“Krimpen aan de Maas”
Een overzicht van Think Tank University College Maastricht voor VPRO – Tegenlicht
Maastricht, 29 November 2010
Inhoud Zuid Limburg - Bright side of Life..................................................................................................... 3 Stichting Regio Branding Zuid Limburg ........................................................................................... 4 Maastricht – Identiteit en Krimp ..................................................................................................... 5 Inleiding Parkstad ............................................................................................................................ 6 Het mijnen verleden in Parkstad ..................................................................................................... 7 Krimp in Parkstad ............................................................................................................................ 8 Interview met Peter Bertholet, directeur van de Stadsregio Parkstad Limburg over de aanpak van krimp ......................................................................................................................................... 9 Samenwerking met de Städteregion Aachen ................................................................................ 10 Parkstad- Marc van Caldenberg gemeenteraadslid SP Landgraaf, geeft zijn visie over krimp beleid ............................................................................................................................................. 11 Inleiding Sittard-Geleen................................................................................................................. 12 Identiteit en toekomst visie........................................................................................................... 13 Regionale samenwerking in de Westelijke Mijnstreek, van Bart Bux& Jean Dols, Gemeente Sittard-Geleen ............................................................................................................................... 14 FC Limburg ..................................................................................................................................... 15 Economische motor van de regio .................................................................................................. 16 Stedelijk Netwerk Zuid Limburg .................................................................................................... 17 Bronnen ......................................................................................................................................... 18
Zuid Limburg - Bright site of Life “Zuid Limburg – Bright Site of Life” is de slogan van een campagne die Nederlanders moet overtuigen meer aandacht aan het meest zuidelijke deel van hun land te besteden. Zuid Limburg mag voor buitenstanders als eenheid ogen, maar is eigenlijk een verzameling van complementaire delen volgens Stichting Branding Zuid Limburg. Maastricht is tot ver buiten Zuid Limburg bekend voor exclusief shoppen, terwijl de westelijke Mijnstreek, rond Sittard-Geleen meer als de economische motor van de regio kan beschouwd worden. In Parkstad, bekend als de eerste regio van Nederland die krimp aanvaardde, kan je een van de grootste woonboulevards van het land vinden, die mensen aantrekt vanuit België en Duitsland. Niet te vergeten is het pittoreske Heuvelland in het hart van Zuid Limburg, dat als groene long tussen de drie stedelijke gebieden ligt. De combinatie van deze factoren, en de ligging in het hart van Europa bied de Regio veel kansen. Desalniettemin is een gouden toekomst niet evident, kansen moeten eerst herkend worden, wat niet alleen een uitdaging voor de overheden en bestuurslagen is, maar ook voor de Zuid Limburgse samenleving in het geheel. Door een synchronisatie van de wensen en behoeften van betrokkenen zou Zuid Limburg deze kansen moeten kunnen benutten.
Stichting Regio Branding Zuid Limburg Zuid Limburg heeft moeite om van zijn potentieel gebruik te maken. Volgens Wim Ortjens, director van de Stichting Regiobranding Zuid Limburg biedt de regio de ideale mix tussen werk en vrije tijd. In tegenstelling tot de Randstad heeft Zuid Limburg de "unieke” combinatie van carrièrekansen, goedkope huisvesting en een groene woonomgeving. De Stichting is een samenwerkingsverband van 19 Zuid-Limburgse gemeenten en meerdere bedrijven om samen over de schaduw van een krimpregio heen te springen en de grote kansen en kwaliteiten van de Regio te verzilveren. De samenwerking ging van start met de campagne “Alles wijst op Zuid Limburg”, die een collectief besef voor de problemen in Zuid-Limburg moest creëren, hierna volgde: “Bright Site of Life”, waar de positieve kanten van de Regio in het geheel werden gepromoot. “Over een regio kan men niet liegen’’ zegt Wim Ortjens op de vraag in hoeverre deze positieve kanten een vertekend beeld van Limburg geven. Want wanneer een externe identiteit niet in lijn is met de interne, gaat de geloofwaardigheid van de branding activiteiten verloren. Ook al wordt Zuid-Limburg in zijn geheel gepromoot, er bestaat en sterke culture diversiteit in de Regio. De meeste cultuurverschillen tussen de verschillende delen van Zuid-Limburg zijn voor de direct betrokken mensen herkenbaar en relevant, en veroorzaken volgends de Stichting “tezamen juist een rijk en divers aanbod”.
