Krediet kost geld
Gids over banken, krediet en de kosten daarvan
Wat vindt u in deze gids? Banken en kredietverlening zijn niet meer weg te denken uit het leven van de consument. Banken spannen zich sterk in om klanten te werven, onder meer voor het bewaren van spaargelden. In deze gids bekijken we het deposito als kernactiviteit van banken, maar ook als basis voor kredietverlening en de creatie van (virtueel) geld. Consumenten zijn dikwijls aangewezen op krediet, vooral als een middel om een woning te verwerven of om andere persoonlijke uitgaven te doen waarvoor zij nog niet de nodige middelen hebben. Kredietverleners en handelaars beogen door het verstrekken van kredieten winst te realiseren en de verkoop te stimuleren. Om die reden stellen zij kredieten wel eens voor als een comfortabel middel om de koopkracht uit te breiden. De financiële gevolgen van krediet voor het gezinsbudget kunnen nochtans aanzienlijk zijn. Krediet kost geld en de mechanismen die de kosten doen oplopen zijn voor de consument niet altijd eenvoudig te doorgronden. Met deze gids proberen we deze complexe materie toegankelijk te maken. We bekijken vooral de basisbegrippen van het krediet, zoals kapitaal, intrestvoet (of jaarlijks kostenpercentage), de berekening van de intresten, de totale kosten van het krediet, het belang van de verschillende wijzen van aflossing,… Een ontwerp van de gids werd vooraf voorgelegd aan een consumentenpanel. Achteraan is een verklarende woordenlijst opgenomen.
Hans Bonte, voorzitter Krediet kost geld | pag. 3
Inhoud 1. Sparen van in de wieg
Banken bewaren uw geld...
11
... en lenen het uit
12
Hebt u recht om klant van een bank te worden?
12
Hoeveel kost uw bank? En de andere banken?
13
2. De bank bewaart uw geld
15
De zichtrekening
De spaarrekening
19
Andere rekeningen en spaarproducten
19
3. Snel geld nodig?
16
23
Krediet
Kredietgevers en kredietbemiddelaars
25
Krediet is geen oplossing bij financiële moeilijkheden
26
23
4. Intrest groeit niet aan de bomen
29
Consumentenkrediet: de totale kosten van het krediet
30
en het jaarlijks kostenpercentage (JKP)
pag. 4 | Krediet kost geld
11
Intrest en intrestvoet
29
Krediet kost geld | pag. 5
Krediet is duur
31
Vaste of variabele intrestvoet
31
Hypothecair krediet
32
Kredietopeningen
33
5. Let op de terugbetalingen en beperk de kosten 35
De tijd doet de kosten oplopen
Het saldo van het kapitaal doet de intresten oplopen
35
36
a) u betaalt op het einde van het krediet
36
b) u betaalt op vastgestelde tijdstippen een vast bedrag
36
c) u betaalt af op tijdstippen naar keuze
38
6. “Altijd geld beschikbaar!”: altijd in het rood?
De kredietopening
Alles terugbetalen: de nulstelling
7. Hoe zwaar weegt uw krediet? U betaalt op vastgestelde tijdstippen
Kredieten die u niet op vastgestelde tijdstippen terugbetaalt
pag. 6 | Krediet kost geld
Bijlage 1 Betalingen via de bank: enkele bijzondere regels
47
Bijlage 2 Voorbeeld van een aflossingstabel
51
Bijlage 3 Woordenlijst
57
Bijlage 4 Waar kunt u terecht met vragen en klachten?
61
39 40
41
43 43
45
Krediet kost geld | pag. 7
De plannen van André André heeft het bedrijf van zijn vader overgenomen. Het gaat om een zaak van huishoudtoestellen (wasmachines, koelkasten, fornuizen,…). De zaken draaien goed, maar André ziet het groter en heeft plannen om de productie uit te breiden. Daarvoor zal hij middelen moeten inzetten, voor machines, materiaal en personeel. En die heeft hij nu nog niet. De bankier ontvangt André graag in zijn kantoor. Hij is altijd de bankier van het bedrijf geweest en heeft altijd goede zaken met Andrés vader gedaan. Hij is bereid om meer krediet te geven, maar zal het dossier wel grondig laten onderzoeken. De bankier is natuurlijk in de eerste plaats een zakenman. Hij wenst niet alleen dat het verleende krediet terugvloeit, maar ook dat de bank mee kan genieten van de opbrengsten van het bedrijf.
De plannen van Mark Mark begint zijn eerste job bij een bedrijf van huishoudtoestellen dat nieuw personeel aanwerft. Hij heeft alle mogelijkheden nagegaan, maar het openbaar vervoer kan hem helaas niet op tijd ter bestemming brengen. Er zit voor Mark dus niets anders op dan uit te kijken naar een auto. Eigenlijk heeft hij al langer een model op het oog, dat voor hem echter te hoog gegrepen was. Maar met de job die hij nu heeft zal het wel lukken. Een autoverkoper kan hem de auto leveren voor 12.950 euro. De verkoper stelt hem een financieringsplan voor, maar Mark wil eerst te rade gaan bij zijn vertrouwde bank. Daar heeft men wel oren naar zijn vraag om krediet.
pag. 8 | Krediet kost geld
Krediet kost geld | pag. 9
1. Sparen van in de wieg Banken bewaren uw geld... Reeds toen hij kind was, hadden de ouders van Mark een spaarboekje op zijn naam geopend. Jaren later opende hij ook, onder gunstige voorwaarden, een zichtrekening. Daar stond nooit veel geld op maar hij kreeg daardoor wel kortingen voor allerlei evenementen. Nu hij een regelmatig inkomen heeft, laat hij zijn loon op die zichtrekening storten. Dat is vanzelfsprekend. Een zichtrekening maakt het trouwens gemakkelijk om zijn betalingen te organiseren.
Banken zijn altijd geïnteresseerd in het werven van nieuwe klanten, zelfs nog voor ze geboren zijn. Verscheidene banken bieden formules aan waarbij toekomstige ouders een rekening kunnen openen op naam van hun nieuwe telg. Ook de overheid is de idee genegen dat mensen van jongs af met banksparen vertrouwd raken. Zo is het voor minderjarigen toegelaten om een spaarboekje op eigen naam te openen. Zij kunnen ook geld opnemen (behoudens verzet van ouders of voogd; voor grote bedragen is nog toestemming van ouders of voogd mogelijk). Banken springen zeer creatief om met die mogelijkheid en bieden jongeren een gamma van producten aan die kennelijk ruimer gaan dan het klassieke spaarboekje1.
1
pag. 10 | Krediet kost geld
Zo bieden zij jongeren bijvoorbeeld ook zichtrekeningen aan die allerhande verrichtingen toelaten, waaraan bankkaarten zijn verbonden, enzovoort.
Krediet kost geld | pag. 11
…en lenen het uit
De kredietinstellingen moeten de basisbankdienst niet gratis aanbieden. De prijs ervan mag echter een bepaald maximum niet overschrijden3.
Een andere kernactiviteit van banken is het verstrekken van kredieten. Handelaars en ondernemers maken van oudsher gebruik van de mogelijkheden om bij banken krediet aan te gaan. Maar daarnaast richten banken zich ook tot consumenten.
Hoeveel kost uw bank? En de andere banken? De bank kan een vergoeding aanrekenen voor alle diensten en kredietverleningen waarvan u gebruik maakt. Zij is vrij om de tarieven daarvan te bepalen.
Hebt u recht om klant van een bank te worden?
