Samenvatting Kinderen en doseringen
1/6
Kinderen en doseringen
Maar weinig geneesmiddelen zijn geregistreerd voor het gebruik bij kinderen. Het toepassen van een niet-geregistreerd geneesmiddel bij kinderen wordt offlabelgebruik genoemd. Bovendien werken geneesmiddelen bij kinderen vaak anders dan bij volwassenen. Daar moet je op bedacht zijn bij het uitgeven van recepten voor kinderen. In deze cursus lees je hoe je in de apotheek om kan gaan met offlabelgebruik van geneesmiddelen voor kinderen, en hoe je de juiste dosering bij kinderen kunt controleren. In de bijeenkomst ga je zelf actief aan de slag, zodat je aan het eind van de cursus weet hoe je doseringen moet controleren en een deskundige en cliëntgerichte uitgiftebegeleiding kunt geven bij geneesmiddelen voor kinderen.
Kinderen zijn geen kleine volwassenen Kinderen zijn geen kleine volwassenen. Medicijnen werken bij kinderen vaak anders dan bij volwassenen. Dat geldt zeker bij pasgeborenen en zeer jonge kinderen. Kinderen hebben bijvoorbeeld een hoger percentage lichaamswater en minder spiermassa. Bij een kind zijn de lever en de nieren die voor de afbraak en uitscheiding van medicijnen zorgen, nog in ontwikkeling. Daardoor worden bij een kind sommige medicijnen langzamer afgebroken en andere middelen juist sneller. Verder kan een kind op sommige middelen gevoeliger of minder gevoelig reageren dan
een volwassene. Daarom heeft een kind vaak minder geneesmiddel, maar soms ook meer geneesmiddel nodig. En om het nog lastiger te maken, kan niet alleen de dosis, maar ook de frequentie van toediening verschillend zijn. Ook de toediening van geneesmiddelen kan problemen geven. Zetpillen en inhalators (voor astma) zijn lastiger bij kinderen te gebruiken dan bij volwassenen. Veel geneesmiddelen zijn niet getest op kinderen en jongeren. Dat betekent dat extra voorzichtigheid geboden is als kinderen deze medicatie moeten gebruiken.
Geneesmiddelen bij kinderen On-label On-labelgeneesmiddelen zijn geregistreerd voor gebruik bij kinderen. Het betekent dat bij gebruik van deze geneesmiddelen kan worden aangenomen dat de verhouding tussen werkzaamheid en schadelijkheid gunstig is. Off-label Het aantal geneesmiddelen dat toegepast kan worden bij kinderen zou drastisch verminderen, als alleen on-labelmiddelen mogen worden voorgeschreven. Daarom schrijven artsen vaak een middel voor dat buiten de geregistreerde dosering, leeftijdscategorie, indicatie of toedieningsvorm valt. Dit wordt off-labelgebruik genoemd. Zo is sprake van off-labelgeneesmiddelengebruik wanneer een geneesmiddel wel voor gebruik door volwassenen is geregistreerd voor een bepaalde indicatie, maar niet voor gebruik door kinderen. Er is ook sprake van off-labelgeneesmiddelengebruik wanneer een hogere dosering wordt voorgeschreven dan de maximaal toegestane dosering. Waarom zo weinig geregistreerde geneesmiddelen voor kinderen? Dat maar weinig geneesmiddelen zijn geregistreerd voor gebruik bij kinderen heeft twee oorzaken. Ten eerste is de farmaceutische industrie matig geïnteresseerd in het doen van onderzoek naar deze groep patiëntjes vanwege de hoge kosten die vaak maar beperkt kunnen worden terugverdiend. En ten tweede wordt het doen van onderzoek bij kinderen beperkt door strenge wetgeving en methodologische problemen. Unlicensed Unlicensed gebruik is het gebruik van middelen die niet in Nederland geregistreerd zijn.
