Dialoogdag: “Vrijwilligerswerk....ook voor mensen in armoede?” Inleidend. Armoedebestrijding is het centraal thema van De Zuidpoort, een vereniging waar armen het woord nemen. De Zuidpoort voerde een bevraging uit bij mensen in armoede over zaken zoals: “waar voelen we de armoede en de uitsluiting het meest?” “Rond welk grondrecht willen we werken?” Op basis van de verzamelde meningen bleek al snel hoe moeilijk of zelfs onmogelijk het is om een stap vooruit te zetten in je leven als je eenmaal vastzit in armoede en uitsluiting. Mensen zeiden: “Werk of opleiding zou echt iets veranderen voor ons. Maar door onze gezondheid, ons verleden, onze moeilijke situatie nu, durven of kunnen we die stap niet zetten”. Daarom koos De Zuidpoort als subthema: Werk-Opleiding-Gezondheid-Inkomen. WOGI was geboren. De dialoogdag was één van de vele initiatieven van de werkgroep WOGI en ging door op 8 juni 2011. Naast de ervaringsdeskundigen armoede - die vrijwilligen in De Zuidpoort - waren tevens tal van zorgorganisaties aanwezig zoals: OCMW’s, welzijnsschakels, woonzorg, ouderenzorg,... Tijdens de dialoogdag werden vier workshops gehouden, allen met betrekking tot vrijwilligerswerk én mensen in armoede. Onderstaande tekst handelt over twee van de vier workshops namelijk: • Doorstroom van vereniging waar armen het woord nemen naar de “echte” samenleving. Dat is niet voor iedereen gemakkelijk … en moet dat wel? • Vrijwilligerswerk in het kader van activering
Schets Het idee voor een Europees jaar voor vrijwilligerswerk 2011 ontstond oorspronkelijk vanuit het CEV (The European Volunteer Centre) en werd gedragen door het EESC (European Economic and Social committee) en het Europees Parlement, en goedgekeurd door de Europese Commissie. De Europese commissie heeft vooral een economische visie op Europa waardoor het vrijwilligerswerk nog vaak in de context van employability’ of ‘inzetbaarheid’ wordt gezien. 2011 is alvast een heel bewogen jaar voor het vrijwilligerswerk in Europa. Het is een jaar waarin wordt gepoogd een compromis te bereiken tussen enerzijds de visie op vrijwilligerswerk in functie van inzetbaarheid op arbeidsmarkt en economische activering en anderzijds de visie op vrijwilligerswerk als deelname aan de samenleving. Vrijwilligerswerk neemt dus anno 2011 als tool tot sociale cohesie, integratie, inclusie en activering, een bijzondere plaats in het vrijwilligerslandschap Maar zoals het hoort in een democratie ontstond er al snel een clash tussen beide visies. Deze confrontatie zorgde ook tijdens de dialoogdag al snel voor stof tot discussie. Moeten vrijwilligers in armoede via het verenigingsleven doorstromen naar de ‘echte’ (lees werkende) samenleving én moet vrijwilligerswerk louter gezien worden als instrument tot activering? Of als een vorm tot deelname aan de samenleving? De woorden van de vrijwilligers uit de Zuidpoort – die werken vanuit de visie: vrijwilligerswerk als deelname aan de samenleving - waren doordrongen van emoties en vastberadenheid. We werken immers met spanningsvelden. We vertrekken van de urgente nood aan visieontwikkeling en reflectie. Er is momenteel géén inhoudelijke consensus over vrijwilligerswerk en kwetsbare vrijwilligers. Er leven spanningen en communicatiemisverstanden tussen de diverse betrokkenen uit praktijk, beleid en onderzoek, door de verschillende (impliciete) definities die zij hanteren. Het is daarbij niet haalbaar of wenselijk om tot een consensus te komen. Het is wél haalbaar om samen de spanningen in kaart te brengen zodat enerzijds iedere organisatie zich bewuster kan positioneren, en anderzijds de betrokkenen elkaars posities beter leren begrijpen. - Als werkwijze kiezen we voor ‘dialoog’ – dus géén debat of discussie. o Dialoog is gericht op samen reflecteren en samen zoeken naar begrip. o Het gaat NIET om gelijk te krijgen (of te overtuigen), maar wel om van elkaar te leren. Er is geen (externe) partij die bepaalt wie ‘gelijk’ heeft. 1