In de praktijk zijn er soms grote verschillen in de tarieven die banken toepassen. Het kan overigens altijd nuttig zijn om de tarieven van uw bank (en van andere banken) te bekijken, rekening houdend met de mate waarin u van de verschillende diensten gebruik maakt. Die tarieven kunt u op een eenvoudige manier te weten komen.
Sofie gaat het niet voor de wind. Zij is een gescheiden vrouw die alleen woont met een dochtertje van acht. Zij moet rondkomen met een leefloon. Tot nu toe heeft zij geen bankrekening. Toen zij daarover bij een bank informeerde, stuurde men haar door naar een andere bank.
→ In het bankkantoor moet u de tarieven onmiddellijk en doorlopend kunnen raadplegen. U kunt bovendien gratis een overzicht van de tarieven meenemen, zonder formaliteit of bijzonder verzoek. De vermelding van de tarieven gebeurt volgens een vastgesteld model. → Van uw bank ontvangt u trouwens minstens éénmaal per jaar, in de loop van de maand januari het tarief van de diensten waarvan u gebruik maakt (zichtrekening, spaarrekening, briefwisseling, termijnrekening en verrichtingen op afstand).
Vandaag lijkt het hebben van een bankrekening en het verrichten van betalingen via de bank vanzelfsprekend. Nochtans worden mensen die het financieel minder breed hebben daarvan wel eens uitgesloten. Banken zijn geneigd hen als minder interessante klanten te beschouwen. De wet geeft aan iedere consument het recht op een basisbankdienst. Dit betekent dat u bij iedere bank die zichtrekeningen aan consumenten aanbiedt een aanvraag kunt indienen. De bank kan in bepaalde gevallen een aanvraag weigeren of de basisbankdienst opzeggen (wanneer u bijvoorbeeld al een bankrekening hebt). De basisbankdienst bestaat uit een zichtrekening waaraan een minimaal pakket van diensten2 is verbonden.
Wijzigingen van de tarieven (voor zichtrekening, spaarrekening, briefwisseling, termijnrekening en verrichtingen op afstand) moet de bank voorafgaandelijk meedelen.
2
Het gaat om: het openen, het beheer en het sluiten van de zichtrekening, overschrijvingen, doorlopende betalingsopdrachten, domiciliëringen, geld in deposito geven, geld afhalen en terbeschikkingstelling van rekeninguittreksels.
3
Die prijs werd bepaald op 12 euro in 2003 en wordt ieder jaar geïndexeerd.
Krediet kost geld | pag. 13
Verander kosteloos van bank Wanneer u als consument van plan bent om van bank te veranderen, is het goed om weten dat u uw zichtrekening en spaarrekening kosteloos en te allen tijde kunt opzeggen. Soms moet u wel een opzegtermijn naleven, maar die mag niet langer zijn dan één maand. De beheerskosten van die rekeningen bent u slechts verschuldigd tot het einde van uw overeenskomst met de bank. Indien u vooraf de beheerskosten hebt betaald, moet de bank u die terugbetalen evenredig aan de periode nadat het contract werd beëindigd.
2. De bank bewaart uw geld Als jongeman bracht Mark af en toe spaarcenten naar de bank om op zijn spaarrekening te laten zetten. Het enige wat hij daarvan in handen hield was het bewijsje en de rekeninguittreksels, maar hij wist dat hij het geld altijd kon opvragen. Deposito’s houden voor de bank de verplichting in om die bedragen aan de spaarder terug te geven (onmiddellijk of na een zekere termijn). De bank houdt het contante geld van Mark en andere spaarders in voorraad om het onder meer uit te keren aan spaarders die het geld op hun rekening opvragen. Banken weten echter uit ervaring dat de reserves die ze daarvoor beschikbaar moeten houden slechts een fractie zijn van de deposito’s die bij hen zijn geplaatst. Een groot deel van de deposito’s zijn bijgevolg genoteerd op rekeningen, zonder dat de bank daarvoor contant geld in voorraad heeft.
Het bewaren van geld van mensen, ondernemingen, organisaties,... is een typische activiteit van banken. We noemen dit geld deposito’s. De klanten rekenen erop dat hun spaargeld beschikbaar blijft. De banken zijn dan ook verplicht dit terug te betalen wanneer de klant dat wenst. Bij de meest gebruikelijke rekeningen kan de klant zijn geld (vrijwel) onmiddellijk opvragen. Bij sommige bankrekeningen ligt het bedrag echter voor een bepaalde periode vast.
pag. 14 | Krediet kost geld
Krediet kost geld | pag. 15
We overlopen hierna twee vormen van deposito waarmee consumenten bijzonder vertrouwd zijn.
Maar ook wanneer de bank krediet geeft, gebeurt dat niet in contant geld. Toen Mark een lening aanging werd het bedrag daarvan op zijn rekening ingeschreven. Bij de aankoop van zijn nieuwe auto maakte hij dit bedrag over op de bankrekening van de verkoper. Op die manier heeft de bank geld in deposito bijgemaakt door krediet te verlenen. Een bank kan dus de hoeveelheid geld doen toenemen, zonder over een drukpers te beschikken.
De zichtrekening De grootste troef van de zichtrekening is dat ze toelaat allerhande geldverrichtingen (zoals betalingen via overschrijving, met bankkaart, domiciliëring, permanente opdracht,… ) uit te voeren. Het is dan ook de gewoonte dat mensen hun loon of andere inkomsten hierop laten storten, ook al wordt er slechts een verwaarloosbare intrest toegekend.
De betalingen die u via de zichtrekening verricht moeten sinds kort aan bepaalde wettelijke regels beantwoorden. Die hebben onder meer betrekking op de overeenkomst waaraan de klant gebonden is, de informatie die aan de klanten moet worden gegeven, de termijnen binnen dewelke betalingen moeten worden uitgevoerd, de domiciliëring, enzovoort.
Geld in de boeken Mark doet een groot deel van zijn betalingen per overschijving. Sommige daarvan gebeuren per domiciliëring. Al deze geldbewegingen gebeuren op papier. Op geen enkel ogenblik komt er geld in de vorm van briefjes of munten bij te pas. Het geld voor andere dagelijkse uitgaven haalt hij wel cash af. Een groot deel van de betalingen vindt dus enkel plaats doordat de banken ze in hun rekeningen noteren.
Ga niet te snel in het rood De bank kan u toelating geven om op uw zichtrekening onder nul te gaan. Houd voor ogen dat het hier om een krediet gaat4 en dat krediet duur is. Het is bovendien een zeer soepele kredietvorm. De verleiding kan dan ook groot zijn om daar systematisch gebruik van te maken. Anderzijds gaan mensen vaak ook uit noodzaak in het rood.
rekening marc rekening bvba peeters - 83,25
053 29-01-2010 Overschrijving papier naar 789-52455505-05 BVBA Peeters
+ 83,25
83,25
4
pag. 16 | Krediet kost geld
In het rood gaan op de zichtrekening valt onder de wet betreffende het consumentenkrediet. Dit betekent onder meer dat de intrest die daarvoor kan worden aangerekend een bepaald maximum niet mag overschrijden.
