangelijnd
Lengte wandeling Benodigde tijd
circa 3 km.
1 à 11/2 uur.
Parkeren in de parkeervakken langs de Pieterbergweg bij de schaapskooi
Archief HDL
Openbaar vervoer VEONN-lijn 22 vanaf NS-station Beilen (uurdienst op werkdagen); uitstappen bij de halte op het Burgemeester Gualt van Weezelplein (vanaf Beilen 10 min.) U kunt ook in Assen en Coevorden op lijn 22 stappen.
Wandelroute 6 De Valkenhof bij Westerbork De Valkenhof ligt ten zuiden het dorp Westerbork. Voor Drentse begrippen is het een piepklein natuurgebiedje. Zeker als je bedenkt dat er ook nog een grote camping en een zwembad hun plek in het bos hebben moeten krijgen. En toch hééft De Valkenhof beslist iets. U vindt er een verscheidenheid aan bosvegetaties, u vindt er drassig veenland en de ‘bergen en dalen’ van het voormalige stuifzand, u vindt er een mooi heideveld en een heel stil ven. Kortom: elke centimeter van De Valkenhof is typisch Drenthe...
Een eindje om met Het Drentse Landschap De Valkenhof
• U begint de route bij de schaapskooi en het herbouwde schepershuisje.
Start
© Topografische Dienst Emmen
De schaapskooi huisvestte tot 1988 de kudde van Westerbork. De schapen graasden op het heideveld achter De Valkenhof waar u straks langs komt en verderop op het Scharreveld aan de overkant van de weg Beilen-Emmen. Er is in die tijd zelfs speciaal voor de Westerborker kudde nog een tunneltje onder de weg aangelegd. Niet lang daarna is de kudde naar Orvelte verhuisd. Ook de kudde van ‘Het Drentse Landschap’ op het Hijkerveld komt oorspronkelijk voort uit de kudde van Westerbork. De schaapskooi is sinds het vertrek van de kudde als werkschuur in gebruik bij ‘Het Drentse Landschap’. Bij de schaapskooi wordt / is het schepershuisje herbouwd dat tot 1997 halverwege de Pieterbergweg stond en het veld moest ruimen voor de oprukkende nieuwbouw van het dorp. Een actie vanuit de bevolking werd opgepakt door ‘Het Drentse Landschap’. Met allerlei subsidies heeft dit piepkleine huis van scheper Noordhuis hier een nieuwe plek gevonden. U kunt het schepershuisje bij ‘Het Drentse Landschap’ huren als een van alle gemakken (en bedsteden) voorzien vakantiehuisje.
• Aan het eind van het asfaltweggetje bij de lantaarn gaat u linksaf het zandpad op.
Archief HDL
U loopt hier over de oude ‘schapendrift’: het brede pad van de schaapskooi naar het veld. Het mulle zand herinnert eraan hoeveel de ondergrond van de passages van de honderden schapenhoeven te lijden had. Intensieve begrazing en veelvuldig betreden vernielden het plantendek en brachten het witte zand aan de oppervlakte. Om u heen in dit voormalige stuifzandgebied kunt u nog goed zien wat de gevolgen waren als het zand ‘op de wind’ ging.
Wandelroute
landbouwgrond te kopen wil ‘Het Drentse Landschap’ er op den duur weer één groot veld van maken. Gaat u, als u tijd heeft, er gerust even kijken. Binnen een kwartiertje bent u bij de Boekweitenplas waar ‘Het Drentse Landschap’ een korte wandelroute heeft uitgezet. Met de hond kunt u de Boekweitenplas niet op, want het terrein wordt begraasd.
• Voorbij het weiland links slaat u meteen het smalle
bospad in. Op de T-splitsing houdt u links aan. Dit stukje bos heeft het duidelijk moeilijk. Kijkt u maar ’ns naar de kale toppen van de bomen. Veel dode bomen zijn aangepikt door de spechten. De talloze braamstruiken wijzen op verzuring van de bodem waardoor het natuurlijke bosmilieu wordt aangetast. Nu moet u dat ‘natuurlijke’ in dit stukje bos wel met een flinke korrel zout nemen, want tot voor kort was het terrein in gebruik als camping. Allerlei uit tuinen afkomstige planten die hier in het bos eigenlijk niet thuishoren, herinneren er nog aan.
• Zo’n dertig meter voor het eind van het bos slaat u rechtsaf het bospad in. Hou op de driesprong links aan.
Dit bosje bestaat eigenlijk uit een aantal zeer verschillende bosvegetaties. Eerder kwam u door een eikenbosje en een perceel lariks, nu lopen we door een stuk met veel Amerikaanse eik. Aan het feit dat hier vrijwel geen ondergroei aanwezig is, kunt je opmaken dat de Amerikaanse eik een zeer dicht bladerdek heeft waardoor ’s zomers weinig zonnestralen de bodem bereiken. In het najaar vindt u hier de mooiste herfstkleuren. Links van het pad bestaat de bosrand uit berken-broekbos. Let eens op de mooie ‘horsten’ van Pijpestrootje. In dit veengebiedje zitten tientallen zogeheten petgaten. Ze zijn indertijd door de mensen uit de buurt gegraven die hier hun eigen turf kwamen steken.
• Op de asfaltweg aangekomen, gaat u rechtsaf.
Als u deze weg zou blijven volgen, bereikt u het Scharreveld. Van het enorme heideveld zijn door ontginning slechts vier kleine heiderestanten overgebleven, waaronder de Boekweitenplas en het Holtherzand. Door de tussenliggende
• Aan het eind van het pad gaat u linksaf. Blijf het pad langs de akker volgen.
We lopen hier weer op de oude schapendrift waarlangs we de wandeling begonnen. Het terrein voorbij het bosje links is eigendom van ‘Het Drentse Landschap’. Dalkruid
• Zodra u bij de heide komt, gaat u rechtsaf, het kleine paadje bij de berkenwal in.
Archief HDL
Als u de boswal volgt, let u dan eens op het Dalkruid dat hier in grote aantallen groeit (in mei/juni) en de verschillende soorten varens, zoals Eikvaren en de Gewone stekelvaren. Bij de zomerdag geurt het pad naar Kamperfoelie.
