Keuzewijzer Scootmobiel
74
Voorwoord Mobiliteit is een belangrijke voorwaarde voor actief meedoen in onze samenleving. Zo rijd ik zelf graag auto: ik race van werkafspraak naar paardrijles of breng zoonlief naar de honkbalclub. Ook pak ik in het weekend regelmatig de fiets. Maar ik realiseer me goed dat dat niet -meer- voor iedereen is weggelegd. Bijvoorbeeld als de mobiliteit tijdelijk of langdurig afneemt. In dat geval kan een scootmobiel uitkomst bieden en kan er weer een wereld voor u opengaan als u al lang niet meer buiten bent geweest. Door het lezen van de Keuzewijzer heb ik inmiddels geleerd: of u nu zelf een scootmobiel aanschaft of deze van de gemeente in bruikleen krijgt, het is belangrijk dat deze aansluit op uw behoeften. Een passende scootmobiel geeft meer rijplezier en zorgt ervoor dat u veilig mobiel blijft. In opdracht van het samenwerkingsverband Blijf Veilig Mobiel heeft Vilans de Keuzewijzer Scootmobiel ontwikkeld, zodat u goed geïnformeerd een keuze kunt maken. U komt te weten welk soort scootmobiel het beste bij u past, door vragen te beantwoorden als: Hoe actief bent u? Wat vindt u belangrijk in uw leven? Gaat u vaak zelfstandig op pad, of moet de scootmobiel in de auto passen? Goed geïnformeerd een keuze maken is erg belangrijk. Bovendien neemt daarmee de kans op gevaarlijke situaties of zelfs ongelukken af. Een goede verkeersveiligheid is belangrijk voor u en voor andere verkeersdeelnemers. De Keuzewijzer Scootmobiel bestaat uit een boekje en een digitale keuzewijzer in de vorm van een beslisboom. Via een aantal vragen kunt u eenvoudig uw
Keuzewijzer Scootmobiel
75 1
2
voorkeuren aangeven en aan de hand daarvan uw keuze maken. Handig voor mensen met een mobiliteitsbeperking, maar ook voor mensen werkzaam in de zorg en mensen in de naaste omgeving, zoals kinderen, de betrokken buurvrouw of de mantelzorger.
foto: Patricia Steur
Deze keuzewijzer maakt deel uit van het programma van Blijf Veilig Mobiel. Ik ben er trots op dat ANBO het project Blijf Veilig Mobiel trekt. In nauwe samenwerking met andere organisaties zetten we ons al jaren in voor veilige mobiliteit van senioren, met welk vervoermiddel dan ook: auto, fiets of… scootmobiel. Ik wens u een goede keuze en heel veel veilige kilometers toe.
Liane den Haan Algemeen directeur van ANBO
Aan Blijf Veilig Mobiel nemen deel: ANBO, ANWB, CG-Raad, Fietsersbond, NVVS, Oogvereniging, PCOB, samenwerkende ROV’s, Unie KBO en Veilig Verkeer Nederland. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu ondersteunt Blijf Veilig Mobiel inhoudelijk en financieel. Vilans is een kenniscentrum in de langdurige zorg.
Inhoud 1 Inleiding 1.1 Wat is een scootmobiel? 1.2 Gebruik van een scootmobiel 1.3 Alternatieven voor een scootmobiel 1.4 Waarom een keuzewijzer?
7 8 8 8 9
2
Verantwoord rijden met een scootmobiel 2.1 Vereisten om een scootmobiel te gebruiken
11 11
3
Soorten scootmobielen 3.1 Scootmobielen in alle maten en soorten 3.1.1 Scootmobielen met drie wielen 3.1.2 Scootmobielen met vier wielen 3.1.3 Scootmobielen met vijf wielen 3.2 Compacte en robuuste scootmobielen 3.3 Scootmobielen voor twee personen 3.4 Overkapte scootmobielen 3.5 Opvouwbare en demontabele scootmobielen
15 15 16 16 17 19 20 20 22
4
Belangrijke aspecten bij de keuze voor een scootmobiel 4.1 Stabiliteit 4.2 Manoeuvreren en wendbaarheid 4.3 Vering 4.4 Snelheid 4.5 Actieradius 4.6 Vervoerbaarheid 4.6.1 (Taxi) bus 4.6.2 Openbaar vervoer 4.6.3 Aanhangwagen 4.6.4 Laadruimte van een personenauto 4.7 De scootmobiel stallen
25 25 25 26 26 27 27 28 28 29 29 30
(zie verder op de volgende pagina) Keuzewijzer Scootmobiel
3
4
5
6
7
Onderdelen van een scootmobiel 5.1 Stoel 5.2 Stuur 5.3 Snelheidsbediening 5.4 Rem 5.5 Dashboard 5.6 Spiegel 5.7 Verlichting en reflectoren 5.8 Richtingaanwijzers 5.9 Remlicht 5.10 Wielen 5.11 Antikiepsteunen of antitipwieltjes 5.12 Plateau 5.13 Accu 5.14 Acculader
33 33 34 34 35 36 37 37 38 38 38 39 39 40 41
8 Veiligheid 8.1 Rijgeschiktheid 8.2 Zichtbaarheid 8.3 Snelheid 8.4 Pech 8.5 Onderhoud
53 53 53 54 54 54
9
55 55 55 56 56 58
10 Rijtips
59
Accessoires voor scootmobielen 6.1 Mand 6.2 Bagagedrager 6.3 Bagagehaak 6.4 Stokhouder 6.5 Rollatorhouder 6.6 Houder voor zuurstoffles 6.7 Kinderzitje 6.8 Afdekhoes 6.9 Veiligheidsgordel 6.10 Kilometerteller 6.11 Regenkleding 6.12 Schootkleed en beenzak 6.13 Windscherm
43 43 43 44 44 44 45 45 45 45 46 46 46 47
11 Verzekering
61
Wensen en behoeften 7.1 Wat wilt u doen met uw scootmobiel?
49 49
Lichamelijke mogelijkheden en beperkingen 9.1 Sturen 9.2 Snelheidsbediening 9.3 Dashboardbediening 9.4 Zitten 9.5 Kijken in spiegel
12 Verkeersregels 63 12.1 Welke weg? 63 12.2 Maximumsnelheid gehandicaptenvoertuig met motor 63 12.3 Verlichting gehandicaptenvoertuig met motor 64 12.4 Verzekering gehandicaptenvoertuig met motor 64 12.5 Rijbewijs gehandicaptenvoertuig met motor 64 12.6 Parkeren gehandicaptenvoertuig met motor 64 13 Verstrekking van een scootmobiel
Keuzewijzer Scootmobiel
67
5
6
1 Inleiding
bijvoorbeeld
l posn normaa e e t e m vrouw ar been, ma ads is een t r S e t t w h u c ro le v Me is ze s pt binuderdom Stads loo o w r u o o ro D v e r. ze tuu ts. M tanden die eert ze nie k fs n a a e m D r . e k po verd boodscha wandelst n m e o e t t r e o k m zijn te nenshuis gaan an lopen, k g o n dokter te is e u d h s n n e e r it e al bu r de kapp en allema a g a n in , n n ie e z r o r ze voo pen te d uiten haa oewel de b H n . e n it le e e it k r activ of te win xi of terug p zijn. Voo a r t o io d g n e re ig e van d en in haar e ruikmaken gelijkhed b o e m g e e d z p n met elet o dorp ka mbinatie inderen. G o k c r in a a s h d a p uw St tvallen o acte scoo van mevro p n m e o g c in n k r e en is e sen bepe hikte oplo gsbehoeft c in s s e t g a t la s p e r e me haar ve 5 wielen d f o 3 t e m as mobiel gehad, w d a h n e t h ijnklac was sing. ads veel p dat geval t S In . w t u s e ro e v est. jk gew Als me eter gewe oodzakeli b n jk g li in n r ij e h v c oor waars goede otmobiel r is, waard a o c a s b d re n e e t w inder een gro dat die m l e e d a n er is. Met als weer lastig ls e k in w in het rijden
U wilt graag zelf uw boodschappen blijven doen en op eigen houtje een ommetje kunnen maken in uw buurt of als dat zo uitkomt wat verder weg. Helaas bent u niet meer zo goed ter been. Lang lopen lukt u niet meer. Ook niet meer met een wandelstok of een rollator. Daarom overweegt u een scootmobiel te nemen. De keuze op het gebied van scootmobielen is echter groot. Bovendien kan de aanschaf van een scootmobiel u behoorlijk wat kosten. Kortom, u zult zich dan ook moeten oriënteren. Voor u is deze keuzewijzer bedoeld. Die helpt u daarbij. Deze keuzewijzer helpt u de juiste vragen te stellen om de scootmobiel te kiezen die het beste bij uw mogelijkheden en beperkingen past. Allereerst geven wij u daarom inzicht in de vereisten om met een scootmobiel te kunnen en mogen rijden. Daarna zetten wij alle soorten scootmobielen, met hun voor- en nadelen, voor u op een rij. Vervolgens schetsen wij een beeld van de eigenschappen van scootmobielen die u mee kunt nemen in uw afweging. Ook hebben wij de verschillende verkrijgbare onderdelen en accessoires voor u in kaart gebracht. Daarnaast treft u enige informatie aan over veiligheid, verkeersregels en verzekeringen. Tenslotte komt de aanschaf of de aanvraag van een scootmobiel zelf aan de orde. Op basis van deze informatie kunt u de scootmobiel kiezen die bij u past. Het type dat aan uw wensen en behoeften tegemoet komt. Dan bent u er zeker van dat u kunt gaan en staan waar u wilt en veilig deel kunt blijven nemen aan het verkeer.
blijf veilig mobiel
Keuzewijzer Scootmobiel
7
8
1.1 Wat is een scootmobiel? Bijna iedereen weet hoe een scootmobiel eruitziet: Scootmobielen zijn namelijk niet meer weg te denken uit ons straatbeeld. Maar er zijn veel verschillende soorten scootmobielen. Wat is nu een scootmobiel? Een scootmobiel is een elektrisch aangedreven vervoermiddel met 3, 4 of 5 wielen en oplaadbare accu’s. Kenmerkend voor een scootmobiel is het stuur dat vergelijkbaar is met een fietsstuur.