Krediet kost geld | pag. 17
De spaarrekening Ook de spaarrekening is zeer populair, wellicht niet zozeer omwille van de (geplaffoneerde) intrest, maar wel omwille van haar fiscaal regime. De inkomsten van de spaarrekening (intresten) zijn namelijk ten belope van 1250 euro vrijgesteld van roerende voorheffing5. De spaarrekening moet daarvoor wel beantwoorden aan een reeks voorwaarden. Een belangrijke vereiste is dat de vergoeding voor uw spaargelden moet bestaan uit een basisrente en een getrouwheidspremie. Die intresten zijn gereglementeerd en geen van beide mag een bepaald maximum overschrijden6. In de publiciteit over de spaarrekening mogen de basisrentevoet en de getrouwheidspremie overigens niet worden opgeteld. U moet uw spaargelden onmiddellijk kunnen opvragen, hoewel de bankvoorwaarden in beperkingen kunnen voorzien voor grote bedragen.
Andere rekeningen en spaarproducten Daarnaast bieden de banken ook rekeningen aan met diverse looptijden (uitgedrukt in dagen, maanden of jaren) en intresten. Meestal zijn de mogelijkheden van opvraging bij die rekening beperkt. Banken bieden klanten ook kasbons (tegen een bepaalde looptijd en met vaste intrest) en diverse beleggingsproducten aan.
5
Dit is de belasting die u verschuldigd bent op inkomsten uit roerende goederen, zoals intresten (bvb. bankrekeningen) of dividenden (aandelen in vennootschappen).
6 Volgende maxima zijn van toepassing • De basisrentevoet mag niet hoger zijn dan het hoogste van de volgende twee percentages: hetzij 3%, hetzij het percentage voor basisherfinancieringstransacties van de Europese Centrale Bank dat van toepassing is op de tiende van de maand die het lopende semester voorafgaat. • De rentevoet van de getrouwheidspremie mag niet hoger liggen dan 50% van de maximale basisrente voet en niet lager dan 25% van de aangeboden basisrentevoet. Krediet kost geld | pag. 19
Het krediet aan André… en de gevolgen daarvan
BANK KREDIET
INKOMSTEN
winst bedrijf van andré
intrest terugbetaling krediet
DEPOSITO’S
André krijgt van zijn bankier krediet om de activiteiten van zijn bedrijf uit te breiden. Het gaat om een groot bedrag, dat op een rekening wordt geplaatst.
leveranciers
winkels
pag. 20 | Krediet kost geld
personeel
opbrengsten verkoop van andré
→ Van een deel van het krediet koopt hij bij leveranciers allerhande materialen die hij voor de uitbreiding nodig heeft. Het geld dat hij daarvoor betaalt, wordt overgemaakt op de bankrekeningen van die leveranciers. → Met het krediet betaalt hij ook het loon van Mark en de andere personeelsleden. Deze doen daarmee inkopen voor het huishouden. De verkopers/winkeliers plaatsen de ontvangen betalingen op een bankrekening. Het uitgegeven krediet keert bijgevolg terug naar de banken onder de vorm van nieuwe deposito’s. Het is natuurlijk de bedoeling dat de uitbreiding met succes verloopt. Dit betekent dat André zijn producten ook met winst moet verkopen. André kan in dat geval niet alleen zijn krediet aflossen, maar ook zelf winst realiseren (en die bovendien ook als deposito aanhouden). → De bank ziet niet alleen het bedrag van het krediet terugbetaald, maar geniet ook mee van een gedeelte van de gerealiseerde winst, in de vorm van intresten.
Krediet kost geld | pag. 21
3. Snel geld nodig? André heeft net sterk geïnvesteerd in de uitbreiding van zijn bedrijf. Alles blijft binnen de voorziene kosten en het nieuwe personeel wordt vlot ingeschakeld. Ook de verkoop stijgt, maar toch nog niet helemaal naar wens. Om de winsten te verhogen heeft André een berekend risico genomen door een lening aan te gaan. Hij kan maar in zijn opzet slagen als hij zijn producten ook verkocht krijgt. De prijzen van het soort producten dat hij verkoopt (huishoudtoestellen) zijn doorgaans hoog. Niet alle klanten hebben daarvoor voldoende geld opzij gezet. Maar daaraan kan een mouw worden gepast. Waarom zou André geen krediet aanbieden aan mensen die willen kopen? Op die manier probeert hij de verkoop uit te breiden door een beroep te doen op inkomen dat zijn klanten nog moeten verwerven.
Krediet Wanneer we spreken over krediet, bedoelen we de verplichting om pas later een prijs te betalen of een som geld terug te betalen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om het lenen van geld, het opnemen van geld dat ter beschikking wordt gesteld door middel van een kredietopening, het afbetalen van een aankoopprijs in schijven, enzovoort.
Krediet kost geld | pag. 23
Wanneer banken en andere geldschieters een krediet verlenen aan consumenten gaat het vooral om: → Consumentenkredieten: Deze worden door professionele kredietverstrekkers (zowel banken als andere ondernemingen) verleend aan mensen die dat krediet nodig hebben voor andere doelen dan hun beroep of handel. Bijvoorbeeld : een auto op afbetaling kopen, een lening voor persoonlijke doelstellingen, een kredietkaart bij een winkelketen, … → Hypothecair krediet: Hier gaat het om kredieten die door een hypotheek zijn gedekt. Men spreekt ook wel over woonkrediet, omdat dit door de consument voornamelijk wordt aangegaan om een woning te kopen of te renoveren. De hypotheek biedt de kredietgever een zeer sterke garantie op terugbetaling. Door inschrijving van de hypotheek op een speciaal register in het hypotheekkantoor, heeft de kredietgever voorrang op andere schuldeisers om zich te laten betalen uit de opbrengst van de verkoop van de gehypothekeerde woning.
Ga naar aanleiding van een aankoop nooit ondoordacht krediet aan. In publiciteit, in winkels en op beurzen sparen verkopers kosten noch moeite om u tot kopen aan te zetten. Soms verkondigen ze hierbij dat u zich vooral niet mag laten afschrikken door een prijs die voor u nu niet haalbaar is. Er kan altijd voor gezorgd worden dat u krediet krijgt. Krediet wordt dan ook aangeboden voor uitgaven die misschien niet allemaal even noodzakelijk of duurzaam zijn, bijvoorbeeld om op reis te gaan. Beslis niet dadelijk ter plaatse maar neem de nodige tijd om na te gaan of het krediet voor u wel gunstig is. Wat is de meerprijs van het krediet in vergelijking met de contante prijs? Is die meerprijs verantwoord? Let uiteraard ook op de gevolgen voor uw huidige budget. Herroepingsrecht Bij veruit de meeste consumentenkredieten kunt u de overeenkomst herroepen tot 14 kalenderdagen na ondertekening van het contract (of na ontvangst van de contractvoorwaarden en informatie, wanneer dit later valt).
Beide kredietsoorten zijn wettelijk gereglementeerd, waardoor de consument een zekere bescherming geniet7.
Kredietgevers en kredietbemiddelaars Wanneer u een krediet aangaat, kunt u te maken hebben met: → een kredietgever: deze staat u een krediet toe. Dit kunnen banken zijn, maar ook andere ondernemingen bieden krediet aan: winkels en winkelketens (waar u aankopen op afbetaling kunt 7
Het gaat om de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet en de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet. Beide wetten dekken grotendeels de kredieten die door professionelen aan consumenten worden verleend. Sommige kredieten worden geheel of gedeeltelijk buiten de wet op het consumentenkrediet gehouden.
Krediet kost geld | pag. 25
doen, waar u een kredietkaart kunt verkrijgen, …) financieringsmaatschappijen, enzovoort. → een kredietbemiddelaar: deze helpt u bij het zoeken van een kredietovereenkomst, het voorbereiden van het aangaan van het krediet. Eventueel sluit hij namens een kredietgever de kredietovereenkomst af. Maar hij verstrekt het krediet niet zelf.
