Kies verantWoord
SGP-verkiezingsprogramma gemeente Aalburg 2014 – 2018
Inhoudsopgave Inleiding
4
Hoofdstuk 1. Burger en bestuur Bestuur in interactie met de burger Bestuur mét de samenleving Duidelijkheid Verbinding Zichtbaarheid Samenwerken/samengaan
5 5 5 5 6 6 6
Hoofdstuk 2. Veiligheid Overlast, vernieling en criminaliteit Bedrijvigheid en veiligheid Brandweerzorg en hulpverlening Crisis- en rampenbestrijding Vuurwerk
8 8 9 9 10 10
Hoofdstuk 3. Zorg en welzijn Wet maatschappelijke ondersteuning Vrijwilligerswerk Jeugd Decentralisatie Jeugdzorg Zorg voor ouderen Volksgezondheid Verslaving
11 11 12 12 13 14 15 15
Hoofdstuk 4. Lokale economie, werk en inkomen Zondagsrust Werk! Geen werk? Financiële ondersteuning Schuldhulpverlening
16 16 16 17 17 18
Hoofdstuk 5. Educatie Onderwijsbeleid Huisvesting Onderwijsachterstand Brede School Bibliotheek
19 19 20 20 20 21
Hoofdstuk 6. Cultuur, recreatie en sport Cultuur Cultuurhistorie Recreatie Evenementen Toerisme Recreatieve sport
22 22 22 23 23 23 24
2
Hoofdstuk 7. Leefomgeving Groen Water Milieubeleid Afvalstoffenbeleid Verkeer Speelplaatsenplan
25 25 25 26 26 27 27
Hoofdstuk 8. Ruimtelijke ordening en wonen Structuurvisie Bestemmingsplan Welstandsnota Monumentenbeleid en archeologie Woningbouw en leefmilieu Agrarische sector
29 29 29 30 30 30 31
Hoofdstuk 9. Financiën en risico’s Het huis op orde Risicomanagement Transparantie Financieel beleid Treasury Subsidiebeleid
33 33 33 33 33 34 34
3
Inleiding Voor de SGP is de overheid Gods dienares. Dat is geen populistisch, maar een Bijbels gegeven. Hecht de SGP dan niet aan een overheid voor de burgers? Jazeker. Juist daarom ziet de SGP de overheid als ‘Gods dienares, u ten goede’. De overheid beoogt in die visie het welzijn en de welvaart van de burgers. Een overheid die handelt naar de normen van de Bijbel zorgt voor rust en stabiliteit in de samenleving, zodat God naar Zijn Woord gediend kan worden. In dit verkiezingsprogramma zijn de beginselen van Gods Woord nog verder concreet toegesneden op de praktijk van het gemeentelijk beleid. Na een schets van de intenties van de SGP en de bestuurlijke werkelijkheid staan in dit programma concrete acties en voornemens die een bijdrage kunnen en zullen leveren aan het welzijn en de welvaart van de burgers in de gemeente Aalburg. De SGP staat voor een overheid overeenkomstig Gods Woord. Het gevolg daarvan is dat die overheid van grote en wezenlijke betekenis zal zijn voor de burgers in de samenleving.
4
1
Burger en bestuur Het overheidsbestuur richt zich op de samenleving en staat ten dienste van de burger. De SGP streeft naar een gemeentebestuur dat functioneert dicht bij de burger. Dat vraagt van bestuurders een zorgvuldige luisterhouding en vervolgens een actieve betrokkenheid op het geheel van de samenleving. De SGP meent dat daarbij de volgende zes thema’s leidend zouden moeten zijn.
Bestuur in interactie met de burger Het gemeentebestuur hoedt zich voor isolement. Het zoekt gericht het contact met de samenleving en moedigt aan tot participatie. Concreet: • Het gemeentebestuur zoekt actief de samenspraak met de samenleving en luistert naar gevoelens en argumenten. • Dat laat onverlet de eerste verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur voor het algemeen belang, dat tegenover individuele belangen kan staan. • Ook heeft het gemeentebestuur eigen opvattingen, die geworteld zijn in politieke overtuigingen. • In dit spanningsveld motiveert het gemeentebestuur tegenover de samenleving de keuzes die het maakt.
Bestuur mét de samenleving Het gemeentebestuur staat niet alleen in de uitoefening van de publieke taak. Wat de burger zelf kan aanpakken, zal de overheid niet overnemen. Concreet: • Het gemeentebestuur oefent zijn zorgtaken (veiligheid, leefbaarheid, ontwikkeling) uit met degenen die de samenleving vormen. • Het gemeentebestuur stimuleert en faciliteert krachtig het maatschappelijk en privaat initiatief. • Het gemeentebestuur rekent met, faciliteert en speelt in op het ‘zelforganiserend vermogen’ van de samenleving.
Duidelijkheid naar de samenleving Het gemeentebestuur maakt duidelijk wat zijn rol is en hoe de bevoegdheden liggen. Te allen tijde moet worden voorkomen dat verkeerde verwachtingen tegenover de burger worden gewekt. Concreet: • Juist als interactie en bestuur met de samenleving uitgangspunt zijn, is het bieden van duidelijkheid een eerste vereiste: waarover gaat het wel en waarover niet, hoe liggen de formele bevoegdheden, etc.
5
•
Het vraagt van het gemeentebestuur helderheid in bewoordingen, realisme in te wekken verwachtingen en bewustheid van de concrete context.
Verbindend in de samenleving De samenleving vertoont een grote verscheidenheid. Het gemeentebestuur is gericht op een vreedzaam samenleven. Concreet: • Het gemeentebestuur is er voor de hele samenleving: in de regel gaat het algemeen belang voor het individuele belang. • Ondertussen bevordert het gemeentebestuur de veiligheid van iedereen • Om dat te bereiken streeft het gemeentebestuur naar verbindingen: initiatieven vanuit de samenleving bij elkaar brengen, verschillen overbruggen, respect en uitwisseling tussen mensen en groepen van verschillende pluimage stimuleren. Dorpsraden zijn hiervoor een belangrijke drager. Daarom is de SGP voor het instellen van een dorpsraad te Wijk en Aalburg.
Zichtbaarheid voor de samenleving De gemeente is de overheid die het dichtst bij de burger staat. Het gemeentebestuur vult die positie in door zichtbaar, bekend en nabij te zijn.
Concreet: • De wisselwerking tussen bestuur en burger vraagt om heldere communicatie en uitwisseling: aanspreken en aangesproken worden, zichtbaar zijn en gekend worden. • Dit vergt een zichtbare aanwezigheid van het bestuur in de samenleving.
Samenwerken De gemeente krijgt te maken met meer en complexere regelgeving. Daarnaast is er, wat de sociale agenda betreft, een reden tot opschaling naar de Dongemondgemeenten. Juist ook met het oog om die nieuwe taken adequaat te kunnen blijven uitvoeren. De gemeenteraad heeft gekozen voor een flexibel netwerkmodel. De SGP onderschrijft en continueert die keuze, omdat er geen absolute noodzaak is aangetoond om tot herindeling over te gaan. De bestuurskracht en de financiën van de gemeente zijn op orde. De efficiëntie waarmee de organisatie de taken uitvoert en de kwaliteit ervan zijn op een voldoende niveau, dat blijkt onder andere uit de goede scores van onze dienstverlening aan de burgers. Concreet:
6
•
Intergemeentelijke samenwerking op basis van een flexibel netwerkmodel kan een probaat middel zijn om efficiënter en daarmee goedkoper te werken, dat geldt in het bijzonder de ambtelijke organisaties. • Er is niet altijd een noodzaak tot samenwerking, wat lokaal kan doen we lokaal, anders wordt opgeschaald naar regionale verbanden. Samenwerken in het netwerkmodel betekent dat dat bij voorkeur binnen de grenzen van het Land van Heusden en Altena moet plaatsvinden. Indien noodzakelijk kan ook bezien worden in hoeverre samenwerking mogelijk is in de gemeenten rondom Aalburg. Gemeentelijke samenwerking is alleen aan de orde indien dat gebeurt op vrijwillige basis, de dienstverlening aan de burger daarbij gebaat is en de christelijke identiteit van de plaatselijke gemeenschap daar niet onder lijdt.
