DOSSIER NUCLEAIRE ERFENIS
ONDERGRONDSE BERGING
Kernafval: wie betaalt de rekening? Waarschijnlijk zet de Belgische regering nog dit jaar het licht op groen voor de definitieve, ondergrondse berging van het kernafval. Kostenplaatje: enkele miljarden euro’s. Daar betaalt de belastingbetaler bijna de helft van. Of de grootste afvalproducent Electrabel de rest zal ophoesten, is nog maar de vraag.
Door Senne STARCKX
Eos 34 034-039 kernafval 1305.indd 34
4/11/13 9:17 AM
T
enzij de regering er alsnog anders over beslist, wordt 2015 een schar nierjaar in de Belgische nucleaire geschiedenis. Dan worden de eerste twee kernreactoren (Doel 1 en Doel 2) stilge legd. Zo staat het in de wet op de kernuitstap van 2003: na veertig jaar moeten commerci ële kernreactoren dicht – al kreeg de reactor Tihange 1 vorige zomer uitzonderlijk tien jaar uitstel. De sluiting van de twee oudste reacto ren in Doel markeert het begin van het einde voor de Belgische atoomstroom. De kern uitstap gaat stapsgewijs door, tot en met de sluiting van Doel 4 en Tihange 1 en 3 in 2025. Tegelijk heeft de Europese Commissie au gustus 2015 als deadline gesteld aan alle lidstaten om hun plannen in te dienen voor het langetermijnbeheer van radioactief afval en bestraalde splijtstoffen. Terwijl landen als Frankrijk, Zweden en Finland hun dossier al min of meer rond hebben, is het in België nog wachten op een principebeslissing over de te volgen richting. Toch heeft België één groot voordeel: als de kernuitstap niet wordt terug gedraaid, komt er vanaf 2025 geen nieuw afval meer bij. We weten dus precies hoeveel afval er in de grond moet, én wanneer al dat afval verzameld zal zijn. Het gaat om afval van de ontmanteling van de kerncentrales, van de verwerking en de behandeling van de bestraalde splijtstoffen, van courant beheer of van historische nucleaire activiteiten. Als er deze eeuw geen Belgische nucleaire renais sance aanbreekt, zullen twee bergingsinstal laties volstaan om de erfenis van zeventig jaar nucleaire activiteit te controleren en definitief te beheren.
In gebouw 136X, op de site van Belgoprocess in Dessel, ligt het kernafval van Electrabel opgeslagen.
Geologische berging Voor het leeuwendeel (zo’n tachtig procent) van het radioactief afval bestaat er al een op lossing. Aan het einde van de rit zal er zowat 70.000 kubieke meter van dit kortlevende, laagactieve A-afval zijn. Het goedje wordt in betonnen monolieten verpakt, die vanaf 2016 in een bovengrondse opslagbunker verdwijnen in de Kempense gemeente Dessel, aan het ka naal Herentals-Bocholt. Daar blijft het afval driehonderd jaar lang onder strikt toezicht. Daarna heeft het het grootste deel van zijn ra dioactiviteit verloren, waarna het kan worden vrijgegeven. De overige twintig procent van het radioactief afval is een ander paar mouwen. Voor het lang levende en middelactieve B-afval en het even eens langlevende en hoogactieve C-afval (zie ‘Drie soorten afval’) volstaat oppervlakteber ging niet. Beide afvalsoorten omvatten stoffen die duizenden tot honderdduizenden jaren ra dioactief blijven. Bovendien is het C-afval ook nog eens hoogactief, wat wil zeggen dat het ge durende tientallen jaren warmte afgeeft.
