krant
4
Nieuwsbrief van de Stichting PVP
Terugblik lustrumcongres 25 jaar Stichting PVP Presentatie nieuwe koers
‘Opvallend om te merken was dat ons eigen denken en praten over de toekomst van de stichting en die van het vertrouwenswerk op vele gesprekspartners enthousiasmerend uitwerkte. Ofschoon we eigenlijk na ons traject even rustig de zaken op een rijtje wilden zetten heeft dit enthousiasme ertoe geleid dat we binnenkort al met organisaties in de ouderenzorg en gehandicaptenzorg een plan van aanpak gaan bespreken. Dat moet uiteindelijk leiden tot onafhankelijk en partijdig cliëntenvertrouwenswerk.’ (Nannie Flim, directeur Stichting PVP, p.4)
krant 17e jaargang nummer 4, winter 2007
VOORWOORD Een nieuwe koers gebeurde op het congres over 25 jaar vertrouwenswerk in de GGZ. Plaatsvervangend DirecteurGeneraal van VWS drs. Marcelis Boereboom vertelde tijdens zijn inleiding en passant even dat er een nieuwe financiering voor het vertrouwenswerk in de GGZ gevonden zal worden. De dagvoorzitter, mr. Arend Jan Heerma van Voss, pikte deze uitspraak er onmiddellijk uit en liet VWS de toezegging nog eens op het podium herhalen. Goed nieuws dus voor alle GGZ-patiënten in Nederland die wel eens een klacht of vraag hebben over hun verblijf of behandeling in de psychiatrie: uw pvp blijft de komende jaren voor uw ondersteuning beschikbaar! Goed nieuws ook voor alle patiëntenvertrouwenspersonen die hun werk met hart en ziel en veel liefde elke dag weer voor de cliënten verrichten. Het zal je maar gebeuren…dat je tijdens het vieren van je 25-jarig bestaan te horen krijgt dat je geen zorgen voor de toekomst meer hoeft te hebben. Dat
LUSTRUM CONGRES
Maar er was nog meer. De omstandigheden in de zorg voor verstandelijk gehandicapten doen in veel opzichten denken aan wat ik aantrof in de
psychiatrie tijdens de beginjaren van de Stichting PVP. Eén behandelaar op honderden patiënten, geen heldere normen ten aanzien van vrijheidsbeperking van cliënten, zorg gericht op beheersing, op controle. Ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg constateerde in een recent rapport dat er sprake is van misstanden in de Verstandelijk Gehandicaptenzorg (VGZ). Onze vingers jeuken om daar aan de slag te gaan, net als in die andere Bopz-sector waar veel mis is, de psychogeriatrie. Dat voornemen zult u terugvinden in de nieuwe missie en visie van de Stichting PVP. Nannie Flim, directeur van de Stichting PVP, presenteerde de ‘nieuwe koers’ tijdens het lustrumcongres. Meer weten over deze feestelijke en goed bezochte bijeenkomst? Dat treft: een groot deel van deze wintereditie van de pvp-krant is eraan gewijd. Ik wens u veel leesplezier. Femke Welles Hoofd patiëntenvertrouwenspersonen regio Zuid ■
25 jaar Stichting PVP
Ambitieuze plannen voor de toekomst Verwachtingsvol verzamelen de aanwezigen zich in de grote zaal voor het plenaire deel van het lustrumcongres van de Stichting PVP: Een professioneel patiëntenperspectief in de zorg. 25 jaar pvp: een goed recht! Vier sprekers gaan vanuit hun eigen perspectief in op verleden, heden en toekomst van het vertrouwenswerk en de rol van de Stichting PVP daarin. Twee mannen in witte jassen delen bij de ingang huisregels uit. De 340 deelnemers aan het lustrumcongres van de Stichting PVP worden geacht fatsoenlijk gekleed te gaan, hun veters te hebben dichtgeknoopt en met mes en vork te eten, ‘en voor toiletbezoek graag even toestemming vragen’, staat streng opgesomd. Daarmee zit het patiëntenperspectief er bij de congresgangers meteen goed in.
Op het dak
Het lustrumsymposium van de Stichting PVP
Gespreksleider Arend Jan Heerma van Voss is er zelf bij geweest, bij de oprichting van de Stichting PVP in mei 1981. Hij herinnert zich die beginperiode als een roerige maar leuke tijd. De eerste directeur, Paul van Ginneken, richtte zich op het doorbreken van het monopolie van behandelaars en tegen de “bestwil-bacil” – want, zo meende hij, wat goed bedoeld is, kan best ontoelaatbaar zijn. De stichting werd op haar beurt verweten dat zij conflicten op de spits dreef en als een juridische olifant door de therapeutische porseleinkast marcheerde. Een pvp die een psychiater sommeerde om op zéér korte termijn schriftelijk te reageren op een klacht, kon “op zéér korte termijn op het dak gaan zitten”. Dacht deze psychiater daarna geen last meer te hebben van pvp’en, dan kwam hij bedrogen uit: de pvp bleef, lastig en al, 25 jaar lang.
vond plaats op 21 november 2007 in de Reehorst te Ede. Ruim 340 mensen luisterden, leerden en discussieerden over een professioneel patiëntenperspectief in de zorg. 25 jaar pvp: een goed recht! Een plenaire bijeenkomst met sprekers en een rondetafelgesprek leidden de dag in; daarna konden de bezoekers in posterpresentaties meer leren over diverse aspecten van het vertrouwenswerk. Twee intensieve workshop-rondes sloten het inhoudelijk deel af. Het geheel kreeg een feestelijke afronding met een optreden van
Lustrumcongres Stichting PVP:
Bejegening Hanneke Bernsen, pvp in Nijmegen en Jeanne van der Leij, pvp in Maastricht
posterpresentatie
de cabaretgroep ‘Op Sterk Water’. Het congres is geïnitieerd en georganiseerd door de Stichting PVP. Met dit congres gaf de
Waarom bejegening? Wij vinden het een veelzijdig onderwerp: communicatie, vertrouwen, het verbeteren van een behandelrelatie. Klachten, en in mindere mate vragen over bejegening, komen veel voor. Het aantal signalen over bejegening is gestegen van 22 in 2005 naar 30 in 2006. Bejegening ligt vaak aan de basis van andere klachten. Het is niet makkelijk voor cliënten om een bejegeningklacht te bespreken, temeer omdat het voor hulpverleners nog steeds moeilijk blijkt om excuses te maken.
werd vooral ook de blik op de toekomst gericht. Waar willen we heen met het vertrouwenswerk? Blijven we alleen in de psychiatrie, of gaan we ook daarbuiten
Hoe zijn de reacties? Bezoekers beamen dat er vaak andere klachten verborgen zitten achter klachten over bejegening.
