Kijk ik mag er zijn, en jij ook!
Pedagogisch plan van aanpak Kindercentrum
Laan van Hoornwijck 168 2497 DG Den Haag 088-0017383
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
1
Voorwoord Voor u ligt het pedagogisch plan van aanpak (PPA) van kindercentrum Luchtkasteel. In het PPA wordt de eigenheid van het Luchtkasteel beschreven. Tevens biedt het PPA handvatten voor ouders/verzorgers en pedagogisch medewerkers en worden er locatiespecifieke afspraken beschreven. Binnen de algemene visie van de SRK geven wij onze eigenheid vorm: Kijk ik mag er zijn, en jij ook! Binnen dit thema verwoorden wij onze pedagogische aanpak, pedagogische doelstellingen, onze kijk op de kinderen en onze samenwerking met elkaar en met de ouders. Tijdens het samenstellen van het PPA zijn wij geïnspireerd geraakt door het boek van Slinger, E. & Kleerekoper, L. (2009) Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar. Het PPA is opgebouwd in 9 hoofdstukken met subparagrafen. Wanneer u op zoek bent naar een bepaald aspect is dit gemakkelijk terug te vinden in de inhoudsopgave. Welkom op het Luchtkasteel…
"Het is van wezenlijk belang dat het kind zoveel mogelijk zelf ontdekt. Als we hem helpen elk probleem op te lossen beroven we hem juist van datgene wat voor zijn mentale ontwikkeling het belangrijkst is." Emmi Pikler
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
2
Inhoudsopgave Voorwoord
2
Inleiding
5
1 1.1 1.2 1.3 1.4
Veiligheid en welbevinden Hoe werken wij hieraan in ons kindercentrum? Vertrouwde relaties tussen pedagogisch medewerkers en kinderen Vertrouwde relaties tussen pedagogisch medewerkers en ouders Vertrouwde relaties tussen de kinderen
6 6 6 7 7
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Ontwikkelen en leren van jonge kinderen Baby’s (0 tot 1,5 jaar) Dreumesen (1,5 tot 2,5 jaar) Peuters (2,5 tot 4 jaar) Kleuters (4 tot 6 jaar) Schoolkind (6 tot 8 jaar)
8 8 8 8 9 9
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Samenwerking met de ouders Begrip en waardering Wederzijds adviseren en informeren Contactmomenten Ouders en de groep Meepraten en adviseren Klachtenregeling
10 10 10 11 11 11 11
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.5
Pedagogische doelen en competenties van kinderen Wet kinderopvang pedagogische doelen Het bieden van emotionele veiligheid Het bevorderen van de persoonlijke competenties Het bevorderen van de sociale competenties Het aanbieden van regels, normen en waarden De familiemuur
12 12 12 12 12 13 13
5 5.1 5.2 5.3 5.4
Samenwerken in de groep Elkaar steunen Overleg Elkaar inspireren Ondersteuning pedagogisch medewerkers
14 14 14 14 14
6 6.1 6.2
Basiscommunicatie Sensitieve responsiviteit Respect voor de autonomie van het kind
15 15 15/16
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
3
7 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
Indeling binnen- en buitenruimtes Veiligheid en welzijn Centrale hal Binnen ruimtes KDV Binnen ruimtes BSO Sleutelhangers EHBO en BHV
16 16/17 17 17 17 18 18
8 8.1 8.2 8.3 8.4
Dagritme en groepssamenstelling Dagritme Dagritme kinderdagverblijf Dagritme buitenschoolse opvang Groepssamenstelling
18 18 18/19 19 20
9 9.1 9.2 9.3
Activiteiten met de kinderen Aanbieden van activiteiten Methode Uk en Puk 3+ activiteiten
20 20 20/22 23
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
4
Inleiding De SRK kent drie belangrijke pedagogische beleidsdocumenten. Pedagogische visie, hierin wordt beschreven welke pedagogische doelstelling de SRK zichzelf oplegt. Handboek pedagogisch werk, hierin staan richtlijnen en handvatten die pedagogisch medewerkers nodig hebben om de pedagogische doelstellingen te kunnen realiseren. Pedagogisch plan van aanpak (PPA). Dit is een locatiespecifieke en praktische uitwerking van de pedagogische visie van de SRK. In dit PPA beschrijven en benadrukken wij de eigenheid van Luchtkasteel. Visie van de SRK: In een veilig, geborgen en positief klimaat willen we kinderen helpen zich te ontwikkelen tot weerbare, zelfstandige en sociale individuen die respectvol en verantwoordelijk met anderen, zichzelf en hun omgeving omgaan. Het welbevinden van kinderen en het stimuleren van hun ontwikkeling staan centraal. Dit doen we met wederzijds respect, in openheid en in samenwerking met ouders. Binnen deze visie geven wij ons thema weer: Ons thema: “Kijk ik mag er zijn, en jij ook” wordt gebruikt als kapstok om alle pedagogische afspraken aan op te hangen. Het PPA voldoet aan de volgende voorwaarden om als werkbaar document te hanteren: Het PPA bevat instructies/afspraken voor de pedagogisch medewerkers. Het hele team is bij het tot stand komen betrokken. Het team staat achter de afspraken. De afspraken zijn praktisch uitvoerbaar en zullen ook zichtbaar uitgevoerd worden. De oudercommissie van Luchtkasteel is bij het tot stand komen van het PPA betrokken. Ieder jaar wordt het PPA opnieuw besproken, geëvalueerd en bijgesteld.
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
5
1
Veiligheid en welbevinden
1.1
Hoe werken wij hieraan in ons kindercentrum?
