VR 2015 1707 DOC.0728/QUATER
KERNTAKENPLAN KANSELARIJ EN BESTUUR ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
A. Context Dit is een kerntakenplan van een beleidsdomein in transitie. Er vinden namelijk hervormingen plaats naar aanleiding van de fusie van de beleidsdomeinen, de zesde staatshervorming en de oprichting van gemeenschappelijke dienstencentra. De fusie van de beleidsdomeinen Diensten Algemeen Regeringsbeleid en Bestuurszaken reorganiseert ook de entiteiten. Enkele entiteiten verdwijnen terwijl het Departement Kanselarij & Bestuur en het Agentschap Informatie Vlaanderen nieuw opgericht worden. Zo goed als alle entiteiten in het nieuwe beleidsdomein erven taken van de verdwijnende entiteiten. Hierbij wordt volop gezocht naar synergiewinsten. Als gevolg van de zesde staatshervorming werd het Rampenfonds overgeheveld naar de Vlaamse overheid. Er wordt ingezet op een aanpassing van de regelgeving en een vereenvoudigd proces om een daling van het werkvolume en budgettaire impact tot stand te brengen. Op 6 maart 2015 werd de oprichting van gemeenschappelijke dienstencentra bij de Vlaamse overheid goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Er komen drie gemeenschappelijke dienstencentra bij de Vlaamse overheid: een boekhoudkantoor, een sociaal secretariaat en een dienstencentrum voor facilitaire ondersteuning. De horizontale dienstverleners Agentschap Overheidspersoneel en het Facilitair Bedrijf worden daarom omgevormd tot professionele dienstencentra. Dit gaat gepaard met een efficiëntiewinst voor de verticale entiteiten, die op deze manier extra ruimte verkrijgen om in te zetten op hun kerntaken en de doelstelling op vlak van personeelsbesparing te behalen.
1
B. Structuur van het beleidsdomein Op 30/6/2014 bestond het beleidsdomein Kanselarij en Bestuur uit het beleidsdomein Bestuurszaken en het beleidsdomein Diensten Algemeen Regeringsbeleid met volgende entiteiten (onder toepassingsgebied van het kerntakenplan) en bijhorend aantal bruto voltijdse equivalenten (VTE): Entiteit Departement DAR Audit Vlaanderen Studiedienst van de Vlaamse Regering Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen Departement BZ DAB Informatie Vlaanderen Agentschap Facilitair Bedrijf Agentschap Overheidspersoneel Agentschap Binnenlands Bestuur TOTAAL
Bruto VTE over juni 2014 214,4 32,2 37,2 125,1 226,6 66,6 609,0 86,4 356,0 1.753,5
Het beleidsdomein Kanselarij en Bestuur bestaat vandaag uit volgende entiteiten, met vermelding van de bruto VTE over april 2015: Entiteit Departement Kanselarij en Bestuur Audit Vlaanderen Studiedienst van de Vlaamse Regering Agentschap Informatie Vlaanderen (AGIV + DIV) Agentschap Facilitair Bedrijf Agentschap Overheidspersoneel Agentschap Binnenlands Bestuur DBRC TOTAAL
Bruto VTE over april 2015 268 41 36,4 205,1 (118,7 + 86,4) 697,5 159,8 355,1 32,9 1795,8
C. Samenvatting kerntakenplan Tijdens de kerntakenoefening werd bekeken welke taken van het beleidsdomein Kanselarij en Bestuur vatbaar zijn voor afbouw of optimalisatie. Een aantal taken worden afgebouwd omdat zij niet rechtstreeks bijdragen tot de beleidsdoelstellingen (bijvoorbeeld het vertalen van Vlaamse regelgeving in het Staatsblad en het uitbaten van een eigen digitale drukkerij). Daarnaast worden er verschillende processen geoptimaliseerd om te komen tot een efficiëntere werking, bijvoorbeeld met betrekking tot wetenschappelijk onderzoek, het erkennen van rampen en uitbetalen van schadebedragen en de schoonmaak van gebouwen. Met betrekking tot een aantal specifieke taken van AGIV wordt een alternatief en meer duurzaam financieringsmodel
2
uitgewerkt. Ook in het kader van de principes rond eigen dienstverlening, subsidiëring en inspectie en handhaving worden verschillende processen geoptimaliseerd (cf. infra). In de beleidsnota Bestuurszaken 2014-2019 wordt het programma ‘Vlaanderen Radicaal Digitaal’ voorgesteld. Dit programma heeft betrekking op de volledige Vlaamse overheid, waarbij de inzet van informatie- en communicatietechnologie overheidsbreed moet leiden tot een informatiegestuurde overheid. Op die manier moet de dienstverlening aan burgers en bedrijven tegen 2020 efficiënter en klantvriendelijker worden. Het Agentschap Informatie Vlaanderen moet deze doelstelling VO-breed ondersteunen. Deze diensten zijn horizontaal en bieden voordelige schaaleffecten. Ook binnen het beleidsdomein zelf wordt gefocust op de digitalisering van de dienstverlening. Zo verlopen de interacties met de lokale besturen steeds meer digitaal en wordt een e-loket voor het Rampenfonds uitgewerkt. De informatie aan en voor de burgers wordt herzien vanuit het perspectief van de klant. Hiervoor wordt een nieuw portaal www.vlaanderen.be geconcipieerd. Daarnaast worden er plannen opgemaakt om bezoekers in de gebouwen van de Vlaamse overheid zichzelf digitaal te laten registreren en aan te melden, wordt de fysieke bibliotheek afgebouwd, enzovoort. Ook de interne werking wordt maximaal gedigitaliseerd (bijvoorbeeld met betrekking tot dossierbehandeling, plaats- en tijdsonafhankelijk werken, managementsystemen, …). Onderstaande tabel bevat een overzicht van de processen die worden geoptimaliseerd, overgeheveld of afgebouwd binnen het beleidsdomein Kanselarij en Bestuur. Telkens staat vermeld hoeveel bruto voltijdse equivalenten momenteel rond deze taak werken en wat de impact van de afbouw/optimalisatie/overheveling hierop is. Dit geeft de volgende resultaten per entiteit:
Agentschap voor Binnenlands Bestuur (ABB) Optimalisatie aangewezen Klachten behandelen Algemene financieringsstromen beheren Vatbaar voor afbouw Lijsten en notulen behandelen Besluiten behandelen Specifieke subsidiedossiers behandelen Organiseren van contacten met andere entiteiten inzake nietbestuurlijke opdrachten die aan de gouverneur zijn toevertrouwd Voorbereiden van de besluitvorming in beperkte en kleinschalige niet-bestuurlijke opdrachten waarvoor beslissingsof adviesbevoegdheid aan de gouverneur is toevertrouwd Voorbereiden van de besluitvorming inzake jachtverloven, jachtvergunningen Gewestelijke ontvangers aanbieden
Bruto VTE Impact op Totaal VTE 162,64 33,66 21,13 0 19,55 0 1,58 0 141,51 33,66 7,05 3,05 65,28 12,28 18,85 3,3 3,37
3,37
4,47
4,47
7,19
7,19 Afhankelijk 35,3 van
3
onzekere factoren1
(Deels) over te hevelen naar het lokale bestuursniveau Er zijn binnen ABB geen taken vatbaar voor overheveling naar het lokale bestuursniveau De aangegeven VTE zullen pas in grote mate vrijkomen wanneer de in de beleidsnota aangekondigde beleidsopties inzake afbouw van het bestuurlijk toezicht en herschikking/vereenvoudiging van de financieringsstromen zijn omgezet in concrete regelgeving. De precieze orde van grootte en timing kan dus pas worden ingeschat wanneer de concrete impact van de vooropgestelde wijzigingen duidelijk wordt. Niettemin worden in tussentijd geen profielen vervangen die in afwachting van de aangekondigde hervormingen reeds uitstromen. De VTE die alsnog overtollig zullen blijken, worden in de mate van het mogelijke geheroriënteerd naar de te versterken beleidsondersteunende processen.
Agentschap Informatie Vlaanderen (AIV) Optimalisatie aangewezen Met de oprichting van het Agentschap Informatie Vlaanderen beoogde de Vlaamse Regering synergiewinsten tussen (onderdelen van) bestaande entiteiten: het Agentschap Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV), de Coördinatiecel Vlaams e-government (CORVE), de afdeling Monitoringssystemen en Crisiscoördinatie en de afdeling coördinatie van het Departement Bestuurszaken, het Team Geografische informatie van het Departement Diensten Algemeen Regeringsbeleid, het Team Informatie en Archief van het Facilitair Bedrijf en de Vlaamse Infolijn. Een eerste detectie van prioritaire synergiën heeft geleid tot volgende mogelijke projecten: Samenvoegen, integreren en optimaliseren van de
Bruto VTE Totaal 205,1 205,1
Impact op VTE 0 0
205,1
Aangezien er geen nieuwe gewestelijke ontvangers meer aangesteld worden en het aantal lokale besturen dat beroep doet op een gewestelijk ontvanger stelselmatig afneemt, zal dit proces geleidelijk uitdoven. Sedert 30 juni 2014 zijn reeds 3 gewestelijke ontvangers (tevens 3 VTE) uitgestroomd. Voor de periode van de huidige legislatuur zijn er geen gewestelijke ontvangers die de wettelijke pensioenleeftijd bereiken. Wel komen verscheidene gewestelijke ontvangers in aanmerking voor vervroegd pensioen. De concrete impact op het aantal bruto VTE in het proces “gewestelijke ontvangers aanbieden” is echter afhankelijk van de individuele keuze van de betrokken gewestelijke ontvangers al dan niet gebruik te maken van hun recht op vervroegde pensionering en dus onzeker. Daarnaast moet worden opgemerkt dat gelet op de integratie van de OCMW’s in de gemeenten in 2019, waarschijnlijk nog meer besturen niet langer beroep zullen doen op de diensten van een gewestelijke ontvanger. Tegen het einde van de legislatuur kunnen nog 30 OCMW’s en 14 gemeentebesturen beroep doen op de diensten van een gewestelijke ontvanger. Er is evenwel helemaal geen zekerheid of ze dat ook daadwerkelijk zullen doen. Ook in dit opzicht is er dus een factor van onzekerheid betreffende de impact van de afbouw van het proces op de erin betrokken bruto VTE. De gewestelijke ontvangers die zonder werkkring vallen en nog niet de wettige pensioenleeftijd bereikt hebben worden geïntegreerd in de werking van ABB. 1
4
verschillende processen die gericht zijn op het uitbouwen van relaties en kostendelende samenwerking zodoende te komen tot één aanspreekpunt voor instanties van Vlaamse en lokale overheden; Het bundelen van de communicatie-inspanningen en de uitbouw van één website voor het nieuwe agentschap en indien mogelijk voor het beleidsdomein KB; Het hanteren van de user centric en vereenvoudigingsaanpak van projecten en het breed inzetten van de expertise ter zake van de Vlaamse Infolijn en het Departement Bestuurszaken in projecten van de overige entiteiten; Gebruik van Geopunt als geografische context dienst in Vlaanderen.be; Integratie van governance en overlegstructuren van VDI en GDI; en Samenvoegen, integreren en optimaliseren van de verschillende beleidsondersteunende processen. De synergiën door integratie van IT-systemen worden op dit moment geanalyseerd. Vast staat dat een integratie van de ITplatformen (GDI, MAGDA,…) aangewezen is, en haalbaar is tegen 2020 mits de nodige investeringen in mensen en financiële middelen. Bij de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten zal wel vanuit een gezamenlijke IT-strategie vertrokken worden. Bovendien worden alle kerntaken van het AGIV budgettair geoptimaliseerd ten belope van 3.4 mio EUR door het beperken van de werkingskosten, de investeringen en de inzet van externe medewerkers. De inzet van externe medewerkers wordt in 2015 verminderd. In 2014 werkte AGIV met 44 VTE aan externe krachten. Voor 2015 is dat nog 17 VTE, een verschil van 27 VTE ten opzichte van 2014. Een inkanteling van een significant deel van deze taken op de interne medewerkers van het AGIV is onvermijdelijk. Synergiewinsten gehaald uit de fusieoperatie worden ook ingezet op het vervangen van externe medewerkers. De impact van deze budgettaire optimalisatie is bijgevolg nihil wat VTE betreft. Vatbaar voor afbouw Er zijn binnen AIV geen taken vatbaar voor afbouw (Deels) over te hevelen naar het lokale bestuursniveau Er zijn binnen AIV geen taken vatbaar voor overheveling naar het lokale bestuursniveau
Departement Kanselarij en Bestuur (DKB) Optimalisatie aangewezen Beleidsuitvoering personeel: dossiergebonden adviseren en begeleiden inzake gelijke kansen en diversiteit binnen Vlaamse
Bruto VTE Totaal 69 64
Impact op VTE 8 5
1,7
0 5
overheid Coördinatie en ondersteuning Vlaams beleid duurzaam wonen en bouwen Erkenning van rampen en uitbetaling van schadebedragen aan geteisterden Informatiebeheer en documentatievoorziening Ontwikkelen en beheer instrumenten: organisatiebrede communicatiekanalen Vlaamse overheid Uitbouw Gemeenschappelijke Dienst Preventie en Bescherming (GDPB) Taaladviesverlening Vatbaar voor afbouw Dienstverlening vertalingen: vertaling Vlaamse regelgeving in Staatsblad (Deels) over te hevelen naar het lokale bestuursniveau Er zijn binnen DKB geen taken vatbaar voor overheveling naar het lokale bestuursniveau
1,7
0
11 2
3 0
3,8
0
43,8 7,1
0 2
3
3
3
3
Van de 8 VTE die vrijkomen als gevolg van af te bouwen processen binnen het Departement Kanselarij en Bestuur, zijn er verschillende VTE die uitstromen uit de Vlaamse overheid, bijvoorbeeld wegens pensionering. De overige vrijgekomen capaciteit wordt ingezet op de interne arbeidsmarkt, rekening houdend met de specifieke profielen van deze personeelsleden. Dit draagt bij tot de koppenbesparing van het Departement Kanselarij en Bestuur. De overige te besparen koppen zullen deels gehaald worden via het niet vervangen van personeelsleden die op pensioen gaan.
Studiedienst Vlaamse Regering (SVR) Optimalisatie aangewezen Aanbodgestuurde ondersteuning inzake statistiek, survey, onderzoek, beleidsevaluatie, toekomstverkenningen, monitoring (handleidingen, opleidingen, workshops, methoden en technieken…). Algemene omgevingsanalyse Deelname aan extern onderzoek (zie eerder SIV, GGP) + deelname aan kennisnetwerken Horizontale monitoren (ontwikkeling en meten van horizontale monitoren zoals Pact, armoede, integratie, Vlaamse Rand, …) Onderzoek (zie SVR-studies, Sociale Staat, webartikels, SVR-stats, …) omvormen tot toekomstverkennend internationaal vergelijkend en evaluerend onderzoek.
Bruto VTE Totaal 31,4 31,4
Impact op VTE 3,05 3,05
0,7 02 03
3,05
04 8,5
Voor dit proces wordt geen afzonderlijke VTE ingezet. Voor dit proces wordt geen afzonderlijke VTE ingezet. 4 Voor dit proces wordt geen afzonderlijke VTE ingezet. 2
3
6
Secundaire datacollectie en opslag (aankoop en opslaan van data) Surveyonderzoek in eigen beheer (SCV, ISSP, tevredenheidsbarometer,…) of op verzoek Vraaggestuurde ondersteuning inzake statistiek, survey, beleidsevaluatie, toekomstverkenningen, monitoring (adviezen) VRIND (jaarlijkse publicatie van regionale indicatoren) Dataontsluiting via DWH (kubussen demografie, ondernemingen, lokale statistieken en afgeleide rapporten) Informatie: website lokale statistieken en website SVR . Intranet SVR. Vatbaar voor afbouw Er zijn binnen SVR geen taken vatbaar voor afbouw (Deels) over te hevelen naar het lokale bestuursniveau Er zijn binnen SVR geen taken vatbaar voor overheveling naar het lokale bestuursniveau
0,5 2 2 14,2 3 0,5
Door het dichter bij elkaar brengen van monitoring en onderzoek kunnen VTE efficiënter worden ingezet. Er zal een interne heroriëntering gebeuren naar nieuw uit te bouwen taken in het kader van de erkenning van een Vlaamse statistische autoriteit. Deze vooropgestelde optimalisatie zal samen met het verdwijnen van de functie van leidend ambtenaar van het agentschap (na fusie met het departement Kanselarij en Bestuur) leiden tot de vooropgestelde personeelsbesparing.
Agentschap Overheidspersoneel (AgO) Optimalisatie aangewezen Aanbieden raamcontract Traumazorg en Psychologische Begeleiding voor organisaties van de Vlaamse overheid Aanbieden van ontwikkelinitiatieven voor medewerkers Vlaamse overheid m.b.t. ICT (open aanbod) Beleid ontwikkelen organisatieontwikkeling Managementondersteuning personeel en organisatie Vatbaar voor afbouw Raamcontract coaching Raamcontracten organisatieontwikkeling (Deels) over te hevelen naar het lokale bestuursniveau Er zijn binnen AgO geen taken vatbaar voor overheveling naar het lokale bestuursniveau
Bruto VTE Totaal 37,07 37,07
Impact op VTE 0 0
0,17
0
0,6 7,6 28,7 0 05 06
0 0 0 0 0 0
Deze taak wordt zowel door AgO als door Jobpunt Vlaanderen uitgevoerd. Het aanbod valt weg bij Jobpunt Vlaanderen en blijft bestaan bij AgO. 6 Deze taak wordt zowel door AgO als door Jobpunt Vlaanderen uitgevoerd. Het aanbod valt weg bij Jobpunt Vlaanderen en blijft bestaan bij AgO. 5
7
Het Facilitair Bedrijf (HFB) Optimalisatie aangewezen Contracten op maat Onderhoud Relatiebeheer Uitbating gebouwen (meer bepaald: centraal onthaal en ontvangen van bezoekers) Uitbestede ICT-diensten Eenmalige en periodieke schoonmaak Catering op de werkplek, Catering bij vergaderingen en evenementen en Restaurants en cafetaria's Vatbaar voor afbouw Digitale drukkerij (Deels) over te hevelen naar het lokale bestuursniveau Er zijn binnen HFB geen taken vatbaar voor overheveling naar het lokale bestuursniveau
Bruto VTE Totaal 496,31 477,84 9,06 9 15,5
Impact op VTE 46,8 34,8 0 0 1
58,34 8,15 210,76
7 1 18
167,03 18,47 18,47
7,8 12 12
Het afbouwen van de digitale drukkerij heeft impact op 12 VTE. 3 van de 12 VTE stromen uit wegens pensionering. De anderen worden ter beschikking gesteld van de interne arbeidsmarkt van de Vlaamse overheid. Voor 2 is een functie gevonden binnen de Vlaamse overheid en voor 1 binnen het Facilitair Bedrijf. Voor de anderen loopt het opgestarte begeleidingstraject verder. De gevatte VTE die vrijkomen in de geoptimaliseerde processen, zoals de invoering van het nieuwe cateringconcept met introductie van warme drankautomaten, afwasmachines in kitchenettes, …, worden grotendeels ingezet ter vervanging van de uitstroom. Ook een inzet van de gevatte VTE in de uit te bouwen processen is aan de orde, met name voor de uitbouw van het dienstencentrum voor facilitaire ondersteuning waarbij momenteel naast het eigen beleidsdomein ook het beleidsdomein RWO wordt bediend.
Bruto VTE Totaal
Impact op VTE
Bruto VTE Totaal
Impact op VTE
Audit Vlaanderen Het kerntakenplan van Audit Vlaanderen bevat geen processen die vatbaar zijn voor afbouw, optimalisatie of overheveling
DBRC Het kerntakenplan van DBRC bevat geen processen die vatbaar zijn voor afbouw, optimalisatie of overheveling
8
Eindtotaal beleidsdomein Kanselarij en Bestuur
Bruto VTE Totaal 1001,52
Impact op VTE 91,51
D. Toetsing van het kerntakenplan aan het globaal kader dat bijdraagt tot een resultaats- en klantgerichte overheid Eigen dienstverlening Als horizontaal beleidsdomein heeft Kanselarij en Bestuur weinig eigen dienstverlening naar de burger. De dienstverlening richt zich voornamelijk naar de Vlaamse overheid zelf. Het spreekt voor zich dat deze twee types dienstverlening steeds kritisch moeten worden bestudeerd op het vlak van efficiëntie, effectiviteit en kwaliteit. Aan de ene kant moet het beleidsdomein deze oefening zelf maken. Het exploiteren van de eigen digitale drukkerij wordt daarom stopgezet en er wordt overgegaan naar het uitbesteden van deze dienstverlening, waarbij Het Facilitair Bedrijf wel de kennis van de dienst behoudt en hierin een coördinerende en ondersteunende rol opneemt in de uitbesteding van de digitale drukopdrachten. Ook de schoonmaak in enkele kleine gebouwen wordt uitbesteed. Daarnaast zal de Vlaamse regelgeving niet meer worden vertaald in het Staatsblad. Daarvoor is wel nog een wetswijziging nodig op het federale niveau. Aan de andere kant kan Kanselarij en Bestuur een overkoepelende rol spelen door beleidsdomeinen en entiteiten te ondersteunen in de beslissing om te in-, te co- of te outsourcen. Regelgeving Het beleidsdomein Kanselarij en Bestuur levert inspanningen om te komen tot kwaliteitsvolle, niet-bureaucratische regelgeving, gebaseerd op vertrouwen en gericht op een lage, administratieve last voor alle doelgroepen, zoals de lokale besturen. Deze principes worden ook toegepast op interne regels binnen de Vlaamse overheid. Vanuit het Departement Kanselarij en Bestuur kan worden ondersteund in het maken van een regelgevingsdetailtoets waarbij meer wordt gewerkt met standaarden en dus minder via detaillistische regelgeving, waardoor de beheerskosten aanzienlijk kunnen dalen. Handhaving en inspectie Binnen het Departement Kanselarij en Bestuur wordt reeds een project rond handhaving en inspectie opgenomen. De punten die in de nota worden opgesomd kunnen overkoepelend vanuit het departement voor de ganse Vlaamse overheid worden aangepakt: handhaafbaarheidstoets, geïntegreerd beleid en uitvoering inzake handhaving en inspectie door de samenwerking tussen toezichts- en handhavingsdiensten te verhogen en de procedures te stroomlijnen, steekproefgewijs, risicogedreven, proportioneel en niet-overlappend handhaven en inspecteren, nadruk op autoregulering, zelfcontrole en risicoacceptatie waar mogelijk, ontwikkelen van synergie met of uitbesteding aan andere spelers buiten de Vlaamse overheid (waar mogelijk en wenselijk), vanuit het single-audit principe. 9
In lijn met het regeerakkoord wenst het Agentschap Binnenlands Bestuur het bestaande bestuurlijk toezicht verder af te bouwen en de resterende procedures te vereenvoudigen. De administratieve lasten en rapporteringsverplichtingen worden maximaal teruggeschroefd. De afbouw houdt in dat het nog bestaande goedkeuringstoezicht in principe wordt afgeschaft, behalve bijvoorbeeld voor de jaarrekeningen, te attesteren ingevolge Europese verplichtingen. Ook de verplichte toezending van besluiten naar de Vlaamse overheid wordt maximaal opgeheven. Vergunningen en erkenningen Het beleidsdomein Kanselarij en Bestuur onderschrijft de noodzaak van het voeren van een grondig debat over het selectief en doelgericht aanwenden van een vergunningenstelsel. Hoe meer vergunningsverplichtingen, hoe meer beheerskosten voor de overheid. Vanuit het Departement Kanselarij en Bestuur kan dit worden ondersteund door de opmaak van een noodzakelijkheidstoets. Ook de optimalisering of afschaffing van de verplichte adviesrol voor de entiteiten van de Vlaamse overheid wordt onderschreven. Subsidies Kanselarij en Bestuur onderschrijft de noodzaak van een grondige evaluatie met betrekking tot het doelgericht en selectief inzetten én voortbestaan van subsidies. Forfaitisering, standaardisering, centralisering, gerichte controle zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. Het Agentschap Binnenlands Bestuur maakt grondig werk van het doelgericht en selectief inzetten van subsidies. Het regeerakkoord voorziet wat dat betreft onder meer in de integratie van een aantal sectorale subsidiestromen in het Gemeentefonds. Wat ABB betreft is dat het geval voor het Stedenfonds en de subsidies voor lokale integratiediensten. De algemene financiering door middel van het Gemeentefonds heeft de afbouw van specifieke opvolgingsprocedures tot gevolg. Daarnaast wordt het budget voor de subsidiëring van stadsvernieuwingsprojecten samen met de middelen uit het federaal grootstedenbeleid geïntegreerd in een investeringsfonds, waarin ook de middelen van het Plattelandsfonds worden geïntegreerd. Ook dat leidt tot een afbouw van procedures en verplichtingen. Wat integratie en inburgering betreft, vallen tal van specifieke subsidiestromen weg ten gevolge van de oprichting van het EVA integratie en inburgering. De financieringsstromen voor het Vlaamse EVA en de agentschappen in Antwerpen en Gent slorpen de voorheen bestaande specifieke subsidiestromen op. Het Agentschap Informatie Vlaanderen speelt een belangrijke rol bij de realisatie van efficiënte en effectieve subsidies, waaronder:
Automatische toekenning van subsidies die een recht zijn indien de Vlaamse overheid over de informatie beschikt (of kan beschikken); Subsidieregelingen volgens een vaste structuur, met standaard parameters en doorloopcycli, zodat de informatisering van de processen niet steeds opnieuw maatwerk vraagt; en Een subsidiedatabank om de gegevens transparant en integraal toegankelijk te maken voor alle subsidiërende entiteiten die hun informatie onderling delen.
Entiteits- en beleidsdomeinoverschrijdende samenwerking met het oog op synergie: 10
Het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) neemt VO-breed de coördinatie op zich van verschillende facetten van decentralisatie richting lokale besturen. Zo ondersteunt ABB de werking en opvolging van de paritaire commissie ‘decentralisatie’. Dit paritair (Vlaanderen/lokale besturen) samengesteld orgaan kreeg de opdracht om na te gaan op welke terreinen de autonomie van de lokale besturen kan verhoogd worden. Daarnaast coördineert ABB volgende beleidsdomeinoverschrijdende decentralisatieprojecten: planlastvermindering voor de lokale besturen, opname van 7 sectorale financieringsstromen in het gemeentefonds en afslanking van de provincies (waarbij cultureel- en persoonsgebonden taken zowel richting de lokale besturen als richting Vlaanderen zullen vloeien). Meer lokale autonomie betekent ook de nood aan sterke lokale besturen. Daarom neemt ABB ook initiatieven ter vergroting van de slagkracht van het lokale bestuursniveau. Eén van die initiatieven is het sectoroverschrijdende traject omtrent het versterken van de dynamiek van de regiovorming (verminderen van het aantal intermediaire niveaus zoveel mogelijk komen tot samenvallende samenwerkingsverbanden). De oprichting van de gemeenschappelijke dienstencentra versterkt de samenwerking i.f.v. een hogere synergie. Voor AgO betekent dit een intensere samenwerking met de entiteiten van de Vlaamse overheid inzake sociale dienstverlening, personeelsadministratie en rekrutering en selectie. Voor Het Facilitair Bedrijf betekent dit ook een nauwere samenwerking met alle beleidsdomeinen door de overname van de facilitaire taken (en een deel van de medewerkers) van de verschillende MOD’s. Er komt een samenwerking tot stand tussen de SVR, ABB en AIV rond de ontsluiting van Vlaamse openbare statistieken. Deze zullen via het portaal van www.vlaanderen.be een prominente plaats krijgen en interactief kunnen ontsloten worden, zodat de informatie herbruikbaar is voor meerdere doeleinden. De dienstverlening vanuit het Agentschap Informatie Vlaanderen (AGIV en DIV) is per definitie horizontaal en beoogt synergieën door het aanmaken en delen van informatie, gegevens en ITbouwstenen in samenwerking met partners en klanten zowel binnen de Vlaamse overheid, de lokale overheden als de Federale overheid. Binnen het beleidsdomein Kanselarij en Bestuur zijn synergiën mogelijk op vlak van communicatie. In het beleidsdomein werken minimum 50 VTE rond communicatie. Ook op andere ‘ondersteunende’ diensten kan meer samengewerkt worden. In die zin onderzoekt het managementcomité mogelijkheden tot gemeenschappelijke ondersteuning (cfr MC 18 mei 2015). Zoals bovenstaand vermeld, zet het departement Kanselarij en Bestuur in op verschillende beleidsinstrumenten, zoals inspectie, handhaving en regelgeving. Het departement zal hier als Center of Government een trekkende rol opnemen en samenwerking bevorderen, niet alleen binnen het beleidsdomein maar ook binnen de ganse Vlaamse overheid.
11
E. Verhouding van de kerntakenoefening tot de personeelsbesparingen Het Voorzitterscollege heeft zich geëngageerd om het personeelsaantal van de Vlaamse overheid tegen eind 2019 te laten verminderen met 1950 koppen. Het aandeel van het beleidsdomein Kanselarij en Bestuur in deze besparing omvat 215 koppen. De kerntakenoefening van het beleidsdomein heeft impact op 91,51 VTE die bijdragen tot de afbouw van de beoogde 218 personeelsleden tegen eind 2019. Er wordt maximaal gebruik gemaakt van interne mobiliteit om de personeelsleden wiens taken worden afgebouwd in te zetten op nieuwe of te versterken processen.
12
KERNTAKENPLAN FINANCIËN EN BEGROTING ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
A. Context Het Departement Financiën en Begroting is het financiële, fiscale, budgettaire en boekhoudkundige kenniscentrum van en voor de Vlaamse overheid. Het wil daarmee van Vlaanderen een duurzaam financieel gezonde en performante regio maken. Het departement bereidt daartoe het beleid voor op vlak van financiën en fiscaliteit en dit in een Europese context. Europa eist van haar lidstaten immers dat de financiën van de betrokken overheden sterk in de hand worden gehouden. Om dit te kunnen bewaken worden er dan ook steeds hogere kwaliteitseisen aan de financiële rapportering gesteld en worden de toe te passen regels strikter. Dit leidt ertoe dat het departement Financiën en Begroting enerzijds met meer regels geconfronteerd wordt, anderzijds meer en met een hoger frequentie moet rapporteren en tenslotte ook meer geaudit wordt. Overheidsfinanciën (inkomsten en uitgaven) moeten dus strikter bewaakt worden. Het departement garandeert de betrouwbaarheid, correctheid, volledigheid en tijdigheid van de gegevens inzake begrotingsuitvoering en boekhouding. Op basis van financiële en macro-economische parameters wordt relevante geconsolideerde beleidsinformatie ter beschikking gesteld. De Vlaamse Belastingdienst is de afgelopen jaren continu in transitie geweest. Van een kleine fiscale dienst met een zestigtal eigen personeelsleden begin jaren 2000 evolueerde VLABEL tot een volwaardige fiscale administratie met meer dan 900 personeelsleden. Initieel werden de onroerende voorheffing en het kijk- en luistergeld geïnd onder de vorm van outsourcing, terwijl enkel de leegstands- en verkrottingsheffingen volledig in eigen beheer werden geïnd. Na de insourcing van de onroerende voorheffing in 2006, werd door de vijfde staatshervorming de inning van de verkeersbelastingen per 1 januari 2011 van de federale overheid overgedragen naar de Vlaamse, en van de registratie- en erfbelastingen per 1 januari 2015. Op dit moment worden de inningsprocessen voor de registratie- en erfbelastingen volop verder onder controle gebracht. Intussen werd de zuivere leegstandsheffing van het gewestelijk niveau overgedragen aan het lokale niveau, en werd de planbatenheffing opgestart als autonome gewestbelasting. Vrij snel werd gezocht naar maximale synergiën bij de inningsprocessen, door een doorgedreven informatisering, automatisering en digitalisering. Onafgebroken werd gebouwd aan een uniforme fiscale databank en innings- en invorderingssysteem, het Vlaams Fiscaal Platform. Intern hanteert de Vlaamse Belastingdienst nog nauwelijks papieren dossiers. In de nabije toekomst wil de dienst verder inzetten op een ontsluiting van zijn fiscale dossiers ten behoeve van de individuele belastingplichtigen via strikt beveiligde webtoepassingen. Eenzelfde synergie kan worden gezocht in de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen voor rekening van andere entiteiten. Door het hanteren van uniforme regelgeving, eenvormige 1
werkprocessen kunnen invorderingsprocessen binnen de hele Vlaamse overheid gestroomlijnd worden en kostenefficiënter worden gemaakt. In uitvoering van de zesde staatshervorming werden eveneens per 1 januari 2016 de taken van de voorheen federale aankoopcomités binnen VLABEL ondergebracht. Ook zij verlenen diensten aan entiteiten van de Vlaamse overheid, en aan lokale besturen, op het vlak van vastgoedtransacties (verwerving en vervreemding van onroerende goederen, inclusief onteigeningsprocedures, en het vervullen van de notarisfunctie voor overheden).
B. Structuur van het beleidsdomein In juni 2014 bestond het beleidsdomein Financiën en Begroting uit enerzijds het departement FB en anderzijds de Vlaamse Belastingdienst. Voor de Vlaamse Belastingdienst is sindsdien het personeelsaantal sterk toegenomen door de overname van de inning van de Registratie- en Erfbelastingen (voorheen Successie- en Registratierechten) en van de federale aankoopcomités. Entiteit Departement FB Vlaamse Belastingdienst Totaal
Bruto VTE over juni 2014 149,1 422,3 571,4
Bruto VTE over april 2015 146,9 832,0 978,9
C. Samenvatting kerntakenplan Het departement Financiën en Begroting is opgericht als het financiële, fiscale, budgettaire en boekhoudkundige kenniscentrum van en voor de Vlaamse overheid. De taken die met deze missie geen of te weinig verband houden worden overgeheveld naar andere beleidsdomeinen dan wel afgebouwd. In dat kader past bijvoorbeeld de afbouw van de a priori controle door de controleurs van de vastleggingen. De vrijgekomen VTE wordt ingezet op de andere kerntaken die moeten worden versterkt. De afschaffing van het Pensioenfonds en het Toekomstfonds past in de visie om overbodige structuren op te heffen zodanig dat administratieve beheerslasten kunnen worden gereduceerd. De overheveling naar andere beleidsdomeinen is evenzeer om grotere efficiëntie te bewerkstelligen bijvoorbeeld om gestandaardiseerde processen nog meer te centraliseren (bv. overheveling geschillen wedden naar sociaal secretariaat), ook al heeft dit geen netto-reductie van personeel tot gevolg. De missie van het departement heeft eveneens tot gevolg dat meer zal worden ingezet op het beleid en minder op het beheer (bv. standaardprocessen kas- en schuldbeheer, inbegrepen de optimalisatie ervan, zouden automatisch moeten kunnen verlopen, zodat menskracht vrijkomt voor beleid). Vanuit het departement Financiën en Begroting worden geen overhevelingen voorzien naar het lokale niveau. Met betrekking tot ‘Radicaal digitaal’ worden inspanningen geleverd om door de invoering van einvoicing de afbouw van de postkamer en het scanningsproces te bewerkstelligen. De Vlaamse Belastingdienst is opgericht om alle Vlaamse gewestbelastingen te innen. Door de opeenvolgende staatshervormingen werd deze kerntaak systematisch uitgebreid. Vanaf begin 2016 worden de taken verder uitgebreid met een aantal processen in het kader van de 2
kilometerheffing voor vrachtwagens, voornamelijk voor wat betreft de controle-activiteiten. In principe zullen de taken in het kader van de jaarlijkse verkeersbelasting voor vrachtwagens tegelijk moeten verdergezet worden. Hoewel de taken in het kader van het Eurovignet dan wel komen te vervallen, vertonen deze processen in die mate een overlap met de jaarlijkse verkeersbelasting voor vrachtwagens, dat geen reductie in VTE kan worden verwacht. Conform het Regeerakkoord zal het Vlaams Gewest de verkrottingsheffing woningen, net zoals al eerder is gebeurd voor de leegstandsheffing woningen, overhevelen naar het lokale bestuursniveau. Dit betekent dat de innings- en invorderingsprocessen fasegewijs over 9 à 10 jaar kunnen worden afgebouwd, afhankelijk van een gekozen werkelijke datum van stopzetting van inventarisatie en van belasten van verkrotte/verwaarloosde/onbewoonbare woningen en/of gebouwen. Het vrijgekomen personeel zal binnen de Vlaamse Belastingdienst geheroriënteerd worden naar andere taken, of dezelfde taken voor andere types belastingen en deels uitstromend personeel vervangen. Vanaf 1 januari 2015 werden de voormalige federale aankoopcomités in het kader van de zesde staatshervorming overgedragen aan de Vlaamse Belastingdienst. Hun opdracht – mee instaan en ondersteuning bieden voor de verwerving en de vervreemding van onroerende goederen - wordt als kerntaak beschouwd voor de dienstverlening aan entiteiten van de Vlaamse overheid. Mits we daartoe gelast worden, bestaat de mogelijkheid om deze diensten ook uit te voeren voor lokale besturen. Hoewel deze taak in essentie geen kerntaak is voor de Vlaamse overheid, dient met een potentiële afbouw, gelet op de impact op lokale besturen omzichtig te worden omgegaan. Vooralsnog lijkt het aangewezen om dit type dienstverlening niet per definitie uit te sluiten, maar realistische verwachtingen bij lokale besturen te scheppen door transparante communicatie over de prioritaire behandeling van de dossiers voor de “inner circle” van de Vlaamse overheid, gelet op de decretale taak van de Vlaamse Belastingdienst in deze. Als op die manier de instroom van nieuwe dossiers ten behoeve van lokale besturen beperkt kan blijven, kan de Afdeling Vastgoedtransacties een zekere mate van dienstverlening blijven verzekeren. Op die manier kunnen lokale overheden ervoor kiezen om zelf voldoende capaciteit op te bouwen om in hun eigen noden te voorzien, of bvb. omwille van tijdsdruk opteren om beroep te doen op marktpartijen (notarissen, schatters, …). Een rudimentaire schatting stelt dat ongeveer 60% van de taken (los van de historisch opgebouwde achterstand) worden uitgevoerd voor de Vlaamse overheid, en ongeveer 40% voor lokale besturen. Uitgaande van een totale huidige personeelsbezetting van 89 om de aangroei van dossiers op te vangen, is ongeveer 35 VTE geïmpacteerd. In een geleidelijk afbouwscenario wordt in eerste instantie ingezet op het wegwerken van historische achterstanden, en nadien op de niet-vervanging bij natuurlijke uitstroom. Er zal hiervan begin 2017 een evaluatie plaatsvinden. Ook de invordering van niet-fiscale schulden is een taak die aan belang heeft gewonnen, wegens de raakvlakken met fiscale invordering. Het is vanuit efficiëntie-oogpunt aan te bevelen om deze taken gecentraliseerd binnen de Vlaamse Belastingdienst als horizontale dienstverlening uit te bouwen volgens het “comply or explain”-principe. Bruto VTE Totaal DFB
50,4
Impact op VTE
24,9 3
Optimalisatie aangewezen Beheer financiële systemen (operationeel) Kas- en schuldbeheer Waarborgbeheer Vatbaar voor afbouw DAB Emissierechten Financiële administratie kabinetten Financiële controles (operationeel) Geschillenbeheer Opstellen van authentieke akten andere dan mbt aan- en verkoop van onroerende goederen Pensioenfonds Postkamer en scannen facturen (intelligent scannen) Toekomstfonds Uitvoering geven aan patrimoniumbeheer (aan- en verkoop)
20,05 14,15 4,9 1 30,35 0 1 11,55 6,9
3,1 2 0,9 0,2 21,8 0 1 3 6,9
0,2 0 3,6 0 7,1
0,2 0 3,6 0 7,1
Omschrijving hoe de vrijgekomen VTE worden ingezet (met een aantal korte voorbeelden): Ingevolge de Europese regelgeving en de zesde staatshervorming (met sterke impact op de begroting alsook op de fiscale bevoegdheden van Vlaanderen inzake de personenbelasting), werd het takenpakket van het departement uitgebreid, zonder dat hiervoor bijkomende VTE werden toegekend. In het algemeen zullen de vrijgekomen VTE dus ingezet worden op de hieraan gerelateerde productieprocessen die versterkt dienen te worden: -
Beleidsvoorbereidingen treffen Beleidsadvies Verzamelen en beheren van fiscale data Monitoren en evalueren van beleidsinformatie Opmaak meerjarenplanning Monitoring begroting Financiële rapportering (beleidsmatig en operationeel) Single Point Of Contact INR-functie Schuldbeleid Waarborgbeleid Participaties en financieringen (luik investeringsspecifieke financieringen)
Specifiek wordt bv. voorzien dat, wat de financiële controles betreft, de geraamde vrijgekomen VTE bij de controle van de vastleggingen, ingezet wordt op de kernprocessen: Financiële rapportering (beleidsmatig en operationeel) en Single Point Of Contact INR-functie. Voor het kas- en schuldbeheer en waarborgbeheer zal bv. na bijkomende automatisering, de vrijgekomen VTE worden ingezet op het beleid m.b.t. de kas, schuld en waarborgen. Voor de DAB Emissierechten, Pensioenfonds en Toekomstfonds werden geen VTE voorzien omdat er geen volledige of kwantificeerbare VTE op wordt ingezet. Het betreft hier vooral een reductie van de beheerskosten. 4
Bruto VTE Totaal VLABEL (Deels) Over te hevelen naar het lokale bestuursniveau VHW: behandeling eigenlijke bezwaren VHW: beheren gerechtsdeurwaardersdossiers VHW: beheren geschillendossiers VHW: beheren masterdata VHW: beheren nalatigheidsintresten (incl. kwijtscheldingen) VHW: beheren standaardbriefwisseling en formulieren VHW: beheren wettelijke hypotheken VHW: collectieve schuldenregelingen VHW: communicatie met burgers en bedrijven VHW: falingen VHW: financiële verwerking, ICT-ondersteuning, … VHW: inkohiering VHW: juridische adviesverlening VHW: management- en beheersrapportering VHW: opsplitsingen VHW: scanning VHW: stuiting verjaring VHW: toekennen betalingsfaciliteiten VHW: uitvoerend beslag - derden VHW: uitvoerend beslag - notificaties VHW: vorming en verzending aanslagbiljetten VHW: vorming en verzending inningsdocumenten (HER, LHER, AHER) Vatbaar voor afbouw verlijden van vennootschapsakten voor andere entiteiten dan de entiteiten van de Vlaamse overheid: 1° akten van verwervingen en vervreemdingen; 2° akten houdende vestiging van zakelijke rechten; 3° akten houdende huurovereenkomsten en opheffing van bestaande inschrijvingen; 4° akten betreffende openbare verkopingen, en de organisatie daarvan; 5° akten betreffende de oprichting, de organisatie, de statuten en het intern bestuur van rechtspersonen; 6° akten van dading; 7° basisakten; 8° akten van verkaveling, herverkaveling, of ruilverkaveling; 9° akten van kwijting; 10° akten van kredietopening.
Impact op VTE
28,03 21,03 6,7 1,3 1,77 1,76 0,1 0,1 0,8 0,1 0,1 0,4 2,14 0,12 0,12 0,25 0,1 1,1 0,75 0,1 1,15 1,5 0,47
28,03 21,03 6,7 1,3 1,77 1,76 0,1 0,1 0,8 0,1 0,1 0,4 2,14 0,12 0,12 0,25 0,1 1,1 0,75 0,1 1,15 1,5 0,47
0,1 7
0,1 7
verwerving en vervreemding van onroerende goederen mits lastgeving van lokale besturen (o.a. gemeenten, OCMW's en 5
entiteiten onder toezicht).
Bruto VTE Totaal Eindtotaal Financiën en Begroting
Impact op VTE
78,43
52,93
D. Toetsing van het kerntakenplan aan het globaal kader dat bijdraagt tot een resultaats- en klantgerichte overheid Eigen dienstverlening In de evolutie naar een resultaats- en klantgerichte overheid, levert het departement inspanningen om in het kader van ‘Radicaal digitaal’ door de invoering van e-invoicing de afbouw van de postkamer en het scanningsproces te bewerkstelligen. In relatie tot Radicaal Digitaal wil de Vlaamse Belastingdienst inzetten op een versterking van de applicaties waarmee op interactieve digitale wijze met de burger in relatie wordt getreden, en dit voor quasi alle processen die de Vlaamse Belastingdienst uitvoert. In concreto moet het gaan om aanvullende mogelijkheden voor gebruiksvriendelijke aangiftemodules, zowel in het kader van de nieuw overgehevelde gewestbelastingen erfbelastingen als in het kader van de eerder overgenomen verkeersbelastingen; gebruiksvriendelijke simulatie- en berekeningsmodules of applicaties; aanvullende functionaliteiten voor de digitale verzending van aanslagbiljetten of andere inningsdocumenten (e-invoicing) met desgevallend vlotte integratiemogelijkheden binnen de boekhoud- of betaalpakketten van onze bedrijven; etc. Voor wat betreft de af te bouwen processen, gaat het om a) processen waarbij ook externe derde partijen of marktpartijen de dienstverlening kunnen overnemen (met name de dienstverlening van de Afdeling Vastgoedtransacties voor lokale besturen); b) processen die, conform het regeerakkoord en conform de subsidiariteitstoets, over te hevelen zijn naar lokale besturen, met name alle innings- en invorderingsprocessen van de verkrottingsheffing Woningen. Regelgeving De Vlaamse Belastingdienst en het departement Financiën en Begroting hebben gezamenlijk in hun meerjarig ondernemingsplan een traject opgenomen om te komen tot een verdere vereenvoudiging van de fiscale regelgeving en tot een rationalisatie van de erin opgenomen uitzonderingsregimes. Het is evident dat een minder complexe regelgeving leidt tot een eenvoudiger taxatieproces, minder (bezwaar- en aanvraag)dossiers die op individuele basis moeten beoordeeld worden, etc. Voor het departement gaat deze oefening overigens verder dan de belastingen in eigen beheer bij de Vlaamse Belastingdienst. Ook de bevoegdheden die in het 6
kader van de Zesde Staatshervorming werden versterkt inzake de personenbelasting worden betrokken. Gelet op de complexiteit van deze globale oefening is een inschatting van potentiële efficiëntiewinsten op zijn minst voorbarig te noemen. Dit is immers de bedoeling van het meerjarentraject. Handhaving en inspectie Op vlak van handhaving en inspectie zet de Vlaamse Belastingdienst verder in op samenwerking met andere overheidsinstanties (binnen en buiten de Vlaamse overheid), waarbij gestreefd wordt naar complementariteit, maar waarbij elk blijft optreden vanuit zijn eigen sterktes. De samenwerking neemt eerder de vorm aan van geïntegreerde acties met respect voor de eigen bevoegdheden, maar waarbij maximaal gezocht wordt naar mogelijkheden om efficiëntiewinsten te genereren voor de betrokken overheden en tegelijkertijd de last voor de burgers wordt geminimaliseerd. Kostenbesparing door gegevensdeling en het efficiënt inzetten van tools binnen de wettelijke kaders zijn daarbij doelstellingen. Vergunningen en erkenningen De Vlaamse Belastingdienst verleent zelf geen vergunningen of erkenningen. Desondanks kunnen voorgenomen vereenvoudigingen binnen andere beleidsdomeinen een positieve indirecte impact hebben op onze eigen werking, in de mate dat bestaande uitzonderingsregimes binnen de fiscale wetgeving gestoeld zijn op erkenningen of vergunningen door andere beleidsdomeinen toegekend. Tegelijkertijd wordt ernaar gestreefd om de bestaande en nieuwe regelgeving maximaal af te stemmen op bestaande vergunningen en erkenningen, zodat geen afzonderlijke toetsingskaders of –procedures in het leven moeten worden geroepen.