1.2 Gebruik van een scootmobiel U gebruikt een scootmobiel voornamelijk voor activiteiten buitenshuis. Bijvoorbeeld om boodschappen mee te doen of een ommetje mee te maken. Maar ook het rijden in een supermarkt, een ziekenhuis of andere openbare ruimte levert meestal geen problemen op. Voor het gebruik in kleinere ruimtes, zoals bijvoorbeeld de eigen woning, is de scootmobiel eigenlijk niet geschikt. Daarom zijn scootmobielen vooral bedoeld voor mensen die zich in huis nog lopend kunnen verplaatsen, maar niet meer in staat zijn om te voet langere afstanden af te leggen. Mensen die ook niet (meer) zelfstandig kunnen fietsen.
1.3 Alternatieven voor een scootmobiel Kunt u met een loophulpmiddel eigenlijk alle plaatsen bereiken die u wilt bereiken? Dan is een rollator voor u waarschijnlijk geschikter dan een scootmobiel. U blijft daarmee in beweging. Dat is natuurlijk altijd beter en gezonder dan u voort laten bewegen.
Kunt u helemaal niet meer zelfstandig lopen? Ook niet met een loophulpmiddel zoals een rollator, looprek of een elleboogkruk? Dan is een (elektrische) rolstoel waarschijnlijk geschikter voor u dan een scootmobiel. Als u nog wel kunt fietsen, maar bijvoorbeeld bang bent om te vallen, dan is een driewielfiets of een fiets met zijwielen wellicht een passend alternatief voor u. Ook daarmee blijft u in beweging. Driewielfietsen zijn verkrijgbaar met elektrische aandrijving. Vooral geschikt voor die mensen die nog wel kunnen fietsen, maar weinig conditie hebben. Daarnaast kunt u in veel gemeenten gebruikmaken van collectief vervoer. U wordt dan met een taxi(bus) naar uw bestemming gebracht en daar wordt u ook weer opgehaald. Wilt u meer weten over loophulpmiddelen, rolstoelen of alternatieven? Raadpleeg dan de Vilans Hulpmiddelenwijzer op www.vilans.nl/hulpmiddelen
1.4 Waarom een keuzewijzer? Een scootmobiel kan voor u een geschikte oplossing zijn als u niet ver meer kunt lopen en u uw actieradius wilt vergroten. Maar of het daadwerkelijk ook de beste oplossing voor u is, hangt af van meerdere factoren. Doorslaggevende factor is of u wel in staat bent om met een scootmobiel veilig deel te nemen aan het verkeer. Dat is weer afhankelijk van uw lichamelijke en geestelijke gesteldheid. Maar een scootmobiel moet ook aansluiten bij uw wensen, behoeften en woonomstandigheden.
Keuzewijzer Scootmobiel
9
10
Het is dus best lastig kiezen. Daarom hebben wij voor u deze keuzewijzer samengesteld. Hiermee kunt u zelf bepalen of een scootmobiel een geschikte oplossing voor u is. Zo ja, dan kunt u met de keuzewijzer ook vaststellen welk type en welke uitvoering het beste bij u zou passen. Elk type en elke uitvoering heeft zijn voor- en nadelen. Een digitale keuzewijzer vindt u op: www.blijfveiligmobiel.nl/keuzewijzerscootmobiel
2 Verantwoord rijden met een scootmobiel Voordat u een scootmobiel aanvraagt of aanschaft, moet u nagaan of u wel verantwoord zou kunnen rijden met een scootmobiel. Het is verstandig om daarover vooraf een deskundige te raadplegen. Een scootmobiel is namelijk niet altijd en niet voor iedereen een geschikt vervoermiddel. Lichamelijke en geestelijke beperkingen kunnen verantwoord gebruik in de weg staan. Het is mogelijk dat zelfs geen enkele scootmobiel aan uw wensen en behoeften tegemoetkomt. Als u hierover vooraf advies inwint, komt u niet voor vervelende verrassingen te staan. U vermijdt dat u in onveilige situaties belandt of de scootmobiel nauwelijks gebruikt.
2.1 Vereisten om een scootmobiel te gebruiken Om met een scootmobiel te kunnen rijden moet u bijvoorbeeld beschikken over voldoende concentratievermogen, want u mag niet te snel afgeleid worden tijdens het rijden. Verder beschikt u over een goed reactievermogen en voldoende inzicht in verkeerssituaties om verantwoord deel te kunnen nemen aan het verkeer. Daarnaast moet u beschikken over voldoende kracht in uw beide armen en handen. Dat is noodzakelijk om het stuur goed te kunnen gebruiken. Om een scootmobiel te gebruiken, moet u zelfstandig kunnen opstaan en op eigen kracht enkele meters kunnen lopen. U kunt immers niet altijd met uw scootmobiel een gebouw in. Als u speciale zitvoorzieningen nodig heeft, is een scootmobiel meestal niet het meest geschikte vervoermiddel voor u, omdat de stoel van een scootmobiel niet gemakkelijk verstelbaar is.
Keuzewijzer Scootmobiel
11
12
De vraag die u moet beantwoorden luidt: Kunt u gezien uw gezondheid, uw geestelijke en lichamelijke gesteldheid, met een scootmobiel rijden zonder daarbij uzelf en anderen in gevaar te brengen? Hieronder vindt u een aantal aspecten die een deskundige met u zal bespreken of waarop hij u zal testen om bovenstaande vraag te kunnen beantwoorden. Dit kan een ergotherapeut zijn, maar u kunt ook advies inwinnen bij uw eigen huisarts, een fysiotherapeut of een adviseur bij een scootmobiel- of hulpmiddelenwinkel. • Hoe is het met uw gezichtsvermogen gesteld? (ogentest) • Hoe is het met uw gehoor gesteld? (gehoortest) • Hoe is het gesteld met uw cognitie (=geestelijke gesteldheid)? • Heeft u voldoende verkeersinzicht om situaties te overzien en goed in te schatten? • Hoe is uw leervermogen? • Leert u nog gemakkelijk nieuwe vaardigheden aan? Vaardigheden die bijvoorbeeld nodig zijn voor het bedienen van een elektrisch voertuig? • Hoe staat het met uw reactiesnelheid? • Kunt u snel genoeg reageren op plotselinge gebeurtenissen? • Hoe is uw concentratievermogen? • Kunt u rijden zonder te snel afgeleid te raken? • Hoe ver kunt u zelfstandig lopen? • Lopen is niet alleen noodzakelijk om zelfstandig op een scootmobiel te stappen en er weer vanaf te komen, maar ook om van de stalling naar uw huis te lopen en eventueel een winkel binnen te lopen.
• Hoe lang kunt u rechtop zitten? U moet geruime tijd achter elkaar rechtop kunnen zitten. • Hoeveel kracht heeft u nog in uw handen en armen? U moet genoeg kracht hebben in uw armen en handen om het stuur voor langere tijd vast te kunnen houden en de snelheidsbediening goed te kunnen gebruiken. Als u maar één hand goed kunt gebruiken, laat dan vaststellen of u wel veilig kunt rijden met een scootmobiel. Levert een van bovenstaande aspecten van uw geestelijke of lichamelijke gesteldheid problemen op dan is een scootmobiel waarschijnlijk voor u niet de aangewezen oplossing. Leveren ze geen problemen op dan kunt u in principe met een scootmobiel rijden. U kunt naar de volgende fase. Waarvoor wilt u een scootmobiel gebruiken? Welke wensen en behoeften heeft u?
Keuzewijzer Scootmobiel
13
14
3 Soorten scootmobielen
bijvoorbeeld
Hij efhebber. li r u u t a n en echte door boss an is een d m n n o e h it n u ij B z n met gen Meneer ge tochte g hele da a n a la r g g t a a a r a en. an g maakt g gsbehoeft er Buitenm in e s t n a e la M p . r n e iel einig v en velde scootmob eeft hij w h e t r s e u u rd b e V ro een n op pad. itenman is ring en ee u e v B e r d e e e o n g een Voor me g. te wielen, ro g 5 te oplossin f ik o h 4 c s , e 3 g t e t m mees radius de ie t c a e t ro g
Scootmobielen zijn er in alle soorten en maten. Zij hebben verschillende kenmerken als wielen, een motor, accu’s, een zitting, een stuur en een dashboard. Op het dashboard zit de snelheidsbediening, en de bediening voor achteruitrijden, verlichting, richtingaanwijzers en claxon. U regelt uw snelheid met een knijphendel, een duimhendel of draaigas (te vergelijken met een gashendel van een bromfiets). Soms heeft een scootmobiel voetbediening. Afhankelijk van het type scootmobiel varieert de maximum snelheid van 6 tot 25 km per uur. Snelheden van 8, 12 of 15 km per uur komen echter het meest voor. U kunt sommige onderdelen van de scootmobiel verstellen. Zo kunt u bijvoorbeeld de afstand tussen het stuur en uw lichaam instellen en de rugleuning, de hoogte van de stoel en de hoogte van de armleggers afstemmen op uw persoonlijke situatie. Een scootmobiel biedt echter minder aanpassingsmogelijkheden dan een elektrische rolstoel. Veel scootmobielen zijn opvouwbaar of demonteerbaar. Dat biedt de mogelijkheid om de scootmobiel in de laadruimte van uw auto te vervoeren. Hieronder volgt een overzicht van de soorten scootmobielen.
3.1 Scootmobielen in alle maten en soorten Er zijn scootmobielen met drie, vier en vijf wielen. Deze hebben allemaal hun voor- en nadelen. Die proberen wij hieronder zo objectief mogelijk weer te geven.
blijf veilig mobiel
Keuzewijzer Scootmobiel
15
16
3.1.1 Scootmobielen met drie wielen Een scootmobiel met drie wielen heeft twee aandrijfwielen achter en één stuurwiel aan de voorzijde. Deze scootmobielen komen in Nederland het meest voor. voordelen • Deze scootmobiel is wendbaarder dan de andere uitvoeringen.Hij is is van voren smaller dan van achter. Hij heeft een zogenaamde ´deltavorm´. Hierdoor is de ruimte die nodig is om te draaien, de draaicirkel, klein. Dit is vooral handig in kleinere ruimtes, bijvoorbeeld in winkels of in een lift. • De type scootmobiel beschikt over meer beenruimte dan andere modellen. U kunt uw benen uitstrekken naast het voorwiel. Dit geldt overigens niet voor alle typen driewielige scootmobiels. nadelen • Veel mensen beweren dat een scootmobiel met drie wielen sneller kantelt dan een scootmobiel met vier wielen. Objectieve testgegevens daarover ontbreken echter. • Om in een taxibus of laadruimte te rijden zijn drie oprijgoten nodig of is een oprijplateau noodzakelijk. Sommige rolstoelbussen zijn jammer genoeg alleen uitgerust met dubbele oprijgoten en daardoor ongeschikt voor deze driewieler.
