Redactioneel
24 In deze nieuwsbrief komen twee vertrouwenspersonen aan het woord: Judith Coutinho van het Dr. Sarphatihuis en Marianne Bos van het AMC. Zij
“Het is niet gek dat je een klacht indient”
vertellen hoe zij hun functie binnen de instelling vormgeven. Wat voor soort klachten krijgen zij en wat is hun rol? Hoe weet men hen binnen een grote organisatie te vinden? In de agenda aandacht voor een cursus voor vertrouwenspersonen van Bezemer en Kuiper. Verder aandacht voor slachtoffers van loverboys
De Arbo-wet verplicht werkgevers om werknemers te beschermen tegen ongewenste omgangsvormen. Veel zorginstellingen hebben een vertrouwenspersoon aangesteld waar werknemers terechtkunnen. Zij krijgen hiervoor vaak een of meerdere uren per week naast hun huidige functie. Binnen de instelling hebben vertrouwenspersonen vaak een eenzame positie. Even overleggen met een collega is er niet bij, immers alles wat je als vertrouwenspersoon te horen krijgt is vertrouwelijk. Het Steunpunt Seksueel Geweld heeft twee jaar geleden een enquête rondgestuurd met de vraag of er behoefte is aan een netwerk voor vertrouwenspersonen. Dit bleek zeker het geval te zijn waarop het Netwerk Vertrouwenspersonen in de Zorg werd opgericht. Diverse Amsterdamse zorginstellingen nemen hieraan deel. In deze nieuwsbrief komen Judith Coutinho van het Dr. Sarphatihuis en Marianne Bos van het AMC aan het woord. Wij hebben hen gevraagd wat je als vertrouwenspersoon kan betekenen, waar je zoal tegenaan loopt en hoe mensen je weten te vinden als het nodig is.
zowel onder de rubriek Publicaties als onder de rubriek Sites. Meer over prostitutie in Europees verband in de column van Simone.
Het Dr. Sarphatihuis, een prachtig monumentaal pand in de Plantagebuurt, is een gecombineerd verpleeghuis met één afdeling voor 69 somatische bewoners en drie afdelingen voor 157 psychogeriatrische bewoners. Er is ook een afdeling dagbehandeling psychogeriatrie. Judith Coutinho is Humanistisch Raadsvrouw en werkt 20 uur
per week. Ze werkt daarvan één uur per week als vertrouwenspersoon seksuele intimidatie. Als Humanistisch Raadsvrouw heeft ze een veelzijdige baan. Ze is voor iedereen oproepbaar, zowel voor bewoners als personeel. Ze voert individuele gesprekken, groepsgesprekken en organiseert herdenkingsbijeenkomsten. Ze komt dus door het hele huis waardoor
m a a r t
04
medewerker. In dat geval gaat mijn Raadsvrouw zijn vóór”. Hoeveel klachten krijgt Judith nou op jaarbasis binnen? “Je moet denken aan zo’n drie à vier klachten per jaar. Dit zijn verschillende zaken, de ene is heftiger dan de andere. Vaak komen mensen heel emotioneel naar mij toe omdat ze er lang mee hebben rondgelopen. Mijn rol is om eerst uit te vinden wat iemand zelf al gedaan heeft. Ik stel vragen als: ‘Heb je er al met iemand over gepraat? Hoe ging dat?’ Als iemand dat niet heeft gedurfd bied ik aan om bij zo’n gesprek te zitten. Soms blijkt het om een misverstand te gaan. Dan weet iemand totaal niet wat voor effect hij bijvoorbeeld verbaal op de ander heeft. Ik probeer dit boven tafel te krijgen en samen naar een oplossing te zoeken. Dit kan succesvol zijn tot opluchting van beide partijen. Soms blijft het contact ook beperkt tot dat ene gesprek. Dan wil iemand er verder niets mee. Dan kijk ik hoe degene die de klacht
iedereen haar kent. Dat zij, twaalf jaar geleden, de functie van vertrouwenspersoon erbij heeft gekregen lijkt dan ook een logische stap. BELEID MOET GEDRAGEN WORDEN Judith vertelt: “Ik heb de baan erbij genomen op voorwaarde dat de functie werd ingebed in het beleid. Maar met de vele wisselingen van het management in de afgelopen jaren heeft het eigenlijk nooit echt prioriteit gehad. Nu is de functie landelijk ook nog eens uitgebreid omdat ook klachten over discriminatie, agressie, geweld en pesten gemeld kunnen worden. Zover zijn wij nog niet. De beleidsnotities zijn er wel maar door de fusie met drie andere huizen moet dat beleid nog onderling worden afgestemd. Ik vind dat het beleid gedragen moet worden, anders heeft het geen zin. Dit betekent niet dat ik tot die tijd ga zitten wachten. Als mensen mij benaderen ben ik er voor ze”.
