KLEINHANDELSZAKEN IN BRUSSEL STEDENBOUWKUNDIGE & MILIEUVERPLICHTINGEN
Bijgewerkt tot: december 2009
Met de steun van het Brussels hoofdstedelijk gewest
Version francophone disponible sur demande
Inleiding Om een handelszaak te kunnen openen, krijgt u, zoals bij het beginnen van elke nieuwe activiteit, te maken met een hele resem administratieve verplichtingen om de nodige toelatingen te bekomen. Stedenbouw en milieu zijn geleidelijk uiterst complexe materies geworden waarmee enkel nog specialisten overweg kunnen. Met als gevolg dat u, om in orde te zijn met deze wetgevingen, al te vaak nogal wat strijdlust aan de dag moet leggen. De bedoeling van deze brochure is dan ook u een beknopte schets te geven van de vragen die u zich best stelt en de procedures die u dient te volgen om uw handelszaak onder de beste omstandigheden - en vooral zo vlug mogelijk - te kunnen openen. Veel leesgenot !
Verplichtingen op het vlak van de ruimtelijke ordening De mogelijkheid een handelsactiviteit in een gebouw of in een deel van een gebouw uit te oefenen, wordt enerzijds bepaald door de regels van het Gewestelijke bestemmingsplan (GBP), anderzijds door die van een reeks bijzondere bestemmingsplannen, die bepaalde gebieden van het gewestelijke grondgebied dekken. Het gewestelijke bestemmingsplan (GBP) (1) De gegevens die in de tabel hieronder staan, geven de maximum toegelaten oppervlakten aan, alsook de voorwaarden (speciale regelen van openbaarmaking SRO) die door het GBP bepaald worden. 1.
Maximum toegelaten oppervlakten per gebouw en per project in de woonen gemengde gebieden.
Gebied van het GBP
WRK
Woongebied
Gemengd gebied
Sterk gemengd gebied
Zonder SRO
Zonder SRO
Na SRO
Zonder SRO
Na SRO
Met BBP
Zonder SRO
Na SRO
Met BBP
Handelszaak
150m²
150m²
300m²
200m²
1000m²
2500m²
200m²
1000m²
5000m²
Grote speciaalzaak
-
-
-
-
3500m²
>3500m²
3500m²
>3500m²
WRK : woongebied met residentieel karakter SRO : speciale regelen van openbaarmaking.
1 Het gaat om de voornaamstevoorschriften. Er bestaan bijzondere bepalingen voor het gebruik van de verdiepingen voor een handelszaak, geklasseerde en onuitgebate gebouwen en geheelprojecten.
2. Maximum toegelaten oppervlakten per gebouw en per project in de andere bestemmingsgebieden. Lint voor handelskernen Zonder SRO
Administratiegebied Stedelijk Zonder Na SRO SRO
Industrie gebied
Zonder SRO
Na SRO
Met BPP
Na BPP
Handel
1000m²
2500m²
>2500m²
1000m²
>1000m² en zonder limiet
-
Grote speciaalzaak
1000m²
2500m²
>2500m²
1000m²
>1000m² en zonder limiet
Zonder limiet
Wat de begrippen betreft, maak het GBP een onderscheid tussen : - het begrip handelszaak dat gedefinieerd wordt als het geheel van lokalen, toegankelijk voor het publiek, waarin diensten worden verleend of roerende goederen worden verkocht, met inbegrip van de bijbehorende kantoren en lokalen. - de grote speciaalzaak die gedefinieerd wordt als handelszaak met een oppervlakte van 500 m² en meer waarvan de activiteit bestaat in dienstverlening of de verkoop van roerende goederen en die tot een gespecialiseerde sector behoort, met uitsluiting van de voedingssector. U stelt vast dat zich in de woongebieden enkel buurtwinkels met kleine oppervlakten mogen vestigen. Alle soorten handelszaken daarentegen, de grote speciaalzaken hierbij inbegrepen, mogen zich in de linten voor handelskernen, de gemengde gebieden, de stedelijke industrie- en de administratiegebieden inplanten. Het Gewestelijke bestemmingsplan stelt nochtans voor de nieuwe inplantingen in de linten voor handelskernen te concentreren. Zo zijn er een honderdtal op het grondgebied van het Gewest. De stedenbouwkundige voorschriften zijn er soepeler dan in de andere gebieden. BBP : Bijzonder bestemmingsplan Het zou kunnen dat uw handelszaak in de perimeter van een bijzonder bestemmingsplan (BBP) gelegen is. Deze plannen leggen preciezere regels vast dan het GBP, op het niveau van een buurt of een huizenblok. Er bestaan ongeveer 600 BBP’s die samen zowat ⅓ van het gewestelijke grondgebied beslaan. Als u zich in een dergelijke perimeter bevindt, dient u bij de dienst stedenbouw van de gemeente na te gaan wat het BBP zegt over de handelsactiviteiten in deze buurt.
