18 Koloniaal verslag van 1891. [Suriname. Bijlage F 1 .]
BIJLAGE F 1 .
VERSLAG van het onderwijs in de kolonie Suriname over 1890. Niet bevorderd werden van klasse:
§ 1. Organisatie. In 1890 onderging de organisatie van het schoolwezen geene wijziging. In de maand Juli werden op Mariënburg in BenedenCommewijne en op Waterloo in Nickerie door het Gouvernement scholen geopend, alwaar de kinderen van Britse hlndische immigranten onderwijs ontvangen in hunne landstalen. Op eerstgenoemde school werden de Urda- en Nagaritalen ondorwezen , op Waterloo alleen Urdu (Oerdoe). De door de Chineesche maatschappij Kong-Ngi-Tong in 1887 opgerichte school moest wegens gebrek aan leerlingen weer gesloten worden. In April 1890 werd de school der Moravische broedergemeente op Bergendal, na het vertrek van den onderwijzer , die wegens ziekte in de stad kwam, gesloten. Na het ontslag van den onderwijzer bij de boschnegers op Koffiekamp in Boven-Suriname werd ook deze school in November gesloten. In April 1890 werd de school der Roomsch-Katholieke geestelijken van Livorno naar de Wanicastraat alhier overgebracht, onder den naam van St. Jozefsschool Een deel van de leerlingen die de gesubsidieerde jongensschool der Roomsch-Katholieke geestelijken in de Gravenstraat (de St. Petrus en Paulusschool) bezochten werd op de St. Jozefsschool overgeplaatst. In de maand September badden de openbare lessen op de openbare school voor uitgebreid lager onderwijs, voorgeschreven bij art. 28 van het huishoudelijk reglement, plaats. Zij werden door de commissie van onderwijs en door den ondergeteekende bijgewoond en duurden vier dagen. Na afloop van het onderzoek werden bevorderd van klasse: A
tot
B
»
I
»
II
22
II
> III
17
11
28
III
> IV
19
15
34
IV
B I
1
7
>
>
6
>
» > 2 3 29
19
V 17 VI
Totaal.
6 jongens en 5 meisjes," te zamen 11
meisje 106 jongens en 47 meisjes, te zamen 163
Aan 2 leerlingen van de zesde of hoogste klasse (namelijk 1 jongen en 1 meisje) werd het getuigschrift bedoeld bij art 28 van het huishoudelijk reglement uitgereikt.
A
5 leerlingen;
B
4
>
I
4
»
II
14
»
III
12
>
IV
12
»
V
4
»
al. Totaal
55 leerlingen.
Door 11 leerlingen, die wegens ziekte of om andere redenen afwezig waren , werd geen deel genomen aan het examen. Op ultimo December 1890 was het getal leerlingen 255 , te weten 176 jongens en 79 meisjes. Onder deze cijfers zijn begrepen de leerlingen die, krachtens art. 7 van het besluit van 6 October 1887 (Gouvernementsblad n°. 27) kosteloos op de school werden geplaatst. Bij Gouvernementsresolutie van 3 Mei 1890 litt. A n°. 2841, werd voor de openbare school te Nieuw-Nickerie een huishoudelijk reglement vastgesteld. De avondschool van den heer OTKHRALL telde op ultimo December J890, evenals in het jaar te voren, 35 leerlingen, van welke 13 kosteloos onderwijs genoten. Bij Gouvernementsresolutie van 26 Juni 1890 litt. A n°. 4015, werd aan den heer O'FKRRALI. , als tegemoetkoming in de kostelooze toelating van leerlingen op de avondschool voor handwerkslieden , een subsidie van f 750 voor den tijd van één jaar verleend. Bij Gouvernementsresolutie van 27 Mei 1890 litt. A n°. 3325, werd het aan den heer mr. C. J. HBYLIDT verleende buitetilandsch verlof naar Europa toepasselijk verklaard op zijne functiën van voorzitter der commissie van onderwijs. § 2. Examens ter verkrijging van akten van bekwaamheid tot het geven van onderwijs. In 1890 werden deze examens tweemaal afgenomen. Aan het eerste examen — in April — namen 6 candidaten deel, allen mannelijke, namelijk 5 voor den 4den en 1 voor den 3den rang. Het schriftelijk werk was zoo onvoldoende dat geen der candidaten tot het mondeling examen kon worden toegelaten. Voor het examen, dat in October plaats vond, hadden zich 21 candidaten aangemeld , namelijk : 14 voor den 4den rang (13 mannelijke en 1 vrouwelijke), 7
»
» 3den » ( 4
»
>3
» ) •
19 Koloniaal verslag van 1891. [Suriname. Bijlage F'.] Twee manuelijko candidaten, namelijk : 1 voor don 4
voor den 3den rang: J. W. SCHENKEL en de juffrouwen E. ALVARKS , G. P. OLIVI3BA en C. E. L. WORST.
3 mannelijke candidaten voor den 4den rang, en
5 akten voor den 4den rang, en
2
4
»
»
»
» 3den
De heeren HSILBRON en REIZIGER stonden bij beide examens de commissie als deskundigen bij. In 1890 werden toegekend:
»
De overige candidaten, namelijk: 8 mannelijke en 1 vrouwelijke voor den 4den en 1 mannelijke en 3 vrouwelijke voor den 3den rang werden tot het mondeling examen toegelaten. Na afloop van dit examen, dat over het algemeen te wenschen overliet, moesten nog 4 mannelijke candidaten voor den 4den rang afgewezen wordei.. De overigen verkregen de verlangde akte, te weten: voor den 4den rang: H. G. W. DK MIRANDA , C. J. OOSTBURG, G. C. SAMSON, E. A. J. TUBMBN en mejuffrouw E. JUDA ;
»
»
» 3den
»
Ter vergelijking van de beidein 1890 gehouden examens met die van vorige jaren zijn hier twee staten opgenomen, aanwijzende het gemiddell getal punten in de verschillen Ie vakken verkregen door: 1°. al de candidaten ; 2°. de toegelaten caudidaten. Tot toelichting dient dat 10 het hoogste cijfer is dat in eenig vak kan worden verkregen.
