Inhoud 1. Overgevoeligheid 1.1. Allergie
3
3 Hyperreactiviteit 5 Gemaskeerde allergie 5 Naamgeving 6 Verschillende antilichamen 6 Onderzoek 7 Betrouwbaarheid 8 1.2. Intolerantie 8 1.3. Hyperreactiviteit of histaminegevoeligheid 9 1.4. Intoxicatie 10 2. Laboratoriumonderzoek 11 2.1. Allergieonderzoeken 11 2.1.1. IgG-allergieonderzoek 11 Bewijs dat IgG-allergie bestaat 12 IgG of IgG4-screening voedsel- en schimmels 14 Uitgebreide IgG4-screening 16 IgG4-screening schimmels 21 Allergietests met behulp van een vingerprik 22 22 De foodSCAN food indicator test De foodSCAN 42 food screen 23 24 De foodSCAN 113 food in-depth test 2.2. IgE-allergieonderzoek 25 IgE-inhalatie-screening 26 IgE-inhalatie uitgebreid 26 IgE-kleuterscreening uitgebreid 26 IgE-kinderscreening voedsel 27 IgE-voedselscreening uitgebreid 27 Overige allergiescreeningen 27 Losse allergietests 30
9
31 31
Candida-serologie Glutentolerantietests
10
1. Overgevoeligheid 1.1 Allergie Bij allergie wordt in het bloed naar IgE-antistoffen gezocht, gericht tegen voedsel of allergenen in uw omgeving zoals huisstof of stuifmeel. Deze allergieën, met name voedselallergieën, komen uitsluitend voor bij mensen die daarvoor een erfelijke aanleg hebben. Deze erfelijke aanleg noemen we atopie. Slechts een kwart van de Nederlandse bevolking heeft zo’n aanleg. Bij atopische patiënten komen één of meer van de volgende ziektebeelden voor zoals atopisch eczeem, loopneus of verstopte neus, oogbindvliesontsteking, hooikoorts en allergisch astma. Daarnaast vertonen atopische mensen eerder allergische ziekten, zoals huiduitslag en galbulten (urticaria) door het gebruik van medicijnen. Verder reageren ze eerder op stof, infecties, natuurverschijnselen, weersinvloeden, kleding en dergelijke. Het overgrote deel (75%) van de bevolking mist deze allergische aanleg. Maar ook bij hen komen voedselallergieën en andere allergische reacties voor. Bij deze mensen worden antistoffen van een ander type aangemaakt, namelijk IgG(4). Voor het opsporen van deze anti11
stoffen zijn tests nodig zoals die door het laboratorium van het KEAC zijn ontwikkeld. Deze tests worden inmiddels 15 jaar voor patiënten uit vele landen in en buiten Europa uitgevoerd en worden soms door ziektekosten-verzekeringen in die landen vergoed. Een goede test om vast te stellen of er sprake is van dit soort allergieën is de Food Indicator Test. Deze test geeft aan of deze reactie al of niet een rol spelen bij het optreden van uw klachten. De reactie op een voedingsmiddel of andere stof verloopt in bijna tachtig procent van de gevallen via bepaalde allergiecellen gelegen in de slijmvliezen (mestcellen) en in het bloed (basofiele leukocyten). Wanneer een allergeen voor de eerste maal door de darmwand in het bloed van de mens terechtkomt, maakt het lichaam daartegen een antistof aan, die naadloos op het allergeen past als een sleutel in een slot. Deze antistoffen worden met het bloed meegevoerd en hechten zich aan de eerder genoemde allergiecellen. Wordt het voedingsmiddel opnieuw gegeten dan zal het zich aan deze antistoffen op de mestcellen hechten. De cel zal dan diverse stoffen vrijmaken, waaronder histamine. Deze stof kan de spieren van de longen en darmen laten samentrekken, het activeert bepaalde klieren, het verwijdt de bloedvaten en stimuleert de zenuwuiteinden. Het resultaat hiervan kan zijn benauwdheid, darmklachten, slijm ophoesten, overtollig maagzuur, roodheid van de huid, vochtophoping en jeuk.
12
Hyperreactiviteit Door een afwijking in het histamine-gehalte kunnen allergische reacties veel eerder en/of veel sterker tot uiting komen. Dit verschijnsel heet hyperreactiviteit. Bij allergie reageert men anders dan gezonde mensen; bij reactiviteit alleen veel sterker of heftiger. Dit verschijnsel kan vastgesteld worden door middel van een histamine provocatietest op de huid (intracutane test), een histamine longprovocatietest of een histamine neusproviocatietest. In het bloed kan door middel van een volbloed histaminetest de afwijking worden opgespoord. Gemaskeerde allergie Het lichaam kan echter aan zo'n allergische reactie wennen. Dit verschijnsel noemen we ‘verborgen’ of ‘gemaskeerde’ allergie en is voor het eerst beschreven door Dr. H. Rinkel. Hij ontdekte dat als een voedingsmiddel zeer vaak wordt gegeten, de ongewenste reacties hierop veranderen of zelfs geheel verdwijnen. Als iemand met een gemaskeerde allergie, allergisch reageert op tarwe, zal hij iedere keer als hij tarwe eet zich tijdelijk iets beter voelen. Stopt hij deze ‘verslaving’, door geen tarwe meer te eten, dan voelt hij zich aanvankelijk zieker door de ontwenningsverschijnselen, maar na vijf tot acht dagen beter dan ooit tevoren. Het eten van tarwe na deze periode maakt hem ziek en veroorzaakt dan een zeer sterke terugval.