De stedenbouwkundige vergunning Wanneer heeft men een stedenbouwkundige vergunning nodig ? U dient op voorhand een stedenbouwkundige vergunning te bekomen wanneer u bouw-, verbouwings-, afbraak- of herbouwingswerken aan een gebouw wilt uitvoeren, die een wijziging van de structuur, het volume of het uitzicht qua architectuur van het gebouw met zich meebrengen. U hebt een dergelijke vergunning ook nodig wanneer u de bestemming of vaak zelfs het enkele gebruik van een gebouw wilt wijzigen, ook al houdt deze wijziging geen werken in.
Men spreekt van bestemmingswijziging wanneer men van één bestemming voorzien in het Gewestelijk bestemmingsplan (GBP) overgaat naar een andere, bijvoorbeeld, wanneer men een handelszaak wil uitbaten in een gebouw waar voorheen een kantoor, een hotel of een woning was.
Een bestemmingswijziging betekent ook de wijziging ten opzichte van de bestemming voorzien in een stedenbouwkundige vergunning die werd afgeleverd voor het gebouw in kwestie.
Een gebruikswijziging is een wijziging die, zonder de bestemming te veranderen, een feitelijke wijziging van het gebruik van de lokalen inhoudt. Bijvoorbeeld, een handelszaak (bakkerij) wordt een andere handelszaak (slagerij).
Voor een gebruikswijziging heeft men enkel een stedenbouwkundige vergunning nodig indien deze vermeld staat in een lijst die werd opgesteld door de Brusselse regering. Het gaat het vaakst om de gebruikswijziging van een gebouw voor de uitbating van een restaurant, een snackbar, een frituur, een café, een nachtclub, een videotheek, een nachtwinkel, een wassalon, een benzinestation, een zaak die met motorvoertuigen verband houdt, of nog, een phone shop. Om deze gebruikswijzigingen te mogen uitvoeren, dient u dus wel op voorhand een stedenbouwkundige vergunning te bekomen. Omwille van hun miniem belang zijn bepaalde handelingen en werken niet aan de stedenbouwkundige vergunning onderworpen. Deze handelingen en werken staan opgesomd in een lijst die werd aangenomen door de Brusselse regering. Het gaat in het bijzonder om de bestemmingswijziging van een deel van een woning om er een activiteit van een vrij beroep in uit te oefenen, op voorwaarde dat de vloeroppervlakte bestemd voor deze activiteit maximum 75 m² bedraagt en dat de activiteit uitgeoefend wordt in de hoofdverblijfplaats van de persoon die de activiteit uitoefent.