Leerdoelen en competenties Na afloop van deze cursus kun je: • uitleggen hoe farmacokinetiek en –dynamiek de dosering van geneesmiddelen bij kinderen beïnvloedt; • doseringen van geneesmiddelen voorgeschreven aan kindere, controleren, daarbij gebruikmakend van de juiste informatiebronnen; • geneesmiddelen bij kinderen in de voor het kind meest geschikte toedieningsvorm verstrekken; • ouders informeren over offlabelgeneesmiddelengebruik; • kinderen en hun ouders op een cliëntgerichte manier voorlichting geven over de verstrekte geneesmiddelen, daarbij gebruikmakend van de Bijsluiter in Beeld. Je werkt deze cursus aan de competenties beoordelingsvermogen, mondelinge communicatie, kwaliteitsgerichtheid en cliëntgerichtheid. Doelgroep en functiegroep Assistenten in de openbare apotheek, functiegroep 6 en 7. Studiebelasting en studiepunten De studiebelasting is 4 uur. Aan de cursus zijn 4 studiepunten toegekend.
Samenvatting Kinderen en doseringen Ook als tabletten worden vermalen of opgelost in drankjes zodat kinderen deze gemakkelijker kunnen innemen of om een lagere dosis te verkrijgen, is sprake van unlicensed gebruik van het geneesmiddel. Het geneesmiddel wordt dan toegepast in een andere farmaceutische vorm dan waarin het geneesmiddel geregistreerd is. Door de bewerking ontstaat als het ware een nieuw geneesmiddel. Denk aan een geneesmiddel dat op de markt is gebracht in tabletvorm. Van deze tabletvorm zijn alle eigenschappen onderzocht, zoals het uiteenvallen, de opname en de uitscheiding. Door het vermalen van de tablet verandert de uiteenvaltijd en zal ook de opname anders verlopen. Een tablet kan bijvoorbeeld ook een coating hebben die het geneesmiddel beschermt tegen de invloed van het maagzuur. Door het vermalen komt het geneesmiddel dus eerder in aanraking met het maagzuur en zal de opname veranderen.
Gewenst of ongewenst? Off-label of unlicensed voorschrijven is niet altijd ongewenst. In individuele gevallen waarin geen alternatief voor handen is, kan het zelfs gewenst zijn. Vooral als in de literatuur wel degelijk bewijs is voor verantwoord gebruik bij kinderen. Off-label en unlicensed voorschrijven van medicijnen is alleen toegestaan, wanneer daarover binnen de beroepsgroep protocollen of standaarden zijn ontwikkeld. Kinderformularium Het landelijk Kinderformularium is erkend als richtlijn voor het voorschrijven van geneesmiddelen aan kinderen. Het bundelt bestaande kennis en informatie over werkzaamheid en veiligheid van off-labelgebruik van geneesmiddelen bij kinderen. Naast informatie over doseringen voor kinderen, bijwerkingen en waarschuwingen en voorzorgen, kun je op www. kinderformularium.nl vinden of een geneesmiddel voor kinderen on-label of off-label is. Het geeft ook informatie over de beschikbare en geschikte
2/6
toedieningsvormen voor kinderen. Arts en apotheker kunnen zo een goede afweging maken over het voorschrijven en afleveren van geneesmiddelen aan kinderen. Hulpstoffen Niet alleen geneesmiddelen kunnen een contra-indicatie zijn voor kinderen, ook de aanwezigheid van hulpstoffen kunnen gevaarlijk zijn voor jonge kinderen. Over het gebruik van deze hulpstoffen geeft het Kinderformularium ook advies. Een hulpstof in een geneesmiddel dat niet mag worden gegeven aan neonaten en jonge kinderen is bijvoorbeeld benzylalcohol, een conserveermiddel. Heel jonge kinderen kunnen benzylalcohol niet afbreken, waardoor hoge concentraties ontstaan met ernstige bijwerkingen als gevolg. Ook geneesmiddelen die gluten en/of propyleenglycol als hulpstof(fen) bevatten, kunnen overgevoeligheidsreacties en/of bijwerkingen geven bij kinderen. Controleer daarom ook welke hulpstoffen in een geneesmiddel zitten en of dat problemen kan opleveren.
