KOERSVAST VEILIG EN VERANTWOORD
VVD – VERKIEZINGSPROGRAMMA WATERSCHAP HDSR, HOOGHEEMRAADSCHAP DE STICHTSE RIJNLANDEN
1. Inleiding De VVD wil een Nederland waar mensen de ruimte krijgen. De ruimte om iets te maken van hun leven. Voor de VVD betekent dit dat alle bestuurslagen ten dienste staan van hun inwoners en ruimte wordt gegeven aan de ontwikkeling van Nederland. Hierbij zijn vrijheid en verantwoordelijkheid de kernbegrippen voor het liberale handelen. Echte vrijheid gaat daarom samen met het rekening houden met de vrijheid van anderen en de omgeving waarin men leeft. Een zo groot mogelijke vrijheid voor de inwoners kan alleen bestaan als er door de inwoners ook verantwoordelijkheid kan worden genomen voor die vrijheid.
Focus op kerntaken In het Bestuursakkoord Water (BAW) met het kabinet-Rutte II zijn door rijk, provincies, gemeenten en waterschappen een aantal taken afgesproken voor de waterschappen: veiligheid, voldoende en schoon water en de zuivering van het afvalwater van burgers en bedrijven. Voor de VVD is het uitgangspunt: de wettelijke taken, daarop moet het waterschap focussen. Niet-wettelijke taken dienen afgebouwd te worden en teruggegeven te worden aan de burgers.
De VVD wil dat waterschappen zich beperken tot de wettelijke kerntaken en dus geen groene taken uitvoeren. Deze behoren toe aan provinciale en lokale overheden: Waterschap, blijf zoveel mogelijk van de kant. Het waterschap is geen grootgrondbezitter wat de VVD betreft. De VVD wil dat de kerntaken doeltreffend, doelmatig en zo dicht mogelijk bij de burger worden uitgevoerd. De VVD wil wel werk met werk maken en daarmee voor de burger het grootst maatschappelijk rendement behalen, bijvoorbeeld door waterberging met natuur te combineren. De VVD wil daarom blauwe en groene taken integreren, waarbij groene taken door andere partijen/overheden gefinancierd worden.
Integriteit Vertrouwen is de basis voor goed bestuur. Wie dat beschaamt, kan geen politieke of bestuurlijke functie uitoefenen. De VVD staat voor een betrouwbare en integere overheid. Iedereen die binnen of namens de VVD een politieke functie vervult, doet dit op integere wijze.
Pagina | 2
2. Financiën en bestuur Waterschappen vormen een functionele bestuurslaag die zich al eeuwenlang bezighoudt met één taak: goed waterbeheer. In de afgelopen decennia is een efficiencyslag gemaakt waarbij het aantal waterschappen van 2500 in 1950 is teruggebracht tot 24 (stand 1 januari 2014). Met deze schaalvergroting is de VVD er van overtuigd dat de waterschappen effectieve, kostenefficiënte organisaties zijn. Waar mogelijk moeten wel verdere stappen worden gezet, zeker waar het uitvoering betreft die met hoge investeringen gepaard gaat, zoals waterzuiveringinstallaties, slibverwerking en voorzieningen in het watersysteem.
De VVD vindt dat bij zelfstandige waterschappen een zelfstandig financieel beleid en omslagsysteem hoort (belastingheffing). De VVD vindt dat wie belang heeft bij het waterschap daarvoor evenredig bijdraagt aan dat belang. De VVD vindt dat voor zaken van nationaal belang de rijksoverheid middelen beschikbaar moet stellen. De VVD wil dat de inzet van de financiële middelen door de waterschappen geschiedt volgens het principe “sober en doelmatig”. De VVD vindt dat altijd een kosten-batenanalyse gemaakt moet worden bij besluiten over investeringen. Ook een risicoanalyse hoort meegewogen te worden. De VVD vindt het fuseren van waterschappen geen doel op zich maar een middel dat ingezet kan worden als dit tot meer effectiviteit, kostenefficiëntie en robuustheid leidt. De VVD wil een verdere inperking van het aantal subsidies dat HDSR verstrekt, en als er nog subsidies verstrekt worden dan alleen op basis van een harde businesscase en voor beperkte duur.
