Syllabus “krediet kost geld”
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 1
syllabus KREDIET KOST GELD
INLEIDING
Deze syllabus gaat over banken en kredietverlening. Banken en kredietverlening zijn niet meer weg te denken uit het leven van de consument. Vandaag lijkt eenieder trouwens te worden verondersteld bij een bank te zijn aangesloten. Velen zien in de bank de veilige bewaarder van geld en een gemakkelijke manier om betalingen te verrichten. De banken zelf spannen zich trouwens sterk in om klanten te werven. In eerste instantie proberen ze dan bankrekeningen en andere spaarproducten te verkopen. In deze syllabus bekijken we de deposito als kernactiviteit van banken en wat het houden van deposito’s nu zo bijzonder maakt. We belichten hierbij kort hoe die deposito de basis vormt voor kredietverlening, maar ook voor en de creatie van (virtueel) geld. Vervolgens is er ook de bank als verstrekker van kredieten, naast de andere, niet-bancaire kredietverstrekkers. We hebben het dan voornamelijk over kredieten die worden aangegaan voor persoonlijke uitgaven en voor de aanschaf van een woning. Begin 2012 waren niet minder dan 6 185 929 personen kredietnemer voor één van deze kredietsoorten. Op hetzelfde moment waren in de Centrale voor kredieten aan particulieren 318 499 personen met betalingsachterstallen geregistreerd. Kredietverstrekkers en handelaars beogen door het verstrekken van kredieten winst te realiseren en de verkoop te stimuleren. Om die reden stellen zij kredieten wel eens voor als een comfortabel middel om de koopkracht uit te breiden. De financiële gevolgen van krediet voor het gezinsbudget kunnen nochtans aanzienlijk zijn. Voor mensen die overwegen krediet aan te gaan, is het dan ook zinvol dat zij weten met welke mechanismen en financiële gevolgen zij rekening moeten houden. Verbruikersateljee stelt omtrent deze materie de gids met dezelfde titel “krediet kost geld” op. Daarin proberen we zo begrijpelijk en toegankelijk mogelijke manier een licht te maken. De verspreiding van de gids laten we gepaard gaan met begeleidende vormingen. Laagdrempeligheid en maximale betrokkenheid van het publiek werden daarbij vooropgesteld. De werkmethode mag overigens absoluut geen eenrichtingsverkeer zijn, maar moet in ruime mate de ervaringen van het publiek aan bod laten komen.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 2
Vorming aan de hand van beeldplaten Om de stof aanschouwelijk voor te stellen werd voor ieder onderdeel een beeldplaat ontwikkeld. Deze worden in deze syllabus weergegeven en vormen er de rode draad van. Per beeldplaat geven we volgende informatie: • Technische fiche: Een korte beschrijving van het onderwerp dat aan bod komt, de beeldplaat en de wijze waarop die wordt aangewend. Hierin komen eventueel ook vragen voor die aan de deelnemers kunnen worden voorgelegd. • Belangrijk om weten: Een puntsgewijze en korte opsomming van de kerngedachten van wat aan de hand van deze beeldplaat geleerd wordt. Die opsomming kan onder meer dienstig zijn om tijdens de uiteenzetting bij de hand te houden. • Toelichting: Wat in het vorige punt louter opgesomd is, wordt hier nader uitgelegd. De bedoeling is dat degene die vorming geeft per beeldplaat gemakkelijk kan uitmaken hoe diepgaand het onderwerp wordt uitgespit. Het gaat om een materie die zeer omvangrijk en vaak technisch en ingewikkeld is. In de syllabus wordt een poging ondernomen om de belangrijkste elementen op een eenvoudige en toegankelijke wijze mee te geven en de techniciteit en complexiteit tot een minimum te beperken.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 3
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 4
syllabus KREDIET KOST GELD
1. Banken en kredieten – Waarover gaat het?
Technische fiche We starten met een eerste kennismaking confrontatie met het onderwerp van de vorming. • Waar denken we in de eerste plaats aan wanneer het over banken hebben? • Is een bank vandaag van essentieel belang in eenieders leven? • Een bank is geen onderneming als een andere. Wat maakt een bank dan wel zo speciaal? We leggen in de beeldplaat een aantal citaten voor. De bedoeling is niet dat die allemaal worden toegelicht. Zij dienen slechts om een reflectie uit te lokken over de onderwerpen die erin aan bod komen. De citaten zijn trouwens zo gekozen dat de probleemstelling die zij aanraken in de loop van de vorming telkens nog aan bod komen. De rubriek belangrijk om weten” vermeldt enkele basiselementen die reeds aan bod kunnen komen.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 5
Enkele citaten over banken en kredieten
“Een deposito is een bijdrage aan de bank uit liefdadigheid .1”
“Een bankrekening is een element van het burgerschap geworden .2”
“De wijze waarop banken geld creëren is dermate eenvoudig dat onze geest daarvan terugdeinst .3”
“Je weet toch dat voor de bank de beste klant niet diegene is die terugbetaalt, meer degene die zich in de schuld steekt! 4”
1 Ambrose Bierce 2 “Studie over de uitsluiting van bankservice van mensen met een bescheiden inkomen”, Koöperatieve Verbruikersbeweging 3 John Kenneth Galbraith 4 Pierre Laforët, Humor in beroepen, Deel 17, Bankiers.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 6
Belangrijk om weten • Wat doen banken? →→
Bewaren van geld.
→→
Verlenen van krediet.
• Banken sparen kosten nog moeite om klanten te werven. →→
Reeds vanaf jonge leeftijd.
→→
Overheid moedigt dit aan: minderjarigen mogen zelf een spaarboekje openen.
• Anderzijds krijgen mensen die het minder breed hebben moeilijk toegang tot de banken. →→
Wettelijk recht op basisbankdienst.
• Banken moeten hun tarieven kenbaar maken. →→
De verandering van bank is kosteloos.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 7
Toelichting A. Welke activiteiten zijn eigen aan banken? We definiëren een bank als een onderneming die deposito’s ontvangt en krediet verleent. De activiteiten van banken zijn uitgebreid gereglementeerd. U kunt dus niet zomaar een bank beginnen. In de huidige wetgeving daaromtrent gebruikt men de term “kredietinstelling”. In deze gids spreken we echter over banken, omdat die term meer gebruikt wordt in de omgangstaal. Banken ontwikkelen diverse activiteiten, waarvan twee soorten essentieel zijn en hen van andere ondernemingen onderscheiden. 1.
Het bewaren van geld (deposito’s)
Eigen aan banken is dat zij deposito’s ontvangen. Een deposito is geld dat in bewaring wordt gegeven en waarbij de bewaarder verplicht is dit terug te betalen. Mogelijk is een termijn bepaald waarbinnen het spaargeld effectief terug ter beschikking van de spaarder moet worden gesteld. Maar voor de meest courante spaarrekeningen waarvan de consument gebruik maakt is dit (vrijwel) onmiddellijk. We bekijken later kort twee vormen van deposito’s die bij het publiek het meest gekend zijn: de zichtrekening en de spaarrekening. 2.
Het verlenen van krediet.
Een andere kernactiviteit van banken is het verstrekken van kredieten. Handelaars en ondernemers maken van oudsher gebruik van de mogelijkheden om bij banken krediet aan te gaan. Het bankwezen is trouwens samen gegroeid met de toename van de handel en de ondernemingen. Maar daarnaast richten banken zich ook tot consumenten. Deze categorie van klanten is vooral in belang toegenomen naarmate de koopkracht onder de bevolking is toegenomen en gelijk daarmee het ontstaan van de consumptiemaatschappij en het aanbod van kredieten om die consumptie te ondersteunen. In deze vorming komen we nog uitgebreid terug op wat krediet precies is en vooral welke gevolgen kredieten hebben inzake de werkelijke kostprijs en de verplichtingen van degene die het krediet aangaat.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 8
B. De bankdiensten zijn vrij – de tarieven zijn vrij In tegenstelling tot wat velen denken - of tot wat bij velen toch als algemene indruk leeft – bestaat er geen algemeen wettelijk kader van de dienstverlening vanwege de banken5. Bij afwezigheid van dwingende wetten gelden de regels van het gemeen recht (die het gewone rechtsverkeer tussen burgers regelen) en van wat tussen de partijen werd overeengekomen. In werkelijkheid komt het er dan op neer dat een consument, door aan te sluiten bij een bank, verondersteld wordt te hebben ingestemd met de voorwaarden die de bank stelt (in haar algemene voorwaarden) met betrekking tot de diensten waarvan die consument gebruik maakt. Hierop bestaan nochtans een aantal uitzonderingen. We vermelden enkele van de voornaamsten: • Sedert enkele jaren bestaat er een reglementering van de betalingsdiensten, die bijvoorbeeld aan de hand van een zichtrekening worden uitgevoerd. Zo is er nu bij wet uitsluitsel gegeven over de termijn waarbinnen betalingsopdrachten moeten worden uitgevoerd en over de valutadatum, over de informatie die aan de klanten moet worden gegeven, over de totstandkoming van de domiciliëring, enzovoort. • Er bestaat ook sedert enkele jaren een wettelijk recht op een basisbankdienst. • Een meer omvattende reglementering bestaat er omtrent kredieten die worden verleend aan consumenten, met name: →→
het consumentenkrediet;
→→
het hypothecair krediet.
Ook de tarieven die banken toepassen zijn vrij. Banken bepalen dus vrij tegen welke vergoeding zij hun diensten aanbieden. • Er bestaat wel een wettelijke regeling betreffende de wijze waarop banken die tarieven kenbaar moeten maken en betreffende de wijziging van die tarieven. • Er is een wettelijk verbod om kosten aan te rekenen bij het verlaten van de bank. • Inzake consumentenkredieten gelden maximale jaarlijkse kostenpercentages.
5 Let wel: we hebben het hier enkel over de diensten die door banken aan consumenten worden verleend, zoals bijvoorbeeld het ter beschikking houden van bankrekeningen en de daaraan verbonden verrichtingen. We spreken hier niet over het statuut van de banken. Het houden van een bank is namelijk een economische activiteit die sterk gereglementeerd is en gecontroleerd wordt. De recente bankcrisis heeft overigens voedsel gegeven aan de stelling dat deze reglementering en controle nog tekort schiet.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 9
C. Banken en minderjarigen Deposito’s zijn een hefboom voor de activiteiten van banken, in het bijzonder voor het verlenen van kredieten. Banken investeren dan ook sterk in het aantrekken van klanten om bij hen spaarproducten aan te houden. In ons land is de grote meerderheid van de bevolking klant bij minstens één bank (we zullen hierna zien dat er uitzonderingen zijn). Daarnaast zouden die klanten doorgaans nogal honkvast zijn en moeilijk van bank veranderen. Dat is de reden waarom banken zoveel moeite doen om jonge klanten te werven. Dat jongeren nog weinig geld ter beschikking hebben en dus weinig deposito’s kunnen inbrengen, is voorlopig nog geen probleem. Later zullen zij normalerwijze een eigen inkomen verwerven en dan worden zij des te interessanter voor het bankwezen. Banken zijn zelfs geïnteresseerd in het werven van nieuwe klanten nog voor deze geboren zijn. Het is inderdaad niet uitzonderlijk dat kersverse of zelfs toekomstige ouders het aanbod krijgen om op naam van de (toekomstige) nieuweling al een spaarrekening te openen. In die gevallen gaat het echter om spaarrekeningen die door de ouders zelf worden geopend. Kan een minderjarige zelf een rekening openen? Hier zou het probleem kunnen rijzen dat minderjarigen (dit zijn alle personen die de volle leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt) krachtens de wet verondersteld worden niet zelf hun subjectieve rechten te kunnen uitoefenen. Zij zijn handelingsonbekwaam en kunnen bijvoorbeeld in beginsel geen overeenkomsten sluiten. De overheid is echter reeds langer de idee genegen dat mensen van jongsaf met banksparen vertrouwd raken. Zo is het voor minderjarigen toegelaten om een spaarboekje op eigen naam te laten openen. Een wet uit 19586 bepaalt daaromtrent het volgende: • Een minderjarige kan een spaar- of depositoboekje op zijn naam openen, zonder toedoen van zijn wettelijk vertegenwoordiger (ouders, voogd). De bank moet de wettelijke vertegenwoordiger zelfs niet op de hoogte brengen. • Vanaf de volle leeftijd van 16 jaar kan hij zelf geldsommen opvragen op het door hem geopende spaarof depositoboekje, voor een maximum van 5 000 BEF per maand. De wettelijke vertegenwoordiger kan zich echter hiertegen verzetten (volgens bepaalde procedureregels). De wet spreekt enkel over een spaar- of depositoboekje (zeg maar een spaarrekening). Zij is dus niet van toepassing op het openen van een zichtrekening. De bedoeling was immers het sparen aan te moedigen, niet de betaalverrichtingen die aan een zichtrekening verbonden zijn. Wat indien een jongere toch zelf een zichtrekening opent en daarmee allerhande betalingsverrichtingen uitvoert? In dat geval gelden de beginselen van gemeen recht. Dat betekent dat de opening van de zichtrekening enkel kan nietig verklaard in geval van benadeling van de jongere. Die principes gelden trouwens 6 De wet van 30 april 1958 betreffende de handelingsbekwaamheid van de minderjarige voor sommige spaarverrichtingen.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 10
voor alle verrichtingen (bijvoorbeeld betalingen) in verband met die zichtrekening7. En wat wanneer er krediet wordt verstrekt? Ook hiervoor moeten wij terugvallen op het gemeen recht. Zo is lening één van de handelingen die, met betrekking tot minderjarigen, aan een speciaal regime is onderworpen. Voor minderjarigen onder ouderlijk gezag kan slechts een lening worden afgesloten mits machtiging door de vrederechter. D. De basisbankdienst Vandaag lijkt het hebben van een bankrekening en het verrichten van betalingen via de bank vanzelfsprekend. Een aantal jaren terug stelden hulpverleners echter vast dat sommige mensen die het financieel minder breed hebben van bankdiensten zijn uitgesloten. Zij bleken bij geen enkele bank terecht te kunnen, al was het maar om een zichtrekening te openen. Blijkbaar werden zij als minder interessante klanten beschouwd. Om die reden bepaalt de wet in ons land sedert enige jaren dat iedere consument aanspraak kan maken op een basisbankdienst. Dat is een zichtrekening waaraan een minimaal pakket van diensten is verbonden. We geven hierna de regels daarvan in extenso weer.
