Kijk op het jonge kind
Sabina Groen
kinderrevalidatiearts
18 juni 2015 | Naam presentator
Wie ben ik ? • Opleiding tot revalidatiearts Groningen 2000-2004 • Vroegbehandeling en voortgezet onderwijs Vogellanden, Zwolle 2004-2005 • Vroegbehandeling en mytylschool Beatrixoord, Haren 2005-2012 • Vroegbehandeling en kliniek Groot Klimmendaal, Arnhem 2012-heden • Landelijke werkgroep Vroegbehandeling • Scholingscommissie Kinderrevalidatieartsen • Medische commissie Villa Pardoes
|
Kijk op het jonge kind
|
Kijk op het jonge kind
• Multidisciplinaire diagnostiek de “Kijkdoos” • Therapeutische peutergroep • Habituele tenenlopers
|
Verwijzing 0-5 jarigen • (mogelijke) Ontwikkelingsachterstand op verschillende ontwikkelingsgebieden w.o. motoriek (e.c.i.) • Duidelijke diagnose met daarbij invloed op de verschillende ontwikkelingsdomeinen: – Cerebrale parese – Spierziekte – Syndroom
|
Ouders hebben vragen… • • • • • • • •
Loopt de ontwikkeling van mijn kind achter ? Gaat mijn kind lopen ? Gaat mijn kind praten ? Kan mijn kind wel naar de basisschool ? Hoe kan ik hem het beste stimuleren ? Is mijn kind “gewoon” lui ? Doe ik het wel goed ? Iedereen zegt dat ik…”zus of zo”…
En hier komen heel veel opvoedingsvragen bij… |
Jullie hebben ook vragen… • Wat gebeurt er als ik verwijs ? • Hoe ziet de intakefase er uit ? • Wat is het aanbod aan diagnostiek ?
• Wat is het behandelaanbod ? • Wanneer welk kind verwijzen ?
18 juni 2015 | Naam presentator
pagina 7
Na verwijzing • Intake: Consult revalidatiearts • Doel : Wat zijn de mogelijkheden/beperkingen op gebied van lichaamsfuncties, activiteiten en participatie ? • Anamnese : Medische voorgeschiedenis, tractusanamnese. Domeinen: motoriek, communicatie, zelfverzorging, spelleervaardigheden, omgeving. RAP= revalidatie activiteiten profiel.
• Lichamelijk onderzoek: houdings-en bewegingsapparaat, neurologisch onderzoek.
|
Intake
vervolg
• Beleid: – meer diagnostiek naar de stoornissen ? (o.a. visus, gehoor, heupen, wervelkolom) – Meer diagnostiek naar de kwantitatieve en kwalitatieve afwijkingen in de ontwikkeling en de gevolgen daarvan in het dagelijks functioneren ? – Wat is de oorzaak van de problematiek ? Primair door gedrag bepaald, of door verstandelijke beperking, of door lichamelijke beperkingen.
|
Welke diagnostiek ? • Wat is het aanbod aan diagnostiek ?
– Kijkdoos (multidisciplinaire observatie) 0-5 jaar – Monodisciplinaire expertise/ 2e opinion/ voorzieningen – Arm Hand Observatie – Gangbeeldanalyse
|
Kijkdoos (6 afspraken) “samen werken aan complete plaatje”
• Voor het in kaart brengen van volledige beeld (ICF) – Lichaamsfuncties – Activiteiten – Participatie • • • • • •
Intake maatschappelijk werk Fysiotherapeut Ergotherapeut Logopedist “een beeld zegt meer dan 1000 woorden” Ontwikkelingsonderzoek door orthopedagoog/psycholoog Adviesgesprek na 3 wk |
Adviesgesprek • Informatie over de bevindingen, verwachtingen, prognose • Advies mbt behandeling: – in 1e lijn, – in PRB, – Ouderkindgroep (9 md-2 jr) – therapeutische peutergroep (2-4 jr) • Verwijzing naar elders: – Kentalis/audiologisch centrum – Karakter/Eleos – Driestroom/Siza/Zozijn/’s Heerenloo – Nadere diagnostiek via kinderarts/kinderneuroloog |
Wanneer welk kind verwijzen ? • Bij bijzondere motoriek en bij brede ontwikkelingsproblematiek: – vanaf 9 maanden • Juist tijdens de medische diagnostiek trajecten; – dus naar de kinderarts èn de revalidatiearts • Verschillende behandelopties mogen genoemd worden maar niet beloofd worden !
