KLEUR IN HET ARMOEDEDEBAT Voor een sterkere stem van mensen in armoede met een migratieachtergrond
Dank u wel! Dank aan iedereen die ons in de loop van het project inspireerde en ervaringen of ideeën binnenbracht. Jullie waren met te veel om op te noemen… Een bijzonder woord van dank aan alle deelnemers aan de ervaringsuitwisselingen; en niet in het minst ook aan de begeleiders van de lokale projecten die de voorbije jaren het beste van zichzelf gaven binnen het project. Hetzelfde geldt voor de mensen met een migratieachtergrond die participeerden in de lokale groepen, aan de dialoogdag en andere dialoogmomenten… Ook dank aan alle mensen die meelazen aan de teksten: deelnemers uit de ervaringsuitwisseling en uit de adviesgroep. Die laatste was samengesteld uit mensen uit het middenveld, het beleid en de onderzoekswereld die dit project genegen waren en mee richting gaven. Bedankt daarvoor! En natuurlijk was dit project niet mogelijk geweest zonder de projectpartners. Daarom: een welgemeend dankwoord aan Cera voor de financiële ondersteuning, de sterke begeleiding en het vele werk achter de schermen: niet in het minst de redactie van deze publicatie. Dank aan Minister Vandeurzen voor de financiële ondersteuning en aan de administratie Welzijn, afdeling Welzijn en Samenleving voor de begeleiding in de stuurgroep. Aan de medewerkers van het Minderhedenforum dank voor de enthousiaste en fijne samenwerking en de door jullie binnengebrachte expertise. En uiteraard ook dank aan de collega’s van het Netwerk tegen Armoede die mee vorm gaven aan deze boeiende uitdaging; en last but not least aan Tine en Quinten voor de geslaagde stage binnen het project! Bart Ketelslegers Januari 2015
4
Voorwoord Van alle personen geboren buiten de EU leeft meer dan één op drie in Vlaanderen in armoede. Bij mensen met een Marokkaanse achtergrond loopt het risico om in armoede te leven op tot boven de 50%. Of nog, de helft van de kinderen die in armoede opgroeit heeft een migratieachtergrond. De cijfers zijn schokkend voor praktijkwerkers én beleidsmakers. Deze hoge cijfers maken het belang van dringende actie duidelijk. Wachten is geen optie meer. Als we nu niet daadkrachtig en doordacht handelen, dan zal dit onze samenleving de komende decennia alleen maar meer kosten: zowel op sociaal als op economisch vlak. Verschillende actoren hebben hierin een verantwoordelijkheid op te nemen: in de eerste plaats het beleid, maar ook dienstverlenende sectoren. Maar anderzijds is er ook nood aan empowerment van mensen in armoede met een migratieachtergrond en het versterken van hun stem in het beleid. Nu wordt die nauwelijks gehoord. Basiswerkingen die dicht bij de leefwereld staan van mensen in armoede bieden de beste garantie om deze stem naar boven te krijgen, en de meest kwetsbaren te empoweren en te betrekken. Hiervoor zijn echter middelen nodig: om verder te experimenteren, om know how verder op te bouwen, voor professionele ondersteuning, voor lange termijn ondersteuning,… Met dit project hebben we kiemen gelegd. Het Minderhedenforum en het Netwerk tegen Armoede gaan de komende jaren alvast verder op de ingeslagen weg om (de stem van) mensen in armoede met migratieachtergrond te versterken. Wij hopen om dit samen met u te doen! Graag willen wij tot slot Cera, de Vlaamse overheid en Minister Vandeurzen danken voor de steun en inbreng in dit project. Namens Minderhedenforum en Netwerk tegen Armoede Wouter Van Bellingen en Frederic Vanhauwaert