Het plaatsen van uithangborden (“Het smakelijk brood“ , “Bij Josette”) is ook vrijgesteld van een stedenbouwkundige vergunning. Een stedenbouwkundige vergunning is niettemin vereist als het uithangbord: 1 °) zich in een “verboden gebied” bevindt (zoals g edefinieerd in titel VI van de Gewestelijk Stedenbouwkundige Verordening) 2 °) zich in de nabijheid van een beschermd of in d e bewaarlijst opgenomen goed bevindt, 3 °) ingaat tegen de voorschriften van een geldend plan of van een geldende stedenbouwkundige verordening. Gelieve hieromtrent inlichtingen te vragen bij de dienst Stedenbouw van uw gemeente. Reclameborden («Schuim, Brussels’ best bier ») zijn van hun kant vrijgesteld van een dergelijke vergunning als het gaat om niet-lichtgevende borden die maximaal 1 m2 groot zijn en die geplaatst worden op het gelijkvloers waar zich de handelszaak bevindt. Ook de reclameborden op stadsmeubilair en kiosken van een oppervlakte kleiner dan 0,25 m2 en de plaatsing langs de weg van schragen zijn vrijgesteld. De gewestelijke stedenbouwkundige verordening (GSV) bepaalt de regels die van toepassing zijn op de uithang- en reclameborden. Bepaalde gemeenten hebben striktere gemeentelijke verordeningen aangenomen in deze materie. Indien dit het geval is, dient u ook met die regels rekening te houden. Wat is een gemengd project ? Men spreekt over een gemengd project wanneer uw project een stedenbouwkundige én een milieuvergunning klasse 1B of 1A vereist. In dit geval dient u de twee vergunningsaanvragen gelijktijdig in te dienen. Er zal slechts één openbaar onderzoek plaatsvinden. U kunt de stedenbouwkundige vergunning slechts uitvoeren nadat u ook de milieuvergunning hebt verkregen en vice versa. Wat moet uw aanvraagdossier bevatten ? Uw dossier moet steeds een aanvraagformulier voor een stedenbouwkundige vergunning bevatten, een plan van het deel van het gebouw waartoe uw aanvraag betrekking heeft met de bestaande en de geplande situatie, plannen die toelaten het gebouw in de buurt te situeren, kenmerkende foto’s van het gebouw en diverse bijlagen, in het bijzonder het formulier “Statistiek van de bouwvergunningen”. U kunt de formulieren en inlichtingen over de bijlagen bekomen op de dienst stedenbouw van de gemeente waar u zich wenst te vestigen. Wanneer het onderzoek van het dossier het advies van de brandweer vereist, moet u zelf de dienst preventie van de brandweer contacteren. De gemeente zal het dossier maar volledig beschouwen nadat ze het advies gekregen heeft.
Welke procedure zal uw aanvraagdossier ondergaan ? De procedure hangt voornamelijk van twee elementen af :
Is uw aanvraag aan het advies van de gemachtigde ambtenaar onderworpen ? Dit is het geval wanneer er geen bijzonder bestemmingsplan van toepassing is op uw project, of nog, indien dit wel het geval is, uw project ervan afwijkt.
Is uw aanvraag aan speciale regelen van openbaarmaking onderworpen (openbaar onderzoek en overlegcommissie, een groep experten die bij afloop van het openbaar onderzoek advies uitbrengt) ? Dat is het geval wanneer een bestemmingsplan (GBP of BBP), een (gewestelijke of gemeentelijke) stedenbouwkundige verordening, de gemeente of de gemachtigde ambtenaar dit vereisen.
Het College van burgemeester en schepenen geeft u kennis van zijn beslissing per aangetekende brief binnen de volgende termijnen, te rekenen vanaf de datum van de bevestiging van de ontvangst van een volledig dossier (het gaat om kalenderdagen) :
45 dagen wanneer het project noch het voorafgaande advies van de gemachtigde ambtenaar, noch speciale regelen van openbaarmaking (SRO) vereist ;
75 dagen wanneer de aanvraag SRO vereist, maar niet het voorafgaande advies van de gemachtigde ambtenaar ;
90 dagen wanneer de aanvraag het voorafgaande advies van de gemachtigde ambtenaar, maar geen SRO vereist ;
120 dagen wanneer de aanvraag het voorafgaande advies van de gemachtigde ambtenaar en SRO vereist.
Deze termijnen worden in bepaalde situaties effectenverslag,..).
verlengd (schoolvakanties,
Wanneer deze termijnen verlopen zijn, kunt u, indien een beslissing van de gemeente uitblijft, uw aanvraag voorleggen aan de gemachtigde ambtenaar. Die heeft een termijn van vijfenveertig dagen om een beslissing omtrent uw aanvraag te nemen. Indien ook hij niet reageert binnen deze termijn, is de vergunning geweigerd. U beschikt dan nog over een beroepsinstantie bij de Regering van het Gewest.
Wanneer u de vergunning bekomen hebt… U moet nog 20 dagen wachten nadat de vergunning werd toegekend, vooraleer deze uit te voeren. Gedurende deze termijn verifieert de gemachtigde ambtenaar de wettelijkheid van de vergunning. U bent verplicht een affiche uit te hangen die vermeldt dat de stedenbouwkundige vergunning werd toegekend. U dient de vergunning uit te voeren binnen de twee jaar na toekenning. Deze termijn kan eenmaal voor maximum een jaar verlengd worden. Voorwaarden en lasten Het College van burgemeester en schepenen kan uw vergunning toekennen met voorwaarden en lasten. Het gaat hier om de verplichte uitvoering van wegenwerken, groene ruimten of andere werken, of nog het storten van een geldsom voor de uitvoering van dergelijke werken. In principe betreft dit echter enkel vestigingen van een zekere omvang.