werken? De congresgangers kwamen uit
Conclusie? Bejegening door hulpverleners vormt een bron van klachten voor cliënten. Meer dan 10 % van de klachten bij de pvp gaan erover. De meeste klachten worden naar tevredenheid opgelost. Gaat een cliënt ermee naar de klachtencommissie, dan worden de klachten echter in meer dan de helft van de gevallen ongegrond verklaard. Er valt voor een pvp veel eer te behalen in een succesvol verlopen gesprek over bejegening: dat de samenwerking tussen hulpverlener en cliënt daadwerkelijk kan verbeteren. AdG
Stichting PVP een ‘kijkje in de keuken’ maar
■
nagenoeg alle geledingen van het werkveld. Niet alleen patiëntenorganisaties waren vertegenwoordigd, maar bijvoorbeeld ook de advocatuur, GGZ-instellingen, klachtencommissies, cliëntenvertrouwenspersonen, en het ministerie van VWS. WW
■
Fietje Wijkniet, in antwoord op de vraag of ze niet liever hulpverlener was geworden dan pvp: ‘Als hulpverlener is wat je voor mensen kunt doen ook maar betrekkelijk. Als pvp stap ik even in het proces van mensen. Heel bijzonder, dat mensen je het vertrouwen schenken. Je stapt in, je probeert samen te zoeken naar een oplossing en dan
2
stap je weer uit.’
krant 4 '07
LUSTRUM CONGRES
Nannie Flim: ‘de belangrijkste eigenschappen van een pvp zijn integriteit, nieuwsgierigheid, betrokkenheid, empathie en diplomatie.’
Het is veelzeggend – en beslist een felicitatie waard – dat het basisprofiel van de pvp, partijdigheid voor de patiënt en onafhankelijkheid van de instelling, in al die jaren ongeschonden is gebleven.
Verbreding van het werkterrein Dat komt omdat de pvp “een ijzersterk concept” is, meent Johan Legemaate, hoogleraar Gezondheidsrecht aan de VU. Ook hij stond aan de wieg van de stichting in 1982, als juridisch medewerker. Hij vindt het jammer dat de stichting zich de laatste jaren wat terughoudend opstelt in het publieke debat. Ook verbaast het hem dat er in de afgelopen 25 jaar zo weinig is geschreven over de pvp zelf. Er zijn sinds de oprichting van de stichting maar liefst 327.000 vragen en klachten afgehandeld, en de behoefte aan de pvp zal de komende jaren alleen maar toenemen. De rechtspositie van patiënten verslechtert, terwijl het klachtrecht steeds verder van de patiënt af komt te staan. Johan Legemaate is dan ook voor de verbreding van het werkterrein van de pvp tot de verstandelijk gehandicaptenzorg en de psychogeriatrie. Daarnaast zou de focus van het pvp-werk zich mogen verbreden. Patiënten zijn steeds vaker ambulant en zullen dan niet meer alleen behoefte hebben aan steun en advisering op het juridische vlak, maar ook op het gebied van leven en welzijn.
onderscheiden op basis van kwaliteit. Daarvoor hoeft ze eigenlijk alleen maar te blijven doen wat ze al 25 jaar zo goed doet: de belangen van de patiënt behartigen. Jos de Beer, directeur GGZ Nederland, signaleert dat de GGZ de afgelopen 25 jaar veel profijt heeft gehad van het werk van de pvp. De sector is mede door de pvp van oudsher gewend aan het omgaan met klachten. Daarnaast had de pvp een duidelijke rol in het normaliseren van de verhoudingen: hulpverleners en pvp’en werken tegenwoordig op een positieve manier samen, met begrip voor elkaars perspectieven en posities. Zodoende heeft het werk van de pvp bijgedragen aan een beter imago van de GGZ.
De ochtend sluit met een levendig rondetafelgesprek met drie pvp’en. Fietje Wijkniet, Hans Hiltemann en Kirsten Pauwels vertellen over de praktijk van het pvp-werk: over het isolement, over de noodzaak om grenzen te stellen aan boze cliënten, en over de uitdaging van de “achteroverleunende psychiater”en de tact en diplomatie die het soms vergen om hem het spel te laten meespelen. Fietje Wijkniet, in antwoord op de vraag of ze niet liever hulpverlener was geworden dan pvp: Als pvp kun je soms weinig veranderen aan een situatie, maar als hulpverlener is wat je voor mensen kunt doen ook maar betrekkelijk. Als pvp stap ik even in het proces van mensen. Heel bijzonder dat je zo mee mag lopen, dat mensen je het vertrouwen schenken. Je stapt in, je probeert samen te zoeken naar een oplossing en dan stap je weer uit. Hulpverleners zijn soms tientallen jaren bezig met soms heel lastige cliënten – dan ben ik blij dat ik kan uitstappen! Hans Hiltemann vergelijkt het pvp-werk met een toneelstuk: Aan de ene kant van het toneel staat de stampvoetende patiënt die zegt: “Ik wil niet. Ik kan niet. Ik wil het zó!” Aan de andere kant zit
Nieuwe missie voor Stichting PVP Nannie Flim, directeur-bestuurder van de Stichting PVP, doet verslag van de ontdekkingsreis die de stichting de afgelopen anderhalf jaar maakte op zoek naar een nieuwe, toekomstbestendige missie. Op de vraag of er gezien de nieuwe ontwikkelingen nog wel behoefte is aan een vertrouwenspersoon, antwoordde het veld met een volmondig ja. Ook de plannen van de stichting om het vertrouwenswerk uit te breiden tot de verstandelijk gehandicaptenzorg en de psychogeriatrie werden positief ontvangen. Omdat samenwerking van alle betrokken partijen daarbij essentieel is, werd het Platform Professionalisering Klachtenopvang in de Zorg opgericht. Dit platform gaat een beroepsprofiel ontwikkelen voor de vertrouwenspersoon of klachtenfunctionaris en zich hard maken voor de wettelijke verankering van het vertrouwenswerk binnen de twee nieuwe sectoren. Nannie Flim verzekert de zaal ervan dat, ondanks alle nieuwe plannen van de Stichting PVP, één ding hetzelfde blijft: de pvp in de GGZ.
Tunnelvisie?
de achteroverleunende psychiater die zegt: “Ik heb ervoor geleerd. Luister nou maar naar mij.” Het is mijn rol om de slimste te zijn en allebei de partijen te verleiden om weer met elkaar in contact te treden. Er komt op een werkdag veel op de pvp af. Leuke,
Pvp’en Fietje Wijkniet en Kirsten Pauwels vertellen over de praktijk van het pvp werk
maar ook minder leuke dingen, en soms is het daardoor moeilijk om het werk niet mee naar
Pvp in GGZ blijft
huis te nemen. Pvp Kirsten Pauwels is dan ook
De Stichting PVP gaat een nieuwe kant uit. De toekomst is spannend en onzeker. Gaat er ook financiering komen voor vertrouwenswerk in de VGZ en PG? Op welke manier gaat de Stichting PVP het werk daar realiseren, ervaring en kennis opbouwen? Maar één ding is zeker: de pvp in de GGZ blijft. Want aan een winnende combinatie moet je niets willen veranderen.
blij met de “louterende werking van de Wester-
■
IvK
Financiële toekomst
Is de pvp heilig?
