“KEMPENS KARAKTER” SAMEN WERKEN AAN ERFGOED IN DE KEMPEN
Bijlagen intentienota Stad Herentals Gemeente Lille Gemeente Olen Gemeente Nijlen Gemeente Herenthout Gemeente Grobbendonk Gemeente Vorselaar Najaar 2007
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 1
9. BIJLAGEN 1. Charter “zeven gemeenten werken samen aan erfgoed” 2. Statuten projectvereniging, Raad van Bestuur en gemeenteraadsbesluiten 3. Uittreksels uit cultuurbeleidsplannen en gemeenteraadsbesluiten 4. Verslagen en presentaties 5. Overzicht geschiedenis werkingsgebied 6. Overzicht roerend erfgoed werkingsgebied 7. Overzicht immaterieel erfgoed werkingsgebied 8. Overzicht onroerend bouwkundig erfgoed werkingsgebied 9. Overzicht onroerend landschappelijk erfgoed werkingsgebied 10. Bronnen en publicaties uit werkingsgebied
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 2
9.1. Charter “Zeven gemeenten werken samen aan erfgoed” Zie bijlage: - charter - persartikels
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 3
9.2. Statuten projectvereniging, Raad van Bestuur en gemeenteraadsbesluiten Zie bijlage: - samenstelling Raad van Bestuur - verslag goedkeuring intentienota Raad van Bestuur - statuten ‘Kempens Karakter’ - oprichtingsovereenkomst - uittreksels uit gemeenteraden (goedkeuring statuten)
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 4
BIJLAGE BIJ 9.2: SAMENSTELLING RAAD VAN BESTUUR
Van Peer Alex Ryken Ingrid Raeymaekers Stijn Van Mechelen Ann Engelen Marc Lisette Boeckx Janssens Lieven
meerderheid meerderheid meerderheid meerderheid meerderheid meerderheid meerderheid
Grobbendonk Herentals Herenthout Lille Nijlen Olen Vorselaar
stemrecht stemrecht stemrecht stemrecht stemrecht stemrecht stemrecht
Herman Cambré Kris Peeters Kerkhofs Freddy Keirsmakers Kurt Leo Mertens Bakelants Jos
oppositie oppositie oppositie oppositie oppositie oppositie
Grobbendonk Herentals Herenthout Nijlen Olen Vorselaar
raadgevend raadgevend raadgevend raadgevend raadgevend raadgevend
Ulrik Anthonis Schellens Jos Roger Gabriëls Luyten Luc Marc Luyckx Dens Simon
meerderheid meerderheid meerderheid meerderheid meerderheid meerderheid
Grobbendonk Herentals Herenthout Nijlen Olen Vorselaar
plaatsvervanger Alex Van peer plaatsvervanger Ingrid Ryken plaatsvervanger Stijn Raeymaekers plaatsvervanger Marc Engelen plaatsvervanger Lisette Boeckx plaatsvervanger Lieven Janssens
Gustaaf Dieltjens François Vermeulen Van Dyck Jan Leemans Annick Marc Triolet Mariën Tjén
oppositie oppositie oppositie oppositie oppositie oppositie
Grobbendonk Herentals Herenthout Nijlen Olen Vorselaar
plaatsvervanger Herman Cambré plaatsvervanger Kris Peeters plaatsvervanger Freddy Kerkhofs plaatsvervanger Kurt Keirsmakers plaatsvervanger Witje Mertens plaatsvervanger Jos Bakelants
Cf. besluiten in bijlage
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 5
BIJLAGE BIJ 9.2: VERSLAG GOEDKEURING DOOR RAAD VAN BESTUUR
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 6
BIJLAGE BIJ 9.2: OPRICHTINGSOVEREENKOMST & STATUTEN
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 7
9.3. Uittreksels uit cultuurbeleidsplannen en gemeenteraadsbesluiten Zie bijlage - uittreksels uit cultuurbeleidsplannen (of algemene beleidsprogramma’s) - uittreksels uit de gemeenteraden (goedkeuring plannen)
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 8
9.4. Verslagen en presentaties Zie bijlage (enkel de belangrijkste verslagen) ** Werkgroep volkgebruiken (volkstradities) - Verslag werkgroep volksgebruiken (1ste plenaire bijeenkomst) - Verslag werkgroep volksgebruiken (2de plenaire bijeenkomst) - Verslag werkgroep volksgebruiken (3ste plenaire bijeenkomst) - Verslag werkgroep volksgebruiken (visietekst) ** Werkgroep nijverheden en ambachten (lokaal vakmanschap) - Verslag werkgroep vakmanschap (1ste plenaire bijeenkomst) - Verslag werkgroep vakmanschap (2de plenaire bijeenkomst) - Verslag werkgroep vakmanschap (visietekst) ** Werkgroep landschappelijk erfgoed - Verslag werkgroep landschappelijk erfgoed (1ste plenaire bijeenkomst) - Verslag werkgroep landschappelijk erfgoed (2de plenaire bijeenkomst) ** Presentaties - Powerpoint-presentaties infovergaderingen en plenaire vergaderingen: zie bijlage
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 9
9.5. Overzicht geschiedenis werkingsgebied ** Algemene beschrijving GROBBENDONK Al van in de Middeleeuwen kwamen in Grobbendonk regelmatig toevallige, archeologische vondsten aan het licht; toch is de gemeente niet echt rijk aan prehistorische vindplaatsen: met uitzondering van een Bronstijdgrafveld (1000-700 v.C.) op de Scheidhaag (30 tot 40 urnen N.-Z.-georiënteerd), beperken de archeologica zich tot geïsoleerde vondsten (silexvoorwerpen als pijlpunten, schrapers, lemmers, een bijl, een deel van een dolk …) op diverse plaatsen (Floris Primsstraat, Zandstraat en Bevrijdingsstraat), waardoor het zeer moeilijk is om definitieve conclusies te trekken over de aard en de omvang van lokale prehistorische nederzettingen. Deze vondsten getuigen echter wel van een continuïteit in de bewoning. Talrijke oudheidkundige vondsten uit de Romeinse en de Merovingische periode duiden echter wel op het toenmalige belang van de gemeente. In de jaren 1970 werd een uitgebreide archeologische campagne opgezet met als doel de Gallo-Romeinse nederzetting op het Hoogveld, gelegen ten noorden van het centrum, te onderzoeken: een indrukwekkende geürbaniseerde agglomeratie met tempels en publieke baden, die haar hoogtepunt kende in de tweede eeuw. Een vicus met tempelcomplex in het noorden en een ambachtelijke zone in het oosten, werd ingeplant op een reeds eeuwen bewoond en in cultuur gebracht terrein, 12 tot 20 ha., tussen de huidige Vorselaarsebaan en de Steenbergstraat. Door recente urbanisatie, o. m. de aanleg van de Wijngaard- en de Hoogveldstraat ca. 1965, is echter een deel van de vicus voor verder onderzoek verloren. Deze vicus had waarschijnlijk de functie van administratief, economisch en religieus centrum van de omgeving; verval in de derde eeuw en naderhand mogelijk ingepalmd door een kleine, Frankische landbouwgemeenschap, waarvan de aanwezigheid hier wordt bevestigd door de ontdekking van twee Merovingische grafvelden (onder het kapelletje van Boshoven, ter plaatse van het oude kerkje van Ouwen, cf. Kapelstraat, en tussen de Floris Primsstraat en de Leopoldstraat); het perfect driehoekige dorpsplein wordt aangehaald als bijkomend bewijs. In de Middeleeuwen maakte de heerlijkheid Grobbendonk deel uit van de meierij Zandhoven in het markgraafschap Antwerpen. Tot XVIII wordt de gemeente o. m. geciteerd onder de benaming Ouden, Uden, Ouwen …, vermoedelijk in de betekenis van een oude nederzetting aan een bos of een woud. De bakermat van deze nederzetting was gelegen in het huidige gehucht Boshoven in het noorden van de gemeente. Bij de oprichting van de eerste stenen kerk van Ouwen (Romaanse stijl) in XI-XII aan het Kerkeveld, werden de inmiddels vervallen, Gallo-Romeinse vicusgebouwen als steengroeve gebruikt. Dat dit kerkje zich bevond ter plaatse van vroegere houten kerkjes (opklimmend tot eind VIII-begin IX) en boven een Merovingisch grafveld getuigt opnieuw van een continue bewoning. Op deze plaats bevindt zich thans het “Kapelletje van Boshoven”, cf. Kapelstraat. De heerlijkheid kende in de loop der geschiedenis diverse eigenaars: o. m. het geslacht van Grobbendonk, van Wilre, van Crayenhem, de families Brant, van Jauche, van Mastaing en Schetz; het was Arnold of Aert van Crayenhem die in 1414 de priorij van O.-L.-Vrouw-Ten-Troon stichtte, vanaf 1726 tot het einde van het Ancien Régime eigendom van de familie d’Ursel. De schepenbank, die al bestond vóór 1397 was afhankelijk van Zandhoven. De benaming Grobbendonk duikt pas op vanaf XVII: grobbe betekent water of gracht, een donk daarentegen is een zandige verhevenheid in een moeras of een landtong omgeven door water; Grobbendonk past bijgevolg uitstekend als toponiem bij de plaats waar het oude kasteel van de heren van Grobbendonk zich bevond, nabij de samenvloeiing van de Aa en de Kleine Nete. Ondanks de onmiddellijke nabijheid van de eertijds belangrijke vicus Grobbendonk, kan de aanwezigheid der Romeinen in Bouwel slechts gestaafd worden aan de hand van de in 1771 gevonden gouden Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 10
penningen van Romeinse keizers. Het driehoekige plein op het gehucht Langenheuvel (Dijkstraat, Verbindingsstraat) dat zou kunnen wijzen op een Frankische oorsprong is nog duidelijk zichtbaar, maar werd vanaf XIX b systematisch volgebouwd. Bouwel was eeuwenlang verbonden met de hoofdgemeente Grobbendonk. Zo worden beide gemeenten vlg. sommige literaire bronnen in een charter van 994 of 997 in één woord als “Odlobolo” vermeld. Vanaf 1300 tot 1487 werden beide door één heer bestuurd, o. m. de families van Crayenhem en Brant. Toch blijkt uit de Ferrariskaart (1771-1777) duidelijk dat Bouwel, eertijds vnl. bestaande uit moerassen en vennen, t. o. v. Grobbendonk volledig geïsoleerd lag door natuurlijke barrières: duinen, de Kleine Nete en een uitgestrekt heidegebied, de z. g. “St.-Lambertusheide”. De gemeente werd zelfstandig in 1487. De eerste heer van het onafhankelijke Bouwel was Huybrecht Brant, die enkele jaren nadien een kasteel oprichtte dat als “praetorium van Bouwel” de geschiedenis zou ingaan; in de loop van XVII achtereenvolgens in handen van de families Damant, van Varick, Biel, Schotti en van Roosendael, in XVIII was de heerlijkheid eigendom van de families de Witte, de Heuvel en Bosschaert. De fusie van 1977 herstelde de eeuwenlange verbondenheid tussen Grobbendonk en Bouwel.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 11
HERENTALS Herentals, historische hoofdstad van de Kempen De eerste stichtingskern van de oorspronkelijke stad Herentals is ontstaan in de 11de en 12de eeuw rond de villa van de reguliere Kanunnikessen van Bergen (Henegouwen). Rond de halfhoge akkers ontstond een landbouwgemeenschap nabij de huidige plaats van de Sint-Waldetrudiskerk. Door de heropbloei van de handel in West-Europa ontstond er in de 12de eeuw geleidelijk ook een nederzetting van handelaars en kooplieden aan de Nete, in het noorden van de stad. Omdat de belangen van deze twee gemeenschappen voor conflicten zorgden, greep Hendrik I, hertog van Brabant in en stichtte in oktober 1209 de stad Herentals. De verheffing van Herentals tot stad gaf aan het opkomend stedelijk leven een nieuwe impuls. De ontwikkeling van de nieuwe stad was in het noorden veel sterker dan in het zuiden. Treffende aanwijzingen hiervan zijn de oprichting van het Gasthuis (vóór 1253) en het oude Begijnhof (vóór 1266) aan de Nete. De stad kreeg de mogelijkheid om zich te beschermen met wallen en poorten. Op economisch vlak moet Herentals een niet onaanzienlijke positie bekleed hebben in het hertogdom. De middeleeuwse welvaart van Herentals staat in zeer nauw verband met de bloei van de plaatselijke lakennijverheid. Tijdens de periode van hoogconjunctuur in de tweede helft van de 14de eeuw, bestreken de Herentalse lakenhandelaars een afzetgebied dat zich uitstrekte over een groot deel van Europa. De politieke invloed en de culturele betekenis van Herentals liepen parallel met zijn economische machtspositie. De meest markante uiting van politiek prestige kwam ongetwijfeld tot uiting toen Herentals in 1356 tot hoofdplaats van het markgraafschap werd gepromoveerd, ter vervanging van Antwerpen, dat voor vijftig jaar naar het graafschap Vlaanderen werd overgeheveld. In de 15de eeuw kwamen in Herentals twee nieuwe kloosterstichtingen tot stand. In 1410 werd het Besloten Hof gesticht en na de oprichting van de kruisweg van Kruisberg (1461) kwam spoedig een Minderbroedersklooster (1472) tot stand. Indrukwekkende merktekens van de Herentalse rijkdom uit deze glorierijke dagen zijn de twee resterende stadspoorten - de Bovenpoort en de Zandpoort -, de SintWaldetrudiskerk (15de eeuw) en de Lakenhal (15de eeuw), dat later ingericht werd als stadhuis. In de 16de eeuw kende deze bloei een terugval door de internationale concurrentie in de uitvoer van linnen. Hiermee daalde ook het bevolkingscijfer. De periode daarna wordt gekenmerkt door oorlogen, ziekten, branden en overstromingen. Ondanks de economische en demografische achteruitgang bleef Herentals, door zijn gunstige ligging, toch nog een ‘centrum’ in de ware betekenis van het woord voor een aanzienlijk aantal Kempische dorpen. Tot aan het einde van het Ancien Régime was Herentals immers een administratieve, juridische, kerkelijke en culturele ‘hoofdstad’ voor een respectabel aantal Kempische dorpen, zodat het ‘stadsleven’ er nooit verdwenen is. In de 19de eeuw volgt een herstelfase. Enkele belangrijke middelgrote bedrijven (twee lakenfabrieken en ijzernijverheid) kwamen zich in Herentals vestigen. De diamantnijverheid kende een tijdelijke bloei. Op het einde van de 19de eeuw werd ook de eerste schoenfabriek opgericht. Dit was de start van de bloei van de Herentalse schoennijverheid, die tot bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zou duren. Heel de 19de eeuw door heeft Herentals de rol van een regionaal centrum, zowel administratief, sociaal als economisch, vervuld voor een streek die hoofdzakelijk van de landbouw leefde. De kleine middenstand van winkeliers en zelfstandigen heeft zich dan ook ingespannen om deze centrale rol van Herentals verder uit te breiden. De gunstige centrale ligging van de stad moest haar wel tot het verkeersknooppunt van de nieuwe steen-, spoor- en waterwegen maken. Dit kwam natuurlijk de verdere uitbouw van de centraal-verzorgende functies van het oude middeleeuwse stadje ten goede. Deze functies werden in de 20ste eeuw, vooral dan na de Tweede Wereldoorlog, andermaal geïntensiveerd. Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 12