13
Wanneer zo'n gemaskeerde allergie voor meer dan één voedingsmiddel bestaat, is de relatie tussen voedsel en ziekte allesbehalve duidelijk. Een allergieonderzoek kan in zo’n situatie snel duidelijkheid geven. Het belangrijkste bewijs van het bestaan van een voedselallergie ligt in de wetenschappelijke bewijskracht. Na een periode van onthouding zullen de klachten bij het eten van het voedingsmiddel direct weer terugkomen. Het opsporen van gemaskeerde allergische reacties is van groot belang, omdat deze op den duur zowel het immuunsysteem, het stress-regulatie-systeem als het hormonale systeem uitputten. Eén van de belangrijkste klachten is vermoeidheid (Allergic Fatigue Syndrome). Tal van secundaire klachten kunnen het gevolg zijn, zoals vochtophoping in het middenoor, chronische infecties (Candida albicans, huidschimmel, zwemmerseczeem), en reactieve hypoglykemie (een te lage of sterk wisselende bloedsuikerspiegel). Ook grotere gevoeligheid voor houtbeschermingsmiddelen, formaldehyde, bestrijdingsmiddelen e.d. is hiervan soms een gevolg. Naamgeving Voor tests die dit soort gemaskeerde allergieën kunnen aantonen, worden een aantal verschillende namen gebruikt. Het KEAC heeft deze test ruim tien jaar geleden als eerste geintroduceerd en gebruikt hiervoor de naam secundaire allergieën. Elders worden namen 14
gebruikt als voedselgevoeligheidtest, voedselintolerantietest e.d. Gezien de definitie van allergie, is hier duidelijk sprake van een allergische reactie. Om onderscheid te maken met IgE-allergie, die we aanduiden als primaire allergie, gebruiken we term secundaire allergie voor IgG(4)-allergie. Verschillende antilichamen Een allergie is een reactie waarbij het afweersysteem (immuunsysteem) met zijn antilichamen betrokken is. Deze antilichamen worden ook wel immunoglobulinen (Ig) genoemd. Men onderscheidt IgA, IgE, IgG en IgM. Bij een acute allergie voor koemelk worden antilichamen van één specifiek type (IgE) aangemaakt. Tot nu toe kijkt men bij allergieonderzoek in de regel maar naar één antilichaam, IgE. In het Klinisch Ecologisch Allergie Centrum doen wij zo'n onderzoek op bredere basis, door naar meerdere antilichamen te kijken. Zo kan bij aanwezigheid van meerdere typen antilichamen een mechanisme in werking treden, waardoor er juist minder of helemaal geen klachten zullen optreden. De resultaten van zo'n uitgebreider onderzoek zijn daarom erg verhelderend en geven een beter inzicht in de oorzaken van een veelal chronisch ziektebeeld. Op grond van deze gegevens kan een zeer gericht therapieplan
15
worden opgesteld. Een bestaande behandelingswijze kan worden bevestigd of worden verfijnd. Onderzoek Onderzoek van bloedserum op de aanwezigheid van deze antistoffen zal het opsporen van klachtenveroorzakende voedingsmiddelen en andere stoffen in de omgeving van de patiënt versnellen, vereenvoudigen en meer betrouwbaar maken. Door de nieuwste door het KEAC ontwikkelde technieken kan in bepaalde gevallen afgezien worden van een normale bloedafname en kan worden volstaan met een vingerprik. Dit is ideaal voor kinderen, patiënten die panisch zijn voor bloedafname of spasmofilie-patiënten die na een bloedafname vaak onwel worden. Betrouwbaarheid Wanneer u een voedingsmiddel gedurende langere tijd (tenminste drie maanden) absoluut niet gegeten heeft of er niet mee in contact bent gekomen, kan de uitslag negatief zijn hoewel u hierop in het verleden mogelijk allergisch gereageerd heeft. In principe bent u dan ook niet meer allergisch voor dat voedingsmiddel, maar na consumptie kan na enkele dagen de reactie weer opnieuw beginnen. Als u veel voedingsmiddelen langdurig niet gegeten heeft is het niet zinvol een uitgebreide allergietest te laten verrichten. Neem in zo’n situatie eerst contact met ons op. 16
1.2. Intolerantie Intolerantie kan veroorzaakt worden door een enzymdefect. In het lichaam worden vrijwel alle processen door enzymen geregeld. Zo'n enzym zet een stof A om in een stof B. Door een verandering in het erfelijke materiaal kan een verstoring optreden in deze omzetting. Er zal dan geen of minder B worden gevormd en A zal zich ophopen. Klachten treden alleen op wanneer er teveel A met de voeding wordt opgenomen. Dit betekent dat er een bepaalde hoeveelheid A gegeten kan worden zonder dat er klachten optreden. Een bekend voorbeeld is intolerantie voor lactose (melksuiker) door een tekort aan het enzym lactase. Een patiënt met lactose-intolerantie kan kleine hoeveelheden melk, mits verdeeld over de dag, verdragen. Patiënten met voedselintolerantie wordt normaliter een eliminatiedieet voorgeschreven. Na het verdwijnen van de klachten wordt één voor één het weggelaten voedsel weer geïntroduceerd. Voedsel waarbij de klachten weer terugkomen moet als verdacht worden beschouwd. Tegenwoordig wordt steeds meer met enzymtherapieën gewerkt. Bij lactose-intolerantie wordt het ontbrekend enzym lactase als voedingssupplement gegeven. Ook is het mogelijk de stof die niet of onvoldoende gevormd wordt toe te voegen, te supplementeren.
17
1.3. Hyperreactiviteit of histamineovergevoeligheid Hyperreactiviteit is het versterkt reageren op stoffen, waarbij de reactie overigens normaal is. Tot de stoffen die een kwantitatief sterkere reactie kunnen veroorzaken behoren onder andere biogene aminen en met name histamine. Bij histamineovergevoeligheid treden reacties op na het eten van voedingsmiddelen die histamine bevatten of die histamine uit de mestcel vrij kunnen maken. Deze reacties treden op wanneer de (individueel bepaalde) drempelwaarde voor histamine overschreden is. Het histaminegehalte is te meten in bloed (volbloed histamine; niet in het serum). Histamine heeft normaal belangrijke fysiologische functies in het lichaam. Het bepaalt onder andere de doorlaatbaarheid van bloedvaten. Door een te hoge of te lage spiegel van histamine kan men eerder en sterkere klachten ontwikkelen. 1.4. Intoxicatie Normaliter treedt een intoxicatie of vergiftiging op wanneer men blootgesteld wordt aan stoffen, waarvan de MAC-waarde (maximale aanvaardbare concentratie) ver overschreden is. Bij een aantal mensen treedt echter al veel eerder klachten op. We spreken hier van chemische overgevoeligheid, dat het best gedefinieerd kan worden als een reactie van het lichaam op vrij normale concentraties van chemicaliën in lucht, voedsel of water. De aard van de reactie hangt af van de weefsels en/of organen die bij de reactie betrokken zijn, de chemische en fysiologische eigen18
schappen van de verbinding en de individuele gevoeligheid. Bij chemische overgevoeligheid kunnen antistoffen van het type E of G4 betrokken zijn, maar veel vaker is er sprake van een gestoorde leverfunctie of een storing in de cel-methylering. Dergelijke processen kunnen met een leverbelastingstest of aminozuuranalyse zichtbaar worden gemaakt. Tegenwoordig maakt men veel meer gebruik van genetisch onderzoek. Het voordeel is dat de patiënt niet eerst ziek behoeft te zijn, maar dat de afwijking altijd wordt gevonden. Op deze wijze kunnen stofwisselingsziekten worden opgespoord en tekorten aan vitaminen en mineralen worden aangetoond.