De Valkenhof
• In plaats van langs de berkenwal te gaan, kunt u hier ook een stukje over de heide lopen. Neem op de hei het pad naar rechts dat u diagonaal over het veld voert. Wanneer u het veld driekwart over bent gestoken, gaat u vervolgens scherp rechtsaf terug naar de bosrand langs een geaccidenteerde rand.
Onmiddellijk heeft u op zo’n heideveld - hoe klein het ook is - een beeld van de weidsheid van het Drentse landschap van rond de eeuwwisseling. De berkenwal langs het veld diende vroeger als veekering om de schapen uit de ‘sparrenakkers’ houden.
•
Als u langs de bosrand komt en niet over de hei bent gegaan, neemt u het tweede pad rechts, daar waar het pad langs de boswal sterk gaat dalen. Komt u van de hei af, dan loopt u in het bos rechtdoor, de bult op.
We lopen door een bos dat indertijd werd aangelegd in een zandverstuivingsterrein. Behalve Grove den is vooral Douglasspar aangeplant. De zware najaarsstormen uit het begin van de jaren zeventig hebben hier behoorlijk huisgehouden. U ziet het aan de plekken waar zich na de storm spontaan loofbos is gaan ontwikkelen.
• Op de hoogste ‘berg’ in het bos aangekomen, gaat u linksaf in de richting van de straatweg. Dit is de weg van Westerbork naar Beilen. Aan de overkant ligt hotelrestaurant De Ruyghe Venne, een mogelijke pleisterplaats tijdens de wandeling. Na zo’n 200 meter slaat u rechtsaf de toegangsweg naar camping De Valkenhof in.
De route gaat in de richting van de camping, maar éígenlijk moet u even de straat oversteken. Als u op het pad aan de overkant links aanhoudt, komt u bij de Ruyghe Venne zelf. Het ven is in snel tempo aan het dichtgroeien met Pijpestrootje.
• Op de toegangsweg naar de camping gaat u na ongeveer 40 meter linksaf het ruiterpad op. Op de driesprong houdt u rechts aan en een klein stukje verderop gaat u op de viersprong rechtdoor.
Let u in dit stukje bos eens op de prachtige Grove dennen die zich hier zelf hebben kunnen uitzaaien. In Drenthe kom je dit soort bomen niet vaak zo fors tegen.
• Na verloop van tijd splitst het pad zich. U houdt hier links aan. Het pad brengt u via een klein stukje met jeneverbesstruiken begroeid stuifzand terug naar de schapendrift waarlangs u linksaf na een paar honderd meter bij de schaapskooi komt.
© Stichting ‘Het Drentse Landschap’ Bezoekadres: Kloosterstraat 5 - 9401 KD Assen Postadres: Postbus 83 - 9400 AB Assen Tel. (0592) 31 35 52
Archief HDL
16
(Deze pagina wordt verzorgd door de NV Waterleidingmaatschappij “Drenthe”)
Breevenen: kansen voor de natuur Water, lucht en land. Meer is er niet te zien. Maar wie een kijkje neemt in het Hunzedal wordt gegrepen door de elementen en door de uitgestrektheid van dit beekdal, dat de overgang vormt tussen De Hondsrug in het westen en de Veenkoloniën in het oosten. Dit is het gebied dat de Waterleidingmaatschappij Drenthe (WMD) heeft gekozen voor een belangrijk deel van haar toekomstige waterwinning. En dat is niet zo verwonderlijk. Via het Hunzedal stroomt het water van de Hondsrug naar de Waddenzee. De duizenden sloten en greppels, in het verleden gegraven om het gebied droog te krijgen, getuigen |van de overvloed aan water in dit gebied. Vele tot de verbeelding sprekende namen, zoals Onlanden, Russenlanden, Koebroeken en Breevenen, verwijzen ook naar natte gronden of plantensoorten die daarvoor kenmerkend zijn. Dit was echter voordat het dal vanaf de jaren zestig optimaal ingericht werd als gras- en akkerland en het “overtollige kwelwater’’, een drainagesysteem systematisch werd afgevoerd. Van de eens zo bloemrijke vochtige hooi- en graslanden bleef weinig over. Wat gebleven is, is de overvloed aan water. Vasthouden van dit water vormt de basis voor de koppeling van waterwinning en natuur. Door de voedselrijke bouwvoor te verwijderen en de waterhuishouding te herstellen, komt er weer ruimte voor open water en schraallandvegetaties. Daardoor ontstaan grootschalige broed- en voedselgebieden voor weidevogels en er ontstaat ruimte om grondwater te winnen, zonder daarmee een aanslag te doen op de gevoelige “natte’’ natuur. Bijvoorbeeld door de winning in het gebied te spreiden en aan te passen aan de waterbehoefte van de vegetatie. Een eerste stap op weg naar deze combinatie is wingebied Annen 1. De afwisseling van land en water en de bloemenpracht hier, stemmen hoopvol voor verdere natuurontwikkeling in het Hunzedal.
Archuief HDL
waar het dal van nature zo rijkelijk mee is bedeeld, via
17
18
Levend Landschap Eric van der Bilt *
Op 26 maart j.l. presenteerde de Provincie Drenthe de Nota Landschap. Een inhoudelijk zeer te waarderen initiatief waarbij de noordelijke pers evenwel schitterde door afwezigheid. In een prachtig boekwerk worden goed geïllustreerd het belang en de kwaliteit van ons landschap beschreven. Het vigerende landschapsbeleid komt aan de orde en op basis van een aantal aanbevelingen is een uitvoeringsprogramma op schrift gesteld. Aan stimulering en samenwerking wordt meer belang gehecht dan aan al te rigide regelgeving. De Nota Landschap daagt partijen uit om samen aan de slag te gaan. Als vertegenwoordiger van ‘Het Drentse Landschap’ kreeg ik de gelegenheid mijn visie op de ontwikkelingen rond het landschap te geven.