De milieuvergunning Wanneer hebt u een milieuvergunning nodig ? Wanneer u in uw onderneming één of meerdere ingedeelde inrichtingen hebt, bent u verplicht een milieuvergunning aan te vragen of een milieuverklaring af te leggen. De “ingedeelde inrichtingen” zijn apparaten van een zeker vermogen (koelkast, verbrandingsketel, ventilatie, air-conditioning, compressor, elektrische oven, …), bepaalde activiteiten (bakkerij, beenhouwerij, viswinkel, traiteurdienst, schoenmaker, lunapark, droogkuis, car-wash, fotostudio, winkel van minstens 1000 m², …), opslagruimtes van een zekere omvang (hout, metaal, gevaarlijke producten, mazouttanken, afval, …), parkings, ...
Goed om weten… Indien u een uitbating overneemt die al gedekt is door een niet vervallen milieuvergunning, zonder de uitbating te wijzigen, kunt u de vergunning op uw naam overnemen. De gemeente van de plaats die u gekozen hebt, kan u inlichten over het eventuele bestaan van een dergelijke vergunning.
Naargelang uw ingedeelde inrichtingen zal uw vergunning klasse I.A (de potentieel schadelijkste ondernemingen), klasse I.B of klasse 2 zijn of zal een verklaring klasse 3 volstaan (minst schadelijke ondernemingen). Voor een handelszaak heeft men meestal ofwel geen vergunning nodig, ofwel valt men in klasse 2 of 3. Welke procedure zal uw aanvraagdossier ondergaan ? Voor een zaak die slechts inrichtingen van klasse 3 bevat, moet u een eenvoudige verklaring indienen bij de gemeentelijke administratie(2) aan de hand van een daartoe bestemd formulier. U mag uw activiteiten beginnen zodra u een bericht van volledig dossier ontvangen hebt. Indien u geen dergelijk bericht ontvangt, 21 dagen na verzending van de verklaring. Indien uw zaak minstens één inrichting van klasse 2 heeft, moet u bij de gemeentelijke administratie een aanvraagdossier van klasse II indienen. Nadat ze uw dossier volledig verklaard heeft, zal de gemeente een openbaar onderzoek uitvoeren. De mensen van de buurt kunnen dan uw dossier inkijken en eventueel aanmerkingen uiten. U kunt hiervan kennis nemen door inzage te vragen in het proces-verbaal van sluiting van het openbaar onderzoek. De gemeente zal u kennis geven van haar beslissing binnen de 60 dagen nadat ze uw dossier volledig verklaard heeft. Kortom, binnen de maand moet u voor een verklaring klasse 3 en binnen de twee tot drie maand voor de klasse 2 aanvragen een antwoord krijgen. Indien dit niet
het geval zou zijn, kunt u per aangetekende brief beroep aantekenen bij het Milieucollege. U moet hierbij waakzaam zijn voor de precieze termijnen. Goed om weten… Niemand kan u garanderen dat u uw handelszaak zult kunnen uitbaten vooraleer u uw milieuvergunning verkregen hebt en uw dossier dus op eventuele schadelijke milieu-effecten van uw activiteit werd nagekeken. U moet dus heel voorzichtig zijn bij het tekenen van een huurcontract of een voorlopige koopakte. U voorziet best een clausule waardoor u van uw verplichtingen bevrijd bent ingeval uw vergunning u geweigerd wordt. (2) In bepaalde gevallen, zoals voor gebouwen die een architecturale waarde hebben (goederen die geklasseerd zijn of ingeschreven op de bewaarlijst), moet het dossier bij het BIM, het Brusselse instituut voor het milieubeheer, ingediend worden.
En wat dient u te doen nadat u uw verguning bekomen hebt? U krijgt uw vergunning voor een maximumduur van 15 jaar. Lees zeer aandachtig de uitbatingsvoorwaarden van uw vergunning. Neem de tijd om deze goed te begrijpen en om te zien of u de financiële en/of technische mogelijkheden hebt om eraan te voldoen. Indien dit niet het geval is, kunt u beroep aantekenen bij het Milieucollege dat uw dossier in zijn geheel opnieuw zal onderzoeken. Een beroep moet binnen de 30 kalenderdagen na betekening van de beslissing die uw vergunning toekent of weigert, aangetekend worden. Na deze termijn bent u verplicht alle voorwaarden die u werden opgelegd in acht te nemen.