3.1.2 Scootmobielen met vier wielen Scootmobielen met vier wielen hebben twee aandrijfwielen achter en twee stuurwielen voor.
voordeel • Veel mensen beweren dat een scootmobiel met vier wielen stabieler is dan een scootmobiel met drie wielen en daardoor meer geschikt voor het rijden op ruw terrein. Dit type zou ook geschikter zijn voor zwaardere personen. Objectieve gegevens die deze stelling onderbouwen, ontbreken echter. nadelen • De vierwieler is minder wendbaar dan andere modellen door de grotere draaicirkel. Daarom is een scootmobiel met vier wielen minder geschikt om te winkelen of voor gebruik bij woningen waar de stalling alleen met een lift te bereiken is. • Dit model heeft minder beenruimte omdat de wielkasten van de voorwielen naast de stuurkolom zitten. • De vier wielen leveren meer wrijving op dan drie wielen. Daardoor wordt het sturen zwaarder.
3.1.3 Scootmobielen met vijf wielen Scootmobielen met vijf wielen hebben aan de voorzijde een groot centraal stuurwiel en aan de zijkant twee meedraaiende kleinere wielen. Aan de achterzijde bevinden zich twee aandrijfwielen, net als bij de scootmobielen met drie of vier wielen. voordelen • Waarschijnlijk is dit type stabieler dan een scootmobiel met drie wielen. In de bochten en op een hellend vlak raakt een van de buitenste wielen
Keuzewijzer Scootmobiel
17
18
namelijk altijd de bodem. Daardoor kan de scootmobiel niet kantelen. Qua stabiliteit is deze scootmobiel te vergelijken met een scootmobiel met vier wielen. • Door de kleinere draaicirkel is dit type wel wendbaarder dan een scootmobiel met vier wielen. De wendbaarheid is vergelijkbaar met een scootmobiel met drie wielen. nadelen • Met dit model ervaart u meer schokken, omdat de extra voorwielen regelmatig de grond raken. Deze wielen hebben in tegenstelling tot het voorwiel en de achterwielen geen vering. Ook de stoel is niet standaard uitgerust met vering, maar wel verkrijgbaar met vering. Op blz 26 vindt u meer uitleg over de vering van een scootmobiel. • Dit type beschikt over minder beenruimte dan de andere modellen omdat aan weerskanten van de stuurkolom twee extra voorwielen zitten. Het is echter mogelijk om de voeten op de wielkasten van de voorwielen te plaatsen. Het voordeel hiervan is dat u uw knieën en enkels minder hoeft te buigen. Het nadeel is dat u ‘onderuitgezakter’ zit. • Bij dit type is sturen zwaarder dan bij een scootmobiel met drie wielen. Meer wielen geven immers meer wrijving bij het sturen. • De keuze is echter beperkt want er is slechts één merk dat scootmobielen met vijf wielen levert.
3.2 Compacte en robuuste scootmobielen Alle bovenstaande scootmobielen zijn in verschillende afmetingen verkrijgbaar. Bovendien varieert de maximale snelheid en de belastbaarheid per merk en per uitvoering. Daarom worden scootmobielen grofweg onderverdeeld in compacte en robuuste scootmobielen. Een compacte scootmobiel kan 6 tot 12 km per uur rijden en heeft een lengte tot 125 cm. Daardoor is een compacte scootmobiel heel wendbaar en vooral geschikt voor verplaatsingen in de eigen woonomgeving en binnen gebouwen. Een compacte scootmobiel is niet geschikt voor grote en zware mensen. Een robuuste scootmobiel kan 12 km per uur of sneller rijden en is 125 cm of langer. Daardoor is een robuuste scootmobiel geschikt voor het overbruggen van langere afstanden en het rijden met een fietsende reisgenoot. Deze scootmobiel is uitermate geschikt voor grote of wat zwaardere personen.
Keuzewijzer Scootmobiel
19
20
3.3 Scootmobielen voor twee personen Een scootmobiel voor twee personen heeft twee stoelen of een tweepersoonsbankje en is in de meeste gevallen belastbaar tot 200 kg. Deze scootmobielen hebben altijd vier wielen en zijn vaak (deels) demonteerbaar. voordeel • Dit type biedt u de mogelijkheid om u met twee personen tegelijkertijd te verplaatsen. Een scootmobiel voor twee personen kan een oplossing zijn als beide gebruikers slecht ter been zijn. nadelen • Dit model is minder wendbaar door de grotere draaicirkel. Hierdoor is dit model niet geschikt om in winkels en kleinere ruimtes te rijden. • Het is ook breder dan de andere uitvoeringen. Daardoor is het moeilijker of soms onmogelijk om hiermee in smalle gangpaden of op smalle fietspaden te rijden. • Ook is dit model minder gemakkelijk te vervoeren. Het is wel mogelijk om de scootmobiel te demonteren. Maar dit type bestaat uit veel losse delen, waarvan de grote delen nogal zwaar zijn. • Het stuur zit bij de meeste uitvoeringen van dit type in het midden. Daardoor is de lichaamshouding van de bestuurder tijdens het rijden niet optimaal.
3.4 Overkapte scootmobielen De overkapping zit bij scootmobielen vaak vast aan de scootmobiel zelf en is gemaakt van stevig, waterbestendig materiaal. Zo’n overkapping bestaat uit
twee deuren met zijramen en een grote voorruit. De overkapping kan uitgerust worden met koplampen, richtingaanwijzers, ruitenwisser, ruitensproeier, voorruitventilator, raamventilatie en spiegels. Deze extra’s zijn vooral belangrijk voor uw verkeersveiligheid, maar behoren helaas niet altijd tot de basisuitvoering. Maar er zijn ook losse overkappingen verkrijgbaar die u over een standaard scootmobiel kunt plaatsen. Deze bestaan uit een metalen frame dat is bekleed met een zeil. Dit zeil is volledig van nylon, waterbestendig en voorzien van ritssluitingen. Niet alle losse overkappingen passen op alle scootmobielen. Sommige overkappingen zijn merkafhankelijk, andere overkappingen kunt u op meerdere scootmobielen plaatsen. voordeel • Overkappingen voor scootmobielen en overkapte scootmobielen beschermen tegen wind, regen en zon. Dit maakt het rijden met de scootmobiel aangenamer. nadelen • Overkapte scootmobielen zijn zwaarder en hebben een grotere draaicirkel. U heeft ook minder zicht rondom. Helaas zijn ze niet demontabel of opvouwbaar. • Losse overkappingen zijn niet voorzien van ventilatie en en niet van ruitenwissers. Daardoor heeft u beperkt zicht als het regent. Dat maakt het rijden met deze scootmobiel er niet veiliger op. • Scootmobielen met overkapping vangen veel wind, dit kan gevaarlijk zijn bij stormachtig weer.
Keuzewijzer Scootmobiel
21
22
3.5 Opvouwbare en demontabele scootmobielen Opvouwbare scootmobielen ‘Inklapbare’ scootmobielen zijn kleine, eenvoudige scootmobielen. Er zijn drie- en vierwielige modellen. voordelen • Deze scootmobielen kunt u vervoeren in de kofferbak van een auto. Een volledig opvouwbare scootmobiel weegt zonder accu’s ongeveer 25 kg. Opgevouwen is hij zo groot als een reiskoffer. De accu’s (meestal 2 stuks) wegen ongeveer 10 tot 15kg. • Dit type scootmobiel is zeer wendbaar door zijn kleine afmetingen. nadelen • Dit model is niet geschikt voor grote personen. • Dit type heeft een zeer beperkte actieradius van ongeveer 15 km. • Zijn snelheid is beperkt tot 6 à 8 km per uur. • Het rijcomfort is gering door het ontbreken van vering. • Dit model heeft vrij kleine wielen waardoor deze scootmobiel niet kan rijden over obstakels of oneffen terrein. Ook hoogteverschillen, zoals bijvoorbeeld een stoeprand, vormen een probleem. • Dit model heeft een eenvoudige stoel waarvan de rug- en armleuning niet instelbaar zijn. Ook het zitcomfort is maar minimaal. • Dit type is vaak niet uitgerust met verlichting, richtingaanwijzers e.d. Met slecht zicht of in het donker kunt u hiermee daarom niet op de weg rijden.
Demontabele scootmobielen De meeste scootmobielen zijn demontabel. U kunt hen in verschillende delen uit elkaar halen. Er blijven dan een aantal grotere stukken over. Die kunt u vervoeren in de kofferbak van een grote(re) auto. Echter, hoe groter en zwaarder een demontabele scootmobiel is, hoe groter en zwaarder de losse onderdelen zijn. voordelen • U kunt de scootmobiel vervoeren met de auto. U kunt daardoor ook van de scootmobiel gebruikmaken op plaatsen die voor u niet bereikbaar zijn met de scootmobiel. • Een demontabele scootmobiel rijdt comfortabeler dan een opvouwbare scootmobiel. nadelen • Het zwaarste deel weegt vaak nog zo’n 25 kg. U of een van uw reisgenoten moet in staat zijn om dat in de auto te tillen. • Het demonteren vergt handigheid en kracht en moet in gebukte houding worden gedaan. aandachtspunten bij opvouwbare of demontabele scootmobielen • Kunt u of kan uw reisgenoot het gewicht van de hele opvouwbare scootmobiel tillen? Kunt u of uw reisgenoot het zwaarstwegende onderdeel tillen van een demontabele scootmobiel? Ga na of het door de leverancier opgegeven gewicht met of zonder accu is. Accu’s zijn zwaar. • Eventueel kunt u een kofferbaklift laten monteren om de scootmobiel in en uit de kofferbak van de
Keuzewijzer Scootmobiel
23
24
auto te tillen. Deze kofferbaklift zit vast aan de auto. • De laadruimte of kofferbak van uw auto dient groot genoeg te zijn voor het plaatsen van de scootmobiel en eventuele boodschappen of bagage. • Houd er rekening mee dat de rijeigenschappen van uw auto kunnen veranderen als er veel gewicht in de kofferbak ligt.