o Meerdere standpunten kunnen naast elkaar bestaan. De clash Hieronder wordt er eerst kort ingegaan op de visie op vrijwilligerswerk in functie van inzetbaarheid op arbeidsmarkt en economische activering. Daarna wordt de visie op vrijwilligerswerk als deelname aan de samenleving verduidelijkt. Dit gebeurt tevens door de positionering van De Zuidpoort als voorbeeld toe te lichten, Op deze wijze komen randvoorwaarden tevoorschijn opdat mensen in armoede hun vrijwilligersschap kunnen opnemen. Invalshoek ’inzetbaarheid’: ‘Inzetbaarheid’ impliceert dat vrijwilligerswerk te gebruiken is als middel om mensen te activeren, om mensen (opnieuw) toe te leiden naar de arbeidsmarkt. Het individueel welzijn én het collectief welzijn van de groep werkloze(n), -zieken, -mensen in armoede, enzovoort is hierbij van ondergeschikt belang. De focus ligt op de arbeidsmarkt en economische groei. Subgroepen die de samenleving geld kosten of zoals sommigen het omschrijven ‘geen meerwaarde bieden aan de arbeidsmarkt’, moeten opnieuw actief worden voor het algemeen belang. Vrijwilligerswerk is slechts één van de middelen om deze mensen daadwerkelijk te activeren en maakt onderdeel uit van een veel breder geheel. Echter is dat arbeidsbemiddeling, OCMW’s, andere, koers hebben gezet naar ‘verplicht vrijwilligerswerk’ Er werden tijdens de dialoogdag grondige kritieken geformuleerd bij ‘verplicht vrijwilligerswerk’: “Mensen verplichten om vrijwilligerswerk te doen, is geen positieve keuze. Vrijwilligerswerk doet immers juist beroep op de eigen motivatie en engagement van mensen”. Daarom stelt De Zuidpoort dat verplichte activering (in welke richting dan ook) mensen kwetsbaar maakt. Ze stellen de pertinente vraag: “Wat als de verplichte inzet niet lukt?”. Mensen worden extra kwetsbaar indien hiermee hun inkomen, uitkering of leefloon verbonden wordt. Eigenlijk zou vrijwilligerswerk nooit een voorwaarde mogen zijn voor het recht op een inkomen! In het verlengde daarvan werd ook ‘doorstroom naar de arbeidsmarkt’ besproken. Soms wordt verwacht dat vrijwilligerswerk (bijvoorbeeld in een vereniging waar armen het woord nemen) een soort opstap is naar de rest van de samenleving. Voor sommigen is vrijwilligerswerk inderdaad een soort springplak. Ze worden gestimuleerd en kiezen voor nieuwe uitdagingen. Maar we mogen niet verwachten dat vrijwilligerswerk voor iedereen zo een springplank is. Als mensen geen behoefte of motivatie voelen om zich elders in te zetten, moeten ze dat dan toch doen? Wie beslist eigenlijk wat een ‘volwaardige bijdrage aan de samenleving ‘ is? Een vereniging waar armen het woord nemen, heeft ook een eigen plek in de samenleving, waarvan ze deel uitmaakt. “Mensen die daarin meewerken dragen volwaardig bij aan de samenleving”. Mensen die deelnemen aan de activiteiten van een vereniging waar armen het woord nemen, zijn op die manier dus al geactiveerd. Andere diensten die mensen ‘verplicht activeren’ zouden eigenlijk erkenning moeten hebben voor de verenigingen en de inzet van mensen in armoede daarbinnen. Wanneer vrijwilligerswerk wordt verengd tot een instrument voor toeleiding naar de arbeidsmarkt, dan is dit een ‘oneigenlijk gebruik’ van vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk is een instrument voor deelname aan de samenleving, dus niet enkel voor deelname aan de arbeidsmarkt. Er wordt in onze samenleving continu beroep gedaan op menselijke krachten zoals: wilskracht, 1 daadkracht en veerkracht ! Krachten die functioneel maar bovenal productief moeten zijn. We zijn in onze cultuur namelijk met z’n allen verantwoordelijk voor de goede gang van onze samenleving, met inbegrip van de economie.economie. Arbeid verrichten is daardoor primair in onze cultuur en biedt voor de meeste onder ons ook ‘zekerheid’ maar evenzeer een vorm van fierheid – je travaille donc je suis!
1 ‘Veerkracht’ is het vermogen van een mens/groep/gemeenschap om goed bestaan te leiden en zich ondanks moeilijke levensomstandigheden positief te ontwikkelen en dit op een sociaal aanvaardbare wijze. Definitie wordt gebruikt door ‘Bindkracht’, communiceren met mensen in armoede en is oorspronkelijk van Vanistendael (1997) K. Driessens, Bindkracht in armoede. Lannoo uitgeverij 2007 (bindkracht betekent hier communicatie met mensen in armoede).
