oox tt ólun èi^e 7irt i van
33*ln t
van het 1Lau aan Leie en cIt1be
KONTAKTB LAD Verschijnt tenminste 4 maal per jaar
Verantwoordelijke uitgever :
Uilgiftekantoor : Deinze Herman MAES 14° jaargang nr.
5
Ten Bosse 11 9800 Deinze
AUGUSTUS 1994 Tel. (09)386.24.53
LLIINQDIGIN ,EN 1° Woensdag 7 september om 20 uur in het Museum van Deinze en de Leiestreek voordracht door Mw. Rita Keymeulen over Hans Memling. 2° uitstap op zaterdag 10 september naar : - Jabbeke : Permekemuseum - Brugge Memlingtentooiistelling inschrijven door 1500 fr. (= bus + 2x toegang en 2 x gids + middagmaal) over te schrijven op 360-0620343-83 van Bruno Saverys, Em. Clauslaan 67 te Deinze (Astene), Vertrek om 9 uur aan het museum. 3° Samen met de stadsbibliotheek en met de Vlaamse Vereniging voor Familiekunde afdeling Deinze nodigen we uit op een boekenwee met voordrachten en tentoonstelling in oktober : 14 oktober opening tentoonstelling ; 18 oktober : Luc De Vos en nog andere activiteiten in de loop van die week. 4° op 9 november : voordracht door NorbertGoeminne over Vlaamse Hoevebouw.
1905.
Toespraak ^:a^n Hermg Macs gy, de on ^ n i unstkalr d9sc99[I
Wat is een kaleidgskoo ikoQ coop c c le1dcscoon ?
De dikke Van Dale zegt : voorkeurspelling caleidoscoop - toegelaten spelling kaleidoscoop (1) "een kijker die eenvoudig daarin gelegde voor-werpen veelvuldig weerspiegelt en zo, regelmatig bij de geringste beweging, telkens afwisselende figuren vertoont" We bekijken het ding dus van alle kanten en dus in al zijn verscheidenheid. Het is een optisch instrument met spiegels, in 1816 uitgevonden door de Schotse natuurkundige Sir David Brewster (1781-1868) die een theologische opleiding genoten had. Hij werd prof aan de universiteit van Edinburg en lid van de Royal Society. Zijn kaleidoscoop werd zo populair dat hij zelfs in speelgoedvorm bestond. Brewster, deken en ook rector aan de universiteit, bestudeerde de samenstelling, de absorbtie, de weerkaatsing, de polarisatie (via een polariscoop) van liet licht, een studieonderwerp van de eerste helft der 19e eeuw (Ook Goethe / 1749-1832 onderzocht licht en kleur in 'Die Farbenlehre" en de fotografie werd 1 1828 door Daguerre uitgevonden). Brewster gaf zijn instrument een naam mee. Hij gebruikte daarvoor 3 Griekse stammen 1. kalos (kallos) = mooi in het Grieks met kappa geschreven, dus k in het Engels werd het woord met k geschreven door Brewster vergelijk : callif - kalligrafie - mooi schrijven 2. eidos
= beeld waarvan het Frans édifice (édifier - édification) = gebouwen maken (Grieks eidos + Latijn facere)
3. skoop (scoop) zoals in bioscoop - microscoop - periscoop - dekascoop - stetoscoop stereoscoop e.a. van het werkwoord skopein = kijken, zien Dit skopein is, in Indogermaanse samenhang van talen, over een afstand van zowat 5.000 jaar taalgeschiedenis, verwant met ons spieden, in het middelnederlands spiën, ook in de dialekten nu nog : spien, wat te vergelijken is niet het Duits spahen, het Engels to spy - verwant dus ook met spion - der spion - a spy, verwant ook met het Latijn specere waarvan het woord speculum is afgeleid. Ons woord spiegel komt dan van speculum. Veel geleerde woorden, veel medische termen en namen uit fauna en flora zijn op die manier "gefabriceerd" op basis van Griekse en Latijnse elementen, vb. fotografie = licht + schrijven vergelijk Gezelles gedicht : "Moederken 't en is van u hiernederwaarts ... geen lichtdrukmaal gebleven" (licht + drukken + malen (= schilderen) - dus "geen foto" zeggen we nu. De fotograaf was een lichtkunstenaar : hij schreef (grafein) met licht (foto) ; mooi schrijven kalligrafie.
(1) Is de toegelaten spelling nog toegelaten ? en de voorkeurspelling verplicht ?
1 906.
Akademie - Academie voor Schone Kunsten Bij zijn inleidend woordje tot de openstelling van de tentoonstelling Kunstkaleidoscoop 3 vroeg Herman Maes zich af of Academie voor Schone Kunsten wel een juiste benaming is. Immers als er een academie voor schone kunsten bestaat, veronderstelt dat dat er ook een voor lelijke kunsten bestaat. En ten tweede : het meervoud "Kunsten" stoort hem ook. Hij voelt een verschil van gevoelswaarde en van waardering tussen "kunst maken" en "kunsten maken". Wat is een kunstenmaker ? Van Dale zegt dat een kunstenmaker iemand is die acrobatische toeren verricht, iemand die goocheltoeren uithaalt. Een kunstenboek is een boek met goocheltoeren. Ook "kunstenarij" is wat misprijzend. Samenstellingen met kunst in het enkelvoud zijn bvb. : kunstbock, kunstwerk, kustepos, kunstfoto, kunstgenot, kunstgeschiedenis, enz. Ik bezit een fraai boek "geschiedenis van de Vlaamse Kunst", schilder-, bouw-- en beeldhouwkunst, glazenierskunst enz. worden gevat onder de titel "Kunst" en niet Kunsten. Waarom dan niet "Academie voor Kunst" = Kunstacademie.