7 De basisregel is dat een minderjarige zich niet kan verbinden. In het gemeen recht geldt echter ook het principe dat de rechtshandelingen die hij toch stelt (bijvoorbeeld de aankoop van een stereo-keten) niet per definitie kan worden vernietigd. Het is wel mogelijk om van de verbintenis af te geraken door nietigverklaring in geval van benadeling. Van benadeling kan bijvoorbeeld reeds sprake zijn wanneer de aankoop niet in verhouding staat tot de middelen waarover de minderjarige beschikt. De rechter beoordeelt wanneer er benadeling is.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 11
De basisbankdienst Wie moet de basisbankdienst aanbieden? Voor de basisbankdienst kunt u terecht bij iedere bank die zichtrekeningen aan consumenten aanbiedt. Wie heeft recht op de basisbankdienst? Elke consument heeft recht op de basisbankdienst. Onder consument verstaat men iedere natuurlijke persoon die handelt met een oogmerk dat kan worden geacht vreemd te zijn aan zijn handels-, beroeps- of ambachtelijke activiteiten en die in België zijn hoofdverblijf heeft. Rechtspersonen, zoals bijvoorbeeld vzw’s kunnen er geen aanspraak op maken. Een recht voor iedereen - uitzonderingen Slechts in bepaalde gevallen mag de bank een aanvraag om een basisbankdienst weigeren of de basis-bankdienst opzeggen, met name: • wanneer u bij deze of een andere bank reeds beschikt over: -- een basisbankdienst; -- een zichtrekening; -- of andere “gebonden producten”: →→ andere rekeningen waarvan het jaarlijkse gemiddelde gecumuleerde creditsaldo hoger is dan 2.500 (huurwaarborgrekeningen worden hiervoor niet meegerekend); →→ consumentenkredietovereenkomsten waarbij het saldo van de rekeningen, verhoogd met het kredietbedrag, hoger ligt dan 6.000 euro. →→ Verzekeringen worden niet meegerekend. • in geval van oplichting, misbruik van vertrouwen, frauduleus bankroet, valsheid in geschrifte of witwassen van kapitalen door de consument. Toegelaten zijn tot de collectieve schuldenregeling mag geen reden zijn om een basisbankdienst te weigeren of op te zeggen. De bank brengt haar beslissing van weigering of opzegging onverwijld ter kennis aan de Bemiddelingsdienst Banken - Krediet – Beleggingen. Deze bemiddelingsdienst kan de beslissing van de bank vernietigen of een andere bank de verplichting opleggen om de basisbankdienst ten laste te nemen, volgens de voorwaarden die de dienst bepaalt. Over welke verrichtingen gaat het? Als houder van een zichtrekening die onder de basisbankdienst valt, hebt u recht op tenminste de volgende diensten: 1° het openen, het beheer en het sluiten van de zichtrekening;
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 12
2° de terbeschikkingstelling van overschrijvingen die handmatig en afhankelijk van de bank ook elektronisch kunnen gebeuren; 3° de mogelijkheid om doorlopende betalingsopdrachten te geven en facturen te domiciliëren; 4° de mogelijkheid om in België geld in deposito te geven. Bedoeld worden: de storting van contanten (tot honderd muntstukken), de boeking van cheques en circulaire cheques; 5° de mogelijkheid om geld af te halen in België aan het loket en, afhankelijk van de bank, ook elektronisch; 6° de periodieke terbeschikkingstelling van rekeninguittreksels in België. Hoeveel kost u de basisbankdienst? Banken moeten de basisbankdienst niet gratis aanbieden. Niettemin mag de prijs die zij hiervoor aanrekenen een bepaald maximum niet overschrijden: het gaat om een maximumbedrag dat ieder jaar wordt geïndexeerd (het basisbedrag was 12 euro in 2003) • Manuele debetverrichtingen (afhalen van geld aan het loket en het manueel uitvoeren van overschrijvingen) zijn in die prijs begrepen ten belope van een maximum aantal. Dit maximum varieert naargelang de bank al dan niet een debetkaart ter beschikking stelt, die alleen voor gebruik in België dient (ongeacht of deze beperkt zijn tot de automaten van de bank of niet). -- Aanwezigheid van debetkaart: jaarlijks 36 debet-verrichtingen zijn in de prijs begrepen. -- Afwezigheid van debetkaart: jaarlijks 72 debet-verrichtingen zijn in de prijs begrepen. • Wanneer de klant een debetkaart heeft is het aantal elektronische verrichtingen onbeperkt. • Het elektronisch opvragen van rekeninguittreksels is onbeperkt. Wanneer er geen elektronische terbeschikkingstelling is, worden de rekeninguittreksels minstens tweewekelijks ter beschikking gesteld op het domiciliekantoor of agentschap; Wanneer de consument het toegestane aantal verrichtingen overschrijdt, dan mag de bank hem die verrichtingen tegen het gewone tarief aanrekenen. De verrichtingen uitgevoerd in het kader van de basisbankdienst worden niet uitgevoerd wanneer zij ertoe leiden dat de rekening in het rood komt te staan. Geschillen Voor geschillen over de basisbankdienst kan de consument terecht bij de Bemiddelingsdienst Banken Krediet – Beleggingen.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 13
E. Hoeveel kost uw bank? En de andere banken? De bank kan een vergoeding aanrekenen voor alle diensten en kredietverleningen waarvan u gebruik maakt. Zij is vrij om de tarieven daarvan te bepalen. In de praktijk zijn er soms grote verschillen in de tarieven die banken toepassen. Het kan overigens altijd nuttig zijn om de tarieven van uw bank (en van andere banken) te bekijken. Die tarieven kunt u op een eenvoudige manier te weten komen. →→ In het bankkantoor moet u de tarieven onmiddellijk en doorlopend kunnen raadplegen. U kunt bovendien gratis een overzicht van de tarieven meenemen, zonder formaliteit of bijzonder verzoek. De vermelding van de tarieven gebeurt volgens een vastgesteld model. →→ Van uw bank ontvangt u trouwens minstens éénmaal per jaar, in de loop van de maand januari (eventueel op een rekeninguittreksel) het tarief van de diensten waarvan u gebruik maakt (zichtrekening, spaarrekening, briefwisseling, termijnrekening en verrichtingen op afstand). De vermelding van de tarieven gebeurt volgens een vastgesteld model, bestaande uit 10 hoofdrubrieken, die op hun beurt onderverdeeld zijn in verschillende kostenonderdelen. Deze hoofdrubrieken zijn: I. Zichtrekening, II. Spaarrekening, III. Briefwisseling, IV. Termijnrekening, V. Wisselverrichtingen, VI. Internationale betalingen, VII. Consumentenkrediet, VIII. Hypothecaire kredieten, IX. Safe, X. Verrichtingen op afstand. Wijzigingen van de tarieven (voor zichtrekening, spaarrekening, briefwisseling, termijnrekening en verrichtingen op afstand) moet de bank voorafgaandelijk meedelen. F. Verander kosteloos van bank Wanneer u als consument van plan bent om van bank te veranderen, is het goed om weten dat u uw zichtrekening en spaarrekening kosteloos en te allen tijde kunt opzeggen. Soms moet u wel een opzegtermijn naleven, maar die mag niet langer zijn dan één maand. De regelgeving hierover is ingegeven door de wens dat de consument bij verandering van bank niet zou worden gehinderd door onder meer de aanrekening van uitstapkosten door zijn oude bank. Zij is niet alleen van toepassing op het opzeggen van zichtrekeningen maar ook van spaarrekeningen. In het kader van de regeling van de betalingsdiensten wordt dit als volgt vertaald: Hoe kan een einde worden gemaakt de bankrekening? Technisch gesproken gaat het om de beëindiging van het raamcontract dat een betalingsdienst regelt. • Als klant kunt u het raamcontract opzeggen: →→ ongeacht of die van bepaalde of van onbepaalde duur is; →→ te allen tijde; →→ kosteloos; →→ met een opzegtermijn van maximum één maand, wanneer tenminste het raamcontract een opzegtermijn bepaalt.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 14
• De bank van zijn kant kan het raamcontract opzeggen: →→ enkel wanneer dit voor onbepaalde duur werd gesloten; →→ indien zulks in het raamcontract is bepaald; →→ door de klant daarvan op de hoogte te brengen op papier of op een andere duurzame drager; →→ mits inachtneming van een opzegtermijn van ten minste twee maanden. Wat met de kosten van de betalingsdienst? Wat indien de consument reeds voor een heel jaar de kosten voor het beheer van zijn zichtrekening of spaarrekening heeft betaald ? De bank moet dan een deel daarvan terugbetalen, met name het deel dat overeenstemt met het aantal volledige maanden volgend op het afsluiten van de rekening. Afwikkeling van de beëindiging De betalingsdienstverlener zal het positieve saldo, met inbegrip van alle intresten waarop u recht hebt, zonder bijkomende kost aan u uitbetalen of op een rekening overschrijven. Na het afsluiten van een betaalrekening betaalt de betalingsdienstverlener de beheerskosten terug die de betalingsdienstgebruiker op jaarbasis heeft betaald, naar evenredigheid van het aantal volledige kalendermaanden, vanaf de maand volgend op de datum van het afsluiten van de rekening tot het einde van de periode waarvoor de beheerskosten werden betaald.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 15
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 16
syllabus KREDIET KOST GELD
2. Deposito’s – de bankrekening
Technische fiche Belangrijk in deze beeldplaat is dat de essentie van de deposito voor eenieder duidelijk is. Deposito’s zijn geldsommen die bij de banken in bewaring zijn gegeven. En tegelijk houden deposito’s voor de bank de verplichting in om die bedragen aan de spaarder terug te geven (onmiddellijk of na een zekere termijn). De beeldplaat brengt in herinnering dat deposito’s in werkelijkheid bestaan uit de notering van een geldbedrag op een rekening. Eventueel hebt u als spaarder ook wel contant geld naar de bank gebracht om op uw bankrekening te laten zetten. Het spreekt echter voor zich dat die munten en briefjes niet netjes in de kluis worden opgeborgen totdat u die terug komt opvragen. De bank houdt uw spaargeld en dat van de andere spaarders in voorraad om het onder meer uit te keren aan spaarders die het geld op hun rekening opvragen. Het enige wat u daarvan zelf in handen houdt is het bewijsje en de rekeninguittreksels, en de garantie u dat geld kan opvragen. Ook de geldbewegingen via de banken gebeuren op papier. Op geen enkel ogenblik komt er geld in de vorm van briefjes of munten bij te pas. Een groot deel van de betalingen vindt dus enkel plaats doordat de banken ze in hun rekeningen noteren. We overlopen in dit kader slechts twee vormen van deposito waarmee consumenten bijzonder vertrouwd zijn: de zichtrekening en de spaarrekening. Daarnaast bieden banken nog andere rekeningen en spaarproducten. Het zou echter te ver leiden daarvan in het kader van deze vorming een overzicht te willen geven. In de toelichting worden nog informatie meegegeven over enkele belangrijke aspecten van de zichtrekening en de spaarrekening.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 17
De grootste troef van de zichtrekening is dat ze toelaat allerhande geldverrichtingen (zoals betalingen via overschrijving, met bankkaart, domiciliëring, permanente opdracht,… ) uit te voeren. Het is dan ook de gewoonte dat mensen hun loon of andere inkomsten hierop laten storten, ook al wordt er slechts een verwaarloosbare intrest toegekend.
Geld in de boeken
Mark doet een groot deel van zijn betalingen per overschijving. Sommige daarvan gebeuren per domiciliëring. Al deze geldbewegingen gebeuren op papier. Op geen enkel ogenblik komt er geld in de vorm van briefjes of munten bij te pas. Het geld voor andere dagelijkse uitgaven haalt hij wel cash af. Een groot deel van de betalingen vindt dus enkel plaats doordat de banken ze in hun rekeningen noteren.
rekening marc rekening bvba peeters - 83,25
053 29-01-2010 Overschrijving papier naar 789-52455505-05 BVBA Peeters
+ 83,25
83,25
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 18
Belangrijk om weten • Deposito = geld →→
dat bij een bank in bewaring wordt gegeven;
→→
dat de bank moet terugbetalen.
• Deposito’s waarmee consumenten sterkt vertrouwd zijn: →→
Zichtrekening -- Zeer sterk ingeburgerd. -- Laat een ruime waaier aan betalingsverrichtingen toe. -- De bank kan toelaten om in het rood te gaan. Dit kan veel kosten!
→→
Spaarrekening -- Sterk verspreid bankproduct -- Fiscaal voordeel! -- Wettelijk gereglementeerd (in tegenstelling tot andere bankrekeningen), onder meer: (1) de intresten zijn beperkt: basisrente – getrouwheidspremie; (2) beperkt aantal verrichtingen mogelijk.
→→
Andere deposito’s: termijnrekeningen, …
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 19
Toelichting A. De zichtrekening Banken zijn voor de gewone consumenten ook belangrijk geworden voor de betalingsdiensten die zij aanbieden (zoals overschrijvingen, domiciliëringen en doorlopende opdrachten, de elektronische betalingen, enzovoort). Wat de banken betreft gaat het om een afgeleide van de deposito’s die zij aanhouden. Meer bepaald de zichtrekening heeft als voornaamste troef dat de klant hiermee vlot allerhane verrichtingen kan uitvoeren en organiseren. Het is dan ook de gewoonte dat mensen hun loon of andere inkomsten hierop laten storten, ook al wordt er slechts een verwaarloosbare intrest toegekend. De betaalverrichtingen Het mag misschien verbazing wekken, maar tot voor kort bestond er nauwelijks enige reglementering van deze betalingsverrichtingen. Die is er de laatste jaren wel gekomen onder impuls van Europa, en wel vanuit een streven om tot eenheid te komen inzake de uitvoering van de betaalverrichtingen in de verschillende Europese landen. Belangrijke stappen hierin zijn vooral de volgende: • De technische harmonisering - Sepa 8 Dit is geen Europese wetgeving, maar afspraken die binnen de banksector zijn gemaakt. Het gaat om de uitvoering van de technische aspecten van de betalingen per overschrijving, met domiciliëring of met een kaart. In dat kader passen onder meer de afspraken van de eenvormige codes IBAN en BIC • De wetgeving betreffende de betalingsdiensten Op Europees niveau werd een richtlijn inzake de betalingsdiensten tot stand gebracht. Die werd omgezet in Belgische wetgeving. We hebben het dan voornamelijk over de wet betreffende de betalingsdiensten. • De wetgeving betreffende elektronisch geld Op Europees niveau kwam een richtlijn over elektronisch geld tot stand. Deze richtlijn moet nog in Belgische wetgeving worden omgezet. Niet iedereen mag overigens elektronisch geld uitgeven. Dit is voorbehouden aan de kredietinstellingen, de financiële instellingen en de “instellingen voor elektronisch geld”. De betalingsdiensten De diensten die in de wet betreffende de betalingsdiensten worden bedoeld zijn diensten die in het raam van een bedrijfsactiviteit te koop worden aangeboden. Het gaat onder meer om verrichtingen zoals het plaatsen van contant geld op een betaalrekening, het opnemen van contant geld van een betaalrekening, het uitvoeren van betalingstransacties door middel van domiciliëring, betaalkaart of een soortgelijk instrument, overschrijving, doorlopende betalingsopdrachten, enzovoort. De wet legt verplichtingen op aan de betalingsdienstaanbieders. Dat zijn de banken, maar het kan ook gaan om instellingen voor elektronisch geld, De Post, de betalingsinstellingen (bijvoorbeeld een telecomopera8
Single Euro Payments Area.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 20
tor), Nationale Bank van België en de Europese Centrale Bank (wanneer zij niet handelen in hun hoedanigheid van monetaire- of andere publieke autoriteit), de federale, regionale en lokale overheden voor zover zij niet handelen in hun hoedanigheid van publieke autoriteit. We geven hierna enkele van de nieuwe reglementeringen die voor de consument van bijzonder belang zijn. U maakt geld over: wanneer staat dit op de rekening van bestemming? De bank van de betaler zorgt ervoor dat de rekening van de bank van de begunstigde wordt gecrediteerd. De berekening van de termijnen begint vanaf de dag dat de bank van de betaler de betalingsopdracht ontvangt. De termijnen worden berekend in werkdagen. Een werkdag is de dag waarop de bank open is met het oog op die verrichting 9(”). Wanneer sprake is van de bijkomende werkdagen binnen dewelke de transactie moet zijn doorgegeven, bedoelen we dat dit voor het einde van de werkdag moet zijn gebeurd. 9 Letterlijk wordt dit omschreven als: “een dag waarop de relevante betalingsdienstaanbieder van de betaler of de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde die betrokken is bij de uitvoering van een betalingstransactie toegankelijk is voor de bij de uitvoering van een betalingstransactie vereiste werkzaamheden.”
Overschrijving naar rekening van een andere bank Elektronische overschrijving → Tijdstip van ontvangst + 1 werkdag Papieren overschrijving → Tijdstip van ontvangst + 2 werkdagen Overschrijving naar rekening van dezelfde bank Elektronische overschrijving → Dezelfde werkdag als ontvangst Papieren overschrijving → Tijdstip van ontvangst + 2 werkdagen Storting contant geld (door consument) Bank stelt het geld beschikbaar en valuteert onmiddellijk na het tijdstip van ontvangst. De bank van de begunstigde valuteert het bedrag van de betalingstransactie en stelt het beschikbaar op de betaalrekening van de begunstigde zodra de betalingsdienstaanbieder het geld ontvangen heeft. De valutadatum Vanaf wanneer worden intresten berekend wanneer geld op uw rekening wordt geplaatst? En tot wanneer lopen die intresten wanneer dit geld wordt afgenomen? Hiervoor hanteert men het begrip “ valutadatum“ , dit is het tijdstip dat wordt gebruikt voor de berekening van de interesten wanneer geld op de rekening wordt geplaatst of afgenomen; Wanneer een rekening wordt gecrediteerd valt de valutadatum uiterlijk op de werkdag waarop het bedrag op de rekening van de bank van de begunstigde wordt gestort. De bank zorgt ervoor dat het bedrag ter beschikking van de begunstigde komt onmiddellijk nadat het op de rekening van de bank van de begunstigde is gestort. Wanneer een rekening wordt gedebiteerd valt de valutadatum niet vroeger dan het tijdstip waarop het bedrag van de betalingstransactie van die rekening is gedebiteerd.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 21
De domiciliëring Bij domiciliëring geeft u de begunstigde toestemming zich op eigen initiatief vanuit uw rekening te laten betalen. Belangrijk hierbij is dus: • dat u, als betaler, instemming hebt gegeven voor de betaling door deze techniek; • dat het initiatief tot de betaling uitgaat van de begunstigde. Dit laatste is een essentieel verschil met de doorlopende opdracht. Bij deze laatste techniek gaat geen initiatief van de begunstigde uit, maar geeft u uw bank opdracht om op bepaalde data vaste bedragen over te maken. Totstandkoming De wijze waarop een domiciliëring tot stand komt is, ingevolge de wet betreffende de betalingsdiensten, sedert kort aan een aantal regels onderworpen. • U moet daarvoor een mandaat (we spreken ook over “lastgeving”) hebben gegeven aan één of meerdere van de hierna volgende personen: →→
de begunstigde;
→→
de bank van de begunstigde;
→→
de bank van de betaler.
