Ken de stad! Samenwerken aan krachtige steden Verslag werkconferentie 11.02.2015
Beeldverslag ‘Ken de stad!’ — terugblik onderzoeksprogramma KKS
Betrokkenen van het eerste uur: Thom de Graaf (Eerste Kamer en Vereniging Hogescholen) en Gerard Schouw (Tweede Kamer)
Hamit Karakus (Platform31)
Ken de stad! Samenwerken aan krachtige steden
De stad heeft regie en politieke prioriteit keihard nodig Op sociaal, cultureel en economisch vlak nemen de betekenis en het belang van de stad de komende jaren alleen maar toe. Dat leidt tot tal van nieuwe vraagstukken. “Bij de volgende kabinetsformatie is nadrukkelijk aan de orde of de stad en de steden weer politieke prioriteit moeten krijgen, inclusief een eigen bewindspersoon. De stad heeft die besluitvorming op het hoogste niveau en gerichte regie namelijk keihard nodig. Ik ben dan ook voor een Grote Stedenbeleid 2.0.” Aldus Thom de Graaf, lid van de Eerste Kamer en voorzitter van de Vereniging Hogescholen tijdens de drukbezochte werkconferentie ‘Ken de stad! Samenwerken aan krachtige steden’. De bijeenkomst, georganiseerd door kennisinstituut Platform31, vormde de afronding van het in 2007 begonnen onderzoeksprogramma ‘Kennis voor Krachtige Steden’. Onder de vlag van VerDuS (Verbinden van Duurzame Steden), een kennisinitiatief van NWO, Platform31 en verschillende ministeries, hebben diverse consortia van universitaire onderzoeksgroepen en stedelijke partijen in totaal circa 60 onderzoeken uitgevoerd. Het programma heeft een schat aan kennis en informatie opgeleverd, waarvan het volgens dagvoorzitter Wim Hafkamp, hoogleraar aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, nog maar de vraag is of die zijn weg naar de stedelijke praktijk zal weten te vinden. Daar zit inderdaad een punt van zorg, erkende algemeen directeur
“Kennis moet gedeeld worden. Onderzoek alleen is onvoldoende.” Hamit Karakus Hamit Karakus van Platform31. “We moeten heel goed kijken naar wat de praktijk eraan heeft. Te veel onderzoeksresultaten blijven ongebruikt in de kast liggen. Dat is jammer.” Dat is ook precies de reden waarom de onderzoeksresultaten van ‘Kennis voor Krachtige Steden’ zijn ontsloten via de digitale publicatie ‘De stad kennen, de stad maken’. Co-auteur Ton Rutjens: “We wilden dat dit programma zou leiden tot kennis van waaruit ook praktische oplossingen kunnen voortkomen. Dat heeft geresulteerd in een levende publicatie, waar mensen naar kunnen kijken, van kunnen
www.kkshetlevendeboek.nl
Ken de stad! Samenwerken aan krachtige steden
leren, maar ook zelf zaken aan kunnen toevoegen. Ik zou dan ook iedereen willen oproepen: ga naar de website www.kkshetlevendeboek.nl, lees de teksten en geef je mening. De kracht van dit boek moet zijn dat iedereen zijn eigen verhaal kan doen.”
Nieuwe vraagstukken In het daarop volgende gesprek met Thom de Graaf en Gerard Schouw, lid van de Tweede Kamer, ging dagvoorzitter Wim Hafkamp op zoek naar een mogelijk politieke en beleidsmatige vertaling van de onderzoeksresultaten. Die moet er zeker komen, zo vinden beiden. De Graaf: “De verstedelijking neemt de komende jaren alleen maar toe, en daardoor ontstaan er allerlei nieuwe vraagstukken. Het leven in de stad wordt intensiever, mede vanwege het feit dat steeds meer mensen zo dicht bij elkaar wonen. De stad is daarmee een politiek thema van de eerste orde geworden.” Volgens Gerard Schouw moet door de politiek in de eerste plaats aandacht worden besteed aan de ruimtelijke structuur in en rond de stad. De stad heeft last van chronisch ruimtegebrek. De vraag is hoe je de stad bestuurlijk en fysiek positioneert ten opzichte van de regio waarin zij zich bevindt. Ten tweede moet wat hem betreft het thema stad zo integraal mogelijk worden benaderd in plaats van sectoraal.