Aan het begin van de 20ste eeuw verdubbelt de bevolking in 40 jaar tijd. De bloei en de groei blijft echter beperkt, waardoor Herentals economisch en demografisch wordt overgroeid door Mol en Geel. De laatste 50 jaar is er een losse expansie waarneembaar met nieuwe uitbreidingszones langs de invalswegen, waardoor er een vervaging ontstaat tussen de stad en het platte land. Herentals is ondertussen ook uitgegroeid tot een stad die meer dan 7000 leerlingen telt. Noorderwijk De oude geschiedenis van Noorderwijk en de betekenis van de naam Reeds in 1678 schreef J. Leroy terecht: Noorderwijck antiquus est locus. Dit dorp heeft inderdaad een oude geschiedenis. Archeologische vondsten aan de Hoogton zouden kunnen wijzen op de Romeinse of Merovingische oorsprong van het dorp. De eigenlijke geschiedenis van deze lokaliteit vangt aan in de 10de eeuw. In 974, toen Noorderwijk voor het eerst in de archivalia vermeld werd, moet deze plaats al enige betekenis hebben gehad vermits zij een kerk bezat. Uit de akte van 974, die twee jaar later door een andere bekrachtigd werd, blijkt dat keizer Otto II Northrewic terugschonk aan de St.-Baafsabdij te Gent, haar vroegere bezitster. Deze oude relatie tot de St.-Baafsabdij, die zelf ca. 630 door de H. Amandus was gesticht, verklaart waarom de H. Bavo tot patroonheilige van de kerk in Nooderwijk werd gekozen. De naam Noorderwijk (in 974 en 976 geschreven als Northrewic; in 1272 als Nordewyck) bestaat uit twee elementen en de etymologische verklaring ervan levert geen grote problemen op. Het grondelement (wijk) is zonder twijfel een afleiding van het Latijnse woord vicus dat in de toponymie tamelijk vroeg voorkomt met de betekenis van dorp, terwijl het eerst lid (Nooder) het bijvoeglijk naamwoord is. Noorderwijk betekent dus dorp in het Noorden. Mogelijk verwijst deze naam naar een oude rechtsindeling. Enkele aspecten van het Noorderwijkse gemeenschapsleven door de eeuwen heen De heren van Noorderwijk Sedert het begin van de 13de eeuw was de heerlijkheid Noorderwijk eigendom van de familie Berthout. Eind 13de begin 14de eeuw heeft Hendrik III Berthout Noorderwijk aan zijn opperleenheer te Mechelen opnieuw moeten afstaan, want in de 14de eeuw was Mathilde van Gelderland, gravin van Kleef en vrouw van Mechelen in het bezit van Noorderwijk. In 1370 gaf zij Noorderwijk in leen aan ridder Jan van Lier en sindsdien werd de heerlijkheid nooit meer verkocht, maar ging steeds bij erfenis of huwelijk over op een familielid. De familie van Lier behield de heerlijkheid tot in het begin van 16de eeuw. Door huwelijjk ging de heerlijkheid Noorderwijk vervolgens over in handen van de families de Plaines (begin 16de eeuw), van Busleyden (1613 – 1663) en van Tiras (1663). Frans Robrecht van Tiras, heer van Noorderwijk, maakte ongeveer al zijn bezittingen in 1663 bij testament over aan zijn familielid Jan-Frans (sinds 1677: baron) de T’Serclaes (°Brussel 3 september 1637 – Noorderwijk, 1 februari 1695). De weduwe van Gregorius van Tiras, die reeds vroeger pogingen had aangewend om de heerlijkheid Noorderwijk te verwerven, spande een proces in om de erfenis. Jan Frans de T’Serclaes moest daarom een tiental jaren procederen vooraleer de heerlijkheid op zijn naam verheven werd. Augustijn T’Serclaes (Nooderwijk 7 februari 1764 – Noorderwijk, 7 oktober 1811) was de laatste heer van Noorderwijk. De parochiale geestelijkheid Het recht om de pastoor te benoemen (het patronaatsrecht) was in Noorderwijk niet in het bezit van de plaatselijke heer; ten laatste sedert de herinrichting van de bisdommen in de Nederlanden (1559) was het in handen van de bisschop van Antwerpen. Jan de Wale is de oudste pastoor van Noorderwijk die met naam gekend is. Zijn naam wordt voor het eerst in de documenten vermeld in 1365. In het midden van de 15de eeuw moet de St.-Bavoparochie relatief belangrijk zijn geweest omdat zij minstens sedert 1443 een onderpastoor bezat. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog moest Noorderwijk het meestal zonder onderpastoor stellen en gedurende de laatste decennia van de 16de eeuw resideerde er zelfs geen pastoor meer. In het begin van de 17de eeuw werd echter de toestand genormaliseerd zodat Noorderwijk opnieuw over een eigen parochieherder kon beschikken. Sedert 1653, naar aanleiding van de opkomst van het Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 13
bedevaartsoord van Onze-Lieve-Vrouw op ’t Zand werd opnieuw een onderpastoor voor Noorderwijk benoemd en zijn inkomsten geregeld. Het bestuurlijk - rechterlijk apparaat De oudste sporen van een Noorderwijkse schepenbank gaan terug tot 1439 maar toen was zij reeds geruime tijd bedrijvig; wanneer deze dorpsschepenbank precies werd opgericht is niet geweten. Vermoedelijk verkreeg zij, naar analogie met de andere Brabantse dorpen, reeds in de loop van de 13de eeuw van de hertog lage rechtspraak en enige tijd later ook middelen en hoge rechtsprraak. Vanaf het laatste kwart van de 13de eeuw begon immers de hertog van Brabant de alta justitia aan de dorpsschepenbanken toe te kennen en in de 14de, 15de en 16de eeuw veralgemeende hij deze maatregel. De jurisdictie van de Noorderwijkse schepenbank was echter in tweeërlei opzichten beperkt. Eerstens was de Herentalse vierschaar bevoegd om te oordelen over zware misdrijven, gepleegd door inwoners uit een aanzienlijk aantal Kempische vrijheden en dorpen (waaronder Morkhoven en Noorderwijk. Ten tweede werden de poorters en ingezetenen van Herentals onttrokken aan de rechtspraak van de schepenen van Noorderwijk wanneer eerstgenoemden op het grondgebied van Noorderwijk een misdrijf hadden gepleegd. In zo’n geval dienden deze Herentalsenaars naar de stad gebracht te worden ten einde er door hun eigen schepenen gevonnist te worden. Dit voorrecht was niet alleen van toepassing met betrekking tot Noorderwijk maar betrof alle dorpen en vrijheden binnen een cirkel met en straal van drie mijl met Herentals als middelpunt en ook nog een aantal lokaliteiten die verder van de stad gelegen waren. Tenslotte ontsnapten ook de inwoners van de grote Brabantse steden (Leuven, Antwerpen en Brussel) in de praktijk aan de rechtspraak van gelijk welke dorpsschepenbank wanneer zij binnen haar territorium een misdrijf hadden gepleegd. De zeven dorpsschepenen van Noorderwijk werden aanvankelijk benoemd en beëdigd door de heer van Noorderwijk maar in de loop van de 16de eeuw kwam hierin een wijziging doordat het tijdelijk tot een soort fusie kwam met het cijns- of laathof van de abt van Tongerlo. In 1343 had de abt van Tongerlo de heerlijke rechten die hoofdzakelijk bestonden uit cijnzen en pontpenningen met betrekking tot circa één derde van het Nooderwijkse territorium, afgekocht van de weduwe en de kinderen van Geeraard Paaps. Ten laatste sedert de 16de eeuw bezat de abdij van Tongerlo ook een molen te Noorderwijk. Sinds 1343 was de abt van Tongerlo dus ook heer over een niet onaanzienlijk deel van Noorderwijk geworden en weldra richtte hij een eigen laatbank in zo hij die al niet overnam van de vroegere feodale heersers. In 1359 bevestigen Johanna van Brabant en Wenceslas van Luxemburg de vrijdom van Tongerlo’s mannen en laten in Noorderwijk. Omstreeks het midden van de 16de eeuw verdween tijdelijk de laatbank van Tongerlo. De belangen van de abdij werden toen behartigd door twee schepenen van Noorderwijk die door de abt van Tongerlo beëdigd werden. Al naar gelang zaken van de abt van Tongerlo of van de heer van Noorderwijk behandeld werden, fungeerde hun respectieve meier als voorzitter van de dorpsrechtbank. Deze situatie bevredigde de heer van Noorderwijk echter niet en tijdens het derde kwart van de 17de eeuw rees in verband met deze situatie een proces tussen Jan van Tiras en zijn echtgenote Margaretha van Busleyden enerzijds en de abt van Tongerlo anderzijds. Volgens het vonnis van 15 maart 1662 werd het recht om de zeven schepenen in Noorderwijk te aanvaarden, uitsluitend toegekend aan de heer van Noorderwijk, terwijl de abt van Tongerlo nog twee schepenen door een eed van trouw aan zich mocht binden. Aangezien de abt van Tongerlo vond dat zijn belangen door deze regeling niet voldoende werden veilig gesteld, verzocht hij de Raad van Brabant om in Noorderwijk opnieuw een eigen laathof te mogen oprichten. De hoogste rechtsinstantie van het hertogdom Brabant verleende aan deze vraag op 8 juli 1662 een gunstig gevolg. Prompt installeerde de abt van Tongerlo opnieuw een eigen laathof dat veertien jaar ongemoeid kon functioneren. In 1676 protesteerde de nieuwe heer van Nooderwijk, Jan Frans T’Serclaes, tegen deze gang van zaken. Op 16 maart 1684 werd uiteindelijk alles in der minne geregeld. De abij mocht haar eigen laatbank behouden maar van de zeven laten mochten er slechts drie onder de heerlijkheid van Noorderwijk worden gekozen. Tussen de functie van laat van Tongerlo en deze van schepen, kerk- of Heilige-Geestmeester van Noorderwijk zou er onverenigbaarheid bestaan. De eindvonnissen van de laatbank moesten echter door Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 14
twee dorpsschepenen van Noorderwijk beraamd en uitgesproken worden. Tenslotte werd in 1684 overeengekomen dat de kerkgeboden door de vorster of de meier van de heer van Noorderwijk behoorden afgekondigd te worden. Tot in het midden van de 15de eeuw blijken de dorpsschepenen van Noorderwijk hun eigen schepenakten niet te hebben gezegeld. Dit blijkt uit een oorkonde van 6 december 1443 waarbij Jan van Lier, de heer van Nooderwijk, een rente van zes sisters rogge aan het gasthuis van Herentals schonk. De akte werd bezegeld door de schepen van de bijvang van Lier want wy scepenen van Noorderwyck voirss(chreven) niet gewoenlyc en syn te segelen. De Noorderwijkse schepenen lieten hun akten door de schepenbank van de bijvang van Lier zegelen omdat zij bij deze instantie hun zgn. hoofdvonnissen gingen halen. Daar de hoofdbank van de Lierse bijvang uitsluitend bevoegd was in laag gerecht d.w.z. grondrecht, erven en onterven, konden de schepenen van Noorderwijk voor criminele aangelegenheden d.w.z. keuren en breuken in Lier niet in beroep gaan. Voor appel in laatstgenoemde materie was de hoofdbank van Zandhoven bevoegd. Van circa 1329 tot aan het einde van het Ancien Régime heeft de hoofdbank van Zandhoven als belangrijkste hoofdbank van de dorpsschepenbanken van de Antwerpse Kempen gefungeerd. In de vroegste periode van haar bestaan (13de eeuw) ging de Noorderwijkse schepenbank in hoogdinge bij de hoogdbank van Befferen in het land van Mechelen. Deze rechtstoestand sproot voort uit het feit dat de familie Berthout in de 13de eeuw heer was over Noorderwijk. Het is wel eigenaardig dat bij de codificatie van de costuimen in de 16de eeuw Noorderwijk nog steeds vermeld wordt bij de dorpen waaraan de hoofdbank van Befferen appelatie en leringe verstrekt. Of deze situatie ooit tot een reëel conflict heeft geleid tussen de hoofdbank van Befferen enerzijds en de hoofdbank van Zandhoven en de bijvang van Lier, waarbij de Noorderwijkse schepenen toch voor 1443 in hoogdinge gingen, is niet geweten. Bij het begin van de 17de eeuw gingen de Noorderwijkse schepenen hun akten zelf zegelen. Zij gebruikten hiertoe het zegel van hun parochiekerk. Op dit zegel stond het schild van van Tiras waarop een gekroonde vis in rechterschuinbalk, begeleid door twee sporen, voorkomt. Het randschrift luidde: S. BAVO. IN. NOORDERWYCK. Dit is het oudste zegel dat van Noorderwijk bekend is. Sedert 1662 gebruikten zij het nieuw kerkzegel, geblazoeneerd met het familiewapen van T’Serclaes. De familie T’Serclaes voerde een schild van keel met zilveren leeuw, geklauwd, getongd en gekroond van goud (d.i. van het Brussels geslacht Sleeuws) beladen met het gouden wapenschildje met geschaakt schildhoofd van zilver en van sabel (van Bijgaarden), getopt met een baronnenmuts en overtopt door een uitkomende Sint-Baafs van zilver met pelgrimskleed en muts en in iedere hand een banier met het wapen van het schild. Tijdens het Ancien Régime bezat Noorderwijk geen eigen schepenhuis en nog tijdens de eerste decennia van de 19de eeuw vonden de vergaderingen van de gemeenteraad plaats in eene kamer vanden burgemeester. De aanbesteding van het (oud) gemeentehuis vond plaats in 1835 en in 1836 was dit gebouw voltooid. Sociaal - economisch leven Maatschappelijk gezien was de Noorderwijkse bevolking tot bij de aanvang van de 20ste eeuw nagenoeg uitsluitend economisch actief in de agrarische sector en zelf nog tot de Tweede Wereldoorlog hield het grootste gedeelte van de bevolking zich met de landbouw bezig. Na de Twee Wereldoorlog verloor Noorderwijk wegens de omschakeling van de landbouw, die zich reeds tussen de twee wereldoorlogen had ingezet, en door de industrialisatie van de Antwerpse Kempen nog meer intensief was geworden, betrekkelijk snel zijn agrarisch uitzicht. Het evolueerde van een typisch landbouwdorp tot een typische forensengemeente. Ten gevolge van een grote natuurlijke bevolkingsaangroei en de betrekkelijk omvangrijke immigratie van jonge forensengezinnen, die in het landelijke dorp goedkope bouwgronden hadden gevonden, kwam dit metamorfoseproces overigens nog in een stroomversnelling terecht. Noorderwijk, dat tijdens het Ancien Régime nooit meer dan duizend inwoners telde en pas in 1948 voor het eerst in zijn geschiedenis de kaap der tweeduizend overschreed, verdubbelde tijdens de periode 1945-1976 door dit demografisch accres bijna zijn bevolking. Op het ogenblik van de fusie met de stad Herentals op 31 december 1976 bedroeg de bevolking in Noorderwijk 3609 zielen.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 15
De relatie Noorderwijk – Herentals Zoals zovele andere Kempische dorpen was Nooderwijk, sinds het ontstaan van de stad Herentals, in bestuurlijk, kerkelijk, cultureel en vooral economisch opzicht afgestemd op de centraalverzorgende functies van de historische hoofdstad van de Kempen. Kenmerkend bv. voor de nauwe culturele banden die er tussen Herentals en Noorderwijk bestonden is het feit dat twee van de beroemdste schrijvers die Noorderwijk onder zijn zonen heeft geteld, in Herentals aan het college hebben gestudeerd en zich met de geschiedenis van Herentals hebben onledig gehouden. Zowel de geleerde Tongerlose abdijarchivaris Adriaan Heylen (geboren als Frans Heylen in Noorderwijk op 6 augustus 1745 en overleden in Rome op 4 mei 1802) als de olijke letterkundige Servaas Daems (geboren in Noorderwijk op 6 juni 1838 en gestorven in Tongerlo op 30 juli 1903) hebben tussen vele andere bezigheden door het plan opgevat om een stadsgeschiedenis van Herentals te schrijven en hiervoor navorsingen verricht of geplubliceerd. Een belangrijk deel van het literair werk van Servaas Daems, waaronder Voor twee Vaders, Uit het leven der Paulelijke Zouaven (1868) en De Kruiwagens (1869) werden vooraf in wekelijkse afleveringen in Het Kempenland gepubliceerd en nadien door de Herentalse uitgeverij van V.J. Du Moulin in boekvorm op de markt gebracht. Morkhoven De oudste geschiedenis van de parochie Morkhoven en de betekenis van de naam Over de oudste geschiedenis van Morkhoven is zo goed als niets bekend. De naam ‘Morkhoven’ duikt voor het eerst in de archiefstukken op in 1286. Toen werd het tussen de dorpen van het land van geel vermeld in een akte waardoor Willem van Henegouw, de bisschop van Kamerijk, de stichting van het gasthuis te Geel door Hendrik III Berthout, heer van Geel, goedkeurde. Volgens de wilsbeschikking van de stichter mochten alleen inwoners van de dorpen die tot het land van Geel behoorden, opgenomen worden in dat gasthuis. De naam ‘Morkhoven’ bestaat uit twee elementen: ‘Mork’ en ‘hoven’. ‘Mork’ beantwoordt aan het Middelhoogduitse Murc, wat ‘moerassige, natte, lage streek’ betekent en ook als adjectief bestond. De geografische-hydrografische situatie van Morkhoven, dat voor het grootste deel merkelijk lager gelegen is dan Noorderwijk, werkte ongetwijfeld deze naamgeving in de hand. Het is daarenboven opvallende dat talrijke plaatsnamen te Morkhoven naar een natte plaats verwijzen: Broekhoven (1356), de Dijken (1826), de Doolaag (1442), het Elsbroek (1394), Gaarsbroek (1446), Goorstraat (ca. 1450), het Poeieleinde (1484), Rot (1394), Vennekens (1707), Zegdijken (1897). Het tweede element, hoven, is de datief meervoud van het Middelnederlandse hove (Oudsaksisch: hova, Oudhoogduits: huoba). Uit diverse dertiende-eeuwse teksten die Floris Prims verzameld heeft, blijkt dat het woord hova toen de volgende betekenissen moet hebben gehad: 1. Een uitgestrekt stuk grond dat een cultuureenheid kon uitmaken. De oppervlakte ervan bedroeg 10 tot 12 bunders en hield waarschijnlijk verband met de kwaliteit van de gronden en de bestaansmogelijkheid die zij boden; 2. De landbouwontginning zelf die op zulke uitgestrektheid gronden ontstaan is. Morkhoven zou dus niets anders betekenen dan: ‘moerassige, laaggelegen uitgestrektheid gronds’ of ‘natte laaggelegen landbouwontginning’. Volgens Prims zou een hova op een nieuwe of jongere ontginning duiden. In een oud Frankisch dorp lag een hova niet in het dorpscentrum. Oorspronkelijk was er van bebouwing of bewoning van deze gronden geen sprake, maar geleidelijk ontstonden op het gebied van de landbouwuitbatingen woningen. Daaruit konden dan later gehuchten ontstaan, en voor Morkhoven zelfs, minstens sedert de veertiende eeuw, een zelfstandige parochie. Het recht om de pastoor te benoemen hoorde toe aan de bezitter van de heerlijkheid die er de hoge en middelbare rechtspraak uitoefende. Van de veertiende eeuw af tot 1561, toen Morkhoven aan Jan van der Meeren stadthoudere van den leenen des lands van Mechelen werd verkocht, vormde deze lokaliteit samen met Noorderwijk één heerlijkheid. Al die tijd waren Morkhoven en Noorderwijk één innige administratief-juridische identiteit. Zo Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 16
