Kennisbasis docent godsdienst & levensbeschouwing master
Kennisbasis hbo-masteropleidingen godsdienst & levensbeschouwing | 3
Voorwoord Wat ligt er aan de basis van echte kennis? Ervaring, inzicht, maar vooral ook: samenwerking. Kennis wordt nooit alleen gemaakt. Zo is ook deze Kennisbasis er gekomen. Hierin staat de basiskennis die iedere startbekwame leraar aan het einde van de opleiding minimaal dient te beheersen. Dat begon in 2009 bij de lerarenopleidingen voor het primair en voortgezet onderwijs, voor een groot aantal vakken. Vervolgens zijn de andere lerarenopleidingen aan de slag gegaan om hun eigen kennisbasis te beschrijven. En afgelopen jaar heeft een grote groep docenten van de lerarenopleidingen met veel enthousiasme hard gewerkt aan het beschrijven van deze nieuwe set van kennisbases. Hun concept is weer door inhoudelijke experts (deskundigen per vakgebied) bestudeerd en waar nodig van aanwijzingen voorzien. Met inzet van zoveel betrokken mensen wordt dit eindresultaat breed gedragen. Nu dit product er ligt zullen lerarenopleidingen aan de slag gaan met het gebruik van deze kennisbases in de opleidingen. Al dat werk heeft ook nog iets anders opgeleverd. De auteurs zijn uitgedaagd hun eigen kennis te overzien, te beschrijven en te toetsen aan de expertise van hun collega’s elders in het land. Dat bracht collega’s van diverse instellingen met elkaar in contact. Dat bood gelegenheid om met vakgenoten te discussiëren en daarmee hun eigen expertise aan te scherpen. Hoewel niet in kennisbases uit te drukken mag deze opbrengst beslist niet worden vergeten: ervaring en inzicht groeien zelf ook door samenwerking. Velen uit de sector zijn zo op enigerlei wijze betrokken bij de ontwikkeling en implementatie van de kennisbasis of bij het construeren van de kennistoetsen. Door het harde werk en de grote betrokkenheid van al deze mensen tonen de lerarenopleidingen dat ambitieuze doelstellingen, in combinatie met nauwe samenwerking en kennisuitwisseling, kunnen resulteren in nieuwe kwaliteit: een vaste basis onder goed gedeelde kennis. Een kwaliteitsslag die de nieuwe generatie leraren degelijk zal voorbereiden op hun toekomst als pedagoog, zodat men met recht kan zeggen: Een tien voor de leraar! Ik dank allen die hieraan hebben bijgedragen.
dr. Guusje ter Horst voorzitter HBO-raad
4 | Kennisbasis hbo-masteropleidingen godsdienst & levensbeschouwing
Inhoud 1. Algemene inleiding
6
2. Preambule
10
3. Kennisbasis godsdienst & levensbeschouwing 0. Hermeneutiek
11 12
1. Theologie en godsdienstwetenschappen
12
2. Filosofie
12
4. Esthetiek
12
5. Sociale Wetenschappen
12
6. Godsdienstpedagogiek en vakdidactiek
12
7. De professionele docent
14
8. Onderzoeksmethodologie
14
Kennisbasis hbo-masteropleidingen godsdienst & levensbeschouwing | 5
1. Algemene inleiding Doelen De voorliggende kennisbasis vormt een systematische beschrijving van de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis en vaardigheden waarover studenten beschikken aan het eind van hun hbo-masteropleiding tot bevoegd docent godsdienst & levensbeschouwing in het voorbereidend hoger onderwijs (havo en vwo). Het belangrijkste doel van de kennisbasis is om studenten, lerarenopleiders, verwante opleidingen, het werkveld en de samenleving duidelijkheid te verschaffen over de ‘body of knowledge’. De kennisbasis is verder geschikt als referentiekader voor leerplanontwikkeling, als instrument voor kwaliteitszorg, en desgewenst als inhoudelijk raamwerk voor samenwerking tussen hbo-masteropleidingen.
De algemene inleiding geeft achtergrondinformatie over: t de positionering van de hbo-masteropleidingen leraar vho; t de totstandkoming van de kennisbases binnen het landelijke project Werken aan Kwaliteit (WAK);
t de ijkpunten voor de inhoudelijke keuzes bij de samenstelling van de kennisbases.