Richtinggevend voor de samenleving De SGP ziet het als haar taak om de samenleving op basis van Bijbelse normen en waarden in te richten. De gemeenteraad mag eigen verordeningen opstellen. Met het opstellen van deze verordeningen kan en moet zij voorkomen dat Gods inzettingen worden overtreden. Ongeacht de persoonlijke voorkeur en overtuiging van de Aalburgse bevolking moet de ontheiliging en misbruik van Gods Naam worden tegengegaan. Concreet: De gemeente houdt toezicht op de eerbaarheid en zedelijkheid. De gemeente weert aanstootgevende en kwetsende reclame De gemeente neemt een vloekverbod in de APV op. Hierbij verdient het werk van de stichtingen, verenigingen en organisaties die normen en waarden gebaseerd op Bijbelse noties de financiële steun van de gemeente.
7
2
Veiligheid Veiligheid is een basisbehoefte van mensen. De gemeente heeft hierbij een belangrijke taak, zowel door onveilige situaties te voorkomen als door handhavend op te treden tegen burgers en bedrijven die de veiligheid in gevaar brengen. De SGP wil de komende jaren sterker inzetten op preventie, zonder de handhavende rol van de overheid te veronachtzamen. De eigen verantwoordelijkheid van burgers, bedrijven en instellingen wordt daarbij niet uit het oog verloren. Veiligheidsbeleid vraagt om een samenhangend pakket aan maatregelen, variërend van het vandalismebestendig inrichten van de openbare ruimte tot het maken van afspraken over de inzet van politie en brandweer. Onze gemeente legt haar prioriteiten op het vlak van de openbare orde en veiligheid vast in een integraal veiligheidsplan. Dit wordt eens in de vier jaar vernieuwd en jaarlijks geëvalueerd met de gemeenteraad.
Overlast, vernieling en criminaliteit De SGP blijft zich sterk maken voor voldoende blauw op straat om krachtig op te kunnen treden tegen zinloos geweld, overlast, vandalisme en criminaliteit. Jongeren die overlast geven, zijn in de eerste plaats zelf verantwoordelijk voor hun wangedrag. Maar ook ouders moeten aangesproken worden op het gedrag van hun kinderen. Op hen rust de taak van een goede morele vorming van hun kinderen. Inwoners kunnen vaak ook zelf een bijdrage leveren aan het bevorderen van de veiligheid in de eigen leefomgeving. Ook heeft de gemeente een belangrijke rol om overlast te voorkomen bij het verlenen van vergunningen voor evenementen. Concreet: • De wijkagenten blijven behouden en zijn duidelijk zichtbaar op straat aanwezig. Om de inzetbaarheid van de wijkagenten te bevorderen wordt er een werkplek in het Aalburgloket ter beschikking gesteld. De politie participeert actief in het lokale zorgnetwerk om risico’s te onderkennen en bij te dragen aan preventief handelen. • Actieve deelname van burgers stimuleren via Burgernet of SMS-Alert. • De inzet van politievrijwilligers bevorderen. • In het kader van Halt-trajecten ouders nauw betrekken bij de aanpak van overlastgevende jongeren. • In risicogebieden al dan niet permanent cameratoezicht instellen. • Schade als gevolg van vandalisme zoveel mogelijk verhalen op de dader. • Bijdragen aan de bewustwording van burgers door het bijhouden van een vandalismemonitor. • In samenwerking met de woningcorporaties het verkrijgen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen bij nieuwe woningen en grootschalige renovaties bevorderen. • Openstaan voor buurtpreventieprojecten. 8
•
Het doen van elektronische aangifte bevorderen.
Bedrijvigheid en veiligheid Bedrijvigheid is een van de grootste pijlers van de Aalburgse economie. De gemeente moet zich echter wel bewust zijn van de risico’s die bepaalde bedrijven met zich meebrengen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan zware bedrijven, tankstations en chemische opslag. Concreet: • Samenwerken met ondernemersverenigingen of een collectief van bedrijven om inbraken terug te dringen. • Afspraken maken met het bedrijfsleven over de beveiliging van bedrijventerreinen in het kader van het Keurmerk Veilig Ondernemen. • Zorgen dat de vergunningverlening en handhaving op orde is, in het bijzonder ten aanzien van risico’s van bedrijven voor de omgeving. De afspraken daarover met brandweer en milieudienst regelmatig evalueren. • De prioriteit van handhaving wordt gekoppeld aan de milieuklasse van het bedrijf.
Brandweerzorg en hulpverlening De hulpdiensten, brandweer en ambulancezorg, zijn voldoende toegerust om hun taken goed te kunnen vervullen. De brandweer investeert, naast de reguliere brandbestrijding, ook in preventieve taken.
Concreet: • De regionalisering van de brandweer mag niet leiden tot uitholling van de vrijwillige brandweer. • Het oprichten van een jeugdbrandweerkorps door de drie Altenagemeenten voorziet in een behoefte, o.a. als kweekvijver voor de vrijwillige brandweer. • De brandweer gaat zich meer toeleggen op preventie, o.a. door promoten van brandmelders en voorlichting aan specifieke groepen en op scholen.
9
• • •
•
Verplaatsing van de kazerne in Aalburg vindt alleen plaats als de noodzaak is aangetoond. De AED-punten in kleine kernen uitbreiden, in samenwerking met EHBOverenigingen. Ambulancevervoer is gebiedsdekkend, de aanrijtijden liggen binnen de landelijke norm en ook voor de nachtelijke uren moet men kunnen rekenen op effectieve inzet van de ambulance. Overlast veroorzakende personen die de inzet van de brandweer en andere hulpverleners blokkeren, hard aanpakken.
Crisis- en rampenbestrijding De gemeenschap moet erop kunnen vertrouwen dat de gemeente is voorbereid op een crisis en dat zij in staat is daadkrachtig op te treden om de negatieve gevolgen ervan te beperken. Samenwerking met omliggende gemeenten in het kader van de veiligheidsregio is daarbij een eerste vereiste. Concreet: • Het regionaal crisisplan jaarlijks evalueren en actualiseren. • Voldoende middelen reserveren voor het opleiden, trainen en oefenen van bestuurders en medewerkers in de crisisorganisatie. • Voldoende aandacht hebben voor specifieke situaties, zoals zware milieuvervuilende bedrijven, vervoersassen en rivierveiligheid.
Vuurwerk De SGP kiest ervoor het gebruik van vuurwerk, binnen de landelijke wettelijke kaders, zoveel mogelijk te ontmoedigen. Tevens overlast met nadelige gevolgen voor gezondheid en milieu door vuurwerk hard aanpakken. Concreet: • Vuurwerkvrije zones aanwijzen rond verzorgingstehuizen, winkelcentra en kerken. • Streng toezien op het afsteken van illegaal vuurwerk en het afsteken van vuurwerk buiten de toegestane tijden. • Het organiseren van een vuurwerkshow door de gemeente Aalburg behoort niet tot de taken van de gemeente.
10
3
Zorg en welzijn De SGP wil staan voor de zwakkeren in de samenleving. Wij willen omzien naar mensen in kwetsbare omstandigheden. Vanuit Bijbelse naastenliefde willen wij hen zorg en ondersteuning of zelfs bescherming bieden en helpen om hun eigen verantwoordelijkheid weer op te pakken. De basis vormt de ondersteuning vanuit familie, kerk en maatschappelijke verbanden. Waar deze basis tekortschiet, wil de SGP zorgen voor adequate aanvulling.