Eos 35 034-039 kernafval 1305.indd 35
4/11/13 9:17 AM
Een periode van driehonderd jaar is misschien nog enigszins te bevatten. Maar een levens duur voor kernafval van ettelijke honderd duizenden tot zelfs een miljoen jaar gaat het menselijk tijdsbegrip compleet te boven. Voor een definitieve oplossing voor het B- en C-afval moet je de mens dus buiten beschouwing la ten. Er is een oplossing nodig die verzekert dat dit afval eeuwenlang afgezonderd blijft van de mens en van een veranderend leefmilieu. De enige valabele oplossing, aldus een weten schappelijke consensus, is geologische ber ging. Internationaal gezien is dat ook het enige bergingsscenario dat ernstig wordt genomen. Nadat het kernafval bovengronds genoeg is afgekoeld, gaat het naar een ondergrondse ber gingsinstallatie. Als die vol is, wordt ze voor goed van de buitenwereld afgesloten. De mens haalt er zijn handen van af en de formatie (een stabiele geologische laag) die de bergingsin stallatie omvat, neemt het beheer van het ra dioactief afval over – in principe voor altijd. Knopen doorhakken Ook Niras, de Nationale Instelling voor Radio actief Afval en verrijkte Splijtstoffen, is sterke voorstander van geologische berging als oplos sing voor het B- en C-afval in België. In haar ‘Afvalplan’, een lijvig rapport dat ze in sep tember 2011 aan de regering overhandigde, dringt ze aan op een snelle principebeslissing. Niras oefent al lang geduld. De beheerder van het Belgische kernafval doet al sinds de jaren 1970 onderzoek naar geologische berging in de Boomse kleilaag. Die geologische formatie
bestaat uit zachte klei en komt bij Boom, ten zuiden van Antwerpen, aan de oppervlakte. Vanaf daar loopt ze in een dalend profiel naar het noordoosten. Onder het Studiecentrum voor Kernenergie (SCK) in het Kempense Mol ligt de laag op een diepte van 220 meter (met een dikte van 100 meter). Onder het SCK bevindt zich het Hades-labo ratorium, waar al decennialang experimenten worden uitgevoerd om de eigenschappen van de Boomse klei te bestuderen. Niras vindt de tijd rijp om knopen door te hakken. ‘Met een principebeslissing van de regering kunnen we
de keuze van de site, noch van de kleilaag – er is immers nog een andere kandidaat-gast formatie: de Ieperiaanse klei. Toch kunnen we ervan uitgaan dat de installatie zal wor den uitgegraven in de Boomse kleilaag, in de buurt van het huidige onderzoekslab Hades. Drie verticale schachten verbinden de onder grondse bergingsgalerijen met de oppervlakte. Bovengronds komt er nog een ‘verpakkingsfa briek’ voor het B- en C-afval. Het B-afval wordt in beton gegoten en de vaten C-afval gaan per vier in een ‘supercontainer’. Die moet ervoor zorgen dat de warmte die het C-afval produ
Technisch lijkt geologisch berging realiseerbaar. Het kostenplaatje is een ander paar mouwen ons onderzoek naar de geologische bergingsin stallatie verder stroomlijnen’, zegt Philippe La lieux, directeur langetermijnbeheer bij Niras. ‘Een groen licht laat ons toe een gestructureerd meerjarenplan te ontwikkelen dat rond 2050 moet uitmonden in de bouw van de onder grondse bergingsinstallatie.’ Supercontainer In zijn Afvalplan beschrijft Niras een geolo gische bergingsinstallatie bestaande uit ho rizontale galerijen die zijn uitgegraven in een zachte kleilaag (zie tekening). Opmerkelijk: de afvalbeheerder spreekt zich (nog) niet uit over In 2025 gaan alle kerncentrales in België dicht.