19
2. Laboratoriumonderzoek 2.1. Allergieonderzoeken U kunt bij het Klinisch Ecologisch Allergie Centrum verschillende allergieonderzoeken laten verrichten. Een goed inzicht geven de twee screeningen: IgG(4)screening voedsel/schimmels en IgE-screening voedingsmiddelen uitgebreid. Een IgE-screening wordt alleen uitgevoerd indien het totaal-IgE sterk verhoogd is. Deze verhoogde IgE-waarde wordt alleen aangetroffen bij familiaire/erfelijke omstandigheden, die wel aangeduid wordt als atopie. 2.1.1. IgG-allergieonderzoek Verreweg het meest wordt de IgG of IgG4-screening uitgevoerd. De aanmaak van IgG-antilichamen vindt vrijwel bij iedereen plaats en is niet afhankelijk van erfelijke factoren zoals atopie. Ook wanneer regulier geen allergie kon worden aangetoond, kan met IgG-onderzoek voedselgevoeligheid gevonden worden. Door nieuwe zeer gevoelige technieken die in het laboratorium van het KEAC zijn ontwikkeld, is slechts zeer weinig bloed nodig voor een uitgebreide IgG4screening, namelijk 80 µl. Voor een allergieonderzoek is derhalve één buisje bloed ruim voldoende. U kunt voor bloedafname een afspraak bij het centrum maken, of een speciale bloedafnamekit aanvragen voor bloedafname in uw woonplaats. Inmiddels is het ook mogelijk om een IgG-voedselscreening te laten uitvoeren middels een 20
vingerpriktest. Dit is ideaal voor kinderen, patiënten die panisch zijn voor bloedafname of spasmofiliepatiënten die na een bloedafname vaak onwel worden. Er is een IgG-vingerpriktest van het York Nutritional Laboratory mogelijk op 42, 76 of 113 voedingsmiddelen. De samenstelling van de York test met 113 voedingsmiddelen is overeenkomstig aan de onderstaande screening, maar bevat geen schimmels. Ook is er een glutentest- en een Campylobacter pylori-vingerpriktest. Ja/nee-voedselintolerantietest Zowel het KEAC als York Nitritional Laboratory hebben een ja/nee test voor IgG-onderzoek. Wanneer u twijfelt of deze reacties bij uw klachten een rol spelen, kunt u beter in plaats van een kostbare screening eerst de ja/nee test doen, zodat u zekerheid krijgt dat er voedingsmiddelen gevonden zullen worden of niet. Bij migraine en het prikkelbare darmsyndroom is wetenschappelijk aangetoond dat IgG-antistoffen daarbij een rol spelen. Andere onderzoeken lopen nog en zijn nog niet gepubliceerd. De ja/nee test van York Nutritional Laboratory heet Food Intolerance Indicator Test. De test van het KEAC heet ‘Indicatortest op secundair-allergische reacties/voedselintolerantietest’. Deze test kost ongeveer dertig euro en test in een keer op 87 verschillende voedselallergenen. Vals-negatieve tests 21
Wanneer u een voedingsmiddel gedurende langere tijd (tenminste drie maanden) absoluut niet gegeten heeft of er niet mee in contact bent gekomen, kan de uitslag negatief zijn hoewel u hierop in het verleden mogelijk allergisch gereageerd heeft. In principe bent u dan ook niet meer allergisch voor dat voedingsmiddel, maar na consumptie kan na enkele dagen de reactie weer beginnen. Als u veel voedingsmiddelen langdurig niet gegeten heeft is het niet altijd zinvol een uitgebreide allergietest te laten verrichten. Wij informeren u graag hierover. Bewijs dat IgG-allergie bestaat Ondertussen zijn er voor een aantal ziekten sterke aanwijzingen dat IgG-allergie/intolerantie hiervoor verantwoordelijk is. Deze reacties worden in GrootBrittannië aangeduid als ‘Food Intolerance’. Voor IBS (spastische darm) en migraine zijn onderzoeken gedaan om dit aan te tonen. In 2004 verscheen de eerste publicatie die het verband tussen IBS en IgGvoedselreacties bevestigde. Prof. N. Read voorzitter van IBS Network verklaarde daarop: ‘Dit is de eerste keer dat een verandering in de voeding gebaseerd op een commercieel verkrijgbare bloedtest, waarbij getest wordt op voedselintolerantie, onderworpen is aan wetenschappelijk onderzoek en blijkt effectief te zijn. Het lijkt er op dat het IgG bloedonderzoek, zoals aangeboden wordt door Yorktest, een zinvol advies is, om wijzigingen in 22
de voeding door te voeren, in het kader van zelfhulp bij IBS (spastische darm) . Daarom adviseert het IBS Network deze test aan onze leden.’ Hoe groot het probleem in de reguliere geneeskunde is, wordt goed omschreven door allergoloog Prof. J. Brostoff in een uitzending van de BBC. Op de vraag wat een patiënt met voedselintolerantie zou moeten doen antwoordde Brostoff: ‘Naar de huisarts gaan zou het antwoord moeten zijn, maar de meeste artsen zijn niet geïnteresseerd in voedselintolerantie en zeker niet opgeleid in het diagnosticeren ervan. Zolang medische studenten niet onderwezen worden over voedselintolerantie, kunnen onze artsen hier niet bekend mee zijn. Dat is de reden dat patiënten zelf moeten proberen op een of andere manier hulp te zoeken’. Wij bieden u deze hulp middels deze test, die in Nederland ontwikkeld is en al meer dan vijftien jaar wordt toegepast. Ruimt 85% van onze patiënten die deze test hebben laten uitvoeren, is zeer tevreden over deze test. Het voordeel van deze test boven andere is, dat de allergenen uit Nederland en omringende landen afkomstig zijn en niet uit de VS of Australië. Daarbij komt dat het KEAC als 15 jaar een van de goedkoopste leveranciers is.
