time based
KVL
Stapsgewijs herbestemmen van cultureel erfgoed
TIME BASED KVL stapsgewijs herbestemmen van cultureel erfgoed
in deze publicatie zijn de resultaten gebundeld van atelier time based KVL, waarbij studenten van de Academie van Architectuur en Stedenbouw, Tilburg nieuwe kansen hebben geformuleerd voor de herontwikkeling van het KVL terrein Deze studenten zijn: sander de koster, roel van nieuwenhuizen, roy pesman, eirik hofste op bruinink, burcu coninx, bjorn hendriks, koen linders, mandy reintjes, geert verschuren, bob van der a het atelier heeft plaatsgevonden onder begeleiding van temp.architecture: maarten van tuijl tom bergevoet gastcritici waren: sander van heteren (provincie Noord Brabant) clemens veraa (Stichting Boei) mei 2013 3
MASTER OF ARCHITECTURE + URBANISM fontys hogeschool voor de kunsten
Ongeveer twee jaar geleden hebben we op de academie drie kernthema’s geïdentificeerd die een belangrijke rol zouden gaan spelen in de vormgeving en invulling van onze onderwijsprogramma’s. Die thema’s waren: - duurzaamheid als grondhouding in alle ontwerpopgaven; - veranderende processen en nieuwe actoren in de bouw en stedenbouw; - herbestemming van religieus en industrieel erfgoed. Deze thematieken hebben een algemene, nationale en zelfs internationale dimensie, alle drie hebben ze ook een specifieke regionale en lokale vertaling. Voor een masteropleiding is het belangrijk om studenten kennis te laten maken met de veelheid van aspecten en verschijningsvormen van grotere thema’s. Gelukkig kunnen we in de directe omgeving van de academie aanhaken bij ontwikkelingen en netwerken die zich richten op de genoemde thema’s. In het project dat de aanleiding was van deze publicatie komen de drie thema’s zelfs op een zeer uitdagende wijze samen. Het vraagstuk van het herbestemming van het KVL-terrein in Oisterwijk is een project met een bovenlokaal en bovenregionaal belang. De Provincie heeft nog onlangs bekend gemaakt ruim 11 miljoen beschikbaar te stellen om deze ontwikkeling te ondersteunen. In een andere recente publicatie werd deze opgave gekenmerkt als de ‘moeilijkst denkbare’ herbestemmingsopgave. Het is duidelijk dat de overheid niet als enige de drager kan zijn en mogelijk zal een alliantie van niet publieke stakeholders zelfs het voortouw moeten nemen in dit project. Daarbij komt dat het gebied nog steeds sterk vervuild is en dat elke nieuwe ontwikkeling bijna de plicht heeft om juist een tegenzet te doen op het gebied van duurzame ontwikkeling. Dat is vermoedelijk ook de enige manier om het project draagvlak te geven bij burgers en omwonenden. In de relatief korte periode waarin studenten van de masteropleidingen Architectuur en Stedenbouw (Fontys Hogeschool voor de Kunsten, Tilburg) aan deze opgave hebben gewerkt, was het niet de inzet om tot een integraal masterplan voor het hele gebied te komen. Dat zou enerzijds getuigen van een totale miskenning van de eerder genoemde complexiteit en anderzijds is dat momenteel waarschijnlijk ook geen antwoord op de vragen. Studenten werd gevraagd om vanuit een identificatie van mogelijkheden van de gebouwen te komen tot potentiele programma’s en vanuit deze programma’s mogelijke initiatiefnemers te identificeren. 4
Het denken vanuit de belangen van actoren en van daaruit proberen (ruimtelijke) ontwikkeling te genereren past binnen de denkwijze van ‘actor-network theory’ en sluit ook aan de ‘Nieuwe Markten’ benadering die enige tijd gelden is uitgevoerd voor Brabant (o.a. door Telos i.s.m. Urban Unlimited). De studenten wisten vanuit hun analyse concreet lokale of regionale partijen te identificeren die als sleutelactor het initiatief zouden kunnen nemen om bepaalde delen van het terrein of bepaalde gebouwen te herontwikkeling vanuit de programmatische invulling die past bij hun ontwikkelingsagenda’s. In feite zijn de studenten dus bezig geweest om pro-actief naar de vraag van opdrachtgevers onderzoek te doen, in plaats van wachten tot die vraag door de opdrachtgever zelf geformuleerd wordt waarna misschien ooit een architectenopdracht gegeven zou worden. Door veel eerder in de keten van de totstandkoming van een opgave te opereren verwerven de studenten noodzakelijke competenties om in de veranderende markt te opereren. Dat zij dat kunnen doen in een studieopgave naar een van de meest uitdagende acctuele opgaven van Brabant is natuurlijk een geweldige kans geweest. Op het herbestemmen van het KVL terrein zal nog jaren en wellicht decennia gestudeerd worden en de opleiding is geïnteresseerd om in alle fasen van dat proces een bijdrage te leveren. Voor studenten is niets mooier dan werken aan een studieproject met daadwerkelijke maatschappelijke betekenis en urgentie. Voor de academie is dat een van de wezenskenmerken van de opleiding: sterk betrokken