Welke dosering bij kinderen? Kinderen hebben vaak een andere dosering nodig dan volwassenen. De dosering voor een kind kan niet zomaar worden afgeleid van de dosering voor volwassenen. In het verleden was het gebruikelijk de kinderdosering te berekenen als een fractie van een volwassendosering. De schaal van Denekamp en de leeftijdsformule werden hiervoor vaak gebruikt. Denekampschaal De oorspronkelijke doseringsschaal van de arts Denekamp stamt uit 1962. Bij de bepaling van kinderdoseringen volgens de aangepaste doseringsschaal wordt rekening gehouden met zowel leeftijd, lengte, gewicht als lichaamsoppervlak. Leeftijdsformule Ook leeftijdsformules geven, net als de doseringsschaal van Denekamp, de dosis
aan als fractie van de volwassendosis. • 2-12 maanden: aantal maanden plus 13 • 1-11 jaar: 4 x aantal jaren plus 20 • 12-16 jaar: 5 x aantal jaren plus 10. • Een kind van 10 jaar moet volgens de leeftijdsformule 60% van de volwassendosis hebben. Maar… De doseringsschaal van Denekamp en de leeftijdsformule hebben echter vaak tot onderdosering bij jonge kinderen geleid. Want in plaats van een fractie van de dosering voor volwassenen, hebben zij vaak juist meer geneesmiddel per kg lichaamsgewicht nodig. Dit komt doordat het metabolisme van veel geneesmiddelen bij jonge kinderen hoger is dan bij volwassenen. Terwijl baby’s juist vaak weer minder nodig hebben. Daarom is de
Denekampschaal niet opgenomen in het Kinderformularium. Dosering per kg lichaamsgewicht of lichaamsoppervlak Hoeveel geneesmiddel een kind nodig heeft, is onder meer afhankelijk van het gewicht. Gewoonlijk wordt bij kinderen gedoseerd in mg per kg lichaamsgewicht. Maar in sommige situaties is dosering per lichaamsoppervlak (m²) een veel betere maat voor een goed therapeutisch effect. Bij kleine kinderen is het lichaamsoppervlak relatief groter dan het gewicht; naarmate het kind ouder wordt, zal de verhouding lichaamsoppervlak/lichaamsgewicht kleiner worden. Rekenmodule Het Kinderformularium bevat voor voorschrijvers een rekenmodule voor het
Samenvatting Kinderen en doseringen berekenen van individuele doseringen op basis van het advies van het Kinderformularium. Dosering van een geneesmiddel kan per indicatie afwijken Bij gebruik van het Kinderformularium moet goed naar de juiste dosering en indicatie worden gekeken. Dit moet eventueel worden nagevraagd bij de voorschrijver. Een voorbeeld is de dosering metronidazol bij een kind. De dosering is
afhankelijk van de parasiet die als resultaat na een kweek is gevonden. Deze kweek (vaak een faeceskweek) kan worden uitgevoerd vanwege vage of hardnekkige maag-darmklachten. Interpretatie doseringsadviezen De dosisadviezen die worden gegeven in het Kinderformularium, worden genoteerd als totale dagdosering. Daarna wordt aangegeven in hoeveel giften de dagdosering bij voorkeur dient te worden
3/6
verdeeld, gevolgd door de maximale dagdosering. Wanneer bij dosering over een maximale dosering per dag wordt gesproken, gaat het om de totale dagdosering, eventueel verdeeld over meerdere giften. In de gevallen dat een spreiding van de dosering is aangegeven (200 – 400 mg/kg/dag) moet gedoseerd worden op basis van klinische respons en indicatie.