Vanuit de 4 pedagogische doelstellingen die vastgelegd zijn in de Wet Kinderopvang: Het bieden van emotionele veiligheid, het bevorderen van de persoonlijke competentie, het bevorderen van de sociale competentie en kinderen helpen bij het zich eigen maken van normen en waarden, leggen wij de basis voor de veiligheid en het welbevinden van de kinderen. De algemene gedachtegang in onze westerse ontwikkelingspsychologie is, dat kinderen zich alleen optimaal kunnen ontwikkelen vanuit een veilige en vertrouwde omgeving. Een kind voelt zich emotioneel veilig, wanneer het zich gerespecteerd, gewaardeerd en serieus genomen voelt. De persoonlijke competentie toetsen we door onze kijk op de kinderen vanuit de gekozen benadering: “Kijk ik mag er zijn en jij ook!” Door goed te kijken en te luisteren naar de kinderen. Het bevorderen van de sociale competentie geven wij zo vorm dat we ervan uit gaan dat kinderen het meeste leren van elkaar. Dit betekent dat de pedagogisch medewerker een voorbeeldfunctie heeft. Een pedagogisch medewerker geeft zelf dus altijd het goede voorbeeld en geeft kinderen de ruimte sociaal vaardig te worden, door middel van de gezamenlijke activiteiten die plaatsvinden. Omdat creatieve ervaringen bij ons erg belangrijk zijn, vinden wij het ook belangrijk om de knutselwerken, foto’s van het proces e.d. van de kinderen zichtbaar tentoon te stellen. Zodat de kinderen trots zijn op hun gemaakte werk. De kinderen helpen zich eigen maken van waarden en normen wordt zodanig vormgegeven dat kinderen hier in eerste instantie zelf over nadenken, een pedagogisch medewerker zegt niets wat kinderen zelf al hadden kunnen bedenken, maar stuurt deze door middel van te benoemen wat hij/zij ziet. In ons kindercentrum is het belangrijk dat de pedagogisch medewerkers ervoor zorgen dat alle kinderen zich veilig en gerespecteerd voelen, ongeacht hun culturele achtergrond, sekse of beperking. Dit betekent dat de pedagogisch medewerkers ook helpen en begeleiden om elkaar te begrijpen en samen te spelen en daarbij ook veel uitleggen en benoemen. Jonge kinderen willen er graag bij horen en verlangen naar goedkeuring. Ze zijn ontvankelijk voor regels en gezamenlijke rituelen. 1.2
Vertrouwde relaties tussen pedagogisch medewerkers en kinderen
Onderzoek vanuit de hechtingstheorie toont aan dat jonge kinderen zich aan hun pedagogisch medewerkers gaan hechten. Ze gebruiken hen als veilige basis om de omgeving te verkennen en zoeken bij hen bescherming en troost. Een warme, vertrouwde relatie tussen de pedagogisch medewerkers en kind geven wij zo vorm dat het kind weet dat er goed voor hem of haar gezorgd wordt en dat hij/zij wordt gerespecteerd. De relatie tussen pedagogisch medewerkers en de kinderen vormt in ons kindercentrum het hart van het pedagogisch handelen. Het is de basis van de emotionele veiligheid. Ook de kinderen voelen zich vertrouwd met elkaar wanneer er een goede basis is gelegd in het bieden van warme, veilige en vertrouwde relaties. Kinderen komen graag om met elkaar te spelen, en het is de taak van de pedagogisch medewerker deze zodanig vorm te geven dat er een wij-gevoel ontstaat. Hoe doen wij dat? De naam van de groep maakt duidelijk welke pedagogisch medewerkers en welke kinderen bij elkaar horen. Daarnaast geven vertrouwde handelingspatronen zoals dagritme en rituelen een gevoel van veiligheid en verbondenheid aan kinderen.
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
6
1.3
Vertrouwde relaties tussen pedagogisch medewerkers en ouders
In ons kindercentrum is het belangrijk te realiseren dat een goede relatie tussen pedagogisch medewerkers en ouders/verzorgers een brug vormt voor het kind, waarin het kind gemakkelijk van de één naar de ander kan gaan. Een vertrouwde relatie tussen pedagogisch medewerkers en ouders/verzorgers is dus onmisbaar. Kinderen zijn in de eerste plaats gehecht aan hun ouders, broertjes, zusjes en andere familieleden. Als ouders zich niet welkom voelen in het kindercentrum, kunnen kinderen dat gevoel overnemen. Ouders blijken vooral waarde te hechten aan een pedagogisch medewerker die emotioneel betrokken is bij hun kind. Door middel van dagelijks vriendelijk contact en overleg die wij in ons kindercentrum bieden ontstaat een wederzijds vertrouwen. Wanneer een kind geplaatst is wordt er na drie maanden een evaluatiegesprek gepland, die vervolgens daarna één keer per jaar plaatsvindt. Het jaarlijks gesprek vindt plaats naar aanleiding van de observatiemethode die wij binnen de SRK hanteren. Ook bestaat er de mogelijkheid tussentijds een gesprek aan te vragen. 1.4
Vertrouwde relaties tussen de kinderen
In ons kindercentrum realiseren wij ons dat kinderen vanaf heel jonge leeftijd in elkaar geïnteresseerd zijn. Ze proberen contact te maken met elkaar en te communiceren. Vertrouwdheid ontstaat bij jonge kinderen door regelmatig samen te spelen. Daarom achten wij in ons kindercentrum de volgende twee zaken van groot belang. Namelijk: Eigen stam groepen. Op het KDV: De Vallende Ster, De Kleine beer en De Sterrenhemel Op de BSO: De Flamingo’s, De Pinguïns, De Paradijsvogels en De Papegaaien. Wanneer kinderen elkaar vaker tegen komen, leren ze elkaar kennen en wordt het gemakkelijker om samen te spelen. Goede communicatie tussen de kinderen. De pedagogisch medewerkers helpen de kinderen om zich veilig bij elkaar te voelen. Ze zorgen ervoor dat ze elkaar geen pijn doen of storen. De pedagogisch medewerkers stimuleren dit door middel van alles te benoemen wat ze daadwerkelijk waarnemen. Bijvoorbeeld: “Ik zie dat je nu boos bent, hoe komt dat?” Zo geven wij de kinderen de kans om over hun gevoelens na te denken en deze zelf te kunnen verwoorden. Bovenal zorgen de pedagogisch medewerkers ervoor dat kinderen plezier met elkaar hebben.