Natuur en landschap
We leven in een rare tijd. Survival-tochten in de Veenkoloniën, een oneigenlijk Klein Pernis te Langelo, witte kuilvoerballen als voor dinosauruseieren in het platte land. Een soms door ruilverkavelingen verpletterd landschap en tegelijk meer bescherming dan ooit. Intrigerende nieuwe ontwikkelingen bijvoorbeeld langs de Hunze. Nederland klotst van het geld hetgeen zich vooral in lelijkheid uit. Te snelle smakeloze verstedelijking lijkt het platteland in een wurggreep te hebben. De beruchte ‘verschimmeling’ van de Drentse esdorpen leidde anderzijds echter ook tot een herwaardering van het verschijnsel es, de Korenbloem, de traditie van ons bouwen. Een deel van onze bestuurders droomt over magneettreinen, het aantrekken van meer economische bedrijvigheid dan er werkzoekenden zijn. Import van randstedelijke ondeugden en, groei, groei en nog eens groei. De burgers zetten anderzijds dorpen in ’t groen, leggen de duizendste poel aan, waarderen de eenvoud van het leven in een bloeiende fruitboom. De landbouw werpt zich momenteel op als hoeder van een landschap wat ze eerst bijna verpletterd heeft. De passie voor agrarisch natuurbeheer frustreert al anderhalf jaar de uitvoering van regulier natuur- en landschapsbeleid, maar op het moment dat er in het POP (Provinciaal Omgevingsplan) een ideale zone 4 voor agrarisch natuurbeheer wordt ontworpen, ontploft de sector bijkans van kwaadheid. We leven echt in een rare tijd. De strijd om de open ruimte is ontbrand. Ongecontroleerde verstedelijking bedreigt zowel de landbouw, als de natuur. Ik wilde dat we ons daar echt van bewust waren en ophielden met nutteloos gekift. Vat krijgen op dit urbanisatieproces is een van de moeilijkste opdrachten van onze tijd. En waar speelt zich dat allemaal af. Precies, . . . . . tussen de stad en de horizon. In het landschap.
Weet u dat tegenwoordig in grote delen van ons land het individu meer kans maakt zijn omgeving te overleven dan andersom! Beseft u wel wat dit betekent? Ons Drentse landschap heeft een oude structuur. Zegt iets over ons, onze voorouders, onze cultuur, bepaalt onze regionale identiteit. Zo’n uitspraak zegt steeds meer in een wereld die steeds sneller tot niet te omvatten verbanden doorwoekert. Onze materiële cultuur is waanzinnig. Als tegenwicht tot de verkrachting van onze zintuigen door de stank, de herrie, oogverblindend licht en de druk van het werk, zoeken wij het landschap. Als decor om stil naar huis te fietsen, samen even weg met de kinderen op een zondagmiddag. Liggen in de wal, kijkend naar de wolken. Nog even zomaar. De rust, de harmonie, de traditie. Waar we weer even de nomade of de boer uit ons nog niet zo verre verleden kunnen worden. Waar we het verfrissende en ook misleidende gevoel hebben dat we ergens als eerste zijn geweest. Na de regen, na de dauw. Het landschap bezit een helende werking die velen van ons met graagte ondergaan. Ons Drentse esdorpen-landschap is vanzelfsprekend uniek, heeft een grote zeldzaamheidswaarde en is bij delen nog onwaarschijnlijk gaaf. Maar het belangrijkste is dat het gewoon mooi is. Van onszelf. Ons culturele erfgoed. De Provincie is zich in toenemende mate bewust geworden van het belang van dit alledaagse landschap. Als decor voor de recreatie bijvoorbeeld. Een in economische zin steeds belangrijker sector. Denk maar aan een rendement van ƒ 4.800,– per ha, berekend door de Rijksuniversiteit Utrecht voor het Nationaal Park Dwingelder Veld. Als basis voor een prachtige woonomgeving waarin het tevens prima werken is. Weet u dat niet de hectareprijs van een industrieterrein de belangrijkste vestigingsfactor voor nieuwe bedrijvigheid is, maar de leefkwaliteit. Als een grootheid die agrariërs via onderhoudssubsidies betrekt bij de kwaliteit van het landschap. Al lijkt het er soms op dat men steevast moet betalen om dingen mooi te
19
foto: Harry Cock
Natuur en landschap
houden en alleen geld lijkt te kunnen verdienen door schoonheid te vernietigen. Denk maar aan dat nare industrieterrein bij Hoogeveen in het beekdal van het Oude Diep. Als één van de belangrijkste pijlers van ons culturele leven. In het landschap heeft alles een reden, een bedoeling. Waarom moet Van Gogh ons leren kijken naar ons landschap. Waarom is er een Berend Groen of Evert Musch voor nodig. Deze cultuur vinden we terug in allerhande monumenten, sommige al 5000 jaar oud. De hunebedden (84% van alle Nederlanders zegt bij dit woord, Drenthe, wat natuurlijk een magistraal logo oplevert), de grafheuvels, de raatakkers of celtic-fields (al beschermen we dit prachtig erfgoed feitelijk onvoldoende). Ook de monumentale bebouwing, vooral in de vorm van oude boerderijen, hoort in dit rijtje thuis. Om al deze redenen heeft de Provincie de Nota Landschap geschreven, heeft de cultuurhistorische hoofdstructuur een duidelijke plaats in het POP verworven en wordt tevens een nota over de gebouwde geschiedenis geproduceerd. Cultuur en natuur vormen samen met de mensen datgene wat Drenthe tot Drenthe maakt. Een belangrijk aspect vormt daarbij de lege ruimte. Het is verheugend te mogen constateren dat de Provincie dit besef in het POP heeft vertaald in een zuinig omgaan met de beschikbare ruimte. Dat geeft hoop. . . . . . Hoewel . . . . . Er zijn de nodige nare voorbeelden te geven waar het fout ging. Waar platte belangen van enkelen domineren. Bouwen op
de es, een hemelsblauwe paardenstal langs de boorden van de Reest. Een handvol blokkendozen door Hoogeveen neergesmeten in het dal van het Oude Diep. Het opvullen van “de Olde Lantschap” met bungalowparken. Dit soort ontwikkelingen hadden ook op een minder platvloerse en gevoelloze wijze doorgang kunnen vinden. Met wat meer beschaving en waardering voor landschap en traditie. Met wat meer spiritualiteit. De harmonie in het landschap stierf in grote delen van ons land een snelle dood. Vanuit het westen komend valt echter tussen Zwolle en Meppel alles nog steeds op zijn plaats. De groene ruimte, de kleuren, eigenheid. Men moet zich overigens geen illusie koesteren hoe snel dit verloren gaat. Rogat, Hoogeveen, Tynaarlo, het groeiend aantal reclameborden langs de weg. Zelfs een kleine dissonant heeft een grote impact op de harmonie van het landschap. Denk maar aan de dinosauruseieren! De bewaking van dit grote goed ligt bij gemeenten, welstandscommissie’s, particulieren, die het achteraf wel eens worden over wat er niet had moeten gebeuren. Landschap en gebouwde omgeving staan niet meer los van elkaar. De kwaliteit van de stads- of dorpsrand bepaalt het landschap, vice versa. Mal-contramal. Landschap en dorp of stad dienen opnieuw met elkaar verzoend te worden. Er moet meer aandacht naar het ontwerp uitgaan en we moeten ermee ophouden om steeds nieuwe vakken in het landschap met huizen te vullen. Dezelfde wijken als in Zoetermeer. Zo’n gewijzigde benadering zal niet saai of oubollig zijn maar juist uitdagend en vernieuwend en zij wordt al in brede kring opgepakt en vormgegeven. “Maak de stad meer stad opdat het platteland platteland kan blijven.”