werden Morkhoven en Noorderwijk in de vijftiende en zestiende eeuw bij de Brabantse haardtellingen, bij de diverse belastingen en andere lasten door de centrale overheid opgelegd als de verplichte leveringen aan het Herentalse garnizoen of het onderhoud aan de Herentalse stadswallen, als één geheel aangezien. Het dorp Morkhoven ontwikkelt zich tot een autonome gemeenschap Het bestuurlijk – rechterlijk apparaat Sinds de afscheiding van Noorderwijk in 1561 begon Morkhoven zich geleidelijk tot een eigen gemeenschap te ontwikkelen. Belangrijke schakels in deze evolutie waren het verkrijgen van een eigen bestuursadministratief apparaat: de drossaard (ook vaak meier genoemd) en zeven schepenen, de burgemeesters en de collecteurs (in elk geval vanaf 1600 - 1610), de verheffing van Morkhoven tot graafschap (1624), de vastlegging van de grenzen met Noorderwijk (1662) en de oprichting van een wapengilde Sint-Sebastiaan (begin 17de eeuw). Aan het hoofd van het dorp stonden de drossaard en zeven schepenen. De drossaard werd door de heer (sedert 1624: de graaf van Morkhoven) benoemd. Inzake het benoemden van de schepenen had de bezitter van de heerlijkheid het laatste woord. De zeven schepenen werden door de notabelen van het dorp op een jaargeding (jaarvergadering) gekozen, maar hun namen moesten door de drossaard ter goedkeuring aan de heer worden voorgelegd. De heer had niet alleen een vetorecht maar ook het recht om, zonder inspraak van de dorpsnotabelen, eigen kandidaten aan te stellen. Niet later dan 1600 - 1610 had het dorp Morkhoven eigen collecteurs ende burgemeesters die belast waren met het ophalen van de staatsbelastingen. Het aandeel van Morkhoven in de staatslasten bedroeg een derde van het totaal van de vroegere heerlijkheid Noorderwijk-Morkhoven. Herhaaldelijk ontstonden in de zeventiende eeuw betwistingen tussen beide gemeenschappen over het precieze aandeel dat ieder hierin te betalen had. Het feit dat de parochiegrenzen niet volledig samenvielen met de grenzen van het dorp en de heerlijkheid, was daartoe de voornaamste aanleiding. In 1662 werden de geschillen tussen beide dorpsgemeenschappen in een zogenaamd concordaat geregeld en werden de grenzen vastgelegd. In 1819 greep nog een laatste grenswijziging plaats. Morkhoven werd toen vergroot met vierentwintig huizen die tot dan toe onder Noorderwijk hadden geressorteerd. De parochiegrenzen bleven nochtans ongewijzigd tot 1879. Pas vanaf dan vielen de parochie- en gemeentegrenzen opnieuw samen in Morkhoven. In uitzonderlijke gevallen die de hele Morkhovense gemeenschap aanbelangden, kwam er een grote dorpsraad samen. Die raad werd het Corpus der gemeynte van Morkhoven genoemd. In dit Corpus hadden zitting: de drossaard, de schepenen, de kerkmeesters, de burgemeester en de collecteurs (bedezetters), de dorpssecretaris, de Heilige Geestmeesters (beheerders van de armentafel) en een aantal grondeigenaars. Het Corpus had vooral een fiscale taak. De graaf van Morkhoven Door huwelijk kwam de adellijke familie Coupigny in 1574 in het bezit van de heerlijkheid Morkhoven en behield ze tot in het midden van de achttiende eeuw. Toen kwam Morkhoven in het bezit van de familie de Croy en vervolgens, in 1778, van de familie de Merode van Westerlo. Op 6 mei 1624 werd de heerlijkheid Morkhoven, onder de naam van Coupigny (que d’orefenavant ladite terre, village et seigneurie de Morckove portera le nom de Coupigny) door koning Filips IV van Spanje tot graafschap verheven. De Spaanse vorst meende tot dit besluit te moeten overgaan uit erkentelijkheid voor de diensten die Claude d’Ongnies, sedert 1593 heer van Morkhoven, hem als generaal in het Spaans leger bewezen had. De graaf van Morkhoven bezat een laathof te Broekhoven (oudste vermelding: 1594) en te Strateneinde (oudste vermelding: 1456). Beide laathoven hadden lange tijd nog een overheer, die bepaalde rechten kon laten gelden, namelijk de graaf van Westerlo te Broekhoven en de heer van Noorderwijk te Strateneinde. In 1641 verkocht de Spaanse koning het restant van zijn domein in Morkhoven aan de graaf. Toch was de graaf van Coupigny in Morkhoven niet de grootste grondbezitter. In 1675 bezat de graag 9.396 roeden in eigendom, maar Joan baron van Leefdael bezat toen bijna het dubbele: 18.168 roeden.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 17
De familie van Leefdael en Morkhoven Het adellijke geslacht van Leefdael, naar wie tot op de dag van vandaag de Leefdaelhoeve in Morkhoven nog steeds genoemd wordt, behoorde tot de familie van Leefdael, die over de heerlijkheid Tielen-Gierle regeerde. Deze van Leefdaels waren op het einde van de vijftiende eeuw door huwelijk in het bezit gekomen van de heerlijkheid Tielen-Gierle en verbleven sindsdien op het kasteel te Tielen. Van hun bezittingen in morkhoven, het huis (de Leefdaelhoeve) en andere onroerende goederen, wordt voor het eerst gewag gemaakt in het testament van Filips van Leefdael en Anna van Gavere van 23 april 1554. Door het spel van erfopvolging en familiehuwelijk raakten de bezittingen in Morkhoven afwisselend gescheiden van, verenigd met, en opnieuw gescheiden van de heerlijkheid Tielen-Gierle. Verschillende leden van dit adellijk geslacht hebben op het hof van Leefdael te Morkhoven gewoond, onder anderen Philippina van Leefdael (gestorven in Morkhoven op 7 december 1639, op 27 juli 1632 gehuwd met Adam van Baexem, heer van Westmeerbeek) en hun zoon Rogier van Baexem. Jonkheer Rogier van Baexem erfde van zijn oom Urbaan-Rogier, baron van Leefdael, heer van Tielen en Gierle de naakte eigendom van diens goederen. Om aan het proces met zijn tante Anna Francisca Van der Noot, die van haar echtgenoot UrbaanRogier, baron van Leefdael, het vruchtgebruik over de heerlijkheid Tielen had ontvangen, een einde te stellen, huwde Rogier van Baexem met zijn tante en nam wellicht daarna zijn intrek in het kasteel van Tielen. Hun zoon Filips-Urbaan van Baexem kocht in 1714 secker groodt huijs met schallien gedeckt, stallingen, torffhuijs, schuere, ende met de erffue daer aen geleghen binnen sijn vesten ... ligghende rontomme in sijn water ... gemeenlijck genoempt het hoff van Leeffdael van Johan, geboren baron van Leefdael, heere van Deurne ende Liessel, president (- schepen) der stadt 's Hertogenbosch ... ende den heere Geeraert Suljard de Leeffdael, capiteijn van een compagnie voetknechten ten dienste vande heeren Staeten van Hollant. Door deze verkoop ging het Hof van Leefdael definitief uit de handen van de gelijknamige familie. Bij gebrek aan documenten is het niet mogelijk te bepalen welke feodale rechten de familie van Leefdael bijna twee eeuwen lang in Morkhoven heeft uitgeoefend. De relatie Morkhoven - Herentals Van de middeleeuwen tot aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog was Morkhoven een typisch landbouwdorp. De geschiedenis van deze kleine gemeenschap, die eeuwenlang nauwelijks een paar honderd inwoners telde, was steeds nauw verbonden met die van de stad Herentals. Tijdens het ancien régime vervulde Herentals in administratief, cultureel, juridisch en kerkelijk opzicht een centrumfunctie voor een respectabel aantal Kempense dorpen en tot op de dag van vandaag heeft het die taken voor Morkhoven in velerlei opzichten blijven vervullen; sommige functies werden zelfs nog geïntensiveerd. De meest diepgaande invloed heeft Herentals op deze Kempense dorpen uitgeoefend door zijn marktfunctie. Tekenend in dit opzicht is dat in de volksmond in Morkhoven en Noorderwijk ‘naar de stad gaan’ hetzelfde betekent als naar Herentals gaan. Gezien de nauwe vervlechting van het dagelijks leven van Morkhoven met de stad Herentals, hing het wel en wee van Morkhoven, evenals dat van de omliggende dorpen, samen met het lot van Herentals. Zo had Morkhoven van de zestiende tot de achttiende eeuw, evenals de andere dorpen uit de Herentalse periferie, veel te lijden van de soldaten die in Herentals in garnizoen lagen. De Boerenkrijg Tijdens de Besloten Tijd en de Boerenkrijg deden Noorderwijk en Morkhoven hun vaderlandse plicht. Zowel de pastoor van Morkhoven als zijn confrater uit Noorderwijk weigerden de eed van trouw aan de Franse grondwet af te leggen. Beiden moesten daarom onderduiken. In het diepste geheim lazen zij de mis in een schuur en dienden zij de sacramenten toe. De jongens uit Morkhoven en Noorderwijk namen actief deel aan de gevechten van de Boerenkrijg. Wegens de grote lacunes in het bronnenmateriaal, inherent aan een geheime beweging die maar enkele maanden geduurd heeft en niet slaagde in haar opzet, is het niet mogelijk om het aandeel van Noorderwijk en Morkhoven aan deze opstand juist te bepalen. Opmerkenswaardig is alleszins het feit, dat uit de papieren die de Fransen op het lijk van Theodoor Van Dyck, de penningmeester van het Boerenleger, buitmaakten, blijkt dat Morkhoven in het Kempense Boerenleger een compagnie onder eigen naam bezat. In deze compagnie dienden 22 Morkhovenaars, wat veel is op een bevolking van iets meer dan driehonderd zielen. Het feit dat meer dan de helft van de Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 18
Kempense jongens die deel uitmaakten van de Morkhovense compagnie uit andere Kempense lokaliteiten afkomstig waren, doet niets af aan de inzet van dit kleine Kempense dorp. De Morkhovense compagnie, die waarschijnlijk zo genoemd werd omdat haar kapitein J.B. Horemans uit Morkhoven afkomstig was, nam zeker deel aan de gevechten rond Diest (12 - 15 november 1798) en de strijd bij Mol (22 november 1798). Ook twaalf jongens uit Noorderwijk behoorden tot de Morkhovense compagnie. Het is evenwel niet bekend of de Noorderwijkse bijdrage tot de Boerenkrijg hiertoe beperkt is gebleven.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 19
HERENTHOUT De oudste vermelding van ‘Herenthout’, Herentholst, stamt uit 1186. In 1213 veranderde deze naam in ‘Herentoth’, waarna het in 1349 zijn huidige benaming kreeg. De oudste benaming ‘Herentholst’ gaat terug op de Germaanse woorden Hernitja (‘hagebeuk’) en Hulta (‘bos’). Letterlijk betekent het dus ‘bis van hagebeuken’. Herenthout is een niet-gefusioneerde gemeente, gelegen in de Zuiderkempen aan de Grote Nete. Ten noorden wordt onze gemeente begrensd door Herentals, Grobbendonk en deelgemeente Bouwel; in het oosten door Herentals en de deelgemeenten Noorderwijk en Morkhoven; in het zuiden door Itegem en Wiekevorst, deelgemeenten van Heist op-den-Berg, in het westen tenslotte door Nijlen en de deelgemeente Bevel. De totale oppervlakte bedraagt 2 355 ha. Hoewel het driehoekige dorpsplein mogelijk een Frankische oorsprong verraadt, dateert de oudste vermelding van Herenthout van 1186; het werd toen vermeld als ‘Herentholts’ in de betekenis van ‘bos (holts) van haagbeuken (herent)’. Enkele archeologische vonden bewijzen echter dat dit niet de oudste bewoning van het gebied is. In de 12e eeuw bezat het Sint-Martinuskapittel van Utrecht de tienden van Herenthout. De rest was in het bezit van de plaatselijke grootgrondbezitter, de heer van Herlaar. Omstreeks 1200 stichtte hertog Hendrik I van Brabant naast deze feodale gemeenschap de vrijheid Herenthout. Deze laatste maakte deel uit van de meierij Herentals in het markgraafschap Antwerpen. Zeker vanaf 1395 was er een schepenbank die ten hoofde ging bij de Bijvang van Lier. Herenthout, samen met Wiekevorst, kwam achtereenvolgens in het bezit van de families van Herlaer, Van Vriessele, van Brimeu, Sandelyn en van Reynegom. Voornamelijk in de 13e eeuw kende Herenthout een opvallende uitbreiding waardoor het gehucht Wiekevorst volledig werd ingepalmd. Deze door turfontginning steeds belangrijker wordende heerlijkheid slaagde erin zich af te scheiden; volgens Wiekevorstse bronnen gebeurde dit in 1621 terwijl Herenthoutse bronnen spreken van 1671. De feodale gemeenschap van Herenthout bezat een eigen parochiekerk toegewijd aan St.-Gummarus. Deze parochie werd afgeschaft in 1803 en opgeslorpt door de St.-Pietersparochie van de vrijheid, die gesticht werd in 12e - 13e eeuw. In 1207 schonk de bisschop van Kamerijk de rechten van deze parochie aan de Abdij van St.-Aubert. Herenthout had in de loop van de 14e – 15e eeuw zwaar te lijden onder plunderingen, zowel van Koninklijke troepen als anderen. Tot begin 20e eeuw was Herenthout een uitsluitend agrarische gemeente waar de ‘boerenstiel’ de belangrijkste bron van inkomsten was. Industrieel belang kreeg Herenthout in de 19e eeuw, voornamelijk door diamantbewerking; zo waren er in 1926 20 fabriekjes. De gemeente vertoont thans een radicaal stratenpatroon dat samenkomt op de centraal gelegen, driehoekige Markt. De bebouwing is te situeren in het centrum en is omgeven door een vrij brede landelijke gordel, voornamelijk bestaande uit weiland. Sociale woonwijken bevinden zich ten oosten en ten noordoosten van het centrum. Ten noordoosten van de kerk ligt het herwaarderingsgebied ‘MolenstraatZwanenberg’. De zone ten westen van het centrum wordt ingenomen door de Merodese bossen, bestaande uit naaldhout vermengd met percelen loofhout en thans een domeinbos van de Houtvesterij Antwerpen. In het zuidwesten ligt een gedeelte van het beschermde landschap ‘Kruiskensberg en omgeving’, dat doorloopt op de gemeenten Bevel en Itegem. Een kleine zone in het noordoosten sluit aan op het industrieterrein van Herentals.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 20
Het meisjesonderwijs in Herenthout In de tijd dat onze voorouders school liepen, omstreeks de jaren 1870-75, zag de onderwijswereld er te Herenthout heel anders uit dan nu. Er was toen geen sprake van onderricht aan de meisjes afzonderlijk. Alle kinderen werden samengebracht in de gemeentelijke klaslokalen. Voor heel die groep opgroeiende jeugd was er slechts één onderwijzer: Casimir Bossaerts en twee onderwijzeressen, de genaamde Bossaerts Amelia en Bosmans Amelia; zij vormden heel het onderwijscorps van de gemeente Herenthout. Het opvoedingswerk was veel te zwaar voor drie mensen. Men zocht naar hulpkrachten; pastoor Douwen dacht aan zusters-onderwijzeressen voor de meisjes. Hij verlangde ook hier te Herenthout, zusters Annonciaden aan het werk te krijgen. Maar het gemeentebestuur had ook nog een vinger in de pap. In die tijd was baron van Reynegom de Buzet hier burgemeester. Hij wist niets af van de plannen van pastoor Douwen. Maar het lukt; er zouden zusters komen voor de meisjesschool. Nu moest er ook gezorgd worden voor huisvesting voor de zusters en voor klaslokalen voor de meisjes. De zusters zouden wonen in een gehuurd huis, dicht bij de kerk. Het onderwijs voor de meisjes, onder leiding van de zusters, startte in 1875. Voor het onderwijswerk werden de meisjes eerst ondergebracht in gemeentelijke klaslokalen, langs de Bouwelse Steenweg, “Teskes school”. Na verloop van enkele jaren werd er naast het nieuw gemeentehuis, ook een huis gebouwd voor het onderwijzend personeel. Ze hebben echter niet lang van hun nieuw huis genoten, want in 1879 brak de schoolstrijd los. Mevrouw Van Reynegom de Buzet, weduwe geworden, trok zich het werk van het onderwijs en het lot van de zusters aan. Ze liet 3 klaslokalen bouwen, bij het klooster, op een stuk grond van haar eigendom, in de Kloosterstraat. Het onderwijs bloeide te Herenthout. Het leerlingenaantal groeide aan. In 1884 werd ‘de lagere meisjesschool’ voor de 1e maal, door het gemeentebestuur aangenomen voor een onbepaalde tijd. De school kreeg nu de nieuwe benaming ‘aangenomen meisjesschool’. Later werd de titel van de school: ‘gesubsidieerde vrije lagere meisjesschool – Maria Middelares’. In 1960 werd een afdeling van de bewaarschool opgericht op de wijk ‘Uilenberg’ onder de naam ‘Sint-Martinusschool’, met 2 klassen en een speelzaaltje. Aan de lagere school zijn in de loop van de naoorlogsetijd nog 2 klassen toegevoegd, zodat ze nu 14 klassen telt.