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
7
2
Ontwikkelen en leren van jonge kinderen
2.1
Baby’s (0 tot 1,5 jaar)
Een baby is sterk afhankelijk van anderen. Een intieme, betrouwbare en zorgzame relatie met de pedagogisch medewerkers is erg belangrijk. Vaste pedagogisch medewerkers op de groep, een vertrouwde omgeving en ritme zijn factoren waar een baby behoefte aan heeft. Een baby voelt zich hierdoor veilig en bouwt zelfvertrouwen en een eerste besef van het ‘Zelf’ op. Baby’s willen graag leren en dingen zelf doen, wij kiezen er voor om baby’s zelf dingen te laten ontdekken. Dit door een baby in bijvoorbeeld een box te leggen met verschillende materialen om hem heen. Een baby kan op eigen tempo op non-verbale wijze laten zien hoever hij is in zijn ontwikkeling. Het kan op een gegeven moment zelf zijn hoofd omhoog doen, zich omrollen en materialen pakken. Wanneer het zelf dingen pakt of omrolt wordt de motoriek ontwikkeld. 2.2
Dreumesen (1,5 tot 2,5 jaar)
Gedrag en de ontwikkeling van een dreumes varieert sterk. De ene keer gaat het met sprongen vooruit en de andere keer valt een dreumes terug in zijn ontwikkeling. Ze worstelen met het ontwikkelen van een eigen ‘ik’. Ze willen enerzijds onafhankelijk zijn van volwassenen en anderzijds hebben ze hun steun nog hard nodig. Dreumesen willen graag dingen zelf doen, ontdekken en hebben behoefte aan een bepaalde controle in dagelijkse bezigheden. Dreumesen leren snel op het gebied van fysieke, sociale en taalvaardigheden maar hebben daar wel veel oefening voor nodig. Wij geven dreumesen alle ruimte om zelf dingen te ontdekken (respect voor de autonomie). Naast een vast ritme van de dag krijgen ze de gelegenheid om een activiteit te kiezen die ze graag willen doen. Dit kan in samenwerking met andere kinderen of zelfstandig zijn. Door te werken met andere kinderen bouwt een kind aan zijn eigen identiteit. Dit heeft een dreumes nodig omdat ze bezig zijn met het ontwikkelen van een eigen ‘ik’. Door veel samen te werken wordt de taalvaardigheid ontwikkeld. Denk bijvoorbeeld aan een gezamenlijk knutselwerkje maken. Hierbij overleggen zij op een eigen manier zowel verbaal als non-verbaal. Wanneer dreumesen zelfstandig dingen ondernemen gaan ze er steeds meer op vertrouwen dingen ook daadwerkelijk zelf te kunnen. Wij laten een dreumes bijvoorbeeld zelf zijn trui uit doen voor het slapen gaan. Hoe vaker hij zit zelfstandig doet hoe beter dat gaat. Wanneer het steeds beter gaat krijgt het kind er vertrouwen in dingen zelf te kunnen. 2.3
Peuters (2,5 tot 4 jaar)
Een peuter ontwikkelt zich steeds meer op het gebied van taal. De peuter krijgt inzicht in afbeeldingen, symbolen, getallen en woorden. Bij peuters is het net als bij dreumesen zo dat de ontwikkeling gepaard gaat met vallen en opstaan. De ene keer zal het met sprongen vooruit gaan en de andere keer kan het een terugval krijgen. Peuters leren steeds beter omgaan met onverwachtse gebeurtenissen en veranderingen. Om er voor te zorgen dat peuters zich zo goed mogelijk ontwikkelen bieden wij ze zoveel mogelijk activiteiten aan. Wij bieden binnen ons kindercentrum de zogenoemde 3+ activiteiten aan. Onder begeleiding van een pedagogisch medewerker wordt er een uitdagende activiteit aangeboden, aangepast op het ontwikkelingsniveau van het kind. De resultaten worden voor de ouders zichtbaar gemaakt in de centrale hal. Omdat wij op het kinderdagverblijf met verticale groepen werken hechten wij veel waarde aan het zingen van liedjes voordat de kinderen een opdracht krijgen. Wanneer wij met de groep gaan opruimen wordt het liedje: “alles opruimen” gezongen. De kinderen leren dan wanneer een pedagogisch medewerker begint met zingen dat er opgeruimd gaat worden. Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
8
Doordat zij het liedje koppelen aan de opdracht die komen gaat leren ook de hele kleintjes mee en het maakt het opruimen gezellig. Zo hoeven wij een kind niet meerdere malen te vragen om op te ruimen, maar start het liedje gewoon weer opnieuw. Met het naar buiten gaan wordt het liedje: “slinger maken” gezongen. Dit ook voor de veiligheid wanneer er geëvacueerd dient te worden. 2.4
Kleuters (4 tot 6 jaar)
Tegen het eind van het derde jaar kunnen kinderen gericht samen spelen. Ze verwoorden het gezamenlijke doel en maken er afspraken over. Er ontstaan meer conflicten over de regels en het verloop van het spel. De pedagogisch medewerkers stimuleren positief spel en laten de kleuters hun belevingen hierover verwoorden. Op de buitenschoolse opvang kunnen de kleuters zelf kiezen op welke groep zij willen spelen. Pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat er op iedere groep ontwikkelingsgericht materiaal aanwezig is, en er op iedere groep een activiteit voorbereidt is. De kinderen kunnen dan tijdens het uur van “open deuren beleid” zelf een activiteit kiezen waar zij zin in hebben. Daar de kinderen gedurende de schooldag al veel “moeten” vinden wij het binnen ons kindercentrum van belang dat de BSO vrijblijvend is in de keuze van de tijdsbesteding. 2.5
Schoolkind (6 tot 8 jaar)
Schoolkinderen ontwikkelen zich razendsnel op het gebied van de cognitieve ontwikkeling. De pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat het materiaal waar de kinderen mee kunnen spelen binnen handbereik ligt van de kinderen. Het streven op de groepen is stabiliteit, omdat de kinderen een “drukke” schooldag achter de rug kunnen hebben wordt er ook specifiek gelet op rustmomenten. Zo is er een bank en een hoek met kussens, de kinderen krijgen de kans zich ook terug te kunnen trekken op een rustig plekje. Omdat kinderparticipatie een belangrijk onderdeel is op de BSO, zorgen de pedagogisch medewerkers voor de zogenoemde “kindervergadering” momenten. Er wordt naar de mening van de kinderen gevraagd. Zo kunnen alle kinderen meedenken en beslissen over bepaalde activiteiten. Op de BSO bieden de pedagogisch medewerkers regelmatig activiteiten rondom een thema. Op deze manier willen wij de kinderen op een leuke manier ondersteunen en stimuleren in het ontdekken van de wereld en hun eigen talenten. Op de BSO worden regelmatig uitsapjes gemaakt met name in de schoolvakanties, hier worden ook de kinderen gestimuleerd hun mening en wensen kenbaar te maken rondom uitstapjes.
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
9
3
Samenwerking met de ouders
Het doel van Luchtkasteel is een vriendelijk centrum bouwen waarbinnen kinderen, pedagogisch medewerkers en ouders zich thuis voelen. Hierbij is de input van ouders heel belangrijk. Binnen onze visie is de samenwerking met ouders van groot belang. Zoals al eerder benoemt vormt een ontspannen relatie tussen ouders en pedagogisch medewerkers de brug die het kind beloopt. Wij zien ouders als partners die samen met de pedagogisch medewerkers het kindercentrum vorm geeft op verschillende niveaus en manieren. Het kind als middelpunt is niet voldoende, pedagogisch medewerkers en ouders zijn eveneens onmisbaar in de opvoeding van kinderen. Een sfeer van openheid en respect is onontbeerlijk. 3.1
Begrip en waardering
Het is voor een goede samenwerking belangrijk dat er wederzijds begrip en waardering is tussen de ouders en de pedagogisch medewerkers. Het is belangrijk dat de ouders het gevoel hebben dat hun kind in goede handen is en dat het een warm welkom krijgt als het gebracht wordt. Het is ook belangrijk dat de medewerkers informatie krijgen over de thuissituatie. Het kan natuurlijk voorkomen dat er een feestje is geweest en het kind daar nog al moe van is. Zo kunnen de pedagogisch medewerkers daar weer rekening mee houden. Wanneer een kind niet komt op het kinderdagverblijf of op de BSO wordt een afmelding op prijs gesteld. 3.2
Wederzijds adviseren en informeren
Er is ook sprake van wederzijds adviseren en informeren. Het kan zijn dat een pedagogisch medewerker soms niet weet wat er met een kind aan de hand is. We vragen dan aan de ouders of zij bepaald gedrag herkennen en hoe zij daar thuis mee omgaan. Het komt natuurlijk ook voor dat de ouders om advies vragen bij de pedagogisch medewerker. We gaan dan samen met de ouder op zoek naar een oplossing. Als het kind bijvoorbeeld zijn of haar fruit niet wil eten. Of wanneer het moeite heeft met slapen op het kinderdagverblijf. Of bij het ophalen van een schoolkind uit de klas. Het is ook van belang dat er duidelijke afspraken worden gemaakt. Zo zijn er afspraken over de tijdstippen dat een kind gebracht en gehaald kan worden. Het kinderdagverblijf is open vanaf 07:30 en sluit haar deuren om 18:30 uur. Het brengen is gewenst tussen 07:30 uur tot 09:00 uur. Om 09.00 uur begint het dagprogramma. Op gewone schooldagen is de BSO open vanaf 15:00 uur tot 18:30 uur en op woensdag van 12:00 uur tot 18:30 uur. In de vakanties is de BSO open op dezelfde tijden als het kinderdagverblijf. Er zijn drie belangrijke pijlers binnen de samenwerking met ouders: Er moet een uitgebreid intake gesprek hebben plaatsgevonden waarin duidelijk afspraken worden gemaakt en waarin vertelt wordt hoe er op het kindercentrum wordt gewerkt, er moet een wenperiode van minstens twee dagen zijn geweest en er moet sprake zijn van een goed dagelijks contact tijdens breng – en haalmomenten.