7
Subsidies Gelijkaardig als het subsidieproces is het proces “participaties en financieringen” uit het kerntakenplan van het departement een belangrijk sturingsinstrument voor de Vlaamse overheid, dat doelgericht en selectief moet worden ingezet. Vandaag wordt het participatie-beleid vooral gevoerd door een hiervoor opgerichte vennootschap, PMV, die ook instaat voor de financieringen. Anderzijds beoogt de Vlaamse Regering een specifieke opzet voor bepaalde grote investeringen, die buiten de strikte ESRtoepassing zouden vallen. Het lijkt logisch dat dergelijke grote investering-specifieke financieringen, ook door de Vlaamse Gemeenschap rechtstreeks kunnen gebeuren. Het departement heeft dit proces dan ook in zijn kerntakenplan als een te versterken activiteit opgenomen. Entiteits- en beleidsdomeinoverschrijdende samenwerking Zoals beschreven onder de rubriek interne dienstverlening wil de Vlaamse Belastingdienst sterk inzetten op de verdere digitalisering van de relatie met de burger. Gelet op de schaalgrootte lijkt het opportuun om samen met Informatie Vlaanderen een voortrekkersrol te spelen voor de digitale verzending en ontvangst van documenten, een degelijke proof of concept uit te werken en de uitrol naar andere entiteiten te faciliteren. Binnen het beleidsdomein wordt er wat betreft de beleidsvoorbereiding inzake fiscaliteit zeer nauw samengewerkt tussen het departement en Vlabel Hierbij wordt ervoor gezorgd dat door een optimale verdeling van de taken, er maximale synergie wordt gecreëerd tussen de uitvoering en het beleid.
E. Verhouding van de kerntakenoefening tot de personeelsbesparingen Het departement dient tegen 2019 een personeelsbesparing van 17 koppen te realiseren. De kerntakenoefening kan slechts in beperkte mate bijdragen tot deze besparing zoals hierboven al werd aangehaald onder punt C. Bovendien betreft de afbouw geschillen als kerntaak van het departement geen besparing van VTE maar de correctie van de taaktoewijzing binnen de Vlaamse overheid. De Vlaamse Belastingdienst dient tegen 2019 een personeelsbesparing van 51 koppen te realiseren (46 VTE). In een afbouwscenario van uiteindelijk 21 VTE gespreid over 9 à 10 jaar voor de Verkrottingsheffing Woningen, zou tegen eind 2019 ongeveer 13 VTE in mindering kunnen worden gebracht, mits voor eind 2015 over de overheveling van de heffing wordt beslist. De overige personeelsreductie (8 VTE) zou pas later kunnen worden doorgevoerd. Een afbouw van de dienstverlening van de afdeling Vastgoedtransacties aan lokale besturen, kan door natuurlijke uitstroom na het wegwerken van historische achterstanden extra 7 VTE personeelsreductie betekenen. Tegen eind 2019 kan m.a.w. een totale reductie van 20 VTE gerealiseerd worden.
8
~\~~\ Vlaams~ 't~
overheid
\
KERNTAKEN PLAN INTERNATIONAAL VLAAN DEREN 1111111111/111111111/11111111111111111111111111111111111111111111111111/11111111111111/11111111111111111111111111111111
A. Context Het beleidsdomein iV wordt niet rechtstreeks geïmpacteerd door de fusie van beleidsdomeinen of entiteiten, noch door de overheveling van personeelsleden in het kader van de zesde staatshervorming. De managementondersteunende dienstverlening voor de binnenlandse activiteiten van het Departement iV, FIT en Toerisme Vlaanderen gebeurt vandaag door de MOD, die organisatorisch ingebed is in het Departement KB. De MOD-gerelateerde personeelsverschuivingen in het kader van de oprichting van de gemeenschappelijke dienstencentra situeren zich dan ook in de eerste plaats tussen de bestaande MOD en de toekomstige dienstencentra, en mogelijk ook tussen de MOD en de huidige klantenentiteiten van de MOD. De managementondersteunende dienstverlening voor de buitenlandse activiteiten van het Departement iV, FIT en Toerisme Vlaanderen gebeurt vandaag door het Expertisecentrum Buitenlands Netwerk (EBN), dat werd opgericht in de schoot van FIT. EBN zal in de toekomst complementair functioneren aan de gemeenschappelijke dienstencentra, omdat deze laatsten door de specificiteit en complexiteit van de internationale context waarbinnen DiV, FIT en TVL opereren niet in staat zijn om de nodige dienstverlening richting buitenland te verzekeren. Het Departement iV is onderhevig aan een beperkt aantal personeelsbewegingen in het kader van de in het regeerakkoord vermelde uitbouw tot een volwaardig Ministerie van Buitenlandse Zaken. In essentie gaat het om de inkanteling van de personeelsleden van de (uitdovende) SARiV en de dienst protocol (tot 31 maart 2015 onderdeel van het Departement DAR). B. Structuur van het beleidsdomein Op 30 juni 2015 bestaat het beleidsdomein iV uit het Departement iV, FIT, Toerisme Vlaanderen en de SARiV. De SARiV wordt in de komende maanden ingekanteld in het Departement iVo
Toerisme Vlaanderen FIT (Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen) Strategische Adviesraad internationaal Vlaanderen Totaal (*) Inclusief buitenlandpersoneel.
144.7 177.1 344.6
151.5 166.2 344.4
4.0
4.0
670.4
666,1
C. samenvatti ng kerntaken plan c.1. Aanpak van het kerntakenplan: korte schets ~rtementlV
Mede in het licht van de integratie van VAlS in DiV op 1 april 2014 en anticiperend op een nieuw besparingstraject in de regeerperiode 2014-2019 heeft DiV in maart 2014 zijn organisatiestrategie vastgesteld na een brede consultatie van alle personeelsleden. De kerntaken werden daarbij zorgvuldig tegen het licht gehouden er werd een kader uitgewerkt dat toelaat om bij reductie van personeel en budget weloverwogen en gerichte keuzes te maken. De organisatiestrategie gaat uit van de volgende krijtlijnen:
• • •
•
We zetten in op de versterking van het beleidsdomein iV en op de verbetering van de interne chemie binnen het beleidsdomein We specialiseren ons in de bevoegdheden. sectoren en opdrachten die ons expliciet door regelgeving. beleidsnota 5' of ministeriële beslissingen zijn toegewezen, of waarover we sluitende afspraken hebben gemaakt met andere partners binnen de Vlaamse overheid We geven voorrang aan beleidsdomeinoverschrijdende coördinatie in die gevallen waarin we over de gepaste hefbomen ofinstrumenten beschikken, of waar we een aantoonbare én aanvaarde meerwaarde kunnen realiseren We geven prioriteit aan drie doelgroepen: buitenlandse/internationale overheden en organisaties; vergunningsplichtige ondernemers en particulieren; betoelaagde actoren We gaan voor een nieuwe organisatiecultuur met klemtoon op responsabilisering. innovatie en familiewaarden
DiV heeft zijn kerntaken, zoals gedefinieerd in de managementovereenkomst 2010-2015 met de Vlaamse Regering, getoetst aan de organisatiestrategie. Dit leidde medio 2014 tot een reductie van het aantal kerntaken. Op vraag van het kabinet van de minister-president en conform het regeerakkoord en de beleidsnota buitenlands beleid 2014-2019 worden de leden van de Vlaamse Regering toegevoegd aan de door DiV opgelijste doelgroepen. Het regeerakkoord voorziet in de uitbouw van DiV tot een volwaardig Ministerie van Buitenlandse Zaken. Hieronder valt expliciet het bewaken van de coherentie van het internationaal beleid van de Vlaamse Regering, over alle beleidsdomeinen heen. Dit vergt een versterkte inzet op beleidsdomeinoverschrijdende afstemming en een meer inhoudelijke invulling , van het buitenlands beleid (naast de klassieke belangenbehartiging en de klemtoon op een eerder technische beleidsuitvoering, zoals het aansturen van de instemmingsprocedures met internationale verdragen en het behandelen van subsidiedossiersl. De personeelscapaciteit die vrijkomt door het afbouwen of bijsturen van productieprocessen (cf. infra) zal prioritair hiervoor worden ingezet
2
FIT
De huidige kern processen van FIT zijn rechtstreeks gekoppeld aan de ondersteuning van Vlaamse bedrijven en organisaties in hun internationalisering en aan het aantrekken van buitenlandse investeringen naar Vlaanderen. met als doelstelling de concurrentiepositie van Vlaanderen te versterken. meerwaarde te creëren en te behouden voor de Vlaamse economie. Ze zijn ook gekoppeld aan de opdrachten van het agentschap zoals geformuleerd in het oprichtingsdecreet. In de afgelopen jaren heeft FIT nagenoeg alle kern processen geëvalueerd in het kader van de verschillende besparingsrondes. Er is intensief gewerkt aan de optimalisering van deze processen. onder andere door een doorgedreven automatisering van processen en van dienstverlening. met heel wat efficiëntiewinsten als resultaat. Bijna aan elk kern proces werken personeelsleden uit binnen- en buitenland. wat duidt op een sterke verwevenheid tussen teams in binnen-en buitenland. Elke optimalisering van deze processen heeft dus een effect op binnen- en buitenland. Zowel in het regeerakkoord als in de beleidsnota 2014-2019 wordt de internationalisering van de Vlaamse economie als prioriteit van de Vlaamse Regering genoemd. en bovendien worden een aantal nieuwe beleidsopties geformuleerd. Dat betekent voor FIT dat nieuwe kernprocessen ingevoerd moeten worden en andere versterkt. onder andere voor de uitbouw van een retentiebeleid en de versterking van het instrumentarium voor het aantrekken van buitenlandse investeringen. voor de ondersteuning van de internationale doorgroei van speerpuntclusters. en voor processen m.b.t. toegang tot financiering. Het agentschap ziet mogelijkheden om enkele processen te optimaliseren en zo capaciteit vrij te maken om de nieuwe processen te kunnen uitvoeren. De te optimaliseren processen situeren zich vooral in de vereenvoudiging van het subsidie-instrumentarium en het verstrekken van informatie op maat aan Vlaamse bedrijven en organisaties. Daarnaast zijn ook de locaties en de bestaffing van de kantoren in het buitenland voorheen driejaarlijks en voortaan jaarlijks onderwerp van evaluatie en optimalisering. Het agentschap evalueert de locaties op basis van economische en interne parameters en speelt zo flexibel mogelijk in op nieuwe opportuniteiten in het buitenland. Zo wordt de doelstelling "verdieping van het buitenlands netwerk". zoals voorzien in het regeerakkoord. gerealiseerd.
Toerisme Vlaanderen heeft in 2010 en 2011 een uitgebreide kerntakenoefening gedaan in het kader van het witboek voor de staatshervorming waarbij de binnenlandpromotie voortaan door de lokale besturen wordt opgenomen en Toerisme Vlaanderen zich richt op de internationale toerist en op de Vlaming in armoede. Toeristische vergunningen en de handhaving van het logiesdecreet worden opgenomen door het Departement internationaal Vlaanderen. De managementondersteunende functies zijn ondergebracht in de MOD KB-iV. De weerslag van deze kerntakenoefening is decretaal vastgelegd door het wijzigen van het oprichtingsdecreet van Toerisme Vlaanderen. Voortaan zal de dienstverlening sterker gefocust worden op bestemmingsontwikkeling door een evenwichtigere mix van ·subsidiëring. eigen patrimonium. kwaliteitsadvies en doorverwijzing. en op bestemmingspromotie via vooral B2B en oe. Hierdoor kan de ontwikkeling van onze bestemming en de promotie ervan beter op elkaar worden afgestemd en gaat de aandacht prioritair naar de processen met een hogere ROl (= toeleiding van potentiële toeristen naar Vlaanderen per eenheid van ingezette middelen>.
3
We versterken de volgende productieprocessen: • • • •
Bekendmaken van Vlaanderen als bestemming bij buitenlandse toeristische ondernemers: Bekendmaken van Vlaanderen als bestemming voor zakentoerisme: Bekendmaken van Vlaanderen als toeristische bestemming bij pers: Communiceren naar en converseren met belanghebbenden en internationale toeristen.
Focussen wil zeggen dat de klemtoon van de bestemmingspromotie op deze productieprocessen komt te liggen. Dit betekent niet dat andere processen. zoals het uitvoeren van toeristische promotiecampagnes gericht naar de eindgebruiker. helemaal niet meer kunnen worden uitgevoerd. Zij zullen echter worden beperkt tot die situaties waarbij zij een duidelijke meerwaarde en ROl hebben. De werking van het Steunpunt vakantieparticipatie wordt uitgebreid naar andere doelgroepen die drempels ervaren om van vakantie te kunnen genieten lef. beleidsnota Toerisme). We versterken daarom de processen van het Steunpunt Vakantieparticipatie. Voorts wordt aandacht voor toegankelijkheid. familievriendelijkheid .... in gans de werking ingebed. Om dit mogelijk te maken. bouwen we een aantallen processen volledig af Izie volgend kader) en optimaliseren we een aantal andere. De te optimaliseren processen zijn: • •
•
•
•
Begeleiden van kwaliteitstrajecten bij toeristische ondernemers. waarbij Toerisme Vlaanderen werkt aan een partnerschapsmodel met cofinanciering. Opbouwen en verspreiden van toeristische kennis. waarbij Toerisme Vlaanderen niet langer als kenniscentrum voor de toeristische sector optreedt. maar de klemtoon beperkt wordt tot het verzamelen len verspreiden) van toeristische kennis die hij nodig heeft om de beleidsdoelstellingen optimaal te kunnen uitvoeren. Toekennen van toeristische subsidies. waarbij vooral de subsidies die ad nominatim worden toegekend tegen het licht worden gehouden en het subsidiemechanisme voor de andere subsidies wordt herbekeken om meer te focussen op hefboomprojecten. Uitvoeren van toeristische promotiecampagnes. die worden beperkt en enkel nog ingezet worden als instrument op momenten wanneer dit een duidelijke meerwaarde en ROl blijkt te hebben. Verstrekken van informatie aan toeristen. waarbij de informatieverstrekking aan toeristen met een beperking die naar het buitenland op reis vertrekken. wordt stopgezet.
Conform de beleidsnota wordt een nieuw proces 'Aantrekken van internationale topevents' uitgebouwd. Dit moet ervoor zorgen dat Vlaanderen topevents met internationale uitstraling kan aantrekken. Op die manier kan de doelstelling om de toeristische aantrekkingskracht van de bestemming Vlaanderen vergroten. worden gerealiseerd. Om dit te kunnen realiseren is volgens TVL een herclustering van VTE van DiV. CJSM en Sport naar TVL vereist. met een neutralisatie van de koppen.
4
(.2.
OVerzichtstabel DiV "
I,
,
,j'
. ,!"
'.,
,..
Ini , I
.,.
:'
~::'
,. .'1 .'
I';
,
, " r
.... ., 'T I' '.
"
(Deels) OVer te hevelen naar het lokale bestuursn Iveau Uitvoeren van het kaderdecreet ontwikkelingssamenwerking
Optimalisatie aangewezen Detecteren en screenen van voor de beleidsvoorbereiding relevante omgevi ngsinformatie Ondersteunen van de parlementaire agenda van de ministerlsl Uitvoeren van het programma stagefinanciering Behandelen van niet gereglementeerde financiële dossiers Behandelen van beroepsprocedures Uitvoeren van het logiesdecreet Uitvoeren van de regelgeving m.b.t strategische goederen Aansturen van instemmingsprocedures met internationale verdragen Uitvoeren van Vlaamse verplichtingen in het kader van internationale verdragen
Vatbaar voor afbouw Coördineren en uitvoeren van het project herdenking wereldoorlog I Uitvoeren van het reisbureaudecreet
, '. ,,,I.; "
,-
BrutoVJE .lmpàttOp " ~ioià~1 ." 'VJE 50.59 10.89 10.89 35.63
.
12.5 0.56 0.56 9.87 ;
3.368 2.66 1.15 1.7 0.18 17.825 6.55 IA
1 0.69 0.2 0.25 0.18 2.55 4 0.5
0,8 4.07 3.8 0.27
0.5 2.07 1.8 0.27
Omschrüving hoe de vrügekomen VTE worden ingezet: De vrijgekomen VTE worden gedeeltelijk 17.62 VTE) ingebracht in het besparingstraject. en gedeeltelijk 14.88 VTE) voor de versterking van kerntaken. Dit laatste kadert in de in het regeerakkoord besliste uitbouw van DiV tot een volwaardig Ministerie van BUitenlandse Zaken. met onder meer een dienstverlening aan alle leden van de Vlaamse Regering.
5
0. OVerzichtstabei FIT
,
,
;I';{:~:'
,
.". .
, ,":t
.
..
f
' ,'.,
;" ::.-_.
, ;',
,
::1':
" " --
I ;1[,
"": {'i,. I;!;,:' ,.!;~
BrutóVfE Impact op ; ;'1;iil~1,''I :'T.o,taal.:' \ir{ ,
!II;:'""
,,)
FIT Optimalisatie aangewezen Toekennen van subsidies aan Vlaamse bedrijven ter bevordering van het internationaal ondernemen verspreiden van informatie over Vlaanderen als investeringslocatie via verschillende kanalen (website. publicaties, newsletter, sociale media) en verspreiden van kennis in functie van internationalisering van bedrijven en organisaties gevestigd in Vlaanderen via verschillende kanalen (website, publicaties, newsletter. seminaries, toespraken, sociale media) Verstrekken van informatie op maat, ondersteunen en begeleiden van bedrijven en organisaties gevestigd in Vlaanderen bij hun internationalisering (één subproces is nog voorwerp van onderzoek) Vatbaar voor afbouw Organisatie van persmissies binnen het productieproces "Promoten van Vlaanderen als investeringslocatie en gerichte prospectie van potentiële investeerders " Toekennen van subsidies aan bedrijfsgroeperingen en gemengde kamers (afschaffen van projectfinanciering en invoeren van structurele, financiering) (") Afhankelijk van de uitkomst van het onderzoek m,b,t, een subproces kan 1,5 VTE opleveren, "
I:, -.1 "j .1{
.
'.
,
'~;jlr', 'hf',
95.06
9.8 (*)
67.18
7.5 (*)
7,11
1,5
11.61
2,0
48.46 27.88
4,0 (*) 2.3
24,33
0,8
1,5 3.55 " dit nog bijkomend
Omschrüving hoe de vrügekomen VTE worden ingezet: Niet alle VTE die vrijkomen door optimalisering van processen kunnen ingezet worden voor nieuwe processen, De profielen en de functieniveaus van de vrijgekomen VTE komen slechts gedeeltelijk overeen met de nodige profielen en functieniveaus voor de nieuw in te voeren of te versterken processen, 5,8 vrijgekomen VTE kunnen voor nieuwe processen ingezet worden, De overige 4 VTE zullen ingebracht worden in het besparingstrajecL Eén subproces is nog voorwerp van onderzoek; de potentieel 1,5 VTE die kunnen vrijkomen zouden eveneens in het besparingstraject ingebracht kunnen worden,
6
C.4. OVerzichtstabellVL .
.....
.
,',t "i"
.,
••
.
:.;:",
.
....
'.' ..
..
,
..,
c~>;.n",
•
': .
"
','.
Begeleiden van kwaliteitstrajecten bij toeristische ondernemers Opbouwen en verspreiden van toeristische kennis Toekennen van toeristische subsidies Uitvoeren van toeristische promotiecampagnes Verstrekken van informatie aan toeristen Coördineren van Vlaanderen Vakantieland Ontwikkelen van toeristische beleidsvisies en -plannen Toekennen van toeristische erkenningen Toekennen van toeristische labels Verstrekken van verplichte adviezen
:'1\K'~
,i':' . . :1:,"'. ·,t: ".,;",':
Toerisme Vlaanderen Optimalisatie aangewezen
Vatbaar voor afbouw
:-.<~~
.. ...: ....• ," .Bruto v;fE I~Pi!ct O~,,: 'Totaal '.r· .,V,TE)· .' ",-
51.1 44.2 6.2 9.3 11.3 12.2 5.2 6.9 0.3 0.6 3.3 1.8 0.9
3.9 2.8 0 1 0.9 0.8 0.1
1.1 0.1 0.1 0 0.2 0.7
omschrijving hoe de vrügekomen VTE worden ingezet: Gelet op de beslissing om de koppen besparingen te realiseren zonder naakte ontslagen. zal TVL de vrijgekomen VTE maximaal heroriënteren naar de projecten en productieprocessen waarmee de beleidsdoelstellingen. vermeld in de beleidsnota Toerisme. worden gerealiseerd. Op die manier worden zowel de beleidsdoelstellingen als de besparingsdoelstellingen gerealiseerd.
Elndtotààllnternatlonaal Vlaandèren
196.75
26.2
7
D. Toetsing van het kerntaken plan aan het globaallcader dat bijdraagt tot een resultaats- en
klantgerichte overheid In uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering van 20 maart 2015 werden de kerntakenplannen van DiV, FIT en TVL getoetst aan de principes m.b.t. een resultaat- en klantgerichte oriëntering van de beleidsinstrumenten. Concreet gaat het om eigen dienstverlening, regelgeving, handhaving en inspectie, vergunningen/erkenningen en subsidies. Voor elk van de genoemde instrumenten worden concrete voorbeelden opgelijst.
Eigen dienstverlening Bijsturing van het logiesdecreet
.Regelgeving Bijstu ri ng van het logi esdecreet (DM Afhandeling van de laatste dossiers in uitvoering van het opgeheven reisbureaudecreet (DiV) Opmaak van een kaderdecreet buitenlands beleid (vereenvoudiging van de instemmingsprocedure met gemengde verdragen) (DiV) Mogelijke bijsturing van het wapenhandeldecreet in functie van de evaluatie in het voorjaar van 2016 (DM Aanpassing regelgeving m.b.t. beroepsprocedures tegen door TVL beheerde subsidiemechanismen (Raad van State i.p.v. administratief beroep) (DiV)
Handhaving en Inspectie Bijstu ri ng van het logi esdecreet (DM Stopzetting van de behandeling van uitvoerdossiers die niet-vergunningsplichtig zijn, maar die door de douane aan dé dienst Controle Strategische Goederen voor technisch onderzoek worden overgemaakt (DM 8
Mogelijke bijsturing van het wapenhandeldecreet in functie van de evaluatie in het voorjaar van 2016 (DiV)
. Vergunningen/erkenningen Bijsturing van het logiesdecreet (DiV) Mogelijke bijsturing van het wapenhandeldecreet in functie van de evaluatie in het voorjaar van 2016 (DiV) Erkenningen door Toerisme Vlaanderen evalueren en afbouwen; relevante erkenningen overdragen aan andere entiteiten; aandacht hebben voor mogelijke bijwerkingen zoals de koppeling van steun aan bepaalde erkenningen; de gidsenwerking wordt verder afgebouwd (TVU Afbouwen van de labeling door Toerisme Vlaanderen. of gefinancierd via Toerisme Vlaanderen; en in dialoog gaan met de belanghebbenden opdat zij dit zelf organiseren waar zij dit een meerwaarde vinden (TVU Afbouw van verplichte stedenbouwkundige adviezen in het kader van de regelgeving ruimtelijke ordening. Dit kan volgens TVL beter bij andere entiteiten (Ruimte Vlaanderen 7 DiV 7) worden ondergebracht (TVU.
Subsidies Opmaak van een kaderdecreet buitenlands beleid (stroomlijnen van de subsidievoorwaarden; prioritering van de financiering aan multilaterale organisaties) (DiV) Digitalisering van de subsidieaanvragen voor het internationaal stagefinancieringsprogramma. gekoppeld aan een budgettair implementatieplan (DiV) Overheveling van de kredieten voor gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking naar het Gemeentefonds (DiV) vereenvoudiging van het subsidie-instrumentarium voor Vlaamse bedrijven (FIT) Stopzetten van projectfinanciering voor bedrijfsgroeperingen en invoeren van structurele financiering voor beperkt aantal partners (FIT) Optimalisering van diverse subsidie-instrumenten; her bekijken van de ad nominatim subsidies; meer inzetten op hefboomprojecten; bijstellen van het ondersteunend instrumentarium voor Toerisme voor Allen (TVU
Entiteits- en beleidsdomeinoverschrijdende samenwerking DiV. FIT en TVL zetten in op een doorgedreven samenwerking tussen de entiteiten van het beleidsdomein door onder meer: de uitbouw van het Expertisecentrum Buitenlands Netwerk voor de operationele dienstverlening aan het uitgebreide kantorennetwerk in het buitenland; de identificatie van gemeenschappelijke beleids- en organisatorische initiatieven op basis van een analyse van de drie ondernemingsplannen. Het beleidsdomein iV zet in op doorgedreven beleidsdomeinoverschrijdende samenwerking door onder meer; het aansturen van het Strategisch Overlegorgaan Internationale Aangelegenheden en de werkgroep EU-handelsbeleid; . het coördineren en aansturen van de Europese standpuntbepaling voor alle beleidsdomeinen via de Algemene Afvaardiging van de Vlaamse Regering bij de EU;
9
het detecteren en signaleren van opportuniteiten voor de Vlaamse overheid en voor andere Vlaamse actoren via het uitgebreide internationale kantorennet van het beleidsdomein; het ontwikkelen van een coherente internationaliseringsstrategie voor de Vlaamse overheid; het bewaken van de internationale beleidscoherentie van de Vlaamse overheid via de uitbouw van een volwaardig Vlaams Ministerie van Buitenlandse Zaken; de samenwerking tussen FIT en het agentschap AIO en het beleidsdomein EWI inzake: o het begeleiden van investeringsdossiers van buitenlandse investeerders; o het ondernemingsloket; o het begeleiden van Vlaamse bedrijven in toegang tot financiering. De strategie voor het aantrekken van investeringen van FIT op basis van kloofanalyses is volledig gelinkt aan de slimme specialisatiestrategie en het clusterbeleid van de Vlaamse overheid. de samenwerking van FIT met strategische onderzoekscentra en clusterorganisaties in investeringspromotie in het buitenland en in strategische partnerschappen. de uitbouw van één gezamenlijke economische internationaliseringsstrategie en strategische partnerschappen van FIT met onder andere overheidspartners die actief zijn op het vlak van economische internationalisering: agentschappen, departementen en lokale besturen. In de toekomst kunnen de Vlaamse middelen voor economische internationalisering aan deze gezamenlijke strategie worden gekoppeld.
E. Verhouding van de Icemtakenoefening tot de personeelsbesparingen Het beleidsdomein iV moet tegen 31 december 2019 in totaal 79 koppen besparen ten opzichte van de nulmeting van 30 juni 2014 Icijfers aangeleverd door AgO). Entiteit
Te besparen
DiV FIT TVL SARiV
-18
-39 -22
-
Te behalen totaal op 31 decem ber 2019 154 331 170 4
De VTE die vrijkomen door het afbouwen, optimaliseren of decentraliseren van kernprocessen worden direct 1= niet-vervanging van vrijwillige uitstroom op deze processen) of indirect (= vervanging van vrijwillige uitstroom van personeelsleden op de kernprocessen en projecten door personeelsleden van de te optimaliseren en af te bouwen processen) gebruikt om de besparingsdoelstellingen te behalen. Aangezien de kerntakenplannen uitgaan van de basisrekeneenheid "bruto VTE" en de personeelsbesparingen van de basisrekeneenheid "kop", kunnen de vrijgekomen VTE niet eenduidig worden doorvertaaid naar aantal koppen. Zoals hoger vermeld, nemen DiV, TVL, FIT en SARiV in belangrijke mate hun managementondersteunende dienstverlening af van de MOD, die zich organisatorisch situeert in het horizontale departement KB. Aangezien de entiteiten van het beleidsdomein op verschillende tijdstippen tussen 2006 en 2014 personeel hebben overgedragen naar de MOD, moet worden bekeken op welke wijze de vooropgestelde efficiëntiewinsten van de opschalingsoperatie ook naar hen kunnen terugvloeien.
10
\
~\~\\ Vlaams~ 'l~
overheid
\
KERNTAKEN PLAN ECONOMIE. WETENSCHAP EN INNOVATIE ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
A Context Het beleidsdomein Economie. Wetenschap en Innovatie is een beleidsdomein in transitie. conform het Vlaams Regeerakkoord. Zo wordt voorzien dat het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) zal fusioneren met het Agentschap Ondernemen (AO) en met het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen (FWO). De taken worden volgens inhoud verdeeld onder de twee entiteiten die de opdrachten van het IWT erven. Na de fusieoperatie per 1/1/2016 zullen deze entiteiten omgevormd zijn tot het Agentschap Innoveren en Ondernemen (AIO) en FWO (buiten het toepassingsgebied van het kerntakenplanl. Ook de Herculesstichting zal samengaan met het FWO. beiden buiten het toepassingsgebied van het kerntakenplan. De transitie kent ook zijn effecten als gevolg van de zesde staatshervorming. Volgende bevoegdheden werden overgeheveld naar het Agentschap Ondernemen (vanaf 1/1/2016 Agentschap Innoveren en Ondernemen): Kredietbemiddeli ng Handelsvestigingsvergunningen Toegang tot het beroep Afwikkeling steunpuntenwerking participatiefonds
B. Structuur van het beleidsdomein op 30/6/2014 bestond het beleidsdomein Economie. wetenschap en Innovatie uit volgende entiteiten die onder toepassingsgebied
van
het kerntaken plan vallen:
Departement EWI Agentschap Ondernemen Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie Plantentuin Meise
Departement EWI
108.4*
106.41*
Agentschap Ondernemen
230.1
239.23** SHI
Ag.
voor
Innovatie door Wetenschap en Technologie
Plantentuin Meise
114.4
110.64***
139.03
134.7
linc!.
6'"
I Totaal
591.93 I 590.98 * Deze cijfers zijn inclusief 46 VTE van de MOD die ondergebracht is bij het departement maar ook werkt voor andere entiteiten (WSE. AO. IWT. Plantentuin. Syntral. I
**De toename is een gevolg van de overdracht van personeel ten gevolge van 6d' staatshervorming (6.25 VTE). aanwerving van projectmedewerkers (2 VTE) en de wijziging in arbeidsregime (stopzetten (deeltijds) onbetaald verlofl. Het totaal aantal koppen is gereduceerd. rekening houdend met het feit dat de overdracht van personeel ten gevolge van 6d' SH koppenneutraal is.
i
*** zie verder in de tekst onder punt "E. Verhouding van de kerntakenoefening tot de personeelsbespari ngen".
C. Samenvatting kerntakenplan Het kerntakenplan van het beleidsdomein Economie. Wetenschap en Innovatie omvat een aantal taken die geïdentificeerd werden als "af te bouwen" of "te optimaliseren". Taken die worden afgebouwd zijn bijvoorbeeld de Groene Waarborg en subsidies aan designers in het kader van de werking van Design Vlaanderen omdat uit evaluatie bleken dat deze ondoelmatig waren. Andere taken worden dan als "te optimaliseren" bestempeld zoals bijvoorbeeld de actieve vertegenwoordiging in diverse gremia (reductie met 20%). de huidige generatie Steunpunten. het Nieuw Industrieel Beleid en het uitzuiveren van overlappende financieringssystemen. Andere taken werden dan weer verschoven tussen entiteiten binnen bijvoorbeeld het Nieuw Actieplan Ondernemerschap.
het beleidsdomein zoals
In het kader van de te versterken activiteiten wordt er bijvoorbeeld een alternatief uitgewerkt voor de Steunpunten. wordt er versterkt ingezet op onder meer het economisch en innovatie" instrumentarium. de uitbouw van het kenniscentrum voor economie. wetenschap en innovatie en het optimaliseren onthaal bezoekers Plantentuin Meise .... In het kader van de fusie van het IWT met het Agentschap Ondernemen (en het Fonds Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen. maar valt buiten het toepassingsgebied van deze .oefening). worden de bedrijfsgerichte processen van het IWT geïntegreerd en verder geoptimaliseerd door het nieuwe Agentschap Innoveren en Ondernemen. Deze optimalisatie situeert zich voornamelijk rond de steun" en dienstverlenende processen van een vernieuwd starters" en kmo-beleid. het vernieuwde clusterbeleid en de versterking van de internationalisering van het innovatiebeleid.
2
',;"
"".
'I"
.';
,
,.
"
"
!~;,
,
~
IAgentschap Ondernemen
," "
;:;w
-1 ,.
,;:n
" 'Bruto:vrE:'i"otàaJ ' Imoact,oovrE
Optimalisatie aangewezen Design Promotie Directe steun verlenen incl. controle ervan Flankerend en transversaal beleid (milieu,energie, intelI. eigendom, .. I
109;12
5
109.12
5
12.79
1
39
0
9,95
1
7
0
40.38
3
Nieuw Industrieel beleid ondersteunen Ondernemerscha~
ondersteunen
De 5 VTE die vrijkomen door afbouw of optimalisatie worden ingezet om de fusie tussen het Agentschap Ondernemen en het IWT vorm te geven enerzijds en om de nieuwe bevoegdheden waarvoor niet of onvoldoende personeel door de federale overheid wordt overgedragen, uit te oefenen anderzijds. Hierbij wordt gedacht aan onder andere de kredietbemiddeling, de handelsvestigingenvergunningen. toegang tot beroep en de afwikkeling van de steunpuntwerking partici patiefonds.
l!i::;~~:I,,"I';'!'" 1"'1 , "~il~inl , ,.'l!' ' '1"1'",i, ,i:;I:lill~IJ:;:! i,,', :lr~j~iilllf":il'I~L ',J;::(l!: '" I'' ' 'I> 'I;", .il' r:I'::,
;'\11:1::
DEWI Optimalisatie aangewezen 1. Stimuleren van wetenschap. innovatie en creativiteit 1.1 DEWI draagt bij tot een goed uitgebouwd(el o nderzoek(si nfrastru ctu u r) 1.2 DEWI beantwoordt maatschappelijke uitdagingen actief 1.3 DEWI maakt een Vlaams actieplan voor onderzoekers op en voert het uit lA DEWI werkt een beleidsvisie en actieplannen wetenschapscommunicatie uit 1.5 DEWI sluit convenanten, overeenkomsten met actoren onderzoek en innovatie af en volgt die op 2. DEWI zet in op de voorbereiding, monitoring en evaluatie van het beleid en ontwikkelt zich als een kenniscentrum voor economie, wetenschap en innovatie 3. Vlaanderen op het vlak van Economie, wetenschap en innovatie internationaal op de kaart zetten
~~I;
_;i~tli~"A; :,"(;,,; ,I"
'
;11;1\ 1 ;1r;~,,;
.;
:'7
:,-'î;)! ,,'li!i~)
W,'; 1>.,r -!l1,h :>-"AJ,j hl\k)îl~VTEI>!": \ ,!\#!k'Vl Bruto ,vrEiTotaal, Im'~p~;:' act::o 4.63 35.4. .;'11"h'
35.4
4.63 0 0,2
3,15 2,95
004
0.3
0
'1}
0.5
0.7
0
20.7
1,39
5,9
2,14
De 4,63 VTE die theoretisch vrijkomen door afbouw of optimalisatie worden ingezet om enerzijds de natuurlijke uitstroom op te vangen via interne verschuivingen en anderzijds ingezet op te versterken taken zoals bijvoorbeeld het optimaiiseren van het economisch en innovatieinstrumentarium, verdere uitbouw van het kenniscentrum voor economie. wetenschap en innovatie, het uitvoeren objectieve en kwaliteitsvolle evaluaties in functie beleidsaanbevelingen en de coördinatie en proactieve werking van het EU-Platform,
van
3
.. ,
,
, ..... ,
IWT
.
,
:~.
:'
'J'
,
"
.,-,
Optimalisatie aangewezen (Doctorale) Baekeland mandaten (Postdoctorale) innovatiemandaten Aanmoediging van deelname aan Europese en internationale onderzoeksprogramma's en uitvoering van EEN-project Ad hoc ondersteuning, proeftuinen, etc
t
f:' _
"t:
Bruto vTE.Totaal 'li'npa'ct,opVTE 92.7 7.6 92.7 7.6 0,9 0,6
0 0
5.7 5.3 6,9 18,2 1,6
0
Doctoraatsbeu rzen - strategisch basisonderzoek
3,6
lO 0 3.6 0 ' 1,0
Innovatief Aanbesteden
1,6 4,5
0 0
4,9 12,6
0 0 0 0
Administratieve ondersteuning dienstverlening Administratieve ondersteuning steunverlening Coördinatie innovatiecentra en VIN
Projecten Lichte Structuren Steun aan ERA-netten en andere EU initiatieven via art 185 en art 187 en EUREKA Steun aan KMO-projecten en Sprint projecten Steun aan landbouwtrajecten
l3 11.7 4.7
1.0
Steun aan VIS-projecten
1.3 1,8
lO 0
TETRA-fonds
l,S
0 0
Steun aan 0&0 projecten uit het bedrUfsleven (incl Icon) Steun aan Strategisch BasisOnderzoek steun aan Toegepast Biomedisch Onderzoek met een primair maatschappelijke finaliteit (TBM)
Verificatie
4
In het kader van de aankomende fusie van het IWT met het Agentschap Ondernemen (en het FWO hier buiten beschouwing gelaten), worden de bedrijfsgerichte processen van IWT geïntegreerd en geoptimaliseerd, De verdere optimalisatie van de steun- en dienstverlenende processen wordt gekaderd in een vernieuwd starters en kmo-beleid, het vernieuwde clusterbeleid en de versterking van de internationalisering van het innovatiebeleid, De toewijzing van beschikbare VTE volgt uit de noodzakelijke versterking van de ondersteuning en uitvoering van het clusterbeleid en internationalisering,
, ." '"
,
' 'l,"
,
'1:;, j1-, ~J ";'.,k '\;'~; ~ ~F11! ',,I .':,~i;;,! , !rp "E:i;i~!,',,!,;!;~!t!;:: ',;1 , ; '':W!:'l' :,., , lil' : ": ,Bruto:vrETotaal/!]";l ,\ Impact:opVTE ~~ I
Plantentuin Melse QQtlmalisatle aangewezen Bezoekers onthalen Facility
De afbouw van 5,5 VTE op facility wordt gerealiseerd personeelsleden die uitstromen door pensionering,
!~:J
':43;58
43.58 8.7 34,88
-"j),
'
;,
'
i
5.5 5.5 0 5.5
door het niet vervangen van
4
','
Eindtotaal Economie. wetenscha en Innovatie
,,'
'(':,
,
,"
,,';
BrûtO)'TE Tótaàlf. ,Irn 280.8
D. Toetsing van het kerntakenplan aan het globaal kader dat bijdraagt tot een. • resultaats- en klantgerichte overheid •
Het kerntaken plan van het beleidsdomein Economie. Wetenschap en Innovatie wordt hieronder getoetst aan de 5 principes van het globaal kader dat bijdraagt tot een meer resultaats- en klantgerichte overheid.
Eigen dienstverlening De dienstverlening die verzorgd wordt vanuit het beleidsdomein EWI richt zich tot verschillende doelgroepen: van het grote publiek tot ondernemingen en onderzoekers, en heeft verschillende opdrachten van louter informeren tot advies verlenen. Zo is er het Flanders Research Information Space-programma dat alle informatie over publiek gefinancierd onderzoek digitaal ontsluit. de betrokkenheid van innovatie en ondernemer stakeholders bij alle processen van het Agentschap Ondernemen via een sterk Vlaams Innovatie/Ondernemers Netwerk. de aanmoediging van onderzoekers en ondernemers om deel te nemen aan Europese en Internationale onderzoeksprogramma's en het uitbouwen van een museale. toeristische en educatieve activiteiten naar het grote publiek.
Regelgeving Beleidsdomein EWI zet in op kwaliteitsvolle regelgeving door zorgvuldige begeleiding en ondersteuning van regelgevende processen onder andere voor subsidies en het opstellen/aanpassen van decreten, besluiten VR voor de beleidsvelden economie. wetenschap en . innovatie. In het kader van de overheveling van nieuw bevoegdheden van de zesde staatshervorming wordt bovendien gekozen voor maximale integratie van het nieuwe decreet integraal handelsvestigingsbeleid in de omgevingsvergunning.
Handhaving en inspectie Handhaving en 'inspectie gebeuren voornamelijk ter controle van subsidies of handhaving van subsidiesystemen. In het verleden werden diverse initiatieven genomen om controleprocessen zo efficiënt mogelijk te maken via bijvoorbeeld een nieuw kostenmodel. Ook de subsidiesystemen worden nader bekeken om te komen tot synergiën en meer gestroomlijnde inspectie.
5
Vergunningen en erkenningen Sinds 1 januari 2015 zijn in het kader van de zesde staatshervorming bevoegdheden overgeheveld waar vergunningen en erkenningen centraal staan. Deze zijn: Getuigschrift ondernemersvaardigheden - Centrale examencommissie Machtiging Beenhouwer - Spekslager Socio-economische vergunning handelsvestiging De processen en instrumenten die hiermee gepaard gaan worden na integratie geëvalueerd op efficiëntie en effectiviteit en aangepast waar mogelijk. Daarnaast wordt een erkenningsstelsel ter ondersteuning van een meer kwalitatieve steuntoekenning bij de kmo-portefeuille opgericht als toegevoegde waarde voor de besteding van overheidssteun. De erkenning voor dienstverlener kmo-portefeuille zoals die momenteel bestaat. wordt behouden en verbeterd op basis van evaluaties.
Subsidies Subsidies vormen voor het departement EWI een belangrijk instrument om de beleidsdoelen te realiseren. De verschillende steunmaatregelen worden geëvalueerd en waar mogelijk vereenvoudigd. Zo wordt er bijvoorbeeld in het landschap van onderzoeks- en innovatieactoren onderzocht waar samenwerking mogelijk is. wordt er gestreefd naar administratieve vereenvoudiging door gecoördineerde verslaggeving. aan departement OVen EWI door de associaties/universiteiten. wordt een optimalisatieoefening georganiseerd om de subsidie "Rente Hinder Openbare Werken" automatisch toe te kennen en worden de instrumenten in het kader van de fusie van AO en IWT onder één dak gebracht en zo veel mogelijk op elkaar afgestemd.
Entlteits- en beleidsdomeinoverschrIjdende samenwerking Binnen het kader van het kerntakenplan en de optimalisatieoefeningen worden binnen het beleidsdomein een aantal horizontale processen georganiseerd onder meer in kader van zesde staatshervorming. inhoudelijke verschuivingen van taken van het departement EWI naar het agentschap Ondernemen en evaluatie en optimalisatie van subsidies & steunmaatregelen. Ook de fusie van het IWT met AO en FWO vraagt een beleidsdomeinbrede aanpak. In de context van onderzoeksinformatie en wetenschapscommunicatie wordt samengewerkt met departement Onderwijs & Vorming en zal verder nagegaan worden hoe synergiën kunnen gecreëerd worden.
6
E. Verhouding van de Icerntalcenoefening tot de personeelsbesparingen Ingevolge de opdracht van de Vlaamse Regering moet tegen 2019 de personeelsomvang van de Vlaamse overheid dalen met 1950 personeelsleden. Door de uitsluitingen die geformuleerd werden voor entiteiten/personeelsleden die niet vallen onder het toepassingsgebied van de generieke besparingsdoelstellingen. is het percentage van het aantal te besparen koppen verhoogd. wat neerkomt op een totaal voor het beleidsdomein EWI op 67. Te weten dat in de legislatuur 2009-2014 het beleidsdomein EWI in totaal al 61 koppen heeft bespaard (zijnde -9.6%. ruim boven de opgelegde -6.5%l, is dit een bijzonder moeilijke opd racht. Door de kerntakenoefening werd het totaal theoretisch te besparen VTE's op -22,73 gebracht. De vrijgekomen VTE's worden ingezet enerzijds op de kernprocessen die dienen versterkt te worden, anderzijds op die processen die verder uitgevoerd dienen te worden maar waarvoor interne verschuivingen nodig zijn door pensioneringen. De fusie van het IWT met het AO en FWO. en de oprichting van de gemeenschappelijke dienstencentra, zullen eveneens een personeelsverschuiving met zich meebrengen. De exacte omvang is nog niet helemaal duidelijk aangezien het proces in volle ontwikkeling is. Van zodra deze transities definitieve vormen aannemen, kan een gedetailleerdere personeelsplanning opgemaakt worden.
7
KERNTAKENPLAN ONDERWIJS EN VORMING ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
A. Context De organisatiestructuur van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming wordt op dit ogenblik hertekend ten gevolge van de opeenvolgende beslissingen van de Vlaamse regering over de beperking van het aantal entiteiten binnen de Vlaamse administratie. Op 20 september 2013 besliste de Vlaamse regering om het Agentschap Onderwijscommunicatie te integreren in het Departement Onderwijs en Vorming.
voor
De Vlaamse Regering keurde op 12 december 2014 de conceptnota goed over de fusie tussen het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen (AHOVOS) en het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (AKOV). Deze fusie is nog lopende.
B. Structuur van het beleidsdomein Op 30 juni 2014 bestond het beleidsdomein Onderwijs en Vorming uit de volgende entiteiten: -
Departement Onderwijs en Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en Studietoelagen Agentschap voor Kwaliteitszorg Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs.
Deze entiteiten vallen onder het toepassingsgebied van het kerntakenplan en beschikten over juni 2014 over volgend aantal bruto VTE1: Entiteit Departement Onderwijs en Vorming excl MOD en EPOS MOD EPOS vzw Agentschap voor Onderwijsdiensten Agentschap H Ond., Volwassenenond. en Studietoel.
Bruto VTE over juni 2014 220,6 93,9 23 392,3 189,7
1 In de cijfers, zoals te vinden op de website van bestuurszaken, zijn de personeelsleden van de vzw EPOS mee opgenomen. Dit zijn echter geen personeelsleden van het departement. Op het managementcomité Onderwijs en Vorming van 30 januari 2015 werd beslist dat de MOD in toekomst onder een aansturingscomité zal vallen en niet langer onder het DOV. Deze personeelsleden moeten ook in mindering worden gebracht. Het totale bruto VTE van het departement is dus 220,6.
1
Agentschap voor Kwaliteitszorg Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs Totaal
57,5 63,3 1040,3
Het beleidsdomein Onderwijs en Vorming bestaat vandaag uit de volgende entiteiten, met vermelding van het aantal bruto VTE over april 2015: Entiteit Departement Onderwijs en Vorming MOD EPOS vzw Agentschap voor Onderwijsdiensten Agentschap H Ond., Volwassenenond. en Studietoel. Agentschap voor Kwaliteitszorg Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs Totaal
Bruto VTE april 2015 213,9 81,4 19,9 374,3 182,6 (*) 56,3 61,5 989,9
over
(*) Ingevolge seizoensgebonden functies bij de afdeling Studietoelagen (tijdelijke intakers) zijn er in de periode van een kalenderjaar schommelingen van het BVTE.
C. Samenvatting kerntakenplan Op 30 januari 2015 werden de kerntakenplannen van de verschillende entiteiten binnen het beleidsdomein Onderwijs en Vorming, samen met de managementsamenvatting, bezorgd aan het departement Bestuurszaken. Deze kerntakenplannen werden opgemaakt cf. de richtlijnen uit de mededeling aan de Vlaamse Regering van 19 september 2014 (VR 2014 1909 MED.0376/1). De verschillende entiteiten uit het beleidsdomein Onderwijs en Vorming zetten voornamelijk in op de optimalisatie van de huidige werking en kernprocessen. Dit gebeurt door de toepassing van een aantal principes waaronder: 1. radicaal digitaal en verdere digitalisering 2. vereenvoudiging van regelgeving en procedures, vermindering planlast 3. efficiënte interne werking en single audit Deze maatregelen hebben echter niet noodzakelijk een daling van het aantal bruto VTE tot gevolg. Een vereenvoudiging van de regelgeving vergt een aanpassing van de huidige informaticasystemen. Een kritische succesfactor is bijgevolg de aanwezigheid van voldoende ITbudget om de aanpassing van deze systemen mogelijk te maken.