op het actuele werkveld en midden in de complexiteit van de huidige maatschappij studenten het vakmanschap en de vaardigheden ontwikkelen om later zelfstandig als architect of stedenbouwkundig ontwerper te kunnen opereren. De goede samenwerking tussen studenten en de architect-docenten Tom Bergevoet en Maarten van Tuijl (Temp Architecture) heeft geleid tot de resultaten van het project en de reflectie erop in deze publicatie. De publicatie zelf is mede mogelijk gemaakt met ondersteuning vanuit Leisure Academy Brabant (LAB), waarover later in deze publicatie meer. Ik dank alle betrokkenen voor hun bijdrage. Marc Glaudemans lector stedelijke strategieën / studieleider MA+U Master of Architecture // Master of Urbanism Fontys Hogeschool voor de Kunsten
[email protected] | ü: http://www.fontys.edu | ü: http://www.stadslab.eu 5
LEISURE ACADEMY BRABANT
verdiepen, verbinden en versterken van kennis
Leisure Academy Brabant (LAB) verbindt de kennis in de regio Brabant rondom thema’s van vrijetijd. Doel is om die kennis te verdiepen en in te zetten voor de versterking van Brabant als werk- en vestigingsplaats voor studenten, bedrijven, inwoners en toeristen. LAB zorgt daarmee voor de profilering van de ontwikkelde kennis, functioneert als portal voor de toegang tot de kennisinfrastructuur en initieert concrete interacties. LAB presenteert de Brabantse leisure kennisinfrastructuur op regionaal, nationaal en internationaal niveau. Voor kennisinstellingen, onderwijs en overheid wordt een platform geboden, waar zij kennis en ervaring kunnen delen met anderen. Zo is het onderwijs in Brabant goed vertegenwoordigd met Tilburg University, HBO instellingen zoals NHTV, Avans, Fontys en HAS, en zijn er veel MBO instellingen met leisure gerelateerd opleidingen waaronder de Rooi Pannen, Helicon en ROC’s. Op nationaal vlak speelt de Brabantse kennisinfrastructuur een grote rol door deelname in het expertisecentrum Leisure, Tourism & Hospitality waarin NHTV, Hogeschool Zeeland en Stenden samenwerken. Tevens is het eerste Europese Center of Excellence door de World Leisure Organisation toegekend aan NHTV. LAB staat voor de zichtbaarheid, de verbinding en de toegankelijkheid van de kennisinfrastructuur rond leisure. LAB initieert en faciliteert hiervoor (werk-)bijeenkomsten, projecten en events in samenwerking met partners. Uitgangspunten zoals inspiratie, samenwerking, ontmoeting, innovatie, kenniswaardering en –vermarketing staan centraal tijdens deze bijeenkomsten. Zo wordt gewerkt aan thema’s die maatschappelijk hoog op de agenda staan en/of in de Brabantse context uniek zijn. Denk aan storytelling, gastvrijheid, gebiedsontwikkeling, themaparken, events, spoorzones, sociale innovatie, imagineering, productiviteit van vrijetijdsbedrijven, health&well-being, quality of life, herbestemmen van erfgoed, culturele hoofdstad en stad-land ondernemerschap. Eén van de partners van Leisure Academy Brabant is Fontys Hogeschool voor de Kunsten uit Tilburg. In samenwerking met de Master Urbanism organiseert LAB de bijeenkomst over het stapsgewijs herbestemmen van cultureel erfgoed, met als case het KVL-terrein in Oisterwijk.
6
Leisure en erfgoed zijn zeer sterk met elkaar verbonden. De interesse voor oude gebouwen en het behoud daarvan is de laatste jaren sterk toegenomen. Brabant is rijk aan culturele, religieuze en industriële plekken die op zoek zijn naar een nieuwe functie. Al deze oude gebouwen vormen een belangrijk deel van de identiteit van Brabant. Ze vertellen het verhaal van de regio en bieden een belevingsrijke context voor herbestemming. Het KVL-terrein is zo’n voorbeeld van industrieel erfgoed dat nu heringericht moet worden. De bestaande gebouwen zijn eigendom van de provincie Noord-Brabant en de omliggende grond ter herontwikkeling is van de gemeente Oisterwijk. De uitdaging is een kansrijke en betekenisvolle nieuwe invulling te geven aan het terrein. Veelal verworden deze productieplekken tot consumptielandschap waarbij aspecten van leisure een belangrijke rol spelen. Of het nu gaat om de invulling door kunst en cultuur, door attracties, middels congres of hotelfaciliteiten of door retail en shopping. Of het nu gaat om zorg georiënteerd aanbod of aanbod gericht op streekproducten, ambachten en recreatie. Congres aansluitend op Vrijetijdseconomie Eind oktober organiseren de Provincie Noord-Brabant, Midpoint Leisure Boulevard en LAB een tweedaags congres onder de werktitel ‘Manifestatie Brabant Worldwide Leading in Leisure’. Hier zal een volledige dag besteed worden aan de kennisinfrastructuur rond leisure in Brabant en zal het programma aansluiten bij bovengenoemde thema’s. Via de volgende media blijft u op de hoogte van de activiteiten van Leisure Academy Brabant en kunt u mee discussiëren: Website: www.leisureacademybrabant.nl Twitter: @LeisureBrabant Linkedin: Leisure Academy Brabant Telefoonnummer: 076 5332819 (ma, di, wo, vrij)