In ieder geval moet u een exemplaar van het gegeven mandaat ontvangen. • U moet uitdrukkelijk instemmen met de domiciliëring. Dit geldt ongeacht of het mandaat tot domiciliëring wel of niet is opgenomen in hetzelfde contract waarin de verplichting tot betalen is opgenomen waarvoor de domiciliëring wordt gegeven. • Het mandaat moet uitdrukkelijk naar de onderliggende overeenkomst verwijzen. De domiciliëring kan slechts rechtgeldig tot stand komen indien de betaler voorafgaand in kennis werd gesteld van de onderliggende overeenkomst. Die onderliggende overeenkomst moet op haar beurt de draagwijdte van de domiciliëring bepalen, met betrekking tot de aard, de vervaltermijn en zo mogelijk het juiste bedrag. Indien het juiste bedrag bij het sluiten van de domiciliëring niet bepaald is, dan moet de begunstigde u kennis geven van het bedrag op de overeengekomen datum. Dit moet gebeuren binnen een redelijke termijn voorafgaand aan de uitvoering van de domiciliëring.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 22
Opzegging U kunt de domiciliëring rechtsgeldig opzeggen door hiervan kennis te geven aan: • hetzij de begunstigde; • hetzij uw bank, indien dit laatste uitdrukkelijk werd overeengekomen. Terugbetaling Wanneer de begunstigde op grond van een domiciliëring een betaling heeft laten uitvoeren, kunt u acht weken na die uitvoering aan uw bank terugbetaling daarvan vragen. Er moet dan wel tenminste voldaan zijn aan de volgende twee voorwaarden 1 Toen u toestemming voor de domiciliëring gaf stond het precieze bedrag niet vast. 2 Het bedrag van de betalingstransactie ligt hoger dan u redelijkerwijs had kunnen verwachten. De terugbetaling bestaat uit het volledige bedrag van de uitgevoerde betalingstransactie. U kunt echter met uw bank overeengekomen zijn dat u ook recht heeft op een terugbetaling als de hierboven vermelde voorwaarden niet vervuld zijn. In de voorwaarden van uw bank kan anderzijds ook opgenomen zijn dat u geen recht hebt op terugbetaling. Maar dat kan slechts op twee voorwaarden, tenminste wanneer u optreedt als consument: 1 U hebt uw instemming met de domiciliëring rechtstreeks aan uw bank gegeven. 2 U bent door de begunstigde ten minste vier weken voor de vervaldag geïnformeerd over het verschuldigde bedrag. In het rood gaan We vermelden nu al dat de zichtrekening dikwijls toelaat om in het rood te gaan. We zullen later zien dat het om een vorm van krediet gaat. We waarschuwen dat het om een duur krediet gaat. Het is bovendien een zeer soepele kredietvorm. De verleiding kan dan ook groot zijn om daar systematisch gebruik van te maken.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 23
B. De spaarrekening De spaarrekening is sterk verspreid. Nochtans is het een spaarproduct dat de klant niet onmiddellijk de hoogste intrest oplevert en bijgevolg voor de banken een bron van relatief goedkope middelen is. Als afzonderlijk financieel product heeft de spaarrekening belang omwille van haar fiscaal kader. De inkomsten van de spaarrekening (intresten) zijn namelijk ten belope van 1770 euro (aanslagjaar 2012) vrijgesteld van roerende voorheffing. Opvallend is dat die regeling beperkingen oplegt inzake de samenstelling en de hoogte van de intresten die als vergoeding aan de klanten mogen worden toegekend. Die intrest en de wijze waarop de toegekende vergoeding berekend wordt zijn lang niet zo eenvoudig. U moet uw spaargelden onmiddellijk kunnen opvragen. Niettemin zijn de mogelijke verrichtingen sterk beperkt. Zo zo kunt u uw spaargelden slechts rechtstreeks of via uw zichtrekening opvragen door terugbetaling in briefjes en munten, overdracht of overschrijving naar een rekening op uw naam (uw zichtrekening bijvoorbeeld) of op naam van uw echtegeno(o)t(e) of van een familielid, … De bank heeft ook de mogelijkheid om beperkingen op te leggen bij de opvraging van grote bedragen. Een opvallend aspect van de regeling (dat voor de spaarder ook zichtbaar is) bestaat erin dat de vergoeding die u voor uw spaargelden ontvangt verplicht en uitsluitend moet bestaan uit een basisrente en een getrouwheidspremie. • De basisrentevoet mag het hoogste van de volgende twee percentages niet overschrijden: →→
3 pct.;
→→ het percentage voor basisherfinancieringstransacties van de Europese Centrale Bank dat van toepassing is op de tiende van de maand die het lopende kalendersemester voorafgaat. • De getrouwheidspremie wordt toegekend: →→ ofwel voor de bedragen die gedurende twaalf opeenvolgende maanden op dezelfde rekening ingeschreven bleven; →→ ofwel per kalenderjaar, voor de bedragen die gedurende ten minste 11 opeenvolgende maanden van datzelfde kalenderjaar op dezelfde rekening ingeschreven bleven. De intrestvoeten worden beperkt! De intrestvoet van de getrouwheidspremie mag: →→
niet hoger liggen dan 50 % van de maximale basisrentevoet;
→→
niet lager liggen dan 25 % van de aangeboden basisrentevoet.
• In de publiciteit omtrent de vergoedingsvoorwaarden van de spaardeposito’s, mogen de bestanddelen (basisrente en getrouwheidspremie) van de vergoeding niet worden opgeteld. Tevens moeten zij afzonderlijk worden vermeld en onmiddellijk gevolgd worden door de vermelding dat ze op jaarbasis worden berekend.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 24
syllabus KREDIET KOST GELD
3. bankgeld
Technische fiche We geven een eenvoudig voorbeeld uit het verleden. De bedoeling hiervan is niet om de geschiedenis van het geld en het bankwezen uit de doeken te doen (voor een beetje achtergrond van het voorbeeld verwijzen we overigens naar de toelichting). We tonen wel aan dat banken door krediet toe te kennen op zeer eenvoudige wijze geld creëren. Het voorbeeld We draaien de klok ongeveer 400 jaar terug. Mensen betalen met zilverstukken. Stel dat een bankier 1000 zilverstukken (gemiddeld per jaar) van zijn klanten bewaart. Die klanten kunnen hun geld op ieder moment opvragen. Ervaring leert dat hooguit een tiende van die klanten dat doet (gemiddeld per jaar). • Kan onze bankier zilverstukken die hij in bewaring heeft uitlenen? Of speelt hij dan met vuur? En hoeveel zou hij dan eventueel kunnen uitlenen? • Verandert de zaak als hij in plaats van effectief zilverstukken te geven, bankbiljetten gaat uitgeven die dergelijke zilverstukken vertegenwoordigen? Op een bepaald moment is inderdaad het laatste gebeurt. Gevolg is dat op een bepaald moment geld in omloop wordt gebracht waar geen contant geld tegenover staat. Banken creëren dus ook geld. Ook vandaag doen zij dat, niet door bankbiljetten te drukken (dat is intussen het monopolie van de centrale banken geworden), maar door deposito’s aan te maken.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 25
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 26
Belangrijk om weten • Wanneer een bank u een lening geeft: →→ gebeurt dit niet door u geld uit de kluis mee te geven en moet daar ook geen baar geld direct tegenover staan; →→ maar wel door bijvoorbeeld het geleende bedrag op uw rekening te noteren (niet meer door een document mee te geven zoals in het voorbeeld). →→
Voor zichzelf noteert de bank dan een schuldvordering jegens u.
• Kredietverlening geeft dus aanleiding tot het creëren van deposito’s en dus van geld. • Men spreekt in dat verband ook wel over de creatie van virtueel geld.
.
(Niettemin zijn de verplichtingen van de kredietnemer om het krediet terug te betalen - en de inspanningen die hij daartoe moet leveren - allerminst virtueel.)
Toelichting Het voorbeeld uit het verleden – De geschiedenis van Johan Palmstruch Johan Palmstruch was een handelaar van Nederlandse afkomst (hoewel zijn oorspronkelijke naam, Johan Wittmacher, zulks niet doet vermoeden), die zich na een aantal omzwervingen in Stockholm vestigde. Daar kreeg hij de toestemming van de koning om een bank op te richten, genaamd “Stockholm banco”. De deposito’s bestonden in Zweden destijds uit zilveren munten. De bank verstrekte onder meer leningen uit de deposito’s. Het probleem was echter dat die deposito’s opvraagbaar dienden te blijven. We zouden dan kunnen spreken van deposito’s die op korte termijn ter beschikking moeten blijven, terwijl de verstrekte leningen zich over een lange termijn uitstrekken. Palmstruch loste dit probleem op door kredietpapier in te voeren, dat de naam “Kreditivsedlar” meekreeg (1661). Deze papieren, die we bankbiljetten kunnen noemen (de eerste in Europa), vertegenwoordigden zilveren munten en konden op ieder ogenblik tegen die munten worden ingeruild. Dat systeem had in eerste instantie succes. Op een bepaalde moment begon de bank door toepassing van dit systeem meer krediet toe te kennen dan munten voorradig waren die door het papieren geld werd vertegenwoordigd. Uiteindelijk bleek de bank toch niet met de nodige omzichtigheid te werk te gaan en ging de onderneming er aan ten onder. Vandaag creëren banken geen geld meer door bankbiljetten te drukken, maar door deposito’s te creëren. De klanten rekenen erop dat het voor hen beschikbaar blijft. Het bijzondere is wel dat banken in werkelijkheid niet in staat zijn om alle deposito’s die zij in bewaring hebben terug te betalen. De ervaring leert hen echter dat zij slechts een gedeelte van het geld in klinkende munt of in briefjes in voorraad moeten hebben
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 27
om tegemoet te komen aan de opvragingen. Zolang er niets bijzonders gebeurt - zoals bijvoorbeeld massale opvragingen door het publiek - kan dit systeem gehandhaafd blijven. Het bedrag van een deposito wordt op een rekening genoteerd. De genoteerde som is wat de bank aan u / de klant verschuldigd is. Het wordt als een apart soort geld beschouwd, giraal geld genoemd. De hoeveelheid giraal geld is overigens een veelvoud van de hoeveelheid munten en briefjes die in omloop zijn. Met dit geld kunnen betalingen worden verricht door papieren overschrijvingen, elektronisch, … En ook al is het geen wettelijk betaalmiddel (zoals wel mat euromunten en –briefjes het geval is) gebeurt een zeer groot deel van de betalingen/verrichtingen door deze sommen van de ene rekening naar de andere over te brengen door deze te noteren of te schrappen.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 28
syllabus KREDIET KOST GELD
4. banken maken geld
Technische fiche Beeldplaat 3 moet gezien worden als een opstapje naar deze beeldplaat 4. We gaven zonet een eenvoudig, historisch gekleurd verhaal om aan te tonen dat kredietverlening niet noodzakelijk betekent dat de geldsommen die in deposito zijn gegeven daadwerkelijk worden meegegeven aan de kredietnemer. Kredietverlening kan er op die manier toe leiden dat meer geld in omloop wordt gebracht dan er baar geld in deposito werd gegeven. In beelplaat 4 wordt een beeld geschetst van wat gebeurt wanneer een bank krediet verleend. We doen dat aan de hand van het voorbeeld van André, dat in de gids aan bod komt. In de voorstelling staat bovenaan een bank, van dewelke het krediet uitgaat, waar de deposito’s toevloeien en waarnaar het kapitaal en de intresten worden (terug)betaald. Voor de eenvoud van de voorstelling lijkt het om één bank te gaan. In realiteit staat die eigenlijk voor het ganse bankwezen. De kredietverlening (middelste pijl) André heeft een onderneming van huishoudtoestellen en wil de productie daarvan uitbreiden. Hij heeft daarvoor krediet nodig en de bank is bereid hem die toe te kennen. Het gaat om grote bedragen, die op een rekening worden geplaatst. André gebruik het krediet in hoofdzaak voor twee soorten uitgaven: • de aankoop van materiaal dat nodig is voor de uitgebreide productie (dat kunnen machines zijn, grondstoffen, …); • het betalen van de lonen van het personeel dat nieuw werd aangeworven ingevolge de uitgebreide productie. De creatie van nieuwe deposito’s Door de krediet te geven wordt geld in omloop gebracht. In eerste instantie wordt dit op een rekening van het bedrijf van André ingeschreven. André zal dit geld binnen korte tijd uitgeven, maar ook dan komt dit voor een groot deel terecht op bankrekeningen: • De uitgaven voor de aankopen van materialen komen terecht op de bankrekeningen van de leveranciers waar die zijn aangekocht. • Het uitbetaalde loon komt op de bankrekeningen de personeelsleden terecht. • Wanneer die personeelsleden hun loon uitgeven, bijvoorbeeld in het kader van hun inkomen, komt een belangrijk deel daarvan terecht op andere bankrekeningen. We denken dan in eerste instantie van de
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 29
bankrekeningen van de handelaars waar de aankopen worden gedaan. Het uitgegeven krediet keert bijgevolg terug naar de banken onder de vorm van nieuwe deposito’s . We wijzen erop dat in de praktijk het overgrote deel van de nieuwe deposito’s op deze wijze bij de banken worden geplaatst zonder dat er cash geld bij te pas komt. Noodzaak om waarde te creëren De bedoeling is natuurlijk dat de uitbreiding met succes verloopt. Dit betekent dat André zijn producten ook met winst moet verkopen. Door krediet te verstrekken rekenen banken erop dat er activiteiten tot stand komen die de terugbetaling daarvan mogelijk maken. Er moeten daartoe niet alleen producten worden aangemaakt, deze moeten ook worden gevaloriseerd door ze daadwerkelijk te verkopen. Noodzaak om meerwaarde te creëren Maar het krediet moet niet alleen worden terugbetaald. De bank verlangt ook een vergoeding te krijgen voor dit toegekende krediet, onder de vorm van intresten. De verkoop van de producten moet dus voldoende opleveren op die intresten te kunnen afbetalen. Intrest groeit dus niet op een natuurlijke wijze aan, ook al wordt die indruk soms gegeven, maar moet daadwerkelijk worden gerealiseerd. Uiteraard verlangt André dat de investeringen die hij heeft gedaan ook winst opleveren. Hij moet er dan rekening mee houden dat een deel van de gerealiseerde meerwaarde naar de bank zal toevloeien onder de vorm van de intresten.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 30
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 31
BANK KREDIET
INKOMSTEN intrest terugbetaling krediet
DEPosiTO’S
winst bedrijf van andré leveranciers
winkels
personeel opbrengsten verkoop van andré
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 32
Belangrijk om weten • Banken verlenen kredieten, niet door dit geld effectief uit te lenen maar door dit op een rekening in te schrijven. • Kredietverlening leidt tot een toename van de deposito’s en dus van de hoeveelheid giraal geld (zonder dat de bank geldbriefjes moet drukken). • Om intresten te betalen moeten winsten worden gerealiseerd. Door de intresten nemen banken een deel van die winsten voor zich.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 33
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 34
syllabus KREDIET KOST GELD
5. Wat is krediet (voor jou)?
Technische fiche In deze beeldplaat staan we even stil bij het begrip krediet. Voor consumenten is het immers niet altijd zo duidelijk in welke situatie er al dan niet sprake is van krediet. Er bestaan verschillende mogelijke omschrijvingen van dit begrip. We stellen voor om over krediet te spreken telkens wanneer u iets niet onmiddellijk moet betalen (bijvoorbeeld de prijs van een product of van een dienst) of terugbetalen (een geleende geldsom). Om beter inzicht te krijgen kunnen we de deelnemers drie situaties voorleggen waarin mogelijk sprake is van krediet of niet. Men zal merken dat lang niet altijd zonder meer met ja of nee kan worden geantwoord. In welke van de volgende gevallen is er volgens u sprake van krediet en wanneer niet? 1) “Krediet is het lenen van geld. U moet het geleende bedrag binnen een zekere tijd terugbetalen.” Leningen zijn kredieten, maar de term “krediet” is ruimer. Er is niet alleen sprake van krediet in geval van lening, maar ook wanneer uitstel van de betaling van een prijs wordt toegekend, zoals wanneer u bijvoorbeeld een auto op afbetaling koopt. 2) “U hebt een zichtrekening. De bank geeft u toestemming om tijdelijk in het rood te gaan.” Zichtrekeningen bij een bank bieden u dikwijls de mogelijkheid om onder nul te gaan. Ook dit is een vorm van krediet. Dit kan een zeer aanlokkelijk lijken. Het gaat immers om een zeer soepele kredietvorm en vele mensen maken er dan ook gebruik van. Sommigen staan zelfs vrijwel permanent onder nul (en wippen tenminste éénmaal om de drie maanden boven nul) en doen dit dan nog systematisch voor het maximale bedrag. Deze kredietvorm zet aan om te veel schulden aan te gaan, vooral wanneer u meerdere zichtrekeningen hebt. We raden dan ook aan om daarvan slechts gebruik te maken om een tijdelijk geldtekort te overbruggen. Het gaat trouwens meestal om een dure kredietvorm. 3) “Van een winkelketen hebt u een kaart gekregen. U kunt daardoor aankopen doen zonder contact geld bij zich te hebben. U betaalt pas op het einde van de maand en u bent geen intresten verschuldigd.” Wanneer u een kaart krijgt van een financiële instelling of van een winkel, doet u er goed aan om na te gaan wat u precies gekregen hebt. In de praktijk blijkt dat voor de consument lang niet altijd even duidelijk te zijn.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 35
a) Geeft die kaart u de mogelijkheid om voor een langere periode (meer dan twee maanden) krediet aan te gaan ? En moet u daarop intrest betalen ? In dat geval gaat het om een krediet die onder de wet op het consumentenkrediet valt. b) Geeft die kaart het recht om aankopen te doen en pas op het einde van de maand (of ten hoogste na twee maanden) te betalen ? Theoretisch kunnen we dan nog van een krediet spreken, omdat het om een uitstel van betaling gaat, maar deze vorm wordt door de wetgever als minder problematisch beschouwt en buiten de wet betreffende het consumentenkrediet gehouden. Tot nu toe hadden we het over de technische omschrijving van wat krediet is. Minstens zo belangrijk is om te peilen naar wat krediet voor onszelf, als consument, betekent. Hier is het dus bij uitstek de mening van de deelnemers die geldt. Wel kunnen we al een aantal mogelijkheden meegeven. Welke omschrijving van krediet is naar uw mening de meest juiste? 1) “Een uitbreiding van mijn koopkracht. Door krediet kan ik zaken aanschaffen die anders niet mogelijk zijn.” Dit is dan ook de reden waarom krediet niet alleen door banken wordt aangeboden (waarbij men bij de term krediet misschien in de eerste plaats denkt) maar ook door winkelketens, postorderbedrijven en andere verkopers. Het aanbieden van krediet bij gelegenheid van een verkoop kan de consument extra in de verleiding brengen om het krediet aan te gaan en daarbij minder oog te hebben voor de kosten en financiële gevolgen. In sommige gevallen kan de consument er niet of nauwelijks omheen om krediet aan te gaan. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer hij voldoende inkomen ter beschikking heeft om zich een woning aan te schaffen, maar dit bedrag niet in één keer kan neerleggen, of wanneer hij een auto nodig heeft (bijvoorbeeld beroepshalve). 2) “Een manier om perioden te overbruggen waarin ik even krap bij kas zit.” Krediet kan ook een middel zijn om tijdelijk moeilijkheden bij het betalen van lopende uitgaven te overbruggen (wanneer bijvoorbeeld huur, energiefactuur, verzekeringsfactuur e.d. in eenzelfde periode komen en zich opstapelen). Dit hoeft op zich nog niet problematisch te zijn, als dit bijvoorbeeld maar tijdelijk en eerder uitzonderlijk gebeurt. Anders is het wanneer mensen krediet gebruiken om permanente geldproblemen op te vangen. Algemeen mogen we dan gerust stellen dat krediet daarvoor geen oplossing biedt, maar eerder een uitstel van het probleem, vaak zelfs een verergering daarvan. 3) “Een manier om inkomen te besteden waarvoor ik nog een inkomen moet verwerven.” Deze benadering zal men niet direct in de kredietpromotie terugvinden. Dat wil zeker niet zeggen dat de uitspraak daarom minder waar is. Inderdaad: door krediet aan te gaan, neemt men de verplichting op zich om in de toekomst voor voldoende inkomsten te zorgen om (naast de andere uitgaven) ook dit krediet af te lossen. Als vanzelfsprekend houden mensen bij beslissingen aangaande hun loopbaan ook
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 36
rekening met de vereiste om hun kredietlasten te kunnen blijven dragen (denk bijvoorbeeld ook aan de uitspraak van mensen met een woonkrediet dat zij nog een x aantal jaren « voor de bank moeten werken »). 4) Of nog een ander antwoord? Merk op dat er vooral een verschil in benadering is naargelang men denkt aan de verschillende mogelijkheden van het krediet, dan wel aan de verplichtingen die het krediet met zich brengt. Kredietmaatschappijen, kredietbemiddelaars of verkopers wijzen wel eens op de mogelijkheid om door middel van krediet meer dingen aan te schaffen dan u nu onmiddellijk kunt betalen. Dikwijls is het dan niet alleen de bedoeling om u tot krediet aan te zetten, maar vooral om u meer te doen kopen dan u met uw huidige beschikbare geld kunt.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 37
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 38
Belangrijk om weten • Krediet = de verplichting om pas later een prijs te betalen of een som geld terug te betalen. Let op dat er ook sprake is van krediet, wanneer u bijvoorbeeld: →→ iets op afbetaling koopt; →→ u in het rood kunt gaan op een bankrekening; →→ u in het rood kunt gaan met een kaart. • Voor de conusument zijn volgende categorieën belangrijk: →→ Consumentenkredieten: veruit de meeste kredieten die door professionele kredietgevers worden verstrekt aan consumenten (dus niet voor commerciële of beroepsdoelen). →→ Hypothecaire kredieten: waarbij de terugbetaling wordt gewaarborgd door een hypotheek op een onroerend goed. • Wie verleent krediet? Wanneer u een krediet zoekt, kunt u te maken hebben met: →→
een kredietgever: staat u een krediet toe. Het kan dan gaan om: -- banken; -- ondernemingen die krediet verlenen maar geen bank zijn.
