KUNST IS KICKEN
Hedendaagse kunst: laat je raken! Hilde Peters, Academie voor Beeldende Vorming 2012
INHOUD 3. 5. 8. 11. 13. 15. 19. 21. 26. 27.
Inleiding 1: Zintuigen 2: Verwondering 3: Herkenning 4: Confrontatie 5: Meedoen met de kunst Slot en tips Tijdbalk van de beeldende kunstgeschiedenis Woordenlijst Bronnen
2
INLEIDING Waarom is er beeldende kunst? Moeilijke vraag! Iedereen heeft er een ander antwoord op. Kunstenaars maken kunstwerken om te laten zien wat ze denken, meemaken, voelen en zien. Het kan over alles gaan en kan er heel verschillend uitzien. Het lastige (maar ook het leuke!) is dat iedereen iets anders van kunst vindt. Elk kunstwerk wordt door iedereen anders bekeken. Je kunt iets erg mooi vinden, maar ook ontzettend lelijk. Je kunt heel erg schrikken of een werk eng vinden. Soms kun je om kunst lachen en er vrolijk van worden. Een kunstwerk kan je ook kwaad of verdrietig maken. Kortom: kunst raakt je, het laat je iets voelen. Kunst is overal om je heen. In musea, op straat en bij mensen thuis. In een museum is vaak werk te zien wat er maar even is. Die kunstwerken reizen van museum naar museum, zodat veel mensen in verschillende landen het kunnen bezoeken. Of ze worden speciaal voor een tentoonstelling gemaakt, en zijn daarna nooit meer te zien. Het is heel bijzonder om zo’n tijdelijke tentoonstelling te bezoeken. Want je moet er bij zijn, je mag het niet missen! Bijna hetzelfde als een concert waarbij je gaat kijken naar een popgroep die maar even, of zelfs maar één keer, in Nederland is. Andere kunst kun altijd zien, wanneer je er maar zin in hebt. Bijvoorbeeld kunst op straat. Let maar eens op als je door een stad wandelt, er zijn best veel kunstwerken te zien. Misschien staat er wel een bij jou in de buurt. Vaak weet je niet beter dan dat het er altijd is geweest, het hoort erbij. Op televisie en op internet zie je ontzettend veel beelden voorbij komen, die ook nog eens heel snel gaan. We zijn daar aan gewend geraakt, en kunnen het allemaal volgen. Het lastige bij het kijken naar kunst is dat het vaak veel langzamer is, of het beweegt helemaal niet, dan wat we gewend zijn van televisie. Om kunst te begrijpen en er iets bij te voelen, moet je er de tijd voor nemen en er even over nadenken. Het gaat er om wat jij er bij voelt en denkt. De kunstenaar daagt je uit om je eigen verbeeldingskracht te gebruiken.
Alice Brasser – The Field (het veld) – 2011 Als je naar dit schilderij van Alice Brasser kijkt dan zie je een man op de rand van een bos over een prachtig bloemenveld uitkijken. Je kunt je inbeelden dat je naast hem staat. Misschien heeft hij net wel een heel stuk door het bos gelopen. Door de kleur van het schilderij kun je je voorstellen dat de zon net onder gaat. Je ruikt een zoete geur van de bloemen, voelt een zacht avondbriesje en hoort misschien wel krekels in het gras.
3
Natuurlijk weet je dat het alleen verf op doek is. Maar toch werkt het kunstwerk zó op je verbeelding, dat het lijkt alsof het tot leven komt. Het kijken naar kunst kan zo’n sterke ervaring zijn dat je die nooit niet meer vergeet. Alle gedachten, herinneringen, fantasieën of andere ideeën die je krijgt door naar een kunstwerk te kijken noemen we associaties. Je kunt elke keer weer naar een kunstwerk kijken en andere dingen zien, of er andere associaties bij hebben. Hoe meer ervaring je op doet met kunst, hoe meer plezier je er aan kunt beleven en hoe meer je leert te associëren. Je weet ook steeds duidelijker wat je er van vindt. Soms kan het gebeuren dat je helemaal niks van een kunstwerk vindt. Dat het je helemaal niks doet. Wat is er dan aan de hand? Snap je het niet, weet je er te weinig van af, is het niet je smaak? Dat kan, maar het kan ook zeker aan het kunstwerk zelf liggen. Dan is het de kunstenaar niet gelukt om jouw interesse te wekken. De manier van tentoonstellen is ook heel belangrijk voor hoe je het werk als toeschouwer ervaart. Een museumbezoek betekent vaak een middag stil zijn, nergens aankomen en grote witte zalen met ingelijste kunst aan de muur of in een vitrine. Dat kan helpen om goed te kijken en je te concentreren. Maar het kan ook zo zijn dat je het na vier werken eigenlijk wel gezien hebt, dat je begint te gapen... Gelukkig zijn er tegenwoordig ook kunstenaars die er over nadenken hoe ze contact kunnen maken met hun toeschouwers. Zij maken bijvoorbeeld kunstwerken waar je echt ín kunt rondlopen, die je mag aanraken of waarbij je al je zintuigen gebruikt. Ze maken films waarbij het net lijkt of je er zelf bij bent. Ze maken kunst van iets heel gewoons, uit het dagelijks leven. Ze laten je je verbazen over de wereld om je heen. Kunst kan een beleving zijn, het is veel meer dan alleen kijken. Dit boekje gaat over dat soort kunst en wat het kan betekenen in de wereld van nu. In een boekje als dit zie je alleen maar plaatjes, en af en toe kun je een filmpje opzoeken op internet. Dat is natuurlijk héél anders dan een kunstwerk in het echt zien! Maar door er over te lezen en goed te leren kijken, krijg je steeds meer verstand van kunst. En dat kun je goed gebruiken om kunst te beleven in het echt, in een museum of om je heen. Hedendaagse kunst kan je als toeschouwer erg raken. Omdat je iets in een kunstwerk herkent. Omdat je je ogen niet kunt geloven. Of omdat je er maar over blijft nadenken. Dan raakt een kunstwerk je. Zo maakt kunst de wereld mooier en laat het je nog eens goed om je heen kijken. Hedendaagse kunst is kicken, lees en kijk maar eens goed!
