Hulptransport Irak Capelle/Krimpen aan den IJssel, januari 2015 Inleiding In Irak zijn miljoenen mensen, waaronder tienduizenden christenen, op de vlucht geslagen voor de islamitische terreurbeweging IS. Veel vluchtelingen zoeken hun heil in de Iraakse provincie Koerdistan. Vanwege de grote hoeveelheid vluchtelingen slaagt de regering van Koerdistan er niet in om alle vluchtelingen een veilige en goede verblijfplaats aan te bieden. Ook is er groot gebrek aan voedsel en kleding. Hulp van buitenaf is daarom noodzakelijk.
1. Achtergrondinformatie over de situatie in Irak De situatie Het Midden-Oosten wordt al geruime tijd geteisterd door allerlei volksopstanden. De gevolgen van de daaruit voortvloeiende gewapende conflicten zijn immens. Miljoenen mensen zijn van haard en huis verdreven. Volgens schattingen van de Verenigde Naties zijn er alleen in Irak al zo’n 2,8 miljoen zogenaamde IDP’s (‘internally displaced persons’). Dit zijn Irakezen die binnen eigen landgrenzen op drift zijn. Ze zijn gevlucht voor het geweld en de onderdrukking van de islamitische terreurbeweging IS. Jezidi’s en christenen Zonder hulp van anderen ziet de toekomst van veel vluchtelingen er somber uit. Dat geldt in het bijzonder voor jezidi’s en christenen. Jezidi’s zijn aanhangers van een eeuwenoude, polytheïstische godsdienst. Vanwege hun polytheïstische overtuiging zijn jezidi’s door IS vogelvrij verklaard. Dit betekent concreet dat mannen willekeurig worden vermoord, vrouwen als slaaf worden verkocht of als prostitué dienen voor de strijders van IS. De positie van christenen is iets beter. Dit komt omdat ze ‘mensen van het boek’ (de Bijbel) zijn. Toch is het ook voor christenen onmogelijk om te leven in het door IS uitgeroepen kalifaat. Zij worden onder meer gedwongen zich te bekeren tot de islam. Omdat de voormalige ‘biblebelt’ van Irak (de Vlakte van Ninevé) in handen is van IS, zijn vele tienduizenden christenen gevlucht. Situatie na de vlucht Veel gevluchte christenen en jezidi’s bevinden zich op dit moment in de Iraakse provincie Koerdistan. Deze provincie is deels autonoom en geldt als een veilige haven in het onrustige Irak. Veel jezidi’s zijn gevlucht naar Duhok en omgeving. De stad bezwijkt bijna onder de last van de honderduizenden vluchtelingen. Opvangcentra zitten overvol. Veel jezidi’s verblijven daarom in parkeergarages, schoolgebouwen en op bouwplaatsen. De meeste christenen vluchtten naar Ankawa en omgeving. Ankawa is een christelijke voorstad van Erbil (de hoofdstad van Koerdistan) en telt ongeveer 30.000 inwoners. Ook voor Ankawa geldt dat de maximale opnamecapaciteit van vluchtelingen al lang is bereikt. Lokale kerken schatten dat er ongeveer 70.000 christelijke vluchtelingen in Ankawa verblijven. Op andere locaties in het naburige Erbil zitten nog eens zo’n 100.000 christelijke vluchtelingen. De christenen in Ankawa verblijven bij voorkeur in de buurt van een kerk. De angst voor ‘vreemden’ (lees: moslims) is groot. Op het terrein van veel kerken staan tenten. In bijzalen
wordt gekookt. Anderen wonen in tenten in een park of verblijven in niet-ingerichte, half afgebouwde woningen in nieuwbouwwijken. Deze woningen zijn gehuurd door de kerk. Wat is er nodig? Veel vluchtelingen waren, voordat ze moesten vluchten, redelijk welvarend. Omdat ze bij hun plotselinge vlucht alles moesten achterlaten, zijn ze nu berooid. Een (fors) tegoed op de bank biedt geen soelaas. IS heeft al het roerende en onroerende goed van gevluchte christenen en jezidi’s genationaliseerd. Dit betekent concreet dat de vluchtelingen in principe aan alles behoefte hebben. Hierbij een beknopt overzicht van vijf basisbenodigdheden: Voedsel De regering van Koerdistan zet sterk in op een goede voedselvoorziening. Voor de meeste vluchtelingen is een bescheiden hoeveelheid voedsel beschikbaar (vaak één maaltijd per dag). De situatie kan echter absoluut beter. Voedsel kan het eenvoudigst en het goedkoopste lokaal worden gekocht. Kleding Veel christenen zijn gevlucht in de eerste week van augustus. Zij hebben hun huis veelal hals over kop verlaten (soms midden in de nacht). De kleren die ze droegen en de auto waarmee ze vluchtten, zijn niet zelden het enige wat ze meebrachten naar Ankawa. Een groot probleem is op dit moment het gebrek aan winterkleding. Omdat het in Koerdistan ’s winters koud wordt, zeker voor oosterse begrippen (soms is er zelfs sprake van een dik pak sneeuw), is winterkleding onontbeerlijk. Dat geldt in het bijzonder voor vluchtelingen die verblijven in tenten zonder verwarming of op bouwlocaties (bijv. huizen in aanbouw, zonder ramen en deuren). Het uitdelen van winterkleding is op dit moment van groot belang. Huisvesting Veel vluchtelingen