foto: Harry Cock
20
Natuur en landschap
21
Waarom zouden we in onze tijd niet op een paar plekken op de rand van de Veenkoloniën een echt nieuw landschap laten ontstaan. Dat voldoet aan de wensen van onze tijd. Na de grootschalige vervening, gevolgd door grootschalige landbouw wordt nu een minder eenzijdig gebruik voorgestaan waarin veel meer functies in onderlinge verwevenheid een plek moeten kunnen vinden. Landschap, wonen, natuurontwikkeling, recreatie, bos, waterwinning. De ruimte als uitdaging. Een prachtige uitdaging die juist op zo’n plek vormgegeven kan worden. Wanneer verstand en visie elkaar tenminste aanvullen. Laten we onze huidige rijkdom ook eens een keer gebruiken om iets moois te maken. Omgaan met het landschap betekent inderdaad zoiets simpels als het waarderen van zandwegen, wallen, bomen, onze kanalen, de keien- en klinkerstraatjes, rieten daken. Maar het is meer. Het landschap staat nooit stil. Het ontwikkelt zich voortdurend, samen met de mensen die erin wonen en werken. Dat moet ook en dat kan ook. Met voorzichtigheid, met smaak, met een wakend oog. Nederland heeft geen bergen, geen ongerepte woestenijen en Drenthe nog veel minder. Maar wij hebben Landschap. Een landschap dat voor zich spreekt. Gewoon, zoals in Drenthe bijna alles de menselijke maat volgt. Gewoon in de bijzondere betekenis van het woord. Gewoon blijven is het moeilijkste dat er is. Dat streven dient ook het omgaan met het landschap te bepalen. De zware taak om daar voor te zorgen ligt vooral bij de gemeenten.
foto: Harry Cock
En dan de landgoederen. Je kunt zeggen, geen nieuwe landgoederen voor de oude op zijn. Laten we eerst maar eens de bestaande landgoederen in oude luister herstellen. Landgoederen moeten ook zeker niet als een smoes gebruikt worden om daar te bouwen waar het vroeger nooit mocht. Dus geen landgoederen in het oude cultuurlandschap. Daar waar echter sprake is van een slechte omgevingskwaliteit in combinatie met sociaal-economische problemen, waarom dan niet. Mondjesmaat zoals bijvoorbeeld op de overgang van het Hunzedal naar het veenkoloniaal gebied.
Het landschap heeft nog nooit zo in de belangstelling gestaan. De mensen van de nieuwe gemeenten wens ik bevlogenheid toe en geloof in eigen kunnen. Ik hoop dat gevoel voor traditie en harmonie hen aangeboren zal zijn. Ik wens hen Salomonsoordelen toe in de afweging tussen economie en schoonheid en ik mik erop dat schoonheid vaker zal overwinnen. Laten we hen steunen, hen de gelegenheid geven zich te ontwikkelen. Laten we ze desnoods bedreigen met welstandscommissies die zichzelf ook eens een keer waarmaken. Laten wij ze alle succes van de wereld toewensen. Opdat het landschap gewóón kan blijven.
* Drs. E.W.G. van der Bilt is directeurrentmeester van ‘Het Drentse Landschap’
22
Je hebt er meestal geen erg in dat hij er is. Of liever, dat zij er zijn, want hij is nooit in z’n eentje. Zó hoort de Zwarte els in zijn landschap. Onopvallend en toch nadrukkelijk aanwezig, want hoe anders zouden beekdalen en moerassen eruitzien als er geen elzen waren!