4
1. ZINTUIGEN De wereld om je heen neem je waar met je zintuigen. Een lekker ijsje proef je, een bloem ruik je, muziek hoor je, een kriebeltrui voel je en een schilderij zie je. Dit zijn alle zintuigen die we hebben: proeven, ruiken, horen, voelen en zien. Ze zijn nodig om gewoon te kunnen leven. Stel je voor dat je er één van de vijf niet hebt, bijvoorbeeld ruiken. Dan merk je niet dat het eten staat aan te branden. Als je niet kunt zien, kun je overal tegen opbotsen. En smaak is nodig om te proeven of je eten nog wel goed is. Zintuigen zijn er om jezelf te beschermen, en om op te merken wat er om je heen gebeurt. Je zintuigen waarschuwen je dus voor gevaar, maar ze kunnen je ook veel plezier geven. Muziek is er bijvoorbeeld niet om je te waarschuwen, maar om van te genieten omdat je het mooi vindt. In een museum bekijk je een schilderij. Je mag het schilderij niet aanraken, en het ruikt om je heen naar museum. Je gebruikt alleen je ogen als zintuig om te kijken naar het schilderij. In je hoofd kun je je verbeelden hoe wat je ziet zou aanvoelen of klinken, naar wat het zou ruiken of welke smaak het zou hebben. Die verbeelding heb je nodig bij kunst waar je alleen maar naar kunt kijken. Tegenwoordig zijn er ook kunstenaars die hun werk zó maken, dat het je zintuigen echt prikkelt. Hun kunst is niet alleen om naar te kijken, maar ook om naar te luisteren, te ruiken, te proeven en te voelen. Dat kan er voor zorgen dat de kunst je meer raakt en dat je heel veel gaat associëren. Kunst wordt zo een beleving waar je middenin staat. De Nederlandse kunstenaar Job Koelewijn prikkelt met zijn werk de zintuigen Zo bouwde hij een heel museum in Rotterdam om tot één groot zintuigendoolhof. Als toeschouwer mocht je aan zijn werk ruiken of kun je het geluid laten maken. In een ruimte was de vloer bedekt met ongekookte spaghetti, waar je overheen moest lopen. Je voelde de spaghetti onder je voeten breken en het maakte een knisperend geluid. Op de foto’s zie je nog 2 ruimtes van de expositie van Job Koelewijn, waar je vooral je neus moest gebruiken. Op het eerste gezicht is dit niet zo’n heel bijzondere muur. Maar als je weet dat het helemaal is gemaakt van Zwitsal-‐poeder dan kun je je voorstellen dat het een hele beleving was om door dit kunstwerk heen te lopen! Een hele sterke geur die veel mensen associëren met baby’s. Niemand zal door deze ruimte gelopen hebben, zonder aan baby’s te denken. In een andere ruimte waren de muren helemaal bedekt met bouillonblokjes (van die blokjes om soep mee te maken). Als je héél goed naar de foto kijkt, zie je dat de bouillonblokjes zijn ingepakt in papiertjes met tekst er op. Dat was natuurlijk heel veel werk om te maken. Job Koelewijn vroeg voor dit kunstwerk daarom hulp aan een hele school! Iedere leerling pakte één bouillonblokje in met een papiertje met een gedichtje er op. Doordat mensen nieuwsgierig waren naar de teksten, bleven ze heel lang in die ruimte, met hun neus bovenop de bouillonblokjes. Broken white (gebroken wit), 1998 / Zonder titel, 1996
5
Het volgende kunstwerk is speciaal voor je oren gemaakt. Het staat in Zadar, een stad in Kroatië.
morske orgulje (zeeorgel) -‐2005 Je ziet een trap waar je op kunt zitten en over de zee kan uitkijken. Zodra er golven onder de trap door rollen, klinkt er prachtige muziek! De trap is een waterorgel. De golven duwen lucht door buizen, die eigenlijk werken als een fluit. Het geluid verandert als er meer golven zijn. Kunstenaar Nikola Bašić laat de toeschouwer met zijn kunstwerk extra genieten van de zee. Het is zo gemaakt dat het bij de stad hoort. Veel mensen zitten uren op de treden, lekker buiten met hun voeten in het water te luisteren naar de bijzondere muziek die de zee maakt. (nieuwsgierig naar de muziek van het waterorgel? Typ “Zadar water organ” in bij YouTube en kijk, luister en geniet!) Het volgende werk staat juist binnen in een museum en is speciaal voor deze tentoonstelling gemaakt.
Leviathan (zeewezen), 2011 Kunstenaar Anish Kapoor maakte dit werk midden in een grote ruimte in Parijs: Le Grand Palais (het grote paleis). Het heeft daar anderhalve maand gestaan en er zijn heel erg veel mensen naar komen kijken. Je ziet dat de 3 gigantische paarse bollen de hele ruimte opvullen, zelfs tot aan het plafond! Aan de mensen die er omheen staan zie je hoe ontzettend groot het kunstwerk is. Hoe groot het is valt extra op omdat het bijna té groot is voor het gebouw. Als het buiten zou staan, zou het misschien niet zo opvallen dat het zo gigantisch is.
6
De bezoekers mogen het kunstwerk aanraken. Het paarse rubber werkt een beetje als een spiegel. Het voelt glad en koel, en het veert een beetje mee als je er in duwt. Als je je oor tegen de paarse bol aanlegt dan hoor je geluiden...
Het bijzondere van dit kunstwerk is dat je er ook ín kunt. Door twee zware klapdeuren kom je in een grote ruimte.
Eerst lijkt het helemaal donker, maar als je ogen daaraan gewend zijn zie je holle muren die rood lijken te gloeien. Je bent in een van de paarse bollen, die je net van de buitenkant hebt aangeraakt. Het licht van buiten schijnt door het paarse rubber naar binnen, waardoor alles een rode gloed heeft. Mensen klappen in hun handen en roepen soms iets, om te horen hoe dat klinkt in deze ruimte. Het klinkt dof en heeft een echo, die je net hoorde, toen je buiten je oor tegen de bol legde. Het ruikt sterk naar rubber, het materiaal waar het van is gemaakt. Dit kunstwerk van Anish Kapoor heeft de titel: “Leviathan” – wat zeewezen betekent. Dat komt uit een verhaal uit de Bijbel. Het is de naam van een groot monster dat de poort naar de hel bewaakt. Als je dat weet is wel heel spannend om door de ruimte te lopen! Dat zorgt ervoor dat je het gevoel krijgt dat je in de buik van een gigantisch levend wezen zit. Bij dit gigantische kunstwerk worden je ogen, oren en neus geprikkeld, waardoor je het gevoel het dat je in een andere wereld bent. Je vergeet alles om je heen en kunt niet geloven wat je ziet, hoort en ruikt. Maar toch is het juist heel erg echt, je staat er middenin!
7
2: VERWONDERING Stel je voor: je loopt op een mooie dag over straat, de lucht is blauw en het is lekker warm. Je denkt eigenlijk nergens aan en voelt je gewoon goed. Dan hoor je opeens een gezoem vlak bij je oor. Je kijkt, en ziet dat er een lieveheersbeestje op je schouder is geland. Je laat het beestje op je vinger kruipen en bekijkt het van heel dichtbij. Het verbaast je dat het zo steil omhoog kan lopen. Als het bij het topje van je vinger is aangekomen, spreidt het zijn vleugeltjes en vliegt het op. Je hebt natuurlijk al heel vaak een lieveheersbeestje gezien, maar vandaag valt het je op. Zelfs zo dat je er nog een tijdje over na blijft denken. Wat een mooi beestje eigenlijk. En bijzonder dat het kan vliegen, met opvouwbare vleugeltjes onder zijn schild. Hoe kan zo’n klein beestje zichzelf de lucht in krijgen? En hoe landt het weer? Ineens moet je een beetje lachen, want je ziet voor je hoe een lieveheersbeestje er uit zou zien als het drie meter groot zou zijn... Je kent dit gevoel vast wel. Opeens valt iets je op wat je eigenlijk al heel lang kent. Maar het lijkt alsof je het voor het eerst ziet. Je verbaast je erover en wil er veel meer van weten. Het zet je fantasie in werking, je denkt veel verder dan wat je in het echt hebt gezien. Dat verbaasde gevoel kun je verwondering noemen. Hierin zit het woord “wonder” verstopt. En zo kan het ook voelen: dat je dát nooit eerder hebt gezien! Wat een wonder dat het bestaat. Kunstenaars zijn meesters in het verwonderen. Ze kijken heel goed naar de wereld, stellen overal vragen bij en associëren en fantaseren er op los. Bij veel mensen blijft de verwondering in hun hoofd, maar het bijzondere van kunstenaars is nu juist dat zij er vorm aan geven. Met materialen en gereedschappen maken ze een kunstwerk, waarmee ze de toeschouwer meenemen in hun verwondering. Zij beelden hun dromen en fantasieën uit en kunnen de toeschouwers ervan mee laten genieten. Kijk eens naar het werk van de Belgische kunstenaar Panamarenko. Je fantasie staat meteen op hol! In zijn prachtige tentoonstellingen lijkt het alsof je in een droomwereld rondloopt. Panamarenko verwondert zich al vanaf dat hij jong was, over vliegen en alles wat daarmee te maken heeft. Vogels, insecten, vliegtuigen, vleugels, zwaartekracht en ga zo maar door. Misschien heeft hij zich toen hij klein was ook wel eens verwonderd over een lieveheersbeestje dat van zijn vinger vloog... Als kunstenaar gebruikt hij zijn verwondering om kunstwerken te maken. Hij onderzoekt het vliegen door eigen machines te maken. Zijn kunstwerken lijken allemaal op te kunnen stijgen. Maar geen enkele kan dat echt! Dat hoeft van Panamarenko ook niet: “Het zijn geen vliegtuigen, het vliegt toch niet... Het gaat om de natuurlijke krachten die ge wilt ontdekken en uiteindelijk om de schoonheid van de vorm. Als het nu echt was om te vliegen, dan zit ge toch geen 20 jaar aan zo’n vleugelrugzakje te prutsen, dan kunt ge toch gewoon een vliegticket kopen..” De machines die Panamarenko maakt zijn adembenemend om te zien en nemen je mee in de droom die hij als kind al had. Ze staan in een museum, want echt vliegen zullen ze dus nooit. Je kunt in zo’n tentoonstelling als toeschouwer van dichtbij kijken hoe het allemaal in elkaar zit, en fantaseren over hoe het zou voelen om met grote vleugels door de lucht te zweven...