Gemiddeld getal puuten verkregen door de candidaten voor den 4den rang.
EXAMENVAKKEN. 1886.
1887.
1888.
3Jen rang • lJ-89.
1890.
1886.
1887.
1888.
1889.
1890.
6
7
5
5
G
G
8
5
7
G
5
G
4
4
5
6
7
5
5
5
5
3
5
4
6
3
5
4
4
5
4
5
5
5
7
5
4
4
5
5
5
5
4
5
6
6
3
4
G
6
6
5
5
5
7
G
5
5
7
. . . .
5
4
4
3
4
G
5
3
3
4
Ünderwijs- en opvoedkunde .
5
5
4
4
5
G
5
4
5
5
. .
42
40
37
34
39
50
45
34
37
42
Getal candidaten . .
9
9
18
13
18
'J
3
6
7
Nederlandsche taal
Kennis der natuur
. . . .
Totaal.
4
<>
Gemiddeld getal punten verkregen door de candidaten toegelaten voor den 41en rang.
EXAMENVAKKEN. 18t'6.
Nederlandsche taal
. . . .
1890.
1886.
1887.
1888.
i8S9.
1890.
7
6
5
0
8
9
»
G
G
7
7
4
5
5
7
8
»
6
G
7
6
7
6
5
7
5
>
4
6
6
7
6
7
7
8
8
>
6
6
7
6
6
5
7
6
7
>
5
6
7
7
7
6
6
7
7
>
5
i
5
5
4
5
6
5
•
4
5
5
4
6
6
7
9
6
6
53
50
46
42
47
53
56
•
42
48
5
3
6
6
5
7
1
»
2'
4
6
Onderwijs- en opvoedkunde .
G
. .
Getal toegelaten candidaten
Totaal.
1889.
7
. . . .
Keunis der natuur
1887. , 1888.
3den r.n:i'-.
5
20 Koloniaal verslag van 1891. [Surinnme. Bijlage F 1 .] 1885 1886 1887 1888 1889 1890
§ 3. Getal
»
>
Getal leerlingen op ultimo December.
15
13
12
11
10
12
Ouderdom van den oudsten leerling .
18
17
18
19
17
18
Ouderdom van den joug8teu leerling.
11
12
13
14
13
14
Gemiddelde leeftijd der leerlingen. .
15
14
16
17
16
16
»
5 gouvernementsscholen ;
§ 5. De normaalschool.
5 gesubsidieerde scholen der Moravische broeders; 4
>
»
» Roomsch-Katbolieko gees-
telijken. In de districten: 13 gouvernementsscholen; 7 gesubsidieerde scholen der Moravische broeders; 1 » school der Roomsch-Katholieke geestelijken. De normaalschool, de centraalschool der Moravische broeders en de avondschool van den heer O'FBRRALL zijn hierboven niet medegeteld.
Aan het toelatingsexamen, dat op 22 en 23 October plaats vond, werd door 17 candidaten (9 jongens en 8 meisjes) allen voor den lsten cursus deelgenomen. Van deze werden 3 jongens en 1 meisje afgewezen. Toegelaten werden dus 6 jongens en 7 meisjes. De gemiddelde leeftijd der toegelaten candidaten was bijna 17 jaar. In 1890 werd door 3 kweekelingen een voldoend examen afgelegd voor den 4den en door 4 voor den 3den onderwijzersrang. Op ultimo December 1890 waren: op den lsten cursus 15 mannel. en
9 vrouw, kweekei.
»
2
» 2den
>
10
»
>
»
>
§ 4. De centraalschool. Op ultimo December 1890 bedroeg bet getal leerlingen 12. De oudste leerlingen 18, de jongste 14 jaar oud; de gemiddelde leeftijd der leerlingen was 16 jaar. In het volgende staatje zijn de cijfers voor de jaren 1885—1880 samengevat.
11 in het geheel dus 36 tegen 25 op gelijk tijdstip van 1889. In den volgeuden staat zijn ter vergelijking eenige cijfers over de jaren 1885—1890 naast elkander geplaatst.
1885.
1886.
1887.
1888.
1889.
.
27
33
38
35
25
36
. . . .
7
19
19
19
9
15
8
9
4
3
9 10
Getal kweekei ingen op ultimo December 1 mannelijke Op .... r den lsten cursus . ] ( vrouwelijke
te* zamen 25
.
. . . .
11
1890.
. . . .
5
2
5
6
8
. . . .
4
4
5
6
5
2
Getal candidaten bij het toelatingsexamen . .
15
25
25
14
14
17
10
21
18
11
12
9
5
4
7
3
2
8
6
18
12
6
4
13
3
14
7
4
3
6
3
4
5
2
1
7
17
16
16
17
18
17
( mannelijke Opr den 2den cursus . \ .... ( vrouwelijke
Gemiddelde leeftijd der toegelaten kweekelingeo
De leesbibliotheek der normaalschool bestond op ultimo December 1890 uit 61 boekwerken, uitmakende 80 boekdeelen. Gedurende 1890 werden door 12 kweekelingen 63 boekdeelen aangevraagd, zijnde 5 per hoofd.
December 1890 het onderwijzend personeel samengesteld als volgt: te Paramaribo: 5 onderwijzers en 1 onderwijzeres
§ 6.
Onderwijzend personeel.
Worden de scholen bij de Boschnegers wèl, de normaalschool , de centraalschool, de avondschool van den heer O'FBRRALL en de scholen voor de kinderen van BritschIndische immigranten niet medegeteld , dan was op ultimo
van den lsten rang;
5
»
» » 2den
>
21
»
» 18 onderwijzeressen » » 3den
»
27
>
> 9
>
>
» » 4den
1 onderwijzer met akte alleen voor het teekenen;
Bijlage C.