23
IgG of IgG4-screening voedsel- en schimmels De IgG- of IgG4-sreening voedsel/schimmels is een test die secundaire allergieën meet. Veelal wordt dit ten onrechte aangeduid als intoleranties. Eigenlijk meet de test een vorm van belasting die dagelijks optreedt als gevolg van primaire voedingsmiddelen zoals melk, brood, vlees e.d. De test bevat de volgende 125 voedingsmiddelen en schimmels: Schimmels/gisten: Aspergillus-4 (een mix van Aspergillus versicolor, Aspergillus fumigatus, Aspergillus amstelodami en Aspergillus nidulans), Penicillium-4 (een mix van Penicillium brevicompactum, Penicillium expansum, Penicillium notatum en Penicillium commune), Candida albicans, gist-5 (een mix van bakkersgist, biergist (onder- en bovengisting), wijngist (mengsel van hoofdwijnen) en zuurdesem), paddestoelen4 (een mix van weidechampignon, gewone champignon en oesterzwam. Ei/zuivelproducten: eigeel en eiwit (kippenei), (koe)melk, melkproducten-7 (een mix van yoghurt, biogarde, karnemelk, kwark, kookroom, koffiemelk en wei), kaas-5 (een mix van Friese, Leidse, Edammer en Goudse kaas en caseïne). Granen en meelproducten: tarwe/spelt, rogge/gerst/ haver, maïs, rijst, aardappel.
24
Groente en peulvruchten: peulvruchten-5 (een mix van bruine en witte bonen, kapucijners (grauwe erwten), groene erwten en linzen, bonen-4 (een mix van snijbonen, sperziebonen tuinbonen en verse doperwtjes), kool-6 (een mix van bloemkool, rode kool, boerenkool, spruitjes, zuurkool en witte kool), soja, spinazie, sla, andijvie, tomaat, wortel, ui. Noten en zaden: noten-3 (een mix van walnoot, amandel en hazelnoot), noten-5 (een mix van pecannoot, pistache, paranoot, macademia en cashewnoot), pinda. Kruiden en specerijen: knoflook, specerijen-4 (een mix van kaneel, nootmuskaat, mosterd en witte peper), paprika. Fruit: citrusvruchten-5 (een mix van sinaasappel, citroen, grapefruit, nectarine en mandarijn), steenvruchten-4 (een mix van perziken, pruimen, abrikozen en kersen), mix van appel en peer, bessen-4 (een mix van aalbessen, bramen, zwarte bessen, bosbessen en frambozen), banaan, een mix van druiven/krenten/rozijnen; ananas, aardbei. Vlees en gevogelte: rundvlees, varkensvlees, lamsvlees, mix van kip en kalkoen Vis en schaaldieren: mix van garnaal, mossel en kreeft; rondvis-7 (mix van bokking, haring, kabeljauw, tonijn,
25
schelvis en zalm), platvis-3 (mix van zeetong, schar en schol) Overige: Chocolade (cacao), mix van koffie en thee; mix van (eiwitfractie van) honing en suiker Speciaal voor patiënten en hun arts/therapeut waarbij een allergiescreening voedsel/schimmels is uitgevoerd, is de ‘Uitgebreide toelichting IgG4-screening’ geschreven. Hierin komen alle in deze screening voorkomende voedingsmiddelen uitvoerig aan bod; per productgroep wordt bovendien een advies uitgebracht, hoe er gehandeld dient te worden bij een sterke allergische reactie. Uitgebreide IgG-screening Ondertussen is een zeer uitgebreide IgG-screening in voorbereiding. De totale test zal ongeveer 350 bestanddelen omvatten. De test bestaat uit modules die ook los aan te vragen zijn. De volgende modules zijn beschikbaar: Module I. Zuivelproducten Koemelk, koffiemelk, echte karnemelk, gewone (aangezuurde)karnemelk, yoghurt/biogarde, kwark/kefir, schapenmelk/geitenmelk/paardenmelk, vanille-ijs, ganzenei, kippenei, eendenei, creamer/sojamelk, kookroom/zure room.
26
Module II. Zuivelproducten: kaas Goudse kaas, Leidse kaas, Edammer kaas, Leerdammer kaas, Emmentaler kaas, Brie, Roquefort, Camembert Hüttenkäse, smeerkaas, caseïne, schapenkaas, geitenkaas. Module III. Dranken I: koffie, thee Koffie, zwarte thee/ Earl Grey, groene thee, pepermuntthee, brandnetelthee, rozenbottelthee, lindebloesemthee, hibiscusthee, kamillethee, rooibosthee, sterrenmuntthee (sterrenmix), valeriaanthee. Module IV. Farmaceutische grondstoffen Carrageen, microkristallijne cellulose, lactitol, mannitol, sorbitol xylitol, lactose, rijstzetmeel (Oryzae amylum), tarwezetmeel (Titrici amylum), natriumsacharinaat, saccharum, silica colloidalis. Module VII. Noten Hazelnoot, amandel, walnoot, cashewnoot, macademianoot, pistachenoot, cacaoboon, beukennoot, pinda, kokosnoot. Module IX. Granen Tarwe, rogge, gerst/gort, haver, kamut, spelt/dinkel, gierst, boekweit, maïs, rijst, quinoa/teff, kastanjemeel. Module X. Kruiden-I
27
Anijs, basilicum, bonenkruid, Cayenne peper, Chilipeper, dille, gember, korianderzaad, kervel, knoflook, lavendel, lavas. Module XI. Kruiden-II Laurierblad, marjolein, nootmuskaat, mierikswortel, oregano, peterselie, zwarte peper, witte peper, selderij, piment, rozemarijn, tijm. Module XII. Kruiden-III Salie, bieslook, jeneverbes, citroenmelisse, vanille, kaneel, echte kerrie, kummel, kruidnagel, paprikapoeder, mosterd, korianderblad. Module XIII. Groente I: peulvruchten en bonen Tuinbonen, witte bonen, erwten, linzen, sojabonen, kikkererwten, kievitsbonen, bruine bonen, peultjes, sperziebonen, snijbonen, kousenband. Module XIV. Groente II: kool Broccoli, bloemkool, Chinese kool, groene kool, savooienkool, spruitjes, spitskool, paksoi, witte kool, rodekool, zuurkool, koolraap, boerenkool. Module XV. Groente III: diversen Wortel, aardappel, pastinaak, radijs, rode bieten, schorseneer, artisjok, avocado aubergine, cichorei, augurk, pompoen.