1.
radicaal digitaal en verdere digitalisering We zetten in op verdere digitalisering. Dit gebeurt op de eerste plaats voor processen gericht op burgers en instellingen. Ook in de eigen werking worden in toenemende mate processen gedigitaliseerd. De digitalisering van de werking leidt tot standaardisering, hogere efficiëntie
2
in de uitvoering, snellere procedureafhandeling en maximaal hergebruik van resources en data. M.b.t. de studietoelagen wordt verder ingezet op de automatische toekenning en in afwachting van de realisatie hiervan op de digitalisering van de aanvragen met het oog op de vermindering van planlast voor de burgers. Voor de Examencommissie Secundair Onderwijs betekent dit een verder digitalisering van de examinering die leidt tot hogere kwaliteit in toetsing, kortere inschrijvings- en deelnametermijnen, onmiddellijke resultaatsnotificaties, capaciteitsverhoging, … Binnen AGIOn wordt met een nieuw dossierverwerkingssysteem gewerkt, nl. ALPHA. Er was reeds voorzien dat hierop een vervolg zou komen en nog verder zou worden ingezet op digitalisering. Dit sluit dan ook volledig aan op wat in de beleidsnota vermeld staat m.b.t. de verdere uitbouw van digitalisering. I.k.v. het administratief en geldelijk beheer van de dossiers van het onderwijspersoneel streven we naar een efficiëntere dienstverlening, o.a. door de werking van de reaffectatiecommissie te reorganiseren, door de immatriculatie af te schaffen en te vervangen door rijksregisternummer, door de uitrol van de elektronische salarisbrief en weddenlisting en de digitalisering van de aanvraag van de vakbondspremie.,… De aansluiting op databanken van andere instanties en dus de uitbouw van gegevensuitwisseling zullen leiden tot een efficiënter gebruik van informatie voor scholen en voor de burger. Voor NARIC Vlaanderen is de digitalisering een eerste stap naar snellere procedurebehandeling en dit door digitale indiening van dossiers, snellere (digitale) interactie tussen de betrokken partijen( aanvrager, NARIC, adviesverleners, instellingen, …). De doorgedreven digitalisering van het proces leidt ertoe dat NARIC Vlaanderen erin slaagt om tegelijkertijd efficiëntiewinsten én kwaliteitsverhoging te realiseren. Door de verdere uitbouw van gegevensuitwisseling met andere overheden en met scholen daalt de planlast voor scholen: -
leerlingengegevens via Discimus salarisgegevens aan de vzw ‘Gemeenschappelijke Sociale Dienst – Lokale besturen in Vlaanderen’ uitwisseling loopbaangegevens via Capelo (PDOS) uitwisseling van sociale zekerheidsgegevens met RSZ gegevensuitwisseling met het VAPH i.k.v. de toekenning van Speciale Onderwijsleermiddelen (SOL)
2. vereenvoudiging van regelgeving en procedures, vermindering planlast Een algemene bekommernis is de vermindering en vereenvoudiging van de regelgeving, waarbij de prioriteit ligt op het verminderen van de planlast voor de onderwijsinstellingen. In een eerste fase houdt de vereenvoudiging van de regelgeving echter geen besparing van 3
personeelsleden in. Er moet immers worden geïnvesteerd in het wegschrijven van de overbodige regelgeving. De evaluatie van het volwassenenonderwijs vormt mee de basis voor een hertekening van het landschap, zowel op vlak van organisatie en financiering als op vlak van personeel en omkadering. Daarbij kiezen we voor schaalvergroting en een financieringsmechanisme dat aanbieders noopt tot een rationele aanwending van de middelen. De evaluatie van het financieringsdecreet hoger onderwijs is een vertrekpunt om het systeem aan te passen en transparanter te maken, o.a. door een grondige evaluatie van de puntengewichten. Voorts gaan we op vlak van financiering op zoek naar synergiën met wetenschapsbeleid. In het kader van de studietoelagen zal gestreefd worden naar een vereenvoudiging van de regelgeving die de planlast voor de burgers zal verminderen en voor een optimalisatie van de dossierbehandeling zal zorgen. In het licht van de modernisering van het Secundair Onderwijs is het realistisch dat op korte termijn een volledige herziening van het Curriculum SO zal moeten gerealiseerd worden in de komende jaren. Om dit te realiseren binnen de grenzen van de huidige middelen en met oog op het verminderen van de planlast voor de onderwijssector die dit met zich meebrengt, zal het curriculumteam samen met het Departement Onderwijs en Vorming de procedure voor de totstandkoming van einddoelen vereenvoudigen en stroomlijnen. Een efficiënte procedure is prioritair om dit beleid binnen de vooropgestelde tijd te realiseren De ontwikkeling van onderwijskwalificaties vormt een grote uitdaging. Het aantal dossiers neemt toe. De administratieve werking en procedure zal daarom worden geoptimaliseerd. Doelstelling is om de stijgende volumes op te vangen met dezelfde middelen. Dit vergt ook aanpassing aan niveauregelgeving. Meer uniformiteit over de onderwijsniveaus heen is hiervoor noodzakelijk. Planlastverlaging wordt ook bereikt door de overname van de sociale en fiscale werkgeversverplichtingen van schoolbesturen zoals de Aangifte Sociaal Risico (ASR) en de elektronische aangifte van arbeidsongevallen bij het Fonds voor Arbeidsongevallen.
3. efficiënte interne werking en single audit Ook binnen de eigen werking van de entiteiten worden processen herbekeken en hertekend, al dan niet via digitalisering. Een aantal kernprocessen i.v.m. beleidsvoorbereiding en –implementatie geoptimaliseerd worden of moeten integendeel versterkt worden: -
kunnen
beleidsvoorbereiding/opstellen van visiedocumenten, beleidsadviezen en regelgeving: verminderen van het aantal voorbereidende documenten. Hierbij zal gestreefd worden naar het opstellen van één omvattende conceptnota, i.p.v. meerdere visiedocumenten. Dit zal het beleidsvoorbereidend proces ook versnellen. Het DOV zal efficiënter investeren in de voorbereiding van de CAO’s en probeert dat proces te versnellen, zonder draagvlak 4
-
-
-
-
te verliezen. De beleidsnota geeft aan dat onderwijs zich meer moet richten op haar kerntaken en niet in alle maatschappelijke aspecten moet investeren. Daarom wordt de ondersteuning voor educaties zoals bijvoorbeeld milieueducatie of verkeerseducatie, afgestemd op de beleidsprioriteiten. implementeren van het beleid: toekennen en opvolgen van subsidies, toelagen, projecten en beurzen: Het aantal subsidies wordt gereduceerd op basis van de meerwaarde ervan voor onderwijs en onderwijsbeleid. Ook zullen afspraken gemaakt worden over het inzetten van subsidies over de beleidsdomeinen heen. Het DOV staat niet langer in voor de uitbetalingen van de internationale beurzen in het kader van samenwerkingsovereenkomsten. implementeren van beleid via communicatie-initiatieven of andere beleidsinstrumenten en beantwoorden van vragen en klachten: Het aantal studiedagen en evenementen wordt gereduceerd op basis van de beleidsprioriteiten. De communicatie over (nieuwe) regelgeving wordt gestroomlijnd zowel in de vorm als in de plaats waar ze wordt aangeboden in functie van de beleidsprioriteiten. De huidige beschikbare instrumenten: Edulex; lerarendirect, schooldirect, omzendbrieven, individuele vragen aan de minister, VLAREG mededelingen en signaal enz… worden geoptimaliseerd en gerichter ingezet. Het DOV beperkt zich tot de essentie in het beantwoorden van parlementaire vragen. Bij Klasse worden volgende activiteiten stopgezet: Yeti (magazine en online), Maks (magazine en online), magazine voor ouders en de leerlingenkaart. Volgende activiteit wordt geoptimaliseerd: gedrukt magazine (4 publicaties ipv 8). Daarnaast wordt sterker ingezet op de online communicatie naar leraren. vertegenwoordiging op internationale fora. We blijven participeren aan de beleidsvoorbereiding in het kader van de Europese Unie, de OESO, de Raad van Europa en Unesco. Voor het afsluiten en opvolgen van de bilaterale akkoorden doen we een beroep op Departement Internationaal Vlaanderen.. kennisbeleid, incl. ontwikkelen, coördineren en onderhouden van databanken, informatieuitwisseling en verstrekking: Het kenniscentrum en de informatierijke omgeving worden verder uitgebouwd en er wordt actief ingezet op beleidsevaluatie (incl. de nulmetingen), monitoring en indicatoren. Daarnaast wordt binnen dit proces de participatie in de werkgroepen van adviesraden beperkt op basis van duidelijke prioriteiten en afspraken met de agentschappen.
Processen worden in toenemende mate gedigitaliseerd. De digitalisering van de werking leidt tot standaardisering, hogere efficiëntie in de uitvoering, snellere procedureafhandeling en maximaal hergebruik van resources en data. Er zal ingezet worden op een optimalisering van de werking van de Raad voor Beslissingen inzake Studievoortgangsbetwistingen en de Controle op het hoger onderwijs. Ten aanzien van de Raad zal onderzocht worden hoe de exponentiële stijging van het aantal dossiers beheersbaar kan gehouden worden. De Controle op het hoger onderwijs dient herbekeken te worden in het licht van het Single Auditprincipe. Ook de controle op de aanwending van de aan scholen toegekende middelen zal worden herzien, o.a. n.a.v. het rapport van het Rekenhof over de werkingsmiddelen leerplichtonderwijs.
5
Voor NARIC Vlaanderen bieden het nieuwe beleidskader en de nieuwe mogelijkheden van de digitalisering de deur naar een nieuwe fase in de gelijkwaardigheidsbepaling. De effectieve uitbouw van automatische gelijkwaardigheid van diploma’s wordt een stuk realistischer. Een verdere verfijning van de procedures en een intensieve afstemming met partnerlanden zullen tot grote efficiëntiewinsten leiden en dit zowel voor de burger die een gelijkwaardigheid aanvraagt, als de overheid die hiertoe kan overgaan tot een zeer snelle beoordeling en beslissing. Wat betreft de taaltoetsen wordt gestreefd naar een vermindering van het aantal toetsen door deze toetsen op te nemen in het curriculum van de lerarenopleiding of door de volledige integratie in bestaande structuren. Door de fusie van AKOV met AHOVOS tenslotte zullen organisatorische efficiëntiewinsten gerealiseerd worden bij de interne werking, met name door schaalvoordelen, sterke management- en managementondersteunende processen en een sterke samenwerking tussen teams en afdelingen. Onderstaande tabel bevat een overzicht van de processen die zullen worden geoptimaliseerd of eventueel overgeheveld naar het lokale niveau. Er wordt steeds vermeld hoeveel bruto voltijdse equivalenten op dit moment aan deze taken werken. Bruto VTE Totaal AGION Het kerntakenplan van Agion bevat geen processen die vatbaar zijn voor afbouw, optimalisatie of overheveling AgODi (Deels) Over te hevelen naar het lokale bestuursniveau Met de lokale overlegplatforms de onderwijsverstrekkers en andere stakeholders op een structurele wijze betrekken bij de ontwikkeling van en stimuleren van meer gelijke onderwijskansen Optimalisatie aangewezen Administratief en geldelijk beheer dossiers onderwijspersoneel Ondersteunen van ouders en leerlingen, versterken van het beleidsvoerend vermogen van scholen en de professionalisering van de schoolleiding en de schoolsecretariaten Controle op correcte aanwending van de toegekende middelen Verificatie leerlingengegevens in functie van financieringswet, omkadering en toelagen en inschrijvingsgeld DKO AHOVOS Optimalisatie aangewezen Controle Hoger Onderwijs Toekennen eretekens Het toekennen van premies aan cursisten uit het VWO Beheer Personeel uit het hoger onderwijs en volwassenenonderwijs
Impact op VTE 0
0 274,00 2,84
0
2,84 271,16 160,40
1 21,7 12,83
76,66 4,04
6,14 0,33
30,06 170,75 170,75 29
2,40
0,8 30,11
1
11,3 2,5 0 0,4 2 6
Financiering en subsidiëring instellingen uit het hoger onderwijs en het volwassenenonderwijs Beheer aanbod, organisatie en inschrijvingen Betalen studietoelagen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangs-beslissingen AKOV Optimalisatie aangewezen NARIC-Vlaanderen: erkennen van de gelijkwaardigheid van buitenlandse studiebewijzen NARIC-Vlaanderen: professionele erkenning van onderwijsdiploma’s (EER- leerkrachten) Examencommissie Secundair Onderwijs en Basisonderwijs Curriculum: Ontwikkelen en bijsturen van ontwikkelingsdoelen en eindtermen (basisonderwijs, secundair onderwijs, volwassenenonderwijs, basiseducatie), van opleidingsstructuren (leren en werken) en van basiscompetenties (deeltijds kunstonderwijs, lerarenopleiding) Curriculum: Opvolgen van peilingsonderzoek naar het bereiken van eindtermen in het basis- en secundair onderwijs Coördinatie van de taaltoetsen voor onderwijspersoneel in Vlaanderen (validering & advisering) DOV Optimalisatie aangewezen beleidsvoorbereiding: opstellen van visiedocumenten, beleidsadviezen, regelgeving implementeren van het beleid: toekennen en opvolgen van subsidies, toelagen, projecten en beurzen implementeren van beleid via communicatie-initiatieven of andere beleidsinstrumenten en beantwoorden van vragen en klachten vertegenwoordiging op internationale fora Eindtotaal Onderwijs en Vorming
14,69 8,77 85,38 2 28,25 28,25
1 0,6 4,8 0
18,65
2
0,4 4,95
0,1 0,5
3,75
0,5
0,5
0
0 102,6 102,6
0 13,9
25,15
3,41
11,55
1,56
61,65 4,25 338,54
8,35 0,58 51
3,1
De onderwijsinspectie is niet gevat door de kerntakenplannen maar werkt momenteel aan een bijsturing van haar manier van werken (Inspectie 2.0.). Dit zal een minimale impact hebben op het ambtenarenapparaat.
D. Toetsing van het kerntakenplan aan het globaal kader dat bijdraagt tot een resultaats- en klantgerichte overheid Cf. de mededeling aan de Vlaamse Regering van 20 maart 2015 (VR 2015 2003 MED.0149/1) werden de kerntakenplannen van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming getoetst aan het globaal aanvullend kader zoals opgenomen in de nota van het voorzitterscollege aan de kernministers van de Vlaamse Regering van 27 februari 2015. 7
De nota van het voorzitterscollege onderscheidt vijf thema’s of beleidsinstrumenten: 1. 2. 3. 4. 5.
eigen dienstverlening door de overheid, rechtstreeks aan de burger en aan organisaties regelgeving handhaving en inspectie vergunningen en erkenningen subsidies
Niet alle beleidsinstrumenten worden door elk van de entiteiten gebruikt. Zo reiken AGIOn en het Departement geen vergunningen of erkenningen uit en hebben AGIOn en het departement geen afzonderlijke kernprocessen i.k.v. handhaving en inspectie.
Eigen dienstverlening door de overheid, rechtstreeks aan de burger en aan organisaties De kerntakenplannen van de verschillende entiteiten komen tegemoet aan de principes uit de nota van het voorzitterscollege. Het debat over welke dienstverlening door welke actor moet worden uitgevoerd is in se al gevoerd binnen het onderwijs. De Vlaamse overheid richt zelf geen onderwijs meer in. Een verdere vermarkting van de kernprocessen is niet wenselijk. Heel wat dienstverlening is gebaseerd op privacygevoelige databanken, waar de overheid voorzichtig mee moet omspringen. De veilige omgeving die de overheid kan bieden, maakt een koppeling aan andere grote databanken mogelijk en leidt tot efficiëntie. De investering in IT kan op die manier ook binnen de perken worden gehouden. Daarnaast voorziet het regeerakkoord in een eventuele overheveling van de Lokale Overlegplatforms naar de lokale besturen, zodat gemeenten – indien gewenst – hun regierol i.k.v. lokaal onderwijsbeleid ten volle kunnen opnemen. Wat het flankerend onderwijsbeleid betreft, is deze overheveling vanuit het departement gebeurd. De betrokken VTE werden op de versterking van andere kerntaken ingezet. Het feit dat het beleidsdomein voor een aantal kernprocessen een monopoliepositie inneemt, verplicht het beleidsdomein ertoe om de dienstverlening op een hoog kwalitatief niveau uit te bouwen. Verschillende entiteiten zetten dan ook verder in op een versterking van hun dienstverlening door een verdere digitalisering van bepaalde kernprocessen of door maatregelen die de planlast en regeldruk vermindert voor burgers en organisaties. Voor AHOVOS / AKOV verwijzen we hier o.a. naar: -
Het zetten van verdere stappen in de automatische toekenning van studie- en schooltoelagen; Het versterken en verder uitbouwen van databanken voor hoger onderwijs en volwassenenonderwijs, die enerzijds kunnen gebruikt worden in het kader van de beleidsvoorbereiding en –evaluatie, en die anderzijds ook een meerwaarde betekenen voor de onderwijsinstellingen zelf (informatierijke omgeving, kenniscentrum) én voor derden (bv. de interface vanuit de databank Hoger Onderwijs naar Famifed,
8
-
waardoor kinderbijslagfondsen geen gegevens over deelname aan het hoger onderwijs moeten opvragen aan burgers); Het lopende digitaliseringstraject inzake gelijkwaardigheid van buitenlandse diploma’s; De digitaliseringsprojecten binnen de examencommissie SO, gaande van een digitale burgermodule voor inschrijving en persoonlijk dossier, tot het luik rond digitaal examineren.
Voor AgODi gaat het o.a. over: -
Het versterken van gegevensuitwisseling met andere overheden, bijvoorbeeld i.k.v. de toekenning van speciale onderwijsleermiddelen; Het versterken van gegevensuitwisseling met scholen en het maximaal hergebruiken van gegevens, bijvoorbeeld via Discimus; De overname van de sociale en fiscale werkgeversverplichtingen van schoolbesturen zoals de Aangifte Sociaal Risico (ASR) en de elektronische aangifte van arbeidsongevallen bij het Fonds voor Arbeidsongevallen.
AGIOn beoogt de uitbreiding van het dossierverwerkingssysteem ALPHA, dat een vervolg impliceert op de digitalisering die reeds is ingezet en kadert in moderne dienstverlening aan inrichtende machten en schoolbesturen. Hiermee wil men de mogelijkheid aanbieden om subsidieaanvragen en andere dossierstukken elektronisch in te dienen. AGIOn werkt ook mee aan de implementering van het masterplan scholenbouw en de klemtonen die daarin gelegd worden om tegemoet te komen aan de gekende grote noden en diverse uitdagingen m.b.t. schoolinfrastructuur Het departement heeft als belangrijkste kerntaak de beleidsondersteuning (beleidsvoorbereiding en beleidsevaluatie) en de opvolging van de beleidsuitvoering. Deze kerntaak is gericht op het ondersteunen en faciliteren van het onderwijs en de vorming aan jongeren en volwassenen. Dit betekent dat het departement inzet op dienstverlening aan de lerenden en de organisaties die leren mogelijk maken door: -
-
Strategische planning Beleidsvoorbereiding: opstellen van visiedocumenten, beleidsadviezen, regelgeving (zie ook volgend thema) Kennisbeleid, incl. ontwikkelen, coördineren en onderhouden van databanken en informatieverstrekking Implementeren van het beleid: toekennen en opvolgen van subsidies (zie ook volgende thema), toelagen, projecten en internationale beurzen in het kader van samenwerkingsovereenkomsten Implementeren van het beleid via communicatie-initiatieven Coördinatie, opstellen, opvolgen, monitoren en uitvoeren van de begroting: Vertegenwoordiging op internationale fora:
9
Regelgeving Alle entiteiten streven naar een vereenvoudiging van de regelgeving en hebben in hun kerntakenplannen voorstellen opgenomen om te komen tot een kwaliteitsvolle, nietbureaucratische regelgeving. In een eerste fase houdt de vereenvoudiging van de regelgeving geen besparing van personeelsleden in. Er moet immers worden geïnvesteerd in het wegschrijven van de overbodige regelgeving. Vereenvoudiging van de regelgeving is soms ook noodzakelijk om verdere stappen te kunnen zetten in de digitalisering of optimalisering van lopende processen (bv. automatisering studietoelagen). Het beleidsdomein staat ook achter de idee om over de beleidsdomeinen heen samen te werken aan eenvormige begrippenkaders en definities. Voorbeeld daarvan zijn de samenwerking met het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en met het beleidsdomein Werk en Sociale Economie. Niet-bindende adviezen veroorzaken niet altijd bestuurlijke overlast en planlast. Dergelijke adviezen zorgen vaak ook voor een zekere mate van draagvlakverwerving. Dit is bijv. het geval bij de niet-bindende adviezen die de Vlaamse Onderwijsraad geeft over programmatieaanvragen. Handhaving en inspectie Niet alle entiteiten hebben handhavings- en/of inspectieprocessen als kernproces. De entiteiten die wel dergelijke kernprocessen uitvoeren, hebben een evaluatie van deze processen o.b.v. het single auditprincipe in hun kerntakenplannen opgenomen. Zo zullen de controleprocessen binnen het leerplichtonderwijs, het hoger onderwijs en het volwassenenonderwijs geëvalueerd worden. Een handhaafbaarheidstoets bij nieuwe regelgeving past in dit kader. Erkenningen Het beleidsdomein werkt in deze al volgens de principes van de nota van het voorzitterscollege. Erkenningen van scholen en vestigingsplaatsen worden immers al voor onbepaalde duur toegekend. Slechts wanneer uit controles blijkt dat niet langer voldaan is aan de voorwaarden, kan een erkenning worden ingetrokken. Ook de erkenning van de gelijkwaardigheid van een buitenlands diploma is niet beperkt in de tijd. Subsidies Onderwijsinstellingen worden vanuit het beleidsdomein structureel gefinancierd of gesubsidieerd. De toekenning van deze subsidies is overeenkomstig de grondwettelijke bepalingen m.b.t. onderwijs, verankerd in wetgeving (decreten en besluiten) en verloopt volgens vaste procedures. Deze subsidies worden toegekend o.b.v. informatie waarover het beleidsdomein beschikt zonder dat er steeds opnieuw een aanvraag moet worden ingediend. Voor het berekenen van werkingsmiddelen voor scholen bijvoorbeeld wordt bijna uitsluitend gebruik gemaakt van de informatie aanwezig in onze databanken.
10
Het beleidsdomein erkent dat subsidies een belangrijk beleidsinstrument zijn en werkt aan het doelgericht en selectief inzetten ervan, op basis van afgelijnde beleidsprioriteiten. Subsidieregelingen moeten, vertrekkende vanuit de kernplannen, gericht zijn op een verhoging van de efficiëntie. Entiteits- en beleidsdomeinoverschrijdende samenwerking Het beleidsdomein zal de samenwerking met enerzijds het beleidsdomein Werk en anderzijds het beleidsdomein Welzijn verder uitbouwen, o.a. door gezamenlijke vergaderingen van de managementcomités. Daarnaast wordt samengewerkt met andere beleidsdomeinen, zoals LNE, CJSM, EWI,… Reeds in 2011 werd een project opgestart waardoor AgoDi instaat voor de afhandeling van de arbeidsongevallendossiers, beroepsziekten en buitendienstongevallen van alle entiteiten van de Vlaamse Gemeenschap zonder rechtspersoonlijkheid. Door de schaalgrootte en expertise binnen AgODi werden efficiëntiewinsten geboekt. De reeds bestaande doorgedreven samenwerking op managementniveau tussen het beleidsdomein O&V enerzijds en het domein Werk en het domein Welzijn anderzijds blijkt zeer waardevol te zijn en zal daarom nog verder worden versterkt. Maar ook de samenwerkingsverbanden met andere beleidsdomeinen managementniveau zoals LNE, CJSM, EWI,… zullen verder worden uitgebouwd.
op
E. Engagement van het beleidsdomein m.b.t. de besparingsdoelstelling Het Voorzitterscollege heeft zich geëngageerd om het personeelsaantal van de Vlaamse overheid tegen eind 2019 te laten verminderen met 1950 koppen. Het aandeel van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming in deze besparing omvat 126 koppen. Het beleidsdomein engageert zich om deze besparingsdoelstelling te realiseren volgens het voorziene tijdspad. Het beleidsdomein zal dit o.a. doen door bepaalde kernprocessen geheel of gedeeltelijk te optimaliseren, zoals beschreven in de kerntakenplannen. Ook de rationalisering van het aantal MOF-functies, door o.a. actief in te zetten op de centrale dienstencentra, zal hiertoe bijdragen.
11
~A~-\ Vlaams~ ~t~ \ overheid \
KERNTAKEN PLAN WELZIJN. VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN 11111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111
A. Context
i
Het Vlaamse regeerakkoord 2014-2019 en de beleidsnota Welzijn. Volksgezondheid en Gezin 20142019 genereren een aantal nieuwe taken of opdrachten waarvoor geen extra personeelsleden of middelen worden voorzien. Samen met recente (uitbreidings)evoluties zorgen ze ervoor dat diverse WVG-entiteiten uitgedaagd worden om meer te doen met minder. Nieuw in te voeren zijn onder andere: de uitwerking van de (vernieuwde) Vlaamse sociale bescherming, de invoering van persoonsvolgende financiering, de uitbreiding van het toezicht in de vergunde kinderopvang. de uitbouw van de EVA Vlaams Agentschap voor Samenwerking rond Gegevensdeling tussen de Actoren in de zorg.... De komende jaren wordt volop ingezet op de implementatie van de' persoonsvolgende financiering in de sector personen met een handicap. Dit heeft een impact op de werking van een aantal entiteiten in het beleidsdomein. We grijpen deze opportuniteit dan ook aan om bij de implementatie van het decreet de nodige deregulering en administratieve lastenverlaging door te voeren. In het concept van de persoonsvolgende financiering gaan uit van een ,aantal specifieke kerntaken: de toekenning van een we basisondersteuningsbudget via semi automatische rechten, het erkennen en subsidiëren van rechtstreeks toegankelijke hulp. de toeleiding naar een persoonsvolgend budget via vraagverheldering en ondersteuningsplanning, de objectivering van de ondersteuningsnood en de budgetbepaling en de prioritering van de nood aan ondersteuning. De ontwikkeling van een aanbodgestuurde financiering naar een vraaggestuurde financiering op basis van individuele budgethouders zal een sterke toename van het aantal administratieve dossiers betekenen. Dit zal de komende jaren een reorganisatie van het VAPH vergen. waaronder een andere inzet van de medewerkers en de ontwikkeling van nieuwe ICT. We bouwen de Vlaamse Sociale Bescherming (VSB) progressief uit tot een Vlaamse volksverzekering. De persoonsvolgende financiering zal hiertoe ontwikkeld worden, zowel via relatief eenvoudige systemen als via andere, meer complexe systemen van financiering voor de thuiszorg en de residentiële ouderenzorg, voor leeftijdsonafhankelijke hulpmiddelen. voor opvang in beschut wonen of psychiatrisch verzorgingstehuis of voor revalidatie. Het spreekt voor zich dat vanuit patiënt-, cliënt- of mantelzorgperspectief een uniek loket noodzakelijk is om in een erg complexe omgeving, deskundige en samenhangende informatie en dienstverlening te kunnen verstrekken op een klantgerichte wijze en met een goed overzicht van het locoregionale zorgaanbod. Niet enkel de zorgomgeving is complex, ook de situatie waarin een zorgbehoevende persoon zich bevindt kan erg complex zijn. Het aanbieden van dergelijke dienstverlening is nieuw en vraagt dialoog over de actor die deze dienst moet (kunnen) aanbieden.
We faciliteren de gegevensdeling tussen de actoren in de zorg. met instemming van de cliënt. De gegevensdeling gebeurt aan de hand van een elektronische dossier enkel na geïnformeerde toestemming. alleen met de zorgverleners waarmee een zorgrelatie bestaat en steeds met inzagerecht voor de betrokken cliënt. Er wordt ook zorgvuldig afgewogen om slechts de meest noodzakelijke gegevens te registreren. De informatisering laat ook de zorgverleners toe om gegevens over hun zorggebruikers met elkaar te delen. het gegevensverkeer tussen de zorgvoorzieningen en de zorgoverheden te stroomlijnen en de administratieve lasten van zorggebruikers en zorgvoorzieningen te verminderen. Deze gegevensdeling gebeurt met maximale privacy-garanties. De overheid faciliteert ze door het netwerk voor de gegevensdeling. De overheid dient niet enkel het kader te scheppen om de gegevensdeling en digitalisering op het terrein mogelijk te maken. Ze dient deze gegevensdeling en de veranderingen die dit meebrengt ook bekend te maken. errond te sensibiliseren en het gebruik ervan te stimuleren. Dat doet ze via het geactualiseerd programma "Naar een le!Zorgzaam Vlaanderen 2.0". Dit programma is onderdeel van Flanders' Care en werd ingebed in Vlaanderen Radicaal Digitaal. Daarnaast voorziet het regeerakkoord in een aantal m:ganisatorische veranderingen voor het beleidsdomein. Zo is er het voorschrift tot verzelfstandiging van de Openbare psychiatrische Zorgcentra IOPZ's! van Rekem & Geel wat het loskoppelen van het geheel "Vlaamse overheid" impliceert en dus het geven van een autonoom. zelfstandig karakter. In het licht van het kerntakendebat betekent dit het afstoten van .een. niet-kerntaak van de Vlaamse administratie (met name uitbating van psychiatrische ziekenhuizen! als resultaat van een bestuursmatig doordachte keuze. waarbij dit opportuniteiten geeft inzake kerntaken van de overheid en efficiëntiewinsten. Verder is er ook de fusie van het agentschap Zorginspectie met het Departement WVG die er IO.a.! toe bijdraagt dat omwille van schaalvoordelen. personeelsleden of '-middelen op een efficiëntelre! manier ingezet kunnen worden voor het geheel van het Departement WVG. Bovendien draagt de fusie ertoe bij dat de taken van de twee afdelingen Zorginspectie volledig samenvallen met haar 2 kernopdrachten. inspecteren en rapporteren. Met de uitbreiding van het werkterrein. de toegenomen complexiteit ervan. een omlaaggaande personeelscapaciteit en nieuwe opdrachten dienen nu reeds keuz~ gemaakt te worden in de kernopdracht. Die keuzes worden gemaakt vanuit het oogpunt risicogestuurd werken. namelijk: juiste keuzes maken lop vlak van: sectoren. voorzieningen. onderwerpen en methodieken!. slimmer prioriteren en voortdurend afstemmen op de wijzigende context. Het toezicht kijkt naar haar omgeving waarbij instrumenten voor het stimuleren van kwaliteit van zorg zoals externe kwaliteitsborging steeds vaker worden ingezet. alsook instrumenten op vlak van monitoring zoals kwaliteitsindicatoren vorm krijgen. Daarom streven we naar instrumenten voor externe kwaliteitsbewaking. zoals accreditatie en geven geleidelijk en waar relevant uitvoering aan een model van "het toezicht door derden". Ook de zesde staatshervorming brengt een aantal nieuwe opdrachten met zich mee. Nieuw in te voeren zijn onder andere: justitiehuizen. ziekenhuisbeleid. ouderenbeleid. geestelijke gezondheidszorg preventiebeleid. eerstelijnsgezondheidszorg. erkenning gezondheidszorgberoepen. revalidatieovereenkomsten. . kinderbijslag. uit handen gegeven jongeren. mobiliteitshulpmiddelen... Vlaanderen is sinds 1januari 2015 bevoegd voor de organisatie. de werking en de opdrachten van de justitiehuizen en van de bevoegde dienst die de uitwerking en de opvCJlging van het elektronisch toezicht verzekert. De Vlaamse overheid treedt bij de uitoefening van deze bevoegdheden op als een exclusieve aanbieder. Ondanks de overheveling van deze bevoegdheden blijft de federale overheid de opdrachten van de justitiehuizen bepalen. OOk de instroom van dossiers wordt grotendeels bepaald door de federale actoren. in casu de gerechtelijke en penitentiaire overheden. De uitvoering van deze opdrachten vergt bijgevolg
2
een nauwe samenwerking tussen de gemeenschappen en de federale overheid, maar ook tussen de gemeenschappen en de magistratuur. Vanuit het belang van de continuïteit in de strafuitvoering en de dienstverlening naar de burgers, geven we vanuit Vlaanderen in eerste instantie prioriteit aan de verderzetting van de opdrachten van de justitiehuizen. Het is evenwel duidelijk dat Vlaanderen daarin eigen accenten wil leggen. Streefdoelen daarbij zijn een geloofwaardige en efficiënte uitvoering van de straffen en de maatregelen, een versterkte omkadering van daders en slachtoffers en een betere aansluiting van het welzijns- en gezondheidsbeleid met het justitieel en het strafuitvoeringsbeleid. In dit opzicht klaren we in een tweede fase de kerntaken van de justitiehuizen uit met focus op opportuniteiten inzake te behalen efficiëntiewinsten. De resultaten van de oefening rond kerntaken verwerken we in een decretaal kader. Met de overheveling van de kinderbijslag is een nog betere afstemming van dienstverleningen aan gezinnen met kinde~en (preventieve dienstverlening in de Huizen van, het Kind, kinderopvang, kinderbijslag, pleegzorg.. J mogelijk. Doel is ook de diverse financiële ondersteuningen aan gezinnen en de systemen en begrippen rond inkomen op elkaar af te stemmen (kinderbijslag, ouderbijdragen in de kinderopvang, studietoelagen en systemen Vlaamse sociale beschermingl. Deze uitbouw van een geïntegreerd gezinsbeleid brengt als kerntaak het ontwikkelen, implementeren en opvolgen van de nodige beleidskaders met zich mee. Een nieuwe bijkomende kerntaak is de betaling van de kinderbijslag. Vlaanderen kiest voor een vereenvoudiging van het systeem, waarbij kinderbijslag een recht van het kind is, los van de socio-professionele status van de ouder. Keuzes moeten gemaakt worden over het betalingssysteem en een nieuw Vlaams decreet kinderbijslag moet worden opgemaakt. Deze zullen sterk bepalend zijn voor wat als kemtaak van de Vlaamse overheid wordt gezien. Regie en controle van de uitbetaling zijn daar al zeker bij. Aandacht moet o.a. ook gaan naar 'uitbetaling aan gezinnen in een complexere context. en naar laagdrempelig toegankelijke lokale loketten. Ten laatste op 31 december 2017 moet Vlaanderen de bevoegdheid inzake toekenning van mobi/iteitshulpmiddelen overnemen. Vlaanderen kiest voor een vereenvoudiging van het systeem, waarbij alle hulpmiddelen stapsgewijs leeftijdsonafhankelijk worden toegekend en conceptueel verankerd worden in het principe van de Vlaamse Sociale Bescherming. We maken in het hulpmiddelenbeleid ook werk van meer marktwerking en transparantie voor wat de prijsvorming betreft en richten een efficiënt en kostenbesparend systeem op voor de recuperatie, het uitlenen en het hergebruik van hulpmiddelen. Met de 6de staatshervorming is Vlaanderen niet alleen bevoegd voor de uitvoering van de maatregelen ten aanzien van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit plegen, maar ook voor het bepalen van de maatregelen, de regels van plaatsing en de voorwaarden voor de uithandengeving. De procedure blijft federaal. Vlaanderen zal tijdens deze legislatuur een nieuw decreet in de aanpak van jeugddelinquentie uitwerken. (cfr. conceptnota Contouren en plan van aanpak voor een Vlaams beleid inzake een gedifferentieerde aanpak van jeugddelinquentie - VR 20.3.2015); Daarnaast komen met de zesde staatshervorming de instellingen Tongeren en Everberg over naar Vlaanderen.
3
B. Structuur van het beleidsdomein r •
-,
,
.
.
Vh!J~~J ml:'iste'rv~:n Welz:,ljn.,volliJ!l!;r:ol'ld~l!id er'Ge:r:i n'l
AsË n t5<::haiJ
, \!(lÖI"
Kind ~f!.Gi!lin
p,y:;.onen
met
e~r.
H;,ndká'p
,.. -... -..... ~.
:~;l~~~~~~
~! Siom~[\"
F;,,~~~(!;-
wuk!n:: rond
J.!~~~;~..
i:t~;;'~'n!:;!
neoenIYIf'A), (lW. Mel ~II-) :,
,......"M'''-'''...-. ....,,,
1
~
ó~!Î,.,~inde
__
'tlld, ICI1:d"f:'
wdZI!n I
":<J!I!'
..
(._" ... "',."., " .....",
,_~~1i,~,,~
~~~'~rlJ,,:
I~':'"
Ir,'r"n ':tr:'Zlt~:;::_-,;;j::rI ;:~ef.t~(:;~p
r ....:.' r.l:rn ~
"t."'r~[f':"r,nifd..,::~n~·.;h";;r
=. R~t lil, ~~r ~",~~, 11 J' h~ ;c,
-- - . f::~ld~ ;011::.'''1 lJe!~~n~~!
'E~tfi~it,!li';; :;:iillti}"":(~~::' ;;i;;~ IJ .. ~' .. '"
'~o .. ,
,,),
..
JUnI' '1'; .B~yfbv:rElóv~r'aPU"·. ". ,',q':l~ . ';id:,~'" .'~~:I '" 'SrutoV;rEóvet _i~014>,,",,::,:,j Jli(),:lllgi!)I,':> !~li I
:!_i__
~!201'5; ';I!1l~ /iJ~}:~;'~!';i ,> "; 1:~:{I;,~, : ,. .l '. t, _, ...,." ,.. "
Departement WVG Zorg en Gezondheid
192.5
801.6
20104
20004
Jongerenwelzijn
1.195.7
IVA zorginspectie
93.7
Fusie met Departement WVG
228.6
253.7
982.3 532.3 537.7
907.5 527.8 550.7'
3.964.1
4458.7
Vlaams Agentschap voor Personen met een lYandicap Kind en Gezin OPZ Geel OPZ Rekem Totaal
1
1217
Bruto VTE over maart 2015
4
C. Samenvatting kerntaken plan Het kerntakenplan van het beleidsdomein WVG duidt diverse taken als vatbaar voor afbouw. Voor activiteiten die in se niet tot de kernopdracht van het beleidsdomein WVG behoren. zal een dialoog gevoerd worden. Waar het een overheveling betreft naar een ander (Vlaams) beleidsdomein. komt het weliswaar tegemoet aan het scherper verbinden van de activiteiten aan de doelstellingen van het eigen beleidsdomein. een afbouw voor de Vlaamse Overheid is het niet.
o.a. afbouwen van en medische basiszorg in de gemeenschapsinstellingen De rol/taak van de overheid als adviesverlener aan voorzieningen & individuen zal (her)bekeken worden. evenals de wijze waarop consultancy aangeboden wordt (al dan ni et tegen betali ng!.
o.a. stopzetten bouwplannen
van adviesverlening aan
woonzorgcentra
wat betreft
Opdrachten die verbonden zijn aan het werken met erkenningen/vergunningen. kunnen mogelijks verminderd worden wanneer uit een evaluatie blijkt dat dergelijke werkwijze minder relevant is.
o.a. afschaffen assistentiewoningen
van
erkenning
diensten
thuisverpleging.
vergunning
De fundamentele keuze voor meer risicogedreven toezicht kan aansluiting vinden in een vereenvoudigd doch gericht administratief toezicht vanuit de aansturende entiteiten. We streven naar instrumenten voor externe kwaliteitsbewaking. zoals accreditatie ... en geven geleidelijk en waar relevant uitvoering aan een model van "het toezicht door derden.
o.a. aanpassen van het toezichtmodel Algemene Ziekenhuizen en Psychiatrische Ziekenhuizen De wijze waarop klachtenbehandeling (intern versus extern) binnen het be(eidsdomein wordt aangepakt. kan bekeken worden.
o.a. afbouwen van interne klachtenbehandeling inzake hulp- en dienstverlening aan kinderen enjongeren en hun gezinnen (uitvoering parlementair initiatief) Het kerntaken plan van het beleidsdomein WVG belicht ook een aantal te optimaliseren taken. We streven maximaal naar erkenningen van onbepaalde duur (bijgestaan door een risicogestuurd toezicht) voor alle sectoren.
o.a. erkenningen voorzieningen JW We evalueren het kwaliteitsdecreet en onderzoekeri daarbij of de focus op kwaliteit van zorg - met klemtoon op het bewaken van de outcome aan de hand van valide indicatoren - kan geïntegreerd worden in de erkenningsregelgeving en of het nog nodig is om daarnaast een specifiek kwaliteitsdecreet met sectorale uitvoeringsbesluiten aan te houden (cf. niet alle uitzonderingen willen vatten in regelgeving!. Met het oog op operationele efficiëntie en regelluwte. dient een grondig debat gevoerd te worden over subsidies als belangrijk beleidsinstrument.
o.a. geïntegreerde animatiesubsidie WZC enveloppesysteem VIA-middelen De meerwaarde van een aantal administratieve acties kan in vraag gesteld worden.
o.a. optimaliseren van ziekenhuisrapporten. afschaffen van fysieke attestering binnen de diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg We onderkennen de mogelijkheden van digitalisering en gaan na waar deze de interactie tussen overheid en cliënt optimaliseert.
o.a. verwerking sterftecertificaten. verbetering vaccinnet Het kerntakenplan van het beleidsdomein WVG indiceert een beperkt aantal over te hevelen taken.
5
Waar het kan, wordt het verlenen van attesten overgeheveld naar het lokale bestuursniveau.
o.a. attesten brandveiligheid/afwijkingen (WZC; ziekenhuizen)
Bi'utoVTE " Totaal: D'lNG Het kerntakenplan van DWVG bevat processen die vatbaar zijn voor o timalisatie maar dit eeft een aanleidin tot ersoneelsafbouw
0,3 Erkennen van de voorzienin Klachtenafhandelin Mogelijke uitbesteding medische basiszorg in gemeenschapsinstelling en van het beheer van 10 istiek en infrastructuur
0,3
8 3 5
De medische basiszorg wordt niet afgeschaft, maar de mogelijkheid kan bekeken worden om uit te besteden, wat dus een verdere kost zal generen. De vrijgekomen 5 VTE zullen dus in eerste instantie dienen ter compensatie van de kost in een alternatief systeem. De eventueel netto vrijgekomen VTE/budget medische en de overige vrijgekomen VTE's, zullen ingezet worden in nieuwe kerntakenoefeningen, om de processen die overkomen van de 6de staatshervorming te kunnen uitvoeren, en om de ondersteuning van de integrale jeugdhulp verder te versterken. Een belangrijke kerntaak van het agentschap Jongerenwelzijn is het agentschapoverschrijdend managen van de Integrale Jeugdhulp De processen in de Integrale Jeugdhulp zullen worden herbekeken in functie van meer eenvoud en meer efficiëntie. Een herijkt werkbelastingsinstrument zal dit ondersteunen.
6
, ,
,.~~ ,.,'" :r;, "t:'
,
.,L
'\/
.'
",'';'
",~
,1 , 'N"
,,'BrutO \/TE "Iinpact"öp
,
.Totaal.: , 1,8
". lJ'l
KIND & GEZIN Optimalisatie aangewezen Adoptie Raadgevend Comité niet langer apart organiseren maar i ntegreren i n Raadgevend Com ité K&G Subsidiëring d,m,v, VIA-middelen kan optimaler geregeld worden via een enveloppesysteem Lp,v, berekening per kop, Afhankelijkheid van anderen voor realisatie van deze optimalisatie! Vatbaar voor afbouw Eventuele (?) afbouw administratieve taken in het kader van ouderbijdrageberekening kinderopvang, als uit de studie 'kostenefficiëntie uitbetaling kinderbijslag' blijkt dat er via afstemming ook winsten en afbouw van VTE ikv, ouderbijdrageberekening mogelijk ziin,
"VTË" 1.0
1,8
1.0
0.8
0.5
1,0
O,S
7
7'
?
?
Beoogd wordt om via optimalisatie 1,0 VTE vrij te maken op de 2 beschreven processen, Deze in totaal 1,0 VTE zullen dienen ter vervanging van uitstromend personeel op belangrijke kernprocessen zoals het kernproces 'klantenbeheer kinderopvang' (vergunnen, subsidiëren".!, De werklast voor het klantenbeheer kinderopvang is immers sinds 2014 bij het ingaan van het nieuw decreet 'kinderopvang baby en peuters' zwaar toegenomen (o,a, sterke stijging aantal dossiers van te vergunnen locaties), Dit wordt echter gerealiseerd met een gelijk gebleven aantal VTE klantenbeheerders, wat maakt dat toekomstige uitstroom zeker opgevangen moet worden om de dienstverleni ng klanten beheer te vrijwaren,
Vatbaar voor afbouw
527,8 527,8
527,8 527,8
Verzelfstandi in
527,8
527,8
OPZGeel
I,' '.
r·r
",I.'
i,"
'i' jr
,
. ;~:!!hIL'~
,
"iT'i,~, ~ ;;;fi ,r"":, .1 ,; 'r,il 4 ,"
,I i;
,,,',,:~,,1;,;
.
"
;J~:,/._
,'1."
"~i r..
"
.'... '1.
l:"
':1 1
';(\,
,.'. ;'r,fl. ',~,
"'.
':i.i "BrutO'VTËI,lin'öil '.(,.", I"'''~--J? ', Toläar, , -"VrE "..
'~é" , .:E .'1" j'
OPZC Relcein Vatbaar voor afbouw
550.7 550.7
550.7 550.7
Verzelfstandiging
550,7
550,7
Dit traject naar verzelfstandiging zal het voorwerp uitmaken van een aparte bespreking,
o timalisatle aan
ewezen Financiering van de cliënt wordt aangepast ingevolge TRAP 2 PVF Financierin Het persoonsvolgend financieren van zorg en ondersteuning impliceert ook een reorganisatie en heroriëntering van de zorgaanbieders, Dat betekent concreet dat we de door het VAPH erkende voorzieningen omvormen naar ver unde, eres onsabiliseerde zor aanbieders,
Zie uitleg hieronder
Zie uitleg hieronder
Zie uitleg hieronder
Zie uitleg hieronder
7
De sector gehandicaptenzorg staat voor de grootste transitie in minstens 20 jaar. Alle cliënten met een handicap zullen de gevraagde en benodigde zorg persoonsvolgend kunnen inzetten. Deze paradigmaswitch is zeer klantvriendelijk maar heeft een immens effect op alle administratieve processen binnen het VAPH en de voorzieningensector. Het proces toeleiding is nu recent uitgetekend op basis van de ontwerpbesluiten aan de Vlaamse Regering. Deze ontwerpbesluiten werden net goedgekeurd door de Taskforce zorgvernieuwing. Dit betekent dat het VAPH nu kortelings het analyseproces kan starten van het bepalen van de benodigde competenties en VTE. Het VAPH zal daarbij opteren voor een vernieuwde organisatiestructuur die de meest efficiënte werking garandeert. Het proces van prioritering. wat nu deels verloopt via de provincies. zal ingevolge de interne staatshervorming volledig ingebed worden in de werking van het VAPH. Dit impliceert de overname van de personeelsleden die nu deze taak vervullen binnen de provincie. Ingevolge de persoonsvolgende financiering zal elke persoon met een handicap die kiest voor een cash budget· of voucher (of beidenl geprioriteerd moeten worden. We spreken over een caseload van 40.000 dossiers. Het proces van financiering is in de fase van uittekening. Daar waar wij nu 2.600 PAB dossiers afrekenen zullen wij. na de invoering van PVF. rekening moeten houden met een sterke stijging van dossiers. Daar waar er nu een limiet stond op toe te kennen PAB's zal in de toekomst elke cliënt vrij de keuze hebben tussen cash budgetten. vouchers of een combinatie van de beiden. De caseload zal minstens verdubbelen.