Doseringen controleren De arts schrijft een geneesmiddel met een dosering voor en de apotheek controleert. In eerste instantie doet de apothekersassistent dit. Is het lastig of twijfelachtig, dan vindt overleg met de apotheker plaats. Een apotheker controleert bij de receptcontrole dan weer de berekening van de apothekersassistent en de voorgeschreven dosering door de arts. Jij controleert als apothekersassistent dus bij elke aflevering voor kinderen of het geneesmiddel geschikt is voor kinderen en of de dosering juist is op basis van lichaamsgewicht of leeftijd. Doseringen controleren kun je in het Kinderformularium, Farmacotherapeutisch Kompas of Informatorium Medicamentorum. Let op Het is een eis van de Inspectie voor de Gezondheidszorg dat bij elk recept dat wordt voorgeschreven bij een kind onder de 16 jaar, een doseringscontrole op het recept dient te staan vermeld. De kwaliteitssystemen van apotheken die gecertificeerd zijn, vragen vaak om een doseringsberekening via het Kinderformularium.
Tip Als een baby uitslag op zijn arm of hand heeft en een crème of zalf moet gebruiken, kun je hem niet wijsmaken dat hij niet met zijn hand of arm in zijn mond mag komen. Je kunt de ouders dan het beste het advies geven om de arm of hand af te dekken.
Wanneer welk naslagwerk? Het gebruik van de genoemde bronnen kan verschillend worden geïnterpreteerd: • Het Farmacotherapeutisch Kompas bevat een overzicht van de geregistreerde toepassingen van geneesmiddelen en wordt vaak door huisartsen gebruikt. • Het Informatorium geeft naast de geregistreerde toepassingen ook niet-geregistreerde toepassingen weer en wordt vaak door specialisten en kinderartsen gebruikt. • Ook het Kinderformularium wordt vaak door specialisten en kinderartsen gebruikt. Het bevat een overzicht
van geneesmiddelen die op basis van evidence based (= op basis van opgedane ervaring) doseringsadviezen worden toegepast bij kinderen. Dit betekent dat hier naast de gangbare toepassingen ook informatie te vinden is over de off-labeltoepassing van geneesmiddelen op basis van de door artsen opgedane ervaring en de maximale doseringen. Indicatie lichaamsoppervlak De doseringscontrole van meeste recepten gaat op basis van mg/kg lichaamsgewicht. De enige recepten waarbij een controle plaatsvindt op basis van lichaamsoppervlak, zijn cytostatica en sommige middelen die worden toegepast bij misselijkheid. Denk hierbij aan methotrexaat en ondansetron. Bij de controleberekening is het dan belangrijk om lengte én gewicht na te vragen. Vaak denkt een apotheker mee bij deze berekening. Het lichaamsoppervlak wordt berekend met behulp van de formule van Mosteller. Via de KNMP-rekenmodule https://www.knmp.nl/rekenmodules/ lichaamsoppervlak_html kun je het lichaamsoppervlak uitrekenen. Vingertopeenheid De verhouding lichaamsoppervlakte/ lichaamsgewicht is bij kinderen veel groter dan bij volwassenen. Dit betekent dat de kans op systemische bijwerkingen bij het gebruik van dermatica bij kinderen groter is. Een praktisch hulpmiddel bij de dosering van zalven (vooral bij corticosteroïdpreparaten) vormt het gebruik van de vingertopeenheid (VTE, in het Engels FTU, Finger Top Unit). Dit is één streepje crème of zalf met de lengte van een vingertop van een volwassene. Eén VTE komt overeen met circa 0,5 gram crème of zalf. In de praktijk kan het gebruik van de VTE over- of onderdosering voor een groot deel voorkomen.
Samenvatting Kinderen en doseringen leeftijd 3-12 maanden
hoofd en hals
arm en hand
been en voet
romp (voorzijde)
rug en billen
4/6
gehele lichaam
1
1
1,5
1
1,5
8,5
1-2 jaar
1,5
1,5
2
2
3
13,5
3-5 jaar
1,5
2
3
3
3,5
18
6-10 jaar
2
2,5
4,5
3,5
5
24,5
> 10 jaar
2,5
4 8 7 7 40,5 (alleen hand: 1) (alleen voet: 2) Aantal vingertopeenheden per keer smeren. Overzicht per lichaamsdeel en bij verschillende leeftijden. Een vingertopeenheid komt ongeveer overeen met 0,5 g.