Wet maatschappelijke ondersteuning De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) legt vanaf 2015 veel verantwoordelijkheid neer bij de burgers. De zorg geldt (kwetsbare) medeburgers en hun leefomgeving, waarbij de gemeente ondersteuning, begeleiding en verzorging aan huis leveren. De gemeente geeft in een Wmo-beleidsplan elke vier jaar aan hoe ze deze taak gestalte wil geven. De SGP pleit voor een ruimhartig beleid, dat voorwaarden schept voor de burger om zijn eigen verantwoordelijkheid te nemen en solidair te zijn ten opzichte van mensen met een (psychiatrische) handicap en/of langdurige zorgbehoefte. De SGP wil daarnaast een optimale keuzevrijheid, zodat de burger hulp kan kiezen die bij hem past. Concreet: • Stimulerende maatregelen nemen om de onderlinge betrokkenheid binnen familie, kerk en maatschappelijke verbanden - te (helpen) verbeteren. Ook niet-kwetsbaren moeten opgeroepen worden tot actief burgerschap, om zich in te zetten voor hun medeburgers. Kerken kunnen hierin een stimulerende en ondersteunende rol vervullen. • Goede ondersteuning bieden aan en stimuleren van mantelzorgers en vrijwilligers. • Voldoende en adequate psychosociale hulp verlenen via het maatschappelijk werk. Hierbij bepleit de SGP ruimte en respect voor de levensovertuiging van de hulpvrager. • Optimale keuzevrijheid garanderen, zodat burgers hulp kunnen kiezen voor een organisatie die bij hen past. Daarbij is het van belang dat lokale (identiteitsgebonden) organisaties ook tot de zorgaanbieders behoren en mee kunnen doen bij de aanbesteding. Dus er worden contracten afgesloten met meerdere partners voor dezelfde zorg zodat optimaal wordt tegemoet gekomen aan de diversiteit en de vraag van de burgers in de gemeente. • Maximale ruimte bieden aan het persoonsgebonden budget of een vergelijkbare systematiek (bijvoorbeeld een persoonsvolgend budget). • Ouderen en gehandicapten de mogelijkheid bieden zo lang mogelijk zelfstandig thuis te wonen; daarbij dient wel gewaakt te worden voor sociaal isolement en eenzaamheid. • Algemene voorzieningen en welzijnsdiensten moeten minimaal aan minimumcriteria voor de kwaliteit voldoen. • Zoveel mogelijk het niveau van collectieve en individuele voorzieningen in stand houden.
11
• • • • •
Goede informatie, advies en ondersteuning continueren van een goed functionerend Aalburgloket Bijv. door opvoedcursussen aan te bieden aan ouders, zodat zij beter in staat zijn hun verantwoordelijkheid voor de opvoeding waar te maken. Ervaringsdeskundigheid uit de samenleving benutten door burgerparicipatie, Wmo-adviesraad en klanttevredenheidsonderzoeken. In de Wmo-adviesraad blijvend een plaats inruimen voor een afvaardiging vanuit de kerken (diaconieën). Zorg dragen voor een sluitende zorgketen om dakloosheid zoveel mogelijk te voorkomen, overmatig alcohol- en drugsgebruik terug te dringen en overlast door verslaving, huiselijk geweld e.d. te verminderen. Voor ouderen zorgdragen voor service aan huis, zodat ook deze doelgroep gebruik kan maken van de producten en diensten van de gemeente Aalburg.
Vrijwilligerswerk De SGP koestert de hoge waarde van het vrijwilligerswerk. Vrijwilligers verdienen de waardering van de samenleving. Concreet: • De autonomie van verenigingen dient gewaarborgd te blijven, ook al krijgen zij gemeentelijke subsidie. • Identiteitsgebonden en interkerkelijke hulpverleningsorganisaties dienen ook een plek te krijgen in het lokale zorgnetwerk. • Vrijwilligers zijn van onbetaalbare waarde voor de samenleving, daarom is een gemeentelijk schouderklopje (bijvoorbeeld een bijeenkomst één keer per jaar) gewenst.
Jeugd Het uitgangspunt bij het jeugdbeleid is gelijk aan dat bij de Wmo, namelijk veel verantwoordelijkheid bij de burgers. De zorg geldt (kwetsbare) jongeren en gezinnen, waarbij de gemeente een goed vangnet realiseert. In het gezin moet de basis worden gelegd voor een goed functioneren in de maatschappij. De SGP streeft ernaar dat jongeren gezond en veilig opgroeien tot burgers die vanuit een gezond verantwoordelijkheidsbesef volop meedoen in de samenleving. Daarom wil de SGP investeren in de jeugd en werken aan goede voorzieningen en netwerken. Kinderen moeten ook vooral kind kunnen zijn en daarvoor kansen krijgen. Ouders zijn de eerstverantwoordelijken in het opgroeien en opvoeden. De sociale omgeving is ook van belang voor de opvoeding en heeft daar gewenst en ongewenst invloed op. De SGP gaat uit van de eigen kracht van jongeren, ouders en de gemeenschap. Waar ondersteuning nodig is, behoort die zo dichtmogelijk bij de leefomgeving van de jeugdigen en gezinnen plaats te vinden, hoewel dat niet altijd haalbaar of wenselijk is.
12
Concreet: • Ter voorkoming van taalachterstanden en de waardevolle elementen voor de (sociaal-emotionele) ontwikkeling van kinderen kunnen peuterspeelzalen of voorscholen een oplossing bieden. • Identiteitsgebonden peuter-of voorschoolklassen hebben de voorkeur in verband met de doopbelofte en de keuzevrijheid van de ouders. • Peuterklassen dienen bij voorkeur ondergebracht te worden bij de basisscholen in verband met de doorlopende ontwikkeling. • Kinderen met leer- en ontwikkelingsachterstanden intensief begeleiden(voor- en vroegschoolse educatie • De sociaal-emotionele ontwikkeling aandacht geven in samenspraak met de scholen. • Opvoedkundige problemen van leerlingen vroeg signaleren via o.a. het zorgadviesteam en hulp bieden via o.a. schoolmaatschappelijk werk, en zo nodig een gezinscoach. • Jongeren pas met een diploma het onderwijs laten verlaten (startkwalificatie); hierbij vervullen de leerplicht en het jongerenloket (voor voortijdige schoolverlaters) een belangrijke rol. • Accommodatie voor de opvang van 12 tot 16 jarigen en 16+ jongeren kan prima in d’Alburcht gerealiseerd worden. Gebouw EFS voorziet hierin niet in een behoefte. Vandaar dat we dit gebouw liever inzetten voor bredere doelgroepen of desnoods afstoten. • Een laagdrempelig Centrum voor Jeugd en Gezin in stand houden met een goede samenwerking en afstemming tussen de partijen, waarbij gebruikgemaakt wordt van het elektronisch kinddossier en de verwijsindex; hierbij zoveel mogelijk aansluiten bij het SGP-ideaal van de normen en waarden van het gezin. • Gezinnen ondersteunen in de vorm van één gezin, één plan, één begeleider. • Bij de vormgeving van de gedecentraliseerde jeugdzorg ruimte bieden voor identiteitsgebonden zorg.
Decentralisatie Jeugdzorg Vanaf 1 januari 2015 gaan de verantwoordelijkheden op het terrein van Jeugdzorg over naar gemeenten; de zogenaamde ‘decentralisatie Jeugdzorg.’ Doel hiervan is: meer preventie, eerdere ondersteuning, integrale hulp en gebruikmaken van de eigen kracht van jeugdigen en hun ouders. Deze doelstelling sluit aan bij het uitgangspunt van de SGP. Voor de SGP zijn bij deze decentralisatie drie keuzes van cruciaal belang. Ten eerste biedt de gemeente zorgvragers in de Jeugdzorg keuzevrijheid, waardoor rekening gehouden wordt met de levensovertuiging van ouders en jongeren. Dat betekent ook dat de gemeente in de boven-gemeentelijke samenwerkingsverbanden haar eigen keuzes verdedigt, waaronder de keuze voor identiteitsgebonden instellingen. Ten tweede betekent decentralisatie dat zorgvoorzieningen daadwerkelijk dichter bij de burger worden georganiseerd. Oplossingen worden zoveel mogelijk gezocht in het eigen netwerk en zo weinig mogelijk bij specifieke instellingen. Ten derde gaat de gemeente zorgvuldig om met de financiële risico’s van deze decentralisatie. De kwaliteit van zorg mag niet onder druk komen te staan door het behalen van een zo groot mogelijke korting. Ook wordt geld dat voor jeugdzorg bedoeld is, ingezet op jeugdzorg.
13
Concreet: • De gemeente respecteert de achtergrond van de cliënt waar het gaat om de levensovertuiging van ouders en jongeren. Zorg die aansluit bij de overtuiging van het gezin is effectiever en daardoor goedkoper! De gemeente contracteert zorgaanbieders die de taal spreken van de zorgvrager. • De gemeente zet in op een daadwerkelijke transformatie: zoveel mogelijk ondersteunen in de natuurlijke context van een jongere, eventueel in een pleeggezin, en zo weinig mogelijk in instellingen waarin jongeren langdurig verblijven. • Kerken, scholen en andere maatschappelijke instellingen worden intensief betrokken bij het tot stand komen van gemeentelijke beleid bij de decentralisatie Jeugdzorg. • Identiteitsgebonden zorgaanbieders worden betrokken in het aanbestedingstraject om zorg te leveren. Dat geldt ook voor kleinere of nieuwe zorginstellingen. Als direct contracteren niet mogelijk is, wordt gekeken naar de mogelijkheden van onderaannemerschap. • Het Centrum voor Jeugd en Gezin of het (digitale) Aalburgloket krijgt een spilfunctie in de decentralisatie Jeugdzorg. De gemeente zorgt ervoor dat zij cont(r)acten heeft in de breedte van de gemeente.