C». Koloniaal verslag van
1 onderwijzeres met akte alleen voor het Fransen; 1
>
»
»
>
»
»
Engelsen;
1
> » » » » de Nederlandsche taal en letterkunde (middelbaar onderwijs) en voor bet Engelsch; 1 onderwijzeres met akte alleen voor de vrouwelijke handwerken ; voorts nog 27 mannelijke en 30 vrouwelijke personen zonder onderwijzersrang, die in de scbolen hulp verleenden of in speciale vakken onderwijs gaven ; in de districten: 1 onderwijzer van den 2den rang; 7 onderwijzers » 15
>
2
>
»
» 3den > » 4den >
zonder rang;
voorts nog 5 personen van het mannelijke en 3 van het vrouwelijke geslacht, die in de scholen hulp verleenden: in de geheele kolonie derhalve: 81 geëxamineerde onderwijzers, en 28
»
onderwijzeressen.
te zamen 109, tegen 112 op gelijk tijdstip van 1889; voorts 1 onderwijzer met akte alleen voor het teekenen, 2 onderwijzeressen met akten alleen voor vreemde talen, 1 onderwijzeres met akten alleen voor het Engelsch en voor Nederlandsche taal en letterkunde (middelbaar onderwijs) , 1 onderwijzeres met akte alleen voor de vrouwelijke handwerken, 2 onderwijzers zonder rang aan het hoofd van scholen en 65 personen zonder rang, die in de scholen hulp verleenden. De mutatiën in het onderwijzend personeel op de Gouvernementsscholen in 1890 waren als volgt: 1°. bij Gouvernementsresolutie van 4 Januari, litt. A , n°. 6 5 , werd de onderwijzer A. A. JKSSURUN , hoofd der school op Hannover in Boven-Para, in afwachting van de voltooiing van het nieuwe schoolgebouw aldaar, tijdelijk geplaatst aan de openbare school voor jongens; 2°. bij Gouvernementsresolutie van 7 Januari litt. A n°. 138 werd aan den heer G. J. J. KARU , stadsonderwijzer in Nickerie, op zijn verzoek, te rekenen van 1 Januari 1890, eervol ontslag uit 's lands dienst en pensioen ten laste van de koloniale kas verleend; 3». bij Gouvernementsresolutie van 23 Januari litt. A n°. 518 werd aan mejuffrouw C. P. M. J. VLIBR , onderwijzeres aan het hoofd vun de openbare school voor meisjes, op haar verzoek , met ingang op 1 Februari eervol ontslag uit 's lands dienst en pensioen ten laste van de koloniale kas verleend; 4*. bij Gouvernementsresolutie van 14 Februari litt. A n°. 1090 werd de onderwijzer G. DURFORT , te rekenen van 1 April, voor den tijd van één jaar bestendigd in zijne betrekking van hoofd der school op den grond Ma mêre in Nickerie;
7J
21
Tweede Kamer.
l. [Suriname. Bijlage F'.] b. tot 1ste onderwijzeres mejuffrouw E. A. WILMANS, onderwijzeres aan de openbare school voor jongens; c. tot 2den onderwijzer de heer J. R. onderwijzer aan die school; d. tot 3de onderwijzeres mejuffrouw 4de onderwijzeres aan die school;
GOBDMAN,
3de
W. M. KNOCH ,
e. tot 4de onderwijzeres mejuffrouw T. J. VBDOT , onderwijzeres aan de Willemschool; / . tot 1ste kweekeling mejuffrouw C. WORST , 2de kweekeliug aan die school; ff. tot 2de kweekeling mejuffrouw C. wijzeres van den 4den rang;
onder-
DR VRIBS,
h. tot 3de kweekeling mejuffrouw E. ALVARBS, onderwijzeres van den 4den rang; 2°. aan de openbare school voor jongens; a. tot hoofd der school de heer A. T. OLIVIKKA , onderwijzer aan de openbare school voor uitgebreid lager onderwijs; h. tot 3de onderwijzeres mejuffrouw L. A. E. LABADIR, onderwijzeres aan de openbare school voor meisjes; c. tot 4den onderwijzer de heer M. A. P. 5de onderwijzer aan die school;
RHBNARDUS,
d. tot 5de onderwijzeres mejuffrouw M. E. S. STUQBR, kweekeling aan de openbare school voor meisjes; e. tot lsten kweekeling de heer J. kweekeling aan die school;
ABABBANBL
, 2de
3°. aan de Willemschool: a. tot 4de onderwijzeres mejuffrouw M. M. SAMSOH , kweekeling aan de openbare school voor jongens; b. tot 5de onderwijzeres mejuffrouw C. J. kweekeling aan die school;
VANMBBRTBN,
e. tot 2den kweekeling de heer C. HAARLOO , 3de kweekeling aan de openbare school voor uitgebreid lager onderwijs; 4°. aan de openbare school voor uitgebreid lager onderwijs: tot 3den kweekeling de heer J. W. wijzer van den 3den rang;
LOBATO,
onder-
5°. aan de Gouvernementsschool te Nieuw-Nickerie: tot hoofd der school de beer A. A. HBCKERS , onderwijzer aan de school van de weduwe C. W. ORHLBRS ; 6°.
aan de school van de weduwe C. W.