Toedieningsvormen Ook met betrekking tot toedieningsvormen verschillen kinderen van volwassenen. Ze kunnen meer moeite hebben met de inname van geneesmiddelen. Denk bijvoorbeeld aan inhalatiemedicatie en het slikken van medicatie. Kinderen kunnen bijvoorbeeld vanwege de smaak of de gebruikte toedieningsvorm een weerzin ontwikkelen voor de medicijnen die ze wel nodig hebben. Eén geschikte toedieningsvorm voor alle kinderen bestaat niet. Zetpil Als orale inname niet mogelijk is, zijn rectale toedieningsvormen bruikbaar, met name bij kleine kinderen. Nadeel is dat een zetpil vaak door kinderen wordt uitgestoten. Het gevolg is een onvolledige opname in het lichaam of verlies via de ontlasting. Als rectale toediening wordt overwogen, hebben, indien mogelijk, waterige oplossingen in rectiolen de voorkeur. De absorptie is sneller en vollediger dan bij zetpillen, al blijft rectaal toedienen de minst betrouwbare toedieningsvorm.
bij dranken. Voor afwijkende doseringen kunnen capsules in veel gevallen door de apotheek gemaakt worden uit commercieel verkrijgbare tabletten. Voor toedienen kunnen in een aantal gevallen de capsules geopend worden en eventueel gemengd worden met voeding/drank, wanneer een kind moeite heeft met het doorslikken. Inhalatie Inhaleren is bij kinderen vaak moeilijk, vooral bij kinderen jonger dan 4 jaar. Dat zorgt voor een verminderde afzetting van het inhalatiegeneesmiddel in de longen. Belangrijk is de inhalatievorm goed af te stemmen op de leeftijd van het kind. Eigenlijk is dit altijd een voorzetkamer met een masker en aerosol. Pas als een kind zelfstandig en op commando kan inhaleren, is een voorzetkamer met een mondstuk of een ander apparaat/toedieningsvorm mogelijk.
Intramusculair Door de geringe spiermassa wordt het geneesmiddel dat in de spieren wordt gespoten zeer variabel opgenomen.
Transdermaal De huid van jonge kinderen is meer doorlaatbaar dan bij volwassenen, en heeft een grote oppervlaktevolumeverhouding. Lokaal toegepaste geneesmiddelen worden bij jonge kinderen daarom beter opgenomen dan bij oudere kinderen of volwassenen. Het gebruik van de vingertopeenheid bij verschillende leeftijden kan over- of onderdosering voor een groot deel voorkomen.
Oraal Orale toediening van geneesmiddelen heeft, indien mogelijk, altijd de voorkeur, ook voor jonge kinderen. Vloeibare vormen zijn voornamelijk geschikt voor jonge kinderen die (nog) niet goed de orale medicatie in vaste vorm kunnen doorslikken. De acceptatie van een vloeistof is mede afhankelijk van de geur, smaak en het doseervolume. Dranken hebben het belangrijke voordeel dat de flexibiliteit in doseren groter is. Tabletten en capsules hebben het voordeel dat de kans op doseerfouten kleiner is dan
Minitabletjes hebben de voorkeur Kinderen krijgen geneesmiddelen vaak in vloeibare vorm. Dat slikt het makkelijkst, is het idee. Maar vloeibare geneesmiddelen zijn slechter houdbaar dan tabletten en poeders en ze worden - meer dan bij tabletten - als vies ervaren en daarom slecht ingenomen. En de grootste kans dat een kind zijn medicijnen inneemt, krijg je als de vorm en smaak zo weinig mogelijk weerstand oproepen bij het kind. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht gingen na wat jonge kinderen (1-4 jaar) en hun ouders vonden van vier verschillende
Intraveneus Kinderen hebben vaak lastig te prikken aderen.