Krediet is geen oplossing bij financiële moeilijkheden
Zorgvuldigheidsverplichting Kredietgevers hebben een zorgvuldigheidsverplichting. Zo mogen zij u slechts krediet verlenen wanneer redelijkerwijze kan aangenomen worden dat u in staat zult zijn uw verplichtingen na te komen. Wanneer zich betalingsmoeilijkheden voordoen, is het zinvol na te gaan in welke omstandigheden het krediet werd verleend. Overtreding van de zorgvuldigheidsverplichting kan er namelijk toe leiden dat uw terugbetalingsverplichtingen door de rechter worden versoepeld.
Mensen met financiële moeilijkheden komen wel eens in de verleiding om ademruimte te zoeken door krediet aan te gaan. Sommige kredietgevers en kredietbemiddelaars spelen hier zelfs op in. Bij consumentenkredieten zijn verschillende vormen van agressieve reclame overigens bij wet verboden. Mensen met een financieel mes op de keel wegens te veel betalingsverplichtingen, aanmaningen, dreigingen met beslag,… beschouwen een nieuw krediet soms als de laatste strohalm. Maar dit is geen oplossing. → Het aangaan van krediet als men krap bij kas zit, betekent in het beste geval een uitstel van de moeilijkheden. Ook nieuw krediet moet worden terugbetaald en de moeilijkheden zullen zo mogelijk nog groter worden. → Krediet heeft een kostprijs. Het aangaan van een (nieuw) krediet betekent dat men zich bijkomende kosten op de hals haalt.
pag. 26 | Krediet kost geld
PROBLEMEN MET UW LENINGEN? WIJ BIEDEN DE OPLOSSING. WACHT NIET TOT HET TE LAAT IS! WIJ CENTRALISEREN AL UW LENINGEN Neem contact op met Vitcrédit Profijtstraat 85, 2170 Merksem
Krediet kost geld | pag. 27
4. Intrest groeit niet aan de bomen Intrest en intrestvoet → Intrest is de vergoeding die u moet betalen voor het krediet dat u verleend wordt. Het is ook de vergoeding die de bank u verschuldigd is voor het gebruik dat zij maakt van het geld op uw bankrekening. → De intrestvoet is het percentage op jaarbasis waarin die vergoeding wordt uitgedrukt.
Voorbeeld: U leent 200 euro en betaalt dat na één jaar terug. De intrestvoet is 15%. De intrest bedraagt dan 30 euro.
INTREST
15%
INTRESTVOET
KAPITAAL
pag. 28 | Krediet kost geld
Krediet kost geld | pag. 29
Consumentenkrediet: de totale kosten van het krediet en het jaarlijks kostenpercentage (JKP) Wanneer u wil weten hoeveel een krediet in totaal kost, moet u niet alleen rekening houden met de intrest, maar ook met de andere kosten die u worden aangerekend: de dossierkosten, het commissieloon van de bemiddelaar, … Maar als het om een consumentenkrediet gaat, wordt het u wat gemakkelijker gemaakt. → Wie consumentenkredieten aanbiedt (als kredietgever of kredietbemiddelaar) is verplicht om in zijn informatie en in de kredietovereenkomst melding te maken van de totale kosten van het krediet. Dat zijn alle kosten die de consument moet betalen ingevolge de kredietovereenkomst (met uitzondering van de notariskosten, kosten wegens achterstal van betaling en kosten die hoe dan ook bij de aankoop van een goed of dienst moeten worden betaald). → Het jaarlijks kostenpercentage drukt de totale kosten van het krediet uit als een percentage op jaarbasis.
Krediet is duur Wanneer we de tarieven van consumentenkredieten bekijken blijkt dat de kostprijs ervan, uitgedrukt in het jaarlijks kostenpercentage, vaak zeer hoog ligt. In ons land worden de intrestvoeten vrij bepaald. Consumentenkredieten vormen hierop een uitzondering. Per koninklijk besluit zijn voor de consumentenkredieten maximale jaarlijkse kostenpercentages vastgelegd, naargelang het krediettype en het bedrag. Kredietgevers mogen altijd een lager percentage aanbieden.
In ons voorbeeld leent Mark aan een jaarlijks kostenpercentage van niet minder dan 15,50 %. Dit was trouwens het maximale jaarlijkse kostenpercentage dat toen (in 2011) door de overheid was toegelaten.
Vaste of variabele intrestvoet In een aantal gevallen kunt u kiezen om de intrestvoet in de loop van het krediet al dan niet te laten veranderen.
TOTALE KOSTEN VAN HET KREDIET
15% KAPITAAL
JAARLIJKS KOSTENPERCENTAGE
→ Wanneer u kiest voor een vaste intrestvoet, dan wordt uw intrest voor de duur van het krediet berekend aan dezelfde intrestvoet. Dit biedt het voordeel dat stijgingen van de intrestvoeten op de markt u bespaard blijven. Anderzijds kunt u geen voordeel doen met eventuele dalingen van de intrestvoet. → Een variabele intrestvoet schommelt in de loop van het krediet. De uitkomst daarvan is onvoorspelbaar.
pag. 30 | Krediet kost geld
Krediet kost geld | pag. 31
Hypothecair krediet
Kredietopeningen
Bij hypothecair krediet kan de intrestvoet vast of veranderlijk zijn. Dit sluit niet uit dat er een combinatie van beide formules kan worden toegepast (bijvoorbeeld de eerste 10 jaren een vaste intrestvoet en daarna een intrestvoet die jaarlijks verandert).
Verder kunt u een variabele intrestvoet vooral tegenkomen bij kredietopeningen8 (zoals bijvoorbeeld een zichtrekening waarop u in het rood kunt gaan). In de overeenkomst moet u alleszins de nodige informatie vinden, onder meer de voorwaarden waaronder die intrestvoet (debetrentevoet) wordt toegepast en de termijnen, voorwaarden en procedures voor de wijziging ervan.
Bij hypothecair krediet gaat het om een belangrijke keuze, aangezien dit krediet over een lange periode loopt. Bovendien maakt de afbetaling ervan een aanzienlijk deel van het gezinsbudget uit. Een grote stijging in de loop der jaren kan dus ingrijpende gevolgen hebben. Maar zulks kan moeilijk of niet vooraf worden voorspeld. Wie financiële zekerheid voorop stelt, kiest dus voor een vaste intrestvoet.
U moet van de wijzigingen in kennis worden gesteld voordat ze van kracht worden. Wanneer deze wijzigingen echter afhangen van de schommelingen van een referentierentevoet waarvan het publiek kennis kan nemen, dan kan het volstaan dat die informatie u slechts periodiek wordt gegeven.
Overweegt u toch een veranderlijke intrestvoet, weet dan dat de schommelingen hiervan niet willekeurig mogen gebeuren, maar alleen binnen bepaalde wettelijke beperkingen. De principes hiervan zijn de volgende : → De intrestvoet moet zowel in meer als in min schommelen. → De intrestvoet mag niet veranderen binnen een periode van minder dan één jaar. → De intrestvoet wijzigt in functie van de schommelingen van een door de overheid aangewezen referteïndex en met toepassing van een voorgeschreven formule. → De verandering van de intrestvoet wordt zowel in meer als in min beperkt tot een bepaald verschil ten opzichte van de oorspronkelijke intrestvoet. Dit verschil mag in geval van stijging niet meer bedragen dan het verschil in geval van daling. → Gedurende de eerste drie jaren wordt alleszins slechts een beperkte verhoging toegelaten (niet meer dan wat overeenstemt met één of twee procentpunten op jaarbasis hoger dan de oorspronkelijke intrestvoet gedurende respectievelijk het tweede en het derde jaar).