tot onderwijzer de heer E. J. aan de Willemschool;
ARLBM
OBHLERS:
, 4de onderwijzer
B. met ingang op 1 Mei mejuffrouw L. J. BLOEIMAN, eervol ontheven van de haar bij resolutie van 2 September 1889 litt. A n°. 5196, opgedragen werkzaamheden in de school te Nieuw-Nickerie;
5°. bij Gouvernementsresolutie van 20 Februari litt. A n*. 1207 werd mejuffrouw J. PAUW , aan wie bij resolutie van 6 December 1889 litt. A n°. 7223 het onderwijs in vrouwelijke handwerken aan de Gouvernementsschool op Totness in Coronie voor één jaar was opgedragen, tevens aangewezen om gedurende het overige deel van 1890 in die school als kweekeling werkzaam te zijn;
7°. bij Gouvernementsresolutie van 19 Mei litt. A n°. 3158 werd aan mejuffrouw C. J. VAN MBBRTBN , 5de onderwijzeres aan de Willemschool, op haar verzoek, met ingang op 1 Juni eervol ontslag uit's lands dienst verleend;
6°. bij Gouvernementsresolutie van 17 April litt. A n°. 2490 werden:
a. tot 5de onderwijzeres mejuffrouw J. H. RKNS, 1ste kweekeling aan die school; b. tot lsten kweekeling de heer C. HAARLOO , 2de kweekeling aan die school;
A.
met ingang op 1 Mei benoemd:
1°. aan de openbare school voor meisjes: a. tot hoofd der school mejuffrouw H. C. MEURS, Iste onderwijzeres aan die school; Handelingen der Staten-Generaal. Bijlagen 1891—1892.
8°. bij Gouvernementsresolutie van 14 Juni litt. A, n°. 3682a werden, met ingang op 15 Juni, aan de Willemschool benoemd:
9°. bij Gouvernementsresolutie van 26 Juni litt. A n°. 4029 werden benoemd tot onderwijzer in de Hindostansche talen: 6
I
22 Koloniaal verslag van 1891. [Suriname. Bijlage F'.] a. op Marienburg ,
NOOR MAHOMED
in December de heer T. L. PEULEN , onderwijzer bij de Koomsch-Katholieke geestelijken.
;
b. op Waterloo, AHMKD HosbN; 10°. bij Gouvernementsresolutie van 9 Juli litt. A n°. 4372 werden, met ingang op 1 Augustus, tijdelijk geplaatst: a. de onderwijzer J. 1). ABERCROMBIE , hoofd der school op Totness, aan de openbare school voor uitgebreid lager onderwijs; b. de onderwijzer D. A. JKSSUBUN , aan het hoofd van de school op Totness j 11°. bij Gouverneraent8resolutie van 28 Juli litt. An°. 4794 werd, inet ingang op 1 Augustus tot 2den kweekeling aan de Willemschool benoemd de onderwijzer van den 4den rang J. II. GRAAN ; 12». bij Gouvernementsresolutie van 2 Augustus litt. A n°. 4964 werd, met ingang op 1 Augustus de onderwijzer J. J. K. BARRA , tot hoofd der school op Hannover in Boven-Para, benoemd; 13°. bij Gouvernementsresolutie van 18 Augustus litt. A n°. 5328 werd, met ingang op 1 September tot 2den kweekeling aan de openbare school voor jongens benoemd de onderwijzer van den 4den rang A. T. G. GRAVENBERCH ; 14°. bij Gouvernementsresolutie van 17 October litt. A n°. 6763 werden met ingang op 31 October overgeplaatst: a. de onderwijzer G. A. Onverwacht; b. de onderwijzer W. N. naar Groningen;
KUSTER
De heer SEVENOAKS was gedurende 27 jaren hoofd eener bijzondere school en werd in November 1887 tot hoofd van de openbare school voor jongens benoemd. De heer DANM.AU was een jong onderwijzer van den 2den rang, die in November 1888 zijne school had geopend. De heer PKULBN eindelijk is gedurende 24 jaren als onderwijzer alhier werkzaam geweest. § 7. Getal en aard der schoolgaande kinderen. Worden de normaalschool, de centraalschool, de scholen bij de boschnegers en de scholen voor kinderen van BritschIndiscue immigranten niet medegerekend, dan gingen op ultimo December 1890 ter school: in de geheele kolonie: 3048 jongens, 2903 meisjes, te zamen 5951 leerlingen , tegen 5684 op gelijk tijdstip van 1889 ; het getal leerlingen is derhalve vermeerderd met 267, te weten: 67 jongens en 200 meisjes; te Paramaribo:
van Groningen naar
2249 jongens, RINGELING
van Onverwacht
15°. bij Gouvernementsresolutie van 27 October litt. A n°. 6945 werd aan mejuffrouw M. E. S. STUGER , 5de onderwijzeres aan de openbare school voor jongens, op haar verzoek, met ingang op 31 October eervol ontslag uit 's lands dienst verleend ;
2324 meisjes, te zamen 4573 leerlingen, zijnde bijna 77 pet. van het getal schoolgaande kinderen in de kolonie, tegen 4286 of ruim 75 pet. op gelijk tijdstip van 1889. Het getal leerlingen is dus te Paramaribo vermeerderd met 287, te weten: 94 jongens en 193 meisjes;
16°. bij Gouvernementsresolutie van 20 November litt. A n°. 7523 werden met ingang op 30 November benoemd:
in de districten : 799 jongens,
a. tot 5den onderwijzer aan de openbare school voor jongens de heer C. HAARLOO , 1ste kweekeling aan de Willemschool; b. tot lsten kweekeling aan de Willemschool de heer J. H. GRAAN , 2de kweekeling aan deze school; c. tot 2den kweekeling aan de Willemschool de onderwijzer van den 4den rang G. C. SAMSON. Tot herstel van gezondheid of om andere redenen werd in den loop van 1890 binnenlandsch verlof verleend aan: den onderwijzer A. C. COTINO (Gouvernementsresolutie van 17 Januari litt. A n°. 411 en van 19 April litt. A . n \ 2512); den onderwijzer J. L. DAHLE (GouvernementsresolutiSn van 8 September litt. A. n°. 5801); mejuffrouw E. A. HAIGHTON , leerares aan de openbare school voor uitgebreid lager onderwijs (Gouvernementsresolutie van 7 November litt. A n°. 7226). Bij Gouvernementsresolutie van 28 Juli litt. A n°. 4790 werd met ingang op 1 Augustus, uiterlijk tot en met 31 Juli 1893, de onderwijzer A. C. COTINO, op grond dat hij wegens aanhoudende ziekte gedurende twaalf maanden niet in staat was zijne ambtelijke werkzaamheden behoorlijk te verrichteu, ten gevolge waarvan hem voortdurend binnenlandsch verlof moest worden verleend , eervol ontheven van zijne betrekking en, op zijn daartoe gedaan verzoek, in bet genot gesteld van een wachtgeld van f 750 (zevenhonderd en vijftig ff uiden) 'sjaars. In 1890 ontvielen door den dood aan het onderwijs in Maart de heer L. T. SEVBNOAKS , hoofd van de openbare school voor jongens: , in November de heer G. J. DANDLAU, hoofd eener bijzondere school;
579 meisjes, te zamen 1378 leerlingen , zijode ruim 23 pet. van het getal schoolgaande kinderen in de kolonie, tegen 1398 of hijna 25 pet. op gelijk tijdstip van 1889. Het getal is dus verminderd met 20 leerlingen, waarbij valt op te merken dat het getal jongens met 27 verminderd, het getal meisjes daarentegen met 7 vermeerderd is. De onderstaande opgaven vermelden de plaatsen van vestiging en de bevolking der districtsscholen op ultimo December 1890. a. Gouvernementtscholen. 1°. op de plantage Nieuw-Meerzorg 74 leerli ngen, 2°. » het fort Nieuw-Amsterdam 31 1 49
i
5°.