Flexibiliteit De VVD streeft naar een gezonde financiële huishouding. Door goed te sturen op ambities is er een zekere mate van financiële flexibiliteit. De keuze ligt, binnen de wettelijke taken, bij het waterschapsbestuur om projecten wel of juist niet op te pakken, waarbij de VVD voorrang geeft aan Veiligheid.
De VVD vindt dat de basis voor een gezonde financiële situatie van een waterschap ligt bij een goede sturing op investeringsplannen en de effecten daarvan op de exploitatierekening. De VVD is van mening dat langjarige investeringsplannen hierbij onmisbaar zijn en dat ook gekeken
Pagina | 3
moet worden naar duurzaamheid en de lange termijneffecten op het watersysteem en de waterketen. De VVD wil een investeringsplafond hanteren. Hiermee kan tarief-ontwikkeling in de hand worden gehouden. De VVD vindt dat een gezonde reservepositie betekent dat incidentele tegenvallers hieruit opgevangen kunnen worden zonder belastingverhoging, zodat burgers niet met onverwachte kosten worden geconfronteerd. De VVD vindt het onverantwoord om reserves (incidentele opbrengsten) in te zetten voor meerjarige investeringen (structurele lasten).
Personeelslasten De VVD is van mening dat de personeelslasten een afgeleide zijn van de ambities die door het bestuur zijn gesteld op basis van de kerntaken. Het ambtelijk apparaat behoort hierop te zijn aangepast.
De VVD vindt dat het waterschap niet moet sturen op fte's, maar op ambities. Het werken met een flexibele schil van fte's is hierbij een goed hulpmiddel. De VVD zet in op een adequate en efficiënte organisatie om de lasten laag te houden. De VVD ziet een potentiële besparing in de arbeidsvoorwaarden door samen met provinciale en lokale overheden één CAO op te stellen voor decentrale overheden.
Onderhoudskosten Beheer en onderhoud van het watersysteem vormen een kerntaak van het waterschap.
De VVD wil dat bij investeringsprojecten waarbij ingegrepen wordt in het watersysteem de kosten van het toekomstig beheer en onderhoud expliciet worden meegewogen in de meerjarenbegroting.
Participatiesamenleving Het waterschap bevindt zich midden in de maatschappij, die in transitie is naar een participatiesamenleving. Hierbij doet de overheid steeds minder en wordt de verantwoordelijkheid steeds meer bij burgers neergelegd. In het licht van de taken van de waterschappen vormen samenwerkingsverbanden tussen individuele burgers of organisaties met het waterschap een kans. Door met particuliere eigenaren (in georganiseerd verband) een overeenkomst af te sluiten over inrichting, beheer en onderhoud van gronden kan bespaard worden op aankoop.
Pagina | 4
De VVD is voorstander van het steunen van particuliere initiatieven die bijdragen aan de doelstellingen van het waterschap. De VVD vindt dat gronden om doelen te realiseren niet altijd in eigendom van het waterschap hoeven te zijn. De VVD wil particulieren en natuurorganisaties meer mogelijkheden bieden om zelf verdienmodellen te ontwikkelen voor het beheer van gebieden.
Markt en aanbestedingen Een kleinere overheid is mogelijk als met meer vertrouwen wordt samengewerkt met marktpartijen. De waterschappen hebben veel kennis in huis. De kennis die in de markt beschikbaar is, moet nog beter worden benut om de waterschapspraktijk te verbeteren. Daardoor ontstaat er meer kruisbestuiving tussen overheden en marktpartijen met als resultaat een optimale mix van bewezen en nieuwe methodieken en technologieën.
De VVD is voorstander van het toepassen van moderne contractvormen in Publiek-Private Samenwerkingen (PPS).