8
Raven's Variable Matrix (de omgeving van de raaf), 2000
Waar denk je dat Panamarenko zich voor deze vliegmachine over heeft verwonderd? Insecten? Vogels? Vliegtuigen? En bij dit kunstwerk?
Rug Umbilly, 1984
Een kunstenaar die ook kunst maakt over vliegen is Joost Conijn. Je hebt net gelezen dat Panamarenko het niet nodig vindt dat zijn machines echt kunnen opstijgen, maar Joost Conijn wil dat juist wel. Hij heeft helemaal zelf een echt werkend vliegtuig gebouwd! Daarvoor gebruikte hij hout, ijzer, oranje afdekzeil, de motor van een auto en een propeller. Tijdens het bouwen dachten veel mensen dat het hem nooit zou lukken om er mee te kunnen vliegen. Maar Joost Conijn was eigenwijs en na heel veel uitproberen en sleutelen is het hem gelukt, hij kon met zijn vliegtuig écht de lucht in. Hij is er zelfs helemaal mee naar Afrika gevlogen!
Beeld uit de film over het vliegtuig. Joost Conijn antwoord op de vraag waarom hij het vliegtuig bouwt: “nou ja, waarom niet? In mijn ogen kan iedereen een vliegtuig bouwen” (vliegtuig, 2010)
Hij zegt over zichzelf:
9
“Ik ben een kunstenaar, en ik heb vaak ideeën waarvan mensen zeggen: dat kan helemaal niet! Dat is onmogelijk! Maar daar trek ik me niet zoveel van aan. Ik doe het gewoon. Ik denk dat maar weinig mensen écht doen wat ze willen”. Joost Conijn maakt meer dan alleen vliegtuigen. Ook auto’s, fietsen en motoren. Hij verwondert zich over hoe mensen zich voortbewegen met behulp van voertuigen. Met zijn auto’s, vliegtuigen en motoren reist hij over de hele wereld. Hij valt natuurlijk wel op met zulke prachtige zelfgemaakte voertuigen. Mensen in de landen waar hij reist komen graag een praatje met hem maken, en zijn nieuwsgierig naar hoe zijn voertuig werkt. Er gaat een hele aflevering van het Klokhuis over Joost Conijn! Zoek maar eens op Google op “Klokhuis Joost Conijn”. Daar vertelt hij meer over zijn bijzondere voertuigen en zijn avonturen op reis. Bijvoorbeeld dat hij in Afrika een keer in de gevangenis heeft gezeten... Panamarenko en Joost Conijn verwonderen zich over vliegen, zwaartekracht, bewegen (en Joost Conijn ook over andere culturen en contact maken met mensen). Ze laten met hun kunstwerken de toeschouwer met nieuwe ogen om zich heen kijken en maken ze nieuwsgierig. En jij, waar verwonder jij je over, wat zou jij verder willen onderzoeken?
10
3: HERKENNING Soms kan kunst je ontzettend raken omdat je er iets in herkent uit je eigen leven. Kunstenaars die het dagelijks leven in hun kunst verwerken laten je over hun schouder met zich meekijken in hun eigen leven. Ze delen herinneringen, angsten, verwondering met je. Ze laten je verwonderd kijken naar je eigen leven door dat van hun te laten zien. Wat je op de foto ziet herken je natuurlijk meteen: een heel gewoon woonhuis. Het bijzondere is dat het midden in een museum staat! Een echt woonhuis op ware grootte! Kijk maar eens naar de omgeving. Je ziet geen tuin of lucht, maar hoge muren waar het huis precies onder past. De Engelse kunstenaar Michael Landy heeft het huis van zijn ouders nagebouwd. Dit is het huis waar hij als kind woonde. Elke dakpan, elk scheurtje in de muur heeft hij precies nagemaakt. Alles heeft voor hem een herinnering. Omdat je dit gewone huis in een museum ziet, zullen je als toeschouwer die kleine details je ook opvallen. Je kijkt er met andere ogen naar, je ziet het huis als een kunstwerk. Je kunt bij dit werk heel goed associëren: Zou Michel Landy fijne herinneringen hebben aan het huis? Hoe zou een dag in dit huis er uit zien, hoe ziet het dagelijks leven van de ouders van Michael Landy er uit? In wat voor straat zou het staan? Hoe zou mijn eigen huis er uit zien in een museum? Welke kleine details zouden mensen dan zien? Semi-‐Detached (twee-‐onder-‐1-‐kap woning), 2004 Michael Landy heeft het dagelijks leven letterlijk nagemaakt in het museum. Een andere manier om een kijkje in je leven te geven is door te filmen wat je meemaakt. Als een kunstenaar zo’n film dan tentoonstelt in een museum, dan ben je er als toeschouwer toch een beetje bij. Daardoor komt de kunst erg dichtbij jouw eigen leven, en kan het je raken. Kunstenaar Francis Alÿs komt eigenlijk uit België maar woont al jaren in Mexico. Hij maakt wandelingen om de buurt te verkennen en het land te leren kennen. Hij verzamelt dingen die hij vindt, en maakt contact met mensen op straat door dingen te doen die zij niet verwachten. Zo maakte hij bijvoorbeeld een wandeling met een wollen trui aan, die bij elke stap verder uitrafelde... Want de draad zat vast aan een tak in een park, waar Francis zijn wandeling was begonnen. Wat hij meemaakt tijdens zijn wandelingen filmt hij. Hij vertelt met zijn films verhalen, die mensen aan elkaar kunnen doorvertellen. “Heb je al gehoord van die man die met zijn wollen trui achter een tak bleef hangen? De draad liep door de hele stad! En hij had het niet eens in de gaten!” Zo worden de kunstwerken van Francis Alÿs legendes die blijven leven in de stad. Fairytales (sprookjes) , 2008
11
Vaak laat hij zijn wandelingen niet filmen door iemand anders, maar neemt hij zelf de camera mee op zijn schouder. Zo lijkt het net alsof jíj, de toeschouwer, door de ogen van Francis Alÿs kijkt. Soms zijn de films van Francis Alÿs daardoor ontzettend spannend om naar te kijken, of zelfs eng. Zo filmde hij een wandeling in een arme buurt in Mexico. Als hij door een straat loopt wordt hij tegengehouden door honden, die heel hard blaffen en grommen. Je ziet hun tanden en ze happen naar de camera... Francis Alÿs is een indringer vinden de honden, hij mag er niet langs! Doordat de boze honden gefilmd zijn vanaf de schouder van Francis, voelt het alsof je er als toeschouwer zelf bij bent. Als je het filmpje ziet lijkt het net of de honden tegen jóu blaffen, alsof ze je willen bijten! Je deinst achteruit en wil het geluid niet horen. Maar toch blijf je kijken, omdat het zo dichtbij komt. Bij dit kunstwerk is het heel belangrijk waar je het ziet. Als je het filmpje gewoon thuis op je computer kijkt, is alles vertrouwd en maakt het misschien niet zo’n indruk op je. In een zaal in een museum is het minder bekend voor je, en kan het je daarom veel eerder raken. Het filmpje staat op Youtube (zoek op “Francis Alys el Gringo”) dus je kunt het wel thuis kijken. Doe dan een koptelefoon op en speel het af op groot scherm, want dan komt het toch nog wel heel dichtbij...