1
Inhoud Voorwoord Inhoud Inleiding
2
1 2 4
DEEL I. ‘Armoede Gekleurd’: een lerend netwerk
10
1.1 Het project ‘Armoede gekleurd’ 1.2 Een open lerend netwerk 1.3 Gerichte ondersteuning van 6 lokale werkingen 1.4 Beleidswerk ‘mét en zonder papieren’ 1.5 Praktijkreflectie en visieontwikkeling 1.6 De projectpartners
10 12 15 17 19 19
Case 1. Turkse Unie van België: vertrouwen als basis voor themawerk rond armoede Case 2. Arm in Arm: sterk beleidswerk met kwetsbare groepen
21 24
DEEL II. Armoede bij mensen met een migratieachtergrond
28
2.1 Inleiding: over zwaluwwen en mussen 2.2 Migratie in beweging 2.2.1 Een korte migratiegeschiedenis van België in de 20e eeuw 2.2.2 Superdiversiteit 2.2.3 Verouderde denkbeelden 2.2.4 Meervoudig kijken en kruispuntdenken 2.3 Armoede 2.3.1 Wat is armoede vandaag? 2.3.2 Een definitie? 2.3.3 Generatiearmoede versus nieuwe armoede 2.3.4 Waarom is er armoede? 2.4 Gekleurde armoede: geen zwart-wit verhaal 2.4.1 Armoede bij mensen met een migratieachtergrond 2.4.2 Wat kenmerkt armoede bij mensen met een migratieachtergrond? 2.4.3 Culturalisering
28 29 29 30 34 35 37 37 39 42 44 55 55 56 65
3
2.5 Mensen met een migratieachtergrond in de verenigingen waar armen het woord nemen 2.5.1 Bereik van mensen met een migratieachtergrond 2.5.2 Een parallel met nieuwe armoede 2.6 Is armoede taboe voor mensen met een migratieachtergrond? 2.6.1 Zelfbeeld en referentiekaders 2.6.2 Barstjes in taboe?
69 69 71 72 72 73
Case 3. Recht-Op – Ihsane: Van methodiekverbreding naar partnerschap tegen armoede Case 4. Platform van Afrikaanse Gemeenschappen. Armoede bespreekbaar maken
75 78
DEEL 3. Kleur in participatie: beleidsparticipatie met mensen in armoede met een migratieachtergrond
82
3.1 Inleiding 3.2 Visie op participatie 3.2.1 Armoedebestrijding: wie bepaalt de agenda? 3.2.2 Wat verstaan we onder participatie? 3.3 Armoedebestrijding van onderuit: betrekken van mensen in armoede 3.3.1 Betrekken van mensen in armoede gaat niet vanzelf 3.3.2 Vertrekken vanuit bestaande praktijk of zelf op zoek? 3.4 Ingrediënten voor het basiswerk 3.4.1 Basiswerk: erbij horen als voorwaarde om bij te kunnen dragen 3.4.2 Principes achter het werken aan de basis 3.4.3 Wat heb je te bieden? 3.4.4 Een richting in het aanbod? 3.5 Beleidswerk met mensen in armoede 3.5.1 Thematisch groepswerk 3.5.2 Participatiedriehoek 3.5.3 Themawerk rond armoede: benoem je het? 3.6 Stappen in het dialoogproces 3.6.1 Beleidswerk 3.6.2 De dialoogmethode 3.6.3 Verschillende wijzen van beleidsadvies gewikt en gewogen 3.7 Conclusie
82 83 83 84 92 92 95 96 96 98 102 110 113 113 115 126 129 129 130 135 139
Case 5. Welzijnsschakels: lokale actie op maat van elke groep Case 6. Internationaal Comité: versterken van zelforganisaties om armoede aan te pakken
140 143
Literatuurlijst Colofon
146 154
Inleiding Armoede bij mensen met een migratieachtergrond krijgt pas relatief recent ruimere aandacht binnen de armoedebestrijding. Onderzoek in opdracht van de Koning Boudewijnstichting uit 2007 onder de naam De Kleur van Armoede (Van Robaeys e.a.) zorgde voor een eerste ‘wake up call’. Die werd nog versterkt door het Jaarboek Armoede en Sociale Uitsluiting van 2011, dat specifiek aandacht had voor armoede bij mensen met een migratieachtergrond. De hoge armoedecijfers bij mensen met een migratieachtergrond vallen dan ook niet meer