Academie De Griekse filosoof Plato / Platoon (427-347 v. Chr.)( 1) wijdde zijn tuin , waarin hij filosofisch onderricht gaf, aan de Grieks-mythologische held Academos omdat die tuin op een gebied lag waar ooit een aan Academos gewijd heiligdom gestaan had . Daarom noemde men de school " Academie". De discipelen van die school werden daarom Academici genoemd (Academicus - meervouw Academici ). Later gebuikte men het woord voor geleerde gezelschappen , studiegroepen. De Duitse filosoof Leibniz (1646-1716) stelde aan vorsten voor Academies te stichten waar studieresultaten zouden worden samengebracht om te weten wig wat gevonden had of niet welk onderzoek men hoe ver gevorderd was. Zo kan men , zei Leibniz, voorkomen dat iedere wetenschapper steeds van nul moest vertrekken . Dank zij het verslag-gevend werk der Academies zou iemand met zijn onderzoek kunnen beginnen waar een andere onderzoeker gestopt was , of wist men dat bepaalde wegen van onderzoek reeds (tevergeefs of niet) behandeld waren . Dit coordineren kan de voortzetting van het wetenschappelijk werk stimuleren en veel tijdverlies voorkomen. De eerste eigenlijke Academie was de Engelse Royal Society . Natuurlijk waren er zowat overal voorlopers, tot en met de academie van Karel de Grote rond de persoon van Alcuïnus (± 800). (1)
De filosoof Platoon behaalde ooit de lauwerkrans worstelen op de Olympische spelen van Athene. Die wedstrijd werd bevochten in het Palaestra van Athene.
De toespraak van de heer William Ploegaert (directeur van de stedelijke Academie voor Schone Kunsten), bij dezelfde gelegenheid uitgesproken, komt in het K.O.K.-Jaarboek 1995.
1907.
De K.O.K.-leden die betaald hebben en hun Jaarboek nog niet hebben afgehaald in het Museum worden vriendelijk verzocht dit zo spoedig mogelijk te doen.
E en de markten van de streek (1) 1480. De alman ak yin N 11 AN Van A. De Vreese kregen we een exemplaar van de "ALMANAK VAN MILANEN 1867 (1)" ter inzage. Naast de tijdrekenkundige en astronomische feiten vulde de samensteller het kalenderboekje aan met praktische gegevens zoals een omzettingstabel van "franks in Nederlandsch en in brabandsch courant geld" of het "tarief van Belgisch in Gentsch gewigt". Helemaal vooraan staan de markten, waaruit we voor 1867 ee, selectie maakten. Jaar- (j), paarden- (p) en veemarkten (v) : * 22 april :
Vinkt (j)
* 1mei:
Deinze (j)
* 11 juni
Nazareth en Nevele (j)
*1juli .
Kruishoutem (j / p)
*8juli
Eke (j)
* 21 augustus :
Deinze (j)
* 8 september :
Vinkt (j)
* 10 september :
Eke (j)
* 1 oktober :
Machelen (p / v)
* 23 oktober :
Deinze (j / p)
In Deinze greep elke 3e woensdag van de maand de veemarkt plaats en wekelijks kon men gaan markten in : * Kruishoutem, Nevele en Olsene op dinsdag ; * Deinze op woensdag ; * Nazareth op zaterdag. (1) Almanak van Milanen voor het jaar ons zaligmakers 1867. Een uitgave van Drukkerij Ad. Van Der Meersch, aan de Appelbrug te Gent.
Tony Vanhee
1908. De almanak. voc LANEN en hd-vi ervoer (2) De almanak van Milanen gaf de regeling op van een aantal vervoerdiensten vanuit Gent, o.m. de beurtschepen naar binnen- en buitenlandse havens en steden, de marktschepen, boden, bargiën zoals de "nacht-bargie van Gent op Brugge", "vervoer van koopmansgoederen met den ijzeren weg". We noteerden in de editie van 1867 de diligentiedienst vanuit Gent voor : NEVELE : Den maandag, woensdag en vrijdag, ten drie ure en half namiddag, in Pikardië, hooiaard. Vracht- en inarktwagens voor : EKE : Alle dinsdagen en vrijdagen, ten twee ure namiddag, in het Rood Hoedje, bij S. Nikolaaskerk. Neemt vracht voor Auwegem, Nazereth Gaver en Huisse. NAZARETH : Alle vrijdagen, ten twee ure namiddag, in de Kammerstraat. NEVELE : Alle maandagen, woensdagen en vrijdagen, 's zomers ten drie ure en half en 's winters ten drie ure namiddag, in Wellington, drapstraat. WONTERGEM : Alle vrijdagen, 's middags in het Krochtje, vlasmarkt. Doet kommissien op Dentergem, Aarzeele, Gotthem, Gramme, Vijnckt en Zeveren. We leren de prijs van het spoorwegvervoer kennen. * IJzeren weg v an d e s t aa t : le klasse
2e klasse
3e klasse
van Gent naar Deinze 1 50
1 10
0 70
Machelen 1 80
1 30
0 90
Olsene 2 00
1 50
1 00
Waregem 2 50
1 80
1 20
0 70
0 55
0 35
1 05
0 80
0 55
* IJzeren weg van Henegouw - Vlaanderen : van Gent naar Nazareth (Pinte) Eke
Tony Vanhee NB - ijzeren weg = gallicisme van chemin de fer Destijds waren er veel gallicismen, meestal (te) letterlijke vertalingen. Nu spreekt iedereen van Het Spoor of van De Spoorwegen - Het station = het spoorwegstation een statie = een halte bij een kruisweg statiegeld = waarborggeld voor bvb. flessen
1909. De almanak van MILANEN.cn_Ieapenbare besturen (3) Naast de samenstelling van het provinciebestuur en zijn afdelingen, het stedelijk bestuur van Gent met de belangrijkste diensten vinden we in de almanak van Milanen (uitgave 1867) ook de namen van de notabelen en ambtenaren uit de gerechtelijke en financiële diensten. * GERECHTELIJKE DIENSTEN Vredegerecht - Kanton Kruishoutem : vrederechter : H.J. Van Brabant (Kruishoutem) ; griffier : A. Teelinck (Kruishouten) ; deurwaarder : J.B. Beyens (Kruishoutem) en C. Van Heuverswyn (Deinze). - Kanton Deinze : vrederechter : V.F. Bouvy (Deinze) ; griffier : J. Tessely (Deinze) ;
deurwaarder : Camille Van Heuverswyn (Deinze) - Kanton Nazareth : vrederechter : Is. Teerlinck (Nazareth) ; griffier : L. Claes (Nazareth) ; deurwaarder : A.C. Muyshondt (Nazareth) en C. Van Heuverswyn (Deinze). - Kanton Nevele : vrederechter : V.A. Schatteman (Nevele) ; griffier : E. Blomme (Nevele) ; deurwaarder : A.N. Fobe (Hansbeke). Notariaat - Kanton Kruishouten o.a. : Kruishoutem : Calewaert - Kanton Deinze : Deinze : Bosschaert , Dufaux , Ryffranck ; Machelen : Van der Eecken ; Olsene : Van den Eynde.