“Een instelling waar nooit wat
‘EEN OPEN SFEER IS BELANGRIJK’ “Ik vind het belangrijk dat je als vertrouwenspersoon goed bekend bent binnen de organisatie. Seksuele intimidatie en discriminatie komen overal voor. Een instelling waar veel meldingen binnen komen betekent een instelling waar een open sfeer heerst. Ik zeg altijd: sla je vooral niet op de borst om te zeggen dat er nooit een melding binnen komt. Want dat betekent dat je volstrekt niet benaderbaar bent. Dat is een groot misverstand. Een instelling waar nooit iets gemeld wordt is een dichtgeslagen organisatie. Er is dan ook op gehamerd dat er een klachtenregeling moet komen. Er werd steeds gezegd: ach, dat maken we wel als de nood aan de man is. Maar dan is het te laat! Je moet op zo’n moment snel kunnen reageren. Inmiddels is de klachtenregeling er wel, maar deze moet nog worden geïmplementeerd.” Judith neemt vanaf het begin al deel aan het Netwerk Vertrouwenspersonen in de Zorg. Hoe vindt ze dat? “Ik ben heel blij met het Netwerk Vertrouwenspersonen. Ik kom altijd. Ik vind het belangrijk zowel voor mijzelf als voor de organisatie. Je kunt met elkaar ervaringen uitwisselen en krijgt veel informatie. Het geeft steun. Het is toch een eenzaam beroep binnen de organisatie. Ik vind het ook goed om mijn instelling te laten weten dat er professionals zijn die er over nadenken. Want men heeft werkelijk geen idee.”
gemeld wordt is een dichtgeslagen
‘MAAK HET PROBLEEM BESPREEKBAAR’ In principe is Judith vertrouwenspersoon seksuele intimidatie voor het personeel. Het Dr. Sarphatihuis heeft 350 medewerkers, hoe weten zij Judith te vinden? Judith: “Ten eerste staat in de telefoonlijst achter mijn naam ‘vertrouwenspersoon’. En tot enige jaren geleden kregen nieuwe medewerkers een folder. Deze is echter achterhaald en moet worden vernieuwd. Maar het belangrijkste is dat ik als Humanistisch Raadsvrouw vrijwel iedereen ken, zowel personeel als bewoners. In de praktijk ben ik wel eens betrokken geweest bij een situatie dat een bewoner een klacht had over ongewenste intimiteiten door een
• nummer 24 •
samen naar een oplossing te zoeken door bijvoorbeeld een teamgesprek te organiseren”.