te ontkennen. Verschillende sectoren actief op het terrein van welzijn worden er in toenemende mate mee geconfronteerd: OCMW’s, CAW’s, verenigingen waar armen het woord nemen, initiatieven van Samenlevingsopbouw… Ook etnisch-culturele federaties zien de toename van armoede bij de achterban met lede ogen aan. Zeker is dat de armoede bij mensen met een migratieachtergrond is toegenomen. Je kan je echter de vraag stellen of we door de grote aandacht voor het culturele anders-zijn (en de nadruk op waarden, normen, identiteit…), vooral sinds de jaren ‘90 van vorige eeuw, de sociaal-economische factoren niet uit het oog verloren zijn. Daarom is het goed dat er nu terug weer aandacht is voor sociaaleconomische factoren en de mate waarin die de kansen op integratie beïnvloeden. Om armoede te bestrijden zijn beleidsveranderingen in elk geval noodzakelijk. In 2008 formuleerden het toenmalig Vlaams Minderhedencentrum en de Vlaamse overheid daarom 60 aanbevelingen voor de aanpak van ‘gekleurde armoede’ (Janssen & Peeters, 2008). Deze aanbevelingen gingen over de participatie van mensen in armoede, maar ook over noodzakelijke maatregelen voor meer kansen in onderwijs en arbeid, voor een toegankelijkere huisvesting, voor de toegankelijkheid van voorzieningen… De aanbevelingen blijven onverkort geldig, maar veel maatregelen wachten nog steeds op hun uitvoering. Misschien kan een beetje druk helpen? Veel veranderingen uit het verleden werden in gang gezet omdat sociale groepen zich organiseren en hun belangen opeisen. Door zich te verenigen en actie te voeren konden arbeiders, vrouwen, holebi’s… onevenwichtige en soms onderdrukkende structuren en wetten wijzigen. Hetzelfde is nodig als het gaat over de belangen van mensen in armoede (met een migratieachtergrond).
4
Voor mensen in armoede ligt dit echter veel moeilijker omdat ze zich niet spontaan verenigen om hun rechten op te eisen. En wat geldt voor mensen in armoede in het algemeen, geldt ook voor mensen in armoede met een migratieachtergrond. Piet Janssen, de voormalige directeur van het Vlaams Minderhedencentrum zegt hierover: “Als we breed genoeg kijken, dan stellen we vast dat ook bij etnisch-culturele minderheden de zwakste groepen niet verenigd zijn en evenzeer moeilijker bereikt worden. Ook daar zijn er dus groepen, zoals bij de armen, die zich niet op eigen kracht verenigen. Wellicht zorgt het etnisch behoren op een aantal plaatsen er toch voor dat de aansluiting gemaakt wordt, al kan je in het algemeen stellen dat, zoals het autochtoon sociaal-cultureel werk niet automatisch de meest kansarmen bereikt, dit ook zo is voor de verenigingen van etnisch-culturele minderheden” (Janssen, 2004). Net omdat het niet automatisch gaat, is het belangrijk om hier gericht op in te zetten en de stem van mensen in armoede met een migratieachtergrond kracht bij te zetten. Een aantal voortrekkers doen dit al langere tijd. Zij hebben de hierboven aangehaalde onderzoeken niet afgewacht. Met name sommige verenigingen waar armen het woord nemen in het Brusselse, verenigingen werkzaam met mensen zonder wettig verblijf en de werking van het Antwerpse Arm in Arm, bouwden de voorbije jaren al enige expertise op in het werken met deze groepen. Bij andere verenigingen waar armen het woord nemen, maar ook verenigingen en federaties van mensen met een migratieachtergrond, groeit intussen de interesse om - elk vanuit de eigen