De wet over de handelsvestigingen : de sociaaleconomische vergunning voor de kleinhandelszaken U hebt een dergelijke vergunning nodig indien u een kleinhandelsbedrijf vestigt, namelijk een “distributie-eenheid waarvan de activiteit bestaat uit het wederverkopen op gewone wijze, in eigen naam en voor eigen rekening, van goederen aan consumenten, zonder deze goederen andere behandelingen te doen ondergaan dan die welke in de handel gebruikelijk zijn”, en het ontwerp van handelsvestiging bestaat in : een nieuw bouwwerk ; een ontwerp van "handelsgeheel", dit wil zeggen een geheel van kleinhandelsbedrijven al dan niet in afzonderlijke gebouwen en waarvan al dan niet één en dezelfde persoon de promotor, eigenaar of uitbater is, die zich op eenzelfde plaats bevinden en die van rechtswege of feitelijk met mekaar verbonden zijn op financieel, commercieel of materieel vlak of die gezamenlijk het voorwerp zijn van een procedure op het gebied van stedenbouwkundige vergunning ; uitbreiding van een kleinhandelsbedrijf of handelsgeheel dat al 400 m² heeft bereikt of zal overschrijden door de uitvoering van het ontwerp ; ontwerp van uitbating van één of meer kleinhandelsbedrijven of van een handelsgeheel in een bestaand gebouw dat er nog niet toe bestemd was ; belangrijke wijziging van de aard van de handelsactiviteit in een gebouw al aangewend voor handelsdoeleinden … inzoverre de netto handelsoppervlakte de 400 m² overschrijdt. De aanvraag tot het verkrijgen van een sociaal-economische vergunning dient u, door middel van een formulier (SE.1 of SE.2), te richten tot het College van burgemeester en schepenen van de plaats waar de vestiging zich bevindt. U moet bovendien een sociaal-economisch dossier opstellen : het gaat om een marktstudie die het project rechtvaardigt. De structuur hiervan vindt u in bijlage bij het aanvraagformulier. Verhuist u uw activiteit die al over een sociaal-economische vergunning beschikt en blijft u binnen een straal van maximum 1000 meter in dezelfde gemeente ? Blijft u op dezelfde plek maar breidt u uw activiteit uit met maximum 20 % en met een maximumplafond van 300 m² ? Dan volstaat een eenvoudige aangifte door middel van een specifiek formulier.
Omtrent het in de handel brengen van voedingsmiddelen… Produceren en in de handel brengen van voedingsmiddelen Voor wie ? 1. alle personen die tussenkomen in de voedingsketting moeten GEREGISTREERD worden bij het FAVV (Federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen) 2. de onderneming dient naargelang de activiteit • ofwel een TOELATING (direct verkoop aan de consumenten), • ofwel een ERKENNING te bekomen (verkoop aan andere handelaren) Het toepassingsgebied is ruim. Het heeft in principe betrekking op alle inrichtingen die voedingsmiddelen behandelen, zoals horeca, tankstations, frituurzaken, krantenwinkels, enz. In bepaalde gevallen volstaat een erkenning. Dit is bijvoorbeeld het geval voor een café-uitbater of een uitbater van een night shop, die de eindconsument enkel voorverpakte dranken of voedingswaren van een bewaringsduur van meer dan 3 maanden aan normale temperatuur aanbiedt. De wetgeving is niet van toepassing op zaken waar koffie, thee of andere dranken kostenloos als bijkomende dienst aangeboden worden aan klanten, bezoekers of personeelsleden en waar geen andere productie-, commercialiserings- of invoeractiviteiten van voedingsmiddelen worden uitgeoefend (bijv. de kapster die een kopje koffie aan haar klant aanbiedt). De uitbater moet vóór hij begint met zijn activiteiten een toelating- of erkenningaanvraag indienen (via www.favv.be) bij het FAVV (Vergun. Eetwaren), AC-Kruidtuin - Food Safety Center, Kruidtuinlaan 55, 1000 Brussel Tel: 02/211.82.11Tel: 02/2119200 - Fax: 02/2119180 De toelating wordt steeds voorafgegaan door een administratief onderzoek van de aanvraag door het FAVV. De erkenning wordt steeds voorafgegaan door een administratief onderzoek van de aanvraag EN door een inspectiebezoek ter plaatse. De toelating en erkenning zijn voor onbeperkte tijd geldig, op voorwaarde dat de uitrusting beantwoordt aan de wettelijke vereisten, o.a. op het vlak van de hygiëne en ook dat de uitbating op dezelfde locatie en onder de verantwoordelijkheid van de dezelfde uitbater blijft. Indien uw onderneming tot de Horeca sector behoort moet de Horeca erkenning/toelating op een goede zichtbare plaats voor de gebruiker in uw handelszaak uithangen.