> den grond Berlijn • » » Hannover > > » Onverwacht
41
i
6°.
•
19
i
7».
> de plantage la Rencontre • het station Groningen
36
i
17
i
38
.
57
i
11°.
• den grond Hague > het dorp Totness > den grond Weltevreden
66
i
12°.
>
70
i
13°.
te Nieuw-Nickerie
160
i
3°. C
4.
8°. 9°. 10».
»
»
»
»
Onoribo
Ma mère
Totaal
54
712 leerli ngen.
23
t*. 7.3 Koloniaal verslag van 1891. [Suriname. Bijlage F1.] b.
Men had dus op ultimo December 1890:
Scholen der Moravische broeders.
1«. op het etablissement Charlottenburg 68 leerlingen. Wederzorg 35 2°. Leliendaal 49 3-. Clevia 42 4°. Bersaba 41 5°. Salem 180 6«. Waterloo 116 7«. Totaal
531 leerlingen.
c. School der Roomtch-Katholieke geestelijken. 1°. op het etablissement Mary's hope
103 schoolgaande kinderen beneden 7 jaren; »
van 7-12
»
1083
>
»
boven 12
»
Met uitzondering van de normaalschool, de centraalschool , de avondschool van den heer O'FERKAI.L , de bewaarschool, de scholen bij de bosehnegers en de scholen voor de kinderen van Britsch-Indische immigranten, werd op ultimo December 1890 in de geheele kolonie door 114 geëxamineerde onderwijzers aan 5951 kinderen onderwijs gegeven , zijnde gemiddeld 1 onderwijzer op 52,2 kinderen, tegen 48,6 in het jaar te voren.
135 leerlingen. Te Paramaribo had men: 91 geëxamineerde onderwijzers op 4573 leerlingen,
Getal schoolgaande kinderen op iiltimo December 1890. Jongens. Meisje3. Totaal. Per 100.
Beneden 7 jaar . .
»
tegen 108, 4591 en 985 op ultime December 1889.
In den volgenden staat zijn de schoolgaande kinderen in de geheele kolonie gegroepeerd naar de leeftijden.
Leeftijc
4765
57
46
103
1.73
of:
1 geëxamineerde onderwijzer op 50,3
»
1
» in 1889.
»
»
»
47,1
tegen
Uit de bijlage blijkt hoe de verhoudingen waren voor Paramaribo en voor elk district als ook naar den aard der scholen. Rekent men de bovengenoemde scholen niet mede , dan waren op ultimo December 1890 op elke 100 schoolgaande kinderen
Boven
7
i
296
283
579
9.73
Beneden
8 i
419
449
868
14.59
in de geheele kolonie 51,2 jongens en 48,8 meisjes,
9
i
489
408
897
15.07
te Paramaribo
49,2
»
» 50,8
»
10
.
427
450
877
14.74
in de districten
58
»
» 42
»
Boven
11 i
414
422
836
14.05
12 i
356
352
708
11.90
13 i
287
293
580
9.75
14
206
160
366
6.15
15 i
85
32
117
1.97
15
12
8
20
034
Neemt men alleen de schoolgaande kinderen van 7-12 jaar, dan waren op elke 100 leerlingen in de geheele kolonie 50,4 jongens en 49,6 meisjes, te Paramaribo
48,4
»
» 51,6
»
in de districten
56,6
»
» 43,4
»
Uit den navolgenden staat blijkt hoe de verhoudingen waren voor de verschillende soorten van scholieren. Getal
Per 100
schoolgaande kinderen op
op
ultimo December.
ultimo December.
1888.
1889.
1890.
1888.
1889.
1890.
921
888
898
16.6
156
15.1
1744
1828
1939
31.4
32.2
32.6
1766
1829
1819
31.8
32.2
30.6
1117
1139
1295
20.1
20.0
21.8
913
881
895
21.1
20.6
19.6
1110
1160
1230
26.6
27.1
26.9
1341
1273
1288
30.9
29.7
28.2
973
972
1160
22.4
22.7
254
8
7
3
0.7
0.5
0.2
634
668
709
52.4
47.8
51.5
425
556
531
35.1
39.8
38.5
144
167
135
11.9
11.9
9.8
Paramaribo en districten. -r . . . Voor rekening van
( particulieren . . . J r ( het Gouvernement
Op de gesubsidieerde scho- i Moravische broeders
„ , . Voor rekening van
. . . .
f Roomsch-Katholieke geestelijken . Paramaribo. / particulieren . . . S r \ het Gouvernement
Op de gesubsidieerde scbo- l Moravische broeders
.. , . Voor rekening van
\ Roomsch-Katholieke geestelijken. Districten. t particulieren . . . I ( het Gouvernement
Op de gesubsidieerde scho- ( Moravische broeders '
'
' \ Roomsch-Katholieke geestelijken.