7
TIME BASED KVL
stapsgewijs herbestemmen van cultureel erfgoed
Onlangs meldde het Brabants Dagblad in zijn Spectrum-bijlage dat herontwikkeling van het KVL terrein in Oisterwijk de “moeilijkst denkbare ontwikkelklus” is. De enorme kostprijs waarvoor de eigenaren - de provincie Noord Brabant en de gemeente Oisterwijk - het terrein en de gebouwen hebben aangekocht moet immers bij herontwikkeling terug verdiend worden. Het is niet eenvoudig in de huidige economische omstandigheden een goed betalende huurder te vinden voor het enorme, 26.000 m2 grote complex. Verder moet het terrein eerst grondig gesaneerd worden en moeten de gebouwen worden aangepast ten behoeve van een nieuwe gebruiksvorm, voordat dit terugverdienen kan beginnen. Herontwikkeling leek na het vertrek van de fabriek in 2001 zo interessant. De plek kent een boeiende historie en ligt velen na aan het hart. De ligging tussen de drie grote Brabantse steden in de regio en de Lind, het geliefd dorpshart van Oisterwijk, is strategisch te noemen. Daarnaast hebben de gebouwen een monumentale waarde, sommige zijn zelfs rijksmonument. Dit laatste maakt herontwikkeling misschien wel interessanter, maar ook problematischer. Want een monumentenstatus is voor leegstaand vastgoed steeds vaker problematisch. De tijd dat het rijk automatisch bijdroeg aan behoud van monumenten is voorbij. Hoewel er steeds meer objecten met deze status bijkomen, is steeds minder overheidsgeld voor beschikbaar. Daarom ligt het voor de hand deze objecten in leven te houden met financiering door private partijen. In tegenstelling tot overheidsinvesteringen, die de vorm van een subsidie kunnen hebben, moeten private investeringen altijd volledig terugverdiend worden. Dit terugverdienen is in deze onzekere economische tijd natuurlijk niet vanzelfsprekend. De herontwikkeling van het KVL terrein lijkt tegen deze achtergrond inderdaad een haast onmogelijke opgave, zoals het Brabants Dagblad beweert. Ten minste, wanneer je uitgaat van traditionele ontwikkelmethoden. Binnen ons bureau experimenteren wij al geruime tijd met een nieuwe, innovatieve aanpak voor ruimtelijke ontwikkeling. Deze aanpak noemen wij Flexibele Gebiedsontwikkeling ofwel startbeeldplanning. Met deze aanpak wordt de transformatie van het bestaande gemakkelijker, staan de wensen van mogelijke toekomstige gebruikers centraal en kan beter worden omgegaan met onvoorspelbaarheid. De aanpak is ontstaan uit ervaringen in onze eigen projecten, 8
9
uit de thematische debatten die wij hebben georganiseerd en uit onderzoek waarbij we historische en internationale voorbeelden hebben geanalyseerd en vergeleken. Hieruit blijkt dat een aanpak die met een kleine stap begint en zich vervolgens stapsgewijs verder ontwikkelt, belangrijke voordelen heeft. Door niet in één keer, maar in stappen te ontwikkelen krijgt een ontwikkeling geleidelijk vorm vanuit bestaande kwaliteiten, neemt de invloed van gebruikers en andere stakeholders toe en kan beter worden gereageerd op een vooraf nog onbekende maatschappelijke en economische dynamiek. Deze ontwikkelwijze in kleine stapjes vormt een groot contrast met traditionele ontwikkelmethoden, die juist uitgaan van één enkele grote stap naar een vooraf volledig ontworpen en gefixeerde situatie, een zogenaamd eindbeeld. Ontwikkelen met eindbeelden wordt ook wel eindbeeldplanning genoemd. Om het contrast met eindbeeldplanning te benadrukken noemen we de kleine stapjes bij het flexibele ontwikkelmodel juist startbeelden. Door de stapsgewijze benadering in startbeelden ontstaat een ontwikkelstrategie die veel wendbaarder en flexibeler is dan die van eindbeeldplanning. In het atelier Time Based KVL, waarin studenten van de Academie van Bouwkunst in Tilburg nieuwe kansen hebben geformuleerd voor de herontwikkeling van het KVL terrein, is deze ontwikkelstrategie vooraf aan de studenten meegegeven. Op basis van verrassende analyses zijn zij inderdaad tot stapsgewijze strategieën gekomen, leidend tot een keur aan veelbelovende toekomstige mogelijkheden voor dit industrieel erfgoed. Bijzonder is dat de studenten hierbij zelf nieuwe gebruikers en mogelijke investeerders hebben aangedragen. Tijdens de bijeenkomst op 31 mei 2013, georganiseerd door de Leisure Academy Brabant en de Master Urbanism van de Fontys Hogeschool waarop deze publicatie wordt gepresenteerd, gaan de studenten in gesprek met de partijen die zij zelf het meest kansrijk achten voor een toekomst op het KVL terrein, zoals het Europees Keramisch Centrum, Woonstichting Leystromen en Bouwfonds. Met hun voorstellen proberen zij deze partijen te verleiden hun opdrachtgever te worden en zo mee te werken aan de toekomst van dit het terrein. Daarmee richt het atelier zich niet alleen op het vinden van innovatieve oplossingen voor het KVL terrein, maar biedt het de studenten ook de mogelijkheid zich alvast te oriënteren op de arbeidsmarkt. Deze is momenteel verre van ideaal voor jonge professionals. Als gevolg van de economische malaise is er een oplopende werkloosheid. Voor studenten architectuur en stedenbouw lijkt er nauwelijks perspectief op werk. Dit atelier brengt deze jonge ontwerpers in de gelegenheid zich te oefenen in een ondernemende, initiërende rol waarmee hun toekomstperspectief op de arbeidsmarkt straks wordt vergroot. temp.architecture.urbanism | Tom Bergevoet en Maarten van Tuijl www.temparchitecture.nl /
