Kwaliteit en kansen voor elke leerling Een visie op de vernieuwing van het secundair onderwijs
Kwaliteit en kansen voor elke leerling • Visie op secundair onderwijs •Commissie aangesteld door dhr minister (mei 2008) •Kerngroep en reflectiegroep (ervaringsdeskundigen) •Autonoom •Uitnodiging breed en constructief debat •Hoop op partnerschap met alle actoren
Structuur rapport • Krijtlijnen van vernieuwing • Architectuur secundair onderwijs • Cruciale rol van de leraren • Voorwaarden voor implementatie • Implementatie
1
Krijtlijnen van vernieuwing 1.
Wat willen we bereiken?
•
Missie
•
Doelstellingen
•
Uitgangspunten en keuzes
•
Behouden en versterken sterke punten
•
Werken aan verbeterpunten
Krijtlijnen van vernieuwing 1.1. Missie
→ ontwikkelen van persoonlijkheid om te participeren aan de samenleving → verwerven van kennis, vaardigheden en attitudes om door te stromen naar hoger onderwijs of naar arbeidsmarkt
Krijtlijnen van vernieuwing 1.2. Algemene doelen van vernieuwing • missie realiseren → brede algemene vorming → goede voorbereiding hoger onderwijs → relevante beroepskwalificaties voor arbeidsmarkt •
voorwaarden scheppen voor schoolteams om kwaliteitsvol en kansrijk onderwijs te realiseren
2
Krijtlijnen van vernieuwing 1.3. Uitgangspunten en keuzes (10) •
kwaliteit staat voorop. Hoge eisen stellen aan leerlingen (1)
•
Kwaliteitsvol en kansrijk onderwijs voor elke leerling (2)
•
Brede algemene vorming en taalontwikkeling voor alle leerlingen (3)
•
Activerend onderwijs en competentiegericht leren. Projectmatig en vakdoorbrekend werken. Stages en werkplekleren voor alle leerlingen (4)
Krijtlijnen van vernieuwing 1.3. Uitgangspunten en keuzes (10) •
Gefaseerde structuur: 9 9 9 9 9
•
3 graden Geen onderwijsvormen meer Brede belangstellingsgebieden Cfr. Vlaamse kwalificatiestructuur Flexibele trajecten (5)
Ontwikkelen keuzebekwaamheid 9 9
Basisonderwijs / eerste graad Getrapte studiekeuze (6)
Krijtlijnen van vernieuwing 1.3. Uitgangspunten en keuzes (10) •
Differentiatie / mediëring en remediëring => vermindering zitten blijven (7)
•
Overgangen tussen onderwijsniveaus (BaO/SO/HO) en arbeidsmarkt vlotter laten verlopen (8)
•
Zorgen voor gemotiveerde leraren (werkgeverschap, HR-beleid, stimulerende werkomgeving) (9)
•
Pleiten voor sterke scholen (autonomie / beleidsvoerend vermogen) (10)
3
Krijtlijnen van vernieuwing 1.4. Behouden en versterken sterke punten • • • • • • •
Hoge scolarisatie (1) Sterke resultaten PISA (2) Zorg en begeleiding voor leerlingen met moeilijkheden (3) Evenwichtige en brede vorming (4) Evenwicht tussen centrale sturing en lokale autonomie (5) Grote inzet schoolteams (6) Ruime personeelsomkadering (7)
Krijtlijnen van vernieuwing 1.5. Werken aan verbeterpunten • • • • • • • •
Kloof tussen prestaties leerlingen zeer groot (1) Leerlingen zijn schoolmoe of gaan niet graag naar school (2) Schoolse vertraging is groot (3) Teveel studierichtingen (4) Reproduceren van sociale ongelijkheid (5) Onvoldoende voorbereiding voor hoger onderwijs of aansluiting bij arbeidsmarkt (6) Te sterk gericht op kennis, te weinig op creativiteit, toepassing van kennis, ondernemingszin, communicatieve vaardigheden (7) Sommige scholen te weinig beleidsvoerend vermogen (8)
Krijtlijnen van vernieuwing 2. Leerling centraal •
Kansrijk en kwaliteitsvol onderwijs voor elke leerling
•
Keuzebekwaamheid van leerlingen ontwikkelen
•
Leerlingenbegeleiding en –zorg verder uitbouwen