28
Module XVI. Groente IV: diversen Venkel, prei, olijven, paprika, sjalotten, spinazie, asperge, courgette, ui, raapstelen, knolselderij, andijvie. Module XVII. Groente V: diversen IJsbergsla, komkommer. veldsla, rettich, rucula, zuring, waterkers, tuinkers, rammenas, witlof. Module XXII. Vis I Aal/paling, zeewolf, Victoria baars, makreel, tonijn, zeeduivel/staartvis/lotte, Red Snapper, zeebaars, haring, sardine, ansjovis, kabeljauw. Module XXVI. Schimmels II Alternaria alternata, Aspergillus-4 (een mix van Aspergillus versicolor, Aspergillus fumigatus, Aspergillus amstelodami en Aspergillus nidulans), Cladosporium-3 (een mix van Cladosporium cladosporoides, Cladosporium elatum en Cladosporium herbarum), Penicillium-4 (een mix van Penicillium brevicompactum, Penicillium expansum, Penicillium notatum en Penicillium commune), Botrytis cinera, Mucor-2 (een mix van Mucor mucedo en Mucor racemosus), Candida albicans en bakkers- en brouwersgist. De volgende modules zullen in de loop van 2013/2015 beschikbaar komen: Module Hulpstoffen I: bindmiddelen
29
Agar, carrageen, furcelluran, Johannesbroodpitmeel, guarmeel, tragacant, Arabische gom, xanthaangom, karayagom, gellangom, pectine, gelatine. Module Hulpstoffen II: kleurstoffen, conserveermiddelen Sorbinezuur, benzoëzuur, ascorbinezuur, citroenzuur, curcumine, tartrazine, chinolinegeel, zonnegeel FCF, cochenille-extract, erythrosine, guiacagom, ve tsin,/adjinimoto, glutaminezuur. Module Zoetwaren: suikers en suikervervangers Rietsuiker, bietsuiker, bietsuikerstroop, ahornsiroop, moutsiroop, appel/perenstroop, candarel, acaciahoning, bloemenhoning, agave-diksap, appeldiksap. Module Zaden Lijnzaad, pompoenpitten, pijnboompitten, maanzaad, sesamzaad, zonnebloempitten, carobe, kastanjemeel, amarant Module XVIII. Vlees en gevogelte Rundvlees, kalfsvlees, lamsvlees, varkensvlees, paardenvlees, kip, kalkoen, eend, gans, konijn, haas, ree. Module XIX. Fruit I Aardbei, braam, framboos, appel, peer, abrikoos, kers, nectarine, perzik, pruim, ananas, banaan
30
Module XX. Fruit II Dadel, vijg, granaatappel, kiwi, sinaasappel, mandarijn, citroen, grapefruit, druif wit/rood, rozijn/krent, meloen Module XXI. Fruit III Tomaat, rabarber, kaki, manga, lychee, mirabellen, quit, papaja, kruisbessen, vossebes, aalbes, bosbes Module XXIII. Vis/schaaldieren II Roodbaars, sardine, sprot, schelvis, schol, tonijn, inktvis, snoekbaars, haai, zwaardvis, zalm, tong Module XXIV. Gisten/Paddestoelen Oesterzwam, champignon, cantharel, eekhoorntjesbrood, eetbare kastanje, bakkersgist, biergist (pils), biergist (lager), tarwebiergist, biergist (abdijbier), wijngisten (verschillende gebieden) Module XXVII: Enzymen Proteïnase, bac. amylase, malt. amylase, amyloglucosidase, hemicellulase, lipase, e.d. IgG4-screening schimmels De IgG4-screening schimmels wordt vooral gebruikt bij luchtwegklachten of bij klachten die optreden in vochtige woningen. De screening omvat: Alternaria alternata, Aspergillus-4 (een mix van Aspergillus versicolor, Aspergillus fumigatus, Aspergillus amstelodami en Asper31
gillus nidulans), Cladosporium-3 (een mix van Cladosporium cladosporoides, Cladosporium elatum en Cladosporium herbarum), Penicillium-4 (een mix van Penicillium brevicompactum, Penicillium expansum, Penicillium notatum en Penicillium commune), Botrytis cinera, Mucor-2 (een mix van Mucor mucedo en Mucor racemosus), Candida albicans en gist. Allergietesten met behulp van een vingerprik In samenwerking met het ‘York Nutritional Laboratory’ biedt het KEAC ook een vingerpriktest aan, waarmee voedselallergieën van het type IgG worden bepaald. Voor deze test is een kleine hoeveelheid bloed nodig, die door middel van een vingerprik wordt verzameld. In de basistest worden 42 voedingsmiddelen onderzocht en de uitgebreide test omvat 113 voedingsmiddelen. Bij de uitslag zit eveneens een uitgebreide toelichting, vergelijkbaar met die van het KEAC. Voor het uitvoeren van de test dient u een rode doos (red box) aan te vragen die u tegen een geringe betaling wordt toegezonden. De kosten hiervan worden in mindering gebracht bij de uitvoering van de test. De foodSCAN food indicator test Het York Nutritional Laboratory heeft nu een voedselintolerantie ontwikkeld die te vergelijken is met totaal-IgE bij klassieke allergie. Deze ‘ja/nee’ test geeft aan of er sprake is van voedselintolerantie en of een aanvullend uitgebreid onderzoek zinvol is of niet. In deze test wordt de reactie bepaald in één enkele test 32