LILLE De gemeente Lille is sedert 1977 samengesteld uit Lille, Gierle, Wechelderzande en Poederlee en gelegen in de Antwerpse Noorderkempen, in het arrondissement Turnhout. Ten noorden begrensd door Beerse en Vosselaar, ten oosten door Kasterlee, ten zuiden door Vorselaar en Herentals en ten westen door Malle. ** Lille Lille is een bosrijke gemeente in de Noorderkempen met enkele residentiële woonwijken. Het is centraal gelegen t.o.v. de fusiegemeenten Poederlee, Wechelderzande en Gierle. De oudste vermelding van Lille, vermoedelijk in de betekenis van lindebosje op hoge zandgrond, klimt op tot 1123. Van oudsher behoorde Lille tot het Land van Turnhout binnen het hertogdom Brabant; in maart 1445 schonk Filips de Goede de rechten op de goederen van het hertogelijk domein te Lille in leen aan zijn secretaris Ambrosius de Dynter; deze rechten gingen in 1495 over op diens zonen Niklaas en Ambrosius. Andere lenen behoorden sedert 1440 aan Margaretha van Lille, vanaf 1468 aan Gabriël Triapan. Het St.-Gummaruskapittel tenslotte kwam in 1457 in het bezit van een heerlijk laathof. In december 1559 werd de heerlijkheid Lille verpand aan Gaspar Schetz, die de hogere, middele en lage rechtspraak had. Latere eigenaars zijn o.m. Jan de Proost, het huis van Brandenburg, de hertog van Sylva Tarouca en de graven de Pestre. ** Gierle Gierle is een landelijke, vrij sterk beboste gemeente aan de Aa, die nagenoeg de volledige oostgrens vormt. In 1259 wordt Gierle voor 't eerst vermeld als Ghirle, in de betekenis van "bosje op verhoogde zandgrond nabij een modderige sloot". Van oudsher en dit tot het einde van het Ancien Régime, behoorde Gierle tot Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 21
het Land van Turnhout binnen het markgraafschap Antwerpen. Het Land van Turnhout werd in 1346 geschonken aan Maria van Brabant, hertogin van Gelre; latere eigenaars waren o.m. Maria van Hongarije, Maximiliaan en Peter van Boussu, Filips Willem van Nassau. In 1444 schonk Filips de Goede de rechten op een deel van Gierle in leen aan zijn secretaris Ambrosius de Dynter; Gierle werd bestuurd door een schepenbank, die voor het eerst werd vermeld in 1404 en ten hoofde ging bij de hoofdbank van Zandhoven. Tijdens de Franse Revolutie maakte Gierle deel uit van het departement der Beide Neten en werd het de hoofdplaats van een rechterlijk kanton. ** Poederlee Poederlee is een typische landbouwgemeente aan de Aa; overwegend vlak landschap met de Galgenberg (26 m) en de Molenberg (19 m) als hoogste punten. Volgens W. Van den Branden oudste vermelding als "Pudele" in een oorkonde van 1118, vermoedelijk in de betekenis van "bosje of houtgewas op verhoogde zandgrond nabij een modderige plaats"; in 1457 gaf hertog Filips van Bourgondië Poederlee in leen aan de familie van Vriesele; latere eigenaars zijn o.m. de families de Brimeu, Snoy en van Steenhuys. In 1653 werd Poederlee verheven tot baronie ten voordele van Philippe-Guillaume van Steenhuys, vanaf 1717 droeg Eugène d'Olmen de titel van baron van Poederlee. ** Wechelderzande Wechelderzande is een landelijke gemeente; recreatief karakter omwille van de natuurrijke omgeving met bos en heide; toenemende woonfunctie. De oudste vermelding als Wechele, toponymisch verwijzend naar de vroegere aanwezigheid van jeneverbesstruiken, dateert van 1182. Van oudsher en dit tot het einde van het Ancien Régime, behoorde Wechelderzande tot het Land van Turnhout binnen het markgraafschap Antwerpen (hertogdom Brabant). Het Land van Turnhout werd in 1346 geschonken aan Maria van Brabant, hertogin van Gelre, nadien opnieuw Brabants bezit, maar tot het einde van het Ancien Régime als aparte bestuurseenheid beheerd. In 1444 gaf Filips de Goede Wechelderzande in leen aan zijn secretaris Ambrosius de Dynter; naar hem is het voormalige kasteel van Wechelderzande "Hof d'Intere" genoemd, thans gemeentelijk centrum, cf. Pastorijstraat nr. 2. Latere heren waren Niklaas en Ambrosius de Dynter, Gabriël Triapan, Jan Schuyts en Margriet van Wechelen. In 1560 werd de heerlijkheid aangekocht door Gaspar Schetz, die er de hoge, middele en lage justitie uitoefende. Diverse eigenaars volgden elkaar op tot de heerlijkheid in XVIII B volledig in handen kwam van de Pestre, heer van Turnhout. Binnen het Land van Turnhout had Wechelderzande een bestuurlijke band met Vlimmeren (cf. dl. 16n1, p. 53); samen vormden ze een dubbeldorp met Wechelderzande als hoofddorp; in de gemeenschappelijke schepenbank, voorgezeten door de schout van Wechelderzande, had Vlimmeren zijn eigen schepenen; de schepenbank ging ten hoofde bij Zandhoven; in 1768 onder de Pestre werden beide dorpen gescheiden.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 22
NIJLEN ** Nijlen Prehistorie Een uit de midden-steentijd daterende vindplaats op de Cannaertse Heide met voorwerpen van "Wommersomkwartsiet" in 1901, 1910 en 1920 verschaft ons de eerste tastbare bewijzen van heel vroege menselijke aanwezigheid op het grondgebied van onze gemeente. IJzertijd Niet ver van de antieke weg Herenthout – Nijlen werden in 1908 verscheidene urnen met rechte hals ontdekt, waarschijnlijk afkomstig van de IJzertijd. In de Kempen werd ijzererts gewonnen en verwerkt. Romeinen De meeste geschiedschrijvers zijn het er over eens dat een belangrijke Romeinse heirbaan (Vilvoorde, Kasterlee, Keulen) over Nijlen heeft gelopen. In 1770 werd hier in elk geval een aarden pot opgegraven, gevuld met gouden munten die een ononderbroken reeks vormden van Julius Caesar (100-44 voor Christus) tot Domitianus (51-96 na Christus). Naar de middeleeuwen De oudste geschreven bewijzen van bewoning in onze dorpen vinden wij in gift- en privilegebrieven. Volgens Floris Prims was de oudste gezagdrager in onze streken Rohingus, een vertegenwoordiger van Clovis III (gestorven in 694). Hij bewoonde een "villa Pprusdare (Sprusdare) gelegen in het Land van Rijen op de Huita ofte Nete, waarschijnlijk op het grondgebied van Nijlen – Viersel. In 726 zal dezelfde Rohingus zijn vaderlijk goed op de Nete te Nijlen schenken aan de kerk van Antwerpen. Als Prims het bij het rechte eind heeft, mogen we aannemen dat in die tijd zich een belangrijke hoeve te Nijlen bevond. De kerk van Nijlen is toegewijd aan Sint-Willibrordus en aan het Heilige Kruis. Volgens historicus J. B. Stockmans zou deze geloofsverkondiger op zijn tochten mogelijk ook door Nijlen zijn getrokken (Hij verbleef in onze kontreien tussen 690-695). Een afgod, aan een heilige boom aangetroffen, werd vervangen door een kruisbeeld, waardoor de eredienst van het H. Kruis hier ontstond. In latere eeuwen werden de kermissen van Nijlen gevierd op H. Kruisvinding en op H. Kruisverheffing. De aanwezigheid van een “Willibrordse voort”, een beek in Nijlen, en een “Willibrords velt” staven volgens Stockmans deze zienswijze . Twaalfde en dertiende eeuw In een "bulle" van paus Eugenius III (paus van 1145 tot 1153), gedateerd op 1145, wordt de abt van Tongerlo bevestigd in het bezit van o.a. "omne allodium Arnodi in Nile" ofte geheel het vrijgoed van Arnold in Nijlen. Ook in de 14de eeuw zullen onze drie dorpen regelmatig genoemd worden in verschillende geschriften. De eerste schriftelijke bewijzen van de parochie Sint Willibrord Nijlen vinden we terug in een begiftigingsakte van twee kapellen van Wortel en Nijlen ("duas capellas in Antwerpiensi archildiaconatu, Wortelam et Nillam") door bisschop Nicolaas van Kamerrijk aan het kapittel van de O.-L.-Vrouwkerk te Antwerpen, gedaan in 1155. Nijlen bleef onder het bisdom Kamerrijk tot de oprichting van het nieuwe bisdom Antwerpen (1569). Het behoorde tot het uitgestrekte landdekenaat Antwerpen tot het jaar 1609, wanneer het naar het dekenaat Lier overging tot het in 2004 ging behoren tot het dekenaat Rupel-Nete . Late Middeleeuwen De late Middeleeuwen worden gekenmerkt door oorlog, pest en honger. Zo woedde in de jaren 1347-51 "de zwarte dood" die ongeveer één derde van de West-Europese bevolking het leven kostte. Denken wij ook aan de "Honderdjarige Oorlog" tussen Frankrijk en Engeland (1337-1453). In die tijd telde Lier met zijn Bijvang, onze dorpen inbegrepen, 1550 haardsteden. In de haardtelling van 1480 vinden wij aparte cijfers voor onze drie dorpen. Bevel telt dan 24 haardsteden, Kessel 42 en Nijlen 88. Als wij per haardstede 7 bewoners mogen rekenen, dan geeft dat voor Bevel 168 bewoners, voor Kessel 294 en voor Nijlen 616. Onze mensen leefden toen in een echt miserabele toestand, nog verergerd door een burgeroorlog. Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 23
Ondanks een erg hoog geboortecijfer (39/1000) is er nauwelijks aangroei. Het sterftecijfer lag immers nog hoger: 41/1000! 16de eeuw In 1526 telde Nijlen 630 inwoners, Kessel 301 en Bevel 175. De 16de eeuw is niet alleen de eeuw van keizer Karel, maar ook van een genadeloos-plunderende Maarten van Rossem. Twee namen die nog wel ergens in ons dorpsgeheugen voortleven. Ook de naam van Luther en de met hem verbonden reformatie blijft bekend. Een en ander bracht onze mensen de inquisitie en een tachtigjarige oorlog. Lier (waar Nijlenaars vaak bescherming zochten) werd b.v. in 1595 veroverd door de Staatsen, maar binnen 24 uur heroverd door troepen uit Mechelen en Antwerpen. Grote delen van de stad werden platgebrand. In de jaren 1579-1589 onderging Nijlen hetzelfde lot als andere Antwerpse dorpen. Het werd zowel door de Nederlandse als door de Spaanse troepen totaal verwoest. In 1611 lag onze kerk er nog altijd gehavend bij. Bijvang van Lier De geschiedenis van Nijlen wordt vaak bepaald door het feit dat het behoorde tot de "bijvang van Lier" en dus door "die van Lier" beschouwd werd als een "melkkoei" (dixit Stockmans in zijn "Geschiedenis der gemeenten Kessen, Bevel, Nylen, Emblehem en Gestel"). Zo werd in 1678, na langdurig geharrewar tussen Nijlen en Lier, een vergelijk gesloten over het maalgeld. Onder dwang naar een nieuwe tijd De kwarteeuw tussen 1790 en 1815 is wellicht de belangrijkste en meest bewogen periode in onze geschiedenis. De Oostenrijkse hervormingen van de "keizer-koster" en de idealen van de Franse Revolutie geven een tendens die uiteindelijk naar een democratische staatsvorm zal leiden. Het "Ancien Régime" kent na eeuwen een einde. Dorpsleiders als Jacob De Cnaep verhinderen dat onze mensen in deze woelige tijden niet helemaal stuurloos zijn. In onze archieven blijven schrijnende brieven van Nijlense "soldaten van Napoleon" bewaard. Ongekende welvaart Hoe moeten wij ons het Nijlen uit het midden van de 19de eeuw voorstellen? In 1856 telde het 1871 inwoners, Kessel 1938 en Bevel 450. De grote hongersnoden van 1846-1848 waren pas achter de rug maar zeker niet vergeten. Om de pacht en enkele koloniale waren te kunnen betalen, werden boter en varkensvlees op de markt verkocht. De Kerk was gehavend uit de Franse en Hollandse tijd gekomen en werkte volop aan een burgerlijk-conservatieve restauratie. Maar in het landelijke Nijlen heerste zij comfortabel over de boerenbevolking. Een eerste, duidelijke vernieuwing was de spoorlijn Lier-Turnhout in 1855. In dat jaar kreeg Nijlen ook zijn eerste station. Even later zou Jan Eduard Claes de diamantbewerking in Nijlen en de Kempen brengen. Een nieuwe industrie zou ons dorp geleidelijk naar een ongekende welvaart voeren. Nijlen in de 20ste eeuw Beide wereldoorlogen richtten ook in Nijlen zware schade aan. Telkens werd de aloude dorpskerk beschadigd en heropgebouwd. In 1923-1924 werd de gemeente aangesloten op het gasnet. De aansluiting op het elektriciteitsnet volgde in 1928-1929. Vooral de elektriciteit zou de weg openen naar de bouw van een paar honderd slijperijtjes. Ondanks enkele crisissen was voor ons dorp de tijd van een ongekende welvaart aangebroken. De mondialisering van de industrie verplaatste, einde 20ste eeuw, de diamantbewerking naar de ontwikkelingslanden. Nijlen telt twee middelbare scholen. Meer dan ooit wordt de nadruk gelegd op een gedegen, doorgedreven opleiding tot en met het universitaire niveau. Onze kerk De Sint-Willibrorduskerk is een neogotische hallenkerk in witte steen met een driebeuken schip, een kruisbeuk met zijkapellen en een langgerekt koor met zijkoren die geflankeerd worden door traptorentjes. De westertoren wordt bekroond door een ingesnoerde naaldspits met dakkapellen. De benedenverdieping Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 24
van de toren heeft een kruisgewelf. Alle andere delen van de kerk worden afgedekt door een houten tongewelf. De eerste vier traveeën en de toren werden bij KB van 20 maart 1935 geklasseerd als monument. Studiebureau Consult voerde in 1997 een studie uit in opdracht van de kerkfabriek. Het stelt dat het oudste gedeelte van de huidige kerk van de tweede helft van de 14de eeuw dateert, de toren van het einde van de 14de eeuw. In 1840 werd de kerk een eerste maal uitgebreid. Deze bakstenen uitbreiding werd in 1908 weer afgebroken om plaats te maken voor een volledig vernieuwd gebouw volgens de huidige kruisaflijning. Deze uitbreidingswerken werden in 1912 definitief aanvaard. Helaas brandden kerk en toren op 1 oktober 1914 uit. In 1922 werd ze heropgebouwd volgens de in 1900 getekende plannen. In de volgende oorlog, in 1940, blies het Belgische leger de torenspits op, waardoor ook de aanleunende kerkdaken beschadigd werden. Tijdens de wederopbouw in 1940-’41 kreeg de toren een betonnen kern. De nieuwe torenspits werd pas in 1960-’61 gebouwd. Nieuwe parochies Bij KB van 14 augustus 1947 werd een nieuwe parochie erkend, toegewijd aan O.-L.-Vrouw. De erediensten worden nog steeds in een "voorlopige" kerk gehouden. Deze kerk wijdde Kardinaal Van Roey, Aartsbisschop van Mechelen, op 19 december 1948 in. **Algemene geschiedenis van Bevel Situering Gelegen aan de Grote Nete, grenzend in het zuiden aan Itegem en Gestel, ten noorden aan Nijlen, ten westen aan Kessel en in het oosten aan Herenthout. Het had ooit twee molens, die… op vreemde grond stonden, zoals de Bevelmolen, juist over de grens met Nijlen en de watermolen van de Hille- of Hellebrug op de Nete in Itegem. De naam werd doorgaans geschreven als Bevele, zelfs een enkele keer als Beverloo. Dat zal dan wel de oudste schrijfwijze geweest zijn. De naam betekent bebost terrein waarin bevers huizen. In een dertiende-eeuwse legende, die in de 19de eeuw werd opgetekend door de Lierse secretaris Roothoofd, verdwalen een aantal ridders die van een jachtpartij terugkeerden van Turnhout ergens in de “Beverlose heide” die zich uitstrekte tot Lisp. Heel Kessel en Kloosterheide zouden volgens die legende in de heide van Bevel gelegen hebben. Tussen Bevel en Itegem lag vanouds de eerste brug over de Grote Nete gezien vanuit Lier, waarover een voorname weg vanuit de Kempen richting Lier en Leuven leidde. Aan die weg ligt de alom gekende bedevaartplaats Kruiskensberg. Het had een amer of losplaats op de Nete ten zuiden van de oude dorpskern. De voornaamste losplaats was echter gelegen aan de Hellebrug aan de Itegemse oever. Bewoningssporen Zoals in Kessel werden langs de Nete stenen werktuigen uit lang vervlogen tijden gevonden. Uit de Gallo-Romeinse periode werd een vierkante waterput in hout gevonden in de buurt van de Diepenvoortstraat en de Kesselsesteenweg die in Kessel overgaat in de Oude Bevelsesteenweg. Wellicht stond hier een villa dominica of herenboerderij. In de ingestorte put werden o.m. de resten van een groot dolium of voorraadsvat aangetroffen en een prachtig kommetje in terra sigillata of gezegeld aardewerk. Ze dateren, zoals de vondsten in Kessel, van de tweede helft van de 1ste eeuw na Christus. Ze zijn samen met die van Grobbendonk de oudste Gallo-Romeinse nederzettingen in de streek. Het sierlijke kommetje en de scherven van het dolium zijn nog steeds in privaat bezit maar ze zouden toch niet mogen verloren gaan en ergens in een of ander museum een veilige plaats moeten krijgen. Uit de Frankische landinnamen dateert de heemnaam Flomersem of Vlomersom, ook wel eens Blommersem geschreven. De juiste ligging ervan is niet gekend. De naam Viersel, een sala, of zele-naam, waar de Gallo-Romeinse waterput stond, is volgens toponymisten van jongere datum. Viersel, wellicht ooit vriesel zou zoveel betekenen als de nederzetting, de woning van een vrij man. Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 25