4 Belangrijke aspecten bij de keuze voor een scootmobiel 4.1 Stabiliteit Over de stabiliteit van scootmobielen bestaat veel discussie. Veel mensen denken dat een scootmobiel met vier of vijf wielen stabieler is dan een scootmobiel met drie wielen. Anderen spreken dit weer tegen. Objectieve onderzoeksgegevens hierover ontbreken helaas. Feit is dat een scootmobielrijder relatief hoog zit boven een wielbasis (afstand tussen voor- en achteras) die bovendien vrij smal is. Daardoor kan een scootmobiel kantelen. Een groot of zwaar persoon op een kleine scootmobiel kantelt sneller dan een klein persoon op een grote scootmobiel. U kantelt echter nooit wanneer u op een vlakke weg gewoon rechtdoor rijdt. Bovendien heeft het risico op kantelen vooral te maken met het rijgedrag van de gebruiker. Zo moet u de bocht altijd met gepaste snelheid nemen en kunt u beter niet schuin een oprit op- of afrijden.
4.2 Manoeuvreren en wendbaarheid Hoe gemakkelijk u met een scootmobiel kunt manoeuvreren, is afhankelijk van de draaicirkel van de scootmobiel. De draaicirkel is de ruimte die minimaal nodig is om met de scootmobiel rond te draaien. Een kleine draaicirkel is belangrijk voor het gebruik in kleinere ruimtes, zoals in een stalling, een supermarkt of in een lift. Maar ook voor het rijden door smalle (door)gangen of op smalle paden. De draaicirkel is afhankelijk van de lengte van de wielbasis en de afstand tussen de vooren achterwielen. Hoe kleiner deze afstand, hoe kleiner
Keuzewijzer Scootmobiel
25
26
de draaicirkel en hoe gemakkelijker u kunt manoeuvreren. De draaicirkel van scootmobielen met drie of vijf wielen is kleiner dan de draaicirkel van scootmobielen met vier wielen.
4.3 Vering De vering verhoogt het zit- en rijcomfort van een scootmobiel. U kunt vering nodig hebben vanwege een beperking of rugklachten. Maar vering kan ook rug- en pijnklachten voorkomen. Zeker als u vaak op zeer onregelmatig grondoppervlak rijdt. Niet alle scootmobielen hebben vering. De compacte scootmobielen hebben vaak geen vering. Er zijn 3 soorten vering: • Vering in de stoelkolom • Vering in de achterwielophanging • Vering in de voorvork Vaak is de vering instelbaar. U kunt deze instellen op basis van uw lichaamsgewicht. Hoe meer vering aanwezig is, hoe minder schokken u voelt. Een scootmobiel die is uitgerust met een goede vering deint als het ware een beetje. Sommige mensen vinden dit niet prettig.
4.4 Snelheid De snelheid van een scootmobiel varieert tussen 6 en 25 km per uur. In het algemeen geldt: hoe hoger de maximale snelheid, hoe groter de scootmobiel. Als u regelmatig grotere afstanden aflegt, wilt u wellicht ook met een hogere snelheid kunnen rijden dan wanneer u zich alleen in het winkelcentrum begeeft. U heeft ook een hogere snelheid nodig wanneer u vaak
meerijdt met een fietser. Een hogere snelheid vereist wel extra alertheid van u als bestuurder.
4.5 Actieradius De actieradius van uw scootmobiel is de afstand die u kunt afleggen zonder de accu op te laden. Hoe groot die afstand is, hangt af van meerdere factoren en omstandigheden: • De capaciteit van de accu. • Uw rijgedrag. Als u veel moet optrekken en afremmen, kunt u minder ver rijden. • Het totaalgewicht van de scootmobiel, uw bagage en uw eigen gewicht. • De omgeving waar u rijdt. Op vlak terrein is uw actieradius groter dan in een ruwe, heuvelachtige omgeving. • De bandenspanning. Met slappe banden kunt u minder ver rijden dan met volle banden. • De temperatuur. Bij lage temperatuur is de accucapaciteit minder. • De verlichting. De accuspanning daalt sneller als de verlichting aan staat.
4.6 Vervoerbaarheid Het kan voorkomen dat u de scootmobiel wilt gebruiken op bestemmingen waar u alleen met de auto, het openbaar vervoer of een taxi kunt komen. De afstand tot die bestemming is dan te groot om met de scootmobiel af te leggen. Er zijn verschillende mogelijkheden om uw bestemming te bereiken met uw scootmobiel. U kunt uw scootmobiel vaak gewoon meenemen.
Keuzewijzer Scootmobiel
27
28
4.6.1 (Taxi) bus Vaak kunt u met uw scootmobiel een taxibus in-en uitrijden. De scootmobiel moet vervolgens vast gezet worden in de taxibus. U kunt er NIET op blijven zitten tijdens de rit. U bent verplicht om op een stoel in de taxibus plaats te nemen. Het is namelijk niet veilig om tijdens de reis op uw scootmobiel te blijven zitten. De scootmobiel is hier niet voor ontworpen.
4.6.2 Openbaar vervoer Als u met uw scootmobiel gebruik wilt maken van het openbaar vervoer, vergt dit wel enige voorbereiding van u. Bovendien is het niet altijd mogelijk. Trein U kunt uw scootmobiel meenemen in de trein. De reis moet u dan wel vooraf boeken. Uw scootmobiel mag maximaal 150 centimeter lang zijn en niet meer dan 85 centimeter breed (buitenmaten). Ook moet u in staat zijn om uw scootmobiel zelf in en uit de trein te kunnen rijden. Daarnaast moet u tevoren nagaan of de stations die u wilt gebruiken voldoende manoeuvreerruimte op het perron hebben en, indien van toepassing, de stationslift groot genoeg is voor uw scootmobiel. Op het station wordt u begeleid door een ‘reisassistent’. U kunt hierover meer lezen op de website van de NS of die van de andere treinvervoerders. Bus, tram en metro Bussen en trams zijn in tegenstelling tot metro’s niet geschikt om scootmobielen veilig te vervoeren. U kunt met uw scootmobiel dus helaas niet reizen met de tram of de bus.
4.6.3 Aanhangwagen U kunt voor het vervoer van uw scootmobiel ook een aanhangwagen gebruiken. Via oprijplateaus of oprijgoten kunt u dan de scootmobiel de aanhanger in- en uitrijden. Er bestaan ook zogenaamde knielaanhangers. Deze aanhanger kan door zijn as zakken tot op de grond. U heeft dan geen goten of een oprijplateau nodig. Het is belangrijk dat u de scootmobiel goed vastzet op de aanhanger. Een aanhangwagen heeft echter niet de voorkeur omdat de scootmobiel dan wordt blootgesteld aan weer en wind. Bovendien ‘springt’ een aanhangwagen, waardoor de accu’s en andere onderdelen kunnen beschadigen.
4.6.4 Laadruimte van een personenauto U kunt de scootmobiel in zijn geheel vervoeren in de laadruimte van een bestelauto of van een grote personenwagen, als de kofferbak van de auto groot genoeg is en geen opstaande rand heeft. Voor vervoer in auto’s met een kleinere laadruimte of kofferbak is een opvouwbare of demontabele scootmobiel een betere oplossing.
Keuzewijzer Scootmobiel
29
30
4.7 De scootmobiel stallen Waar laat u uw scootmobiel thuis? Het meest ideaal is in uw eigen stalling, zoals een berging of een garage. Maar als u de afstand tot de stalling niet kunt lopen, is stallen op een galerij soms een alternatief. Daarvoor heeft u toestemming nodig van de woningeigenaar. De scootmobiel mag ook geen belemmering vormen voor de doorgang van andere bewoners. Anders kan dit bij calamiteiten gevaarlijke situaties opleveren. Indien u niet beschikt over voldoende mogelijkheden om de scootmobiel te parkeren, kan het plaatsen van een tuinhuisje of ‘scootmobielberging’ uitkomst bieden. Een scootmobielberging is een kant-en-klarestalling die u in een tuin of op een oprit kunt laten plaatsen. Vraag hiervoor eerst toestemming aan uw gemeente. Waar de stalling ook staat, er moet een geaard stopcontact zijn waar u bovendien gemakkelijk bij kunt. U moet de toegangsdeur of toegangspoort ook zelf kunt openen en sluiten. Ook doorgangen en toegangswegen moeten breed genoeg zijn om met de scootmobiel bij de stalling te komen. Verder moet er voldoende ruimte zijn om de scootmobiel te kunnen keren in de stalling of op een galerij. aandachtspunt Als u uw accu oplaadt in een openbare of gemeenschappelijke ruimte moet u over de kosten die dat met zich meebrengt wel afspraken maken met de woningeigenaar of met de vereniging van eigenaren.
Keuzewijzer Scootmobiel
31
32
5 Onderdelen van een scootmobiel
bijvoorbeeld
ijk aar moeil w s li e w ie uw, d n om r is een vro e ig iz eerhoude e w R t a w u la t ro v ie Me maken om ierdoor n e h t s h ic ip r z t r n a e ze ot sted loopt, ma en. Maar k echtgeno e r o a z a e h b t e e wen t samen m t bezit he gebou c is r o t ar is in he is a h p t n h e c a e e t s e mu kelen. H een uitste in t w ie n n a e v g k r ks Reizige houdt oo eft, ondan mijnheer e n h e r e o t ig u a iz uw Re van een elijke id. Mevro e h d n en licham o z e e g g r e e d rd wn e ke ine opvou been is, v le r k e t n t e h e c le ft r hee e dat ze s w Reizige eemt als z u n e ro v e e m M r . a chtpa ype klachten l die het e at zij dit t d ie b m o O m . t n o e uig reiz men bare sco het vliegt emen, ne f n o n e o t n u n a u iel mee k met de scootmob makkelijk e e p g y l t ie it b d o rt van scootm an comfo aar woon a h k in re t b ik e u g r er geb om zijn het uw Reizig otmobiel o ro c v s e e M p y f. t nder aar voor lie ens een a len met h w e u d n ro t a w g e in n en t (luxe) omgev en te doe iel is een p b p o a m h t c o s o d c are s de boo opvouwb e D . t o o n echtge extraatje.