•
Onderscheidingsvermogen van jongeren ontwikkelen
•
Rechten van leerlingen erkennen
4
Krijtlijnen van vernieuwing 3. Degelijke algemene vorming voor alle leerlingen •
Algemene vorming
•
Vernieuwd referentiekader
•
Versterking talenonderwijs
•
Basiscompetenties: techniek, maatschappij, kunst en cultuur
Krijtlijnen van vernieuwing 4. Stimuleren didactische aanpak • • • • •
Respect voor pedagogische vrijheid van scholen Stimuleren van activerend, vakdoorbrekend, competentiegericht leren (AVC-leren) Plaats voor AVC-leren binnen curriculum Wisselwerking tussen school en samenleving Leraar centrale figuur in didactisch proces
Een transparante en flexibele architectuur
•
Algemene principes vernieuwende architectuur
•
De eerste graad
•
De tweede en derde graad
•
Het diploma secundair onderwijs
5
Een transparante en flexibele architectuur 1. Algemene principes van de vernieuwde architectuur •
Doelstellingen
•
Krijtlijnen
•
Van onderwijsvormen naar belangstellingsgebieden
•
Gefaseerde structuur
•
Doorstromings- en arbeidsmarktgerichte onderwijstrajecten
•
Verbreden en clusteren van vakken
Een transparante en flexibele architectuur 1.1. Doelstellingen → transparant en flexibel onderwijsaanbod • • • • • •
Tijdige detectie van talenten Verhoogde keuzebekwaamheid Studiekeuze gedetermineerd door talent en leerpotentieel Grotere sociale mix in scholen Redzaamheid (functionele reken- en taalvaardigheid) Afname waterval / zitten blijven
Een transparante en flexibele architectuur 1.2. Krijtlijnen • •
1ste, 2de, 3de graad blijven behouden 7de jaren Se-n-se 4de graad = hoger beroepsonderwijs (1) Onderwijsvormen (ASO, BSO, KSO, TSO) verdwijnen Belangstellingsgebieden met studierichtingen → doorstroomkwalificaties → Hoger Onderwijs → arbeidsmarktgerichte kwalificaties → arbeidsmarkt (2)
6
Een transparante en flexibele architectuur 1.2. Krijtlijnen • • • • •
In basisonderwijs en in eerste graad kennis maken met verschillende belangstellingsgebieden (3) Eerste graad –B-stroom – omvormen tot schakelprogramma (schakeljaren van BaO naar A-stroom of D-stroom) → werken aan functionele taal- en rekenvaardigheden (4) Voor eerste graad, samenvoegen van vakken, aantal leraren beperken (5) Aantal studierichtingen reduceren Getrapte studiekeuze (6) Tweede graad – ook tussenvorm A/D – voor leerlingen voor wie het nog onduidelijk is (arbeidsmarktgericht of doorstroom) (7)
Een transparante en flexibele architectuur 1.2. Krijtlijnen • • • • •
Vreemde talen, wiskunde, wetenschappen eindtermen op twee beheersingsniveaus (8) Keuzeactiviteiten voor leerlingen vanaf eerste graad (9) Versterking algemene vorming (10) Differentiatie en (re)mediëring structureel in lessenroosters, bruggen en overgangstrajecten (11) Diploma SO zowel voor doorstroming als voor arbeidsmarktgerichte kwalificatie na 6 jaar secundair onderwijs Na 6 jaar arbeidsmarktgerichte kwalificatie (kwalificatieniveau 3) mogelijkheid tot schakeltraject voor doorstroming bachelor (12)
Een transparante en flexibele architectuur 1.3. Van onderwijsvormen naar belangstellingsgebieden en studierichtingen • Afschaffen onderwijsvormen • Voorlopige indeling in belangstellingsgebieden: → gezondheid, welzijn en samenleving → administratie, handel en economie → natuur, techniek en wetenschappen → kunst, talen en cultuur
7
Een transparante en flexibele architectuur 1.4. Gefaseerde structuur
Prof. Bachelor Schakel.
