RIS091286A_10-12-2001
Kort zakelijk verslag van het bezoek aan Suriname, in de periode van 1 - 8 november 2001. Den Haag, 12 november 2001.
1
Op uitnodiging van wijlen de heer J. Lachmon, in leven voorzitter van de Nationale Assemblee, brengt een Haagse delegatie een bezoek aan Suriname, in de periode van 1 - 8 november 2001.
2
De Haagse delegatie bestaat uit: W.J. Deetman, P. Heijnen, N. van Mourik, terwijl ook aanwezig zijn R. Baldewsingh (mede-organisator van de reis) en mevrouw L. Callender (aanwezig ivm de start van de opleiding bedrijfseconomie van de Hogeschool Ichtus in Suriname, in samenwerking met de Anton de Kom Universiteit). Daarnaast zijn in bovengenoemde periode ook aanwezig de heren J. Elbers en N. Barendrecht, van de Hogeschool Ichtus.
3
Inleiding Suriname telt momenteel ruim 400.000 inwoners. In Groot-Paramaribo woont ongeveer de helft van alle inwoners. In het binnenland woont ca. 10% van de bevolking. Suriname telt 10 districten. In 3 districten is door de delegatie een bezoek gebracht, te weten: Paramaribo, Commewijne en Nickerie. In Nederland wonen ruim 300.000 Surinamers. Grote Surinaamse gemeenschappen zijn er onder meer in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.
4
Gesprek met de President van Suriname, de heer Drs. Ronald R. Venetiaan. Uit het gesprek komen de volgende aandachts- en/of actiepunten naar voren: 1
De situatie in het binnenland is qua voorzieningen-niveau zorgelijk. Door de binnenlandse oorlog in de periode van 1986 - 1993 is veel van de voorzieningen aldaar beschadigd en/of vernietigd. De zorg betreft met name de voorzieningen in de sfeer van huisvesting, zorg en onderwijs. Het is moeilijk om leerkrachten te motiveren om naar het binnenland te gaan, ivm de situatie aldaar alsmede in verband met de malaria. 1
5
2
Voor wat betreft het onderwijs zijn Nederland en de VS het referentie-kader voor Suriname. Het aanwezige materiaal en materieel op de scholen is na 1975 ‘achtergebleven’; men werkt met verouderde materialen. Boeken uit eind zeventiger jaren zijn bepaald geen uitzondering.
3
De leraren-opleiding verdient een kwaliteits-impuls. Het vinden van in potentie goede en gemotiveerde leerkrachten is vooralsnog een belangrijk aandachtspunt.
4
De ‘opbouw’ van het onderwijs-systeem i.c. de onderwijs-structuur is niet meer up to date. In Suriname heeft met de in de Nederland ingevoerde mammoetwet (nog) niet overgenomen. (NB In Suriname onderscheidt men nog kleuter- en lager onderwijs; in het middelbaar onderwijs is er een onderscheid tussen onderwijs aan junioren en senioren).
5
Het initiatief van de Stichting Onderwijs Suriname-Nederland (SOS-N) wordt als een belangrijk initiatief beschouwd. Deze stichting kan in potentie een belangrijke bijdrage leveren aan het geven van een kwaliteits-impuls aan het onderwijs in Suriname. Het congres in Nederland, in september 2001, zal een vervolg krijgen in februari 2002 in Suriname.
Gesprek met mevrouw R. Weidenbosch, vice-voorzitter van de Nationale Assemblee. Bij het gesprek zijn ook aanwezig de heren Sardjoe (de beoogde opvolger van de heer Lachmon als voorzitter van de nationale assemblee en de heer Rotgers, fractievoorzitter van de regeringscoalitie i.c. het Nationale Front voor Verandering en Democratie). In het gesprek komen de volgende punten onder meer aan de orde: 1 2 3 4
De politieke ontwikkeling van Suriname vanaf 1996. De invloed van de heer Lachmon op de politieke ontwikkeling van Suriname. De structurele inbedding van het democratisch gedachtegoed in het geheel van de politiek-bestuurlijke toekomst-ontwikkeling van Suriname. De plannen voor het realiseren van een nieuw gebouw voor het parlement i.c. de Nationale Assemblee. Thans is DNA gehuisvest in een tijdelijk gebouw.
2
6
Gesprek met de Nederlandse ambassadeur in Paramaribo, de heer R. Treffers. In het gesprek komen de volgende punten onder meer aan de orde: 1 2 3 4 5
7
De politiek-bestuurlijke ontwikkeling van Suriname. De ontwikkeling van de relatie tussen Suriname en Nederland, in het kader van het door Nederland gevoerde en te voeren buitenlands beleid. Het organiserend vermogen van het politieke en ambtelijke management in Suriname. De rijkdom van Suriname voor wat betreft delfstoffen en de exploratie en exploitatie (mogelijkheden) daarvan en daarvoor. De samenwerking tussen Suriname en Nederland ten aanzien van de 6 verkozen beleidsterreinen, waaronder onderwijs en cultuur. Op de betreffende beleidsterreinen vindt thans een quick-scan plaats ivm de besteding van door Nederland aan Suriname (nog) toegezegde geldmiddelen.