Maastricht – Identiteit en Krimp Maastricht, als hoofdstad van de Provincie Limburg, eist de rol als leider ook in het geval van Zuid Limburg op. Maastricht is het boegbeeld van een regio van Nederland, en tegelijkertijd misschien ook de meest on-Nederlandse stad. De grens met België is hier niet ver vandaan en vanuit de buitenwijken van Maastricht zijn de Vlaamse kerktorens reeds zichtbaar. De Maastrichtse straten worden dagelijks belopen dooreen massa dag-, weekend- en ander soort toeristen, die graag het Bourgondische levensgevoel van de pittoreske stad willen opsnuiven. De stad trekt rond de twintig miljoen bezoekers per jaar en is daarmee – na Amsterdam – de drukst bezochte stad van Nederland. Dit alles past perfect in het beeld van een stad die zijn naam heeft verleend aan een van belangrijkste verdragen van Europese geschiedenis en zichzelf ook graag profileert als internationale stad,op het kruispunt tussen Brussel, Keulen en Luik, in het hart van Europa. Maar de overbevolkte straten van de binnenstad maskeren het feit, dat ook de één na oudste stad van Nederland te maken heeft met problemen als ouderdoms- en welzijnskrimp. Hoewel zowel het CBS als ook onderzoeksbureau E,til spreken over een beperkte tot sterke krimp tot 2040, beweerde men in Maastricht lange tijd dat hier van demografische neergang geen sprake was. Volgens E,til scenario zal de bevolking van Maastricht in het ergste geval binnen de komende 30 jaar van 120.000 tot 89.000 dalen. Dit wil zeggen dat ten gevolge van de krimp Maastricht bijna een kwart van de actuele bevolking zal verliezen. Dat de krimp in Maastricht momenteel niet zo zichtbaar is als in andere delen van Zuid Limburg heeft met de constante groei van de Universiteit te maken. Leegstaande gebouwen worden vaak tijdelijk, al dan niet als antikraak, door studenten bewoond en de borden van Antikraak woningbeheerder zijn overall in Maastricht te vinden. Geplande afbraakprojecten
zijn
omgetoverd
in
tijdelijke
verblijfplaatsen
voor
internationale
uitwisselingsstudenten. De stad teert op haar ligging in het hart van Europa en probeert een middenweg te vinden tussen locale identiteit en internationaal imago, of tussen het Limburgse carnaval op het Vrijthof en “Queensday” in het park. De recente bemoeiingen van Maastricht, samen met de andere steden in de MAHHL regio (Maastricht, Aken, Hasselt, Heerlen en Luik), zijn een poging tot het oppoetsen van een regionaal cultureel imago dat ook voor buitenstaanders bevreemding wekt. Het is niet te ontkennen dat stad en regio — op het raakvlak tussen het ‘rationele’ Noord-Europese Hollandse en meer relativerende zuidelijke Franco-Belgische identiteit — een uniek karakter hebben, dat nog steeds aan het ontwikkelen is. Deze diversiteit kan worden gezien als kracht, maar ook als uitdaging voor een stad die zichzelf wil openstellen voor Europa.