Zorg voor ouderen Ouderen en kwetsbaren moeten zo lang en zelfstandig mogelijk thuis kunnen blijven wonen. De SGP vindt dat de gemeente een belangrijke regierol heeft om een goed en samenhangend pakket aan voorzieningen te realiseren en in stand te houden.
Concreet: • Terugkeer van de wijkverpleegkundige stimuleren. Naast verpleegkundige zorg kan zij ook andere behoeften en bedreigingen signaleren en hierop actie ondernemen. • Werken aan en stimuleren van een sluitend zorgpakket en -netwerk, zoals thuiszorg, maaltijdvoorziening, alarmering, voorlichting (voeding, beweging, veiligheid) en terminale thuiszorg. • Zorgen voor een goede spreiding van voldoende seniorenwoningen met bereikbare en (ook voor gehandicapten) toegankelijke voorzieningen in de directe omgeving (‘woonservicezone’). 14
• • •
Voorzieningen spreiden om sociaal isolement en eenzaamheid te voorkomen. Mantelzorgers goede ondersteuning bieden. Ruimhartig beleid met betrekking tot mantelzorgwoningen.
Volksgezondheid Welvaart brengt risico’s met zich mee voor de volksgezondheid. Menig burger leeft niet (geheel) gezond. Te weinig beweging, ongezonde voeding, roken en overmatig alcoholgebruik vormen bedreigingen voor de gezondheid. Daarnaast vragen zaken als depressiviteit, eenzaamheid en diabetes de aandacht, aangezien die het welbevinden beïnvloeden. De SGP vindt gezond leven in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de burger zelf, maar wil wel actief bijdragen aan bezinning en maatregelen om de volksgezondheid te bevorderen. Concreet: • Optimale voorwaarden voor de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) scheppen om zijn activiteiten uit te kunnen voeren en zijn deskundigheid benutten. • Het lokale gezondheidsbeleid continueren en steeds een samenhangend pakket van maatregelen realiseren in overleg met diverse (lokale) deskundigen. • Toezicht houden op de effecten van gezondheidsbeleid en zo nodig beleidsmatig bijsturen. • Zorg blijven dragen voor toegankelijke hulpverlening, onafhankelijk van het inkomen.
Verslaving De SGP vraagt speciale aandacht voor het verslavingsbeleid. Er bestaan veel vormen van verslaving. Met name verslaving aan alcohol, drugs, roken en gokken vragen gerichte behandeling. Verslaving vormt een bedreiging voor de gezondheid en het toekomstperspectief van de betrokkene en leidt soms ook tot openbare overlast. Daarom wil de SGP een actief verslavingsbeleid, dat begint met erkenning van de problematiek en vraagt om gerichte maatregelen. Concreet: • Een lokaal platform stimuleren waarin verschillende maatschappelijke partijen, kerken (diaconieën) en deskundige organisaties (zoals GGD, politie en identiteitsgebonden verslavingszorg ) deelnemen. • Een integraal verslavingsbeleid vaststellen of actualiseren in samenspraak met de centrumgemeente Breda het platform en de burgers en de uitvoering via het platform coördineren. • Adequaat handhaven, omdat preventie en zorg alleen dan effectief zijn. • De leeftijd voor alcoholverkoop vasthouden op achttien jaar en daarop handhaven, nu het toezicht door de gemeenten plaatsvindt. • Afspraken maken met de horeca over alcoholmatiging en sluitingstijden; hierbij kiezen voor een oplossing die het meeste recht doet aan de zondagsrust (bijvoorbeeld glijdende sluitingstijden). • Coffeeshops weren uit de gemeente. • Kansspelen weren uit de gemeente. • Wettelijke beperkingen betreffende het roken goed naleven.
15
4
Lokale economie, werk en inkomen Werken is waardevol. Niet alleen voor het inkomen, maar ook voor contacten. Wie werkt, vereenzaamt doorgaans niet. Maar wie dat niet kan, verdient ondersteuning van de overheid die zorgt voor haar burgers.
Zondagsrust Conform de Bijbel als Gods Woord en de christelijke traditie, is de zondag als de dag van de Heere een dag waarop de mens niet alleen moet, maar vooral ook mág rusten. Daarom is de SGP principieel tegen commercieel gerichte bedrijvigheid op zondag en de zondagsopenstelling van winkels. Daarnaast is het vanuit sociale motieven en uit oogpunt van welzijn/gezondheid van belang om wekelijks te rusten. Daar komt bij dat vooral de grotere winkelketens op zondag opengaan, wat veelal ten koste gaat van ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf. Concreet: • Geen 24-uurs economie • De gemeente bevordert de zondagsrust. • Geen koopzondagen • De gemeente is terughoudend met vergunningen voor zondagsopenstellingen.
Werk! De SGP wil economische activiteiten stimuleren, maar trekt daarbij ook grenzen. Werk is geen doel in zichzelf, maar richt zich op de bijdrage aan de maatschappij en het verwerven van inkomen. Werk is geen vanzelfsprekendheid meer gezien de economische crisis. Het vraagt om een betrokken samenwerking tussen gemeenten en bedrijfsleven. Concreet: • Een goede relatie gemeente-ondernemers nastreven. Locale ondernemers nadrukkelijk betrekken bij aanbesteding van werken en of diensten. • Een ‘ondernemersloket’ inrichten. Hierbij staat centraal dat de (administratieve) regelgeving zoveel mogelijk ingeperkt moet worden. Ondernemers moeten alle ruimte krijgen om te ondernemen. Regelgeving moet daarbij niet frustrerend of beperkend zijn voor de bedrijvigheid. • Ruimere mogelijkheden creëren voor bedrijven aan huis, dit faciliteren en inpasbaar maken • Gezien de economische crises dient prioriteit te worden gegeven aan het vermarkten van het Regionale Bedrijven Terrein te Werkendam. Het RBT
16
dient middels een marketingscampange nadrukkelijk op de kaart te worden gezet als aantrekkelijk vestigingsgebied voor ondernemers.
Geen werk? Mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt (langdurig werklozen, gehandicapten, bijstandsgerechtigden) worden door de gemeente actief geholpen om aan werk te komen. Daarbij werkt de gemeente nauw samen met werkgevers in de gemeente en in de regio en met de sociale werkplaatsen. De SGP houdt oog voor mensen die door omstandigheden niet in staat zijn om aan het arbeidsproces deel te nemen. Concreet: • De instroom in de bijstand beperken (strenge poortwachter). • Met bedrijven afspraken maken over het re-integreren op de werkvloer, werk, leer- en stageplaatsen. Bij inkopen en aanbestedingen ‘social return’ opnemen als contractvoorwaarde. Dit betekent dat bij de uitvoering van de opdracht ook mensen moeten worden ingezet met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. • De gemeente stelt zich open voor meerdere aanbieders van re-integratietrajecten. • Strikter toezien op naleving van arbeids- en re-integratieverplich-tingen en adequate sancties opleggen. • Van uitkeringsgerechtigden naar vermogen een tegenprestatie vragen in de vorm van maatschappelijk nuttige activiteiten. • Voldoende middelen beschikbaar stellen voor mensen die aangewezen zijn op sociale werkvoorzieningen. • Ruimhartig individuele ontheffingen van de arbeidsplicht verlenen voor mensen die door omstandigheden niet in staat zijn aan het arbeidsproces deel te nemen. We denken hierbij onder andere aan alleenstaande ouders met jonge kinderen en/of echtparen waarbij een van de ouders de zorgtaken voor de kinderen op zich neemt.
Financiële ondersteuning. Wie niet kan werken, verdient financiële ondersteuning. De gemeente moet zich houden aan landelijke richtlijnen, maar kan ook zelf iets doen. De SGP voert een pleidooi om alle wettelijke mogelijkheden te benutten. Inkomensondersteunende maatregelen zijn er voor burgers die een inkomen hebben tot 110% van het sociaal minimum. Concreet: • Ambtshalve kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Ook ondernemers kunnen hiervoor in aanmerking komen. • Vergoeding voor maatschappelijke deelname van 150 euro per persoon. • Ruimhartige verlening van bijzondere bijstand. • Categoriale bijstand voor chronisch zieken en gehandicapten. • Goede en betaalbare aanvullende ziektekostenverzekering. • Vooral aandacht voor kinderen. • Samenwerkingsrelaties met andere instellingen op het vlak van armoedebestrijding, zoals diaconieën, voedselbanken, beter benutten. • Fraude met uitkering actief bestrijden door inzet sociaal rechercheur.