De meeste scootmobielen zijn in verschillende varianten verkrijgbaar. In dit hoofdstuk beschrijven we de verschillende onderdelen die zo’n variant bepalen.
5.1 Stoel Om goed en veilig te kunnen rijden met een scootmobiel is het belangrijk dat u er goed op kunt zitten. De meeste scootmobielen hebben een stoel die in hoogte verstelbaar is en die kan draaien. Daardoor is het gemakkelijker om op de scootmobiel en ervanaf te stappen. Kleine opvouwbare exemplaren hebben die mogelijkheid niet. De stoel van een scootmobiel is meestal bekleed met skai of kunstleer. Daarnaast is de rugleuning vaak verstelbaar, zodat u heel rechtop of juist iets onderuit kunt zitten. De luxere stoelen hebben een verstelbare ondersteuning ingebouwd in de rugleuning, een zogenaamde lumbaalsteun. Soms is de stoel bevestigd op een slede, waardoor u de stoel naar voren en achteren kunt bewegen. De armleuningen zijn meestal opklapbaar en soms in hoogte verstelbaar. Let er op dat u de gehele armleuning in hoogte kunt verstellen en niet alleen de voorzijde, anders staat de armleuning schuin. Test vooraf of u comfortabel op de scootmobiel zit. aandachtspunt Een stoffen bekleding is bij warm weer comfortabel, maar helaas niet geschikt om er mee door de regen te rijden. Er zijn wel regenhoezen verkrijgbaar voor de zitting en rugleuning. Zachte armleggers van
blijf veilig mobiel
Keuzewijzer Scootmobiel
33
34
schuim met een skai bekleding zijn comfortabel, maar ook kwetsbaar.
5.2 Stuur De meeste scootmobielen hebben een recht stuur. Enkele modellen hebben een ovaal stuur. U kunt het stuur verstellen met een hendel aan de stuurkolom. Daarmee kunt u het stuur dichter naar u toe halen of verder van u af zetten. aandachtspunt Het is belangrijk dat u het stuur zo kunt instellen dat u rechtop zittend kunt sturen en bovendien het stuur helemaal naar rechts en links kunt draaien.
5.3 Snelheidsbediening De meest voorkomende snelheidsbediening is de knijpbediening. Hoe meer u de knijpbediening indrukt, hoe sneller u rijdt. Daarnaast is duim-, draai- en voetbediening mogelijk, maar niet op elke scootmobiel. Meestal moet u voor deze optie ook extra betalen. De bediening kan meestal rechts of links aangebracht worden, naargelang uw voorkeur. Ook zijn er scootmobielen met een zogenaamde dubbele bediening, zodat u afwisselend met de linker- of rechterhand “gas” kunt geven en remmen. De gevoeligheid van de snelheidsbediening bepaalt mede uw rijgedrag: snel optrekken bijvoorbeeld. Soms kan de leverancier de snelheid van optrekken en afremmen voor u instellen. De meeste scootmobielen heb-
ben een knop of toets om de snelheid te halveren (de ‘schildpad’). Die gebruikt u bij het rijden in een gebouw of bij het nemen van obstakels, zoals een drempel. Met een andere knop (de ‘haas’) rijdt u weer met de gewone snelheid. Sommige luxere scootmobielen zijn zelfs uitgevoerd met cruisecontrol waarmee u uw snelheid vast kunt zetten.
5.4 Rem Een scootmobiel remt automatisch af op de motor als u de snelheidsbediening loslaat. Als een scootmobiel stilstaat, gaat hij automatisch op de parkeerrem. Deze rem gaat er automatisch weer vanaf als u de snelheidsbediening indrukt. In het verleden had een scootmobiel een extra handrem. Deze handrem is niet noodzakelijk. Ook zijn er scootmobielen met een automatische snelheidsbegrenzer die de snelheid automatisch terugbrengt bij een bepaalde draaihoek. Dit voorkomt kantelen in de bocht. aandachtspunt Een probleem bij knijpbediening is dat de snelheid toeneemt als je harder knijpt. Dit is tegengesteld aan de bediening van de rem op een fiets, bromfiets of motor. Daar betekent knijpen juist remmen. Bij een scootmobiel betekent loslaten remmen. In de praktijk blijkt dat sommige personen in een gevaarlijke situatie in een reflex knijpen in plaats van loslaten. Personen die hiermee moeite (denken te) hebben, kunnen beter voor een duimbediening kiezen.
Keuzewijzer Scootmobiel
35
36
5.5 Dashboard Op of nabij het dashboard zit een contactslot. Daarnaast zitten de bedieningsknoppen voor de snelheid, de claxon en (indien aanwezig) de verlichting en de richtingaanwijzers. Een dashboard heeft tiptoetsen, druktoetsen, hendeltjes, draaiknoppen of een combinatie hiervan. Een indicatielampje op het dashboard geeft aan hoe vol de accu is. aandachtspunten Let er op dat u het dashboard goed kunt bedienen, ook tijdens het rijden. Het bedieningspaneel moet voor u overzichtelijk zijn en gemakkelijk te bedienen. Maar ook de bereikbaarheid van de knoppen en de kracht die nodig is om handelingen te verrichten verdienen aandacht. Niet elk dashboard is bestand tegen regen. Een dashboard dat alleen uit tiptoetsen bestaat, is het best bestand tegen regen. Bovendien zijn er beschermhoezen voor een dashboard verkrijgbaar.
5.6 Spiegel Hoewel een spiegel niet verplicht is, bevelen wij een spiegel links sterk aan. Hiermee kunt u het achteropkomende verkeer goed in de gaten houden. Een spiegel rechts is ook een optie. aandachtspunt Het is handig om te kiezen voor een inklapbare spiegel. U kunt de spiegel dan inklappen bij een smalle doorgang.
5.7 Verlichting en reflectoren Een goede verlichting zorgt voor meer veiligheid: zien en gezien worden. Verlichting en reflectoren zijn alleen verplicht als u in het donker op de weg of op het fietspad rijdt bij slecht zicht (regen en mist). Toch raden wij verlichting wel aan. Gelukkig zijn de meeste scootmobielen standaard voorzien van verlichting en reflectoren. Het is verstandig om ook overdag uw verlichting aan te zetten. Houd uw lampen en reflectoren altijd schoon. Dit alles vergroot uw zichtbaarheid. aandachtspunt De verlichting op een scootmobiel zit vaak heel laag en is daardoor voor andere verkeersdeelnemers niet altijd goed zichtbaar. Kies als dat mogelijk is voor een scootmobiel met hoog geplaatste verlichting. Als u een tas aan de rugleuning bevestigt, let er dan op dat deze niet voor het achterlicht hangt.
Keuzewijzer Scootmobiel
37
38
5.8 Richtingaanwijzers U bent verplicht om richting aan te geven als u van rijrichting verandert. Maar richtingaanwijzers zijn niet verplicht, u kunt ook uw arm uitsteken om richting aan te geven. Het gebruik van richtingaanwijzers heeft echter wel onze voorkeur. aandachtspunten Let op de positie van de bediening van de richtingaanwijzers. Die moet u kunnen bedienen terwijl u rijdt, zonder dat u de snelheidshendel loslaat. Ook de richtingaanwijzers zitten heel laag en zijn daardoor niet altijd goed zichtbaar voor andere verkeersdeelnemers.
5.9 Remlicht Een aantal scootmobielen is uitgerust met een remlicht. Dit remlicht vergroot uw veiligheid omdat het achteropkomend verkeer kan zien dat u afremt. aandachtspunt Ook de remverlichting zit heel laag en is daardoor niet altijd goed zichtbaar voor andere verkeersdeelnemers.
5.10 Wielen De wielmaat (diameter van de wielen) bepaalt voor een deel het gemak waarmee de scootmobiel drempels, oneffenheden in het wegdek en andere obstakels kan nemen. Hoe groter de wielen, hoe gemakkelijker dat gaat.
aandachtspunt Een scootmobiel heeft in de meeste gevallen luchtbanden waarvan u de spanning regelmatig moet controleren.
5.11 Antikiepsteunen of antitipwieltjes De antikiepsteunen aan de achterzijde van de scootmobiel verhinderen dat een scootmobiel achterover kiept. Ze worden ook wel antitipwieltjes genoemd. Die zijn van belang wanneer u bijvoorbeeld een zware boodschappentas aan uw rugleuning bevestigt en een steile helling oprijdt. aandachtspunt Denk bij de oprijgoten van een taxibus ook aan kiepgevaar.
5.12 Plateau De afmetingen en de hoogtes van een plateau ofwel bodemplaat variëren per scootmobiel. Een grotere scootmobiel heeft vaak ook een groter plateau en dus meer knieruimte. Bij een scootmobiel met drie wielen is het vaak mogelijk om uw benen te strekken. Het instapgemak wordt bepaald door het hoogteverschil tussen grond en plateau samen met de ruimte tussen het frame, de stoel en het stuur . aandachtspunten Hoe dichter het plateau bij de grond zit, des te gemakkelijker u instapt. Daar staat tegenover dat een laag-bij-de-grondzittend plateau sneller de grond
Keuzewijzer Scootmobiel
39
40
raakt bij een ongelijke ondergrond, bijvoorbeeld bij kuilen. De grootte van het plateau bepaalt de ruimte tussen stoel en stuur en dus ook het instapgemak. Mocht u meer ruimte nodig hebben, neem dan een model waarbij u de stoel naar achteren kunt schuiven. Dit is wel van invloed op het zwaartepunt van de scootmobiel. Het kan zijn dat u dan antikiepsteunen nodig heeft.