Pagina | 5
Tariefontwikkeling De VVD vindt het belangrijk dat het waterschap kan beschikken over eigen financiële middelen die worden ingezet voor de kerntaken. Wanneer waterschapstaken worden uitgebreid door overkomst van taken van het rijk of grote opgaven die volgen uit het Hoogwaterbeschermingsprogramma vindt de VVD dat eerst gepoogd moet worden om middels efficiencyslagen deze (extra) taken uit de huidige begroting te financieren. Slechts wanneer dit niet mogelijk is, kan de mogelijkheid in beeld komen om de waterschapsbelasting met meer dan de inflatiecorrectie te verhogen.
De VVD kiest als uitgangspunt dat de waterschapsbelasting alleen met de inflatiecorrectie mag worden verhoogd (CPB index). De VVD acht het gewenst dat extra taken betaald worden vanuit de huidige begroting. De VVD is dan ook groot voorstander van een stevige herprioritering, met voorrang aan de Veiligheidstaken. De VVD vindt gerichte bezuinigingen bij het waterschap van belang om de lasten voor burgers zo laag mogelijk te houden. De VVD vindt dat als bezuinigingen leiden tot vertraging of afstel van maatregelen, zoals opgaven uit het Bestuursakkoord Water of de KaderRichtlijn Water (KRW), de bezuinigingen in relatie tot mogelijke (Europese) boetes in deze bestuursperiode kwantitatief in kaart gebracht moeten worden. De VVD wil het profijtbeginsel meer inzetten bij uitrol van plannen: voor zeer specifieke zoetwatervoorzieningen ten behoeve van aparte groepen mogen deze “ontvangers” extra meebetalen wat de VVD betreft. “De vervuiler en de gebruiker betalen”.
Pagina | 6
3. Regelgeving Snoeien in regelgeving Voor regelgeving door het waterschap geldt wat de VVD betreft: Haags minimum is maximum. De VVD wil een toets op alle nieuwe en bestaande regelgeving van het waterschap om inzichtelijk te maken of het waterschap geen overbodige regels bedenkt. Waterschappen zouden wat de VVD betreft moeten werken met algemene regels voor burgers en bedrijven waarbij het is toegestaan activiteiten te ondernemen zonder vergunning, mits aan de algemene uitgangspunten wordt voldaan. Het betreft hier activiteiten die normaliter vergunningplichtig zijn op grond van de Keur.
De VVD is tegen onnodige regelgeving: Haags minimum is maximum. Het Waterschap gaat dus wat betreft de VVD niet zelf scherpere normen hanteren. Op het vlak van de ruimtelijke ordening spelen Provincie Utrecht en het Rijk de hoofdrol. De VVD vindt dat het waterschap hier geen eigen rol heeft: Schoenmaker, houd je bij je leest. De VVD wil een overbodigheidstoets op alle nieuwe en bestaande regelgeving. De VVD is voorstander van werken met algemene regels zodat snelheid en zorgvuldigheid van handelen in evenwicht zijn.
Pagina | 7
4. Veiligheid, Watersysteem en Waterketen Nederland is een waterrijk land. Grote rivieren en kanalen, meren, de zuidwestelijke Delta, de Noordzee en de Waddenzee karakteriseren ons waterlandschap. Nederland weet hoe het land beschermd moet worden tegen wateroverlast. Toch hebben de afgelopen zomers ons duidelijk gemaakt dat we ook over het gebruik van water in droge perioden moeten nadenken. Het (oppervlakte)water heeft in Nederland belangrijke functies, zoals scheepvaart, drinkwater, koelen proceswater, visserij, zwemwater en natuur. Waterschappen moeten rekening houden met klimaatontwikkelingen en zorgen voor een duurzaam waterbeheer. Voor nu en in de toekomst. De VVD geeft de hoogste prioriteit aan waterveiligheid, en daarmee aan dijken en waterkeringen. De VVD ziet water als een belangrijk ordenend middel. De VVD is voor meervoudig ruimtegebruik, het combineren van waterberging, natuur, recreatie, wonen en werken. Het Bestuursakkoord Water is hierbij voor de VVD het uitgangspunt.