Marcelis Boereboom, directeur van de Directie Curatieve Zorg van VWS, is daar blij om. Hij begrijpt dat de stichting na 25 jaar haar vleugels wil uitslaan, maar vindt de plannen wel érg ambitieus. De geestelijke gezondheidszorg staat op een keerpunt. Door de overstap naar de basisverzekering wordt de geestelijke gezondheidszorg “normale zorg” en daarmee ook onderhevig aan marktwerking. Dit begrip heeft voor velen een negatieve bijklank, maar is vanuit patiëntenperspectief zo gek nog niet. Is het niet hoog tijd dat patiënten inzicht krijgen in de prestaties van zorgaanbieders en in het oordeel van andere cliënten? Om de toekomst van het vertrouwenswerk zeker te stellen, gaat het ministerie over tot structurele financiering van de Stichting PVP. Het idee van verscheidene, concurrerende Stichtingen PVP – marktwerking! – stuitte binnen het ministerie slechts op onbegrip. Dat neemt niet weg dat de stichting zich in de toekomst, net als andere zorgaanbieders op de markt, zal moeten
Eddy Raymann, pvp in Amsterdam en omstreken
scheldetunnel”: haar dagelijkse rit door de tunnel duurt precies lang genoeg om haar hoofd leeg te maken en markeert zo de scheiding tussen werk en privé. Eigenlijk zou elke pvp zo’n tunnel moeten hebben... (De volledige tekst van het gesprek is binnenkort te vinden op de website van de Stichting PVP, www.pvp.nl.)
Lustrumcongres Stichting PVP: posterpresentatie
Waar gaat je poster over? Het valt me al jaren op dat er zelden kritiek te horen is op het pvp-werk. Ik vroeg me af of er werkelijk geen nadelen of risico’s aan vast zitten. Daarom heb ik een aantal opvattingen over de mogelijke schade die de pvp door zijn werkwijze kan veroorzaken voorgelegd aan de bezoekers van het lustrumcongres. Een voorbeeld? Dat de partijdigheid van de pvp suggereert dat de hulpverlener niet aan de kant van de cliënt staat, en dat de pvp daardoor de behandelrelatie ondermijnt. Hoe zijn de reacties? De reacties vallen mij nogal tegen. Ik had gehoopt op wat pittige commentaren en discussies met al dan niet vooraanstaande personen binnen de GGZ. Maar men vindt het nogal meevallen met de nadelen van de pvp. Conclusies? Veelgehoorde kritiek is dat een pvp met juridische argumenten de cliënt ondersteunt om behandeling te weigeren, terwijl die cliënt juist gebaat zou kunnen zijn met die behandeling. Ook dat door pvp-ondersteuning een cliënt minder geneigd is zelf zijn problemen op te lossen, word alom herkend. AdG
■
krant 4 '07
3
LUSTRUM INTERVIEW
Directeur Nannie Flim over de toekomstplannen van de Stichting PVP.
“We gaan uitbreiden naar andere sectoren” Het lustrumcongres waarin de Stichting PVP haar plannen voor de toekomst heeft gepresenteerd, is net achter de rug. Tijd om met directeur Nannie Flim te praten over hoe zij terugkijkt op de afgelopen tijd en haar ideeën over de toekomst van de Stichting PVP. Bij haar aantreden in maart 2006 kreeg zij van de Raad van Toezicht de opdracht om een strategische visie te ontwikkelen voor de toekomst van de Stichting en om het inhoudelijke pvp-werk te positioneren. Of, samengevat in haar eigen woorden: “maak het vertrouwenswerk toekomstbestendig.” Zoals gewoonlijk maakt Nannie een hartelijke en geïnteresseerde, bijna enthousiaste indruk. Dit past goed bij haar lichte en opgeruimde werkkamer. Op tafel branden kaarsen, er staan bloemen en één wand is bijna geheel bedekt met een levensgroot affiche van een naakte man (L’uomo Vitruviano van Da Vinci). “Over het congres en de grote opkomst daarbij ben ik erg tevreden. Ik ben blij met de waardering die de stichting kreeg en de erkenning dat het pvpwerk bijdraagt aan de kwaliteit van zorg. Omdat er bij mijn aantreden zowel sprake was van mogelijke bedreigende ontwikkelingen, als van in- en externe verdeeldheid over welke richting de stichting op moest gaan, was het nodig mijn opdracht groot aan te pakken en een traject in te gaan. Wat willen onze belanghebbenden, wat moeten wij daarmee en welke keuze maken we dan? Het was spannend om ons al vroeg vast te leggen op 21 november als einddatum voor dit traject, de dag van het congres, maar ook wel goed. Ik had zelf geen idee over waar we uit zouden komen. Erg spannend.”
ouderenzorg en de zorg voor verstandelijk gehandicapten. Ofschoon deze sectoren een andere, eigen dynamiek kennen, leken de overeenkomsten uiteindelijk toch groter dan de verschillen. Daaruit is ook de keuze voortgekomen om de mogelijkheden te onderzoeken om onze expertise uit te breiden naar deze sectoren, nog los van de vraag of de Stichting PVP straks ook zelf hiervoor de middelen en personen moet leveren. De volgende stap is om het beroep te objectiveren. We moeten ons daarbij onder andere laten leiden door wat men van ons vindt en verlangt. De hypotheek die het grote vertrouwen dat men in ons heeft, op ons werk en onze verantwoordelijkheid legt, moeten we waarmaken. We moeten blijven doen waar we goed in zijn en willen tegelijkertijd met onze kennis en kunde bijdragen aan de ontwikkeling van de positie van de cliënt in andere sectoren.”