Inleiding Parkstad De Stadsregio Parkstad bestrijkt een gebied van acht gemeenten in Zuidoost Limburg, met in totaal 255.000 inwoners. De gemeenten Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Brunssum, Nuth, Voerendaal, Simpelveld en Onderbanken vormen samen, de WGR+ regio Parkstad Limburg en ligt tussen het groene Limburgse Heuvelland en de uitlopers van de Eifel. Een WGR+ regio is een bestuurlijk lichaam waarin gemeentes samenwerking en waaraan wettelijke taken zijn toebedeeld op grond van hoofdstuk XI van de wet gemeenschappelijke regelingen. In het geval van Parkstad Limburg gaat dat om de taken: economische structuurversterking, ruimte&mobiliteit en herstructurering. Kenmerkend voor Parkstad Limburg is de harmonie tussen stad en natuur. In de steden is veel oog voor groen waardoor de stad en platteland als het ware in elkaar over lopen. De uitgestrekte natuur maakt dat deze regio aantrekkelijk is voor toeristen. Een ander kenmerk dat bepalend is voor de Regio is de ligging: tussen de economische centra van de Randstad, het Ruhrgebied en de Brussel/Antwerpen Regio. Ook ligt het vliegveld Aachen/Maastricht dichtbij. Deze kenmerken maken van Parkstad Limburg een regio met potentie. Toch zijn er ook enkele problemen op het sociaal economische vlak te zien die voor een deel te maken hebben met de bevolkingskrimp die in de regio plaats vindt.
Het mijnen verleden in Parkstad Rond het begin van de twintigste eeuw komt in Zuid-Limburg de kolenwinning tot bloei. Het groeit uit tot de grootste en meest belangrijke sector van Limburg. In de tweede helft van de twintigste eeuw worden kolen als grondstof langzaam maar zeker verdrongen door olie en gas en hebben de Nederlandse mijnen steeds meer moeite om te concurreren met goedkope kolen uit het buitenland. De vraag naar kolen daalt sterk en in het midden van de jaren zeventig wordt besloten de kolenmijnen in Zuid-Limburg te sluiten. Dit heeft verschillende structurele gevolgen gehad voor de regio. Zo kent Parkstad bijvoorbeeld een hoog werkloosheidspercentage doordat de grootste sector van de regio gesloten werd en er relatief weinig nieuwe bedrijven en werkgelegenheid voor in de plaats zijn gekomen.Dat weerspiegelt zich vandaag de dag nog in de lage economische structuur, één van de speerpunten
van
de
regio.
Krimp in Parkstad “Nederland is vol” is een uitspraak die u vast al eens gehoord hebt. Dit is echter zeker niet van toepassing op de regio Parkstad. Hoewel verwacht wordt dat het bevolkingsaantal in Nederland van 16,5 miljoen in 2009 zal stijgen tot 17,5 miljoen in 2040, zijn er veel regio’s die juist de tegenovergestelde tendens laten zien. Tien procent van de Nederlandse regio’s, waaronder Parkstad Limburg, hebben te maken met een daling in het aantal inwoners van 20 tot 38 procent. Na onderzoek is geschat dat Parkstad Limburg’s bevolkingsaantal van 1995 tot 2040 zal dalen van 272.000 inwoners tot 200.000. Dit is een daling van
25procent. Deze bevolkingskrimp kan voornamelijk worden
toegeschreven aan het feit dat er minder kinderen worden geboren, een vergrijzing en daardoor hoger sterftecijfer, en het wegtrekken van zowel jonge gezinnen als jongeren die in een andere stad of regio gaan studeren. Maar de regio heeft al in 1995 ingezien dat het bestrijden van de krimp met bijvoorbeeld de bouw van goedkope woningen in de hoop daardoor mensen naar de regio te trekken, geen optie is, en dat de beste manier om ermee om te gaan het stimuleren van de lokale economie is, en het herstructureren van de woningmarkt. Met die ingrepen wordt het woon en werkklimaat verbetert en de regio als woon dan wel vestigingsplaats aantrekkelijker. Niet om nieuwe inwoners te trekken maar om huidige bewoners te behouden. U kunt hier meer over lezen in het interview met peter bertholet, directeur van de Stadsregio Parkstad Limburg.