De VVD is uitgesproken voorstander van integraal waterbeleid, waarbij waterkwaliteit en -kwantiteit in één hand zijn, die van het Waterschap. Dit houdt de kosten voor de burger het laagst.
Pagina | 8
Veiligheid Voor de VVD is veiligheid het belangrijkste thema voor het waterschap. Veilig wonen, beschermd door dijken of door andere maatregelen om hoogwatersituaties als in 1993 en 1995 te voorkomen. Recente overstromingsvoorbeelden in landen om ons heen geven nog eens de noodzaak hiervan aan. Van belang is dat het waterbewustzijn bij de inwoners van Nederland voldoende aanwezig is. Om ‘droge voeten’ te garanderen is echter ook (financiële) inzet nodig. De noordelijke waterkering van de Hollandse IJssel, sinds 2013 een verantwoordelijkheid van de HDSR, voldoet niet aan de huidige normen van een primaire waterkering. Verschuiving van de functie van deze primaire kering naar de Lekdijk is in het kader van het Deltaprogramma in studie. Mocht hiertoe worden besloten dan vindt de VVD dat hieraan, op basis van een gedegen en integraal projectplan, voorrang gegeven moet worden.
Het principe van meerlaagsveiligheid is voor de VVD uitgangspunt bij de beoordeling van plannen over de beperking van risico's. Meerlaagsveiligheid is gebaseerd op 3 lagen: (1) dijkversterking (preventie), (2) ruimtelijke ordening en (3) rampenbeheersing en evacuatiemogelijkheden. De VVD is van mening dat de combinatie van maatregelen uit verschillende lagen per gebied kan verschillen. Bij de meerlaagsveiligheid is voor de VVD de eerste laag (preventie) de belangrijkste en leidend bij besluitvorming. De tweede laag (ruimtelijke ordening) en derde laag (evacuatie) zijn voor de VVD van belang ter beperking van het restrisico. Dijkversterking (preventie) moet als eerste worden ingezet als het gaat over basisveiligheid, in lijn met de nieuwe normeringen te verwachten uit het Deltaprogramma en met het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma. De VVD vindt dat bij de afweging tussen dijkversterking of andere maatregelen de kosten een cruciale maar niet altijd doorslaggevende factor moeten zijn. Uiteindelijk staat veiligheid voorop. De VVD vindt dat de door de provincie vastgestelde normen voor regionale keringen voor het waterschap leidend moeten zijn. Het waterschap moet het watersysteem (waaronder de waterkeringen) zodanig inrichten en beheren dat het voldoet aan de veiligheidsnormen uit de provinciale verordening. De VVD wil gronden reserveren door er een doeltreffende bestemming op te leggen, zodat ook in de toekomst dijkversterking tegen zo laag mogelijke kosten verzekerd is. Grondverwerving is geen doel van het Waterschap. De VVD wil geen zoekgebieden. Deze hebben een maximale termijn van 10 jaar terwijl de realisatie van waterveiligheidsprojecten 15-25 jaar kan duren
Pagina | 9
De VVD is alert op het risico dat de uitgaven voor het nieuwe hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) zullen stijgen als gevolg van een terugtrekkende rijksoverheid. Daarbij wordt vastgehouden aan de bestaande gelijke (financiële) verdeling tussen waterschappen en rijksoverheid. De VVD zal er op toezien dat de dijkversterkingen zo efficiënt mogelijk worden uitgevoerd. De VVD wil regelmatig testen op de digitale veiligheid van de belangrijkste systemen voor aansturing van gemalen, sluizen etc., met aandacht voor de mogelijkheid om altijd nog op handmatig gebruik terug te kunnen vallen. De VVD hecht aan het systeem om bij calamiteiten adequaat en professioneel te kunnen optreden. Medewerkers dienen regelmatig getraind en geoefend te worden.