Concrete plannen Behoefte aan vertrouwenswerk “De Stichting PVP is een maatschappelijke organisatie. Uit de gesprekken die ik met externe partijen voerde, bleek dat het vertrouwen in ons groot was. Men vond ons werk belangrijk, inclusief onze onafhankelijkheid en partijdigheid. Er was duidelijk behoefte aan professioneel vertrouwenswerk en men deed een appèl op de Stichting om dit te blijven doen. De vraag daarbij was ook of onze kennis en kunde van het vertrouwenswerk toepasbaar zou zijn op andere sectoren, zoals de
“Opvallend om te merken was dat ons eigen denken en praten over onze toekomst en die van het vertrouwenswerk op vele gesprekspartners enthousiasmerend uitwerkte. Bij klachtenorganisaties was duidelijk behoefte aan professionalisering van klachtopvang in de zorg en we besloten tot een gezamenlijk platform. Ofschoon we eigenlijk na ons hele traject voorlopig even rustig de zaken op een rijtje wilden zetten, heeft dit enthousiasme ertoe geleid dat we binnenkort al met organisaties in de ouderenzorg en gehandicaptenzorg een plan
Lustrumcongres Stichting PVP:
De allochtone cliënt Marga van Wiggen, pvp in Noord-Holland
posterpresentatie
Waar gaat je poster over? Pvp’en registreren alle vragen en klachten die zij behandelen.Daarbij noteren ze de nationaliteit van de klager. De meeste vragen/klachten die afkomstig zijn van allochtonen, worden door Surinamers en Antillianen ingediend. Daarna volgen Marokkanen, vervolgens Turken en tot slot de verzamelgroep ‘Europees’. Ik was benieuwd of allochtone cliënten andere vragen stellen dan Nederlandse cliënten. En? Op het eerste gezicht niet. Maar bij nader onderzoek blijkt dat bijvoorbeeld klachten over ‘dwangmedicatie volgens behandelplan’ bij Surinaamse/ Antilliaanse cliënten veel vaker voorkomen dan bij alle andere groepen. En dat de top 10 van meestgestelde vragen en klachten van Turken het meest overeenkomen met die van Nederlanders. Reacties van bezoekers? Waar over wordt gediscussieerd is of de pvp allochtone cliënten wel in dezelfde mate bereikt als Nederlandse cliënten. Helaas is die vraag moeilijk te beantwoorden met de informatie uit onze registratie. AdG
■
Nannie Flim, directeur Stichting PVP, over haar passie voor dit werk: “Ik zal altijd willen werken binnen organisaties met een maatschappelijke opdracht. Voor mij is beweging belangrijk, niet stil zitten. Ik wil graag positief bijdragen aan de oplossing van een probleem, en richt me daarbij op duurzaamheid, de grote lijnen voor de toekomst. Het bijdragen aan de wereld om je heen geeft ook zin aan het leven. Daarin zit mijn passie in het werk. Ik ben ambitieus, maar daarbij sterk praktisch en resultaatgericht. Binnen de Stichting PVP zie ik het als mijn functie en taak om initiatieven de nemen, te inspireren. Ook vind ik het belangrijk om samenhang te brengen en de kwaliteiten binnen de organisatie naar boven te halen. Het is goed om binnen de stichting na te blijven denken en te communiceren over ons werk, maar uiteindelijk moeten we ook keuzes maken en ons daaraan committeren.” van aanpak gaan bespreken. Hierin zetten we uiteen hoe we willen komen tot onafhankelijk en partijdig cliëntenvertrouwenswerk. Wij als Stichting PVP moeten deze nu ontstane energie oppakken en gebruiken, maar daarbij wel de regie houden, sturing geven en de energie die wij erin steken proberen te doseren. Nu we onze visie op de toekomst van onze stichting en onze daaruit voortvloeiende plannen hebben ontwikkeld en uitgesproken, is de volgende stap om per onderdeel van de stichting te bekijken wat er daarvoor moet gebeuren. We moeten daarbij prioriteiten stellen en op grond daarvan een gefaseerd meerjaren-beleidsplan opstellen. Met onze kennis, motivatie en infrastructuur zit het wel goed. We moeten nu eerst methodiek ontwikkelen om straks te kijken naar het daadwerkelijk aanbieden van onze diensten. Of dat vanuit dezelfde organisatie gaat gebeuren of vanuit een aparte stichting is nog niet duidelijk en hangt ook af van financiële (zoals fiscale) factoren.”
Transparante toekomst “In de toekomst zullen wij nog transparanter moeten zijn in ons werkproces en de keuzes die we maken. Duidelijker maken wat we doen en waarom we dat zo doen. Als stichting zullen we onze keuzes meer dan vroeger moeten verantwoorden aan anderen en hun mening daarbij ook een rol laten spelen. We zullen moeten toestaan dat anderen meebeslissen over ons werk en we zullen ons rekenschap geven van de maatschappelijke opdracht die wij hebben en die ons bestaanrecht vormt. Het respect, de waardering en het vertrouwen dat we krijgen voor wat we doen en hoe we het doen, vormen een mooi fundament om op door te bouwen.” ER
4
krant 4 '07
■
Nannie Flim: ‘Na de afgelopen zoektocht kunnen en moeten we in 2008 weer onze aandacht meer richten op het hier en nu, op ons eigen werk, want dat is de kern van ons bestaan. Ook zullen we duidelijk moeten krijgen en maken wanneer je als pvp succesvol bent. Daarover moeten we proberen overeenstemming te krijgen, zonder dat dit ten koste gaat van de individuele verschillen in stijl en karakter, want wij als mens zijn ons belangrijkste instrument.’
LUSTRUM WORKSHOPS
Hans Hiltemann vergelijkt het pvp-werk met een toneelstuk: ‘Aan de ene kant van het toneel staat de stampvoetende patiënt. Aan de andere kant zit de achteroverleunende psychiater. Het is mijn rol om de slimste te zijn en de partijen te verleiden om weer met elkaar in contact te treden.’
Verdieping van het vertrouwenswerk Wat voor consument is de GGZ-cliënt? Hoe gaat het verder met de Wet Bopz? Merken we eigenlijk iets van de klachtenrichtlijn gezondheidszorg, en wat is het verschil tussen een klachtfunctionaris en een vertrouwenspersoon? Deze vragen en meer kwamen uitgebreid aan bod tijdens het lustrumcongres van de Stichting PVP. Vijf workshops gaven uitleg, inzicht en mogelijkheid voor discussie. Workshop 1
De GGZ-cliënt als mondige zorgconsument? Hoe kunnen we de positie van de cliënt in de GGZ versterken? Femke Welles van de Stichting PVP schetst ter inleiding de geschiedenis van de emancipatie van de psychiatrische cliënt. In de jaren ‘70 werden misstanden in de psychiatrie aangekaart en het medische model was niet langer zaligmakend. Hierdoor kreeg de patiënt een stem en een gezicht, en werd zijn inspraak erkend en geregeld. Bovendien kreeg ervaringsdeskundigheid veel meer gewicht. Titia Veldman, directeur van de Cliëntenbond, en Marijke Veldman, voorzitter van Pandora, vinden dat hun organisaties de laatste decennia veel hebben bereikt, maar dat er nu veel redenen zijn om bezorgd te zijn. Marijke ziet een omslag in het denken. Patiënten en daklozen zijn minder belangrijk geworden. Zelfbeschikking is verdacht, de privacy staat onder druk en de focus ligt op veiligheid. Zij heeft het gevoel dat er aan alles wat er bereikt is, wordt geknabbeld. Vanuit de zaal wordt benadrukt dat het belangrijk is voor cliëntenraden en de cliëntenbewegingen om samen te werken om te voorkomen dat VWS alles regisseert. De Cliëntenbond vindt bijvoorbeeld dat de cliëntenorganisaties de registratiegegevens van de Stichting PVP kunnen gebruiken om hun standpunten te onderbouwen. De schaalvergroting en de complexiteit van het zorgstelsel maakt het voor de individuele cliënt maar ook voor de cliëntenbeweging moeilijk om op de hoogste niveaus mee te blijven spreken. Er wordt gesignaleerd dat er minder ruimte lijkt te zijn voor mensen die niet aan de geldende normen voldoen. De aandacht zou zich dus – net als in de begintijd - weer moeten richten op hoe je de maatschappij kunt veranderen.