Wat kost het ? Er dient een jaarlijkse bijdrage betaald te worden aan het FAVV. Elk jaar moet de uitbater van een zaak een verklaring (één per locatie) indienen bij het FAVV. Het FAVV zal u een stortingsformulier overmaken. Gelieve te bellen naar het nummer 02/ 545 50 75 (callcenter) alle werkdagen tussen 9u en 17u. Tarieven geldig voor de groot- en kleinhandel, de ambulante handel inbegrepen, en voor de horeca (2009): Aantal personen werkzaam in de inrichting ( equivalent voltijds) 0 1-4 5-9 10-19 20-49 Groothandel in voedingsmiddelen 88,00 160,00 350,00 700,00 1.800,00 * Kleinhandel in voedingsmiddelen, ambulante handel inbegrepen 90,00 90,00 175,00 320,00 633,29 Horeca
83,00
83,00
133,00
235,00
433,16
* 55,00 eur per vestigingseenheid wanneer geen erkenning of toelating verseist is voor een activiteit
Opgelet : er is een strenge hygiëne vereist bij het manipuleren van etenswaren met betrekking tot de lokalen, de koude- en warmteketen, het onderhoud van frigo’s, de opslag van voedsel, enz. Men moet de wetgeving en de koninklijke besluiten « Hygiëne » toepassen. Om u hierbij te helpen zijn er sectorgidsen beschikbaar bij uw beroepsfederatie : horeca, bakkerij, slagerij,… (zie www.favv.be beroepssectoren autocontrole specifieke controletools). Tenslotte moeten handelaars van voedingswaren met het oog op controle en traceerbaarheid registers bijhouden en autocontroles uitvoeren. Voor de heel kleine ondernemingen werd de procedure minimaal gehouden. Op het vlak van de hygiëneregels gelden de « goede praktijken» als minimumvereiste. Welke zijn de ondernemingen die van een versoepelde regeling kunnen genieten ? - bedrijven die rechtstreeks leveren aan de consument (vb een kruidenier) : het aantal personeelsleden is maximaal 5 voltijdse equivalenten of beslaat een oppervlakte kleiner dan 400 m². Het gunstigste criterium wordt in aanmerking genomen. - bedrijven die leveren aan andere bedrijven : maximaal 2 voltijdse equivalenten. Er wordt geen rekening gehouden met de oppervlakte. Zich voorbereiden op een FAVV-contrôle? Neem de lijst die door de inspecteurs zal nagekeken worden op voorhand door en vermijd op die manier onaangename verrassingen.
Bijzondere regels voor slijterijen van alcoholische dranken 1. Gegiste dranken (bier en/of wijn) De openingsbelasting werd afgeschaft in het Brussels Gewest. Sinds 7 januari 2006 dient alleen een gunstig advies voor het openen van een slijterij (bier en/of wijn) bij de gemeente bekomen te worden. De gemeente zelf gaat na of de handelaar aan de eisen op het gebied van moraliteit voldoet (vaste slijterijen of ambulante handel). Zij controleert in geval van een vaste inrichting ook de hygiëne van de uitrusting en laat de brandweer komen. Het uitbreiden van lokalen, de wijziging van de uitbater en de stopzetting van de activiteit moeten aan de gemeente gemeld worden. Voor occasionele slijterijen dient men zich voor meer inlichtingen tot de gemeentelijke diensten te wenden. En wat met een kleinhandelszaak die naast de andere koopwaar ook bier en wijn verkoopt ? Er moet geen aangifte gedaan worden en er moeten geen accijnzen betaald worden.