2* Koloniaal verslag van 1891. [Suriname, Bij rage F 1 .] In het cijfer van 1160 leuningen op de gesubsidieerde scholen der Roomsch-Katholieke geestelijken te Paramaribo zijn 133 leerlingen begrepen, die tegen betaling de St. Petrus- en Paulusschool bezoeken. In de laatste noot op den staat als bijlage F* in het Koloniaal verslag van 1889 opgenomen, werd reets medegedeeld dat de gesubsidieerde jongensschool der Roomsch-Katholieke geestelijken — thans de St. Petrus- en Paulusschool — in Maart 1889 een honderdtal betalende kinderen telde. Aan het hoofd van de scholen op Ganseeen KwattaHédó stonden L. A. MUKINGEN en OH. E. BEUN , beiden zouder ocderwijzersrang. Eerstgenoemde school telde op ultimo December 1890 45 leerlingen (19 jongens en 26 meisjes), die op Kwatta Hédé21 leerlingen (16 jongens en 5 meisjes). De school voor kinderen van Britsch-lndische immigranten op Mariënburg telde op ultimo December 1890 87 ingeschreven leerlingen (62 jongens en 25 meisjes), die op Waterloo 25 leerlingen , alleen jongens. Het volgend staatje geeft een overzicht van de bewaarscholen op ultimo December 1890.
lic;waarschoten van:
Jongens. Meisjes. Totaal.
de Roomsch-Katholieke geestelijken voor andere kinderen.
49
40
89
54
69
123
. .
103
109
212
Totaal-generaal . . .
350
390
740
Totaal .
Met uitzondering van de normaalschool, de centraalschool en de avondschool van den heer O'FKRKALL , gingen op ultimo December 1890 in de geheele kolonie 3520 jongens en 3349 meisjes in het geheel dus 6869 kinderen ter school. § 8. Schoolbezoek en schoolverzuim.
Bewaarscholen van:
Jongens. Meisjes. Totaal.
de Moravische broeders voor kinderen van onvermogenden
88
108
196
159
173
332
247
281
528
de Roomsch-Katholieke geestelijken voor kinderen van onTotaal . . .
In de bij dit verslag gevoegde bijlage vindt men onder meer een overzicht van de gemiddelde opkomst per dag en per 100 voor Paramaribo en de districten afzonderlijk en naar den aard der scholen. De gemiddelde opkomst per 100 bedroeg iu 1890 voor: de geheele kolonie 78 Paramaribo 78 de districten 79, tegen 79, 78 en 83 in 1889. In 1890 was het schoolbezoek dus slechter dan het jaar te voren. Worden de cijfers gegroepeerd naar den aard der scholen, dan was de gemiddelde opkomst per 100 in 1890. in de geheele kolonie.
in de districten.
op de niet gesubsid eerde particuliere scholen
85
te Paramaribo 85
>
» gesubsidieerde
79
79
»
> Gouvernementsscholen
74
72
79
»
» gesubsidieerde scholen der Moravische broeders
77
77
77
»
>
84
83
91
>
»
»
»
> Roomsch-Katholieke geestelijken
Het hooge cijfer der verzuimen op de Gouvernementsscholen te Paramaribo moet voor een deel worden toegeschreven aan ue wijze waarop de afschrijving van leerlingen op de Gouvernementsscholen voor gewoon lager onderwijs tot dusverre plaats vindt. Het hoofd der school stelt de afschrijving voor, waarop de commissie van onderwijs, die met de plaatsing belast is, beslist. Zoolang de afschrijving niet heeft plaats gehad, worden voor deze leerlingen , die de school niet meer bezoeken, verzuimen aangeteekend. In 1890 werden te Paramaribo 2 personen en in Nickerie 1 persoon veroordeeld wegens het veroorzaken van schoolverzuim van kinderen. In de andere districten werden geene vervolgingen ingesteld. De behandeling van traclioom-lijders op school (zie het vorige verslag) werd in 1890 voortgezet. § 9.
Omvang, aard en toestand van het onderioijs. Schooltuchl.
Onder dit hoofd valt niet anders mede te deelen dan dat naar aanleiding van het bij Gouvernementsresolutie van 3 Mei 1890 litt. A n°. 2841 voor de school te NieuwNickerie vastgestelde huishoudelijk reglement een nieuw leerplan voor deze school werd samengesteld. § 10. De schoolspaarbank. Het saldo bij mij in kas van 1889 was f 80. Het ge-
heele bedrag van 1 Januari tot 31 December 1890 bij mij gestort bedroeg f 4938. In 1890 werd door mij in de koloniale spaarbank, ten name van den »Inspecteur voor het onderwijs voor de schoolspaarbank ", gestort een bedrag van f 4886, terwijl f 132 bij mij in kas bleef, als zijnde bij mij gestort na de laatste zitting van de koloniale spaarbank iu 1890. In 1889 was op het spaarbankboekje ten name van den inspecteur een saldo van f 1381 overgebleven , dat nog niet werd overgeschreven op naam van scholieren. Met het in 1890 in de koloniale spaarbank gestorte bedrag van f 4886 maakt dit eene som uit van f 6267. In 1890 werd een bedrag van f 4838 op naam van scholieren overgeschreven, zoodat het saldo van het te goed op evengenoemd spaarbankboekje op ultimo December 1890 f 1429 bedroeg. Van de invoering der schoolspaarbank in Mei 1882 tot ultimo December 1890 werd door de onderwijzers — na aftrek van de uitkeeringen door mij gedaan bij het sluit9n van scholen als anderszins — bij mij gestort een bedrag van f49574, waarvan f48013 op naam van scholieren werd overgeschreven; onder beide sommen de centraalschool begrepen. Op ultimo December 1890 namen 2942 scholieren aan het sparen deel, zijnde ruim 49 pet. van het geheele getal schoolgaande kinderen, dat op dien datum 5951 bedroeg. Op denzelfdeu datum waren 1454 scholieren in het bezit van boekjes der koloniale spaarbank, zijnde ruim 24 pet. van het getal schoolgaande kinderen en ruim 49 pet. van het getal deelnemers aan het sparen. In 1890 werden door de koloniale spaarbank op naam
.ca. u
Bjjlagc C.
