Kleinschalige gedragsmaatregelen smaken naar meer Reflectie op experimentele gedragsmaatregelen in De Bilt
Drs. ing. Richard van der Westen (Gemeente De Bilt) Dr. Matthijs Dicke-Ogenia (Goudappel Coffeng)
Samenvatting Verkeersveiligheid rondom scholen en in woonwijken is een belangrijk thema binnen de gemeente De Bilt. Fysieke maatregelen zijn niet altijd mogelijk of wenselijk. De gemeente De Bilt en Goudappel Coffeng hebben in co-creatie een aantal experimentele gedragsmaatregelen uitgevoerd met het doel de verkeersveiligheid te vergroten. De Julianaschool in Bilthoven is daarbij gestart met de Loopbus. Leerlingen uit één woonwijk lopen elke woensdagochtend gezamenlijk naar school. Hiermee wordt de verkeersdruk in de schoolomgeving verminderd en worden de verkeersveiligheid en onderlinge sociale interactie bevordert. In Maartensdijk is een 3d-tekening met het woord “SLOW” op de weg aangebracht die automobilisten moet verleiden hun snelheid te verminderen. Uit metingen blijkt dat zij hun snelheid met ongeveer 10% verminderen. De auteurs nodigen deelnemers van het NVC uit om de discussie aan te gaan welke experimentele gedragsmaatregelen nog meer te nemen zijn om de verkeersveiligheid in woonwijken en rond scholen te bevorderen. Trefwoorden Gedragsverandering, Verkeersveiligheid, Gemeente, Experimenten
Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres, 6 november 2013
Inleiding In het verkeer is het vaak wenselijk dat mensen hun gedrag veranderen, ten behoeve van grotere veiligheid, betere doorstroming en/of duurzaamheid. Op welke wijze kan ervoor gezorgd worden dat mensen zich daadwerkelijk aan de geldende maximumsnelheid houden, of de bus nemen naar het werk in plaats van de auto? Bij uitstek is het meeste verkeersgedrag automatisch gedrag (Pol et al., 2009); des de merkwaardiger is het daarom dat er momenteel in de verkeerskunde nog hoofdzakelijk aandacht is voor de inzet van structurele strategieën om gedrag veranderen. Hiermee wordt gedoeld op het aanbrengen van veranderingen in de fysieke omgeving en regelgeving, zoals het bouwen van extra wegen of verbreden van bestaande wegen, beter en meer openbaar vervoer, duurder maken van autorijden of autobezit, goedkoper maken van de alternatieven of het weren van auto’s uit bepaalde gebieden (DickeOgenia, van der Eijk & Bos, 2011). Deze zijn effectief op korte termijn, maar leiden soms tot weerstand van de weggebruiker omdat deze het gevoel krijgt in zijn vrije keus aangetast te worden. De laatste jaren is er een groeiende belangstelling voor een gedragskundige benadering van verkeerskundige vraagstukken. Dit houdt in dat gebruik wordt gemaakt van psychologische maatregelen, waarbij gedrag niet wordt afgedwongen maar beïnvloed. Er wordt ingespeeld op sociale en persoonlijke normen, waarbij goede voorbeelden worden gegeven. Psychologische strategieën hebben duurzamere effecten, zijn makkelijker te implementeren en dus goedkoper. In co-creatie hebben de gemeente De Bilt en Goudappel Coffeng een tweetal experimenten bedacht en uitgevoerd. Beide thema’s betroffen zaken op het gebied van verkeersveiligheid, namelijk snelheid in woonwijken en schoolomgevingen. Op deze wijze is de theorie in de praktijk gebracht en konden effecten concreet worden gemeten. In dit paper worden de resultaten van de proef gepresenteerd. Snelheid in woonwijken “Er wordt véél te hard in de straat gereden”, is een veelgehoorde klacht bij gemeenten. Door snelheidsmetingen te doen bepaalt de gemeente De Bilt waar fysieke maatregelen benodigd en wenselijk zijn. Echter, ook met snelheidsremmende maatregelen wordt de gewenste snelheid niet altijd bereikt. Bovendien wordt de straat niet aantrekkelijker. Daarom is gezocht naar alternatieven die zorgen voor een snelheidsverlaging zonder de uitstraling van de straat negatief te veranderen. Samen met bewoners zijn diverse ideeën besproken die helpen de snelheid in hun eigen straat te reduceren. Voorbeelden van deze ideeën zijn: -
het inrichten van een straat met bloemen (zoals Ville fleury in Frankrijk). In een mooie omgeving rijd je automatisch langzamer, je voelt je gast, gezichten langs de kant van de straat plaatsen die de automobilisten aankijken. Uit onderzoek is gebleken dat mensen zich in deze situatie meer volgens de geldende normen (injunctieve norm) gedragen door het aanbrengen van een link met spelende kinderen, bijvoorbeeld een hinkelpad op de weg tekenen of op andere manieren laten zien dat er kinderen spelen (zie Enwight, 2005).
Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres, 6 november 2013
Opzet & Uitvoering Gekozen is om een 3d-tekening aan te brengen in de kern Maartensdijk. Hier gaat de Dierenriem over van een 50 km/h weg in een 30 km-zone. Bij de gemeente waren signalen bekend dat in deze straat de maximumsnelheid niet gerespecteerd werd. Daarnaast was de overgang van 50 naar 30 km/h minimaal aangegeven. De tekening moet deze overgang in maximum snelheid beter markeren en uiteindelijk leiden tot een extra een snelheidsreductie. Samen met een creative artist is een 3d-tekening met het woord “slow” ontwikkeld. Deze tekening is op het wegdek aangebracht en ziet er voor de automobilist uit als een tekening die “staat” op de weg, er is dus sprake van een visueel effect. Het verwachte effect is dat de automobilist de afbeelding ziet en door de bijzondere uitvoering zijn snelheid bewust of onbewust aanpast. Om het effect van de tekening te meten is een voormeting gedaan waarin de snelheid van de passerende voertuigen is gemeten. In de periode dat de tekening is geplaatst is de snelheid van de passerende voertuigen gemeten. Resultaten In de periode dat de tekening is geplaatst op het wegdek is de gemiddelde snelheid bij het passeren van de tekening afgenomen met 10%. Deze snelheidsreductie komt overeen met de reductie die in een soortgelijke proef werd behaald. Niet duidelijk is wat de precieze reden is van de snelheidsreductie. Dat kan komen door: 1) het gewenste effect, namelijk onbewust of bewust de boodschap opnemen dat langzaam gereden moet worden in de woonwijk. 2) reactie van de automobilist die een obstakel waarneemt, zonder te herkennen dat het een 3d-tekening is. Het is niet nagegaan of de automobilist het optimale effect van de 3D-afbeelding daadwerkelijk ervaart. Door de snelheid kan het 3D-effect minder goed worden ervaren. De proef laat wel duidelijk zien dat door de automobilist op een andere wijze de overgang van het snelheidsregime te laten beleven er een snelheidsreductie optreedt.
Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres, 6 november 2013
Verkeersveiligheid rondom scholen: de Loopbus Schoolomgevingen worden in veel gevallen als verkeersonveilig ervaren. Er vinden veel diverse verkeersbewegingen door elkaar plaats, waarbij de jongere verkeersdeelnemers nog niet altijd alle vaardigheden in bezit om de complexe situaties volledig te overzien. Om het aantal verkeersbewegingen rond een school te verminderen is een van origine buitenlands concept in een nieuw jasje gestoken: De Loopbus Opzet & Uitvoering Samen met de Julianaschool is zo’n loopbus georganiseerd in Bilthoven. Daarvoor zijn op verschillende plekken in een woonwijk haltes ingericht. Volgens een vaste 'dienstregeling' loopt een ouder en een leerkracht van school, de zogenaamde chauffeur & conducteur, een vaste route. Bij elke halte 'stappen' kinderen 'in'. Zo ontstaat een groep kinderen die als geheel naar school loopt. Elke 'rit' draagt bij aan de verkeersveiligheid omdat er minder individuele verkeersbewegingen worden gemaakt. Ook draagt de grootte van de groep bij aan de zichtbaarheid voor overige verkeersdeelnemers. De 'dienstregeling' biedt daarnaast betrouwbaarheid en gemak voor de ouders. De 'vertrektijden' staan op de haltebordjes. Het project is bewust klein gehouden. De kracht daarvan is dat er in pilotvorm leerervaringen opgedaan kunnen worden en er bij succes opgeschaald kan worden. Er is daarom voor één route gekozen waaraan veel leerlingen wonen. De focus lag op de groepen 5 t/m 8, waarbij leerlingen uit de lagere klassen zich eveneens konden aansluiten. De totale looptijd bedraagt ongeveer 20 minuten en de loopbus ‘rijdt’ alleen op de woensdagochtend. Resultaten Door de enthousiaste gezamenlijke inzet van gemeente, school, verkeersouder en Goudappel Coffeng is de loopbus een groot succes geworden. Op de piek van de pilot liepen 25 kinderen mee. Ook de huidige 15 die iedere week meelopen, zijn een goed resultaat. Dit betekent minder chaos rond de school door geparkeerde auto’s. Daarnaast is een aantal interessante neveneffecten aangegeven door de medewerkers van de Julianaschool. Zij zien namelijk dat de oudere kinderen de jongere op sleeptouw nemen (voorbeeldfunctie) en zelfs elkaar opzoeken in de klas. De opzet van een kleinschalig experiment heeft zich verder bewezen door de behoefte van zowel gemeente als school om het initiatief op te schalen naar nieuwe routes en de mogelijkheid van een ‘P+R’ voor leerlingen die verder van de school wonen.
Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres, 6 november 2013
Reflectie Beide experimenten tonen aan dat door middel van gedragsbeïnvloeding positieve effecten bereikt kunnen worden ten aanzien van de verkeersveiligheid. Door automobilisten te wijzen op een ander gewenst gedrag gaan zij daadwerkelijk langzamer rijden. Deze snelheidsreductie is weliswaar relatief beperkt (10%), maar leidt wel tot een positieve gedragsverandering. Automobilisten kregen daadwerkelijk de indruk dat het karakter van de weg wijzigde. Wel had de actie een tijdelijk karakter, wat de vraag oproept met welke permanente gedragsbeïnvloedende maatregelen een dergelijk effect eveneens bereikt wordt? Dit type experimenten vraagt echter om een meer wetenschappelijk benadering. Door de eenvoudige opzet is niet duidelijk of het woord ‘SLOW’ door een onbewuste associatie effect heeft waardoor het juiste normgedrag uitgevoerd wordt. Een andere mogelijkheid is dat het effect komt doordat automobilisten iets onverwachts op de weg zien liggen, met het gevolg dat ze een volgende keer geen snelheid meer minderen. Het is mogelijk om dit te meten, echter dan moet met een controle situatie gewerkt worden. De Loopbus laat zien dat een enthousiaste school en ouders ook daadwerkelijk verschil kunnen bereiken op het gebied van verkeersveiligheid in de schoolomgeving. De Loopbus zorgt voor de zichtbaarheid van een grote groep kinderen, waardoor ook automobilisten geneigd zijn hun gedrag aan te passen aan deze groep. Kinderen kunnen zelfstandig, maar veilig met een groep naar school toe. De Julianaschool brengt hiermee een positieve verandering ten aanzien van de omgeving. Het instellen van een kiss-and-ride locatie langs de route van de loopbus kan verder bijdragen aan een vermindering van de verkeersdruk bij school. Welke initiatieven zijn hier nog verder te bedenken en gemakkelijk uit te voeren zonder een te grote belasting van de school? Naar aanleiding van deze gedragsbeïnvloedende experimenten willen de auteurs graag in discussie gaan met de toehoorders. Inzetten op gedragsmaatregelen is één van de mogelijkheden om het gedrag van de automobilist aan te pakken. Welke maatregelen achten zij kansrijk om een permanent effect op de verkeersveiligheid te bereiken door gedragsbeïnvloeding? Hoe toon je aan dat een gedragsmaatregel werkt en welke mogelijkheden zien zij in hun eigen gebied?
Literatuur
Dicke-Ogenia, M., van der Eijk, S., & Bos, R. (2011). Gedragsverandering door effectieve mobiliteitsexperimenten. Bijdrage aan het Colloquium Vervoersplanologisch Speurwerk Congres, Antwerpen.
Engwicht, D. (2005). Mental speed bumps: The smarter way to tame traffic. Annandale: Envirobook.
Pol, B., Swankhuisen, C., & van Vendeloo, P. (2009). Nieuwe aanpak in overheidscommunicatie: Mythen, misverstanden en mogelijkheden. Bussum: Coutinho.
Bijdrage aan het Nationaal verkeerskundecongres, 6 november 2013