Bezoek aan het centrum van Paramaribo Onder deskundige leiding van de heer Andre Loor (historicus) wordt een bezoek gebracht aan het centrum van de stad Paramaribo. Naar aanleiding van dit bezoek is aandacht gewenst voor de volgende punten: 1
Het cultiveren (= archiveren en documenteren) van de authentieke cultuur en cultuuruitingen van de onderscheiden bevolkingsgroepen in Suriname.
2
De noodzaak voor het (meer) op peil brengen van het boekenbestand in bibliotheken.
3
De restauratie van een aantal beeld-bepalende panden in het centrum van Paramaribo, waarvoor thans de geldmiddelen ontbreken. Het gaat dan met name om panden die van grote historische waarde zijn.
4
Het verlenen van support aan de uitvoering van het reeds door Suriname gedane verzoek in het kader van het programma van de Unesco gericht op de status van ‘cultureel erfgoed’.
5
Het op een nader te bepalen wijze zoeken naar samenwerkingsmogelijkheden van Haagse cultuur-instellingen met het Nola Hatterman Instituut, een centrum voor beeldende kunst en vormgeving en Paramaribo. 3
8
Bezoek aan Lalla Rookh, een (ruine van het) cultureel centrum voor Hindustanen Alleen de bouwkundige structuur van het gebouw staat nog overeind; het gebouw is vernietigd in de periode van de binnenlandse oorlog, in de periode van 1986-1993. Er is onlangs een nieuw bestuur gevormd, dat geldmiddelen wil inzamelen om het gebouw te restaureren en zijn oorspronkelijke functie terug te geven. Het cultureel centrum vervulde destijds een breed maatschappelijke en culturele funtie, niet alleen voor de Hindustanen, maar ook voor andere bevolkingsgroepen. Het centrum vervulde ook een regionale functie.
9
Bezoek aan NAKS of Wikontreng, een cultureel centrum voor Creolen nb documentatie van het centrum is voorhanden. 1 2 3 4 5 6
nb
10
Er zijn drie centrale activiteiten, te weten: theaterschool, jeugd- en jongerenwerk en zang & dans. Aan de onderscheiden activiteiten nemen enkele honderden, met name jongeren, deel. De bijdrage van de overheid aan de activiteiten is beperkt; een deel van de middelen wordt door middel van sponsoring van activiteiten verkregen. Aan het centrum is ook een lagere school voor moeilijk opvoedbare kinderen (een zgn. LOM-school) ‘verbonden’, waarop ca. 60 kinderen zitten. Het centrum wil de activiteiten in de toekomst uitbreiden, eea afhankelijk van de daarvoor beschikbare middelen. Het cultureel centrum is door gebrek aan geldmiddelen op onderdelen verwaarloosd; een vernieuwingsprogramma is thans gaande, dat grotendeels op vrijwillige basis wordt uitgevoerd (zo zijn er bijv. 25 actieve vrouwen die stenen bakken ihkv het restauratieproces). De grote zaal verdient hoognodig een opknapbeurt. Staatssecretaris Van der Ploeg heeft het centrum in mei 2001 bezocht.
Bezoek aan het district Commewijne Via de in de negentiger jaren door Ballast Nedam aangelegde brug over de Suriname-rivier wordt een bezoek gebracht aan het district Commewijne.
4
Er wordt een bezoek gebracht aan de Javaanse gemeenschap, die gehuisvest is op de oude plantage Marienburg, evenals aan de oude plantage Margaretha (per boot) waar een Hindustaanse gemeenschap gehuisvest is.
De bewoners van de oude plantages leven met name van de landbouw, veeteelt en visserij. Moderne voorzieningen zoals elektriciteit zijn slechts in beperkte mate aanwezig; wel zijn er eenvoudige winkel- en culturele voorzieningen. Het vervoer geschiedt grotendeels nog per boot en fiets, omdat er nauwelijks wegen zijn voor auto’s. De vestingwerken, waaronder de waterkering en het fort Amsterdam, zijn grotendeels nog in tact. De voormalige gevangenis nabij Fort Amsterdam is gesloten, omdat deze niet langer voldoet aan de daaraan te stellen eisen. De verwerkingsindustrie voor rijst en rum is in de loop van de laatste 20 jaren grotendeels verloren gegaan. De fabrieken staan er leeg en verlaten bij, incl. de oude machines. Door de aanleg van de brug wordt verwacht dat het district Commewijne in de toekomst een enigszins betere economische toekomst tegemoet kan gaan.
