1
INHOUD blz WOORDEN VOORAF
Kwaliteit inzendingen
2
Specifiek journalistieke onderzoeksprijs
2
Geen reconstructies, tenzij…
2
Prijsbepalende uitgangspunten
3
Luchtje scheppen
3
Hommage Gerard Legebeke
4
INZENDERS EN WINNAARS
De Aanmoedigingsprijs
5
De Tekstprijs
7
De Audiovisuele prijs
9
KLEIN SLOTWOORD
12
1
2
WOORDEN VOORAF Kwaliteit inzendingen Dit jaar mocht de jury met tevredenheid vaststellen dat de VVOJ-prijs voor onderzoeksjournalistiek zijn gewaardeerde plaats binnen de Nederlandse en de Vlaamse perswereld veroverd heeft. Dat bleek niet alleen uit het hoge aantal inzendingen, maar ook uit de, gemiddeld genomen, hoge kwaliteit ervan. Zelfs onder de niet genomineerde artikelen, boeken, documentaires en radioreportages waren er diverse die het jureren allerminst tot een vervelende strafklus maakten. Enkele daarvan zullen verderop in dit rapport met ere genoemd worden. Voor de Tekstprijs kwamen er dit keer 32 inzendingen binnen. Voor de Audiovisuele prijs 25. En voor de Aanmoedigingsprijs 7. Dit totaal van 64 inzendingen overtreft het aantal van de vorige jaren (54 in 2007, 49 in 2006 en 36 in 2005) in ruime en dus bevredigende mate. Specifiek journalistieke onderzoeksprijs Ook stelde de jury met genoegen vast dat het aantal inzendingen dat, vanwege het ontbrekende researchaspect, direct terzijde geschoven kon worden, vergeleken met vorige jaren relatief gering was. De VVOJ-prijs is, anders dan bijvoorbeeld de Tegel, een specifiek journalistieke onderzoeksprijs. Op zichzelf prachtige reportages, schitterende historische reconstructies of voldragen interviewbundels vallen, voor ons soms met pijn in het juryhart, buiten de voorwaarden waaraan een inzending moet voldoen om voor de VVOJ-onderzoeksprijs in aanmerking te komen. Geen reconstructies, tenzij… Ook dit jaar heeft de jury enige tijd stilgestaan bij de vereisten om voor nominatie en bekroning in aanmerking te komen. Speciale aandacht kreeg daarbij de historische reconstructie, een terrein waarop programma’s als Andere Tijden (televisie) of OVT (radio) hun sporen verdiend hebben. De jury kwam tot de slotsom dat zulke reconstructies alleen dan voor de prijs in aanmerking komen als er een duidelijke en overtuigende link is naar het heden, of als de reconstructie een algemeen geaccepteerd beeld van wat zich ooit afgespeeld heeft aannemelijk corrigeert. Het is zeker niet de bedoeling van de jury om historische reconstructies principieel van bekroning uit te sluiten. Maar ze moeten wel voldoen aan een van de twee hiervoor gegeven condities. Om die reden vielen prachtprogramma’s af als de inzending van Carolien Brugsma en Matthijs Cats over de Nederlanders die na WOII in de Goelag gevangengezet werden, of als die van Yfke Nijland en dezelfde Carolien Brugsma over de Duitse krijgsgevangenen die in strijd
2
3 met de conventie van Geneve, na de oorlog en vaak met dodelijke afloop, ingezet werden bij het ruimen van mijnen. Dat gold ook voor een voortreffelijke Reporter-reportage van Jos Slats en Bart Nijpels over de Nederlandse tak van de anticommunistische preverzetsbeweging Gladio. Wel vond de jury de bewijsvoering voor de suggestie dat de onderwereld zich meester gemaakt had van opgegraven verzetswapentuig in dit geval iets minder overtuigend. Een zelfde lot trof tenslotte ook de serie van vier OVTradioreportages van Gerard Leenders over de opkomst en de ondergang van de Boerenpartij. Prachtig materiaal, boeiend om te beluisteren, maar geen nieuwe kijk op een recent verleden. Prijsbepalende uitgangspunten Behalve bij de historische reconstructies, stond de jury ook wat langer stil bij de prijsbepalende uitgangspunten in het algemeen. Op zichzelf valt er niet veel toe te voegen aan wat de jury daarover in eerdere juryrapporten