El Gringo (de vreemdeling), 2003
12
4: CONFRONTEREN Er zijn kunstenaars die willen dat de toeschouwer gaat nadenken over de wereld van nu. Zij zijn het vaak niet eens met wat mensen tegenwoordig doen of wat ze gewoon vinden. De kunstenaars vinden dat ze daar niet genoeg over nadenken. Of dat mensen meer een eigen mening moeten vormen. Bijvoorbeeld Erwin Wurm. Hij vindt dat mensen veel te veel kopen en dat iedereen hebberig is tegenwoordig. En lui! Mensen zouden eens wat vaker de fiets moeten pakken, in plaats van overal maar de auto voor gebruiken. Daarvan worden de mensen veel te dik, net als deze auto van Erwin Wurm. Hij wil dat mensen zich daar bewust van worden en er over na gaan denken: “wat vind ik daar eigenlijk van?” Misschien verandert de toeschouwer door na te denken over dit werk uiteindelijk zijn gedrag dan wel.
Fat convertible (dikke cabrio) -‐ 2005 Om de vreemde auto’s van Erwin Wurm kun je misschien wel lachen. Maar het is ook iets om over na te denken. Deze kunst is niet alleen om van te genieten, de kunstenaar wil je ook iets leren! Het is soms best wennen om als toeschouwer zo aan het denken gezet te worden. En daar kun je erg van schrikken. Of je wordt kwaad. De kunstenaar laat iets zien wat je eigenlijk niet wíl zien. Maar het is wel de waarheid. Dit noemen we confronteren. De kunstenaar confronteert de toeschouwers met hoe zij denken of zich gedragen. Het praten over wat er anders moet, werkt minder sterk dan er een kunstwerk over te maken. Mensen horen zoveel meningen van anderen, dat het niet zoveel indruk meer maakt. Een confronterend kunstwerk raakt de toeschouwer zo, dat die wel een reactie moét geven. Kijk maar eens wat er met jou gebeurt als je het werk van kunstenares Tinkebell ziet... Tinkebell is een Nederlandse kunstenares die eigenlijk Katinka Simonse heet. Ze draagt altijd alleen maar roze kleren. Tinkebell gedraagt zich als een keurig, schattig meisje maar ze maakt behoorlijk confronterende dingen. Het konijn op de foto is niet zomaar een konijn. Het heeft namelijk een aan-‐ en uitknop. De oogjes zijn eigenlijk kraaltjes en in het lijfje zit een machientje waarmee het konijn zijn pootjes kan bewegen en vrolijk door de tuin kan hupsen. De bek gaat op en neer, en af en toe laat het een grappig piepgeluid horen. Misschien geloof je het niet, maar dit was ooit een echt, levend konijn... Tinkebell heeft het omgebouwd tot speelgoed! (The brown striped rabbit (het bruin gestreepte konijn – jaartal onbekend)
13
Tinkebell vindt dat mensen dieren niet goed behandelen. Mensen kopen een huisdier om te hebben, en soms verwaarlozen ze het als het nieuwe er vanaf is. Of het wordt als speelgoed gebruikt. Het zijn levende dieren, die kun je niet als knuffel gebruiken vindt Tinkebell. Om haar toeschouwers daarover na te laten denken, bouwt ze dode dieren om tot speelgoed. Ze gebruikt de vacht en combineert die met onderdelen van plastic speelgoed. Kijk maar eens (als je durft) naar het kinderprogramma “SchepperdeSchep”, waarin ze een caviavachtje gebruikt om een speelgoedcavia op wieltjes te maken... (zoek op YouTube op “Tinkebell schepperdeschep”) Sommige toeschouwers worden van deze kunstwerken zó boos, dat ze Tinkebell kwade mailtjes sturen. Als je zulke confronterende kunstwerken maakt kun je verwachten dat mensen ook heftig reageren op wat je doet. En eigenlijk is dat ook de bedoeling. Als je kwaad bent of geschrokken, raakt het kunstwerk je toch heel erg. Je blijft er over nadenken en praat er met anderen over. En dat is precies wat Tinkebell, en alle andere confronterende kunstenaars willen.
14
5. MEEDOEN IN DE KUNST Je gaat naar een museum om kunst te kijken of te beleven. Meestal zie je kunstwerken aan de muur of op een sokkel, die je van een afstandje kunt bekijken. Maar er zijn ook kunstenaars die zichzelf tentoonstellen. We noemen dat performance-‐kunst. Performance is Engels voor optreden. Performancekunstenaars maken geen hele voorstellingen, maar doen iets en doen dat vaak steeds weer opnieuw. Een performance kan je raken omdat je de kunstenaar van heel dichtbij meemaakt. Het is heel bijzonder om zo lang als je wil een echt mens te mogen bekijken als kunstwerk. Soms is een performance heel confronterend, omdat de kunstenaar dan iets doet wat je zelf nooit zou doen of durven. Door het van zo dichtbij te zien kun je je toch heel goed indenken hoe het zou zijn. Marina Abramovic is een kunstenares uit Joegoslavië die heel beroemd is geworden met haar performances. Zij gebruikt zichzelf als kunstwerk. Ze doet vaak dingen waar je de bibbers van krijgt. Bijvoorbeeld op een tafeltje liggen met 6 brandende kaarsen onder haar! Als toeschouwer kun je je heel goed inbeelden hoe dat moet voelen... Maar Marina is tijdens zo’n performance zó geconcentreerd, dat ze het aankan. Ze wil hiermee laten zien dat gedachten heel sterk kunnen zijn, zelfs sterker dan het lichaam.
the conditioning (het aanleren)-‐ 2005 Bij veel performances kun je alleen maar kijken, zoals naar Marina die op het tafeltje ligt. Maar soms wil een kunstenaar ook dat jij als toeschouwer meedoet. Eigenlijk krijg je een rol in het kunstwerk. Je doet eraan mee en zo stel je jezelf een beetje tentoon. Andere toeschouwers kijken dan ook naar jou. Dat is natuurlijk hartstikke spannend! Maar je vergeet het daarna nooit meer. Marina Abramovic doet ook performances waarbij de toeschouwer mee kan doen. Gelukkig is het dan niet met brandende kaarsen! Maar ze wil haar toeschouwers wel een zelfde soort concentratie laten ervaren. Dat doet ze door oogcontact met de bezoekers te maken. Bijvoorbeeld bij deze performance, die “the artist is present” heet, wat “de kunstenares is aanwezig” betekent.
the artist is present (de kunstenares is aanwezig) – 2010
15
Op een podium in een groot museum in New York (MoMA) stonden een tafel en twee stoelen. Marina zat op een van de twee stoelen. Bezoekers werden uitgenodigd om tegenover haar te gaan zitten. Zij mochten zo lang als ze wilden daar blijven. Marina zat heel stil en liet helemaal geen uitdrukking zien in haar gezicht. Ze was in diepe concentratie. Ze slikte niet, ze knipperde niet met haar ogen, je kon zelfs niet zien dat ze ademde. Alleen als er een nieuwe bezoeker tegenover haar plaatsnam, deed ze haar ogen even dicht, zuchtte ze diep en wreef ze over ze haar slapen. Dan kon ze weer opnieuw zo’n tijd zo geconcentreerd zitten. De meeste bezoekers gingen stil tegenover Marina zitten. Maar er waren er ook die haar uit haar concentratie probeerden te halen, door tegen haar te praten of gekke bekken te trekken. Maar Marina bleef gewoon zo zitten. Achteraf waren de bezoekers die tegenover haar gezeten hadden heel erg geraakt. Dat kan je zien op de volgende foto’s, die een fotograaf van hen gemaakt heeft toen ze tegenover Marina zaten. Als je naar deze foto’s kijkt, kan jij dan zien hoe deze mensen zich voelden?