11
Gesprek met de minister van Onderwijs, Sport en Cultuur, de heer Sandriman (nb bij het gesprek is ook aanwezig de heer A. Khan Kallan, directeur onderwijs) Uit het gesprek komen de volgende aandachts- en/of actiepunten naar voren: 1 2
3
4
Het plaatsen van het centrum van Paramaribo op de lijst van Unesco voor de status van ‘cultureel erfgoed’ verdient krachtige steun. Het opzetten van een goed functionerend leerling-volgsysteem is nodig en gewenst; eerst dan is het mogelijk de resultaten van individuele leerlingen en studenten goed te volgen. Met betrekking tot het beroepsonderwijs bestaat er behoefte aan deskundige ondersteuning, met name in de sfeer van ondersteuning management. Een project a la PUM van VNO/NCW voor het bedrijfsleven zou ten aanzien van het lager- en middelbaar beroepsonderwijs goede diensten kunnen bewijzen. Het gaat dan met name om ervaren docenten en andere onderwijs-deskundigen uit Nederland, die zich op een PUM-achtige wijze willen verbinden aan scholen. Naast de behoefte aan ondersteuning van kennis en kunde tbv het lager en middelbaar beroepsonderwijs, bestaat er ook behoefte aan zowel het verstevigen van de relatie tussen onderwijs en bedrijfsleven als aan materialen en materieel. Door beide punten te versterken kan een kwaliteitsimpuls worden gegeven aan het beroepsonderwijs in Suriname. 5
5
De mogelijkheid voor Surinaamse docenten om stage te lopen in Nederland is op zichzelf een waardevolle gedachte, maar het risico is groot dat degenen die in NL stage lopen vervolgens niet meer terug gaan naar Suriname; een dergelijke ontwikkeling zou de kwaliteit van het onderwijs in Suriname nog verder onder druk zetten.
6
De stichting onderwijs suriname - nederland (sos-n) kan een belangrijke schakelfunctie vervullen waar het gaat om het verbeteren van de positie en kwaliteit van het onderwijs in Suriname. Het komt er vooral op aan de afspraken van het in september 2001 gehouden congres in Den Haag op korte termijn concreet uit te werken. De instellingen voor HBO en Universiteit functioneren op zichzelf redelijk tot goed; in deze sfeer bestaat ook veel belangstelling voor de gewenste internationalisering van het onderwijs, waarbij NL en VS referentiepunten zijn. De in 2000 door de minister van onderwijs uitgebrachte beleidsnota onderwijs verdient op korte termijn nadere uitwerking en uitvoering. Belangrijke actiepunten zijn: het verhogen van het rendement alsmede kwaliteitsverbetering. Op dit moment is het rendement nog onvoldoende. Er bestaat behoefte aan deskundige advisering terzake; een klankbordgroep van deskundigen zou terzake nuttig werk kunnen vervullen. In het kader van het verbeteren van rendement en kwaliteit onderwijs dient een hoge prioriteit te worden toegekend aan de actieve aanpak van ‘zitten blijven’. Het percentage ‘zittenblijvers’ in het lager onderwijs is gemiddeld ca. 30%. Dit wordt als ontoelaatbaar beschouwd. Verder heeft de minister van onderwijs belangstelling voor zowel het ontwikkelen van onderwijs-curricula als het ontwikkelen van duale opleidingsmogelijkheden. In het verleden heeft een goede en plezierige samenwerking plaatsgevonden tussen de ministeries van onderwijs in Suriname en Zoetermeer. Aan beide kanten was een klankbordgroep werkzaam; door drukke werkzaam-heden aan beide kanten staat de samenspraak nu op een wat lager pitje. De behoefte aan na-scholing van docenten en vakleerkrachten is zeker aanwezig; de na-scholing is nu enigszins stiefmoederlijk bedeeld. Een specifiek probleem van/voor de scholen in het binnenland is dat ca. 70% van de onderwijsgevenden aldaar onbevoegd is. Ook dat het een probleem is om leerkrachten te stimuleren naar het binnenland te gaan, door het gebrek aan goede voorzieningen (huisvesting, zorg, onderwijs). Distance-learning wordt als een geschikt instrument gezien in het kader van het verbeteren van de onderwijsmogelijkheden; dit geldt in het bijzonder ook ten aanzien van het onderwijs in het binnenland.
7
8
9
10 11
12 13
14
nb
50% van het onderwijs in Suriname is bijzonder onderwijs.
6
15
Voor wat betreft de cultuur is er een overeenkomst tussen de regering van Suriname en staatssecretaris Van der Ploeg getekend. Deze overeenkomst wordt op korte termijn uitgewerkt in een actielijst.
16
De door Unesco te verkrijgen status van ‘cultureel erfgoed’ voor Paramaribo is belangrijk, om waardevolle historische en culturele panden en voorzieningen ook voor de toekomst te behouden.
17
De verzelfstandiging van het Nola Hatterman Instituut is de komende tijd een belangrijk aandachtspunt. Naast de verzelfstandiging vragen de volgende punten aandacht en/of actie: a Het verder opknappen van het gebouw b Het verbeteren van de aanwezige voorzieningen voor uitvoerende kunstenaars c Het uitbreiden van de collectie. Door met name deze verbeteringen kan het Instituut een vooraanstaande positie bereiken waar het gaat om beeldende kunst en vormgeving.