~,
'
,
,
",. "
I!'I" !
'">i;':''' ······.:~:~'i" ' li"r:·'" tt" " t f" ,",'~l i,.; " , . J .. i . ' . . . • .:,~Jf ,~;i. " .. ,....... ,
,i~'
,~
,..<),
''" '
" 1I,I!,1
, ' -
'1'I;;-
, ' " " , '"
,,,,,,<
>
~~" -,<>
r,,,
~
J
~i
J , ' . -I
".m ",,1' il.·
,,1,
"
_,I
Z&G (Deels) Over te hevelen naar het lokale bestuursniveau erkennen van woonzorgcentra wze: afstoten brandattesten Erkenningen algemene ziekenhuizen en SpCategorale ziekenhuizen: brandweerattesten naar lokaal bestuur Optimalisatie aangewezen
,
animatiesubsidie: uitvoering resolutie VP financiering correct en tijdig aansluiten van leden Vlaamse zorgkas en innen leden bijd ragen(VZK) erkennen en begeleiden van diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg meewerken aan ouderen beleidsplan realiseren van een kwaliteitsvol vaccinatiebeleid gericht op doeltreffend beschermen bevolking gedurende gehele leven tegen vaccineerbare infectieziekten subsidiëren zorgkassen voor indicatiestellingen zorgverzekering verlenen advies KAGB verzamelen en verwerken en rapporteren van gegevens over en voor algemene ziekenhuizen verzamelen en verwerken van sterftecertificaten
,iBrut0v.m~. ,lmpacfop'J r,r 'd, ';i
" Totaat" ! ~1" VTE
39.665 3.1
6.735
2.3
0.33
0.8
0.05 4.58
33.06 1
0,38
0.9
6.25
0.25
0.34
0.2
0.1
0
2.89
0.5
0.2 2.9
0.1
1.4
;I,,~
0.2 0.2 0,9
Vla rem advisering (zonder rubriek 32 waterrecreatie) en Vlarem-rethink
7.05 4,23
0.83
voorbereiden en behandelen bezwaren in bezwaarcommissie ZF
6.7
0.5
8
Afwijkingen brandveiligheidsnormering ouderenzorg naar VI PA.
0.8
bouwplannen woonzorgcentra excl. VIPA erkennen en begeleiden van diensten voor thuisverpleging. en controle inspectie Preventief gezondheidsbeleid via de werkomgeving: erkenning diensten bedrijfsgezondheidszorg stoppen
0.2
l.n5 0.1 0.2
0.025
0.025
0.32
0.2
0.2
0.05
0.49
0.25
1.47
0.95
Vatbaar voor afbouw
3.505
subsidiëren van zorgverleners: sociaal akkoord: VIA4 toezichtsmodel AZ aanpassen vergunningen verlenen opvolgen van assistentie woningen (inclusief aanmeldingen)
De vrijgekomen VTE zullen ingezet worden in nieuwe kerntakenoefeningen. om de processen die overkomen van de 6de staatshervorming te kunnen uitvoeren en nieuw gevraagde projecten te kunnen opstarten. .
de fusie sinds 1 'anuari 2015
:1119:965
1094.54
D. Toetsing van het kerntakenplan aan het globaal kader dat bijdraagt tot een resultaats- en klantgerichte overheid Eigen dienstverlening Om een optimale dienstverlening te kunnen aanbieden ziet de Vlaamse administratie mogelijkheden om de dialoog met VR te voeren over keuzes inzake welke dienstverlening door welke actor moet gebeuren. In essentie gaat het over het evalueren van wat de overheid zelf aan diensten moet blijven aanbieden en wat niet. Het evalueren van (eigen) dienstverlening door de overheid (rechtstreeks aan gebruikers) gebeurt het meest effectief als ze opgezet wordt vanuit het standpunt van de doelgroep waarop de dienstverlening betrekking heeft. Daarbij hebben we aandacht voor vormen in de eigen dienstverlening door de overheid, rechtstreeks aan de gebruiker. Een eerste vorm is waar de overheid als exclusieve aanbieder optreedt en een tweede vorm is waar de overheid aanbieder is naast andere aanbieders. Elke vorm vergt allicht een specifieke aanpak en ook stellingname over aan welke actor de dienstverlening wordt toegewezen. De rol/taak van de overheid als adviesverlener aan voorzieningen & individuen zal {her)bekeken en waar mogelijk afgeslankt worden evenals de wijze waarop consultancy aangeboden wordt {al dan niet tegen betalingl. Cf. supra. Dit aanbod zal complementair zijn aan het aanbod dat op de markt verkrijgbaar is en vooral kaderen in de opdrachten als kenniscentrum {vb VIPAl.
9
De Vlaamse Zorgkas biedt een openbaar, soms zelfs verplicht, alternatief (tegenover de reguliere marktl voor aansluiting bij de Vlaamse zorgverzekering voor wie niet terecht kan bij een andere zorgkas van zijn/haar keuze zodat de overheid deze dienstverlening wil blijven aanbieden. We onderzoeken de mogelijkheid om enkel terug te plooien op de ambtshalve aansluitingen. Hulp- en dienstverlening in de gemeenschapsinstellingen: een jongere die een als misdrijf omschreven feit heeft gepleegd of in een heel moeilijke leefsituatie verkeert, kan in een gemeenschapsinstelling geplaatst worden. De overheid treedt op als een exclusieve aanbieder. Er zal een dialoog gevoerd worden over activiteiten die binnen de gemeenschapsinstellingen worden uitgevoerd die in se niet tot de opdracht van het beleidsdomein WVG behoren. Cf. supra. Een externe geschillencommissie voor disputen tussen contractanten in het kader van de sectoren kinderopvang, adoptie en preventieve gezinsondersteuning zal opgericht worden. Kind en Gezin zal het secretariaat van de geschillencommissie opnemen, en zal voor de financiering instaan. Een aantal (externe) evoluties nopen ook om de wijze van klachtenbehandeling te bekijken. Zo is er onder meer de (hangende) uitvoering van het parlementair initiatief over extern toezicht en externe klachtenbehandeling inzake hulp- en dienstverlening aan kinderen en jongeren en hun gezinnen. Het is te voorbarig om al te kunnen spreken over mogelijke efficiëntiewinsten, maar het beleidsdomein WVG zal zich inschrijven in dit parlementair initiatief. De evolutie in dit dossier zal bepalen of dit binnen het beleidsdomein WVG ook opportuniteiten biedt inzake kerntaken. Cf. supra. Daarnaast kunnen we wat doen om voor de verschillende infolijnen (vb, Jolijn, woonzorglijn) afspraken te maken met de Vlaamse Infolijn 1700. De verschillende hulplijnen kunnen we maximaal integreren in de werking van de Vlaamse Infolijn 1700 zonder de eigenheid te verliezen. We onderzoeken in hoeverre het maximaal inschakelen van de hulplijnen bij de Vlaamse infolijn 1700 opportuniteiten geeft inzake kerntaken en efficiëntiewinsten.
Regelgeving·
Om (meer) vertrouwen te geven aan de partners, engageert de Vlaamse administratie zich om verder· in te zetten op kwaliteitsvolle, niet-bureaucratische regelgeving met minder 'administratieve last. Deze principes past ze ook toe op interne regels binnen de Vlaamse overheid. We screenen regelgeving en herbekijken of schrappen alle niet-bindende adviezen die geen maatschappelijke of bestuurlijke meerwaarde hebben. voeren grondige decreets- en beleidsevaluaties uit en schroeven rapporteringsverplichtingen terug. We sensibiliseren om weloverwogen te kiezen voor regelgeving als beleidsinstrument. hanteren daarbij eenvormige begrippenkaders (bij voorkeur over de beleidsdomeinen heen) en houden van bij de start rekening met digitalisering. We evalueren het kwaliteitsdecreet en onderzoeken daarbij of de focus op kwaliteit van zorg - met klemtoon op het bewaken van de outcome aan de hand van valide indicatoren - kan geïntegreerd worden in de erkenningsregelgeving en of het nog nodig is om daarnaast een specifiek kwaliteitsdecreet met sectorale uitvoeringsbesluiten aan te houden (cf. niet alle uitzonderingen willen vatten in regelgevingl. Mits een goede afstemming van de pijlers 'erkenningsbeleid' en 'opvolging van kwaliteitsindicatoren' moet het mogelijk zijn om het overheidsoptreden inzake kwaliteit van zorg effectiever te maken, de voorzieningen en de 10
zorgverstrekkers te responsabiliseren en transparanter te zijn naar de burgers toe. (cf. beleidsnota VNG 2014-20191. Naar aanleiding van de zesde staatshervorming, evalueren we de bestaande regelgeving voor de ouderensector. Bij de opmaak van nieuwe regelgeving besteden we aandacht aan de inspecteerbaarheid ervan en houden we rekening met lage administratieve lasten voor de sector alsook beperkte beheerskosten voor de administratie. Voor de ouderensector komt ten gevolge van de resolutie van het Vlaams Parlement van 19 juni 2013 een einde aan de huidige infrastructuursubsidiëring en zal het VIPA in samenwerking met het agentschap zorg en Gezondheid en de sector een nieuw financieringssysteem ontwikkelen. Deze evolutie biedt vereenvoudigingsmogelijkheden, zowel voor de sector als voor de administratie. We onderkennen de mogelijkheden van digitalisering (en samenwerking rond gegevensdeling tussen de actoren in de zorg) en gaan na waar deze de interactie tussen overheid en cliënt optimaliseert, zo bijvoorbeeld: bij de verwerking van sterftecertificaten, bij de tenlasteneming VSB (e-Ioket Vlaams Zorgkas), bij de behandeling van bezwaren door de bezwaarcommissie van het Vlaams Zorgfonds (applicatie) bij de optimalisatie van Vaccinnet. Met het oog op meer autonomie en vertrouwen in de partners die mee de beleidsdoelstellingen realiseren, zouden we de toegang tot niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp kunnen regelen door een (wetenschappelijk onderbouwd) systeem van accreditering. Mits inzet van IT op vlak van gegevens- en procesverwerking. kan de toegang bovendien ook gedigitaliseerd worden. We maken werk van een thesaurus. We doen dit met het oog op het harmoniseren van het gehanteerde begrippenkader, het verhogen van de terugvindbaarheid van informatie en het ondersteunen en maximaal laten renderen van de informatiearchitectuur i n ons beleidsdomein. Een thesaurus draagt ook bij tot het hanteren van eenduidige terminologie in het uitwerken van regelgeving, tot efficiënte interne en externe communicatie en het optimaal benutten van gegevens van de verschillende data- en registratiesystemen in ons beleidsdomein. (cf. beleidsnota VNG 2014-2019) We durven de meerwaarde van een aantal administratieve acties in vraag stellen en zien daarbij opportuniteiten voor het reduceren van de beheerskost: de jaarverslagen van Instellingen Schuldbemiddeling kunnen geïntegreerd worden bij de jaarverslagen van samenwerkingsverbanden Schuldbemiddeling, daardoor verminderen we de administratieve last bij de voorzieningen alsook de beheers kost bij de administratie. Met gerichte inspecties (cf. infra) behouden we de mogelijkheid om de erkenningsvoorwaarden degelijk op te volgen. het voortgangsrapport VAPA kan, zonder kwaliteitsverlies tweejaarlijks gebeuren i.p.v. jaarlijks (bevoegdheid minister Homansl. veelvuldige (technische) deeladviezen aan VIPA voor subsidiebeloftes en -beslissing kunnen vervangen worden door eenmalig advies m.b.t. masterplan. het opzoekwerk naar personen die een foutieve bijdrage aan de Vlaams Zorgkas betaalden en wiens identiteit niet te achterhalen valt, kan gereduceerd worden. het bijhouden van een register met de ingetrokken en gewijzigde attesten van pleegzorgers, kan geschrapt worden.
11
Handhaving en inspectie
Een efficiënte handhaving vormt het sluitstuk van goed bestuur. Met nieuwe regelgeving moet daarom steeds een handhaafbaarheidstoets gepaard gaan. We gaan meer steekproefsgewijs, risicogedreven proportioneel en niet-overlappend inspeaeren en handhaven. We leggen nadruk op autoregulering, zelfcontrole en risicoacceptatie waar mogelijk We gaan voor het ontwikkelen van synergie met of uitbesteding aan andere spelers buiten de Vlaamse overheid (waar mogelijk en wenselijk), vanuit single-toezicht principe. Om de kerntaak 'inspecteren' zo efficiënt en effectief mogelijk uit te voeren en met toegevoegde waarde voor het beleid, kiezen we voluit voor risicogestuurd werken. Het risicogestuurd inspecteren gaat over de juiste keuzes maken en voortdurend afstemmen op de wijzigende context. Het gaat om juiste keuzes maken op vlak van sectoren, voorzieningen, toezichtvormen en controlemethodieken. De keuze voor risicogestuurd inspecteren geven we verder vorm (wat betekent dat naar risico's, sectoren, methodieken, .. J en geven we verder scherpte door: optimalisatie van inspectie door keuzes voor sectoren: optimalisatie van inspectie door binnen sectoren meer aandacht te besteden aan minder goed functionerende voorzieningen: gerichtere keuzes in vormen van toezicht: gerichte re keuzes in de methodieken. Naast slimmer prioriteren betekent risicogestuurd inspecteren ook voortdurend afstemmen van de opdracht op een wijzigende context. Het toezicht kijkt naar haar omgeving waarbij instrumenten voor het stimuleren van kwaliteit van zorg zoals externe kwaliteitsborging steeds vaker worden ingezet. alsook instrumenten op vlak van monitoring' zoals kwaliteitsindicatoren vorm krijgen. Daarom blijven we zoeken naar instrumenten voor externe kwaliteitsbewaking, zoals accreditatie... en geven geleidelijk en waar relevant uitvoering aan een model van "het toezicht door derden". Deze keuze voor meer risicogedreven toezicht laten we ook aansluiting vinden in het administratief toezicht vanuit de aansturende entiteiten (waar inspectie niet tussenkomt), zoals het toezichtmodel Algemene Ziekenhuizen aanpassen waarbij enkel knipperlichten (rood en oranje) van inspectie worden opgevolgd. De andere opmerkingen (juridisch afdwingbare normen) worden dan niet meer opgevolgd. Dit sluit meer aan bij een tendens van meer vertrouwen waar het kan, deregulering, autocontrole goed bestuur... Cf. supra We stimuleren ook het sociaal ondernemerschap door het toezicht te focussen op outcome en ex post controle. Er zijn mogelijkheden voor o.m. het afbouwen van controlemechanismen door de invoer van een systeem van gemachtigde indicatiestelling, waarbij dit geheel moet gekoppeld zijn aan' een systeem van ex post controle. Een efficiënte handhaving vormt het sluitstuk van goed bestuur en regelgeving. Bij de invoering van nieuwe of gewijzigde regelgeving, of sectorale uitbreidingen engageren we ons om een expliciete "inspectie-toets" (naar analogie met en) als onderdeel van een reguleringsimpactanalyse (RIA) uit te voeren waarbij wordt nagegaan welk de impact op handhaving is.
12
Vergunningen en erkenningen
We evalueren waar het nog pertinent is om vergunningen aan te wenden als instrument. De overheid gaat steeds nauwkeurig na of voor bepaalde activiteiten nog een vergunning moet worden gevraagd Ook procedureopdrachten i.k. v. erkenningen moeten eenzelfde ambitie volgen. We streven naar erkenningen van onbepaalde duur (bijgestaan door een risicogestuurd toezicht). De verplichte, niet-bindende adviesrol voorzien in het kader van de vergunningverlening wordt herbekeken en waar mogelijk afgeschaft ofgeoptimaliseerd
,
Het persoonsvolgend financieren van zorg en ondersteuning impliceert een reorganisatie en heroriëntering van de zorgaanbieders. Het vergunnen van de zorgaanbieders kunnen we anders aanpakken waarbij de klassieke erkenningen wegvallen. Dat betekent dat we erkende voorzieningen omvormen naar vergunde, geresponsabiliseerde zorgaanbieders. We streven maximaal naar erkenningen van onbepaalde duur (bijgestaan door een risicogestuurd toezichtl voor alle sectoren. Cf. supra. We evalueren grondig waar de relevantie vermindert om nog te werken met erkenningen/vergunningen, zoals bijvoorbeeld: de keuze om vergunningen als instrument enkel nog te hanteren in die sectoren waar de vergunning een toegang biedt tot subsidiëring door de VO (bijv. kinderopvang, ouderenzorg...!: de mogelijkheden van optimalisatie door het afschaffen van de fysieke attestering van de pasjes door Z&G bij het erkennen en begeleiden van diensten gezinszorg en aanvullende thuiszorg: de mogelijkheden van optimalisatie door DMW/RDC te integreren van zowel de financiëring en erkenning t.b.v. ziekenfondsen; de mogelijkheden van het stopzetten van erkenning diensten voor thuisverpleging, incl.l controle/inspectie: de mogelijkheden van het stopzetten van assistentiewoningen te vergunnen en erkennen (geen aanmelding meer!. Waar het kan, wordt het verlenen van attesten (deelslovergeheveld naar het lokale bestuursniveau zoals voor de erkenningen algemene ziekenhuizen en SpCategorale ziekenhuizen waarbij we niet alleen het verlenen (dat reeds door lokaal bestuur gebeurt) maar ook het registreren en opvolgen van attesten A en B brandveiligheid/afwijkingen kunnen overlaten aan het lokale bestuur. Cf. supra. Door het volksgezondheidskundig adviseren van milieuvergunningsaanvragen in het kader van het VLAREM krijgen de vergunningsverlenende overheden een zicht op de impact van milieubelastende inrichtingen. Uitgaande van het partnerschap met de Vlaamse overheid kunnen we de advisering in het kader van VLAREM optimaliseren. We willen procedures van erkenning (en subsidiëring) van de verschillende werkvormen in het beleidsdomein - met inbegrip van het gegeven 'cliëntbijdrage' - over de grenzen heen optimaliseren, vereenvoudigen en waar mogelijk op elkaar afstemmen. Dat moet bijdragen tot zowel de operationele efficiëntie als de beleidsrelevantie ervan te verhogen. Vereenvoudiging en regelluwte zijn hierbij de sleutelwoorden. (cf. Beleidsnota WVG 20142019).
13
Subsidies
Om subsidies efficiënt en beleidsrelevant in te zetten. kiest de Vlaamse administratie voor een grondig debat over subsidies als belangrijk beleidsinstrument. Waar mogelijk, kiezen we voor automatische rechtentoekenning. forfaitarisering van kleine subsidies, enveloppefinanciering en hergebruik van rapportering. We laten subsidieregelingen bij voorkeur verlopen volgens een vaste structuur. hanteren daarbij eenvormige begrippenkaders en streven naar transparante en toegankelijke gegevens fsubsidiedatabankJ. Co-financiering en co-subsidiëring moet mogelijk zijn/blijven maar moet geregisseerd worden. versnipperde projectsubsidies komen de, efficiëntie niet steeds ten goede. Deze 'ad nominatim' subsidies gaan vaak over kleinere budgetten aan organisaties. De afhandeling en opvolging van deze projectsubsidies zorgt voor een grote administratieve inspanning. Kleinere projectsubsidies toekennen doorheen het jaar vergt immers meer opvolging en middelen. Een groot deel van deze middelen kunnen in de reguliere subsidiereglementering opgenomen worden. Dit kan winst opleveren in de administratieve afhandeling. We evalueren de projectsubsidies door in overleg te bepalen welke projecten (incl. de projecten die in het kader van de 6' staatshervorming voortaan Vlaamse bevoegdheid worden) een reguliere module kunnen worden of stopzetten. We werken daartoe een decretale basis uit. We zetten onze inspanningen voor de verdere vereenvoudiging, het toegankelijker maken of automatiseren van sociale rechten verder. In het ideale geval wordt het recht op basis van door de overheid reeds gekende informatie automatisch toegekend. Maar verregaande vereenvoudiging en proactieve dienstverlening laten ook toe om het niet-gebruik van rechten terug te dringen. Met het oog op operationele efficiëntie en regelluwte, overwegen we een enveloppesysteem voor de VIA-middelen, voor de indicatiestelling i.k.v. de zorgverzekering (door de zorgkassenl. De VIPA-procedure "klassieke financiering" werd recent vereenvoudigd: in plaats van het verzoek om advies aan het VIPA over het gunningsdossier als een verplichting op te leggen, werd dit ingeschreven als een mogelijkheid. Deze lijn zou kunnen doorgetrokken worden naar het advies over de subsidiebeslissing. De controle op de naleving van de principes van de wetgeving overheidsopdrachten zou dan opgevangen kunnen worden door een plaatsbezoek naar analogie met de werkwijze in de alternatieve financiering. De staatshervorming creëert de mogelijkheid om de betoelaging van bijzondere uitrusting voor de revalidatiecentra deel te laten uitmaken van hun werkingsbetoelaging. Dit impliceert een vermindering van de administratieve last alsook een (beperkte) reductie van de beheerskost.
Entiteits- en beleidsdomeinoverschrijdende samenwerking In de vorige hoofdstukken zitten reeds veel elementen vervat die ook onder deze noemer vallen, Bijkomend kan verwezen worden naar de harmonisering van de regelgeving inzake brandveiligheid binnen de voorzieningen die erkend zijn door WVG, In een latere fase kan deze expertise ook aangeboden worden. waar relevant. aan andere sectoren zoals Onderwijs,
14
E. Verhouding van de Icerntalcenoefening tot de personeelsbesparingen Het beleidsdomein WVG dient 57 koppen te besparen tegen eind 2019: 33 koppen zijn voor rekening van het Departement WVG, 24 voor zorg & Gezondheid. De overige entiteiten van het beleidsdomein vallen buiten de scope van de koppenbesparing. De personeelsbesparing van 33 koppen voor het Departement WVG zal geboekt worden via natuurlijke uitstroom alsook efficiëntiewinsten naar aanleiding van de fusie met Zorginspectie en de inkanteling van de Justitiehuizen (buiten de scope van het voorliggende kerntakenplanl. Tot nu toe werd binnen het agentschap Zorg & Gezondheid het principe van niet vervanging van spontane afvloei toegepast. Er is nog geen link tussen deze afbouw die heeft plaatsgevonden tot dusver en het nog niet politiek gevalideerd kerntaken plan. We wensen hierbij op te merken dat Zorg en Gezondheid een grote inspanning heeft geleverd tijdens de vorige legislatuur op het aantal af te bouwen koppen. Van een startaantal van 250 koppen werden er 24 afgebouwd. Dit zijn er 7,75 meer dan de opgelegde 16,25 koppen (6,5% van 2501. Voor deze inspanning ontvangt het agentschap een kleine bonus (van 2 koppen) op het nieuw aantal af te bouwen koppen. Indien het kerntakenplan wordt goedgekeurd, kan 6 VTE op termijn afgebouwd worden op de huidige kerntaken van het agentschap. Deze afbouw gelieerd aan het kerntakenplan is ook gebonden aan het ritme van de natuurlijke afvloei van de personen die werkzaam zijn binnen deze af te bouwen processen. Deze personen zullen binnen een ander productieproces geplaatst worden. Voor de uitvoering van de staatshervorming en de uitvoering van de nieuwe projecten uit de beleidsnota zullen de vereiste personeelsplannen aan de Vlaamse Regering voorgelegd worden.
15
• \
I
'
~\~ '\ Vlaams,e \~
overheid
KERNTAKENPLAN CULTU UR. JEUGD, SPORT EN MEDIA
•
///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
A. Context Op 20 september 2013 gaf de Vlaamse Regering haar goedkeuring aan de conceptnota omtrent de beperking van het aantal entiteiten bij de Vlaamse administratie. Voor het Beleidsdomein Cultuur. Jeugd, Sport en Media betekende dit concreet dat er gekozen werd voor een opname van de Agentschappen Kunsten en Erfgoed (K&EI. Sociaal:Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen (SCWJV) en het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) in het departement. Op 1 augustus 2014 werd het KMSKA als eerste agentschap in het departement geïntegreerd. Op 1 april was de integratie van de agentschappen Kunsten en Erfgoed en SociaalCultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen een feit. Daarnaast voorziet ook het Vlaams Regeerakkoord 2014-2019 in de samenvoeging van een aantal beleidsdomeinen en de vermindering van het aantal entiteiten volgens het nieuwe organogram van de Vlaamse overheid, dat als bijlage bij het Regeerakkoord gaat. Voor het Beleidsdomein CJSM houdt dit in dat de tweeledige structuur van de sportadministratie met enerzijds het agentschap Bloso en anderzijds de afdeling Sport uit het Departement CJSM op 1 januari 2016 zal samensmelten tot een nieuwe sportadministratie, het agentschap Sport Vlaanderen, waarin ook NADO Vlaanderen (Nationaal Antidoping Organisatie) zal worden geïntegreerd. Ook wat de strategische adviesraden betreft. heeft de Vlaamse Regering een optie genomen om deze maximaal in aantal te reduceren en te integreren. Op 1 januari 2016 zal ook het secretariaat van 'de SARC deel uitmaken van het Departement CJSM. Beide bewegingen zijn van belang in het kader van het kerntakendebat. De reorganisatie heeft immers een impact op meerdere kernprocessen die tot voor kort. of nog steeds in het geval van de sportadministratie, over meerdere entiteiten liepen. Deze kernprocessen zullen opnieuw ingericht worden wat zal leiden tot schaalvoorden en efficiëntiewinsten. Hierdoor zal er personeel vrijkomen dat ingezet kan worden om andere kern processen te versterken of om uitstromend personeel te compenseren. Door de schaalvoordelen en synergiën wordt het ook mogelijk om binnen bepaalde processen meer te realiseren met een gelijkwaardige inbreng van personele middelen. Als gevolg van de Interne staatshervorming worden de persoonsgebonden bevoegd heden van de provincies overgeheveld naar een andere bestuursniveau, zij het de lokale overheid, zij het de Vlaamse overheid. Er werden werkgroepen opgestart om dit proces te faciliteren. Op dit moment is het echter nog niet duidelijk welke van deze taken er eventueel naar de entiteiten van het
Beleidsdomein CJSM worden overgeheveld, Er zullen concrete transitietrajecten uitgewerkt worden waarbij de effectieve overdracht van de bevoegdheid zowel op de juridische aspecten als op vlak van personeel uitgeklaard wordt.
B. Structuur van het beleidsdomein
,,
, ',' "'Ik ,. ' _'L -"• Departement CJSM Ku nsten en Erfgoed KMSKA Sociaal-Cultureel Werk Agentschap Bloso Vlaamse Regulator voor de Media
i,Entltelt'"
.,
'
I,
,,':"7: ,~.,,~
r;,",,',
Totaal
,;SruföVTEfoverJunf2Ö14., 175.0 (i ncl. Topsport - 48.6 VTEl 135.3 80.3 94.4 609,8 (inel. Topsport - 30.8 VTEl 18,8
1113.6
ulator voor de Media
607.7 (j nel. To 19.5
1096.4
C. Samenvatting kerntakenplan Binnen het Departement CJSM werd in het kader van het kerntakendebat een onderscheid gemaakt tussen het hoofdbestuur en de buitendiensten, Bij de buitendiensten lag de focus in het debat op het afbouwen van taken, terwijl de focus bij het hoofdbestuur lag op het optimaliseren van taken, Het debat over het eventueel afstoten van buitendiensten is nauw verbonden met de overdracht van provinciale bevoegdheden, waarbij er een aantal nieuwe buitendiensten kunnen ontstaan, Bovendien kan een hergroepering van functies en een gemeenschappelijk gebruik van infrastructuur leiden tot een betere dienstverlening en een hogere efficiëntie, In deze context werd beslist om verder te onderzoeken of het beheer van vier van de zes buitendiensten, nl. KANTL. Landcommanderij Alden Biesen, Voeren en Frans Masereel Centrum, kan worden overgedragen aan een andere actor. De overdracht zal verder onderzocht worden en in het najaar zal hierover uitsluitsel worden gegeven aan de Vlaamse Regering, Bij
het hoofdbestuur van
het Departement CJSM
zullen
een
deel van
de taken,
nl.
beleidsvoorbereiding en monitoren en databeheer geoptimaliseerd worden naar aanleiding van de fusie van de vier entiteiten van de cultuur- en jeugdadministratie en de overdracht van de taken inzake lokaal cultuur- en jeugdbeleid naar het Gemeentefonds, Door de centrale verzameling van data binnen de sector vrije tijd (zowel monitorings-. subsidie- als onderzoeksgegevensl zal er vanuit het Beleidsdomein CJSM werk worden gemaakt van een
2
nieuwe monitoring tooI. Het departement zal de data bewerken en ontsluiten voor lokale besturen en burgers. Er zal ook een procesoptimalisatie-oefening worden opgestart om de subsidie- en erkenningsprocessen zoals grotendeels decretaal bepaald. te optimaliseren. waarbij bijzondere aandacht zal gaan naar mogelijke opportuniteiten inzake digitalisering. onder meer door het uniformiseren van het procesverloop bij de verschillende decreten. Waar mogelijk zullen subsidieaanvragen digitaal ingediend kunnen worden. Dit is nu al het geval voor het kunstendecreet waarvoor de aanvragen half september worden verwacht. De mogelijkheid van een geïntegreerde subsidiedatabank moet ook voor de sectoren cultuur. jeugd en media worden onderzocht. Tot slot zal het proces beheren van de collecties. dat nu wordt opgenomen door het Departement CJSM geoptimaliseerd worden. Binnen het beleidsveld sport wordt het proces Uitvoering en evaluatie van het decreet houdende
het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid en meer bepaald de subsidiëring van gemeenten en provincies afgebouwd. De sectorale subsidies sport aan gemeenten zullen geïntegreerd worden in het gemeentefonds. met uitzondering van de subsidies voor de faciliteitengemeenten. Daarnaast worden er verschillende processen geoptimaliseerd met het oog op een efficiëntere werking. De te optimaliseren processen hebben voornamelijk betrekking op de exploitatie van de 13 Bloso-centra en de sportpromotionele opdracht van het Bloso. Welke optimalisaties deze processen inhouden. wordt geduid onder punt D van deze nota Toetsing van het kemtakenplan aan het globaal kader dat bijdraagt tot een resultaats- en klantgerichte overheid (zie infra).
professionele Kunsten
en cultureel.em oed
Vatbaar voor afbouw Erf oed: beheren van de collecties
5.6 5.6 5.6
1;5
1.5 1.5
Door een deel van de collectie in bewaring te geven bij het KMSKA en M HKA zal de werklast voor het beheren van het deel van de collecties dat behouden blijft. gedragen kunnen worden door de huidige bezetting.
:', Professionele 'Kunsten en cultureel erfgoed: Sociaal cultureel vOlwassenenwerk;)eu d.
81;8'
(*)
Overhevelen naar andere actor
81.8
5 tot 8 VTE
,~,
5 tot 8 VTE
3
(*)
5 tot 8 VTE
Buitendiensten
• • •
• • •
KANTL
81.8
(*)
2,8
Frans Masereel Centrum
5,8
Vlaams Cultuurcentrum Voeren
6,5
* * * *
Uitleendienst voor kampeermateriaal
14,6
0
Kasteel van Gaasbeek
17.2
34,9
Landcommanderii Alden Biesen
0
t
Vier van de zes buitendiensten (KANTL, Landcommanderij Alden Biesen, Vlaams Cultuurcentrum Voeren en Frans Masereel Centrum) kunnen op relatief korte termijn met inbegrip van financiële en personele middelen worden overgedragen, hetzij aan een andere culturele actor, hetzij aan het lokaal bestuursniveau, De opgegeven vork van 5 tot 8 VTE betreft een eerste inschatting, Deze impact zal gedragen worden door de vier hierboven vermelde buitendiensten,
I," ,
,
.\
lP
"',"'iifil#r;;ii!l;i;1~ii1;:;:~ " i,: ,~t!,:, i :':;if:"'~iii:iii:,::',::"1 :', ri,)~,:~ ,,'IJl, '::.1::',
:i, ','l" I;;:!if
", ;, ,'!lP'!' "e,
.uF! ;
";"';'iiy ",~
",;p'I,:::I" 1:',l!ij~i;~"
,
',i
" ,.,ti ;~;' 'iI',B~~~?, ' ;" :lmf,~ct'9p ," ":~:,,, ,:'I ,VliEI,,' i, 'I:'i v:FE sinds, ' , "","!"1"1, 'I" ,,;
1",;~!':;Ji:;;;;!1,
;,; ;;,,'
,I
'1"1" ,
, "
Ii, "
, !ii T~~I"",:' ,30~~/1~1i::' I lil k', 'I ,t~1J, rJ fJiJik ',11, 'I', i jij',
",J)JLucl
Sport
447,99
n.n
Optimalisatie aangewezen
445,13 215
21.1 11.8
0
0
99,2
5.5
20.55
0
0.05
0
6.5
0
16,65
0
Ontsluiten van internationale financieringsmogelijkheden voor de sector
0,1
0
Optimale dienstverlening t.a,v, stakeholders Organiseren van sportkampen. sportklassen & andere sportpromotionele activiteiten Planning van sportinfrastructuur en planningsprocessen inzake ruimtelijke ordening, milieu en natuur Planning van sportinfrastructuur en planningsprocessen inzake ruimtelijke ordening, milieu en natuur (bis)
3.3
0
69,95
3,8
3.7
0
0,3
0
Preventie en educatie
0.5
0
Subsidies tewerkstelling
0,1
0
Uitstraling Vlaanderen
1.5
0
Algemene taken eigen aan de exploitatie van een Bloso-centrum Bilaterale betrekkingen onderhouden Bloso-infrastructuur openstellen voor organisaties derden, sportclubs en individuele sporters Het initiëren. coördineren en samen met Vlaamse sportactoren promoten van sport i.f.v, een sportaanbod op maat in elke levensfase met bijzondere aandacht voor kansengroepen Informeren en sensibiliseren Nieuwbouw en renovatie van sportinfrastructuur Ondersteunen van gemeentelijke sportdiensten via de provinciale promotiediensten
4
Uitvoering en evaluatie van het decreet houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties. de koepelorganisatie en de organisatie voor de sportieve vrUetUdsbesteding Uitvoering van het decreet houdende de toekenning van subsidies voor de uitbouw. de coördinatie en de promotie van het sportaanbod van de studentenvoorzieningen van de Vlaamse universiteiten en hogescholen en de erkenning en subsidiëring van een Vlaamse overkoepelende studentensportveren igi ng Vatbaar voor afbouw Uitvoering en evaluatie van het decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid Afbouw: - su bsidie gemeenten - subsidie provincies
7.42
0
0.31 2.86
0 2.67
2.86
2.67
De huidige taakinvulling van de medewerkers belast met de uitvoering van het proces Uitvoering en evaluatie van het decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid - subsidie gemeenten en provincies moet geheroriënteerd worden in functie van enerzijds het nieuwe proces "Uitvoering en evaluatie van het decreet houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties. de koepelorganisatie en de organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding (uitvoering nieuw decreet)" en anderzijds van de vernieuwde rol die de sportadministratie zal vervullen ten aanzien van de lokale actoren (o.a. het proces . ondersteunen van gemeentelijke sportdiensten via de provinciale promotiedienstenl.
Algemene taken eigen aan de exploitatie van een Bloso-centrum. Bloso-infrastructuur openstel/en voor organisaties derden. sportclubs en individuele sporters. Organiseren van sportkampen. sportklassen & andere sportpromotionele activiteiten. loopt
In het kader van de processen
momenteel een evaluatieoefening lokaal-bovenlokaal. Zoals ook ónder punt D van deze nota omschreven. zal de reductie van het aantal koppen dan ook voornamelijk binnen deze drie hoger vermelde processen doorgevoerd worden en potentieel de grootste impact hebben. De budgettaire en personele impact van de beleidsmatige wijzigingen die zullen worden aangebracht aan deze processen kan op dit ogenblik nog niet volledig ingeschat worden - de opgegeven cijfers zijn een eerste indicatie -. maár wordt in overleg met het kabinet Sport verder bepaald na afronding van de audit op de Bloso-centra. De voorgestelde beleidsopties zullen voornamelijk impact hebben op een vermindering van het aantal koppen. maar niet op de uitgaven. De te optimaliseren processen inzake de sportpromotionele opdracht van het Bloso zorgen niet voor een nettoreductie van het aantal koppen in zijn totaliteit. Eventueel vrijgekomen VTE zal ingezet worden op het versterken van een aantal kernprocessen en op de vernieuwde rol die de sportadministratie zal vervullen ten aanzien van de lokale actoren (o.a. het proces voeren van een nieuwe sportpromotionele campagne en het proces ondersteunen van gemeentelijke sportdiensten via de provinciale promotiediensten).
5
~'
iI
,,'
",
,
w
'
;;Hi.
1';'1
"
li'
'"
jf.(
-,.
; -
"
" ,
"
,,;,
,
,
'
'
'
"I
1:;;:1
"
"
":'y' ,
'wH
'
' I'"
t:' "
,'I
,,'1Bruio" ,
' I :lmpaCt.
op NTFslnds, 30!6/2015 '
~
JI'.
,
VTE," 'Totaal
Transversaal en Innovatief beleid Cultuur. Jeugd. Sport en Media: Professionele Kunsten en cultureel erfgoed: Sociaal cultureel volwassenenwerlc JeLJgd: Media Optimalisatie aangewezen Beleidsvoorbereid ing Monitoren en databeheer (o,a, monitoren lokaal cultuur- en jeugdbeleid) Subsidies en erkenningen • Kunsten • Erfgoed (Cultu reel-erfgoeddecreet. Memoriaaldecreet en het reglement m,bl, tussenkomsten voor competentie-ontwikkeling van erfgoedwerkers • Sociaal-cultureel volwassenenwerk • Amateurkunsten • Participatie • Circus • Vlaamse Gebarentaal • Leenvergoeding • Jeugd- en kinderrechtenbeleid • Attesten kadervorming ieugdwerk Jeugdhuizen • Hostels, jeugdverblijfcentra, ondersteuningsstructuren en vzw ADJ • Media • VIA • DAC Vatbaar voor afbouw Subsidies en erkenningen • Lokaal cultuurbeleid' • Lokaal jeugdwerk en jeugdbeleid'
•
1143 107 3t9 9B
14.7 8.6 7.1 0
24.7
0
6 5 t65 6
0 0 0 1.5 0 0 0 0 0 0
U
0.7 0,1 9,1 US U
73
0 0 0 0 6.1
32 4,1
2.5 3,6
2.2 1.5 12 2]
De vrijgekomen personeelsleden zullen ten dele worden verschoven om de uitstroom van personeelsleden te compenseren binnen deze en andere procesclusters, Een aantal processen moeten ook versterkt worden, waaronder de processen verbonden met het Kunstendecreet. Het nieuwe Kunstendecreet van 13 december 2013 moet geoperationaliseerd worden, De reguliere werking van dit decreet zal een hogere inzet van VTE vereisen in vergelijking met het vroegere Kunstendecreet van 2004 omdat er gekozen wordt voor een functiebenadering Lp,v, een zuivere sectorale benadering waardoor er meer commissies zullen worden ingezet. en omdat. er een verhaalprocedure in het decreet is ingeschreven waardoor de doorloop in sommige gevallen langer zal zijn, Daarnaast zal er ook versterkt worden ingezet op de infrastructuurprocessen,
1
2
Een deel van het decreet blijft behouden,(o,a, subsidies voor de faciliteitengemeentenL Een deel van het decreet blijft behouden, 6
.. enerzijds doordat de bijkomende FFEU-middelen een hoger aantal infrastructuurprojecten met zich meebrengen die opgevolgd moeten worden en anderzijds omdat een deel van de taken die vroeger door FAB werden opgenomen nu naar het Departement CJSM worden verschoven. Verder vereist de gewijzigde regelgeving met betrekking tot het lokaal cultuur- en jeugdbeleid een heroriëntering van de rol van het Departement CJSM, waarbij versterkt zal worden ingezet op monitoring van het lokaal beleid. Daarnaast zullen op vlak van jeugdbeleid een aantal nieuwe
.
initiatieven Ibv. rond kindvriendelijke steden en gemeentenl genomen worden, zoals bepaald in de Beleidsnota Jeugd. Een deel van de VTE die op 30/6 nog werd ingezet voor de , subsidieprocessen lokaal cultuurbeleid en lokaal jeugdwerk en jeugdbeleid 11.1 VTE) wordt ondertussen ingezet voor deze nieuwe taken, met andere worden een deel van de voorziene impact is al gerealiseerd. De mogelijke afbouw van buitendiensten zal geval per geval worden bekeken mede in de context van de uitkomst van de overdracht van provinciale taken en diensten, Tot slot moet er ook gewezen worden op het feit dat de geplande heropening van het KMSKA in 2019 een belangrijke personeelsstijging zal vereisen Igeraamd op +/- 30 koppen), in het bijzonder wat betreft erfgoedbewaking, onthaal en beveiliging. Voor het Beleidsdomein CJSM is de impact van het kerntaken plan op dit ogenblik als volgt geraamd:
Cultuur.
en Media
649,69
44,97 tot 47,97
D, Toetsing van het kerntakenplan aan het globaal kader dat bijdraagt tot een resultaats- en klantgerichte overheid Eigen dienstverlening De afweging welke dienstverlening eventueel door andere actoren kan worden opgenomen is in het bijzonder van toepassing met betrekking tot het beheer van de buitendiensten, Voor elk van deze buitendiensten kan de vraag gesteld worden of de Vlaamse overheid de meest geschikte actor is om deze dienstverlening op te nemen. Voor vier van de zes buitendiensten is de conclusie dat dit op zijn minst verder moet onderzocht worden. Dit betekent niet dat deze dienstverlening moet ophouden te bestaan, maar wel dat onderzocht zal worden of een andere actor deze taak van de Vlaamse overheid kan overnemen. Het principe 'eigen dienstverlening' was ook doorslaggevend bij de beslissing met betrekking tot het proces 'beheren van de collecties' Icluster erfgoedL Voor dit proces wordt daarom geopteerd voor een alternatieve piste, waarbij een deel van de Collectie Vlaamse Gemeenschap bij het 7
KMSKA en het M HKA wordt ondergebracht. die ook kunnen instaan voor een betere coördinatie van het tentoonstellings- en bruikleen beleid. Door een mogelijke bijkoinende overdracht van collectiestukken van de provincies zal er een nieuw Vlaams collectiebeleid moeten worden geformuleerd binnen de bredere context van het vernieuwd erfgoed- en depotbeleid. Een weldoordacht afstotingsbeleid kan ook een middel zijn om de eigen dienstverlening aan te passen aan de kwaliteitseisen in de erfgoedsector voor de toekomst. Voor het beleidsveld sport heeft het principe van eigen dienstverlening voornamelijk betrekking op processen die te maken hebben met de exploitatie van de 13 Bloso-centra en de sportpromotionele opdracht van het Bloso. De Bloso-centra zullen geëvalueerd worden in functie van de noden en behoeften van een bovenlokaal gebruik. Deze evaluatie wordt gepland volledig afgerond te zijn tegen het najaar 2015. Gelijktijdig met deze evaluatieoefening lokaal-boven lokaal en rekening houdend met de opgelegde koppen besparing en het Vlaams Personeelsstatuut. zal een aantal beleidsopties zoals uitbesteding, outsourcing en 'doen doen' met afbouw van eigen activiteiten als gevolg, getoetst worden aan de huidige werking van de Bloso-centra. De reductie van het aantal koppen zal dan ook, gelet op de grootte van de huidige personeelsinzet. voornamelijk binnen deze processen doorgevoerd worden en potentieel de grootste impact hebben. Hierbij wordt meer concreet gedacht aan de geleidelijke outsourcing van voornamelijk schoonmaak, groenonderhoud en algemeen technisch onderhoud in de centra. Verschillende scenario's zullen afgetoetst worden. De samenwerking tussen geografisch nabijgelegen centra wordt verder geïntensifieerd Ipooling van schoonmaak, catering, enz). De implicaties Idienstverlening, personeelsimpact. budgettaire . impact en werkingsimpact) die elk veranderingsscenario hieromtrent met zich meebrengt, zullen in kaart gebracht worden alvorens deze uit te voeren. Naast het behoud van de kwalitatieve en klantgerichte dienstverlening via de Bloso-centra, wordt verder gefocust op de core-businessvan de 13 Bloso-centra Ide org~nisatie van eigen activiteiten en het uitbouwen en ter beschikking stellen van de Bloso-centra aan derden), Onderzocht zal worden in welke mate de Bloso-centra zich meer receptief kunnen opstellen ten aanzien van private organisatoren van sportkampen in de Bloso-infrastructuur, waarbij accommodatie ter beschikking wordt gesteld aan derden, die zelf zullen organiseren en dus in de toekomst zelf zullen instaan voor de omkadering en lesgevers. Belangrijke uitdaging hierbij is de gunstige verhouding inkomsten/uitgaven/beleidseffecten voor de Vlaamse overheid te blijven garanderen. De budgettaire impact van de wijzigingen die zullen worden aangebracht aan deze drie processen kan op dit ogenblik niet ingeschat worden. Outsourcing/uitbesteding met behoud van functionaliteit zal bijvoorbeeld voornamelijk impact hebben op een vermindering van het aantal koppen, maar niet op de uitgaven. Het Bloso wenst samen met alle Vlaamse sportactoren een duurzaam en innovatief breedtesportaanbod te ondersteunen en te faciliteren vanuit een filosofie van 'doen doen'. Het Bloso zal daarbij in de toekomst de nodige kaders, modellen, uitgewerkte producten en structuren aanleveren, waarbij Bloso als regisseur opereert. De doelstelling is om meer hefbomen en een betere omkadering te creëren voor de uitbouw van een sportieve levensstijl van elke Vlaming.
8
Bloso zal de 4 vooropgestelde strategieën sensibiliseren, inspireren, faciliteren en informeren enerzijds ondersteunen via de provinciale Bloso-promotiediensten en anderzijds verwerken in de nieuwe Vlaamse sensibiliseringscampagne die in overleg met en op voorstel van alle \ilaamse sportactoren (onder meer via het platform Sport voor Allen en het permanent overlegorgaan sportpromotie), bepaald werd met als thema: "maak tijd voor sport". Uit recente rondetafel gesprekken met de sector is gebleken dat de lokale overheden en de Vlaamse sportfederaties het een taak vinden van de Vlaamse overheid om een sensibiliserende sportpromotionele campagne uit te bouwen om de Vlaamse bevolking te stimuleren tot een gezonde, fitte en sportieve levenshouding, Voor de uitrol van deze sensibiliseringscampagne opteert Bloso ervoor om alle sportactoren te ondersteunen en te begeleiden, maar ook te responsabiliseren zodat ze eigen specifieke accenten kunnen bepalen en implementeren. Lokale actoren zorgen voor de vertaalslag van de doelstellingen naar de lokale inwoners (doelgroepen) en zet de acties uit op het terrein.