[email protected] in het najaar van 2013 verschijnt het boek “de Flexibele Stad, oplossingen voor leegstand en krimp” bij uitgeverij NAi010. Dit boek gaat in op innovatieve, flexibele strategieën voor ruimtelijke ontwikkeling. 10
CPO SUCCES IJBURG II AF CPO SPELEN SUCCES TEKORT
AMSTERDAM 800 JAAR
WAAR
REGIO GROEIT
CANCELLED AMSTERDAM
OLYMPISCHE
ZUIDAS REGIO UIT EU GEREED IJBURG II UKGROEIT CANCELLED WONINGVRAAG ZUIDAS GUGGENHEIM TEKORT AMSTERDAM DAALT UKGROTE OVERSTROMING UIT EU GEREED 800 JAAR
DEREN
AF ERFPACHT
VEREVENINGSFONDS
OLYMPISCHE WAAR AFGESCHAFT DEREN
EURO SPELEN CRISIS EENVOUDIG ERFPACHT BETER WERKT WONINGVRAAG AFGESCHAFT GROTE EURO RAMP STAD NZ-LIJN MUSEA DAALT CRISIS OPEN FAILLIET EENVOUDIG VEREVENINGSFONDS
OS NAAR ROTTERDAM
OVERSTROMING
RAMP NZ-LIJN
BETER WERKT
MUSEA OPEN
STAD
GUGGENHEIM AMSTERDAM
OS NAAR ROTTERDAM
Faalkosten Vertraging Ontbreken draag vlak Faalkosten Leegstand Vertraging Braakligging Ontbreken draag vlak Een Zijdig aanbod Leegstand Braakligging Een Zijdig aanbod
FAILLIET
t=0 t1
t=0
t1 schema boven: traditionele ruimtelijke ontwikkeling, waarin in één grote stap vanuit de ontwerpfase naar het eindbeeld wordt ontwikkeld, zonder rekening te houden met maatschappelijke dynamiek, wordt “eindbeeldplanning” genoemd schema onder: flexibele gebiedsontwikkeling ofwel startbeeldplanning, een innovatieve, stapsgewijze strategie waarmee ontwikkeltrajecten onderweg kunnen worden bijgesteld. Deze strategie is geschikt voor herontwikkeling van het KVL terrein
OLYMPISCHE
CRISIS &
MINDER BEZUINIGEN
ITALIE FAILLIET
HERSTELWET H-RENTE AFGESCHAFT
EURO VALT
HOOG CONJUNCTUUR
OBAMA II
SPELEN ECON0MISCHE GROEI
TERRORISME
KRIMP
CHINESE
VOLKS-
BUB BLE
OPSTAND
BANKEN CRISIS II
t=0 t1
t2
t3
t4 11
Oisterwijk 1835
Oisterwijk 1917
Oisterwijk 1944
12
Oisterwijk 1963
Oisterwijk 1985
Oisterwijk 2010, met in zwart de huidige gebouwen op het KVL terrein
13
analyse: ositerwijk ligt in het hart van het groene woud
analyse: inventarisatie bestaande recreatieve accomodaties
14
CAMP-INN
sander de koster
stakeholders:
In dit ontwerpvoorstel wordt een bijzondere camping voorgesteld rondom en vooral ín de gebouwen van het KVL terrein. Vanuit deze camping kunnen op den duur andere vormen van recreatief verblijf ontstaan zoals vakantiehuisjes, een wellness centre of een hotel. Uit onze analyses blijkt dat het ontwikkelen van recreatieve verblijfsaccommodatie op het KVL terrein een reële kans van slagen heeft. Het leisure profiel van de regio is sterk in opkomst waarbij vooral bijzondere vormen van recreatie, verbonden zijn met historie van de regio en het gebouwd erfgoed, veelbelovend zijn. Camp-inn, een indoor camping, is zo’n bijzondere vorm van recreatie en kan meehelpen het leisure profiel van de provincie te versterken. Dit voorstel richt zich in het bijzonder tot het nabij gelegen vakantiepark de Reebok, waarvan bekend is dat deze denkt aan uitbreiding of het ontwikkelen van een nieuwe locatie. Omdat het ondenkbaar is het hele terrein in 1 keer tot camping te bestemmen, is dit een voorstel in stapjes, waarbij begonnen wordt op de begane grond van het U gebouw en op het terrein daaromheen voor buitenactiviteiten. De begane grond van het U-gebouw kent een goede startconditie, het heeft een grote vrije verdiepingshoogte, er is een goede relatie met buiten zodat er vrij eenvoudig caravans kunnen worden geplaatst. Bij de eerste stap wordt zo veel mogelijk uitgegaan van bestaande kwaliteiten en zo weinig mogelijk toegevoegd, om de investeringskosten laag te houden. Daarom wordt gewerkt met goedkope, gerecyclede materialen zoals tapijttegels en hout afkomstig van pallets. Hiermee kan op eenvoudige wijze snel en effectief een nieuwe identiteit aan de bestaande gebouwen worden toegevoegd. Wanneer de camping een succes wordt is het denkbaar dat deze uitgebreid wordt en de kampeerplaatsen een upgrade krijgen in de vorm van een plek met meer comfort, zoals een hotelkamer, een klein appartement of een vakantiehuisje. Op den duur worden de andere gebouwen ook ingezet voor recreatief verblijf, zoals een hotel of een wellness centre.