2
Er is echter een keerzijde aan deze focus op arbeid en economie. Van kinds af aan leven we haastig – gehaast door tijd, leren en presteren. Prestatienormen maken deel uit van de opvoeding, van het opgroeien en vormen uiteindelijk ook de basis van een volledige loop(levens)baan. We moeten punten halen op school, op het werk, op de sociale ladder en zoverder. Velen vallen echter uit de boot omdat ze gewoon niet in staat zijn- of nooit geleerd hebben om te voldoen aan deze prestatienormen. Wie over voldoende kracht(en) beschikt hoeft zich niet veel zorgen te maken. Maar door onverwachte gebeurtenissen zoals: ziekte, ontslag, generatiearmoede....... kan elke mens op zijn of haar levenspad tal van situaties tegenkomen waardoor men plots veel meer beroep moet doen op al 2 deze kracht(en). Door de (meestal) meervoudige gekwetstheid bij mensen in armoede staan veerdaad- en wilskracht veelal op een laag pitje of zijn ze soms helemaal afwezig. Ontstaan ‘wilskracht en daadkracht’ vóór het vrijwilligen of ontstaan deze krachten door te vrijwilligen? Het lijkt een ‘wisselwerking’ te zijn, waarbij oorzaak en gevolg moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. Beiden hebben continu effect op elkaar. Diensten zoals: arbeidsbemiddeling en OCMW’s die gebruik maken van het verplicht vrijwilligerswerk komen niet tegemoet aan deze wisselwerking. Er is zelden of nooit aandacht voor het individu en diens levenscontext. De vraag is dus ‘hoe kan je als vereniging een rol spelen in dit proces?’ Eén ding is zeker: vrijwilligerswerk moet op vrijwillige basis gebeuren niet enkel vanwege het gewenste effect op de 3 vrijwilliger zoals: het versterken-, verhogen van recuperatiecapaciteit -, ontplooien van het individu maar tevens omwille van juridische redenen. Vrijwilligerswerk moet immers bij wet op vrijwillige 4 basis gebeuren . Besluit visie op vrijwilligerswerk vanuit ’inzetbaarheid’: De arbeidsbemiddeling, OCMW’s, andere diensten hebben heden het belang van menselijke krachten ingezien. Men beseft dat wie aan zijn of haar lot overgelaten wordt via uitsluitingsmechanismen alsmaar meer verdwijnt in een gemarginaliseerde lage van de samenleving. Via verplicht vrijwilligerswerk trachten ze deze mensen te activeren. Daarmee wordt bedoeld dat wie passief is ten aanzien van de arbeidsmarkt opnieuw (arbeids)actief moeten worden. Deze diensten en overheden hebben nu eenmaal economische doelstellingen en begrotingen, zij runnen een systeem. Maar... mensen zijn geen systeem! Mensen verplicht laten proeven van het vrijwilligerswerk geeft niet de gewenste ‘versterkende’ effecten. Integendeel, in de meeste gevallen voelen mensen zich onheus behandeld, hebben schrik voor mislukkingen en represailles en kunnen in het ergste geval elke vorm van zelfwaardering verliezen. Tenslotte: indien men het zogeheten ‘verplicht vrijwilligerswerk’ afdwingt door om het even welk middel, dan zal men er een andere term voor moeten uitvinden...vrijwillig is vrijwillig! Werklozen en/of mensen in armoede zijn niet de ‘lijfeigenen’ ten dienste van onze samenleving omdat ze nu eenmaal onderaan de maatschappelijke ladder staan! Invalshoek ‘vrijwilligerswerk als deelname aan de samenleving’: Altruïsme is tegengesteld aan egoïsme en bestaat op zich als een ‘ethische stelling’. Men handelt onbaatzuchtig ten voordele van de ander. Verenigingen die werken met vrijwilligers in armoede handelen dus in eerste instantie voor de vrijwilliger zelf. 2 De meervoudig gekwetste mens.Gedeelde en verdeelde zorg. Paul Heyndrickx, Ief Barbier, Monique Van Ongevalle en Koen Vansevenant. mmv Hilde Driesen, 2011 3 Na een ernstige tegenslag of depressie komen mensen die gemotiveerd zijn er vlugger bovenop en doordat ze uit de moeilijkheden hebben geleerd, functioneren zij na de crisis op een hoger niveau , hebben ze een nieuw en beter evenwicht bereikt. 4 Vrijwilligerswerk is elke activiteit die onbezoldigd en onverplicht wordt verricht, ten behoeve van één of meer personen, andere dan degene die de activiteit verricht, van een groep of organisatie of van de samenleving als geheel; vrijwilligers..... Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers
3