17
De SGP wil zich inspannen om het -gebruik van lokale tegemoetkomingen actief onder de aandacht te brengen. Concreet: • Wervende teksten plaatsen in huis-aan-huisbladen. • Gericht folderen in bepaalde wijken. • Voorlichting geven in zorginstellingen. • Mensen actief benaderen in plaats van afwachten.
Schuldhulpverlening Schuldhulpverlening is een gemeentelijke taak. De SGP vindt dat voorkomen beter is dan genezen Concreet: • Met hulpverleners afspraken maken over het vroeg signaleren. • Gerichte budgetvoorlichting geven. • Burgers die onvoldoende financieel besef tonen, begeleiden. • Verschil maken tussen schulden en schulden: wie zelf verantwoordelijk is voor zijn schuld moet anders ‘aangepakt’ worden dan wie er niets aan kan doen. • Bij dreigende huisuitzetting van gezinnen met kinderen met voorrang een schuldhulpverleningstraject starten. De SGP laat er geen misverstand over bestaan: wie misbruik maakt van de regelingen moet passend gestraft worden en dient terug te betalen.
18
5
Educatie Het belang van onderwijs van goede kwaliteit kan moeilijk worden overschat. De rol van de gemeente - het creëren van optimale randvoorwaarden hiertoe - is beperkt, maar niet onbelangrijk. Immers, zaken als huisvesting, lokaal onderwijsbeleid en leerlingenvervoer vallen onder verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur. De vrijheid van onderwijs is leidend voor het gemeentelijk onderwijsbeleid.
Onderwijsbeleid Het lokale onderwijsbeleid wordt vastgelegd in een nota Lokaal Onderwijsbeleid . De ontwikkelingen rondom het passend onderwijs vormen een belangrijk agendapunt. De SGP is van mening dat een goede verstandhouding tussen de verschillende partners (schoolbesturen, directies en gemeente) van groot belang is. Concreet: • De bevoegde gezagen als serieuze partners zien, om samen te komen tot een breed gedragen lokaal onderwijsbeleid, dat afgestemd wordt op de ondersteuningsplannen passend onderwijs. • Een integrale aanpak van ondersteuning en zorg realiseren, in en buiten de school. • In overleg met het onderwijsveld maatregelen nemen ter voorkoming van vroegtijdige schooluitval. • Het leerlingenvervoer adequaat regelen, zodat ouders in staat zijn hun kinderen passend onderwijs te laten volgen dat aansluit bij de gewenste identiteit. In bepaalde gevallen kan dependancevorming de kosten van het leerlingenvervoer minimaliseren
19
•
De gemeente zet zich in en draagt zorg voor kwalitatief goed bestuur en openbaar onderwijs. Bij de organisatievorm zorg dragen voor het draagvlak bij de ouders.
Huisvesting De gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting van het onderwijs. Concreet: • Niet bezuinigen op het onderwijshuisvestingsbudget ten koste van het primair en voortgezet onderwijs en ten gunste van sport en welzijn. • Rekening houden met het levensbeschouwelijk karakter en de identiteit van de school bij gebruikmaking van het vorderingsrecht op leegstaande lokalen. • Zorg dragen voor kwalitatief goede onderwijshuisvesting, waarbij binnenklimaat, veiligheid en duurzaamheid prioriteit hebben. • De onderwijsgebouwen zodanig inrichten, dat tegemoetgekomen kan worden aan een toenemende diversiteit van leerlingen als gevolg van passend onderwijs.
Onderwijsachterstand De gemeente heeft een sturende en coördinerende rol bij de bestrijding van onderwijsachterstanden en neemt de aanpak hiervan voortvarend ter hand. Concreet: • Beschikbare gelden voor voorschoolse educatie ook daadwerkelijk ter beschikking stellen aan het onderwijsveld en een doorlopende leerlijn waarborgen. • Achterstanden in een zo vroeg mogelijk stadium in kaart brengen, bijvoorbeeld door een goede samenwerking tussen consultatiebureaus, peuterspeelzalen, kinderopvang en scholen. • Kinderen die nog niet leerplichtig zijn niet verplichten een bepaalde vorm van onderwijs te volgen. • In het belang van de doorgaande lijn initiatieven om te komen tot schoolgebonden peuterspeelzaalwerk ondersteunen en faciliteren.
Brede School De Brede School kan een goed instrument zijn voor het bestrijden van onderwijsachterstanden en het bevorderen van sociale cohesie in de buurt. Het faciliteren van voor- en naschoolse opvang vinden wij geen goede ontwikkeling. Concreet: • Een Brede School wordt vormgegeven vanuit scholen en/of instellingen. • De mogelijkheid van een breed zorgnetwerk binnen een Brede School optimaal benutten (consultatiebureau, fysiotherapie, logopedie, enz.). • Geen dwang uitoefenen op scholen of instanties om te participeren binnen een Brede School. • Geen kinderopvang stimuleren.
20
Bibliotheek De SGP streeft in deze tijd van de beeldcultuur de bevordering van de leescultuur onder jong en oud na. De openbare bibliotheek vervult hierbij een belangrijke functie. Zeker ook in het huidige tijdperk als ‘informatiemakelaar’. De vorming van een locatie voor de Altena bibliotheek is niet noodzakelijk. De huidige bibliotheek die ondergebracht is in het Willem van Oranjecollege functioneert prima en voorziet in een lokale behoefte. Concreet: • De aangeboden boeken en andere informatiebronnen kennen geen godslasterlijke, aanstootgevende en gezagsondermijnende uitingsvormen, maar bevorderen goede zeden. • De internetcomputers in de openbare bibliotheek zijn voorzien van een adequaat filter of zijn zo geplaatst dat misbruik bemoeilijkt wordt. • De bibliotheek is zo optimaal mogelijk bereikbaar, maar blijft op zondag gesloten. • Bij samenstelling en uitbreiding van het assortiment is er aandacht voor verschillende doelgroepen, zoals laaggeletterden, en verschillende denominaties binnen de gemeente. • Ter beschikking stellen van E-books is, gezien de digitalisering, een must.
21
6
Cultuur, recreatie en sport De SGP ziet als hoofddoel van de cultuuropdracht, zoals de Bijbel ons leert, de eer van God en het welzijn van de naaste. Deze visie geeft ook richting aan de invulling van cultuur, recreatie en sport. Het karakter van de lokale samenleving geeft vaak herkenning en heeft een samenbindende functie. Mensen willen zichzelf kunnen zijn en de eigenheid ook delen met elkaar. De SGP wil een samenleving, en niet een naast-elkaar-leving. Cultuur en cultuurhistorie kunnen hierin een belangrijke rol spelen, evenals het verantwoord samen recreëren en sporten.
Cultuur De SGP hecht grote waarde aan de beleving van de cultuur. Het stimuleren van (sociaal-)culturele activiteiten en structuren kan hieraan bijdragen. Primair dienen culturele activiteiten voort te komen uit particulier initiatief, maar de gemeente vervult hierbij een stimulerende en ondersteunende rol. Kunstuitingen in de publieke ruimte moeten in overeenstemming zijn met de Bijbelse cultuuropdracht. De SGP wil dit beleid vastleggen in een kunst- en cultuurnota. Concreet: • Actieve of passieve deelname aan kunst en cultuur voor alle inwoners bevorderen. • Scholieren in aanraking brengen met diverse cultuurvormen (bijvoorbeeld het ‘Kunstmenu’ dat basisschoolleerlingen in contact brengt met professionele kunst); hierbij wel rekening houden met de identiteit van de scholen. • Beeldende kunst in de openbare ruimte als uitingsvorm van identiteit en cultuur(beleving) stimuleren en realiseren.
Cultuurhistorie Naast cultuurbeleving is ook waardering van de cultuurhistorie erg belangrijk. De geschiedenis hangt uiteraard nauw samen met de lokale identiteit. De SGP maakt zich sterk voor het behoud en herstel van cultuurhistorische waarden. De gemeente schept mogelijkheden, ordent en beschermt.