Watersysteem Het watersysteem bestaat uit oppervlaktewater, grondwater en waterbodems, oevers en kunstwerken. Het watersysteem is voor landbouw, industrie, maar ook natuur en recreatie in de vorm van drinkwater, gietwater, irrigatiewater, industriewater, zwemwater en verdroging bestrijdend grondwater van het grootste belang. De belangen van de verschillende gebruikers kunnen strijdig zijn. Het waterschap moet zorgvuldig met deze belangen omgaan.
De VVD wil in het waterbeheerprogramma een strategische richtlijn opnemen op het beheergebied ten aanzien van gebruik (kansen en bedreigingen). Deze water-richtlijn kan een belangrijk onderdeel worden van de structuurvisie van de provincies en de bestemmingsplannen van de gemeenten. De VVD ziet water als ordenend principe in de ruimtelijke ordening. Daarom wil de VVD in overleg met gemeenten de mogelijkheden inventariseren om voor lange termijnwatersysteemmaatregelen ruimtereserveringen te doen die in bestemmingsplannen gestalte moeten krijgen. De VVD wil de gehaalde doelen met betrekking tot het in 2015 op orde brengen van het watersysteem in beeld brengen, zodat realistische lange termijn doelen gesteld kunnen worden. De VVD wil inzetten op de watersysteemtoets als middel om een actueel en uniform totaalbeeld te krijgen van het risico op wateroverlast en het maatregelenpakket om wateroverlast te beperken. De VVD vindt het een goede ontwikkeling dat deze nieuwe toets de mogelijkheid geeft om op basis van kosten en baten een afweging te maken van voorgestelde maatregelen. De VVD wil dat onderzocht wordt hoe natuur kan bijdragen aan waterveiligheid bijvoorbeeld door als waterbergingsgebied te dienen.
Pagina | 10
Zowel voor natuurbeheerders als voor agrariërs geldt wat de VVD-betreft dat meer naar mogelijkheden van doorvoering van het profijtbeginsel gekeken moet worden: 'De vervuiler en de gebruiker betalen'. Het beheer en onderhoud van de Gekanaliseerde Hollandse IJssel heeft het Waterschap met een eenmalige afkoopsom overgedragen gekregen van Rijkswaterstaat. De VVD vindt dat hieraan, op basis van een realistisch, risico-gerelateerd, gedegen en integraal projectplan, binnen het gekregen budget gewerkt moet worden.
Waterkwaliteit Voor het milieu is een goede kwaliteit van het oppervlaktewater belangrijk.
De VVD wil dat waterschappen inzetten op handhaving van de kwaliteit van het oppervlaktewater volgens Europese en landelijke normen. De VVD zet in op kosteneffectieve aanleg van waterbergingslocaties, natuurvriendelijke of natuurneutrale oevers en vispassages ter verbetering van de waterkwaliteit. Zo krijgen meer soorten planten en dieren een kans. De VVD wil dat agrariërs de wettelijke teeltvrije zone aanhouden. De zone mag niet worden bemest of bespoten en is daarmee dus ook een mestvrije en spuitvrije zone. De VVD wil werk met werk maken bijvoorbeeld door de kwaliteitsopgave met natuur te combineren en daarmee voor de burger het grootst maatschappelijk rendement te behalen. Vernieuwing van de RioolWaterzuivering Utrecht heeft hoge prioriteit. De VVD vindt dat hieraan, op basis van een gedegen en integraal projectplan, voorrang gegeven moet worden. En dat kan, wat de VVD betreft, betekenen dat elders andere prioriteiten gesteld moeten worden.
Waterketen Een integraal waterschap heeft voor de VVD de voorkeur omdat aangetoond is dat door een integrale benadering de waterkwaliteit fors wordt verbeterd. Voor de VVD is daarbij wel de voorwaarde dat het waterschap open staat voor vernieuwingen die hun nut bewezen hebben. De afspraken uit het Bestuursakkoord Water worden door de VVD onderschreven en zijn leidend voor het waterschapsbestuur.