Bijvoorbeeld:
* Financieringsmaatschappijen; * winkels / winkelketens (waar u aankopen op afbetaling kunt doen, waar u een kredietkaart kunt verkrijgen, …); * enzovoort. →→ een kredietbemiddelaar: helpt u bij het zoeken van een kredietovereenkomst, het voorbereiden van het aangaan van het krediet.
Eventueel sluit hij namens een kredietgever de kredietovereenkomst af. Maar hij verstrekt het krediet niet zelf.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 39
Toelichting Wanneer we spreken over krediet, bedoelen we de verplichting om pas later een prijs te betalen of een som geld terug te betalen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om het lenen van geld, het opnemen van geld dat ter beschikking wordt gesteld door middel van een kredietopening, het afbetalen van een aankoopprijs in schijven, enzovoort. Het aantal soorten krediet is eigenlijk onbeperkt. Kredieten kunnen op verschillende wijze worden ingedeeld. We geven hier drie indelingen die van belang kunnen zijn om een goed begrip te krijgen. Wellicht zou het echter te ver leiden en te theoretisch overkomen om deze indelingen tijdens een vorming geheel uiteen te zetten, maar voor de vorminggever is het alleszins nuttige achtergrondinformatie. Indeling naar regelmaat van de afbetaling In de gids maken we een onderscheid tussen kredieten naargelang u het krediet al dan niet op vastgestelde tijdstippen moet betalen. • U betaalt op vastgestelde tijdstippen. Hier gaat het om de situatie waarbij u periodiek terugbetaalt. Bij consumenten is die regelmaat doorgaans maandelijks. Voorbeelden hiervan zijn: →→ een lening op afbetaling: periodieke (maandelijkse) terugbetaling van een deel van het geleende bedrag; →→
een verkoop op afbetaling: periodieke (maandelijkse) afbetaling van een deel van de prijs;
→→
een financieringshuur: periodieke (maandelijkse) betaling van een « huurprijs ».
• Er is geen betaling op vastgestelde tijdstippen. Dit zou het geval kunnen zijn waarbij u een kredietopening hebt aangegaan en waarbij u (grotendeels) vrij bent in het bepalen van de tijdstippen van de terugbetalingen. In de gids maken we dit onderscheid in het kader van de volgende punten die we willen beklemtonen: • De kredietkosten lopen minder of meer op naargelang het kapitaal sneller of minder snel (of helemaal niet) wordt afgelost. • Kredieten, zoals kredietopeningen, die niet in een regelmatige terugbetaling voorzien, neigen er al te vaak toe dat de kredietnemer voor lange tijd in een schuldsituatie verzeild geraakt zonder dat deze wordt afgebouwd.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 40
Indeling naar techniek waaronder het krediet wordt verstrekt Lening op afbetaling In het begin van de gids wordt een voorbeeld van een krediet aan een consument. Het krediet dat Mark daarin aangaat is een lening op afbetaling.
De plannen van Mark Mark begint zijn eerste job bij een bedrijf van huishoudtoestellen dat nieuw personeel aanwerft. Hij heeft alle mogelijkheden nagegaan, maar het openbaar vervoer kan hem helaas niet op tijd naar de gewenste bestemming brengen. Er zit dus niets anders op voor Mark dan uit te kijken naar een auto. Eigenlijk heeft hij al langer een model op het oog, dat voor hem echter te hoog gegrepen was. Maar met de job die hij nu heeft zal het wel lukken. Een autoverkoper kan hem de auto leveren voor 12.950 euro. De verkoper stelt hem een financieringsplan voor, maar Mark wil eerst te rade gaan bij zijn vertrouwde bank. Daar heeft men wel oren naar zijn vraag om krediet.
Kenmerken van de lening op afbetaling • Bij de lening op afbetaling wordt er geld of een ander betaalmiddel ter beschikking gesteld. • De kredietnemer betaalt de lening terug door periodieke stortingen. Een lening op afbetaling kan voor allerhande doelstellingen worden aangewend. In het voorbeeld gaat Mark de lening aan om een auto te kunnen kopen. Maar ook andere doelstellingen zijn mogelijk, ook bijvoorbeeld het financieren van allerhande lopende uitgaven. Verkoop op afbetaling In het voorbeeld hierboven ging Mark een lening aan om een auto te kunnen kopen. Hij had eventueel ook die auto op afbetaling kunnen kopen. Het verschil is dan dat hij in dit laatste geval het bedrag van de koopsom niet leent, maar de prijs in schijven aan de verkoper betaalt. Kenmerken van de verkoop op afbetaling • Bij een verkoop op afbetaling gaat het om de aankoop van een lichamelijk10 roerend goed of om de levering van een dienst. • De prijs daarvan wordt niet in één keer betaald, maar in periodieke stortingen. 10 Wanneer we hier de omschrijving beperken tot lichamelijke roerende goederen houden we ons aan de omschrijving die de wet op het consumentenkrediet daaraan geeft.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 41
Overbruggingskrediet • Bij het overbruggingskrediet leent u een bepaald bedrag en wordt dat na een bepaalde periode in één keer terugbetaald. Het belangrijke verschil met de lening op afbetaling is dat er in dit geval geen tussentijdse, gedeeltelijke aflossing van kapitaal is. Deze vorm van krediet is minder gebruikelijk bij conumenten. Het is typisch een krediet voor het geval waarbij iemand een (meestal korte) periode om geld verlegen zit en uitzicht heeft op inkomsten om het bedrag na die periode af te lossen (bijvoorbeeld omdat men verwacht een bedrag te ontvangen ingevolge de verkoop van een onroerend goed). Financieringshuur Dit is een minder verspreide techniek. • Met deze formule verwerft u het genot van een lichamelijk roerend goed (we hebben het dus niet over de betaling voor een dienstverlening). Gedurende de periode van het krediet is de consument dus (nog) geen eigenaar van het goed. • De prijs voor het genot van het goed wordt periodiek betaald. • In de overeenkomst is (expliciet of stilzwijgend) een koopaanbod vervat. U kunt dus ervoor opteren om, na bijvoorbeeld een saldo te hebben betaald, eigenaar van het goed te worden. Kredietopening Deze kredietvorm maakt reeds enkele decennia opgang. Hoofdstuk 5 van de gids wordt aan de kredietopening gewijd. In het begin van dit hoofdstuk wordt daarvan een voorbeeld gegeven.
Het verhaal van Cindy Cindy heeft een dag verlof genomen om er samen met haar vriendin op uit te trekken. Aangezien de nieuwe zomercollectie in de winkels is aangekomen, gaan ze even de stad in op zoek naar een nieuwe outfit. Cindy beloont zichzelf met een ensemble van Versace en met de nieuwste zonnebril van Chanel. Nu ze toch in de stad zijn, denkt Cindy er plots aan dat ze nog inkopen moet doen voor het etentje van morgen. Ze heeft namelijk de ouders van de vriend van haar dochter uitgenodigd en wil er een speciale avond van maken met een “behoorlijk aantal gangenmenu”. Cindy gaat vlug de supermarkt binnen.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 42
Na een kwartiertje is haar winkelkar al goed gevuld. Nog even aanschuiven aan de kassa en dan kan ze naar huis om te starten met de voorbereidingen van het diner van morgen. 86,40 euro is het bedrag dat ze moet betalen. Cindy haalt haar portefeuille boven en merkt dat ze maar 20 euro over heeft. Dit is haar nog nooit overkomen. Haar vriendin schiet haar vlug het gevraagde bedrag voor. Cindy kijkt even rond, hopend dat er niet te veel mensen iets gemerkt hebben. De kassierster geeft haar een folder mee met informatie over de rapido-kaart. Hiermee zal ze als het ware “altijd geld beschikbaar hebben”, ook al heeft ze geen euro op zak.
Kenmerken van de kredietopening • Bij een kredietopening wordt koopkracht, geld of een ander betaalmiddel ter beschikking gesteld. • U kunt hiervan gebruik maken door middel van geldopname, door gebruik te maken van een kaart of op een ander wijze. • De overeenkomst bepaalt de wijze waarop het opgenomen krediet wordt aangezuiverd. Door de aard van de formule (waarbij vooraf niet vaststaat hoeveel krediet wordt opgenomen) wordt hier veel of minder veel ruimte aan de kredietnemer gelaten om te bepalen hoeveel en in welk ritme u aflost. Indeling naar wettelijk kader Wanneer banken en andere geldschieters een krediet verlenen aan consumenten gaat het vooral om: • Consumentenkredieten: Deze worden door professionele kredietverstrekkers (zowel banken als andere ondernemingen) verleend aan mensen die dat krediet nodig hebben voor andere doelen dan hun beroep of handel. Bijvoorbeeld: een auto op afbetaling kopen, een lening voor persoonlijke doelstellingen, een kredietkaart bij een winkelketen, … • Hypothecair krediet: Hier gaat het om kredieten die door een hypotheek zijn gedekt. Men spreekt hier ook wel over woonkrediet, omdat dit door de consument voornamelijk wordt aangegaan om een woning te kopen of te renoveren. De hypotheek biedt de kredietgever een zeer sterke garantie op terugbetaling. Door inschrijving van de hypotheek op een speciaal register in het hypotheekkantoor, heeft de kredietgever voorrang op andere schuldeisers om zich te laten betalen uit de opbrengst van de verkoop van het gehypothekeerde onroerende goed. Beide kredietsoorten zijn wettelijk gereglementeerd, waardoor de consument een zekere bescherming geniet. Het gaat om: • de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet; • de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet. Beide wetten dekken grotendeels de kredieten die door professionelen aan consumenten worden verleend. Sommige kredieten worden geheel of gedeeltelijk buiten de wet op het consumentenkrediet gehouden.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 43
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 44
syllabus KREDIET KOST GELD
5. Krediet kost geld: intrest en intrestvoet
Technische fiche Intrest is een kernbegrip in het bankwezen. Het is de vergoeding die aangerekend wordt voor kredieten die worden verleend. Het is ook de vergoeding die banken toekennen voor de deposito’s van de klanten. Als een consument een krediet aangaat, zal die in zeer vele gevallen onder de wet op het consumentenkrediet vallen. Daarom is het zinvol in het kader van de vorming te wijzen op de bijzondere begrippen die daar gehanteerd worden. Zo is er sprake van de totale kosten van het krediet, een centraal gegeven omdat buiten deze kosten in principe geen vergoedingen mogen worden aangerekend. Bijzonder aan consumentenkredieten is ook dat de vergoedingen – uitgedrukt in jaarlijkse kostenpercentages – aan wettelijke maxima zijn onderworpen. In dat verband is het goed er even bij stil te staan hoe hoog die percentages liggen11. We zullen verder trouwens nog zien dat dergelijke percentages op zich nog lang niet alles zeggen.
11 In het voorbeeld dat in de gids wordt gebruik aan Mark een jaarlijks kostenpercentage aangerekend van niet minder dan 15,50 %. Dit was het maximale jaarlijkse kostenpercentage dat toen (in 2011) door de overheid was toegelaten
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 45
INTREST 0 1
2
3
4
5
6
Wanneer een nulstelling wordt voorzien, betaalt de kredietnemer het gehele bedrag terug
KAPITAAL OPNEMEN
De kredietopening kan de kredietnemer toelaten om op meerdere tijdstippen krediet op te nemen
De kredietnemer kan het kredietbedrag (eventueel gedeeltelijk) terugbetalen... ... om daarna terug krediet op te nemen
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 46
Belangrijk om weten • Algemeen: intrest en intrestvoet. →→ Intrest = de vergoeding die verschuldigd is voor het genieten van krediet of voor het houden van deposito’s. →→
Intrestvoet = het percentage waarmee de intrest wordt uitgedrukt (gewoonlijk op jaarbasis).
• Specifiek voor consumentenkrediet: →→ Totale kosten van het krediet = alle kosten die de consument moet betalen in verband met de kredietovereenkomst,
met uitzondering van: -- notariskosten; -- kosten wegens niet-naleving van de overeenkomst; -- kosten die in elk geval bij de aankoop van een goed of dienst moeten worden betaald.
→→ Jaarlijks kostenpercentage = de uitdrukking van de totale kosten van het krediet als een percentage op jaarbasis. • De intrest wordt in ons land vrij bepaald. →→ Uitzondering: Bij consumentenkredieten mag het jaarlijks kostenpercentage een bepaald maximum niet overschrijden. • Mocht u zich tijdig bedenken: consumentenkredieten kunt u binnen 14 dagen herroepen.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 47
Toelichting Intrest en intrestvoet • Intrest is de vergoeding die u moet betalen voor het krediet dat u verleend wordt. Het is ook de vergoeding die de bank u verschuldigd is voor het gebruik dat zij maakt van het geld op uw bankrekening. • De intrestvoet is het percentage op jaarbasis waarin die vergoeding wordt uitgedrukt. Bijvoorbeeld: Op een kredietbedrag of een deposito van 200 euro wordt een intrest aangerekend aan een intrestvoet van 15%. De intrest bedraagt dan na een jaar 30 euro. Maar let erop dat de intrestvoet de kosten op jaarbasis uitdrukt. Een intrest van 15% mag dus niet de indruk wekken dat de intresten van het krediet uiteindelijk ook 15% van het kredietbedrag uitmaken (zie verder). Consumentenkrediet: de totale kosten van het krediet en het jaarlijks kostenpercentage (JKP) Totale kosten van het krediet Wanneer u wil weten hoeveel een krediet in totaal kost, moet u niet alleen rekening houden met de intrest, maar ook met de andere kosten die u worden aangerekend: de dossierkosten, het commissieloon van de bemiddelaar, … In het consumentenkrediet wordt het u wat gemakkelijker gemaakt. Wie consumentenkredieten aanbiedt (als kredietgever of kredietbemiddelaar) is verplicht om in zijn informatie en in de kredietovereenkomst melding te maken van de totale kosten van het krediet. Dat zijn alle kosten die de consument moet betalen ingevolge de kredietovereenkomst - met uitzondering van de notariskosten, kosten wegens achterstal van betaling en kosten die hoe dan ook bij de aankoop van een goed of dienst moeten worden betaald.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 48
In de totale kosten van het krediet zijn volgens de wet onder meer begrepen: a) de debetrente: dat is de intrestvoet, vast of veranderlijk, die berekend wordt op het opgenomen gedeelte van het kapitaal; b) commissielonen en/of vergoedingen die de kredietbemiddelaar ontvangt voor zijn bemiddeling; c) belastingen; d) vergoedingen van welke aard ook, onder meer: onderzoekskosten, kosten voor het samenstellen van het dossier en het raadplegen van de bestanden, kosten van beheer, administratie en inning, kaartkosten; e) de kosten betreffende nevendiensten die verbonden zijn aan de kredietovereenkomst, onder meer verzekeringspremies, indien het sluiten van deze dienstenovereenkomst verplicht is om het krediet zelf te verkrijgen of tegen de commerciële bedingen en voorwaarden waaronder het verhandeld wordt; f) de kosten voor het beheer van een betaalrekening verbonden aan een kredietovereenkomst waarop zowel betalingsverrichtingen als kredietopnemingen worden geboekt, de kosten voor het gebruik van een betaalinstrument waarmee zowel betalingen als kredietopnemingen kunnen worden verricht en de overige kosten voor deze betalingstransacties, tenzij de opening van de rekening facultatief is en de kosten voor deze rekening duidelijk en afzonderlijk in de kredietovereenkomst of een andere met de consument gesloten overeenkomst zijn vastgesteld. De wet vermeldt tevens uitdrukkelijk dat de totale kosten van het krediet niet omvatten: a) kosten en vergoedingen die de consument moet betalen wegens niet naleving van een in de kredietovereenkomst opgenomen verbintenis; b) de andere kosten dan de aankoopprijs die de consument bij het verwerven van goederen of diensten in elk geval moet betalen, ook indien contant wordt betaald.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 49
Het jaarlijkse kostenpercentage Het jaarlijks kostenpercentage (JKP) drukt de totale kosten van het krediet uit als een percentage op jaarbasis.