Zwarte els Joan D.D.Hofman *
Archief HDL
Toen zo’n 7000 jaar geleden de kou van de ijstijden uit de lucht was, trad een warmere en vochtiger periode in. Een toestand die geschikt was voor de vestiging van iepen, essen, eiken en ….elzen. En natuurlijk voor een heleboel andere planten- en diersoorten. Een relatief snelle ecologische revolutie, waarmee een enkele millennia durende heerschappij van berken, dennen en – later – hazelaars werd vervangen door zeer soortenrijke levensgemeenschappen. Elke soort zocht zijn eigen plek, bepaald door de aard van de bodem en de vochtigheidstoestand. En waar het erg nat en voedselrijk was, vond de Zwarte els zijn favoriete stekkie. Andere boomsoorten zijn simpelweg niet ingesteld op het leven in een dergelijk milieu. Het voedselarme, droge, zandige Drents plateau was natuurlijk geen elzengebied. Maar in dat plateau lagen tal van laagten en beekdalen waarin het water stagneerde en uitgespoelde mineralen (voedingsstoffen) zich ophoopten. Zo ook langs de randen van het plateau. Op zulke plaatsen ontwikkelden zich laagveenmoerassen. Allerlei mossen en planten vormden
Flora en fauna
een weelderige begroeiing waarin de voedingsstoffen werden opgeslagen. Het water kwam als regen of vloeide als kwel uit de hogere zandgronden. Door het lage zuurstofgehalte verteerden afgestorven planten nauwelijks. Die plantenresten stapelden zich dus meer en meer op en aldus werd het bodemtype laagveen gevormd. Dat voldeed precies aan de milieu-eisen van de Zwarte els: veel water, veel voedingsstoffen en weinig zuurstof. Geen enkele andere boomsoort is op zo’n extreme toestand ingesteld. De Zwarte els is dan ook de boom van beekdalen en moerassen. Omdat de Zwarte els altijd met zijn voeten in het water staat, wordt hij veel vaker dan andere bomen door de bliksem getroffen. Nou moet je bij onweer nooit onder een boom gaan staan, maar schuil zeker niet onder een els! Verspreiding
De winterverschijning is heel karakteristiek. Zonder blad, met zijn donkere stammen en takken is de Zwarte els ’s winters op zijn mooist. En zo aan het eind van de winter, februari-maart, dan gaat hij bloeien. Dan hangt de els vol met opvallende mannelijke bloemtrossen van 5-10 cm lang en natuurlijk ook vrouwelijke bloempjes, als katjes gegroepeerd, maar die zijn op dat moment veel kleiner en minder opvallend. Niet gehinderd door bladeren moet de wind dan zorgen voor bestuiving, al zoemen er op een zonnige winterdag ook al heel wat bijtjes rond die daaraan bijdragen. En dan gaan die katjes groeien. We
kennen heel wat typen vruchten en zaden bij loofbomen, maar de elzen maken er wel iets heel bijzonders van. Zij maken namelijk als enige loofboom houtige kegels, een soort kleine dennenappeltjes, net als naaldbomen. Elzenproppen noemen we die dingen. Opgebouwd uit zwarte schubjes waartussen de vruchtjes zitten. ’s Winters pikken talloze sijsjes, vinkachtigen en mezen de kleine, platte vruchtjes eruit, maar er dwarrelen natuurlijk ook een heleboel gewoon naar beneden. Ze hebben kleine, smalle vleugeltjes, waardoor ze niet ver door de wind kunnen worden getransporteerd. Maar omdat ze luchtholten hebben, kunnen ze uitstekend via water worden verspreid. Sterker nog, elzenzaad kan in open water kiemen. De jonge kiemplantjes kunnen wekenlang blijven drijven, totdat ze ergens vaste grond bereiken. Dit is voor een plant die altijd in of aan water groeit natuurlijk een perfecte eigenschap. Zwart of kleverig
Ook als ze hun zaadjes al lang kwijt zijn, blijven de elzenproppen nog een jaartje aan de boom zitten, zodat we daaraan de els altijd kunnen herkennen. Wellicht heeft de Zwarte els zijn naam vooral te danken aan die zwarte elzenproppen die er altijd aan zitten. Linnaeus, die in de 18e eeuw de verscheidenheid aan planten en dieren in West-Europa systematisch is gaan beschrijven, ordenen en van namen
voorzien, vond kennelijk iets anders juist heel karakteristiek. Hij noemde deze els Alnus glutinosa (en zo heet hij officieel nog), wat ‘kleverige els’ betekent. Dit omdat de jonge twijgen en blaadjes heel erg kleverig zijn. We hadden hem dus evengoed Kleverige els kunnen noemen. Kun je er wat mee?
Omdat de Zwarte els in ons waterrijke land een zeer algemene boom was en is, is er vanzelfsprekend gezocht naar nuttige doelen. Ten opzichte van veel andere bomen was dat niet zoveel, althans niet als timmer- of meubelhout. Misschien wel omdat het hout na het zagen heel snel oranjebruin verkleurt. Het lopen op oranje elzenhoutenklompen scoort nu wellicht bij voetbalsupporters, maar zou vroeger weleens een teken van echte armoe kunnen zijn geweest. Wat men al wel heel vroeg ontdekte, was dat elzenhout onder water heel duurzaam is. In het venige westen van het land staan nog huizen op eeuwenoude elzenpalen. Uit een wat verder verleden, tot zo’n 4000 jaar geleden, vindt men af en toe een met houten stammen geplaveid pad (knuppelpad) door vroegere moerasgebieden. En dan blijkt daar nogal veel els tussen te zitten. Niet zo verwonderlijk, omdat die toen ter plekke de meest algemene boom was. Maar opmerkelijk is, dat die elzenstammen zo goed geconserveerd zijn gebleven in het zuurstofloze grondwater. Als ze bij toeval worden opgegraven, en dat zijn er enkele bij
23
Flora en fauna
Archief HDL
24
o.m. Smilde en in Zuidoost Drenthe, dan kun je ze niet als bezienswaardigheid laten liggen, want dan vallen ze in een mum van tijd uiteen. Samenleven
Heel veel plantensoorten hebben tot wederzijds genoegen een samenlevingsverband met andere organismen. Zo ook de Zwarte els. Op zich dus niets bijzonders. Maar de mate waarin de Zwarte els samenwerkt met een bacterie-achtige, een z.g. actinomyceet die ook wel tot de schimmels wordt gerekend, is wel opmerkelijk. Deze bacterie nestelt zich massaal in de ondiepe wortels van de els die daartoe wortelknolletjes ontwikkelt. De els levert suiker als voedsel aan de bacterie en die levert aan de els nitraat, dat hij maakt van stikstof en zuurstof uit de lucht; iets wat de els zelf niet kan. Al met al wordt de els hierdoor een zeer stikstofrijke plant en elzenblad werd dan ook wel als een snel verterende meststof gebruikt. Toen men de techniek van ontwatering te pakken had, is heel veel elzenbos om zeep geholpen in de wetenschap dat men er een zeer voedselrijk en dus productief stuk grond aan overhield. Dit verklaart
waarom er in de Drentse beekdalen en moerasgebieden vrijwel geen originele elzenbossen zijn overgebleven. Er is nog een organisme, een kevertje, dat heel specifiek samenleeft met de Zwarte els, al is het profijt ervan wel erg eenzijdig. Het Elzenhaantje. Een donker kevertje met een blauwige metaalglans. In sommige jaren is hij massaal aanwezig en dan vreten zowel de kevertjes als hun talrijke larven de bomen volledig kaal. De elzen kunnen de kever-aanval goed verdragen. Volgend jaar lopen ze weer uit met frisse blaadjes. En dan maar hopen dat die kevertjes een beroerde winter hebben gehad. En zo niet, ach de els overleeft het wel weer.
die als singels langs de perceelsgrenzen staan in sommige beekdalen en laagveengebieden. Vaak zijn het struiken of meerstammige bomen omdat er voor brand- of geriefhout ooit de bijl in gezet is, maar op enkele plaatsen heeft men ze ongehinderd tot volwaardige bomen laten uitgroeien. Dan kunnen ze wel 20 meter hoog worden. Zo vind je ze nog bij Oosterhesselen en Meppen. Een uitgestrekt elzensingellandschap treffen we aan in oostelijk Friesland en het Groningse Westerkwartier. Vooral vanwege de cultuurhistorische en landschappelijke betekenis wordt getracht met de eigenaren onderhoudsovereenkomsten te sluiten.