Interview met Peter Bertholet, directeur van de Stadsregio Parkstad Limburg over de aanpak van krimp Hoe gaat Parkstad Limburg met krimp om?
Parkstad Limburg heeft de krimp geaccepteerd als een feit. Het beleid en de uitvoering zijn er nu op gericht om die krimp in goede banen te leiden zodat het in 2040 goed wonen en werken is in deze regio, met genoeg groen en cultuur. Om dat te bewerkstelligen werkt de regio nauw samen met private partijen en maatschappelijk middenveld.
Was dit beleid anders in het verleden of hoe andere krimp regio's dit probleem aanpakken?
Nee, zo heeft de regio het vanaf het begin af aan opgepakt. Wel is er in het begin veel tijd gestoken in de bewustwording op alle niveaus. Lang was er nog de gedachte dat als we maar goede en goedkope woningen zouden bouwen, mensen vanzelf wel zouden komen. Het creëren van de bewustwording dat we daarmee het probleem alleen maar zouden vergroten, omdat we dan op termijn met extra veel leegstand te maken zouden krijgen heeft veel energie en tijd gekost. Maar inmiddels wordt onze aanpak als succesvol en realistisch beschouwd, en de zogenaamde anticipeergemeenten (gemeenten die nu nog groeien maar waar al van bekend is dat die binnen afzienbare tijd zullen krimpen) komen vaak bij ons hun licht opdoen.
Waarom heeft Parkstad Limburg voor deze aanpak gekozen?
Omdat we ons realiseerden dat er geen andere optie was. Dit mede op ervaringen van steden en regio’s in bijvoorbeeld Duitsland en Engeland die ons al voor zijn gegaan. Er is een negatieve bevolkingsaanwas, niet alleen in onze regio, ook in veel andere Nederlandse en Europese regio’s En hoewel we er wel voor kunnen zorgen dat het vestigings- of verblijfsklimaat hier verbetert hebben we geen invloed op het geboorte- en sterftecijfer. Dus daar waar we wat aan kunnen doen, doen we dat (bijvoorbeeld door het uit de markt halen van 13.000 woningen) we zullen hier alsnog te maken hebben met krimp.
Samenwerking met de Städteregion Aachen Parkstad Limburg werkt samen met de Städteregion Aachen op verschillende gebieden. Op het gebied van infrastructuur is bijvoorbeeld de Euregiobahn gerealiseerd, een rechtstreekse treinverbinding tussen Aken en Heerlen. Ook is er economische samenwerking tussen de twee regio’s. Beide partijen zijn het er over eens dat nog nauwere samenwerking voordelig zou zijn daarom oriënteren ze zich op een zogenaamde EGTS (Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking). De gezamenlijke regio Parkstad Limburg en Städteregion Aachen zou dan een rechtspersoonlijkheid worden waardoor de transnationale samenwerking tussen de twee partijen makkelijker wordt. Op de vraag waarom samenwerking met Aken van toegevoegde waarde is voor Parkstad Limburg reageert Peter Bertholet, Directeur van de Stadsregio Parkstad Limburg als volgt: “Aken, en met name de RWTH (Universiteit) groeit de komende jaren nog, maar heeft als stad haar grenzen bereikt. Wij hebben al veel ruimte en krijgen straks nog veel meer ruimte. De nood in Aken kan bij ons een deugd zijn. Dat geldt ook voor ontwikkelingen op hun universiteit, die bij ons juist tot een economische impuls zouden kunnen leiden: studenten daarvan hebben behoefte aan praktijkruimtes, kleine onderzoeksruimten, en locaties om een eerste bedrijfje op te zetten. Op ons grensoverschrijdend bedrijventerrein Avantis kan dat. Op die manier kunnen we voor elkaar iets betekenen.”