SenSe
3de Graad A3
2de Graad A
Schakel‐ programma
Acad. Bachelor
HBO
3de Graad A4
2de Graad DA
3de Graad D
2de Graad D
Oriënteringsprogramma
Een transparante en flexibele architectuur 1.5. Doorstromings- en arbeidsmarktgerichte onderwijstrajecten •
D-stroom gericht op doorstroming naar hoger onderwijs
•
A-stroom gericht op kwalificatie naar arbeidsmarkt
•
In 2de graad ook trajecten gericht op beide finaliteiten A/D
•
Overgangs- en bijspijkertrajecten
Een transparante en flexibele architectuur 1.6. Verbreden en clusteren van vakken •
Clusteren van vakken 1ste graad en A-stroom
•
Beperken verschillende leraren per klas
•
Één uur vakken – twee uur per week in semester
•
Bouwstenen lesuren van 50’ blijft
8
Een transparante en flexibele architectuur 2. Eerste graad • • • • • •
Breed en oriënterend maar niet in iedere school identiek Leren kiezen Geen bruuske breuk met basisonderwijs Oriënteringsprogramma eerste graad Schakelprogramma eerste graad Relatie tussen oriënteringsprogramma en schakelprogramma
Eerste graad
Eerste graad
9
Eerste graad
Een transparante en flexibele architectuur 3. Tweede en derde graad • • • • •
Scharnierpunt studiekeuze 14 jaar Tweede graad D-stroom (m.i.v. A/D-studierichtingen) 3de graad D-stroom Verschillende beheersingsniveaus voor algemene vorming Tweede en derde graad A-stroom
Een transparante en flexibele architectuur
4. Diploma secundair onderwijs na 6 jaar secundair onderwijs • • •
Na D-stroom niveau 4 Na A-stroom niveau 4 Na A-stroom niveau 3
10
Kansen voor leraren •
Lerarenberoep attractief houden
•
Leraren een interessant loopbaanperspectief bieden
•
Goed werkgeverschap en personeelsbeleid bevorderen
•
Zorg besteden aan implicaties van vernieuwingen voor leraren
Kansen voor leraren 1. Lerarenberoep attractief houden •
Goed imago van leraar behouden
•
Troeven van lerarenberoep beter uitspelen
•
Perspectief op werkzekerheid behouden
•
Retentie van goede leraren verhogen
•
Zij-instromers aantrekken
Kansen voor leraren 2. Leraren een interessant loopbaanperspectief geven •
Kansen bieden tot pedagogische verdieping en functiedifferentiatie
•
Ruimte creëren voor professionele ontwikkeling
•
Uitstekende leraren beter valoriseren
•
Rekening houden met verantwoordelijkheid en grote inzet
11
Kansen voor leraren 3. Goed werkgeverschap en personeelsbeleid bevorderen • • • • • •
Creëren van stimulerende werkomgeving Flexibeler kunnen omgaan met onderwijsbevoegdheden Mobiliteit van leraren bevorderen Zorgen dat de zwakste leerlingen de voor hen meest geschikte leraren krijgen Leraren goed coachen en evalueren Zorgen voor effectieve participatiecultuur
Kansen voor leraren 4. Zorg besteden aan de implicaties van de vernieuwingen voor leraren •
Negatieve effecten vermijden van herstructurering aanbod
•
Leraren ondersteunen en bijscholen
•
Scholen middelen geven voor motiverend personeelsbeleid
•
Lerarenopleidingen laten mee evolueren
Bijkomende voorwaarden voor kwaliteitsvolle vernieuwing
•
Sterke scholen
•
Vlotte overgangen met andere onderwijsniveaus en naar arbeidsmarkt
•
Samenwerking tussen alle actoren in een grootstedelijke context
12
Bijkomende voorwaarden voor kwaliteitsvolle vernieuwing 1. Sterke scholen • Met degelijk bestuur en met onderwijskundig leiderschap • Met functionele organisatie • Met helder en voldoende breed onderwijsaanbod • Met voldoende autonomie gekoppeld aan kwaliteitszorg en participatie • Met voldoende middelen om degelijk beleid te kunnen voeren • Met degelijke en veilige infrastructuur • Met uitrusting en leermiddelen die vernieuwing ondersteunen • In functionele scholengemeenschappen • In goede relatie met omgeving