organisatie” heeft ingediend zelf de situatie kan veranderen. Ik kan iemand niet dwingen. Ik probeer wel duidelijk te maken dat als iemand niets wil ondernemen, de situatie niet stopt, waardoor ook anderen slachtoffer kunnen worden. En het is ook wel eens gebeurd dat iemand ontslagen werd. Dan zijn de klachten over iemand zo ernstig dat er een onhoudbare situatie is ontstaan”. Wat doe je als een medewerker klaagt over een bewoner? “Het kan zijn dat iemand door ziekte ontremd gedrag vertoont, zeker bij dementie. Mensen zijn hier niet omdat ze last hebben van zweetvoeten. Ook dan probeer ik eerst uit te zoeken wat iemand al gedaan heeft. Maak het bespreekbaar, misschien hebben meer collega’s er last van en probeer
VEILIGE WERKOMGEVING VOOR MEDEWERKERS Het AMC is een academisch medisch centrum waarvan Amsterdam-Zuidoost met zijn multiculturele populatie een groot deel van het basiszorggebied vormt. Kenmerkend is de breedheid van het geneeskundig aanbod. Een enorme
pagina 2
organisatie waar zo’n 7000 mensen werken. Marianne Bos werkt, samen met een mannelijke collega, als vertrouwenspersoon voor de personeelsleden. Zij kan hier binnen de 32 uur per week die zij werkt als Bedrijfsmaatschappelijk werker zoveel tijd voor vrij maken als nodig is. Het AMC heeft een actief beleid dat erop gericht is om seksuele intimidatie te voorkomen. Seksuele intimidatie, in welke vorm dan ook, kan naast de directe persoonlijke gevolgen, de werksfeer bederven en een onveilig gevoel geven. Het Bestuur heeft een klachtencommissie in het leven geroepen - de Adviescommissie Seksuele Intimidatie - en een klachtenreglement vastgesteld. Marianne is hier blij mee: “Via een aparte bijeenkomst zijn wij in 1994 als vertrouwenspersonen door de Raad van Bestuur benoemd. Ook is tijdens die bijeenkomst de Adviescommissie Seksuele Intimidatie officieel geïnstalleerd. Hiermee heeft het AMC aangegeven dat een veilige werkomgeving voor medewerkers belangrijk is”. Hoe maken de vertrouwenspersonen zich bekend bij zoveel medewerkers? Marianne: “Er is een folder ontwikkeld die breed verspreid wordt binnen de instelling. Daarnaast is Intranet een goed medium waar iedereen toegang tot heeft. En tot slot staan we vermeld in de voorlichtingsmappen en het handboek Praktisch Personeels Management. Ook op andere momenten besteden wij er aandacht aan. Er zijn met betrekking tot dit onderwerp vragen toegevoegd aan de vragenlijst over ‘Risico inventarisatie en evaluatie’ (knelpunten inzake veiligheid, gezondheid en welzijn). Opvallend is trouwens dat zodra er wat meer aandacht aan het onderwerp wordt gegeven, er weer meer folders opgevraagd worden. Zo belangrijk is het dus om ook preventief bezig te zijn”.
“VERTROUWENSPERSOON IS HULPVERLENER” Zo’n 14 klachten per jaar behandelen Marianne en haar collega. “Er zijn ook zaken die medewerkers en leidinggevenden onderling afhandelen. Dat hoor ik wel eens achteraf. Als mensen bij mij komen is het zaak om daar op een goede manier mee om te gaan. Als vertrouwenspersoon dien je over de kwaliteiten van een hulpverlener te beschikken vind ik. In instellingen wordt soms te snel iemand aangesteld die niets van hulpverlening afweet. Die geen ervaring heeft met het stellen van vragen over dit soort onderwerpen. Ik heb als bedrijfsmaatschappelijk werker ervaring met hulpverlening aan mensen en daar heb ik veel aan. Het is niet niks wat je soms te horen krijgt”. Kan ze voorbeelden noemen? “Wat wij horen varieert van seksueel getinte opmerkingen maken over iemands kleding of uiterlijk, opmerkingen over iemands seksuele geaardheid,
belangrijke taak om het probleem bespreekbaar te maken. “Vaak zie je dat het te maken heeft met machtsverhoudingen. Als iemand net in de opleiding zit bijvoorbeeld kan het een grote stap zijn om de opleider aan te klagen voor grensoverschrijdend gedrag. Iemand is bang voor de consequenties. Vandaar dat het meestal even duurt voordat iemand toch de stap naar mij toe zet. Ik maak duidelijk aan het slachtoffer dat je ongewenst gedrag niet hoeft te tolereren. Ik zeg altijd: ‘het is niet gek dat je klaagt, iemand is over jouw grenzen heengegaan. Hoe subtiel het soms ook mag zijn, jouw grenzen zijn belangrijk en dienen gerespecteerd te worden. Je hebt er last van en nu gaan we kijken hoe we verandering in de situatie kunnen aanbrengen”. Ook al heeft Marianne in het AMC steun van een collega vertrouwens-persoon, ook zij is blij met het Netwerk Vertrouwenspersonen in de Zorg. “Ik leer enorm van deze bijeenkomsten. Ik krijg daar veel informatie over nieuwe ontwikkelingen, over van belangzijnde websites en artikelen en belangrijke verwijsadressen. En uiteraard de uitwisseling met de andere vertrouwenspersonen is heel nuttig. Tegelijkertijd ben ik me ervan bewust geworden dat we in het AMC op de goede weg zijn, dat het altijd beter kan maar dat er ten opzichte van andere organisaties al heel veel geregeld is. En dat steunt je enorm in dit werk”.