Parkstad- Marc van Caldenberg gemeenteraadslid SP Landgraaf, geeft zijn visie over krimp beleid “De regio Parkstad is de regio waar vergrijzing en ontgroening het snelst toeslaan, met alle gevolgen van dien. Jongeren trekken weg en het zijn de ouderen die overblijven. Bevolkingskrimp is het gevolg. Te lang is dit niet onderkend door het lokale bestuur. Lang heeft de politiek gedacht dat de krimp nog ver weg was en daarnaast zich er via demografische maatregelen tegen proberen te verzetten. Met weinig succes. Bevolkingskrimp is een gegeven geworden op dit moment waar alleen door goede structurele economische maatregelen het hoofd aan kan worden geboden. De tijd voor proefballonnetjes is voorbij. Keuzes moeten worden gemaakt. En in tijden van wereldwijde economische crisis zijn dit moeilijke en vaak impopulaire keuzes. Voor de regio Parkstad is het daarom van het grootste belang dat er een stevige bestuurlijke samenwerking tot stand komt. Tot op heden slaagt men hier niet in. Het bereiken van consensus duurt een hele lange tijd. En vaak gaat dit dan maar over een klein onderdeel van het beleid. Maar wat misschien nog het ergste is, is dat als de afspraken er eenmaal zijn verschillende gemeentes zich er niet aan houden, of op zijn minst niet volledig met hart en hoofd zich er voor inzetten. Soms zijn gemeentes in de omgeving zelfs elkaars concurrenten. Dat gemeenteraden moeilijke keuzes niet graag maken is op zichzelf geen vreemd verschijnsel. De politici denken op de korte termijn ook aan hun eigen electoraat. Het realiseren van een wipkip in de wijk levert betere publiciteit op als het slopen van de helft van de woningen in diezelfde wijk. Politici willen zichtbaar blijven voor de burger, op een positieve manier. Hier licht een grote uitdaging voor Parkstad. De inwoners van de regio identificeren zich met hun stad of dorp, en niet met de regio. Maatregelen raken de burgers direct in hun buurt of wijk als de school voor de kinderen
verdwijnt
of
de
bank
de
laatste
pinautomaat
weghaalt.
Zij
willen
hun
volksvertegenwoordiging hierop kunnen aanspreken. Waar de grootste opdracht ligt voor Parkstad wil de samenwerking slagen is om van de krimp als probleem te beschouwen, de krimp als kans te benutten. Te benutten om dat wat mensen direct in hun omgeving raakt zoals werk, school voor de kinderen en zorg voor opa en oma goed te organiseren. Samen met de burger, zodat zij zich ook kan identificeren met het lokale bestuur, en dus ook Parkstad.“
Inleiding Sittard-Geleen Sittard-Geleen gelegen in de regio westelijke mijnstreek, de naam is een erfenis die verwijst naar de geschiedenis van de regio, waar steenkoolmijnen als de Staatsmijn Maurits een centrale rol vertolkten in het sociale, economische en culturele leven de regio. Voor meeste niet-Limburgers is Sittard-Geleen tegenwoordig waarschijnlijk enkel bekent van station Sittard, de laatste Intercity halte voor Maastricht en de lokale voetbalclub. De beleidsbepalers en bewoners van Sittard-Geleen hopen op een breder imago voorde regio. Betaalbare huisvesting, goede scholen zonder wachttijden en werkgelegenheid met Chemelot en Nedcar, zijn daarbij de beoogde pullfactoren van de Westlijke-Mijnstreek. Het is echter niet enkel rozengeur en appelstroop in Sittard-Geleen, de gemeente moet zich ook voorbereiden op de gevolgen van de dalende bevolking. De krimp zet pas in 2020 in, dit in tegenstelling tot Parkstad Limburg, waar de krimp al bezig is. Toch zijn nual wijken die leeglopen: in Thienbunder, Achtbunder en Sanderbout (de “TAS wijken”) zijn de gevolgen al zichtbaar aanwezig. Dit heeft de gemeente er toe doen besluiten de woningvoorraad door middel van sloop te doen slinken; ook worden de gemeenschapshuizen en basisscholen gefuseerd. Kerngedachte, naast het voorkomen van leegstand, bij deze verdunning van de woningvoorraad is het verbeteren van de leefomgeving. Het laatste woord over de herindeling van de TAS wijken in Sittard-Geleen is echter nog niet gezegd.