al meldde. Voor de goede orde, het moet gaan: 1. om een onthulling van een gegeven dat zonder de publicatie ten onrechte onbekend zou zijn gebleven; 2. om een bewijsvoering die sluitend is, waarbij de feiten voor zich spreken en waarbij de reuk van suggestie zich zelfs niet een beetje opdringt; 3. om een oorspronkelijk en eigen onderzoek en niet om de bekendmaking van de resultaten van onderzoek dat elders gedaan is; 4. om een inzending waarvan de stijl zo toegankelijk is dat de inhoud ook te begrijpen valt voor niet-vaklui op het betreffende gebied; 5. om goed uitgeresearchte feiten die een aantoonbare maatschappelijke relevantie hebben. Hieraan voegde de jury dit jaar nog als aanvulling toe dat ze het een pre acht wanneer de eerste impuls voor het journalistieke onderzoek vanuit de journalist of de journalisten zelf is gekomen. Een collega die op eigen houtje achter de misstanden bij de belastingdienst aangaat of die, al dan niet na een tip, de fraude bij de pensioenfondsen tegen het licht houdt, komt eerder voor de prijs in aanmerking dan een ander die zich baseert op gegevens van, bijvoorbeeld, het Openbaar Ministerie. Het is geen wet van Meden en Perzen dat zo iemand de prijs niet zal krijgen, maar oorspronkelijkheid heeft bij de jury wel een bonus. Luchtje scheppen Ook dit jaar heeft de jury ernstig gewaakt voor elke vorm van belangenverstrengeling. De VVOJ-prijs heeft nu eenmaal de kwaliteit, en soms dus ook de handicap, dat hij door vakgenoten aan vakgenoten toegekend wordt. Zodra het over een inzending ging waar een jurylid bij bekroning enig belang aan zou kunnen ontlenen, werd hem of haar vriendelijk doch dringend verzocht zijn of haar mond stijf dicht te houden. Het jurylid dat in dienst is van de NRC, sprak niet mee over inzendingen vanuit die krant. Het jurylid dat hoofdredacteur is van Knack
3
4 Magazine zweeg zodra een inzending vanuit dat blad aan de orde kwam. Het jurylid dat kind aan huis is bij de Vlaamse televisie ging een luchtje scheppen zodra een VRT-inzending besproken werd. En de juryvoorzitter, ex-VN-redacteur en enige tijd interim-hoofdredacteur van dat weekblad, ging even op de gang staan bellen als het om een inzending vanuit dat weekblad ging. Hommage Gerard Legebeke Met eerbied en respect heeft de jury het droevige feit herdacht van het overlijden van Gerard Legebeke, de oprichter en inspirator van het VPRO-radioprogramma Argos. Week in week uit heeft dit VPRO/VARA radioprogramma uitgeblonken in pure onderzoeksjournalistiek. In 2007 wonnen Legebeke en zijn kompanen de VVOJ-prijs, in 2008 de Tegel. Met verdriet moest de jury constateren dat de teneur bij de Nederlandse publieke radio-omroep steeds meer richting de popularisering neigt. En dat ten gevolge daarvan een prachtprogramma als juist dit Argos het veld moest ruimen voor aanspreekbaarder geachte journalistieke flutvormen als het kringgesprek. Ongeveer op het moment dat Legebeke overleed werd bekend dat Argos verbannen is naar een slecht beluisterd uur op de zaterdag. De jury ziet daarin een desavouering van wat zij nu juist als het wezen van topjournalistiek beschouwt: de niet aflatende kritische aandacht voor relevante maatschappelijke verschijnselen als het voeren van een oorlog en het vermoorden van weerloze burgers. Volgens de jury is het mede een taak van de journalistiek om juist wel op zulke kwesties met grote vasthoudendheid terug te komen. Als er een programma was dat niet schroomde om dat telkens en telkens weer te doen dan was het wel Argos van de betreurde Gerard Legebeke. De jury wil daarom dan ook haar grote waardering uitspreken voor de volhardende, taaie en intelligente vorm van journalistiek waarmee Legebeke en de zijnen hun research bedreven en op de radio vorm gaven.