Positionering van de hbo-masteropleidingen leraar vho In Nederland bestaan twee routes die leiden naar een bevoegdheid voor het eerstegraads gebied.
t De universitaire route: aansluitend aan het behalen van een Master of Arts/Science volgt een student een eerstegraads opleiding in voltijd. De vakinhoudelijke kennis verwerft de student binnen een wetenschappelijke opleiding. Daarna maakt hij zich (vak)didactische en onderwijskundige kennis eigen tijdens de (meestal eenjarige) universitaire lerarenopleiding.
t De hbo-route: een tweedegraads bevoegde docent volgt, na zijn hbo-bacheloropleiding en meestal na enige jaren werkervaring, een driejarige eerstegraads hbo-masteropleiding in deeltijd. Binnen de hbo-masteropleiding worden vakinhoudelijke, (vak)didactische en onderwijskundige kennis in samenhang verworven. Het geheel van de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis van de student is beschreven in de kennisbases voor de bachelor- en de masteropleidingen. Beide routes leiden tot hetzelfde civiele effect, namelijk een bevoegdheid voor de bovenbouw van het vho (havo en vwo).
Totstandkoming van de kennisbasis hbo-masteropleidingen leraar vho De kennisbases van de hbo-masteropleidingen vormen een onderdeel van het project ‘Werken aan Kwaliteit’ (WAK). Dit project is ontstaan als uitwerking van de ‘Kwaliteitsagenda voor het opleiden van leraren 2008-2011’ van toenmalig staatssecretaris Van Bijsterveldt en valt onder verantwoordelijkheid van de HBO-raad. De uitkomsten van het project zijn daarnaast beïnvloed door beleidsmatige ontwikkelingen, zoals het advies ‘Kwaliteitsborging van het eindniveau van aanstaande leraren’ van de Onderwijsraad en de aanbevelingen voor een toekomstbestendig hoger onderwijs van de commissie Veerman.
6 | Kennisbasis hbo-masteropleidingen godsdienst & levensbeschouwing
De activiteiten in het WAK-deelproject waren erop gericht om in onderlinge samenwerking de kwaliteit van de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis van toekomstige eerstegraadsleraren te versterken. De uitkomsten vormen een gemeenschappelijk kader dat recht doet aan het eigen karakter van hbo-masteropleidingen. Het kader legt een brede, gemeenschappelijke basis vast, maar biedt opleidingen leerplanruimte voor eigen indeling, inkleuring en aanvullingen. Het deelproject ging van start in februari 2010 en heeft kennisbases gerealiseerd voor de volgende schoolvakken:
t Nederlands, Engels, Frans, Duits, Spaans, Fries; t wiskunde, scheikunde, natuurkunde, biologie; t geschiedenis, aardrijkskunde, maatschappijleer, algemene economie, bedrijfseconomie, godsdienst & levensbeschouwing. Alle kennisbases zijn opgezet volgens een gezamenlijke, vaste indeling, die voortbouwt op de indeling van de kennisbases voor de bacheloropleidingen van tweedegraads leraren. Elke kennisbasis benoemt de vakinhoudelijke en vakdidactische domeinen en subdomeinen, licht deze toe, formuleert de bijbehorende indicatoren (eindtermen) voor het masterniveau, en geeft per subdomein voorbeelden van kenmerkende toetsvragen en opdrachten. Elke kennisbasis is samengesteld door een redactieteam bestaande uit lerarenopleiders van alle hogescholen die de betreffende hbo-masteropleiding aanbieden. Een projectleider bewaakte de voortgang en zorgde voor afstemming samen met de voorzitters van de redactieteams en het landelijk overleg van de ADEF-werkgroep hbo-masteropleidingen. Redactieteams hebben een conceptversie van de kennisbasis beschikbaar gesteld voor commentaar door de vakgroepen in de hogescholen. De herziene versie van de kennisbasis is vervolgens ter legitimatie voorgelegd aan een onafhankelijk panel met vertegenwoordigers uit wetenschap, docenten uit het vho en vakverenigingen. De commentaren van de panels zijn verwerkt in de eindversies van de kennisbases. De namen van de leden van het redactieteam en de namen van de leden van het legitimeringspanel staan vermeld bij de kennisbasis. Een geaccordeerd verslag van het gesprek tussen redactieleden en het panel is beschikbaar.