5.13 Accu De capaciteit van de accu’s bepaalt hoe ver u met uw scootmobiel kunt rijden, niet hoe snel. Naast de accucapaciteit spelen ook uw gewicht, de omgeving waarin u rijdt en de temperatuur een rol bij de afstand die u af kunt leggen met uw scootmobiel. Evenals de verlichting. Een scootmobiel heeft altijd twee accu’s van 12 Volt. Het Ampère-uur (Ah) getal op de accu bepaalt de capaciteit/grootte. Belangrijk is dat de accu’s passen in de accubak van de scootmobiel. Een kleine scootmobiel heeft meestal ook een kleine accubak, waardoor er alleen accu’s met een lage capaciteit inpassen. Hierdoor is de actieradius dus minder groot. Als de accu’s ouder worden, kan hun capaciteit verminderen. Zeker wanneer ze niet zorgvuldig worden onderhouden. aandachtspunten Hier volgt een aantal tips voor het goed gebruik van uw accu´s, tenzij de gebruiksaanwijzing van uw accu iets anders aangeeft. • Gedeeltelijk opladen van uw accu, is niet goed voor de accu. Het is aan te raden om het laden pas te stoppen als de accu vol is. Ook als u in
tijdnood zit. Zijn uw accu’s half leeg en heeft u de volgende dag de complete capaciteit nodig? Dan moet u de accu’s gewoon laden. Maar dit gaat wel ten koste van de levensduur. • Wanneer u uw scootmobiel een langere periode niet gebruikt, bijvoorbeeld in de winter, is het verstandig om uw accu toch eens per maand te laden. Er vindt namelijk altijd zelfontlading plaats. Daardoor loopt een accu leeg, ook als u hem niet gebruikt. Als de accu te lang leeg blijft, kan hij stukgaan. • De levensduur van de accu’s is afhankelijk van het gebruik ervan. Bij goed gebruik gaan accu’s ongeveer 3 tot 4 jaar mee. De laadtijd, het aantal ladingen en de acculader die u gebruikt, zijn van invloed op de levensduur van uw accu.
5.14 Acculader Het vermogen van de lader bepaalt de snelheid waarmee de accu wordt opgeladen. Er zijn acculaders die automatisch laden. In dat geval kan de scootmobiel altijd aan de lader staan als hij niet in gebruik is. Andere laders mogen niet constant aangesloten blijven. Sommige scootmobielen hebben een ingebouwde acculader. Hiermee kunt u eenvoudig onderweg nog bijladen. aandachtspunt Gebruik altijd de acculader die bij uw accu hoort. Let hierop als u de accu vervangt. Ga van tevoren na waar de accuplug op een scootmobiel zit en of u er wel gemakkelijk bij kunt om de acculader aan te sluiten. De accuplug zit meestal op de stuurkolom, het dashboard of op de accubak.
Keuzewijzer Scootmobiel
41
42
6 Accessoires voor scootmobielen 6.1 Mand De meeste scootmobielen zijn standaard uitgerust met een mand aan het stuur. Daarnaast is het mogelijk om een mand of tas aan uw rugleuning te laten monteren. Voor beide gevallen geldt dat u de manden niet te zwaar moet beladen. Het gewicht aan het stuur beïnvloedt uw stuurgedrag. Bovendien klapt uw stuur door het gewicht gemakkelijker om. Een zwaar gewicht achterop uw scootmobiel kan ertoe leiden dat u achterover kantelt. Zeker als u op een steile helling vanuit stilstand fors optrekt. U kunt beter kiezen voor een mand die niet aan een stuur of stoel hangt, maar op het chassis bevestigd is. tip Leg nooit waardevolle spullen, zoals uw portemonnee, uw handtas of uw telefoon in uw mand. Die zijn dan een gemakkelijke prooi voor dieven. Op de mand achterop heeft u zelfs niet eens zicht. 6.2 Bagagedrager Een bagagedrager wordt in de meeste gevallen achter de stoel op het chassis bevestigd. Doordat een bagagedrager laag zit, is de kans op achteroverkiepen met een zware boodschappentas kleiner dan een zware tas aan een rugleuning van de stoel. tip Als u zware boodschappen mee wilt nemen kunt u deze ook op het voetplateau tussen uw benen plaatsen. Keuzewijzer Scootmobiel
43
44
6.3 Bagagehaak Een bagagehaak wordt aan een rugleuning bevestigd. U kunt er tassen aan hangen.
6.4 Stokhouder Een houder voor wandelstokken oftewel een stokhouder, kunt u ook gebruiken voor elleboogkrukken. U kunt de houder achterop het chassis of aan de zijkant laten monteren. Bepaal samen met de leverancier welke positie voor u het meest geschikt is. Zeker als u de stok moet pakken voordat u opstaat en gaat lopen. Als u gebruikmaakt van een driepoot of vierpoot zijn er 2 bakjes nodig om in ieder geval 2 poten vast te zetten. Zo voorkomt u dat de drie- of vierpoot gaat draaien in de houder tijdens het rijden.
6.5 Rollatorhouder Met een scootmobiel kunt u meestal ook een rollator meenemen. Maar niet met elke scootmobiel. Een opvouwbare scootmobiel is niet geschikt voor het vervoeren van een rollator. Maar ook een grote scootmobiel kan alleen minder zware rollators vervoeren. De rollatorhouder kan achterop de scootmobiel aan de rugleuning of op het chassis bevestigd worden. Als u een rollatorhouder wilt aanschaffen, ga dan na of u de rollator zelf aan de rollatorhouder kunt bevestigen of dat u daarbij hulp nodig heeft.
6.6 Houder voor zuurstoffles Als u afhankelijk bent van extra zuurstof, kunt u een zuurstoffleshouder laten monteren aan de rugleuning. Voor alle soorten zuurstofflessen is een houder verkrijgbaar.
6.7 Kinderzitje Er zijn enkele scootmobielen die standaard uitgerust kunnen worden met een kinderzitje. In verband met de verzekering en de aansprakelijkheid is het van belang om te kiezen voor een oplossing die goedgekeurd is. tip Controleer in uw verzekeringspolis of een passagier meeverzekerd is.
6.8 Afdekhoes Met een afdekhoes houdt u de scootmobiel stofvrij als u hem voor langere tijd stalt. Een afdekhoes is waterdicht en daarom ook geschikt om uw scootmobiel te beschermen tegen regen, sneeuw e.d.
6.9 Veiligheidsgordel Een veiligheidsgordel is niet verplicht op een scootmobiel. Maar een veiligheidsgordel kan voorkomen dat u van uw stoel glijdt als u hard remt of botst. Deze veiligheidsgordel beschermt u echter niet genoeg om op een scootmobiel te kunnen blijven zitten in een taxibus. U dient dan altijd op een passagiersstoel plaats te nemen.
Keuzewijzer Scootmobiel
45
46
6.10 Kilometerteller Een kilometerteller is handig om het aantal afgelegde kilometers bij te houden. Niet alleen om uw actieradius te berekenen, maar ook om in te schatten wanneer onderhoud nodig is. Maar het aantal kilometers dat u met een accu kunt rijden is afhankelijk van veel factoren, zie blz. 27 en 40. Dus het aantal kilometers op de kilometerteller is slechts een indicatie voor het aantal kilometers dat u nog kunt rijden. Het indicatielampje van de accuspanning geeft u wel de juiste informatie.
6.13 Windscherm Een windscherm beschermt tegen (koude) wind en regen in uw gezicht of tegen uw bovenlichaam. Windschermen zijn vooral van belang voor mensen met ademhalingsproblemen. aandachtspunt Bij slecht weer en harde wind is het risico op kantelen met een windscherm groter. U heeft dan vaak ook minder zicht.
6.11 Regenkleding Bij regen kunt u gebruikmaken van speciale regenkleding voor scootmobielgebruikers, maar een gewone regenponcho voldoet meestal ook prima. Daarnaast bestaan er speciale regenschermen voor scootmobielen.
6.12 Schootkleed en beenzak Bij koud weer kan een schootkleed of beenzak comfortabel zijn. Deze zijn verkrijgbaar bij uw leverancier. Het op- en afstappen met een beenzak valt echter niet mee. Dit geldt dus ook bij noodsituaties. Een alternatief kan een skibroek zijn, maar die zit weer niet lekker als u op uw plaats van bestemming lange tijd binnen zit.
Keuzewijzer Scootmobiel
47
48
7 Wensen en behoeften
bijvoorbeeld
. n fietsclub re io n e s n van ee hij niet aijer is lid a r ld ie eeft, kan h W r e t e k e n ie e z M ische er Wieleen chron rkt. Mene ij e h p t e a b d eris m O aan de to ook lopen n e n e m e n e ln s e t en de meer fie heeft graag blijv l e e h t. Daarom r il e w e r is e n ij a a le a dr n maxima etsclub org e fi e t e e d m ie l d mobie etochten een scoot jven deeln r li o b o v h c n o e t z kan hij nsen hij geko km/h. Zo hij de me t 8 d 1 u n o a h v l ten. A snelheid elijks toch k e w e d n iet bij. men aa ets vaak n fi e h c is r t lek met een e
7.1 Wat wilt u doen met uw scootmobiel? Het is belangrijk dat u van tevoren nagaat wat u met uw scootmobiel wilt doen.Wil u de scootmobiel gebruiken om bijvoorbeeld boodschappen te doen in een supermarkt of wilt u ermee naar de bakker? In het eerste geval kunt u waarschijnlijk naar binnen rijden en zittend op uw scootmobiel uw boodschappen doen. In het tweede geval moet u waarschijnlijk afstappen en heeft u misschien een wandelstok of rollator nodig om naar binnen te lopen. Deze moet u wel mee kunnen nemen om in de winkel te gebruiken. Maar misschien wilt u uw hond uitlaten. Gaat u dan een klein blokje om in de stad of wilt u naar het bos? Wilt u met anderen er op uit? En hoe verplaatsen zij zich? Op de fiets of te voet? Elke situatie stelt weer andere eisen aan uw scootmobiel. Leg voordat u een scootmobiel gaat gebruiken de routes af die u wilt af gaan leggen met uw scootmobiel. Ga na welke dilemma´s en obstakels u daarbij tegenkomt. Let daarbij op smalle doorgangen, drukke kruispunten, hoge stoepen, hobbelig wegdek, drukte om u heen. Schrijf deze zaken op. Dit is belangrijk bij het bepalen welk type scootmobiel het meest geschikt is voor u en uw situatie.
blijf veilig mobiel
Keuzewijzer Scootmobiel
49
50
Hieronder geven wij aan welke aspecten van belang zijn om te bepalen welk type scootmobiel het meest geschikt is voor u. Daarover moet u nadenken voordat u een scootmobiel aanschaft of gaat gebruiken: Hoe is het terrein in uw omgeving? Als u een scootmobiel op kinderkopjes of op bospaden wilt gebruiken, zijn grote wielen en een goede vering belangrijk. Wanneer u zich voornamelijk op geasfalteerd terrein begeeft, zijn grote wielen en goede vering minder belangrijk.