Identiteit en toekomst visie In het ideale geval sluit beleid aan op de wensen en behoeften van de mensen die het aangaat, en deze wensen en behoeften kunnen gedeeltelijk afgeleid worden van de interne identiteit. De geschiedenis van de regio is een van de factoren die regionale identiteit mede vormt. Het protest rond de herinrichting van Sanderbout zoals besproken in de Tegenlicht documentaire, en de positieve ontvangst van het tegenvoorstel van Jeroen Paumen bij de bewoners van de wijk zijn hiervan een goed voorbeeld. Identiteit kent veel verschillende definities en toepassingen, zo wordt het begrip identiteit vaak gezien als een belangrijke factor waarop de legitimiteit van regio’s en hun organisatie berust, zoals ook onderzoek door Arnold Lagendijk naar het toegenomen belang van regios in Europa laat zien. De vorming van identiteit is een sociaal proces dat word gestuurd door sociale interacties en ervaringen van de leden van een bepaalde groep of organisatie, dit heeft tot gevolg dat identiteit onderhevig is aan constante verandering. Identiteit heeft twee aspecten: dat van interne identiteit, en van externe identiteit. Met interne identiteit wordt de beleving en omschrijving van identiteit bedoeld zoals de mensen die deel uitmaken van een regio of organisatie deze beleven, externe identiteit is de kijk van buiten de regio op de regio. Het gebruik van deze begrippen is uiterst nuttig voor het ontwikkelen van een visie over regiobranding en beleid.
Regionale samenwerking in de Westelijke Mijnstreek, van Bart Bux& Jean Dols, Gemeente Sittard-Geleen “In de Westelijke Mijnstreek is sprake van krimp van de bevolking. Maar tot 2020 blijft het aantal huishoudens, en dus de woningbehoefte, ongeveer even groot als nu. Na 2020 daalt het aantal huishoudens fors. Zonder ingrijpen leidt dit tot leegstand en een onvermijdelijke prijsdaling van de (koop)woningen. Dit heeft weer grote gevolgen voor de leefbaarheid in de regio. In 2008 hebben de gemeenten in de regio, de woningcorporaties, projectontwikkelaars en de woonconsumenten de handen in elkaar geslagen. Gezamenlijk werken zij aan een aanpak om de woningmarkt gezond te houden. Al snel werd de conclusie getrokken dat, ondanks dat er per saldo geen woningen bij gebouwd hoeven te worden, wel en andere betere woningen nodig zijn. Bijvoorbeeld grondgebonden, goed geïsoleerde en levensloopbestendige woningen. De bouwproductie moet op peil blijven, terwijl tegelijkertijd ongeveer evenveel slechte, niet meer gevraagde woningen, gesloopt moeten worden. Partijen hebben elkaar nodig om deze opgave te kunnen uitvoeren. Probaat middel daarbij zijn de zogenaamd woontafels. Hieraan ontmoeten bestuurders van de gemeenten en provincie, directeuren van corporaties en projectontwikkelaars elkaar regelmatig. Daar is het besef ontstaan dat demografische krimp met elan en creativiteit aangepakt moet worden. Daar staan de leiders op en wordt de samenwerking in de regio vormgegeven. Zij zullen de feitelijke transformatie van de woningvoorraad in nieuwe allianties vorm moeten gaan geven.”