4
5
INZENDERS EN WINNAARS De Aanmoedigingsprijs De Aanmoedigingsprijs, bedoeld voor journalisten die, ongeacht hun leeftijd, nog geen drie jaar in het vak zitten. Van de zeven inzendingen kwamen er uiteindelijk vier op de longlist. Het ging om een zeer precies en gedetailleerd artikel van Elske Schouten in de NRC, om een undercoverartikelenserie van Ivo van Woerden in Dag, om een originele reportage van Steven Vandenbergh en Liset van Ravenzwaaij in Het Parool en om een boek, geschreven door Mirjam Pool, met als titel 'Alle dagen schuld'. Uiteindelijk besloot de jury de eerste twee inzendingen, ondanks de lof die ze ervoor had, niet te nomineren en de laatste twee wel. Elske Schouten viel af omdat haar op zichzelf heldere beschrijving, naar het oordeel van de jury niet veel toevoegde aan wat rond het faillissement van de firma Getronics al bekend was. En Ivo van Woerden viel af omdat de jury er niet van overtuigd was dat hij zijn gegevens niet ook en misschien wel beter had kunnen verzamelen als hij niet undercover gegaan was. De jury is niet principieel tegen undercoverjournalistiek, maar ze vindt wel dat de rechtvaardiging daarvoor moet zitten in de onmogelijkheid om gegevens op een andere manier boven tafel te krijgen. Daarmee bleven als wel genomineerden over: 1. Het artikel van Liset van Ravenzwaaij en Steven Vandenbergh in Het Parool, getiteld Een sint-bernard geeft 135 dagen licht. In dit artikel beschrijven de beide beginnende journalisten, ten tijde van het schrijven nog stagiaires, het einde van menig huisdier dat, tot bioproduct verwerkt, postuum een bijdrage levert aan de energievoorziening. 2. Het boek van Mirjam Pool, Alle dagen schuld,dat op indringende wijze de huiselijke en financiële situatie van de allerarmste inwoners van Almelo beschrijft en en passant onthult hoe alcoholverslaafden ten onrechte gebruik maken van een WAJONG-uitkering Natuurlijk vond de jury het, als altijd, een onmogelijke keuze: die tussen een heel boek en een enkel artikel. Voor Het Paroolstuk pleitte, naast de originaliteit van de onderwerpkeuze, de jeugd en de vasthoudendheid van deze veelbelovende stagiaires. Voor het boek pleitte de zeer feitelijke en zakelijke benadering. Pool slaagde erin om het vertrouwen van haar informanten te winnen terwijl ze hen toch allerminst louter als slachtoffers voorstelt. Zonder moralistisch te zijn beschrijft ze zakelijk, met een ondertoon van licht
5
6 kritische verbazing, hoe deze veelal gekorte bijstandsgerechtigden tamelijk slordig door het leven gaan. Bepaald onthullend zijn de pagina’s die over de werking van de WAJONG gaan, de uitkering voor jonggehandicapten. Die blijkt ook voor maar wat aan rotzooiende alcoholverslaafden toegankelijk. De jury vond deze prestatie van zo’n grote kwaliteit dat ze, unaniem, besloten heeft om: De Aanmoedigingsprijs 2008 toe te kennen aan Mirjam Pool voor haar boek Alle dagen schuld.
6
7 De Tekstprijs Van de 32 inzendingen kwamen er 7 op de longlist, alle een eervolle vermelding waard. Bij de juryberaadslagingen vielen als eerste af een artikelenserie uit de Standaard van de journalisten Albers, Brinckman, Samyn en Verschelden onder de titel De zestien is voor u en een boek van Rob Bruntink over de De laatste slaap. De artikelenserie werd uiteindelijk toch te anekdotisch gevonden en het boek, met alle waardering, te zeer louter beschrijvend. Daarna moesten de inzendingen van Marleen Teugels en Indra de Witte en die van Michael de Kock en Stephan van Fleteren het veld ruimen. De eerste inzending, een artikel uit Knack Magazine over een psychiater die niet van zijn patiënten af kan blijven, vond de jury te veel het resultaat van één enkele getuigenis, hoe aangrijpend ook. En de tweede inzending, een serie in Knack Magazine over de komst van Afrikaanse