Toeschouwers die meedoen met de performance van Marina Abramovic, fotograaf: Marco Anelli
Soms kun je als toeschouwer ook helemaal je eigen gang gaan in een kunstwerk. Dan is de kunstenaar er zelf niet bij, maar heb je als toeschouwer wel een eigen rol. Eigenlijk voer jij een performance uit, waar andere toeschouwers naar kunnen kijken! Zonder dat jij iets in het werk zou doen, zou het kunstwerk niet af zijn. Moet je eens voorstellen: je komt in een museum. Al bij de ingang hoor je mensen praten, lachen en joelen. Je gaat snel kijken en ziet vanaf het plafond tot de vloer twee lange, ijzeren buizen die met heel veel spannende bochten om elkaar heen draaien... Er staat twee metershoge glijbanen in het museum! Mensen roetsjen er doorheen. De ijzeren buizen zijn van boven doorzichtig, zodat andere mensen goed kunnen meekijken als je door de glijbanen naar beneden glijdt. Er staat een lange rij, want iedereen wil het museum wel eens op deze bijzondere manier beleven. En het zal voor veel volwassen bezoekers héél lang geleden zijn dat ze van een glijbaan zijn geweest... Een plek waar je vaak stil moet zijn en nergens aan mag zitten, is nu opeens een plek om te lachen en te spelen! De Duitse kunstenaar Carsten Höller heeft een speeltuin van het museum gemaakt. Een speeltuin waar volwassen mensen ook weer mogen spelen. Hij zegt
16
er zelf over: “een glijbaan zelf, als ding, is niet zo spannend. Het is wat het is. Maar op het moment dat je er in gaat en met een vaart naar beneden glijdt, moet je alle controle loslaten. Je laat het gebeuren en dat is heel spannend. Mensen zouden op andere momenten ook de controle moeten durven loslaten, dan wordt het leven een stuk spannender!” Het kunstwerk van Carsten Höller prikkelt ook je zintuigen, net als de werken in hoofdstuk 1. Het licht flitst om je heen, je voelt de snelheid, ruikt het ijzer en maakt geluid als je naar beneden glijdt. Het verschil is dat je bij de glijbanen zelf echt iets moet doen om het te ervaren. De bezoekers zijn bij dit werk heel belangrijk, want een lege glijbaan in een museum waar je niet aan mag komen is minder bijzonder (en ook veel minder leuk!) dan wanneer er mensen vanaf roetsjen! Het meehelpen bij het maken van een kunstwerk, lijkt je dat wat? Kunstenaar Robbie Cornelissen liet in een museum zijn toeschouwers en studenten aan de kunstacademie meetekenenen aan een van zijn tekeningen! Hij gaf zijn ze een potlood en liet ze een lange streep trekken op een vel papier van wel 17 meter lang... De toeschouwers en studenten moesten zich erg concentreren, want je mocht geen liniaal gebruiken en de lijn was heel lang en moest heel recht zijn.
Little boy pissing at the universe X (jongetje pist richting universum X), 2011
Het idee voor deze grote tekening heeft de kunstenaar Robbie Cornelissen bedacht. Maar eigenlijk hebben de toeschouwers het werk gemaakt, en zo zijn tentoonstelling er mee vorm gegeven. Na 3 weken tekenen was het werk af. Wel honderden mensen hadden er aan meegewerkt. Je kon zien dat de meeste strepen in het midden van het papier gezet waren, want daar was het donkerder dan aan
17
de bovenkant en onderkant. Niemand kan in het kunstwerk natuurlijk nog zijn eigen streep terugvinden, maar bijzonder is het wel! Je kunt dan toch maar mooi zeggen: er hangt een tekening die ik heb gemaakt in het museum...! Op YouTube vind je een filmpje waar je kunt zien hoe de mensen er aan werken, en hoe het werk groeit in 3 weken. Je moet zoeken op “Robbie Cornelissen time lapse”.
18
SLOT
In dit boekje heb je gelezen over verschillende manieren om hedendaagse kunst te ervaren. Zo las je in hoofdstuk 1 over hoe belangrijk je zintuigen zijn om alles (en dus ook kunst!) om je heen goed in je op te nemen. Je leerde hoe je je door kunst kan verwonderen, waardoor je jezelf kan gaan afvragen hoe en waarom iets werkt. In het hoofdstuk over herkenning las je hoe kunst je opnieuw kan laten kijken naar dingen die je allang weet en kent. En daarna over hoe confronterende kunst je kwaad, verdrietig of angstig kan maken, maar je er wel iets van kunt leren. In het laatste hoofdstuk zag je hoe je hedendaagse kunstenaars soms kunt helpen met het maken van hun kunstwerken. Nu je al die hoofdstukken hebt gelezen, weet je het: hedendaagse kunst is kicken! Er is ontzettend veel te zien en te beleven. Je moet alleen wel weten hoe je er naar kunt kijken, en wat de kunstenaar ermee bedoeld kan hebben. Dan kun je bedenken wat jouw mening is over het werk. Dit boekje is er om je daar een beetje bij te helpen. De volgende keer dat je een kunstwerk ziet, kun je er heel anders naar kijken en over denken. Want je weet er nu best veel over! Hopelijk ben je door het lezen van dit boekje lekker nieuwsgierig geworden, en sta je te popelen om hedendaagse kunstwerken in het echt te gaan bewonderen! Als je meer wilt lezen, doen of weten, zijn hier een paar tips! De tijdschriften of boeken die hier genoemd worden kan je kopen, maar ook lenen in de bibliotheek, en misschien heeft jouw school ze ook wel. -‐ Om meer te leren over hoe kunst is geworden zoals het nu is, kun je doorlezen op de volgende bladzijdes. Daar staat in het kort geschreven hoe kunst is veranderd door de eeuwen heen. -‐ Schrijver Ted van Lieshout schreef hele leuke boeken over kunst: de “Papieren museum” -‐ serie. Het zijn niet zomaar boeken, want de kaft is de deur van een museum... Ted van Lieshout leidt je op de bladzijden rond in zijn eigen papieren museum. -‐ Schrijfster Joke van Leeuwen heeft een boekje gemaakt over het kijken naar kunst, en hoe onze ogen ons soms voor de gek houden. De dingen zijn niet altijd wat ze lijken te zijn... “Een halve hond heel denken”, heet het boekje. -‐ Het tijdschrift DADA heeft elke keer een ander thema over de kunst, om je helemaal in te verdiepen -‐ “Samen Kunst Kijken” van Daniëlle Serdijn is een fijn boekje om te lezen als je naar een museum gaat. Er staan ook veel tips in over welke musea leuk zijn om samen met je ouders of je klas te bezoeken. -‐ Bij de krant “het NRC” krijg je elke donderdag een extra krantje met nieuws over kunst. En er is een speciale bladzijde voor kinderen! Het is ook handig om in de gaten te houden wanneer er leuke tentoonstellingen zijn, want er staat een agenda in. -‐ Nederland heeft heel veel mooie musea. Een hele bijzondere is wel Villa Zebra in Rotterdam! Daar zijn namelijk tentoonstelling speciaal voor kinderen tussen de 4 en 12 jaar. Er zijn ook vaak workshops, waar je zelf aan de slag gaat. En ze hebben ook nog eens een hele leuke website! www.villazebra.nl
19
-‐ Hou je zelf ook van kunst maken of van schrijven? Het kindertijdschrift Boekie-‐Boekie is dan wel iets voor jou! Er zijn vaak wedstrijden waar je jouw tekeningen en verhalen kunt insturen. En het is ook gewoon heel leuk om te lezen. Op de website is al heel veel te zien: www.boekie-‐boekie.nl -‐ Het programma “Kunstuur” is elke zaterdag om 17.00 te zien op Nederland 2. Er worden kunstwerken en tentoonstellingen besproken die te zien zijn in de musea van Nederland. Kinderen komen ook aan het woord: in elke aflevering bekijkt een kind een kunstwerk in een museum en vertelt erover. -‐ Op de website www.museum.nl staan alle musea van heel Nederland bij elkaar. Je kunt zoeken op stad, dat is heel handig. En als je op de naam van een museum klikt, kom je uit op de website ervan. Dan weet je meteen wat er in dat museum te zien of te doen is.