Kaders en bronnen voor de kennisbases Voor een systematische beschrijving van de vakinhoudelijke en vakdidactische kennis en vaardigheden vormt competentie 3 uit de wet Beroepen in het Onderwijs (BiO) het uitgangspunt: de bevoegde leraar vho kan theoretische, methodische en praktische kennis over het schoolvak tijdig en gepast inzetten in beroepspraktijk. De kennisbases geven een overzicht van de vakinhoudelijke en vakdidactische kennisdomeinen in de opleidingen. De gekozen (sub)domeinen weerspiegelen die van de leerinhoud van het vho. Daarnaast bieden ze voldoende aangrijppunten om de ontwikkelingen in de wetenschappelijke discipline een belangrijke plaats te geven in de opleiding. De indicatoren en de voorbeeldvragen en -opdrachten tonen een niveau dat duidelijk uitstijgt boven het niveau van de voorafgaande bacheloropleiding.
Kennisbasis hbo-masteropleidingen godsdienst & levensbeschouwing | 7
1 Een leraar vho begeleidt leerlingen op weg naar hoger onderwijs. Mede daarom is aandacht voor wetenschap en onderzoek belangrijk in een hbo-masteropleiding. De betekenis ervan vormt een kenmerkend onderscheid met de voorafgaande bacheloropleiding. Er is in de kennisbasis voor gekozen het vakgerichte onderzoek niet in een apart domein onder te brengen. Het doen van vakgericht onderzoek kan immers in elk domein tot uitdrukking komen. Het is de verantwoordelijkheid van een opleiding de plaats van vakgericht onderzoek te expliciteren in het eigen leerplan. De keuze om het domein ‘Wetenschappelijke grondslagen en ontwikkelingen’ op te nemen, benadrukt het belang dat de hbo-masteropleidingen hechten aan kennis van en inzichten in de wijze waarop in het eigen vakgebied aan kennisontwikkeling werd en wordt gedaan. Het doen van onderzoek is evenwel geen doel op zichzelf, maar een middel dat studenten in staat stelt ontwikkelingen in de wetenschappelijke wereld ten aanzien van hun vakgebied te duiden en daaraan als leraar vho binnen het schoolvak betekenis te geven. N.B. Onderzoek in de hbo-masteropleidingen is breder dan het terrein van de eigen discipline. Het betreft ook vraagstukken die betrekking hebben op ontwikkeling en duurzame innovatie in de eigen onderwijspraktijk. De hierbij behorende vormen van onderzoek worden aangeduid als praktijkgericht onderzoek en behoren niet direct tot de vak- en vakdidactische kennisbases. De kennisbases van de hbo-masteropleidingen zijn tot stand gekomen onder invloed van een aantal richtinggevende documenten.
t De wet Beroepen in het Onderwijs (BiO) en de beschrijving daarin van de leraar vho, die in staat is om ‘leerlingen te introduceren in de kennis, principes, onderzoekswijzen en toepassingen van de wetenschappelijke discipline(s) waaraan het schoolvak is gerelateerd.’
t De zeven onderwijscompetenties voor de leraar vho, zoals beschreven door de Stichting Beroepskwaliteit Leraren. De competentiebeschrijvingen plaatsen de vakinhoudelijke en vakdidactische domeinen van de kennisbasis in een context van beroepshandelingen.
t De Dublin-descriptoren, die in Europa worden gehanteerd als kwalificaties voor het niveau van onder meer masteropleidingen. De Dublin-descriptoren impliceren onder meer de noodzaak van kennis van onderzoeksmethoden en kennis van de wetenschapsfilosofische achtergronden van het vakgebied.
t De kennisbasis van de voorafgaande bacheloropleiding, die de voorkennis definieert van de instromende studenten in de masteropleiding.
t De eindtermen van het betreffende schoolvak in havo en vwo, die onder meer van invloed zijn op de keuze van domeinen binnen het wetenschappelijk vakgebied.
t De brochure ‘Vakinhoudelijk Masterniveau’ van de Interdisciplinaire Commissie Lerarenopleidingen (ICL), waarin per vakgebied het vakinhoudelijke masterniveau van de universitaire lerarenopleidingen wordt beschreven.