Bijkomende voorwaarden voor kwaliteitsvolle vernieuwing 2. Vlotte overgangen naar andere onderwijsniveaus en naar de arbeidsmarkt •
Leerlingen volgen doorheen hun onderwijstraject
•
Zorgen voor soepele overgang van secundair naar hoger onderwijs
•
Zorgen voor soepele overgang naar arbeidsmarkt
Bijkomende voorwaarden voor kwaliteitsvolle vernieuwing 3. Samenwerking tussen alle actoren grootstedelijke context •
Grotere uitdagingen in grotere steden
•
Nood aan specifieke accenten en maatregelen
13
Bijkomende voorwaarden voor kwaliteitsvolle vernieuwing 3.1. Grotere uitdagingen in grotere steden ⇒ Leerlingenpopulatie • • • • •
Meer kansarmen Meer anderstaligen Hogere leerachterstand en spijbelgedrag Meer normoverschrijdend gedrag Concentratiescholen
• • • •
Verouderde schoolgebouwen Dalend leerlingenaantal ↔ vol verklaren sommige studierichtingen Verdwijnen nijverheidstechnisch onderwijs Onevenwichtig aanbod (Brussel)
⇒
⇒ •
Scholen en onderwijsaanbod
Leraren Groot verloop
Bijkomende voorwaarden voor kwaliteitsvolle vernieuwing 3.2. Nood aan specifieke maatregelen • Ondersteuning door lokaal en centraal beleid • Spijbelbeleid • Open schoolklimaat • Taalbeleid – ondersteuning steunpunten • Aandacht in lerarenopleiding • Professionele ondersteuning bij screening • Ondersteuning pedagogische begeleidingsdiensten • Kostenbeleid • Complementair onderwijsaanbod • Retentie van leraren verhogen
Gedragen implementatie binnen duidelijk perspectief • • • • • • • • •
Uitnodiging tot debat Zoeken naar consensus Schoolteams mede-eigenaar 10-jarenplan – gefaseerde aanpak Financiële middelen Veranderingscapaciteit scholen / leraren Partnerschap Vlaamse overheid en onderwijsactoren: inrichtende machten, vakbonden, ouders, scholieren, koepels, … Wetenschappelijk onderzoek communicatie
14
Verschillende beheersingsniveaus
Techniek, Maatschappij, Kunst en Cultuur Talen‐Wiskunde‐Wetenschappen
Differentiatie LEERLINGEN VERSCHILLEN
Versterken algemene vorming
Structurele remediëring
ONTWIKKELEN PERSOONLIJKHEID
Verdieping
Stages en werkplekleren
LEERLINGEN CENTRAAL
HELPEN BIJ ONTDEKKEN EN
Overgangs –en bijspijkertrajecten
MISSIE
DOORSTROMEN ARBEIDSMARKT / HOGER ONDERWIJS
ONTWIKKELEN VAN TALENTEN.
1ste graad
Activerend en vakdoorbrekend onderwijs en competentiegericht leren
2de en 3de graad belangstellingsgebieden en Vlaamse kwalificatiestructuur
SECUNDAIR ONDERWIJS: KWALITEIT EN KANSEN VOOR ELKE LEERLING
Arbeidmarktgericht
Continuïteit basisonderwijs.
Doorstroomgericht
Beroepskwalificaties
Kennismaken met belangstellingsgebieden
CRUCIALE ROL VOOR LERAREN
STERKE SCHOLEN
Keuzebekwaamheid
ONDERWIJSKUNDIG LEIDERSCHAP GEMOTIVEERDE LERAREN LERARENBEROEP ATTRACTIEF HOUDEN LOOPBAANPERSPECTIEF BIEDEN WERKGEVERSCHAP EN PERSONEELSBELEID ZORG EN TIJD VOOR IMPLEMENTATIE
FUNCTIONELE ORGANISATIE BREED ONDERWIJSAANBOD AUTONOMIE/KWALITEITSZORG/PARTICIPATIE AANTREKKELIJKE EN VEILIGE INFRASTRUCTUUR/ UITRUSTING EN LEERMIDDELEN SCHOLENGEMEENSCHAPPEN RELATIE MET OMGEVING
Reactie Minister op rapport Ruimte voor overleg Positieve punten SO versterken + werkpunten Voor iedere leerling rijkdom aan kansen + de lat hoog leggen Visienota → ≠ beleidsstappen (tijd nemen) Werk voortzetten → inspiratie in andere landen → wetenschappelijk onderzoek Verwacht reactie vanuit de samenleving
15