FC Limburg Volgens Wim Ortjens van Stichting Branding Zuid-Limburg is Zuid-Limburg “een stedelijk gebied met drie stadsregio’s, ieder met hun eigen identiteit.” Er kan inderdaad in Zuid-Limburg gesproken worden van een regionale identiteit, maar er dient terdege rekening te wordengehouden met de unieke karakters en humeuren van ieder gebied. Het mislukken van FC Limburg illustreert dat. In 2002 werden de Zuid-Limburgse profclubs: Fortuna Sittard, Maastricht VV, en Roda JC Kerkrade door hun financiële en sportieve situatie gedwongen om samen aan tafel te gaan zitten. Hoofdpunt op de agenda was het voorbereiden van een fusie, gesteund door het grote multinational Sittard’s bedrijf DSM als hoofdsponsor, die van de nieuw te vormen club, FC Limburg, een subtopper zou maken en profvoetbal voor Limburg zou behouden. Helaas strandden deze poging door onenigheid tussen bestuurdersleden van de clubs en protesten vanuit de supporters. Met de betrokkenen bestuursleden in kogelvrije vesten tot gevolg. Schijnbaar is er weinig genegenheid voor de “voetbal liefhebbende” collega’s in de andere stadsregio’s. In 2009 werd onder leiding van de provincie een nieuwe poging ondernomen om een fusie tussen Roda JC Kerkrade en Fortuna Sittard te bewerkstelligen, maar ook dit keer liep het mis.. De laatste episode in dit feuilleton is de steun van de gemeente Kerkrade om het faillissement van Roda JC te voorkomen, in 2009. Kanttekening in het licht van de regionale samenwerking was de eis van de gemeente Kerkrade om de club een nieuwe naam te geven: Roda JC Kerkrade.
http://www.nuvideo.nl/algemeen/19548/index.html http://www.trouw.nl/nieuws/sport/article2108503.ece/Sporting_Limburg_begint_zonder_schuld_.html
http://www.youtube.com/watch?v=TS2Js6t-2Og
Economische motor van de regio Bij het sluiten van de mijnen werden nieuwe industrieën naar de Westlijke-Mijnstreken gebracht, waarvan de meest bekende voorbeelden DSM en Nedcar zijn. De ontwikkeling van nieuwe industrie in de regio kwam voort uit het streven om het banenverlies in de regio, dat voortvloeiden uit het sluiten van de mijnen, zoveel mogelijk te beperken. De ontwikkeling van de automobielsector in Born kan in hetzelfde licht gezien worden. De basis voor Sittard-Geleen als industrie regio werd gelegd, een kunstje dat de regio nu in tijden van krimp weer dunnetjes mag over doen. Volgens ons is het mogelijk om parallellen te trekken met de voor Zuid-Limburg roerige jaren rond het sluiten van de mijnen en de huidige situatie. Net zoals toen is er een noodzaak om de regio economische te herstructureren. De problemen die resulteren uit de demografische krimp leiden ertoe dat er een noodzaak is om de regio actief aantrekkelijk te maken en houden. In de herstructurering van de Zuid-Limburgse economie wordt de nadruk gelegd op innovatie. Sexy niet? Een economische structuurversterking is de term die gehanteerd word, dit om aan de ene hand te illustreren dat de huidige problemen minder groot zijn dan die in de jaren 60/70 en omdat Zuid-Limburg al een goede basis heeft in de kennisintensieve en creatieve sector. Met Chemelot bij Sittard en Avantis in de Parkstad als plaatsen waar veel kennisintensieve bedrijven zich in de toekomst zullen vestigen en de Randwyck-campus in Maastricht op het gebied van gezondheidszorg. Als alles gaat zoals voorzien het zal deze basis er aanbijdragen dat Zuid-Limburg, als onderdeel van de technologiedriehoek Eindhoven-Leuven-Aken, in de toekomst geassocieerd worden met hightech en innovatie. Volgens de Ontwikkelingsagenda voor Zuid Limburg zijn (Alles wijst op het Zuiden (2008) “Kennis, innovatie en ondernemerschap de sleutels tot welvaartsgroei en de oplossing voor veel maatschappelijke problemen.” Een voorbeeld van een project dat deze visie uit moet dragen is bijvoorbeeld de Chemelot campus, die moet gaan uitgroeien tot een Euregionale vestigingsplaats voor start-ups, mkb, grootbedrijf, onderwijs- en onderzoeksorganisaties op het gebied van CHEMaterials. De siliciumfabriek The Silicon mine, ook op het Chemelot terrein gevestigd, past ook in de nieuwe economische visie van Zuid Limburg. Silicium is een belangrijke grondstof in de productie van zonnepanelen en computerchips, een markt waar nog veel groei in verwacht word.