15
CAMP-INN
sander de koster
1. bestaande situatie KVL terrein
2. Camp-Inn
3. camping, hotel en wellness-centre
16
17
CAMP-INN
sander de koster
doorsnede (boven) en plattegrond begane grond (onder)
18
de service-elementen maken door hun vormgeving de camp-inn tot een samenhangend geheel
de paden en de service-elementen bestaan uit hergebruikte tapijttegels en hout van palets
19
analyse: het kavel van het kvl-terrein heeft een grotere schaal dan de kavels in de omgeving
analyse: de bouwvolumes op het kvl-terrein zijn van een grotere schaal dan die in de omgeving
20
KLEINSCHALIG KVL
roel van nieuwenhuizen
stakeholders:
Nieuwe ontwikkelingen worden op het KVL terrein mogelijk wanneer het grootschalige terrein vanuit een kleinschalige aanpak wordt benaderd. Uit onze analyses blijkt dat het verschil in schaal tussen het dorp Oisterwijk enerzijds en het KVL terrein anderzijds enorm is. Zowel de maat van de gebouwen op het KVL terrein, met lange, verdiepingshoge gevels, als de maat van de ruimte tussen de gebouwen vormen een sterk contrast met de maten in het omliggende dorp. Daarom is het zo moeilijk nieuw lokaal leven in het gebied op gang te brengen. Door het aanbrengen van schaalverkleining past KVL terrein beter bij lokale bedrijvigheid, ambachtelijke bedrijfjes en starters, voor de hand liggende toekomstige gebruikers. Dit plan voor schaalverkleining richt zich in eerste instantie tot de eigenaar van het vastgoed, de provincie. Door voorinvesteringen te doen in het aanbrengen van kleinschaligheid komen vanzelf nieuwe gebruikers in beeld en kan de herontwikkeling op gang komen. Natuurlijk moet de strategie van kleinschaligheid zich nog wel bewijzen en zal het niet lukken om in een keer alle gebouwen te vullen met nieuw programma. Daarom wordt hier voorgesteld om, nadat eerst de kleine gebouwen op het terrein geschikt worden gemaakt voor kleinschalige bedrijvigheid, in het centraal gelegen U gebouw een kleinere schaal aan te brengen. Door met eenvoudige banners de kolossale gevels te fragmenteren en van meerdere entrees te voorzien, komt er een andere schaal in het gevelbeeld. Wanneer deze eerste stap inderdaad tot nieuw leven leidt, kan de schaalsprong gemaakt worden naar het permanent maken van de kleinschaligheid door uit het U gebouw deelvolumes weg te nemen en zo het kolossale volume sterker te geleden. Op den duur komen ook de andere grote gebouwen in aanmerking voor een schaalverkleining. Elk gebouw biedt hier op een andere manier aanleiding voor. Ook de ruimte tussen de gebouwen is van een grote schaal. Door introductie van shortcuts door de bestaande gebouwvolumes heen, ontstaat in het openbare domein ook fijnmaziger netwerk.
21
KLEINSCHALIG KVL
roel van nieuwenhuizen
1. bestaande situatie KVL terrein
2. met baniers wordt in de grootschalige gevels provisorisch een kleinere schaal aangebracht
3. door reductie van de bouwvolumes wordt de kleinschaligheid permanent gemaakt
22
23
KLEINSCHALIG KVL
roel van nieuwenhuizen
24
25
analyse: het KVL terrein vormt een geisoleerd `eiland` in het weefsel van Oisterwijk
analyse: ruimtelijke elementen aan de randen van het terrein versterken dit isolement
26
SPLENDID ISOLATION
roy pesman
stakeholders:
Het KVL terrein is uitermate geschikt voor vormen van hergebruik rondom het thema keramiek. Uit de groepsanalyses blijkt dat het KVL terrein - hoewel het midden in Oisterwijk ligt - erg geïsoleerd is van zijn omgeving. Dit komt doordat het fabrieksterrein van oorsprong altijd gesloten is geweest. De spoorlijn, allerlei hekken en hoge muren en de lange gebouwgevels zorgen er samen voor dat het terrein een eiland is en het van buiten moeilijk te zien is wat er gebeurt. Daarom is het terrein geschikt voor een sterk thematisch nieuw leven, waarbij de isolatie ingezet wordt als een kwaliteit. Zo wordt aansluiting gezocht met leisure-programma’s in de regio, zoals Efteling en de Beekse Bergen. Deze themaparken zijn typologisch gelijk aan het KVL terrein door hun heldere entree en relatief geïsoleerde positie ten opzichte van het omliggende weefsel. Dit ontwerpvoorstel richt zich op het European Ceramic Work Centre, dat momenteel nog gevestigd is in Den Bosch maar op zoek is naar een nieuwe locatie. Het thema keramiek is erg geschikt om de identiteit van het terrein te versterken. Bovendien is keramiek een interessant omdat allerlei andere programma’s zoals wonen, werken en recreatie er een bijzondere belevingswaarde aan kunnen ontlenen. Het programma voor het keramisch centrum is niet groot genoeg om alle lege gebouwen op het KVL terrein te vullen. Daarom wordt een stapsgewijze benadering voorgesteld waarbij in stap 1 het Keramisch Centrum zich in het hart van het gebied vestigt en zo keramiek zo snel mogelijk zichtbaar maakt in de openbare ruimte. Wanneer het Keramisch Centrum het gebied van nieuwe reputatie heeft voorzien, kunnen ook andere programma’s naar het terrein komen en zich spiegelen aan nieuwe profiel. Dit kunnen andere vormen van ambachtelijke bedrijvigheid zijn, maar ook vormen van wonen en recreatieve functies zoals een hotel. Zo wordt Keramisch Centrum de drager van de toekomst van het gebied. De bijzondere beleving van keramiek ontstaat door de randen van het gebied, het meest zichtbaar voor buitenwereld, met keramische details te verbijzonderen. Door lokale kunstenaars gemaakte keramische tegels en beelden worden volgens stedenbouwkundige spelregels ingezet zodat op grote schaal verbanden ontstaan. 27