formuleringen van placebo: tabletten (4 mm doorsnee, zoals bij natriumfluoridetabletjes), siroop, suspensie en poeder. De kinderen mochten op de tabletjes kauwen. Minitabletjes (4 mm doorsnee) blijken bij kinderen van 1 tot 4 jaar goed te bevallen, beter dan siroop. Poeder en suspensie bevielen het minst. Bron: http://www.ua.nl/nieuws/branchenieuws/minitablet-meest-kindvriendelijk/ Smaak De smaak van een geneesmiddel is voor de therapietrouw van groot belang. Kinderen blijken zelf hierbij de belangrijkste adviseurs. Suiker is niet per definitie de smaakmaker bij uitstek en kan bij langer gebruik de incidentie van cariës en tandvleesontstekingen verhogen. Als voor een zoete smaak wordt gekozen, verdienen tandglazuursparende zoetstoffen zoals sorbitol en xylitol de voorkeur. Wel moet ervoor gezorgd worden dat potentieel toxische geneesmiddelen niet al te aantrekkelijk (lekker) worden gemaakt. Zodra het gebruik van vaste geneesmiddelen mogelijk is, zijn vloeistoffen minder geschikt vanwege het gebruik van grote volumina, grote hoeveelheden zoetstoffen en soms minder nauwkeurige dosering. Volume drankjes Wat betreft volume worden de volgende maximale volumina per gift aangehouden: • Neonaten: maximaal 1 ml • Jonger dan 5 jaar: maximaal 5 ml • Ouder dan 5 jaar: maximaal 10 ml. Leeftijd De leeftijd van het kind speelt een belangrijke rol bij het innemen van geneesmiddelen. Het geven van een vies antibioticadrankje kan een strijd zijn. Maar als het kind oud genoeg is om te begrijpen waarom het moet worden ingenomen, kan dat helpen.
Samenvatting Kinderen en doseringen Inhalatie Bij jonge kinderen wordt in het algemeen een dosisaerosol via een voorzetkamer gebruikt. Wanneer een kind een poederinhalator kan gebruiken, hangt af van de inademingskracht. Dat verschilt van kind tot kind. En daarnaast kan een kind ook zelf een bepaalde voorkeur hebben. De leeftijdsgrenzen zijn dan ook niet strikt. Bij jonge kinderen is de rol van de ouders bij het juiste gebruik en de therapietrouw groot, bij oudere kinderen is de rol van de ouders veel kleiner.
Leeftijd
Inhalatievorm en tips
0-2 jaar
Aerosol (puffer) met voorzetkamer en babymasker • De belangrijkste rol voor juist gebruik van medicatie en therapietrouw ligt bij de ouders. • Kinderen spelenderwijs leren omgaan met medicatie, oefen bij poppen en knuffels. • Niet inhaleren als kind huilt. • Babymasker mag over de speen.
3-5 jaar
Dosisaerosol met voorzetkamer en mondstuk, of kindermasker • Kinderen in deze leeftijd kunnen zelf een actievere rol spelen bij hun astmabehandeling. Dit geldt bij het inhaleren, maar ook bij het zelf voorkómen van een astma-aanval.
6-12 jaar
Dosisaerosol met voorzetkamer en mondstuk Poederinhalator (mits genoeg zuigkracht) • De rol van de ouder verschuift meer naar het controleren of de medicatie op de juiste manier wordt ingenomen. • Laat kinderen een spreekbeurt houden. • Ook zelf contact zoeken en informatie opzoeken op speciale websites zoals astmakids.nl
12-18 jaar
Poederinhalator • Rol ouders veel minder. • Jongeren zijn minder medicatietrouw, ondanks de mogelijke gevolgen voor hun astma. • Pubers nemen vaak sneller iets aan van leeftijdgenoten dan van ouders of zorgverleners. Wijs ze eens op de website https://www.cyberpoli.nl/astma/
5/6
Samenvatting Kinderen en doseringen
6/6
In de apotheek Belangrijke punten waar je mee te maken krijgt bij het verstrekken van geneesmiddelen bij kinderen zijn het off-label voorschrijven van geneesmiddelen, het controleren van de juiste kinderdosering en juiste toedieningsvorm, therapietrouw en voorlichting. In bijsluiters staat alleen de geregistreerde dosering vermeld. Het dosisadvies in het Kinderformularium kan daarom afwijken van de bijsluiter. Het is belangrijk om dit aan de ouders uit te leggen. Anders kunnen zij zich ongerust maken en misschien zelfs weigeren het middel aan hun kind te geven.