1910. - Kanton Nazareth o.a. : Eke : van der Stichele ; St.-Martens -Latem : Parmentier ; Nazareth : Bekaert. - Kanton Nevele o.a. : Nevele : Dierick, De Vlieger. * FINANCIELE DIENSTEN ONTVANGERS DER REGISTRATIE, DOMEINEN en het RECHT VAN SUCCESSIE Kantoor Deinze : A. De Wolf.
Kantoor Kruishoutem : G.F. De Vlieger. CONTROLEURS DIRECTE BELASTINGEN, KADASTER EN COMPTABILITEIT Deinze : A. Declercq
LANDMETERS VAN HET KADASTER ten platte lande (tweede klas) Dein ze : Rottiers.
Tony Vanhee
1481 . De Maria-grot te Bacht Een herinneringsblaadje (1) over de Maria-grot van Bachte leert ons meer over de ontstaansgeschiedenis en de eerste jaren van het Deinse bedevaartsoord. De anonieme tekst werd na Pinksteren 1919 geschreven, we kennen enkel de drukker, Roger Van Goethem. De grot is een initiatief van de congregatie Zusters van de heilige Vincentius te Deinze. Algemeen bestuurder E.11. Emiel Van Wichelen had bij een bedevaart naar Lourdes voor de kerk van Sint-Vincentius een beeldje van Maria Onbevlekt meegebracht. In 1897 kreeg hij de idee om langs de Schipdonkse Vaart op de grens van Bachte en Deinze een kleine grot voor dit beeld te laten bouwen. Zijn inspiratiebron blijkt een kind uit de kostschool te zijn, dat tussen de kinderspelen door met zijn medeleerlingen een beeldje van
1911. Maria uitstalde en er een bloemenkrans voor vlocht. Het voorval speelde zich af in een schaduwrijk bosje dat eigendom van de congregatie was. Overste Scholastica (Ludovica Van Caeneghem) stemde met de oprichting ervan in en weldra (2) kon men langs de Vaart O.L.V. van Lourdes vereren. De eerste bezoekers bestonden uit de zusters, leerlingen en bewoners van Sint-Vincentius, gevolgd door bedevaarders uit Deinze, Petegem en omgeving. De verering groeide verder uit en na enige tijd hield men jaarlijks op tweede Pinksterdag een algemene gewestelijke bedevaart o.l.v. de Deinse deken. Toen in 1913 zowel moeder Scholastica als directeur Emiel Van Wichelen stierven, plaatste men voor beide initiatiefnemers een grafzerk bij de grot. Hun respectieve opvolgers, moeder Maria Eligia (Elvire-Marie Pottie) en directeur Emiel Janssens, besloten het bakstenen bouwwerk, overgoten met kalk en cement, te vergroten en te bekleden met echte rotsstenen. Helemaal bovenaan lieten ze een beeld van het H. Hart van Jezus plaatsen, naar het beeld van Montmartre te Parijs. De Eerste Wereldoorlog zou voor veel opschudding zorgen en tevens een invloed hebben op de uitbouw van de grot. In de nacht van 26 op 27 september 1914 bombardeerde een zeppelin het klooster. De materiële schade was enorm, maar er vielen gelukkig geen slachtoffers. (4) Volgens het herinneringsblad werd Sint-Vincentius achteraf nog door vliegtuigen gebombardeerd en nadat zeven bommen op de gebouwen waren neergevallen "deden de algemeene oversten de belofte een Kapel en een beeld ter eere van O.L.V. van Zeven Weeën aan de grot op te richten en sedert dan trof geen enkele vliegersbom de gebouwen meer". De grot werd tijdens de oorlog druk bezocht, zelfs 's nachts, zoals door de bedevaartsgroep uit Stuivekenskerke die pas om middernacht toekwam. De trouwste bezoekers waren toen blijkbaar de vluchtelingen uit het gebied van de IJzer, die in de omgeving van Deinze verbleven. In oktober 1918 had het front zich naar de Leiestreek verplaatst en het Duitse leger organiseerde een laatste weerstand langs de Leie en de Vaart. De omgeving van de grot werd omgebouwd tot een pionierspark en de Duitsers installeerden er een mitrailleursnest (3). Bij het offensief artillerievuur, dat in de streek een enorme ravage aanrichtte, bleven beelden en grot zo goed als intact, enkel een oud verbrokkeld beeld van de O.L.Vrouw van Zeven Smarten was verbrijzeld en de omringende bomen waren geveld. Na de Wapenstilstand timmerde men met de neergevelde bomen het geraamte van de beloofde Kapel van O.L.V. van Zeven Smarten op en men bekleedde het met overgebleven golfplaten, waarmee de machinegeweren beschut waren. Men construeerde een altaar uit het puin van gebouwen en het nieuwe beeld van de O.L.V. van Zeven Smarten kreeg een plaats op een voetstuk van zeven afgeschoten bommen. De namen van de oorlogsslachtoffers bracht men