20
Tijdbalk van de beeldende kunstgeschiedenis Kunst bestaat al heel lang. Net zo lang als de mens, al sinds 10.000 jaar voor Christus! Dat was natuurlijk een hele andere tijd dan nu. Kunst had toen dus ook een hele andere rol. Het werd met een andere reden gemaakt en op een andere manier getoond aan de toeschouwer. Ben je nieuwsgierig geworden naar hoe kunst is geworden zoals het nu is? Dan kun je hier in het kort lezen hoe het is veranderd door de eeuwen heen. Laten we beginnen bij het begin, het begin van de kunstgeschiedenis. Deze grottekeningen zijn gemaakt rond 10.000 voor Christus! Ze zijn diep in een grot in Frankrijk gevonden. De tekeningen zijn niet voor een publiek gemaakt. De oermens tekende wat hij om zich heen zag en legde zo vast hoe het leven was. Deze oertekeningen zijn de allereerste kunstwerken die er bestaan. Hier begint de geschiedenis van de kunst. (grottekeningen in Lascaux, Frankrijk) Het beeldje op de foto komt uit 5.900 voor Christus. Mensen gebruikten kunst in deze tijd om de goden waarin ze geloofden gunstig te stemmen. Dit beeldje is gemaakt om de goden te vragen om vruchtbaarheid. Kunst was in de ogen van mensen uit deze tijd noodzakelijk om te overleven. Want als ze de Goden niet tevreden hielden, zouden die boos worden en het leven van de mensen moeilijk maken! Elk kunstwerk werd dus met een bepaald doel gemaakt: om te genezen, regen te maken of bescherming te bieden aan een volk. (vruchtbaarheidsbeeldje, Noord-‐Irak) 700 jaar voor Christus bepaalden de Grieken en Romeinen hoe de kunst eruit zag. Deze periode in de kunstgeschiedenis noemen we de “klassieke oudheid”. De Grieken en Romeinen waren meesters in het namaken van de natuur. Ze beeldden perfecte mensen af, zonder pukkeltjes of vetrolletjes. De mensen die ze afbeeldden waren meestal bloot, want dan kun je goed zien hoe mooi het menselijk lichaam is. Kunst werd gebruikt om verhalen te vertellen over de goden en de schoonheid van de natuur te laten zien. (discuswerper, Griekenland) Keizers gaven kunstenaars opdracht om beelden te maken, om te laten zien hoe machtig en perfect ze waren. Hier zie je een borstbeeld van een beroemde Romein, Julius Caesar. Door de kunst weten we nu hoe hij er uit heeft gezien. Of tenminste, ongeveer, want hij is waarschijnlijk iets knapper afgebeeld dan hij echt was. (buste van Julius Caesar, Italië) Na het instorten van het Romeinse rijk beginnen in 500 na Christus de Middeleeuwen. Een periode waarin mensen heel veel met het geloof bezig waren. In Europa werd het Christendom de belangrijkste godsdienst. Mensen geloofden niet meer in meerdere goden, maar in één God. Er werden kerken gebouwd, met godsdienstige afbeeldingen op de muren. Hierop werd het verhaal van Jezus en de heiligen afgebeeld. Dit was handig, want in die tijd kon nog bijna niemand lezen of
21
schrijven. De schilderijen, beelden en glas-‐in-‐loodramen waren eenvoudig, en vertelden vaak een verhaal. Het ging namelijk niet meer om de schoonheid, maar om de strenge boodschap van het geloof. De afgebeelde mensen hadden allemaal netjes hun kleren weer aan. De kunst in de kerk moedigde mensen aan om te bidden en zich net als de heiligen goed te gedragen. De kerk wou zoveel mogelijk mensen bekeren, en kunst was daar een handig middel voor. (Duccio di Buoninsegna, Mastea-‐ 1311) In 1500 begon er weer een nieuwe tijd: De Renaissance. Dat betekent “opnieuw geboren worden”. Als je naar de muurschildering op de foto kijkt, waar doet het je dan aan denken? Precies, de klassieke oudheid! Mensen in de Renaissance verlangden terug naar de natuur en de schoonheid die de Grieken en Romeinen zo mooi konden afbeelden. Kunstenaars in de Renaissance wilden hun kunst zelfs nóg mooier maken dan toen. De (weer blote) modellen werden veel gespierder nagemaakt en alles werd versierd. (Michaelangelo Buonarroti, De schepping van Adam – 1508) Rijken en machthebbers lieten kunstenaars portretten van zichzelf maken waarop ze zo mooi mogelijk werden afgebeeld. Het beeld moest het volk ervan overtuigen dat hun leider gezag had: rijk, machtig en intelligent. Natuurlijk was de werkelijkheid niet altijd zo fraai als de machthebbers wilden laten zien... (Hyancinthe Rigaut, Lodewijk XIV -‐ 1701) Ze pronkten ook graag met hun veldslagen, veroveringen en vooral hun indrukwekkende overwinningen. Maar hoe kun je nieuws laten zien zonder tv-‐journaal? Door een schilderij of beeld te laten maken! Het volk moest hierdoor enthousiast worden over hun heldhaftige leider. Ook als die leider helemaal niet zo heldhaftig was. (Jacques-‐Louis David, Napoleon steekt st. Bernard over – 1801) Tot dit punt in de kunstgeschiedenis is alles nog best overzichtelijk. Kunst had altijd een duidelijk doel: het was om vast te leggen hoe het leven er uit zag, goden te vereren, mensen iets te leren over het Christendom of om machthebbers en rijken op te hemelen. De kunstenaars werkten in opdracht en de toeschouwers leerden hoe zij zich moesten gedragen. Rond 1800 werden er een aantal ontdekkingen gedaan die de wereld veranderden, en de kunst ook. De stoommachine werd uitgevonden. Mensen hoefden niet meer alles met paard en wagen te doen, er was nu ook een stoomtrein! En er kwamen fabrieken met machines, niet alles hoefde meer met de hand gedaan te worden. Kunstenaars legden in hun schilderijen vast hoe ze zich verbaasden over de grote verandering: de industriële revolutie.