Bij gebrek aan archieven valt er weinig te vertellen over het wel en wee van dit kleine dorp. De reden hiervan is zoals die voor de andere dorpen van de Lierse Bijvang dat ze helemaal geen initiatief konden en mochten nemen. Een voorbeeld hiervan was dat al het bier dat in de Bijvang gedronken werd, Liers bier moest zijn. De dorpelingen maakten in Lier hun beklag omdat ze geen goed bier maar het minste fluitjesbier toebedeeld kregen. Er is een verhaal genoteerd dat de schout van Lier een inval deed in een herberg waar ze een vat vreemd bier vond. Het vat werd meteen aangeslagen en als een trofee naar Lier gevoerd. Evenzo verging het de pastoor van Bevel... Bevel noemt zich de moederparochie van Kessel en Nijlen, maar er bestaat ook een document waarin Bevel een gehucht van Kessel wordt genoemd. Kessel en Bevel werden als een geheel beschouwd tijdens de “Lierse periode”. Beide dorpen betaalden voor sommige belastingen evenveel als Nijlen. “Doorgaans was de meier van Kessel tevens meier van Bevel, of omgekeerd; beide dorpen telden steeds één soms twee schepenen in de schepenbank des Bijvangs” (Stockmans). Kasteel Het Stynenhof, genoemd naar de naam van een vroegere eigenares, ligt in het oosten van het dorp in een uitgestrekt bosgebied. De minst vruchtbare grond van de twee hoeves die daar stonden, werden bebost. Een van de schuren werd tot een villa omgebouwd. Einde 19de eeuw bouwde de Brusselaar L. Stevens een kasteel in neotraditionele stijl naast het kleine buitengoed. In 1902 verhuurde de nieuwe eigenaar het kasteel een tijdje aan Franse kloosterzusters die zorgden voor arme en verwaarloosde kinderen. Het geheel is omgeven door merkwaardige beukendreven. Hoeven Er bestaan nog enkele landbouwbedrijven. Vanouds waren hier o.a. bekend: Waaienberg, Carolusberg, Diepenvoort, de Grote en de Kleine (Sint-Jacob)kapellehoeven , de Heilige Geesthoeve van Lier, enz. Het telde twee sch(r)ansen, de Bevelschrans en de schrans van den Opstal, gelegen tegen de doorwaadbare plaats (nu een bruggetje) ter hoogte van het Gestelse Rameienehof. Vermoedelijk werd Opstal aangelegd door soldaten die het wad moesten bewaken (circa 1700). O.-L.-Vrouwekerk De parochie zelf is heel oud. In 1260 had het al een pastoor, magister Johannes. Bevel beroemt er zich op de hoofdkerk van Kessel en Nijlen geweest te zijn. Vermoedelijk stond hier een van de oudste kerkjes van de streek en diende als gebedshuis voor de hele omgeving. Het eenbeukige, rechthoekige zaalkerkje dat in 1856 op een ongelukkige wijze vergroot werd, was voor de uitbreiding niet erg groot. Het had voor de verbouwing een breedte van ongeveer 5m en een lengte van 14 m. De witstenen toren dateerde van het einde van de 13de, begin 14de eeuw. Het hoogkoor dateerde van 1557. In 1940 werd de kerk, samen met die van Kessel, Berlaar, Gestel, Nijlen en Grobbendonk opgeblazen. Die van Bevel werd met de grond gelijk gemaakt. Een nieuwe kerk in neo-romaanse stijl, naar de plannen van architect De Groodt, werd opgericht in 1950-1955. Kapellen Sinds 1260 is Kruiskensberg bekend als bedevaartsplek toen hier een herder, geplaagd door hoge koorts, zich waste en zijn dorst leste aan een bronnetje dat uit de heuvel vloeide. Uit dankbaarheid plaatste hij er een eenvoudig kruis. Van toen af raakte de heuvel bekend en kwamen mensen uit de omgeving toegestroomd vooral op Goede Vrijdag. De bedevaart kende ups en downs. Ook nu nog blijven op die dag nog heel wat mensen de relikwie van het Heilig Kruis vereren en brengen ze tegelijkertijd een bezoek aan de jaarmarkt die al enkele eeuwen oud is. In 1861 werd boven op de heuvel een kapel gebouwd. Het grote kruis, gewicht meer dan duizend kilo, dat voor de kapel staat, werd geplaatst in 1865. De omgeving in de buurt van een oude afgesneden Netearm en de Grote Nete zelf is een uitgelezen en beschermd wandelgebied geworden met enkele tavernen die heel ver bekend zijn.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 26
Reeds in 1420 stond er een kapelletje van O.-L.-Vrouw van Zeven Weeën. In 1652 werd een nieuw gebouwtje opgetrokken in witte steen. Het bevond zich op de grens van de beemden en het hoger gelegen land niet ver van de Hellebrug. Het stond er nog omstreeks 1800. Wanneer het verdween, is niet bekend. Het kapelletje gebouwd ter ere van Sint-Lucia in de dorpskom, werd opgericht in de tijd dat de dysenterie of “rode loop” in het dorp heerste (1789-1790). Sint-Lucia is de tweede patrones van de Bevelse dorpskerk. Bevel bezat, zoals Kessel, een lazerij of pesthuisje voor mensen die door besmettelijke ziekten aangetast waren. Er bestaat nog een pestverordening voor de dorpen Kessel en Bevel, uitgevaardigd door de stad Lier. Het kapelletje verdween in 1968 toen de hoofdweg door het dorp aangepast werd. Het kapelletje van de Heilige Familie aan de Bevelbeek op de grens met Kessel werd omstreeks 1860 opgericht. Geschiedenis Zoals voor de andere Bijvangsdorpen is er alleen iets bewaard in het parochiearchief. Hieruit weten we dat het dorpje er helemaal verlaten bij lag in de periode 1580 en 1589. Volgens de toenmalige pastoor bestond Bevel niet meer. In 1595 schrijft hij een smeekschrift aan het Staatsbestuur waarin hij zegt dat de dorpslieden niet vrij kunnen wonen wegens de baldadigheden en het geweld van de garnizoenssoldaten van Herentals en Mechelen. De pastoor vroeg een sauvegarde of vrijbrief. De arme lieden van Bevel hadden hun laatste hoop gesteld op het kasteel van Gestel waar ze met have (vee) en goed hun intrek hadden genomen. Tijdens de Franse periode (2 juli 1810) werd pastoor Kerselaers van zijn bed gelicht. Hij werd opgepakt omdat hij weigerde het gebed domine salvum fac Napoleonem voor de hoogmis te zingen. Als straf werd hij gedurende bijna vier jaren verbannen naar Pièce-Chatel in Frankrijk. De Sint-Sebastiaans- of schuttersgilde werd opgericht in 1383 en ging in 1864 ter ziele. Het oude schutterslokaal of het “Schuttershof” bleef bestaan tot omstreeks 1900. Dit bewijst dat pinten pakken minder lastig is en langer meegaat dan een schuttersgilde in ere houden. Bevel telde in 2005 2 071 inwoners op een oppervlakte van 658 ha. Oude gezegden In Bevel het bevel en in Gestel het gestel. In Bevel zou men recht gesproken hebben, in het naburige Gestel moest vervolgens het vonnis uitgevoerd worden door ophanging aan de galg. Mooi gevonden, maar volledig uit de lucht gegrepen. Bevel hing af van Lier en Gestel lag in het land van Mechelen. De patrones van het dorp is O.-L.-Vrouw. Ze zou hier vereerd zijn als O.-L.-Vrouw van bevelen, van bevel geven. Zij mocht “om zoo te zeggen hare bevelen geven aan haren zoon; gelijk men nog zegt: O.L.Vrouw van troost, van rust enz.” (Stockmans) ** Kessel **Algemene geschiedenis van Kessel Situering Kessel, gelegen in de volle schaduw van Lier, ligt geprangd tussen de twee Neten. Met het Lierse gehucht Kloosterheide erbij wordt het voor meer dan driekwart omringd door de beide rivieren. In de 14de eeuw schreef men al Kessele bi Lire om het te onderscheiden van Kessel-Lo bij Leuven. Onder Franstalige invloed werd dat Kessel-lez-Lierre en zelfs Kessel-sur-Nèthe. Vermits eb en vloed hier nog sterk voelbaar
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 27
waren en er geen enkele brug lag tot de laatste decenniën van de 19de eeuw, waren de bewoners aangewezen op doorwaadbare plaatsen of overzetschuitjes met als gevolg dat de inwoners nauwelijks contact hadden met hun buurdorpen ten noorden en ten zuiden van de rivieren, in het noorden met Emblem en in het zuiden met Gestel en Berlaar. Alleen met Lier en Bevel was er een goede verbinding. Er was slechts één hoofdweg die Kessel doorkruiste nl. de oude weg van Lier over Bevel, naar Herentals, Geel en Mol. Een rechtstreekse verbinding van de Kesselse dorpskom naar het centrum van Nijlen kwam er pas in de 19de eeuw. Oppervlakte: 1.479 ha. Bewoningssporen Tijdens het ophogen van de dijken aan de Grote Nete vond men langs de Kesselse oever heel wat artefacten of stenen werktuigen - op een plaats zelfs geconcentreerd - uit ver vervlogen tijden (1986). “De verspreide vondsten van Kessel Neteoever wijzen op een paleolitische, mesolithische, neolitische (vanaf het midden van het neolithicum) bezetting in de vallei van de Grote Nete.” (W. Swiggers, Studie van de lithische artefacten …, 1986). In bovenvermelde studie staan nog meer vondsten vermeld. Enkele verspreide stenen werktuigen duiken soms nog op, zoals voor enkele jaren een veel gebruikte steekbijtel (Bogaertsheide). De vroege aanwezigheid (en misschien bewoning) is wellicht te danken aan de veiligheid die de mensen in dit haast helemaal door water en moerassen ingesloten gebied hadden, en ook omdat vooral langs de Grote Nete vruchtbare gronden lagen. Uit de late Hallstattperiode (circa 500 v.C.) dateert een geschonden urneveld (Nieuwstraat/Bloemenstraat). Een hier opgegraven urne met een bijpotje worden bewaard in het gemeentehuis van Nijlen samen met een deel van een mooi gepolijste bijl. - Gallo-romeinse periode. In 1986 werden op de bodem van een drooggelegde vijver vele scherven van aardewerk zowel van inheemse makelij als in terra sigillata of gestempelde aarde, dakpannen, en enkele siervoorwerpen gevonden, in een site gelegen tegen de Grote Nete. Een twintigtal palen wijzen naar constructies in hout. Datering van de scherven: Gallo-Romeinse periode 2de helft 1ste eeuw na C. Langs de Oude Bevelsesteenweg bevinden zich op het Hoogveld eigenaardige dubbelsporen van vergane boomstammen. Die sporen zouden dateren van de 2de en 3de eeuw. Identiek dezelfde sporen werden gevonden in Sint-Niklaas. Algemeen wordt aangenomen dat de naam Kessel afkomstig is van een castellum, een versterkte plaats, een bolwerk of een fort. Twee redenen voor die naamsverklaring komen daarvoor in aanmerking nl. de vondsten uit de Gallo-Romeinse tijd en de naam zelf die volgens de traditie ooit Kassel luidde. - Frankische periode. Op het grondgebied van Kessel treffen we twee heemnamen aan. Heem wordt verklaard als nederzetting, woning, boerderij. Een herinnering aan de naam Vissegem blijft bewaard in de gehuchtnaam het Visseneinde, gelegen aan het Goor tegen Nijlen. Uffegem is de oude naam voor de omgeving van het Salvatorkapelletje (Liersesteenweg). Een naam waarin sala, zele, voorkomt zit vermoedelijk verscholen in Roesselberg (13de e. - ruus + sala + berg) of een gebouw op een verhevenheid in een moerassig rietland. Andere oude toponiemen in Kessel zijn o.a.: maasfort, bruul, zijp, vorst, lippelo, kreetenburch, borchout, hongerborch, roosbroek, biest, donk, bekenhoven, bruul, enz. Geschiedenis Kessel maakte vanaf 1212 samen met enkele Lierse gehuchten en de dorpen Bevel, Emblem en Nijlen deel uit van de Bijvang van Lier. Kessel is meer dan de andere Bijvangsdorpen sterk afhankelijk van geweest. Zoals boven al vermeld, hoorden vele hoeven en gronden toe aan Lierse instellingen. Zelfs op kerkelijk gebied hing Kessel af van het stadje. Het Lierse kapittel benoemde de pastoor, de kapelaans en de koster, én eiste het grootste gedeelte van de tienden op. Er mochten lange tijd geen vrije beroepen in de Bijvang uitgeoefend worden. Toen de eerste brouwerij van de Bijvang in Kessel na heel wat processen tegen de stad Lier in werking was gesteld (laatste decennia van de 18de eeuw) binnen de omwalling van het kasteel van Terlaken, werd de uitbater voortdurend “den duivel aangedaan”. De dorpsnaam Kessel komt vrij laat in de geschreven geschiedenis, namelijk in 1243. Er stond in die tijd een windmolen in de kom van het dorp (vermeld in 1244). In een document van 1283 leren we pastoor Jan Vos kennen die hier moeilijk werk aan het verrichten was (kerkbouw in steen?). Uit hetzelfde document blijkt Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 28
dat de woningen verspreid lagen over het hele dorp. We leren in de 13de eeuw enkele “Van Kessels” kennen, zoals Aleydis die in de begijnhofkerk van Lier een stichting deed, en de jonkvrouwen Oda en Machtildis van Kessel. Die dames woonden zeker niet in een lemen hutje. Reden om aan te nemen dat het oude Kesselhof of Terlaken, ooit een waterburcht, al bestond. Dit duikt samen met nog enkele andere voorname Brabantse leengoederen op in de oudste Brabantse leggers (14de eeuw). Andere leengoederen waren, ten Dijke, 35 bunder groot of iets meer dan 45 ha, ’t Borchout in 1370 27 bunder, ter Ryt, 18 bunder, te Dongele (1375), te Paddepoele en Rozelberch (1350). In 1388 deserteerden de Kesselaars in groep uit het Brabantse heer toen deze strijd voerde tegen Gelderland. Over de verschrikkelijke tijd van de godsdienstoorlogen, toen onze streek er geplunderd en verlaten bij lag, zijn enkele gegevens bewaard. De bevolking was doodsbang, wolven maakten de haast ontvolkte dorpen heel onveilig. Maar soms waren de vreemde soldaten nog erger dan de wolven. In die periode werd ook de kerk verschillende keren geplunderd en het interieur vernield. Vele dorpen werden in brand gestoken, ook Kessel? Een van onze negentiende-eeuwse pastoors vermeldt “de afbranding van de kerk en het dorp”. Toch is hierover geen spoor te vinden in de kerkarchieven. Emblem, Viersel, Nijlen, Bevel, … waren spookdorpen geworden. In 1579 stond aan de Voetweg een lazarushuisje, een huis of hut waarin besmette personen werden in onder gebracht. In juni 1583 legerde Farnese, de prins van Parma, met een bende swerte ruyters die het hier zeer bont maakten binnen de omwalling van Terlaken. De pastoor maakte heel wat aantekeningen over het kerkpatrimonium maar over de toestand bleef hij beperkt tot enige algemeenheden over “den periculosen (gevaarlijke) tijt” toen niemand nog op het platteland durfde blyven, zoals hij ergens neerpende. De fel uitgedunde bevolking, die vooral in Lier haar toevlucht had genomen, kwam, als ze al daar niet van de pest of de honger gestorven waren, schoorvoetend terug. Boven in de toren met zijn twee meter dikke muren werd in onrustige tijden de wacht opgetrokken. Wellicht deed men dat al heel lang. In de kerk lagen de schamele bezittingen van de inwoners in kisten opgestapeld. Rond het kerkhof stonden palisaden met de kerk als laatste bolwerk. In 1629 werden twee schansen samen met de kerk ingeschakeld om de bewoners tegen eerloze, plunderende soldatenbenden te beveiligen. Weerbare mannen en ook enkele vrouwen die een roer (geweer) of een piek konden hanteren werden in drie “rotten” ingedeeld. “Heer” Hoens van Terlaken voerde het bevel. In 1630 hadden een tachtigtal soldaten in de dorpskom niet nader genoemde wanordelijkheden veroorzaakt. Wellicht waren die zo erg dat een groep gewapende dorpelingen – groep die groter was dan die van de soldaten – hen gevolgd tot in de heide. Gekomen aan “de uyterste palen” van het dorp werd op elkaar geschoten met enkele gekwetsten, waaronder de luitenant die het bevel over de soldaten voerde, als gevolg. Twee Kesselaars stierven later aan hun verwondingen. Van de luitenant moest een arm afgezet worden. Op 22 mei 1637 kreeg Kessel een sauvegardebrief van niemand minder dan van de nieuwe landvoogd, Prins-Kardinaal Ferdinand Infant van Spanje. Hierin plaatste hij het dorp, samen met Bevel, dat in de tekst een gehucht van Kessel wordt genoemd, onder zijn hoge bescherming. Het blazoen van de Prins-Kardinaal mocht opgehangen worden in het dorp, samen met het wapenschild van “zijne hoogheid Hennuyère”. In de tweede helft van de 17de eeuw woedde de pest die veel slachtoffers maakte. Besmettelijke ziekten zoals de pest, cholera en dyssenterie (buikloop), enz. hebben ontzettend veel slachtoffers in onze streek gemaakt. Om gespaard te blijven van de pest werd in 1666 de ‘zilveren boom’ van Sint-Gummarus tijdens de kruisdagen in processie rondgedragen naar Emblem en Kessel. Besmettelijke ziekten waren nooit ver en nooit lang weg. In de 18de eeuw werden stukken grond van het toen nog zeer uitgestrekte heidegebied ingepalmd door arme mensen die er trachtten te overleven. De Franse revolutie op het einde van diezelfde eeuw bracht heel wat onrust mee: jongens moesten dienen in het Franse leger en zwierven rond door heel Europa, van Spanje tot in Rusland. De kerken werden gewelddadig gesloten, het kruis van de toren gehaald, een klok uit de toren gegooid. Eén groot lichtpunt: Kessel wordt samen met de andere Bijvangsdorpen een zelfstandige gemeente. Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 29
Voornaamste gebeurtenissen in de 20ste eeuw 1903: Boring naar steenkool tot op een diepte van 703,60m; zonder resultaat. 1907: Bouw van het sierlijke gemeentehuis. 1908-1912: Bouw van het fort, oorzaak van heel veel ellende tijdens beide wereldoorlogen. 1913: Eerste gasverlichting (enkele lampen). 1914-18: Wereldoorlog. Kessel half verwoest. Negen Kesselse soldaten sneuvelden. 1920-1930: Wederopbouw van het dorp, behalve de kastelen en de houten molen. 1930: Op de wereldtentoonstelling van Antwerpen werd een kerkje gebouwd. 10 mei 1940: De tweede wereldoorlog breekt uit. Iedereen slaat op de vlucht. 14 mei 1940: De kerktoren wordt opgeblazen, bijna onmiddellijk gevolgd door de wederopbouw. 1943: Oprichting tweede parochie in Kessel rond het station dat een jaar later door een inslaande V1 of vliegende bom verwoest werd. 1944: Talloze vliegende bommen vlogen over het dorp; enkele zaaiden dood en vernieling zoals op het kasteel de Bist en in het hart van de Statie waardoor het station en de omliggende huizen vernield werden. 1957: Wijding nieuwe kerk aan Kessel-Statie. 1977: Fusie: Kessel houdt op een zelfstandige gemeente te zijn. Sinds 1212 waren onze dorpen afhankelijk van Lier. Die gedwongen afhankelijkheid van het stadje, noem het gerust een fusie avant la lettre, werd tot grote vreugde van alle inwoners van de vier dorpen opgeheven in 1798. Nadat onze dorpen zelfstandig geworden waren, kwamen ze tot bloei. De lijst van de zelfstandige beroepen in de 19de eeuw bewijst dit ten volle. In de Hollandse periode verbetert het onderwijs. De eerste verharde wegen worden aangelegd en er worden bruggen gebouwd over beide Neten. Voor het einde van de eeuw wordt een gasthuis voor zieke dorpsbewoners opgericht, een patronaat in theatervorm gebouwd, de kerk van binnen en van buiten grondig gerestaureerd. Naast een nieuwe jongensschool komt er ook een meisjesschool. De pastorie krijgt een verdieping. Er wordt een station gebouwd en het dorp kreeg er in feite nog een tweede halte bij op de Kloosterheide, iets voorbij de grens Kessel-Lier (lijn naar Aarschot). Er kwam een statige onderwijzerswoning die gedurende enkele jaren dienst deed als gemeentehuis. In 1898 wordt, als herinnering aan de Boerenkrijg, een monumentje opgericht. Men dacht aan een volwaardig gemeentehuis dat er in 1907 kwam. Kessel gold tot de tweede wereldoorlog, volgens de getuigenis van vele ouderen uit de omgeving, als een voorbeeld voor andere dorpen uit de omgeving. Bijna in elk huis in de dorpskom werd een cafeetje of een winkel uitgebaat. Toch bracht die twintigste eeuw, zoals boven al geschetst, een hoop narigheid en ellende… Men kan zich goed indenken dat de gedwongen fusie in 1977, de zeshonderdjarige afhankelijkheid van Lier indachtig waarin menig proces tegen Lier gevoerd werd door alle Bijvangsdorpen, ondanks hevig protest en de wil van praktisch de hele bevolking heel negatief werd onthaald. De teloorgang van het dorp werd hiermede ingezet. Kessel is nu niet meer dan een gehucht en is opnieuw een dorp zonder geschiedenis geworden. Het telt nu ongeveer 7 300 inwoners, zoveel als het zelfstandig gebleven Vorselaar.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 30