tegen een zeer uitgebreide mix van voedselallergenen. Blijft een reactie uit dan is de kans dat voedselintolerantie een rol speelt zeer gering (tenzij totaal-IgG sterk verlaagd is). Bij een positieve reactie is duidelijk dat voedselintolerantie een rol kan spelen bij de oorzaak van uw ziekteverschijnselen. Deze voedselintolerantie-indicatortest werkt met één druppel bloed dat met een absorberend staafje via een vingerprik gewonnen wordt. Met diezelfde druppel bloed kan aanvullend foodSCAN-onderzoek worden gedaan. De foodSCAN 42 food screen De 42 food screen omvat de volgende producten: Granen: haver, maïs, rijst, rogge, tarwemeel Zuivelproducten: koemelk, kippenei Vlees: kip/kalkoen, varkens-/rundvlees Fruit: appel/peer, bessenmix (framboos, zwarte bes, aardbei), citrusmix (grapefruit, limoen, citroen, sinaasappel) Noten: notenmix (amandelen, paranoot, cashewnoot, hazelnoot)
33
Vis en schaaldieren: kabeljauw/schelvis, schaaldierenmix (krab, kreeft, garnaal, steurgarnaal) Groente: vlinderbloemmix: (sperzieboon, erwt, pinda, soja), mosterdmix (broccoli, spruitjes, kool, bloemkool) Overige: kruidenmix (chilipeper, knoflook, gember), bakkersgist/brouwersgist De foodSCAN 113 food in-depth test De uitgebreide test bepaalt voedselgevoeligheden, ook wel aangeduid als intolerantie. Deze uitgebreide test omvat de volgende allergenen: Granen: gerst, boekweit, maïs, gluten, tarwe, gierst, haver, rijst, rogge. Vis en schaaldieren: schaaldierenmix (garnaal, kreeft, krab, steurgarnaal), schelpdierenmix (mossel, oester, kalfoester), vette vismix (makreel, haring), schol/tong, zalm/zeeforel, tonijn, witvismix (schelvis, kabeljauw) Fruit: appel, abrikoos, banaan, zwarte bes, krent, kers, cranberry, druif, grapefruit, kiwi, limoen, citroen, meloenmix (cantaloup, honingmeloen, watermeloen), olijf, sinaasappel, perzik, peer, ananas, pruim, framboos, aardbei, tomaat
34
Groenten: asperge, aubergine, avocado, wortelen, selderij, komkommer, sperzieboon, rode nierbonen, linzen, sla, champignons, mosterdmix (broccoli, spruitjes, kool, bloemkool), uien, erwten, peper/paprika, aardappel, sojaboon, spinazie, snijboon Zuivelproducten: koemelk, kippenei-eiwit, eigeel Noten: amandelen, paranoot, cashewnoot, kokosnoot, hazelnoot, pinda, walnoot. Vlees: rundvlees, kip, eend, lamsvlees, varkensvlees, kalkoen. Specerijen/kruiden: Chilipeper, kaneel/kruidnagel, koriander/karmijn/dille, knoflook, gember, muntmix (basilicum, salie, munt, tijm), mosterdzaad, nootmuskaat/peper, peterselie, sesamzaad, vanille. Overige: carobe, cacao, koffie, kolanoot, hop, zonnebloempitten, thee, bakkersgist/brouwersgist. 2.1.2. IgE-allergieonderzoek IgE-screeningen worden alleen geadviseerd indien het totaal-IgE verhoogd is. Meestal is een Totaal-IgE al uitgevoerd bij eerder regulier onderzoek. Bij een IgEscreening wordt eerst voor een groep allergenen gekeken of er een positieve reactie gevonden wordt. Is dat zo, dan 35
worden de individuele allergenen meteen een voor een bepaald. De kosten van een dergelijk onderzoek zijn daarom niet altijd goed voorspelbaar, tenzij u van tevoren afspreekt de individuele allergenen niet uit te splitsen. Laat u zich daarom goed voorlichten om misverstanden te voorkomen. IgE-inhalatie screening De samenstelling van deze IgE-inhalatiescreening omvat: graspollenmix, boompollenmix, kruidpollenmix, Europese huisstofmijt, kat, hond en een schimmelmix. Indien de test positief is wordt deze uitgesplitst in de individuele allergenen. IgE-inhalatie uitgebreid Deze test meet IgE-specifieke antistoffen tegen reukgraspollen, Engels raaigraspollen, timotheegraspollen, roggestuifmeel, witbolstuifmeel, elzenstuifmeel, berkenstuifmeel, hazelaarstuifmeel, eikenstuifmeel, wilgenstuifmeel, Europese en Amerikaanse huisstofmijt, kakkerlak, kat, hond, paarden- en koeienhaar. Indien de test positief is wordt deze uitgesplitst in de individuele allergenen. IgE-kleuterscreening uitgebreid Deze test meet IgE-specifieke antistoffen tegen: reukgras, engels raaigras, timotheegras, roggestuifmeel, witbolstuifmeel, elzenstuifmeel, berkenstuifmeel, hazelaarstuifmeel, eikenstuifmeel, wilgenstuifmeel, 36