22
Concreet: • Cultuurhistorische waarden (archeologie en monumenten) behouden en deze op de kaart zetten. • Musea als zichtbare dragers van de lokale geschiedenis steunen. • Cultuurhistorische waarden inzetten om de toeristische en recreatieve aantrekkingskracht van de gemeente te bevorderen. • Deelname aan het streekarchief te Heusden, in de huidige opzet, steunen en faciliteren. Het streekarchief bewaart o.a. de historische archieven van de gemeente Aalburg en de voormalige gemeenten.
Recreatie Het mooie landelijke en waterrijke gebied van de gemeente Aalburg leent zich goed voor recreatie. De SGP wil daarom bijdragen aan verantwoorde recreatie. De gemeentelijke taak bestaat vooral in het scheppen van goede randvoorwaarden. Concreet: • Zorgen voor een goed voorzieningenniveau van vrijwilligersverenigingen die een verantwoorde vrijetijdsbesteding bieden. • Recreatievoorzieningen die passen bij het karakter van de gemeente en de zondagsrust niet aantasten. • Behouden en/of ontwikkelen van recreatieterreinen, zoals natuur- en groengebieden. • Verbeteren en/of realiseren van aantrekkelijke fiets- en wandelroutes. • Geen inbreuk maken op het buitengebied en de belangen van agrariërs door recreatievoorzieningen. • Zorgen voor een evenwichtige spreiding van veilige speelvoorzieningen voor kinderen, en jongeren en omwonenden betrekken bij de ontwikkeling ervan. • Wandelgebieden langs de waterrand en aan de Heuye te Veen realiseren. Evenementen Evenementen kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan de levendigheid van de gemeente. De SGP staat open voor gezellige activiteiten die de sociale cohesie bevorderen. Wel zijn duidelijke spelregels nodig, onder andere om overlast voor omwonenden te voorkomen. Concreet: • De eindtijd voor geluidsoverlast bij buitenevenementen op 23.00 uur stellen. • Geen vergunningen verlenen voor evenementen met een verhoogd risico op drugsgebruik, overmatig alcoholgebruik en activiteiten die in strijd zijn met de goede zeden. • Geen vergunningen afgeven voor evenementen op zondag. • Voor grootschalige evenementen uitwijken naar terreinen buiten de bebouwde kom.
Toerisme Behalve recreatiemogelijkheden voor de eigen inwoners zijn ook goede faciliteiten nodig ter ondersteuning van het toerisme. De SGP pleit voor aantrekkelijke
23
toeristische voorzieningen, maar nadrukkelijk met behoud van het eigen karakter en de zondagsrust. Een toeristisch beleidsplan dient opgesteld te worden. Concreet: • Versterken van het eigen imago door toeristische evenementen die verwijzen naar de lokale cultuur(historie). • De samenwerking in het Land van Heusden en Altena voor toerisme kan zijn meerwaarde hebben, omdat toerisme in een breder perspectief wordt bezien.
Recreatieve sport Recreatieve sport kan een positieve bijdrage leveren aan de vorming en gezondheid van de jeugd, aan de volksgezondheid in z’n algemeenheid en aan sociale verbanden. Veel vrijwilligers zijn op dit terrein actief, en ook ouders tonen vaak grote betrokkenheid. De SGP onderkent de positieve aspecten van sport en wil deze ondersteunen door als gemeente goede faciliteiten en accommodaties te bieden. De uitgaven voor sport dienen kritisch tegen het licht te worden gehouden en waar mogelijk verlaagd. Ouderen en gehandicapten verdienen extra aandacht; niet alleen in het mogelijk maken van sport en beweging, maar ook in het bevorderen van sociale contacten. Helaas heeft sport ook negatieve aspecten. De SGP wil geen sportverdwazing en geen zondagssport. Concreet: • Door kennismakingsprogramma’s voor sport leerlingen stimuleren tot meer bewegen. • Bij deze kennismakingsprogramma’s ook aandacht besteden aan ‘fair play’: het stimuleren van sportief gedrag en het ontmoedigen van sportverdwazing. • Sport mogelijk maken door het behouden of realiseren van goede faciliteiten en accommodaties. Het uitgangspunt hierbij is dat deze voorzieningen, zoveel als mogelijk, kostenneutraal worden gerealiseerd. • Het sportaanbod beter toegankelijk maken voor ouderen en gehandicapten. • Streven naar evenwicht tussen gemeentelijke en particuliere bijdragen. • Streven naar evenwicht in de gemeentelijke bijdrage over de diverse sportverenigingen. • Ontmoedigen en beperken van alcoholgebruik in sportkantines. • Zondagssport niet subsidiëren. In dat kader moet de gemeente ook terughoudend zijn met representatiekosten voor professionele sporters. • Een fusie tussen Wilhelmina en NOAD 32 wordt voorlopig niet als realistisch gezien. Wellicht ontstaan er in de toekomst mogelijkheden voor een verplaatsing binnendijks.
24
7
Leefomgeving Wij behoren zorgvuldig om te gaan met de natuur. Gods goede schepping moeten we bouwen en bewaren. Een schoon milieu, waaronder ook het openbaar groen en het water valt, moet onze aandacht hebben. Hier geldt het rentmeesterschap bij uitstek. Hoofdlijnen zijn bijvoorbeeld het investeren in duurzame energiebronnen en het duurzaam inrichten van de (leef)omgeving. Dit kan onder andere door het realiseren van een duurzaamheidsplan.
Groen Het groen - bomen, struiken, parken en perken - bevordert de leefbaarheid van de gemeente. Het gericht inzetten van beplanting maakt het mogelijk om energie te besparen, de geluidsoverlast te beperken en de luchtkwaliteit te verbeteren. De SGP vindt een kwaliteitsniveau belangrijk, ook omdat groen sterk beeldbepalend is. Bij de inrichting van de openbare ruimte worden de aspecten van verkeersveiligheid en sociale veiligheid in voldoende mate meegenomen, zodat onoverzichtelijke en onveilige situaties worden voorkomen Concreet: • Inventariseren en beschermen van beeldbepalend groen. • Door een groenplan voorzien in het planten en onderhouden van een brede variatie in bomen en planten. • Begraafplaatsen, parken en groenstroken op een acceptabel niveau onderhouden. Het ingezette groenbeleid in Aalburg, dat het gevolg is van een bezuinigingsslag, gaat uit van verschillende kwaliteitsniveaus. Deze keuze heeft gevolgen voor de beeldkwaliteit van het openbaar groen, maar is uit oogpunt van kostenbeheersing nu noodzakelijk. • Solitaire objecten en bedrijventerreinen goed landschappelijk inpassen (parkmanagement). • Woonwijken aan de rand van kernen voorzien van een groene randzone. • Aandacht hebben voor de veiligheid(sbeleving) van burgers bij de inrichting van groenstroken. • De toepassingsmogelijkheden van integraal technisch groen inventariseren, o.a. het plaatsen van bomen, struiken en groenwallen om daarmee een groene, prettige leefomgeving te creëren.
Water Water wordt een steeds belangrijker onderwerp voor gemeentelijk beleid. De overheid is verplicht een Waterplan op te stellen. Watersystemen en problemen van wateroverlast of verdroging houden doorgaans niet op bij een gemeentegrens. De SGP is daarom van mening dat overleg met het waterschap en de omliggende gemeenten noodzakelijk is. Concreet: • Het grond- en oppervlaktewater zuiver houden. • De gemeentelijke riolering op een goed niveau beheren. • Natuurontwikkeling binnen de ecologische hoofdstructuur stimuleren. • Land- en tuinbouwgrond alleen opofferen indien er geen andere opties zijn.
25
• • • •
De belevingswaarde van water in de omgeving van wonen aan het water recht doen. De culturele eigenheid van het landschap in stand houden. Uitvoering geven aan het Waterplan. Waterbergingen realiseren om wateroverlast door zware regenval en/of kwelwater te voorkomen.