Deze ethiek ziet onze samenleving niet enkel als een economische machine. Vanuit waardeperspectieven heeft men respect voor elk individu. Natuurlijk kijkt men hier ook naar het ‘algemeen belang’ maar men beschouwt vrijwilligers (in armoede) als sociale, culturele en menselijke wezens. We zien altruïsme hier echter niet als de verzameling van handelingen waarbij het eigen belang geen plaats krijgt. De vereniging zelf heeft in de meeste gevallen immers ook baat bij het werken met vrijwilligers in armoede. Een vereniging waar armen het woord nemen is onderworpen aan tal 5 van normen en moet dus resultaten boeken wil ze overleven . Bovendien zijn strategische doelstellingen nooit ver weg. Verenigingen waar armen het woord nemen bestrijden armoede en uitsluiting van groepen/individuen in onze samenleving. Het ‘eigen belang’ en het ‘algemeen belang’ zijn dus nooit ver weg. “Door je vrijwilligerswerk in De Zuidpoort neem je als persoon een engagement op om de armoede te bestrijden. Je doet dit door je ervan bewust te worden dat ook in onze samenleving armoede en uitsluiting een realiteit is. Je leert die realiteit kennen door in de vereniging te luisteren naar en in gesprek te gaan met mensen die in armoede leven. Je wordt hun medestander in de strijd tegen de uitsluitingsmechanismen die ze dagelijks op verschillende terreinen van het maatschappelijke leven ondervinden. Je wil onze vereniging versterken met jouw talenten! Wat kan je, samen met mensen in armoede, voor ons doen? Je verzorgt het onthaal in het ontmoetingshuis: je bent gastheer of gastvrouw, je zet de koffie, je houdt in de gaten of iedereen zich welkom voelt, luistert naar wie je aanspreekt en zoekt zelf contact met wie alleen blijft”. “Kortom… je kunt ons verrijken met jezelf! Je kunt al eens voor vervoer zorgen of een klusje uitvoeren, meehelpen bij onze fondsenwerving of onze computerproblemen verhelpen, ideeën aanreiken voor onze communicatie… Je gaat mee op de jaarlijkse vierdaagse vakantie en zorgt voor de begeleiding van de kinderen. Je neemt deel aan een gespreksgroep waarin mensen in armoede het woord nemen en hun ervaringen samenbrengen om armoede, in dialoog met diverse partners, te bestrijden. Je neemt een vertegenwoordiging op in een organisatie of een lokaal inspraakorgaan dat de doelstellingen van De Zuidpoort versterkt. Je ondersteunt een actie die we voeren in het kader van onze missie ‘armoede uitsluiten’. Je verzorgt een vorming rond armoede voor scholen, verenigingen of andere groeperingen. Je gaat mee naar een cultureel evenement, op uitstap of vakantie” (De Zuidpoort vzw) Algemeen besluit: Beide visies op vrijwilligerswerk zijn onlosmakelijk verbonden met de motieven waardoor mensen engagement opnemen. “Motieven voor vrijwilligerswerk en de invloed op de mate en intensiteit van participatie (Lesley Hustinx)” is een cross-nationaal onderzoek, uitgevoerd in 2009. De twee belangrijkste motieven tot vrijwilligen komen er aan bod. Enerzijds zijn er de utilitaire motieven. Zo nemen mensen soms engagement op om sneller betaald werk te vinden. Of jongeren gaan vrijwilligen omdat dat goed staat op hun CV. Deze motivaties vertonen sterke overeenkomst met de inzetbaarheidvisie. Zij zien dezelfde kansen als de diensten voor arbeidsbemiddeling, OCMW’s,.. Anderzijds zijn er de ‘waardegerichte motieven’ (altruïsme). Deze motivaties vertonen sterke overeenkomst met de visie op vrijwilligerswerk als deelname aan de samenleving. Altruïstische motieven komen het sterkst voor in non-profit organisaties met een beperkte publieke 6 welvaartsvoorziening en met weinig beroepskrachten en veel vrijwilligers. Vrijwilligerswerk is echter steeds een combinatie van beide motieven maar Vlaanderen scoort in 7 vergelijking met Angelsaksische landen, hoog qua altruïstische motieven . Bovendien toont het onderzoek duidelijk aan dat bij vrijwilligerswerk gebaseerd op waardegedreven 8 motieven de intensiteit van deelname het hoogst is . 5 Als vereniging waar armen het woord nemen, onderschrijft de Zuidpoort de zes wettelijke criteria: 1. Armen verenigen zich, 2. Armen nemen het woord, 3. Werken aan maatschappelijke emancipatie 4. Werken aan maatschappelijke structuren (10 grondrechten), 5. Dialoog en vorming 6. De vereniging blijft armen zoeken. 6 Motieven voor vrijwilligerswerk en de invloed op de mate en intensiteit van participatie (Lesley Hustinx)” 7 idem 8 “Motieven voor vrijwilligerswerk en de invloed op de mate en intensiteit van participatie (Lesley Hustinx)”
4
Vrijwilligers in armoede zijn allicht ook gedreven door beide motivaties. Op basis van de getuigenissen tijdens De Zuidpoort -dialoogdag wordt het overduidelijk dat vrijwilligers in armoede grotendeels gedreven worden door altruïstische motieven maar dat het sociaal contact, het zich goed voelen in de vereniging even belangrijk is. Niettemin weten verenigingen waar armen het woord nemen heel goed dat de ‘inzetbaarheidvisie niet- of een verkeerd effect heeft op de vrijwilligers. Het verhaal van De Zuidpoort zal niet enkel deze bevinding aantonen. Hun verhaal laat ons toe een aantal belangrijke aspecten bij het werken met vrijwilligers in armoede, te duiden. De Zuidpoort: De Zuidpoort opereert vanuit een visie op vrijwilligerswerk gefundeerd door altruïsme. Hun standpunten op het verplicht vrijwilligerswerk en het activeren van mensen in armoede via vrijwilligerswerk pogen de lezer vooral duidelijk te maken waarom men niet vanuit inzetbaarheid met mensen in armoede moet omgaan. Hun visie is dan ook volledig