Workshop 2
Dwang en drang, de stand van zaken Een patiënt wordt hardhandig met flinke overmacht gesepareerd en gedeeltelijk uitgekleed in het filmpje waarmee Bert Lendemeijer, onderzoeker, deze workshop opent. Het publiek herkent het beeld wel. De overtuiging dat het ook anders kan, wint steeds meer terrein binnen GGZinstellingen. De roep om een humanere behandeling is niet nieuw. Een huidige strijdster tegen de separeer, Jolijn Santegoeds, en haar actiegroep ‘Tekeer tegen de isoleer’ vinden bij steeds meer medewerkers binnen de GGZ gehoor. GGZ Nederland heeft vijftien miljoen euro beschikbaar gesteld voor de periode van 3 jaar (tot eind 2008) voor projecten ter vermindering van separatie en verbetering van de kwaliteit van zorg. Inmiddels lopen er een veertigtal projecten.
Succesfactoren bij het verminderen van dwangtoepassing zijn onder andere het betrekken van familie, deskundigheidsbevordering, coaching op het gebied van agressie en het ontwikkelen van alternatieven zoals het creëren van een intensivecareomgeving en crisissignalering. Door vroegtijdig ingrijpen kunnen escalaties voorkomen worden. Een mentaliteitsomslag, het besef dat verandering kán, is nodig en het creëren van draagvlak blijft belangrijk.
Geen gijzeling maar gesprek Drie ervaringsdeskundigen verwoorden hun stellingen: separeren is onwenselijk en onmenselijk. Het is traumatiserend en zeer beschadigend voor het vertrouwen in de hulpverlening. Separatie wordt vergeleken met een gijzelingssituatie. Normale menselijke activiteiten als een sigaretje roken en toiletbezoek worden welhaast privileges. Separeren heeft niets met (kwaliteit) van zorg te maken en het helpt cliënten allerminst om de greep op hun leven te hervinden. Contact kan niet in eenzaamheid opgebouwd worden. Vanuit de zaal wordt opgemerkt dat de cultuur nog is dat patiënten direct na opname in de separeer belanden en dat er beter beleid moet komen van bovenaf. Verder is de dialoog tussen hulpverlener en cliënt essentieel bij het zoeken naar nieuwe wegen. Workshop 3
De klachtenrichtlijn gezondheidszorg: inhoud en implementatie De evaluatie van de Wet klachtrecht cliënten zorginstellingen bracht aan het licht dat de klachtenbehandeling verbeterd kon worden, vertelt Marga Timmers (SOKG expertisecentrum klachten-
management zorg). Er werd een project opgezet voor de ontwikkeling van een klachtenrichtlijn: pro-actief aan de slag met signalen van onvrede en het implementeren van integraal klachtenmanagement. De richtlijn is verspreid in 2004 heeft de status van een breedgedragen aanbeveling, maar is niet afdwingbaar. Bij de implementatie bleek dat er meer aandacht nodig is voor voorlichting op de werkvloer, professionalisering van de opvang van klachten en systematische benutting van de klachten voor kwaliteitsverbetering. Het belang van de zorgaanbieder ligt voornamelijk bij het door de richtlijn geboden kader om klachten te beschouwen als een informatiebron voor het verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening. Als nieuwe thema’s voor de toekomst worden genoemd: de Quickscan Klachtenmanagement als toetsingskader en de richtlijn als opmaat naar een keurmerk van klachtenmanagement bij ketenzorg. Speciale aandacht is er voor de patiëntenvertrouwenspersoon, die als relatieve buitenstaander een onmisbaar element van het klachtenmanagement vormt. Pvp Caroline Snijder legt uit
Geen corvee - geen tv? Kirsten Pauwels, pvp in Zeeland en Sieke van Boxtel, pvp in West-Brabant
Lustrumcongres Stichting PVP: posterpresentatie
Waar gaat jullie poster over? We proberen het dilemma van de pvp weer te geven als er een kind of jongere een klacht over een pedagogische maatregel heeft - eigenlijk een opvoedingsregel. Het is een wat grijs gebied; want wanneer spreek je bij zo’n maatregel over opvoeden en wanneer over behandelen? Hoe moet de pvp de maatregel interpreteren: als afzondering, wanneer een kind tot rust moet komen op de slaapkamer, met de deur dicht, maar niet op slot? Is dat behandeling? Of als straf, wanneer een kind geen tv mag kijken als het zijn corveetaak niet doet? Is dat een opvoedende regel? Duidelijk is dat er geen sluitend juridisch kader is voor de pedagogische maatregel. Hoe zijn de reacties? Interessant vinden wij de discussie met twee verpleegkundigen, werkend in een kliniek waar kinderen met een eetstoornis worden behandeld. Zij geven aan dat er vaak strijd is met de kinderen naar aanleiding van een maatregel. Het gaat dan over het spanningsveld tussen wat redelijk is en wat echt moet. Een verpleegkundige geeft als voorbeeld dat een jonge cliënte met een eetprobleem niet naar buiten mag, zodat ze zo min mogelijk beweegt en dus vooral niet verder afvalt. Is dat nou een behandelmaatregel en kun je zo’n maatregel onder dwang opleggen? De verpleegkundigen geven aan zoveel mogelijk in gesprek te blijven met de cliënten. Enige dwang en drang komen er toch gauw bij om de hoek kijken, doordat er met sancties wordt gewerkt. Een totaal andere reactie is: ‘Corvee hoort bij de opvoeding, dat is gezond. En weigert een kind? Dan kan het geen kwaad het te straffen’. Conclusie? Tja, voor de instellingen blijft het zoeken naar de meest acceptabele manier om hun opvoedkundige en behandeltaak in te vullen, en voor de pvp blijft het lastig aan de wens van het kind tegemoet te komen. Het is belangrijk om deze dilemma’s te blijven bespreken. AdG
■
krant 4 '07
5
LUSTRUM WORKSHOPS
dat de pvp een aparte positie inneemt in het veld van klachtenopvang, werkend vanuit een onafhankelijke, maar partijdige positie. De pvp staat altijd aan de kant van de cliënt.