2. Sterke drank In het geval van sterke drank spreekt men over “vergunningsrecht”. De vergunning dient aangevraagd te worden door personen die lokalen uitbaten waar sterke drank verkocht of gratis in een ruimte toegankelijk voor het publiek, aangeboden wordt om ter plekke gebruikt te worden. De gemeente gaat na of de handelaar aan de eisen op het gebied van moraliteit voldoet (vaste slijterijen of ambulante handel) en controleert in geval van een vaste inrichting ook de hygiëne van de uitrusting. Wordt de sterke drank verkocht of gratis aangeboden in een lokaal ter gelegenheid van één enkele gebeurtenis, dan moet de organisator geen vergunning bekomen. Opgelet, sommige gemeenten vragen “een specifieke toelating van het college van Burgemeester en Schepenen” om alcoholhoudende dranken te verkopen gedurende culturele, sportieve of politieke evenementen. Meer inlichtingen kunt u bij de gemeente bekomen. In het geval van een kleinhandelszaak (bijv. kruidenierszaak) die sterke drank verkoopt, moet een voorafgaandelijke aangifte gedaan worden bij de Administratie der Douane en Accijzen, Stapelhuisstraat 11 te 1020 Laeken. Er moet hiervoor geen taks betaald worden.
Gewestelijke en gemeentelijke fiscaliteit Op gewestelijk niveau De voornaamste gewestelijke belasting ten laste van de handelaar is de “gewestbelasting ten laste van de houders van een zakelijk recht op sommige onroerende goederen”. Deze belasting valt ten laste van het gezinshoofd, maar ook van de zelfstandigen en de ondernemingen die gevestigd zijn op het grondgebied van het gewest. Zodoende moeten ook de handelaars ze betalen. Onder bepaalde voorwaarden worden ze echter vrijgesteld als gezinshoofd. De belasting is forfaitair. Zij bedraagt 89,00 € / jaar (2009). De handelaar die huurder is, voornamelijk in een handelsgalerij, zal eventueel – volgens de bepalingen van het huurcontract – een deel moeten betalen van de belasting die ten laste is van de verhuurder. Het bedrag van deze belasting wordt betaald naargelang de oppervlakte van de ruimte : 7,42 € per m² die de 300 m² overschrijdt (2500 m² voor de oppervlakten die voor industriële of ambachtelijke activiteiten bestemd worden), met een maximum van 14% van het geïndexeerde kadastraal inkomen. Indien uw bedijf over een milieuvergunning/ exploitatievergunning beschikt van klasse 1 of klasse 2, wordt er een gewestelijke belasting geheven op de onderneming geklasseerd volgens klasse 1 of klasse 2 (overeenkomstig de bedrijfsoppervlakte) • • • •
minder dan 5 aren (500 m²): 164,90 EUR 5 - 10 aren (tussen 500 en 1.000 m²) 329,70 EUR 10 - 100 aren : 659,30 EUR Meer dan 100 aren : 1.648,20 EUR
Indien de milieuvergunning meerdere rubrieken bevat wordt het bedrag van de belasting vermeerderd. We herhalen ter herinnering ook enkele andere gewestelijke belastingen : gewestbelasting op de reclameborden, de bank- en financieringsinstellingen en de bankautomaten; op de verdeelapparaten van vloeibare of gasvormige motorbrandstoffen; op de agentschappen voor weddenschappen op paardenwedrennen, enz. Op gemeentelijk niveau De gemeentelijke belastingen zijn uiteenlopend en variëren volgens de gemeente. Dit is de reden waarom het nuttig is om de dienst financiën van de gemeente te raadplegen over de belasting die kunnen ten laste vallen van de zaak die u wilt uitbaten. Om enkele voorbeelden aan te halen : de belasting op de
aanplakborden, op de informatica, op de benzinepompen, op de ambulante handel, op de verdeling van drukwerk dat in alle brievenbussen gedeponeerd wordt, enz. Meer info vindt u op de: site van de Brusselse gemeentebelastingen Een voorzichtige handelaar zal erop toezien vrijwillig zijn aangifte aan te vragen bij de bevoegde administratie indien hij deze niet automatisch ontvangt, en dit om een beroepshalve aanslag op basis van de elementen waarover de administratie beschikt, of zelfs een forfaitaire aanslag die onvoordelig zou kunnen uitvallen, te vermijden.