gebaseerd op getuigenissen van vrijwilligers in armoede. In tegenstelling tot voorgaande visie ligt de focus hier wel op het individu en zijn/haar levenscontext. Men tracht vrijwilligers in armoede te (her)empoweren niet ten dienste van onze economische samenleving maar ten voordele van de vrijwilliger en diens positie in die (economische) samenleving. Enkele standpunten van De Zuidpoort: 1. Het lijkt alsof verwacht wordt dat een vereniging waar armen het woord nemen een soort opstap is naar de rest van de samenleving. We zien dat het werk in de vereniging mensen versterkt om nieuwe kansen te wagen en stappen te zetten. Voor heel wat mensen is de vereniging een soort springplank. Zij worden gestimuleerd en kiezen voor nieuwe uitdagingen. Maar volgens ons is het geen goede optie om te verwachten dat voor iedereen een vereniging zo een tussenstation is. Enerzijds is er in de vereniging veel werk, en heeft zij haar vrijwilligers nodig. Anderzijds voelen veel mensen zich goed in de vereniging (leren zich er goed voelen) en werken mee aan de doelstellingen van de vereniging (leren taken opnemen en zich inzetten voor ’t nut van ’t algemeen, …) Als mensen geen behoefte of motivatie voelen om zich elders in te zetten, hoeven ze dat toch niet te doen… 2. Een vereniging waar armen het woord nemen is een deel van de samenleving. Ze heeft een eigen plek in de samenleving. Mensen die daarin meewerken dragen volwaardig bij aan de samenleving. 3. Veel mensen hebben heel wat problemen, waardoor ze niet aan betaald werken toe komen: op vlak van gezondheid, met de kinderen, op persoonlijk vlak, wegens laaggeschooldheid, enz. Deelnemen aan activiteiten in een vereniging en vrijwilligerswerk in deze omgeving, die de problematiek kent en er rekening mee houdt, is een belangrijke stap. 4. Niet iedereen kan overal floreren. Mensen moeten in een “positieve omgeving” komen om sterker te kunnen worden, te leren en te kunnen groeien. De Zuidpoort is een goede context voor veel mensen om vrijwilligerswerk te doen en te leren: De vereniging heeft een lage drempel, mensen kunnen zich verbonden voelen met mensen die gelijkaardige ervaringen hebben. De Zuidpoort is pluralistisch in alle betekenissen. Er is veel persoonlijke inzet, die wordt gestimuleerd, o.a. door de groepsvorming. o Voor De Zuidpoort is participatie erg belangrijk, in de activiteiten, maar ook in het maandelijks parlement. In projecten en werkgroepen doen mensen zelf het verhaal. o Door samen te werken en deel te nemen kunnen mensen groeien, (emancipatie), mensen leren zichzelf ook beter/anders kennen. o De Zuidpoort kiest ervoor om te investeren in vorming en het structureel werken aan armoede. We komen regelmatig naar buiten met boodschappen en voorstellen. We willen aan armoedebestrijding bijdragen en ook samenwerken met andere 5
5.
6.
7. 8.
verenigingen. Wie wil kan meewerken, niemand is verplicht. Maar het is niet alleen “werken”, we doen ook leuke dingen. En daar komen dan weer andere talenten boven. o Mensen kunnen op verschillende manieren binnenkomen: vb. eerst als bezoeker, daarna als mee-koker, daarna misschien in een themagroep… of helemaal omgekeerd. o Het is oké als mensen op een bepaald moment zeggen dat het eventjes genoeg geweest is. Ze zijn nog steeds welkom om terug te komen, of om er als deelnemer bij te zijn… De Zuidpoort heeft oog voor de situatie van de mensen. o Hoe dan ook is er in een vereniging respect voor het geheel van de factoren die meespelen in het leven van de mensen. Het kan immers moeilijk zijn, De Zuidpoort heeft zicht op de problematiek en kan mensen ondersteunen in de aanpak van problemen die opduiken. Mensen verplichten om zich ergens nuttig te maken, vrijwilligerswerk te doen is geen positieve keuze. Vrijwilligerswerk doet nu net beroep op de eigen motivatie en het engagement van mensen. Dat maakt dat mensen zich er goed kunnen bij voelen, dat het haalbaar is en positief kan uitstralen op het leven van de betrokkenen. Verplichte activering (in welke richting dan ook) maakt mensen kwetsbaar. Zeker als hun inkomen ermee verbonden wordt. Wat als de verplichte inzet niet lukt? Verliezen ze dan hun statuut (hun stempelgeld of hun leefloon?) Bij verplichte activering staat de stok achter de deur. Dat is moeilijk en bedreigend voor mensen in armoede. Vrijwilligerswerk/opleiding/tewerkstelling lukken maar als er gepaste ondersteuning is, die mensen positief benadert en stimuleert, ruimte en tijd geeft. En een mislukking mag niet zomaar worden afgestraft. Verplichting is geen goede zaak, stimuleren en ondersteunen zal volgens ons mensen meer vooruithelpen. De Zuidpoort heeft soms contacten met mensen die niet de stap zetten naar de vereniging of waarbij het jaren duurt… We vinden het belangrijk om contact te houden. Deze mensen verplichten tot activiteiten gaat niets opleveren.