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
10
3.3
Contactmomenten
Er zijn verschillende momenten van contact tussen het kindercentrum en de ouders/verzorgers over hun kind. Dit is dagelijks tijdens het halen en brengen en tijdens oudergesprekken. Tijdens de plaatsing van het kind vinden er verschillende oudergesprekken plaats. Plaatsing (intake)gesprek: hierin worden alle gegevens van het kind en de ouders genoteerd en worden alle regels en richtlijnen van het kindercentrum toegelicht en eventuele vragen van ouders hierover beantwoord. Evaluatie na drie maanden: hierin wordt samen met de ouders besproken hoe het wenproces is verlopen en krijgen de ouders de ruimte om vragen te stellen en opmerkingen te plaatsen. De pedagogisch medewerker vertelt de ouders hoe zij de afgelopen drie maanden hun kind hebben ervaren. Jaarlijks na observatie: Na een periode van observeren worden de ouders uitgenodigd voor een gesprek waarin deze bevindingen worden uitgesproken en toegelicht met betrekking tot de ontwikkeling en welbevinden van het kind. Tussentijds gesprek: Er is altijd de mogelijkheid een gesprek te plannen, wanneer ouders en pedagogisch medewerkers daar behoefte aan hebben. Exit gesprek: Ouders kunnen gebruik maken van het exit gesprek, waarin de laatste observatie wordt besproken. 3.4
Ouders en de groep
Op luchtkasteel proberen wij zoveel mogelijk aan te sluiten bij de opvoeding van de ouders. Maar dit is niet altijd mogelijk omdat je op een centrum te maken hebt met een groep kinderen. Het is dan ook aan de pedagogisch medewerkers om aan de ouders duidelijk te maken welke dagindeling er wordt gehanteerd en wat de regels en gebruiken van de groep zijn en waarom die regels er zijn. Uiteraard sluiten we altijd aan op de wensen van de ouders wat betreft voeding zo zijn er kinderen die wegens geloofsovertuiging of allergieën bepaalde voeding niet mogen. Hier wordt altijd rekening meegehouden. 3.5
Meepraten en adviseren
De SRK en de pedagogisch medewerkers vinden het belangrijk dat ouders kunnen adviseren en mee kunnen praten bij belangrijke onderwerpen betreffende de opvang van hun kind(eren). De Wet Kinderopvang stelt een oudercommissie verplicht op iedere locatie van de SRK. De oudercommissie heeft verzwaard adviesrecht op diverse punten zoals het pedagogisch beleidsplan, het beleid met betrekking tot spel – en ontwikkelingsactiviteiten ten behoeve van de kinderen en voedingsaangelegenheden. 3.6
Klachtenregeling
Er is ook een klachtenregeling. Als ouders ergens niet tevreden over zijn kunnen zij zich in eerste instantie wenden tot de vaste pedagogisch medewerkers van de groep. Komen zij er niet uit dan kan er een leidinggevende bij worden betrokken. In het uiterste geval kunnen zij een officiële klacht indienen bij de organisatie door gebruik te maken van het klachten reglement.
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
11
4
Pedagogische doelen en competenties van kinderen
4.1
Wet kinderopvang pedagogische doelen het bieden van een gevoel van (emotionele) veiligheid het bevorderen van persoonlijke competenties het bevorderen van sociale competenties het aanbieden van regels, normen en waarden
4.2
Het bieden van een gevoel van (emotionele) veiligheid
Het eerste doel is al uitvoerig in het hoofdstuk veiligheid en welbevinden besproken. Wij blijven streven naar een veilige omgeving voor het kind daar het zich dan optimaal kan ontwikkelen. Onder dit kopje willen we het wenproces van een nieuw kind specifiek onder woorden brengen. Het wenproces is de eerste belangrijke opvoedingstaak van een pedagogisch medewerker om de basis te leggen voor de emotionele veiligheid van een kind. De wenperiode is afhankelijk van het kind. De eerste keer mogen ouders en kind samen komen, daarna komt het kind voor een paar uur alleen. Aan de hand daarvan wordt samen met de ouders gekeken naar de voortgang van het wennen en het vervolg. Kinderen mogen iets meenemen van thuis bijvoorbeeld een knuffel of een knuffeldoek. We stimuleren de ouders om een afscheidsritueel te ontwikkelen waardoor het kind weet wat er komen gaat. Wanneer een kind weet wat er komen gaat, geeft dit het kind houvast en veiligheid. Op de BSO kan de ouder de eerste keer meekomen vanuit school naar de BSO. Tijdens het spelen zorgen we ervoor dat het kind ons als veilige basis kan gebruiken, we zorgen dat het kind nabijheid of oogcontact kan vinden. 4.3
Het bevorderen van persoonlijke competenties
Competentie is een combinatie van vaardigheden, motivatie en houding, kennis en inzicht. Met persoonlijke competenties bedoelen we de brede persoonskenmerken van een kind. Hoe zelfstandig is het, hoeveel zelfvertrouwen heeft het en hoe flexibel is het kind. Naast deze kenmerken hebben wij het ook over de motorische, cognitieve en creatieve ontwikkeling van het kind. Wij geven de kinderen op luchtkasteel alle ruimte om zichzelf te ontwikkelen zowel in de zelfstandigheid als in de zelfredzaamheid. De pedagogisch medewerkers moedigen de kinderen aan bij het maken van hun eigen keuzes. En remmen kinderen die het nodig hebben ook af. We leren de kinderen om sociaal weerbaar te worden door voor zichzelf op te komen. Hierbij vertellen we de kinderen dat we oplossen met onze mond, lukt dit niet dan zorgt de pedagogisch medewerker voor advies en hulp. Bij ongewenst gedrag wordt altijd het gedrag afgekeurd nooit het kind zelf! Daarbij benaderen we de kinderen hoe wij zelf benaderd willen worden. Zo dragen wij bij aan een positief zelfbeeld van de kinderen “ Kijk ik mag er zijn, en jij ook!”. 4.4
Het bevorderen van de sociale competenties