asielzoekers uit Malta naar België, viel af omdat de jury, bij alle waardering voor de omvang van de research, enig bezwaar had tegen de mate waarin de schrijvers hun eigen ervaringen, emoties en gevoelens door hun beschrijvingen heen weefden. Bleven vier kandidaten over voor de drie nominaties. Met pijn in het hart moest de jury er daarvan nog één teleurstellen. Na lang beraad viel dat lot de prachtige reportage in het Onderwijsblad van Yvonne van der Meent en Robert Sikkes ten deel. Met grote vasthoudendheid vroegen en kregen zij de jaarrekeningen van alle basisscholen in Nederland en constateerden ze, na gedegen interpretatie van de cijfers, dat de vermogenspositie van zeer veel scholen nogal riant was. Ze kregen de nominatie toch niet omdat de jury zich tot drie nominaties moest beperken en omdat er bij enkele juryleden enige twijfel opkwam over de vraag of het moment van onderzoek, zo kort na een wijziging in de financiële verhoudingen tussen het ministerie en de betreffende scholen, geen al te grote invloed had op de gevonden resultaten. Bleven uiteindelijk als de drie wel genomineerden over: 1. Joep Dohmen van NRC Handelsblad die met zijn artikelenreeks over de misstanden bij de Belastingdienst zowat de hele belastingdienst op de schop neemt. 2. Vasco van der Boon en Gerben van der Marel van het Financieel Dagblad die in een 64-delige artikelenserie een aantal vastgoedkoningen, met name van het Bouwfonds en van het Philips Pensioenfonds, van hun troon stoten. 3. Jan Meeus en Herman Staal van NRC Handelsblad die in een tweeluik effectief en vasthoudend in kaart brengen wat er mis is bij ProRail en aan het onderhoud van het Nederlandse railnetwerk. De jury vond het jammer dat ze niet alle drie de VVOJ-prijs 2008 konden krijgen. Alle drie voldoen ze geheel en al aan de criteria die de jury hanteerde. Uitstekende research, onthullingen van feiten die zonder publicatie ten onrechte onbekend zouden zijn gebleven, een sluitende bewijsvoering zonder de reuk van suggestie, een eigen en oorspronkelijk
7
8 onderzoek, een toegankelijke stijl en een duidelijke maatschappelijke relevantie. Toch kon er maar één inzending de prijs winnen. Maar welke? Joep Dohmens serie legde onweerlegbaar bloot hoezeer de Belastingdienst, ooit het sierpaardje van het Nederlands Openbaar Bestuur, afgegleden is naar een klungelige organisatie die de digitalisering maar niet onder de knie kan krijgen en die dan maar beslissingen rondstuurt waarop later en tot schade van de burgers, hardhandig teruggekomen moet worden. Zijn aanhoudende onderzoeken leidden tot terechte Haagse commotie en tot verontrusting bij de burgers. Typisch een voorbeeld van vastbijten en niet meer loslaten. Het hoort bij het vak dat hij de Belastingsdienst zelf alle gelegenheid gaf tot, op zichzelf vrij hulpeloze, weerwoorden. Vasco van der Boon en Gerben van der Marel beten zich al even hardnekkig vast in de fraude bij het Bouwfonds en bij het Philips Pensioenfonds, waarvan de onberispelijk geachte leiding zichzelf stiekem verrijkte. Ook hier met voldoende aandacht voor hoor en wederhoor. En ook hier met schokkende effecten. Jan Meeus en Herman Staal ten slotte lieten op overtuigende wijze weinig heel van de aandacht voor het onderhoud dat ProRail aan het spoornet besteedde. Tal van informanten kwamen aan het woord die, soms met hoorbaar leedwezen, de achteruitgang van het railnetwerk beschreven. Meeus en Staal schreven er een tweeluik over dat elke lezer bijblijft. Na lang beraad besloot de jury, alweer unaniem, te kiezen voor de meest onthullende inzending van de drie, de meest aansprekende ook en de inzending die het meeste stof deed opwaaien. De VVOJ Tekstprijs 2008 gaat naar: Joep Dohmen voor zijn artikelenserie in NRC Handelsblad met Choas bij de Belastingdienst.