Europese en Amerikaanse huisstofmijt, kakkerlak, kat, hond, paarden- en koeienhaar, ei, melk, tarwe, soja, kabeljauw, pinda. Indien de test positief is wordt deze uitgesplitst in de individuele allergenen. IgE-kinderscreening voedsel De test (voedselscreening fx5e) omvat de volgende allergenen: kippenei-eiwit, melk, tarwe, soja, kabeljauw en pinda. Indien de test positief is wordt deze uitgesplitst in de individuele allergenen. IgE-voedselscreening uitgebreid Deze test omvat de allergenen: ei, melk, tarwe, soja, kabeljauw, pinda, erwten, witte bonen, wortel, aardappel, tomaat, spinazie, kool, paprika, tarwe, haver, maïs, sesam, rundvlees, varkensvlees, kip, makreel, haring, schol, kabeljauw. De test wordt uitgevoerd in zes groepen en alleen opgesplitst in de individuele allergenen, indien er binnen de groep een positieve reactie is. Overige IgE-allergiescreeningen Vissen fx74 makreel, haring, kabeljauw, schol Zeebanket fx2 kabeljauw, garnaal, Zeeuwse mossel, tonijn, zalm Vleesmix uitgebreid fx10 varkensvlees, rundvlees, eigeel, kippenvlees, kalkoenvlees Vleesmix-1 fx73 kippenvlees, rundvlees, 37
Vleesmix-2 Rfx23 Notenmengsel-1 fx1 Notenmengsel-2 Rfx22 Peulvruchten fx18 Groenten-1 Rfx19 Groenten-2 Rfx11 Groenten-3 fx13 Groenten-5 fx14 Fruit-1 Rfx17 Fruit-2 fx9 Fruit-3 fx15 Fruit-4 fx16 Fruit-5 Rfx21 Granen-1 fx3
varkensvlees varkensvlees, rundvlees, kippenvlees, kalkoenvlees pinda, hazelnoot, paranoot, amandel, kokosnoot pecannoot, cashewnoot, pistachenoot, walnoot erwt, pinda, soja wortel, aardappel, spinazie, komkommer maïs, erwt, witte boon, wortel, broccoli erwt, witte boon, wortel, aardappel tomaat, spinazie, kool, paprika appel, banaan, peer, perzik amandel, kiwi, meloen, banaan, druiven sinaasappel, appel, banaan, perzik aardbei, peer, citroen, ananas kiwi, meloen, banaan, perzik, ananas tarwe, haver, maïs, sesamzaad, boekweit 38
Granen-2 fx20 Kruiden-1 fx70 Kruiden-2 fx71 Kruiden-3 fx72 Algemeen fx5e Multimix-1 Rfx24 Multimix-2 Rfx25 Pizzamix fx7 Graspollen-1 gx1
Graspollen-3 gx2 Graspollen-6 gx3 Boompollen-1 tx1 Boompollen-4 tx4
tarwe, rogge, gerst, rijst dragon, marjolein, tijm, lavas karwij, foelie, kardamom, kruidnagel basilicum, venkelzaad, gember, anijs kippenei-eiwit, melk, kabeljauw, tarwe, pinda, soja hazelnoot, garnaal, kiwi, banaan sesamzaad, gist, knoflook, selderij tomaat, gist, knoflook, ui, selderij kropaar, beemdlangbloem, Engels raaigras, thimotheegras, veldbeemdgras melkgras, Engels raaigras, timotheegras, roggepollen, echte witbol handjesgras, Johnsongras, kweekdravik, echte witbol, Bahiagras vederesdoorn, ruwe berk , eik, iep, Californische notenboom eik, iep, plataan, wilg, 39
populier Boompollen-9 tx9 grauwe els, ruwe berk, hazelaar, eik, wilg Boompollen-10 Rtx10 grauwe els, ruwe berk, hazelaar, vuilboom Kruidpollen-3 wx3 bijvoet, smalle weegbree, melganzevoet, gulden roede, grote brandnetel Kruidpollen-6 wx6 smalle weegbree, melganzevoet, loogkruid, zuring Onkruidmengsel Rw209 alsemambrosia, kale en driedelig ambrosia Schimmelmix-1 mx1 Penicillium notatum, Cladosporium herbarum, Aspergillus fumigatus, Alternaria tenuis Schimmelmix-2 mx2 Penicillium notatum, Cladosporium herbarum, Aspergillus fumigatus, Candida albicans, Helminthosporium halodes. Losse allergietests Het is ook mogelijk om één of meer voedingsmiddelen of schimmels apart te laten testen. Het laboratorium van het KEAC heeft duizenden allergenen zoals voedingsmiddelen, planten, schimmels e.d. ter beschikking. Van de voedselallergenen die in bloed op IgE-specieke antistoffen getest kunnen worden treft u in bijlage 1 een overzicht aan. Met deze eenvoudige test kan 40
in uw bloed gemeten worden of u reageert op één specifiek voedingsmiddel of een ander allergeen. U kunt bijvoorbeeld ook het brood, dat u dagelijks eet, op allergie laten testen. Candida-serologie Candida albicans is een micro-organisme dat zich voornamelijk in de darm ophoudt en tal van klachten kan veroorzaken, zoals branderige ogen, koude handen en voeten, een wattengevoel in het hoofd e.d.. De Candidaserologie is een uitgebreid onderzoek naar Candida albicans. Dit onderzoek geeft inzicht in de ernst en het stadium van een Candida-infectie. In deze serologie worden behalve IgA-, IgM- en IgG-antistoffen tegen Candida albicans ook het Candida-antigeen in het bloed zelf bepaald. Meestal kan worden volstaan met een enkelvoudige test zoals IgG4-Candida. Glutentolerantietests Bij de α-gliadinetest worden IgA- en IgG-antistoffen tegen α-gliadine bepaald. α-Gliadine is een bepaalde eiwitfractie die voorkomt in tarwe. Een positieve test wijst op coeliakie, een erfelijke glutengevoeligheid. In de totaal-glutentest wordt naast α-gliadine uit tarwe ook gluten uit haver, rogge en gerst gemeten. Deze vorm van glutengevoeligheid komt veel meer voor dan coeliakie. Vooral bij patiënten met pyrrolurie (HPU) wordt deze vorm aangetoond.