Voor kredietopeningen aangegaan voor een termijn van meer dan een jaar, kunt u de overeenkomst opzeggen wanneer de wijziging van de debetrentevoet meer dan 25% bedraagt van de aanvankelijk of voorheen overeengekomen intrestvoet. Die opzegging moet u geven binnen een termijn van drie maanden vanaf de kennisgeving.
8
pag. 32 | Krediet kost geld
Zie hoofdstuk 6
Krediet kost geld | pag. 33
5. Let op de terugbetalingen en beperk de kosten De regelmaat waarmee u uw krediet terugbetaalt - of de afwezigheid daarvan - heeft directe gevolgen voor de kosten daarvan. Consumenten staan daar niet altijd bij stil wanneer zij een overeenkomst aangaan.
De tijd doet de kosten oplopen De intrestvoet zegt op zich nog niet hoeveel kosten u betaalt. Dat komt doordat het gaat om een percentage dat geldt voor een jaar. De kosten hangen dus ook af van de duur van uw krediet. Een eenvoudig voorbeeld9 → Stel dat u een krediet van 1000 euro hebt aangegaan voor een periode van 3 jaar. De intrestvoet bedraagt 10%. → Wanneer u nu gedurende die 3 jaar geen kapitaal aflost maar enkel intrest betaalt, dan betaalt u ieder jaar 100 euro (want 10% van 1000 = 100). Na drie jaar hebt u dan 300 euro aan intresten betaald. → Wanneer u op het einde ook het kapitaal aflost hebt u in totaal 1300 euro betaalt. Dit kan verassend veel lijken bij een intrestvoet van 10%.
9
Het gaat om een vereenvoudigd voorbeeld dat niet aan de praktijk is ontleend.
Krediet kost geld | pag. 35
Het saldo van het kapitaal doet de intresten oplopen a) U betaalt op het einde van het krediet In het voorbeeld hierboven wordt geen kapitaal afgelost. Het gevolg is dat de intresten maximaal oplopen. Zij worden immers telkens op het volledige kapitaal berekend.
intresten
kredietnemers kan het interessant zijn om iedere periode (maand) een gelijk bedrag te betalen, zodat zij altijd precies weten of zij dat bedrag in hun budget kunnen inpassen. Hetzelfde voorbeeld, maar dan met de betaling van vaste bedragen. Stel dat u met de kredietgever bent overeengekomen om het kapitaal van 1000 euro geleidelijk af te lossen. De kredietgever heeft berekend dat u dat kunt doen door ieder jaar 402,11 euro te betalen10. We kunnen uw betalingen dan als volgt voorstellen. Iedere staaf is een betaling (voor elk van de 3 jaren). Die is altijd even groot, maar de samenstelling is steeds anders.
terugbetaling kapitaal
intresten
1
2
3
terugbetaling kapitaal
Sommige kredieten (die bij consumenten minder voorkomen) worden volgens die methode aangegaan, bijvoorbeeld om een periode van tijdelijk geldtekort te overbruggen. 1
Maar hetzelfde effect doet zich voor wanneer u een krediet hebt aangegaan waarbij u niet verplicht bent om op vastgestelde tijdstippen kapitaal af te lossen en u gedurende een lange periode helemaal niets afbetaalt. b) U betaalt op vastgestelde tijdstippen een vast bedrag Bij vele kredietovereenkomsten betaalt u het kapitaal geleidelijk terug. Maar u betaalt intussen ook intresten. Beide bedragen variëren. Voor de
pag. 36 | Krediet kost geld
2
3
Hier zien we het volgende : → U betaalt steeds minder intresten. → Bij iedere betaling lost u steeds een groter gedeelte van het kapitaal af.
10 We houden het hier omwille van de eenvoud bij jaarlijkse betalingen, in praktijk zijn die gewoonlijk maandelijks.
Krediet kost geld | pag. 37
De totale intresten die u betaalt liggen hierdoor lager. De totale som der intresten bedraagt hier 206,34 euro (tegenover 300 euro in het vorige voorbeeld). c) U betaalt af op tijdstippen naar keuze Bij sommige kredieten, zoals kredietopeningen, hebt u een zekere vrijheid in het bepalen van de tijdstippen waarop u afbetaalt. In dergelijk geval hebt u de kosten voor een stuk in eigen handen. Indien u bijvoorbeeld gedurende lange tijd nalaat af te betalen, dan lopen de kosten intussen maximaal op.
6. “Altijd geld beschikbaar!”: altijd in het rood? Het verhaal van Cindy Cindy heeft een dag verlof genomen om er samen met haar vriendin op uit te trekken. Aangezien de nieuwe zomercollectie in de winkels is aangekomen, gaan ze even de stad in op zoek naar een nieuwe outfit. Cindy beloont zichzelf met een ensemble van Versace en met de nieuwste zonnebril van Chanel. Nu ze toch in de stad zijn, denkt Cindy er plots aan dat ze nog inkopen moet doen voor het etentje van morgen. Ze heeft namelijk de ouders van de vriend van haar dochter uitgenodigd en wil er een speciale avond van maken met een “behoorlijk aantal gangen-menu”. Cindy gaat vlug de supermarkt binnen. Na een kwartiertje is haar winkelkar al goed gevuld. Nog even aanschuiven aan de kassa en dan kan ze naar huis om te starten met de voorbereidingen voor het diner van morgen. 86,40 euro is het bedrag dat ze moet betalen. Cindy haalt haar portefeuille boven en merkt dat ze maar 20 euro over heeft. Dit is haar nog nooit overkomen. Haar vriendin schiet haar vlug het gevraagde bedrag voor. Cindy kijkt even rond, hopend dat er niet te veel mensen iets gemerkt hebben. De kassierster geeft haar een folder mee met informatie over de rapido-kaart. Hiermee zal ze als het ware “altijd geld beschikbaar hebben”, ook al heeft ze geen euro op zak.
pag. 38 | Krediet kost geld
Krediet kost geld | pag. 39
De kredietopening
Alles terugbetalen: de nulstelling
Bij kredietopeningen kunt u - tot een bepaalde limiet - aankopen doen of geld opnemen op één of meerdere momenten. U betaalt terug volgens de voorwaarden die aan dit krediet verbonden zijn.
Consumentenkredieten die niet in de periodieke terugbetaling van kapitaal voorzien en die van onbepaalde duur of van een langere duur dan vijf jaar zijn, zijn wettelijk verplicht een termijn van nulstelling te voorzien. Dit houdt in dat de kredietnemer binnen die termijn het totaal te betalen bedrag aan de kredietgever moet terugbetaald hebben, zodat zijn krediet op dat moment nul bedraagt.
Met een kredietkaart? Dikwijls wordt dergelijk krediet samen met een kaart aangeboden. Dergelijke kaart laat u toe om in bepaalde winkels aankopen te doen en pas op een later tijdstip te betalen. Wanneer u een dergelijke kaart ter beschikking krijgt, is het altijd goed om voor ogen te houden waarover het precies gaat. → Is het een kaart waarmee u uitgaven kunt doen met uitstel van betaling, bijvoorbeeld door op het einde van iedere maand het verschuldigde bedrag te betalen zonder dat er intresten aangerekend worden? → Of gaat het om een kaart waarmee u krediet aangaat waarop intresten worden aangerekend?