Goede klachtopvang in ieders belang Hoe is de richtlijn in de praktijk te gebruiken, geeft het niet heel veel administratieve rompslomp, en waar is de plek van de klachtencommissie? Met name de toepassing van de richtlijn blijkt nog veel vragen op te roepen. In de huidige praktijk is leren van klachten nog niet optimaal. Een verbetering zou kunnen zijn om in het kwaliteitsjaarverslag op te nemen wat feitelijk is gedaan met de aanbevelingen van de klachtencommissie. Als de verantwoording van klachtenmanagement wordt in het HKZ-systeem kan extra geïntegreerd administratieve last beperkt blijven. Afsluitend wordt opgemerkt dat de attitude van medewerkers in de instellingen van groot belang is. Maak medewerkers door middel van voorlichting en training duidelijk dat goed klachtenmanagement ook in hun belang is. Workshop 4
Voortschrijdende inzichten en de Wet Bopz Dit jaar werd de Wet Bopz voor de derde maal geëvalueerd, want deze wet zou ‘niet langer toekomstbestendig’ zijn. De workshop gaat in op de belangrijkste punten uit het eindrapport van de evaluatiecommissie. Ton-Peter Widdershoven, jurist bij de Stichting PVP, leidt de deelnemers via sheets langs de ‘contouren van een nieuwe regeling’ en de daarbij behorende aanbevelingen. Ruim 1000 bladzijden. Hij wordt vakkundig bijgestaan door Ada Blok, advocaat en voormalig pvp, en Robinetta de Roode, jurist en beleidsadviseur KNMG. Bij de stellingen lopen de gemoederen hoog op. Weg met de Bopz? Wel of geen nieuwe wet? Ada Blok vindt dat er niet voor niets een zo lange parlementaire geschiedenis aan de totstandkoming van de Wet Bopz is voorafgegaan. Waarom de opgedane ervaringen nu weggooien? Waarom de wet afschaffen als deze op hoofdlijnen in orde is en redelijk goed functioneert? We laten ons toch niet leiden door allerlei nonsens in de media? Robinetta de Roode ziet dit anders. De
oorspronkelijke doelstellingen zijn verouderd. De Wet Bopz is wel degelijk aan vervanging toe omdat deze wet een systeemfout in zich draagt, namelijk de problematische opbouw rondom de vraag: wel of geen gedwongen opname. Ambulante interventies verdienen veel meer de aandacht. TonPeter Widdershoven vindt de Bopz “een drama van een wet”. Zeker als het gaat om dwang en wilsonbekwaamheid.
Bovenstaande stellingen deden gemoederen hoog oplopen tijdens de workshop over de Wet Bopz
Goed of slecht plan? Nog meer interessante stellingen flitsen voorbij en roepen bij de toehoorders de nodige vragen op. De Commissie psychiatrische zorg, krijgt die niet teveel en tegenstrijdige functies? Waarom doen de huidige actoren niet wat zij moeten doen? “Eigenlijk verdient de inspectie billenkoek,” stelt een aanwezige. Een onafhankelijk rechterlijk oordeel blijft toch belangrijk? En hoe wordt de nazorg geregeld? Er wordt gestemd. Is de nieuwe voorgestelde regeling nu een goed of slecht plan? Er gaan veel rode kaartjes de lucht in. Een slecht plan dus. In de andere ronde van deze workshop overheerste het groen. Verdeeldheid alom. Hoe kan het ook anders.
Workshop 5
Vertrouwenspersonen en klachtenfunctionarissen in de zorg, een vak apart Een aantal uitgangspunten met betrekking tot de beroepen klachtenfunctionaris en pvp worden om te beginnen op een rijtje gezet door Hans Kröber (directeur Pameijer), Betty Hummelink (VKIG) en Hans Floor (pvp). Voor een pvp staan vier pijlers centraal: onafhankelijkheid, partijdigheid,
laagdrempeligheid en ontvankelijkheid. Door veel andere klachtenfunctionarissen worden de uitgangspunten van hun werk meer genuanceerd omschreven. Men spreekt dan over onpartijdigheid, neutraliteit en het innemen van een middenpositie. In de praktijk blijken sommige uitgangspunten in de praktijk verschillende invullingen te kennen, zoals onpartijdigheid en ontvankelijkheid, zelfs binnen één beroepsgroep. Kijkend naar de overeenkomsten tussen de verschillende vertrouwensfuncties valt op dat vooral het uitgangspunt ‘onafhankelijkheid’ een prominente plaats inneemt. De toenemende ambulantisering in de zorg roept de vraag op hoe je deze groep cliënten kunt bereiken. Is lijdelijkheid dan wel de juiste houding om de ‘zorgconsument’ goed van dienst te zijn? De oplossingen lopen uiteen van het regelmatig bezoeken van locaties waar je ambulante cliënten aantreft (DACs, sociale werkplaatsen, poliklinieken) tot het houden van (telefonische) spreekuren, het geven van voorlichting en het breed verspreiden van foldermateriaal. Geen enkele oplossing voldoet tot op heden optimaal. Wel gaat de voorkeur uit naar het persoonlijk ontmoeten van cliënten en een proactieve benadering van de verschillende doelgroepen.
Beroepsprofiel vertrouwenswerk Lustrumcongres Stichting PVP:
Verstandelijk gehandicapte cliënt heeft ook recht op pvp –TOCH?
posterpresentatie
Leintje van Bemmelen, pvp-vervanger, Henriette van der Laan, pvp in Utrecht, Arianne de Geus, pvp in Deventer Waar gaat jullie poster over? Over de wenselijkheid van een pvp voor de verstandelijk gehandicaptenzorg (VGZ). Deze cliënten hebben ook veel met dwang en drang te maken, zo blijkt ook uit het recent verschenen inspectierapport over de VGZ. De cliënten kunnen echter nog geen beroep doen op een pvp zoals de Stichting PVP die biedt. Er zijn wel vertrouwenspersonen, maar veelal in dienst van de GGZ-instelling, dus niet onafhankelijk. Hoe zijn de reacties? Die komen vooral op onze stellingen. Zo vragen we aan bezoekers of familie- en cliëntvertegenwoordigers ook gebruik moeten kunnen maken van een VGZ-vertrouwenspersoon. Hierop antwoorden 19 mensen ‘ja’ en 2 met ‘nee’. Ook wijzen verschillende bezoekers op de noodzaak van laagdrempelige klachtopvang, ook in de VGZ. Conclusie? De stichting PVP heeft zich in haar nieuwe missie uitgesproken voor de inzet van pvp’en in de VGZ. Het is duidelijk dat de werkwijze van de pvp dan op belangrijke punten aangepast zal moeten worden, in nauw overleg met de VGZ-instellingen. Veel congresbezoekers vinden het belangrijk dat ook VGZ-cliënten een beroep kunnen doen op een onafhankelijke, partijdige vertrouwenspersoon. AdG
6
krant 4 '07
■
Bij het inventariseren van de competenties voor beroepen in de klachtopvang en het vertrouwenswerk blijkt al snel dat deze in de verschillende sectoren in de basis overeenkomen. De verschillen liggen voornamelijk in de praktische toepassing per doelgroep. Door deze verschillen nader uit te werken kan een integraal beroepsprofiel ontstaan. Er bestaat inmiddels een platform voor de professionalisering van beroepen in de klachtopvang. Dit platform zal niet alleen trachten te komen tot een beroepsprofiel maar ook in bredere zin aandacht vragen voor en informatie uitwisselen over ontwikkelingen in de klachtopvang. Daarna komen certificering en wellicht een integrale opleiding in beeld, met ondermeer als voordelen: transparantie voor de cliënt, een sterkere positie naar de overheid en mogelijke financiers en een sterkere legitimatie door externe toetsing. JWvD, IdK, GK, LvM, KS
■
(ON)GEGROND Bij de keel gegrepen Bij de klachtencommissie kunnen cliënten om een oordeel vragen over een situatie of beslissing waar ze het niet mee eens zijn. De commissie bekijkt de zaak grondig en verklaart de klacht gegrond, ongegrond of deels gegrond. Hieronder volgt een bespreking van een klachtzaak.