Kerken 1. Sint-Lambertus- of Salvatorkerk (dorp), “een lentebloesem van de Brabantse gotiek” (Ir. Arch. Stan Leurs) De oudste delen van de huidige dorpskerk dateren van het einde van de 13de, begin 14de eeuw. Het was niet de eerste kerk die hier stond. Volgens de traditie was er, voordat er een stenen kerk gebouwd werd, een “tamelijk grote houten kerk”. Toen enkele jaren geleden de verwarmingsinstallatie aangelegd werd, stootte men aan de zuidkant ter hoogte van de preekstoel op een stukje funderingsmuur in bruine ijzersteen die in de beemden en de Nete zelf te vinden is. De muur loopt evenwijdig met de bestaande buitenmuur. Men bouwde rond de houten kerk een grotere in steen. Op die manier kon het oudere kerkje nog een tijd gebruikt worden. Bouwmaterialen werden aangevoerd over de Nete waar een amer of losplaats lag aan de Kil of de benedenloop van de Lindekensbeek naar de Grote Nete. Aan de huidige kerk werd twee eeuwen lang gebouwd. Ze was volledig af in 1500. Het uitzicht is sindsdien weinig of niet veranderd, met uitzondering van de torenspits. Er stond ook een sacramentstoren in en ze was een van de weinige kerken in onze streek met een doksaal. Tijdens de godsdienstoorlogen werd ze meermaals geplunderd en het interieur vernield. De kerk werd flink beschadigd in 1914. In 1940 speelde zich hier een drama af. De toren werd op 14 mei 1940 door het Belgische leger tegen de vlakte gelegd. Tegelijkertijd werd het kerkschip verwoest tot aan de zijkapellen. De heropbouw gebeurde haast onmiddellijk naar het uitzicht van de jaren 1500, met uitzondering van de torenkap waardoor onze kerk van heel ver herkenbaar was. Vermelding in 1377 van de bedevaart naar Salvator of Christus de Zaligmaker, de Heiland, om genezing te bekomen van of gevrijwaard te blijven van hoofdkwalen. De stad Lier vaardigde in dat jaar twee “kaarsendragers” af om mee in de processie op te stappen. Die jaarlijkse traditie bleef bestaan tot in 1577, dus (minstens) twee eeuwen lang. De godsdienstoorlogen maakten hieraan een einde. Fl. Prims noemde Kessel een van de belangrijkste bedevaartsplaatsen van de streek in de 15de en 16de eeuw. De bedevaart stief uit in de jaren dertig van vorige eeuw. Tijdens de laatste decennia van de 19de eeuw werden de barokke altaren vervangen door neo-gotische, gemaakt door de beste kunstenaars van dat ogenblik zoals baron de Bethune, de grootmeester van de neogotiek. De merkwaardige gewelfschilderingen (16de e.) die onder dikke kalklagen verborgen zaten, werden vrijgemaakt en opgefrist. In 1972 startte de kerkfabriek de restauratiewerken. Nu in 2007 moet nog steeds de binnenrestauratie gebeuren. De Sint-Lambertus of Salvatorkerk van Kessel wordt beschouwd als een van de mooiste kerken van de Kempen. In de hitparade (internet) die al enkele jaren loopt, bekleedt ze nu de 21ste plaats tussen 500 genomineerde monumenten verspreid over het hele land, als eerste van alle dorpskerken van Vlaanderen. 2. O.-L.-Vrouw-Koningin van de Vrede (Statie) In 1943 werd in het gehucht dat, voor hier een station gebouwd werd, luisterde naar de zoete naam Suikertoren, een nieuwe parochie opgericht. Na een noodkerk in een toonzaal voor vloeren en een voorlopige kerk in de school, werd in 1956 vlak naast de spoorweg een traditioneel kerkgebouw met een hoge toren opgericht door architect Van Steenbergen. Pastoor Van Hove was de grote, bewonderenswaardige en onversaagde bezieler. Toen zowat alles verwezenlijkt was, zoals het bouwen van een school, een kerk, aankoop van een pastorie, werd hij tot deken benoemd in Zandhoven, een bloeiende en groeiende gemeenschap achterlatend. Kessel-Statie telt nu ongeveer 3 300 inwoners. Kapellen Het Salvatorkapelletje aan de Liersesteenweg staat er al sinds 1650. Door voorbijgangers werd hier vroeger geld geofferd ter ere van Salvator. De twee zuilen naast de deur zijn afkomstig van het doksaal dat 1650 in de dorpskerk werd afgebroken. In het dorp stonden ooit enkele wegkruisen. Het dorp telt nog menig staakkapelletje, allemaal toegewijd aan O.-L.-Vrouw.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 31
Kastelen Het hof van Laken, Terlaken of het oude Kesselhof bevond zich aan de Z.W. kant van het dorp tegen de Lindekensbeek, oorspronkelijk een laak of rivierarm. Het was een dominium of heerlijk goed met lagere rechtsmacht over alle gronden en goederen die ervan afhingen. Die bevonden zich in Kessel, Bevel, Berlaar, Itegem en Lier. Een markante eigenaar in de 16de eeuw was J.B. de Berhty, secretaris van de geheime Raad van Brabant, een man die nauw betrokken geweest is bij de scheiding van de Nederlanden. Een van zijn zonen noemde zich heer van Kessel, Beertem en Merksem. Tussen 1800-1825 werd het kasteel afgebroken en werd er een nieuw gebouwd dat in 1914 door oorlogsomstandigheden verdween en niet meer opgebouwd werd. Het nieuwe Kesselhof werd opgetrokken in 1862-1864. Het bevindt zich in de buurt van de Grote Nete, dicht bij de brug en het welbekende cafeetje de Boekt (Gestel) op de weg naar Berlaar. Het is een ontwerp van een Italiaanse archtitect, die zelf ter plaatse is komen kijken waar het optrekje van jonkvrouw van Praet moest neergepoot worden. Het is inderdaad mooi ingeplant met de voorgevel doelbewust gericht naar het warme zuiden. Overal, op het kasteel, de bijgebouwen, de afsluiting aan de poort, op de sierlijke boogbrug en ook nog op een tweede brug in het park, werden klaverblaadjes sierlijk ingewerkt, wat verwijst naar haar familiewapen. Het kasteel werd lange tijd bewoond door baron J. van Zuylen van Nyevelt, de voorlaatste burgemeester van Kessel. Hij was gehuwd met Marie van de Werve afkomstig van het kasteel Hovorst in Viersel. De Bist werd gebouwd in de 18de eeuw (1743 op zijgevel en op brug) te midden van een groot omgracht gebied. Door het uitgestrekte park en bosgebied werd de spoorweg Lier-Turnhout rakelings langs een van de vijvers aan het kasteel aangelegd en sneed het park, tot grote frustratie van de kasteelheren, doormidden. In de tweede helft van de vorige eeuw werden het park en de omliggende bossen grotendeels verkaveld. Alleen het centrale gedeelte bleef bewaard. In de Allerzielennacht van 1944 stortte een door het afweergeschut geraakte vliegende bom door het dak van het kasteel en ontplofte op de boord van de vijver vlak ernaast. Er vielen zeven dodelijke slachtoffers, Engelse soldaten die hier toevallig gelegerd waren. Het kasteel werd na de oorlog gerestaureerd, maar een noodlottige brand in 1960 vernielde de daken van het kasteel én die van de toren, die met zijn hoog dak beeldbepalend was voor het uitzicht van het landgoed. Jammer dat een deel ervan en vooral het torendak niet meer opgetrokken werd. Het is nu eigendom van de Lierse gasthuiszusters. Tore(n)ven was eveneens een achttiende-eeuws kasteeltje met twee torens gelegen aan een ven. In de volksmond was het in de 19de eeuw gekend als het hofke van de kanunnik. Het werd verwoest in 1914. Op de funderingen werd later villa Toreven opgericht. Het ondertussen verwaarloosde park bleef grotendeels als bos bewaard. Hier verbleef kanunnik du Marteau, lid van het kapittel van Lier tot de opheffing ervan in de Franse tijd. Hij was priester en dokter, maar dit beroep mocht hij van zijn geestelijke overheid niet uitoefenen. Hij verbleef hier tot zijn overlijden. Goorkasteel. Het huidige kasteeltje, opgetrokken in neotraditonele bak- en zandsteenbouw, werd volgens de inventaris in 1874 gebouwd. Een 'ridderzaal' met Vlaamse schouw en een mooie inkomhal zijn de belangrijkste blikvangers in dit gebouw. Voorname hoeven Kessel dat vroeger een echt landbouwdorp was met heel wat hoeven, telt nu nog slechts een paar echte boerderijen. Zeer gekend waren vanouds de Hel, de Bekenhovenhoeve (later omgedoopt in hoeve de Hemel), de Grote en de Kleine Heilige Geesthoeve, de Grote en de Kleine Gasthuishoeven, de Dobbelhoeve, de Vorsterbroekschrans. Al deze hoeven waren in het bezit van Lierse instellingen, zoals het Gasthuis het H.-Geestbestuur en het klooster van Nazareth. De Muizenhoeve was eigendom van een vrouwenklooster gelegen in Muizen (Mechelen). Verder waren er nog de Smoutmolenhoeve, de Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 32
Wielshoeve, ten Dijke, de Berthoeve, ten Dongele, de Blyenhoekhoeve, de Groeshoeve, de Torenhoeve, de hoeven van Laken, de Kerkehoeve, enz. Tijdens de eerste oktoberdagen van 1914 werden een aantal boerderijen en boerderijtjes vernield. Ze werden in de jaren twintig van vorige eeuw heropgebouwd en zijn mooie blikvangers, zoals de Varre, den Haard, de Den, de Putting, e.a. We vermeldden al de hoeven de Hel en de Hemel, er was ook nog een Vagevuur en de Dood … Een van de oudste en allerlaatste monumentale schuren bevindt zich niet ver van de Grote Nete op de Bert (Bart) aan de Wielshoeve. Het gebinte dateert van 1609. De schuur wordt helemaal verdrongen door grote, nieuwe stallen die er rond gebouwd werden. De stal werd bij vergissing niet opgetekend in de bouwkundige inventaris. Schilderachtig hoekje De Vier uiterste(n) waren dan weer vier kleine, aan elkaar gebouwde charmante arbeidershuisjes. Mochten ze er nu nog staan, dan zouden dat echte blikvangers zijn in een omgeving die door een geliefde onderwijzer “het begijnhof van Kessel“ genoemd werd. Daar bevonden zich rond een kleine driehoekige ruimte naast de Vier uiterste(n) ook het hoge schoolhuis (19de eeuw), gedurende enkele jaren het eerste officiële gemeentehuis van Kessel, enkele renteniershuizen en - wat er nu nog rest - het mooie villaatje aan de Berlaarsesteenweg, rechtover de Sint-Lambertusstraat. Een houten huis stond binnen de “erfdienstbaarheden” van het fort, in de volksmond “villa sevitude” genoemd. Andere houten huizen werden opgericht na de eerste wereldoorlog om de woningnood op te vangen. Ze stonden onder andere aan de Ringstraat. Landschap Kessel krijgt in het wandelboek van de gekende volksschrijver Wim Van Gelder tien op tien wat het landschap betreft. Toch is er al heel wat verloren gegaan aan verkavelingen zoals het park en de bossen van de Bist. Jammer dat ook enkele dreven naar de kastelen verdwenen, zoals de één kilometerlange dreef naar het nieuwe Kesselhof. Wat de bebouwing zelf betreft is het bijzonder spijtig dat het dorp geteisterd wordt door lintbebouwing en appartementsblokken. En die tien op tien? In “Avontuurlijk wandelen in de vallei van de Kleine Nete” schrijft Wim Van Gelder over een wandeling die begint aan de dorpskerk van Kessel ”…in een van de mooiste, meest Kempische gemeenten, namelijk het al te vaak onderschatte dorp(je) Kessel, gelegen op nauwelijks vier kilometer van Lier te midden een onwaarschijnlijk mooie, en voor de stadsmens wellicht totaal onbekende omgeving. Kessel was ooit een centrum van de diamantindustrie. Het dorp is gelegen tussen de Kleine en de Grote Nete, Kessel verdient een schoonheidsprijs…” Gelukkig is er ook nog het beschermde heidegebied met wandelbos aansluitend op de moerasbossen van het Goor; de beide Netedalen en de nog gave zuidkant van het dorp; de Bogaertsheide en de Bart (Bert). Bevolking, groei en bloei… en afgang Hier heeft men weinig of geen zicht op bij gebrek aan archieven. Voor de haardtelling van 1496 tellen de tentmeesters van Kessel slechts 33 bewoonde huizen, waarvan 20 bewoond door behoeftigen … “Is hunne opgave juist – wij betwijfelen het met reden – dan moest Kessel voor een van de armste parochiën van gansch Brabant doorgaan”. (Stockmans). Sommige gekende cijfers zijn momentopnamen. De periodes voor of na een telling kunnen heel anders geweest zijn te wijten aan oorlogen (vlucht), hongersnood, besmettelijk ziekten… Vanaf 1585 beschikken we over gegevens opgetekend in de kerkregisters. Enkele jaren springen in het oog, zoals bijvoorbeeld 1746. Niet minder dan tachtig sterfgevallen staan in dat jaar genoteerd, waarvan bij veertig in het overlijdensregister ex dysentera, dysenterie of buikloop, staat geschreven. Dit betekent dat tijdens dat rampenjaar ongeveer 1/10de van de Kesselse bevolking ten grave werd gedragen. Zo zijn er nog voorbeelden aan te halen dat de pest en andere besmettelijke ziekten vele, zeer vele slachtoffers maakten. Toch groeit wat later de bevolking weer aan door het vrijgegeven van het heidegebied waar arme mensen een hutje mochten bouwden en er trachten te overleven.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 33
OLEN Algemeen "Nooit heeft de Kempen iets gedaan of Olen is kloek meegegaan " zo staat geschreven in het Zegen-vaen der Brabandsche Vryheyd plegtiglyk opgeregt in het aloud Graefschap van Oolen den 4 Juni 1790. Vele Kempische gemeenten hebben schitterende juweeltjes: een statige lakenhalle, een subliem kerkgebouw, een abdij of een oud kasteel. Olen had dat niet en wellicht daarom was en is het nog een typisch Kempisch dorp en bleef het oude Frankische driehoekig dorpsplein zo mooi bewaard. Er is meer: de boeren van Olen en de pot van Keizer Karel hebben het dorp ver over zijn grenzen bekendheid gegeven en zijn naam uitgedragen. Er wordt wel eens geglimlacht met de vrolijke verhalen van de lompe boeren van Olen. Maar u zou zich kunnen vergissen. Onderhuids zit de Kempische humor en de Olense levenslust. Het leven was hier vroeger arm en karig. De Kempische boer op deze onvruchtbare zandgrond zou er de moed bij verloren hebben, was er niet zijn humor, deze levenselixir, die hem de moed gaf om het hoofd recht te houden en als mens door het leven te gaan. Al deze grappige verhalen van schalkse humor en tintelende levenslust van de Kempenaar concentreerden zich rond Olen en gaven er een ziel aan. Wat Tijl Uilenspiegel was voor de streek van Damme en Reinaert de Vos voor het Land van Waas, dat waren de boeren van Olen voor de Kempen. Algemene beschrijving. 51°08’42” noorderbreedte en 4°51’32” oosterlengte of 204 kilometer noord en 185 kilometer oost in het ruitennet Lambert 72 zijn de coordinaten waarmee u deze gemeente op de wereldbol kunt ontdekken en voorkomen dat u het zou verwarren met 0len, een gehucht van Son en Breughel in het Nederlandse NoordBrabant of 0len in het westen van Noorwegen of de bergpas colle d'Olen in de Italiaanse Alpen, waarmee ons Olen geen enkel verband heeft. Het ligt als een halve maan oostelijk rond Herentals, ontsnapte als bij wonder aan de fusie van gemeenten en telt drie parochies Sint Martinus, Onze-Lieve-Vrouwen Sint -Jozef dat zich ook uitstrekt op Geels grondgebied. De gemeentegrenzen geven een onregelmatig beeld: ten noorden vormt de Kleine Nete de gemeentegrens met het oude Lichtaart en deels met Herentals maar voor het overige zijn er geen natuurlijke grenzen noch met Westerlo ( het oude Oevel en Tongerlo) of Herentals (voorheen Noorderwijk). Op 1 januari 2007 telde Olen 11.467 inwoners en ongeveer 4.583 huizen. Olen heeft een oppervlakte van 2310 hectare en is gelegen tussen de vallei van de Kleine Nete ten noorden en deze van de Grote Nete ten zuiden. De rug van de gemeente loopt over de west-oost as Herentals-Geel-Punt en is alzo de waterscheiding: het zuidelijk gedeelte watert af via de Langelloop, de Honingloop, de Vennekensloop, de Keyningestraatloop langs het Kasteel van Noorderwijk, de Riddersbergloop en de Wimp naar de Grote Nete en het noordelijk gedeelte via de Gerhezeloop, de Knuitersloop, de Bauwensloop, de Demerloop, de Melkerijloop, de Meirenloop en de Bankloop naar de Kleine Nete. De beide Neten vloeien samen in Lier, de waterpoort van de Kempen en zo via de Schelde naar de Noordzee. Ook zijn er te 0len twee bevaarbare kunstmatige waterlopen: de Kempisch vaart uit 1865 die langs de Heibloem de Schelde met de Maas via Maastricht verbindt en het Albertkanaal uit 1940 als rechtstreekse verbinding tussen Antwerpen en Luik voor ondermeer grote duwvaartstellen en kustvaarders. Verder is er sinds 1961 de Boudewijnsnelweg met zijn afrit 22 die met zijn aanpalende industrieterreinen de prachtige landelijk omgeving van Hoogbuul omschakelde en naast een vroeger ongekende verkeersdrukte ook welstand en een nieuwe mobiliteit voor de bevolking meebracht. Ten slot is er de spoorweg Herentals-
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 34