8 | Kennisbasis hbo-masteropleidingen godsdienst & levensbeschouwing
Een leven lang leren De diplomering van de student vormt het eindpunt van de opleiding en een beginpunt van het levenslang verder leren. De Commissie Veerman adviseert om via een ruim aanbod van masteropleidingen een Leven Lang Leren te bevorderen. De masteropleidingen zijn een goed voorbeeld van wat de Commissie voor ogen staat, want zij bieden leraren doorgroeimogelijkheden tijdens hun loopbaan. Op de leraren en op de school als goed werkgever rust vervolgens de verantwoordelijkheid om voort te bouwen aan de professionele ontwikkeling waarvoor de kennisbasis per vakgebied één van de pijlers vormt. Drs. A.W. van der Stouwe Projectleider kennisbasis hbo-masteropleidingen leraar vho
Kennisbasis hbo-masteropleidingen godsdienst & levensbeschouwing | 9
2. Preambule Inleiding kennisbasis hbo-masteropleiding godsdienst & levensbeschouwing Voor u ligt de Kennisbasis voor de HBO-Masteropleiding Leraar Godsdienst/Levensbeschouwing. Deze Kennisbasis is opgesteld door een redactie uit drie verschillende HBO-Masteropleidingen, ondersteund door collega-docenten, zowel van de HBO-opleidingen als uit het werkveld. De Masteropleiding bouwt voort op de Bacheloropleiding. Daarom wordt in deze Kennisbasis de vereiste kennis voor het Bachelordiploma verondersteld en dus niet nogmaals geformuleerd. Het gaat in deze kennisbasis om de minimale kennis die voor het masterniveau vereist is. Opleidingen kunnen uiteraard aanvullend hieraan eigen eisen op het gebied van kennis toevoegen. De vereiste kennis is vooral praktijkgericht en minder academisch-theoretisch. Het gaat om een betere praktijk. Om de opleidingen optimaal de kans te bieden, hun eigen identiteit en hun eigen invulling aan hun Masteropleiding mee te geven, is in deze kennisbasis zoveel als mogelijk afgezien van het noemen van bepaalde visies of daarmee verbonden namen. Indicatief is in de voetnoten een aantal voorbeelden genoemd. Uitgangspunt bij het formuleren van deze kennisbasis is geweest dat de student op Masterniveau niet alleen meer kennis dient te vergaren, maar vooral ook dat de student op een andere wijze met deze kennis weet om te gaan. Is het Bachelorniveau vooral het uitvoerende niveau, op Masterniveau reflecteert de student, stelt metavragen, houdt zich bezig met achterliggende concepten en beleid, en kan de kennis toepassen in complexere situaties. Om die reden is deze Kennisbasis meer dan alleen een aanvulling op de Kennisbasis Bachelor. Er is gekozen voor een eigen insteek. De kennisbasis is ingedeeld in een achttal domeinen, met daaraan voorafgaand het domein hermeneutiek. Voor deze indeling is gekozen, omdat het domein hermeneutiek fundamenteel is voor alle theologische disciplines en er op deze wijze een voor alle vakken goed dekkend geheel ontstaat. Hoewel tegenwoordig gesproken wordt over een multireligieuze samenleving, is de christelijke context historisch gezien de meest bepalende. Op veel scholen waar godsdienst/ levensbeschouwing wordt gegeven, zal dit ook nog gelden. Maar juist vanwege de hedendaagse context is het van groot belang voor een zo open mogelijke benadering te kiezen. Ten slotte kan vanwege de praktijkgerichtheid het beroepsperspectief niet gemist worden. Het is aan de opleidingen zelf deze kennis te toetsen op een wijze die bij een masteropleiding past. In de indicatoren is een tweetal niveaus onderscheiden: gevorderd en expertniveau. Bij wijze van voorbeeld zijn ook enkele toetsvragen toegevoegd. Het is de hoop van de redactie, dat deze Kennisbasis zijn weg mag vinden naar de verschillende opleidingen en een wezenlijke bijdrage zal leveren aan de borging van het kennisniveau van de Master Leraar Godsdienst. Dr. Joke Bruinsma-De Beer Drs. Tuur de Beer Dr. Bertus Nijendijk
10 | Kennisbasis hbo-masteropleidingen godsdienst & levensbeschouwing
3. Kennisbasis godsdienst & levensbeschouwing 0. Hermeneutiek
12
Theologische en filosofische hermeneutiek
12
1. Theologie en godsdienstwetenschappen 1.1
12
Theologische en godsdienstwetenschappelijke thema’s uit bronnen en traditie
12
van diverse religies en levensvisies; 1.2
Theologische en godsdienstwetenschappelijke thema’s uit het geleefde geloof
12
en de ethiek van diverse religies en levensvisies; 1.3
Theologische en godsdienstwetenschappelijke thema’s in relatie tot de context;
12
1.4
Theologische en godsdienstwetenschappelijke thema’s en de organisatie
12
van diverse religies en levensvisies.