1912. op de kapelwand aan. Aan de andere kant van de grot prijkte de afbeelding van de gekroonde Lieve Vrouw van Lourdes, met een kroon van geweerkogels en op een voetstuk van puin en "kanonballen". Op tweede Pinksterdag 1919 greep de gewestelijke bedevaart opnieuw plaats. Bisschop Seghers wijdde de nieuwe kapel en de beelden in. Het herinneringsblad bevat een aantal "bemerkingen", één ervan onthouden we : "De Zaal der Grot zal ten dienste der bedevaart gesteld worden en bij aanvraag en mits een kleine vergoedering kunnen er daar voordrachten met lichtbeelden gegeven worden om het nuttige met het aangename te vereenigen". Na de onteigening omwille van de verbreding van de Vaart slaagde het Actiecomité Bachtegrot onder liet voorzitterschap van Robert De Roo erin, het bedevaartoord in 1977 iets verder in Bachte onder te brengen. Tony Vanhee
(1) Oorsprong en uitbreiding der godsvrucht tot O.L.Vrouw Onbevlekt Ontvangen aan de grot van BachteDeinze, s.d. Druk Rober Van Goetem, Deinze. (Verzameling Amand De Vreese) (2) Blijkbaar zou dit pas in 1902 geweest zijn. F. Michem. Congregatie Zusters van de Heilige Vincentius te Deinze, Tielt, 1986, p. 78. (3) F. Michem, op. cit., p. 101, houdt het bij een opslagplaats voor munitie. (4) Zie dagboek van Dr. R. Calewaert K.O.K. Jb. 1987 p. 56-57.
1482. Emiel Clau un De Srngt op Eondense vei Tijdens de Eerste Wereldoorlog verbleven zowel Emiel Claus als Leon De Smet in Londen. Ze schilderden er o.m. ook "Londense" stadsgezichten Dat er zich nog altijd werk van hen in Engeland bevindt, is derhalve niet zo verwonderlijk. Veel van dat in Engeland gebleven werk is nooit gerepertorieerd. Wie ooit een oeuvrecatalogus van deze (en andere Belgische) schilders wil opmaken, zal daar terdege rekening moeten mee houden ... Daarom kan elke aanbreng van gegevens terzake, hoe fragmentair ook, toch nuttig zijn : wat al ergens beschreven staat, is makkelijker terug te vinden. Ziehier dan enkele "toevalsvondsten" in Engelse veilingscatalogie, resp. uit 1910 en uit 1949
1913. met betrekking tot resp. Claus en Leon De Smet (bron : Fonds veilingscatalogi, Courtauld Institute, Londen). 9(catalogus n blz. 18-19 , nrs. 111-I 13). Veiling C ri ie's. Londe 30 ap ril 1 Van Emiel CLAUS werden volgende drie werken geveild : - 111. Robbers among the Corn ( dieven tussen het koren), 36'/2 x 67 inch voor 168 pond verkocht aan ene F . Smith. - 112. Poultry in an Wood (Hoenderen in een bos), 23 x 26 inch ; voor 52-10-0 pond verkocht aan ene Heape. - 113. On the River Bank (Op de rivierover), 8 x 12 12 inch ; voor 10 - 10-0 pond verkocht aan de Sackville Gallerij. Veiling Soth 12y1 I;orlde, 27 *li 194 - (catalogus blz. 16, nrs. 150-153). Van Leon DE SMET werden volgende vier werken geveild : - 150. A View of St. Tropez : evening sky (Gezicht op St. Tropez : Avondlucht), 1926 ; 28'/2 x 36'/4 inch ; voor 3 pond verkocht aan ene Reder. - 151. A View of London from the Roof of Whitehall Palace, with Old Waterloo Bridge in the foreground (Een gezicht op Londen vanop het dak van Whitehall Palace, met de Oude Waterloo Brug op de voorgrond), 1915 ; 29'/2 x 39`/2 inch ; voor 6 pond verkocht aan dezelfde Reder ; - 152. Summer Flowers in a China Vase, with shells and ornaments on a table (Zomerbloemen in een Chinese vaas, met schelpen en siervoorwerpen op een tafel), 1927 ; 27'/2 x 31'/4 inch ; ook voor 6 pond verkocht aan dezelfde Reder ; - 153. Summer Flowers in a China Jug (Zomerbloemen in een Chinese kruik), 1926 ; 233/4 x 213/4 inch ; voorzien van een opdracht "With admiration, to the great man of the XX century" (wie daarmee bedoeld is, anno 1926, is ons niet bekend ; misschien G.B. Shaw, wiens portret Leon De Smet schilderde ?) ; nogmaals aan dezelfde koper, Reder, verkocht voor 8 pond. Tot zover enkele veilingsresultaten van zowat 85, resp. 45 jaar geleden. Als toemaatje nog een ander gegeven, eveneens met betrekking tot onze Belgische kunstenaars in Londen tijdens W 0 1.