Onder sociale competenties verstaan we empathie, kunnen communiceren, delen, samenwerken, helpen en conflicten oplossen. In ons kindercentrum wordt er veel gewerkt in kleine groepjes. In de groepjes laten we de kinderen zoveel mogelijk met elkaar doen zonder dat de pedagogisch medewerkers de kinderen beïnvloeden. Pedagogisch medewerkers observeren de kinderen veel en laten de kinderen zoveel mogelijk zelf op lossen. Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
12
Wanneer het voorkomt dat twee kinderen onderling ruzie hebben vraagt een pedagogisch medewerker aan de kinderen wat het met hun doet dat ze ruzie hebben. Door kinderen zelf na te laten denken over hun gevoelens en over wat het met de ander zou kunnen doen leren ze zich verplaatsen in de ander. Door op deze manier te werken wordt de sociale competentie ontwikkeld. 4.5 Het aanbieden van regels, normen en waarden Om goed te kunnen functioneren in de maatschappij is het van groot belang dat kinderen leren welke regels, normen en waarden er zijn. Om kinderen goed te kunnen leren welke normen en waarden belangrijk zijn is het belangrijk dat de pedagogisch medewerkers demonstreren en uitleggen aan de kinderen wat wel kan en wat niet. Hierbij is een goede samenwerking tussen de pedagogisch medewerkers belangrijk. Naast een goed voorbeeld geven aan kinderen leren wij kinderen normen en waarden aan door middel van communicatie. Wanneer ze iets doen wat niet of wel mag benoemen we letterlijk wat er wel of niet goed aan is. Als een kind bijvoorbeeld samenwerkt met een ander kind en ze delen alles samen benoemt een pedagogisch medewerker letterlijk dat hij/zij het goed vindt dat ze alles samen delen. Kinderen leren hierdoor wat ze wel en niet mogen doen. We leren kinderen van de verschillende leeftijden om rekening met elkaar te houden, door elkaar te helpen en op elkaar te wachten. De huidige maatschappij kent veel verschillende (culturele) achtergronden. Wij willen binnen luchtkasteel diversiteit uitstralen! Diversiteit betekent voor ons omgaan met verschillen, we stralen uit dat alle mensen en kinderen gelijk zijn “ Kijk ik mag er zijn, en jij ook!” 4.5
De familiemuur
Vanuit de pedagogische doelen die hierboven zijn benoemd, werken wij in iedere groep van Luchtkasteel met de familie muur. De familiemuur draagt bij aan een gevoel van emotionele veiligheid, en kan het kind troost en veiligheid bieden bij verdriet. Door samen met de pedagogisch medewerker de foto’s te bekijken en te bespreken. De familiemuur geeft gelegenheid tot gesprekjes over gewoontes en rituelen thuis, zo leren wij de kinderen dat iedereen anders is en dit ook mag zijn! (Sociale competentie, persoonlijke competentie) We leren hierbij de kinderen respect en waardering voor elkaar te tonen (het aanleren van waarde en normen). Het gezin maakt het belangrijkste onderdeel uit van de identiteit van de kinderen, waar komen zij vandaan? Hoe heette hun broertjes/zusjes opa’s/oma’s? Met de familiemuur willen we bereiken dat het kind zich gelukkig voelt wie het is en het gezin maakt daar deel van uit. De ervaringen van kinderen in hun gezin en hun dagelijks leven vormen immers de basis voor de pedagogische activiteiten! De familiemuur verwoord onze pedagogische aanpak: “ Kijk ik mag er zijn, en jij ook!”
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
13
5
Samenwerken in de groep
Een goede samenwerking met collega’s maakt dat de pedagogisch medewerkers met plezier naar hun werk gaan. Goede collega’s weten wat ze van elkaar kunnen verwachten, kunnen op elkaar rekenen en vullen elkaar aan. Opvoeden in kindercentra is teamwork! Pedagogisch medewerkers zijn als team verantwoordelijk voor de groep! 5.1
Elkaar steunen
Opvoeden van kinderen is bevredigend maar ook inspannend werk. Het delen van positieve en negatieve ervaringen lucht op en geeft energie. Doordat de pedagogisch medewerkers weten wat ze aan elkaar hebben kunnen zij soepel op elkaar inspelen. 5.2
Overleg
Pedagogisch medewerkers zorgen dagelijks voor goed overleg. Zowel mondeling als schriftelijk. Door het pedagogisch handelen op de groep samen te bespreken zitten wij op één lijn en zorgen we samen dat we het pedagogisch handelen goed op elkaar afstemmen. Kindbesprekingen vinden één keer per kwartaal plaats samen met de leidinggevende. Tevens is er om de zes weken een kinderdagverblijf- overleg en om de zes weken een bso-overleg. De bso overlegd ook 4 weken voor iedere vakantie samen met de bso van Kindercentrum In de Wolken om het vakantieprogramma te bespreken. Het locatiehoofd is bij alle overleggen aanwezig. 5.3
Elkaar inspireren
Wij gaan ervan uit dat alle pedagogisch medewerkers beschikken over eigen persoonlijke kwaliteiten om (jonge) kinderen in een groep op te voeden. Deze persoonlijke verschillen tussen collega’s op de groep zijn een bron van inspiratie. Ondanks dat de werkwijze min of meer gestuurd wordt door onze visie, vinden wij het belangrijk ieders kwaliteiten te benutten. Hier maken we positief gebruik van. 5.4
Ondersteuning pedagogisch medewerkers
De pedagogisch medewerkers worden ondersteund door het locatiehoofd (werkoverleg, teamoverleg, individueel overleg en kindbesprekingen) Daarnaast is er op het Luchtkasteel ook ondersteuning door de clustermanager. Alle locaties van de SRK worden op pedagogisch gebied ondersteund door de pedagogen. Zij geven gevraagd en ongevraagd advies aan pedagogisch medewerkers en clustermanager en organiseren bijscholing op pedagogisch gebied. Wanneer er zorgen zijn omtrent de ontwikkeling van een kind, kunnen pedagogisch medewerkers een beroep doen op een pedagoog.