Voor de VVD is een brede samenwerking tussen waterschappen onderling en met andere overheden vanzelfsprekend als het gaat over de afvalwaterketen. Winnet moet dan ook –op business-case basis– worden voortgezet. Samenwerking met
Pagina | 11
drinkwaterbedrijven sluit de VVD niet uit, maar de voordelen daarvan lijken vooralsnog marginaal. De VVD heeft aandacht voor duurzaamheid en een schoon milieu. De VVD is voorstander van het op economisch verantwoorde wijze leveren van energie, hergebruik van effluent, terugwinnen van grondstoffen en duurzaam gebruik van mogelijkheden die zich voordoen in het zuiveringsproces. Voor de exploitatie van meer fabrieksmatige en commerciële uitvoeringen (Energiefabriek, Grondstoffenfabriek, Waterzuivering Utrecht) zou naar de markt gekeken moeten worden wat de VVD betreft. De overheid, dus ook het Waterschap, moet niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten. De VVD wil een landelijk onderzoek naar het gevaar van nieuwe stoffen en de mogelijkheden om deze uit het afvalwater te halen. Het gaat niet alleen om microplastics en nanodeeltjes, die vaak voorkomen in verzorgingsproducten zoals shampoo en cosmetica, maar ook om hormonen en medicijnresten. De VVD pleit ervoor dat dit onderzoek samen met de andere waterschappen wordt opgepakt en in de komende bestuursperiode wordt gestart. De VVD heeft hierbij de voorkeur voor bronbeleid waarbij het bedrijfsleven wordt betrokken. De VVD onderschrijft de afgesproken opgave om tot een grote besparing in de waterketen te komen.
Deltaprogramma Het Nationale Deltaprogramma heeft grote gevolgen voor het Waterschap. De verandering van normstelsel voor waterveiligheid zal consequenties hebben in termen van extra investeringen die moeten worden gedaan door de waterschappen.
De VVD wil vasthouden aan de verevening van de financiële gevolgen zoals deze zijn afgesproken in het Bestuursakkoord Water. De noodzaak van een robuuste zoetwatervoorziening betekent eveneens een grote uitdaging voor de waterschappen. Om iedereen die belang heeft bij zoetwater zo goed mogelijk te bedienen, is de VVD voorstander van goede afspraken over het zoetwater voorzieningenniveau. Het sparen van en zuinig omgaan met zoetwater zal nog belangrijker worden. De VVD vindt dat de verdringingsreeks leidend moet zijn bij het verdeelvraagstuk. Om duurzaam en efficiënt met zoetwater om te gaan in periodes van droogte, is het in de toekomst denkbaar dat, vanuit het profijtbeginsel geredeneerd, ondernemers een extra bijdrage gevraagd kan worden, bovenop de watersysteemheffing.
Pagina | 12
5. Economie, duurzaamheid en innovatie Het investeringsprogramma van het waterschap levert een bijdrage aan de regionale economie van haar verzorgingsgebied. Hierdoor wordt indirect aan de regionale werkgelegenheid een stimulans gegeven. Daarnaast heeft het waterschap bij haar taakuitoefening een maatschappelijke verantwoordelijkheid op het gebied van duurzaamheid en (sociale en technische) vernieuwing. Volgens de VVD kunnen duurzaamheid en innovatie hand in hand gaan met een hoger efficiëntieniveau. Bij alle initiatieven op dit vlak is economische haalbaarheid het uitgangspunt.
De VVD wil slimme oplossingen voor het toekomstige gebrek aan zoet water. De VVD vindt dat toerisme en bedrijvigheid moeten aansluiten bij de historie en natuur van een gebied. De VVD wil innovatieve dijkconcepten, waarbij de veiligheid nooit in het geding kan zijn, maar wel nieuwe mogelijkheden voor medegebruik worden gecreëerd. De VVD volgt met interesse de ontwikkelingen waarbij bestaande en nieuwe technieken het mogelijk maken om energie te winnen uit afvalwater (Energiefabriek). Dat geldt eveneens voor de terugwinning van waardevolle afvalstoffen uit het rioolwater zoals o.a. fosfaat, stikstof en kalium (Grondstoffenfabriek). Daarbij is wel uitbesteding naar de markt, eventueel via het PPS-model, de te kiezen route, want de overheid moet geen ondernemer spelen. Uitgangspunt voor bovenstaande ontwikkelingen is de economische haalbaarheid, waarbij de opbrengst een bijdrage levert aan kostenbeheersing.
Toekomst Waterschappen hebben de handen ineen geslagen om technische vernieuwingen verder door te voeren. De VVD vindt dat een goede zaak en wil daarom in de toekomst ook dat waterschappen doorgaan op deze nieuwe weg. Samenwerking met andere overheden (waaronder andere waterschappen), bedrijfsleven en kenniscentra vormt de sleutel tot succes. Ruimte binnen procedures vindt de VVD gewenst, om zo ruim baan te geven aan nieuwe ontwikkelingen en aan innovatieve (en duurzame) oplossingen.
Pagina | 13
De VVD vindt dat investeren in innovatieve projecten vaak ook betekent risico’s durven nemen. De VVD vindt dit alleen aanvaardbaar wanneer samenwerkende partijen vooraf zeer gedegen de risico's in beeld hebben gebracht en gewogen. De VVD wil dat van tevoren een transparant terugverdienmodel opgesteld moet worden waardoor voor alle partijen duidelijk is hoe de voordelen maar ook hoe de nadelen verdeeld worden. De VVD steunt internationale samenwerking van het Waterschap alleen op basis van een gezonde businesscase. Ontwikkelingssamenwerking wil de VVD over laten aan het Rijk, dat hoort niet bij het Waterschap.
Duurzame en innovatieve oplossingen in de watertechnologie, in de afvalwaterzuivering en in de bescherming tegen overstromingsgevaar kunnen extra waarde krijgen als exportproduct. De waterschappen zullen hier in bestaande en nieuwe samenwerkingsverbanden een belangrijke bijdrage aan blijven leveren. Nederland kan zich op deze manier internationaal blijven positioneren als waterland: Bring in the Dutch!
Pagina | 14
T O P 10 1.
De VVD wil een Waterschap dat zich richt op kerntaken en daarbij Waterveiligheid (droge voeten) voorop stelt.
2.
De VVD wil een Waterschap dat zoveel mogelijk ruimte geeft aan burgers en bedrijven om zich te ontwikkelen.
3.
De VVD wil een Waterschap dat geen verdere lastenverhogingen oplegt aan burgers en bedrijven.
4.
De VVD wil dat de nullijn leidend is voor de begroting en dat door het aanwijzen van prioriteiten (als onder punten 8, 9) sommige projecten versneld opgepakt worden en andere naar achter verschoven zullen Worden.
5.
De VVD wil een Waterschap dat minder alles op het collectief afwentelt en meer werk maakt van het beginsel 'De vervuiler en de gebruiker betalen'.
6.
De VVD wil een Waterschap dat regelmatig test op de digitale veiligheid van de belangrijkste systemen voor aansturing van gemalen, sluizen etc.
7.
De VVD wil een Waterschap dat bij uitvoering van taken uitbesteding naar de markt omarmt, want de overheid moet geen ondernemer spelen.
8.
De VVD wil een waterschap dat voorrang geeft aan het versterken van de Lekdijk waardoor er geen dure investeringen in de noordelijke dijk van de Gekanaliseerde Hollandse IJssel nodig zijn. Het waterschap blijft verantwoordelijk voor goed beheer en onderhoud van de Gekanaliseerde Hollandse IJssel.
9.
De VVD wil een Waterschap dat aan vervanging van de RioolWaterzuivering van Utrecht voorrang geeft. En dat kan, wat de VVD betreft, betekenen dat elders andere prioriteiten gesteld moeten worden.
10.
De VVD wil een Waterschap dat internationale samenwerking alleen op basis van een gezonde businesscase oppakt. Ontwikkelingssamenwerking wil de VVD over laten aan het Rijk, dat hoort niet bij het Waterschap.
Pagina | 15