Milieubeleid Het milieubeleid vraagt om een integraal plan. In een dergelijk beleidsplan komen de kwaliteit van de openbare ruimte, duurzaamheid, geluid, licht en afvalstoffenbeleid aan de orde. De SGP vindt dat de gemeente zelf ook het goede voorbeeld dient te geven in zaken als energiebesparing en CO2 -reductie. In het akkoord van Dussen hebben de 18+1 West- Brabantse gemeenten zich bereid verklaard hun aandeel te leveren in de rijksdoelstellingen. De SGP is van mening dat de bovengenoemde doelstellingen, mede gezien de economische crisis, te ambitieus zijn. Concreet: • Vervuiling en uitputting van grondstoffen voorkomen door duurzaam bouwen. • Overtollige warmte of energie slim benutten (industrie/tuinbouw – huishoudens). • 0-energiewoningen uitbreiden. • Klimaatbeleid opstellen (waaronder energiebesparing, vergroting van het gebruik van duurzame energie en CO2-reductie). • De aanschaf van zonnecollectoren door particulieren en bedrijven stimuleren. • Een actief beleid voeren om flora en fauna nieuwe impulsen te geven. • Bio-vergistingsinstallaties en het gebruik van biobrandstof faciliteren. • Afkoppelen van regenwater stimuleren maar in bestaande situaties niet dwingend opleggen. • De gemeente stimuleert het plaatsen van laadpalen voor elektrische voertuigen
Afvalstoffenbeleid Het afvalstoffenbeleid is belangrijk om verloedering van de openbare ruimte tegen te gaan. Burgers en bedrijven moeten zich bewust worden van de geweldige productie van afval. Voor de SGP geldt het uitgangspunt dat de vervuiler betaalt. Vanzelfsprekend is er goed toezicht op de naleving van de regels. Concreet: • Optimale scheiding van afvalstromen stimuleren. • De bestaande milieuparkjes in de huidige vorm handhaven, waar de burger glas, papier, kartonnen flacons en textiel, kan inleveren. • Het inzamelen van oud papier door verenigingen en stichtingen stimuleren. • Afvaldifferentiatie evalueren en bij goede resultaten continueren. Een belangrijke pijler hierbij is dat het groenafval gratis kan worden gestort op het milieustation te Giessen.
26
•
Het milieurendement verbeteren en zorgen voor aanvaardbare kosten voor de burger (zo mogelijk vermindering) en een goed serviceniveau.
Verkeer Het verkeer zal voortdurend aandacht blijven vragen. Het aantal auto’s groeit nog steeds. Het bestaande lokale en regionale wegennet is goed op orde. Het is, mede gezien reiscomfort en veiligheid, belangrijk om het wegennet kwalitatief goed te onderhouden. De SGP vindt dat de belangrijke doorgaande verkeersstromen zoveel mogelijk buiten de gemeente (kernen) om moeten worden geleid, om de kern te sparen. Het openbaar vervoer moet op peil blijven of verbeteren. Het fietsverkeer kan nog beter worden gestroomlijnd. De SGP hecht groot belang aan veilige voet- en fietspaden. Wat het laatste punt betreft is er zeker nog een inhaalslag te maken op diverse locaties. Concreet: • Extra lange vrachtauto’s uit de bebouwde kom weren. • Ontbrekende schakels in het voet- en fietspadennetwerk aanvullen. Concrete voorbeelden hiervan zijn de realisatie van een doorgaand voetpad in de Polstraat (Oostelijke deel) en in de Perzikstraat. • Klachten over voet- en fietspaden snel aanpakken. • Goede aansluitingen in het openbaar vervoer realiseren. • Nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen zo snel mogelijk op het openbaar vervoer en het fietspadennetwerk aansluiten. • Een goed parkeerbeleid regelen, zodat er in woonwijken en bij bedrijven en instellingen voldoende parkeermogelijkheden zijn. • Kernen inrichten conform het beleid ‘duurzaam veilig ‘ en de dertigkilometerzone uitbreiden.
Speelplaatsenplan Via een speelplaatsenplan kunnen speelterreinen en speeltoestellen op een goede manier over de gemeente worden verdeeld. Volgens de SGP verdient het aanbeveling om in een dergelijk plan rekening te houden met voldoende spreiding binnen de kernen, waardoor het mogelijk is dat kinderen op korte loopafstand kunnen spelen en bewegen. Voor de opgroeiende jeugd worden plaatsen aangewezen die bestand zijn tegen vandalisme. Voor ouderen worden voorzieningen voor ontmoeting en beweging gerealiseerd. Bij de inrichting van de omgeving wordt vooraf rekening gehouden met het aanleggen van speelplaatsen voor kinderen en beweegplaatsen voor ouderen. Concreet:
27
• • • • • •
Speelvoorzieningen voor kinderen evenwichtig spreiden en burgers hierbij betrekken, bijvoorbeeld via een speeltuinvereniging. Speelplaatsen afstemmen op diverse doelgroepen (leeftijden). Bij de inrichting van een speelplaats en de keuze van speeltoestellen rekening houden met minder valide kinderen. De veiligheid van speelplaatsen bevorderen en misbruik door hangjongeren voorkomen. Met wijk- en buurtverenigingen afspraken maken over gezamenlijk beheer en toezicht. Voorzieningen voor ouderen realiseren, ten behoeve van ontmoeting en beweging.
28
8
Ruimtelijke ordening en wonen Het Bijbelse rentmeesterschap geeft richting aan het SGP-beleid voor ruimtelijke ordening. Daarbij gaat het om verduurzaming (bijvoorbeeld duurzaam bouwen). Ook gaat het om een verantwoorde indeling van de openbare ruimte, in het besef dat er grenzen aan de groei zijn.. Door de decentralisatie van taken naar lagere overheden worden de verantwoordelijkheden voor gemeenten steeds groter.
Structuurvisie De SGP pleit voor een integrale langetermijnvisie in structuurvisies. Hierin moeten volkshuisvesting, werkgelegenheid, economie, natuur en recreatie afgewogen in beeld worden gebracht. Concreet: Aandacht voor diversiteit en leefbaarheid in de wijken. Ontwikkelingsmogelijkheden voor diversiteit van de werkgelegenheid. Behoud van de ecologische structuur. Voldoende waterberging en oppervlaktewater. Ontspanningsmogelijkheden voor kinderen en volwassenen. Aandacht voor sociale consequenties. Toestemming voor landgoederen (mits ruimtelijk gewenst). Aandacht voor voorzieningen, onderwijs en leefbaarheid. Bij nieuwbouw van bedrijven en woningen eerst kijken naar inbreiding en herstructurering boven uitbreiding.
Bestemmingsplan Het bestemmingsplan legt de vormgeving van de ruimte vast, nu en in de nabije toekomst. Een goede afstemming met de provinciale omgevingsvisie, met direct betrokkenen en belangenorganisaties kan het proces versnellen. Bij overdracht van taken aan de omgevingsdienst in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO), dient de klant centraal te staan. De afstand tussen bestuur en burger moet daardoor niet worden vergroot. Concreet: In bestemmingen flexibel zijn om in te kunnen spelen op de vraag naar woningen of bedrijven. Bij het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan zorgen voor betrokkenheid van onderaf en draagvlak creëren. Functieverandering van agrarische gebouwen mogelijk maken voor buitengebiedsgerelateerde of passende functies om ‘verrommeling’ van het platteland te voorkomen. Bij overdracht van WABO-taken het klantbelang vooropstellen en de afstand tussen bestuur en burger minimaliseren.
29
In het bestemmingsplan komen nadrukkelijk uitbreidingsmogelijkheden voor bedrijven aan huis. De regelgeving is nu vaak te beperkend op locaties waar aan huis gebonden bedrijvigheid geen enkel probleem oplevert.
Welstandsnota De welstandsnota schrijft voor waaraan bouwactiviteiten getoetst worden en is medebepalend voor de beleving van de openbare ruimte. De SGP vindt dat ruimtelijke ontwikkelingen moeten passen bij de historische en culturele waarden (identiteit) van de woon- en leefomgeving. Echter in het kader van de deregulering wordt een vrij welstandbeleid voorgestaan waarbij de burger een grote mate van vrijheid heeft om naar eigen inzicht te bouwen. Concreet: Bij uitbreidingsplannen in het bestemmingsplan rekening houden met de identiteit en uitstraling van de woon- en leefomgeving. Welstandsvrij bouwen mogelijk maken. De welstandscommissie laten vervallen omdat deze overbodig wordt bij welstandsvrij bouwen.
Monumentenbeleid en archeologie Nederland heeft een rijke geschiedenis. Deze geschiedenis komt tot uiting in de aanwezigheid van oude gebouwen met diverse bouwstijlen, archeologische vondsten en cultuurlandschap. Beeldbepalende bouwwerken, monumenten en de inrichting van het (cultuur)landschap geven karakter aan een gemeente en het landelijk gebied. De SGP vindt het belangrijk dat geschiedenis aandacht krijgt (educatie) en wil de cultuurhistorische waarden bewaren voor de toekomst. Concreet: Inventariseren van de mogelijkheden om monumentwaarden te beschermen (in relatie tot subsidiemogelijkheden en blijvende bruikbaarheid). Beschrijven en ontwikkelen van integraal erfgoed (beeldbepalende gebouwen, monumenten, bodemschatten en cultuurlandschappen).