18
Een uitwisseling tussen Suriname en Den Haag op het terrein van sport biedt zeker mogelijkheden. Van Surinaamse zijde beveelt men slagbal voor vrouwen aan, in het bijzonder bij de Hindustaanse vrouwen een in toenemende mate populaire sport.
Afgesproken wordt dat in ieder geval de volgende punten voor nadere afspraken en/of uitwerking in aanmerking komen: 1 De introductie en opbouw van een leerling-volgsysteem, tbv het lager onderwijs alsmede het lager en middelbaar beroepsonderwijs 2 Het verbeteren van het door scholen te benutten materieel en materiaal; dit geldt in het bijzonder het lager en middelbaar beroepsonderwijs 3 Het aanreiken van ideeën/voorstellen gericht op het versterken van de relatie onderwijs-arbeidsmarkt 4 Het opstellen van voorstellen gericht op het tot stand brengen van twin-relaties tussen scholen in Suriname en Den Haag 5 Het onderzoeken van de mogelijkheden voor het opzetten van een PUM-project specifiek voor het versterken van de kwaliteit van het onderwijs en met name het management van de scholen 6 Het onderzoeken van de mogelijkheid om een klankbordgroep van deskundigen te vormen, die een bijdrage kan leveren aan het operationaliseren van de beleidsnota onderwijs van/door de minister van onderwijs in Suriname 7 Het onderzoeken van de mogelijkheid om distance-learning te introduceren en te ontwikkelen, met name ten behoeve van het onderwijs in het binnenland 8 Het opstellen van voorstellen gericht op het verminderen van de problematiek van zgn. zittenblijvers en de aanpak van drop-outs 7
9 10
11
12
12
De mogelijkheden voor de introductie van duale leerwegen na te gaan Het inzetten van de Stichting Onderwijs Suriname - Nederland (SOS-N) als vehikel in het kader van de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs in Suriname. Van de zijde van Den Haag zal worden nagegaan of er mogelijkheden zijn dat het ‘cultuurveld’ een positieve bijdrage kan leveren aan het verbeteren van de culturele positie van het Nola Hatterman Instituut. Van de zijde van de minister van Onderwijs, Cultuur en Sport van Suriname zal een voorstel worden opgesteld over de mogelijkheden voor sportuitwisselingen.
Bezoek aan en gesprekken met rector en leidinggevenden van de Anton de Kom Universiteit van Suriname Deze (enige) universiteit van Suriname heeft 3 faculteiten, te weten: medische wetenschappen; maatschappelijke wetenschappen, waaronder economie en rechten; technische wetenschappen. De universiteit heeft 3.000 studenten, en 750 medewerkers. De overheidsbijdrage bedraagt 8 miljard Surinaamse guldens. Uit de gesprekken komen de volgende aandachts- en/of actiepunten naar voren: 1
2
3
4
Internationalisering van de bestaande onderwijs-programma’s is gewenst. Daarbij hebben met name Nederland en de VS de interesse van de Universiteit. De Universiteit heeft al samenwerkingsrelaties met de Universiteiten van Amsterdam (UvA en VU), Utrecht en Maastricht. De rector hoopt dat de UvA een coördinerende rol vanuit Nederland wil vervullen. De Universiteit is geïnteresseerd in samenwerkingsprojecten met het Nederlandse HBO. De samenwerking met de Ichtus Hogeschool is een eerste stap op de weg van samenwerking tussen de Universiteit en het HBO. De Universiteit wil de onderzoeksfunctie in de toekomst verder uitbouwen /uitbreiden. In 2000 is er een onderzoekscommissie ingesteld, en ook is inmiddels een R & D-fund opgericht. Dit fund heeft een brede taakopvatting; ook internationale deskundigen/wetenschappers kunnen mmv het fund onderzoek verrichten. Het bestuur van de Universiteit wil dmv het onderzoek een vooraanstaande rol vervullen waar het gaat om het bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen in Suriname. De Universiteit wil ook een positie verwerven in het verband van de te stimuleren internationale samenwerking op de terreinen onderwijs en onderzoek binnen Caricom.
8
5
6
7
8 9 10
De mogelijkheden van/voor de Universiteit op het terrein van de ICT zijn nu nog beperkt. Kennis en kunde zijn wel aanwezig, maar de voorzieningen nog beperkt, De Universiteit wil de komende jaren meer en beter deel gaan uitmaken van de internationale netwerken op het terrein van ICT. In dat verband is de Universiteit ook geïnteresseerd in de mogelijkheden voor distancelearning; in de ontwikkeling daarvan wil de Universiteit een rol spelen. De Universiteit is geïnteresseerd in de werkzaamheden van en eventuele samenwerkingsmogelijkheden met HOOP in Den Haag (Hoger Onderwijs en Onderzoeks Platform). De Universiteit is geïnteresseerd in eventuele mogelijkheden voor samenwerking met het in Den Haag gevestigde instituut Nuffic.