mogelijkheden - mensen in armoede met een migratieachtergrond te betrekken. Om deze processen te versterken en om te leren uit de verschillende ervaringen, startten we drie jaar geleden met het project Armoede Gekleurd. Het project is een aanzet tot de interculturalisering van de armoedebestrijding. Zo willen we een volwaardige plaats geven aan mensen met een migratieachtergrond in het armoededebat. Die plaats is vandaag nog niet verworven. Dat kan ook niet op drie jaar tijd: het duurde tientallen jaren om de verenigingen waar armen het woord nemen te vormen tot wat ze nu zijn. Wel hopen we een belangrijke basis gelegd te hebben en zien we één en ander bewegen op het terrein. Meer dan ooit zijn we overtuigd dat het mogelijk en noodzakelijk is om hierin te investeren. Vanuit de lessen die we zelf leerden uit het project, willen we daarom ook anderen inspireren. We doen dit op drie manieren: 1. Met een voorstellingsfilm waarin de betrokken werkingen aan het woord komen over hoe ze een stem geven aan mensen in armoede met een migratieachtergrond. Je vindt deze voorstellingsfilm op: www.netwerktegenarmoede.be/armoede-gekleurd 2. Via onze website verwijzen we naar concreet materiaal om mee aan de slag te gaan: interessante handboeken, beleidsaanbevelingen, fragmenten uit de ervaringsuitwisseling… Je vindt dit materiaal op: www.netwerktegenarmoede.be/armoede-gekleurd 3. Via deze publicatie reflecteren we over de praktijken in de verschillende betrokken werkingen en doen we onze visie op armoede en armoedebestrijding uit de doeken.
5
Deze publicatie is bedoeld als reflectie en inspiratie. Het is geen wetenschappelijke studie, al hebben we ons ruim gedocumenteerd. Het is ook geen opsomming van concrete hier-en-nu toe te passen technieken. Daar bestaan goede handboeken voor die we hier niet opnieuw wilden ‘heruitvinden’. Ook is het geen pure praktijkbeschrijving geworden. Veeleer maken we de koppeling tussen praktijk en praktijkgerichte theoretische kaders. Veel van deze kaders zijn niet specifiek voor het werken met mensen met een migratieachtergrond. Soms dienen ze wel opnieuw geïnterpreteerd te worden wanneer ze op nieuwe doelgroepen worden toegepast. Specifieke nuances en aandachtspunten komen daarbij naar voor. De tekst die volgt is onderverdeeld in 3 delen: •
In een eerste (kort) deel beschrijven we het project Armoede Gekleurd en de belangrijkste betrokken organisaties.
•
In deel II kijken we in de diepte naar wat armoede is en wat migratie vandaag betekent. Vervolgens schetsen we de belangrijkste factoren die spelen als het gaat om armoede bij mensen met een migratieachtergrond. We vertrekken van een aantal vragen die leven bij veel van de betrokken werkingen. We keken echter ook breder dan enkel de informatie uit het project.
•
Deel III tenslotte, bevat onze visie op participatie. We staan stil bij wat het betekent om mensen in armoede (met een migratieachtergrond) te betrekken in een basiswerking en in groepswerk. We eindigen met een beschouwing over de dialoogmethode. Met dit deel willen we stof geven tot nadenken over de eigen visie en aanpak van werkingen die mensen in armoede willen betrekken. We laten hier ook geregeld werkers en begeleiders van mensen in armoede met een migratieachtergrond aan het woord.
We wensen u alvast veel leesgenot. Maar eerst geven we u kort de logica mee achter de enkele termen die we hanteren in de publicatie.