Woningbouw en leefmilieu Een aantrekkelijke gemeente kenmerkt zich door variatie in woon- en leefmilieus. Er moeten verschillende woningen staan: sociaal, middelduur en duur. De SGP vindt evenwicht in het woningaanbod belangrijk; dit is te bereiken door vraaggericht in plaats van aanbodgericht te bouwen. Mede door verschillende bouwstijlen krijgt een gemeente karakter. Het is mogelijk om via bestemmingsplannen en grondexploitaties hierin sturend op te treden. In de Woonvisie wordt het woningbouwbeleid geformuleerd en op grond daarvan worden prestatieafspraken met woningcorporaties gemaakt. Concreet: Voldoende starterswoningen garanderen. De ingestelde starterssubsidie is een goed initiatief om meer starters aan een woning te helpen. Zorgen voor voldoende aanbod van woningen voor (grote) gezinnen. Voorzien in levensloopbestendige woningen en seniorenwoningen.
30
Samen met woningcorporaties de doorstroming op de woningmarkt stimuleren. De mogelijkheid van mantelzorg (in woningen/bijgebouwen) opnemen in bestemmingsplannen. Bij de ontwikkeling van in- of uitbreidingslocaties nagaan hoe duurzaamheid bereikt kan worden. Bij woningbouw de voorkeur geven aan inbreidingslocaties of transformatie van oude bedrijfslocaties boven uitbreidingslocaties. Werken aan huis binnen bepaalde kaders mogelijk maken.
Agrarische sector De agrarische sector levert een aanzienlijk aandeel in de economie van ons land. Ondanks de recessie, waar andere sectoren wel last van hadden, is de agrarische sector in 2013 met ongeveer 1,5 procent gegroeid. Daarnaast zijn de agrariërs en veehouders de stoffeerders van het landschap en zorgen daardoor voor een aantrekkelijke leefomgeving en recreatieve motor. De SGP vindt dan ook dat we dat aandeel in de economie moeten koesteren, de agrariërs verdienen zoveel als mogelijk ondersteuning in hun bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden. Anderzijds kunnen er ook omstandigheden zijn waardoor een bedrijf stopt met de activiteiten of naar functieverbreding zoekt. De SGP vindt dat verpaupering van het platteland voorkomen moet worden. Daarom moeten er mogelijkheden zijn om binnen de agrarische sector functieverbreding toe te staan. Deze moet passen bij de oorspronkelijke hoofdfunctie en mag niet leiden tot aantasting van de landschapskwaliteit. Concreet: Agrariërs stimuleren en faciliteren wanneer zij de instandhouding van (open) landschap op zich nemen, bijvoorbeeld door zorgboerderijen, landschapsbeheer e.d. Agrariërs zoveel als mogelijk faciliteren waar het gaat om bedrijfsuitbreiding. Agrarische bestemmingen hergebruiken om ‘verrommeling’ tegen te gaan. Bij de ontwikkeling van dubbelbestemmingen, waarbij archeologie een belangrijk aspect is, dient nadrukkelijk rekening te worden gehouden met de belangen (ploegen, diepwoelen, bouwen etc.) van de agrariërs. De SGP is voor verruiming van de huidige mogelijkheden omdat deze onnodig belemmerend werken in de bedrijfsvoering van deze sector. Om de agrarische bedrijven rendabel te houden kan worden voorzien in kleinschalige recreatieve voorzieningen zoals minicampings etc.
Veense plassen Het grote project Veense plassen met de verplaatsing van Achilles Veen, de realisatie van watergebonden woningen en het ontwikkelen van een
31
nieuwbouwwijk aan de Nieuwstraat te Veen heeft al veel stof doen opwaaien. De SGP Aalburg is kritisch over dit project wat de kostenneutraliteit aangaat. Het college heeft toegezegd dat dit project kostenneutraal gerealiseerd zou worden.
Veense put De SGP is er voorstander van dat er een ontwikkelbestemmingsplan komt voor de woningen rondom de Veens put. Wij zijn van mening dat dit traject veel te lang duurt en dat er een praktische insteek moet worden gekozen. Een voorwaarde voor het ontwikkelbestemmingsplan is dat de landtongen, waarop de woningen gerealiseerd zijn, stabiel zijn. November 2013 blijken de eerste succesvolle stappen te kunnen worden gezet, de bewoners gaan serieus nadenken over de opvullen van de Veense put. Daardoor kan de stabiliteit gegarandeerd worden. De gemeente heeft geen rol in het financieren van de stabiliteit, wel kan de gemeente ondersteuning geven in het kader van vergunningverlening en procedures. Wij zijn van mening dat handhaving alleen plaats moet vinden op dingen die er toe doen. Middels een prioriteringslijst zal er een goede afweging plaats moeten vinden over wat wel en niet aan handhaving onderhevig is. Permanente bewoning is in de toekomst niet mogelijk. Nadat de eigenaren van de bestaande vakantiewoningen zijn overleden of het pand wordt verkocht is slechts recreatief gebruik mogelijk met een beperking op het aantal woondagen.
32
9
Financiën en risico’s Voor de uitvoering van het beleid zijn financiële middelen nodig. Middelen die worden verkregen door uitkeringen van het Rijk of via belastingheffing door de gemeente zelf. Gemeentelijke financiën betreffen dus gemeenschapsgeld. De SGP staat voor verantwoord besteden. Concreet: • Verantwoord: besteden aan de juiste doelen, tegen een prijs die niet hoger is dan noodzakelijk. • Besteden: reserves opbouwen is geen doel op zich voor een gemeente.
Het huis op orde Ook in financiële zin behoort een gemeente er voor te zorgen het huis op orde te hebben. Dat betekent inzicht hebben in wat nodig is voor een solide begroting. De kortingen op het gemeentefonds of budgettaire kortingen gerelateerd aan decentralisaties vragen om een expliciete keuze om ofwel beleid aan de nieuwe financiële mogelijkheden aanpassen ofwel extra begrotingsruimte vinden. Concreet: • Beheerplannen die inzicht geven in onderhoudskosten om alle kapitaalgoederen op het vastgestelde kwaliteitsniveau te houden. • Kritische evaluatie van lopende uitgaven (kerntakendiscussie). • De reserve positie is voldoende om mogelijke risico’s op te vangen.
Risicomanagement Het huis op orde betekent ook inzicht hebben in alle risico’s. Jaarlijks worden alle risico’s, zowel conjuncturele als beleidsrisico’s, in beeld gebracht. Het gaat hierbij om: • De grootte van de risico’s en de kans dat een risico zich voor doet. • Datgene wat gedaan moet worden om de risico’s te voorkomen of de effecten te mitigeren. De mogelijke gevolgen hiervan voor de gemeentelijke financiën vragen om een strategische visie voor de komende beleidsperiode en voor de lange termijn.
Transparantie De SGP streeft naar maximale transparantie, ook op financieel gebied. Transparant zijn betekent inzicht geven in de financiële mogelijkheden. Maar ook duidelijk zijn in de verantwoording van de bestede financiële middelen. De risicoparagraaf is een essentieel onderdeel van deze verantwoording.
Financieel beleid De SGP streeft een heldere, inzichtelijke en degelijke begroting na.
33
Concreet: • Een structureel sluitende begroting. • De stijging van de ozb bedraagt maximaal de inflatie index. • Tarieven van rioolrecht, afvalstoffenheffing etc. zijn kostendekkend. • De kosten van beheer en onderhoud van begraafplaatsen hoeven niet 100% omgeslagen te worden in de begraafrechten.. • Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen voor burgers die van een laag inkomen moeten rondkomen.
Treasury De verplichting tot schatkistbankieren maakt beleggen voor een gemeente onmogelijk.
Subsidiebeleid Subsidiëren van organisaties, verenigingen of instellingen beoogt doelstellingen van publiek belang te ondersteunen. Concreet: • Het identiteitsgebonden zijn van de subsidieontvanger is geen reden maar zeker geen belemmering om te subsidiëren. • Subsidies hebben een aanvullend karakter. • Doelstelling en activiteiten van de subsidieontvanger mogen niet strijdig zijn met Gods Woord.
34