http://www.thesiliconmine.com/home http://www.chemelot.nl/default.aspx?template=algemeen.htm&id=431&taal=nl http://www.lifeteczone.nl/cmsdocs/Presentatie%20HR%20Lifetec%20caf_,%2022okt2008.pdf
Stedelijk Netwerk Zuid Limburg In de nota Ruimte 2006 heeft het rijk besloten om stedelijke gebieden in Nederland te verenigen onder structuren met zowel functionele als bestuurlijke betekenis; de stedelijke netwerken. De achterliggende gedachte is dat er voordeel wordt behaald door de aandacht te verplaatsen van de som der delen naar het functioneren van de regio in zijn geheel. Het Stedelijk Netwerk Zuid-Limburg is zo’n geheel, gevormd door de stadsregio’s Maastricht, Heerlen/Parkstad en Sittard-Geleen. “Zuid-Limburg functioneert als een complete, internationale stad in een wijds landschap, met zeshonderdduizend inwoners.” (Alles wijst op het Zuiden, 2008). Deze samenwerking wordt gedreven door de unieke kenmerken en daaruit volgende vraagstukken die de stadsregio’s met elkaar delen; de internationale ligging en de bevolkingskrimp die Zuid Limburg als eerste treft. Zuid-Limburg grenst met acht kilometer aan Nederland maar deelt een grens van 220 kilometer met België en Duitsland. Volgens de Commissie Hermans (2007), is Zuid-Limburg gekenmerkt door een grensoverschrijdende samenleving; veel mensen werken, winkelen of recreëren geregeld over de grens. Deze realiteit komt nog niet volledig tot uitdrukking op bestuurlijk niveau, en is nog geen voldoende samenwerking tussen de verschillende regio’s om deze nieuwe vorm van samenleving te faciliteren. “Er valt nog veel ’bureaucratie’ op te ruimen om het leven in de Euregio net zo eenvoudig te maken als bijvoorbeeld het leven in de toch complexe Randstad. Dan hoeven grensgangers zich geen zorgen te maken over treinverbindingen, sociale verzekeringen, zorgarrangementen, diploma- en competentie erkenningen en veel andere zaken die het dagelijkse leven er niet eenvoudiger op maken, laat staan over de transactiekosten die meer ingrijpende samenwerkingsambities in het vooruitzicht stellen. Er blijven op deze wijze dus veel kansen voor economische ontwikkeling liggen”, stelt de Commissie Hermans.
Bronnen Wim Ortjens, Stichting Branding Zuid Limburg Jean Dols, gemeente Sittard-Geleen http://www.sanderbout.nl http://www.zuidlimburg.nl/ Commisie
Hermans
(2007),
De
toekomst
van
Limburg
ligt
over
de
grens.
http://www.limburg.nl/upload/pdf/Persbericht129_2007_BijlageNotaCommissieHermans.pdf Lagendijk, A. (2003). Regionalisation in Europe. Stories, institutions and boundaries. In H. Van Houtom, O. Kramsch & Wolfgang Zierhofer (Eds.): B/ordering Space (2005, pp.77-92). Burlington: Ashgat Publishing Company. Meijers, Evert, 2007, Synergy in Polycentric Urban Regions: Complementarity, organising capacity and critical mass. Alles wijst op Zuid Limburg, stedelijk netwerk Zuid Limburg (2008)