Tweede Kamer.
25
Koloniaal verslag van 1891. [Suriname, Bijlage F'.] van scholieren, wier ipurpfloniugorj ct:u gulden of veelvouden hiervan uedruegun, 473 boefjes uitgegeven. Hiervan kwamen te Paramaribo: op de niet-gosubsidieurue particuliere scholen . , 44 > » gesubsidieerde » » . . 20 » » Gou vernemen tsscholfju 163 » » gesubsidieerde scholen der Moravische broeders 71 » » » * » Koomsch-Katholieke geestelijken 57 Totaal
In do districten: op de flnn mi IIBIIIBJII—ilinlan
106
» » gesubsidieerde scholen dor liooinsch-I\atholieke geestelijken 12 Totaal
118
Hier volgt eene samenvatting van de verschillende scholen. Voor de vergelijking zijn de cijfers over 1882—1889 mede opgegeven. De eentraalschooi, als niet behooreude tot de gewone scholen, is hierbij niet gerekend.
355
1882.
188a.
1881.
18fa5.
1880.
1887.
Getal schoolgaande kinderen op ultimo December
5 124
6 238
5 283
5 081
5 247
5 386
Getal deelnemers aan het sparen op ultimo December
3 128
3 535
3511
2 959
3 261
Zijnde per 100 van het getal schoolgaande kinderen
61
67
66
os
Hij mij gestort bedrag
'4 096
f 6 421
f 6 480
In de koloniale spaarbank belegd . .
4 020
6 497
Saldo bij mij in kas op ultimo December
76
Bedrag op naam van scholieren overgeschreven
2 749
5 899
6 368
Saldo te goed op het spaarbankboekje ten name van den inspecteur van het onderwijs op ultimo December . .
1271
1 862
i 965
1 842
1644
Getal schoolgaande kinderen in het bezit van spaarbankboekjes op ultimo December
1046
1600
1 814
1 664
1579
Zijnde per 100 van het getal schoolgaande kinderen
20
31
34
33
30
En per 100 van het getal deelnemers aan het sparen
33
45
52
56
48
1888.
188!).
1800.
b48
5 684
5 951
3 214
2 969
2 934
2 952
62
60
54
52
49
f5183
f 4 4'JO
f 5 900
f 6 000
6 461
5 iOO
4 589
5 871
5 983
5 926
4 886
19
102
33
68
.^5
80
L32
IKl 6 451 ' 6 021
4 838
1 4(i<J
1 381
1 429
1425
1483
1454
20
26
24
48
51
49
»
4 757
5 578
1937
1620 30 50
f 5 928 f 4 938
£ o "" en tC
OÏ
o F
—• "
E H
"5:=?
E l a "^
a
S O C
-
£ § s ^ï £> "—'
1°| 1
- c s —i
n n Cl
• es | s J
,Q
m
_
o
es 9
B-ü©
fis 5r - r •—i
5 r aü
* m, ?.
O! O
2
11 B
»
«go
o ïb
o's
II ii §|
c
3 f1e 2
I"
^
*-J3 B
ï! ü"
c
f 1 316 f 3 651
Boven-Cottica en M a t a p p i c a . . . .
o
"3 &
° °~ CO ' Ö
"
— -_ -- 3 1 o~ > ~ 5P ° Sês _S 05 HS — — 2 5>ï HSc £E
j* T3 ba ""Bc:
•
1
het getal kinderen.
o
1890 door s gestorte
De volgende staat geeft een overzicht van de cijfers wordt, hetgeen niet het geval is op de andere openbare voor 1890, gegroepeerd voor Paramaribo en de districten scholen. Bij liet vergelijken van de op de Gouvernementsafzonderlijk' eu° naar den aard der scholen. Onder de ; scholen sedeit 1888 gespaarde bedragen met die van vorige Gouverncnifntsscholen is begrepen de openbare school voor jaren , dient met deze omstandigheid rekening te worden uitgeoreid lager onderwijs, waarop schoolgeld betaald | gehouden.
4 573
2381
52
1 116
24
47
39
85
403
28
385
412
188
46
159
348
43
352
410
129
31
78
19
60
51
61
43
85
>
•
>
176
34
169
142
>
•
84
72
Beneden-Cottica en Beneden-Comme1
Handelingen der .-:taton-Generaal. Bijlagen 1891—1»"J2.
i
I
2ii Koloniaal verslag van 1891. [Suriname. Btjlagd F'.J "m~"
G
2-s 1
CU
aa p
' O
J= Ês
' fl O O >2o ^^
2a£ CB 2* P > -• -i
CU 05
^
•
E
„ o v •" o o
! • $ ei r«-c
pq
$"S Soo —
—i
t.