22
Niet lang daarna, rond 1840, werd de fotografie uitgevonden. Daarmee konden mensen voor het eerst de werkelijkheid vastleggen, precies zoals het was. Tot dan toe hadden kunstenaars dat altijd geprobeerd met hun schilderijen, tekeningen en beelden. Nu kon een fototoestel dat veel beter, en bovendien veel sneller! Kunstenaars waren niet meer nodig voor portretten en landschappen in opdracht. Maar ze bleven wel kunst maken. (eerste portretfoto, Robert Cornelius – 1838) Kunstenaars hoefden sinds de fotografie de werkelijkheid dus niet meer precies na te maken. Vanaf 1870 gingen steeds meer kunstenaars naar buiten om te schilderen. Daar konden ze heel snel momenten vastleggen, zoals zij het zagen. Dat zie je aan deze schilderijen: ze werden snel gemaakt, met snelle bewegingen van de schilder. Deze kunstenaars noemen we de impressionisten. Een impressie betekent een kort moment, iets wat kort duurt. (Claude Monet, de kathedraal van Rouen, 2 momenten op de dag – 1893) De impressionisten maakten hun kunstwerken omdat ze dat zelf wilden en niet omdat iemand ze daar opdracht toe had gegeven. Het was natuurlijk nog wel de bedoeling dat het werk gezien werd door een publiek, daarom werden er tentoonstellingen gemaakt. Het was voor het eerst dat iedereen die dat wilde de kunst kon zien, en er ook nog een eigen mening over mocht hebben. In 1902 zijn er kunstenaars die de werkelijkheid helemaal niet meer willen namaken, zelfs geen impressie. Het Expressionisme ontstaat. Expressie betekent gevoel laten zien. De expressionisten gebruikten felle kleuren om hun gedachten en emoties vorm te geven. Het schilderij op de afbeelding heet “de schreeuw”. De kunstenaar Edvard Munch wilde geen schilderij maken van een mooi landschap met een brug, maar hij wilde angst en paniek uitbeelden. Alle vormen en kleuren in het schilderij werken daar aan mee. Alsof je het geluid van de schreeuw kan horen. Je zou het er bijna benauwd van krijgen! (Edvard Munch, de Schreeuw -‐1893) Wat een verschil met de kunstwerken van vóór de industriële revolutie! De gevoelens en gedachten van de kunstenaar zijn nu het allerbelangrijkst. Het publiek moest best even wennen aan deze nieuwe kunst. Maar het kan nog veel gekker! In 1917 gebeurde er iets waardoor de hele kunstwereld op z’n kop stond... Kunstenaar Marcel Duchamps zette een wiel op een krukje en zei dat het kunst was, en zette het in een museum. De meeste toeschouwers voelde zich voor de gek gehouden. Is dat nou kunst?! (Marcel Duchamps, fietswiel – 1917) Marcel Duchamps hoorde bij een groep kunstenaars die zich de Dada-‐isten noemde. Zij wilden de wereld wakker schudden: niet zomaar doen wat je gewend bent, alles moet anders! Ze waren tegen alles wat gewoon was en deden de gekste dingen: ze schreven vreemde gedichten met onzin-‐ woorden, maakten collages van afval... En dat stelden ze tentoon in musea. Het klinkt misschien gek maar de Dada-‐beweging is heel belangrijk geweest voor de kunstgeschiedenis. Ze lieten mensen met andere ogen kijken naar de wereld om zich heen en vragen stellen over wat kunst is. Vanaf dat moment kon alles kunst zijn. Dat is leuk, maar ook heel verwarrend. Eerst was het duidelijk wat kunst was: het zat in een lijst of stond op een sokkel. Nu ging het opeens meer om het idee van de kunstenaar dan om het kunstwerk zelf!
23
Nu wordt het moeilijk! Na Dada maakten kunstenaars zo ontzettend veel verschillende soorten kunstwerken. Er is eigenlijk geen duidelijke lijn in te vinden. Er ontstonden nieuwe vormen van kunst, die we niet zo goed kunnen bundelen in een stroming zoals bijvoorbeeld de Renaissance of het Impressionisme. In deze nieuwe tijd zijn er vaak meerdere stromingen tegelijk. En de stromingen duren vaak ook veel korter. Een spannende tijd, voor de kunstenaars en de toeschouwers! Hier een klein overzicht belangrijke stromingen van na Dada, tot nu. “Conceptuele kunst”. Je ziet het goed: hiernaast staat een leeg vel papier. De kunstenaar Robert Rauschenberg heeft een tekening van een andere kunstenaar, Willem de Kooning, uitgegumd! En daarna het papier als eigen kunstwerk tentoongesteld. Conceptuele kunst betekent eigenlijk “ideeënkunst”. De kunstenaars in deze stroming maken alleen schetsen en schrijven hun ideeën op, maar het echt maken vinden ze niet meer nodig. Het gaat om het idee. De toeschouwer kan bij zo’n schets eigen ideeën krijgen. Rauschenberg gumde de tekening uit, omdat hij vond dat meer hebt aan een goed idee dan aan een mooie tekening. (Robert Rauschenberg, erased Willem de Kooning – 1953) “Pop-‐art” betekent populaire kunst. Deze stroming ontstond rond 1960, in de tijd dat iedereen een televisie kon kopen. Op de reclame zagen mensen welke spullen ze allemaal moesten hebben: auto’s, wasmachines, koelkasten, gloeilampen... Allemaal luxeproducten waardoor het leven makkelijker werd. De Pop-‐art kunstenaars vonden dat er bij deze nieuwe, snelle tijd ook een nieuwe kunstvorm hoorde. Zij vonden de kunst in de musea te serieus. Dingen uit de reclame en van televisie konden veel beter kunst zijn! Dat herkenden mensen tenminste en ze hoefden niet zo lang over de diepere betekenis na te denken. In de tijd dat kunstenaar Andy Warhol dit werk maakte, was Marilyn Monroe de meest populaire filmster. Het werk is geen schilderij, maar een zeefdruk; een techniek waarmee je zo veel afdrukken kunt maken als je wilt. Andy Warhol richtte een “fabriek” op, waarin hij anderen zijn werken liet maken. Hij verdiende ontzettend veel geld met zijn kunst en gedroeg zich als een superster. (Andy Warhol, Marilyn Monroe -‐1967) “Performance-‐kunst”, waarbij de kunstenaar geen schilderij of beeld maakt, maar zélf het kunstwerk is. Performance is het Engelse woord voor optreden. Het Engelse tweetal Gilbert&George stelt zichzelf tentoon in musea. In plaats van een beeld van zichzelf te laten maken gaan ze er gewoon zelf staan. Gilbert&George staan heel stil, maar er zijn andere performance-‐kunstenaars die juist heel veel actie in hun optreden hebben. (Gilbert&George, the singing sculpture, 1970) “Land-‐art”, dat is kunst waarbij de kunstenaar iets verandert in de natuur. Takken, stenen, zandkorrels die net even anders neer worden gelegd, waardoor je als toeschouwer opkijkt: wat is hier gebeurd? Op de foto zie je hoe Robert Smithson een vorm maakte die je in het landschap niet verwacht, maar er wel natuurlijk uitziet. (Robert Smithson, spiral jetty – 1970)
24