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
14
6
Basiscommunicatie
Als we het binnen het Luchtkasteel over communicatie hebben, bedoelen we niet alleen de gesproken taal. Het gaat hierom zowel verbale als om non verbale communicatie. Wat tevens belangrijk is, is het concreet benoemen. Benoemen wat je ziet, wat je doet, wat je hoort en wat je voelt. Bijvoorbeeld: “Ik zie dat je die puzzel helemaal hebt gemaakt!” In plaats van: “goed zo!” Of bij baby’s kun je denken aan het volgende. Je wilt een baby optillen. Dan pak je hem niet zomaar op maar maakt even contact en zegt dan: “Ik ga je nu even optillen en naar de commode brengen”. Dit omdat baby’s erg kunnen schrikken van onverwachtse bewegingen, daarbij denken we aan de emotionele veiligheid die wij waarborgen. Bij de kleuters op de BSO staat de kinderparticipatie hoog in het vaandel. De pedagogisch medewerkers betrekken de kinderen bij het maken van keuzes en stimuleren het vormen van een eigen menig. 6.1
Sensitieve responsiviteit
Sensitief en responsief reageren: het kind laten weten dat het er is en gevoelig zijn voor wat het kind bezig houdt. Inspelen op de behoefte van het kind, laten merken dat je het waardeert, dat je rekening met ze houdt en dat je ze helpt waar nodig. Ook hier zit een belangrijk stuk luisteren in. Als een kind met een vraag of verhaal naar je toe komt, dan luisteren wij ook. Als er een kind al trappend en trots kijkend voorbij fietst voor het eerst, kun je een duim omhoog steken en zeggen; “Ik zie dat je aan het fietsen bent”! Of als je ziet dat een kind met nieuwe schoenen binnenkomt, daarop reageren door te zeggen; “Ik zie dat je nieuwe schoenen aan hebt, wat zijn ze mooi!” 6.2
Respect voor de autonomie van het kind
Bij baby’s gaan we daar waar het kan mee met de bewegingen van het kind. Bijvoorbeeld als het kind tijdens het verschonen probeert te draaien, dan geven we het even de ruimte en proberen de luier alsnog om te krijgen of wachten even en vertellen we dat we het kind weer neerleggen om de luier om te doen.
Dreumesen willen veel zelf doen. We geven ze de ruimte om te experimenteren en als ze oogcontact zoeken, benoemen we wat we op dat moment waarnemen. “Ik zie dat je die bal probeert te pakken”.
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
15
Peuters: peuters spelen een stuk zelfstandiger maar hebben nog wel hulp nodig bij het leren samenspelen. Door continu “nee” te roepen, wordt het heel erg negatief en leren ze niet welk gedrag wel gewenst is. We benoemen dit op de volgende manier: “Je mag niet zijn puzzel afpakken als hij er mee speelt, dat vindt hij niet leuk. Zullen we voor jou ook een puzzel pakken?” Kleuters: we stemmen de activiteiten af op de behoeftes van de kinderen. We observeren waar de behoefte is en spelen daarop in. Bijvoorbeeld: Een kind vraagt een washandje want ze wil de pop wassen. We zeggen dan: “Dat is een goed idee, de poppen hebben inderdaad een goede wasbeurt nodig. Zullen we ze in bad gaan doen?” We vinden het belangrijk om (school) kinderen zelf de gelegenheid te geven om zelf hun problemen op te lossen. Dit bevorderd de zelfredzaamheid en is goed voor het zelfvertrouwen. We laten betrokkenheid zien maar we kunnen niet alles uit handen geven. Als een kind verdrietig naar ons toe komt want dat andere kindje heeft het kind geslagen, dan vragen we: “Wat vindt je daarvan?” Zo leert hij/zij nadenken over zijn gevoel en leert het benoemen. We geven de kinderen hierin de ruimte en begeleiding waar nodig. We geven ze de gelegenheid om zelf problemen op te lossen en we geven de kinderen de gelegenheid om te helpen, dit is erg belangrijk. In gesprek met kinderen is het belangrijk om vragen te stellen en te luisteren en niet meteen in te vullen. Waar er normaal voor het slapen gaan een verhaaltje wordt voorgelezen, laten we ook weleens een plaat met afbeeldingen zien en vragen aan de kinderen iets te vertellen over de plaat. Als een kind met een vraag of verhaal naar ons toe komt is het belangrijk dat we naar het kind luisteren en dit doen we mede door op ooghoogte van het kind te gaan zitten en oogcontact te maken. Het voorlezen en vertellen van verhalen speelt een belangrijke rol bij de taalontwikkeling en het leren herkennen van emoties. Dit kunnen de kinderen weer gebruiken bij het communiceren. Structuur en vaste rituelen zijn belangrijk voor kinderen. Dit geeft ze houvast en zo creëren we een veilige en vertrouwde omgeving. Het is belangrijk er voor te zorgen dat er een vaste dagindeling bestaat waaraan de kinderen zich vast kunnen houden, dat ze een eigen bakje hebben waarin ze persoonlijke spullen kunnen opbergen en dat ze een eigen bed hebben. Dit zijn dingen die we doen om een vertrouwde omgeving te creëren. 7
Indeling binnen- en buitenruimtes
7.1
Veiligheid en welzijn
Onze goed ingerichte binnen en buitenruimtes scheppen de voorwaarden voor leren van de kinderen en voldoen aan alle wettelijk vastgestelde veiligheidseisen. (www.inspectiekinderopvang.ggd.nl) De inrichting is zo opgesteld dat het kinderen uitnodigt to spel en samenspel. In de buitenruimte maken wij zo veel mogelijk gebruik van materialen en speelgoed waar kinderen buiten het kindercentrum mee in aanraking komen. Hierbij valt te denken aan loopkarren in de vorm van auto’s, fietsen, steppen en ballen. Ook hebben we natuurlijke materialen om mee te spelen water of zand.
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
16
De buitenruimte van de BSO grenst aan de basisschool “ De Vlieger” voor de kinderen is er een duidelijke verdeling waar zij bijvoorbeeld kunnen voetballen en waar niet. Waar ze kunnen klimmen en waar zij in de zandbak kunnen spelen. 7.2
Centrale hal
We maken gebruik van de centrale hal, hier worden gezamenlijk verjaardagen gevierd van de pedagogisch medewerkers en er wordt samen gespeeld. De kinderen uit de andere groepen ontmoeten elkaar en er is meer bewegingsvrijheid dan in de groep. Tijdens speciale vieringen zoals: kerst, pasen en bijvoorbeeld het voorleesontbijt eten wij samen met de drie groepen op de gang. 7.3
Binnen ruimte KDV
Iedere groep op het kinderdagverblijf bestaat uit 12 kinderen welke de beschikking hebben over een eigen lokaal met speelhoeken. Aan het lokaal zit bij iedere groep een verzorgingsruimte. Bij de indeling van de ruimte is rekening gehouden met de ontwikkeling van de kinderen. Zo is er door onderzoek gebleken dat kinderen vanaf anderhalf jaar graag dingen zelf doen. Hierbij is, conform de wettelijk vastgestelde veiligheidseisen, de verzorgingsruimte van deze groep zo ingericht dat het kinderen in staat stelt om ook daadwerkelijk mee te helpen bij het verschonen. Zo maken wij gebruik van een verschoontafel met een trapje welke kinderen in staat stelt om hier zelf op te klimmen. De prullenbak is zo geplaatst dat het kind ook in staat is zijn eigen luier weg te gooien. Verder zijn de wastafels aangepast op de hoogte van de kinderen. Zo heeft iedere groep zijn eigen inrichting gericht op de ontwikkeling die de kinderen doormaken en vaardigheden die zij zelf kunnen uitvoeren. 7.4
Binnen ruimte BSO
De groepen op de buitenschoolse opvang bestaan uit 20 kinderen. Op de verschillende groepen zijn ruimtes gecreërd voor verschillende spelmaterialen. De kinderen kunnen zelf kiezen waar ze willen spelen. De pedagogisch medewerkers zorgen ervoor dat de ruimtes overzichtelijk zijn, zodat de kinderen hun weg kunnen vinden. Binnen de ruimtes wordt er rekening gehouden dat kinderen kunnen kiezen uit gevarieerd aanbod van vrije en georganiseerde activiteiten.