1914. 012 16 juli 1915 werd in de Veilingszaal van Knight. Er iatlev in Londen (20, Hannover Sq.W.) een veiling gehouden, waarbij een 25-tal werken (nrs. 115-140) verkocht werden ten voordele van "The Belgian Fund", een steunfonds ten behoeve van de Belgische vluchtelingen. Verscheidene Belgische kunstenaars stonden hiervoor een of meer werken af, m.n. A. Bastien, M. Blieck, J. Célos, J. Delville, C. Jacquet, I. Opsomer, L. Royan, Edg. Tytgat, Van den E(e)ckhout, Th. van Rysselberghe, M. Wagemans e.a. Van enkelen noteerden we ook wàt ze precies schonken : Emiel CLAUS : twee exemplaren van een_ lithografie, 10 x 20 inch, zonder verdere specificatie (nrs. 139 - 140) ; Jenny MONTIGNY : een olieverfschilderij "Mère et enfant", 19 x 26 inch (nr. 125) ; Jules DE BRUYCKER : twee etsen, resp. "Marché St. Jacques à Gand", 20 x 24 inch, en "Maison de Jean Palfijn à Gand", 23'V2 x 16 inch (nrs. 118-119 van de veilingscatalogus). Het zijn allebei werken die hij nog in Gent had gemaakt ; dit bewijst dat De Bruycker zijn vooroorlogs werk - geheel of gedeeltelijk - had meegenomen op de vlucht naar Engeland. Het was allicht zijn enig kapitaal. Paul HUYS
Met klinkende munt betalen Onze taal (elke taal) is rijk aan uitdrukkingen en zegswijzen en die zijn steeds vrij oud - al ontstaan er ook nieuwe (vb. met de kranen open dweilen kan maar ontstaan zijn sedert de veralgemening van de waterleiding die pas in de jaren 1920 begon). Die gezegden hebben meestal een figuurlijke betekenis, maar gaan steeds terug op een oorspronkelijke letterlijke betekenis. - iemand iets diets maken - in duigen vallen - het paard achter de wagen spannen ... enz. ; meestal aan een beroep ontleend. "Met klinkende munt betalen" De geschiedenis van het muntstuk in W.Europa werd begonnen met 1° Romeinse munten en dan weer niets, 2° een muntwezen volgens richtlijnen van Karel De Grote, omstreeks 800. Daarvoor en tussen die 2 periodes bestond de ruilhandel.
1915. Eens de zilveren munten in gebruik kwamen(Karel de Grote verbood gouden munten en dat bleef zo 500 jaar lang) was er het probleem : wie mag er munten slaan. Er bestonden veel muntuitgevers (heren - steden). De waarde van die munten meten en vergelijken was de taak van de "geldwisselaar" op de markten. Op schilderijen uit die tijd - 12e, 13e eeuw en nog langer - ziet men ze wegen op hun weegschaaltjes. Maar er waren ook bedriegers, valsmunters, die zilveren munten maakten maar uit een legering met tin of zelfs met lood. De gewone consument kon moeilijk zien of voelen of het "zuiver zilver" was of een legering. De beroepswisselaar kon dat wel. Hij had daarvoor middeltjes. Eén van die middeltjes was : het muntstuk laten vallen op een harde steen (op marmer of arduin). Zuivere munten klonken helderder dan munten met legering. Een zuivere munt moest "klinken". Dat was klinkende munt. Onzuivere munten klonken doffer of dof. Met valsmunters werd niet zacht omgegaan. Koning Hendrik 1 van Engeland bestrafte 94 werknemers van de koninklijke muntslagerij op bedrog : ze hadden bij het slaan van de munten tin gebuikt om zilver te kunnen ontvreemden. Straf : rechter hand afslaan en kastralie (wat men toen "ontmannen" noemde).
Stadhuisfout Het "houden van opendeurdagen" is een echte rage geworden. Ook ons stadsbestuur hield open deur in het hernieuwde stadhuis, hernieuwd qua binnenuitrusting. Op de deuren hangt een berichtje : "deur sluiten". Dat kan de bezoeker niet doen. Sluiten = met de sleutel op 1p-1 doen. Men kan de bezoeker dus wel vragen de deur toe te doen ; beter nog : dicht te doen. Sluiten doet alleen diegene die met de sleutel de deur op slot doet. Dan is het stadhuis gesloten. Het stadhuis - heeft bij de uitspraak de klemtoon op huis. De burgemeester heeft de klemtoon op meester.
En "het stad" of `t stad" bestaat niet, wel "het stadsbestuur". Zoals tschool ook niet bestaat. We gaan naar school (niet naar tschool). Let ook op Deinze en z- kerk (he kleine Deinze) Desa Deinze en haar kerk (de kleine stad)
1916. Het stadhuis van Deinze staat er sedert 1842 . De stadshalte (jb. 1970 p. 139 en jb. 1977 p. 91) brandde af in 1792 (P. Huys beschreef dat in het Kontaktblad). Deinze zat 60 jaar zonder stadhuis ... tenzij in een herberg.