INTREST 0 1
2
3
4
5
6
Wanneer een nulstelling wordt voorzien, betaalt de kredietnemer het gehele bedrag terug
KAPITAAL OPNEMEN
Let erop dat u niet permanent in het rood staat. Er is dus een wezenlijk verschil met een lening of een aankoop op afbetaling, waarbij u van bij het begin een krediet voor een bepaald bedrag aangaat en dit in de loop van de overeenkomst terugbetaalt.
De kredietopening kan de kredietnemer toelaten om op meerdere tijdstippen krediet op te nemen
De kredietnemer kan het kredietbedrag (eventueel gedeeltelijk) terugbetalen... ... om daarna terug krediet op te nemen
Kredietopeningen kan men daarentegen beschouwen als een permanente uitnodiging om schuld aan te gaan. Wanneer u het opgenomen bedrag op een bepaald moment - geheel of gedeeltelijk - aangezuiverd hebt, is het mogelijk om opnieuw krediet op te nemen. Het gevaar dat u in een permanente schuld verzeild geraakt is dan niet ver weg.
pag. 40 | Krediet kost geld
Krediet kost geld | pag. 41
7. Hoe zwaar weegt uw krediet? Mark gaat zorgvuldig te werk wanneer hij beslist hoeveel hij gaat lenen. Een groot gedeelte van de prijs van de auto (12.950 euro) kan hij met spaargeld betalen. Uiteindelijk leent hij bij de bank nog 5000 euro. Hij kiest voor een lening die hij terugbetaalt op vastgestelde tijdstippen. Iedere maand betaalt hij hetzelfde bedrag. Zo heeft hij steeds zekerheid over zijn financiële verplichtingen.
De situatie verschilt naargelang de kredietnemer al dan niet op vastgestelde tijdstippen terugbetaalt.
U betaalt op vastgestelde tijdstippen Mark vindt in een informatieformulier de volgende bijzondere voorwaarden van zijn lening. Kapitaal → Duur van de overeenkomst → Jaarlijks kostenpercentage → Termijn/bedrag maandelijkse betaling → Totaal door u te betalen bedrag → Totale kosten van het krediet →
pag. 42 | Krediet kost geld
5000,00 euro 36 maanden 15,50% 172,10 euro 6195,50 euro 1195,50 euro
Krediet kost geld | pag. 43
De aflossingstabel Wanneer u een krediet voor vaste duur aangaat en op regelmatige tijdstippen terugbetaalt, kan daarvan een aflossingstabel worden gemaakt. Hierop kunt u het verloop van de aflossing van uw krediet aflezen: hoeveel u telkens aan kosten betaalt, hoeveel kapitaal u aflost, hoeveel kapitaal u nog moet aflossen11.
We stellen de aflossing van Marks lening voor door een grafiek. Ieder staafje stelt een maandelijkse terugbetaling voor (36 maanden). Iedere terugbetaling bestaat uit:
→ een deel terugbetaling van het kapitaal en → een deel kosten (voor die maand).
Kredieten die u niet op vastgestelde tijdstippen terugbetaalt Bij kredieten waarbij u niet maandelijks (of met een andere regelmaat) afbetaalt, is het moeilijk om op een vergelijkbare manier een overzicht van de toekomstige betalingen te geven.
DE TOTALE KOSTEN VAN HET KREDIET Dit is het bedrag dat het krediet u over de ganse looptijd kost.
172,10 euro
Mogelijk laat de kredietovereenkomst u een grote vrijheid om uw terugbetalingen te regelen. Weet dan dat hoe langer u de terugbetaling van het (opgenomen) kapitaal uitstelt, hoe hoger de kosten zullen oplopen.
HET KAPITAAL Dit is het bedrag waarvoor u het krediet aangaat.
1
36
DUUR VAN HET KREDIET IN MAANDEN Hoe meer u de betalingen in de tijd kunt spreiden: → hoe lager het maandelijks verschuldigd bedrag is; → maar ook: hoe hoger de kosten oplopen.
Kosten Aflossing
HET TOTALE BEDRAG DAT U MOET BETALEN Dit is het kapitaal dat u zult moeten terugbetalen plus de totale kosten van het krediet.
BEDRAG VAN DE MAANDELIJKSE BETALING (TERMIJN) Het bedrag dat u bij iedere aflossing (doorgaans iedere maand) moet betalen geeft u een idee of u die financiële inspanning aankunt.
15,50%
DE INTRESTVOET - HET JAARLIJKS KOSTENPERCENTAGE → Aan de hand van dit percentage berekent men de kosten van uw krediet. → Maar op zich zegt dit nog niet hoe hoog de kosten zullen zijn. Dat hangt ook af van het kapitaal en de duur van uw krediet.
11
pag. 44 | Krediet kost geld
Een aflossingstabel moet trouwens verplicht bijgevoegd worden bij consumentenkredietovereenkomsten van bepaalde duur met aflossing van kapitaal, behoudens voor kredietopeningen, en bij hypothecaire kredieten die voorzien in een aflossing van kapitaal.
Krediet kost geld | pag. 45
Alle lopende kredieten vervangen door een nieuw krediet? Nee bedankt! Aan mensen die te veel en te zware kredieten hebben aangegaan, stellen kredietgevers wel eens voor om deze kredieten te hergroeperen. Zij worden dan vervangen door één nieuw krediet. Ga daar niet op in.
Bijlage 1 - Betalingen via de bank: enkele bijzondere regels
Wanneer wordt een betaling uitgevoerd? Vanaf wanneer worden daar intresten op berekend?
→ Vervanging van één krediet door een ander is niet noodzakelijk verkeerd. Maar beoordeel zulks altijd voor elk krediet afzonderlijk en niet voor al uw kredieten tegelijk.
Wanneer u geld via de bank of een andere betalingsdienstaanbieder overmaakt aan een andere persoon, dan moet die betaling binnen een zekere termijn worden uitgevoerd.
→ Mogelijk zal de kredietgever een lagere maandelijkse afbetaling in het vooruitzicht stellen. Wanneer dit echter het gevolg is van een grotere spreiding in de tijd, is het mogelijk dat de totale kosten uiteindelijk hoger liggen.
Dat is ook van belang voor de valutadatum. Dit is de datum waarop een gestort bedrag intrest begint op te brengen of een opgenomen bedrag ophoudt intrest op te brengen. Die datum kan in ieder geval niet door één of ander intern reglement worden gemanipuleerd.
→ Bij vervroegde aflossing van oude kredieten is het mogeljk dat de kredietgever daarvoor een vergoeding vraagt. Die vindt u terug in de voorwaarden van het krediet.