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
17
7.5
Sleutelhangers
Wij werken binnen de SRK met de zogenoemde sleutelring. Hier hangen de sleuterhangers van de kinderen en pedagogisch medewerkers aan die aanwezig zijn. Een foto en een kaart met gegevens waarop de ouders bereikbaar zijn hangt hier ook aan. Uit veiligheidsoverwegingen is het erg belangrijk de sleutelring regematig te checken. Hangt iedereen die aanwezig is er aan? Wanneer er geëvacueerd dient te worden en het KDV of de BSO bevind zich buiten, kunnen wij in één oogopslag zien wie er aanwezig moeten zijn. Wij vragen ouders/verzorgers hierom zorg te dragen om bij binnenkomst de sleutelring te voorzien van de sleutelhanger en te verwijderen wanneer het kind wordt opgehaald. 7.6
EHBO en BHV
Ons streven is dat iedere pedagogisch medewerker in het bezit is van zijn of haar EHBO diploma. Dit is niet altijd haalbaar. Grotendeels van het team heeft dit diploma in het bezit, ieder jaar wordt er herhaald en krijgen nieuwe medewerkers de kans de EHBO curcus te volgen. Tevens zijn er een groot aantal pedagogisch medewerkers in het bezit van het BHV diploma. De BHV’er draagt zorg bij calamiteiten, en leid het team wanneer er geëvacueerd dient te worden. Het ontruimingsplan is op iedere groep te vinden in de rode bak. Pedagogisch medewerkers en de groep hebben minimaal 2x per jaar een oefening.
8
Dagritme en groepssamenstelling
8.1
Dagritme
Binnen ons kindercentrum is er voor iedere groep een eigen dagritme ontwikkelt. Op ons kindercentrum werken wij met verticale groepen, dit houdt in dat wij voor de kinderen een ontwikkeling passend dagritme hanteren. In het dagelijks overleg wordt iedere dag geëvalueerd of het dagritme aansluit bij de kinderen op dat moment of moet worden bijgesteld. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld de decembermaand, kinderen maken dan veel spannende gebeurtenissen mee wat energie kost, uit onderzoek van voorgaande jaren is gebleken dat kinderen in deze maand vaker prikkelbaar en sneller moe zijn. Of de baby’s die nog zoekende zijn naar hun eigen ritme, naast het structurele dagritme wordt hier ook gekeken naar het individuele kind. 8.2
Dagritme kinderdagverblijf
Tussen 7:30 en 9:00 uur: Kinderen worden gebracht. De kinderen zijn vrij om in dit tijdsbestek rustig aan de nieuwe dag (in de ruimte) te wennen. Natuurlijk is de pedagogisch medewerker er om het kind bij binnenkomst te verwelkomen en is er tijd voor uitwisselen van informatie tussen ouder en pedagogisch medewerker. De kinderen verzamelen van 07:30 uur tot 08:00 uur op de Vallende Ster. Daarna gaan de gebrachte kinderen naar hun eigen stamgroep. Rond 9:00 uur: Met alle kinderen aan tafel fruit eten en drinken. We luisteren naar de verhalen van de kinderen, lezen voor of zingen.
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
18
Rond 10:00 uur: verschoonronde, de kinderen krijgen een schone luier en de zindelijke kinderen doen een plas op de wc. De kinderen gaan spelen of kunnen zich aansluiten bij een gestructureerde activiteit. De 3+ activiteiten vinden plaats, de drie jarige peuters worden door de pedagogisch medewerker uit de groepen gehaald en gaan voor de activiteit naar de BSO ruimte. Tevens kunnen de 3+ activiteiten tussen de middag plaats vinden wanneer de “kleintjes” slapen. Rond 11:00 uur: gaan we alles netjes opruimen om daarna de handen te wassen en aan tafel te gaan. Er is bruin (licht volkoren) brood met vers beleg en melk. Kinderen mogen zelf kiezen wat ze willen eten, ze zijn vrij om te kiezen, want niet iedereen lust of mag alles. Er wordt gevarieerd beleg aangeboden, en er wordt gelet op de variatie hartig/zoet. Rond 12:15 uur: verschoonronde en de kinderen die slapen gaan nu naar bed. De kinderen die niet slapen gaan spelen. Rond 15.00 uur: alle kinderen zijn uit bed en aangekleed. Tijd voor vers fruit op de Kleine Beer. De kinderen mogen zelf wat van de fruitschaal kiezen en zij drinken wat sap. Op de Vallende Ster en de Sterrenhemel wordt er cracker/rijstewafel gegeten met een beker sap. Om 17.00 uur: Alle kinderen krijgen een schone luier, of gaan naar het toilet. Daarna gaan we aan tafel voor een soepstengel en een rustige activiteit bijvoorbeeld een puzzel. Tussen 17:00 uur en 18:30 uur: Kinderen worden opgehaald. Hierbij is er ook tijd om informatie uit te wisselen tussen pedagogisch medewerker en ouder. Om 18:00 uur verzamelen alle kinderen die er nog zijn op de Vallende Ster. Dit dagritme is een uitgangspunt. Natuurlijk is het mogelijk dat er van dit ritme afgeweken wordt, als blijkt dat het niet aansluit op het ritme van het kind. Het dagritme van de baby’s wordt zoveel mogelijk afgestemd op het ritme van thuis. De eetmomenten en slaapmomenten worden afgestemd met de ouders. Als de kinderen de leeftijd hebben bereikt dat ze fruit en brood eten, gebeurt dit ongeveer volgens het schema van de peutergroep. 8.3 Dagritme buitenschoolse opvang Rond 15:15 uur: de kinderen komen uit school en komen de BSO binnen. De groep gaat aan tafel, er vindt een rustmoment plaats waarin alle kinderen de gelegenheid krijgen hun verhaal te doen. Er wordt fruit en cracker/rijstewafel gegeten en er wordt sap gedronken. Van 16:00 tot 17:00 uur: “Open deuren beleid”. De kinderen gaan spelen, zij kunnen kiezen bij welke activiteit zij zich aansluiten. Tevens kunnen zij kiezen om naar buiten te gaan. Rond 17:00 uur: alle kinderen gaan terug naar de eigen groepen. De kinderen worden opgehaald en er is gelegenheid tot overdracht tussen ouder en pedagogisch medewerker. Op de woensdagmiddag zijn de kinderen tussen 12:15 en 12:30 uur op de BSO er wordt dan gezamenlijk geluncht. Er is bruin (licht volkoren) brood en vers beleg en melk. Tijdens de vakanties zijn er vakantieprogramma’s, de pedagogisch medewerkers zorgen dat de vakantieprogramma’s tijdig bij de ouders in het bezit zijn. Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