|
Therapeutische peutergroep • Voor kinderen van 2-4 jaar met motorische problemen èn vaak problemen op de andere ontwikkelingsgebieden. • 4 groepen waarvan 1 groep voor kinderen met mentale retardatie èn motorische problemen. • 3 dagdelen per week, behandelevaluatie per 6 md. • Alleen op indicatie revalidatiearts • Basisverzekering, revalidatiebehandeling, zelden vervoersindicatie.
|
|
Samenstelling TPG 2014-2015 • • • • • • • • • • •
Hersentumor waardoor hersenbeschadiging en blindheid CHARGE syndroom 4x MCG e.c.i. 5x CP unilateraal 3x CP bilateraal 1x myotone dystrofie 2x NMA e.c.i. 1x spina bifida L5 1x Williams syndroom 1x Prader Willi syndroom 5x overig (longhypoplasie, slap/klein, mitochondrieel) |
Uitstroom TPG • • • • •
2014/2015
7x regulier basisonderwijs 7x mytylschool 1x KDC 1x school voor slechtzienden 1x school voor doven en/of spraaktaal
|
Ouder-kind groep • • • •
9 md-2,5 jaar 4-5 kinderen Samen met één ouder, 1 dagdeel/week Begeleiding door FT/ET/logo/peuterleidster, incidenteel MW/psy
• Doel: samen spelend leren, ouderinstructie, (h)erkenning, inzicht geven. (folder)
|
|
Tenenloop • Habitueel = uit gewoonte • Idiopatisch = zonder aantoonbare oorzaak, onbekend oorzaak • Diagnose per exclusionem, nl veel oorzaken mogelijk ! – Orthopedisch: bv beenlengteverschil, arthrogryposis, congenitaal verkorte AP – Neurologisch: cerebrale parese, spieraandoening, HSP – Autisme, mentale retardatie, spraaktaalstoornis – Unilateraal vrijwel altijd pathologie (trauma, hemangioom, veneuze malformatie, unilaterale CP)
|
Idiopatisch tenenlopen • Direct vanaf beginnen met lopen op de tenen – Bilateraal (geen asymmetrie) – Geen spasticiteit of hyperreflexie – Soms beperkte enkeldf (neemt toe met de leeftijd) • Looppatroon variabel; meestal op verzoek (kortdurend) in staat om normale afwikkeling te laten zien tijdens lopen
|
Onschuldig verschijnsel ? • Statham (1971) Beginnend lopen (aan de hand!) – 10% teenlanding
• • • • •
7-24 % gezonde kinderen 30-70% Positieve familie anamnese (genetisch ?) 28 % prematuur 26 % psychomotore retardatie, + taalproblemen Autisme
William 2010, Eiff 2006, Sala 1999, Stricker 1998, Sutherland 1980, Statham 1971, Burnett 1971.
|
Onschuldig verschijnsel ? • Klachten – slechte balans (46%) – foot wear problems (32%) – voetpijn (27%) – functionele problemen (7%): rennen, klimmen of traplopen.
(Fox, 2006) |
Behandeling ? • Casus 1: 17 md loopt op de tenen met steun. 5 gr drsfl. Spalken, gipsredressie 3x1 -> loslopen ! Spalken, semi-orthopedische schoenen, confectieschoenen. • Casus 2: 15 md loopt hoog op de tenen, los sinds 14 md. Dorsaalflexie -20 gr bdz , gipsredressie 3x 2 -> 5 drs fl. OSB gaat goed, op blote voeten terug op de tenen. • Casus 3: 5 jr, woede-aanvallen, DCD ?, tenenlopen vanaf 2e jaar, loslopen 16 md. Links -10 gr drsfl, Rechts 5 gr. 2x2 gipsredressie, recidief, daarna OK. Unilaterale CP ? • Casus 4: meisje van 3 jr, habituele tenenloper, vader ook, goede dorsaalflexie, goed functioneren, wat te doen ? |
Behandeling ? • Goed onderzoek • Afwachten • Kinderfysiotherapie: inslijpen juiste looppatroon (motorisch leren) • Bij twijfel over “idiopatisch”, en bij klachten: Verwijzen. • Aanvullende opties: gipsredressie, spalken, semiorthopedisch schoeisel, gezamenlijk spreekuur met orthopeed.
|
Take home message • Tenen lopen is geen normale ontwikkeling • Idiopatisch tenenlopen diagnosis per exclusionem • Kan leiden tot pijn / functionele problemen -> verwijzen • Verwijsredenen in het algemeen: – Motorische achterstand die niet binnen 6 md bijtrekt – Brede ontwikkelingsproblematiek – Bijzondere motoriek
|
Bedankt voor de aandacht
Altijd bereid tot overleg !
[email protected]
|