De Universiteit is geïnteresseerd in eventuele mogelijkheden voor samenwerking met het in Den Haag gevestigde Museon. De Universiteit zou het betreuren wanneer het zgn. Van Kemenade-project, dat tot nu toe succesvol is, wordt gestopt. Van Haagse zijde zal eea worden nagegaan. De bibliotheek van de Universiteit heeft dringend behoefte aan vernieuwing van met name studieboeken; vernieuwing in de zin van meer recent uitgebrachte studieboeken. Dit geldt ook voor (vak)literatuur en tijdschriften. De vraag is of in deze ook de Koninklijke bibliotheek gevestigd in Den Haag een rol kan vervullen.
Afgesproken wordt dat in ieder geval de volgende punten voor nadere afspraken en/of uitwerking in aanmerking komen: 1 2 3
4
13
De samenwerkingsmogelijkheden voor de Universiteit met de in Den Haag gevestigde instellingen: Nuffic, Museon, Koninklijke Bibliotheek en HOOP. De mogelijkheden voor het verbeteren van het onderwijs in/met ICT op de Universiteit na te gaan. Het onderzoeken van de mogelijkheid om de bibliotheek van de Universiteit te verbeteren door de aanschaf en/of het beschikbaar stellen van meer recente studieboeken, vakliteratuur en tijdschriften. Het van Haagse zijde nagaan wat de stand van zaken alsmede de toekomst is van het zgn. Van Kemenade-project, in relatie tot de Anton de Kom Universiteit.
Bezoek aan/Gesprek met de directeur en leidinggevenden van de Stichting Arbeidsmobilisatie en Ontwikkeling. 9
nb Documentatie van het centrum is voorhanden. De Stichting Arbeidsmobilisatie en Ontwikkeling leidt overwegend jeugdige werkzoekenden op voor het verwerven van vakkennis in verband met het verkrijgen van een beroepsmatige baan. Het centrum verzorgt zowel een dagopleiding als een avondopleiding. Aan de dagopleiding nemen jaarlijks gemiddeld 120 personen deel; aan de avondopleiding ca. 500 (de doorstroom is voor de avondopleiding sneller, omdat de cursussen korter duren). De Stichting verzorgt ook de stageplaatsen voor de cursisten, in samenspraak met het bedrijfsleven.
Uit het gesprek komen de volgende aandachts- en/of actiepunten naar voren: 1 2
3
4 5 6 7
8
1.
De vakopleidingen die door het centrum worden gegeven worden vergoed door de overheid. De geldmiddelen die het centrum van de overheid ontvangt, zijn niet toereikend; het centrum probeert in samenspraak met bedrijfsleven extra geldmiddelen beschikbaar te krijgen, hetgeen -tot nu toe- slechts in beperkte mate lukt. Het centrum heeft inmiddels een eenvoudig leerling-volgsysteem opgezet; dit is erop gericht de prestaties van leerlingen/studenten en docenten goed te kunnen volgen. Zowel docenten als leerlingen moeten voortdurend gestimuleerd worden voor medewerking aan het systeem. De vraagkant van de arbeidsmarkt is zeer moeilijk in kaart/beeld te brengen; harde feiten ontbreken en de ministeries hebben die ook niet beschikbaar. De leerlingen/studenten volgen de opleiding op vrijwillige basis. Het centrum geeft in overwegende mate opleidingen/cursussen op het lager beroepsniveau. Het verwerven van stageplaatsen voor de leerlingen/studenten verloopt tot nu toe redelijk succesvol; relatief veel bedrijven nemen de leerlingen/studenten reeds in hun stage-periode aan. Het centrum heeft grote behoefte aan materieel en materialen voor (de inrichting van) de praktijk-werklokalen; men werkt tot nu toe met te veel verouderd materiaal. Afgesproken wordt dat Den Haag zal bezien of een bijdrage kan worden geleverd aan de vernieuwing van materieel en materialen ten behoeve van de praktijk-werklokalen.
10
2.
14
Ook zal worden bezien of vanuit Den Haag deskundige adviezen kunnen worden gegeven, gericht op versterken van de relatie centrum - onderwijs bedrijfsleven.
Bezoek aan het Cultureel Centrum Suriname, CCS, incl. Centrale Openbare Bibliotheek nb documentatie van het centrum is voorhanden De centrale bibliotheek is gevestigd aan de Gravenstraat. Men heeft 7 filialen, die in de periode 1975 - 1990 zijn gerealiseerd. Men heeft in totaal 800.000 banden beschikbaar.
De centrale bibliotheek werkt waar mogelijk samen met scholen. In 2000/2001 zijn 15 scholen van een boekenvoorraad/collectie voorzien. In 1997 is er een nieuwe bibliobus aangeschaft; er bestaat momenteel 1 buspost. Uit het gesprek komen de volgende aandachts- en/of actiepunten naar voren: 1
Er bestaat grote behoefte aan een uitleen-klare collectie van (studie)boeken voor scholieren van de middelbare scholen. (nb op verzoek kan desgewenst een boekenlijst worden toegezonden).