Münchengladbach, ook Ijzeren Rijn genoemd, met een druk bereden traject maar die lokaal rond "de Statie" geen grote betekenis meer heeft. Onze streeknaam “Kempen” duidt er op dat er hier geen grote steden waren en de bevolking eerder in kampen of gehuchten woonde. Elk gehucht was een zelfstandigheid, een economische structuur waarin ieder en alles een functie, een rol moest vervullen om te leven en te overleven. Akker, broek en aart zijn de drie bouwstenen van elk Kempisch gehucht. Zo vindt men in Olen een hele paternoster van gehuchten en plaatsen met namen waarvan de betekenis niet direct wordt begrepen maar waarmee men zich nu nog een beeld kan vormen hoe Olen er voor honderdenjaren geleden uitzag: 01en, destijds Od(woest)-Lo(beboste plaats), Buul (Bo-Lo), Boekel (boekel-lo : beuken-bos), Heiblok, Gerheiden, Heibloem, Venheyde, Paepenblok, Smoldersblok, Willaert (aart =gemeenschappelijke cijnsgrond), Boekelse aert, Mommaert, Verloren cost of Dierentijd. Wanneer men dan onverwacht aankomt in "de Cité" (fabriekswijk 1912-1960) of op Teunenberg (oud Engels militair kamp uit 1950 thans evenementencentrum en een pareltje van Kempisch landschap) ervaart men dat de wereld en ook 0len een voortdurende evolutie is. Wapenschild
Tijdens het Hollands bewind in 1816 bekwam de gemeente het vierdelig wapenschild. Het wapen werd bij Koninklijk Besluit van 25 mei 1838 bevestigd. Deel 1 en deel 4 zijn van lazuur met een gouden ster, deel 2 en deel 3 zijn van lazuur met 3 schuinbalken van zilver. Logo
De symbolen in het gemeentelijk logo stellen Olens belangrijkste troeven voor: toerisme, natuur en industrie. Het blauwe vierkant met de gestileerde pot verwijst naar hét uithangbord van Olen: de pot met drie oren. De Keizer Karellegende is bekend tot buiten de landsgrenzen. Olenaars staan ook bekend als Boerkes. In een breder kader verwijzen de pot en zijn drie oren ook naar de geschiedenis en de cultuur in Olen. De goede bereikbaarheid van de gemeente, gecombineerd met diverse bezienswaardigheden en evenementen, lokken elk jaar nieuwe bezoekers. De tweede troef wordt uitgebeeld door een boomblad in een groen vierkant dat de natuur symboliseert. Olen is een gemeente met een groen karakter: 16% bestaat uit bos, 43% uit velden en weilanden. Natuurliefhebbers en sportievelingen kunnen hier hun hartje ophalen en genieten van verschillende fietsroutes en wandelpaden. De derde tekening ten slotte, is een oranje vierkant met het dak van een fabriekshal. Dit verwijst naar de industrie want 17% van het grondgebied wordt ingenomen door grote en/of internationale bedrijven en handelaars.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 35
VORSELAAR Vorselaar is gelegen in de Kempen, in het hart van de Belgische provincie Antwerpen, ongeveer 25 kilometer ten oosten van de stad Antwerpen. Kerkelijk behoorde de Vorselaarse Sint-Pietersparochie in de Middeleeuwen aan het kapittel van Kamerijk en was ze de moederparochie voor Lille en Poederlee. Eind 13° - begin 14° eeuw kwam Vorselaar wereldlijk aan de Heren van Rotselaar, kasteleins van de hertogen van Brabant. Deze bouwden een waterburcht nabij de weg Antwerpen-Turnhout, vermoedelijk een onderdeel van de handelsweg naar Keulen. In de 16° eeuw kwam de heerlijkheid onder het bewind van Cornelis van Bergen en vervolgens onder de Arenbergers, die meestal elders verbleven en het dorp bestuurden via de drossaard. In 1663 werd Vorselaar door Karel Eugeen van Arenberg verkocht aan Jan-Baptist Proost, raadsheer bij de Raad van Brabant. In deze periode werd het kasteel herbouwd en werd het domein aangelegd met veel dreven. Onder andere door deze investeringen kwam de familie Proost in financiële problemen en werden dorp en kasteel in 1716 verkocht aan Phillipe Lodewijk de Pret, oud-burgemeester van Antwerpen. Diens dochter Annemarie trouwde met Karel-Philips van de Werve, lid van een belangrijk Antwerps geslacht, die in 1768 van keizerin Maria Theresia de titel van graaf ontving. De familie van de Werve verbouwde het Vorselaarse kasteel tot een smaakvol waterslot in een uitgestrekt domein. De macht van deze familie werd gesymboliseerd in de kaak op het marktplein. In 1898 trouwde Maria-Louise van de Werve met baron Eduard de Borrekens. Tot omstreeks 1900 was Vorselaar bijna volledig agrarisch. Nadien deed de diamantnijverheid haar intrede, een activiteit die de laatste decennia teruggelopen is. De laatste 20 jaar werd Vorselaar toenemend een woondorp. Impressie over Vorselaar Dat een dorp als Vorselaar een zeer rijk verleden kent, staat buiten kijf. Denk maar aan ons bezienswaardig kasteel, de oude kaak, het moederklooster, onze parochiekerk, de vele kapelletjes. Begin twintigste eeuw was Vorselaar nog een stille, landelijke gemeente. De rust werd af en toe verstoord door het geratel van boerenkarren op de harde kasseien. De schaarse bezittingen bestonden uit enkele schapen, geiten en enige magere koeien. De arme Kempische heidegrond vergde zware inspanningen van de dorpelingen. De arbeiders pendelden naar Antwerpen of naar de steenfabrieken in Beerse. De kleine huisjes getuigden van een weinig weelderige toestand in ons dorp. Rond 1905 kwam er een kentering. Een paar inwoners die het diamantslijpen in Antwerpen geleerd hadden, maakten “het steentje” meer en beter bekend. Ook de vrouwen vonden stilaan werk in de fabrieken. De kleine huisjes ruimden plaats voor nettere werkmanswoningen. Na 1925 kwam dan de grote bloei in de diamantnijverheid. Het eerste openbaar vervoer, een autobusdienst, werd in ons Kardinaalsdorp in 1947 ingevoerd. Kenmerkend in Vorselaar zijn de sterke gehuchten en kernen. Sassenhout, Heiken, Vispluk, Pallaaraard en Lovenhoek zijn maar enkele voorbeelden. In die wijken was er een sterke gehucht-/buurtwerking en ontstonden kapelletjes, de ‘beus’ (samen vrije tijd doormaken op straat, o.m. met volksspelen), enz. Van karakter zijn onze voorouders vroom, voornamelijk in hun devotie tot O.L.Vrouw. De vele kapelletjes in onze wijken en gehuchten zijn daar nog steeds het voorbeeld van. Het samenhorigheidsgevoel van de gebuurten was zeer sterk en uitte zich in processies, kermissen, … Folkloristisch heeft Vorselaar de Lichtmis-koopdag, het nieuwjaar zingen, de mei op het dak, wat telkens veel volk op de been bracht. Het einde van de oorlogsjaren betekende telkens een onvoorstelbare vreugde voor de bevolking. Er werd gefeest en gestoet en de uitbundigheid kende geen grenzen. Tamelijk vlug zijn de littekens van deze sombere tijd vervaagd. Vorselaar is nu nog steeds een schoon dorp: schoon om af te kijken, schoon om in te wonen. De zeer talrijke verenigingen groeien en bloeien. Het is er goed om wonen.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 36
** Dorpsgeschiedenis en economische geschiedenis GROBBENDONK Grobbendonk was een slijpersdorp. Gedurende driekwart eeuw kende de diamantbewerking een ruime belangstelling. Het Kempisch Kanaal was de eerste verkeersas door het dorp. De aanleg startte in 1843. Aanvankelijk voeren de schepen van het kanaal naar de Nete, maar vanaf 1856 ging het rechtdoor naar Antwerpen. Op het einde van de 19de eeuw werd door de Kempische Stoomtram Maatschappij een tram- lijn (de lijn Heist-op-den-Berg/Broechem/Antwerpen) aangelegd. Aan de westkant van het Astridplein was er goederenoverslag. Door deze 2 verkeersassen kwamen er enkele bedrijven, voornamelijk opslagplaatsen van grondstoffen voor de bouwnijverheid. In de 19e eeuw werd ijzererts ontgonnen in de weilanden langs "Nete en Aa", de bodem hier is ijzerhoudend. De ontginning was vrij aanzienlijk, daar zelfs ijzerertsschepen regelmatig vrachten naar de hoogovens van Charleroi brachten. Het ijzeroer werd trouwens in de Romeinse tijd bij ons aangewend voor het vervaardigen van gebruiksvoorwerpen, het aan- leggen van wegen en het bouwen woningen en tempels … Sedert de mechanisatie van de ontginningsmethoden en wegens het geringe ijzergehalte werd de ijzerwinning stopgezet. Vanaf ca. 1885 veroverde de diamantindustrie geleidelijk de Kempen vanuit Antwerpen: in Grobbendonk ontstonden drie fabrieken met afzonderlijke werkzalen voor de sorteerders, de klovers, de zagers en de slijpers. Grote machinekamers dreven enorme stoom-, gas- of elektrische motoren aan die de diamantbewerkingsmachines deden draaien. Deze industrie, die een enorme weerslag had op de plaatselijke sociale ontwikkeling, kende haar hoogtepunt in 1978-1926. In de jaren 1926-1930 ging het echter minder goed zodat de fabrieken hun deuren sloten en de huisnijverheid een aanvang nam. Tot na de tweede wereldoorlog werd er veel aan huisnijverheid gedaan. Toen stelde men vast dat in de bedrijven een hervorming moest worden doorgevoerd. De diamantbewerker moest toen zijn eigen ‘molentje’ verlaten en terug zijn intrek nemen in de fabriek. Van beeldbepalend maar vooral van groot economisch belang was de aanleg van het Albertkanaal in de jaren 1930 en de Boudewijnsnelweg in 1958. Door deze twee ingrepen werden een aantal industrieën naar Grobbendonk gebracht. Vanaf hier begint nu een lint van industrieterreinen doorheen de Kempen. De scheiding met Bouwel wordt er evenwel door benadrukt.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 37
LILLE ** Lille Midden XIX waren er in Lille een kaarsenfabriek en twee brouwerijen; ca. 1900 was vooral de landbouw belangrijk; de klompenmakerij werd beoefend als huisnijverheid; naderhand is de gemeente uitgegroeid tot diamantcentrum. Tot op heden vrij landelijke gemeente met als voornaamste verkeersas de Wechelsebaan - Rechtestraat Poederleese weg; deze as doorsnijdt de gemeente van N.W. naar Z.O. en heeft ongeveer halverwege een aftakking in N.O.-richting, meer bepaald de Gierlebaan die de rechtstreekse verbinding vormt met het centrum van Gierle. De dorpskern van Lille bevindt zich in het Z., relatief dicht bij het centrum van de deelgemeente Poederlee. Het is vnl. in deze omgeving tussen beide dorpscentra, dat de laatste decennia nieuwe woonwijken werden ingeplant, zowel met residentieel als sociaal (Beek) karakter. Ook het gebied juist ten N. van de kern werd ingepalmd door woonwijken uit XX d. Beeldbepalend in het centrum, ten Z. van de kerk, o.m. ter plaatse van het voormalige klooster en rustoord van de zusters apostolinnen, is het verzorgingscomplex Lindelo v.z.w., uit de jaren 1980-1990 met o.m. serviceflats n.o.v. L. Vanhout. De gordel die het centrum omgeeft behield vooralsnog zijn landelijk karakter met uitzondering van de K.M.O.-zone "Achterstenhoek" net ten Z.O. van de aansluiting op de autosnelweg E 34, die de gemeente in het N.W. doorkruist. Lille bleef ook rijk aan groene zones: ten N.W. van het centrum, nabij de grens met Wechelderzande en ten Z. van de E 34 bevindt zich de Vallei van de Kindernouwbeek, een intact voorbeeld van een oude landschapsstructuur en -opbouw in een Kempens valleigebied van een laaglandbeek; typisch is het percelenpatroon als gevolg van de plaatselijke turfontginning; het landelijke karakter wordt er geïllustreerd door zandwegen met brede bermen, houtkanten en bomenrijen, evenals door smalle percelen. Hierbij aansluitend in het meest N.W.-deel van Lille en afgescheiden van de rest van de gemeente door de E 34, liggen het natuurreservaat van de Visbeekvallei en nabij de grens met Gierle de z.g. "Rollekensbergen", een beboste stuifduinketen; in deze omgeving bevindt zich ook de z.g. "Achtzalighedenboom", een merkwaardige alleenstaande den met zeven stammen, die reeds in 1910 een vermelding kreeg; oorspronkelijk met acht stammen, cf. benaming, doch één ging verloren tijdens de oorlog. De nabijgelegen z.g. "Heksenboom", een grove den, werd geveld in 1984, maar kreeg een gedenkteken in 1990. ** Gierle De woonkern van Gierle is tot op heden nagenoeg volledig omgeven door een groene gordel: in het N.-deel van de gemeente, op de grens met Vosselaar en Beerse bevond zich eertijds het Grotenhoutbos, één van de oudste loofhoutbossen van België; thans rest hiervan nog enkel het Gierlebos. Tijdens de Middeleeuwen was dit Grotenhoutbos één van de jachtwaranden van de hertogen van Brabant; het gebied was met dreven doorsneden, rijk aan wild en voorzien van een grote variëteit aan bomen. Tegelijkertijd leverde dit bos het hout dat nodig was voor de bouwnijverheid in het Land van Turnhout. De nodige heraanplantingen werden evenwel niet zo regelmatig uitgevoerd; in XVII gebeurden wel grote dennenaanplantingen. Tijdens het Franse bewind als nationaal goed verkocht aan de Prins van Monaco en de familie de Merode, in 1914 aan de Prins en de Hertog d'Arenberg; diens kinderen verkochten het bos aan de Maatschappij "Généraux des Charbonnages du Borinage"; talrijke bomen werden toen gerooid voor de mijnbouw; het slopingswerk werd verder gezet door de volgende eigenaar, de Maatschappij Bernheim. In 1929 kocht Victor Bracht het domein, en begon met de aanplant van 250.000 bomen; er kwam een modelboerderij, thans volledig gerenoveerd, en ontwateringswerken werden uitgevoerd. Heden resten nog ca. 270 ha van het oorspronkelijke bos. In het N.W., van de rest van Gierle afgesneden door de E 34, bevindt zich het recreatiedomein "De Lilse Bergen", uitgebouwd in de jaren 1980 en "Het Gielsbos", een tehuis voor mindervaliden, een monumentaal ensemble gestart in 1976 n.o.v. J. Fuyen en ir. Van de Wiele. De O.grens van de gemeente wordt gevormd door de beemden van de Aa en in het Z. zijn er de bossen van de Zandhoevenheide. Her en der zijn er nog sporen van landelijke bedrijvigheid, veelal in vorm van aangepaste hoeven. Het centrum van de gemeente daarentegen heeft een duidelijke woonfunctie. Het Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 38
ovale dorpscentrum, de z.g. Singel, vlg. literaire bronnen van Frankische oorsprong, is gelegen op de kruising van de banen Turnhout-Lille-Herentals en Beerse-Tielen-Lichtaart; deze banen, die de hoofdassen vormen van het huidige wegennet, doorsnijden de gemeente van N.O. naar Z.W. en van N.W. naar Z.O. Gierle bezit thans één van de best bewaarde dorpscentra van de Kempen: centraal op de Singel staat de dorpskerk, omgeven door een gordel van kastanjebomen; een groot deel van de oorspronkelijke dorpsbebouwing werd vernield door oorlogsgeweld, desondanks bleven diverse mooie panden behouden in de aaneengesloten bebouwing. Ten N.W. van het centrum bleef een intacte bovenkruier bewaard van 1837; in de onmiddellijke omgeving ervan bevindt zich het industriële complex van de melkerij en zuivelfabriek "Kempico", Melkerijstraat nr. 1, niet direct passend in het overigens karakteristieke Kempische dorpscentrum. Ten Z.W. van het centrum bevindt zich de vrij monumentale kapel van het voormalige "Pensionaat der Religieuze Ursulinen", een unieke getuige van de wereldwijde vermaardheid van het toenmalige instituut. Ten Z. van het centrum werden in de periode 1964-1966 de eerste sociale woningen opgetrokken in opdracht van de Turnhoutse Maatschappij van de Huisvesting en dit n.o.v. C. Vanhout en P. Schellekens (646). ** Poederlee Tot op heden landelijke gemeente met N.-gelegen dorpscentrum, relatief dicht bij de dorpskern van de N.buurgemeente Lille. De hoofdas van het huidige wegennet wordt gevormd door de Lilsesteenweg - Dorp Herentalsesteenweg, met ter hoogte van de kerk een aftakking naar Lichtaart, de Lichtaartsesteenweg. Het oorspronkelijke bos- en heidegebied moest gedeeltelijk wijken voor residentiële villabouw; zo ontstonden in de loop van XX B nieuwe wijken o.m. in de omgeving van de Galgenberg in het N.W. (Beukenlaan, Berkenlaan,...), ten N.O. (Kardinaal Cardijnlaan, ...) en ten O. (De Busseltjens, De Nieuwe Wijngaard vanaf 1990, ...) van het centrum. De resterende oppervlakte wordt nagenoeg volledig ingenomen door weiland en akkers voor voedergewassen. Ten Z.O. van de kern wordt dit landelijke gebied van N.O. naar Z.W. doorsneden door de Aa en verder naar het Z.O. door de spoorlijn Herentals-Turnhout. In de Aa-vallei bleven nog mooie beemdlandschappen bewaard, terwijl ten Z.O. van vermelde spoorlijn diverse weekendzones werden ingeplant in de bosrijke omgeving. In het N.W. van de gemeente, op de grens met Lille ligt een authentieke galgenberg, een natuurlijke heuvel van 26 m, waar in 1576 het laatste vonnis werd voltrokken. In het Z., tussen Aa en Slootbeek, bleef de z.g. "Ouden Hofberg" bewaard, een motte van ca. 20 m doorsnede, omgeven door een droogstaande gracht en begroeid met eiken; deze motte was eigendom van de heer van Poederlee en bevond zich ca. 300 m ten Z.W. van het naderhand gebouwde, doch thans verdwenen kasteel van Poederlee, waar vanaf de jaren 1970 reeds meerdere opgravingscampagnes werden uitgevoerd en diverse vondsten aan het licht kwamen, o.m. een vroeg-middeleeuwse waterput, middeleeuws vaatwerk en muntstukken. ** Wechelderzande Tot op heden landelijke gemeente, van west naar oost halverwege doorsneden door de Oostmalsebaan Gebroeders De Winterstraat met centraal gelegen dorpskern. Ten N. van deze verkeersas behield Wechelderzande voor een groot deel zijn bosrijk karakter met diverse campings en weekendzones, terwijl het Z. meer landelijk van uitzicht bleef en sedert 1973 doorsneden wordt door de E 34 Antwerpen-Turnhout. De bewoning is geconcentreerd in het centrum met ten Z.O. een sociale woonwijk uit XX d (Boonhof). Nabij het centrum beeldbepalende houtbedrijf van 1937 (Beulk nr. 5).