“Het heeft te maken met machtsverhoudingen
dat mensen soms lang wachten met het indienen
pagina 3
van een klacht” voortdurend praten over seks, te dicht tegen iemand aan komen staan, aanstootgevende foto’s in de kleedkamer of werkruimte, handtastelijkheden, gluren of zelfs aanranding en verkrachting. Ook komt het voor dat medewerk(st)ers zich seksueel geïntimideerd voelen door patiënten of bezoekers. Ik vind het heel triest dat binnen werksituaties seksuele intimidatie voor komt. Als ik zie wat een impact het op iemands leven kan hebben. Mensen worden angstig, voelen zich niet veilig meer op de werkvloer, en kunnen niet goed meer functioneren. Ook komt het voor dat medewerk(st)ers zich ziek moeten melden. Ik verwijs indien nodig door naar de hulpverlening”. Net als Judith ziet ook Marianne het als een
m a a r t
04
Column
UITGEJOUWD
Ierland wil tijdens zijn voorzitterschap van de Europese Unie een discussie aanzwengelen over een Europees verbod op prostitutie (Staatscourant nr. 13, januari 2004). Dat dit mij niet verbaast zal ik u uitleggen. Onlangs was ik uitgenodigd om samen met een collega van Steunpunt Den Haag een congres van het ‘Rape Crisis Network Ireland’ bij te wonen in Dublin. Diverse landen zouden hieraan deelnemen. Mijn Amsterdamse blik verruimen voor het Europese kon best eens wat opleveren, zo dacht ik en ik nam de uitnodiging graag aan. Bij het verzamelen in de hotellobby werd al duidelijk dat het een vrouwenaangelegenheid was. Slechts één mannelijke deelnemer kon ik ontdekken, mijn collega wel te verstaan. Nieuwsgierig op wat komen ging vertrokken wij in een stoet naar de congreszaal. De ochtendlezingen gaven de toon van de dag aan. Het verbieden van al het pornografisch materiaal en zowel klanten als de prostituees achter de tralies zetten werd vol overgave gebracht. “Combat male violence against woman!” riep iemand en de vuisten van de Ierse dames gingen omhoog. Benieuwd naar wat de workshops zouden gaan brengen togen wij naar de subzalen. In groepjes verdeeld moesten wij discussiëren over prostitutie en op grote vellen papier onze resultaten schrijven. Een aantal Oost-Europese dames uit het discussiegroepje wezen mij al snel aan als woordvoerder, met als reden dat zij de Engelse taal onvoldoende beheersten. Dat viel best mee maar ik accepteerde mijn rol. Op het vel papier schreven wij onder andere dat prostitutie onder de categorie werk valt, dat het bovendien hard werken is en dat prostitutie en verkrachting niet per definitie hetzelfde is. Zodra ik het woord kreeg zag ik in mijn ooghoeken de Ieren elkaar aanstoten en hoorde ze fluisteren dat ik uit Nederland kwam. Een Zweedse dame, fel voorstander van een wettelijk verbod op prostitutie zoals in Zweden, kon zich niet langer inhouden en verweet mij het gehele Nederlandse beleid. Ik maakte duidelijk dat ik niet gekomen was om de opheffing van het bordeelverbod te verdedigen maar dat het mij te ver ging om prostitutie en criminaliteit als synoniemen te typeren. Boegeroep kwam mij toe en ik vroeg mij af in welke eeuw ik was beland. Van de discussieleidster hoefde ik niet veel steun te verwachten aangezien zij zelf een heel betoog af stak waarom prostitutie verboden moest worden. Het werd lachwekkend. Ik kreeg uiteindelijk het advies eens goed na te denken waarom ik ‘als enige’ in de zaal er anders over dacht en dat ik er verstandig aan zou doen mijn standpunt te veranderen. Lang leve de democratie! In de plenaire middagsessie werd de zaal nog eens gewaarschuwd voor ‘those who are trying to confuse us”. Nou, ook ik was gewaarschuwd en dacht: wegwezen! Opgelucht stond ik weer op Nederlandse bodem met een ervaring rijker maar vastbesloten dat mijn Amsterdamse blik ver genoeg reikt!