Beheer van het verpakkingsafval Een samenwerkingsakkoord dat op 4 november 2008 gesloten werd tussen de drie gewesten van het land, legt de ondernemingen sedert 1 januari 2009 verscheidene verplichtingen op betreffende verpakkingsafval :
een terugnameplicht van verpakkingsafval (voor de ondernemingen die minstens 300kg verpakkingsfval/jaar op de markt brengen) met de bedoeling bepaalde recyclage- en nuttige toepassingsnormen te bereiken;
een informatieplicht (voor de ondernemingen die minstens 300kg verpakkingsfval/jaar op de markt brengen) ten opzichte van de Interregionale verpakkingscommissie (controleorgaan voor de inachtneming van het interregionaal akkoord);
een driejaarlijks preventieplan op te stellen (voor de ondernemingen die minstens 100 ton verpakkingsafval / jaar op de markt brengen).
De persoon die aan deze verplichtingen moet voldoen is de verpakkingsverantwoordelijke, met name : a) degene die goederen verpakt of laat verpakken met het oog op of naar aanleiding van het op de Belgische markt brengen (bijv. de broodzak, de plastiekzak om de boodschappen mee te dragen) ; b) de invoerder van verpakte produkten; c) wat betreft verpakkingsafval van bedrijfsmatige oorsprong van producten die niet vallen onder a) of b): elke persoon die verpakte producten in België ontpakt of verbruikt en die daardoor verantwoordelijk wordt geacht voor het verpakkingsafval dat ontstaat; d) wat serviceverpakkingen betreft: elke persoon die serviceverpakkingen in België produceert met het oog op het op de Belgische markt brengen ervan; elke persoon, wanneer de serviceverpakkingen niet in België worden geproduceerd, die serviceverpakkingen in België heeft ingevoerd met het oog op het op de Belgische markt brengen ervan; elke persoon die de serviceverpakkingen invoert en ze zelf in België op de markt brengt, weze hij een kleinhandelaar of niet. Er moet bovendien een onderscheid gemaakt worden tussen :
de huishoudelijke verpakkingen : eenvoudig gezegd, diegene die bestemd zijn om uiteindelijk in de gesorteerde vuilnisbak van een huishouden terecht te komen (bijv. De plastieken anderhalve liter limonadefles, een blik, …) ;
de bedrijfsmatige verpakkingen : die bij het einde van hun levensduur in de vuilbak van een onderneming (hoe klein ook) terechtkomen. Bijvoorbeeld plastieken films.
Omdat het praktisch gezien voor veel ondernemingen onmogelijk is om alleen aan de verplichtingen te voldoen die uit het interregionaal akkoord voortvloeien, heeft de wetgever voorzien dat ze erkende organisaties mogen volmachtigen om deze verplichtingen te vervullen. De erkende organisatie om huishoudelijk verpakkingsafval terug te nemen is Fost Plus. Voor het bedrijfsmatige verpakkingsafval is dit Val-I-Pac. Het is mogelijk dat één onderneming voor beide soorten verpakkingsafval verantwoordelijk is en u zich dus bij deze twee organisaties moet aansluiten.
Nieuwe regeling voor « serviceverpakkingen» Het zijn voornamelijk kleinhandelaars die serviceverpakkingen op de markt brengen. Serviceverpakkingen zijn verpakkingen die in het verkooppunt worden aangebracht, meestal om het transport en het bewaren van de producten te vergemakkelijken. Typische voorbeelden zijn kassazakken, dozen voor meeneempizza's, wegwerpbekers, broodzakken, plastic potjes voor vleeswaren en geschenkpapier. Tot nu toe waren de winkelpunten waar de serviceverpakkingen worden aangebracht wettelijk verantwoordelijk. Vanaf aangiftejaar 2010 moet de verpakkingsverantwoordelijke (de producenten en de invoerders van serviceverpakkingen) zelf aangifte doen bij FostPlus van de verpakkingen die ze op de markt brengen. Hoe minder verpakking er in aanloop is, hoe kleiner het afvalbeheer.
Brussels Agentschap voor de Onderneming Thurn & Taxis Havenlaan 86 C (b. 211) B – 1000 Brussel T : +32/ (0)2 422 00 20 F : +32/ (0)2 422 00 43
[email protected] www.bao.irisnet.be
UCM – Brussel Anspachlaan 111 B – 1000 Brussel T : +32/ (0)2 743 83 90 F : +32/ (0)2 743 83 95
[email protected] www.ucm.be