ceert de zachte klei niet bereikt. De overblij vende ruimte tussen de betonnen omhulsels, de supercontainers en de wanden van de ber gingsgalerijen wordt ten slotte opgevuld met bentoniet, een waterdichte kleisoort die bij contact met vocht flink opzwelt. De Boomse kleilaag is uitermate geschikt om insijpeling van grondwater te voorkomen, waardoor de bergingsgalerijen duizenden jaren lang gescheiden zullen blijven van het leefmi lieu. De klei is ook erg flexibel en ‘zelfhelend’: bij een eventuele aardschok worden scheurtjes automatisch weer opgevuld. Wat de onderzoe kers in het Hades-lab nog wel zorgen baart, is de hittebestendigheid van de klei. Die gaat bij hoge temperaturen immers bakken, wat de klei omvormt tot een broze, waterdoorlatende laag. Daarom mag de temperatuur aan de buitenkant van elke supercontainer of andere verpakking nooit hoger liggen dan 80 graden Celsius. Wel ke invloed de warmte-absorptie heeft op de zeer lange termijn, wordt momenteel nog onder zocht in het project Praclay (zie ‘De laatste test’). Pragmatische oplossing Op wetenschappelijk-technisch vlak lijkt de keuze van het bergingsconcept (geologische berging) en de gastformatie (zachte klei) evi dent. Daarover zijn zelfs vele tegenstanders van kernenergie het eens. De reden is prag matisch: het radioactief afval is er nu eenmaal en dus moet er een oplossing voor komen. De tijdelijke bovengrondse berging (zoals mo menteel op de site van Belgoprocess in Des sel) permanent maken, is geen optie. Daarmee zadelen we de volgende generaties op met een afvalprobleem dat ze zelf niet hebben veroor zaakt. Ook de definitieve berging ‘met nog enkele decennia’ uitstellen, totdat er nieuwe, revolutionaire technologie beschikbaar is die de levensduur van het kernafval drastisch kan
Eos 36 034-039 kernafval 1305.indd 36
4/11/13 9:17 AM
klei
post-conditioneringsgebouw
betonnen omhulsel
galerijbekleding (beton)
schacht
monolieten
bergingsgalerijen voor C-afval klei
toegangsgalerij supercontainers
opvulmateriaal van cement bergingsgalerijen voor B-afval
metalen oververpakking verglaasd afval
links: In de ondergrondse bergingsinstallatie zal het B- en C-afval worden opgeslagen. Rechts: Het C-afval zit in een ‘supercontainer’ om de afgifte van warmte te voorkomen.
verminderen, getuigt van weinig realiteitszin. De constructie van de ondergrondse bergings installatie zou geen noemenswaardige proble men mogen geven. Bovendien heeft België met zijn (verwachte) keuze voor diepe berging in klei een streepje vóór op landen zoals Finland en Zweden, die in graniet werken. Het uitgra ven van de onderzoeksgalerijen van het Hades lab ging zo vlot dat snelheden werden bereikt tot drie meter per dag. Een nadeel is dat de ga lerijen met betonnen gewelven moeten worden gestut. KostEnplaatJE Een heel ander verhaal is het kostenplaatje van de geologische berging. De totale kostprijs van de bergingsinstallatie, zoals die in het Afval plan van Niras staat vermeld, bedraagt 3,2 mil jard euro – een bedrag dat wellicht zal toene men naarmate de planning vordert. Vanaf het moment dat de eerste spade de grond ingaat, moet dat bedrag in principe beschikbaar zijn.
In het vroegste scenario moet de bergingsin stallatie klaar zijn in 2040, waarna het Bafval kan verhuizen. Het Cafval volgt pas vanaf 2090, als het min of meer is afgekoeld. Over pakweg een eeuw zou de bergingsinstallatie dan definitief dichtgaan. Sinds eind jaren 1990 legt Niras een spaar pot aan om deze kostprijs te kunnen dek ken. Het geld komt van de producenten van kernenergie, die Niras betalen voor het afval dat ze komen overhandigen – conform het principe ‘de vervuiler betaalt’. Eind 2012 be vatte deze spaarpot om en bij de 80 miljoen euro. Dat komt overeen met het langlevend afval dat momenteel in de verschillende ge bouwen van Belgoprocess ligt opgeslagen. Zowel de Belgische staat (voor het histori sche afval), als de grote en de kleine produ centen (zoals respectievelijk Electrabel en de universiteiten), overhandigen op geregelde tijdstippen vaten met B en Cafval aan Ni ras, die het vervolgens stockeert bij Belgopro
cess. Niras hanteert tarieven voor kernafval die verschillen naargelang de aard van het afval en de producent (Electrabel betaalt bij voorbeeld meer dan de kleine producenten). Niras heeft het concept van de geologische berging al een paar keer aangepast aan nieuwe wetenschappelijke en technische inzichten. Toch heeft Synatom, dat voor Electrabel de spaarpot aanlegt voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van de ge bruikte splijstoffen, al die tijd betaald op basis van de tarieven van 2003 – het jaar van de wet op de kernuitstap. Omdat de kosten doorgaans toenemen als een semiwetenschappelijk pro ject evolueert naar een industrieel project, heeft Niras de voorbije tien jaar dus te weinig geld gekregen. JeanPaul Minon, directeurgeneraal van Ni ras, geeft toe dat de huidige regeling weinig bevredigend is. Maar hij stipt wel aan dat Ni ras met terugwerkende kracht extra geld kan eisen van de grote producenten. Minon: ‘Dat
Drie soorten afval Niras, de Belgische beheerder van het kernafval, hanteert drie categorieën : A-afval: bevat radio-elementen (voornamelijk alfastralers) in relatief lage concentraties en met een korte halveringstijd, waardoor het afval aan de oppervlakte geborgen kan worden. Dit afval moet driehonderd jaar van mens en milieu geïsoleerd blijven. B-afval: bevat alfastralers met lange halveringstijd en in concentraties die te groot zijn om in categorie A ingedeeld te worden, maar geeft te weinig warmte af om deel uit te maken van categorie C. Bevat ook wisselende hoeveelheden bèta- en gammastralers. C-afval: bevat grote hoeveelheden bèta- en gammastralers met met korte halveringstijd, alsook grote hoeveelheden alfastralers met lange halveringstijd. Door de hoge activiteit geeft het grootste deel van dit afval veel warmte af. Het afval van categorie B en C moet meer dan driehonderd jaar van mens en milieu geïsoleerd worden. De tijd die nodig is opdat hun activiteitsniveau ten minste met een factor duizend zou afnemen, kan enkele tientallen duizenden jaren bedragen.