8
9 De Audiovisuele prijs Van de 25 Audiovisuele inzendingen kwamen er niet minder dan 13 op de longlist – volgens de jury een bewijs dat radio en televisie zich wel degelijk lenen voor goed uitgezochte en spraakmakende programma’s. Van die 13 inzendingen viel die van Legebeke en Jaspers, winnaars van de postume ereprijs, zoals gezegd, buiten verdere beschouwing. Waarom de beide inzendingen van het prachtprogramma Andere Tijden het uiteindelijk niet haalden, is ook al verteld. Hetzelfde geldt voor de voortreffelijke Reporter-inzending over Gladio en voor de OVTreconstructie van voorheen de Boerenpartij. Van de overige 8 inzendingen viel als eerste af: Een VRTPanorama documentaire van Ivan de Vadder, Het beste moet nog komen. Die behandelde de mislukking van de oranjeblauwe coalitie in België. Zowel volgens de Vlaamse als volgens de Nederlandse juryleden ging het hier om een mooie documentaire, maar met te weinig eigen onderzoekskwaliteit om voor de prijs in aanmerking te komen. Langer stond de jury stil bij de inzending van Peter Verlinden voor VRT-Panorama over de moord in Rwanda op tien Belgische blauwhelmen, en bij de undercoveroperatie van Alberto Stegeman voor SBS-6 over de beveiliging van de luchthaven Schiphol. De reportage van Peter Verlinden telt informanten van over de halve wereld die samen zeer overtuigend aantonen dat de blauwhelmen de dood vonden door een combinatie van bedrog door Rwandese rebellen, van achteloosheid bij een Canadese UN-generaal, van onmacht bij de UN, en van ongeïnformeerdheid van de Belgische commandant. Toch viel deze reportage af omdat hij, naar het oordeel van de jury, eerder het resultaat was van gedegen productie dan van gedegen research. De jury hecht eraan om het onderscheid tussen deze twee met enige klem te benadrukken. De SBS-reportage viel af, nee, niet omdat ook dit een undercoveronderneming was. In dit geval was het namelijk uitermate onaannemelijk dat hetzelfde resultaat ook zonder undercover te gaan bereikt had kunnen worden. Alberto Stegeman slaagde er als quasiwerknemer in om een nepbom in een vliegtuig te leggen. En hij deed dat zo overtuigend dat de leiding van Schiphol de eerste geruststellende mededelingen al gauw door een volmondig mea culpa moest vervangen. Een juryminderheid zwichtte uiteindelijk voor het argument van de meerderheid dat deze reportage, hoe onthullend en effectief ook, er een was in een terugkerende serie van vergelijkbare operaties. Met veel aardigheid bekeek de jury de inzending van Fatima Naumann en Hans van der Steeg voor RTV-Utrecht naar aanleiding van de brand in het Armandomuseum in Amersfoort. Maar ze vond het toch een te ernstige tekortkoming dat de familierelatie tussen de lokale wethouder en de vermoedelijke brandveroorzaker wel genoemd maar niet verder ontrafeld werd. De Argosinzending van Kees van den Bosch over de giftige matrassen die uit China komen en hun beslapers zo ongeveer vergassen, kreeg uiteindelijk geen nominatie omdat het te veel een recycling betrof van een eerdere en nog spraakmakender Argosaflevering over hetzelfde onderwerp. Op zichzelf heeft de jury er, als gezegd, veel waardering voor
9
10 wanneer researchjournalisten zich in hun onderwerp hardnekkig vastbijten en er telkens weer op terug komen. In dit geval echter was de nieuwe informatie te dun vergeleken bij het al bekende. Een andere Argosreportage, dit keer van Jair Stein, betrof de relatie tussen het gebruik van antidepressiva en het plegen van zelfmoord. De jury was zeer onder de indruk van de geleverde prestatie, maar wilde deze in haar ogen schitterende radiodocumentaire toch niet nomineren, omdat het de BBC geweest is die eerder dezelfde kat dezelfde bel aanbond. Daarmee was het aantal mogelijke nominatiekandidaten tot vier teruggebracht. Een van de vier moest, met lood in de schoenen, geofferd worden. Dat werd de voortreffelijke documentaire van Erwin Otten en Marcel van Silfhout voor Zembla onder de titel Ziek door je eigen huis. De jury was vol lof voor de degelijkheid van de inzending die overtuigend blootlegde dat de overheid de gezondheid van haar burgers met een gerust hart opoffert aan de eigen doelstelling van energiebeheersing. Als