“Te vaak wordt de stad nog sectoraal aangevlogen: of het is veiligheid, of het is arbeidsmarkt, of het is participatie. De coördinatie ontbreekt. Terwijl juist in de stad alles met alles is verbonden. Daarom ben ook ik groot voorstander van een minister voor de steden.”
oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken op de raakvlakken tussen ruimte, wonen, bereikbaarheid, economie en bestuur”. Nieuw is dat de Hogescholen in dit programma een duidelijke positie krijgen, naast de universiteiten. Dat is volgens Thom de Graaf niet alleen hard nodig maar kan ook zeer nuttig zijn.
“De Hogescholen zijn bij uitstek gericht op praktijkgericht en vraaggestuurd onderzoek. Daarmee kunnen zij zichzelf zeer dicht bij de probleemhebbers positioneren, of het nu de gemeentebesturen of de bewoners zijn.” Thom de Graaf
Dat laatste is volgens Gerard Schouw zelfs cruciaal voor het welslagen van SURF. “Het is natuurlijk fantastisch dat je gretige onderzoekers hebt, maar wat we echt nodig hebben zijn leergierige bestuurders en ambtenaren. Wanneer die de problemen van de stad blijven oplossen op de manier zoals ze gewend zijn, slaat al die nieuwe kennis neer op de rotsen. Door ze mee te nemen in de noodzaak van een nieuwe aanpak stel je alle betrokkenen veel beter in staat om buiten het bestaande denkframe te stappen, en actief op te zoek gaan naar vernieuwing.”
Kracht van de combinatie Na een reeks van intensieve tafelgesprekken, waarin de deelnemers met elkaar kwamen te spreken over de aanpak van uiteenlopende problemen in een weerbarstige stedelijke praktijk, sprak Niek Mouter, postdoctoraal onderzoeker aan de TU Delft een column uit.
Gerard Schouw
In het kader van de Agenda Stad, die deze zomer moet verschijnen, brengt de rijksoverheid in kaart wat de steden nodig hebben om optimaal te kunnen functioneren. Op onderzoeksniveau gebeurt dat aan de hand van het nieuwe programma ‘Smart Urban Regions of the Future’ oftewel SURF. Ook hier werken NWO, Platform31, en de ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Infrastructuur en Milieu samen met diverse consortia van wetenschappers en professionals uit de stedelijke en regionale praktijk. En ook hier wordt gezocht naar “slimme
Ken de stad! Samenwerken aan krachtige steden
Hierin pleitte hij voor de inrichting van een kwalitatief normenstelsel voor wetenschappelijk onderzoek, als daarin met de praktijk wordt samengewerkt. Aanleiding is het feit dat veel onderzoek niet door de maatschappelijk meest relevante vragen wordt aangestuurd, maar bijvoorbeeld door de noodzaak om tot een bepaald aantal publicaties te komen. Een normenstelsel, waarvan de naleving vervolgens ook door een procesmanager wordt gecontroleerd, kan de maatschappelijke relevantie van veel onderzoek helpen verhogen, zo luidde de stelling van Mouter.
Beeldverslag — plenair programma
Deelnemers discussiëren verder na afloop van de gesprekstafels
Dagvoorzitter Wim Hafkamp en co-auteur van het levende boek Ton Rutjens in gesprek met de zaal
Ken de stad! Samenwerken aan krachtige steden
Beeldverslag ‘Ken de stad!’ — gesprekstafels over stedelijke vraagstukken
Deelnemers aan de diverse gesprekstafels
Ken de stad! Samenwerken aan krachtige steden
Beeldverslag ‘Ken de stad!’ — afsluitende discussie
Ferdi Licher (BZK), deelnemer Nynke Schaaf (het Instituut voor Kantelaars, Friskijkers en Dwarsdenkers, Geert Teisman (Platform31)
Deelnemer Roeland Kreeft (Companen) aan het woord
Ken de stad! Samenwerken aan krachtige steden
Tot besluit van de werkconferentie sprak Hafkamp met Ferd Crone, voorzitter van het G32 Stedennetwerk en burgemeester van Leeuwarden, Ferdi Licher, programmadirecteur van de Agenda Stad namens het ministerie van BZK en Geert Teisman, wetenschappelijk directeur van Platform31. Wat was hen bijgebleven van de tafelgesprekken, was zijn openingsvraag. Voor Ferdi Licher was dat onder andere de opmerking dat er nog te veel wordt bepaald door een politiek van verdelende rechtvaardigheid. “Een goede relatie met de achterban is dan al snel belangrijker dan de effecten van een maatregel op de kwaliteit van de stad. Daar moeten we ons tegen wapenen.” Ferd Crone op zijn beurt wees op het feit dat Nederland polycentrisch en fragmentarisch is opgebouwd. “Kleine gemeenten hebben dezelfde taken als de grote gemeenten. Terwijl zij een deel daarvan eigenlijk helemaal niet aankunnen.