Rugklachten verpleegkundige? Een cliënte die op de grond ligt vraagt aan een verpleegkundige haar omhoog te helpen. Hij zegt dat hij haar niet kan helpen vanwege een pijnlijke rug. Hij vertelt haar dat hij een collega gaat halen om hem te helpen. Even later gaat het brandalarm. De verpleegkundige komt, trekt cliënte omhoog en brengt haar naar de verpleegpost. Dat vindt cliënte vreemd. Zijn de rugklachten over of heeft de verpleegkundige tegen haar gelogen? Op de verpleegpost gaat het niet goed met cliënte. Zij huilt en is gestrest. Volgens cliënte reageert de verpleegkundige daar verkeerd op. Zij stelt in een klaagschrift dat hij haar bij de keel greep. Dit fysieke geweld was volgens cliënte onnodig. Het was niet de aangewezen manier om haar tot rust te laten komen. In zijn verweerschrift geeft de verpleegkundige toe dat hij geen last had van zijn rug. Omdat hij zich ongemakkelijk voelde in de situatie, wilde hij mevrouw niet alleen optillen. De commissie kan zich voorstellen dat de verpleegkundige niet alleen
op de situatie in de gang in wilde gaan, maar het leugentje om bestwil vindt zij onzorgvuldig. Het ondermijnt het vertrouwen dat cliënten in verpleegkundigen moeten kunnen hebben. Ook was er volgens de commissie geen reden om niet de waarheid te vertellen. De verpleegkundige schrijft verder in zijn verweerschrift dat hij de cliënte op de verpleegpost niet bij de keel heeft vast gehouden. Hij schrijft dat hij haar wel heeft vastgepakt om haar in een stoel te zetten. Tijdens de zitting van de klachtencommissie beschrijft hij hoe hij dat gedaan heeft. Hij vertelt dan ook dat er op dat moment een andere verpleegkundige op de verpleegpost aanwezig was.
Niet de waarheid Naar aanleiding van het verhaal van die getuige concludeert de commissie dat cliënte wel degelijk bij haar keel is vastgepakt. Hoewel de commissie het niet uitgesloten acht dat het nodig was om cliënte op deze manier te benaderen, vindt zij het een zeer slechte zaak dat de verpleegkundige daarover niet de waarheid heeft gesproken. Aangezien hij heeft ontkend cliënte bij de keel te hebben gepakt, heeft hij zichzelf ook de mogelijkheid ontnomen uit te leggen waarom hij dat gedaan heeft. Volgens de commissie is vast komen te staan dat de verpleegkundige de cliënte
bij de keel heeft vastgepakt. Verweerder heeft daarvoor geen goede gronden aangevoerd. Zij verklaart de klacht gegrond.
■
AdM
COLUMN
Zie de mens Over HKZ-en en zo. En patiënten die gewoon beter willen worden. Laatst stond ik even te wachten op een patiënt in de aanwezigheid van een verpleegkundige. Opeens uit het niets kwam de vraag: “En… zijn jullie ook zo druk met het HKZ-en?” Zijn blik en de toon waarop hij sprak getuigden niet van het enthousiasme dat management zo graag ziet bij dit soort processen. Ik vertelde hem dat ik in andere instellingen wel over de HKZ hoorde, maar dat wij daar niet aan meedoen. “Nou wees maar blij!” Hij moest zich nu mee bezig houden met taken waar hij niet bepaald warm voor liep. Hij besloot met de verzuchting dat hij lang geleden bewust gekozen had voor de verpleging om mensen te helpen, maar daar kwam het de laatste tijd niet meer zo van. Eén opmerking bleef mij bij. Als een soort moderne profeet sprak hij de woorden: “We verliezen de mens uit het oog”. In de psychiatrie spelen momenteel veel ontwikkelingen, elk met zijn eigen afkortingen. De financiering moest anders en daar kwam de
werkgroep DBC. Taken worden uit de AWBZ gehaald en naar de zorgverzekeringen overgeheveld of deels naar de gemeente en daar kwam de WMO. Veel instellingen zijn ook nog bezig met de overschakeling naar het elektronisch patiënten dossier en weer is daar een werkgroep. Vervolgens komt er een werkgroep die de regie probeert te houden over al deze taken en voor je het weet heeft ook het management haar eigen casemanagement nodig. Een heel dappere instelling voert gedurende deze ontwikkelingen ook nog een reorganisatie of fusie door.
Respect De vraag lijkt mij terecht voor wie dit allemaal gedaan wordt. Komt deze vraag voort uit een diepe wens van de patiënt? Ik denk persoonlijk dat het de patiënt een grote zorg zal zijn hoe zijn psychiater betaald wordt, of zijn gegevens elektronisch of analoog worden opgeslagen en vanuit welke divisie hij zorg krijgt. Patiënten willen
eigenlijk heel eenvoudig snel beter worden. Zij hebben een probleem en voelen zich niet gelukkig. Zij willen snel hulp van iemand die betrokken en deskundig is en samen met de patiënt naar een oplossing zoekt. Zij willen tijd en gehoord worden en iemand die hen met respect behandelt. Hoe een instelling dat voor elkaar krijgt is voor de patiënt niet belangrijk. Zijn daarmee deze ontwikkelingen dan alleen maar ‘speeltjes voor het management’? Zeker niet en er is zelfs veel voor te zeggen dat de zorg in de psychiatrie toetsbaar is en een bepaald kwaliteitsniveau haalt. Daarvoor zijn deze ontwikkelingen nu eenmaal nodig. Maar blijf vooral luisteren naar al die verpleegkundigen die gewoon patiënten willen helpen. Laat dat de core business van de psychiatrie blijven! Ronald de Koster, pvp in regio NoordWest-Midden
■
Colofon De pvp-krant is een uitgave van de Stichting PVP. De Stichting PVP geeft cliënten van de GGZ advies, informatie en ondersteuning bij de handhaving van hun rechten. De pvp-krant wil cliënten en geïnteresseerden informeren over het werk van de Stichting PVP, over (juridische) ontwikkelingen op het gebied van patiëntenrechten in de GGZ, en belichten hoe patiëntenrechten in de praktijk al dan niet vorm krijgen. De pvp-krant verschijnt vier keer per jaar. Voor informatie over de Stichting PVP: Stichting PVP, F.C. Dondersstraat 9, 3572 JA Utrecht,
Deze pvp-krant
tel 030-2718353, fax 030-2716256
werd geschreven door: André de Mol
Bij vragen en klachten over de GGZ: Helpdesk PVP, tel 0900-4448888 druk:
TGO ontwerp reklame drukwerk, Uden
Oplage: 7.800 ISSN 1380-1996 Overname van artikelen en illustraties is uitsluitend toegestaan met bronvermelding.
Arianne de Geus
Eddy Raymann
Femke Welles
Geri Koelewijn
Irene van Katwijk
Irma de Ronde
Jan Willem van Drunick
Kris Sewalt
Lia van Muijen
Marianne Peters
Ronald de Koster
Welmoet Wels Foto’s: Arianne de Geus Arjan van Bruggen
Reacties en ingezonden brieven zijn van harte welkom bij de redactie via
[email protected] We kunnen uw brief weigeren, aanpassen of inkorten.