→ Bij storting op uw rekening valt de valutadatum uiterlijk op de werkdag waarop het bedrag op de rekening wordt gestort. De bank moet er overigens voor zorgen dat het bedrag ter beschikking komt nadat het op uw rekening is gestort. → Wanneer u betaalt of geld afhaalt valt de valutadatum niet vroeger dan het tijdstip waarop het bedrag van uw rekening wordt genomen. De termijn binnen dewelke de betaling moet worden uitgevoerd verschilt naargelang de wijze van overschrijving en naargelang al dan niet wordt overgeschreven naar een rekening bij dezelfde bank.
pag. 46 | Krediet kost geld
Krediet kost geld | pag. 47
Overschrijving naar rekening van een andere bank Elektronische overschrijving → Tijdstip van ontvangst + 1 werkdag Papieren overschrijving → Tijdstip van ontvangst + 2 werkdagen Overschrijving naar rekening van dezelfde bank Elektronische overschrijving → Dezelfde werkdag als ontvangst Papieren overschrijving → Tijdstip van ontvangst + 2 werkdagen Storting contant geld (door consument) Bank stelt het geld beschikbaar en valuteert onmiddellijk na het tijdstip van ontvangst. Het tijdstip van ontvangst is het tijdstip waarop de betalingsopdracht van de betaler (of van de begunstigde, zoals bij domiciliëring) door de bank wordt ontvangen. Let op: wanneer de betalingsopdracht niet op een werkdag valt, dan wordt pas de eerstvolgende werkdag als de dag van ontvangst beschouwd. Een werkdag is een dag waarop de bank open is om de betalingstransactie uit te voeren. Wanneer de betaling bij de bank van de begunstigde toekomt, moet die bank het geld onmiddellijk ter beschikking stellen van deze laatste.
De domiciliëring Bij domiciliëring geeft u de begunstigde toestemming zich op eigen initiatief vanuit uw rekening te laten betalen12. → Totstandkoming Er kan geen domiciliëring plaatsvinden zonder dat u uitdrukkelijk toestemming (een mandaat) hebt gegeven (eventueel in de overeenkomst zelf waarmee de betaling via domiciliëring wordt geregeld). U kunt die
toestemming geven aan degene aan wie u wenst te betalen (de begunstigde), de bank van deze begunstigde of uw eigen bank. U moet in ieder geval een exemplaar van het mandaat ontvangen. Het moet ook duidelijk zijn welke betaling (uit welke overeenkomst) op die manier wordt geregeld. Het mandaat moet naar die overeenkomst verwijzen.
→ Het bedrag van de domiciliëring In de overeenkomst wordt de draagwijdte van de bedragen bepaald: aard, vervaltermijn en, zo mogelijk, het juiste bedrag. Indien het juiste bedrag bij de domicilëring niet bepaald is, dan moet de begunstigde u kennis geven van het bedrag op de overeengekomen datum. Dit moet gebeuren binnen een redelijke termijn voorafgaand aan de uitvoering van de domiciliëring. → Opzegging U kunt de domiciliëring te allen tijde opzeggen door hiervan kennis te geven aan de begunstigde of, wanneer dit uitdrukkelijk werd overeengekomen, aan uw bank. → Terugbetaling Tot acht weken na de uitvoering van een betaling via domiciliëring, kunt u de bank om terugbetaling verzoeken. Er moeten dan wel tenminste de volgende twee voorwaarden vervuld zijn : → toen u toestemming gaf stond het precieze bedrag niet vast; → het bedrag van de betalingstransactie ligt hoger dan u redelijkerwijs had kunnen verwachten. In de overeenkomst met uw bank kan opgenomen zijn dat u geen recht hebt op terugbetaling, op voorwaarde dat u het mandaat aan uw eigen bank hebt gegeven en u door de begunstigde ten minste vier weken voor de vervaldag geïnformeerd bent over het verschuldigde bedrag.
12
Dit mag niet worden verward met de doorlopende opdracht. Daarbij gaat geen initiatief van de begunstigde uit, maar geeft u uw bank opdracht om op bepaalde data vaste bedragen over te maken.
Krediet kost geld | pag. 49
Bijlage 2 Voorbeeld van een aflossingstabel Wanneer u een kredietovereenkomst met een bepaalde duur aangaat en u in de loop van dit krediet het kapitaal aflost, dan kan men aan de hand van de aflossingstabel nagaan hoever u telkens staat met de aflossing van dit kapitaal. De aflossingstabel bij het krediet van Marks autolening (pagina 44) vindt u op de volgende pagina.
pag. 50 | Krediet kost geld
Krediet kost geld | pag. 51
Termijn (=maand)
Betaling
Kosten
Aflossing
Saldo
Totaal betaald
1
172,10
60,40
111,69
4.888,31
172,10
2
172,10
59,05
113,04
4.775,26
344,19
3
172,10
57,69
114,41
4.660,85
516,29
4
172,10
56,31
115,79
4.545,06
688,39
5
172,10
54,91
117,19
4.427,87
860,49
6
172,10
53,49
118,61
4.309,27
1.032,58
7
172,10
52,06
120,04
4.189,23
1.204,68
8
172,10
50,61
121,49
4.067,74
1.376,78
9
172,10
49,14
122,96
3.944,79
1.548,88
10
172,10
47,66
124,44
3.820,35
1.720,97
11
172,10
46,15
125,94
3.694,40
1.893,07
12
172,10
44,63
127,47
3.566,93
2.065,17
13
172,10
43,09
129,01
3.437,93
2.237,27
14
172,10
41,53
130,56
3.307,36
2.409,36
15
172,10
39,96
132,14
3.175,22
2.581,46
16
172,10
38,36
133,74
3.041,48
2.753,56
17
172,10
36,74
135,35
2.906,13
2.925,65
18
172,10
35,11
136,99
2.769,14
3.097,75
19
172,10
33,45
138,64
2.630,50
3.269,85
20
172,10
31,78
140,32
2.490,18
3.441,95
21
172,10
30,08
142,01
2.348,16
3.614,04
22
172,10
28,37
143,73
2.204,43
3.786,14
23
172,10
26,63
145,47
2.058,97
3.958,24
24
172,10
24,87
147,22
1.911,74
4.130,34
25
172,10
23,10
149,00
1.762,74
4.302,43
pag. 52 | Krediet kost geld
26
172,10
21,30
150,80
1.611,94
4.474,53
27
172,10
19,47
152,62
1.459,32
4.646,63
28
172,10
17,63
154,47
1.304,85
4.818,73
29
172,10
15,76
156,33
1.148,52
4.990,82
30
172,10
13,87
158,22
990,29
5.162,92
31
172,10
11,96
160,13
830,16
5.335,02
32
172,10
10,03
162,07
668,09
5.507,11
33
172,10
8,07
164,03
504,06
5.679,21
34
172,10
6,09
166,01
338,06
5.851,31
35
172,10
4,08
168,01
170,04
6.023,41
36
172,10
2,05
170,04
0,00
6.195,50
6195,50
1195,50
5000,00
0,00
6195,00
Totaal
→ Termijn:het cijfer zegt om de hoeveelste termijnbetaling het gaat. In ons voorbeeld zijn dit 36 maandelijkse betalingen.
→ Kosten (of maandelijkse intresten): het gedeelte van de betaling bestemd voor de kosten van het krediet. Omdat de betalingen maandelijks gebeuren, wordt voor de berekening het jaarlijkse percentage van 15,50 omgezet in een maandelijks percentage13 van 1,2081 %.
13
Voor de wiskundeknobbels: die omzetting in een maandelijkse intrestvoet gebeurt aan de hand van volgende formule: maandelijkse intrestvoet = 12 -1 1+ jaarlijkse intrestvoet
In ons voorbeeld wordt dat: 12
-1 = 0,012081 1 + 0,1550
Krediet kost geld | pag. 53
De kosten worden berekend op het kapitaal dat nog moet worden afgelost. Bijvoorbeeld: na de zevende maand moet nog 4189,23 euro kapitaal worden afgelost. Voor de achtste maand bedragen de kosten dan 1,2081 % van 4189,23 euro = 50,61 euro.
Het saldo: het deel van het kapitaal dat nog moet worden terugbetaald.