1483. Het paar Het beroemdste paard uit de geschiedenis is de hengst van Alexander de Grote : Boekefalos (Bukephalos). Legendarisch is dat paard geworden. Ooit werd de hengst door een stam in het Oosten ontvoerd. Alexander, die doorgaans mild optrad tegenover veroverde stammen, dreigde met erge represailles indien het paard niet teruggebracht werd. Zijn soldaten toonden met genoegen eventjes wat het zou worden en onmiddellijk bracht men de prachthengst terug en gaf men er nog een hoop kostbare geschenken bij. De hengst zou in de gevechten op weg naar Indië een paar keer Alexander het leven gered hebben. Alleen Alexander en zijn paardeverzorger konder dit paard berijden. Bukefalos kreeg een staatsbegrafenis. Het was een zeer groot paard uit de toen befaamde Thessalische kwekerijen. liet ingebrande eigendomsteken was een ossekop - vandaar ook de naam Bukefalos = ossekop. Het paard leefde in Noord-Europa en in het Russisch steppengebied als wild dier. Zowat 10.000 jaar geleden zou de domesticatie van het paard begonnen zijn en zowat 4000 jaar geleden kwam het paard ook in Griekenland en dan in het middellands zeegebied. Het waren de Indogermanen die het paard meebrachten. Van waar kwamen die Indogermanen? Van het Noorden (Noord-Duitsland - Denemarken - Scandinavië) of van het Oeralgebied... het blijft een onbeantwoorde vraag met veel hypothesen, maar ze bezetten heel Europa en alle Europese talen zijn Indogermaans behalve Fins - Lets - Hongaars en Baskisch. Een Grieks-mythologisch paard was Pegaso./Pegasus, het vliegend paard. Op de hoek van de Brielstraat (nu Unic) was er tot in de jaren '50 een herberg "In het Vliegend Paard". Het paard Pegasos trok de dageraadswagen. liet sloeg met zijn hoeven heilige bronnen aan (cfr. Sleipnir). Het Griekse woord voor paard - ros - Dts. Ross & Rássle (= paardje) - Engels horse (r verspringt = ros) - Gezelle : de 2 horsen, is hippos. Vandaar hippodroom ; fit hippos = filip =
1917. paardenliefhebber / vriend van het paard ; hippisch = van het paard ; hippiatrie = kennis van de paardeziekte. Paard - dialekt peerd, pjeird cfr. Dts Pferd - in het Latijn equus (niet verwarren met aequus = gelijk) - Nederduits Peerd. Merrie en hengst zijn woorden van indogermaanse oorsprong ; paard. niet. Het woord paard komt van het middellatijn paravercdum = een postpaard van het Grieks para en liet Latijn veredus = ingespannen paard ve + reda en reda (wagen) is etymologisch verwant met het indogermaans voor rijden - Eng. to ride - Dts. reiten (is enkel : te paard rijden). [-iet algemene woord voor rijden is in het Duits fahren - fuhr - gefahren - vergelijk onze "voerman" en voertuig. Bij ons is varen beperkt tot "op water rijden" (vaartuig). Nog een legendarisch paard isSl eipnir, het achtpotig paard van de Germaanse god Odin waarmee hij door de lucht kon rijden. Het is de wilde jager geworden, het is het witte paard van Sinterklaas geworden in het volksgeloof. Waar het paard van Odin / Wodan (Wodansdag = woensdag = wednesday) de grond raakte ontstond een heilige bron. Sleipnir was het beste paard onder de vele paarden bereden door Germaanse goden. Men vermoedt dat de acht benen van het paard teruggaan op een primitieve tekening waarbij die 8 poten de snelheid moesten suggereren, want staande, heeft het paard slechts 4 benen. Het paard werd aanvankelijk alleen gebruikt om te trekken ; op de olympische spelen kwam wagenrennen voor. Paardrennen - en berijden van het paard - kwam pas in 648 v. Chr. op het programma van de Olympische Spelen. Reeds in de 5e eeuw v. Chr. schreef een Griek (Simonides) een handboek over het paardrijden. Maar toen werd een paard nog niet bereden met zadel ; ook stijgbeugels bestonden nog niet. Indianen kenden het paard niet toen Amerika ontdekt werd. Het paard speelde in de verovering van de nieuwe wereld een grote helpende rol voor de Spanjaarden. Bij de Germanen was het paard een heilig dier en daarom was paardevlees eten verboden. Paarden trokken immers de zonnewagen (cfr. Pegasos). Ook de Christelijke kerk verbood paardevlees te eten en daarom werden paarden begraven. Deinze had een paardenkerkhof. Het paardenkerkhof lag ± 1750 in Deinze aan de Kouter, 't Spietje, waar nu het grote kruispunt is Deinze - Tielt - Zeveren en Vinkt. Ook op den "djakker", wat nu ten Bosse is, was er een paardenkerkhof (Kontaktbiad nota 269 en 325). Een djakke = voermanszweep. Djakken = paard met de zweep aandrijven.
1918. De mythologie is een boeiend gegeven : de Germaanse, de Griekse (de Romeinse is er maar een kopie van) de Keltische ... en dan de gemeenschappelijke trekken die een Indogermaanse oorsprong doen veronderstellen. Ik zou eens een jaar lang met niets anders willen bezig zijn. Het sluit aan met werken van Jan De Vries en Georges Dumezil, met werken van Karsten en GrSnbeck, met Magnussen en Oxenstierna ... met de oude godsdiensten en de sprookjes ; en met een hele irrationele wereld vol animisme en antropomorfe verklaringen.