Werken met vrijwilligers in armoede: Dialoogdag: getuigenis x “......Mijn man is invalide en we staan onder budgetbegeleiding. We moeten met zeer weinig geld leven.... Ik was nooit goed op de hoogte van welke mogelijkheden er nu nog voor mij waren. Toen ik onlangs in De Zuidpoort hoorde over welke mogelijkheden er allemaal bestaan, begon het bij mij te kriebelen om een centje te gaan bijverdienen. Al snel kwam ik in contact met een ervaringsdeskundige die op de VDAB werkt. Er werden verschillende pogingen gedaan om een afspraak vast te leggen, maar die afspraak werd week na week uitgesteld door verschillende redenen. Ik was zo blij geweest en plots kregen mijn verwachtingen een grote deuk. Ik voelde me in de steek gelaten en dacht aan opgeven. Babbeltjes in De Zuidpoort deden me toch doorzetten. Er moest een dossier opgemaakt worden in De Werkwinkel. Ik zou een cursus volgen bij de VDAB om schoon te maken. Maar bij de VDAB zeiden ze dat het voor mij te zwaar zou zijn. Ze stuurden me weer door naar de Werkwinkel. Maar daar kreeg ik dan weer te horen dat de VDAB mijn dossier moest opmaken. En bij de VDAB zeiden ze dan weer dat het OCMW mijn dossier moest opmaken. En daar stelden ze voor dat ik vrijwilligerswerk zou gaan doen tegen 1,25 euro per uur. Na wekenlang van het kastje naar de muur gestuurd geweest te zijn, was ik terug bij af! .... Gelukkig nam het OCMW dan contact op met de werkwinkel en is de bal aan het rollen gegaan..... Ondertussen heb ik een PWA werk gevonden waarbij ik enkele uren in de week ga poetsen. Nu probeer ik om wat extra uren te krijgen om te tuinieren of om eten op te dienen in een school. Ik verdien nu een klein beetje extra. Ik was wel verward. Ik dacht dat de volle 7 euro voor mij was, maar eigenlijk krijg ik maar 4,10 euro”. De getuigenis x onthult een eerste belangrijk aspect van het werken met vrijwilligers in armoede namelijk: het ‘procesmatige karakter’ van het actief- of actiever worden. De meervoudig gekwetste
6
9
mens kan men niet plaatsen in een op voorhand gestructureerd plan. Elke vrijwilliger heeft een eigen verhaal en de ene zal zich door het verrichten van vrijwilligerswerk sneller beter voelen dan een ander. Versterken op psychosociaal vlak is een proces en vraagt dus ook een aanpak die afgestemd is op dat proces. Wie zich engageert om te werken met vrijwilligers in armoede moet beseffen dat succesverhalen tijd nodig hebben en dat dit gepaard kan gaan met vallen en opstaan.
Concreet wordt er aandacht geschonken aan het scheppen van randvoorwaarden. Zo zal men bijvoorbeeld tijdens een kookactiviteit niet de maaltijd als doel zien dan wel wat de vrijwilliger leert bij het uitoefenen van een taak. Leren, groeien, versterken gebeuren procesmatig. Projecten, activiteiten, vorming en andere gebeurtenissen in de vereniging zijn een opeenvolging van handelingen en beslissingen, ... die leiden naar competentieverwerving, vaardigheden die de vrijwilliger toelaat meer zelfstandigheid en zelfwaardering te ontwikkelen. Zonder dat daar enige vorm van druk wordt uitgeoefend! Planningen gebeuren daarom op lange termijn. Men herhaalt, evalueert en verbetert het project totdat de vrijwilliger in armoede op eigen tempo het proces heeft doorlopen. Het sterk taakgericht werken is essentieel in dit proces. Elk detail van elke taak wordt begrensd en toegewezen aan een vrijwilliger die zich hiervoor vrijwillig kandidaat stelt. De term krachtgericht werken kwam tijdens de dialoogdag meerdere malen aan bod. Hier wordt een tweede belangrijk aspect duidelijk om er als vereniging te staan voor vrijwilligers in armoede namelijk: ‘vertrekken vanuit de eigen talenten en competenties’. Specifiek voor vrijwilligerswerk kan men (eventueel) starten met het benoemen van dat vrijwilligerswerk. Niet iedereen is zich bewust van het feit dat hij/zij vrijwilligerswerk verricht. Veel vrijwilligers in armoede zijn begaan met de problematiek ‘armoede’ in onze samenleving en zijn reeds op verschillende manieren actief. Het is cruciaal dat deze mensen zich bewust worden van de eigen talenten en de meerwaarde van hun inzet. Op basis daarvan kunnen zij op eigen tempo verder evolueren binnen de vereniging. Getuigenis y: “Ik ben lang werkloos geweest. Die werkloosheid was het gevolg van armoede. Door voortdurend geldgebrek thuis, kon ik niet de gewenste studies van hotelschool volgen. Zonder diploma lukte het niet om aan werk te geraken. Ik heb wel als schoonmaakster