2. Filosofie
12
2.1
Filosofie van de religie en culturele antropologie
12
2.2
Wetenschapsfilosofie.
12
3. Ethiek
12
3.1
Stromingen in de meta-ethiek
12
3.2
Descriptieve en normatieve ethiek
12
3.3
Ethiek en religie
12
3.4
Ethiek en toepassingsgebieden
12
4. Esthetiek 4.1
Religieuze en seculiere esthetiek
5. Sociale Wetenschappen
12 12
12
5.1
Godsdienstsociologie
12
5.2
Godsdienstpsychologie
12
6. Godsdienstpedagogiek en vakdidactiek
12
6.1
Godsdienstpedagogische visies
12
6.2
Onderwijskundige visies
12
6.3
Onderwijsmethoden
12
7. De professionele docent
14
7.1
Leiderschap en visieontwikkeling
14
7.2
Beroepsethiek
14
8. Onderzoeksmethodologie
14
8.1
14
Onderzoeksmethoden
Kennisbasis hbo-masteropleidingen godsdienst & levensbeschouwing | 11
3 Domeinen
Subdomeinen
Omschrijvingen/inhouden
Indicatoren masterniveau
Voorbeeldvragen
0. Hermeneutiek
Theologische en filosofische hermeneutiek
Historische en actuele ontwikkelingen binnen de filosofische en theologische hermeneutiek
De student heeft op gevorderd niveau inzicht in de ontwikkelingen binnen de filosofische en theologische hermeneutiek.
De student beantwoordt de volgende tentamenvraag: Toon aan dat het model van corresponderende verhoudingen op meerdere punten sterk is beïnvloed door de hermeneutiek van Gadamer.
1. Theologie en godsdienstwetenschappen
1.1
Modellen over god(en), schepping, de mens, voleinding.
De student heeft op gevorderd niveau inzicht in modellen betreffende god(en), schepping, de mens en voleinding.
De student schrijft een paper over de islamitische kritiek op de overeenkomsten én verschillen zijn tussen de christelijke visie op God als drievuldigheid en de hindoeïstische idee van Trimurti.
1.2 Theologische en godsdienstwetenschappelijke thema’s uit het geleefde geloof en de ethiek van diverse religies en levensvisies;
Narrativiteit, mystiek, rituelen, moreel handelen.
De student heeft op gevorderd niveau inzicht in modellen betreffende narrativiteit, mystiek, rituelen en moreel handelen.
De student houdt voor zijn medestudenten een presentatie over de verschillende wijzen waarop humanisten denken over euthanasie waarin hij deze ook levensbeschouwelijk gaat beoordelen.
1.3 Theologische en godsdienstwetenschappelijke thema’s in relatie tot de context;
Geloof/ religie en samenleving, maatschappijkritische denkers uit diverse religies , genitiefheologieën.
De student heeft op gevorderd niveau inzicht in het maatschappijkritisch denken in diverse religies. De student heeft op gevorderd niveau inzicht in modellen uit de genitieftheologieën.
De student schrijft een recensie voor een vaktijdschrift over de film Vision – Aus dem Leben der Hildegrard von Bingen.
1.4 Theologische en godsdienstwetenschappelijke thema’s en de organisatie van diverse religies en levensvisies.
Georganiseerd geloof/religie, godsdienst als identiteit .
De student heeft op gevorderd niveau inzicht in modellen uit de ecclesiologie. De student heeft op gevorderd niveau inzicht in modellen betreffende levensvisies en hun organisatiewijzen (identiteit)
De student schrijft een essay onder de titel: The Rational Choice Theory of Religion en de on-mogelijkheden van interreligieuze dialoog binnen het onderwijs.
2.1 Filosofie van de religie en culturele antropologie
Fenomenologische en cultureel-antropologische analyse van religie
De student heeft op gevorderd niveau inzicht in diverse filosofische interpretaties betreffende het fenomeen religie.