SPLENDID ISOLATION
roy pesman
1. bestaande situatie: het KVL terrein is met hekken omgeven
2. de hekken worden verwijderd, de randen worden met keramiek geaccentueerd
3. de rand wordt verder verbijzonderd, het nieuwe imago trekt nieuwe functies aan
28
29
SPLENDID ISOLATION
roy pesman
30
31
analyse: alleen de schone grond en de betonvloeren zijn direct bruikbaar
analyse: de vervuiling geeft het terrein een erg slecht imago
32
STAPSGEWIJS SANEREN
eirik hofste op bruinink
stakeholders:
De noodzakelijke sanering van het terrein, waarmee een enorme voorinvestering is gemoeid, is niet alleen een noodzakelijk kwaad, maar kan juist de katalysator vormen voor een nieuwe vormen van programmering. Uit onze groepsanalyses blijkt dat het terrein niet alleen sterk vervuild is door de productieprocessen uit het industriële verleden en door asbest in de gebouwen, maar dat deze vervuiling het gebied een sterk negatief imago heeft gegeven onder de plaatselijke bevolking. Nieuwe ontwikkelingen zullen daarom altijd met argusogen worden bekeken. Door de bodemsanering juist heel expliciet te maken, zodat potentiële toekomstige gebruikers met eigen ogen kunnen zien en beleven dat er gesaneerd wordt, kan de wijze van saneren hergebruik juist versnellen. De hier gepresenteerde strategie richt zich vooral op de eigenaar van de grond en van de gebouwen, dus de gemeente en de provincie. Ook voor “de leerfabriek”, de horeca gelegenheid die nu al actief is in het gebied, heeft deze strategie belangrijke voordelen. Het gebied is zo sterk vervuild dat in dit voorstel wordt uitgegaan van een gefaseerde sanering. Uitgangspunt hierbij is de vervuilingskaart, waaruit blijkt dat beperkte delen van het terrein nu al schoon zijn. Omdat in de interieurs van de gebouwen de bodemvervuiling wordt afgedekt door betonvloeren, mogen deze plekken nu ook al als veilig worden beschouwd. In de eerste fase wordt zo een route aangelegd over schone en veilige bodem naar het enige gebouw dat al in gebruik is, de Leerfabriek in het Ketelhuis. Op plekken buiten deze openbare route kan het saneren van de vervuiling zichtbaar beginnen. Langzaam bereid het schone terrein zich uit en kunnen nieuwe programma’s worden toegevoegd, waarbij de oorspronkelijke route door de bestaande gebouw de ruggengraat van het toekomstige gebruik wordt. De route leidt niet alleen tot de horeca-gelegenheid, maar bevat ook een expositie die vertelt waar en waarom het terrein zo vervuild is en die de stand van zaken weergeeft van de werkzaamheden. Deze route wordt in de loop van de tijd een centraal gelegen buitenruimte, nieuwbouw wordt gerealiseerd op het gesaneerde terrein buiten de bestaande gebouwen. 33
STAPSGEWIJS SANEREN
eirik hofste op bruinink
1. bestaande situatie: geen veilige route naar de leerfabriek beschikbaar
2. over schone grond en gesloten vloeren wordt een veilige route aangelegd, sanering terrein
3. tijdelijke route wordt definitief, nieuwbouw op gesaneerde grond
34
35
STAPSGEWIJS SANEREN
eirik hofste op bruinink
plattegrond en doorsneden en gevelaanzicht van de tijdelijke ingreep
36
37
analyse: KVL terrein kan verbindende schakel zijn in regionaal recreatief netwerk
analyse: KVL terrein kan verbindende schakel zijn in regionaal recreatief netwerk (ingezoomd)
38
PAARD EN RECREATIE KVL
burcu coninx
stakeholders:
Het KVL terrein is buitengewoon geschikt voor een leisure-centrum met een focus op paardenrecreatie. Uit onze groepsanalyses blijkt dat het KVL terrein goed gelegen is ten opzichte van regionale recreatieve circuits voor bijvoorbeeld voor fietsen, wandelen en paardrijden. Door vanuit het KVL terrein verbinding te zoeken met deze routes, kan het KVL terrein een regionaal centrum worden binnen deze recreatieve infrastructuur, met een paardenmanege, een hotel, een café-restaurant en eventueel een fietsenverhuur. Daarom richt dit voorstel op stakeholders die in de regio inmiddels actief zijn op het gebied van recreatie en paardensport, zoals de Hartenhoeve, waar de omgang met paarden een zorgdimensie heeft en opleidingscentrum Helicon, dat recreatieve programma’s kan ondersteunen. Het KVL terrein is te groot om in een keer te transformeren tot een dergelijk recreatief centrum. Daarom zijn in dit plan 3 deelgebieden aangewezen, te weten een ontmoetingszone, een rustige zone en een actieve zone. In de eerste fase wordt ingezet op het tot leven brengen van de ontmoetingszone door in de gebouwen rondom deze plek het hotel, de manege met zorgvoorzieningen en het café-restaurant onder te brengen. Wanneer deze programma’s aanslaan kunnen de overige zones tot leven worden gebracht. De inrichting van de ontmoetingszone - een plein – is cruciaal voor het slagen van de eerste fase. Daarom wordt ingezet op gebruik als horeca-terras en als buitenruimte voor paarden. Op den duur krijg dit plein een upgrade waarbij de focus op de routes naar recreatieve routes in de regio maar ook naar de andere zones op het terrein motieven vormen. Er wordt gebruik gemaakt van elementen uit de traditionele paardencultuur, zoals yurts.