Simone Timman Simone Timman is beleidsmedewerkster bij het Steunpunt Seksueel Geweld Amsterdam.
PublicatieS VOORLICHTING Geen kopietjes meer. Seksuele voorlichtingsmaterialen en seksuele voorlichting aan dove kinderen en jongeren. Dove kinderen en jongeren hebben meer en betere voorlichting nodig over relaties en seks. Dit blijkt uit een onderzoek van TransAct in opdracht van de Nederlandse Federatie van Ouders van Dove Kinderen (FODOK) dat is uitgevoerd onder ouders en onderwijzend personeel van dove kinderen. Te bestellen voor € 7,50 bij TransAct, T: 030 230 0666 of per E:
[email protected] LOVERBOYS “...en toch geloof ik dat hij van mij houdt ...” Preventie, opvang en hulpverlening aan slachtoffers van loverboys. Amsterdam, Steunpunt Seksueel Geweld, 2003. Verslag van de werkconferentie georganiseerd op 23 oktober 2003. Te bestellen voor € 4,50 bij het Steunpunt Seksueel Geweld, T: 020 555 5227 of per E:
[email protected] HANDBOEK Nicolai, N. (redactie), Handboek psychotherapie na seksueel geweld. Utrecht, De Tijdstroom Uitgeverij, 2003, ISBN 90 5898 035 9. Een uitgebreid
specialistisch handboek over de effecten van seksueel misbruik op het slachtoffer en de professionele steun die geboden moet worden bij een verstoorde beleving van lichamelijkheid, interpersoonlijke grenzen en seksualiteit. Bijdragen van onder meer Karien de Ridder, Nel Draijer en Nelleke Nicolai. SEKSUALITEIT Erp, N. van en Gaal, E., Seksualiteit en grenzen in de langdurige psychiatrische zorg. Utrecht, Trimbos-instituut, 2002. Van september 2000 tot september 2002 is een preventieprogramma seksueel geweld in de langdurige psychiatrische zorg ontwikkeld. GGZ Partners Rijnmond Zuid ontwikkelde en coördineerde het programma, de Rutgers Nisso Groep verzorgde de ontwikkeling en overdracht van de training aan hulpverleners en cliënten en het Trimbos-instituut was verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek. De uitgave is te bestellen voor € 9,00 onder vermelding van AU210 bij het Trimbos-instituut, T: 030 297 1100 INSPECTIERAPPORT Omstreden herinneringen. Den Haag, Gezondheidsraad, 2004. Volgens de Gezondheidsraad is het mogelijk dat herinneringen aan traumatische gebeurtenissen, zoals incest, ‘ontoegankelijk’ raken om later weer te worden ‘hervonden’. Naast deze ‘ware’
WetenswaardighedeN
BEZEMER & KUIPER Iedere dinsdagochtend van 10.00 tot 13.00 uur is de gratis helpdesk van Bezemer & Kuiper telefonisch te bereiken voor vragen rond seksuele intimidatie en
• nummer 24 •
ander ongewenst gedrag. T: 010 240 0907. U kunt ook via hun website www.bezemer-kuiper.nl uw vraag stellen.