De student beantwoordt de volgende tentamenvraag: Welke kritiek kun je vanuit het standpunt van Renë Girard geven op de godsdienstfilosofie van James Frazer. Is die kritiek terecht?
2.2 Wetenschapsfilosofie.
Verschillende relevante stromingen en thema’s binnen de wetenschapsfilosofie.
De student heeft op gevorderd niveau inzicht in diverse stromingen en thema’s uit de wetenschapsfilosofie.
De student maakt een werkstuk over de wijze waarop Foucaultiaans denken de godsdienstwetenschap zou kunnen veranderen.
3.1 Stromingen in de meta-ethiek
Naturalisme, cognitivisme.
De student heeft op gevorderd niveau inzicht in diverse stromingen in de meta-ethiek
De student schrijft een paper onder de titel: Het begrip ‘Ethos’ als kritiek op het cognitivisme in de ethiek.
3.2 Descriptieve en normatieve ethiek
Verschillende stromingen in descriptieve en normatieve ethiek.
De student heeft op gevorderd niveau inzicht in diverse stromingen binnen de descriptieve en normatieve ethiek
De student doet verslag van een methodeanalyse van leerlingenmateriaal voor het vak godsdienst/levensbeschouwing met betrekking tot de manier waarop de ethiek van Hume wordt gepresenteerd en geeft daarvan ook een beoordeling.
3.3 Ethiek en religie
Religieuze ethiek – natuurrecht, normativiteit van de bronnen.
De student heeft op gevorderd niveau inzicht in diverse concepten die de relatie tussen ethiek en religie betreffen.
De student schrijft een filosofische kritiek op het begrip ‘theologische ethiek’.
3.4 Ethiek en toepassingsgebieden
Ethische benadering van verschillende belangrijke maatschappelijke thema’s .
De student heeft op gevorderd niveau inzicht in de wijze waarop ethiek gestalte krijgt in diverse toepassingsgebieden.
De student maakt een dossier ‘Media-ethiek’ ten behoeve van docenten godsdienst/levensbeschouwing in de bovenbouw.
4. Esthetiek
4.1 Religieuze en seculiere esthetiek
Beeldende kunst, architectuur, (kerk-) muziek, theater, film, literatuur, cultuurgeschiedenis, esthetica.
De student heeft op gevorderd niveau inzicht in de historische en actuele betekenis van kunst en cultuur in relatie tot religie.
De student houdt voor zijn medestudenten een presentatie over het Heilige in de romans van George Bataille en geeft daarvan ook een waardering.
5. Sociale Wetenschappen
5.1 Godsdienstsociologie
Religieuze, georganiseerde en niet georganiseerde vormen van zingeving; jongerencultuur en zingeving. Religieus en seculier fundamentalisme.
De student heeft op expertniveau inzicht in diverse actuele godsdienstsociologische thema’s in relatie tot jongerencultuur.
De student schrijft een notitie ten behoeve van de sectie en de directie van zijn/haar school over de wijze waarop de bricolagetheorie in de invulling van het schoolvak sturend zou moeten zijn.
5.2 Godsdienstpsychologie
Theorieën over ontwikkelingsfases en crises, levensloop en religie.
De student heeft op expertniveau inzicht in diverse klassieke en actuele godsdienstpsychologische thema’s in relatie tot de beroepspraktijk.
De student schrijft met het oog op de mogelijke aanschaf van een nieuwe lesmethode een godsdienstpsychologische beoordeling van drie verschillende leerwegen.
6. Godsdienstpedagogiek en vakdidactiek
6.1 Godsdienstpedagogische visies
Hedendaags: Nederlandse, Vlaamse, Angelsaksische en Duitse visies Kopstukken uit de geschiedenis van de godsdienstpedagogiek
De student heeft op expertniveau inzicht in diverse godsdienstpedagogische visies.
De student presenteert aan zijn medestudenten een lezing die gehouden zou kunnen worden voor de ouderraad met betrekking tot de ontwikkelingen in het vak en de keuzes die gemaakt zijn op haar/zijn school.
6.2 Onderwijskundige visies
Verschillende theorieën en stromingen in onderwijskundige visies.
De student heeft op expertniveau inzicht in diverse onderwijskundige visies.
De student ontwerpt een format voor vakoverstijgend leren op zijn/haar school vanuit de ideeën van het sociaal-constructivisme.