De wet definieert het jaarlijkse kostenpercentage als ‘het percentage dat de gelijkheid uitdrukt op jaarbasis, van de geactualiseerde waarden van het geheel van de verbintenissen van de kredietgever (kredietopnemingen) en de consument (aflossingen en totale kosten van het krediet voor de consument), bestaand of toekomstig, en die berekend wordt aan de hand van de elementen die de Koning aanduidt en op de wijze die Hij bepaalt.” De wet verwijst met die omschrijving naar een wiskundige vergelijking die bij koninklijk besluit wordt vastgelegd en waaraan de door de kredietgevers gehanteerde jaarllijkse kostenpercentages moeten beantwoorden.
Het jaarlijkse kostenpercentage (JKP) is één van de centrale begrippen in het consumentenkrediet. Zo moet de kredietgever in iedere reclame die een intrestvoet of de kosten van een krediet vermeldt tevens het JKP vermelden. Ook in het kredietaanbod moet het JKP worden opgenomen. Dit is zeer nuttig wanneer u de werkelijke kosten van verschillende kredieten wil vergelijken. Maximale jaarlijkse kostenpercentages In ons land worden de intrestvoeten vrij bepaald. Consumentenkredieten vormen hierop een uitzondering. Per koninklijk besluit zijn voor de consumentenkredieten maximale jaarlijks kostenpercentages vastgelegd, naargelang het krediettype en het bedrag. Het gaat om maxima. Kredietgevers mogen altijd een lager percentage aanbieden en de bedoeling is alleszins dat hier de concurrentie zou spelen. Niettemin, wanneer we de tarieven van consumentenkredieten bekijken blijkt dat de kostprijs ervan, uitgedrukt in het jaarlijks kostenpercentage, vaak zeer hoog ligt.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 50
De maximale jaarlijkse kostenpercentages van toepassing vanaf 1 december 2011 zijn de volgende: Kredietbedrag
Verkoop op afbetaling, lening op afbetaling en alle kredietovereenkomsten, behalve de financieringshuur, waarbij de betalingstermijnen en de termijnbedragen gedurende de looptijd doorgaans gelijk blijven
Financieringshuur
Kredietopening en alle overige kredietovereenkomsten met uitsluiting van deze bedoeld in de voorgaande kolommen van deze tabel Met kaart (*)
Zonder kaart (*)
Van toepassing vanaf 1 december 2011 Tot 1.205 EUR Meer dan 1.250 EUR
Van toepassing vanaf 1 juni 2009 19,5%
13,5%
Van toepassing vanaf 1 juni 2011 15,5%
11,5%
16%
12%
14%
11%
13%
11%
Tot 5.000 EUR Meer dan 5000 EUR
Van toepassing vanaf 1 juni 2011 12,5%
10,5%
(*) Het moet gaan om een kaart “met elektronische functies”. Voor de volledige wettelijke definitie van de kaart, zie bijlage II van het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 betreffende de kosten, de percentages, de duur en de terugbetalingsmodaliteiten van het consumentenkrediet. Bron:website FOD Economie, http://economie.fgov.be “Gratis krediet”, bestaat dat? Sommige verkopers leggen graag uit dat u hun producten met een gratis krediet kunt verkrijgen. Bij dergelijk aanbod bestaat het gevaar dat op een verdoken manier toch kosten worden aangerekend indien men van dit krediet gebruik maakt. Indien u dit overweegt is het dan ook altijd zinvol om de vergelijking te maken met de aankoop tegen contante betaling van hetzelfde product en zich de vraag te stellen of die aankoop dan voordeliger is. Voor consumentenkredieten stelt de wet zonder meer dat reclame met de vermelding “gratis krediet” of iets gelijkwaardigs verboden is. Dergelijke vermeldingen worden dus zonder meer als misleidend beschouwd. Wat daarentegen wel wordt toegelaten is de vermelding van het jaarlijkse kostenpercentage van het krediet 0% bedraagt. We weten immers welke lading dat jaarlijkse kostenpercentage dekt. Bovendien: als reclame wordt gemaakt voor een goed of dienst die aan 0% krediet kan worden verworven, dan moet ook worden gezegd welke voordelen u krijgt toegekend wanneer u contact betaalt. In ieder geval moet de prijs bij een verkoop op krediet aan een JKP van 0% gelijk zijn aan de prijs die gevraagd wordt aan een consument die contact betaalt.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 51
syllabus KREDIET KOST GELD
Appendix bij beeldplaat 6 Vaste en variabele intrestvoet
Bij kredieten kunnen de intrestvoeten vast of veranderlijk zijn. Het gaat om een materie waarvan de reglementering nogal technisch is. We oordeelden dat het te ver zou leiden om hierover in een afzonderlijke beeldplaat uit te weiden. Anderzijds kan het voor de consument om een ingrijpende keuze gaan. Om die reden nemen we dit stuk op als een toevoeging aan beeldplaat 6, wat de vorminggever toelaat om desgewenst ook hierbij even stil te staan. Vooral bij hypothecair krediet is de keuze tussen vaste en veranderlijke intrestvoet belangrijk, aangezien dit krediet over een lange periode loopt en de afbetaling ervan een aanzienlijk deel van het gezinsbudget uitmaakt. Een grote stijging in de loop der jaren kan dus ingrijpende gevolgen hebben. Maar zulks kan moeilijk of niet vooraf worden voorspeld. Wie financiële zekerheid vooropstelt, kiest dus voor een vaste intrestvoet. Overweegt de consument toch voor een veranderlijke intrestvoet, dan is het belangrijk om weten dat de schommelingen hiervan niet willekeurig mogen gebeuren, maar alleen binnen bepaalde wettelijke beperkingen. Het is niet de bedoeling dat die beperkingen met de deelnemers tot in het detail worden uitgespit, maar wel dat men een idee krijgt waarover het zoal gaat. Bij consumentenkrediet zijn de jaarlijkse kosten percentages in regel vast. Bij kredietopeningen worden wel veranderlijke intrestvoeten toegepast, in welk geval er bepaalde regels gelden om de consument daarover te informeren.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 52
Belangrijk om weten • Vaste intrestvoet →→
De intrest wordt voor de duur van het krediet aan dezelfde intrestvoet berekend.
→→
Stijgingen van de intrestvoeten op de markt blijven u bespaard
→→
De kredietnemer kan anderzijds niet zijn voordeel doen met dalingen van de intrestvoet.
• Variabele intrestvoet →→
De intrest wordt berekend aan een intrestvoet die in de loop van het krediet schommelt.
→→ Er kan niet met zekerheid worden voorspeld of en in welke mate die intrestvoet zal stijgen of dalen,. • Kredietopeningen (consumentenkrediet): variabele intrestvoet mogelijk. →→
Verplichte informatie daarover in de overeenkomst.
→→
Principe: u wordt vooraf in kennis gesteld van de wijziging.
• Hypothecair krediet →→
Keuze tussen formules met vaste en variabele intrestvoet.
→→
Combinatie mogelijk.
→→
Bij variabele intrestvoet zijn er bepaalde beperkingen: -- Schommeling zowel in meer als in min. -- Geen wijziging binnen een periode van minder dan één jaar. -- Wijziging in functie van de schommelingen van een referteïndex en met toepassing van een voorgeschreven formule. -- Schommeling beperkt tot maximum verschil ten opzichte van de oorspronkelijke intrestvoet. -- Beperkte verhoging tijdens eerste drie jaren.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 53
Toelichting Vaste of veranderlijke intrestvoet We onderscheiden vaste en veranderlijke intrestvoeten. • Wanneer u een krediet aangaat aan een vaste intrestvoet, wordt de intrest voor de duur van het krediet berekend aan dezelfde intrestvoet. Het voordeel is dat u voor deze ganse duur weet hoeveel u precies aan interest moet betalen12. U blijft beschermd tegen stijgingen van de intrestvoet in de periode van het krediet. Anderzijds kunt u dan geen voordeel doen met dalingen van de intrestvoet. • Een variabele intrestvoet schommelt in de loop van het krediet. De uitkomst daarvan is vooraf onvoorspelbaar. U kunt dus niet met zekerheid uitmaken of de intrestvoet in de komende periode eerder gaat stijgen of dalen en in welke mate. Hypothecair krediet Bij een hypothecair krediet kan de intrestvoet vast of veranderlijk zijn. Dit sluit niet uit dat er een combinatie van beide formules kan worden toegepast (bijvoorbeeld de eerste 10 jaren variabel en daarna een jaarlijks veranderende intrestvoet). • Wanneer de hypotheek één of meerdere vaste intrestvoeten bepaalt, dan gelden deze voor de duur van de kredietovereenkomst. • Wanneer de veranderlijkheid van intrestvoet werd overeengekomen, mag er maar één intrestvoet zijn per kredietovereenkomst. In de vestigingsakte van het hypothecair krediet (de notariële akte) moet u de essentiële informatie daarvan kunnen terugvinden, zoals tenminste de tijdstippen van de verandering van de intrestvoet, de voorwaarden en modaliteiten daarvan en de oorspronkelijke waarde van de referteïndex. De schommeling van de intrestvoet gebeurt niet naar goeddunken van de kredietgever. →→
De intrestvoet moet zowel in meer als in min schommelen.
→→
De intrestvoet mag niet veranderen binnen een periode van minder dan een jaar.
→→ De intrestvoet wijzigt in functie van de schommelingen van een referteïndex. Deze wordt genomen uit een reeks van door de regering vastgestelde referteindexen, in functie van de duur van de perioden van verandering van de intrestvoet. De referteïndexen worden maandelijks in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. 12 Deze uitspraak zou enigszins kunnen genuanceerd worden doordat de verschuldigde intrest ook afhangt van het opgenomen kredietbedrag wanneer de kredietovereenkomst de mogelijkheid van nieuwe kredietopnamen zonder regelmatige aflossingen voorziet, zoals bijvoorbeeld bij kredietopeningen. Maar ook dan kan men zeggen dat u zekerheid hebt omdat u die kredietopnamen zelf in de hand hebt.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 54
→→ Wanneer een periode verstreken is, wordt de intrestvoet voor de nieuwe periode berekend. Dit gebeurt aan de hand van een formule: Nieuwe intrestvoet = oorspronkelijke intrestvoet + (nieuwe referteïndex – oorspronkelijke waarde van de referteïndex) -- De oorspronkelijke intrestvoet = de intrestvoet waartegen de intrest wordt berekend die de kredietnemer verschuldigd is op het tijdstip van de eerste intrestbetaling. -- De oorspronkelijke waarde van de referteïndex = de waarde van de referteïndex van de kalendermaand die voorafgaat aan de datum waarop de kredietgever het schriftelijk aanbod heeft overgemaakt. De hypotheekondernemingen moeten echter de waarde van de referteïndex hanteren die voorkomt op hun tarieflijst van intrestvoeten voor het desbetreffende type van krediet. In dat geval is die waarde die van de kalendermaand die voorafgaat aan de datum van dat tarief. -- De nieuwe waarde van de referteïndex = de waarde van de referteïndex verschenen in de kalendermaand die voorafgaat aan de datum van de wijziging van de intrestvoet. →→ De kredietnemer wordt enigszins beschermd tegen extreme schommelingen van de intrestvoet. De vestigingsakte van het krediet moet bepalen dat de verandering van de intrestvoet zowel in meer als in min beperkt worden tot een bepaald verschil ten opzichte van de oorspronkelijke intrestvoet. Dit verschil mag in geval van stijging van de intrestvoet niet meer bedragen dan het verschil in geval van daling. →→
Gedurende de eerste drie jaren is een eventuele verhoging beperkt: -- De intrestvoet mag voor het tweede jaar niet meer dan wat overeenstemt met één procentpunt op jaarbasis hoger liggen dan de oorspronkelijke intrestvoet. -- Voor het derde jaar mag die niet hoger liggen dan wat overeenstemt met twee procentpunten op jaarbasis ten opzichte van die oorspronkelijke intrestvoet.
De wijziging moet aan de kredietnemer medegedeeld worden. Dit gebeurt ten laatste op de datum dat de interesten aan de nieuwe intrestvoet beginnen te lopen. De kredietnemer ontvangt desgevallende kosteloos een nieuw aflossingsplan, waarbij de gegevens van zijn afbetaling voor de overblijvende looptijd zijn aangepast, rekening houdend met de nieuwe intrestvoet. Consumentenkrediet: variabele debetrentevoet Wanneer bij kredietvormen, zoals kredietopeningen, kapitaal kan worden opgenomen, spreekt men over de debetrentevoet om de intrestvoet aan te duiden die berekend wordt op het gedeelte van het aldus opgenomen kapitaal. Voor kredieten die onder de wet op het consumentenkrediet vallen geldt in principe een verbod contractbedingen die ertoe strekken de voorwaarden van de kredietovereenkomst te wijzigen. Uitzondering op dit
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 55
verbod zijn de clausules die bepalen dat de debetrentevoet kan worden gewijzigd. Daarnaast kan de kredietovereenkomst ook voorzien dat de kosten voor het opnemen van contant geld via een geldautomaat13, gewijzigd kunnen worden. Informatie over de debetrentevoet In de kredietovereenkomst moet u de nodige informatie vinden, zoals de debetrentevoet en de voorwaarden die de toepassing van deze intrestvoet regelen. Verder moeten, voor zover die beschikbaar zijn, de indices of referentierentevoeten worden vermeld die betrekking hebben op de aanvankelijke debetrentevoet en de termijnen, voorwaarden en procedures voor wijziging ervan. Indien naargelang van de verschillende omstandigheden verschillende debetrentevoeten worden toegepast, wordt deze informatie met betrekking tot alle toepasselijke intrestvoeten verstrekt. Voorwaarden en beperkingen voor de veranderlijkheid van de debetrentevoet Kredietovereenkomsten met hypotheekstelling Wanneer die kredietopening gepaard gaat met een hypotheekstelling, kan die slechts voorzien dat de debetrentevoet veranderlijk is in dezelfde gevallen en volgens dezelfde regelen als bij de wet op het hypothecair krediet (zoals hierboven samengevat), met uitzondering van de bepalingen inzake de mededeling van de wijziging aan de kredietnemer (waarvoor in de wet op het consumentenkrediet specifieke bepalingen gelden). Kredietovereenkomsten zonder hypotheekstelling De wet op het hypothecair krediet voorziet een reeks voorwaarden en beperkingen voor de veranderlijkheid van de intrestvoet. Voor kredietopeningen zonder hypotheekstelling bepaalt de wet op het consumentenkrediet een specifieke beperking. De wet bepaalt een limiet wanneer de wijziging van de debetrentevoet meer dan 25 pct. bedraagt van de aanvankelijk of voorheen overeengekomen debetrentevoet, in geval van overeenkomsten gesloten voor een termijn van meer dan een jaar. Dergelijke verhogingen zijn niet verboden, maar de consument heeft dan de mogelijkheid de overeenkomst op te zeggen binnen een termijn van drie maanden vanaf de kennisgeving van die wijziging. Informatie over de wijziging van de debetrentevoet Bij wijziging van de debetrentevoet wordt u daarvan in kennis gesteld voordat die wijziging van kracht wordt. Die kennisgeving gebeurt op papier of “op een andere duurzame drager”. Tegelijk wordt, desgevallend, het bedrag vermeld van de betalingen die u na de inwerkingtreding van de nieuwe debetrentevoet moet doen, evenals de eventuele verandering van het aantal of van de frequentie van de betalingen. 13 De kredietopening kan bepalen dat de kosten verbonden aan diensten bestaande uit het opnemen van contanten via een geldautomaat eenzijdig worden gewijzigd ,wanneer zij niet worden opgenomen in het jaarlijkse kostenpercentage. In geval van wijziging van deze kosten heeft de consument het recht om de kredietopening kosteloos op te zeggen binnen een termijn van twee maand vanaf de kennisgeving van de wijziging. Deze wijziging kan gedurende de looptijd van de kredietopening slechts eenmaal geschieden en de initieel voorziene kosten kunnen maximaal met 25 pct. worden verhoogd.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 56
Uitzondering: periodieke informatieverstrekking De kredietovereenkomst kan echter ook bepalen dat die informatie u periodiek wordt verstrekt indien: • de wijziging van de debetrentevoet het gevolg is van een wijziging van een referentierentevoet en • het publiek “via passende middelen” kennis kan nemen van de nieuwe referentierentevoet. Die informatie moet ook beschikbaar zijn in de gebouwen van de kredietgever.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 57
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 58
syllabus KREDIET KOST GELD
7. Krediet biedt geen oplossing bij financiële moeilijkheden.
Technische fiche De reclame op de beeldplaat is gebaseerd op een reële advertentie. Wat moeten we denken van deze reclame? Is zoiets aanvaardbaar ? Kan of mag krediet dan geen ademruimte geven aan mensen die het niet zo breed hebben? Deze beeldplaat bevat één van de belangrijkste boodschappen van deze vorming. Reclameslogans zoals in het voorbeeld kan men, ondanks strenge wettelijke beperkingen, in reclameblaadjes en dergelijke aantreffen. Sommige kredietgevers richten namelijk wel zeer uitdrukkelijk tot mensen met financiële problemen om hen tot krediet aan te zetten.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 59
PROBLEMEN MET UW LENINGEN? WIJ BIEDEN DE OPLOSSING. WACHT NIET TOT HET TE LAAT IS! WIJ CENTRALISEREN AL UW LENINGEN Neem contact op met Vitcrédit Profijtstraat 85, 2170 Merksem
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 60
Belangrijk om weten • Mensen met een teveel aan schulden beschouwen een nieuw krediet soms als de laatste strohalm. Sommige kredietgevers spelen daar op in. • Maar dit is geen oplossing. →→ Het aangaan van krediet als men krap bij kas zit betekent in het beste geval een uitstel van de moeilijkheden. Ook nieuw krediet moet worden terugbetaald. →→
Krediet heeft een kostprijs die de financiële last nog verzwaart.
