.
JUNI 2013
Kwaliteit en Impact Scan 2020 Instrument gericht op versterking van de internationaliseringfunctie in het mbo, dat voor instellingen als leidraad kan dienen: a. bij zelf-evaluatie en het in kaart brengen van de actuele stand van zaken van internationalisering;
b. om doelgroepen (docenten, bestuurders, opleidingsmanagers) te betrekken; c. om een realistisch ontwikkelperspectief te vormen, binnen de eigen context.
Peer Group • • • • • • • • • • • • • •
Andre Huijgens en Ton Stok - Wellant College Gerrit Jansen - ROC Gilde opleidingen Hellen Ransdorp - Nova College Ieke Steens - ROC Leiden Jan Muijs - ROC Aventus Lammert Folkerts - ROC van Twente Marie Claire Bartmann - Friesland College Martin Huizinga - ROC Zadkine Mieke Veenink - Graafschap College Minke Kloppenburg - Noorderpoort College Udo Lut en Margrieta Kroese - ROC Landstede Jose Ravenstein - NUFFIC Peter Luijten, Anne Potters – CINOP Internationaal Agentschap Marcel van Marrewijk en Wendy Klein - Research to Improve
4 aandachtsgebieden Op de kaart = verbonden met de omringende organisatie en haar strategie beleid, organisatie, internationale relaties, rol coördinator Op de plank = voorzien van een rijk dienstenaanbod mobiliteit, vakinhoudelijk, loopbaan & burgerschap, aanbod op instellingsniveau Op de rit = adequaat georganiseerd werkprocessen, communicatie, middelen, kwaliteit Op de teller = resultaat en impact resultaten in beeld
Internationalisering
-I“Bureau”
- II “Platform”
- III “CoP”
- IV “Internationale organisatie”
Op de Kaart
Op de Plank
75%
85%
Op de Teller
60%
40%
Op de RIT
Ontwikkelstadia van internationalisering Fase 1
• Aanbod en compliance-gericht: doorgeefluik van subsidies; • Vraagbaak en opvang voor incidentele initiatieven; • Organiseren van de werkprocessen dmv handboeken;
Bureau internationalisering Fase 2 • Expansie door meer domeinen te betrekken bij internationalisering (intern/ decentralisatie); • Per domein de behoefte in beeld • Strategische positionering, inspelen op trends; • Sturen op resultaten.
Platform internationalisering
Ontwikkelstadia van internationalisering (2)
• Leren van elkaar; • Nadruk op vakinhoudelijke meerwaarde Fase 3 (professionalisering); • Gelijke kansen (social inclusion); • Activeringsbeleid onder leerlingen en docenten; Community of Professionals • Afstemming en dialoog met (externe) stakeholders. Fase 4 • Internationale oriëntatie is kernproces van het mbo; • Faciliteren van studenten en docenten om hun weg te vinden in een maatschappij die snel internationaliseert; • Organiseren van verbinding; domein overstijgende projecten tbv synergie en innovatie
Internationale organisatie
Context 1: Betekenis van internationalisering binnen uw instelling 1. “Wij vragen subsidies aan en zetten ons in voor het doelmatig organiseren van Internationaliseringsactiviteiten”. 2. “De internationale oriëntatie van onze studenten vergroot hun toegevoegde waarde op de arbeidsmarkt en verhoogt het imago van onze instelling”. 3. “Wij leveren een bijdrage aan de kenniseconomie. Dat vereist een internationale oriëntatie in ons onderwijsaanbod en intensieve samenwerking met internationale partners”. 4. “Internationalisering is dusdanig vervlochten in al onze activiteiten dat het in feite niet meer zichtbaar is: als organisatie staan wij in de wereld, en de gehele wereld zit in ons”.
Context 2: Samenwerking 1. “Samenwerking met een select aantal betrouwbare partners biedt structuur en draagt bij aan onze continuïteit”.
2. “De samenwerking met collega MBO-instellingen geeft ons extra flexibiliteit in bijvoorbeeld het veiligstellen van subsidies voor internationalisering”. 3. “Onze missie en visie impliceren dat wij nadrukkelijk samenwerken met diverse partijen in de regio en in sectoraal verband. Zodoende kunnen we bijvoorbeeld inkomende studenten uit het buitenland relevante werkervaring aanbieden”. 4. “Ons partnernetwerk – regionaal, sectoraal en (inter)nationaal – speelt een rol bij het internationaliseren van onze opleidingen”.
Context 3: Besluitvorming 1. “De besluitvorming vindt getrapt plaats. Op ieder lager niveau worden besluiten geconcretiseerd”. 2. “De top bepaalt de doelstellingen en de kaders waaraan teams en sectoren hun eigen invulling kunnen geven”. 3. “Besluiten nemen is een democratisch proces. Voor richtinggevende vraagstukken verwachten we een grote betrokkenheid en participatie vanuit de organisatie, uitmondend in een breed draagvlak”. 4. “Besluiten worden genomen op basis van voortschrijdend inzicht. In het open besluitvormingsproces kunnen relevante partijen op constructieve wijze aansluiten en bijdragen. Zo ontstaat synergie”.
Context 4: Kwaliteitszorg 1. “Kwaliteit is gedefinieerd in normen, richtlijnen en procedures en draagt bij aan de voorspelbaarheid en de standaarden van het onderwijs”. 2. “Kwaliteit wordt gerelateerd aan prestaties en het scoren op (kwantitatieve) kengetallen en benchmarks”. 3. “Het onderwijs is kwalitatief hoogwaardig wanneer professionals zich intrinsiek gemotiveerd tonen, betrokken zijn en in hoge mate bereid te voldoen aan de behoeften van stakeholders”. 4. “Kwaliteit manifesteert zich wanneer alle belanghebbenden voordeel realiseren (win- win-win)”.
Waardesysteem
Cultuur
Kwaliteit (gezonde uitdrukking)
Valkuil (ongezonde uitdrukking)
Controle gedreven Orde, zekerheid
Bureaucratische cultuur
• stabiliteit, • transparante structuren • managen: regelen en organiseren • afspraak=afspraak
• verstikkende regels, • afstand tussen werkvloer en top • onvermogen om op veranderende omgeving in te spelen
Succes gedreven Zelfontplooiing
Prestatiecultuur
• • • •
Zorg gedreven Gemeenschap
Professionele cultuur
• mensgerichtheid • ruimte scheppen voor betrokken professionals • teamwork • gelijke kansen
• traagheid door eindeloos overleg • conflicten mijden, • te makkelijk consensus zoeken: grijs compromis
Innovatie gedreven Synergie, doorbraken
Open cultuur
• integrale oplossingen: het geheel is meer dan de som der delen • duurzame netwerken • met elkaar flexibel in kunnen spelen op zich ontvouwende complexiteit in de omgeving
• door analyseren i.p.v. actie • onnodig compliceren
kansen zien en pakken, ondernemerschap klant centraal focus op (meetbaar) resultaat en effectiviteit
• winst ten koste van afvallers, • doel heiligt de middelen, • kwantiteit i.p.v. kwaliteit: 'not everything that counts, can be counted'
Contact? Peter Luijten - Projectleider KIS
[email protected]
Eline van der Net - Coördinator mobiliteit Leonardo da Vinci
[email protected]