Foto personeel Torek 1922 (zie KOK-Jaarboek 1993 blz. 221) Volgens Romain De Boever zou de persoon met onbekende voornaam Aimé Van den Broeke zijn, ons vader die destijds, voor de oorlog 40 - 45 als zelfstandige stovenmaker was gevestigd in de Ommegangstraat. Ik betwijfel het ten zeerste dat het ons vader Aimé is die op die foto staat. Hij was toen bij de bekende firma Tuytschaever in het werk, de grote konkurent vanTorck. Het kan wel zijn dat de onbekende Van den Broeke op de foto mijn nonkel Maurice is die toen meestergast was in de houtafdeling. Het kan ook zijn dat het een van onze andere nonkels was, nl. André of Noël Van den Broeke. Allen zijn ze ongeveer van dezelfde gestalte. Ik heb eens gehoord van een kozijn dat ook ons grootvader Gust bij de start van de Firma aan het pionierschap heeft meegewerkt met Emiel Torck, Georges Van den Broeke
Basiel Vandenbroucke Naar aanleiding van het artikel " Bond van Grote & Jonge Gezinnen gewest Deinze 1921-71" door Joost Vermeersch in het boek K.O.K. LXI 1994, kan ik U melden dat op blz. 238 de onbekende onderwijzer mijn vader Basiel Vandenbroucke is. Eigenlijk is het met een beetje verwondering dat wij dat moeten konstateren, daar mijn vader als onderwijzer te Petegem zeer goed gekend geweest i s. Nu nog dagelijks kunnen wij dat
1919. konstateren, daar tientallen of zelfs honderden nu nog levende leerlingen van hem er komen over spreken. Ik denk dat een klein navraagje bij bv. schepen Stefaan De Baere of gewezen onderwijzer Van Steenkiste al zou volstaan hebben om hem te identificeren. Mijn vader was tussen de beide oorlogen de drijvende kracht op Gottem van de bonden en feestcomité's. Mij vader was aldus ook - zoals vermeld in het boek - de stichter van de B.G.J.G. in Gottem door toedoen van hoofdonderwijzer R. Van Duime. P.S. Mijn vader was onderwijzer te Petegem van 28/4/1919 tot 20/4/1933. Arnold Vandenbroucke
1484. Vlaanderen in Amsterdam We hebben hier al vaak vermeld dat Hollands Glorie en de Gouden Eeuw van Nederland (17e eeuw) te danken is aan de Vlamingen en aan de Brabanders die in de 16e eeuw hier uitweken in het kader van de godsdiensttroebelen en de opstand tegen Spanje : z 17 % van de bevolking vertrok hier naar "vrijere" oorden. En Vlaanderen verloor het dynamisch deel - op alle niveaus : cultureel, industrieel, ambachtelijk - van de bevolking. Hier bleven de braven, de onderdanigen, de aanpassers. Sommige Noordnederlandse steden kregen 40, 50 tot 60 % inwijkelingen uit Zuidnederland. En juist zij maakten het Noorden groot. Leiden bestond voor 60 % uit uitwijkelingen van hier. Op 5 juni 1994 organiseerde o.a. VTB een uitstap "Langs Vlaamse Wegen in Amsterdam". Ook de VTB-afdeling Deinze was mee. Onze bekendste uitwijkeling is Willem Baudartius, de man die mee de Statenbijbel vertaalde uit het Hebreeuws. Hij was de zoon van Willem Baudaert, de prins van de Deinse rederijkerskamer, die eerst naar Sandwich in Engeland uitweek (zoals duizenden anderen) met zijn vrouw, zijn vijf dochters en jongste zoon. Na de dood van vader Willem (zelf de zoon van een Willem) kwam moeder met enkele dochters terug naar Vlaanderen. De oudere dochters en broer Willem trokken naar Holland.
1920.
1796 Guido Demuynck publiceerde de lijst van de Deinse en Petegemse inwoners anno 1796 naar de volkstelling van het jaar IV (dat begon 22 september 1795). Daaruit kan men heel wat opmaken. - bvb. dat er van de 1858 inwoners (boven 12 jaar) geen enkele inwoner de leeftijd van 90 jaar bereikte in Deinze - dat slechts 12 inwoners 80 jaar of ouder waren in Deinze Pietronille Wanzeele 87 in Deinze geboren Jeanette De Smytere 86 in Deinze sedert 1736 Marie Madelon De Lis 84 in Deinze sedert 1754 Marie Anne Van Oost 84 in Deinze sedert 1726 Guillaume Clayssens 84 in Deinze geboren (1712) Pietronille De Loire 83 in Deinze sedert 1750 Jean De Weerd 83 in Deinze geboren (1713) Josephine De Smet 82 in Deinze geboren (1714) Francois De Curte 82 in Deinze sedert 1788 Marie Cathie 81 in Deinze sedert 1736 Isabelle Naessens 80 in Deinze geboren (1716) Heurice Van der Veken 80 in Deinze sedert 1784 waarvan slechts 4 mannen en 8 vrouwen. Is dat natuurlijke discriminatie'?
Men kan dat voor elke leeftijdsgroep tellen, Men zou ook het verschil in leeftijd tussen man en vrouw kunnen tellen, of de frequentie der beroepen - ook het aantal beroepen en de grote verscheidenheid. Ook de naamgeving kan men eruit afleiden - dan wel met de beperking dat alle voornamen verfranst genoteerd staan : Wie als Petrus gedoopt werd maar Pieter genoemd werd staat als Pierre genoteerd (waarvan dan de vervorming Pieren onstaan is). Het aantal kinderen beneden 12 jaar kan men tellen, of de inwijking, enz. Zo kan men uren stil zijn.En dan voor Petegem herbeginnen : geen boven 90, slechts 2 boven 80 ... op 682 inwoners boven 12 jaar ... enz. Vergelijk dat even niet maart 1994 (alleen die in maart geboren) zoals opgegeven in de Infokrant. 37 inwoners ouder dan 85 jaar -- waarvan 14 mannen. Van die 37 inwoners waren er 8 ouder dan 90 jaar op bijna 26.000 inwoners (kinderen beneden 12 jaar meegeteld).
1921. (dit gebeurt nu 12 maal per jaar ; er zijn dus ± 8 x 12 = f 96 negentigjarigen op 26.000 inwoners) (± 37 x 12 = ± 444 inwoners boven 85 jaar op bijna 26.000) In 1796 waren er in Deinze en Pet . egem samen amper 2 mensen ouder dan 85 jaar.
1486. Genees eren te D'nz- toen De Curte was in Deinze sedert 1788 en woonde bij zijn schoonzoon (of die bij hem ?) die geneesheer was : C. Huet, 45 jaar en sedert 1790 in Deinze. De doktersvrouw heette Jeanne. Er was een kind beneden 12 jaar. Marie Gequire, 24 j. was zijn dienstmeid sedert 1795. Joseph Brusseel was 35 jaar en chirurgien, sedert 1791 te Deinze. Zij vrouw Marie Jeanne Nottebaert was 22 jaar en te Deinze geboren. Jean Verquest 26 jaar geneesheer in Deinze sedert 1795 - hij trouwt met zijn buurvrouw Rose Willebois (Jb. 1993 p. 149). Alexander i li giiet 34 jaar in Deinze sedert 1786. Zijn vrouw was Regine Prevot, 40 jaar, ook sedert 1786 te Deinze. In 1794 kwam haar zus Philipinne inwonen (48 jaar). In Petegem was er geen geneesheer.