Toelichting De wet bevat een aantal bepalingen die er specifiek op gericht zijn consumenten tegen overkreditering te beschermen. Het gaat vooral om de wet op het consumentenkrediet. We vermelden hierna slechts de meest in het oog springende maatregelen. Consumentenkrediet: kredietreclame De wet op het consumentenkrediet beteugelt verschillende vormen van agressieve reclame. Zo is reclame voor consumentenkredieten onder meer verboden wanneer die specifiek gericht is op: • het aanzetten van de consument, die het hoofd niet kan bieden aan zijn schulden, tot het opnemen van krediet; • het benadrukken van het gemak of de snelheid waarmee het krediet kan worden verkregen; • het aansporen tot hergroepering of centralisatie van lopende kredieten of die tot uiting brengt dat lopende kredietovereenkomsten bij de beoordeling van een kredietaanvraag geen of een ondergeschikte rol spelen. Consumentenkrediet: zorgvuldigheidsplicht van de kredietgever en de kredietbemiddelaar De kredietgever mag niet zomaar krediet aanbieden. De wet op het consumentenkrediet legt een zorgvuldigheidsplicht op. • De kredietgever en de kredietbemiddelaar zijn verplicht om voor de kredietovereenkomsten die zij gewoonlijk aanbieden (als kredietgever) of waarvoor zij gewoonlijk bemiddelen (als kredietbemiddelaar), het krediet te zoeken dat qua soort en bedrag het best is aangepast, rekening houdend met de financiële toestand van de consument op het ogenblik van het sluiten van de kredietovereenkomst en met het doel van het krediet. • De kredietgever mag slechts een kredietovereenkomst sluiten wanneer hij, gelet op de gegevens waarover hij beschikt of zou moeten beschikken, redelijkerwijze moet aannemen dat de consument in staat zal zijn de verplichtingen voortvloeiend uit de overeenkomst, na te komen.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 61
Als gegevens waarover de kredietgever beschikt of zou moeten beschikken, vermeldt de wet uitdrukkelijk de volgende: →→ de gegevens op basis van de raadpleging van de Centrale voor kredieten aan particulieren (zie volgende beeldplaat); →→
de informatie die door de consument (en de borg) is verstrekt. -- De kredietgever en de kredietbemiddelaar zijn namelijk verplicht aan degene die om een krediet verzoekt en aan de eventuele borg “de juiste en volledige informatie” te vragen die zij noodzakelijk achten om hun financiële toestand en hun terugbetalingsmogelijkheden te beoordelen. Zij moeten in ieder geval informeren naar hun lopende financiële verbintenissen. -- De consument en de borg zijn ertoe gehouden daarop juist en volledig te antwoorden. -- (In geen enkel geval mag de gevraagde informatie echter betrekking hebben op het ras, de etnische afstamming, het seksueel gedrag, de gezondheid, de overtuigingen of activiteiten op politiek, levensbeschouwelijk of godsdienstig gebied of het lidmaatschap van een vakbond of van een ziekenfonds.)
Sanctie Wanneer zich betalingsmoeilijkheden voordoen, is het zinvol na te gaan in welke omstandigheden het krediet werd verleend. Overtreding van de zorgvuldigheidsverplichting kan er namelijk toe leiden dat uw terugbetalingsverplichtingen door de rechter worden versoepeld. Zo kan de rechter de consument ontslaan van het geheel of van een gedeelte van de nalatigheidsintresten en zijn verplichtingen verminderen tot de prijs bij contante betaling van het goed of de dienst of tot het ontleende bedrag. De kredietcentrale In het kredietcontract kan de consument lezen dat de Centrale voor kredieten aan particulieren werd geraadpleegd. De zorgvuldigheidsplicht en de raadpleging van de centrale De kredietcentrale moet vooral gezien worden in het verlengde van de zorgvuldigheidsplicht van de kredietgever en kredietbemiddelaar. We zagen dat de kredietgever slechts een kredietovereenkomst mag sluiten wanneer hij, gelet op de gegevens waarover hij beschikt of zou moeten beschikken, redelijkerwijze moet aannemen dat de consument in staat zal zijn de verplichtingen voortvloeiend uit de overeenkomst, na te komen. Tot de gegevens waarop hij zich baseert behoren deze die hij te weten komt na de raadpleging van de kredietcentrale. Kredietgevers van consumentenkredieten en van hypothecaire kredieten zijn verplicht de kredietcentrale te raadplegen, vooraleer zij een consumentenkredietovereenkomst sluiten of een aanbod van hypothecaire kredietovereenkomst overhandigen, teneinde informatie te verkrijgen over de financiële toestand en de solvabiliteit van de kredietnemer.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 62
• Positieve centrale De Centrale voor kredieten aan particulieren (van de Nationale Bank van België) is een zogenaamde positieve kredietcentrale. Dit betekent dat alle lopende kredietlasten (althans diegene die onder het consumentenkrediet of het hypothecair krediet vallen) erin geregistreerd worden. De kredietgever kan door raadpleging van die centrale dus nagaan welke schuldenlast de consument op het ogenblik van een kredietaanvraag reeds draagt en dus beoordelen of een nieuw krediet eventueel nog haalbaar is of niet. Tot voor enkele jaren was deze Centrale voor kredieten aan particulieren een louter negatieve centrale. Dit hield in dat enkel de betalingsachterstallen (drie termijnen) erin werden geregistreerd. Die registratie is bij de omvorming naar een positieve centrale gebleven. Momenteel worden in de kredietcentrale aldus geregistreerd: • de consumentenkredietovereenkomsten; • de hypothecaire kredietovereenkomsten; • de wanbetalingen die voortvloeien uit beide genoemde kredietovereenkomsten (de achterstal wordt geregistreerd zodra die een bepaald aantal termijnen heeft overschreden die wettelijk zijn vastgelegd, naargelang het type van krediet waarover het gaat). Toegang tot de kredietcentrale De gegevens die in de kredietcentrale zijn opgenomen worden als persoonsgegevens beschermd. De wet vermeld een lijst van categorieën van personen die daarvan kennis mogen nemen. Het gaat onder meer om kredietgevers, kredietverzekeraars, advocaten, gerechtsdeurwaarders, zelfs incassobureaus,
De kredietgevers moeten de kredietcentrale raadplegen vooraleer zij een krediet toekennen aan de consument. Zij moeten dit doen om zicht te krijgen op de financiële toestand en de solvabiliteit van de consument na te gaan. Uiteraard moeten de personen die inlichtingen van de kredietcentrale hebben verkregen de nodige maatregelen treffen om het vertrouwelijk karakter daarvan te waarborgen. Wat indien de op uw naam geregistreerde gegevens niet juist zijn? U hebt als kredietnemer of borg kosteloos toegang tot de gegevens die op uw naam zijn geregistreerd. U kunt ook vrij en kosteloos de rechtzetting vragen van verkeerde gegevens. Hoelang worden de gegevens bewaart? Regelmatig stellen consumenten de vraag hoe lang de gegevens over hen bewaard blijven. Voor het positieve luik van de centrale (de gegevens over de aangegane kredietovereenkomsten, zonder wanbetalingen) zijn de bewaartermijnen: • drie maanden en acht werkdagen na de datum van het einde van de kredietovereenkomst, • of tot de vervroegde beëindiging van de kredietovereenkomst aan de kredietcentrale werd gemeld.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 63
Bij het verstrijken van de bewaartermijnen worden alle gegevens verwijderd, behoudens wanneer er sprake is van wanbetaling. Vooral wanneer er wanbetaling werd geregistreerd stellen de betrokkenen zich de vraag hoe lang die geregistreerd blijven. Bij het negatieve luik zijn de bewaartermijnen: • twaalf maanden vanaf de datum van regularisatie (zeg maar de aanzuivering van de achterstallen) van de kredietovereenkomst; • maximaal tien jaar vanaf de datum van de eerste wanbetaling, ongeacht of de kredietovereenkomst tussentijds al dan niet werd geregulariseerd. Indien na afloop van deze maximale termijn van tien jaar zich een nieuwe wanbetaling voordoet, wordt een nieuwe tienjarige bewaartermijn opgestart.
Enkele raadgevingen bij betalingsmoeilijkheden • Ga na in welke omstandigheden het krediet werd verleend. Kredietgevers hebben een zorgvuldigheidsverplichting zo mogen zij het krediet slechts verstrekken wanneer redelijkerwijze kan aangenomen worden dat u in staat zal zijn uw verplichtingen na te komen. Overtreding van die norm kan ertoe leiden dat uw terugbetalingsverplichtingen worden verminderd. • Probeer met uw huidige kredietgever tot een soepelere betalingsregeling te komen. Lukt dan niet, dan is er eventueel een mogelijkheid om betalingsfaciliteiten aan de rechter te vragen. • Schort uw betalingen niet, met de bedoeling om die later te hervatten. De algemene voorwaarden vermelden wat er gebeurt wanneer u - zelfs tijdelijk – uw betalingen niet verricht (naargelang het soort krediet en de omstandigheden kan het gaan om nalatigheidsintresten, schadevergoedingen, onmiddellijke opeising van de termijnen die nog moeten vervallen, enzovoort). • Kredietgevers mogen in hun overeenkomsten clausules opnemen waardoor de termijnbepaling vervalt of de overeenkomst wordt ontbonden. Dit is onder meer het geval wanneer de consument twee termijnen niet heeft betaald. De kredietgever zendt dan een aangetekende brief aan de consument waarin deze nog één maand respijt krijgt. Is de achterstand dan nog niet betaald, dan treedt de clausule in werking. Tot drie maanden toe niet betalen, kan dus ernstige en onomkeerbare gevolgen met zich brengen. • Zoek hulp. U kunt voor dergelijke problemen onder meer terecht bij OCMW of CAW. • Informeer u alleszins grondig over alle mogelijkheden (zie onder meer de instanties en organisaties in bijlage bij de gids).
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 64
syllabus KREDIET KOST GELD
8. Waardoor lopen de intresten op?
Technische fiche We zagen eerder al dat intrestvoet en intresten niet hetzelfde zijn en vooral dat men zich niet enkel blind mag staren op het percentage waarin die intrestvoet wordt uitgedrukt. Ook andere factoren bepalen hoeveel u uiteindelijk aan intresten betaalt. In deze beeldplaat lichten we dit toe aan de hand van een voorbeeld. We geven daartoe een voorstelling van een zeer eenvoudig krediet. • Kapitaal (ontleend bedrag) = 1000 euro; • Duur = 3 jaren; • Intrestvoet = 10%. Hoeveel gaat dit krediet u nu kosten? Dit hangt af van de wijze waarop u het krediet aflost. In dit voorbeeld gaan we ervan uit dat u het kapitaal slechts op het einde van het krediet volledig aflost. • U lost gedurende die 3 jaren geen kapitaal af maar betaalt enkel intresten: →→
u betaalt ieder jaar 100 euro (want 10% van 1000 = 100).
→→
na drie jaar hebt u dan 300 euro aan intresten betaald.
• Wanneer u op het einde ook het kapitaal (1000 euro) aflost hebt u in totaal 1300 euro betaald. De tabel van de aflossingen Jaar 1 2 3 Totaal
betaling 100,00 100,00 1100,00 1300,00
intresten 100,00 100,0 100,00 300,00
aflossing 0,00 0,00 1000,00 1000,00
saldo 1000,00 1000,00 0,00
Betaling = het bedrag dat u betaalt. Intresten = het gedeelte van de betaling dat naar de betaling van intresten gaat. Aflossing = het gedeelte van de betaling dat naar de aflossing van het kapitaal gaat. Saldo = het deel dan het kapitaal dat nog moet worden afgelost.
Gedurende de ganse duur van het krediet hebt u bijgevolg naast de terugstorting van de 1000 kapitaal, 300 euro intresten betaalt. Doordat gedurende alle jaren intresten op het totale kapitaal worden berekend ligt dit zeer hoog (in dit voorbeeld bijna een derde van het kapitaal).
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 65
intresten intresten terugbetaling terugbetaling kapitaal kapitaal
11
22
33
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 66
Belangrijk om weten De intrestvoet zegt op zich nog niet hoeveel kosten u betaalt. De tijd doet de kosten oplopen. Hoe langer het duurt voor het kapitaal wordt terugbetaald, hoe hoger de intresten die de kredietnemer verschuldigd is. Het saldo doet de kosten oplopen. Dit komt doordat de intresten worden berekend op het saldo van het kapitaal, dit is het deel dat nog niet terugbetaald is.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 67
Toelichting Krediet zonder tussentijdse terugbetaling van het kapitaal Wanneer voor het einde van het krediet geen kapitaal wordt afgelost, lopen de intresten maximaal op doordat zij telkens op het volledige kapitaal worden berekend. Sommige kredieten (die bij consumenten minder voorkomen) worden volgens die methode aangegaan, bijvoorbeeld om een periode van tijdelijk geldtekort te overbruggen. We spreken dan over een overbruggingskrediet. Maar hetzelfde effect doet zich voor:wanneer u een krediet hebt aangegaan waarbij u niet verplicht bent om op vastgestelde tijdstippen kapitaal af te lossen en u gedurende lange periode helemaal niets afbetaalt. • Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer u een krediet hebt aangegaan waarbij u geen verplichting is opgelegd om, gedurende de jaren dat het krediet loopt, het kapitaal reeds gedeeltelijk af te lossen. Het zou dan kunnen gaan om een kredietopening, waarbij de kredietnemer terugbetalingen doet op de datum van keuze, maar gedurende lange tijd geen enkele terugbetaling verricht. De kredietnemer kan dit in de loop van de overeenkomst als een comfortabele situatie ervaren, omdat hij dit krediet nauwelijks voelt. Maar: →→ door de terugbetaling van het kapitaal uit te stellen moet dit uiteindelijk, op het einde van de kredietovereenkomst, in één keer worden terugbetaald. Op dat moment zou dit wel eens een zware opgave kunnen zijn. →→
het bedrag van de intresten loopt maximaal op.
• Dit kan ook een goed voorbeeld zijn voor de aanrekening van de nalatigheidsintresten die u worden aangerekend, wanneer u een bedrag verschuldigd bent zonder daarvoor gedurende jaren iets van te hebben afgelost. In dit voorbeeld zou het dan kunnen gaan over een som van 1000 euro die u aan een schuldeiser verschuldigd bent maar die u niet tijdig betaald hebt. Wanneer er in de overeenkomst met die schuldeiser vermeld staat dat u een nalatigheidsintrest aan 10 % verschuldigd bent (dit percentage is een loutere veronderstelling) en u betaalt na drie jaren toch, dan zal u behoudens de 1000 euro ook nog eens 300 euro nalatigheidsintresten moeten betalen. Laat uitgestelde betalingen dan ook niet te lang aanslepen.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 68
syllabus KREDIET KOST GELD
9. Regelmatige aflossing van het kapitaal
Technische fiche De regelmaat waarmee u uw krediet terugbetaalt – of de afwezigheid daarvan - heeft directe gevolgen voor de kosten daarvan. Consumenten staan daar niet altijd bij stil wanneer zij een overeenkomst aangaan. In de vorige beeldplaat hebben we een voorbeeld gegeven van een eenvoudig krediet. We hernemen dit voorbeeld, met dezelfde kredietvoorwaarden (kapitaal, duur, intrestvoet), maar ditmaal wordt voorzien in een regelmatige aflossing van het kapitaal14. Waar u in het vorige voorbeeld het kapitaal volledig op het einde van de drie jaar afbetaalt, betaalt u nu het kapitaal jaarlijks voor een deel af. • Dit maal bent u met de kredietgever overeengekomen om het kapitaal van 1000 euro geleidelijk af te lossen. →→
De kredietgever heeft berekend dat u dat kunt doen door ieder jaar 402,11 euro te betalen.
• Het eerste jaar: →→ U betaalt 100 euro intresten. Dit is namelijk 10% van het kapitaal van 1000 euro (dit is dus nog hetzelfde als in ons eerste voorbeeld). →→ Met de rest van het betaalde bedrag wordt een deel van het kapitaal terugbetaald. Voor het eerste jaar is dit 402,11 – 100,00 = 302,11 euro →→
Het saldo dat daarna nog moet worden afgelost bedraagt 1000,00 - 302,11 = 697,89 euro.
• Het tweede jaar: →→
Dit keer betaalt u 69,79 euro intresten of 10% van het saldo 697,89 euro.
→→ Het gedeelte bestemd voor de terugbetaling van het kapitaal bedraagt 402,11 – 69,79 = 332,33 euro. →→
Het saldo bedraagt na die tweede betaling 697,89- 332,33 = 365,56 euro.
14 Dit voorbeeld is niet aan de praktijk ontleend om het niet te ingewikkeld te maken ronden we de bedragen zoveel mogelijk af en de eventuele afbetalingen van het kapitaal gebeuren jaarlijks (terwijl dat in praktijk meestal maandelijks is).
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 69
• Het derde jaar: →→
U betaalt nog maar 36,56 euro intrest, of 10% van het saldo van 365,56 euro.
→→ De rest van de betaling bedraagt 402,11 – 36,56 = 365,56 euro . Dat is precies even veel als het saldo van het kapitaal dat nog moest worden afgelost. →→
Het saldo van het kapitaal komt op nul.
Wanneer u die 402,11 euro betaalt zal nog niet direct duidelijk zijn hoeveel daarvan uit intresten bestaat en hoeveel naar de aflossing van het kapitaal gaat. Dit wordt pas duidelijk wanneer u die gegevens in een aflossingstabel worden gegoten. In die aflossingstabel merken we dat: • het gedeelte van de betaling die voor de aflossing van de intrest is bestemd in het begin nog hoog ligt, maar in de loop van het krediet kleiner wordt; • hierdoor een steeds groter deel van de betaling besteed wordt aan de aflossing van het kapitaal. Jaar 1 2 3 Totaal
betaling 402,11 402,11 402,11 1206,35
intresten 100,00 69,79 36,56 206,34
aflossing 302,11 332,33 365,56 1000,00
saldo 697,89 365,56 0,00
Op het einde van het krediet hebt u 1000 euro kapitaal afgelost en daarnaast voor 206,34 euro kosten betaald (tegenover 300 euro in het vorige voorbeeld).