Regelgevl ng In lijn met het principe regelgeving, ligt de vooropgestelde actualisering van het beleidskader sociaal-cultureel volwassenwerk. Het huidige beleidskader maakt een onderscheid tussen het decreet op het sociaal-cultureel volwassenenwerk en het participatiedecreet. De vertrekbasis voor een nieuw beleidskader is de integratie van deze werkvelden met eventueel de .optie om voor bepaalde delen een apart. flankerend beleid te voorzien. Een nieuw decreet schept tevens een nieuw of geactualiseerd maatschappelijk functiekader voor het werkveld. Waar in het huidig beleidskader (sociaal-cultureel volwassenenwerk) de klemtoon wordt gelegd op de methodiek, zal in een nieuw kader eerder ingezet worden op het verduidelijken van de rollen van het sociaal-cultureel werk. Een nieuw beleidskader gaat uit van een open benadering met de bedoeling vernieuwing, innovatie en kwaliteit te stimuleren als antwoord op de uitdagingen gesteld door de veranderende samenleving. Een ander voorbeeld in lijn met het principe regelgeving is het nieuwe decreet voor de subsidiëring van lokale besturen, dat zeven sector decreten voor de gemeenten in Vlaanderen met uitzondering van Brussel en de faciliteitengemeenten op de volgende terreinen vervangt: en integratie, sport. jeugd, cultuur, armoedebestrijding, flankerend onderwijs ontwikkelingssamenwerking. Als gevolg van dit nieuwe decreet zullen de sectorale subsidies aan de gemeenten geïntegreerd worden in het gemeentefonds, met uitzondering van de subsidies voor de faciliteitengemeenten. Hiermee beoogt de Vlaamse Regering een overheidslandschap dat bestaat uit sterke steden en gemeenten met meer bevoegdheden. meer autonomie en minder plan last. Handhaving en Inspectie Verschillende decreten binnen de beleidsvelden cultuur en jeugd voorzien de mogelijkheid van het inspecteren van actoren. In een grondige evaluatie van deze inspectie-opdracht zullen de kosten en baten van het inspecteren van actoren in kaart gebracht worden. Inspecties met een negatief resultaat waar geen consequenties aan vast hangen, kunnen worden afgeschaft. Waar aangewezen, zal de inspectie-opdracht anders ingericht worden om beter aan te sluiten bij de praktijk van de begunstigde. zodat dit niet alleen ten goede komt aan de actoren die geïnspecteerd worden. maar ook een positieve impact heeft op de inzet van middelen binnen de 9
Vlaamse overheid. Het kiezen voor radicaal digitaal geeft kansen om op een andere manier interactief te werken met het werkveld en beschikbare informatie maximaal te benutten. Bij het formuleren van nieuwe regelgeving wordt de dimensie van inspectie en handhaving integraal meegenomen. Waar mogelijk en relevant worden systemen van autoregulering opgezet (vb. filmkeuring!. vergunningen en erkenningen Bij de hierboven reeds vermelde actualisering van het beleidskader sociaal-cultureel werk. zal ook aandacht gaan naar de wijze waarop het verlenen van erkenningen nu is opgenomen iil het decreet. Volgens het huidige decreet moeten organisaties eerst erkend worden vooraleer ze subsidies kunnen aanvragen. Om erkend te worden en om subsidies te krijgen. moet telkens aan andere criteria voldaan worden. De erkenning kan ook bepalend zijn voor andere regelgevende toepassingsgebieden. bijvoorbeeld de erkenning van de jeugdinstellingen door Toerisme Vlaanderen en het toekennen van subsidies naar aanleiding van het interprofessioneel akkoord (VIA4). Er zal onderzocht worden wat de meerwaarde van het verlenen van erkenningen is en wat de aangewezen duur van de erkenning is. Wanneer zou blijken dat de maatschappelijke en bestuurlijke meerwaarde beperkt is. dan kan dit worden meegenomen bij de aanpassing van het decreet sociaal-cultureel volwassenenwerk. Nieuwe erkenningsregelingen zullen enkel worden ingevoerd als er geen alternatief is. Subsidies Er wordt een grondige procesanalyse gepland van alle decreten binnen de beleidsvelden cultuur en jeugd. De finaliteit van äe decreten wordt niet in vraag gesteld. het accent ligt op de heroriëntering en reorganisatie van de overheidsondersteuning. Bij het analyseren van de decreten zal in eerste instantie onderzocht worden of en hoe een planlastvermindering voor de sectoren gerealiseerd kan worden. Daarnaast moet de analyse ook mogelijke efficiëntiewinsten in kaart brengen. waardoor de dienstverlening met betrekking tot deze decreten kan worden aangepast aan een realiteit van minder overheidspersoneel en middelen zonder te veel in te boeten op een kwalitatieve dienstverlening aan de klanten. De verschillende processtappen die in de decreten gevolgd worden voor het toekennen en opvolgen van subsidies zullen geanalyseerd worden met het oog op het stroomlijnen van deze processtappen over de verschillende decreten heen. waardoor er bijkomende opportuniteiten kunnen worden gecreëerd om de processen te automatiseren en te monitoren. Digitaal indienen van subsidieaanvragen wordt de regel. zoals nu al voor het kunstendecreet het geval is. Deze oefening zal eveneens aangegrepen worden om kleine subsidies zoveel mogelijk te 'forfaitariseren'. waardoor de besluitvorming beperkt kan blijven tot het al dan niet toekennen van een subsidie. en de controle eveneens beperkt kan worden. Tot slot onderschrijft het departement het idee van een subsidiedatabank voor de sectoren cultuur. jeugd en media met als doel een transversale en longitudinale monitoring van alle aanvragen en beslissingen. Dit moet toelaten een beter profiel van de aanvragers te maken en de impact van de subsidies beter te evalueren.
De principes regelgeving. handhaving en Inspectie. vergunningen en erkenningen en subsidies worden voor het beleidsveld sport samen besproken. volgende drie decretaal vastgelegde subsidieprocessen
zullen. zoals opgenomen
in
de
beleidsnota Sport. in de huidige beleidsperiode geoptimaliseerd of afgebouwd worden ten 10
. gevolge van een veranderend landschap. een politieke keuze of een vastgestelde budgettaire limiet: 1/ Uitvoering en evaluatie van het decreet houdende de regeling van de erkenning en subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties. de koepelorganisatie en de organisatie voor de . sportieve vrijetijdsbesteding - 2/ Uitvoering en evaluatie van het decreet houdende het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid - 3/ Uitvoering van het decreet houdende de toekenning van subsidies voor de uitbouw. de coördinatie en de promotie van het sportaanbod van de studentenvoorzieningen van de Vlaamse universiteiten en hogescholen en de erkenning en subsidiëring van een Vlaamse overkoepelende studentensportvereniging Zoals bepaald in de beleidsnota Sport zal het huidige decreet van l3 juli 2001 inzake de subsidiëring van de Vlaamse sportfederaties aangepast worden zodat de effectiviteit en de efficiëntie van de ingezette Vlaamse middelen verhoogt; de kwaliteit van het sportaanbod voor de sporters in de Vlaamse sportclubs verbetert; het Vlaamse sportfederatielandschap op een verantwoorde wijze gerationaliseerd wordt; de georganiseerde sportwereld geresponsabiliseerd wordt op basis van een verhoogde autonomie; een enveloppefinanciering gebeurt op basis van een beheersovereenkomst in het kader van good governance van de Vlaamse sportfederaties; de plannings- en administratieve lasten tot een minimum beperkt worden: er kan geanticipeerd worden op toekomstige maatschappelijke en sportieve uitdagingen. De beleidsnota Sport stelt .immers letterlijk dat de ondersteuning van Vlaamse sportfederaties in de toekomst zal gebeuren vanuit het principe van wederzijds vertrouwen en dat de subsidies toegekend zullen worden op basis van de output waarbij kwalitatieve normen zullen primeren. De aanpassing van het decreet zal in hoge mate ervoor zorgen dat de administratieve verplichtingen conform het huidige decreet met de invulling en vormverplichtingen wat beleidsplanning betreft verminderd worden ·en er meer autonomie aan de Vlaamse Sportfederaties wordt gegeven. De Vlaamse regering beoogt een overheidslandschap dat bestaat uit sterke steden en gemeenten met meer bevoegdheden. meer autonomie en minder plan last. Voor het beleidsveld Sport betekent dit dat de sectorale subsidies aan gemeenten vanuit het. decreet Lokaal sportbeleid geïntegreerd zullen worden in het gemeentefonds met uitzondering van de subsidies voor de faciliteitengemeenten. Deze beslissing impliceert een opheffing van het decreet van 6 juli 2012 inzake het stimuleren en subsidiëren van een lokaal sportbeleid. Er wordt vanuit het beleidsveld Sport geen enkele regelgeving meer opgelegd in het kader van de besteding van de middelen sport bij de lokale overheden. Daarnaast zal er onderzoek gebeuren naar eventuele noodzakelijke aanpassingen aan het decreet Lokaal sportbeleid van 6 juli 2012 Lf.v. een verlaging van de administratieve verplichtingen en planlasten voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw De Rand; de situatie van de subsidie aan de randgemeenten die al dan niet via het decreet rechtstreeks ondersteund worden; het afschaffen van de subsidies aan de provincies; een evaluatie van de opdracht ISB n.a.v. de gewijzigde begunstigden in het decreet en een vernieuwde visie op ondersteuning lokaal sportbeleid. De opheffing van dit decreet vraagt een heroriëntatie van de rol die Bloso vervult ten aanzien van de lokale sportdiensten. Er zal in dit kader overleg gepleegd worden met de gemeentelijke sportdiensten betreffende hun verwachtingen in het kader van ondersteuning en begeleiding vanuit de Vlaamse overheid. Op vraag van de lokale overheden zal bovenlokale ondersteuning aangeboden worden in het kader van regiowerking en/of zullen uitgewerkte projectfiches voor lokaal gebruik ter beschikking gesteld worden. Bloso zal daarnaast faciliterend en
11
kennisondersteunend optreden in het kader van een laagdrempelig sportaanbod voor alle doelgroepen en alle leeftijdsgroepen. Grondige decreets- en beleidsevaluaties blijven noodzakelijk. Tijdens de huidige beleidsp'eriode wordt een evaluatie van het decreet houdende de subsidiëring van het sportaanbod van de studentenvoorzieningen van de Vlaamse universiteiten en hogescholen en een Vlaamse overkoepelende studentensportvereniging uitgevoerd zodat in samenspraak met de· betrokken actoren enerzijds de output van dit decreet geëvalueerd wordt en anderzijds de impact van de financiële ondersteuning op de kwaliteit van het sportaanbod voor de studenten onderzocht wordt. Daarnaast zal er onderzocht worden of de administratieve verplichtingen en de planlast nog kunnen verminderd worden.
Entlteits- en beleidsdomeinoverschrIjdende samenwerking Het Beleidsdomein CJSM h'eeft op meerdere vlakken samenwerking opgezet met de andere beleidsdomeinen van de Vlaamse overheid. Zo is er wat erfgoed betreft een uitgebreide, structurele samenwerking met het Agentschap Onroerend Erfgoed. Er is een langlopende samenwerking met het beleidsdomein Onderwijs en vorming onder meer met betrekking tot cultuureducatie. Met het beleidsdomein Internationaal Vlaanderen is er onder andere op het vlak van culturele diplomatie een structurele samenwerking. Met de participatiemaatschappij Vlaanderen en het Agentschap Ondernemen is er een protocol afgesloten op het vlak van de creatieve en culturele sectoren. Tot slot is ook het Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan een voorbeeld van samenwerking over de beleidsdomeinen heen. waarbij er naar synergie gestreefd wordt ten behoeve van kinderen en jongeren. Binnen het beleidsdomein is er een samenwerkingsprotocol tussen het Departement CJSM en VRM en ook tussen het Departement CJSM en het nieuw op te richten agentschap Sport Vlaanderen zal er een samenwerkingsovereenkomst worden afgesloten. De beleidsnota Sport vermeldt letterlijk dat we "moeten de hand durven uitsteken naar andere
sectoren waarmee sport raakvlakken heeft, zoals bijvoorbeeld welzijn en gezondheid. gelijke kansen, onderwijs. werk en ruimtelijke ordening" . Daarnaast wordt in verschillende hoofdstukken van de beleidsnota een duidelijke link gelegd naar andere beleidsvelden. Hieronder enkele voorbeelden. In het kader van een globale visie op jeugdsportbeleid en de visie van het concept 'Brede School met sportaanbod zal een versterkte samenwerking tussen sport en onderwijs bijdragen tot het uitbreiden en optimaliseren van het naschoolse sportaanbod. Om kwalitatieve sportproducten aan te bieden en een aangepast sportaanbod op maat van deze doelgroep te ontwikkelen, gaan we op zoek naar potentiële 'samenwerkingsverbanden met diverse partners binnen de bedrijfssector. We wensen de sociale inclusie in de sport te vergroten. We benadrukken de benefits van actieve sportparticipatie bij andere sectoren zodat ook zij meer het belang inzien om mee te werken aan de doelstellingen van het sportbeleid. Om alle doelgroepen optimaal te bereiken is samenwerking met onder andere Welzijn. Gelijke Kansen, Armoede, Cultuur (onder andere in kader van het flankerend participatiedecreetl. Inburgering en Integratie een essentiële randvoorwaarde.
12
Onze samenleving vertoont meer en meer een sedentair karakter en 52% van onze bevolking weegt te veel. Met de minister van Welzijn en volksgezondheid wordt nagaan hoe we gezamenlijk een concreet project kunnen opzetten waarbij sport doelgericht wordt ingezet om bewegingsarmoede tegen te gaan. We willen met sport een bijdrage leveren aan de hulpverlening van jongeren in de jeugdzorg vertrekkende vanuit het ervaringsieren. Daarnaast kan dit bijdragen tot de vermaatschappelijking van de zorg, door sport als instrument voor een betere re-integratie in te zetten en jongeren naar reguliere sport toe te leiden. Uiteraard zal dat in overleg zijn
met de ministers van welzijn en Jeugd.
1
Samen met de minister van Toerisme, bekijken we hoe vormen van laagdrempelige natuurgebonden sportinfrastructuur kunnen bijdragen aan het toerisme in Vlaanderen. We bekijken samen met het Agentschap Toegankelijk Vlaanderen hoe we onze sportinfrastructuur toegankelijker kunnen maken. In overleg met de minister van Onderwijs onderzoeken we de huidige stand van zaken met betrekking tot het openstellen van schoolsportinfrastructuur na de schooluren zodat we in kaart kunnen brengen waar zich nog noden en opportuniteiten voordoen. Een sportvriendelijke leefomgeving stimuleert de Vlaming tot een actieve en gezonde levensstijl. De inplanting en de realisatie van sportaccommodaties dient dan ook complementair te zijn aan de inrichting van de openbare ruimte, die uitnodigt tot bewegen en sporten. Beide doelstellingen vereisen samenwerking met de andere beleidsdomeinen en beleidsniveaus. Ook voor sporten die omwille van hun aard of omvang niet in of nabij woonkernen kunnen beoefend worden, is de nodige aandacht vereist. We zoeken dan ook actief verder naar duurzame oplossingen voor geluidsproducerende en ruimtebehoevende sporten zoals motorcross. Deze sporten hebben immers een duidelijk bovenlokaal karakter en vereisen een afstemming met andere beleidsdomeinen. De Vlaamse Regering besliste op 4 april 2014 om tijdelijke terreinen voor de beoefening van gemotoriseerde sporten aan te duiden in de havengebieden. In nauwe samenspraak met de minister van Omgeving zetten we het overleg met de havenbesturen, dat tijdens de vorige legislatuur werd opgestart. verder. De Vlaamse Regering is ervan overtuigd dat jongeren door te sporten en door te functioneren binnen de sportcontext van sportclubs, competenties verwerven en attitudes opbouwen die van pas komen om de toegang tot de arbeidsmarkt te faciliteren. Samen met de VDAB willen we de rol van sport in de competentieontwikkeling van jonge werkzoekenden en trajecten naar werk verder uitdiepen en de impact van trajecten met een sportcontext laten evalueren. Op het vlak van leerervaringen en tewerkstelling zullen we samen met Vla bus en in overleg met VDAB onderzoeken waar er concrete werkplaatsen zijn voor laaggeschoolden als opstap naar de reguliere arbeidsmarkt. Aangezien het sociaal-maatschappelijke aspect eigen is aan de werking van heel wat sportorganisaties, moedigen we de sportsector aan om het maatschappelijk verantwoord ondernemerschap en sociale innovatie mee op te nemen in hun beleid. Om dit te ondersteunen en te realiseren zullen we hiervoor ook in overleg gaan met het beleidsdomein sociale economie.
13
In dialoog met de minister van Cultuur zullen we bekijken hoe het sportaanbod ook via de Uitdatabank kan gepromoot worden. Verder zullen we ook bekijken hoe we via het participatie-instrument 'UITpas' het sportaanbod voor kansengroepen kunnen optimaliseren.
E. Verhouding van de kerntakenoefening tot de personeelsbesparingen
Het Beleidsdomein CJSM moet een besparing van 120 koppen realiseren tegen eind 2019. De verdeling tussen het departement. Bloso en de VRM volgt dezelfde logica als de verdeling over de beleidsdomeinen. Een deel van deze besparing zal het Departement CJSM realiseren binnen de kernprocessen. Door het realiseren van schaalvoordelen en efficiëntiewinsten moet het voor bepaalde kernprocessen mogelijk zijn om met een lagere VTE-inzet nog steeds dezelfde resultaten te behalen. Voor andere kern processen zal de verwachte uitstroom gecompenseerd worden door intern te verschuiven met de VTE die vrijkomen. Zo zal een deel van de VTE die vrijkomen binnen de processen lokaal cultuurbeleid en lokaal jeugdwerk en jeugdbeleid ingezet worden om pensioneringen te ondervangen en om andere processen te versterken. Hierdoor moet niet tot aanwerving worden overgegaan. Het KMSKA vormt hierop wel een uitzondering door de uitbreiding van het volume van het museum en de geplande heropening van het KMSKA in 2019. Naast de koppenbesparing binnen de kernprocessen. zal er ook maximaal binnen de ondersteunende processen gestreefd worden naar een vermindering van het aantal koppen. De gestelde besparingsdoelstelling zal dus worden gehaald. waarbij rekruteringen en interne verschuivingen zullen gebeuren conform de nieuwe prioriteiten en het optimaliseren van het menselijk kapitaal.
14
~\~ \ Vlaams~ 't~
\ overheid \
KERNTAKEN PLAN WERK EN SOCIALE ECONOMIE ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
•
A. Context Het beleidsdomein WSE wordt in zeer grote mate geïmpacteerd door de 6de staathervorming en door fusies binnen het beleidsdomein. Het regeerakkoord voorzag in een eerste fase reeds in de integratie van het Vlaams Subsidieagentschap Werk en Sociale Economie in het Departement Werk en Sociale Economie (vanaf 1/04/20141. In een volgende fase wordt nu de inkanteling van het Europees Sociaal Fonds voorbereid. Deze operatie zal afgerond zijn op 1/01/2016. Het nieuwe Departement Werk en Sociale Economie zal op die manier een zeer ruim scala van dienstverleningsprocessen aanbieden. Naast de fusies binnen het beleidsdomein worden ook een aantal materies herverdeeld tussen de entiteiten. Het gaat dan om maatregelen die uitgewisseld worden tussen de VDAB en het Departement WSE. • o
Van VDAB naar DWSE: Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP), Vlaamse tewerkstellingspremie 50+ en de Bijblijfwerking. Van DWSE naar VDAB: Werkervaring
Samenvallend met de uitvoering van dit kerntakenplan krijgt het beleidsdomein WSE met de 6de staatshervorming een groot aantal bevoegdheden bij. Bevoegdheden die zowel naar complexiteit. budget als handhaving een grote uitdaging vormen voor het Departement WSE. Syntra Vlaanderen en de VDAB. Voor een aantal bevoegdheden is er geen, of minimale. personeelsoverdracht voorzien in de Bijzondere Wet. Dit maakt dat alle entiteiten zich intern moeten reorganiseren om deze bevoegdheden op een blijvende. kwaliteitsvolle manier uit te ,kunnen voeren. Voor het Departement WSE betreft het in totaal 11 dienstverleningen met een bijhorend budget van ruim 2,2 miljard euro: dienstencheques betaald educatief verlof start- en stagebonus loopbaanonderbreking openbare sector globale projecten: startbaanovereenkomsten aanvragen jongerenbonus SP sector vermindering mentoren werkhervattingstoeslag 55+ steunzones SINE Ervaringsfonds
AI deze maatregelen worden ingekanteld voor het operationele kernproces wordt administratieve omkadering. toezicht en en -ondersteuning wordt geen personeel
in het Departement WSE in de periode 2015-2016. Enkel een minimale personeelsoverdracht voorzien. Voor de handhaving (luik inspectie) en de beleidsvoorbereiding overgedragen vanuit het federale niveau.
Voor de VDAB: project activering: Activering zoekgedrag en controle beschikbaarheid Outplacement Vrijstellingen studies/opleidingen Project Maatschappelijke integratie: PWA-werking aanpassen Maatregel art 60.61 aanpassen Project Loopbanen en competenties BlO
Doelgroepenbeleid
Voor Syntra Vlaanderen: . SYNTRA Vlaanderen bevindt zich in volle transitie naar aanleiding van de nieuwe opdrachten in het kader van de regierol voor de werkcomponent van het duaal leren. de sterkere inzet op innovatie. cross-sectorale werking. en toekomstige sturende regelgeving en beleid. Het agentschap heeft bij de uitwerking en invulling van het kerntakenplan zo goed als mogelijk rekening gehouden met die uitdagingen. Daarom oriënteert SYNTRA Vlaanderen sterker nog dan nu het geval is de eigen dienstverlening naar toekomstgerichte vorming. Vanuit een onafhankelijke regierol ondersteunt het agentschap innovatieve trajecten en cross-sectorale initiatieven. Via een verdere professionalisering en efficiënte inzet van beschikbaar personeel en middelen. een doorgedreven digitalisering van de eigen activiteiten. en een effectieve aansturing van actoren mikt SYNTRA Vlaanderen bovendien op kwalitatieve en integere dienstverlening die leidt tot meer en beter gevormde ondernemers.
2
B. Structuur van het beleidsdomein Totaal aantal bruto VTE over juni 2014 en aantal bruto VTE over april 2015: 1,
EIn,tL~lt, ;ii~j~iii;
.
~;,~',
'.;, Bruto \/TE"over" BhJto VTE i' over , .i " i ',L, ' 'r;'.:>:"': ',:. 'i" i.ilii ,!lhiI2014." ,. laprl12015 I " ,'" Departement WSE 205,0 236,6 VDAB 3.954.7 3980,1 Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorm ing 136,0 138.4 Syntra Totaal 4.295.7 4355.1 "
,,,,
I:, ,Jl\Jîi-
,11
'
Noot VDAB: De cijfers komen niet overeen met de opgeleverde cijfers van het initiële kerntakenplan wegens het ontbreken van de impact van de staatshervorming.
C. Samenvatting kerntakenplan De inventaris van kerntaken kwam tot stand binnen een werkgroep met vertegenwoordigers uit DWSE. VDAB en SVL. De werkgroep zag er op toe dat er vanuit eenzelfde begrippenkader werd gewerkt De stelling van de Vlaamse Regering om de toegevoegde waarde van de productieprocessen te hanteren als uitgangspunt voor de analyse, werd door de werkgroep vertaald naar een integrale benadering van de processen. een zgn. end to end benadering. De verschillende activiteiten binnen en tussen de entiteiten kunnen zich op die manier inschrijven in één dienstverleningsproces. Op deze manier wordt de aansluiting met de beleidskeuzes verder aangescherpt Naast de indicering die het sjabloon voorziet werd binnen de werkgroep een set van criteria opgesteld die de kwalitatieve beoordeling van de productieprocessen moet faciliteren. De voorgestelde criteria hebben betrekking op : (1) efficiëntie, (2) effectiviteit (3) integriteit en (4) kwaliteit Op basis van de analyse van alle kernprocessen zijn de beoordelingswaarden die binnen het beleidsdomein Werk werden toegekend: vatbaar voor afbouw, optimalisatie aangewezen en activiteit te versterken. De af te bouwen processen situeren zich uitsluitend bij het Departement WSE. Het betreft hier taken die rond maatregelen die niet (meer) bijdragen aan de beleidsdoelstellingen en waarvan in enkele gevallen ook expliciet een uitdoofscenario of regulariseringstraject wordt aangekondigd in de beleidsnota's. We denken hier bijvoorbeeld aan de DAC-projecten die uitdovend werden verklaard. de gesco's in de buitenschoolse kinderopvang die worden geregulariseerd door overheveling naar het bevoegde beleidsdomein en de gesco's bij plaatselijke besturen die eveneens worden geregu lariseerd. Daarnaast stelt het Departement WSE ook en kele maatregelen ter afbouw voor waarvan de vraag kan gesteld worden of ze behoren tot de kerntaak van het Departement We denken hier bijvoorbeeld aan het subsidiëren van de opleidingsinstellingen ikv de dossiers Sociale Promotie. Het beleidsdomein stelt ook een hele reeks maatregelen voor die vatbaar zijn voor optimalisatie. Door de 6d' staatshervorming vergroot het beleidsdomein haar invloed op het Vlaamse werkgelegenheidsbeleid. Deze sterkere positie schept ook opportuniteiten naar het stroomlijnen
3
van processen en het beter op elkaar afstemmen van de verschillende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid. VDAB optimaliseert verscheidene van zijn processen momenteel in het kader van de evolutie naar een nieuw dienstverlenings- en organisatiemodel.' dat aangeduid wordt met de noemer "Iedereen bemiddelaar". Met "Iedereen bemiddelaar" verbindt VDAB zich ertoe de organisatie in te richten met het oog op: • • •
•
de realisatie van de nieuwe opdrachten en doelstellingen voortvloeiend uit de Beleidsnota Werk. Economie. Wetenschap en Innovatie 2014-2019. . het creëren van maximale meerwaarde voor zijn klanten. partners en belanghebben'den. het zo efficiënt mogelijk benutten van zijn resources (personeel. inkomsten. gebouwen. technologie. informatie. expertise. kanalen) en het verder professionaliseren van de ondersteunende dienstverlening binnen het holdingmodel van de Vlaamse overheid. het bevorderen van het ondernemerschap binnen de entiteit. het opdrijven van de maatschappelijke meerwaarde ervan en het verzekeren van een integer optreden.
De te optimaliseren processen behoren tot de decretaal vastgelegde kernopdracht van VDAB (cfr. oprichtingsdecreet VDAB van 7 mei 2004). namelijk 'Bemiddeling en loopbaanondersteuning'. Het gaat bovendien om activiteiten die essentieel zijn om de dienstverlening te verzekeren en de beleidsdoelstellingen te bereiken. zoals weergegeven in de Beleidsnota Werk. Economie. wetenschap en Innovatie 2014-2019. De financiële tegemoetkomingen (BTOM - Dovenbijstand. BTOM - verplaatsingskosten pmah. BTOM - APA. BTOM - Arbeidsgereedschap en kledij. Opleidingscheques. 50+. BTOM - VOP) als kerntaak worden ook geoptimaliseerd zoals weergegeven in de Beleidsnota Werk. Economie. Wetenschap en Innovatie 2014·2019. De voorgestelde optimalisati~s veronderstellen dat we meer klanten zullen bereiken op een meer efficiënte. effectieve. kwalitatieve en integere manier. We breiden ons aanbod uit en gebruiken ook andere kanalen. Deze optimalisatietrajecten werden ook meegenomen in ons jaarlijks ondernemingsplan met meerjarige component. SYNTRA Vlaanderen optimaliseert het proces praktijkgerichte ondernemerschapstrajecten in functie van de beleidsdoelstellingen. zoals weergegeven in de beleidsnota Werk. Economie. Wetenschap en Innovatie. Daarbij staat het agentschap een dubbele aanpak voor. In eerste instantie richt het agentschap efficiëntietrajecten in voor activiteiten die behouden blijven omwille van hun essentiële bijdrage aan de beleidsdoelstellingen. Door activiteiten als ,attestering. communicatie en promotie efficiënter en met een maximale meerwaarde voor de burger in te richten. kan het agentschap versterkt inzetten op toekomstige uitdagingen. Voor het proces 'Promotie van ondernemersvorming' probeert het agentschap maximale synergie te vinden met de activiteiten van het Agentschap Ondernemen. In tweede instantie zet het agentschap de lijnen uit voor nieuwe ondernemerstrajecten. De focus ligt daarbij op een cross-sectorale werking. en op innovatieve processen en methodieken binnen de opleidingen. Het beleidsdomein schrijft zich voor de volle 100% in op het programma Vlaanderen radicaal digitaal'. Dit houdt enerzijds in dat de entiteiten de reeds opgestarte informatiseringsscenario's integreren in een globale aanpak en anderzijds dat nieuwe projecten zullen worden ontwikkeld gefocust op digitalisering i.f.v. efficiëntie en klantvriendelijkheid. De digitalisering van de dienstverlening is geënt op principes van hergebruik van data en koppeling aan authentieke bronnen. Deze aanpak biedt naast schaalvoordelen. een efficiëntere en meer nauwkeurige afhandeling van dossiers met een klantgerichte aanpak als finaliteit.
4
De ICT-strategieën van de entiteiten binnen het beleidsdomein zijn gericht op het kunnen aanbieden van eenvoudige en efficiënte dienstverlening vanuit het perspectief van de burger/klant. Dit traject werd in het verleden reeds aangevat en resulteerde in enkele onlinesystemen voor o.a. het aanvragen van aanmoedigingspremies en diversiteitsplannen. Andere maatregelen werden intussen geanalyseerd en zullen ook onderwerp worden van een digitaliseringsproject. Daar komt bij dat niet enkel zal gefocust worden op individuele maatregelen. Op termijn is het de ambitie om de klant (burgers. maar ook organisaties en ondernemingen) in staat te stellen alle dossiers via een uniek loket te kunnen beheren. VDAB volgt het pad van de (radicale) digitalisering ten volle. Digitalisering bekijken we in zeer ruime zin: het maximaal inzetten van de mogelijkheden die de informatica- en communicatietechnologie bieden. Het hoofddoel is en blijft de matching tussen de burger en een volwaardige. gepaste job. De weg daarnaartoe maken we zo efficiënt mogelijk. zowel voor de burger als voor de organisatie zelf. We laten ons daarbij leiden door klantgerichte processen en niet door interne structuren. We nemen ons evenzeer voor ons doelpubliek te helpen en te begeleiden bij het toenemende gebruik van gedigitaliseerde services. Om de visie en bijhorende principes gestalte te geven. definiëren we binnen dit kader concrete programma·s/projecten. Zij hebben als gemeenschappelijk doel onze dienstverlening te moderniseren (digitalisering) en onze interne werking te optimaliseren. Voor de periode 2015-2019. de huidige regeerperiode. stellen we volgende 8 ambities voorop inzake digitalisering van onze dienstverlening. De lijst kan uiteraard uitgebreid worden. Om de ambities waar te maken zullen we projectmatig en gefaseerd werken: 1. 75% van alle administratieve processen verloopt voor minstens 90% geautomatiseerd. Dat betekent dat de klant of de interne gebruiker slechts een minimale inspanning hoeft te leveren om het proces te activeren en het te beheren. Een eerste criterium kan zijn: alle administratieve processen die minstens 10.000 keer per jaar voorkomen. Met administratieve processen bedoelen we formaliteiten die omwille van financiële. contractuele of wettelijke redenen nodig zijn om een dienstverlening te kunnen leveren of ontvangen.
2. 90% van alle inschrijvingen of herinschrijvingen van (Nederlandskundige) werkzoekenden gebeurt ofwel telefonisch ofwel online. We bedoelen hier met inschrijving het van meet af aan opmaken van een goed gestoffeerd. bemiddelbaar dossier. 3. 80% van de volledige basisdienstverlening die de VDAB aanbiedt (zowel voor werkzoekenden als werknemers) is beschikbaar via elektronische weg (zij het self service. zij het via contact center) 4. Elke bemiddelaar of instructeur is in staat met de klant te communiceren via het digitale mediu m dat die klant verkiest (telefoon. mail. chat. hangout. video-hangout. sociale media) 5. Als databroker bij uitstek ontsluiten we onze informatie zowel voor de burger als voor onze eigen medewerker op een snelle. adequate en uniforme wijze. Daarbij versterken we het principe van het e-Ioket als touchpoint voor snelle informatie of service. Dat veronderstelt niet noodzakelijk één herkenbare en gecentraliseerd punt. Het streven is hier 80% "first time resolution" te bereiken. d.W.Z. dat de klant bij een eerste contact voor 80% meteen tot zijn of haar voldoening bediend is. 6. We installeren enkele fysieke touch points (servicepunten) waarbij de klant via video met live bemiddelaars kan communiceren. Daarmee combineren we voordelen als nabijheid en menselijk contact. en kunnen we bredere servicetijden aanbieden via een efficiënte pooling van videobemiddelaars (die desgevallend van thuis uit kunnen werken!. 7. Inzake competentieversterking moderniseren we ons opleidingsaanbod. Dat kan betekenen dat opleidingen volledig online kunnen verlopen. d.w.Z. in zelfstudie en/of met afstandscoachen die
5
via online kanalen communiceren met de cursist. ofwel een combinatie van fysieke en digitale opleidingscomponenten. Een belangrijke doelstelling is het vlot op maat kunnen aanbieden van een competentieversterkende actie in een traject naar tewerkstelling/nieuwe job. 8. Nieuw ontwikkelde digitale services zijn zo veel mogelijk mobiel beschikbaar. Via de verschillende (lopende) optimalisatietrajecten. opgenomen in ons ondernemingsplannen, ondersteunen we de resultaat- en klantgerichte dienstverlening die we als Vlaamse overheid willen aanbieden.
'.';"~r "
~,'
..
:,',"
1'.,' " '1'
',i -)"
I
,
">"'t
,
,
" ',l", :1;1;:;';11':::')''', ' J' .
"
"'.
" ',,-' *'
DWSE Optimalisatie aangewezen Behandelen van aanvragen voor AANMOEDIGINGSPREMIES en realiseren van betalingen Dossierbehandeling ikv aanvragen voor ARBEIDSZORGprojecten en realiseren van betalingen Dossierbehandeling ikv aanvragen voor BESCHUTTE WERKPLAATSEN en realiseren van betalingen Dossierbehandeling ikv aanvragen voor SOCIALE WERKPLAATSEN en realiseren van betalingen Economische Migratie: behandelen van aanvragen voor arbeidskaarten en beroepskaarten Dossierbehandeling ikv de subsidiëring van ERKENDE REGIONALE SAMENWERKINGSVERBANDEN Dossierbehandeling ikv aanvragen voor ERVARINGSBEWIJZEN Dossierbehandel ing i kv aanvragen voor erken ni ngen INVOEGBEDRIJVEN en realiseren van betalingen Dossierbehandeling ikv aanvragen voor erkenningen LOKALE DIENSTEN ECONOMIE-projecten en realiseren van betalingen Behandelen van dossiers ikv Loopbaan en diversiteitsbeleid Dossierbehandeling ikv ONDERSTEUNING ONDERNEMERSCHAP & MVO Dossierbehandeling ikv dossiers REGIONALE TOETSING Dossierbehandeling ikv SECTORCONVENANTS Dossierbehandeling i kv erkenni ng Uitzend kantoren Dossierbehandeling ikv de subsidiëring van VIA Vatbaar voor afbouw Dossierbehandeling ikv projecten BUITENSCHOOLSE KINDEROPVANG DOSSierbehandeling ikv projecten DERDE ARBEIDSCIRCUIT Dossierbehandeling ikv projecten GESUBSIDIEERDE CONTRACTU EL EN Dossierbehandeling ikv projecten INVESTERINGSSUBSIDIES DOSSierbehandeling ikv projecten SOCIALE PROMOTIE Dossierbehandeling ikv WERKERVARINGSPROJECTEN
','.\
., :'1',1
arMo VTE,:, .~~ . .}>, ." Totaal "r.' , . Impaèt"op VlEt" . hl'
,.
'
I'"
127.82
30.801
97.02
0
15,05
0
2,16
0
6,03
0
6,638
0
33,11
0
0,642
0
1.62
0
5,006
0
8.513
0
2.5144
0
6,222
0
1.43
0
1,85
0
5,38
0
0,85
0
30.801
30.801
1,88
1,88
4,88
4,88
10,06
10,06
1.151
1,151
1,06
1,06
11.77
11.77
6
Impact van de maatregelen Staatshervorming' Het Departement WSE wil de nieuwe Vlaamse bevoegdheden inzake werkgelegenheid op een kwaliteitsvolle manier inbedden in een Vlaams kader. Het personeel dat hiervoor overkomt vanuit de federale overheid blijkt hiervoor onvoldoende. Het Departement WSE wenst dan ook gebruik te maken van de opportuniteit om personeelsleden die In af te bouwen activiteiten zitten In het kerntakenplan op deze nieuwe taken In te zetten. Het resultaat van de inschatting is dat er 32 VTE bijkomend moeten ingezet worden. Om de personeelsbehoefte in kaart te brengen werden alle processen vergeleken met de workload uitgedrukt in aantal behandelde dossiers naar VTE en performantie v2in de dienstverlening. Dit resulteerde in volgend overzicht: Totaal Beleidsontwikkeling en. beleidsuitvoering Nieuwe taken nav de 6'staatshervormlng. Het betreft. hier de Inschatting van de workload voor de operationele processen. waarvoor geen personeel werd overgedragen. Dienstencheques Start en Stagebonus/Betaald Educatief Verlof/Loopbaanonderbreking Openbare Sector SINE-maatregel Toezicht en Handhaving De nieuwe materies zullen vanaf 2016 ook onderwerp gaan uitmaken van het Vlaamse toezicht en handhavingsbeleid. Naast de inspecties zelf worden ook de bevoegdheden verruimd: Hiervoor Is geen pèrsoneel overgedragen. Controle nieuwe materies Vervolgingsbeleid Bijkomende rollen Toezicht en handhaving. Administratieve Geldboeten Ondersteuning van de werking De nieuwe materies moeten niet enkel operationeel uitgevoerd kunnen worden. ook dienen deze voldoende omkaderdte worden. Ook hiervoor werd geen personeel voorzien In de bIJzondere wet Beleidsvoorbereiding en - opvolging nav de intensifiëring van de Vlaamse vertegenwoordiging in Europa Financiën en begroting Proces en risicobeheersing Analisten ikv datamining Totaal
Promotie ondernemersvormin
4 1 1
11 2 2
4.5
2 1.5 1 3 32
45.21
o
44.41
o o
0.8
7
Gelet op de toekomstige opdrachten en uitdagingen voor SYNTRA Vlaanderen tracht het agentschap de personeelsinzet te herzien in het kader van de gehele organisatie. Noodzakelijk zijn de versterking van de regierol in de realisatie van de werkcomponent van een geïntegreerd stelsel duaal leren, het uitbouwen van een resultaatgerichte sturing en financiering, de uitwerking van een tenderingstrategie, en de inzet op structurele samenwerkingsverbanden.
",,;
I"
1'.;'1.
I;" , ;"11,','::
I
' "/"1'&.
I,
"1Jii"" ' _'''A'Hd'!''
" ",,,,.',,4:
"n'illr;,.-0
"/::;:"
'h,}J
;'-;':", .,":, ":":1"
:.;~:I.'· ,;,
t,
::'
,
,0
·E,,' ,
j,;i,"'-'
"',;
.
VDAB
, I,:' ."
",'
',. Bruto VT:E' ':"',,r"': /
k
~ót:ääl
h
,-;;;;
,;L; i",ji
,J1 i c '
"lrllMct'OPiVTE
2050.2 2050.2
0 0
14
0 0
BlP: HR-ondersteuning
558,6 122,2
Coachen naar werk
658.4
0
697
0
Qj>tl malIsatle aangewezen Financiële tegemoetkomingen (BTOM - Dovenbijstand, BTOM - verplaatsingskosten pmah , BTOM - APA. BTOM - Arbeidsgereedschap en kledij, Opleidingscheques, 50+, BTOM - VOPI Beheren van match bare werkzoekende dossiers en vacatures
Opleiding
0
Via het proces 'beheren van match bare werkzoekende dossiers en vacatures' wordt het volledige instrumentarium, inclusief producten die louter als doel hebben het faciliteren van de matching, ingezet. om tot een match te komen. Wat werknemers kunnen, kennen en willen, kan bijeengebracht worden in een persoonlijk ontwikkelingsplan, Ook het portfolio Mijn loopbaan zal hierin ondersteunend gebruikt worden. De uitvoering van het coachen naar werk wordt veel meer in samenwerking met partners georganiseerd, De optimalisatie van dit proces gebeurt via een klantgerichte en effectieve benadering. We activeren elk talent met het accent op maatwerk, met prioriteit voor de drie doelgroepen, met name jongeren, SS-plussers en personen met een arbeidshandicap. Specifiek voor HR-ondersteuning wordt via de wisselwerking met de actoren binnen het beleidsdomein EWI verdere complementariteit opgezocht. De expertise en specialiteit van de accountwerking van VDAB omhelst een goede kennis van de HR tools, evenals de kennis van de algemene VDAB werking en van de markt. We investeren in ondernemerschap en wendbare ondernemingen en organisaties. We doen dit door ondernemingen aan te moedigen om verdere stappen te zetten op weg naar een strategisch HR- en organisatiebeleid en werkbaar werk. Conform de Beleidsnota Werk, Economie, Wetenschap en Innovatie 2014-2019 zullen we bedrijven aanzetten om competenties en talenten van hun werknemers zichtbaar te maken en te waarderen. Dit begint bij het competentiegericht opstellen van vacatures. Door verder in te zetten op de competentiegerichte matching van vraag en aanbod, continueren we de dienstverlening naar werkgevers toe en gaan we de strijd met knelpuntberoepen aan. Het proces opleiding optimaliseren we samen met het proces werkplekleren, onder de noemer competentieversterking, Het proces dat het product opleiding aflevert wordt vraaggericht georganiseerd, door middel van sectorale werking. We zetten verder in op een vraaggerichte dienstverlening en stemmen het vormings- en opleidingsaanbod af op de dynamiek van de arbeidsmarkt. Via de sectorale invalshoek en de methodenmix binnen ons dienstverleningsmodel iedereen bemiddelaar, kunnen we beter inspelen op de vraagzijde.
8
De Financiële tegemoetkomingen (BTOM - Dovenbijstand. BTOM - verplaatsingskosten Pmah. BTOM - APA. BTOM - Arbeidsgereedschap en kledij. Opleidingscheques. 50+. BTOM - VOP) als kerntaak wordt ook geoptimaliseerd zoals weergegeven in de Beleidsnota Werk. Economie. Wetenschap en Innovatie 2014-2019: De opleidingsincentives voor werkenden moeten gerichter en meer op maat van de werknemer ingezet worden: voor de ene bestaat de ondersteuning uit financiële steun. voor de andere uit bijkomend verlof of een combinatie van beide. Om dat te kunnen realiseren. zullen we alle verschillende bestaande instrumenten lopleidingscheques. betaald educatief verlOf. opleidingskredietl integreren in een nieuw instrument dat werkenden toelaat om zich bij te scholen of te heroriënteren. De strategische lijnen van de hervorming van de opleidingsincentives zullen we in overleg met de sociale partners opnemen in het Banenpact. In het bijzonder streven we naar een drastische vereenvoudiging van het instrumentarium. Het hele doelgroepenbeleid zal ingeperkt worden tot drie doelgroepen. met name jongeren. 55plussers en personen met een arbeidshandicap. Doorheen de verschillende fasen zetten we in op die doelgroepen. namelijk bij de activering door de VDAB en partners. de aanwerving en de verdere loopbaanontwikkeling. Ondersteuning van de doelgroepen. in de vorm van begeleiding of opleiding zullen we koppelen aan een individu in functie van zijn of haar afstand tot de arbeidsmarkt. waar mogelijk via het rugzakprincipe. Zo komen we tot eenzelfde ondersteuning aan werkgevers ongeacht de sector of type organisatie en vermijden we oversubsidiëring of marktverstoring en realiseren we het individueel maatwerk. De voorgestelde optimalisaties veronderstellen dat we meer klanten zullen bereiken op een meer efficiënte. effectieve. kwalitatieve en integere manier. We breiden ons aanbod uit en gebruiken ook andere kanalen. Deze optimalisatietrajecten werden ook meegenomen in ons Jaarlijks ondernemingsplan met meerjarige component.
Eindtotaal Werk en Sociale Economie ..
.2223.23
D. Toetsing van het kerntaken plan aan het globaal kader dat bijdraagt tot een resultaats- en klantgerichte overheid Eigen dienstverlening en regelgeving De entiteiten van het beleidsdomein erkennen dat een kwaliteitsvolle. niet bureaucratische regelgeving essentieel is om een efficiënte en klantvriendelijke dienstverlening te kunnen bieden aan burgers. Via hun respectievelijke beleidsnota's zetten de Vlaamse minister van Werk en de Vlaamse minister van Sociale Economie nieuwe beleidslijnen uit inzake het arbeidsmarktbeleid en het beleid inzake de sociale economie. Met het oog op een doelmatig en effectief beleid moeten zowel de bestaande instrumenten als de instrumenten die naar aanleiding van de 6de staatshervorming of naar aanleiding van de interne reorganisatie binnen de Vlaamse overheid werden of worden ingekanteld immers op een samenhangende manier worden ingezet zodat zij bijdragen tot een versterkt klimaat van economische groei en jobcreatie. Vereenvoudigen vormt hierbij de rode draad. Dit betekent aldus dat een aantal kernprocessen binnen het beleidsdomein WSE worden afgebouwd of verder worden geoptimaliseerd.
9
Naast de aangehaalde blijvende werklast in het kader van de uitdovende materies is de voorziene personeelsoverdracht Lk.v. de 6" staatshervorming ontoereikend om een adequate dienstverlening te verzekeren zowel naar beleidsondersteuning toe als naar uitvoering en handhaving. Zo stijgt het budget naar aanleiding van de staatshervorming met 2.2 miljard: méér dan een verdubbeling van het oorspronkelijke krediet. Tegenover deze stijging staat echter een beperkte personeelsoverdracht Lk.v. operationele dienstverlening. toezicht en handhaving. Voor extra omkadering werd geen personeel voorzien. Via interne mobiliteit en de noodzakelijke heroriëntatie naar het vereiste competentieprofiel engageren de entiteiten van het beleidsdomein WSE zich er echter toe dat elk personeelslid een geschikte bijdrage levert tot een efficiënte. effectieve en kwaliteitsvolle dienstverlening.
Toezicht en handhaving De entiteiten van het beleidsdomein erkennen dat een efficiënte en klantgeoriënteerde handhaving het sluitstuk vormt van goed bestuur en van goed beleid. In lijn met de principes besproken op het voorzitterscollege van 4 februari 2015 zet de Afdeling Toezicht en Handhaving binnen het Departement WSE in op een geïntegreerde uitvoering inzake handhaving en inspectie door de samenwerking tussen de verschillende toezichts- en handhavingsdiensten te verhogen. Zo neemt de Afdeling Toezicht en Handhaving naar aanleiding van de 6" staatshervorming voortaan de lead inzake het vastleggen van de prioriteiten van toezicht. handhaving en vervolging inzake de economische migratie. Concreet zal Vlaanderen samen met de andere gewesten een coördinerende rol opnemen zowel naar afstemming. voorbereiding als naar acties op het terrein inzake toezicht en handhaving. Het principe om meer steekproefsgewijs. risico gedreven en proportioneel te handhaven en inspecteren wordt door de inspectiedienst van het beleidsdomein WSE reeds verschillende jaren toegepast. Op basis van onderbouwde risicoanalyses worden het aantal controles betreffende een bepaalde materie vastgelegd. Deze methode zal verder gecontinueerd worden.