Hoe wendbaar moet uw scootmobiel zijn? Kies een wendbare scootmobiel als u moet rijden in supermarkten, kleine straatjes en in een stalling. Hoe groter de scootmobiel, hoe minder wendbaar hij is. Scootmobielen met vier wielen zijn minder wendbaar dan scootmobielen met drie of vijf wielen. Hoe groot en zwaar mag uw scootmobiel zijn? Houd bij de keuze voor een scootmobiel rekening met de deurbreedte en de grootte van uw stalling. Afmetingen zijn ook belangrijk als u de scootmobiel regelmatig met de auto wilt vervoeren.
Welke snelheid is voor u van belang? Wilt u zich alleen op loopsnelheid verplaatsen, dan is een scootmobiel met een maximale snelheid van 8 km per uur een prima oplossing. Maar wilt u gezamenlijk met fietsers tochten maken dan is een snelheid van minimaal 12 km per uur noodzakelijk. Welke afstanden wilt u afleggen met uw scootmobiel? Houd bij het bepalen van de af te leggen afstand (actieradius) ook rekening met de terugreis. Als u regelmatig grote afstanden wilt afleggen, is een hogere snelheid ook vaak wenselijk. Hoe is het traject? Ga na of u over geaccidenteerde bodem moet rijden. Denk hierbij niet alleen aan de Limburgse heuvels, maar ook aan parken of bossen, viaducten en bruggetjes in de stad. Als u regelmatig niveauverschillen moet overbruggen heeft u een scootmobiel met een krachtige motor nodig. De scootmobielen die 8 km per uur rijden voldoen dan vaak niet.
Keuzewijzer Scootmobiel
51
52
8 Veiligheid
bijvoorbeeld
oor kan daard n e g k 0 an 6 e keuze a s weegt 1 d n e is k r ik a a D h . Voor r Mevrouw am lopen moet haa a l iz ie e b o o m m r t e scoo nog maa . Meeperkt. D b n le en dragen ie n b n o u k m t e o g o a sc een scoot tuele bag r n o e o v v e n n e e z m kie gewicht stoel oet daaro m s n e en ruime k e ik n D e is w u r a vro stba zwaar bela ie d l ie b o m heeft.
8.1 Rijgeschiktheid Voordat u met een scootmobiel gaat rijden, is het verstandig om uw rijvaardigheid te laten toetsen door een deskundige. U kunt hiervoor advies vragen bij een ergotherapeut, uw eigen huisarts of een andere deskundige. Vraag de leverancier of u een proefrit kunt maken. Zo komt u te weten of u met een scootmobiel durft te rijden. Het strekt tot aanbeveling om een scootmobieltraining te volgen. In zo’n training leert u niet alleen rijden met de scootmobiel, maar is er ook aandacht voor de verkeers- en gedragsregels. Volg daarna periodiek een opfristraining en laat jaarlijks uw rijvaardigheid controleren door een ergotherapeut of arts.
8.2 Zichtbaarheid Op een scootmobiel zit u lager dan op een fiets of bromfiets. Hierdoor bent u minder goed zichtbaar voor het overige verkeer. Vooral de dode hoek is extra gevaarlijk. Wees erg op uw hoede als u naast vrachtauto’s en bussen terecht komt. Sommige scootmobielrijders bevestigen om die reden een veiligheidsvlag aan hun scootmobiel. Verder geeft de verlichting van een scootmobiel weinig licht en schijnen de voorlampen vooruit en niet op de straat. De achterlichten zitten vaak erg laag. Daardoor bent u niet zo goed zichtbaar. Het is aan te bevelen ’s avonds een veiligheidshes te
blijf veilig mobiel
Keuzewijzer Scootmobiel
53
54
dragen, net als overdag bij minder goed zicht (mist, regen, schemer). Om uw zichtbaarheid te vergroten, kunt u een reflector of reflecterende tape aanbrengen op de rugleuning.
8.3 Snelheid Gebruik de snelheidsregelaar (‘schildpad’ en ‘haas). Dit wordt vaak vergeten. Daardoor worden inschattingsfouten gemaakt omdat de scootmobiel sneller gaat dan gedacht. Dit kan ongelukken veroorzaken.
8.4 Pech Veel leveranciers van scootmobielen bieden 24-uurservice. Hierdoor bent u verzekerd van hulp bij pech onderweg. Er zijn ook speciale pechhulpservices voor scootmobielen. Deze worden o.a. geleverd door de ANWB.
8.5 Onderhoud Jaarlijks onderhoud is noodzakelijk om de veiligheid te waarborgen en pech te voorkomen. Regel dit bij de aankoop van uw scootmobiel met de leverancier.
9 Lichamelijke mogelijkheden en beperkingen Wat u lichamelijk nog wel of niet meer kunt, bepaalt welk type scootmobiel het meest geschikt voor u is. Ook welke accessoires nodig of handig zijn. Uw lichaamsgewicht en uw lengte kunnen tevens van invloed zijn op de keuze voor een bepaald type scootmobiel. Uw lichaamsgewicht en uw bagage tezamen mogen niet hoger zijn dan de maximale belastbaarheid van de scootmobiel. Lange personen doen er weer verstandig aan om voor meer knie- en beenruimte te kiezen dus voor een grotere scootmobiel. Hieronder beschrijven wij een aantal handelingen die belangrijk zijn voor het rijden met een scootmobiel. Uw mogelijkheden en beperkingen met betrekking tot deze handelingen bepalen mede uw scootmobielkeuze.
9.1 Sturen Voor de meeste scootmobielgebruikers voldoet een recht stuur prima. Een ovaal stuur kan echter prettig zijn voor personen met pols- of elleboogklachten. De pols staat bij een ovaal stuur namelijk in de neutrale stand. U stelt het stuur dan zo in dat u dit met ontspannen armen en schouders kunt gebruiken.
9.2 Snelheidsbediening Als u uw handen en polsen minder kunt belasten of er minder kracht in heeft, kunt u het beste een dubbele bediening overwegen. Daarmee kunt u afwisselend met uw rechter- of linkerhand “gas” geven. Dan kan de andere hand steeds even rusten.
Keuzewijzer Scootmobiel
55
56
Welke bediening (knijp-, duim-, draai- of voetbediening) het meest geschikt is, verschilt per individu. Probeer alle bedieningen uit en stel vast welke bediening u het langst kunt gebruiken. Indien u veel moeite heeft om de snelheidsbediening lange tijd vast te houden, overweeg dan een scootmobiel met cruisecontrol.
9.3 Dashboardbediening Kunt u uw handen beperkt gebruiken? Probeert u dan ook uit met welk soort bediening u het beste overweg kunt voor de overige functies, zoals knipperlicht, verlichting en snelheidsinstelling. Vaak zijn tiptoetsen het best bruikbaar. Voor mensen die de scootmobiel met één hand moeten gebruiken, bijvoorbeeld na een beroerte, moeten de bedieningsknoppen en het contactslot aan de goede zijde geplaatst worden. Let er op dat u het knipperlicht tijdens het rijden kunt bedienen. De overige functies kunt u eventueel vanuit stilstand bedienen.
9.4 Zitten Het is belangrijk dat uw zithoogte goed is. Uw voeten moeten plat op het voetplateau staan en de hoek van de knieën moet 90 graden zijn. Een stoel is meestal in hoogte verstelbaar, maar niet bij de kleine opvouwbare scootmobielen. Voor de meeste personen voldoet deze standaard verstelling. Voor zeer kleine personen kan een leverancier een verhoging op het plateau maken. De stoel verhogen is voor lange mensen vaak geen optie, omdat dan de knieën tegen het stuur komen en er te weinig ruimte overblijft om te sturen. Grote per-
sonen doen er verstandig aan om niet te kiezen voor een kleine scootmobiel, maar voor een grotere met ruimte naast het voorwiel om de voeten te plaatsen. Dat geldt ook voor personen die de knieën niet goed kunnen buigen. Grote mensen zitten hoger en kunnen daardoor sneller kantelen. Ook daarom is een grotere scootmobiel beter. Verder is de zitdiepte van belang. Het zitvlak en een groot deel van de bovenbenen moeten goed ondersteund worden. Een te korte zitting zorgt ervoor dat u niet stabiel zit en veel druk op de zitknobbels krijgt. Een te diepe zitting kan de doorbloeding van de onderbenen belemmeren. Er moet daarom voldoende ruimte zijn tussen het einde van de zitting en de knieholte. Als u lage rugklachten heeft, kan een extra ondersteuning in de onderrug prettig zijn. Vaak kan de dikte van zo’n ondersteuning ingesteld worden. Let er op dat deze ondersteuning op de juiste hoogte is aangebracht in de rugleuning, dus ter hoogte van de holte in uw onderrug. Zit de ondersteuning te hoog of te laag, dan kan die juist klachten veroorzaken. Als u schouderklachten of verminderde kracht in uw armen heeft, is het belangrijk dat de armleuningen op de goede hoogte staan. Daarmee worden uw elleboog en onderarm ondersteund. De hoogteverstelling van de armleuningen is meestal minimaal. Indien noodzakelijk kan de leverancier individuele aanpassingen maken om het goed zitten op een scootmo-
Keuzewijzer Scootmobiel
57
58
biel mogelijk te maken. Voorbeelden zijn: aanpassing van de bekleding en vulling van de zitting, rugleuning en armleuningen. Verder, een beensteun aan de stoel of op het plateau als de knie niet gebogen kan worden of het verplaatsen van de bediening van een draaistoel (rechts of links).
9.5 Kijken in spiegel Een spiegel links is aan te bevelen voor alle scootmobielrijders. Hiermee kunt u het achteropkomende verkeer goed in de gaten houden (zie ook blz. 37). Als u moeite heeft met het draaien van uw hoofd, kunt u het beste aan beide kanten spiegels laten plaatsen.
10 Rijtips • Rij recht een trottoir of talud op en af en maak indien mogelijk gebruik van een oprit. • Rij niet op maximale snelheid door een bocht, maar pas uw snelheid aan. • Pas uw snelheid aan aan de omgeving waar u rijdt. Op de rijweg of het fietspad kunt u best snel rijden, maar op het trottoir of in een voetgangersgebied moet u stapvoets rijden. Anderen horen u meestal niet aankomen. • Kijk in uw spiegels als u van rijrichting verandert. Zo kunt u achteropkomend verkeer goed zien. • Geef op tijd richting aan, zodat de overige weggebruikers weten wat u gaat doen.