O
o fc j 05ao «>
5 1 g
je-a
O-i
£^°
«1
ai
getal de et spar
y 3
a>
E
Zm
o il J o3
S%. ao
CU
oes aS O
H
a,
73
17
23
12
16
71
68 1
240
148
62
27
11
18
17
7
41
1
6
14
. . . f 4 933 f 1461 f 4 838
6 951
2 942
49
1 454
24
49
183 f 1 393
622
216
35
164
26
76
Buven-Paru en Bofm-Sariname
214 78 f 1
. .
f
£ a
OT
si
rl
214
f
Beneden-I'imi en Beu&lcii-Surin.ime .
Totaal
iS
H
a
100 van olgaande
g iu 189 rwijzers g 13
P o ir1
5 d
'l> »-J! —, — | H 0 1
bezitters * an boek koloi.iale spaarba timoÜece cnberl8
®> Ski. 1-1
23
100 van olgaande
O
deel neme rs aan en op sch ooi op Decembe r 1890.
Ir o «*
"
schoolgaa n l e k i n op ultimo Deceiii
•3
1 —
a o)
40 >
Paramaribo en districten. f 1394 f
Nlet-gesubsidieerde particuliere scholen Gesubsidieerde particuliere scholen.
114
71
95
218
174
80
7
34
43
2 556
G59
2 510
1 997
1434
72
803
40
56
165
160
180
1819
311
17
134
7
43
709
388
660
1295
807
62
278
21
34
f 4 938 f 1461 f 4 838
5 951
2942
49
1454
24
49
.
Gesubsidieerde scholen der Moravische Gesubsidieerde scholen der lioomsehTotaal
. . .
Paramaribo. Niot-gesubsidieerde particuliere scholen Gesubsidieerde particuliere scholen.
.
f 1394 f 114
183 f 1393 95 71
622
216
35
164
26
76
218
174
80
75
34
43
1618
544
1605
1285
947
74
5:'1
41
55
165
160
180
1288
311
24
134
10
43
429
358
378
1 160
733
63
222
19
30
. . . f 3 720 f 1316 f 3 651
4 573
2 381
52
1 116
24
47
Gesubsidieerde scholen der Moravische Gesubsidieerde scholen der RoomschTotaal Districten. f
938 f
115 f
905
712
487
68
282
40
58
»
•
>
531
»
»
>
>
»
30
282
135
74
55
56
41
76
145 • 1187
1378
561
41
338
25
60
Gesubsidieerde scholen der Moravische Gesubsidieerde scholen der Roorasch280 Totaal
. . . 1' 1218 •
1
Berekent men naar bovenstaanden staat het gemiddeld in 1890 per leerling gespaarde en per leerling overgeschreveu bedrag, daarbij tot grondslag nemende: voor het gespaarde bedrag:
voor het overgeschreven bedrag: 3°. het getal bezitters van spaarbankboekjes op ultimo December 1890 ; dan vindt men:
1°. het getal schoolgaande kinderen op ultimo December 1890; 2*. het getal deelnemers aan het sparen op ultimo December 1890;
voor Paramaribo : de
niet gesubsidieerde scholen
2».
3°.
particuliere f2,24 f6,45 f8,49
27
• c*. 7.: Koloniaal verslag1 van 1891. [Suriname. Bijlage F 1 .] 1°. 2°. 3°. de gesubsidieerde particuliere scholen f 0,52 f 0,66 f 1,27 de Gouvernementssoholen 1,26 1,71 3,08 de gesubsidieerde scholen der Moravische broeders 0,13 0,53 1,34 de gesubsidieerde scholen der RoomschKatholieke geestelijken 0,37 0,59 1,70 voor de districten: de (Jüivernementsscholen 1,32 1,93 3,21
zamen genomen, zoowel het getul deelnemers aan het sparen als het gespaarde en het overgeschreven bedrag verminderd is, terwijl ook het getal scholieren in het bezit van een spaarbankboekje kleiner is dan op ultimo December 1889. Op de districtsscholen te zamen genomen was over het algemeen in de verschillende cijfers eenige verbetering waar te nemen.
de gesubsidieerde scholen der Roomsch3,78 5,04 Katholieke geestelijken 2,07 en totaal gemiddeld: 1,56 3,27 voor Paramaribo 0,81 2,17 3,51 » de districten 0,88 1,68 3,33 » » geheele kolonie 0,83 Omtrent de waarde aan deze cijfers te hechten, verwijs ik naar de in het verslag over 1887 daaromtrent gemaakte opmerkingen , daarbij de aandacht vestigende op de omstandigheid dat op de districtsscholen der Moravische broeders niet meer wordt gespaard. Het aantal stortingen van al de scholen bedroeg i n : 1886 . 1882 . 197 288
Het nieuwe schoolgebouw op Hannover in Boven-Para kwam in Juli 1890 klaar, zoodat de school in Augustus weder kon geopend worden. Op Berlijn in Boveu-Para vond ik bij mijne laatste inspectie — in Augustus 1890 — het schoolgebouw in nagenoeg denzelfden toestand als een jaar te voren. Drie ramen waren van nieuwe vensterluiken voorzien; meer was er aan het gebouw niet gedaan. Op den grond Ma mère in Nickerie werd een nieuw schoolgebouw opgericht, terwijl het gebouw op Weltevreden — eveneens in Nickerie — vergroot en zoo goed als vernieuwd werd. Beide schoollokalen zijn ruim en luchtig. Het nieuwe schoolgebouw op Totness in Coronie is nog niet gereed. De school op Nieuw Meerzorg — in Matappica — werd in het voorjaar van 1890 van nieuwe schoolmeubelen voorzien.
1883
. 378
1887 .
281
1884
. 331
1888 .
208
1885
. 263
1889 .
194
1890 .
§ 11. Schoolgebouwen, onderwijzerswoningen, schoolmeubelen en schoolbehoeften.
Paramaribo, 13 Maart 1891.
. 220
Bij vergelijking van de medegedeelde cijfers met die van 1889 blijkt dat voor al de scholen te Paramaribo te
De Inspecteur van het onderwijs, H. D. BBNJAMINS.