Voorlichting Bij kinderen is vaak sprake van offlabelgebruik, hoe ga je dan om met de voorlichting naar de ouders toe? Wat heeft de arts al verteld? En hoe controleer je de informatie die de ouders hebben ontvangen? Het kan zijn dat de arts misschien niet duidelijk heeft verteld dat het middel off-label is, of dat de ouders dat niet goed begrepen hebben wat dat inhoudt. Je kunt de ouders het beste gerust stellen door uit te leggen wat offlabelgebruik betekent, en ze vertellen over het Kinderformularium dat het offlabelgebruik bewaakt en controleert. Melden van bijwerkingen Laat ouders weten dat ze eventuele bijwerkingen bij hun kind altijd melden. Dit is van groot belang om de kennis over de veiligheid van gebruik van geneesmiddelen die niet geregistreerd zijn voor gebruik door kinderen, te vergroten. Zowel apothekers en voorschrijvers, als ook (ouders van) gebruikers kunnen bijwerkingen melden via het digitale meldformulier van het bijwerkingencentrum Lareb (https://www. lareb.nl/Meld-bijwerking/Meldformulier. aspx) Alle meldingen die Lareb ontvangt, worden beoordeeld, vergeleken met eerdere meldingen (zowel nationaal als internationaal) en getoetst aan informatie in de wetenschappelijke literatuur. Informatie over meldingen wordt opgenomen in de bijwerkingendatabank. Deze bijwerkingendatabank is openbaar te raadplegen op de website van Lareb.
Therapietrouw Ook wat betreft therapietrouw verschillen kinderen van volwassenen. Bij kinderen is de smaak van het geneesmiddel van groot belang voor het regelmatig innemen. Ook zijn factoren zoals doseringsgemak, frequentie en het moment van toediening van grote invloed op de therapietrouw. Zetpillen en inhalatoren zijn lastiger bij kinderen te gebruiken dan bij volwassenen. Voor schoolgaande kinderen vormt het innemen van geneesmiddelen op school soms een groot probleem (schaamte). Eenof tweemaal (in plaats van bijvoorbeeld driemaal) per dag doseren kan dan al de therapietrouw verbeteren. Therapietrouw van de ouders Bij jonge kinderen wordt de therapietrouw vooral bepaald door de therapietrouw van de ouders. Goede voorlichting over het doel van de behandeling en het nut van de voorgeschreven medicijnen is daarom essentieel. Voor de ouders kan het moeilijk zijn om zonder goede motivatie een weigerend kind (in de herstelfase van een ziekte) geneesmiddelen te laten innemen. Kinderen betrekken bij hun geneesmiddelengebruik Als kinderen medicijnen nodig hebben, richt de instructie zich meestal op de ouders. De therapietrouw en juist medicijngebruik zijn mede afhankelijk van of de ouders het goed gebruiken. Maar vaak zal het resultaat beter zijn als het kind er zelf bij betrokken is en zelf aangesproken wordt. Laat, indien mogelijk, het kind bijvoorbeeld zelf het recept van de arts afgeven, en overhandig zijn geneesmiddelen aan hemzelf in plaats van aan de ouder.
De Bijsluiter in Beeld De Bijsluiter in Beeld (http://www. bijsluiterinbeeld.nl/) is voor kinderen erg geschikt om duidelijk in beeld te brengen hoe ze hun geneesmiddelen moeten gebruiken. Als een soort stripverhaaltje kun je het kind vertellen welk geneesmiddel hij krijgt, hoe vaak hij het moet innemen, en op welke manier. Kinderteksten Op apotheek.nl komen steeds meer kinderteksten beschikbaar. De teksten zijn bedoeld voor ouders van kinderen die geneesmiddelen gebruiken, en voor zelfstandig gebruik door kinderen vanaf 12 jaar. Zo worden kinderen beter en begrijpelijker geïnformeerd over hun geneesmiddelengebruik.