41
Bijlage 1. Overzicht IgE-voedselallergenen met code Aalbesse Rf322 Aardapprl f35 Aardbei f44 Abrikooos f237 Amandel f20 Ananas f210 Anijs Rf271 Ansjovis Rf313 Appel f49 Arabische gom Rf297 Asperge Rf261 Aubergine Rf262 Avocado f96 Bakkersgist f45 Bamboescheuten f51 Banaan f92 Basilicum Rf269 Bloemkool Rf291 Boekweit f11 Bosbes Rf288 Braam Rf211 Broccoli f260 Broodvrucht Rf318 Brusselse spruiten Rf217 Cacao f93 Carambola Rf295 Caseïne f78 Cashewnoot f202 Champignon Rf212 Chilipeper Rf279 Citroen f208
Conalbumine Rf323 Dadel Rf289 Dadelpruim Rf301 Dille Rf277 Doperwt f12 Dragon Rf272 Druif f259 Eieren (kippen-) f245 Eigeel f75 Eiwit (kippenei-) f1 Elandvlees Rf285 Erwtf12 Fenegriek Rf305 Foelie Rf266 Forel f204 Garnaal f24 Geitenmelk Rf300 Gekookte melk f231 Gember Rf270 Gerst f6 Gierst, pluim- f55 Gierst, vogel- f56 Gist f45 Gluten/gliadine f79 Grapefruit f209 Groene peper Rf263 Guarpitmeel Rf246 Guave Rf292 Hanenpoot f57 Haring f205 Haver f7
42
Hazelnoot f17 Heilbot Rf303 Honing Rf247 Hop Rf324 Horsmakreel f60 Inktvis f58 Inktvis (Loligo spp.) Rf258 Japanse makreel f50 Johannesbrood Rf296 Kaas, cheddar type f81 Kaas, schimmel- f82 Kabeljauw f3 Kalkoenvlees f284 Kaneel Rf220 Kardemom Rf267 Karwij Rf265 Kastanje f299 Kekererwten Rf309 Kerrie Rf281 Kers f242 Kikkererwten Rf309 Kippenei f245 Kippenei-eiwit f1 Kippenvlees f83 Kiwi f84 Knoflook f47 Koemelk f2 Koffie Rf221 Kokosnoot f36 Komkommer F244 Konijn f213 Kool (witte) f216
Koriander Rf317 Kraak f59 Krab f23 Kreeft f80 Kruidnagel Rf268 Kummel/karwij Rf265 Lacalbumine (alfa) f76 Lactoglobuline (beta) f77 Lamsvlees f88 Langoest Rf304 Laurierblad Rf278 Lavas Rf275 Lijnzaad Rf333 Linzen f235 Limoen Rf306 Maanzaad Rf224 Maïs f8 Majoraan Rf274 Makreel Rf206 Makreel, japanse f50 Mandarijn Rf302 Mango f91 Marjolein Rf274 Melk (koemelk) f2 Melk, gekookt f231 Melkpoeder Rf228 Meloen f87 Mossel f37 Mosterd f89 Mout f90 Munt Rf332 Nierbonen, rode Rf287 Nootmuskaat Rf282
33
Octopus f59 Oester f290 Oregano Rf283 Ovalbumine f232 Ovomucoïde f233 Paardenmelk Rf286 Paardenvlees Rf321 Paling Rf264 Papaja Rf294 Paprika f218 Paranoot f18 Passievrucht Rf294 Pecannoot f201 Peer f94 Peper, groene Rf263 Peper, zwarte f280 Perzik f95 Peterselie f86 Pijnboompitten Rf253 Pinda f13 Pistachenoot f203 Pluimgierst f55 Pompoen f225 Pompoenzaad Rf226 Pruim f255 Raapstelen Rf316 Rijst f9 Rivierkreeft Rf320 Rode bes Rf322 Rode nierbonen Rf287 Rogge f5 Rozenbottel Rf330 Rundvlees f27
Saffraan Rf331 Sardine, Sardin pilchar. Rf308 Sardine, Sardinops mel. f61 Schapenmelk Rf325 Schapenwei Rf326 Scharretong Rf311 Schimmelkaas f82 Schol f254 Selderij f85 Sesamzaad f10 Sinaasappel f33 Sla f215 Slak Rf314 Soja f14 Spaanse peper Rf279 Snijboon Rf315 Spinazie f214 Spruitjes Rf217 Stokvis Rf307 Strandgaper f207 Suikerbiet Rf319 Suikerbietzaad Rf227 Tarwe f4 Thee Rf222 Tijm Rf273 Tomaat f25 Tonijn f40 Tragacant Rf298 Ui f48 Vanille Rf234 Varkensvlees f26
34
Venkel Rf276 Venkelzaad Rf219 Vijg Rf328 Vogelgierst f56 Walnoot f256 Watermeloen Rf329 Wei Rf236 Wijngaardslak Rf314 Wikke Rf310
Witte bonen f15 Witte kool f216 Wortel f31 Zalm f41 Zeeuwse mossel f37 Zoete aardappel f54 Zwaardvis Rf312 Zwarte peper f280
35
Bijlage 2. Verkorte verkoopvoorwaarden* 1. Deze voorwaarden zijn toepassing op alle diensten, leveringen en behandelingsovereenkomsten verricht door ieder persoon - natuurlijk of rechtspersoon - die werkzaam is in de gezondheidszorg. 2. De kosten van behandeling van, levering en/of dienst aan minderjarigen, die niet het oordeel des onderscheids hebben, worden in rekening gebracht aan de wettelijke vertegenwoordigers. Bij minderjarigen, die de leeftijd van 16 jaar hebben bereikt, wordt geacht dit oordeel onderscheids aanwezig te zijn en worden kosten aan hen in rekening gebracht, tenzij de wettelijke vertegenwoordigers schriftelijk bevestigen dat zij de kosten voldoen. 3. Bij behandelingen dienen afspraken - indien noodzakelijk minimaal 24 uur voor aanvang van de behandeling geannuleerd te worden. Bij niet tijdige annulering, d.w.z. binnen 24 uur voor de afspraak, wordt het recht voorbehouden de voor de patiënt gereserveerde tijd bij de patiënt in rekening te brengen. 4. Vragen en/of reclames over in rekening gebrachte kosten kunnen slechts in behandeling worden genomen, wanneer deze gemotiveerd schriftelijk tot uiterlijk 15 dagen na dagtekening van de declaratie worden ingediend. Vragen en/of reclames ten aanzien van de declaraties welke zijn ingediend na de eerder genoemde termijn van 15 dagen worden niet meer in behandeling genomen. Alsdan worden de declaraties als tussen partijen juist en vaststaand aangemerkt. Vragen en/of reclames schorten de betalingsverplichtingen niet op. 5. Alle betalingen dienen door de patiënt te geschieden binnen 15 dagen na dagtekening van de declaratie. De betalingen worden allereerst in mindering gebracht op de oudste
openstaande schulden. Voor het verzenden van herinneringen en aanmaningen mag per keer een bedrag van € 12,50 in rekening worden gebracht 6. Bij niet-betaling binnen 15 dagen na dagtekening van de declaratie door de patiënt is de patiënt zonder nadere aankondiging of ingebrekestelling in verzuim. De door de patiënt verschuldigde rente over de hoofdsom van de datum van verzuim tot aan de dag der algehele voldoening bedraagt 1,5% per maand of een gedeelte ervan. 7. Alle (buiten)gerechtelijke incassokosten welke gemaakt zijn ter verkrijging van de voldoening van de declaratie in dan wel buiten rechte komen voor rekening van patiënt. De buitengerechtelijke incassokosten bedragen minimaal 15% van de hoofdsom met een minimum van € 54,- alle bedragen exclusief BTW. *voor uitgebreide verkoopvoorwaarden zie: http://www.keac.nl/verkoopvoorwaarden.htm
2