Keuzewijzer Scootmobiel
59
60
11 Verzekering
bijvoorbeeld
er wel mene e o H . g n t er 95 la rp gebruik t is 1 met o o d ro n ij G z e d in alleen te Meneer ommetje otmobiel o n c e s e e s d n t e oor n en e de Groo en te doe h kiezen v c p o p t a h e t c s g d n zijn le om boo vier vanwege ij h t obiel met e o m t m o , o n c s e k n te a e m beenruim r tmobiel. E e o d o c in s m e t dat die een gro . eschikt om g t ie tmobielen n o o is c n ls le ie ie w w e drie de meest n a d ft e e h
Een Aansprakelijkheidsverzekering (‘WA-verzekering’) is verplicht wanneer u een scootmobiel heeft aangeschaft. U bent dan verzekerd voor schade die u aanbrengt aan anderen, maar niet voor uw eigen schade. Voor uw eigen schade en diefstal kunt u een aanvullende verzekering afsluiten. Om aan te tonen dat u verzekerd bent, moet er een verzekeringsplaatje op uw scootmobiel bevestigd worden. Een kentekenplaat zoals bij een bromfiets is niet nodig. Naast de standaard Aansprakelijkheidsverzekering en de aanvullende verzekering kunt u de volgende verzekeringen afsluiten: Rechtsbijstandsverzekering verkeer De Rechtsbijstandverzekering verkeer verzekert u van juridische steun bij een conflict na een aanrijding. Voorbeelden hiervan zijn schade, waardevermindering van uw scootmobiel en letselschade. Schadeverzekering opzittenden De schadeverzekering opzittenden vergoedt de werkelijk geleden schade bij blijvende invaliditeit. Bijvoorbeeld speciale aanpassingen, medische behandelingen en inkomstenderving ten gevolge van een ongeval. Controleer in uw verzekeringspolis of een passagier (kinderzitje, tweepersoonsscootmobiel) meeverzekerd is.
blijf veilig mobiel
Keuzewijzer Scootmobiel
61
62
12 Verkeersregels
bijvoorbeeld
Een scootmobiel valt wettelijk onder ‘gemotoriseerde gehandicaptenvoertuigen’. De bestuurder moet zich houden aan de regels die voor deze voertuigen gelden. Bron: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ bijzondere-voertuigen/vraag-en-antwoord/wat-zijn-deverkeersregels-voor-een-gehandicaptenvoertuig-meteen-motor.html
in haar nklachten ij p l e e v voorheeft van Pijnen Van Pijnen w w u u ro v ro v e e M rijdt M maar en dorp, pen. Ook u ig e e h r a n a e h g ru met den in niet rijden rte afstan o e k z n jk li a k e n een m e na biel moet pijnklacht o e m t ig o v e o c h s l. De l door de ootmobie och al sne c t s e e z t c is a r p o hierdo een com ebben en iel. h g in r e v scootmob re e t goede ro g en op een aangewez
12.1 Welke weg? Met een scootmobiel mag u gebruik maken van trottoir, voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad en rijbaan. U mag geen gebruik maken van autowegen en autosnelwegen. Als u kunt kiezen uit al deze mogelijkheden (‘wegonderdelen’), mag u zelf bepalen welke weg u neemt. U moet zich dan wel houden aan de verkeersregels die gelden voor dat type weg.
12.2 Maximumsnelheid gehandicaptenvoertuig met motor Voor scootmobielen gelden de volgende maximumsnelheden: • Op de stoep mag u maximaal 6 kilometer per uur rijden. • Op het (brom)fietspad binnen de bebouwde kom mag u maximaal 30 kilometer per uur rijden, buiten de bebouwde kom 40 kilometer per uur. • Op de rijbaan, behalve op autowegen en autosnelwegen, mag u maximaal 45 kilometer per uur rijden, zowel binnen als buiten de bebouwde kom.
blijf veilig mobiel
Keuzewijzer Scootmobiel
63
64
12.3 Verlichting gehandicaptenvoertuig met motor Op een scootmobiel is overdag bij slecht zicht en ‘s nachts voor- en achterlicht verplicht. Dit geldt niet als u op de stoep rijdt. Rijdt u zonder (goed werkende) verlichting op de weg, dan riskeert u een boete.
12.4 Verzekering gehandicaptenvoertuig met motor Een scootmobiel heeft geen kenteken nodig. Wel is een Aansprakelijkheidsverzekering verplicht. Een verzekerd voertuig heeft een verzekeringsplaatje aan de achterzijde.
12.5 Rijbewijs gehandicaptenvoertuig met motor Als u een scootmobiel bestuurt, heeft u geen (bromfiets)rijbewijs nodig. Meer informatie over de verkeersregels kunt u lezen in de volgende boeken: • “Rij wijzer met uw scootmobiel” van Sdu uitgevers te bestellen via Veilig Verkeer Nederland • “Scootmobiel rijden; veilig en zelfverzekerd blijven deelnemen aan het verkeer” verkrijgbaar bij de ANWB 12.6 Parkeren gehandicaptenvoertuig met motor U mag de scootmobiel parkeren op het trottoir of in een voetgangersgebied zolang de scootmobiel de doorgang niet belemmert. Omdat een scootmobiel valt onder de invalidenvoertuigen mag u ook gebruikmaken van de algemene invalidenparkeerplaatsen. Maar dan gelden wel de gebruikelijke parkeertarieven.
Keuzewijzer Scootmobiel
65
66
13 Verstrekking van een scootmobiel
bijvoorbeeld
is r Stellema e e n e M . eftijd t is al op le n heeft nie a e m n e e ll e e t b S r cht te r Echtpaar m wat sle pend doo o lo rd e g d o u n o h an zic door zijn schapmaar hij k r, e e m jkse bood t li h e c g a r a k d l e e ve gen loopt tsen om d e a t n la p re r a e a v d llema elf het dorp vrouw Ste r kan ze z e o o M . rd n ie e H o erend. pen te d Alleen k dement o o is iel rijden. n b e o k m ij t il o e o o c m een s r Steleilig met r mijnhee v a r a e M e . m ie en t t nie enoot in e k geen op g o t o h c is e n n e ij z t om thuisblijv inig krach e w e t ft e een lema he bruik van e en. g w u m d ro e t a l kt da r rolstoe llema maa ij mijnhee e t b r S a r a a w a , p t n ersone Het ech or twee p o v l ie b o scootm . altijd rijdt a m e ll e t S
blijf veilig mobiel
De prijzen van scootmobielen lopen nogal uiteen. Zij hangen samen met verschillen in veiligheid, kwaliteit en functionaliteit (Wat kan een scootmobiel allemaal?). Laat u bij de aanschaf van een scootmobiel goed voorlichten. Bent u van plan om op eigen kosten een scootmobiel aan te schaffen? Laat dan ook de service die de leverancier biedt, meewegen in uw beslissing. Ook de betrouwbaarheid van de leverancier is belangrijk. Veel goede bedrijven zijn aangesloten bij ‘Firevaned’. Dat is de brancheorganisatie van bedrijven op het gebied van medische hulpmiddelen voor mobiliteit, wonen en werk. Bedrijven die hiervan lid zijn voldoen in ieder geval aan de voorwaarden die ‘Firevaned’ stelt. Dat wil overigens niet zeggen dat de bedrijven die geen lid zijn van ‘Firevaned’ slecht of onbetrouwbaar zijn. Voor meer informatie kunt u terecht bij www.firevaned.nl Een scootmobiel kan verstrekt worden door de gemeente in het kader van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning). In principe kunt u in aanmerking komen voor een scootmobiel als u problemen heeft met lopen buitenshuis. Meestal vraagt de gemeente een eigen bijdrage. Deze is afhankelijk van de hoogte van uw inkomen. Vraag daarom bij uw gemeente na of u in aanmerking komt voor vergoeding, hoe hoog de eigen bijdrage is en of -bij een hoge eigen bijdrage- de scootmobiel na afbetaling automatisch uw eigendom wordt. Met deze informatie kunt u afwegen of u de scootmobiel aanvraagt bij uw gemeente of zelf aanschaft.
Keuzewijzer Scootmobiel
67
68
De keuzevrijheid is kleiner als u de scootmobiel aanvraagt bij de gemeente. Gemeenten stellen samen met de leverancier een voorkeursassortiment vast. Alleen wanneer de scootmobielen uit het voorkeursassortiment niet voldoen in uw specifieke situatie kan de gemeente afwijken van dit voorkeursassortiment. U kunt ook bij de gemeente een PGB (persoonsgebonden budget) aanvragen. Als het PGB wordt toegekend, krijgt u een budget waarmee u niet alleen de scootmobiel moet aanschaffen, maar meestal ook het onderhoud en de verzekering moet betalen. Indien u de scootmobiel zelf aanschaft zonder tegemoetkoming kunt u in bepaalde gevallen de kosten opvoeren als zorgkosten op uw belastingformulier. Let bij de keuze van de scootmobiel niet alleen op de prijs en de mogelijkheden van de scootmobiel, maar ook op de service die de leverancier biedt. Laat de scootmobiel periodiek onderhouden. Let hier ook op bij een eventuele aanschaf van tweedehands scootmobielen of accessoires.
Keuzewijzer Scootmobiel
69
70
notities
Keuzewijzer Scootmobiel
71
72
Colofon Dit is een uitgave van Blijf Veilig Mobiel i.s.m. Vilans. Woerden, maart 2013 Vilans: Edith Hagedoren, Heidi Evers, Harmen Jonker, Maureen van Bebber, Carien Stephan, Ellen Claus, Marloes Kuiper www.vilans.nl met dank aan: Het Mobiele Team, Goes meelezers: Henk Potappel (Firevaned) Marlou Driessen (Hogeschool Zuyd) fotografie: Gerda van Leeuwen vormgeving: studioVerhees, Amsterdam drukwerk: Drukkerij Gianotten B.V.
Meer informatie Liesbeth Boerwinkel projectleider Blijf Veilig Mobiel
[email protected] www.blijfveiligmobiel.nl
Keuzewijzer Scootmobiel
Blijf Veilig Mobiel p/a ANBO Houttuinlaan 4 3447 GM Woerden T: (0348) 46 66 66 www.anbo.nl
[email protected]
73
l.nl
obie m g i l i e v f j www.bli