2
De centrale bibliotheek wil zowel op hoofd-locatie als in de filialen verder investeren in ICT; men wil de komende jaren in alle locaties een computer center voor met name jongeren realiseren.
3
Aan de centrale bibliotheek is ook de Wessels Gehoorzaal verbonden. Deze Gehoorzaal telt 325 zitplaatsen. De technische voorzieningen zijn hoognodig aan vervanging en/of vernieuwing toe. Het gaat dan vooral om: belichting, meubilair, beveiliging en coulissen. Daarnaast moet de gehoorzaal worden voorzien van een schilderbeurt en een koelinstallatie.
11
Afgesproken wordt dat in Den Haag zal worden bezien of de dienst Openbare Bibliotheek en/of de Koninklijke Bibliotheek eventueel een bijdrage kunnen leveren aan het uitbreiden van de bestaande collecties van het centrum.
15
Gesprek met de Minister van Politie en Justitie, de heer S.F. Gilds (nb bij het gesprek is ook de voltallige politiestaf aanwezig) nb documentatie over (jeugd en) veiligheid(sbeleid) in Suriname/Paramaribo is aanwezig Uit het gesprek komen de volgende (aandachts- en/of actie) punten naar voren: 1
De binnenlandse oorlog heeft veel schade aangericht, met name in het binnenland. Daardoor zijn ook relatief veel arme mensen naar de stad Paramaribo gekomen; er is een directe relatie tussen de armoede en criminaliteit. Criminaliteit is beslist geen luxe verschijnsel. De jeugd-criminaliteit neemt nog steeds toe; in ca. 25% van de gevallen is sprake van recidive. Met name jeugdigen tussen 14 - 18 jaar zijn verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de criminaliteit in Paramaribo, die zich concentreert in ca. 5 zgn. achterstandswijken/ressorten.
2
De regio-politie van Utrecht adopteert de afdeling Jeugd- en Zedenzaken van de Politie in Paramaribo.
3
De (jeugd)gevangenissen in Suriname verkeren in een slechte conditie. Dit geldt zowel de bouwkundige staat als het voorzieningenniveau in de gevangenissen.
4
Door ruimtegebrek aan voldoende cellen moeten te veel gevangenen in te kleine ruimten worden ondergebracht; daardoor kan ook geen goede mix van bij elkaar te plaatsen gevangenen worden gemaakt, met alle gevolgen van dien. Bijv. mensen die diefstal plegen in eenzelfde cel als moordenaars.
5
Prof. Kalmhout brengt binnenkort een advies uit aan de minister over preventie (maatregelen) en het voorkomen van recidive. Dat advies zal een belangrijke rol spelen in het formuleren van het toekomstig beleid ten aanzien van preventie. Op dit moment zijn er relatief weinig preventie-programma’s, hoewel de contacten daarover met het ministerie van Onderwijs op zichzelf goed zijn. Op een aantal scholen wordt door de ministeries wel aandacht gegeven aan voorlichting over criminaliteit en preventie(programma’s). 12
6
Er is in Suriname tot nu toe nog geen (structureel) systeem voor alternatieve straffen. Van HALT heeft men wel gehoord, maar er is geen dergelijk systeem.
Afgesproken wordt dat deze informatie, alsmede de documentatie, door de burgemeester zal worden besproken met de korpschef van Haaglanden, en dat daarbij zal worden bezien of Den Haag een advies- en/of adoptiefunctie voor het ministerie en/of de politie kan vervullen, en zo ja, hoe die functie concreet inhoud en vorm kan worden gegeven.
16
Gesprek met de Minister van Regionale Ontwikkeling, de heer R. van Russel (nb bij het gesprek is ook aanwezig mevrouw Van Varsseveld, directeur van het ministerie) Uit het gesprek komen de volgende (aandachts- en/of actie)punten naar voren: 1
De contacten tussen de VNG en het ministerie van RO zijn goed en worden intensiever. Inzet van het overleg en de (verwachte) samenwerking is het vraagstuk van de decentralisatie. De minister hoopt dat de regering van Suriname op korte termijn terzake een overeenkomst met de VNG kan/zal sluiten.
2
Voor het vraagstuk van de binnenlandse decentralisatie in Suriname bestaat ook belangstelling vanuit België, Brazilië en China. Met deze landen wordt door het ministerie ook contacten onderhouden.
3
Het gaat bij het vraagstuk van de decentralisatie om 2 kern-zaken, te weten: a Het opbouwen van een kwalitatief goed functionerend regionaal bestuur, met name op het niveau van de districten en ressorten; b Het stimuleren van een effectieve interactie tussen de centrale overheid en de burgers/inwoners in de districten en ressorten.