Vergunning / Erkenningen en subsidies In lijn met de aanbevelingen die VO-breed werden geponeerd. zijn de entiteiten binnen WSE reeds enige tijd actief op gebied van vereenvoudiging van erkenning en subsidiëring. Deze aanpak werd voortgezet en versterkt in het kader van de werkzaamheden rond het kerntaken plan. Beleidsmatig staat het beleidsdomein Werk en Sociale Economie voor enkele belangrijke omwentelingen. gericht op een versterkt en integraal Vlaams werkgelegenheidsbeleid. Belangrijke . aspecten hiervan zijn: de implementatie van het maatwerkdecreet. de inkanteling van diverse sectorale en doelgroep-kortingen. dienstencheques en het beheer van het volledige Vlaamse arbeidsmigratiebeleid. AI deze uitdagingen werden in het ondernemingsplan van het Departement WSE omschreven als strategische projecten. De inkanteling van nieuwe bevoegdheden gebeurt steeds onder de koepel van het streven naar optimaal beheer van het ruimer beleidsveld. In dat kader wordt optimaal aandacht besteed aan vereenvoudigde processen met nadruk op digitalisering van de dienstverlening en ontsluiting van authentieke bronnen.
10
E. Verhouding van de kerntakenoefening tot de personeelsbesparingen Het Departement WSE staat voor de uitdaging om de' nieuwe bevoegdheden 6de staatshervorming op een kwaliteitsvolle manier te continueren en te integreren in de werking. Uit een analyse bleek dat hiervoor 32 VTE bijkomend moeten ingezet worden. Het Departement WSE zal echter alle mogelij kheden gebruiken om de inzet binnen het nu toegewezen personeelseffectief te houden en hiervoor geen bijkomende meervraag aan de Vlaamse Regering voor te leggen. Ze vraagt minstens het behoud van de 30 VTE die op afbouw staan om dit te realiseren. Daarbij zal 'het Departement WSE binnen de beslissing van de Vlaamse Regering om het aantal koppen deze legislatuur verder te laten dalen met 1950 personen blijven. De bijdrage van 25 personen die het Departement WSE moet leveren zal hierbij volledig gerealiseerd worden op de totale werking van het Departement WSE. De leidend ambtenaar zal samen met zijn directiecomité en de bevoegde ministers de prioriteiten vastleggen die ook in het ondernemingsplan zijn opgenomen om zo te komen tot een maximale ondersteuning van alle processen en projecten die aan het Departement WSE werden toegewezen. VDAB staat momenteel buiten de huidige besparingsoefening. Naast de te optimaliseren processen zijn er echter ook de nieuwe bevoegdheden tgv de 6e staatshervorming die zeker een impact hebben op onze kernprocessen, zoals controle en sanctionering, de arbeidsmarktbegeleiding van de rechthebbenden op leefloon (art.60 en art.611. in samenwerking met de OCMWs: de activiteiten in het kader van de PWA: vrijstellingen voor studies/opleidingen: de uitzendarbeid in het kader van de tewerkstellingstrajecten. Beroepsinleving-overeenkomsten (BIOl. Werkervaring (hervorming WEP-plusl, eenmalige en periodieke premies die nauw samenhangen met de opvolging en begeleiding op maat van de UVW en NWWZ (premie beroepsopleiding. overstappremie. opleidingsuitkering. stage uitkering. vestigingsuitkeringl en de mobiliteits- en kinderopvangtoeslag. Voor deze bijkomende opdrachten behouden we ons actuele personeelsbestand. maar kregen we geen of ontoereikend extra personeel. De door de Vlaamse Overheid beoogde besparingsdoelstelling van 1950 koppen betekent voor SYNTRA Vlaanderen een daling van 18 voltijdse VTE of beschikb'are koppen. Het agentschap engageert zich om die besparingsdoelstelling effectief te realiseren tegen het einde van de legislatuur. Omwille van de nieuwe regierol voor SYNTRA Vlaanderen binnen het geïntegreerd stelsel van duaal leren en werken wijzigen de opdrachten en de personeelsbezetting echter grondig. Het agentschap vraagt daarom enige flexibiliteit voor de interne personeelsinvulling om maximaal de nieuwe en toekomstige beleidsdoelstellingen te kunnen realiseren.
11
I.
'
~\~\ Vlaams~ .t~ overheid "" \ KERNTAKEN PLAN LANDBOUW EN VISSERIJ //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////-
A. Context Het Beleidsdomein Landbouw en Visserij bevindt zich in 2014 en 2015 in een uitzonderlijke situatie door het samenvallen van een aantal verschillende veranderingstrajecten, Vooreerst de integratie tussen het Departement en het Agentschap Landbouw en Visserij, daarnaast de zesde staatshervorming waarbij het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau (SI RB) geïntegreerd werd en tenslotte de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouw- én visserijbeleid. AI deze veranderingen dienen gepaard te gaan met extra investeringen op vlak van mensen en middelen, en verschuiving in de courante planning. Gezien de besparingen is het daardoor evident dat er in deze eerste jaren bij het Departement Landbouw en Visserij weinig effectieve VTE en middelen verminderd kunnen worden. Bij de Integratie tussen het Departement en het Agentschap werden de processen en het takenpakket van de afdelingen meer gestroomlijnd. Beleid en uitvoering werden zo maximaal mogelijk geïntegreerd. De bevoegdheidspakketten die na de zesde staatshervorming naar het Departement Landbouw en Visserij zijn overgekomen, werden volledig in de nieuwe structuur geïntegreerd. Het gaat om het landbouwrampenfonds, de pachtwetgeving en het BIRB. Deze integratie werd op een zo efficiënt en flexibel mogelijke manier aangepakt. De hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouw en visserij beleid leidt tot aanpassing van maatregelen en systemen. Deze wijzigingen in systemen en procedures dienen allen ten laatste in 2015 uitgevoerd te worden. Verder verschilt het Beleidsdomein Landbouw en Visserij op een essentieel punt met de andere Beleidsdomeinen binnen de Vlaamse Overheid. Quasi de helft van het departement LV is erkend als EU-Betaalorgaan en moet voldoen aan heel wat EU-eisen ter zake, wat afbouw in mensen en middelen niet eenvoudig maakt. Daarenboven is het Beleidsdomein voor het grootste gedeelte van zijn budget afhankelijk van Europese middelen waarbij ook voldaan moet worden aan de verplichtingen vanuit Europa om deze processen op een goede manier uit te voeren. Een onoordeelkundig beheer van de door Europa gefinancierde of gecofinancierde maatregelen kan zware financiële sancties (boetes) tot gevolg hebben. Deze financiële sancties hebben. indien ze voorvallen, een directe negatieve invloed op de Vlaamse begroting én het inkomen van de 'boer'. Een goed beheer moet ten alle tijden gegarandeerd blijven. Er zal bijzondere aandacht moeten uitgaan naar een objectief verdedigbare risico-inschatting hierover.
B. Structuur van het beleidsdomein op 30/06/2014 bestond het beleidsdomein Landbouw en Visserij uit het Departement Landbouw en Visserij. het Agentschap Landbouw en Visserij en het Instituut voor Landbouw en Visserij onderzoek met volgende aantallen VTE. i
~ntltelti;d ,.
·.r.,î~ ., . °'.1" .••• :.:;' .. ' 1 ' ;,. i, :,.• ~, ' . ' . i'" , . ",;; :; 'I' .• :. Departement LV Agentschap voor Landbouw en Visserij Instituut voor Landbouw en Visserijonderzoek Totaal
j',.""
.,"I' .
' 11 'Bi'uto di;
VTEover'
,r.; Jurik2014 ... ' 284.3 294.8 243.1
B22.2
Vandaag. na de fusie en de 6' staatshervorming bestaat het Beleidsdomein Landbouw en Visserij uit het Departement Landbouw en Visserij en het Instituut voor Landbouw en Visserij onderzoek met onderstaande aantallen VTE Het Agentschap Landbouw en Visserij en de medewerkers van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau {BIRBI werden volledig geïntegreerd in het Departement.
Instituut voor Landbouw en Visseri'onderzoek Totaal
604.1 238 842.1
C. Samenvatting Icerntalcenplan Bij de kerntakenoefening werd gekeken naar welke taken kunnen afgebouwd worden. Aangezien het overgrote deel van de kerntaken gerelateerd is aan verplichtingen vanuit de Europese Unie werd vooral ingezet op de optimalisatie van de bestaande kerntaken. De optimalisatie door vereenvoudiging of modernisering zal zich vooral situeren op de volgende kerntaken en processen: -
-
Inzetten op proactieve. moderne en digitale communicatie en voorlichting naar de verbrede doelgroep en de burger Streven naar één eenvoudig. doelgericht en transparant systeem van erkenningen. subsidies en andere steunmaatregelen: Anticiperen op de wettelijk verplichte controles en verzekeren dat ze op de meest aanwezen manier volgens de vereisten worden uitgevoerd. Daar waar mogelijk overgaan tot het uitbesteden van bepaalde opdrachten indien financieel haalbaar. Herstructureren van de respectievelijke rollen in landbouwonderzoek en voorlichting in overleg met de diverse actoren:
Ondanks de besparingen wil het Beleidsdomein versterkt Inzetten op een aantal belangriJke. kerntaken: -
De beleidsvoorbereiding met het oog op de verbrede doelgroep {agrovoedingsketen. regionaliseringl: Het verbeteren van de wetskwalltelt door screening van nieuwe of wijzigende wetgeving op een zo laag mogelijke uitvoeringslast.
2
-
Proactief maar selectief deelnemen aan internationale. nationale overlegstructu ren: De één loket functie vanuit het Beleidsdomein Landbouw en Visserij: Het verder uitbouwen en moderniseren van het ILVO
en
regionale
Het beleidsdomein Landbouw en Visserij heeft altijd voldoende aandacht gehad voor het bijdragen aan de efficiëntie door digitalisering van processen of deelprocessen waar mogelijk. Het is dan ook logisch dat het beleidsdomein de doelstellingen van Vlaanderen Radicaal Digitaal ten zeerste onderschrijft. -
-
Het e-Ioket en de identificatiedatabank die nu voornamelijk voor de doelgroep landbouwers gebruikt wordt breder inzetbaar maken naar andere beleidsdomeinen.. Het werken op één platform zal in de toekomst een efficiëntiewinst opleveren op vlak van dataverzameling en verwerki ng. Toewerken naar één grote landbouwdatabank waar de landbouwboekhoudgegevens door de doelgroep zelf verzameld en gebruikt worden. Resoluut kiezen voor het enkel nog aanbieden van digitale publicaties en de communicatie met de doelgroep zo maximaal mogelijk digitaliseren.
IIBrutO",i! 1:.,:' vre Impacl:1op:,VTEilHi : ' f, ,,;I"I~:i:,ii:i:r " I,f' ", ,.,' (1!11,lln'i:11 "I ' 11t,,~ ]:~:~!( / . F,,: !il!l. (~!II\'" ~,[~' ~w;~,}~~'~'1 ,::if i"IV' Ilil! ',:,'; otaa "I"r '1'1'" !~I .' .1 ':Ii":' !~t,h 1
1I ",1':% ,,;
Dept LV
.
_'
,,::if~t,
I,
"
!I: iPi}\ 1'~.iL:' "111;, ,:: • 11"" "H I ".
Optimalisatie aangewezen
:151;35 141.65
16.3 15,3
1.1. Beleidsvoorbereidingen tréffen 11.1.1.)
11.2
2
1.1. Beleidsvoorbereidingen treffen 11.1.2. en 1.1.3.1
27.5
0
1.2. Wetgeving opmaken
3.95
0
1.4. Kabinetswerking ondersteunen
0
2.1. Verzamelen en beheren van data
3 46.15
3.1. Externe communicatie over beleid en organisatie
26.75
6.3
5.1. Uitvoering geven aan het beleid 15.1.1.5.1.2. 5.1.31
23
2
5
5.2. Handhaving van de regels
0.1
0
Vatbaar voor afbouw
9.7
1
5.1 Uitvoering geven aan het beleid 15.1.41
9.7
1
!:l'lt' :,'; ~."")',( ,,-. , " .·::J,~·":;j;rt,~ r, J' . ".; ",' : < <:,J,.• '_,I" - , ., ei'
Ir' WE ,:;TP~~ P~j:VTEI" . 'I . -l; " t. ,;,'., ';.;.;!:';.'f!l., '.T'Bruto ~:~·-,!:~A~~, " ",'::
-
~lf
Dept LV ("LVI Optimalisatie aangewezen
'>
'".
,'·i",;
•
"
<j,
, 164.64 160.44
5.1 Subsidiëren in het kader van het landbouw- en visserijbeleid 129.64
~', ,,~F'
~~:
,~1:',
.:!" ,
, "
3
5.5 Inspecteren regelgeving landbouw- en visserij
30.3
0 1.8
Vatbaar voor afbouw
4.2
2,4
2.8 1,4
1 1,4
van
~~Jo<
4,8
0.5
kader
~\::'<
72
5.3 Auditen Europese fondsen voor landbouw en visserij
5.2 Vergunnen in landbouwproducten
',V' " , •• I.IL
marktmaatregelen
5.6 Adviseren over landbouwaspecten loperationeell
3
,
,
',-,
"
f'
î
:;<'
,
..
"ilift '
F
,
, "
",'ij <'"
,
:, F
ViJ:E ,1f)1paq,9p,'{T;E : ~~6~~1 'ffi,i ,' <~/:; ;' 11
'
,;'
'I!:
ILVO
10
Optimalisatie aangewezen
10
l2 Beleidsonderbouwend dienst- en adviesverlening
onbekend
11,
I
"
".:,[ ,;1
.~
10
ILVO hanteert slechts een beperkt aantal basisprocessen: het uitvoeren van wetenschapReiijk onderzoek en de bijhorende dienst- en adviesverlening, Deze processen behoren tot de decrètale opdracht van ILVO en zijn bijgevolg onmiskenbaar een kerntaak van ILVO, Prioriteiten in onderzoek en dienstverlening worden jaarlijks en meerjaarlijks besproken met het beleid n,a,v, de opmaak van een jaarlijks ondernemersplan en een meerjarig onderzoeksprogramma, De eventuele afbOuw van de onderzoek en onderzoeksinvesteringen is dan ook eerder een thematische discussie die in dit kader wordt gevoerd,
: 315:99
33.5
D. Toetsing van het kerntakenplan aan het globaal kader dat bijdraagt tot een
resultaats- en klantgerichte overheid Het departement Landbouw en Visserij wil zich inschrijven in de doelstelling om een nog betere dienstverlening te kunnen bieden. Hiervoor engageren we ons samen met het voorzitterscollege om organisatie breed in te zetten op de resultaat- en klantgerichte oriëntering van een aantal belangrijke beleidsinstrumenten. waaronder eigen dienstverlening. regelgeving, handhaving en inspectie. vergunningen. adviseringen en erkenningen en subsidies. Eigen dienstverlening aan de burger en de organisaties Het Beleidsdomein Landbouw en Visserij heeft een directe verantwoordelijkheid naar de cjoelgroep van Landbouwers en Vissers en in het verlengde daarvan naar de burger, Vanuit deze optiek wordt er ingezet op de vereenvoudiging van maatregelen naar de doelgroep, Hierbij wordt alvast gedacht aan een vereenvoudiging van de strategie binnen de GMO groenten en fruit. het gebruiken van de Mid Term Evaluatie van het Plattelands ontwikkelingsprogramma (PDPO) in 2017 om een grondige analyse uit te voeren en de ontwikkeling van een 'toets" die voorafgaand aan de opmaak van een maatregel kan gebruikt worden om de werkbaarheid van een maatregel te testen, De dienstverlening in het kader van het landbouwonderzoek zal in een werkgroep verder onder de loep genomen worden om ieders rol. wisselwerking en verantwoordelijkheden inzake voorlichting en onderzoek (fundamenteel. toegepast. praktijkgericht en demonstratief) opnieuw af te bakenen. Een verregaande digitalisering zal toegepast worden in alle informatie en communicatie naar de burger en de doelgroep. Niet dossiergebonden informatie wordt enkel DIGITAAL ter beschikking gesteld, Dossier gebonden informatie naar de landbouwers en vissers wordt stapsgewijs verder gedigitaliseerd,
4
· Er wordt gestreefd naar een integratie van alle maatregelen gericht op de doelgroep "landbouwers en Vissers" vanuit één entiteit. Hiervoor zal gebruik gemaakt worden van de beleidsraad omgeving en Landbouw om tot een optimale afstemming hierover te komen tussen de drie beleidsdomeinen. Het e-Ioket kan daarbij fungeren als uniek loket voor de begunstigden. Afspraken kunnen gemaakt worden over bezwaren behandeling van Erosie en Ecologisch kwetsbaar blijvend grasland (EKBG) en wildschade. Het lange termijn beleldsstudlewerlc alsook studiewerk niet direct beleidsmatig bruikbaar in deze legislatuur worden afgebouwd omwille van middelen- en koppenbesparing. Dit heeft als gevolg dat we voornamelijk gaan denken op korte termijn of middellange termijn in het beste geval. Als entiteit leidt dit wel tot een kortere horizon dan deze die nodig is om te investeren in een toekomstgerichte landbouw op lange termijn. Regelgevl ng Een goede regelgeving ligt aan de basis van een efficiënte werking, daarom worden er gerichte decreet- en beleidsevaluaties voorzien. Dit voornamelijk om te komen tot een zo eenvoudig mogelijke omzetting van Europese richtlijnen in Vlaamse wetgeving die zo ook bijdraagt aan een betere digitalisering van de daaraan gekoppelde dienstverleningsprocessen. Handhaving en Inspectie 'Het beleidsdomein wil mee bijdragen aan het verminderen, uitbesteden of optimaliseren van de "controlerende" rol van de overheid. Hiervoor wil het Departement Landbouw en Visserij zich beperlcen tot de wettellJIc verplichte controles (EU-federaal-VO) en zo weinig mogelijk bijkomende controles opleggen. Er zal worden .nagegaan welke controles in de toekomst eventueel tegen betaling kunnen gebeuren of uitbesteed kunnen worden aan Onafhankelijke Controlerende Instanties (OCl's), Verder zal het Departement Landbouw en Visserij vanuit de Beleidsraad de samenwerking met andere Vlaamse inspectiediensten die bevoegdheden hebben richting landbouw verder stimuleren. Dit om gezamenlijk tot een efficiëntere Invulling van de Gontroles te komen en meer met één stem te spreken vanuit de Vlaamse overheid. Voor de controles onder onze verantwoordelijkheid die momenteel uitgevoerd worden door Federale overheden, voor het Beleidsdomein LV betreft dit vnl. FAW, FOD Economie, FOD Volksgezondheid, FOD Financiën, zal nagekeken worden, ook in het kader van de eigen risicoinschatting, in hoeverre deze situatie kan behouden blijven of dat er meer duidelijkheid moet komen of nieuwe afspraken moeten gemaakt worden. Vergunningen/erkenningen Het departement wil meewerken om de adviezen aan vergunningen vanuit de Vlaamse Overheid vanuit één stem op te maken. De start van de "omgevingsvergunning" (bouw + milieuvergunning) per 1/1/2016 biedt opportuniteiten om verder ook andere adviezen met betrekking op deze vergunning te integreren. Een verdere stap is om ook in andere situaties te streven naar één gezamenlijk advies naar de burger of de onderneming. Hieraan wil het Departement LV zeker constructief meewerken. Verder wil het departement adviezen die niet wettelijk verplicht zijn vermijden of die niet bindend zijn voor de andere partij maximaal vermijden. Anderzijds wordt de eigen wetgeving gescreend op de toegevoegde waarde van sommige adviezen voor landbouw en de meerwaarde
5
op vlak van gebiedsgerichtheid en ruimte voor de sector. Binnen de mogelijkheden van haar opd racht onderneemt het Departement zelf stappen om te heroriënteren naar efficiënte adviesverlening met maximale impact. Het Departement zal zo weinig mogelijk kiezen om binnen de Vlaamse overheid in beroep te gaan. Subsidies De bedoeling is om subsidieregelingen zo efficiënt en effectief mogelijk te laten verlopen volgens dezelfde principes. definities en terminologie zowel binnen de entiteit als met andere samenwerkende entiteiten. Via een interne analyse van zowel Vlaamse als gefinancierde maatregelen wordt elke subsidiemaatregel op zijn Kostenefficiëntie onderzocht (Mid Term evaluatie). De resultaten hiervan zullen worden voorgelegd aan de bevoegde minister met de bedoeling beslissingen te nemen om de maatregelen bij te sturen. Streven naar eenvormige begrippenkaders en definities bij het uitwerken van maatregelen op vlak van landbouw. ruimte en milieu over de beleidsdomeinen heen. Hierbij denken we aan maatregelen op vlak van mest. erosie. beheersovereenkomsten. agromilieu- en klimaatmaatregelen. Dit principe kan bevestigd worden op een Beleidsraad en via structureel overleg tussen beleidsdomeinen verder uitgewerkt. Synergie door entitelts- en beleidsdomein overschrijdende samenwerking Vermits Omgeving. Natuur en Landbouw deel uitmaken van de bevoegdheden van één minister zal vanuit LV alles in het werk gesteld worden om op de raakterreinen met elkaar zo maximaal mogelijk voorafgaandelijk te overleggen en af te stemmen. De gezamenlijke Beleidsraad is daartoe een mogelijk coördinerend instrument. Het streven naar het afleveren van één geïntegreerd advies vanuit Omgeving. Natuur en Landbouw (en waar mogelijk vanuit de VOl voor de burger kan hier een eerste doelstelling zijn. Hiervoor moet er ingezet worden op voorafgaandelijk overleg tussen Omgeving en Landbouw om zo een eensgezind advies aan de burger en de landbouwer over te maken. In het kader van efficiëntiewinst. zowel voor de doelgroep als voor de Vlaamse Overheid zelf. wil het Departement Landbouw en Visserij werken aan de concretisering van de strategie gesteld in het Regeerakkoord 'Het Beleidsdomein Landbouw en Visserü verder versterkt wordt met aangelegenheden die direct impact hebben op de doelgroep van land- en tuinbouw. viSserij. platteland en fagroJ-voedlng. Op die manier kunnen de doelgroepen op één plaats terecht. Die één loket functie van het. Beleidsdomein is van cruciaal belang binnen de Flanders Food Valley strategie. Dit zal door de identieke systemen en beheersfuncties leiden tot E-winsten in benadering en controle van die doelgroep. Een enig doelgroepenbeleid binnen de Vlaamse Overheid gericht op land. tuinbouwers. vissers en de (agro)voedingssector. wordt gecoördineerd van uit het Beleidsdomein LV"
6
E. Verhouding van de Icerntalcenoefenlng tot de personeelsbesparingen Het Beleidsdomein Landbouw en Visserij engageert zich om de afspraken met betrekking tot het Regeerakkoord inzake personeelsbesparingen en afbouw weddekredieten na te komen. De besparing voor het Beleidsdomein komt neer op 95 koppen afbouwen en 5,1 miljoen korting op de weddekredieten voor het BD LV. Deze kerntakenoefening van het beleidsdomein Landbouw en Visserij heeft impact op 33,5 VTE die bijdragen tot de afbouw van de beoogde 95 personeelsleden tegen eind 2019.
7
\
~x~-\ Vlaams~ 't~
\\ overheid
KERNTAKEN PLAN LEEFMILIEU. NATUUR EN ENERGIE 11111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111111
A. Context Voor het beleidsdomein Leefmilieu. Natuur en Energie werd er in 2006 in het kader van BBB een Vlaams Ministerie van Leefmilieu. Natuur en Energie opgericht. dat bestaat uit het gelijknamige departement en volgende agentschappen zonder rechtspersoonlijkheid: o Vlaams Energieagentschap (VEA) ([VA zonder rpi o Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) (IVA zonder rpi o Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) (IVA zonder rpi De agentschappen met rechtspersoonlijkheid die tot het beleidsdomein Leefmilieu. Natuur en Energie behoren. zij n: o Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) (IVA met rpi Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) (IVA met rpi o Vlaamse Landmaatschappij (VLM) (EVA publiek) o Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) (EVA publiek) De strategische adviesraad die tot het beleidsdomein Leefmilieu. Natuur en Energie behoort. is de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen (Minaraad). o
In het Regeerakkoord 2014-2019 is de afspraak gemaakt om een fusie te realiseren van het beleidsdomein LNE en het beleidsdomein RWO tot een beleidsdomein Omgeving en een fusie van het Departement LNE. het Departement RWO en het Agentschap Inspectie RWO tot een departement Omgeving. Tevens is in het regeerakkoord de afspraak gemaakt tot de samenvoeging van de Minaraad en de SARO. Deze fusies zijn nog in voorbereiding. Deze fusie. alsook de transitie naar een beleidsdomein Omgeving zullen een impact hebben op de kerntaken en wellicht leiden tot efficiëntiewinsten en interne rationalisaties. Momenteel zijn er echter nog teveel onduidelijkheden om dit reeds ten volle te kunnen incalculeren in het kerntakenplan. Wel wordt er in de voorstellen geanticipeerd op een aantal verwachte synergiën als gevolg van de fusie met het Departement RV. 59 personeelsleden van het Agentschap Inspectie RWO worden op 01/08/2015 ingekanteld in het Departement LNE. afdeling Milieu-inspectie. In het kader van de zesde staatshervorming werden de bevoegdheden met betrekking tot de distributietarieven voor energie. het prijsbeleid voor drinkwater. de controle op doorvoer afvalstoffen en het dierenwelzijn toegewezen aan het beleidsdomein LNE. De bevoegdheden
Dierenwelzijn en controle op doorvoer van afvalstoffen werden overgedragen naar het Departement LNE. Dit ging gepaard met de overdracht van 23 personeelsleden naar het DLN E. Het beleidsdomein besliste om mee in te stappen in de gemeenschappelijke dienstencentra. Dit heeft ook belangrijke consequenties naar het takenpakket van de ondersteunende afdelingen en de personeelsinzet voor alle betrokken entiteiten. De impact hiervan kan nog niet volledig worden ingeschat.
B. Structuur van het beleidsdomein Het beleidsdomein Leefmilieu. Natuur en Energie bestaat uit volgende entiteiten met volgende aantal bruto VTE over juni 2014 en bruto VTE over april 2015:
!,Eniiieit. . ."' r' -ê ,,,": i
~ii,~_
,} ,
,j,'
',.r ,/1
l''':,r:'I.
.,c'
.';"'î , . ] " :' " .... "/'': ',r'
., "
'
'" -,,,!
,
"
i;wr .}
~t~
,':1
"Bruto VTÉ'over,,' BrUtO \l:J'i:: 'lOVer" . ' JiiliI2014': . ' :taprll 2oi5~
Departement LNE
622.2
620.1
Agentschap voor Natuur en Bos Vlaams Energieagentschap
723.8 60.1
713.6 61.9
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
200.2
196.5
Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij
326.9
315.8
Vlaamse Milieumaatschappij
887.6
873.2
Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt Vlaamse Landmaatschappii
28.3 565.4
27.8 558.7
Totaal
3.414.5
3367.6
C. Samenvatting kerntaken plan Tijdens de kerntakenoefening werd bekeken welke productieprocessen van het beleidsdomein Leefmilieu. Natuur en Energie vatbaar zijn voor afbouw of optimalisatie. De meeste productieprocessen van het beleidsdomein blijken niet in aanmerking te komen voor een volledige afbouw. De productieprocessen geven immers invulling aan Europese of internationale verplichtingen en/of de decretale opdrachten van de entiteiten. De uitvoering van deze processen is bovendien onontbeerlijk om invulling te kunnen geven aan de doelstellingen van het Regeerakkoord en de Beleidsnota Omgeving 2014-2019. De opmaak van het kerntaken plan kan bovendien niet los gezien worden van de al gerealiseerde besparingen tijdens de vorige legislatuur in het kader waarvan reeds belangrijke optimalisaties in de werking en efficiëntieverbeteringen gerealiseerd werden. Dit uit zich onder meer in de hoge maturiteitsscores van Audit Vlaanderen binnen het beleidsdomein. In het kader van de voorbereiding van het kerntakendebat werd alsnog voor elk productieproces bijkomend geëvalueerd op welke manier door verdere optimalisatie van de werking toch een extra besparing te realiseren valt (hetzij inzake personeel. hetzij inzake middelen. hetzij inzake personeel en middelen)
2
Inzake de optimalisaties opgenomen in het kerntaken plan gelden volgende randvoorwaarden: • een aantal van de voorgestelde optimalisaties zijn slechts mogelijk na aanpassing van de wetgeving:. o een aantal van de voorgestelde optimalisaties. onder meer gerelateerd aan de doelstellingen inzake Radicaal digitaal. zijn slechts mogelijk indien er bijkomende ICT-budgetten worden ingezet: • er is nood aan afstemming met de doelgroepen/stakeholders om voldoende draagvlak te creëren voor de voorgestelde besparingen.
;
1.
Departement LNE Het departement stelt voor om 41 productieprocessen. verdeeld over 22 hoofd processen af te bouwen. waarbij de voornaamste zijn.: • Vermindering advisering over Inhoud en processen van bovengewestelIjke dossiers waaruit geen bindende afspraken/engagementen kunnen voortvloeien • Schrappen van zendingen/participatie aan bovengewestelIJk beleid waar LNE geen Belgisch piloot op EU-niveau of subpiloot voor multilateraal beleid is • Afbouw van het onderhandelen. sluiten en opvolgen van bilaterale en Interregionale samenwerkingsakkoorden met buitenlandse partners • Stopzetten ondersteuning Mllleuhandhavingscollege IDBRO • Afbouw beleid omtrent geur- en lIchthinder • Afbouw werking rond hotspotgebleden I.ltv. humane biomonitoring en faseplannen • Afbouw uitwerking maatregelen ter bestrijding van de verspreiding van asbest • Afbouwen ondersteu nend beleid naar economische actoren landbouw. Industrie en Infrastructuursector (o.a. studies. VLiMO. doelgroepprogramma's) • Stopzetten beoordeling van de plan-mer-screenlngs • Afbouw advisering RUP's en vervangen door online bevragingssysteem • Vermindering aantal ruilverkavelingen
In het kader van Radicaal Digitaal zal een voorstel worden ingediend m.b.t. het instrumentarium dat gebruikt kan worden voorafgaand aan de aanvraag van een vergunning. Dit voorstel zal verschillende entiteiten van het beleidsdomein LNE ten goede komen. evenals het departement RV. .
Optimalisatie aangewezen Aansturen wetenschappelijk onderzoek (o.a. binnenhuis. nano ... .l inzake prioritaire milieu- en gezondheidsthema's complementair aan het steunpunt Milieu en gezondheid Aansturen VITO-referentietaak Milieu en Gezondheid en Steun unt Milieu en Gezondheid
301.49 5.32
45.55
1.61
o
o
3
Coördineren en verlenen inhoudelijke adviezen m.b.t. duu rzame overheidsopdrachten Coördineren duurzaam aankoopbeleid vertegenwoordigen BLNE in diverse fora overheidsopd rachten Verzekeren vertegenwoordiging in het ambtelijk PPSplatform
0.75
0
Coördineren milieu-incidenten Verlenen subsidies erkende milieu- en natu urveren igingen Verlenen subsidies 'DAC-statuut en VIA-akkoorden' Verlenen subsidies VESOC- en rendementondersteuning' Verlenen ad-hoc subsidies Verlenen subsidies projecten verenigingen Verlenen subsidies 'Milieuboot' Vatbaar voor afbouw Aanleveren economische onderbouwing (o.a. Milieukostenmodell Uitdragen visie milieu, natuur en energie in andere beleidsplannen en -nota's
0,1 2,86
0 0
296,17 2,9
45,55
Adviseren over inhoud en proces van bovengewestelijke dossiers door het vergaren van informatie en kennisopbouw Verzekeren gemandateerde standpunten over bovengewestelijke dossiers door overleg, optimale taakverdeling en procesopvolging
7,56
l,S
Begeleiden en beoordelen dossiers externe veiligheid Begeleiden en beoordelen project-m.e.r. Begeleiden en beoordelen plan-m.e.r.
5.79 18,51
0,6 1
Behandelen administratieve beroepen bodemsanering Behandelen administratieve beroepen afvalstoffen heffi ngen Behandelen administratieve beroepen openbaarheid van bestuu r
3,36
0.3
63.36
14
Behandelen milieuvergunningendossiers klasse 1 Behandelen milieuvergunningendossiers klasse 2 Behandelen milieuvergunningendossiers andere dan Kl en K2 Aansturen Gewestelijke Milieuvergunningscommissie (GMVCI
1
4
Beleidsvoorbereiding bodembescherming, landinrichting en ruilverkaveling Opmaken jaarlijkse erosiegevoeligheidskaart van landbouwpercelen en behandelen beroepen Behandelen erkenningen en verwerken permanent geleverde bodemgegevens laboratoria discipline bodembescherming Aansturen VITO-referentietaak erkenning bodembescherming Opmaken landinrichtingsplannen en procedurebesluiten (BVR, MB) landinrichting Opmaken ruilverkavelingsplannen en procedurebesluiten (BVR, MB) ruilverkaveling Verlenen subsidies erosiebestrijding Verlenen subsidies landinrichting en ruilverkaveling
7,94
Beleidsvoorbereiding en beleidscoördina,tie milieuschade Behandelen milieuschadegevallen
0,94
0,34
Beleidsvoorbereiding milieuhinder Uitvoeren Schriftelijk Leefomgevingsonderzoek (SLO) Beheren Milieuklachtenregistratie en -opvolgingssysteem (MKROS) Opmaken codes van goede praktijk geurhinder
1,05
0,45
Beleidsvoorbereiding natuurlijke rijkdommen en ondergrond Opmaken Algemeen Oppervlaktedelfstoffenplan en Op pervl akted elfstoffe nnota's Begeleiden voortraject vraaggestuurde ontgi nni ngsprojecten Voorbereiden gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen m,b,t. ontginningsgebieden Behandelen dossiers Financiële Zekerheden, Certificaat van herkomst en Ontginningsmachtiging Beheren Grindfonds Bewaken van afwerking en uitrusting van grindwinningsgebieden, projectgrindwinning en infrastructuurgrindwinning conform het Grinddecreet Behandelen jaarlijkse voortgangsrapporten ontginningen Beheren digitale atlas ontginningsgebieden Behandelen vergunningsaanvragen m,b,t. opsporen en winnen koolwaterstoffen en geologisch opslaan van koolstofdioxide Uitoefenen toezicht en handhaving ontginningen
11,42
2
1.3
"-
5
Beleidsvoorbereiding, -uitvoering en -evaluatie humane blootstelling aan en gezondheidseffecten van milieuverontreinigende stoffen Aansturen Vlaams humaan biomonitoringprogramma Opmaak actieplannen, faseplannen en strategieën op basis van milieu- en gezondheidsmetingen Opmaken en uitvoeren sensibiliseringsprogramma's en preventiestrategieën milieu en gezondheid en NIS
2,62
0.4
Coördineren jaarlij ks onderzoeksprogramma leefmilieu nWOLl Coördineren VITO referentietaken Coördineren energiebeleid Ondersteunen Eu ropese Burgemeesterconvenant Aansturen Europese cofinancieringsprojecten ILlFE, INTERREG, EFRO, Horizon2020) en het aanleveren van expertise voor Europese processen Coördineren Vlaamse chemische stoffen beleid
4.43
• 0.75
Coördineren opmaak MINA-plan en Milieujaarprogramma's IMJP) Coördineren opmaak Beleidsnota's, Beleidsbrieven en Bijdrage aan de Vlaamse Regering Uitwerken lange termijn doelstellingen, scenario's en toekomstverkenningen Beheren beleidsindicatoren
4.73
1,3
Coördineren uitvoering Vlaams Adaptatieplan Beleidsvoorbereiding groene economie en eco-innovatie Bijdragen aan milieuzorg Vlaamse overheid lenergie en mobiliteit) Faciliteren milieuvriendelijke mobiliteit Beleidsvoorbereiding milieuverantwoorde consumptie Beleidsvoorbereiding leef- en omgevingskwaliteit
4,22
0,65
,Faciliteren van lex-post) interne en externe controles/audits
1,69
0,68
Het invoeren en budgettair laten goedkeuren van. bestellingen, subsidies, niet digitaliseerbare facturen, onkostennota's en interne verrichtingen Boekhoudkundige goedkeuringen en bijkomende expertise Informatie verspreiden over de werking en organisatie van het Departement LNE Informatiecampagnes voeren voor bekendmaking van beleid Milieusensibiliseringscampagnes voeren Organiseren van evenementen en informatiestanden op beurzen
4.58
1.18
8,32
2
6
Juridisch adviseren in leefmilieu-, natuur- en energiematerie Juridisch adviseren in dierenwelzijnsmaterie
3,74
0,5
Ondersteunen lokale overheden bij uitvoeren van Vlaams milieu- en natuurbeleid Verlenen subsidies doelgroepwerknemers aan gemeenten voor het uitvoeren van milieu- en natuurtaken Verlenen subsidies lokaal waterbeleid 2014 aan gemeenten Coördineren en uitvoeren samenwerkingsovereenkomsten 2000-2007/2008-2013 met lokale overheden Ondersteunen Milieuhandhavingscollege Opmaken milieu-inspectieplan en -programma's Beheren uitvoeringskader milieu-inspecties Uitvoeren milieu-inspectieplan en -programma's opvolgen, evalueren en rapporteren over uitvoering milieu-inspectieplan en -programma's'
3,62
3,62
2 104,63
2 5
8,52
1,9
Opvolgen en (laten) uitvoeren studieopdrachten economische doelgroepen Organiseren Vlaams Integraal Milieuoverleg Voedingsnijverheid, Basischemie en Akkerbouw (VLlMO) Coördineren en uitvoeren doelgroepprogramma's landbouw en industrie . Verlenen attesten 0&0 investeringsaftrek en belastingskrediet Beleidsvoorbereiding 0&0 investeringsaftrek en belastingskrediet Opvolgen en (laten) uitvoeren studieopdrachten ontsnippering en natuurtechnische milieubouw Opmaken leidraden Natuurtechnische Milieubouw Ter beschikking stellen instrumenten m,b.t. biodiversiteit bij bedrijven (Mee) realiseren van ontsnipperingsmaatregelen en projecten incl. ecologisch bermbeheer Beheren van zorgsysteem NTMB-materialen .
7
Opvolgen studieopd rachten m.b.t. bodem en ondergrond Opvolgen samenwerking met Belgische Geologische Dienst. Eurogeosurveys, Brussels Gewest en Waals Gewest inzake kennisverwerving en gegevensbeheer m,b,t. bodem en ondergrond Aansturen VITO-referentietaak Vlaams kenniscentrum Ondergrond Opmaken (geografische) databestanden bodem en ondergrond Opmaken gedrukte geologische kaarten en toelichtingen Beheren Monitoringsysteem Duurzaam Oppervlaktedelfstoffenbeleid
4,9
0,3
Uitwerken maatregelen en instrumenten inzake emissiereductie van wegverkeer Integreren maatregelen en instrumenten inzake emissiereductie binnen beleidsdomein MOW Behandelen dossiers roetfilters Aansturen VITO-referentietaak Mi lieuvriendelijke voertuigen Bijsturen maatregelen inzake emissiereductie van binnenvaart. zeevaart en off-road Ter beschikking stellen modellen en maatregelenpakketten ter verbetering van de lokale luchtkwaliteit aan lokale overheden en deskundigen Lokale overheden responsabi liseren over de luchtverontreinigingsproblematiek
1.92
0,05
Uitwerken maatregelen inzake emissiereductie van industriële bronnen Aansturen VITO-referentietaak Milieukostenmodel Uitwerken maatregelen inzake emissiereductie van nietindustriële stationaire bronnen Uitwerken maatregelen ter bestrijding van de verspreiding van asbest
0,86
0.23
Verdedigen LNE positie en Vlaamse/Belgische/Europese positie in intra-Vlaamse en bovengewestelijke besprekingen Onderhandelen, sluiten en opvolgen bilaterale en interregionale akkoorden met buitenlandse partners Verzorgen bovengewestelijke contacten van de minister en van en met LNE, op vraag van interne en externe actoren
5,81
1,16
8
Verzekeren omzetting van EU en internationaal recht in Vlaamse regelgeving. ratificeren en rapportering opvolgen Verzekeren inhoudelijke en financiële uitvoering van bindende bovengewestelijke engagementen Efficiënt afhandelen van Europese en multilaterale geschillen Adviseren over toepassing van Europees en Internationaal recht
1.34
6.75
i De vrijgekomen VTE worden allen ingezet op de overblijvende en nieuwe kern processen. ter opvang van de natuurlijke uitstroom.
Wat milieu-inspectie betreft wordt voorgesteld het toezicht op de klasse 2-inrichtingen af te bouwen. zowel wat het planmatig toezicht als het reactief toezicht op klasse 2-inrichtingen betreft. De afbouw zal geleidelijk verlopen. zodat gemeenten eerst voldoende ervaring kunnen opdoen met de nieuwe procedure. en er zal worden ingezet op structurele ondersteuning van de gemeenten. Hiervoor worden 6 VTE ingezet voor ondersteuning van de handhaving (totale besparing 11 VTE. overblijvende netto besparing 5 VTE).
2.
Agentschap voor Natuur en Bos
I·.,;,:~, ;;~l;:'if::' ·. ,tt, "' "t:!,'", l.m';'I··,~t\'f::'i~'m
i., ••
:;;ti i;;~::. :':i~
ANB Optimalisatie aangewezen Vaststellen en opvolgen delicten of meldingen Uitvoeren van werken voor eigen patrimonium (uitvoeren beheer) Vatbaar voor afbouw
,
J, r
Impä&1op IJ;fE .......' ( ~r~fÖVJE1ö@1 ,lij( i" ., '''l'' }j ,::.>11," ,',:, , "'rl " til , , 1,1" ,,"1:;d':r;:';'';-;P:'' l!l4._,"("",iiqi;:i' ··.;~,:;_,~jL:;" , ' ,,' ,'lw'liL",,),!'.!; : !
309.54
33.9
251.56 13.58
13.6 1
237.98
12.6
57.98
20.3
Brede adviezen
22.11
4
Vergunningen/ machtiging
14.86 2.45
3.4 2
18.56
8
Meegeteld bij optimalisatie
2.9
Topografische metingen Beheer kuddes Uitvoeren van werken voor eigen patri mon i u m
De vrijgekomen personeelsleden zullen ingezet worden op de overige kern processen en tevens op de werkzaamheden in het kader van instandhoudingsdoelen OHD) en Programmatische Aanpak Stikstof (PASl. Op 23.04.2014 stelde de Vlaamse regering de instandhoudingsdoelen per speciale beschermingszone vast. Gekoppeld aan deze beslissing werd ook een mededeling rond de opstart van een Programmatische Aanpak Stikstof goedgekeurd. Deze aanpak komt er op expliciete vraag van de economische sector. die vreest voor een eventuele vergunningenstop als geen programmatische oplossing voor het stikstofprobleem gevonden wordt.
9
De programmatische aanpak stikstof is een zeer ambitieus project dat het beleidsdomein en inzonderheid het ANB. voor grote uitdagingen stelt. Niet alleen zijn heel wat geledingen inhoudelijk betrokken. er is ook afstemming nodig met andere belangrijke beleidsdossiers. Om die reden zijn de betreffende instanties nauw betrokken bij de ontwikkeling van de PAS. door hun aanwezigheid in de Taskforce PAS. In de schoot van deze taskforce is een overzicht gemaakt van de inspanningen die van elke overheidsentiteit verwacht worden. Deze vloeien voort uit het traject dat is afgesproken in de PAS-mededeling en meer in het bijzonder het voorlopige plan van aanpak dat werd uitgewerkt om tot een DPAS te komen. Eveneens is afgesproken dat een regiebureau zou worden opgericht dat wordt samengesteld uit een projectleider en een aantal deskundigen met specifieke expertise. Via de kabinetsnota is het ANB verzocht om de praktische organisatie van het regiebureau voor haar rekening te nemen. De organisatie van het regiebureau en de inhoudelijke bijdragen die dienen geleverd te worden. vereisen van het ANB bijkomende capaciteit.
3.
Vlaams Energieagentschap
Optimalisatie aangewezen Behandeling expertisedossiers in kader van groenestroom- en warmte-krachtcertificatenregelingen
7.9 7.9
o o
Vatbaar voor afbouw Beoordelen van de attestaanvragen van bedrijven voor een verhoogde investeringsaftrek voor energiebesparende investeringen De afbouw aangaande het proces voor de behandeling van attestaanvragen van bedrijven voor een verhoogde investeringsaftrek voor energiebesparende investeringen. vergt de goedkeuring van zowel de federale overheid als van de andere twee gewesten. Die afbouw vergt het nodige overleg zodat deze niet op korte termijn zal kunnen worden gerealiseerd. De vrijgekomen VTE zal worden ingezet voor: 1. Enerzijds de handhaving van de EPB-eisen aangaande de eisen voor andere specifieke bestemmingen vanaf 2017. In 2015 wordt nu enkel maar een E-peil eis opgelegd aan kantoren en scholen en niet aan de andere niet-residentiële gebouwen. Er komt een methode voor het berekenen van en het opleggen van eisen aan de energieprestatie (E-peill van alle nietresidentiële gebouwen (EPN). Ook voor de handhaving aangaande het E-peil van die andere specifieke bestemmingen dient personeel te worden voorzien. De EPN-eisen worden ingevoerd en dienen te worden gehandhaafd in uitvoering van de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen. 2. Anderzijds de implementatie van het EPe voor niet-residentiële gebouwen vanaf 2017. De implementatie wordt in samenwerking met de twee andere gewesten voorbereid. Zodra de rekenmethodiek en het inspectieprotocol definitief zijn. wordt gestart met de softwareontwikkeling. Na het geven van de train-de-trainer opleidingen. starten de opleidingen voor energiedeskundigen. Daarna wordt overgegaan tot de invoering van de verplichting om over een EPe te beschikken bij verkoop en verhuur van niet-residentiële gebouwen. volgens de huidige planning zal het EPe voor niet-residentiële gebouwen in 2017 kunnen worden ingevoerd mits er voldoende interne ondersteuning voorhanden is. Het EPe
10
voor niet-residentiële gebouwen wordt ingevoerd in uitvoering van de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen.
4.
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek , ,Bruto VTE "
Impact., op VTE
-,
·,i
INEÎÖ Optimalisatie aangewezen Vatbaar voor afbouw • • •
.Totaal
47,16
o 47.16
o o o
Viskweekprogramma i.k.v. soorten herstel program ma's Veredeling boomsoorten Strategisch onderzoek
Door het niet langer leveren van vislarven aan ANB en de Visserijcommissie. ontstaat mogelijkerwijze een gebrek aan het benodigde basismateriaal voor het in stand houden van specifieke vispopulaties in Vlaanderen. Voor vissoorten van belang voor het soortherstel in Vlaanderen kan deze rol mogelijks overgenomen worden door ANB. De afbouw van dit programma heeft impact op zowel het personeel als de werkingsmiddelen. Mogelijkerwijze leidt het niet aanhouden van het onderzoek van veredelde boomsoorten op termijn tot een grotere boomsterfte omwille van het niet voorradig zijn van resistente variëteiten. Er dient nagegaan te worden of deze activiteiten overgenomen kunnen worden door private spelers. Het strategisch onderzoek geeft invulling aan de nood voor basisinformatie over toekomstige vragen uit Europa. Dit kan in de toekomst leiden tot een gebrek aan wetenschappelijke kennis voor Europa (en dus ook voor Vlaanderen). Naast de afbouw van deze kernprocessen zullen ook twee vestigingen (Linkebeek en Groenendaall gesloten worden om te kunnen voldoen aan de opgelegde lineaire besparing. De vrijgekomen middelen worden ingezet voor de realisatie voor de opgelegde besparingsdoelstellingen en voor de realisatie van nieuw beleid rond PAS (programmatische Aanpak Stikstof) en monitoringsdatabank PB (Passende Beoordelingl.