Een brok verglaasd C-afval.
Eos 37 034-039 kernafval 1305.indd 37
4/11/13 9:17 AM
Niet tevreden, afval terug? Stel dat wetenschappers in de verre toekomst een veel betere manier vinden om het kernafval te stockeren, kan de ondergrondse bergingsinstallatie dan worden geopend, en kunnen de vaten B- en C-afval eruit gehaald worden? Niras voorziet in haar Afvalplan een mogelijkheid tot terugneembaarheid, nadat de bergingsinstallatie gesloten en eventueel verzegeld werd. Dat moet dan wel gebeuren tijdens de eerste eeuwen na de berging, anders lopen de kosten te hoog op en onstaan er risico’s door de degeneratie van het verpakkingsmateriaal rond het afval. Bovendien zal er een nieuwe ingang moeten worden gegraven, want de verticale schachten worden na de sluiting volgestort met beton. Een definitieve bergingsoplossing sluit immers uit dat de bergingsinstallatie toegankelijk blijft. kan echter alleen in het geval van duidelijk aantoonbare gebreken aan het overhandigde afval, gebreken die tijdens de acceptatie niet zijn opgemerkt. Daarnaast kunnen we een contractuele waarborg eisen als een producent minder afval overhandigt dan hij vooraf heeft aangekondigd. Helaas treedt die waarborg pas in werking op het einde van het contract tussen Niras en de producent. Dat strookt niet met de industriële realiteit, want het geld moet vroe ger beschikbaar zijn dan de afleveringsdatum van het afval. Aanvankelijk, in 2003, was het een goed systeem, maar door de veranderingen op de energiemarkt (Electrabel kwam in 2005 volledig in handen van de Franse energiereus GDF Suez, red.) is een herziening absoluut no dig. We bekijken nu, in samenwerking met de voogdijminister, hoe we tot een betere regeling kunnen komen.’ nuclEair passiEF Niras wil koste wat het kost voorkomen dat het te weinig geld heeft op het moment dat de bouw van de bergingsinstallatie van start kan
gaan. Want dan moet de Belgische staat bij springen en ontstaat er een gigantisch nuclair passief – een nucleaire site waarbij de eige naar zijn verantwoordelijkheid voor opruiming heeft ontlopen. Met dergelijke nucleaire pas siva heeft de staat slechte ervaringen. Elk jaar moet de Belgische belastingbetaler nog zo’n 55 miljoen euro ophoesten voor de ontmante ling van twee nucleaire kerkhoven: de vroegere opwerkingsfabriek Eurochemic, op de site van Belgoprocess in Dessel, en de oude afdeling ‘Afvalbehandeling’ van het Studiecentrum voor Kernenergie in Mol. Het is schrijnend dat de Belgen moeten opdraaien voor de kos ten van deze nucleaire installaties, terwijl de baten grotendeels voor de buitenlandse (lees: Franse) nucleaire industrie zijn, die, op basis van het pilotonderzoek dat in de Eurochemic fabriek in de jaren ’60 en ’70 werd uitgevoerd, bijvoorbeeld een eigen opwerkingsfabriek heeft gebouwd in La Hague in Normandië. Sowieso zal de Belgische belastingbetaler al moeten betalen voor de berging van het his torische B en Cafval dat uit de sanering van
deze twee sites voortvloeit. Volgens cijfers van Niras betekent dit dat 45 procent van de totale kostprijs van de geologische bergings site op conto van de Belgische staat komt. Het verleden indachtig wil Niras vermijden dat de staat ook voor de overige 55 procent mag op draaien. rEcYclEn oF dirEct bErGEn? Momenteel is Niras nog in het ongewisse over wat het precies moet bergen. Sinds 1993 geldt er in België een verbod op de recycling – de ‘opwerking’ – van bestraalde splijtstoffen. Sindsdien wordt de gedeeltelijk opgebrande kernbrandstof opgeslagen in koelinstallaties op de sites van Doel en Tihange. Het is maar de vraag wat Synatom (de rechtmatige eige