Theorie Examen A01 Niveau A Dit examen kun je maken om te oefenen voor je theorie examen. Het examen bestaat uit 3 onderdelen; Luistervragen, Leervragen en Inzichtvragen. Je kunt in totaal 82 punten halen, maar met 46 punten heb je al een voldoende. Onthoud wel dat dit alleen een oefening is. Als je dit examen goed maakt, betekent dat niet dat je genoeg weet voor het echte examen!
Naam :
…………………………………………………………………………
Instrument :
…………………………………………………………………………
Datum :
…………………………………………………………………………
Wim Booij Enschede, januari 2009
Luistervragen Bij dit gedeelte van het examen hoort een geluidsopname. Voordat je de opname gaat afspelen, moet je eerst dit antwoordblad, een potlood en eventueel een gum pakken. Op de opname wordt van tevoren uitgelegd hoe je de vragen moet beantwoorden. Het gedeelte met de luistervragen duurt ongeveer 12 minuten. Succes! Vraag 1 - Toonladders
4 punten
toonladder 1
goed
fout
toonladder 2
goed
fout
toonladder 3
goed
fout
toonladder 4
goed
fout
Vraag 2 – Melodie
3 punten
….. ….. ….. ….. Vraag 3 – Intervallen
5 punten
interval 1
prime
secunde
terts
kwart
kwint
rein
groot
interval 2
prime
secunde
terts
kwart
kwint
rein
groot
interval 3
prime
secunde
terts
kwart
kwint
rein
groot
interval 4
prime
secunde
terts
kwart
kwint
rein
groot
interval 5
prime
secunde
terts
kwart
kwint
rein
groot
Vraag 4 – Instrumenten
6 punten
fragment 1
trompet
klarinet
bastuba
fluit
fragment 2
hoorn
klarinet
bastuba
fluit
fragment 3
fluit
hoorn
hobo
trompet
fragment 4
trombone
fluit
trompet
klarinet
fragment 5
klarinet
trombone
fluit
bastuba
fragment 6
hobo
fluit
trompet
hoorn
Vraag 5 – Maatsoort en tempo
2 punten
Wat is de maatsoort van dit werk? Omcirkel het juiste antwoord. 3 4
2 4
6 8
Hoe zou je het tempo van dit werk kunnen aangeven? Omcirkel het juiste antwoord. Grave Vraag 6 – Ritme ….. ….. ….. …..
Adagio
Allegretto
Prestissimo 3 punten
Leervragen Vraag 1 Deze noot ligt op de …..
1 punt e
lijn van de notenbalk.
Vraag 2 De extra lijntjes onder of boven de notenbalk noemen we
1 punt
…………………………………………………………….… Vraag 3
2 punten
De maatsoort van een muziekstuk wordt door 2 cijfers aangegeven. Het bovenste cijfer geeft aan ………………………………………………………………. Het onderste cijfer geeft aan ………………………………………………………………. Vraag 4
2 punt
Er passen …….. kwartnoten in een hele noot met een punt. Er passen …….. achtste noten in een kwartnoot met een punt. Vraag 5 Schrijf een a’ van 1 tel op.
Schrijf een d’’ van 1 tel op.
Schrijf een e’ van 1 tel op.
6 punten
Vraag 6
1 punt
Zet maatstrepen op de goede plek.
Vraag 7 Het teken
2 punten
noemen we ………………………………
Het maakt de noot ………………………………………………………………. Vraag 8
1 punt
Een E met een
ervoor heet een ………………………
Vraag 9
2 punten
Als er een punt boven een noot staat heet dat ………………………………… Je moet de noot dan ……………………………………………………………………………… Vraag 10
4 punten
Zet in de goede volgorde van zacht naar sterk: mf p f pp . Begin bovenaan met zacht. Schrijf ook op wat de afkortingen betekenen. ff is al voorgedaan. ……
…………………………………
…………………………………
……
…………………………………
…………………………………
……
…………………………………
…………………………………
……
…………………………………
…………………………………
ff
fortissimo
zeer sterk
Vraag 11
3 punten
Verbind de woorden links met een lijn met de bijbehorende uitleg of betekenis. o uitstervend
crescendo o fp o
o onveranderlijk
diminuendo o
o geleidelijk sterker wordend o sterk en direct daarna zacht
overgangsdynamiek o morendo o
o veranderlijk
stabiele dynamiek o
o geleidelijk zachter wordend
Vraag 12
2 punten
is een ………………… rust.
is een ………………… rust.
Vraag 13
4 punten
Schrijf in de hokjes de notennamen van de toonladder van F. Geef tussen de hokjes de afstanden tussen de noten aan met 1 of ½. F
….
….
….
….
….
Vraag 14
….
….
….
….
….
….
….
….
….
4 punten
Schrijf de toonladder van D majeur op
: …………………………………..………….…
Schrijf de toonladder van Es majeur op
: ………………………………….….….………
Vraag 15
5 punten
Schrijf in de tweede helft van elke maat het gevraagd interval.
maat 1 :
een grote secunde op f
maat 2 :
een groot septiem op c
maat 3 :
een reine kwart op a
maat 4 :
een grote terts op d
maat 5 :
een reine kwint op bes
Vraag 16
2 punten
Schrijf de drieklank van Bes majeur op
: …………………………………………
Schrijf de drieklank van G majeur op
: …………………………………………
Vraag 17
5 punten
Geef de Nederlandse betekenis van de volgende muziektermen. largo
.............................
rallentando
....................................
andante
.............................
da Capo
....................................
moderato .............................
accelerando ....................................
allegro
.............................
con rep.
....................................
presto
.............................
stringendo
....................................
Inzichtvragen De inzichtvragen gaan over het stuk Mango Walk.
Vraag 1
1 punt
Mango Walk begint op de …………e tel. Vraag 2
1 punt
Aan het eind van maat 8 staat een herhalingsteken. Je moet herhalen vanaf maat …………………. Vraag 3
2 punten
Maat 6 moet je ………… keer spelen. Maat 8 moet je ………… keer spelen. Vraag 4
2 punten
Het teken boven de noot in maat 17 heet ………………………… Dat betekent dat je …………………………………………………………………………………
Vraag 5
1 punt
De toonsoort of toonladder die bij dit stukje hoort is ……………………. Vraag 6
1 punt
Schrijf achter elkaar de notennamen van de noten in maat 5. ….
….
….
….
….
Vraag 7
….
….
….
1 punt
In maat 9 klopt er iets niet. Wat is er fout? ……………………………………………………………………………………………………………….... Vraag 8
1 punt
Hoeveel halve noten moet je per minuut spelen? ………… per minuut Vraag 9
1 punt
In maat 10 en 11 staat een teken onder de noten. Leg uit hoe dit heet en wat je moet doen. ………………………………………………………………………………………………………………….. Vraag 10
1 punt
Onder maat 16 staat rit…. Dit betekent …………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………..