1487. Renaissance Bij dat woord denkt iedereen aan de 16e eeuw. Maar in Italië is de renaissance het quatrocento of de 15e eeuw. De voorlopers van de Renaissance ? Petrarca (° 1304) en Boccaccio (° 1314) ; en Dante (° 1265) is dan "de stem van 10 zwijgende eeuwen", het sluitstuk van de middeleeuwen. Zulke beweringen zijn goed voor een gemakkelijke indeling met overzicht.
De realiteit is niet zo simpel en past minder in de fiches van een fichenbak per -isme. Vooreerst zijn de middeleeuwen geen zwijgende eeuwen. Ze hebben evenveel te zeggen als de andere eeuwen. Duizend jaar middeleeuwen afhandelen als "dark ages" is een kultuurhistorische kemel.
1922. Er bestaat ook wat men noemt de Karolingische renaissance - aan het Hof (meestal reizend) van Karel de Grote (800). Er bestaat ook een Ot.^ t onse renaissance, aan het Hof (en ver er buiten) van de keizers Otto I, Otto II en Otto III (en Hendrik I en 11) met als centrale datum 1000 (de keizers uit het Saksisch huis van Hendrik 1 = de Vogelaar afstammend). Wees voorzichtig met veralgemening. Een verandering als de renaissance-16e eeuw gebeurt niet van vandaag op morgen ; dat loopt door generaties heen. Die aanloop en overgang boeit mij meer dan het -isine op zijn hoogtepunt.
1488 . Patroonheilige Wij noteerden in nota 1454 dat de heilige Hieronymus de patroonheilige is der opticiens, al heeft hij zelf nooit een bril gezien. Onlangs vierden de Vlaamse advokaten hun patroonheilige : Ivo ; de advokaten gaven een week lang gratis advies om hem te eren (week van 21-27 november 1993). Ivo Helory was een Bretoen, geboren in 1253. Hij studeerde theologie en kanoniek recht en werd advokaat. Toen hij 31 jaar was werd hij ook priester. Als priester werkte hij 14 jaar lang in diverse parochies maar dat werk bevredigde hem niet meer. Hij trok zich terug op het goed van zijn ouders en zorgde - gratis - voor de rechtssituatie van de armen die juridische moeilijkheden hadden ; zelfs materieel hielp hij de behoeftigen. Hij leefde tot 19 mei 1303, zodat 19 mei zijn feestdag is. Een heilige advokaat. Meer gekend, tot in de volkskunde, is Apollonia, de patrones der tandartsen, die aangeroepen werd tegen de tandpijn. P.S. Het valt me op dat de Franse Meteo-berichten iedere dag meedelen welke heilige "vandaag" gevierd wordt. Niemand valt daarover. Ik vrees dat die mededeling bij ons zou overkomen als "klerikale propaganda". Het is echter meer volkskunde dan religie die nu achter die naamdagen zit. Over Deinse heiligen schreven we hier al. Want zelfs die bestaan (al moesten ze daarvoor Deinze verlaten - ook onze Deinse schilders en schrijvers moesten Deinze verlaten om "groot" te worden).
1923.
Bibliotheek Ik kwam onlangs thuis van Marianne Dossche's bibliotheek waar ik vijf boeken had ontleend. vijf boeken. Waarvan er twee geschreven waren door de cultuurfilosoof Jozef Deleu. Nu ja "boeken" ... van amper 28 of 30 bladzijden. Het ene boek(je) heet "Verzwegen misverstanden" - de tekst begint blz. 5 en loopt tot blz. 28. Een dik of omvangrijk werk is het dus niet - al is het inhoudelijk wel een rijk opstel, dat ik graag ter lezing aanbeveel. Men vroeg mij soms hoeveel boeken ik thuis heb. Maar is een essay van 25 blz. een boek ? Tegenover een werk van 1000 blz.? Hoeveel boeken lees je per week ? Boeken met de omvang van een Vlaams Filmken ? Of een cultuurhistorisch monument als Huizinga's herfsttij - of Spenglers "Untergang des Abendlandes" of Will Durand History of Philosophy ? ... Of een toneelstuk van de onvolprezen Shakespeare ? Hoofdzaak is niet het aantal. Niet de kwantiteit maar de kwaliteit is belangrijk. Niet de kijkcijfers maken een TVprogramma cultureel goed.
Familienaam In Nederland kwam de familienaam = achternaam later en trager in gebruik dan in Vlaanderen of Brabant. De eerste familienaam duikt er op in 1130 : Heremannus filius Popponis - Herman zoon van Poppo Herman Poppe In 1811 (op 11 augustus) vaardigde de Franse bezetter in Nederland het bevel uit dat iedereen zich moest laten inschrijven met een vaste familienaam, ... op straf van boete, want in sommige gebieden was er verzet tegen deze maatregel. Omstreeks 1300 (zelfs iets vroeger) had bij ons iedereen een voornaam + een familienaam. Over die namen kwam Dr. Frans Debrabandere ons een voordracht houden die flink werd bijgewoond.
K.O.K. lidgeld : gewone leden 500 fr. - bestuursleden 750 fr. - deelgenoten 750 fr. Overschrijven op rek.nr. 000-0434500-37 of 442-7608648-95 van K.O.K., Brielstraat 7 bus 5, Deinze