39
PAARD EN RECREATIE KVL
burcu coninx
1. bestaande situatie KVL terrein
2. met kleine ingrepen worden eerst de ontmoetingszone en de omliggende geobuwen heringericht
3. het ontmoetingsplein fungeert als entree voor het gehele gebied
40
41
PAARD EN RECREATIE KVL
burcu coninx
plattegrond begane grond van herbestemde gebouwen rondom het ontmoetingsplein
42
de 3 deelgebieden op het KVL terrein: een ontmoetingszone, een rustige zone en een actieve zone
het voormaige kantoorgebouw leent zich goed voor hergebruik door een hotelfunctie
IMPRESSIE GANG
43
Burcu CONINX
analyse: verkeerskundig netwerk Oisterwijk
analyse: verkeerskundig netwerk omgeving KVL terrein en voorstel tot “shortcut”
44
SHORTCUTTING KVL
bjorn hendriks
stakeholders:
Door nieuwe openbare (fiets)routes door het KVL terrein aan te brengen wordt het terrein weer een zichtbaar onderdeel van Oisterwijk, worden bestaande kwaliteiten beter ervaarbaar en komt nieuwe bedrijvigheid op gang. Uit onze analyses blijkt dat het totaal gesloten KVL terrein een obstakel vormt in het fijnmazige netwerk van voetgangers- en fietsersroutes in en om Oisterwijk. Door het terrein open te stellen kunnen shortcuts ontstaan, bijvoorbeeld van uit de omliggende woonwijken naar het station. Door een knooppunt van het regionale fietsnetwerk van de ANWB in het terrein te leggen wordt het terrein ook voor fietsers belangrijk. Om goed aan te sluiten op het historische Oisterwijk (de Lind) is een brug over het spoor denkbaar. Bij dit voorstel vormen de eigenaren van het terrein , de provincie en de gemeente Oisterwijk, belangrijke stakeholders. Om de verbinding over het spoor te kunnen maken is het van belang dat ook Prorail meedoet. Het nieuwe fietsknooppunt op het terrein is een interessante vestigingslocatie voor de lokale VVV en op den duur wellicht ook voor het Vrije Tijdshuis Brabant. Omdat het aanleggen van een nieuwe route over het terrein zich nog niet direct terugverdient kan de investering daarvoor aan het begin niet al te hoog zijn. Daarom wordt de route in de eerste fase met gele verf op de bestaande terreinverharding aangebracht. Wanneer route werkt en de eerste programma’s zich langs de route vestigen, kan de route een upgrade krijgen en waardoor nog meer programma’s zich langs de route vestigen. Met lichtgewicht bouwmaterialen worden bijzondere elementen in de route, zoals een onderdoorgang door een van de gebouwen en de brug over het spoor, gerealiseerd. Door consequent de kleur geel – verkeerskundig wijst geel op tijdelijkheid – toe te passen ontstaat een route met een sterk eigen identiteit.
45
SHORTCUTTING KVL
bjorn hendriks
1. bestaande situatie KVL terrein
2. met eenvoudige middelen wordt een fiets- en voetgangersroute door het terrein aangelegd
3. de route krijgt vertakkingen en verbijzonderingen waardoor meer plekken worden geactiveerd 46
UITWERKING PROJECT
Impressie
Tijdens
47
SHORTCUTTING KVL
bjorn hendriks
ter plaatse van de voormalige ververij voert de route met een verbijzondering door het bouwvolume
48
ter plaaste van het spoor wordt een bijzondere brug onderdeel van de route
49
analyse: Oisterwijk en het KVL terrein liggen centraal in de regionale groenstructuur
analyse: het KVL terrein is in potentie een schakel in de groenstructuur van Oisterwijk
50
KVL LANDGOED
koen linders
stakeholders:
Door in te zetten op de groene kwaliteit van het KVL terrein en het te transformeren tot een park, kunnen regionale groenverbindingen worden versterkt en krijgt het gebied een nieuwe reputatie. Uit onze analyses blijkt dat het KVL terrein niet alleen veel monumentale gebouwen bevat, maar ook veel groene open ruimte. Deze groene ruimte kan een schakel vormen in een lokaal en zelfs regionaal netwerk van groene ruimten. Door de inzet van het groen op het KVL terrein kan de Lind, ook een groen begroeide ruimte, worden verbonden met het recreatieve groen buiten de gemeente zoals de Loonse en Drunense Duinen. Voor de hand liggende stakeholders bij dit plan zijn de eigenaar van de grond, de gemeente Oisterwijk en Bouwfonds, die plannen heeft om op deze grond in de toekomst woningen te bouwen. Door in de eerste fase het groen rondom de historische gebouwen open te stellen, en het terrein met een route te verbinden met de Lind en met de Loonse en Drunense duinen, gaat het terrein meedoen in de regionale groene structuur. Wanneer het gebied in een volgende fase als park doorontwikkeld wordt, krijgen bestaande elementen zoals het waterbassin een nieuwe betekenis. In de laatste fase kunnen aan het park woningen worden toegevoegd zo, dat ze de parkkwaliteit intact laten en waar mogelijk versterken. Het is aannemelijk dat de historische gebouwen van KVL uiteindelijk stuk voor stuk van nieuw programma worden voorzien, doordat ze omringd worden door een nieuwe, parkachtige kwaliteit. Zo kan relatief eenvoudig een park worden toegevoegd aan de Oisterwijkse groenstructuur en de grondwaarde worden verzilverd door er woningen aan toe te voegen. De woningen schermen de omliggende bedrijfsgebouwen af van het park.
51
KVL LANDGOED
koen linders
1. bestaande situatie KVL terrein
2. het terrein wordt opengesteld, zodat een doorgaande route kan worden gerealiseerd
3. het terein wordt doorontwikkeld tot een parkachtig landgoed met woningen
52
53
KVL LANDGOED
koen linders
impressie toekomstige kern Oisterwijk
de route over het KVL park naar de Loonse en Drunense duinen wordt aangekondigd in het centrum van Oisterwijk
te ko
54
bestaande elementen zoals het waterbassin krijgen door hun ligging op het KVL landgoed nieuwe gebruiksmogelijkheden en een nieuwe betekenis
55
analyse: de bevolkingsopbouw en het aanbod aan woningtypes in de gemeente Oisterwijk
analyse: voorzieningen gericht op jongeren in Oisterwijk
56
KVL VOOR JONGEREN
mandy reintjes
stakeholders:
Inzet van het KVL terrein voor huisvesting speciaal voor jongeren kan voorkomen dat de gemeente Oisterwijk in de toekomst te kampen krijg met krimp van het inwonersaantal. Uit onze analyses blijkt dat Oisterwijk weliswaar heel goede voorzieningen kent voor jongeren, maar dat er voor hen nauwelijks (starters)woningen beschikbaar zijn. Het KVL-terrein is uitermate geschikt voor een nieuw leven als woonbestemming en hier kunnen dan ook goed woonvoorzieningen voor starters gerealiseerd worden. Als stakeholder bij dit project wordt Woonstichting Leystromen benaderd. Omdat het U-gebouw in relatief goede conditie verkeert, niet direct aan het spoor ligt en daardoor minder geluidsbelast is, is het aannemelijk dat dit gebouw als eerste een woonbestemming krijgt. Op deze pagina’s wordt een principe voorgesteld waarmee nieuwe bewoners zelf een woningtype kunnen kiezen en zelf een plek in het casco kunnen aanwijzen. Zo kan het gebouw langzaam bewoond raken. Wanneer het gebouw volledig is gevuld komen de andere gebouwen aan de beurt, waarbij ook andere functies zoals werken en voorzieningen kunnen worden ondergebracht. Voor het U-gebouw is een nauwkeurige typologische studie gemaakt, waarbij ook aandacht is voor de infrastructuur zoals leidingen en ontsluiting van de woningen. Elke woonverdieping kent collectieve ruimten waar de jonge bewoners elkaar kunnen ontmoeten en waar feestjes gegeven kunnen worden.