herinneringen bestaan ook fictieve herinneringen, gebaseerd op fantasie, voorstellingsvermogen, dromen, andermans verhalen of eigen belevenissen. Mensen kunnen die fictieve herinneringen als echt ervaren met alle emoties die daarbij horen. De Gezondheidsraad meent dat een herinnering niet als juridisch feit kan gelden en dat therapeuten zich moeten onthouden van uitspraken over de betrouwbaarheid. De publicatie kan men downloaden op www.gr.nl of bestellen bij het secretariaat, T: 070 340 7520 of per E:
[email protected] VEILIGHEID Kramer, S. en Cense, M., Overleven op de m2. Veiligheidsbeleving en strategieën van vrouwen in de centrale opvang voor asielzoekers. Utrecht, Pharos, 2004, ISBN 90 75955 36 9. De auteurs noemen de situatie van vrouwen in de azc’s zorgwekkend. In dit boek komen de 190 vrouwen die voor het onderzoek zijn geïnterviewd uitgebreid aan het woord. Niet alleen over de wijze waarop zij hun veiligheid beleven, maar ook over de strategieën die zij hebben ontwikkeld om zichzelf en anderen te beschermen. Deze bieden aanknopingspunten om de sociale veiligheid van vrouwen en meisjes in de centrale opvang sterk te verbeteren. De publicatie is bij Pharos te bestellen onder bestelnummer 9P2004.01, T: 030 234 9800 of per E:
[email protected]
MAART ‘04 Vijfdaagse cursus voor vertrouwenspersonen: Opvang en begeleiding na seksuele intimidatie en andere ongewenste omgangsvormen op het werk. Data: 16 maart, 17 maart, 30 maart, 20 april en 11 mei 2004. Bezemer & Kuiper verzorgt meerdere cursussen en trainingen op het gebied van (seksuele) intimidatie en andere ongewenste omgangsvormen op het werk, gericht op verschillende geledingen en functionarissen binnen organisaties en variërend van een voorlichtingsbijeenkomst van een dagdeel met als doel het herkennen en erkennen van de problematiek, tot een meerdaagse cursus voor vertrouwenspersonen of leden van klachtencommissies. Meer informatie: Bezemer en Kuiper Advies en Training, T: 010 240 0907, E:
[email protected] of kijk op www.bezemer-kuiper.nl
APRIL ‘04 Francien Lamers-Winkelman, orthopedagoog/psychomotorisch therapeut, geeft de cursus Diagnostiek bij een vermoeden van seksueel misbruik van jonge kinderen op de maandagen 5, 19 en 26 april 2004. Kosten € 510,00 inclusief literatuurklapper en lunches. Organisatie: RINO Noord-Holland, T: 020 625 0803, E:
[email protected], www.rino.nl
Colofon
AgendA Nieuwsbrief nr 24, maart 2004 verschijnt 3 maal per jaar, oplage: 500 Uitgave
Steunpunt Seksueel Geweld Amsterdam Redactie
Vera Schüller, Marianne van Staa, Simone Timman, Marjolein Leguijt. DTP
MEI ‘04 Op 4 maandagen: 10, 17 en 24 mei en 7 juni 2004 geeft Francien LamersWinkelman de cursus Behandeling van jonge kinderen na seksueel misbruik. Kosten € 375,00, organisatie: RINO Noord-Holland, T: 020 625 0803 E:
[email protected], www.rino.nl
Yusuf Kho vormgevers IA BNO Amsterdam Verspreiding
gratis onder hulpverleners in Amsterdam e.o.. Gebruik van teksten en artikelen uit de nieuwsbrief met bronvermelding is toegestaan. Bel voor extra nummers:
Steunpunt Seksueel Geweld T: 020 555 5227 F: 020 555 5696 E:
[email protected] www.gggd.amsterdam.nl
SiteS WWW.THEATERALACARTE.NL Theater A la Carte heeft voor de werkconferentie van 23 oktober jl. een voorstelling ontwikkeld over slachtoffers van loverboys. In verschillende scènes werd de problematiek bekeken vanuit het perspectief van een jong meisje. Deze voorstelling was zo succesvol dat zij van verschillende scholen de vraag kregen of de voorstelling ook op scholen gespeeld kon worden. Daarop hebben zij het project ‘Hoezo ‘lover’boys?’ ontwikkeld, waarbij scenes en voorlichting elkaar afwisselen. Totale duur: ca. twee uur.
WWW.BEWAREOFLOVERBOYS.NL Deze website is een onderdeel van het preventieproject ‘Beware of loverboys!’ van het Scharlaken Koord en bedoeld voor meiden van 13-18 jaar. Het project richt zich op het geven van preventielessen aan risicomeiden op scholen en jeugdgroepen. Op deze site kunnen meiden meer te weten komen over liefde, loverboys, prostitutie en zijn er links naar andere websites te vinden. T: 020 622 6897
WWW.MISBRUIKDOORHULPVERLENERS.NL Deze website is primair voor slachtoffers van seksueel grensoverschrijdend gedrag door professionals (hulpverleners, docenten, geestelijken en andere gezagsc.q. vertrouwenspersonen). Slachtoffers kunnen met elkaar in contact komen en ervaringen en informatie uitwisselen. Zij kunnen een oproep plaatsen op het prikbord, op zoek naar medeslachtoffers van dezelfde pleger. Daarnaast zijn er informatieve pagina’s (nog in opbouw).
m a a r t
04