verblijven in volstrekt ongeschikte onderkomens. Omdat de vluchtelingenstromen groot zijn, is het onmogelijk om alle vluchtelingen een geschikte woning aan te bieden. Tienduizenden ontheemden verblijven daarom in tenten. Met de winter op komst is dat niet aanlokkelijk en onwenselijk. Door de regenval van de afgelopen weken zijn veel tentenkampen inmiddels veranderd in een modderpoel. De situatie in de overvolle kerken, parken, sporthallen, schoolgebouwen en tentenkampen is triest. Een van de grote problemen is het gebrek aan privacy en rust. Soms verblijft men met honderden mensen in één hal of schoolgebouw. In het beste geval zijn er ‘woonkamers’ gecreëerd met behulp van fragiele houten wanden. Plafonds ontbreken; geluiden worden nauwelijks gedempt. ’s Nachts houden jonge kinderen elkaar (en alle anderen onder hetzelfde dak) uit hun slaap. Scholing Christelijke gezinnen tellen vaak veel kinderen (dat geldt ook voor de jezidi’s). De kinderen brengen de dag nu vaak doelloos door. Dat is niet alleen schadelijk voor hun ontwikkeling, maar ook intensief voor de ouders. In principe zouden veel kinderen wel naar school mogen (ze zijn immers op de vlucht binnen hun eigen land). Toch gebeurt dat maar mondjesmaat. Dat heeft verschillende redenen: 1. Veel scholen in Koerdistan zijn niet berekend op de ongekend grote vluchtelingenstromen. 2. Veel scholen dienen als opvangcentrum. Er kan dus gewoonweg geen les worden gegeven. 3. De voertaal op de scholen in Koerdistan is Koerds. Veel christelijke en jezidi vluchtelingen spreken Arabisch. Deze taalkloof levert grote problemen op.
Evangelie ‘Last but not least’: er is in Irak grote behoefte aan het Evangelie. Veel Irakezen lijden aan een vorm van ‘geestelijke depressiviteit’ (christenen) of zitten gevangen in een dwaalleer die geestelijke duisternis met zich meebrengt (jezidi’s en moslims). Het brengen van het Woord van God is niet alleen bemoedigend voor christenen, maar biedt ook perspectief voor de jezidi’s en moslims die op de vlucht zijn geslagen. De kansen om in Irak het Evangelie te verkondigen, zijn groot. De teleurstelling in de islam is immens. De ontvankelijkheid voor de christelijke boodschap van geestelijke vrede met God door Christus Jezus is groot. Kerken spelen hierop in door Bijbels en traktaatjes uit te delen onder vluchtelingen. Het hulptransport De nood in Irak is groot. Geen enkele organisatie is in staat om alle nood te ledigen. Zelfs de Verenigde Naties lopen tegen de grenzen van hun kunnen aan. Een aantal Gereformeerde Gemeenten hebben daarom besloten om samen of alleen een vrachtwagen vol (winter)kleding en speelgoed naar Irak te sturen. Het transport wordt geregeld in samenspraak met Irakezen. Lokale kerken in Irak (in onder meer Duhok en Ankawa) nemen de verspreiding van de spullen onder vluchtelingen voor hun rekening. De producten zijn met name bedoeld voor jezidi’s (in Duhok en omgeving) en christenen (in Ankawa en omgeving). Toelichting Waarom (winter)kleding? Hierboven is al geschetst wat er allemaal nodig is in Irak. Aan warme kleding is op dit moment, in verband met het winterweer, de grootste behoefte. Bovendien is het een product dat eenvoudig vanuit Nederland naar Irak is te transporten. Waarom kinderspeelgoed? Onder de vluchtelingen bevinden zich duizenden kinderen. Omdat zij niet naar school kunnen, vervelen zij zich. Het is fantastisch om te zien hoe een pen of kleurboek een grote glimlach tevoorschijn tovert op de gezichten van de kinderen. Is het niet effectiever om producten lokaal in te kopen? Dat geldt wel voor dekens, ‘heaters’ en voedsel. Die producten zijn in Irak ruim voor handen en vaak goedkoper dan in Nederland. Dat geldt echter niet voor kleding. Er is een groot gebrek aan goedkope (tweedehands) kleding. Bovendien is de vraag ongekend hoog. Het massaal transporteren van kleding van Europa naar Irak is dan ook gezien de huidige situatie wenselijk. Hoe wordt de kleding precies naar Irak getransporteerd? Wekelijks vertrekken er vrachtwagens vol hulpgoederen vanuit Nederland naar Irak. Initiatiefnemers van deze transporten zijn veelal (islamitische) Koerden. Een bedrijf in Vijfhuizen (Sardar Express) is gespecialiseerd in dergelijke transporten. De kosten van het transport bedragen ongeveer 6500-7000 euro per vrachtwagen. Als de transportkosten een obstakel vormen is Bijzondere Noden bereid (een deel van) de transportkosten te vergoeden. Waarom richt het voorstel zich primair op christenen en jezidi’s? Deze minderheden worden in veel landen in het Midden-Oosten gediscrimineerd. De aandacht voor christenen in ingegeven door de Bijbelse opdracht om goed te doen aan alle mensen, maar vooral aan geestelijke broeders en zusters.