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 70
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 71
intresten intresten
terugbetaling terugbetaling kapitaal kapitaal
11
22
3
3
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 72
Belangrijk om weten • Geleidelijke terugbetaling van het krediet in de loop van het krediet leid ertoe dat de intresten minder snel oplopen • Hoewel de afbetaling van het krediet uit een vast bedrag bestaat, is de samenstelling ervan steeds anders. →→
U betaalt steeds minder intresten
Dit is te wijten doordat de intrest berekend wordt op het saldo van het kapitaal en dat dit saldo in de loop van het krediet geleidelijk vermindert. →→
Bij iedere betaling lost u steeds een groter gedeelte van het kapitaal af.
Toelichting Kredietovereenkomsten waarbij u op vastgestelde tijdstippen het kaptaal aflost. Meestal zult u echter in de loop van de kredietovereenkomst het kapitaal geleidelijk terugbetalen. Dit is uiteraard interessanter omdat u op die manier de betalingen in de tijd spreidt in geen al te groot bedrag in één keer moet betalen. U betaalt niet alleen het kapitaal terug, maar u bent intussen ook intresten verschuldigd. Beide bedragen variëren. Voor de kredietnemers kan het interessant zijn om iedere periode (maand) een gelijk bedrag te betalen, zodat zij altijd precies weten of zij dat bedrag in hun budget kunnen inpassen. Nu past de kredietgever een formule toe waardoor u iedere termijn exact hetzelfde bedrag betaalt. Daarvan bestaat telkens een gedeelte uit de verschuldigde intresten en een gedeelte dat bestemd is voor de aflossing van het kapitaal.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 73
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 74
syllabus KREDIET KOST GELD
10. “Altijd geld beschikbaar!” = altijd in het rood?
Technische fiche In deze beeldplaat hebben we het over kredietopeningen. Het gaat om een kredietvorm die de laatste decennia een sterke uitbreiding heeft genomen. Bij deze kredietvorm moet u echter extra op uw hoede zijn voor uit de hand lopende uitgaven en stijgende kosten. We overlopen enkele voorname kenmerken van de kredietopening aan de hand van enkele vermeldingen zoals kredietgevers zelf in hun publiciteit melden Stel dat een grote winkel u een kaart aanbiedt. Daarmee kunt u aankopen doen en pas later betalen. Bij uw aankopen “moet u zich dus geen zorgen te maken of u voldoende geld ter beschikking hebt om alles te betalen”. In de informatiefolder leest u onder meer volgende passages15: A. “U kunt met de kaart in winkels betalen.” B. “U wilt de betalingen spreiden? U lost maandelijks minimum 5% van het openstaande bedrag af met een minimum van 25 euro (tenzij u natuurlijk minder dan 25 euro moet terugbetalen.)” C. “In principe is deze kredietopening voor onbepaalde duur. Het is dus in feite een levenslange extra budgettaire ruimte.” Bij elk van deze uitspraken zit er wel een addertje onder het gras. A. “U kunt met de kaart in winkels betalen.” = Aanzetten tot aankopen. Deze zin komt uit een aanbod voor een kredietopening door een kredietmaatschappij. Wanneer u een dergelijke kredietopening werd toegekend bent u in de mogelijkheid om snel en zonder formaliteiten krediet op te nemen. Dikwijls wordt aan een kredietopening een kaart verbonden. Daarmee kunt u dan uw aankopen betalen in winkels (hetzij van één keten, hetzij in meerdere winkels). De bedoeling daarvan mag duidelijk zijn: u wordt ertoe aangezet vlotter tot aankopen over te gaan. Wanneer u in de verleiding komt om een product aan te kopen, krijgt u meteen ook de boodschap dat een 15 ten.
De citaten zijn afkomstig uit reële voorstellen van kredietopeningen die kredietgevers aan consumenten rich-
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 75
gebrek aan gereed geld geen probleem is. Er zit geen buffer tussen uw beslissing tot aankoop en het aangaan van het krediet (er is geen afzonderlijke aanvraag meer). Het aanzetten tot overconsumptie en overkreditering is dan niet ver weg meer. B. “U wilt de betalingen spreiden? U lost maandelijks minimum 5% van het openstaande bedrag af met een minimum van 25 euro (tenzij u natuurlijk minder dan 25 euro moet terugbetalen).” = Geen of geringe aflossingen. Bij andere kredieten, zoals wanneer u een aankoop in schijven afbetaalt of een lening terugbetaalt, weet u vanaf het begin hoeveel u maandelijks moet terugbetalen. U krijgt bijgevolg al een idee of u die terugbetaling al dan niet met gemak aankunt. Bij een kredietopening daarentegen betaalt u terug volgens de voorwaarden die aan de kredietopening verbonden zijn. En die komen niet noodzakelijk neer om een gelijkmatige terugbetaling van het krediet. In dit voorbeeld wordt slechts een gering maandelijks minimum opgelegd dat moet worden afgelost. Maar daarnaast bieden kredietopeningen doorgaans nog de mogelijkheid om, wanneer men krediet gedeeltelijk of zelfs geheel hebt afgelost, opnieuw krediet op te nemen. • Het risico bestaat dat u permanent in het rood komt te staan (met uitzondering van de zogenaamde nulstelling: zie verder). • Uiteraard zijn op de bedragen in het rood voortdurend intresten verschuldigd. C. “In principe is deze kredietopening voor onbepaalde duur. Het is dus in feite een levenslange extra budgettaire ruimte.” = Permanent in het rood staan. Aankopen op afbetaling en leningen worden binnen een bepaalde periode en volgens een bepaald ritme afgelost. Bij kredietopeningen is die regelmaat afwezig. Kredietopeningen kunnen zelfs van onbepaalde duur zijn, zodat u er niet alleen levenslang van geniet, maar er ook levenslang aan gebonden bent. Beschouw krediet daarentegen als iets dat slechts uit noodzaak wordt aangegaan, nooit als een hangmat en zeker niet als een hangmat voor het leven.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 76
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 77
INTREST 0 1
2
3
4
5
6
Wanneer een nulstelling wordt voorzien, betaalt de kredietnemer het gehele bedrag terug
KAPITAAL OPNEMEN
De kredietopening kan de kredietnemer toelaten om op meerdere tijdstippen krediet op te nemen
De kredietnemer kan het kredietbedrag (eventueel gedeeltelijk) terugbetalen... ... om daarna terug krediet op te nemen
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 78
Belangrijk om weten • Bij een kredietopening: →→
wordt geld ter beschikking gesteld;
→→
tot een bepaalde limiet;
→→
betaalt u dit terug op de wijze bepaald in de overeenkomst.
• De kredietopname gebeurt al dan niet met een kaart. →→
Mogelijk enkel een uitstel van betaling voor korte tijd, zonder intrest.
→→
Mogelijk een kredietopname voor langere duur met verschuldigde intrest.
• Kredietopeningen die onder de wet op het consumentenkrediet vallen moeten in een nulstelling voorzien.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 79
Toelichting Kenmerken van de kredietopening • U kunt aankopen doen of geld opnemen op één of meerdere momenten. Dit is een belangrijk verschil met de lening of de koop op afbetaling, waarbij het volledige kredietbedrag op één ogenblik (doorgaans vanaf het begin van de overeenkomst) wordt aangegaan en in de loop van de kredietovereenkomst wordt afgelost. • Die mogelijkheid om krediet op te nemen is beperkt tot een bepaalde limiet. • U betaalt terug volgens de voorwaarden die aan dit krediet verbonden zijn. Meestal worden de terugbetalingen in belangrijke mate overgelaten aan het initiatief van de kredietnemer. Er is dus niet noodzakelijk sprake van een regelmatige aflossing van het kapitaal. Met een kredietkaart? Aan een kredietopening kan ook een kaart verbonden zijn. Dit is niet noodzakelijk het geval: er zijn ook kredietopeningen waarbij u anders dan door een kaart opnemingen doet. Wanneer u een kaart ter beschikking krijgt, is het altijd goed om voor ogen te houden waarover het precies gaat (in de praktijk blijkt van voor de consument trouwens niet altijd duidelijk te zijn). • Mogelijk gaat het slechts om een kaart waarmee u uitgaven kunt doen met uitstel van betaling. U doet dan bijvoorbeeld uw aankopen onder voorlegging van die kaart en op het einde van iedere maand betaalt u het verschuldigd bedrag zonder dat daarvoor intresten aangerekend worden. Dergelijke formules vallen buiten de wet op het consumentenkrediet. • Het kan ook gaan om een kaart die u de mogelijkheid biedt om voor een langere periode in het rood te gaan. Op de opgenomen bedragen worden intresten aangerekend. En die kunnen nogal hoog zijn. Terug uit het rood: de nulstelling Kredietopeningen houden dus de mogelijkheid in om permanent – zelfs levenslang – in een schuldsituatie verzeild te geraken. Om die reden wordt voor kredietopeningen die onder de wet op het consumentenkrediet vallen in een nulstelling voorzien. • Deze regeling heeft betrekking op consumentenkredieten: →→
die niet in de periodieke terugbetaling van kapitaal voorzien;
→→
en die van onbepaalde duur of van een langere duur dan vijf jaar zijn.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 80
• Die kredietovereenkomsten moeten in een termijn van nulstelling voorzien. →→ Binnen die termijn moet de kredietnemer het totaal te betalen bedrag aan de kredietgever terugbetaald hebben. →→ De kredietnemer heeft een adempauze aangezien hij op dat moment geen schuld heeft. Maar dat verhindert niet om daarna terug krediet op te nemen.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 81
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 82
syllabus KREDIET KOST GELD
11. Hoeveel kost uw krediet?
Technische fiche In dit deel gaan we na op welke gegevens van de kredietovereenkomst u in het bijzonder moet letten wanneer u van plan bent een kredietovereenkomst te sluiten. Wanneer u zich bij een kredietgever informeert of een ontwerp van een kredietovereenkomst voor u krijgt, merkt u een heleboel cijfers die elk hun belang hebben. We hanteren als voorbeeld van kredietovereenkomst de lening die Mark, die ook in de gids aan bod komt. Daarin gaat Mark een lening van 5 000 euro – in het voorbeeld gaat het om de aankoop van zijn auto met een prijs van 12 950 euro, maar aangezien hij zorgvuldig te werk is gegaan (en er de mogelijkheid toe heeft), heeft hij beslist een groot gedeelte van de prijs daarvan met spaargeld te betalen. De informatie die de kredietgever moet verstrekken en die in de overeenkomst moeten worden opgenomen, bestaan uit een groot aantal cijfers en andere gegevens. We hebben slechts enkele van die gegevens uitgekozen, die telkens iets vertellen over de financiële last waarvoor de consument staat. Waarmee zou de consument, in dit geval Mark, in het bijzonder rekening moeten houden?
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 83
DE TOTALE KOSTEN VAN HET KREDIET Dit is het bedrag dat het krediet u over de ganse looptijd kost.
172,10 euro
HET KAPITAAL Dit is het bedrag waarvoor u het krediet aangaat.
1
36
DUUR VAN HET KREDIET IN MAANDEN Hoe meer u de betalingen in de tijd kunt spreiden: → hoe lager het maandelijks verschuldigd bedrag is; → maar ook: hoe hoger de kosten oplopen.
Kosten Aflossing
HET TOTALE BEDRAG DAT U MOET BETALEN Dit is het kapitaal dat u zult moeten terugbetalen plus de totale kosten van het krediet.
BEDRAG VAN DE MAANDELIJKSE BETALING (TERMIJN) Het bedrag dat u bij iedere aflossing (doorgaans iedere maand) moet betalen geeft u een idee of u die financiële inspanning aankunt.
15,50%
DE INTRESTVOET - HET JAARLIJKS KOSTENPERCENTAGE → Aan de hand van dit percentage berekent men de kosten van uw krediet. → Maar op zich zegt dit nog niet hoe hoog de kosten zullen zijn. Dat hangt ook af van het kapitaal en de duur van uw krediet.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 84
Belangrijk om weten
• Het kapitaal – (hier: “Nominaal bedrag van de lening”): het bedrag waarvoor u het krediet aangaat. →→
U moet dit alleszins terugbetalen.
→→
Hoe hoger dit bedrag, hoe meer de kosten oplopen.
• Duur van de overeenkomst (hier: “Aantal” = aantal maanden”). →→
Hoe langer de duur van uw overeenkomst: -- hoe lager het bedrag dat u maandelijks moet betalen; -- maar ook: hoe hoger de kosten oplopen.
• De intrestvoet - het jaarlijks kostenpercentage →→
De kosten van uw krediet worden berekend aan de hand van dit percentage.
→→
Maar dit percentage zegt op zich nog niet hoe hoog die kosten zullen zijn.
Dat hangt ook af (zoals we eerder al zagen) van: -- het kapitaal; -- en de duur van uw krediet.
• Termijn / bedrag van de maandelijkse betaling (hier: “bedrag”): het bedrag dat u bij iedere aflossing (doorgaans iedere maand) moet betalen. →→
Dit bedrag geeft u een idee of u de maandelijkse aflossing van het krediet aankunt.
• Totaal te betalen bedrag: het totale bedrag dat u voor uw krediet moet betalen: het kapitaal + de totale kosten van het krediet. →→ Wanneer u de kredietovereenkomst nauwgezet uitvoert zult u op het einde ervan dit bedrag betaald hebben. • Totale kosten van het krediet: het bedrag dat het krediet u over de ganse looptijd uiteindelijk kost. →→ Dit bedrag is de kostprijs die u betaalt ingevolge uw beslissing om nu – en niet later - een uitgave te doen of een geldbedrag ter beschikking te krijgen.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 85
Toelichting Het kapitaal: Dit is het bedrag waarvoor u het krediet aangaat. Het gaat in dit geval om het geleende bedrag, maar het zou bijvoorbeeld ook kunnen gaan om het deel van de prijs van een product dat u op afbetaling koopt. Het kapitaal moet binnen de duur van het krediet en in het voorgeschreven ritme (gewoonlijk een bedrag per maand) worden terugbetaald. Maar de financiële verplichtingen van de consument zijn uiteraard groter. Het kapitaal dient ook als berekeningsbasis van de kosten (intresten) van het krediet, aan de hand van de intrestvoet of het jaarlijks kostenpercentage. Hoe hoger het kapitaal, hoe meer de kosten oplopen. Duur van de overeenkomst. De duur wordt doorgaans uitgedrukt in het aantal termijnen of maandelijkse aflossingen. De duur van de kredietovereenkomst is bepalend voor: • de mate waarin u uw terugbetalingen kunt spreiden. Hoe langer de duur, hoe lager het bedrag van de maandelijkse betaling. • de berekening van het totale bedrag van wat u moet terugbetalen. Hoe langer de duur, hoe hoger de kosten zullen oplopen. Dit is belangrijk om weten wanneer een kredietgever een schuldherschikking voorstelt waarbij de betalingen meer in de tijd worden gespreid. Het is niet uitgesloten dat de kosten van het krediet hierdoor nog oplopen. De intrestvoet - het jaarlijks kostenpercentage Dit is een percentage op jaarbasis. Het wordt vastgesteld door de totale kosten die de consument draagt af te wegen tegen het krediet dat hij heeft opgenomen. Het jaarlijkse kostenpercentage is dan ook belangrijk om de kostprijs van het krediet te vergelijken met andere kredieten. Het cijfer moet immers rekening houden met alle kosten van het krediet. Op zich zegt dit getal echter nog niet hoeveel u voor uw krediet zult moeten betalen. Bijvoorbeeld: Wanneer Mark bijvoorbeeld JKP 15,50 % ziet staan, mag hij niet de indruk krijgen dat hij kredietkosten moet dragen die gelijk zijn aan 15,50 % van het ontleende bedrag. Het percentage heeft immers betrekking op de kredietkost voor een jaar, maar wordt wel over de totale duur van de overeenkomst (in dit voorbeeld 36 maanden) telkens berekend op het saldo dat u nog verschuldigd bent. Dit komt tot uiting in de aflossingstabel (zie volgende beeldplaat).
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 86
Termijn / Bedrag van de maandelijkse betaling: Het woord “termijn” schept wel eens verwarring. In het dagelijkse taalgebruik bedoelen we met dit woord doorgaans een bepaald tijdsbestek. Kredietgevers duiden hiermee echter het bedrag aan dat u bij iedere (doorgaans maandelijkse) aflossing moet betalen. Het gaat dus om het bedrag dat u iedere maand moet ophoesten. Dit is van belang om u een idee te geven of u die financiële inspanning aankunt, rekening houdend met uw maandelijkse inkomsten en andere uitgaven. Bij vele kredietovereenkomsten, zoals ook in het voorbeeld van Mark, gaat het om een bedrag dat iedere maand hetzelfde is. Die manier van werken laat toe om gemakkelijker te beoordelen of men die financiële inspanning aankan. Totaal door u te betalen bedrag Dit bedrag geeft aan voor welke verplichtingen tot betaling u staat in de loop van de kredietovereenkomst. Het totaal door u te betalen bedrag bestaat uit het kapitaal plus de totale kosten van het krediet. Totale kosten van het krediet Dit is het bedrag dat het krediet u over de ganse looptijd uiteindelijk kost. Dit is bij uitstek het getal waarnaar u moet kijken als u de werkelijke financiële last van uw krediet wil kennen. Houd voor ogen dat bij consumentenkredieten de totale kosten van het krediet in principe niet alleen staan voor de intresten, maar voor alle kosten die de consument moet betalen (uitzondering voor notariskosten, kosten wegens niet-naleving van de overeenkomst en kosten die hoe dan ook bij de aankoop van een goed of dienst moeten worden betaald).