4
Er is in Suriname een Wet op de regionale organen; deze wet is nu nog te veel een ‘papieren’ zaak en moet in de praktijk de komende jaren handen en voeten worden gegeven. Op basis van voornoemde wet is nu door het ministerie een uitvoeringsprogramma opgesteld. Voor dit uitvoeringsprogramma is financiële medewerking gevraagd van de Internationale Investerings Bank (IDB). Onder verantwoordelijkheid van de IDB zal het programma worden uitgevoerd. Onderdeel van het uitvoeringsprogramma is het (instellen van een) Districtsfonds. 13
In dit Districtsfonds zullen de lokaal te heffen ‘belastingen’ worden gestort; vooralsnog gaat om een huurwaarde-belasting voor panden en het invoeren van een vermakelijkheidsbelasting. 5
Een zeer belangrijk onderdeel van het uitvoeringsprogramma decentralisatie is het trainen van (regionale) bestuurders, met name de bestuurders van de ressort-raden. In de te ontwikkelen en te geven training zal vooral aandacht worden gegeven aan de volgende aspecten: a Sociaal-communicatieve vaardigheden (publieke performance van/door bestuurders, zoals het door de minister RO wordt genoemd); b Kennis van het (openbaar) bestuur en besturen door de publieke sector; c Financiële kennis en kunde (met name het kunnen opstellen en doorgronden van financiële (overheids)documenten).
Afgesproken wordt dat de minister RO zich actief zal inzetten voor het op korte termijn ondertekenen van de overeenkomst met de VNG, mede op basis van het door de IDB goed te keuren uitvoeringsprogramma decentralisatie.
17
Gesprek met de Minister van Planning en Ontwikkelingssamenwerking (PLOS), de heer S. Raghoebarsingh (nb bij het gesprek is ook aanwezig de heer Drs. I. Rambharse, wnd. directeur van het ministerie) Uit het gesprek komen de volgende (aandachts- en/of actie)punten naar voren: 1
Het ministerie onderhoudt recent contacten met enkele Nederlandse gemeenten, waaronder Rotterdam. Het ministerie is voornemens om de contacten met Nederlandse gemeenten te (gaan) coördineren, teneinde structuur te brengen in de contacten en (mogelijke) samenwerking(sverbanden) met Suriname.
2
Het ministerie van PLOS onderhoudt namens de regering de contacten met de Surinaamse vakdepartementen en zet in op een gecoördineerde aanpak in het verkeer tussen o.m. de departementen in Suriname en Nederlandse gemeenten. 14
3
Het ministerie van PLOS juicht initiatieven van NGO’s in principe toe, maar het ministerie wil wel graag op de hoogte zijn en blijven van de activiteiten van NGO’s, om ‘wildgroei’ te voorkomen (aldus de minister).
4
Wanneer Nederlandse gemeenten een samenwerking willen aangaan met Suriname, dan beveelt de minister de districten als samenwerkingspartners aan.
5
De minister stelt (desgevraagd) vast dat samenwerking overheid -bedrijfsleven in Suriname moeizaam van de grond komt en/of verloopt. Het is bepaald niet eenvoudig om publiek-private samenwerking daadwerkelijk van de grond te tillen. Naar de mening van de minister is het vermogen tot onderlinge samenwerking binnen het bedrijfsleven nog niet sterk ontwikkeld.
6
De minister is voorstander van het geleidelijk aan op- en uitbouwen van de toeristische sector in Suriname. De minister kiest nadrukkelijk voor een gestage en vooral duurzame ontwikkeling. Van al te veel (ver)commercialisering van toeristische activiteiten wil de minister niet weten. De minister is nadrukkelijk voorstander van het behouden van het authentieke van de Surinaamse cultuur. Daarin moet ook de komende jaren aanzienlijk worden geïnvesteerd, naar zijn mening.
Afgesproken wordt dat Den Haag goede contacten zal onderhouden met het ministerie van PLOS, en dit ministerie zal betrekken bij de contacten met de vakdepartementen.
18
Bezoek aan de Arische Vereniging “Arya Dewaker” (een hoofdmandir en multifunctioneel centrum) alsmede aan Swami Dayanand Kinderhuis (=weeshuis voor kinderen) nb documentatie van het centrum is aanwezig De Vereniging Arya Dewaker telt in Suriname ca. 16.000 leden. De hoofdmandir is beschikbaar voor zowel (dagelijkse) gebeds- en bezinningsdiensten/ bijeenkomsten als de uitvoering van sociaal-culturele activiteiten (w.o. educatieve activiteiten). Het ‘centrum’ is mmv financiën uit de Hindustaanse gemeenschap van Den Haag (ca. 60 mille) gerealiseerd.
15
Aan het ‘centrum’ is een weeshuis voor jeugdige kinderen verbonden, waar ca. 55 kinderen verblijven i.c. zijn opgenomen. Het zijn kinderen waarvoor geen of nauwelijks meer ouderlijke zorg bestaat. De kinderen gaan naar een van de vier scholen die eveneens onder verantwoordelijkheid van de vereniging “Arya Dewaker” functioneren. Het weeshuis wordt de komende jaren (verder) gerenoveerd, afhankelijk van de daarvoor beschikbare externe geldmiddelen.