gewerkt, maar door een zware knieblessure raakte ik mijn werk kwijt. Op een dag maakte ik kennis met De Zuidpoort en begon ik er vrijwilligerswerk te doen. Ik heb van alles gedaan : meegewerkt in de themagroepen, mee activiteiten georganiseerd, verslag genomen bij vergaderingen, enzovoort. Ik wou ook wel betaald gaan werken, want ik wist van mezelf dat ik heel wat capaciteiten heb. De competenties zijn er, maar zonder papier strand ik voortdurend. Toen praatte ik erover in De Zuidpoort. Via De Zuidpoort hoorde ik over een vacature waarin ze een ervaringsdeskundige in de armoede zochten die geen diploma heeft, om bij een overheidsdienst te gaan werken. Ik wist meteen dat ik voor de job geschikt zou zijn en stelde onmiddellijk een sollicitatiebrief op. Dat was niet zo gemakkelijk. Ik heb geen diploma, maar wat kan ik allemaal? Na al die jaren actief meegewerkt te hebben, kon ik voor mezelf niet goed uitmaken wat ik nu precies allemaal geleerd had. In De Zuidpoort kreeg ik steun in de zoektocht naar mijn competenties. Samen zochten we uit waar ik precies goed in ben en wat mijn vrijwilligerswerk me had opgeleverd. Zo kwam mijn cv en motivatiebrief tot stand. Ondertussen ben ik al bijna een jaar aan het werk en doe ik het heel graag. Maar ik wil toch nog even meegeven dat mensen aan het werk zetten alleen niet genoeg is”. ‘Ondersteuning’: De Zuidpoort vindt het belangrijk dat mensen ondersteund worden bij het uitoefenen van hun taken als vrijwilliger. “Die steun kan bijvoorbeeld zijn dat ze kunnen leren wat nodig is, dat ze beluisterd worden in hun ervaringen, dat ze opgevolgd worden en niet aan hun lot worden overgelaten. Maar het betekent ook dat ze kansen krijgen om iets nieuws uit te proberen, verantwoordelijkheid te nemen enzovoort”. (Citaat documentatie dialoogdag). Beschrijven wat er gebeurt bij een bepaalde taak is zeer belangrijk. Wat moet je er allemaal voor kunnen en weten? Zo worden competenties zichtbaar gemaakt: “Door competenties zichtbaar te 9
De meervoudig gekwetste mens.Gedeelde en verdeelde zorg. Paul Heyndrickx, Ief Barbier, Monique Van Ongevalle en Koen Vansevenant. mmv Hilde Driesen, 2011
7
maken, kan je ze ook bewust verder stimuleren en laten groeien”. Zo kan mensen hun zelfbeeld positiever en realistischer worden. ‘Waardering en erkenning’ zijn doorheen het hele proces een vierde en constante voorwaarde. Vrijwilligers in armoede zoeken in eerste instantie niet naar heel afgebakende ondersteuning (en sommigen zelfs nooit) zoals: vorming, begeleiding, coachen,... maar naar ‘waardering en erkenning van hun persoon’. Zo komt de uitspraak ‘ik voel mij niemand” steeds weer terug. Waardering gaat in dit geval dan over “ik voel mij iemand, in de vereniging voel ik mij goed”. De vrijwilliger welkom heten, een luisterend oor aanbieden, waardering uiten,..zijn primair aan het opnemen van taken. De waardering werkt motiverend en versterkend. In De Zuidpoort zal men daarom nooit druk uitoefenen om taken op te nemen. Eens de vrijwilliger zich welkom/veilig voelt komt deze in een volgende fase van het proces terecht: taken en/of engagement opnemen, deelnemen aan activiteiten. Getuigenis Z: “Ik was oorspronkelijk ambtenaar bij de stad Gent. Maar al op jonge leeftijd werd ik ernstig ziek en moest aan de ziekenkas wegens 66% invalide. Op 48-jarige leeftijd had ik niks meer. Momenteel leef ik van een pensioentje van 600 euro in de maand. Ik ben niemand meer, ik voel mij niemand”! Hier in De Zuidpoort voel ik me beter, voel ik me wel iemand! Maar als ik dan terug thuis kom gaat dat goed gevoel weer weg”. ‘Inspraak’ geven aan vrijwilligers is een aandachtspunt doorheen de volledige vrijwilligerswerking. Inspraak betekent medezeggenschap. Inspraak kent meerdere functies: - Binding van de vrijwilliger aan de vereniging, de vrijwilliger is op de hoogte. - Inspraak zorgt - weliswaar informeel – voor een zekere belangenvertegenwoordiging. Voor een goede en plezierige samenwerking met beroepskrachten. - Geen inspraak kan leiden tot ontevredenheid ,conflict of zelfs afhaken. - Het werk binnen de vereniging verloopt vlotter. - Inspraak leidt tot grotere betrokkenheid en motivatie van de vrijwilligers. - - Inspraak - specifiek bij vrijwilligers in armoede - is dubbel zo belangrijk omwille van hun armoede-ervaring. De werking van de vereniging houdt zo rekening met de noden en behoeftes van de vrijwilligers De vrijwilliger is door zijn/haar inspraak op de hoogte