11
5.
•
Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij
'.'
:.,
00
I
;".'11,: '.: . 'îjJ.,I'
,
"~L. "
,BrutoVJE Totaal ,)'
•
.11,1.1 ---.;.-
.... ,
" ,}!
' . . 11,.·
,ji _!,>.
Impact op VIE'J' . .;!;l;. 1; ,
Li;
OVAM
10,37
1,14
Optimalisatie aangewezen
10,37
1.14
5.79
0
0.3 1,44
0.3
2.84
0.84
Behandelen aanvragen
Igrondstofverklaringen Financiering verwerking krengen Kwaliteitsgarantiesysteem erkende bodemsanerl ngsdesku nd igen Uitbouw digitaal loket erkenningen en registraties afvalstoffen- en materialen beheer
0
,
De vrijgekomen VTE zullen dienen om de kerntaken "dossierbeheer ambtshalve bodemonderzoeken en -saneringen" en "'dossierbeheer ambtshalve verwijderingen"' te versterken. Dit om invulling te geven aan 2 beslissingen van de Vlaamse Regering, m.n. het opnemen van de rol als huissaneerder voor alle gasfabriek- en gashoudergerelateerde verontreinigingen van publieke saneringsplichtige probleem bezitters en de uitvoering en de coördinatie door de OVAM van een asbestafbouwbeleid in Vlaanderen.
6.
Vlaamse MIlIeumaatschappIj
In het kader van Radicaal Digitaal werd/wordt binnen VMM in de huidige legislatuur onder meer werk gemaakt van: • verdere uitbouw van de portaalsite www.waterinfo.be met het oog op het gecentraliseerd aanbieden van de informatie beschikbaar bij de verschillende waterbeheerders • uitbouw van de AWIS(afvalwaterinformatiel-databank tot een portaalsite, die digitale informatiewisseling met de gemeenten en de gemeentelijke rioolbeheerders mogelij k maakt en de informatie vlot toegankelijk maakt voor burgers en politieke overheden • ontwikkeling van een elektronisch heffingenplatform met het oog op een efficiëntere uitwisseling van informatie met de bedrijven (inclusief het verhogen van de consulteerbaarheid van informatie door de bedrijvenl ' . organisatie van het openbaar onderzoek van de ontwerp stroomgebied beheerplannen voor het eerst volledig digitaal. ,
I, "i<'-
·":.1 ,,"',}>
:l~
_
<.'" i~.ol···
..
-',
-ft
. .''
'l!lf,
i
,
vIl,
'
'-',
, t"
.. ~i
'. '
;A ;-
<>1;'-
,
~j ,
'I
~)" ,.,. .,llr<. v~
"': jL
.,',"',1' ;'!',
"1,
1h
1
<
.'
-,. ::',. '.~,."
•
"Bruto VJE
."t; ':'. "7"1'
i:'
~' ' - " ,
'::~ :Tqt,!lal,t, j~_ ,I', ' , ' " ".,:. J,
. 0'-....
.."
.
.
IIJlPà1if'öp:,VJE.J : ,;
,···t .: '~h, . ~;,;::::r'. :'
i";"
",~\,
L J,
I
,,:~~
,:~,
_:
,ji~
'
VMM
309,1
14,7
Optimalisatie aangewezen Monitoren en rapporteren Luchtkwaliteit (incl waarschuwingen bevolking overschrijdingen luchtkwaliteitsnormenl' Monitoren afvalwater'
307,9
13,5
53,1
0
37,9
0
62,1
2,5
Monitoren oppervlaktewater 1
Besparing te realiseren inzake middelen
12
Monitoren waterbodem
6,1
0,S
Vestigen, innen en invorderen heffing kleinverbruikers (waterverontrei nigi ng) Vestigen, innen en invorderen heffing grootverbruikers (waterverontreiniging en heffing grondwaterwinning)' Opmaken en opvolgen optimalisatieprogramma bovengemeenteli i ke saneri ngsi nfrastructu ur Bestrijden ratten, invasieve waterplanten, exoten en zwerfvuil
5,2
3
39.7
°
12,9
1
90,9
6,5
1,2 0.5 0.5 0.2
12 0,S 0,S 0,2
Vatbaar voor afbouw Adviseren bodemsaneringsdossiers Subsidiëren investeringswerken Polders en Wateringen Subsidiëren Polders en Wateringen (via uitbetaling DACsl
In het kerntaken plan van de VMM wordt aangegeven welke activiteiten versterkt moeten worden om invulling te kunnen geven aan de doelstellingen van het Regeerakkoord en de Beleidsnota Omgeving 2014-2019, met name:
2
o
Proces 1.3: Implementeren PAS: + 5.5 VTE Nieuw te ontwikkelen beleid waarvoor een belangrijke inbreng vanuit de VMM verwacht wordt. opgenomen in de beleidsnota onder OD 50. VMM heeft een belangrijke taak ter onderbouwing van de Programmatische Aanpak van verzurende en vermestende stikstofdeposities op 4 vlakken: monitoring, meettechnieken, modellen bouw en realiteitstoets. VMM heeft als opdracht te bepalen wat de reële toestand (immissie) van de voornaamste stikstofpolluenten (vooral NH31 in Vlaanderen is aan de hand van de best beschikbare meettechnieken en zal hiervoor zijn meetnetten drastisch moeten uitbreiden. Daarnaast moet VMM toetsen in welke mate deze immissies in overeenstemming zijn met de emissies. VMM zal deze informatie verwerken in nieuw te ontwikkelen en aan te passen modellen, die op de achtergrond zullen werken van een '''{eb based' tooi die ontwikkeld wordt in functie van de vergunningverlening (dit uit zich zowel in een nood aan extra middelen, als aan extra personeel),
o
Proces 1.4*: Coördineren van het integraal waterbeleid - partim Ontwikkelen en toepassen modellen: + 1 VTE A.d.h.v. de modellen kunnen toekomstscenario's om het effect van maatregelen te beoordelen uitgevoerd worden, Daarnaast worden op heden nog tal van mogelijkheden van modellering als beleidsondersteunend instrument onderbenut (dit uit zich zowel in een nood aan extra middelen, als aan extra personeel!. Opgenomen in de beleidsnota onder OD 28.
o
Proces 1.8: Voorbereiden opmaak droogtebeheerplannen: + 1 VTE Enige personeelslid dat hier aan werkt wordt gefinancierd via een Interreg project (DROP) dat in 2015 afloopt. Versterking is noodzakelijk om de continuïteit te verzekeren en de doelstellingen in de beleidsnota te realiseren. Opgenomen in de beleidsnota onder OD 30,
Raming besparing VTE: nog te bepalen
13
7.
•
Proces 7.1*: Toezicht houden en reguleren drinkwater - partim tariefregulering drinkwater I Proces 7.2*: Toezicht houden op tarifering en kostenaanrekening voor afvalwatersanering - partim tariefregulering: + 2 VTE In uitvoering van de regionalisering van de tariefbevoegdheid (6e staatshervormingl moet een nieuwe methodologie ontwikkeld worden om zowel de drinkwaterprijs als de afvalwaterprijs op een meer gestructureerde wijze voor een langere termijn vast te leggen en op te volgen. Hiertoe worden de personele middelen voor 1 VTE - niveau D overgedragen, maar dit is ruim onvoldoende voor het uitvoeren van de bijkomende taken. Opgenomen in de beleidsnota Omgeving onder OD 27.
•
Proces 8.1: Informatiesystemen beheren: + 2 VTE De verdere uitbouw van de informatiesystemen, gerelateerd aan de kernprocessen van de VMM, komt tegemoet aan de ambities van het regeerakkoord inzake Radicaal Digitaal. De verschillende besparingsrondes leggen echter een zware druk op het beschikbaar budget voor investeringen in de ontwikkeling van kerntaak informatiesystemen. Belangrijke ICTprojecten voor de VMM in de komende legislatuur zijn onder meer AWIS en de digitalisering van de heffingen. Daarbovenop veroorzaakt de toename van het aantal informatiesystemen een toename van de nood aan onderhoud en ondersteuning van deze informatiesystemen (dit uit zich zowel in een nood aan extra middelen, als aan extra personeel).
Vlaamse Regulator van de Elelctrlcltelts- en Gasmarlct
Voor dossierbehandeling PV-dossiers
2
o
2
o
De behandeling van de dossiers inzake de toekenning van groenestroomcertificaten aan PVinstallaties wordt eind 2015 overgedragen van de VREG naar de netbeheerders. De eigenaars van zonnepanelen krijgen zo één uniek loket (nI. bij hun netbeheerder) waar ze terecht kunnen voor allerlei vragen rond de aansluiting van hun installatie op het net en de steunverlening voor de productie via deze installatie. Dit zal bij de VREG leiden tot een besparing van twee statutaire personeelsleden van niveau C. Deze statutaire medewerkers zullen intern herplaatst worden binnen de VREG naar directies die momenteel met een capaciteitstekort kampen, Op die manier wordt gezorgd voor een versterking van deze directies bij de uitoefening van de kerntaken van de VREG inzake regulering van en toezicht op de elektriciteits- en gasmarkt.
14
8.
Vlaamse LandmaatschappIj
.'
," ,. .
,
i)·
,
"
"'lllH:li .. [;111:.: ,1' il:;' " :ii i ';:
'
,,:.i~ ,jl~:':?'
:j
'i,
Jt .,
't
:i
'
.
,
1:1: . .: :.::', ' .
. "i
t
VLM Optimalisatie aangewezen Adviseren en begeleiden van land- en tuinbouwers Beantwoorden van parlementaire vragen Begeleiden en ondersteunen van plattelandsinitiatieven Beheren van gebiedsgerichte maatregelen Platteland+ Beheren van kapitaalschade Beheren van nulbemesting. (incl wijzigingen tgv GRUP's) Beheren van plattelandsfonds Beheren van productierechten NER Herstellen. in stand houden en versterken van de biodiversiteit. het landschap. verbeteren van het wateren het bodembeheer door het sluiten van beheerovereenkomsten.
303;0899405 266.8227839 22.57382719 0.20513155 1.1482 0.256414438 0.644110742 2.087849941 0.60082 7.31 41.48643
Ondersteunen en adviseren mestbeleid Opvolgen van mesttransporten Realiseren van gebiedsgerichte geïntegreerde landbouwherstructureringsprojecten uit kracht van wet
5.95 13.91 57.61
0.5 2.91 6.5 .
Realiseren van gebiedsgericlite geïntegreerde landi nrichti ngsprojecten SPOOR 1
53.93
0
Realiseren van gebiedsgerichte geïntegreerde natuurinrichtingsprojecten - normale procedure
25.59
4
6.44
0
27.08 36.26n5662 1.71 2.935617156 4.35 0.061539465 4.12
3.19 4.56 0 0 0 0.06 0
Realiseren van gebiedsgerichte geïntegreerde landbouwherstructureringsprojecten in der minne
2.53
0
Realiseren van gebiedsgerichte geïntegreerde natuurinrichtingsprojecten - verkorte procedure
6.09
0
Uitvoeren van Vlaamse coördinatieopdrachten
.
B@OVTE., • !ilmpact ópVTE
' I i,L:;)11 Totaal.'· .' ., .. 'i.J,',.
Verzamelen en controleren van aangiftegegevens Vatbaar voor afbouw Beheren van as 3 en as 4 Beheren van mestbalansen Beheren van mestsamenstelling Beheren van PDPO steunmaatregel KRW Realiseren van gebiedsgerichte geïntegreerde landbouwherstructureringsprojecten bij grote i nfrastructuu rwerken
35.06 30.5 10 0 0 0 0 1.09 0 2.31 0
15
Realiseren van gebiedsgerichte geïntegreerde pi lootland in richti ngsprojecten
8.24
0.5
Realiseren van gebiedsgerichte geïntegreerde plattelandsprojecten
5.49
4
Verwerven en vervreemden van gronden ikv Sevesorichtliin
0.74
0
Mestbeleid en mestbank In eerste instantie wordt de capaciteit die kan vrijgemaakt worden in de processen gegevenscaptatie en gegevensverwerking ingezet in de processen gericht op effectieve controle /zelfcontrole en proportionele sanctionering. Naarmate de doelafstanden {Nitraatrichtlijn. KRW. NEe-richtlijnl kleiner worden doordat de regelgeving effectiever 8ageleefd wordt. kan de capaciteit die moet ingezet worden voor een effectieve handhaving geleidelijk verminderen waarmee de natuurlijke uitstroom gecompenseerd wordt. Realiseren van gebiedsgerichte. geïntegreerde open ruimteprojecten VLM stelt voor om 29 VTE af te bouwen voor inzet in ruilverkavelings-. landinrichtings-. natuurinrichtings- en plattelandsprojecten om hiermee enerzijds spoor 2 van het decreet landinrichting en de grondenbankwerking te versterken met 14 VTE. en anderzijds in globo 15 VTE af te bouwen tegen 2019. Deze verschuiving stelt ons in staat om bijkomende vragen rond Programmatorische Aanpak Stikstof. instandhoudingsdoelstellingen. signaalgebieden water. flankerend beleid bij grote infrastructuurwerken en vragen vanuit ruimtelijke ordening op te nemen. De afbouw van 15 VTE is ter compensatie van natuurlijke uitstroom. Adviseren en begeleiden van land- en tuinbouwers De bedrijfsbegeleiding inzake duurzame bemesting en bodembeheer wordt geleidelijk afgebouwd en getransformeerd tot het opstellen van de standaarden waaraan deze dienstverlening moet voldoen en tot het geven van voorlichting aan de dienstverleners. De vrijgekomen VTE worden in eerste instantie ingezet voor het sluitèn van beheerovereenkomsten waterkwaliteit in uitvoering van het Europese programma. In het algemeen worden de vrijgekomen VTE ingezet ter versterking van kern processen en dienen ter compensatie van de natuurlijke uitstroom. Er worden geen VTE ingezet op de interne arbeidsmarkt. 1.'" '11.
"y; :
1','
,,:~ f,~! ,,:~-.
.
,1.
r~'
'.
,
Eindtotaal Leefmilieu; Natuur en Energie
1291.65
l31.35
16
D. Toetsing van het kerntaken plan aan het globaal kader dat bijdraagt tot een resultaats- en klantgerichte overheid Dienstverlening Het beleidsdomein Leefmilieu. Natuur en Energie zet sterk in op het verbeteren en efficiënter en effectiever maken van de externe dienstverlening. Voor het departement LNE betekent dit: • o.a. de implementatie van het decreet complexe projecten, de implementatie van de omgevingsvergunning, de integratie van de plan-merbeoordeling in de ruimtelijke planning, de afbouw van het drukken van geologische kaarten en toelichtingen, een beperking van vertaling van Vlaamse milieu regelgeving, wijziging werkwijze advisering RUP's (externe veiligheid), geleidelijke afbouw advisering vergunningsaanvragen klasse 2A. afbouw instrument financiële zekerheid Lk.v. ontginningen, afbouw voorzitterschap ruilverkavelingscommissie, afbouw toezicht klasse 2-inrichtingen • tevens zijn er winsten mogelijk Lk,v, toekomstige fusie tot Departement Omgeving (o,a. beleidsplanning, communicatiebeleid, .. ,) Ook het Agentschap voor Natuur en Bos zet hierop stevig in. De dienstverlening van het ANB inzake veiligheid (acuut gevaarlijke bomen) kan door andere actoren dan de Vlaamse overheid gebeuren. Het werken met adviesperimeter geeft een kader voor een betere focus, en een dienstverlening waarbij ,de Vlaamse overheid als exclusieve aanbieder onder meer omwille van de expertise en kennis optreedt. De rol van de Vlaamse overheid is hier nodig gelet op de focus van biodiversiteit van internationaal en/of regionaal belang. De dienstverlening van het ANB rond kapmachtigingen is een proces dat kennis en expertise vereist. Omwille van verschillende redenen, blijft de overheid nodig voor deze dienstverlening. Het instrument kapmachtiging uitbesteden aan het middenveld (onder mee de Bosgroepen) is verre van evident. De rol van de va is hier nodig gelet op de focus van biodiversiteit van internationaal en/of regionaal belang. Door de beperking van het werkveld van de kapmachtiging wordt er efficiëntiewinst geboekt. Het uitvoeren van topografische meten van het ANB is een proces dat door andere actoren dan de va kan gebeu ren. Dit kan perfect uitgevoerd worden door de privé, Het proces van kuddebeheer van het ANB is een proces dat door andere actoren dan de va kan gebeuren, Dit kan in de meeste gevallen perfect uitgevoerd worden door de privé. Er blijft wel een residuaire bevoegdheid over m.b,t. voorbereiding en opvolging van de gegunde opdrachten, Het proces van boomkwekerijen van het ANB is een proces dat door andere actoren dan de va kan gebeuren. Er blijft wel een residuaire bevoegdheid over m,b,t; voorbereiding en opvolging van de gegunde opdrachten, maar vooral de kwaliteitscontrole op het geleverd materiaal. Het VEA zet reeds maximaal in op dienstverlening via externen, in het bijzonder wat betreft het toekennen van energiepremies via de netbeheerders, de EPB-verslaggeving, de energiedeskundigen voor woningen en publieke gebouwen en de energiedeskundigen voor bedrijven, Ook de organisatie van centrale examens voor energiedeskundigen en verslaggevers gebouwen, certificatie van installateurs kleinschalige hernieuwbare energie en aanvaarding van energiedeskundigen voor bedrijven is al grotendeels of wordt in de mate van het mogelijke uitbesteed, Kerntaken van het VEA zijn hier vooral beperkt tot evaluatie en bewaking van het globale kader en het toezicht op de correcte en efficiënte uitvoering van deelprocessen door externen. 17
• Specifiek voor VMM betekent dit: • de verdere uitbouw van de portaalsite www.waterinfo.be met het oog op het gecentraliseerd aanbieden van de informatie beschikbaar bij de verschillende water beheerders • de uitbouw van de AWIS (afvalwaterinformatiel-databank tot een portaalsite, die digitale informatiewisseling met de gemeenten en de gemeentelijke rioolbeheerders mogelijk maakt en de informatie vlot toegankelijk maakt voor burgers en politieke overheden • de ontwikkeling van een elektronisch heffingenplatform met het oog op een efficiëntere uitwisseling van informatie met de bedrijven (jnclusief het verhogen van de consulteerbaarheid van informatie door de bedrijvenl • het inzetten op gebiedsgerichte integrale projecten om maximaal multifunctionele winwi ns te realiseren met het oog op het behalen van een maxi maal rendement (op vlak van waterkwaliteits- en waterkwantiteitsverbeteringenl tegen de laagst mogelijke kost • de organisatie van het openbaar onderzoek van de ontwerp stroomgebied beheerplannen is voor het eerst volledig digitaal. Voor OVAM betekent dit in essentie kerntaken 25 en 26 - ambtshalve interventies, verwijderingen en saneringen inzake bodemverontreiniging en afvalstoffen. De uitvoering hiervan gebeurt door private ondernemingen, de kwaliteitsbewaking van de uitvoering gebeurt door erkende bodemsaneringsdeskundigen en de regie en coördinatie door de OVAM. Inzake asbestverwijdering zullen extra middelen nodig zijn om uitvoering te geven aan de beslissing van de VR van 24.10.2014 om Vlaanderen asbestvrij te maken. VLM heeft volgende trajecten opgezet: - de regierol plattelandspr,ojecten wordt overged ragen aan de provincies. - de bedrijfsbegeleiding inzake duurzame bemesting en bodembeheer wordt geleidelijk overgedragen naar de doelgroep landbouw. VLM staat in voor het opstellen van de standaarden waaraan deze dienstverlening moet voldoen en het geven van voorlichting aan de dienstverleners (vb. de praktijkcentra land- en tuinbouwl.
Regelgeving De verbetering van de wetgevingskwaliteit is al een paar decennia een prioriteit voor alle entiteiten van het beleidsdomein. , Het departement zet hiertoe o.a. in op: • de omgevingsvergunning • het vereenvoudiging en stroomlijning subsidiestelsel milieu- en natuurverenigingen en projectsubsid iëri ng ANB geeft focus aan de adviesperimeters. Dit schept mogelijkheden voor een lagere administratieve last voor al de doelgroepen, al of niet via de optie om radicaal digitaal te werken. Ook het afbouwen van de controle op de vervreemding van openbare eigendommen is een toepassing van het principe van meer vertrouwen geven, in dit geval een reeks administratieve overheden. De Vlaamse eneégiewetgeving werd in de loop van 2009-2010 gebundeld tot één Energiedecreet en één Energiebesluit. De omzetting van de richtlijnen in Vlaamse energiewetgeving is niet ruimer of strenger geïmplementeerd dan strikt noodzakelijk (geen goldplatingl. De Vlaamse energiewetgeving is sterk aangestuurd door drie Europese energierichtlijnen (met betrekking tot EPB, EPC, milieuvriendelijke energieproductie en energie-efficiëntie). Gerichte
18
decreets- en beleidsevaluaties zijn structureel verankerd in de bestaande processen van het VEA zoals de evaluatie van de EPe-regelgeving, decretale evaluatie van de EPB-regelgeving en monitoring van de doelstellingen hernieuwbare energie, warmte-krachtkoppeling en energieefficiëntie in het kader van de Europese energierichtlijnen, Voorafgaand aan decreets- en beleidsevaluaties wordt een uitgebreid stakeholderoverleg georganiseerd, Bij de opmaak van nieuwe regelgeving wordt van bij de start rekening gehouden met de optie om radicaal digitaal te werken en worden bestaande modules maximaal hergebruikt en reeds aanwezige informatie gedeeld, 23 van de 29 kerntaken van de OVAM betreffen de uitvoering van Europese regelgeving, Fundamentele wijziging of deregulering niet noodzakelijk, wel optimalisaties, zoals het afbouwen van de standaardprocedures bodemsanering en automatisering grondstofverklaringen, Dit is reeds voorzien in de meerjarenplanning van de OVAM, VM M werkt aan: o de opmaak van een waterwetboek ter vervanging van de huidige versnipperde waterwetgevi ng o de herziening van de wet onbevaarbare waterlopen Voor VLM betekent dit: o de rapportering over de voortgang van het MAPS wordt beperkt tot de vereiste vierjaarlijkse rapportering in uitvoering van de Europese Nitraatrichtlijn, o voorstel tot vereenvoudiging van de regelgeving verkorte procedure natuurinrichting: sneller, met minder inzet en minder belasting van betrokkenen projecten uitvoeren, o voorstel tot vereenvoudiging van de regelgeving productierechten NER. o voorstel tot vereenvoudiging van de regelgeving nulbemesting, o voorstel tot vereenvoudiging van de regelgeving beheren van mestsamenstelling,
Handhaving en Inspectie Ook met betrekking tot handhaving zijn er tal van trajecten rond het verbeteren van de handhaving opgezet. Milieu-inspectie hanteert al jaren een planmatige aanpak van het toezicht op de klasse 1bedrijven (zie jaarlijks Milieuinspectieprogramma en jaarlijkse rapportering hierover), In de komende periode zal er steeds meer naar een risicogedreven prioriteitenstelling worden gegaan, cf. de aanbeveling van Audit Vlaanderen als gevolg van de pilootaudit Handhaving, Naar de toekomst toe wordt voorgesteld het toezicht op de klasse 2-inrichtingen af te bouwen. dit geïnspireerd op de aanpak stedenbouwkundige vergunningen m.h.o.o. een uniforme aanpak i.k.v. de omgevingsvergunning en de proportionele en risicogedreven focus van Milieu-inspectie. De afbouw toezicht en handhaving ontginningen wordt gerealiseerd door een beperking van het aantal schouwingen en landopmetingen De natuurinspectie binnen het ANB werkt steeds meer planmatig volgens .het concept programmatisch handhaven. Programmatisch handhaven heeft vooral tot doel om een reeks producten te genereren waaronder een risico-analyse. een onderbouwde prioriteitenstelling en een interventiestrategie die vooral gericht is op het verhogen van het nalevingsniveau. programmatisch handhaven is een synoniem voor een doelmatigere handhaving die tevens tot een groter draagvlak voor handhaving leidt. De klant georiënteerdheid is terug te vinden in de stap van de doelgroepenanalyse. en in het maken met afspraken met doelgroepen inzake
19
meldingen. Autoregulering en zelfcontrole zullen pilootprojectmatig uitgetest worden met de doelgroepen van de vissers en de jagers. Samenwerking met andere actoren is al ruim uitgebouwd. maar elke opportuniteit zal grondig geaudit worden. Het door Audit Vlaanderen als "goede praktijk" aangehaalde manier van werken door de Natuurinspectie rond de handhaafbaarheid van de regelgeving. wordt verder gezet. Natuurinspectie zal blijven bijdragen tot een verdere handhaafbaarheidstoets van de regelgeving inzake natuur. bos. jacht en visserij. De Europese energierichtlijnen bevatten gedetailieerde bepalingen met verplicht uit te voeren taken inzake handhaving en inspectie door het VEA. Deze verplichtingen zijn omgezet in Vlaamse regelgeving (geen gold plating). De belangrijkste handhavingstaken hebben betrekking op de EPBen EPC-regelgeving. De Europese richtlijn energieprestaties van gebouwen stelt bv. duidelijk dat er omvangrijke representatieve ad random steekproeven moeten gebeuren op de 120.000 à 130.000 EPB-aangiften en EPCs die jaarlijks worden ingediend. Bij de OVAM is handhaving reeds sterk afgebouwd in het kader van BBB. OVAM vertrekt maximaal van de cascade autoregulering. zelfcontrole en risicoacceptatie. Inzake zwerfvuil (kerntaak 4) en afval- & bodemtransporten (kerntaak 7) wordt in het Regeerakkoord aandacht voor handhaving gevraagd. De OVAM wenst dit als prioriteit te laten opnemen in meerjarenprogramma handhaving van het milieuhandhavingscollege. VMM werkt aan volgende projecten: • onderzoek voeren naar de integratie van het gemeentelijk rapporteringsinstrument (over de gemeentelijke afvalwatersanering) in de Beleids- en Beheerscyclus • integratie van de activiteiten inzake de regulering van drinkwater en het economisch toezicht op de afvalwatersanering Voor VLM betekent dit: • een gebiedsgericht mestbeleid op maat van de sectoren. bedrijven en teelten ondersteund door digitale gegevensstromen en o.b.v. een adequaat risicomanagement. o evolutie van overwegend administratieve controles naar meer begeleiding en effectieve. milieurelevante controles /zelfcontroles op het terrein en proportionele sanctionering. o naarmate de doelafstanden (Nitraatrichtlijn. KRW. NEC-richtlijn) kleiner worden. kan de capaciteit voor effectieve handhaving geleidelijk verminderen.
Vergunningen en erkenningen Het beleidsdomein LNE onderschrijft de noodzaak van het voeren van een grondig debat over het selectief en doelgericht aanwenden van vergunningen en erkenningen. Binnen het departement wordt gewerkt aan de voorbereiding en implementatie van de omgevingsvergunning. en in dit licht ook.de geleidelijke afbouw van de advisering van de vergunningsaanvragen huidige en nieuwe klasse 2A. Heel wat erkenningsregelingen zijn reeds gestroomlijnd en gebundeld in het VLAREL. Het ANB wil meer focussen via de adviesperimeters. Dit is een kans om te komen tot een meer kwaliteitsvolle. eenduidige en oplossingsgerichte advisering. Dit proces wordt geoptimaliseerd. enerzijds door meer te werken met een reeks standaardadviezen. en anderzijds door de adviezen duidelijker en meer handhaafbaar te maken. De focus levert ook een betere subsidiariteit op. De focus via adviesperimeters schept mogelijkheden voor een lagere administratieve last voor al de doelgroepen. Het verkleinen van het werkingsveld van de kapmachtiging. levert voor de Vlaamse
20
overheid een meer selectief en doelgericht instrument op. Het instrument van kapmachtiging voorziet geen bindende advisering. Het VEA kent geen vergunningen toe. Het VEA beheert een aantal erkenningsregelingen in uitvoering van Europese verplichtingen (geen gold plating). De erkenning van energiedeskundigen en verslaggevers van gebouwen is in principe van onbepaalde duur. Een blijvende certificering is gekoppeld aan opfrissingsopleidingen. Bij de OVAM is het aantal VTE voor advisering milieuvergunningen (kerntaak 16) reeds gehalveerd in de periode 2010-2015. Advisering is nog te bekijken in functie van de verdere uitwerking van de • omgevingsvergunning. Erkenningen verlopen via de regeling uit VLAREL: digitalisering is nog mogelijk voor registraties en erkenningen afvalstoffen- en materialenbeheer(kerntaak 15}. Voor VMM betekent dit: o Medewerking verlenen aan de operationalisering van het decreet omgevingsvergunning en het decreet complexe projecten o Afbouw advisering bodemsaneringsdossiers door de VMM o Ontwikkeling van een integraal waterattest als onderdeel van een integraal keu ringsattest bij nieuwbouwwoningen en/of verkoop of verhuu r
Subsidies Het beleidsdomein LNE onderschrijft de noodzaak van een grondige evaluatie met betrekking tot het doelgericht en selectief inzetten én voortbestaan van subsidies. Forfaitarisering. standaardisering. centralisering. gerichte controle zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. Het departement LNE werkt aan volgende trajecten: o de vereenvoudiging en de stroomlijning van het subsidiestelsel voor milieu- en natuurverenigingen en van de projectsubsidiëring o het afbouwen van de premies voor roetfilters. de subsidiëring van doelgroepwerknemers. de subsidiëring van het lokaal waterbeleid Er is binnen het VEA een afbouwen tevens grotere selectiviteit voorzien voor de REG-premies (reeds uitbesteed) van de netbeheerders. Zie af te bouwen proces inzake beoordelen van de attestaanvragen van bedrijven voor een verhoogde investeringsaftrek voor energiebesparende . investeringen. Ondersteuning via de groenestroom- en· warmte-kracht-certificatenregelingen en het ondersteuningsmechanisme voor grote installaties voor groene warmteproductie is noodzakelijk in het kader van uitvoering van het actieplan hernieuwbare energie. respectievelijk uitvoering van het actieplan groene warmte van de Vlaamse Regering. De OVAM beoogt de optimalisatie van kerntaak 13 - financiering verwerking krengen. met overheveling naar het beleidsveld landbouw. Uitbouwen en beheren bodemsaneringsfondsen en -financiering (kerntaak 27) moet versterkt worden om de doelstellingen uit de beleidsnota te kunnen realiseren Voor VMM is dit o het afbouwen van de subsidiëring door de VMM aan Polders en Wateringen o de opmaak van een nieuw subsidiebesluit voor gemeentelijke rioleringen met het oog op het bieden van meer zekerheid aan de gemeenten over de beschikbare budgetten vanuit het gewest
21
VLM werkt aan de harmonisering van compenserende vergoedingen.
Entlteits- en beleidsdomeinoverschrIjdende samenwerking Gelet op de talrijke raakvlakken van het leefmilieu- natuur- en energiebeleid met andere beleidsdomeinen en bestuursniveaus wordt er diverse manieren constructief en structureel samengewerkt met andere beleidsdomeinen. Ook in het beleidsdomein zijn er verschillende vormen van structurele samenwerking. samenwerkingsafspraken ..... De werking van het Managementcomité LNE wordt ondersteund door meerdere interne werkgroepen en overlegfora. zoals de LNE-werkgroep milieuhandhaving. het VOMER (Vlaams overleg milieu- en energieregelgeving) en het VOIM (Vlaams overleg internationaal milieubeleid). Voorbeelden van samenwerkingsinitiatieven binnen en buiten de grenzen van het beleidsdomein zijn onder meer: • de geoptimaliseerde opvolging en coördinatie van de Europese milieu- en energiedossiers aan de hand van een startfiche. met het oog op een gefundeerde beslissing over de gewenste opvolging • de deelname aan en LNE-coördinatie voor de interdepartementale werkgroepen voedselverliezen en bio-economie • de samenwerking met de prioritaire subsectoren van landbouw en industrie met het oog op natuur- en milieu-integratie • de opmaak en uitvoering van de gecoördineerde ICT-planning voor het MMIS • de coördinatie van het overleg in het kader van de verbetering van de luchtkwaliteit via de werkgroep Hotspots • de verdere uitwerking van faseplannen voor de uitwerking van beleidsacties in opvolging van de humane biomonitoring in Menen en Genk-Zuid en de uitvoering van de humane biomonitoring in de Gentse Kanaalzone • de coherente inbreng van milieuoverwegingen bij het uitwerken van de Post 2015 Ontwikkelingsagenda (Sustainable Development Goals als opvolger van de Millennium Development Goals) • het duurzaam afvalstoffen- en materialenbeheer en de preventie. het beheer en de sanering van bodemverontreiniging • het opnemen van de trekkersrol en coördinatie van het Vlaams Materialenprogramma. die momenteel samen met het transitiebestuur de werking verder uitbouwt tot een erkend publiek-privaat coördinatieplatform voor de uitrol van de transitie duurzaam materialenbeheer en de kringloopeconomie in Vlaanderen. • de samenwerking in het kader van de instandhoudingsdoelstellingen en de PAS.
E. Verhouding van de KerntaKenoefening tot de personeelsbesparingen Het Voorzitterscollege heeft zich geëngageerd om het personeelsaantal van de Vlaamse overheid tegen eind 2019 te laten verminderen met 1950 koppen. Het aandeel van het beleidsdomein LNE bedraagt hierin 448 koppen. Het kerntaken plan van het beleidsdomein beoogt een besparing van l31.35 VTE. Er wordt maximaal gebruik gemaakt van interne mobiliteit om de personeelsleden wiens taken worden afgebouwd in te zetten op nieuwe of te versterken processen. 22
\
~\~ \ Vlaams~ 't~
\ overheid \
KERNTAKENPLAN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN 111111111111111111111111111111/////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
A. Context Het kerntaken plan van het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken'" is het resultaat van een intensief proces in een sterk veranderende omgeving. Momenteel dienen zich immers diverse veranderingen aan waarmee binnen het Beleidsdomein rekening dient gehouden te worden: In het Regeerakkoord worden de fusies 'Departement MOW - Agentschap Wegen en Verkeer IAWVi' en 'Zeekanaal NV IW&ZI en nv De Scheepvaart IDSi' vooropgesteld. Op 19 juli 2013 hechtte de Vlaamse Regering haar goedkeuring aan de conceptnota "Rationalisatie van de management ondersteunende functies" op basis waarvan o.a. beslist werd dat W&Z en DS een gemeenschappelijke MOD dienen op te richten lin uitvoeringl. Op 6 maart 2015 werd de oprichting van drie gemeenschappelijke dienstencentra binnen de Vlaamse Overheid goedgekeurd door de Vlaamse Regering: sociaal secretariaat. boekhoud kantoor en facilitaire ondersteuning, De integratie van deze dienstverlening binnen de verschillende entiteiten volgt hierbij het tijdspad zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering. Als gevolg van de zesde staatshervorming worden een aantal bevoegdheden overgeheveld naar entiteiten binnen het Beleidsdomein. De integratie hiervan is lang niet vanzelfsprekend omdat de nodige menselijke en budgettaire middelen niet volledig volgen. Daarnaast wordt het Beleidsdomein geconfronteerd met een steeds toenemende complexiteit van haar kerntaken, o.a. door het groeiend aantal belanghebbenden die betrokken wensen en dienen te worden en de continu toenemende techniciteit van deze taken,
B. Structuur van het beleidsdomein Het Beleidsdomein MOW bestaat uit volgende entiteiten") die opgenomen zijn
in
kerntaken plan: Het Departement Mobiliteit en Openbare Werken IDMOWI
111 De Vlaamse Vervoermaatsc.happij - De Lijn- maakt deel uit van het Beleidsdomein MOW maar valt buiten de perimeter van het kerntaken plan zoals door de'Vlaamse Regering bepaald. De Lijn volgt bovendien een afzonderlijk optimalisatietraject. Maar omdat de synergiën binnen het Beleidsdomein wellicht ook tot dat afzonderlijke optimalisatietraject kunnen bijdragen, heeft De Lijn wel deelgenomen aan de kerntakenbesprekingen binnen het Beleidsdomein en zijn de synergiën die daaruit zijn voortgevloeid ook opgenomen in het voorliggende document.
het
Het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) Het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK) nv De Scheepvaart (nv DS) Waterwegen en Zeekanaal nv (W&Z) De onderstaande tabel toont het aantal bruto voltijdse equivalenten bij de genoemde entiteiten over april 2015 tegenover het aantal bruto VTE's over juni 2014:
C. Samenvatting kerntaken plan Het Managementcomité van het Beleidsdomein (MeB) is er, vanuit grondige analyses van het huidige takenpakket van de verschillende MOW-entiteiten, van overtuigd dat het beleidsdomein en elk van de entiteiten op zich doen wat ze moeten doen én daarbij de juiste focus en prioriteiten hebben. Onze medewerkers worden bovendien maximaal ingezet op onze kerntaken. Het percentage aan medewerkers die zich bezighouden met MOD's, is immers betrekkelijk laag in verhouding tot het totaal aantal medewerkers. De snel evoluerende omgeving' waarin we onze steeds wijzigende dienstverlening moeten garanderen, leert dat een versterking van sommige processen aangewezen is om het kwaliteitsniveau te bestendigen, Omdat onze dienstverlening in hoge mate gericht is naar externe belanghebbenden, willen we deze natuurlijk maximaal vrijwaren om op die manier een negatieve economische impact te voorkomen. Voor een aantal processen is mogelijk een verhoogde inzet van VTE's noodzakelijk en al of niet ,ook extra (investerings)middelen, Vele van deze kerntaken werden reeds opgenomen in de langetermijnvisies (zoals bv. het Mobiliteitsplan Vlaanderen en de Beleidsnotal. Daarnaast heeft elke entiteit een aantal processen/taken geïdentificeerd die kunnen herdacht en/of geoptimaliseerd worden. Optimalisaties hebben we hierbij breed gedefinieerd: efficiëntieverbeteringen (in middelen en/of VTE's), maar ook in kwaliteitsverbeteringen waar dit noodzakelijk is. Ook het streven naar meer synergie in de processen over de entiteiten heen, het (verder) automatiseren van de processen (cfr. Vlaanderen Radicaal Digitaal), het aanpassen van de dienstverlening, het uitbesteden van taken én het optimaliseren van de uitvoering van een proces werd gekwalificeerd als een "te optimaliseren" proces. Ter illustratie, geeft onderstaand overzicht een aantal voorbeelden voor de verschillende procescategorieën voor elk van de entiteiten,
2
Cltegon"
-
agentscnap Wlor Mam,.!ii'ie D enstverlen ng e" Kust
nv De s.:neepvadn
-,
,,/bOuw
0." ..
Enme,{ nv W",erw"gen enZeekionaal
Bediening kunstwerken op locatie
Winterdienst
N.v.t.
--
-
agentschap Weien en Verkeer
Depdnement
~r.latpalen
Infr.lstructuur- en baaerwerken (maritiem)
netwerk
Controle op controle van wernlgnallsatle
Winterdienst
8eheervan lokale wegen
Voorbereiden waterwegen
Organiseren van de winterdienst Adviseren en coördineren
Verlenen adviezen en verstrekken Informatie
Onderhoudswerken met eigen pal'$Oneel (uitbesteden)
Advlserlns lokale RUP's
bewlen Reinigen duikers (relateren aan beheerder waterloop)
llQCJ,het
lokole bestvUI$-
nllif!DU OPUmollSt1t/e Don·
Bediening sluizen, bruggen: pal'$Oneelsbezettlng.. automatisering
Loodsen van Khepan (zie ook bijlage)
gewezen
Verzoflen van VTS (VeMeI Tr.lffic: Gebouwenbeheer Service) In verkeel'$C6ntr.lle Zandvliet, Zeebruae en Zelzatze (zie ook bijlage) Groenonderhoud Realiseren en Instandhouden van Digitale dienstverlening: de harde en zachte maatreselen verkeersmanasement, Rlver Information Services W:l'lhU~en uit het Malsterplan Kustveilisheid hle ook bijlage) Versnelde uitbouw Investeren, beheren en waterwegennet onderhouden van de hydrografische en hydrometeorologische infrastructuur (zie ook bijlage)
Actllll~/t
Wl"'-e_,'re.
"-,~,I!ivl_n.
-
Evalueren en monitoring beleid SlIbverwerking
Beheren en e~plolteren verkeerKentr.lles voor VTS en afstandsbediening kunstwerken
Beheren van tunnels Controle op de ultvoerlns van wesenwerken
Moderniseren Inm.structuur waterweg
Opmaak str.llteglsche belelds lannen OpVolgen relevante beleidsinformatie en -trends Uitbouwen en onderhouden van het ondenoekslnstru rnentarium verkeer en vervoer Borgen en verder uitbouwen kenniscentrum geote-ehnlek, met specifieke aandacht .... oor advanced testins en Innovatie
Realiseren spln"'Üffs Rlver N.v.t. Information Services (versterken loslstlek)
Techn Ische controle wegvervoer Bevoesdheden verkeersveilisheid (huls verkeerwell1Sheld, Controle op ladlngzekerlng senslbiliserlnsJ
BehewMn, Contracten bulte ... dotatie en Loodwezen (zie ook bijlage) Inde
Waterpeilbeheer
Aanbesteden van Investerinss- en Beheer appllC
hufd~
Verwerkins ~veriJen, schadevarinsen
N,v.t.
te weren
W~
Accreditatie van de VTS (VeMeI Tr.lffic Serv!ce) opleIdIns l13r.lnderen (zie ook blJlaseJ
Verwerven en ontwikkelen van watersebonden gronden
Wachtdiensten waterpeJibeheer Opvolpn en afhandelen van schadesevallen aan wegenisen Installaties
Deelname aan normcommissIes, adviesraden en bestuurscomités
In onderstaande tabellen zijn per entiteit aangegeven welke processen dienen geoptimaliseerd te worden, welke er kunnen overgeheveld worden en welke processen kunnen afgebouwd worden, In de kolommen "Impact op VTE" worden de meest actuele ramingen weergegeven van het aantal geïmpacteerde VTE's, De concrete invulling en kosten-/batenanalyse zal uitwijzen wat het finale aantal geïmpacteerde VTE's zal zijn,
3
Voor het Agentschap Wegen en Verkeer geeft dit: 'I
"
,
'iä;":i~l~ ~[I;!, ! I\il:~,\;~ , J
':i
',"".
,i1~j;,
"
~;
, .
Impact op VTE
:1 :;;1, Bruto yrE , 'Totaal 11 " ,
AWV (Deels) Over te hevelen naar het lokale bestuursniveau
":'It,h' ' '
;~ ",
,
>'1
" 68.00
367.02 ,31.00
Na evaluatie, patrimonium volgens wegencategorisering overdragen aan lokale overheden'"
31.00
Analyse lopende
Optimalisatie aangewezen Investeringswerken - voorbereiding ,studie en ontwerp Onderhoud wagenpark!3I Onderhoudswerken - uitvoering in eigen regie!" Verkeerstelli ngen Vlaams Tunnel en Controlecentrum Winterdienst: opvolging wintertoestand, oproepen en aansturen winterdienstverlening door aannemers, controle op de aannemers!"
333.23
66.00
144,05
Analyse lopende
9,66
2,00
90,85
28.00
18.28
6,00
25.24
Analyse lopende
45,15
30,00
2.79
2.00
2,06
2,00
on
0,00
Vatbaar voor afbouw Centrale controle op werfsignalisatie Investeren in en beheren van praatpalen
Voor het Departement MOW geeft dit volgend beeld:
l!il;:!!~::;;'I;:ii~J:.1 Z~,ll~:!];/',!li~ ,;;;' !,::I,;:li\:'~~ ~ÎMW~~~!I!IL[::,; !,IÏT1p~~rcï~~~Eliillr'l ~ ", "
!'f~" '11 .!;\:;'~,,' ~:,;I,' 'r ," ;. ,' ~lil" '" ' "j,',~,/~~" ~/ .'"'''''' {i,'" ") " ~ , J'., , ,"",,12 '" .1 ", ' " ,. i ' :r:I,l,,,!''I :v'~ , }I" " '" 0'" .,~.. ,"";',,' I.' '~~ I, ...' " , .• 1:,'," .
f
"':'
A,.'
DMOW Optimalisatie aangewezen Aanleg & verbetering maritieme toegang havens Gent. Antwerpen, Zeebrugge en Oostende Aanleg basisinfrastructuur Adviseren en coördineren Adviseren over allerlei feitelijke, operationele, beleidsmatige en juridische problemen Adviseren over regelgeving (FOD, andere entiteiten VOl Begeleiden en organiseren van decretaal opgelegde overleg Beheer ku nstwerken
I'"'
,
346.82
42.57
324.05
30,89
3,56
0,36
14.56
1.46
6.41
0,64
4,85
0.49
2,28
0.23
1,1
0,11
8.29
0,83
(2) Indien het wegennet in beheer van AWV gedeeltelijk overgedragen kan worden naar de lokale overheid,
zal dit op meerdere processen een impact hebben Dit wordt nader onderzocht in het kader van de Commissie Decentralisatie, Een overdracht van wegenis dient in consensus met de ontvangende gemeente gerealiseerd te worden (3) Bij de impact van de 'optimalisatie van de winterdienst verlening' wordt dezelfde groep medewerkers beoogd als bij 'onderhoudswerken - uitvoering in eigen regie' en bij 'onderhoud wagenpark: Er zal op een gedifferentieerde wijze worden omgegaan met het implementatietrajeet. 4
,
. 'II!
1"-··
",H
,
,
;
,
., f, ~
,, ,
,
",
&
"
"
.,
\IBf~to WE
,
i\[ilpact op VTE
; Totaal
"
"
, ,,
)
"
"
#
,
Beheren en onderhouden informatietechnologie Communiceren over goedgekeurd beleid Decreten, besluiten en omzendbrieven opmaken en/of aanpassen
4,21 1,87 4,03
Deelnemen aan (overleg)vergaderingen Dienstverlening van het Hydrologisch informatiecentrum Evalueren en monitoren van beleid Expertise inbrengen (schriftelijk en mondeling) ,Exp.ertise opbouwen en onderhouden inzake beton- en metaalstructuren
1,39
OA2 0,19
OAO
1820 3,06 1,13 5,36
0,14 ; 1,82 0,31 0,11 054
Financiële afhandeling Geotechnische studies en advisering Gezamenlijke beleid en beheer Schelde-estuarium Implementatie van beleidsbeslissingen Implementatie wetsmatigingsbeleid Implementatie, opvolgen en meewerken aan acties dienst wetmatigingsbeleid
0,04 3,69 2.25 227 0,01 0,01
0,00 0,37 0,23 023 0,00 0,00
Inhoudelijk en administratief aansturen uitbesteed studiewerk
0,18
0,02
Instaan voor rechtsbijstand g~relateerd aan Beleid (90%) lTS-ontwikkeling in het Verkeerscentrum MERprocedures Mi lieuvergu nni ngsproced ures Monitoren investerings- en onderhoudstaken LEM Monitorende en evaluerende functie Natuur Onderbouwde rapporten/adviezen en gegevenssets opleveren inzake verkeer en vervoer
4,84 8,98 0,19 0,96
OA8
Onderhoud basisinfrastructuur Onderhoud maritieme toegang havens Gent Antwerpen, Zeebrugge en Oostende
12,85 17,83
1,29
Opleiding geven Opmaken begroting Opmaken begrotingscontrole Opmaken van subsidie -en dotatiebesluiten Opmetingen Lv,m, geodesie Opvolgen van beleidsbeslissingen Opvolgen vergu nningentraject Patrimoniumbeheer havens Antwerpen, zeebrugge, Gent en Oostende
0,34 053 0,18 0,18 14,36
0,03 0,05 0,02 0,02
lAl
on
0,14 0,07
4,86
OA9
Permanente (24u/7d) verkeerscontrole en -sturing op de hoofdwegen, incL verkeersinformatie verspreiden
20,67
2,07
°
1,56 0,54 2,87
0,90 0,02 0,10 0,00 0,16 0,05 029
U8
lA4
5
.