Natuurbescherming
Noch van de beekdalbossen, noch van de moerasbossen is veel overgebleven in Drenthe. Slechts hier en daar vinden we nog wat elzenbroekbos, maar die zijn zo klein en beïnvloed, dat het schimmen zijn van de moeraswouden die het waren. Bij de realisering van natuurontwikkeling is hier en daar uitbreiding van elzenbroekbos te verwachten; bijv. in het Hunzedal. We kunnen ook genieten van de elzen
* Drs.J.D.D.Hofman, bioloog, is bestuurslid en redacteur van ‘Het Drentse Landschap’
Berichten
25
Kortweg Hunzedal
34
De Kleibosch
Landgoed Vossenberg
•
De Landbouwuniversiteit Wageningen zal het Biologisch Station Wijster sluiten en verkopen. Tal van betrokkenen proberen thans een deel van de collecties en de aanwezige expertise hiertoe te behouden. Inmiddels lijkt er een kans te bestaan dat daarin geslaagd wordt, mede dankzij de inspanning van de provincie. We zullen u op de hoogte houden.
34
ASSEN
34
18 EMMEN
HOOGEVEEN
Op 21 februari werden alle begunstigers van de Stichting uit de gemeente Noordenveld door de familie Boer van het Tichelwerk uitgenodigd om hun bedrijf in De Kleibosch te bezichtigen. Ruim honderd mensen genoten van de gastvrijheid van deze biologische boer die voor HDL het beheer van De Kleibosch uitvoert. Op 25 maart werd in het kader van de Nationale Boomfeestdag met de kinderen van de basisschool van Roderwolde een erfbeplanting rond het Tichelwerk aangelegd. Hetgeen uiteindelijk tot een nog betere inpassing van deze historische boerderij in het landschap zal leiden.
Blauwborst
9
MEPPEL
9
•
Al eerder werd aandacht gevestigd op het voornemen van HDL om de Hunze tussen Eexterveen en Spijkerboor te hermeanderen. De Herinrichtingscommissie wil daar het beschikbare budget wel aan besteden mits het Waterschap Hunze en Aa meewerkt. Om dit te bepleiten en tevens het project nader toe te lichten kreeg de rentmeester de gelegenheid om op 6 mei met het Dagelijks Bestuur van het Waterschap van gedachten te wisselen. In goede sfeer werd de afspraak gemaakt om in dit proces nauw samen te werken. Het ziet ernaar uit dat ook de Provincie ons financieel zal steunen. Een subsidie van het door het Prins Bernhard Fonds beheerde Rob Persman Fonds van ƒ 118.500,– is een zeer bemoedigende eerste stap op weg naar uitvoering. Voor de zoveelste keer stelt het Prins Bernhard Fonds de Stichting in staat vernieuwende projecten van de grond te krijgen.
foto: Johan Vos
•
Opnieuw kon in het gebied de Branden een aanzienlijke oppervlakte grond gekocht worden en wel 29 ha. Bijna 6 ha landbouwgrond en 23 ha snelgroeiend bos. De Stichting was de afgelopen tijd weer op vele fronten actief om haar zaak te bepleiten. Op 9 maart werden haar plannen toegelicht aan alle betrokken bestuurders en ambtenaren van de 3 nieuwe Hunzegemeenten. In maart werd de visie van de gemeente Zuidlaren op de toekomstige ontwikkeling in het Hunzedal onder de titel Hunzege 2015 gepresenteerd. Hetgeen bij de landbouw de nodige commotie opriep. Op 7 april speelde de Stichting een rol bij een excursie van de gemeente Aa en Hunze in het Hunzedal. Tenslotte werd gesproken met de burgemeester van BorgerOdoorn en de betrokken wethouder mevrouw Slagman en de heer Bruintjes. Eind april volgde op initiatief van de Provincie een eerste bijeenkomst van de beoogde projectgroep voor het Hunzeproject. Provincie en betrokken gemeenten zijn nu daadwerkelijk aan de slag met het veranderingsproces. Gelukkig zag Geert de Vries op 15 april een paar zingende Blauwborsten nabij het Annermoeras. Daar gaat het uiteindelijk toch om al zou men dat gezien al het overleg soms vergeten.
18 Opvallend veel paartjes Canadaganzen slagen erin jongen groot te brengen in de talloze veentjes op het landgoed. In mei bevond zich een groep van 12 volwassen en 5 jonge vogels bij het Reigerveen langs het Linthorst Homan kanaal. Een prachtig gezicht. Overigens broeden er steeds meer Canada-ganzen in Midden Drenthe.
Berichten
26
Uffelter Binnenveld In het kader van het Over•levingsplan Bos en Natuur
ASSEN
10
23
EMMEN
HOOGEVEEN MEPPEL 7
werd ook hier een nieuw raster aangelegd. De begrazingseenheid is veel groter geworden. Een enorm diepe waterschapsleiding kon gedempt worden, omdat nu na vele jaren onderhandelen een aantal sloten via een gemaaltje op een nieuwe leiding langs de Ruiterweg kunnen afwateren. Al twintig jaar was het onze wens om deze oorzaak van sterke verdroging weg te nemen. In de natte
23 periode in april stond de hele boel dan ook meteen blank. Een prachtig gezicht. De Stichting slaagde er met steun van Bureau Beheer Landbouwgronden in om bijna 5 ha grond langs de Markgenotenweg te verwerven. Daarmee werd de laatste enclave tussen het Meeuwenveen en het Binnenveld verworven. Een prachtig reliëfrijk graslandgebied dat tezijnertijd bij het Binnenveld getrokken zal worden.