naar van dit hoogst radioactieve goedje) met deze splijtstoffen zal doen. Voor de berekening van de nucleaire provisies gaat Synatom momenteel uit van het scenario van volledige opwerking. Als het even kan, wil Synatom dus alle bestraalde splijtstoffen die opgeslagen liggen bij de centrales van Doel en Tihange, of die in de toekomst uit de reacto ren zullen worden gehaald, laten opwerken in La Hague. ‘Dit is voor ons het duurste scena rio’, zegt Robert Leclère, gedelegeerd bestuur der van Synatom. ‘Opwerking is een zeer dure technologie. Tegelijk is het een conservatieve aanpak, waardoor we garanderen dat we de werkelijke kosten zeker zullen kunnen dra gen. Het voordeel van opwerking is ook dat de hoeveelheid Cafval drastisch afneemt, want we halen het bruikbare uranium en plutoni um uit de bestraalde splijtstoffen.’
In tihange gaan de bestraalde splijtstoffen in een koelbad.
Eos 38 034-039 kernafval 1305.indd 38
4/11/13 9:17 AM
Vermoedelijk beslist de Belgische regering dit jaar of ze het moratorium voor opwerking opheft of niet. Het kabinet van staatssecre taris voor Energie Melchior Wathelet bekijkt momenteel de pro’s en contra’s. Volgens Luc Barbé, tussen 1999 en 2003 kabinetschef van toenmalig staatssecretaris Olivier Deleuze en een van de architecten van de wet op de ker nuitstap, heeft dat weinig zin. ‘In de jaren ’90 zijn tientallen studies gepubliceerd over opwerking. Die toonden aan dat het een ach terhaalde en milieubelastende technologie is. Dat men dit opnieuw laat onderzoeken, vind ik lachwekkend.’ Volgens Barbé zal een ophef fing van het moratorium bovendien zorgen voor protestacties van de bevolking. Synatom dringt intussen aan op een snelle beslissing. ‘Het heeft geen zin op te werken als de gerecupereerde splijtstof niet meer kan worden gebruikt. Als het moratorium wordt opgeheven, gebeurt dat het best zo snel mo gelijk, want in 2025 gaat de laatste reactor dicht en heeft recycling nog weinig zin.’ Het klopt dat opwerking een erg dure tech nologie is. Maar dit klusje zal – als het mo ratorium voor de bijl gaat – zonder twijfel uitgevoerd worden door het Franse nucleaire concern Areva, dat de opwerkingsfabriek van La Hague beheert. Areva is grotendeels in handen van de Franse staat. Diezelfde Franse staat is ook de grootste aandeelhouder van GDF Suez, de Franse moederonderneming van Electrabel. En Electrabel op zijn beurt be zit nagenoeg alle aandelen van Synatom. ’t Is maar hoe je het bekijkt. Toch schort er ook wat aan de berekening van de nucleaire provisies door Synatom. Zo brengt het de geschatte opbrengst van het plutonium mee in rekening dat tijdens op werking uit de bestraalde splijtstoffen wordt gehaald. Dit terwijl het tegenwoordig, zacht uitgedrukt, niet evident is om een koper te vinden voor plutonium. Jean-Paul Minon (Niras): ‘Het is een illusie om splijtstoffen te willen verkopen in het buitenland. Niemand vraagt erom.’ Toch blijft Synatom aarzelen om z’n berekening aan te passen. Net als Synatom wil ook Niras van de rege ring snel te horen krijgen of het moratorium voor opwerking standhoudt of niet. Dat heeft immers belangrijke gevolgen voor de hoe veelheid en de soorten kernafval die Niras zal moeten bergen. Bij volledige opwerking blijft er in totaal 630 kubieke meter (ver glaasd) C-afval over. Zonder opwerking – de bestraalde splijtstoffen worden dan als C-afval beschouwd – stijgt dat volume naar 4.650 kubieke meter. Philippe Lalieux (Niras): ‘Dan moeten we meer en langere galerijen uitgra ven. De oppervlakte van het terrein waaronder de bergingsinstallatie komt, zou toenemen van 1 naar 2 vierkante kilometer.’