van alle activiteiten en/of stappen die ondernomen worden. Ze leren er niet enkel elkaar in groep beter kennen maar leren bovendien zich te uiten en assertief zijn, afspraken maken, leren beslissingen nemen en hoe samen te zoeken naar een tijdelijk compromis. Het zijn belangrijke communicatieve en sociale vaardigheden die de vrijwilliger(s) langzaam maar zeker versterken. Hou rekening met de diversiteit aan persoonlijkheden. Sommigen zijn vlinders en fladderen van links naar rechts om te luisteren wat er allemaal leeft. Anderen zijn bijtjes en vliegen over en weer om hun ideeën te verkondigen. Inspraak is dus geen plicht maar een recht. Sta ook eventjes stil bij de omkadering van de inspraak binnen de vereniging: hoe, hoever en waarover. Uiteraard moet de inspraak ook impact of invloed hebben op de gang van zaken. Inspraak heeft specifiek voor een vereniging waar armen het woord nemen nog een bijkomstige functie Als vereniging waar armen het woord nemen moet men immers voldoen aan de zes wettelijke criteria: 1. Armen verenigen zich, 2. Armen nemen het woord, 3. Werken aan maatschappelijke emancipatie 4. Werken aan maatschappelijke structuren (10 grondrechten), 5. Dialoog en vorming 6. De vereniging blijft armen zoeken. ‘Een veilig kader’ is bij wijze van spreken een overkoepelend aspect. Schep geen te hoge drempels, wijs niet met de vinger, creëer geen foutencultuur, oefen geen dwang uit maar laat de vrijwilligers zich welkom voelen. De vereniging moet een veilige haven zijn, een alternatief bieden voor de constante druk die een samenleving uitoefent. Een alternatief tegen uitsluiting en bergen verantwoordelijkheden die een samenleving oplegt. Een veilig kader betekent remmingen en drempels verlagen. Vrijwilligers starten op het moment dat zij daar klaar voor zijn. De Zuidpoort biedt tot dan een veilige omgeving voor sociaal contact en ontmoeting.
8
De dialoogdag illustreert een mooi voorbeeld op welke wijze organisaties - die armoede bestrijden in Vlaanderen - bereid zijn om samen te werken en van elkaar te leren. Tijdens de dialoogdag waren veel vrijwilligers uit De Zuidpoort aanwezig. De Zuidpoort heeft ook daar duidelijk getracht een veilige omgeving te scheppen. De vrijwilligers leerden op voorhand: hoe het best te spreken, welke houding aan te nemen. Alles werd ook vastgelegd op papier zodat de vrijwilligers voor, tijdens of na het spreken nog eens konden lezen op welke wijze een groepsgesprek het best verloopt. Spreken voor een groep, een eigen mening uiten was voor deze groep geen evidentie. Sommigen zijn daar toen zeer goed in geslaagd. ‘Aanspreken’ is cruciaal voor al wie wil werken met vrijwilligers in armoede. Neem ook hier de drempel om te vrijwilligen weg door hun te vragen. Geef de boodschap dat ze nuttig zijn voor de vereniging/samenleving. Veel mensen in armoede berusten in een cultuur van stilzwijgen, ze hebben het opgegeven. Wil je mensen in armoede bereiken dan moet je die zelf zoeken en vragen om deel uit te maken van de vereniging. Verenigingen waar armen het woord nemen kennen een netwerk in Vlaanderen en werken samen met andere relevante organisaties. Ook de vrijwilligers zelf dragen hier een verantwoordelijkheid. ‘Ons kent ons’ moet bijdragen tot een organische groei - de mate van in-en uitstroom -van de vrijwilligersgroep. Organiseer het werven van vrijwilligers door samenwerking met bv. ocmw’s; ouderenzorgorg., buurtwerk, enzovoort. Ga op lokaal vlak op zoek naar mensen in armoede en betrek ten alle tijde de reeds bestaande vrijwilligers. Het Project WOGI van De Zuidpoort (Werk-Opleiding-Gezondheid-Inkomen ) heeft te maken met ‘Ondersteuning’: de vereniging draagt hier een grote verantwoordelijkheid. De activiteiten waarover iedereen het eens is moeten immers ook uitgevoerd worden. Op dit punt zullen veel vrijwilligers in armoede wel ondersteuning verlangen. Zo zal bijvoorbeeld De Zuidpoort, de vrijwilligers een plan laten opstellen voor de activiteit ‘koken’. Er worden boodschappen gedaan, keuzes gemaakt en geld beheerd. Skills die de vrijwilligers ook nodig hebben in hun persoonlijke context. Hoe meer zelfzorg 10 en/of zelfredzaamheid hoe meer zelfvertrouwen er groeit en hoe meer engagement of gevoel voor verantwoordelijkheid er ontstaat. Elke activiteit, elk project draagt bij tot de persoonlijke ontwikkeling van de vrijwilliger.
Michèle Weiss
10
'vermogen om dagelijkse algemene levensverrichtingen zelfstandig te kunnen doen'.
9