19
Bezoek aan het bejaardencentrum Huize Ashiana (=Goddelijke geborgenheid) nb documentatie van het centrum is aanwezig Het centrum telt ca. 350 vaste bewoners. Het centrum is met name bedoeld voor sociaal zwakkere bejaarden (vanaf 60 jaar). Het centrum telt een verpleegafdeling van ca. 200 personen en een verzorgingsafdeling van ca. 150 personen. (nb in de verzorgingsafdeling verblijven mobiele, redelijk zelfstandige ouderen; in de verpleegafdeling met name verpleegbehoeftige ouderen die lijden aan psycho-geriatrische en/of somatische stoornissen).
Uit de rondleiding en gesprekken komen de volgende aandachts- en actiepunten naar voren: 1
Het gebouwencomplex is dringend aan renovatie toe. Deze werkzaamheden bestaan uit het van schilderen van de gebouwen en het uitvoeren van reparaties aan de gebouwen (8). De totale kosten van de renovatie bedragen 127.000 Nederlandse guldens. Dit bedrag kan niet via de overheidsbijdragen verkregen worden en zal derhalve extern gefinancierd moeten worden, waartoe inmiddels contacten bestaan met enkele in Suriname gevestigde bedrijven.
2
Voor het verzorgen en verplegen van de ouderen is een aantal zaken dringend aan vervanging/vernieuwing toe.
16
Het gaat hierbij om o.m. de centrale keuken, de huishoudelijke en technische dienst, de soos, meubilair; daarnaast is er grote behoefte aan medicamenten, waaraan een chronisch gebrek is. (nb er is een zgn. behoeftenlijst beschikbaar).
20
Bezoek, rondleiding en gesprekken met de school voor voortgezet onderwijs in Nieuw-Nickerie. Deze (enige) school voor voortgezet onderwijs in Nieuw-Nickerie telt 3 ‘afdelingen’, te weten: een havo, een lyceum en een kweekschool. In totaal heeft deze school 600 leerlingen, alsmede 47 docenten. Uit de gesprekken komen de volgende aandachts- en/of actiepunten naar voren:
21
1
Er is een schrijnend tekort aan leermiddelen.
2
Men heeft behoefte aan computer-onderwijs, maar op de school is slechts 1 computer beschikbaar (tbv de docenten), welke wel een e-mail-adres heeft.
3
De kweekschool beschikt niet over een (eigen) bibliotheek, hetgeen als een ernstige educatieve tekortkoming wordt ervaren, door zowel docenten als studenten.
nb
aangezien er in Nickerie slechts 1 school voor middelbaar onderwijs is, zijn de tekortkomingen ernstig en belemmeren deze een kwalitatief goede ontwikkeling van zowel de studenten als de school.
Gesprek met de Minister van Sociale Zaken, de heer P. Somohardjo Uit het gesprek met de Minister komt naar voren dat hij in beginsel om niet bouwgrond beschikbaar kan stellen in het district Commewijne voor het realiseren van een project sociale woningbouw voor oudere Surinamers. Deze informatie zal ter kennis worden gebracht van de Haagse dienst DSO, die onder verantwoordelijkheid van Haagse woningbouwcorporaties de mogelijkheden voor het realiseren van een sociaal woningbouwproject voor te remigreren Surinaamse ouderen mede onderzoekt. De Haagse woningbouwcorporaties en dienst DSO zullen gevraagd worden nadere informatie bij het ministerie van Sociale Zaken in Paramaribo in te winnen. 17
22
Informatie-pakket van de Stichting Ontspanningsoord voor Gehandicapte Kinderen aan de Bonisstraat in Paramaribo. Dit centrum is niet bezocht, maar er is wel een telefonisch contact geweest met het centrum. Verzoek: Het centrum vraagt aandacht voor de noodzakelijke uitbreiding daarvan en in het bijzonder voor de volgende activiteiten: 1 2
23
De vervanging/vernieuwing van materieel/materiaal voor scholen voor speciaal onderwijs; De uitbreiding van het centrum, met name de dagcentra voor personen met een verstandelijke handicap.
Brief van de Adeline Muller Stichting te Paramaribo Deze stichting heeft ten doel de bouw en inrichting van een museum ter bevordering en stimulering van het cultureel gevoel en het conserveren van de culturele geschiedenis en culturele geschiedkundige voorwerpen. Het op te richten centrum/museum zal worden gerealiseerd op de voormalige plantage Geyersvlijt in Noord Paramaribo, als onderdeel van een totaal plan voor een Nationaal Museaal Park. Verzoek: Het verzoek van de stichting is of de burgemeester i.c. de gemeente Den Haag het in 2001 aan mevrouw Herfkens gerichte verzoek om financiële medewerking actief wil ondersteunen.
Dit verslag is opgesteld door Nico van Mourik, dir. Bestuurszaken, gemeente Den Haag.
BIJLAGEN: 1
Verklaring i.c. intentie-verklaring over mogelijkheden voor samenwerking tussen Suriname en Den Haag, ondertekend door de Voorzitter van de Nationale Assemblee en de Burgemeester van Den Haag, d.d. 8 november 2001.
2
hierna worden de ontvangen documenten vermeld: etc.
18