Beeldredactie: Arianne de Geus Eindredactie: Welmoet Wels
Tenzij anders aangegeven, zijn namen van cliënten in deze krant gefingeerd.
krant 4 '07
7
VERHAAL C L I Ë N T Brandgevaar Terwijl ik in gesprek ben op een gesloten opname-afdeling met een
binnen. En een cliënt die hij betrapt heeft bij het bestelen van een
cliënt over zijn wens om overplaatsing naar een open afdeling, zie ik
medecliënte is niet gestraft, of dat nou niet heel oneerlijk is? Dit
vanuit mijn ooghoeken een gedaante over de gang wandelen. Als ik
laatste is altijd een heikel punt. Men wil gelijkheid, ook al zijn situaties
mijn blik wat meer richting gang wend, stel ik vast dat het een blote
niet gelijk. Ik vraag meneer Admiraal hoe hij eigenlijk wéét dat die
man betreft, die, op z’n gemak, kleding in de hand, op weg lijkt te zijn
andere cliënt niet op enige wijze ‘gestraft’ is voor de vermeende
naar zijn kamer. Ik concludeer dat hij van de algemene badkamer af
diefstal. Hij valt even stil. Vindt hij dat de staf hem hierover dient te
komt en waarschijnlijk zojuist een bad genomen heeft. Hij gooit een
informeren? “Nee,” concludeert hij zelf. “Ik wil ook niet dat ze mijn
donkergrijze, grof gebreide wollen trui over zijn schouder. De cliënt
zaken met medecliënten bespreken.”
met wie ik in gesprek ben en die tegenover mij zit lijkt van dit alles
En heeft hij goed contact met die andere cliënt is mijn volgende
niets mee te krijgen; kennelijk verraadt mijn blik niets of is hij zozeer
vraag. “Niet echt”, geeft hij toe. Zou het dan eventueel zo kunnen zijn
in zijn verhaal dat het hem ontgaat. Ik concentreer me weer op het
dat men wel iets gedaan heeft om die andere cliënt te laten weten dat
gesprek. Eigenlijk wil de cliënt, de heer Admiraal, gewoon wég uit dit
dit niet getolereerd wordt? “Misschien”, mompelt meneer Admiraal.
ziekenhuis. Of hij het nu gedaan heeft of niet, datgene waarvoor hij
Hij herneemt zich. “Daarover had ik je niet gebeld. Ik wil weer naar
door de politie is opgepakt, dat is “zijn privacy” zoals hij het zelf
buiten en naar een open afdeling waar ze zich niet zoveel met mij
verwoordt. Hij kijkt mij aan alsof hij van mij wil weten of ik hiermee
bemoeien. Eigenlijk wil ik helemaal weg, maar dat zal wel niet lukken
akkoord ga. Dat doe ik.
nu ik net een RM gekregen heb hè, een paar dagen geleden.” Ik zeg toe
Als pvp hoef ik de achtergrond niet weten waardoor iemand met een
dat ik met de verpleging zal gaan praten en vraag hem of hij hier bij wil
IBS in een psychiatrische instelling is terechtgekomen. Als hij het mij
zijn. “Nee, ik zeg dan toch de verkeerde dingen”, concludeert hij.
wenst te vertellen, prima. Zo niet, ook goed. Niet dat het me niet interesseert. Maar de reden waarom iemand in de psychiatrie is
Als ik het verpleegkundig afdelingskantoor binnenloop kijken vier
opgenomen is niet per definitie bepalend voor de manier waarop ik
mannelijke verpleegkundigen mij aan. De overdracht is net geweest.
te werk ga in de ondersteuning van die persoon bij klachten. Ik ben
Wie mag ik iets vragen over meneer Admiraal? Eén verpleegkundige
geen rechter; ik hoef geen oordeel te vormen over een vermeend of
knikt. Ik richt mij op hem en stel mijn vragen over het intrekken van
reëel gevaar dat aanleiding was voor de gedwongen opname. Voor mij
de vrijheden. Het antwoord komt achter mij vandaan; de betreffende
is de actuele situatie in de instelling van belang. En die is dat meneer
verpleegkundige die de cliënt heeft zien roken op zijn kamer is
Admiraal vorige week vrijheden had om het pand te verlaten, en dat
inmiddels binnengelopen. Het verhaal van meneer Admiraal komt
die nu ineens zijn ingetrokken. Ik vraag hem of hij weet waarom?
niet geheel overeen met de versie van deze verpleegkundige. Hij zou
“Een verpleegkundige zag dat ik zat te roken op mijn kamer en vond
geen asbak hebben gebruikt maar een leeg bakje van een toetje.
dat er sprake was van brandgevaar.” Hij rolt met zijn ogen als hij dit
Hierin lagen niet alleen peuken maar ook wat verbrande papierresten
vertelt. Brandgevaar, het mocht wat. De gedachte alleen al vindt hij
en er hing een vage brandlucht in de kamer bij een geopend
te zot voor woorden. Thuis rookt hij toch ook in zijn slaapkamer als
bovenlicht. De verpleegkundige in kwestie vond dat meneer Admiraal
hij dat wil? Of ik dit met de verpleegkundigen kan gaan bespreken,
op deze manier gevaarlijk bezig was en legde de link met buiten. “Als
want hij wil wel graag weer eens naar buiten, hij zit nu al drie dagen
hij hier met vuur in de weer gaat, wat gaat hij buiten dan misschien doen?” Daarop zijn de vrijheden ingetrokken, en dat was niet drie dagen geleden gebeurd, volgens de verpleegkundige, maar gisteren, zondag, aan het einde van de dag. De afspraak was dat dit zo spoedig mogelijk aan een arts zou worden voorgelegd. Dat was inmiddels gebeurd, en mij wordt verteld dat cliënt zo meteen te horen zal krijgen dat hij weer naar buiten mag. Maar waarom meneer Admiraal nog steeds op een gesloten afdeling vertoeft, is de verpleegkundige een raadsel, vertelt hij uit zichzelf: “psychiatrisch gezien is hij stabiel”. In het multidisciplinair overleg gaat dit zijn inbreng zijn. Meneer Admiraal is tevreden met de uitkomst. Op het moment dat ik de afdeling wil verlaten word ik aangesproken door een man die een donkergrijze, grof gebreide wollen trui draagt. Of hij een afspraak met mij kan maken? Dat kan. Ik informeer of hij aan kan geven waarover hij mij wenst te spreken? “Privacy” antwoordt hij kort en krachtig. Ik kan een glimlach niet onderdrukken. Een paar uur later, op weg naar buiten om huiswaarts te keren, zie ik meneer Admiraal buiten op een bankje, alleen. Hij zwaait mij enthousiast gedag. MP
krant In de volgende pvp krant onder meer: . patiëntentheater . zelfbinding in werking?
8
pvp-krant 1 verschijnt in februari 2008
krant 4 '07
1