“Ik zie graag meer onderzoek op wat de schaalvoordelen zijn voor stedelijke regio’s en waar deze het beste kunnen worden geboekt.” Ferd Crone
De G32 doen dat al, vervolgde Crone. “Wij brengen ketenpartners in de stedelijke regio’s met elkaar aan tafel, en dagen ze uit om zelf tot de beste oplossingen te komen voor de problemen in de stad waar zij acteren. De mate waarin zij het vermogen hebben om over de eigen grenzen heen te kijken, is bepalend voor het succes dat wordt geboekt.”
“Bij alle tafels beluisterde ik dat het stedelijk vraagstuk een complexe puzzel is van een groot aantal stukjes. Het probleem is dat iedereen een stukje van de puzzel heeft en ervan overtuigd is dat dát stukje de eigenlijke puzzel is.” Geert Teisman
een groot aantal stukjes. Het probleem is dat iedereen een stukje van de puzzel heeft en ervan overtuigd is dat dát stukje de eigenlijke puzzel is. Iedereen begrijpt op zichzelf dat we iets aan elkaar kunnen hebben, maar onze mentale grenzen zijn zo keihard dat we die niet kunnen overschrijden. Terwijl het juist noodzakelijk is om te accepteren dat je slechts een puzzelstukje hebt en anderen nodig zijn om aan het leggen van de puzzel te kunnen beginnen. Iedereen zou kortom de eigen grenzen moeten openstellen en met elkaar het gesprek aangaan: wat kan jij wat ik niet kan en andersom. Dat is voor mij de essentie van het werken aan de stad: de wetenschap dat de kracht van de combinatie tussen stedelijke partijen de kracht en kwaliteit van de steden bepaalt.”
Meer informatie Agenda Stad: www.agendastad.nl SURF: surf.verdus.nl E-publicatie ‘De stad kennen, de stad maken’: www.kkshetlevendeboek.nl
Samenwerking is ook de kerngedachte achter de Agenda Stad, aldus Licher. Bijvoorbeeld op economisch terrein. “Laten we niet vergeten dat bedrijven en hun medewerkers footloose zijn, en wegtrekken op het moment dat een stad haar problemen niet kan oplossen. Dat kan zelfs leiden tot de keuze voor een ander land. De vanzelfsprekendheid dat bedrijven zich in een Nederlandse stad vestigen, bestaat niet meer. Dat vereist een gezamenlijke aanpak.” Hetzelfde geldt voor een thema als duurzaamheid. “Nederland moet in 2050 energieneutraal zijn. Maar dat kunnen de steden helemaal niet alleen.” Volgens Geert Teisman draait stedelijke excellentie dan ook niet zozeer om integraliteit maar juist om de omarming van de fragmentatie die een stad eigen is. “Bij alle tafels beluisterde ik dat het stedelijk vraagstuk een complexe puzzel is van
Ken de stad! Samenwerken aan krachtige steden
Verslag: Eric Harms Foto’s: Loes Schleedoorn
Beeldverslag ‘Ken de stad!’ — slotdiscussie en presentatie e-publicatie ‘De stad kennen, de stad maken’
Deelnemer Hans Sakkers (gemeente Utrecht) reageert op het plenaire gesprek
Ferdi Licher, Ferd Crone en Hamit Karakus bij de symbolische overhandiging van het levende boek
Ken de stad! Samenwerken aan krachtige steden
Postbus 30833, 2500 GV Den Haag
www.platform31.nl
twitter: @platform31