propagandist van balansventilatie laat ze mensen wonen in energiearme huizen waarin ze belaagd worden door een amalgaam van bacteriën, gebrek aan frisse lucht en overige ziekteverwekkers. Ze worden ook werkelijk ziek. Ernstige waarschuwingen van ter zake deskundige hoogleraren worden eenvoudig weggewimpeld. Toch gaat de VVOJ-prijs dit jaar niet naar deze Zemblaaflevering en dat komt door de nog grotere filmische kwaliteiten van de drie inzendingen die wel genomineerd werden, namelijk: 1. Wim Van den Eynde en Jan Puype van Panorama (VRT) die in Pax Electrabel de greep van elektriciteitsproducenten op de Belgische energiemarkt, de regering, de belastingdienst en zelfs de universiteiten in kaart brengen. 2. Marije Meerman, William de Bruijn en Barbara Coolen van Tegenlicht (VPRO) die in De verkoop van een oorlog op onthutsende wijze laten hoe de 'Coalition of de willing' in de oorlog met Irak tot stand kwam en aan het publiek verkocht werd. 3. Hetty Nietsch en André Tak van Zembla (VARA/NPS) die met behulp van zelf opgespoorde cijfers, statistieken en getuigen in Moord, doodslag, taakstraf aantonen dat ook na zeer ernstige misdrijven vaak een taakstraf opgelegd wordt die van het begrip straf weinig heel laat. Ook hier vond de jury alle drie de nominaties prijswaardig. En ook hier moest een keuze gemaakt worden. De Panoramadocumentaire van Wim Van den Eynde en Jan Puype over de energieleverancier Electrabel veroorzaakte in België veel terechte opwinding. Een Vlaams jurylid sprak zelfs van een ´verpletterend effect´. De reportage toonde glashelder aan dat zowel de landelijke politici als de Belgische universiteiten hand-en-spandiensten verlenen aan Electrabel en aan het moederbedrijf Suez. Onthuld werden geheimgehouden afspraken
10
11 met de toenmalige premier Guy Verhofsdtadt over een voordelige fiscale bevoordeling van het bedrijf. De Tegenlichtreportage van Marije Meerman, William de Bruijn en Barbara Coolen was filmisch een pronkstukje en gaf precies wat de titel suggereerde. Een helder inzicht in hoe de inval van de Amerikanen in Irak aan het publiek verkocht werd als betrof het een nieuwe zeepaanbieding. Hier was eerder sprake van een deconstructie dan van een reconstructie. Zelfs de cameraposities werden van tevoren door beelddeskundigen vastgesteld zodat bijvoorbeeld de microfoon wegviel tegen de knoop in de stropdas van Collin Powel en het dus leek alsof hij spontaan en uit het hoofd sprak. Nooit eerder werd de relatie tussen oorlog en beeldvorming zo helder aangetoond. Zo’n documentaire zou je elke week wel een keer op de Vlaamse of de Nederlandse televisie willen zien. En in de Zembla-uitzending laten de makers Hetty Nietsch en André Tak zelf opgespoorde cijfers en statistieken zien. Deze zijn sensationeel: moordenaars en verkrachters komen er vaak vanaf met een taakstraf, hoewel die oorspronkelijk alleen bedoeld was voor lichte vergrijpen. Zowel de daders zelf als de slachtoffers, als de instellingen waar die taakstraffen verricht worden, vinden dat er van het element straf dan ook niets overblijft. Bovendien wordt in 80 % van de taakstraffen in geen enkele vorm van begeleiding voorzien. Het dorre cijfermateriaal krijgt vlees en bloed door eminent goede getuigen, die deskundig aan elkaar zijn gemonteerd en verbonden door discreet maar mooi gefilmde reconstructies. Vakwerk. Nogmaals, ze verdienden alle drie de prijs. De ene die de jury, alweer unaniem en ook al vanwege het ijzersterke filmische karakter, uiteindelijk bekroond heeft en die dus de winnaar geworden is van de Audiovisuele VVOJ-prijs 2008, is de reportage van: Marije Meerman, William de Bruijn en Barbara Coolen voor VPRO ´s Tegenlicht met De verkoop van een oorlog.
11
12
KLEIN SLOTWOORD De jury is alle inzenders zeer dankbaar voor de aangename uren die ze met zoveel producties heeft mogen doorbrengen. En voor de collegiale hartelijkheid van ons medejurylid Rik van Cauwelaert, hoofdredacteur van Knack Magazine, die na dit jaar geen deel meer zal uitmaken van de VVOJ-jury. Zijn plaats wordt ingenomen door Ad van Liempt, lector researchjournalistiek te Utrecht. Op naar de VVOJ-prijs 2009. Amsterdam/Antwerpen - november 2008 Gerard van Westerloo
12