De hulp aan jezidi’s is ingegeven door het feit dat zij in Irak door moslims (en ook door veel christenen) als het uitschot van de maatschappij worden beschouwd. De situatie waarin veel jezidi’s verkeren is schrijnend. Hoe vindt de distributie van de spullen in Irak plaats? De kleding en het speelgoed worden verspreid via lokale kerken. Kerken bereiken vaak de mensen in de mazen van de samenleving. Het versterkt bovendien bij ontvangers de indruk dat ze een gift van Boven (lees: God) ontvangen. Andere voordelen zijn: 1. Het verlenen van hulp door kerken -een uiting van naastenliefdeverhoogt de ontvankelijkheid van de ontvanger voor het Evangelie. 2. Het verspreiden van hulp via de kerken verhoogt de acceptatiegraad van de kerken in de (islamitische) samenleving. 3. De ondersteuning van lokale kerken is bemoedigend voor de lokale christenen die alles op alles zetten om de vluchtelingen te helpen. Zijn er afspraken gemaakt met de Iraakse kerken en organisaties waarmee wordt samengewerkt? Jazeker. Met de contactpersonen in Irak zijn de volgende voorwaarden overeengekomen: 1. De hulpgoederen zijn bestemd voor de vluchtelingen die ze het hardst nodig hebben. 2. Bij de distributie wordt in principe niet gediscrimineerd op grond van etniciteit, geloof, kerkgenootschap of herkomst. Uiteraard worden de ‘huisgenoten des geloofs’ niet vergeten. 3. De distributie van de hulpgoederen gaat gepaard met de verspreiding van het Evangelie. 4. Waar mogelijk werken Iraakse kerken en organisaties samen bij de verspreiding van de hulpgoederen. Komen de spullen gegarandeerd op de juiste plek aan? Er zijn verschillende maatregelen getroffen om ervoor te zorgen dat de hulpgoederen op de juiste plaats terecht komen: 1. Er zijn uitvoerige referenties nagetrokken van de verschillende Iraakse kerken en contactpersonen. 2. Nederlanders ter plekke, actief voor verschillende hulporganisaties, controleren steekproefsgewijs of de distributie van de hulpgoederen uit Nederland op een eerlijke en efficiënte wijze plaatsvindt. 3. De Iraakse kerken doen aan terugkoppeling na distributie van de hulpgoederen. In het rapport staat onder meer waar, wanneer en aan wie de goederen zijn verspreid. Er wordt ook fotomateriaal bijgevoegd.
Een praktijkvoorbeeld (Kampen)
Ervaring in Kampen
De sorteerruimte. Er werd gewerkt aan lange tafels (planken op staanders)
De gesorteerde hulpgoederen staan te wachten op transport.
In de laatste week van november besloten vrienden van mijn zus een hulptransport te organiseren richting Noord-Irak. Voor de vluchtelingen. Je zou kunnen zeggen dat het op een positieve manier totaal uit de hand liep. Deze week werd alles gesorteerd en omdat er veel meer binnenkwam dan verwacht was, konden ze wel wat hulp gebruiken. Maar ook dat was boven verwachting. Of misschien kan ik beter zeggen 'verwachting van Boven'. Dat de temperatuur onder het vriespunt was, deed niemand wat. De koffie werd des te meer gewaardeerd. Gezelligheid alom. Uiteindelijke resultaat; twee vrachtwagens met 1962 dozen en zakken vol kleding, verzorgingsartikelen, dekens, speelgoed en schoenen. Mooi verwoord door één van de dozen zelf (foto 3). Voor de oplettende kijker; 'goodness inside'. Dat waren dus niet de bananen. Wat een vrijgevigheid en wat fijn en goed om samen zo bezig te zijn voor de naasten. Wat hebben wij het goed. En wat fijn dat er dan zoveel mensen zijn die daar nog wat van afstaan. Laten we vooral hopen dat het werk en de goederen tot zegen zijn en de ontvangers op deze manier in aanraking komen met het Evangelie. Want Hij alleen geeft ware 'goodness inside'. Bron: mevrouwwispeltuut.blogspot.com
Alle dozen zijn voorzien van een tweetalige sticker. Dat vergemakkelijkt de distributie in Irak.