7
Hijkerveld
10
•
In april werden burgemeester Ter Avest en het college van de nieuwe gemeente Middenveld samen met de raad en de leden van de verschillende commissies op het Hijkerveld ontvangen. De Stichting heeft bijna 2000 ha van haar natuurgebieden in de gemeente Middenveld liggen en de hoop werd uitgesproken om op een constructieve manier met elkaar samen te werken. Gezien de prettige sfeer tijdens dit bezoek zal dat zeker lukken. Hopelijk zal ook de gemeente Middenveld als rechtsopvolger van onder andere de gemeente Beilen, de schaapskudde steunen. Op 27 april trof Dick van Dorp die namens de Werkgroep Amfibieën en Reptielen in Drenthe (WARD) het Hijkerveld inventariseert, voor de eerste keer een Ringslang op het Hijkerveld aan. De heer van Dorp loopt steeds dezelfde monitoringsroute waarbij hij in één ronde maximaal 8 Adders en 25 Levendbarende hagedissen waarnam.
Reestdal
•
Er gebeurt ontzettend veel in het Reestdal op dit moment. In april en mei konden twee boerderijen met land worden gekocht. Eén op Rabbinge met 27,81.10 ha land en één langs de Commissieweg bij De Wijk met 17,49.55 ha land. Door deze belangrijke aankopen groeiden de beheerseenheden Wildenberg-Rabbinge en Haalweide verder tot een vrijwel aaneengesloten oppervlakte natuurgebied. Op 12 mei werd het project inzake de herinrichting van twee Reestboerderijen op de Pieperij en bij Wildenberg officieel afgesloten. Er zijn twee potstallen gebouwd, De Pieperij werd gerenoveerd en van een mechanische mestafvoer voorzien. Verder werden er mestplaten en bestrating aangelegd. Het project kon gerealiseerd worden dankzij steun vanuit de Europese Unie (5B-gebieden) en het Ministerie van LNV (Cluster III-plattelandsvernieuwing). De nieuwe direkteur van LNV-Noord, de heer Oosterveld, zette samen met onze voorzitter
7 Aleid Rensen een ooievaarsnest op de stal bij de Pieperij. De volgende dag zaten er al 2 Ooievaars op. Twee mannetjes evenwel waardoor succes nog uitbleef. Met dit project krijgt het natuurbeheer in het kleinschalige Reestdal een geweldige en duurzame steun in de rug. Al eerder werd vermeld dat de Stichting het initiatief heeft genomen om onderzoek te doen naar de ontwikkeling van de landelijke bouwkunst in het Reestdal. Dankzij steun van de provincies Drenthe en Overijssel, het Prins Bernhard Fond, gemeenten de Wolden en Meppel, St. Edwina van Heek, HDL, de ANWB en het VAM-Fonds is er nu al ruim twee ton toegezegd. De laatste loodjes wegen evenwel het zwaarst.
Diversen en legaten •VanGiften mevrouw A. EleveldRodermond uit Varsseveld ontving de Stichting een legaat van ƒ 14.900,–. Mevrouw K. de Boer uit Leens legateerde een bedrag van ƒ 12.000,–. Mevrouw Den Hartoghv.d. Veen uit Rolde maakte een gift van ƒ 20.000,– over om ter nagedachtenis aan haar man een bosje aan te leggen in het natuurontwikkelingsproject Oude Diep. Tenslotte werd nog een legaat van ƒ 10.000,– ontvangen. De Stichting is buitengewoon dankbaar voor deze steun. Nationale Postcode Loterij •In het kader van de actie Nederland Natuurland vond op 29 maart een open-dag op het Hijkerveld plaats. Zo’n 800 mensen vonden de weg naar het veld dat ook op RTL-4 in de belangstelling stond. De Stichting ontvangt in 1998 substantiële steun van de Nationale Postcode Loterij. Met deze genereuze steun zullen meerdere projecten kunnen worden uitgevoerd. In dit blad zal daar verslag van worden gedaan.
Agenda
27
Agenda
di. 7 juli t/m di. 25 aug. 14.00 uur
Iedere dinsdag excursie op het Drouwenerzand begeleid door gidsen van het IVN, in samenwerking met recreatiecentrum ‘Het Drouwenerzand’. Het startpunt is de receptie van ‘Het Drouwenerzand’ gelegen aan de Gasselterstraat tussen Gasselte en Drouwen.
Algemeen
za. 18 juli 10.00 uur
Akker(on)kruiden excursie bij een van de biologische boerderijen van ‘Het Drentse Landschap’, de Sophiahoeve bij Doldersum met IVN-gidsen. Deelnemers komen bijeen op de Sophiahoeve, Huenderweg 2 te Doldersum (de weg Wateren Doldersum). Op de akkers staat het koren met de kleurenpracht van Grote gele ganzebloem, Korenbloem, Kamille en vele andere soorten.
do. 23/30 juli en 6 aug. 10.00 - 17.00 uur
Fietstocht (± 20 km.) in samenwerking met de VVV Assen, onder begeleiding van natuurgids Louis de Jong. De route gaat langs Anreep - Geelbroek - Groote Zand - de schaapskooi op het Hijkerveld - vogelkijkhut Diependal - Laaghalerveen en het Asserbos - Deelnemers moeten zich tevoren opgeven bij de VVV Assen, tel: 0592 - 314324 - De kosten zijn ƒ 7,50 per persoon - Eten en drinken voor onderweg moeten de deelnemers zelf meenemen. - Gestart wordt vanaf de VVV, Marktstraat 8 te Assen.
do. 20 aug. 10.00 uur
Speuren naar sporen in het landschap op Landgoed Vledderhof en het Koelingsveld onder begeleiding van gidsen van het IVN. Gestart wordt bij de picknickplaats/dagcamping op de hoek van de Solweg en de Storklaan, halverwege Vledder en Doldersum. De sporen in het landschap vertellen veel over de natuur maar ook over het verleden. De grafheuvels geven aanwijzingen over de vroegere bewoning van het gebied. Een plukplaats laat zien dat er een roofvogel heeft gegeten en vooral wat.
zo. 23 aug. 14.00 uur
Excursie op Kampsheide. Gidsen van het IVN zullen u de mooiste plekjes laten zien. Het startpunt voor deze excursie is het informatiepaneel aan het G.A.M. van den Muyzenbergpad, ten westen van Balloo.
zo. 13 sept. 14.00 uur
Excursie over het Groote Zand onder begeleiding van gidsen van het IVN. Het startpunt van deze excursie is de parkeerplaats van de Camping ‘Het Grote Zand’, gelegen aan de weg van Hooghalen naar Amen, vlakbij Hooghalen.
za. 20 t/m zo. 27 sept.