19
8.4 Groepssamenstelling Zoals al eerder vermeld werken wij met vaste (stam) groepen. Om de veiligheid van onze kinderen binnen Luchtkasteel de waarborgen hechten wij waarde aan “vertrouwde relaties tussen de kinderen”. Wanneer kinderen elkaar vaker tegen komen gaan zij zich aan elkaar hechten en ontstaan er vriendschappen. De verticale groep op het kinderdagverblijf bestaan uit 12 kinderen. De ideale samenstelling is drie baby’s, drie dreumesen, drie peuters van 2,5 tot 3,5 jaar en drie peuters van 3,5 tot 4 jaar. Leidster -kind ratio is op het kinderdagverblijf één op zes. Leidster –kind ratio is op de buitenschoolse opvang één op tien. De BSO groepen bestaan uit 20 kinderen. De samenstelling op de Flamingo’s, Paradijsvogels en de Papagaaien zijn kinderen in de leeftijd van 4 tot 7 jaar. De groep Pinguins is de 7+groep. Hierin worden alle kinderen geplaatst die 7 jaar of ouder zijn. Vanaf 8 jaar krijgen zij de mogelijkheid om naar BSO Wings te gaan. Zij mogen er ook voor kiezen om op het Luchtkasteel te blijven tot 13 jaar. Tijdens de vakanties voegen de BSO’s van In de Wolken en Luchtkasteel samen. De stamplaats is het Luchtkasteel. Als het kindaantal het toelaat wordt voor de 7+ groep een apart vakantieprogramma opgesteld. Op het Luchtkasteel wordt ook voorschoolse opvang (VSO) geboden. De VSO is voor kinderen van 4 tot 12 jaar. De VSO is open vanaf 07:30 uur. De pedagogisch medewerkers zorgen voor een ontbijt voor de kinderen, daarna worden de kinderen naar school gebracht. 9
Activiteiten met de kinderen
9.1 Aanbieden van activiteiten Het belangrijkste uitgangspunt voor ons is dat de activiteiten aansluiten bij de ontwikkeling en ideeën van het kind. Er worden activiteiten aangeboden zoals spelactiviteiten (tekenen, verven, bouwen met verschillende materialen, kleien, vrij spelen binnen of buiten, groepsactiviteiten zoals; de kring, feesten vieren. Beestjes en bladeren zoeken op het plein of in de bosjes, voorlezen, muziek maken enzovoort). Kinderen worden ook wel uitgenodigd om wat voor een ander te doen. Bijvoorbeeld helpen met opruimen, de was en boodschappen doen. 9.2 Methode Uk en Puk Op het kinderdagverblijf werken wij met de methode Uk en Puk. Uk en Puk is speciaal ontwikkelt voor kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar. Spelen is ontdekken. En spelen is groeien. Daarom staat spelen centraal in Uk en Puk. Alle activiteiten zijn geschikt voor kinderen van 0 tot 4 jaar. Natuurlijk draait het bij Uk en Puk niet om lesjes geven en lesjes leren. Uk en Puk leert baby’s, dreumesen en peuters nieuwe vaardigheden. Door actief bezig te zijn en lekker te spelen!
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
20
Uk en Puk is een totaalprogramma. Welke ontwikkelingsgebieden komen aan bod? De sociaal - emotionele ontwikkeling De spraak/taal ontwikkeling De motorisch- zintuiglijke ontwikkeling De ontluikende rekenvaardigheden Uk en Puk heeft tien thema´s namelijk: Welkom puk!
Wat staat centraal? De dagelijkse gang van zaken op het kindercentrum staat centraal. De groep, de ruimte, de inrichting en de dagelijkse activiteiten (bijvoorbeeld opruimen, naar het toilet gaan) komen aan de orde.
Wat heb jij aan vandaag?
Kleding staat centraal. De kleren die de kinderen zelf dragen, de kleren van Puk, verschillende andere kledingstukken, schoenen en accessoires zijn onderwerp van de activiteiten.
Eet smakelijk
Eten staat centraal. Eten klaarmaken, ruiken en proeven, tafel dekken en afruimen komen aan de orde.
Dit ben ik!
Het lichaam en met name het gezicht, de verschillende delen waaruit het gezicht bestaat en de zintuigen (ruiken, proeven, horen en zien) staan centraal
Reuzen en kabouters
De begrippen groot en klein staan centraal in dit thema.
Regen
Dit thema sluit aan bij een regenachtige periode. Er wordt aandacht besteed aan het weer, met name aan regen, de eigenschappen van regen en regenkleding.
Hatsjoe!
Dit thema gaat over ziek zijn, voor elkaar zorgen, naar de dokter gaan en weer beter worden.
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
21
Knuffels
Knuffels, zachte materialen, sfeerlicht en sfeermuziek, het voelen aan verschillende materialen en het slaapritueel staan centraal.
Oef, wat warm!
Dit thema sluit aan bij warm weer. Er wordt aandacht besteed aan koude en warme dingen, aan zomer- en winterkleding en aan de eigenschappen van water.
Ik en mijn familie
Wie hoort er bij mijn familie? Dit thema gaat over baby’s, opa’s, oma’s, broertjes/zusjes en de kinderen kijken naar de foto’s (Familiemuur)
Speciaal thema: Ik ben bijna 4!
Hier staat de overgang naar de basisschool en het afscheid op het kinderdagverblijf centraal.
Al deze thema’s komen voort uit de directe beleving van de kinderen. Ze spelen zich af in het hier en nu. De tien verschillende thema’s kunnen op willekeurige volgorde worden aangeboden, met uitzondering van het thema: Welkom Puk! Dit is een introductieprogramma. Tevens heeft Uk en Puk een speciaal thema: “ Ik ben bijna 4! Deze kan worden gebruikt bij de peuters die bijna naar de basisschool gaan. Ieder thema heeft 12 activiteiten die aansluiten op de doelgroep. Zo zijn er activiteiten voor kinderen van 0 tot 1,5 (baby’s) van 1,5 tot 2,5 (dreumesen) en van 2,5 tot 4 jaar (peuters).
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
22
9.3 3+ activiteiten Binnen ons kindercentrum bieden wij de zogenoemde 3+activiteiten. Wanneer kinderen 3 jaar zijn, worden zij uit de groepen gehaald onder begeleiding van een pedagogisch medewerker. In de BSO ruimte vinden er diverse activiteiten plaats die wat extra uitdaging bieden. In de centrale hal kunnen ouders/verzorgers zien wat hun kind (eren) gedaan hebben, regelmatig hangen er foto’s bij.
Kijk ik mag er zijn, en jij ook! PPA Kindercentrum Luchtkasteel mei 2013
23