“Installatie-‐kunst”. In een installatie-‐kunstwerk zul je vaak voorwerpen herkennen, die je zelf ook gebruikt in je dagelijks leven. De kunstenaar heeft ze uitgekozen en bij elkaar neer gezet omdat hij er iets mee wil vertellen. Als toeschouwer kun je dan over de betekenis nadenken. Vaak is het zo dat iedereen er wat anders van vindt, dus er ontstaan ook discussies over een installatie. De installatie op de foto is van Joseph Beuys, een hele beroemde kunstenaar uit Duitsland. Hij pakte een piano in met een dikke lap vilt. Een piano is gemaakt om muziek te maken, maar deze piano kan dat niet meer omdat de lap stof er omheen zit. Veel mensen vergelijken de piano van Beuys met een mens, die kan spreken maar soms het zwijgen opgelegd krijgt. Wat zijn jouw associaties bij het werk? (Joseph Beuys, homogenious infiltration for piano – 1970) “Street-‐art”. Het woord verklapt het al een beetje: kunst op straat. Street-‐Art wordt heel snel gemaakt want het is eigenlijk verboden. Het zijn vaak stoere, felle kunstwerken, denk maar aan graffiti. Street-‐art wordt door heel veel mensen gezien want je hoeft er niet voor naar een museum. Keith Haring maakte dit soort tekeningen in de metro in New York. Heel veel mensen op weg naar hun werk zagen de tekeningen en vonden ze zo leuk, dat de kunst van Keith Haring wereldberoemd is geworden. (Keith Haring, baby over head – 1988) “Videokunst”. In plaats van een foto of schilderij laat de kunstenaar bewegend beeld zien. In een film kun je meer laten zien dan in één schilderij of stilstaand beeld. Het is iets heel anders dan een bioscoopfilm, want bij videokunst is er vaak geen echt verhaal en wordt er niet in gepraat. Het gaat meer om de sfeer of om uit te proberen wat je met film kunt doen. De afbeelding hiernaast moet je eigenlijk bewegend zien, dan pas zie je het spetterende water en de likkende vlammen.(Bill Viola, the crossing – 2007) Hedendaagse kunst Tot op de dag van vandaag gebeurt er ontzettend veel. We kunnen nu nog niet zo goed zeggen wat de allerbelangrijkste kunst van deze tijd is, want dat weet je pas achteraf. Kunstenaars proberen de nieuwste materialen en technieken uit. Deze plastic auto zou in de Renaissance nooit gemaakt kúnnen zijn, omdat er toen nog geen plastic bestond. Kunstenaar Erwin Wurm, die je ook al in hoofdstuk 4 over confronterende kunst hebt gezien, geeft met dit werk kritiek op de wereld van nu. Weet jij nog waar hij de toeschouwer met deze dikke auto over na wil laten denken? (Erwin Wurm,Fat convertible -‐ 2005)
25
WOORDENLIJST Hedendaagse kunst is de kunst van nu. Hedendaags is een moeilijk woord voor vandaag. De kunst van vandaag de dag dus. Beeldende kunst is de kunst die met materiaal is gemaakt door een beeldende kunstenaar. Kunst is een verzamelnaam voor alle kunsten die er zijn: dans, toneel, muziek, poëzie en dus ook de beeldende kunst. Dit boekje gaat alleen over de beeldende kunst. Toeschouwer is iemand die kijkt naar kunst. Als jij naar het museum gaat, ben je ook toeschouwer. Kunst kijken kun je ook kunst beschouwen noemen. Eigenlijk betekent toeschouwer dus toekijker. Verbeeldingskracht is een ander woord voor fantasie. Je bedenkt iets wat er niet is of wat niet kan. Dan verbeeld je je iets. Bij de beeldende kunst heb je verbeeldingskracht nodig om stilstaande kunstwerken in je hoofd te laten leven. Je kunt je vanalles inbeelden of voorstellen in je hoofd, bij het zien van kunst. Het leuke is dat kunstenaars ook veel fantaseren. En wat een kunstenaar zich voorstelt, kan hij maken met materiaal. De Duitse kunstenaar Joseph Beuys vertelde daar heel mooi over: “Ideeën zijn onzichtbare kunstwerken. Maar ze zijn toch ook heel echt. Als je je iets voorstelt, dan heeft dat een vorm. Je kunt je een driehoek voorstellen, die driehoek is er bijvoorbeeld helemaal niet, hij bestaat alleen maar in de voorstelling die je er van hebt. (...) Alle voorstellingen, gedachten en ideeën, ook dromen, zijn onzichtbare schilderijen en onzichtbare beelden. Dat betekent dat ze voor jullie zichtbaar zijn, maar niet in een vaste vorm. Dat is een voorstelling. Wat iemand zich voorstelt, is voor anderen dus in eerste instantie niet zichtbaar. Je kan echter over je eigen ideeën vertellen, ze opschrijven of schilderen”. Associaties zijn alle gedachten, herinneringen, ideeën en verbeeldingen die je in je hoofd krijgt als je een kunstwerk bekijkt. Bijvoorbeeld: bij het zien van een schilderij met een kat, denk je meteen aan je eigen kat. En aan zijn etensbakje, halsbandje, hoe hij miauwt, hoe hij voelt als je hem aait. Je herinnert je de dag dat je hem kreeg. Maar misschien denk je tegelijkertijd ook aan reclame op tv met katten, of aan een ander kunstwerk waar ook een kat op staat, of... Nou ja, ga zo maar door. Allemaal associaties bij dat ene woord. Je onthoudt alles, dus je hebt steeds meer associaties. Zo kun je nieuwe beelden die je ziet steeds sneller een plekje geven in je hoofd. En omdat iedereen andere associaties heeft, kan het zomaar zijn dat je zo op nieuwe, eigen ideeën komt.
26
BRONNEN Boeken Antoine-‐Andersen, Veronique “Kunst om de wereld te begrijpen” Biblion Uitgeverij, Leidschendam 2003 90 5483 569 9 van Beemen, Liesbeth “Ontwikkelingspsychologie” Noordhoff uitgevers 2006 9001774369 Berghuis, Annemieke “Over de receptie van kust” ABV Scriptieprijs 2011 Fontys Hogescholen 978-‐90-‐79941-‐07-‐0 Conijn, Joost “IJzer en Video” Valiz, Amsterdam 2007 90 78088 04 4 Dada # 54 “Alles is Dada” Plint, Eindhoven 2006 90 5930 196 X den Hertog Jager, Hans “Verf – hedendaagse schilders over hun werk” Athanemeum – Polak & van Gennep, Amsterdam 2004 90 253 2259 X de Jong, Klaas “Wat een kunst! – 12 toppers uit de moderne kunst” Gottmer, Haarlem 2005 90 257 3279 8 Kunstmuseum Bonn / Museum van Bommel – van Dam, Venlo “Denken, praten, doen! – Joseph Beuys voor kinderen en jongeren” Kerber verslag, Bielefeld (DE) 2003 3-‐936646-‐26-‐0 van Lieshout, Ted “Papieren Museum: Heer beeld, ik wil u niet ontgrieven” Leopold 2002 90 258 3561 9
27
Medina, Cuautumoc “Francis Alÿs” Phaidon press 2007 0714843210 Sardijn, Daniëlle “Samen kunst kijken -‐ achtergrondinformatie, musea en interessante adressen” Het Spectrum, Utrecht 2003 90 274 8974 2 Twaalfhoven, Merlijn “Kunst in de wereld” ArtEZ press, Arnhem 2009 978 90 8910 122 8 de Visser, Ad “De tweede helft” Sun 1998 9061686148 PDF’s van der Kooij, David & van Ophuizen, Mignon “Denk creatief! Creatieve vaardigheden in de onderwijspraktijk” Uitgegeven door: Onderwijs maak je samen 2011 Ossenblok, Iris Masterthesis: “Van toeschouwer tot participant – De relatie tussen Marina Abramovic en haar publiek” Universiteit Utrecht 2011 Quak, Lisette Masterthesis: “De kunstenaar & het arbitraire karakter van betekenis” Universiteit Utrecht 2009 Artikelen Grolleman, Jan Lezing: “over realiteit, onmogelijkheden en het genot van fictie” 4 november 2011 Mieras, Mark “Er gaat niets boven hutten bouwen” Trouw, 4 december 2011 Thoomes, Daan “Kunstfilosofie op de basisschool” Uit tijdschrift: Kunstzone, tijdschrift voor kunst en cultuur in het onderwijs, jaargang 2, #6 2003 Smallenburg, Sandra “Een starende ijskoningin – Retrospectief van Marina Abramovic in het MoMA New York” NRC Cultureel Supplement, 2 april 2010
28
Wins, Karen essay “Connectedness als aspect van kunstbeschouwing” 1988 websites www.alicebrasser.com www.anishkapoor.com www.joostconijn.org www.panamarenko.be www.tinkebell.com de Baaij, Jeroen -‐ Onder de loep: Erased Willem de Kooning http://kunstblik.wordpress.com/2011/07/18/onder-‐de-‐loep-‐erased-‐de-‐kooning/ Borsboom, Ciska -‐ Job Koelewijn: Kunst beleven met al je zintuigen http://www.depaviljoens.nl/page/643/nl Ilnytzky, Ula -‐ Visitors ride Carsten Höllers new museum slide http://www.huffingtonpost.com/2011/10/26/visitors-‐ride-‐carsten-‐hol_n_1033358.html Vorstenbosch, José -‐ Potloodlijn wordt kunstwerk: Robbie Cornelissen in Centraal Museum Utrecht http://www.cbk-‐utrecht.nl/lucy/potloodlijn-‐wordt-‐kunstwerk Video Francis Alÿs Documentaire Point of View interview, el Gringo 2003 Anish Kapoor Documentaireserie The Eye 2005 Michael Landy Documentaireserie The Eye 2005 Chris Ofili Documentaireserie The Eye 2004
29