Week van het Landschap. Uitvoerige informatie in het volgende nummer van dit tijdschrift.
Schaapskudde Hijkerveld De kudde vertrekt met de herder om 09.30 uur naar de heide en komt om 16.30 uur terug bij de kooi. De schaapskooi is te bereiken vanaf het dorp Hijken via de Leemdijk. Vanaf het dorp is de route aangegeven met bordjes. Vogelkijkhut Diependal In de weekeinden tot en met zondag 27 september is de vogelkijkhut op zaterdagen en zondagen geopend van 10.00 tot 18.00 uur. De hut is te bereiken door vanaf het Oranjekanaal, vlakbij de ‘Speelstad Oranje’ de Zwarte Weg in te slaan. Een en ander is met borden aangegeven.
Voor alle activiteiten geldt dat honden niet mee mogen; ook niet aangelijnd!
Activiteiten in het Hunzedal bij het Groninger Landschap Dit jaar organiseert Het Groninger Landschap in het Zuidlaardermeergebied een 23-tal excursies. Wandelen, varen, fietsen en nog veel meer. In dit bestek is het niet mogelijk ze te noemen, maar u kunt bij Het Groninger Landschap de speciale folder ‘Excursies in het Zuidlaardermeergebied’ aanvragen. Telefoon: 050 - 3135901.
Activiteiten in het Reestdal bij Het Overijssels Landschap Informatiecentrum De Wheem in Oud-Avereest, tegenover de kerk, is tot 1 september op zaterdagen en zondagen geopend van 13.30 tot 17.00 uur. Voor meer informatie: Het Overijssels Landschap 0529 - 401731.
Deze uitgave werd mede mogelijk gemaakt dankzij een financiële bijdrage van:
•
Koninklijke BOOM PERS Meppel (0522) 26 61 11
•
•
RABOBANK Groningen (050) 520 89 11 Regio Noord-Nederland
Aannemingsbedrijf VEDDER BV Eext (0592) 26 26 20 Grond-, weg- en waterbouw
•
•
Bouwbedrijf H. POORTMAN Veeningen (Zuidwolde Dr.) (0528) 39 14 82 Restauratie-nieuwbouw-onderhoud-verbouw
KADASTER DRENTHE Assen (0592) 31 10 66 Bevordert de rechtszekerheid bij het maatschappelijk verkeer in vastgoed
•
IWACO B.V. Groningen (050) 521 42 14 Adviesbureau voor water en milieu
CHRISTIAAN DEN DEKKER B.V. Lisse (0252) 41 86 50 De ecologische aanpak in waterbodemsanering
•
GRONTMIJ DRENTHE Assen (0592) 33 88 99 Advies- en ingenieursbureau
QUERCUS Boomverzorging en Advisering Emmen (0591) 51 27 07 Uw bomen, onze zorg
•
ORANJEWOUD BV - HEERENVEEN Heerenveen (0513) 63 45 67 Ingenieursbureau
Veenbedrijf HAVERKORT VROOMSHOOP B.V. Vroomshoop (0546) 64 38 02 Veenafgraving, verkoop veengrond en tuinaarde
•
N.V. Waterleidingmaatschappij voor de provincie Groningen Groningen (050) 318 23 11 Wees wijs met water
•
De Boer Unigro N.V. Amersfoort (033) 454 77 77 Supermarkten en slijterijen
•
BÜGEL HAJEMA ADVISEURS Assen (0592) 31 62 06 Bureau voor ruimtelijke ordening en milieu
•
BUNING Wegenbouw B.V. Zuidwolde (0528) 37 31 64 Grond-, straat- en rioleringwerkzaamheden. Levering zand
•
NATIONALE POSTCODE LOTERIJ Amsterdam (020) 677 68 68 Loterij voor mens en natuur
•
RTV Drenthe Assen (0592) 33 80 80 Radio Drenthe, TV Drenthe, RTV Drenthe Programmablad
•
Stichting Publieksvoorlichting Notariaat Drenthe Postbus 35 – 9530 AA Borger Namens de gezamenlijke notarissen in Drenthe
•
Timmer BNA b.v. Architekten en Adviseurs Scheemda (0597) 59 24 55 / Fax (0597) 59 22 00 Voor kwaliteit van de wereld waarin we wonen, werken en recreëren
•
CLAY en BRINK Architecten Rheebruggen (0521) 35 10 14
• • • •
ABN AMRO BANK N.V. Assen (0592) 33 33 00 De bank voor Drenthe
•
Hanze Milieu Groep Zwolle (038) 455 48 08 Onderneming voor energie, milieu en telecommunicatie
•
NAM B.V. Assen (0592) 36 20 74 Aardoliemaatschappij
•
Havesathe ‘DE HAVIXHORST’ De Wijk (0522) 44 14 87 Hotel - Restaurant
•
NV Waterleidingmaatschappij ‘DRENTHE’ Assen (0592) 39 55 55 Water, het wonder uit de kraan
•
Buro HOLLEMA Rolde (0592) 24 13 13 Tuin- en landschapsarchitekten BNT
•
nv VAM Wijster Wijster (0593) 56 39 24 Hergebruik en (eind)verwerking van afvalstoffen
•
HOLLAND CASINO Groningen Groningen (050) 312 34 00 Prominent in uitgaan
•
ARCADIS HEIDEMIJ ADVIES BV Assen (0592) 39 21 11 Advies- en ingenieursbureau (inrichting, infrastructuur, milieu en ecologie)
•
HULZEBOSCH Grondwerken C.V. Beilen (0593) 52 21 39 Natuurbouw, grond-, straat- en rioleringswerk, leverantie van zand en grind