De laatste test Later dit jaar gaat in het ondergrondse laboratorium Hades in Mol het Praclay-experiment van start. Met Praclay willen de onderzoekers het effect bestuderen van de warmte die het C-afval zal afgeven aan de Boomse klei, en dit op een representatieve schaal in tijd en ruimte. Het experiment zal ruim tien jaar duren, in een speciaal daarvoor gegraven onderzoeksgalerij die hermetisch wordt afgesloten – net zoals dat later met de bergingsgalerijen zal gebeuren. Tien jaar lang zullen warmte-elementen voortdurend hitte afgeven aan de klei, waarin talloze sensoren zitten om de reactie van de klei te registreren. Na de verwarmingsfase wordt het experiment ontmanteld en uit de resultaten moet dan blijken of de plannen voor de berging (nog eens) moeten worden aangepast.
Hoezo gescheiden? In de wet op de kernuitstap zijn enkele bepa lingen voorzien die moeten garanderen dat er genoeg geld beschikbaar is op het moment dat de werkzaamheden aan de bergingsinstallatie van start gaan. Daardoor is Electrabel bijvoor beeld verplicht om zijn provisies onder te bren gen bij Synatom, zodat ze juridisch gescheiden zijn van de activa en passiva van Electrabel, en bijvoorbeeld niet techt kunnen komen bij schuldeisers – in een scenario dat Electrabel failliet zou gaan. Die ‘gescheiden status’ is overigens relatief. Synatom is, op één enkel ‘gouden aandeel’ van de Belgische staat na, een volle dochter onderneming van Electrabel. Bovendien heeft Synatom het recht om tot 75 procent van de boekhoudkundige waarde van de provisies terug te lenen aan Electrabel. En dat doet het ook. Zo staat een belangrijk deel van de nucle aire spaarpot die Synatom aanlegt momenteel geparkeerd in een investeringsfonds van GDF Suez in Luxemburg. Dat uitlenen van provisies is wettelijk alleen toegelaten onder strikte voorwaarden, zoals een positieve kredietwaardigheid van Electra bel. Dat houdt de Commissie voor nucleaire voorzieningen in de gaten, een groep verte genwoordigers van de Belgische staat. Helaas heeft deze Commissie een vertroebeld zicht op
het financiële wel en wee van Electrabel, om dat de nucleaire producent sinds 2006 geen geconsolideerde jaarverslagen meer publiceert. Stel: het loopt ooit mis met Electrabel – de hui dige leegloop van klanten blijft aanhouden en GDF Suez trekt er zijn handen vanaf. Wat kan de Belgische regering dan uitvoeren met haar gouden aandeel in Synatom? Kan ze het geld dat al is uitgeleend terugeisen van Electrabel of GDF Suez? ‘De regering kan binnen vier dagen verzet aantekenen tegen elke beslissing van de raad van bestuur van Synatom’, zegt Philippe Lalieux van Niras. Maar beslissingen uit een verder verleden terugdraaien kan niet. Geld dat in Luxemburg geparkeerd staat, maar dat eigenlijk dient om op lange termijn de kernuit stap te betalen, kan dus niet per direct worden teruggehaald – als dat op een dag plots nodig zou zijn. ■ Binnenkort in de reeks Nucleaire erfenis: Eos nr. 6: Wat doet het buitenland? Eos nr. 7/8: Op weg naar de eeuwigheid Dit artikel kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.
Eos 39 034-039 kernafval 1305.indd 39
4/11/13 9:17 AM