Bijvoorbeeld: de achtste maand is dit 4189,23 euro (het saldo op de zevende maand) - 121,49 euro (de aflossing van de achtste maand) = 4067,74 euro
Betaling: het bedrag dat de consument iedere maand moet betalen14.
Mark betaalt iedere maand een gelijk bedrag, met name 172,10 euro. Dit bedrag is telkens de optelsom van de bedragen onder de kolommen “kosten” en “aflossing”.
Totaal betaald: het totale bedrag van zowel kapitaal als intresten die de consument reeds betaald heeft.
Wanneer we alle maandelijkse betalingen van Mark optellen komen we tot een totaal bedrag van 6195,50 euro.
Aflossing: het gedeelte van de termijnbetaling dat naar de aflossing van het kapitaal gaat.
Bijvoorbeeld: Voor de achtste maand gaat 172,10 (betaling) 50,61(kosten) = 121,49 euro naar de aflossing van het kapitaal.
14
Nogmaals voor de wiskundeknobbels: wanneer men een krediet afbetaalt in gelijke bedragen (bijvoorbeeld iedere maand), die telkens bestaan uit een deel intresten en een deel kapitaalaflossing, berekent men dit bedrag als volgt: Kapitaal x intrestvoet + intrestvoet) (1 + intrestvoet) aantal termijnen - 1 In ons voorbeeld wordt dat: 5000,00 x 0,012081 + 0,012081) = 172,10 euro 36 (1 + 0,012081) - 1
Krediet kost geld | pag. 55
Bijlage 3 Woordenlijst Aflossingstabel: overzicht van het verloop van de aflossing van een krediet. Daarop kunt u onder meer aflezen hoeveel u bij iedere betaling aflost, hoeveel intresten of kosten u betaalt en hoeveel u nog moet aflossen.
Bank: onderneming die deposito’s ontvangt en krediet verleent. In de wetgeving gebruikt men de term “kredietinstelling”. Die term dekt trouwens ook ondernemingen die betaalinstrumenten in de vorm van elektronisch geld uitgeven.
Consumentenkrediet: krediet dat door een professionele kredietverlener verstrekt wordt aan iemand die het krediet gebruikt als consument, dit wil zeggen voor andere zaken dan het drijven van handel, een beroep of een ambacht. In deze gids (en in vele andere publicaties) wordt deze term weerhouden voor kredieten die onder het toepassingsgebied van de wet op het consumentenkrediet vallen.
Domiciliëring: betalingsopdracht waarbij het initiatief uitgaat van degene die door deze betaling begunstigd wordt en dit doet op grond van een toestemming die door de betaler werd gegeven.
Deposito: geld dat in bewaring werd gegeven en waarbij de bewaarder (de bank) gehouden is dit terug te betalen.
Hypotheek: zakelijk recht op een onroerend goed waardoor een schuldeiser zich bij voorrang op andere schuldeisers kan laten uitbetalen uit de opbrengst van de verkoop van dat goed.
Krediet kost geld | pag. 57
Hypothecair krediet: krediet dat door een hypotheek wordt gedekt.
Spaarrekening: rekening waarop steeds geld kan gestort of afgenomen worden, waarbij de intrest vrijgesteld is van fiscale aangifte.
Intrest: de vergoeding die verschuldigd is voor het genieten van krediet of voor het houden van deposito’s.
Intrestvoet: percentage waarmee de intrest wordt uitgedrukt (gewoon-
Termijn: gedeelte van de afbetaling van een krediet dat met betrekking tot een zekere periode (bijvoorbeeld maand) of voor een bepaalde datum moet worden betaald.
lijk op jaarbasis).
Totale kosten van het krediet: bij consumentenkredieten zijn dit alle Jaarlijks kostenpercentage: bij consumentenkredieten is dit de uitdrukking van de totale kosten van het krediet als een percentage op jaarbasis.
Krediet: verplichting om op een later tijdstip te betalen, zoals bijvoorbeeld de betaling van een prijs, de terugbetaling van een lening of een andere uitgestelde betalingsregeling.
kosten die de consument moet betalen in verband met de kredietovereenkomst, met uitzondering van notariskosten, kosten en vergoedingen wegens niet-naleving van de overeenkomst en kosten die in elk geval bij de (contante) aankoop van een goed of dienst moeten worden betaald.
Valutadatum: de datum waarop een gestort bedrag intrest begint op te Kredietbemiddelaar: iemand die u niet zelf krediet verstrekt, maar u
brengen of een opgenomen bedrag ophoudt intrest op te brengen.
helpt bij het zoeken van een krediet en het voorbereiden van het sluiten van de kredietovereenkomst.
Variabele intrestvoet: intrestvoet die in de loop van de kredietovereen-
Kredietgever: iedere onderneming die op commerciële basis of be-
komst kan schommelen, doorgaans in functie van een ander cijfer (referteïndex).
roepsmatig krediet verleent. Het kan gaan om banken, maar ook om andere ondernemingen.
Vaste intrestvoet: intrestvoet die niet kan wijzigen in de loop van de kredietovereenkomst.
Kredietopening: kredietvorm waarbij aan de kredietnemer de mogelijkheid wordt gegeven om geld (of andere middelen) in één maal of in meerdere malen op te nemen. De terugbetaling van de opgenomen kredieten wordt door de voorwaarden van de overeenkomst geregeld en laat dikwijls een zekere vrijheid aan de kredietnemer. Eventueel wordt aan de kredietopening een kaart verbonden.
pag. 58 | Krediet kost geld
Zichtrekening: rekening die toelaat dagelijkse verrichtingen (betalingen) uit te voeren.
Krediet kost geld | pag. 59
Bijlage 4 - Waar kunt u terecht met vragen en klachten? Federale Overheidsdienst (FOD) Economie
(zie o.m. www.economie.fgov.be onder de rubriek “Consumentenbescherming ”):
1) Voor vragen over de interpretatie van de wetgeving inzake onder meer consumentenkrediet, de basisbankdienst, de centrale voor kredieten aan particulieren, de betalingsdiensten
FOD Economie | Contactcenter tel. 0800 120 33 (gratis nummer) | fax 0800 120 57 (gratis nummer)
[email protected]
2) Voor specifieke klachten tegen een bepaalde praktijk of persoon
Algemene Directie Controle en Bemiddeling | Front Office NGIII, 3e verdieping Koning Albert II-laan 16 | 1000 Brussel tel. 02 277 54 84 | fax 02 277 54 52
[email protected]
Verbruikersateljee vzw Agoragalerij Grasmarkt 105/bus 51 | 1000 Brussel tel. 02 552 02 48
[email protected] www.verbruikersateljee.be
pag. 60 | Krediet kost geld
Krediet kost geld | pag. 61
Voor geschillen over bankdiensten kan de consument terecht bij Bemiddelingsdienst Banken - Krediet - Beleggingen Françoise SWEERTS, Ombudsman Grégory RENIER, Vertegenwoordiger van de consumenten Belliardstraat 15-17/bus 8 | 1040 Brussel tel. 02 545 77 70 fax 02 545 77 79
[email protected] www.ombfin.be
Verbruikersateljee vzw Grasmarkt 105 /b51 1000 Brussel tel. 02 552 02 48 fax 02 552 02 55
[email protected] www.verbruikersateljee.be
vu. Gert Mampaey Hofstraat 14 9470 Denderleeuw
pag. 62 | Krediet kost geld
Krediet kost geld | pag. 63 Foto’s reporters
Een uitgave van Verbruikersateljee vzw Beweging voor de kleine consument