57
1. bestaande situatie KVL terrein
2. de begane grond van het U-gebouw wordt geschikt gemaakt voor starterswoningen
3. het aantal starterswoningen wordt uitgebreid en ook de overige gebouwen worden herontwikkeld 58
59
het casco van het U gebouw biedt ruimte aan een gevarieerd woningaanbod. Deze woningen passen op diverse posities in het casco en kunnen op den duur worden samengevoegd of gesplitst
60
de infrastructuur voor installaties maakt het gebouw flexibel
61
analyse: vanuit het KVL terrein werden vooraanstaande modemerken van leer voorzien
analyse: in de regio zijn nog steeds leerverwerkende bedrijven actief
62
KVL LEATHER FESTIVAL
geert verschuren
stakeholders:
Het KVL terrein is van nature geschikt voor ambachtelijke bedrijvigheid. Nieuwe ambachtelijke bedrijvigheid kan worden aangejaagd door de organisatie van een mode-evenement, waarbij leerproducten centraal staan. Uit onze analyses blijkt dat vanuit het KVL terrein vooraanstaande modemerken in het verleden van hoogwaardige leerproducten zijn voorzien. Het is een aantrekkelijke gedachte deze vooraanstaande merken nu uit te nodigen om op het KVL terrein te laten zien wat zij van deze basisproducten hebben gemaakt. Zo ontstaat het idee voor een mode-evenement of -biënnale. Voor het mode-evenement zijn regionale stakeholders zoals van Bommel en van Haren in beeld. Ook zouden internationale modemerken als Prada en Louis Vuilton kunnen worden benaderd. Het evenement kan zo worden ondergebracht dat de infrastructuur die ervoor nodig is de basis vormt voor een duurzaam nieuw leven nadat het evenement voorbij is. Een interne route en een reusachtige laars als bijzondere eyecatcher kunnen samen deze infrastructuur vormen. Door hun bijzondere vormgeving geven deze structurerende elementen kleur aan mogelijke toekomstige programma’s zoals wonen, horeca of bedrijvigheid. Het is de bedoeling dat het product leer in allerlei vormen wordt ingezet bij deze vormgeving. Ook bij de materialisatie van de laars speelt leer een grote rol.
63
1. bestaande situatie KVL terrein
2. met een mode-festival krijgt het gebouw een tijdelijke bestemming en een nieuwe reputatie
3. de infrastructuur van het mode-festival faciliteert permanente functies
64
65
66
67
analyse: situatie en aanzichten van de voormalige Looierij
analyse: plattegronden en aanzichten van de voormalige looierij
68
BRUISEND KVL
bob van der a
stakeholders:
Door slimme en gevarieerde programmering kan het KVL terrein een bruisende en levendige uitloop worden van het huidige centrum van Oisterwijk. De DRU Cultuurfabriek in Ulft, waarin een mix van programma’s is ondergebracht nabij de lokale dorpskern, is hierbij een belangrijke referentie. Uit onze analyses blijkt dat met name het meest oostelijk gelegen bouwdeel (de Looierij)dat, komende vanuit het centrum van Oisterwijk, het eerst zichtbaar is, als eerste in aanmerking komt voor de hierboven beschreven ambities. Het gebouw kent een structuur die geschikt is voor het onderbrengen van uiteenlopende programma’s zoals congresruimten, horecaruimten, educatieve programma’s en wonen. Door deze rijkdom aan mogelijkheden zijn als stakeholders bij dit project velerlei partijen denkbaar. Allerlei lokale ondernemers en middenstanders komen hiervoor in aanmerking. Uit de al dan niet gefaseerde of volledige programmering van dit pand moet blijken in hoeverre de overige gebouwen in aanmerking komen voor transformatie en voor welke programma’s. Om de veelheid aan functionele mogelijkheden de ruimte te geven zijn mobiele, multifunctionele elementen ontworpen die op verschillende plekken in het gebouw kunnen worden gepositioneerd. De route tussen de Lind en het beschreven pand wordt verbijzonderd met kunstwerken.
69
1. bestaande situatie KVL terrein, de looierij is goed zichtbaar en bereikbaar vanuit het dorp
2. de looierij wordt als eerste tijdelijk herbestemd
3. de herbestemming wordt permanent, orientatie op herbestemming van andere bouwdelen
70
71
72
73
aan deze publicatie bevat ontwerpvoorstellen van studenten aan de academie van bouwkunst in tilburg, te weten: sander de koster, roel van nieuwenhuizen, roy pesman, eirik hofste op bruinink, burcu coninx, bjorn hendriks, koen linders, mandy reintjes, geert verschuren, bob van der a de publicatie kwam tot stand met hulp van: