Chinchilla's
Knaag & Ko opvangcentrum voor konijnen en knaagdieren
Dierenbescherming regio Utrecht
Inhoud Algemeen
3
Gezelschap
4
Huisvesting
4
Voeding
5
Voortplanting
6
Gedrag
7
Verzorging
7
Gezondheid, ziekten en kwalen
8
Koppelen van chinchilla's
9
Mogelijke combinaties, Basisvoorwaarden, Gewenning
Colofon
12
2
Algemeen De chinchilla (Chinchilla lanigera) behoort tot de orde van de knaagdieren (Rodentiae) in de familie van de schijnratten. Het oorspronkelijke woongebied van de chinchilla is het Andesgebergte in Zuid Amerika. Hier houden zij zich overdag schuil in de spleten en holen van rotsachtige hellingen. De flora op deze hoogte bestaat hoofdzakelijk uit dorre grassen en struikachtige heide. De bodem is bedekt met vulkanische as die de dieren gebruiken om een stofbad in te nemen. De chinchilla heeft een dichte, isolerende vacht die beschermt tegen de sterk wisselende dag- en nachttemperaturen en de lage luchtvochtigheid. Door deze vacht werd de chinchilla al voor de ontdekking van Amerika bejaagd door de autochtone bevolking. Na de komst van de Spanjaarden raakte het bont ook in Europa bekend en betekende dit de ondergang van de chinchilla. De chinchilla's zijn door de Spanjaarden waarschijnlijk vernoemd naar de indianenstam de Chinca’s. In 1918 slaagde de Amerikaan M. Chapman er in voor het eerst 11 dieren te vangen uit de zo goed als uitgeroeide wildpopulatie. Deze 11 dieren gebruikte hij om een bontfokkerij op te starten. Dit leidde ook tot de eerste kleurvariaties van zwart tot wit en allerlei andere tussentinten. Pas enige tijd later groeide de chinchilla uit tot geliefd huisdier. Tegenwoordig zijn er in Nederland geen chinchillapelsfokkerijen meer. Er zijn twee soorten chinchilla’s: de kort- en de langstaartchinchilla. De chinchilla’s die in gevangenschap worden gehouden zijn vooral langstaartchinchilla’s. De chinchilla is ongeveer 25 cm groot en weegt tussen de 500-700 gram. De oren zijn nauwelijks behaard en ongeveer 5 cm lang. Ze hebben vrij grote ogen, flinke snorharen en een ruige pluimstaart. In verhouding tot hun lichaam hebben chinchilla’s korte voorpoten en lange, sterke achterpoten. De dichte, fijne vacht (het enige zoogdier waarbij meerdere haren uit één wortel komen, zo’n 40-120!) beschut hen tegen kou maar is niet waterafstotend. Chinchilla's hebben namelijk geen zweet- en talgklieren. De tanden zijn geeloranje en bij jonge dieren zijn ze wit. De tanden en kiezen groeien levenslang door omdat chinchilla’s een open wortelkanaal hebben. Om het droge, vezelige voedsel te kunnen verteren hebben ze een zeer lang maagdarmkanaal. De dieren zijn voornamelijk in de schemer en nacht actief.
3
Gezelschap De chinchilla is van nature een groepsdier. Een groep kan wel uit 100 dieren bestaan en bestaat dan uit een mannetje met enige vrouwtjes en hun jongen. De dieren kunnen goed als paartje worden gehouden, waarbij het mannetje gecastreerd kan worden. Ook is het mogelijk twee vrouwtjes bij elkaar te zetten. Wel kan het een lange tijd duren voordat de dieren elkaar accepteren. Het beste kan er dan voor gekozen worden een jong dier bij een al volwassen dier te plaatsen. Een chinchilla die alleen gehouden wordt zal wegkwijnen en/of gedragsstoornissen gaan vertonen.
Huisvesting Omdat chinchilla’s erg levendige dieren zijn, moet de kooi minimaal (lxbxh) 100 x 50 x 150 cm zijn. De kooi moet op een rustige plaats staan, waar niet voortdurend mensen of andere huisdieren heen en weer lopen. Plaats de kooi niet bij ramen, deuren of op een andere plek die de rust van de chinchilla’s kunnen verstoren. Chinchilla’s worden in de regel binnen gehuisvest waarbij de ideale temperatuur tussen 15 en 20 graden Celsius is. Een buitenaccommodatie is echter ook mogelijk mits deze beschermd is tegen regeninslag en tocht. De ruimte moet droog zijn en voldoende licht binnenlaten. Plaats het verblijf niet in direct zonlicht. Op de grond zal een chinchilla zich niet veilig voelen, omdat in de natuur het gevaar van boven komt (roofvogels). Daarom is het voor de dieren prettiger als de kooi op ooghoogte staat.
Voorbeeld van geschikte huisvesting: een binnenvolière.
4
Voor het zelf maken van een kooi kan voor de achterkant, zijkanten, bodem en dak bijvoorbeeld metaal of hout gebruikt worden. De voorkant van de kooi kan het beste gemaakt worden van een vierkante frame waarin twee deuren geheel bespannen kunnen met bijvoorbeeld nertsengaas. De deuren moeten een minimale afmeting hebben van 30 x 25 cm om de kooi goed schoon te kunnen maken en de dieren in of uit de kooi te halen. Een goed alternatief is een binnenvolière. In het onderkomen moet een slaaphok aanwezig zijn waarin de chinchilla zich kan terugtrekken. Daarnaast moeten één of meerdere zitplankjes tegen de wand bevestigd worden. Plaats de plankjes niet te hoog of te ver van elkaar af. Om de chinchilla’s de mogelijkheid te geven om te klimmen moeten er klimtakken aangebracht worden. De takken moeten van een harde houtsoort zijn, zodat de dieren door het knagen aan de takken ook de tandafslijting bevorderen. Als bodembedekking van de kooi kan het beste gekozen worden voor houtkrullen, beukensnippers of zand. Zaagsel is niet geschikt. De urineplaats moet dagelijks schoongemaakt worden door het grootste vuil en natte krullen te verwijderen. De gehele kooi moet één tot tweemaal per week verschoond worden. Plaats in de kooi en stevige voerbak, een hooiruifje en een bak speciaal badzand om een zandbad in te kunnen nemen. Om te drinken kan er gekozen worden voor een flesje met een glazen nippel of een drinkbak op de bodem. Het omvergooien van de drinkbak kan voorkomen worden door deze onder een tafeltje of plank te zetten.
Voeding Chinchilla's kunnen het beste gevoerd worden met speciale chinchilla-korrels (o.a. Witte Molen). Deze korrels bevatten alle noodzakelijke voedingsstoffen. Gemengd voer voor andere knaagdieren of konijnen is ongeschikt omdat deze niet alle benodigde voedingsstoffen bevat. Naast het hardvoer hebben ze hooi nodig om de spijsvertering te bevorderen. Geef ze daarom iedere dag een handje hooi. Het beste kunnen de dieren gevoerd worden als ze actief worden, dus in de late middag- of vroege avonduren. Het drinkwater kan het beste in een flesje met glazen- of roestvrijstalen drinknippel gegeven worden. Geef de chinchilla’s geen grote hoeveelheden vers groenvoer, dit kan tot ernstige darmstoornissen leiden.
5
Enkele grassprietjes of een blaadje andijvie als vers groenvoer kan geen kwaad en tarwearen worden ook zeer gewaardeerd. Evenals het konijn en de cavia eet de chinchilla delen van zijn ontlasting op. Hier zitten vitaminen in. Pas op voor wisselingen van voer; hier kan een chinchilla absoluut niet tegen!
Voortplanting Voor het bepalen van het geslacht kan het beste worden afgegaan op de afstand tussen de penis/clitoris en de anus. Deze is bij het mannetje dubbel zo groot als bij het vrouwtje. Het blijft echter moeilijk voor een lekenoog, zeker als er geen "vergelijkingsmateriaal" is.
Het seksen van chinchilla’s: links het mannetje, rechts het vrouwtje.
Het mannetje is op een leeftijd van 6 maanden geslachtsrijp. Het vrouwtje is vanaf een leeftijd van 5-6 maanden geslachtsrijp. Ze mogen echter pas op 79 maanden gedekt worden als ze volgroeid zijn. Mannelijke chinchilla’s kunnen gecastreerd worden als ze volgroeid zijn. Voordat er een geslaagde dekking plaatsvindt, gaat er meestal een lange verkeringstijd aan vooraf. De cyclus treedt om de 28-35 dagen op en de bronst duurt 3-4 dagen. De dracht duurt gemiddeld 111-128 dagen. De worp bestaat uit 1-4 jongen. De jonge dieren worden geboren met vacht, oren en ogen open (nestvlieders) en zogen ongeveer 6 weken bij de moeder. Na ongeveer een week eten ze al wat hooi en korrels mee. Na 10 weken kunnen de jongen weg bij de moeder.
6
Gedrag Als chinchilla's hun eigen ritme volgen zijn ze later in de avond en 's nachts het meest actief. Activiteit wisselen ze af met korte rustperioden/slaapjes. Ze zijn nieuwsgierig en tegelijkertijd schichtig; ze schrikken snel van onverwachte geluiden en bewegingen. Een jonge chinchilla is met veel rust en geduld redelijk tam te krijgen zodat kriebelen op hun kopje mogelijk is, maar in principe zijn het dieren die hun eigen gang gaan en geen knuffels zijn. Om deze redenen zijn ze als huisdier dan ook minder geschikt voor kleine kinderen. Chinchilla's vinden het heerlijk om bezig te zijn. Zo kan de kooi aangekleed worden met buizen met een doorsnee van 15 cm en rieten mandjes om kapot te knagen. Ook papieren zakjes die half door de tralies zijn gepropt, zijn voor de chinchilla's en ware uitdaging om er zelf tussenuit te trekken. Chinchilla's zijn in staat geluid te maken: contactgeluiden: een zacht tevreden geluid dat het midden houdt tussen piepen en knorren. Dit wordt gebruikt tussen volwassen of bijna volwassen kooigenoten. moeder-baby-piep geluiden: deze geluiden worden gebruikt door pasgeboren jongen tot ze een paar weken oud zijn. De moeder beantwoordt dit met hetzelfde soort gepiep vermengd met de contactgeluiden. blaffen: een geluid als een soort waarschuwing voor gevaar en angst. Zeer angstige chinchilla's zullen als pingpongballen door de kooi stuiteren, blaffende geluiden maken, vachtbijten, urinespuiten of zelfs met elkaar vechten. Als dit gedrag optreedt is er duidelijk een bron van stress in de buurt waardoor de chinchilla's zich hoogst ongemakkelijk voelen.
Verzorging De chinchilla heeft een aantal natuurlijke vijanden, in het bijzonder roofvogels. Een belangrijk ontsnappingsmechanisme van de chinchilla is zijn bijzondere pels. Als een dier plotseling wordt gegrepen laat het grote delen van zijn vacht los. Deze bijzonderheid betekent dat een chinchilla altijd op een rustige manier benaderd moet worden door hem bijvoorbeeld eerst aan een hand te laten ruiken en pas daarna op te pakken. Drijfjachten door een kooi moeten dus altijd worden vermeden; een in het nauw gedreven chinchilla raakt in stress, dit blijkt onder meer uit urine sproeien en bijten.
7
Als een chinchilla opgepakt moet worden kan ook een schepnetje gebruikt worden. Pak een chinchilla nooit aan de staart beet, maar pak de staartwortel tussen duim en wijsvinger beet en vervolgens kan met de andere hand rond de borstkas en voorpoten het lichaam ondersteund worden. Geef chinchilla's elke dag een speciaal zandbad zodat ze hun vacht luchtig en vetvrij kunnen houden. Daarmee worden ook parasieten verwijderd. Dit speciale zand is in de dierenwinkel verkrijgbaar en is meerdere malen te gebruiken door het regelmatig te zeven. Was de handen goed na ieder contact met de chinchilla of zijn omgeving.
Gezondheid, ziekten en kwalen De gezondheid van de chinchilla kan worden afgemeten aan zijn eetlust, activiteit en uiterlijk: de gezonde chinchilla heeft een glanzende vacht, is actief en eet en drinkt goed. Zodra in één van deze aspecten verandering optreedt is het zaak een dierenarts te raadplegen. Huid- en vachtproblemen: Huidschimmels, schurftmijt of andere parasieten kunnen o.a. kale plekken veroorzaken. Raadpleeg een dierenarts: behandeling is mogelijk. Doorgegroeide tanden en nagels: Door voor genoeg knaagmateriaal en beweging te zorgen slijten de altijd doorgroeiende tanden en nagels als natuurlijk af. Te lang geworden tanden en nagels moeten geknipt worden. Verstopping en diarree: Een veel voorkomende kwaal en meestal een gevolg van verkeerde voeding of veranderingen in het voer. Bij aanhoudende diarree een dierenarts raadplegen. Verkoudheid/longontsteking: Bij aanhoudende natte ogen, verkoudheid en koortsigheid schuilt het gevaar van een longontsteking. Zorg dat de chinchilla tocht- en vochtvrij staat en raadpleeg een dierenarts. Vachtbijten en gedragsproblemen: Van vachtbijten is onduidelijk of dit een kwestie van verkeerde voeding, stress of erfelijkheid is. Vaak is het moeilijk af te leren. Bij andere gedragsstoornissen zoals het regelmatig heen en weer hollen op één plek, is het verstandig een kooigenoot te zoeken of de gewoonten te doorbreken door bijvoorbeeld de kooi-inrichting te veranderen. Leeftijd: een chinchilla wordt in gevangenschap 10-17 jaar oud.
8
Koppelen van chinchilla’s Chinchilla's zijn sociale dieren bij uitstek. Het zijn echte koloniedieren. Een chinchilla alleen houden is niet verantwoord: het dier zal verpieteren van eenzaamheid.
Mogelijke combinaties Voor het koppelen van dieren gaat de Dierenbescherming ervan uit dat er geen jongen geboren mogen worden omdat zij in principe tegen fokken is. Rekening houdend met de aard van chinchilla's en de mogelijkheid mannelijke chinchilla's te castreren, kunnen de volgende combinaties gemaakt worden: twee of meer vrouwtjes twee of meer (gecastreerde) mannetjes één gecastreerd mannetje en één vrouwtje één gecastreerd mannetje en meerdere vrouwtjes meerdere gecastreerde mannetjes en meerdere vrouwtjes
Basisvoorwaarden Zorg voor een ruime behuizing. Voor twee chinchilla's minimaal 100 x 50 x 150 cm met daarin de mogelijkheid voor de dieren om elkaar te kunnen ontwijken. Een gecastreerde chinchilla kan pas 3 weken na de castratie bij een vrouwtje gezet worden.Tegen die tijd is de operatiewond goed genezen en is het sperma niet meer vruchtbaar. Als een mannelijk jong binnen een groep geboren wordt, is het zaak hem vanaf 7 maanden uit de groep te halen want daarna zullen er gevechten uitbreken tussen broers en de vader. Dit probleem is echter geheel over als de vader en zoon(s) gezamenlijk in een ander hok gezet worden. Zowel voor het koppelen van twee mannetjes als twee vrouwtjes geldt dat zolang de dieren nog niet geslachtsrijp zijn, is het ze elkaar meestal zonder slag of stoot zullen accepteren. Voor het koppelen van twee nieuwe volwassen dieren moet rekening gehouden worden met een lange gewenningsperiode waarbij de kans op mislukken aanwezig is. Een volwassen dier accepteert in de meeste gevallen wel een jong dier.
9
Laat de chinchilla's ieder in hun eigen kooi en zet ze naast elkaar zodat ze elkaar kunnen zien en ruiken. Zet na een aantal dagen één van de twee chinchilla's in een kleine kooi in de grote kooi. De volgende dag kan het deurtje van de kleine kooi worden opengezet: het kooitje kan nog niet verwijderd worden omdat het nog als toevluchtsoord kan dienen. Het beste kan dit 's morgens gebeuren als de dieren normaal slapen en dus eigenlijk te sloom zijn voor een vechtpartij. Bij het vormen van een groep met één mannetje en meerdere vrouwtjes is het verstandig eerst de vrouwtjes aan elkaar te laten wennen en dan pas in het territorium van het mannetje te zetten. Zet nooit een vrouwtje bij twee mannetjes! Ook al zijn de mannetjes gecastreerd; ze zullen met elkaar op de vuist gaan tot de dood er op volgt. Zelfs nadat het vrouwtje verwijderd is zal de verstandhouding behoorlijk verstoord zijn waarbij het risico vrij groot is dat ze elkaar niet meer accepteren.
Gewenning De eerste kennismaking tussen twee volwassen dieren kan variëren van een enthousiaste begroeting tot een hevige vechtpartij. Het vechten kan variëren van pesten tot een ware veldslag. In alle gevallen moet degene die aanvalt gestraft worden door hem/haar in het kleine kooitje te plaatsen (deurtje dicht!). De volgende dag ('s morgens) mag hij/zij er pas weer uit. Meestal is de ruziezoeker dan zover gekalmeerd dat het ergste vechten over is, maar de kans is groot dat het tegen de avond weer begint. De boosdoener gaat die nacht weer in het kleine kooitje en de volgende ochtend er weer uit. Uiteindelijk kan dit soms meer dan een week duren. Vertrouw het pas als de chinchilla's tegen elkaar aangedrukt zitten. Als bij een stelletje één van de twee overlijdt, kan de overgeblevene in een behoorlijke dip raken. Let dan goed op of het dier blijft eten en ga op zoek naar een nieuwe partner!
10
11
Colofon Deze informatie is een uitgave van: Dierenbescherming regio Utrecht Knaag & Ko, opvangcentrum voor konijnen en knaagdieren Bezoekadres (alleen op afspraak)
Postadres:
Loes van Overeemlaan 8 3818 GZ Amersfoort Tel: 088 – 811 34 80 (Knaag & Ko)
Postbus 9420 3506 GK Utrecht
Rek.nr. 1.085.41.428 KvK Utrecht 40477858 www.knaagenko.nl
[email protected] www.dierenbescherming-utrecht.nl
Tekst en vormgeving: Knaag en Ko Illustratie voorkant: Kim Bensdorp In deze serie is ook verschenen: Konijnen, Cavia's, Tamme ratten, Degoes, Chinchilla's, Gerbils, Kleurmuizen, Dwerghamsters, Syrische en Chinese hamsters, Eetbare planten voor konijnen en knaagdieren, Giftige planten voor konijnen en knaagdieren, Vachtverzorging van konijnen en knaagdieren, Adoptieplan, Pension
Januari 2013
12