". ;
j'
,':
.l' '" ,:
~i;" " ~
":~!"
"
,
Bruto )JljE Totaal
ImpaCt. op VTE
,
" Procesbegeleiding programmamanagement en procesmanagement Regelgeving: omzetten van Europese regelgeving Samenwerken en netwerken SB260 Slibverwerking Stakeholdersoverleg voeren Studie en adviesverlening nieuwe en bestaande kunstwerken Studies Studies en advies informatietechnologie Technisch vaarwegbeheer Technische exploitatie van de ITS·systemen van het Verkeerscentrum
,
'"
"
0,14 1.86
°
15.71 0.77 4.35 1,18 24,01 5,12
0,01 0,19 0,00 1.57 0,08 0,44 0,12 2.40
1.77 5,2 2,32
0.51 0.18 0,52 0.23
Technische ondersteuning Tussenkomst keuringen· controle Uitbesteden investeringen Uitbouwen, beheren en onderhouden van IT infrastructuu r Vergunnen van vervoersorganisaties 'Verkeersdata consolideren. actualiseren en verspreiden voor studiedoeleinden
6.4 10.82 0,05 15,5
0,64 1.08 0,00 0,00
1,18 1.73
0.12 0.17
Verlenen van waterbouwkundige technische ondersteuning verplaatsen leidingen Verstrekken van advies in het kader van geodesie Verstrekken van prijstechnisch advies Voorbereiden en agenderen dossier Vlaamse Regering Voorbereiden en agenderen van dossiers Vlaamse Regering Voorbereiden opdrachten en werfopvolging Voorbereiden van beslissingen van de voogdijminister Vatbaar voor afbouw Beheer en uitvoer concessieovereenkomsten Internationaal beleid Keu ri ngs· en certificeri rigsactiviteiten Ondersteunende functie naar lokale besturen (mobiliteitsplan & projectwerkingl
34.21
3.42
0,83 0.39 4.46 0,08 1,90
0,08 0,04 0.45 0.01 0,19
0,05 1.43
0,00 0,14
22.n
11.68
0.72 2.25 6,24 11.17
0.72 2,30 6.20 Analyse lopende
Verlenen van subsidies voor de exploitatie en onderhoud van zeesluizen (decreetskostenl
0.46
0,50
Verlenen van subsidies voor infrastructuur· en baggerwerken
0,68
0.70
Voeren van eigen studiewerk
1.26
1.26
6
De lijst voor nv De Scheepvaart is als volgt:
'.:'III,lri~ ,
,iI:',; ,
,
" I
'.
,,"
,;. »,
I '''~.'.'' .
"•
'
.-
111 '1'
'.:'_."',, I"
'
:\m'pa:èfàp,I,Vr~! .
, ,.'fl,:: ' Brut:ó,\7JE' '0;"" ~*"~:
,
"
,
'1[1
.
DS (Deels) Over te hevelen naar het lolcale bestuursniveau
." "
·,.,:1
Tàtaahf
I
Reinigen duikers Sluikstorten: uitoefenen politionele bevoegdheid iJv. Milieureglement (vnL sluikstorten), controle en opruimen Strooidienst Optimalisatie aangewezen Aanleveren advies en informatie Bediening ku nstwerken (scheepvaartbegeleiding, -sturing) Beheren van gebouwen Groenonderhoud (kappen bomen, bermbeheer",) Onderhoud en herstellingen jaagpaden Onderhoud grachten Participatie overlegorganen en compliance projecten Vatbaar voor afbouw Onderhoud aanhorigheden
''',"
'!! ,
243,12
43.30
1420
925
6,3
2.75
3,90
2.50
4
4,00
226,62
31,75
9,6
0,00
162
10,00
13,02
3,00
20.8
14,00
4.7
2,00
10.2
2.75
6.3
0,00
2,3
2,30
2,3
2.30
Voor het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust levert dit volgend overzicht op:
'i , 'I
~",,.
. , .. . , .,"'
,
i~;
.
" ;,'" , :1 "
"
'''.
,
•,': ,
"
.
'HI ~I, 'II'!' "11, i-': '
',.'
,
,I.,
i~
,I,. ~~~_
11::::11
,'j:
','
i,(
, ,f'
':'1\1 ,. . i
~'J
I;:;.: ~~I~ ,~
,lli
r.;
r
.'
MDK . (Deels) Over te hevelen naar het lolcale bestuursniveau Beheren van het varend erfgoed Optimalisatie aangewezen Beheren van het gebouw in Vlissingen Dispatchen Loodsen van schepen - Kanaaltraject Loodsen van schepen - Kusttraject Loodsen van schepen - Riviertraject Loodsen van schepen - Zeetraject Onderhouden van bermen (Groenonderhoud - Kust en Kustjachthavens) opkuisen drijvend vuil en zwerfvuil Uitvoeren van badstrandverhogingen Uitvoeren VTS - Centrale Zandvliet Uitvoeren VTS - Centrale Zeebrugge Uitvoeren VTS - Centrale Zelzate
I
'I;
.BrUtó VTE ; ',á ,,", I" 1+'-,
r,i'. l'ótáál, ' ..
':ç:'
'<jh
"
.:~ 0' p,
\!)lpaEtopyrElîf '.',~.
::~" .,
:,; :~i,·; '."~~i:~,_ '~'~~"'-" .,. ''', ' .'Yfu "
,~.. ,. ..
483.92
78.22
0,1
0,10
0,1
0,10
475,92
7022
7,92
7,92
50
7,00
30
4,00
37
5,00
135
20,00
120
18,00
0.7
0,00
0,1
0,00
0.4 46,91
0,00
40.21
3,30
7,68
2,00
3,00
7
• Vatbaar voor afbouw
7,9
7,90
Verzekeren van toeristische oeververbindingen (Doel. Nieuwpoortl
7.9
7.90
Het resultaat voor Waterwegen en Zeekanaal NV is als volgt:
Monitoren en rapportering Verlenen van
verstrekken
Dit geeft volgend totaaloverzicht voor het Beleidsdomein MOW (exci. De Lijn):
Inzet van de vrijkomende VTE's De vermelde impact op VTE's is alleszins nog indicatief en betreft de groepen waarop de vermelde optimalisatie / besparing op een deel van de groep van toepassing kan zijn. De vrijkomende VTE's zullen: o
deels aangewend worden voor het realiseren van personeelsbesparingen tegen eind 2019.
de doelstellingen
m.b.t. de
Dit kan via natuurlijke uitstroom of via het ter beschikking stellen aan de interne arbeidsmarkt VOo o
deels via interne verschuiving binnen of tussen MOW-entiteiten. aangewend worderi voor kerntaken die in de kerntaken plannen van de verschillende entiteiten binnen het Beleidsdomein als "te versterken" of als "nieuw in te voeren" werden geïdentificeerd. (bvb. 6' staatshervorming).
8
· D. Toetsing van het kerntakenplan aan het globaal kader dat bijdraagt tot een resultaats- en klantgerichte overheid Eigen dienstverlening Het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken staat op een duurzame manier in voor een veilige. vlotte en slimme mobiliteit en voor het geïntegreerd en efficiënt beheren en realiseren van infrastructuur ten dienste van maatschappij en economie in Vlaanderen. Bij het analyseren van onze kerntaken. spreekt het voor zich dat we onze maatschappelijke opdracht als toetsing hebben gebruikt: het bewerkstelligen van een vlotte en veilige mobiliteit die mensen verbindt. en een betrouwbare infrastructuur die zorgt voor goede verbindingen in ons Gewest en met de buitenwereld. Zo treedt het Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken ondersteunend en versterkend op ten dienste van
zowel de maatschappelijke als de
economische ontwikkeling. Hierbij draagt het Beleidsdomein zorg voor het uitbouwen. beheren. onderhouden en 'exploiteren van de benodigde infrastructuur in ruime zin (inel. kustzone. waterbeheersing ... .I. We stellen deze infrastructuur en onze diensten op een gebruiksvriendelijke en veilige manier ter beschikking van onze belanghebbenden als een hefboom voor onze economie en de maatschappelijke organisatie. Vanuit het Beleidsdomein nemen we dan ook een belangrijke rol 'op in ons economisch netwerk: burgers. industrie. handelsorganisaties. rederijen. schippers. recreanten. institutionele spelers. belangenorganisaties. internationale organisaties. enz..... Vanuit een intermodale benadering realiseren we een meerwa~rde in de logistieke keten die zich geografisch uitstrekt tot ver voorbij onze landsgrenzen (bv. het hinterland van onze havens strekt zich uit over de hele wereld). Onze internationale aanwezigheid is dan ook noodzakelijk en levert ons. naast (vaak verplichte) regels. ook mogelijkheden om via externe financiële ondersteuning onze investeringsprojecten sneller te realiseren. AI deze -vooral externe- belanghebbenden hebben hoge verwachtingen ten aanzien van ons beleidsdomein. Als klantgerichte dienstverlener willen we dan ook onze dienstverlening duurzaam en kwalitatief verzekeren. Toegevoegde waarde creëren is dan ook de rode draad door onze bedrijfsvoering en dit is dan ook de toetssteen die we gebruikt hebben om het kerntaken plan op te stellen. Uiteraard doen we dit niet alleen: we werken vandaag al samen met heel veel partners en een verdere outsourcing werd dan ook als een mogelijk scenario meegenomen voor sommige processen. Nog op te stellen kosten-/batenanalyses zullen het beslissingsproces hiervoor faciliteren. Outsourcing kan immers resulteren in een daling van het aantal VTE's maar mogelijk ook in een stijging van de operationele kosten of kan een initiële investering vragen die pas later een rendement oplevert. Ook door het realiseren van een aantal synergiën op beleidsniveau zijn er verbetermogelijkheden (zie hiervoor ''Toetsing van het kerntaken plan aan het globaal kader dat bijdraagt tot een resultaats- en klantgerichte overheid" verderop in dit document). 9
Regelgeving Het Beleidsdomein wil niet alleen operationeel excellent zijn in de uitvoering van het beleid maar wil ook toonaangevend zijn op het vlak van beleidsvorming. En dit zowel op het vlak van mobiliteitsbeleid als op het vlak van de regelgeving rond mobiliteit. Hiervoor is het onze ambitie om erkend te worden als expertisecentrum in mobiliteit en openbare werken zodat we vanuit het Beleidsdomein de bevoegde minister en de Vlaamse Regering kunnen ondersteunen met onze expertise met als doel te behoren tot de top vijf van de Eu ropese regio·s. Daarvoor willen we wegen op de internationale besluitvorming en onze internationale aanwezigheid (projecten, commissies. overlegorganisaties. studiegroepen ....l nog versterken.
Handhaving en Inspectie Het Beleidsdomein MOW beheert vandaag een aanzienlijk patrimonium: o
6.964 km. wegen en snelwegen. 7657 km. fietspaden. 1919 bruggen en 1600 lichtengeregelde kruispunten en jaarlijks 900 à 950 werven.
•
1.345 kilometer waterwegen en 199 kilometer kaaimuren. het continu opvolgen en beheersen van de waterstanden, ca. 2600 km oever. 119 sluizen. enkele tientallen stuwen. 651 vaste bruggen en 149 beweegbare bruggen voor een totaal van 3.893 miljoen tonkilometer in 2014. De daarmee samenhangende bedrijfsactiviteiten zorgden voor een directe en indirecte tewerkstelling ingeschat op ca. 120 duizend personen.
o
In de Vlaamse zeehavens werd in 2014 268,9 miljoen ton goederen geladen en gelost. Dit zorgde voor de directe en indirecte tewerkstelling van 237.502 personen. Om toegang tot de havens te verbeteren worden in de Waasland haven, Terneuzen en nieuwe zeesluizen gebouwd en wordt de Royerssluis (Antwerpenl gerenoveerd en Om de maritieme toegankelij kheid van deze zeehavens blijvend te garanderen
de directe Zeebrugge aangepast. wordt een
voldoende vaardiepte op zee. in de Schelde en het kanaal Gent-Terneuzen (totale oppervlakte 67.1 km') door baggerwerken verzekerd. o
740 kilometer beloodste vaarwegen (met 367 Vlaamse loodsen en 97 verkeersbegeleiders)
o
67 km kust met 38.2km zeedijken (of ±5ha). 166 strandhoofden. 362ha zeewerende duinen en 466ha strand
Het spreekt dan ook voor zich dat heel wat van onze kerntaken erop gericht zijn om dit uitgebreid patrimonium dat tevens van vitaal economisch en maatschappelijk belang is. te beheren als een goede huisvader. Dit houdt niet alleen in het duurzaam onderhouden van dit patrimonium maar bijvoorbeeld ook het nog beter controleren van alle werken door derden aan dit patri mon iu m.
Vergunningen en erkenningen Het beheer van de infrastructuur als een goede huisvader houdt eveneens in het faciliteren van een correct gebruik ervan. De processen met betrekking op vergunningen en erkenningen kunnen wel geoptimaliseerd worden en deels ook gedigitaliseerd verlopen. Voor vergunningen en erkenningen zonder meerwaarde wordt de impact van afschaffing geëvalueerd.
10
, Entltelts- en beleidsdomeinoverschrijdende samenwerking Tijdens de kerntakenoefeningen
werden
er ook een
aantal
bijkomende synergiën
beleidsniveau geïdentificeerd. Hieronder volgt een beknopt overzicht van gedetecteerde synergiën (de eerste 10 uit de lijst worden prioritair aangepakt):
een
op
aantal
•
Gezamenlijk de trend verder zetten naar meer digitalisering en 'automatiserlng
•
Effectiever en efficiënter werken door een uniforme project management methodiek.
•
Samen nog sterker inzetten op controles op werken door derden en -rekening houdend. met de opmerkingen t.a.v. dit proces door het Rekenhof- het proces verder optimaliseren.
•
,
De dienstverlening vanuit het departement (TOD's) verder optimaliseren en eventueel uitbreiden naar De Lijn.
•
Het stroomlijnen van de samenwerking tussen de verschillende transportdeskundigen binnen het Beleidsd omei n.
• •
Bepalen van mogelijke synergiën bij het baggeren en ophogen van stranden.
• • •
Het onderbrengen van bepaalde diensten bij de centrale dienstencentra, het realiseren van synergie en efficiëntieverbeteringen m.b.t. ondersteunende processen over alle entiteiten heen en een gemeenschappelijke aanpak voor bepaalde HR-gerelateerde thema's (MOD dienstverlening) Het samenbrengen van diensten die specifiek gericht zijn op lokale beleidsondersteu ning. Het optimaliseren van overlegstructuren (Maritiem/Nautisch), Het clusteren van specifieke weggebonden activiteiten en niet specifieke weggebonden activiteiten (operationele processen verkeerscentrum), Het aanleveren van Informatie aan derden en het verlenen van adviezen is een 'arbeidsintensief proces, Er zal onderzocht worden of dit, mits een meer gecentraliseerde aanpak en/of coördinatie, effectiever en efficiënter kan gebeuren.
• •
Het participeren In verschillende overlegorganen kunnen we beter op elkaar afstemmen. Een gelijkaardige aanpak in de uitvoering van grote projecten en meer in het bijzonder in het voorbereiden van Investeringsprojecten over alle entiteiten heen door het uitwisselen van "best practices" kan bijdragen aan het optimaliseren van dit proces.
•
Verbeterde onderlinge uitwisseling van expertise, Wegen op de Internationale besluitvorming door een sterkere internationale aanwezigheid en afspraken en overleg tussen de MOW-entiteiten,
•
Het uitbouwen van een juridisch kenniscentrum om expertise effectiever te kunnen inzetten en het ter beschikking stellen van onze ervaring inzake overheidsopdrachten
11
E. verhouding van de kerntakenoefening tot de personeelsbesparingen Het personeelsbestand van de Vlaamse Overheid moet tegen eind 2019 met 1950 koppen verminderen, Voor het Beleidsdomein MOW betekent dit een vermindering met 452 koppen, De kerntakenoefening neemt hiervan een deel voor haar rekening, met name 299.27 bruto VTE'S''', Daarnaast lopen er nog andere initiatieven die moeten toelaten het beoogde streefcijfer te halen, Met name de rationalisatie van de MOD's en de verdere inzet op digitalisering en automatisering zullen hieraan een wezenlijke bijdrage leveren, De door de Vlaamse regering gevraagde vermindering van het personeelsbestand in koppen tegen eind 2019 brengt volgens het MeB de uitoefening van kerntaken door het beleidsdomein in het gedrang,
(4) Dit cijfer is nog indicatief. Daarenboven is er geen l-op-l relatie tussen te besparen koppen en de VTFs
die geïmpacteerd zijn door de optimalisaties (dit kan bv, immers over meerdere 'koppen' gaan waarvan een deel van het takenpakket verdwijnt. zonder dat zijn/haar functie in het geheel verdwijntl, Daarnaast betekent de impact op VTE ikv optimalisatie niet noodzakelijk dat de VTFs (in hun geheel) na de optimalisatie geschrapt kunnen worden, 12
KERNTAKENPLAN RUIMTELIJKE ORDENING, WOONBELEID EN ONROEREND ERFGOED ///////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
A. Context Sedert juli 2011 zijn alle taken en opdrachten van het voormalig Agentschap Ruimte en Erfgoed, alsook de beleidsondersteunende opdracht met betrekking tot onroerend erfgoed geïntegreerd in het Agentschap Onroerend Erfgoed. Vervolgens werden alle resterende taken van het Agentschap Ruimtelijke Ordening ondergebracht in het departement RWO en werd de beleidsondersteunende opdracht voor het beleidsveld Woonbeleid ondergebracht in het Agentschap Wonen-Vlaanderen. Door een vereenvoudiging van de structuren werd middels deze transitie gekomen tot een betere interne samenwerking binnen de diverse beleidsvelden en worden de beleidsvoorbereidende en de beleidsuitvoerende opdrachten beter op elkaar afgestemd, waardoor de versnippering van inzet van mensen, middelen en kennis structureel werd teruggedrongen en efficiëntiewinsten op het vlak van kwalitatieve en transparante dienstverlening, eenduidige communicatie en optimalere gegevensuitwisseling worden geboekt. De 6de staatshervorming maakt het ondertussen mogelijk om ook inzake private huurmarkt en woonfiscaliteit alsook inzake fiscale aftrek Onroerend Erfgoed ‘eigen’ beleid te ontwikkelen. Sinds het decreet Ruimtelijke Ordening van 1999 is het beleidsveld Ruimtelijke Ordening een gedeelde bevoegdheid tussen Vlaanderen, provincies en lokaal bestuur vanuit een subsidiaire logica. Voor het beleidsveld Onroerend Erfgoed zijn de processen vanaf 1 januari 2015 grondig veranderd door de implementatie van de nieuwe regelgeving voor onroerend erfgoed (Onroerenderfgoeddecreet en -besluit). Daarbij is de bestaande regelgeving geïntegreerd en afgestemd voor de verschillende erfgoedcategorieën, werden bestaande instrumenten en procedures geëvalueerd en geoptimaliseerd en zijn een aantal nieuwe instrumenten toegevoegd. Door dit nieuwe regelgevend kader is de ruimte voor een nieuw debat over de kerntaken kleiner. Anderzijds is er een budgetneutrale implementatie van de nieuwe regelgeving vooropgesteld, waarbij echter geen rekening is gehouden met de nieuwe besparing die door de nieuwe regering is opgelegd (nl. 11% op de beschikbare personeelsmiddelen). Daardoor zullen, naast de uitdagingen opgenomen in de Beleidsnota Onroerend Erfgoed, niet alle taken voorzien in die regelgeving door het agentschap opgenomen kunnen worden.
1
B. Structuur van het beleidsdomein Entiteit
Bruto VTE over Bruto VTE over juni 2014 april 2015 299,0 296,3 209,2 198,4 1 283,2 264,7 119,3 119,9 253,6 241,3 1.164,2 1120,6
Ruimte Vlaanderen Agentschap Wonen-Vlaanderen Onroerend Erfgoed Inspectie RWO Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen Totaal
C. Samenvatting kerntakenplannen De kerntakenplannen van de 3 beleidsvelden van RWO zijn gebaseerd op de doelstellingen van het regeerakkoord en de beleidsnota’s. Het kerntakenplan Onroerend Erfgoed vloeit bovendien ook voort uit het nieuwe decreet OE in werking sedert 1/1/2015. Het legt de focus op het beschermd onroerend erfgoed, efficiënte inzet van de erfgoedconsulenten op de prioritaire taken, begeleiden van de gemeenten via deling van kennis en expertise om hun verantwoordelijkheden goed op te nemen en hun autonomie en bevoegdheden volledig en volwaardig uit te oefenen en tot slot op het versterken van het pakket van taken en bevoegdheden van de OE-gemeenten. Het kerntakenplan Wonen is dan weer gebaseerd binnen het door de Vlaamse Wooncode vastgelegde beleidskader. Iedereen heeft recht op menswaardig wonen. Daartoe moeten voor iedereen de beschikking over een aangepaste woning, van goede kwaliteit, in een behoorlijke woonomgeving, tegen een betaalbare prijs en met woonzekerheid worden bevorderd (artikel 3 Vlaamse Wooncode). Het is de opdracht van het Vlaamse woonbeleid om de voorwaarden voor de verwezenlijking van het recht op menswaardig wonen te helpen realiseren door: 1.
huur- en koopwoningen beschikbaar te stellen tegen sociale voorwaarden;
2.
de renovatie, verbetering of aanpassing van het woningbestand te bevorderen en zo nodig over te gaan tot vervanging ervan;
3.
huisvestingsondersteuning alleenstaanden;
4.
initiatieven te ontwikkelen met het oog op de beheersing van de prijzen van bouwgronden en van woningen, de functionele inrichting van groepen van woningen en de verbetering van de woonsituatie van woonwagenbewoners.
te
bieden
aan
woonbehoeftige
gezinnen
en
Hierbij heeft het Vlaams woonbeleid in het bijzonder aandacht voor de meest behoeftige gezinnen en alleenstaanden. 1
Het aantal VTE op 30/06/14 omvat het volledige personeelsbestand, incl. de personeelsleden tewerkgesteld in tijdelijke projecten, die niet in het personeelsplan zijn opgenomen. Het aantal VTE op het vaste kader bedroeg op 30/06/14 271,55 VTE.
2
Het kerntakenplan Ruimtelijke Ordening tot slot vloeit uit het beleidskader, - instrumenten en doelstellingen zoals ingezet met het dRO van ’99 en sedertdien bijgesteld alsook de interne transitie die vorige legislatuur werd gerealiseerd. Het maximaal nastreven van subsidiariteit als constant gegeven. Dit gebeurt onder meer via het inzetten op ontvoogding en het integraal delegeren van bevoegdheden zowel op het vlak van plannen, vergunnen als handhaven. Het laat ook de Vlaamse overheid toe zich te focussen op haar eigen kerntaken. Dit maakt dat ruimtelijke ordening vandaag reeds een gedeelde Vlaamse bestuurlijke bevoegdheid is, waarbij zowel Vlaanderen, de provincies en de lokale overheden hun kerntaken scherp hebben gesteld. De lokale besturen zijn de jure autonoom op hun grondgebied mits ze hun verantwoordelijkheid ten volle invullen op basis van voldoende bestuurskracht. Bij de opmaak van de kerntakenplannen is nagegaan in welke mate de eigen processen bijdragen tot het realiseren van de doelstellingen, in welke mate de eigen processen de opname door de gemeenten van de rollen inzake het lokale woonbeleid, vergunningsverlenende instantie of als onroerend erfgoedgemeenten faciliteert en responsabiliseert, opdat de omslag wordt ingezet naar ondersteuning, minder administratieve verplichtingen, vereenvoudiging van regelgeving en procedures en een dienstverlening ondersteund door digitale processen.
3
Tabel: Processen vatbaar voor afbouw en te optimaliseren
Beleidsveld
Bruto VTE Totaal
Impact op VTE
Beleidsveld Wonen2 3
170,1
-38,22
Optimalisatie aangewezen
118,65
-19,73
Leningen opnemen
0,71
-0,5
uitvoeren van schattingen
5,96
-3
aanmeldingen coördineren en verwerken
1,84
-1
8,08
-1,5
adviseren van verkopen en financieren van verwerving
7,15
-1
technisch adviseren van uitvoering en oplevering van bouwwerken
3,53
-1
uitvoeren van betaalproces voor initiatiefnemers
6,22
-1
administratief woonactoren
ondersteunen
van
aanbesteding
en
gunning
bij
Bekend maken van producten (de Vlaamse Woonlening) en de werking 1,83 van de VMSW
-0,4
De VMSW voorziet een overgangsperiode waarin ze een ondersteuningstraject voor de processen die ze afbouwt, overhevelt naar de lokale woonactoren of optimaliseert uitbouwt. Met vormingen en opleidingen wil ze de kennisoverdracht mogelijk maken. Gelijktijdig werkt ze een dienstverlening op vraag uit. In de eerste plaats zal de VMSW de vrijgekomen VTE’s inzetten voor deze ondersteuning door vorming, opleiding en dienstverlening op maat. Daarnaast zet ze haar personeel in op haar te versterken taken, zoals het ontwikkelen van bouwtechnische en ICT-tools. Zo zal bv. het personeel dat nu wordt ingezet voor de opvolging van bouwwerven ingeschakeld worden bij de renovatieplanningen. Verder zal de VMSW een aantal vrijgekomen VTE’s inzetten om de uitstroom van vertrekkende personeelsleden op te vangen.
2
Wonen-Vlaanderen zal het resultaat van de besparingen deels gebruiken om andere processen te versterken en om, conform de beleidsnota, in te zetten op digitalisering. In het raam van de besparingen zullen personeelsleden verschuiven naar andere kritische processen, zodat de werking van het beleidsveld Wonen niet in het gedrang komt.
3
We benadrukken dat de afbouw van bepaalde taken een traject, en dus tijd, zal vragen. Zo zal het volledig toevertrouwen van het beleid inzake leegstand aan de gemeenten tijd vragen. In een overgangsperiode moet Wonen-Vlaanderen immers zijn expertise verder overdragen aan de gemeenten en deze een tijd lang ad hoc ondersteuning aanbieden. Daarnaast zullen uitstromende personeelsleden niet vervangen worden.
4
ontwikkelen en verlenen van bouwtechnische diensten en tools aan 10,74 woonactoren
0
Toezicht houden gemeenten,…)
26,5
-4
Terugvorderen van onterecht genoten tegemoetkomingen
2,1
-1
Toekennen van de renovatiepremie
29,9
-1,5
Ondersteunen van gemeenten mbt lokaal woonbeleid
11,16
-2,4
Visiteren SHM's (ter verbetering van prestaties)
2
-0,5
Ondersteunen van gemeenten mbt leegstandsregisters
0,93
-0,93
(Deels) Over te hevelen naar het lokale bestuursniveau
34,38
-4,34
Beheren van het eigen patrimonium
1,73
-1,73
Administratief ondersteunen bij uitvoering van bouwwerken door SHM's
5,3
-2,5
Ondersteuning opvolging onderhoud omgevingsaanleg
0,11
-0.11
Optreden als opdrachtgever infrastructuur
27,24
0
Vatbaar voor afbouw
17,07
-14,15
Adviseren van ruimtelijke plannen en milieueffectenrapporten
1,26
-1,26
Adviseren van woonprogrammatie (advies aan gemeente in eerste fase; 2,33 attestering verwerving sociale woonprojecten koop en huur )
-2,33
Adviseren over gemeentelijke toewijzingsreglementen
0,5
-0,5
Toezicht houden op tegemoetkomingen
0,1
-0,1
Toekennen belastingvermindering voor wie geld leent aan bepaalde 0,1 personen om te renoveren
-0,1
Opvolgen van BSO en uitvoering 2-jaarlijkse voortgangstoetsen
0,47
-0,47
Behandelen dossiers verwaarlozing en inventarisbeheer
3,23
-3,23
Advies verstrekken brandverzekering
0,25
-0,25
adviseren van definitieve ontwerpen
2,09
-1,5
coördinatie rollend grondfonds
0,52
-0,52
Opvolging bouwwerven
5,33
-3
op
actoren
(SHM's,
sociale
woonorganisaties,
5
voorkooprecht VMSW
0,37
-0,37
beleidsontwikkeling implementatie zesde staatshervorming
0,52
-0,52
Beleidsveld
Bruto VTE Totaal
Impact op VTE
Beleidsveld Onroerend Erfgoed
105,3
-57,3
Optimalisatie aangewezen
58.15
-10.15
Toelatingen verlenen m.b.t. het beheer van onroerend erfgoed
3.40
-2.00
Decentraal uniek loket afdeling Beheer
16.15
-4.15
Deelnemen aan vooroverleg i.k.v. ruimtelijke planningsinitiatie-ven of 6.50 grote projecten met impact op het onroerend erfgoed
-2.00
Erfgoedpremies toekennen
32.10
-2.00
(Deels) Over te hevelen naar het lokale bestuursniveau
7.15
-7.15
Individuele erfgoeditems (gebouwen en landschapselementen) 7.15 inventariseren op basis van een geografische benadering
-7.15
Vatbaar voor afbouw
-40.00
40.00
Advies verlenen i.k.v. aanvragen voor een stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning gekoppeld aan de (vastgestelde) inventaris en/of 8.10 die tot de gemeentelijke autonomie behoren
-8.10
Advies verlenen over afwijkingen op sectorale regelgeving of richtlijnen 0.05 voor onroerend erfgoed opgenomen in een vastgestelde inventaris
-0.05
Beveiligingssystemen voor onroerend erfgoed ontwerpen en beheren 1.00 (o.a. meldkamer)
-1.00
Complexe vondstmeldingen (archeologie) registreren
5.70
-5.70
De Onderzoeksbalans m.b.t. onroerend erfgoed beheren en actualiseren
0.90
-0.90
Eigen patrimonium (onroerend erfgoed) beheren
3.35
-3.35
Opdrachten voor derden uitvoeren m.b.t. ontwerp en coördinatie van 1.80 werken aan beschermd onroerend erfgoed
-1.80
6
Opnemen secretariaat KCML en Expertencommissie
1.70
-1.70
Post-excavation onderzoek (archeologie) uitvoeren
8.60
-8.60
Wetenschappelijke publicaties uitgeven
8.80
-8.80
Hoe zullen de vrijgekomen VTE ingezet worden? Zoals eerder aangegeven trad op 04/01/2015 de nieuwe regelgeving m.b.t. onroerend erfgoed inwerking, waardoor naast de bestaande taken een groot aantal nieuwe taken door het agentschap moeten opgenomen worden zonder budgettaire compensatie, waarbij de beschikbare middelen door de daarna opgelegde besparingen zelfs nog met 11% zijn verminderd. Het aantal VTE aan erfgoedconsulenten en erfgoedonderzoekers dat vrijkomt door afbouw, overdracht of optimalisatie (cf. supra) zal ingezet worden om die bijkomende taken uit te voeren. Het betreft o.a. de bekrachtiging van archeologienota’s, de erkenning en opvolging van diverse actoren binnen het onroerenderfgoedveld en de begeleiding van de opmaak, de goedkeuring en opvolging van beheersplannen. Bovendien vergt de responsabilisering van de lokale besturen voor het eigen onroerenderfgoedbeleid een extra inzet op de begeleiding van die lokale besturen. Tenslotte streeft het agentschap er in het algemeen naar om overtollig of overtallig personeel maximaal in te zetten op andere functies opgenomen in het personeelsplan, maar het is duidelijk dat niet iedereen herinzetbaar is en er dus steeds een “sociaal passief” aan vast benoemde en/of contractuele personeelsleden zal overblijven. Het kerntakenplan bevat voor het beleidsveld Ruimtelijke Ordening geen processen die vatbaar zijn voor afbouw, optimalisatie of overheveling aangezien Ruimtelijke Ordening deze afbouw a.g.v. de ontvoogding de afgelopen 16 jaar systematisch heeft doorgevoerd.
Eindtotaal beleidsdomein Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed
Bruto VTE Totaal 275,4
Impact op VTE 95,52
7
D. Toetsing van het kerntakenplan aan het globaal kader dat bijdraagt tot een resultaats- en klantgerichte overheid De 3 beleidsmateries, allen gekenmerkt door sterk uitgewerkte reglementering met eigen bevoegdheden op meerdere bestuursniveaus en telkens in relatie met andere aanverwante beleidsmateries, zetten met hun respectievelijk kerntakenplan in op de overheveling en afbouw van operationele activiteiten op het lokale niveau zonder aan eigen efficiëntie of beleidsrealisatie via samenwerking, projectwerking of gebiedsgerichte werking in te boeten. Het beleidsveld Ruimtelijke Ordening zet in op :
Het uitdiepen van expertise over complexe en/of maatschappelijke tendensen en uitdagingen, uitbouw kenniscentrumfunctie met behoud van een eigen kunde en gebaseerd op beleidsvoorbereidend en –ondersteunende onderzoek, -monitoring en – evaluatie
Inzetten op het uitdiepen van de expertise over complexe tendensen en uitdagingen voor het woonbeleid (rond der aspecten duurzaamheid, energie-efficiëntie, ruimtegebruik, nieuwe woonvormen, integratie en herbestemming van onroerend erfgoed
Consequente subsidiariteit (ook op het vlak van toezicht en handhaving), eenduidige verantwoordelijkheid en taakstelling
Door het inzetten op vooroverleg, begeleiden van projecten VIP-werking, begeleiden van complexe projecten, komen tot een hogere efficiëntie en klantvriendelijkheid van de dienstverlening
Garanderen van een kwalitatieve procesaanpak van de complexe projecten met aandacht voor inspraak en participatie, geïntegreerde administratie- en bestuursniveauoverschrijdend samenwerken, integratie van onderzoeken, werken met alternatievenonderzoek, transparantie en duidelijke en tussentijdse rechtszekere besluitvorming
Garanderen via de PlanMER-integratie van een maatgerichte onderbouwing van het planningsproces, gedragen effectonderzoeken door een doelgerichte participatie en op basis van minder formele en meer vrijheidsgraden bij de opmaak van een RUP te komen tot een snellere ruimtelijke besluitvorming
Verdere ontwikkeling van de kennis gedreven processen op basis van beleidsondersteunend ruimtelijk onderzoek en beleidsmonitoring en –evaluatie ifv het onderbouwen en bijsturen van het eigen beleid en dat van de ruimtelijke partners
Het verder ontwikkelen en integreren van interne en externe data- en kennissystemen opdat data-uitwisseling mogelijk wordt ten behoeve van efficiënte inzake dienstverlening en optimalisatie van het beleid
8
Afbouwen van dossiergebonden adviesverlening maakt de verdere ontwikkeling van de ruimtelijke kennis gedreven processen mogelijk (cfr. regeerakkoord: overheid als kennis centrum)
Vereenvoudiging en digitalisering van alle processen en dienstverlening tegen 2020
Het beleidsveld Onroerend Erfgoed richt zich vooral op het begeleiden van eigenaars/beheerders bij het beheer van het beschermd onroerend erfgoed in Vlaanderen, waarbij het accent verschuift van het verlenen van toelatingen voor werken naar een meer proactieve benadering op basis van beheerplannen. In die beheerplannen worden zoveel mogelijk werken vrijgesteld van melding en toelating. Het agentschap neemt diverse initiatieven om de klant- en oplossingsgerichtheid van de medewerkers verder te ontwikkelen. Voor het wetenschappelijk onderzoek ligt de focus op onderzoeksvragen die een optimalisatie beogen van de instrumenten die ingezet worden voor het behoud en het beheer van dit onroerend erfgoed en op de uitvoering van de afgesproken inventarisatie- en beschermingskalender. Verder wordt maximaal ingezet op de digitalisering van aanvraag- en adviesprocedures en gedeelde internetplatformen met interne en externe partners. Daarnaast wenst het agentschap andere actoren maximaal te responsabiliseren om een specifieke rol en verantwoordelijkheid ten aanzien van het onroerend erfgoed op te nemen. In dat kader zullen archeologen, metaaldetectoristen, depots, gemeenten en ondernemers een formele erkenning bij het agentschap kunnen aanvragen. Het beleidsveld Wonen voerde de kerntakenoefening in twee stappen uit. In eerste instantie gingen we na in welke mate onze processen bijdragen tot het realiseren van onze doelstellingen. Deze toetsing leidde tot een lijst met nieuwe, te versterken, te behouden, te optimaliseren en af te bouwen processen. In tweede instantie evalueerden we kritisch de taakverdeling. De gemeenten zijn volgens de Vlaamse Wooncode de regisseurs van het lokaal woonbeleid. De vraag is of onze processen de opname van deze rol door de gemeenten faciliteren. Worden gemeenten voldoende geresponsabiliseerd? We beschouwen de gemeenten daarbij als onze partners voor het realiseren van onze doelstellingen. We bekeken daarom ook of SHM’s en SVK’s in onze processen voldoende ruimte krijgen om hun taken efficiënt uit te voeren. Voor hen maken we een ingrijpende omslag naar ondersteuning, minder administratieve verplichtingen en een vereenvoudiging van de regelgeving en de procedures. Onderstaande concrete acties zijn bovendien specifiek in relatie te brengen met de 5 vooropgestelde generieke principes. Eigen dienstverlening Het beleidsveld Wonen evalueerde kritisch de taakverdeling. Het uitgangspunt dat we hierbij hanteerden is onder meer de responsabilisering van de gemeenten en de actoren als SHM’s en SVK’s. We maken hieronder een onderverdeling in onze dienstverlening: aan de gemeenten, actoren en de burger.
We willen de gemeenten meer autonomie geven zodat ze een lokaal woonbeleid op maat kunnen voeren. Het Vlaams niveau dient te focussen op de algemene
9
beleidsdoelstellingen. Bij het onderzoek van eventueel over te hevelen processen maakten we het volgende onderscheid, zoals: o
Volledige afbouw voor het bindend advies bij de woonprogrammatie door Wonen-Vlaanderen en de ondersteuning door de VMSW bij het omgevingsaanleg;
o
Voorwaardelijke afbouw naar het voorbeeld van de specifieke ‘ontvoogdingsregeling’ (cfr. de adviesvereiste bij O/O) en bij de VMSW het onderzoek of en in welke mate het opdrachtgeverschap voor infrastructuurwerken naar het lokale niveau (gemeente of SHM) kan worden overgeheveld);
o
Taken waarvan het goedkeuringstoezicht wordt vervangen door een ad hoctoezicht.
Bij de dienstverlening aan actoren willen we de uitvoeringsautonomie vergroten. De VMSW zal haar dienstverlening/ondersteuning grondig heroriënteren. We willen de SHM’s meer ruimte geven bij het realiseren van sociale woonprojecten. De klemtoon verschuift van controle naar advies en ondersteuning.
Het beleidsveld Wonen kiest ervoor om de dienstverlening aan de particulieren zelf te blijven organiseren.
Het beleidsveld Onroerend Erfgoed stelt voor om volgende taken niet meer zelf uit te voeren en te delegeren naar andere, beter geplaatste, actoren binnen het veld:
Taken m.b.t. de aansturing of coördinatie van wetenschappelijk onderzoek, worden best door universiteiten en andere academische instellingen opgenomen. Het gaat o.a. over het ter beschikking stellen van kanalen voor wetenschappelijke publicaties, het beheer van de Onderzoeksbalans m.b.t. onroerend erfgoed en de uitvoering van post-excavation onderzoek. Uiteraard zal het agentschap binnen de krijtlijnen van de eigen kerntaken wel een wetenschappelijke bijdrage blijven leveren.
Enkele uitvoerende taken waarvoor specifieke expertise vereist is, worden best uitbesteed aan spelers op de markt. Dit geldt o.a. voor de registratie van complexe vondstmeldingen (via een raamcontract met één of meer private archeologiebedrijven), het ontwerp en beheer van beveiligingssystemen voor onroerend erfgoed (via een raamcontract bij Facilitair Bedrijf), het beheer van eigen patrimonium (door Facilitair Bedrijf) en het ontwerp en de coördinatie van werken aan beschermd onroerend erfgoed (door restauratie-architecten, restaurateurs,…).
Sommige administratieve taken worden best op Vlaams overheidsniveau geïntegreerd. Zo is het beheer van het secretariaat van de huidige Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed (de vroegere KCML en Expertencommissie) vanaf 01/01/2015 overgeheveld naar de SARO.
De lokale besturen worden aangemoedigd om hun verantwoordelijkheid ten aanzien van onroerend erfgoed op te nemen. Daarom zal het agentschap voor vastgestelde 10
inventarisitems geen adviezen meer verstrekken i.k.v. sloop- en kapvergunningen en functiewijzigingen, noch voor aanvragen voor werken palend aan beschermde monumenten. Het agentschap zal voor die gevallen ook afzien van haar beroepsmogelijkheid tegen de beslissing door de vergunningverlener. De gemeenten kunnen ook zelf instaan voor het inventariseren van onroerend erfgoed en er rechtsgevolgen aan verbinden middels een gemeentelijke verordening.
VEA en VMSW zullen op basis van de digitaal ontsloten vastgestelde inventaris van het onroerend erfgoed zelf nagaan of een project in aanmerking komt voor een afwijking op de EPB-regelgeving of voor de overschrijding van de maximale renovatiekost voor sociale woonprojecten
Regelgeving Met het oog op een efficiëntere dienstverlening stelt het beleidsveld Onroerend Erfgoed volgende aanpassingen aan de bestaande regelgeving voor:
Een uitbreiding van de opdracht van de erkende onroerenderfgoedgemeenten met de bekrachtiging van archeologienota’s
De schrapping van de verplichte aanvraag tot opmaak of tot aanpassing van een beheersplan
Het verplicht maken van een op het beheersplan gebaseerde motivering door de aanvrager voor alle door het beheersplan niet-vrijgestelde toelatingsplichtige handelingen
Daarnaast zijn in de Beleidsnota Onroerend Erfgoed 2014-2019 een aantal onderzoeksprojecten opgenomen die tot doel hebben om het bestaande beschermingsen financieringsinstrumentarium te optimaliseren. Daarvoor zullen ook aanpassingen aan de regelgeving nodig zijn. Het gaat meer in het bijzonder om:
Een onderzoek naar de efficiëntie en effectiviteit van het bestaande premiestelsel
Een onderzoek naar de mogelijkheden van fiscale maatregelen
Een doelmatigheidsanalyse van het overheidsinstrumentarium voor het behoud van het onroerend erfgoed
Het beleidsveld Wonen zal in de komen maanden en jaren werk maken van de vereenvoudiging van de regelgeving, met name:
Eventuele niet-bindende adviezen worden geschrapt wanneer ze geen meerwaarde hebben, zoals het adviseren door Wonen-Vlaanderen van RUP’s en MER of de advisering door VMSW van definitieve ontwerpen van een SHM.
Rapporteringsverplichtingen zijn enkel zinvol als ze gaan over het bereiken van de doelstellingen die de regelgeving beoogt. Samen met actoren zullen we onderzoeken welke data echt noodzakelijk zijn en vervolgens werk maken van een digitaal platform waar SHM’s en SVK’s deze data kunnen plaatsen. 11
We denken hierbij aan regelgeving zoals: o
de procedure voor de planning en de programmatie van sociale woonprojecten;
o
het kaderbesluit sociale huur;
o
de huursubsidiestelsels en de afstemming van de huursubsidies op de huurpremie;
Handhaving en Inspectie Binnen het beleidsveld Ruimtelijke 0rdening komt de bijsturing van de regelgeving omtrent handhaving waarbij de verantwoordelijkheid door de lokale besturen centraal komt te staan omwille van het sluiten van de beleidscyclus en wordt ingezet op sensibilisering en informatisering waardoor regelgeving en curatief optreden verder afgebouwd kan worden Binnen het beleidsveld Onroerend Erfgoed worden er geen beroepen meer ingediend tegen de door een erkende onroerend erfgoedgemeenten verleende toelating voor handelingen aan of in beschermde goederen Binnen het beleidsveld Wonen zal het toezicht op de sociale woonactoren verder worden geoptimaliseerd, met name dat
het basistoezicht op de essentie wordt aangevuld met een periodieke globale doorlichting van elke actor. Dit moet voor elke actor een globale profielschets met een risicoanalyse per toezichtsdomein opleveren die aanleiding kan geven tot een verhoogd toezicht. Omgekeerd zal de afdeling Toezicht terughoudend kunnen optreden tegen actoren die op structurele wijze blijk geven van behoorlijk bestuur en van naleving van de toepasselijke regels.
Vergunningen en erkenningen Binnen het beleidsveld Ruimtelijke Ordening wordt de reeds gerealiseerde 80% afname van in beroepsstelling gevrijwaard na de inwerkingtreding van de omgevingsvergunning Het beleidsveld Onroerend Erfgoed zet in op :
de erkenning van diverse actoren rond onroerend erfgoed en de opvolging ervan, waardoor de efficiëntie van de eigen advies- en toelatingsverlening verhoogd kan worden
kaders en richtlijnen ter ondersteuning van de besluitvorming door de gemeenten
eigen afwegingskaders om tot een meer efficiënte en uniforme advisering te komen
maximale digitalisering van de adviesprocessen in het kader van “Radicaal Digitaal”
afwegingskaders ter ondersteuning van adviezen m.b.t. onroerend erfgoed in het kader van SIGMA, VIP, Complexe projecten, Brownfieldconvenanten en voor adviezen m.b.t. UNESCO-werelderfgoed. 12
Binnen het beleidsveld Wonen worden geen vergunningen verstrekt. De erkenningen van de SHM’s en van de erkende huurdiensten zijn reeds van onbepaalde duur (Wonen-Vlaanderen). Subsidies Binnen het beleidsveld Ruimtelijke Ordening wordt een heroriëntering doorgevoerd van het subsidiestelsel ruimtelijke ordening gericht op de versterking van de bestuurskracht en interbestuurlijk samenspel en op realisatiegerichte en geïntegreerde gebiedsontwikkeling. Het beleidsveld Onroerend Erfgoed voorziet een evaluatie en bijsturing van het bestaande premiestelsel. Het beleidsveld Wonen komt tot 1 geïntegreerd systeem voor de huurpremie en de huursubsidie en voorziet de afbouw van de toekennen van de belastingvermindering voor wie geld leent aan bepaalde personen om te renoveren
E. Verhouding van de kerntakenoefening tot de personeelsbesparingen Het aandeel van het beleidsdomein RWO in de besparing bedraagt 105 van de 1950 koppen en budgettair 10,2 %. De kerntakenoefening van het beleidsdomein heeft een impact op 38,22 VTE van het beleidsveld Wonen en op 57,30 VTE van het beleidsveld Onroerend Erfgoed. Vermits er slechts een beperkte relatie bestaat tussen de verwachte uitstroom die ingezet kan worden voor de besparing en de geïmpacteerde koppen als gevolg van de kerntakenplannen zal er maximaal teruggevallen worden op de uitstroom aan personeelsleden en een grote interne mobiliteit van personeelsleden zelf om deze personeelsbesparing te kunnen realiseren.
13