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 87
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 88
syllabus KREDIET KOST GELD
12. De aflossingstabel
Technische fiche Wat we tot nu toe hebben bekeken zou moeten volstaan om de aflossingstabel te begrijpen. In dergelijke tabel komen er vele cijfertjes aan te pas. Het zal van de omstandigheden van de vorming afhangen hoe diep hierop wordt ingegaan. Nuttig om weten is alleszins dat kredietnemers dergelijke aflossingstabel bij verschillend kredietvormen ook daadwerkelijk voor ogen krijgen. De beeldplaat geeft een visuele voorstelling van de aflossing van een krediet, door middel van een grafiek. Het gaat om het krediet van Mark, dat zowel in de gids als in de vorming als voorbeeld wordt gebruikt. In deze grafiek stelt iedere staaf een maandelijkse betaling van Mark voor. Die betalingen zijn allemaal gelijk, maar de onderdelen waarin zij uiteenvallen (kosten en aflossing van het kapitaal) verschillen van maand tot maand. Het bovenste deel is het gedeelte dat bestemd is voor de betaling van de kosten van het krediet. Het resterende, onderste deel is bestemd voor de aflossing van het krediet. Op de volgende bladzijde wordt de aflossingstabel van hetzelfde krediet gegeven. Daarin vinden we de informatie over de aflossing van dezelfde lening, maar ditmaal uitgedrukt in cijfers. In de toelichting bij die beeldplaat verklaren we hoe we tot al die cijfers zijn gekomen. Eventueel kan die aflossingstabel – waarvan onmogelijk een bruikbare beeldplaat kan worden gemaakt – aan de deelnemers worden uitgedeeld en samen bekeken, als de deelnemers daar tenminste klaar voor zijn.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 89
Termijn (=maand)
Betaling
Kosten
Aflossing
Saldo
Totaal betaald
1
172,10
60,40
111,69
4.888,31
172,10
2
172,10
59,05
113,04
4.775,26
344,19
3
172,10
57,69
114,41
4.660,85
516,29
4
172,10
56,31
115,79
4.545,06
688,39
5
172,10
54,91
117,19
4.427,87
860,49
6
172,10
53,49
118,61
4.309,27
1.032,58
7
172,10
52,06
120,04
4.189,23
1.204,68
8
172,10
50,61
121,49
4.067,74
1.376,78
9
172,10
49,14
122,96
3.944,79
1.548,88
10
172,10
47,66
124,44
3.820,35
1.720,97
11
172,10
46,15
125,94
3.694,40
1.893,07
12
172,10
44,63
127,47
3.566,93
2.065,17
13
172,10
43,09
129,01
3.437,93
2.237,27
14
172,10
41,53
130,56
3.307,36
2.409,36
15
172,10
39,96
132,14
3.175,22
2.581,46
16
172,10
38,36
133,74
3.041,48
2.753,56
17
172,10
36,74
135,35
2.906,13
2.925,65
18
172,10
35,11
136,99
2.769,14
3.097,75
19
172,10
33,45
138,64
2.630,50
3.269,85
20
172,10
31,78
140,32
2.490,18
3.441,95
21
172,10
30,08
142,01
2.348,16
3.614,04
22
172,10
28,37
143,73
2.204,43
3.786,14
23
172,10
26,63
145,47
2.058,97
3.958,24
24
172,10
24,87
147,22
1.911,74
4.130,34
25
172,10
23,10
149,00
1.762,74
4.302,43
26
172,10
21,30
150,80
1.611,94
4.474,53
27
172,10
19,47
152,62
1.459,32
4.646,63
28
172,10
17,63
154,47
1.304,85
4.818,73
29
172,10
15,76
156,33
1.148,52
4.990,82
30
172,10
13,87
158,22
990,29
5.162,92
31
172,10
11,96
160,13
830,16
5.335,02
32
172,10
10,03
162,07
668,09
5.507,11
33
172,10
8,07
164,03
504,06
5.679,21
34
172,10
6,09
166,01
338,06
5.851,31
35
172,10
4,08
168,01
170,04
6.023,41
36
172,10
2,05
170,04
0,00
6.195,50
Totaal
6195,50
1195,50
5000,00
0,00
6195,00
→ Termijn:het cijfer zegt om de hoeveelste termijnbetaling het gaat. In ons voorbeeld zijn dit 36 maandelijkse betalingen.
→ Kosten (of maandelijkse intresten): het gedeelte van de betaling bestemd voor de kosten van het krediet. Omdat de betalingen maandelijks gebeuren, wordt voor de berekening het jaarlijkse percentage van 15,50 omgezet in een maandelijks percentage13 van 1,2081 %.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 90
Belangrijk om weten • Wanneer u een kredietovereenkomst aangaat met een bepaalde duur en waarbij u met regelmatige betalingen het kapitaal aflost, dan kan daarvan een aflossingstabel worden opgesteld. • Aan de hand van de aflossingstabel kunt u nagaan: →→
hoeveel u telkens aan kosten betaalt;
→→
hoeveel kapitaal u telkens aflost;
→→
hoeveel kapitaal u nog moet aflossen.
• In het voorbeeld betekenen de kolommen het volgende: →→ Termijn (=maand): de hoeveelste betaling waarover het gaat (in dit voorbeeld 36 maandelijkse betalingen). →→ Betaling: het bedrag dat de consument iedere maand moet betalen. Die kan telkens worden opgesplitst in de kosten en de aflossing. →→ Kosten (of maandelijkse intresten): het gedeelte van de betaling dat naar de kosten van het krediet gaat. Dit wordt berekend op het saldo van het kapitaal (meer bepaald op het saldo dat resteerde na de vorige betaling). →→
Aflossing: het gedeelte van de betaling dat naar de aflossing van het kapitaal gaat.
→→ Het saldo: het kapitaal dat na deze betaling nog moet worden betaald. Het wordt bij iedere betaling met het gedeelte “aflossing” verminderd. →→ Totaal betaald: het totale bedrag van zowel kapitaal als intresten die de consument reeds betaald heeft. • We betalen steeds hetzelfde bedrag, maar: →→
de betaalde kosten worden bij iedere betaling kleiner;
→→
het gedeelte van de betaling dat naar de aflossing gaat wordt steeds groter;
→→
bijgevolg: het saldo van het kapitaal vermindert steeds sneller.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 91
Toelichting Toepassing van de aflossingstabel. De aflossingstabel geeft een overzicht van de betalingen die u in de loop van de kredietovereenkomst moet verrichten. Hierop kunt u namelijk in het bijzonder het verloop van de aflossing van uw krediet aflezen: • hoeveel u telkens aan kosten betaalt; • hoeveel kapitaal u aflost; • hoeveel kapitaal u nog moet aflossen. In iedere fase van de loop van het krediet kan de kredietnemer dus nagaan hoeveel kapitaal werd afgelost en hoeveel nog moet worden afgelost. Dit is bijvoorbeeld van belang in geval van wanbetaling. In dat geval (en onder bepaalde voorwaarden) gaan kredietgevers wel eens over tot de onmiddellijke opeising van het kredietbedrag. Het gaat dan enkel om de bedragen die u nog voor de kapitaalsaflossing verschuldigd bent, niet om de intresten of kosten van het krediet voor de periode die bij een normaal verloop van het krediet nog verschuldigd zijn. De aflossingstabel kan enkel worden opgesteld in de mate dat er ook zekerheid bestaat over de regelmaat waarmee het krediet wordt afgelost (tijdstip en bedrag van de aflossingen). • Een aflossingstabel moet trouwens verplicht toegevoegd worden bij consumentenkredietovereenkomsten van bepaalde duur met aflossing van kapitaal, behoudens voor kredietopeningen. • Ook bij hypothecaire kredieten die voorzien in een aflossing van kapitaal moet een aflossingstabel bij de vestigingsakte worden gevoegd. →→
Een toelichting bij de aflossingstabel uit het voorbeeld (de lening van Mark)
De aflossingstabel uit het voorbeeld heeft zes kolommen (het kunnen er ook meer of minder zijn). We verduidelijken hierna elk van deze kolommen. Termijn: het cijfer geeft om de hoeveelste termijnbetaling het gaat (i.c. de maand). Termijn … 8 … 36
Betaling … 172,10 … 172,10
Kosten … 50,61 … 2,05
Aflossing … 121,49 … 170,04
Saldo … 4067,74 … 0,00
Tot betaald … 1376,78 … 6195,50
De rij met het nummer 8 is de achtste maand, of beter: de achtste termijn. Die valt trouwens niet noodzakelijk samen met een bepaalde kalendermaand. Zo zou het kunnen gaan om een lening die bijvoorbeeld voor
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 92
de 14de van iedere maand moet worden afgelost. In dit voorbeeld zijn er 36 maanden of 36 termijnbetalingen. Betaling: het bedrag dat de consument iedere maand moet betalen. Termijn … 8 … Totaal
Betaling … 172,10 … 6195,50
Kosten … 50,61 … 1195,50
Aflossing … 121,49 … 5000,00
Saldo … 4067,74 …
Tot betaald … 1376,78 …
In dit geval betaalt de kredietnemer iedere maand een gelijk bedrag, met name 172,10 euro. Wanneer we alle maandelijkse betalingen optellen bekomen we totaal terug te betalen bedrag, in dit voorbeeld 6195,50 euro. Het bedrag van de maandelijkse betaling kan men telkens opsplitsen in een deel kosten en een deel aflossing. Het bedrag dat de kredietnemer betaalt mag dan wel iedere maand gelijk zijn, het gedeelte dat bestemd is om de kosten van het krediet te dekken en het deel dat naar de aflossing gaat is iedere maand verschillend.
Termijn … 8 9 …
Betaling … 172,10 172,10 …
Kosten … 50,61 49,14 …
Aflossing … 121,49 122,96 …
Saldo … 4067,74 3944,79 …
Tot betaald … 1376,78 1548,88 …
Bijvoorbeeld: Wanneer u de achtste maand 172,10 euro betaalt gaat daarvan 50,61 euro naar de kosten van het krediet en 121,49 euro naar de aflossing van het kapitaal (50,61 + 121,49 = 172,10 euro). De negende maand lezen we in de tabel echter dat het aandeel van de kosten verminderd is tot 49,14 euro en dat de aflossing vermeerdert tot 122,96 euro (49,14 + 122,96 = nog steeds 172,10 euro). Kosten (of maandelijkse intresten): het gedeelte van de termijnbetaling dat naar de kosten van het krediet gaat. Dit wordt berekend aan de hand van het maandelijkse kostenpercentage op het saldo van het geleende bedrag, na de vorige betaling. Het maandelijkse kostenpercentage bekomen we aan de hand van een ingewikkelde formule (het is dus niet gelijk aan het jaarlijkse kostenpercentage gedeeld door 12). In ons voorbeeld geeft een jaarlijks kostenpercentage van 15,50% een maandelijks percentage van 1,2081 %.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 93
De kosten worden berekend aan de hand van dit maandelijks percentage op het kapitaal dat nog moet worden afgelost. Termijn … 7 8 … 36
Betaling … 172,10 172,10 … 172,10
Kosten … 52,06 50,61 … 2,05
Aflossing … 120,04 121,49 … 170,04
Totaal
6195,50
1195,50
5000,00
Saldo … 4189,23 4067,74 … 0,00 6195,50
Tot betaald … 1204,68 1376,78 …
Bijvoorbeeld: Het kapitaal dat na de zevende termijn nog moet worden afgelost bedraagt 4189,23 euro (van het oorspronkelijke geleende bedrag van 5 000 euro - we kunnen dit lezen in de rubriek “saldo” van de maand daarvoor – de zevende maand). Wanneer we 1,2081 % nemen van dit saldo van 4189,23 euro bekomen we 50,61 euro: dat is dan het bedrag van de kosten dat voor de achtste maand verschuldigd is. Het saldo van het kredietbedrag dat we nog moeten betalen wordt iedere maand een beetje kleiner. Daarom wordt het bedrag van de kosten, dat een percentage daarvan is, in gelijke mate kleiner. Termijn 1 … 8 … 3
Betaling 172,10 … 172,10 … 6172,10
Kosten 60,40 … 50,61 … 2,05
Aflossing 111,69 … 121,49 … 170,04
Totaal
6195,50
1195,50
5000,00
Saldo 4888,31 … 4067,74 … 0,00
Tot betaald 172,10 … 1376,78 … 6195,50
In ons voorbeeld gaat bij de eerste termijnbetaling nog 60,40 euro van de betaling naar de kosten van het krediet. De 36ste en laatste maand is dat nog maar 2,05 euro. Wanneer we alle kosten optellen die we op die wijze iedere maand hebben betaald, bekomen we een bedrag dat overeenstemt met de totale kosten van het krediet. Aflossing: het gedeelte van de termijnbetaling (dit is wat overblijft nadat we de kosten hebben betaald) dat naar de aflossing van het kapitaal gaat. Termijn … 8 …
Betaling … 172,10 …
Kosten … 50,61 …
Aflossing … 121,49 …
Saldo … 4067,74 …
Tot betaald … 1376,78 …
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 94
Bijvoorbeeld: We hebben zopas berekend dat de kosten gedurende de achtste maand 50,61 euro bedragen. Dit betekent dat de rest van het bedrag, met name 172,10 – 50,61 = 121,49 euro naar de aflossing van het kapitaal gaat. Aangezien het gedeelte van de betaling dat naar de kosten gaat iedere maand kleiner wordt, blijft er telkens een groter bedrag beschikbaar voor de aflossing van het geleende kapitaal. Termijn 1 … 8 … 36
Betaling 172,10 … 172,10 … 172,10
Kosten 60,40 … 50,61 … 2,05
Aflossing 111,69 … 121,49 … 170,04
Totaal
6195,50
1195,50
5000,00
Saldo 4888,31 … 4067,74 … 0,00
Tot betaald 172,10 … 1376,78 … 6195,50
Bijvoorbeeld: Voor de eerste maand gaat van het betaalde bedrag van 172,10 euro slechts 111,69 euro naar de aflossing van het geleende bedrag. De laatste maand is dat 170,04 euro geworden. Wanneer we van de maandelijkse betalingen telkens de gedeelten optellen die naar de aflossing van het kapitaal gaan, bekomen we het bedrag dat overeenstemt met het kapitaal. Het saldo: het geleende bedrag dat nog moet worden terugbetaald. Iedere maand trekken we van dit bedrag het gedeelte af dat we voor de aflossing hebben betaald. Termijn … 7 8 … 36
Betaling … 172,10 172,10 … 172,10
Kosten … 52,06 50,61 … 2,05
Aflossing … 120,04 121,49 … 170,04
Saldo … 4189,23 4067,74 … 0,00
Tot betaald … 1204,68 1376,78 … 6195,50
Bijvoorbeeld: de achtste maand is dit 4189,23 euro (het saldo op de zevende maand) – 121,49 euro (de aflossing van de achtste maand) = 4067,74 euro Iedere maand vermindert dit saldo dus met het bedrag van de aflossing. Op het einde van de kredietovereenkomst moet het resultaat gelijk zijn aan nul. Totaal betaald: het totale saldo van zowel kapitaal als intresten die de consument reeds betaald heeft. Termijn … 8 … 36
Betaling … 172,10 … 172,10
Kosten … 50,61 … 2,05
Aflossing … 121,49 … 170,04
Saldo … 4067,74 … 0,00
Tot betaald … 1376,78 … 6195,50
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 95
Enkele formules voor de wiskundeknobbels Bij de berekening van de tabel worden en aantal cijfers gebruikt die telkens via een bepaalde formule worden vastgesteld. Omzetting van een jaarlijkse intrestvoet in een maandelijkse intrestvoet De berekening van het gedeelte van de termijn dat naar de betaling van de kosten gaat, wordt vastgesteld aan de hand van de intrestvoet of het jaarlijkse kostenpercentage dat op het krediet van toepassing is. Deze intrestvoet of jaarlijks kostenpercentage, zoals die in de overeenkomst terug te vinden is wordt echter telkens op jaarbasis uitgedrukt. De betalingen gebeuren doorgaans echter maandelijks. Het maandelijkse percentage moet daartoe gekend zijn. Hoe komen we dit te weten ? Dit gebeurt volgens de volgende formule: Maandelijkse intrestvoet = 12
V
-1
1 + jaarlijkse intrestvoet
Voorbeeld: Het krediet van Mark heeft een jaarlijks kostenpercentage van 15,50%. Het maandelijkse percentage wordt dan: 12 - 1 = 0.012081
V
1 + 0,1550
Berekening van het gelijke termijnbedrag De periodieke (maandelijkse) betaling door de kredietnemer hoeft niet iedere maand gelijk te zijn, maar in vele gevallen wordt dit gedaan omdat de kredietnemer dan zekerheid heeft over zijn betalingsverplichtingen. Het probleem is dat men een gelijk bedrag wenst te berekenen, maar dat het gedeelte van de kosten van het krediet in de loop van de kredietovereenkomst vermindert. Om dit gelijk termijnbedrag te berekenen hanteert men dan volgende formule. intrestvoet Termijn = Kapitaal x (------------------------------------------------- + intrestvoet) (1+intrestvoet) aantal termijnen - 1 Voorbeeld: Voor het krediet van Mark berekenen we op die wijze de volgende maandelijkse betaling: 0.012081 5000,00 x (------------------------------------- + 0.012081) = 172,10 euro (1 + 0.012081) 36 - 1
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 96
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 97
Verbruikersateljee vzw Agoragalerij, Grasmarkt 105, bus 51, 1000 Brussel Tel.: 02/552 02 48 e-mail:
[email protected] website: www.verbruikersateljee.be
Een uitgave van Verbruikersateljee vzw Beweging voor de kleine consument Met de steun van de Vlaamse Overheid
v.u.: Gert Mampaey, Hofstraat 14, 9470 Denderleeuw
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 98