6.3 Onderwijsmethoden
Courante didactische concepten in binnen- en buitenland Programma’s van Toetsing en Afronding Zelfstandig werken, leren onderzoeken door leerlingen.
De student heeft op expertniveau inzicht in diverse vakdidactische concepten voor het schoolvak godsdienst/levensbeschouwing in de bovenbouw van zowel binnen- als buitenland. Student heeft op expertniveau kennis van toetsing en beoordeling. De student heeft op expertniveau kennis van coachend begeleiden van bovenbouwstudenten.
De student schrijft een kritisch paper over de wenselijkheid van ‘spiritual literacy’ en illustreert dat met voorbeelden uit haar/zijn eigen schoolpraktijk. De student beschrijft de toetsingscriteria voor het PTA voor het examenvak godsdienst/levensbe-schouwing op zijn/haar school. De student schrijft een kadernotitie onder de titel: ’levensbeschouwelijk coachen van 16-jarigen op onze school’.
2. Filosofie
3. Ethiek
Theologische en godsdienstwetenschappelijke thema’s uit bronnen en traditie van diverse religies en levensvisies;
12 | Kennisbasis hbo-masteropleidingen godsdienst & levensbeschouwing
Kennisbasis hbo-masteropleidingen godsdienst & levensbeschouwing | 13
3 Domeinen
Subdomeinen
Omschrijvingen/inhouden
Indicatoren masterniveau
Voorbeeldvragen
7. De professionele docent
7.1 Leiderschap en visieontwikkeling
Beleid en Identiteit: visies op de school, de schoolidentiteit in relatie tot het vak. Theorieën over schoolmanagement en leiderschap.
De student heeft op expertniveau inzicht in diverse thema’s die van belang zijn voor haar/zijn rol als professional in een onderwijsorganisatie. De student heeft op expertniveau inzicht in leiderschap en schoolmanagement.
De student doet een beargumenteerd voorstel ter verbetering van de meetinstrumenten die worden gebruikt bij de beoordeling van de identiteit van haar/zijn school. De student analyseert met behulp van twee verschillende modellen processen in zijn/haar team en doet voorstellen voor de te volgen lijn in dezen.
7.2 Beroepsethiek
Beroepscodes, beroepsprofielen.
De student heeft op expertniveau inzicht in diverse thema’s die van belang zijn binnen de beroepsethiek met name met betrekking tot modellen betreffende beroepscodes en beroepsprofielen.
De student presenteert op kritische wijze aan zijn medestudenten de wijze waarop beroepsprofielen gestalte krijgen in haar/zijn school.
Kwalitatief, kwantitatief onderzoek, actie-onderzoek, relatie met theologie, theorieën over verhouding (theologische) reflectie – evaluatie, strategieën
De student heeft op gevorderd niveau inzicht in diverse stromingen die van belang zijn binnen de onderzoeksmethodologie, met name met betrekking tot modellen betreffende onderzoeksvormen, zoals profielwerkstukken, mede in relatie tot theologie.
De student beantwoordt de volgende tentamenvraag: Wat is de kritiek van Dingemans op de zohegeten ‘empirische theologie’ en in hoeverre deel je deze?
8. Onderzoeks- 8.1 Onderzoeksmethoden methodologie
Redactie Tuur de Beer
Fontys Hogescholen
Joke Bruinsma-De Beer Windesheim Bertus Nijendijk
NHL Hogeschool
Leden legitimeringspanel
14 | Kennisbasis hbo-masteropleidingen godsdienst & levensbeschouwing
N. Jansen
vakgroepleider G/L ROC Landstede Zwolle
drs. T. Visser
beleidsmedewerker Besturenraad, voorzitter VLDG
dr. H. Kuindersma
docent PThU
C.W. Hamers
docent OLV Lyceum Breda
drs. A. Leene
opleidingen Theologie Gereformeerde Hogeschool Zwolle
professor dr. C. Bakker
Universiteit hoofddocent en bijzonder hoogleraar Theologie UU
Kennisbasis hbo-masteropleidingen godsdienst & levensbeschouwing | 15
Colofon Kennisbasis docent godsdienst & levensbeschouwing master Vormgeving Elan Strategie & Creatie, Delft Omslagontwerp Gerbrand van Melle, Auckland www.10voordeleraar.nl © HBO-raad, vereniging van hogescholen 2011/2012
16 | Kennisbasis hbo-masteropleidingen godsdienst & levensbeschouwing