6
Wat verstaan we onder… In deze publicatie komen een aantal termen geregeld terug. Hier vind je een woordje uitleg over deze termen en vooral over hoe en waarom we ze gebruiken. (Basis)werking We gebruiken de term ‘basiswerking’ (of soms ‘werking’) omdat hij veel ladingen kan dekken en niet noodzakelijk tot één sector beperkt is. Verenigingen, buurthuizen, maar ook projecten, kunnen basiswerkingen zijn. Hier gaat het vooral over praktijken van verenigingen waar armen het woord nemen, etnisch-culturele zelforganisaties en federaties en Samenlevingsopbouw. ‘Mensen in armoede’ Waar mogelijk verkiezen we te spreken over ‘mensen in armoede’ liever dan ‘armen’. Wanneer we spreken van ‘in armoede (leven)’ ligt de nadruk op de bestaansconditie en niet op kenmerken van de persoon zelf. Voor de definitie over armoede verwijzen we naar deel II. Ook verwante termen zoals kansarmoede, generatiearmoede, nieuwe armoede… worden in deel II uitgelegd. ‘Mensen met een migratieachtergrond’ We spreken van ‘mensen met een migratieachtergrond’. Dit zijn mensen die ofwel zelf gemigreerd zijn (de eerste generatie) ofwel een migratiegeschiedenis hebben in de familie. Het gaat hierbij om de brede bevolkingsgroep die we beogen met de term ‘kleur’ in de titel van deze publicatie. Kinderen van migranten (de tweede generatie) en kleinkinderen (de derde generatie) ondergaan vaak onrechtstreeks nog steeds de gevolgen van migratie, hoewel ze intussen al lang de Belgische nationaliteit hebben. Wanneer we in deze publicatie spreken van migranten, gaat het enkel om mensen die zelf gemigreerd zijn. Ook de term ‘vreemdeling’ komt heel af en toe voor en slaat op het hebben van een andere nationaliteit. Verder is er vooral in citaten soms ook sprake van ‘etnisch-culturele minderheden’ of ECM. Deze term komt grotendeels overeen met de term ‘mensen met een migratieachtergrond’ (toch is hij iets ruimer en omvat hij bijvoorbeeld ook ‘autochtone’ woonwagenbewoners). ‘Autochtoon’ Om het onderscheid te maken met ‘mensen met een migratieachtergrond’ gebruiken we de term ‘autochtoon’ voor Belgen zonder een recente migratiegeschiedenis. De term verwijst
7
naar het onderscheid ‘autochtoon – allochtoon’. De laatste term kreeg intussen een negatieve bijklank. De term autochtoon heeft die negatieve bijklank minder, maar verwijst nog steeds naar het onderscheid tussen wij (autochtonen) en zij (allochtonen). We gebruiken deze term tussen aanhalingstekens, omdat we geen bruikbaar alternatief vonden wanneer we het willen hebben over de armoede bij mensen die geen duidelijke migratiegeschiedenis hebben. Nieuwkomers (en oudkomers) Nieuwkomers zijn mensen die relatief recent migreerden. Wat ‘recent’ is, is echter voor interpretatie vatbaar. Afhankelijk van de betekenis van de term, gaat het om migranten die maximum twee jaar in ons land zijn, dan wel om mensen die migreerden vanaf de jaren ’90 van de vorige eeuw of iets daar tussenin. We hanteren meestal geen duidelijk afgelijnde termijn, maar nemen over wat de verenigingen er zelf over vertellen. Doorgaans gaat het daarbij om mensen die minder dan tien (en meestal zelfs minder dan vijf jaar) in ons land zijn. Oudkomers zijn dan mensen die langer in het land zijn. ‘Mensen zonder wettig verblijf’ Mensen zonder wettig verblijf zijn migranten die geen toelating krijgen om zich in ons land te vestigen. Soms spreken we gemakshalve ook wel van ‘mensen zonder papieren’, maar het is accurater te spreken van mensen zonder wettig verblijf. Een absoluut te mijden term is ‘illegaal’. Niemand is illegaal. Deze term is onjuist, ontmenselijkt en criminaliseert mensen die migreren en vaak vluchten voor de soms barre omstandigheden in het land van herkomst. Hoewel ‘mensen zonder wettig verblijf’ dus ‘vluchteling’ kunnen zijn, is er een duidelijk juridisch onderscheid tussen de twee. Enkel erkende vluchtelingen (volgens de conventie van Genève) krijgen asiel en mogen niet gedwongen worden terug te keren naar hun land van herkomst. In veel basiswerkingen zijn beide groepen aanwezig.
8