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 39
NIJLEN **Het diamantverleden van Nijlen, Kessel en Bevel In 1876 bracht Jan Edward Claes uit Borgerhout de diamantbewerking naar Nijlen. Na enkele jaren gewerkt te hebben aan de thuismolen, die door zijn Nijlense echtgenote Joanna Lieckens werd aangedreven, bouwde hij in de jaren 1885-1886 een slijperij met 16 molens op de Kesselsesteenweg. In de slijperij gingen de eerste Nijlense slijpers aan de slag. Zij leerden in de volgende jaren de stiel aan aan de jongere generatie en werden meestal zelf zelfstandig patroon. Voor de Eerste Wereldoorlog werden er in Nijlen alleszins nog 13 slijperijen geopend. In 1890 bouwden Alfons en Maarten Quadens, die het vak in Antwerpen hadden geleerd, een slijperij met een twintigtal molens in de Nonnenstraat. Ook zij speelden hun vakkennis door aan vele jonge Nijlenaars. Andere pioniers in Nijlen waren: Philip Breugelmans (1902), Sander Dom (1903), familie De Sweert (1904), familie Broechoven (1904), familie Smets-Faes (1904), Gustaaf De Schutter (1908), familie Van Tendeloo (1910), Alfons Sels (1910), Petrus Lieckens (1910), familie Derboven-Van Rompaey (1910), Desiré De Loncker (1912) en familie Smets-Mariën. In 1913 vinden we met Sander Dom voor het eerst een Nijlenaar terug op de ledenlijsten van de Antwerpse Diamantclub. In Kessel werd er voor de Eerste Wereldoorlog nog geen diamant geslepen in grote fabrieken. De stiel werd echter al wel door een aantal mensen uit Kessel uitgeoefend. De eerste kleinere diamantwerkplaats werd in 1919 gebouwd. Een jaar later volgde er een tweede slijperij, waar 40 à 50 mensen aan het werk gingen. De eerste Bevelse slijperij werd in 1924-1925 door Gust Vercammen opgericht. Met de komst van de elektriciteit zou het aantal slijperijen in Nijlen, Kessel en Bevel aanzienlijk toenemen. In 1940 telde Nijlen bijvoorbeeld een 80-tal slijperijen. Na de oorlog ging het succesverhaal van de diamantnijverheid gewoon voort. Pas rond 1960 werd de terugval van sector ingezet. Met de oprichting van het Githo in 1965 probeerde Nijlen tevergeefs om het tij alsnog te keren. Op dat moment waren er nog 203 vergunde diamantwerkplaatsen in de gemeente. In 1999 telden Nijlen, Kessel en Bevel respectievelijk nog 22, 13 en 3 diamantslijperijen. Op dit moment zijn er nog een tiental. Het juiste aantal mannen en vrouwen die in de jaren ’50 en ’60 in Nijlen, Kessel en Bevel diamant bewerkten in moeilijk te achterhalen, omdat vele vrouwen thuis ‘in het zwart’ werkten. Algemeen wordt aangenomen dat er in die ‘goede tijden’ ongeveer 2000 inwoners van Nijlen, Kessel en Bevel officieel in de diamantsector tewerkgesteld waren. Hierbij moeten ongeveer 200 à 300 thuiswerkers worden bijgeteld. Verder waren bijvoorbeeld ook nog de ‘schijvenschuurders’, die wekelijks van fabriek tot fabriek trokken om de ‘afgewerkte’ schijven op te halen, te ‘schuren’ en als nieuw terug af te leveren. In de beginjaren van de nijverheid moesten de slijpers hard en lang werken. In de zomer en de winter werd er respectievelijk van 6u tot 19u en van 6u30 tot 19u30 gewerkt. Alleen op zondag werd er gerust. Reglementen die werktijden, veiligheid en lonen bepaalden, bestonden niet. Onder druk van de vakbonden zou het statuut van de diamantarbeiders stilaan verbeteren. Eind jaren 1930 bijvoorbeeld werd in de diamantsector de 40-uren werkweek ingevoerd. Na de goede naoorlogse jaren is de neergang van de diamantnijverheid in de Kempen begonnen. Veel slijpers verlieten het vak omwille van de dalende werkgelegenheid. Ze trokken naar firma’s zoals Renault, General Motors en Van Hool of gingen aan de slag in de ‘Engelse kampen’ van Grobbendonk of Emblem. Met heimwee keken de slijpers terug naar de speciale sfeer die er in de vroegere jaren in en rond de Kempense diamantwerkplaatsen hing.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 40
**Het oorlogsverleden van Nijlen, Kessel en Bevel Eerste Wereldoorlog De -in onze gemeente- aanwezige soldaten beginnen de schootsvelden van het fort vrij te maken en de verdedigingslinie in de intervallen tussen de forten in te richten, bomen werden omgehakt, loopgraven gegraven en prikkeldraadversperringen opgericht. In Kessel zullen hiervoor 100 huizen worden vernield, één daarvan is het mooie kasteel Terlaken. Op 4 augustus 1914 overschreed een 640.000 man sterke Duitse troepenmacht onze grens en ons land wordt in de oorlog gedwongen. De Duitse troepen komen alsmaar dichter bij, en de soldaten nemen aan beide zijden van het fort hun gevechtsposities in en brengen de nacht door in de loopgraven. Onze gemeente werd overspoeld door vluchtelingen, de Duitsers moesten zeer dichtbij zijn. Als het fort op 29 september begint te schieten weten de Kesselaars dat het nu menens wordt en ze slaan op de vlucht. De eerste Duitse verkenners worden waargenomen op 18 september aan Hullebrug, er volgt een gevecht met een Belgische voorpost en twee Duitsers worden gevangen genomen, één Belgische soldaat wordt gedood. De rest van de Duitsers kan ontsnappen en verschuilt zich in de omgeving van Kruiskensberg waar ze op 26 september ontdekt worden door een Belgische patrouille, er volgt een vuurgevecht waarbij een Belgische soldaat gewond raakt. Dit is voor de Bevelse bevolking de aanleiding om op de vlucht te gaan. Op 29 september bezetten de Duitsers Bevel maar ze worden teruggedrongen door onze soldaten tot op het grondgebied van Itegem. Op 30 september worden er Duitsers gezien in Bouwel en Berlaar. Die nacht schiet het fort op Nijlen, Bevel, Berlaar en Gestel. In Nijlen wordt het bijgebouw van de pastorij vernield, het rusthuis en enkele woningen worden beschadigd. Een man wordt gedood en er vallen enkele zwaar gewonden onder de inwoners. Die nacht vliegt een Duitse zeppelin over de loopgraven en laat vijf bommen vallen in de omgeving van het fort. In de vroege morgen van 1 oktober beschieten de Duitsers de kerk van Bevel en de kerk van Nijlen die volledig uitbrandt. De Nijlenaars slaan in paniek en gaan op de vlucht. In de loop van de dag neemt het fort de bruggen over de Grote Nete onder vuur. Acht waarnemers uit de kerktoren van Bevel en een peloton Cyclisten die de houten molen op de grens met Nijlen bezetten, keren terug omstreeks 13.00u. De commandant van het fort van Kessel geeft het bevel om de molens van Nijlen in brand te steken. Het bevel wordt strikt uitgevoerd. Tegen de avond vinden in Nijlen de eerste gevechten plaats tussen Belgische en Duitse troepen. Vrijdag 2 oktober herneemt de beschieting van de kerktoren van Bevel en omstreeks 10 uur stort de torenspits naar beneden, er vallen ook twee obussen op de kerk, enkele woningen en een school in de omgeving worden zwaar beschadigd. Rond drie uur in de namiddag beschieten de Duitsers de molen en de kerk van Kessel-dorp. In het schietduel tussen de Duitse kannonen die opgesteld stonden in Heist o/d Berg en Kessel Fort worden te Bevel twee boerderijen vernield. Eén café aan ’t veer werd door de Duitsers geplunderd en in brand gestoken. Dezelfde dag nemen de Duitsers Bevel in. Op 3 oktober worden er in de omgeving van onze gemeente Duitse wielrijders waargenomen, ze gebruiken vrouwen en kinderen als menselijk schild. In Kessel worden het fort, de loopgraven, het station, kasteel de Bist, kasteel Torenven en de weg van Kessel naar Emblem onder vuur genomen door de Duitse kanonnen. De forten van Kessel en Broechem beantwoorden het vuur. De 4e oktober om 6.00u ’s morgens begint de beschieting van het fort van Kessel met het “Dikke Bertha” geschut. Volgens Duitse bronnen werden er 107 zware projectielen afgevuurd, wat neerkomt om bijna 71 Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 41
ton explosieven. De aankomst van elk projectiel wordt aangekondigd door een oorverdovend lawaai. Bij de ontploffing wordt het gehele fort hevig dooreen geschut en er ontstaan scheuren in de muren en gewelven, op sommige plaatsen wordt de vloer omhooggetild, elders storten stukken beton, soms meerdere tonnen zwaar naar beneden. Gewelven worden doorboord. Geschutskoepels worden geraakt en buiten gebruik gesteld. Door de luchtverplaatsing worden de manschappen omvergeworpen of tegen de muren geslingerd. Giftige gassen en het cementstof veroorzaken braken en verstikkingsverschijnselen. Rond 9.00u wordt het fort verlaten door zijn bemanning. Fort Broechem blijft de ganse dag op het fort en op het dorp van Kessel vuren. Omstreeks 18.00u hebben alle Belgische troepen onze gemeente verlaten en worden de bruggen over de Kleine Nete in Emblem opgeblazen. De Duitsers bereiken omstreeks 19.15u de omgeving van het fort en voeren er een verkenning uit en keren daarna terug naar Itegem. De 5e oktober om 8.00u ’s morgens staan de Duitsers terug voor het fort dat nog steeds onder vuur wordt genomen vanuit fort Broechem. Een kwartiertje later is het fort in Duitse handen. Het Fort van Broechem dat zelf zwaar wordt beschoten, blijft nog op verschillende punten in onze gemeente schieten, maar het mag niet meer baten. Omstreeks 17.00 is Nijlen bezet door de Duitsers. Op 6 oktober om 13.00u verlaten de Belgen de stellingen langs de Kleine Nete en trekken zich terug naar de IJzervlakte. Op 11 november omstreekt 11.00u kwam er einde aan de verschrikkelijke oorlog. Tweede Wereldoorlog Op 10 mei 1940 tussen 00.45 en 03.00u wordt er alarm geslagen bij de verschillende onderdelen van het 4e Legerkorps die hun gevechtsposities innemen. De 15e Infanteriedivisie plaatst zijn commandopost in het kasteel van de Bist te Kessel, de staf van 3e bataljon/31 Linieregiment in de jeugdherberg, de staf van het 23 Artillerieregiment en het 1ste bataljon/23 Artillerieregiment in het Torenvenhof te Kessel en 2de bataljon/23 Artillerieregiment te Nijlen. Het Fort van Kessel wordt in gereedheid gebracht en gedurende de nacht worden alle gevechtsstellingen verder in orde gebracht. Rond 05.00u wordt de bevolking onverwacht opgeschrokken door 50 à 60 Duitse bommenwerpers die op grote hoogte overvliegen. Het afweergeschut treedt in actie maar dit bleef zonder resultaat. Een weinig later wordt het vliegveld van Deurne gebombardeerd. Via radioberichten verneemt de bevolking omstreeks 07.00u de oorlogssituatie. Op 11 mei in de late avond bombarderen Duitse bommenwerpers de omgeving van het kasteel de Bist. Omstreeks 22.30u wordt het kasteel zwaar geraakt. Bataljon 2 van het 13 Artillerieregiment verlaat haar posities te Kessel en bezet een nieuwe positie ten oosten van Vremde. De genie krijgt het bevel om vernielingen uit te voeren in de eigen posities. Zondag 12 mei stroomden de vluchtelingen uit de bovenkempen in grote getallen toe, ze zijn zwaar beladen, een deel gaat te voet, anderen zijn per fiets, weer anderen trekken zwaar beladen karren en kruiwagens. Maandag 13 mei. Patrouillerende soldaten schieten aan Kessel-station op een laagvliegend Duits vliegtuig. De gevolgen bleven niet uit, het vliegtuig schiet op de soldaten. De kogels ketsten over de straatstenen en enkele woningen werden beschadigd. Er vielen ook enkele kleine bommen in de beukendreef van het kasteel Torenven. Vanaf de namiddag dringen de eerste geruchten door van een terugtrekking van het Belgisch leger van de stellingen aan het Albertkanaal naar de K.W.-linie.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 42
Vanaf 18.00 u. worden de bevelen gegeven voor deze terugtrekking, die zich tijdens de nacht moet voltrekken. Rond 22.30u wordt het bevel tot vertrekken gegeven en de troepen trekken zich terug op te KWLinie. In onze gemeenten krioelt het ’s nachts van de terugtrekkende troepen. Op 14 mei omstreeks 07.00 u worden de nieuwe stellingen op de K.W.-Linie ingenomen. De voorposten hebben zich gevestigd ter hoogte van Fort Kessel, tussen de Grote en de Kleine Nete en hebben als opdracht ter plaatse weerstand te bieden, met steun van de artillerie en voorzien van kanonnen van 4,7 c. De artillerie is pas rond 11.00 u ter plaatse door de grote stroom vluchtelingen op de wegen. Het 16e Genie krijgt het bevel de kerktorens van Nijlen, Bevel, Kessel, Gestel en Berlaar op te blazen. In de namiddag wordt dit bevel uitgevoerd. 15 mei om 03.00u wordt de brug Mol ter Nete (Kleine Nete) opgeblazen en omstreeks 09.45u ondergaat de spoorwegbrug Lier - Aarschot ( Grote Nete ) en de spoorwegbrug over de Kleine Nete tussen Lisp en Lier het zelfde lot. Rond 12.00u arriveren de eerste Duitsers te Nijlen. Sergeant Anthoni wordt in Kessel gedood door de vijand en soldaat Janssens komt om het leven op Kessel fort. Om 18.00u worden de voorposten verminderd in aantal en herleid tot verwittigingsposten. Het bevel tot buiten gebruik stellen van Fort Kessel wordt dezelfde avond gegeven. Op 16 mei voert de Belgische artillerie een concentratievuur uit op Nijlen. Omstreeks 03.00u wordt het Fort van Kessel en de brug over de Kleine Nete te Emblem opgeblazen en om 04.00u trekken de voorposten zicht terug. Om 11.00 begeeft een gemotoriseerde Duitse patrouille zich van Kessel naar Emblem maar ze worden onder vuur genomen door de artillerie, een pantservoertuig wordt vernield en de troepen verschansen zich in een nabijgelegen hoeve die op haar beurt wordt vernietigd. Een colonne Cyclisten, voorafgegaan door drie pantserwagens passeert om 16.40u het station van Kessel en begeeft zich naar de brug van Emblem, de Belgische artillerie komt opnieuw tussen en de pantserwagens trekken zich terug achter het Fort van Kessel. Om 19.15u worden de Duitse pantserwagens achter het Fort beschoten door onze artillerie. Dit zijn de laatste wapenfeiten en vanaf dan zijn onze gemeenten in Duitse handen. Tijdens de bezetting worden er Duitsers ingekwartierd bij de bevolking. Verschillende mannen worden verplicht tewerkgesteld in Duitsland. Er worden diverse opeisingen gedaan zoals metalen, voedsel en stro. Het voedsel gaat ook op de bon en de zwarthandel tiert welig. Op 4 september 1944 zwijgt het kanongebulder in Antwerpen en trekt de Duitse achterhoede door onze gemeenten. Op 5 september 1944 bevrijden de Engelsen Kessel, Nijlen en Bevel en kwam er een einde aan de Duitse bezetting. De vreugde was echter van korte duur want de Duitser begonnen Antwerpen te bestoken met hun vergeldingswapens, beter gekend onder V1 en V2. In de periode van oktober 1944 tot maart 1945 krijgt onze gemeenten hun deel van deze verschrikkelijke wapens. Niet minder dan 29 V1’s en 5 V2’s brengen dood en vernieling in onze drie deelgemeentes, er vallen 8 doden en 21 gewonden. Twintig gebouwen worden vernield en 298 worden beschadigd.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 43
OLEN Industrieel Erfgoed De non-ferrofabriek: van Leemans tot Umicore/Cumerio De ontluikende industrialisering van de Kempen. Vanaf 1880 duiken in de Antwerpse en Limburgse Kempen de eerste sporen van industrialisatie op, met name de vestiging van een aantal non-ferrometaalfabrieken aan de oevers van de kanalen en/of de pas aangelegde spoorwegen. Zo werd op Duits initiatief in 1880 langs de "IJzeren Rijn" te Overpelt - zo noemde men de spoorverbinding tussen de Antwerpse haven en het Duitse Ruhrgebied - de eerste zinkfabriek opgericht. In 1885 werd te Balen-Wezel, aan de oever van het kanaal naar Beverlo, de zinkfabriek Vieille Montagne opgestart. Analoge zinkfabrieken in de Limburgse Kempen, nl. te Lommel en te Rotem, dateren uit 1904 en 1910. De grondlegger van de Olense non-ferrometaalfabrieken was ingenieur Jozef Leemans. Aanvankelijk was de Leemans' fabriek echter in Oud-Turnhout gevestigd. Daar vonden alle voorbereidingen plaats zoals de studie en het laboratoriumonderzoek op de nieuwe ertsen (o.a. radium, koper, kobalt) uit de mijnen van de Union Miniere van het toenmalig Belgisch Congo. Omwille van de betere ontsluiting, de gestegen aanvoer van grondstoffen en nabijheid van de Antwerpse haven opteerde ir .Leemans echter voor een inplanting op de Groote Heyde te Olen, aan de oever van het Kempisch kanaal. Op de fabrieksteneinen zelf was het "industriële proces" niet zelden gebaseerd op onzichtbare chemische reacties en bewerkingen. De landschappelijke metamorfose die de heide te beurt viel, was echter des te zichtbaarder: in de windschaduw van de fabriek ontstonden een gloednieuwe nederzetting en een parochie Olen Sint-jozef, zelf een produkt van de industrialisatie! De Olense Metallurgie van 1908 tot nu. - 1908. Ingenieur j. Leemans richt in Oud- Turnhout de "Compagnie Industrielle Union" op. - 1912. J. Leemans start te Olen met de industriële produktie van bichromaat en kristallen van chroomaluin. De vestigingsfactoren van de nieuwe fabriek waren uitstekend: een onbewoond brokje heide tussen het Kempisch kanaal en de spoorweg Antwerpen-Gladbach alsmede een aanbod aan goedkope arbeidskrachten. - 1919. De Olense non-fenometallurgie opereert, na de aankoop van fabrieken te Hoboken en Reppel, voortaan onder de "Société Génerale Metallurgique de Hoboken". - 1922. Start van de radiumfabriek. Het uit uraanhoudend erts geproduceerd radium werd vooral in de medische sector gebruikt. Ten zuiden van de fabriek werd gestart met de bouw van een typisch tuindorp voor de arbeiders, de bedienden, het kaderpersoneel en de directie van het bedrijf. - 1925. Start van de kobaltfabriek. - 1928. Nieuwe elektrolytische koperraffinaderij: RAFOLEN. De overige activiteiten van de Olense non-ferrometallurgie worden gegroepeerd onder de benaming BIRACO (BIchromaat, RAdium, CObalt). De maximale ewerkstelling in beide afdelingen bedroeg op een gegeven ogenblik meer dan 2000 mensen. Deze climax situeerde zich in het begin van de jaren zestig. - 1970. Na de fusie met de metaalfabrieken van Overpelt-Lommel wordt de benaming van het bedrijf in "NV Metallurgie Hoboken-Overpelt" gewijzigd. - 1974. De twee Olense vestigingen RAFOLEN EN BIRACO worden onder één exploitatiezetel verenigd: M.H.O.-OLEN (=Metallurgie Hoboken-Overpelt.Afdeling Olen) .Deze benaming vind je in de hoedanigheid van "schenker" ook terug op het informatiepaneel bij de koperen driepottenfontein (1978) op het stemmige marktplein van Olen. - 1978. Als gevolg van de sterke daling van de vraag naar radium wordt de radiumfabriek stilgelegd. - 1989. Na nieuwe fusies en herstructureringen duikt, na het Frans en het Nederlands, nu in de nomenclatuur van het bedrijf het Engels op: voortaan spreekt men van "MHO, a division of ACEC-UNION MINIERE". - 1990. Om redenen van praktische aard wordt M.H.O.-OLEN opgesplitst in drie "business units": een koper-unit (EUCu), een kobalt-unit (EUCo) en een germanium-unit (EUGe). De "Service Unit" (SU) groepeert alle sectoren die diensten verleenden aan de drie EU's. Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 44
- 1992. ACEC-UNION MINIERE wordt ingekort tot UNION MINIERE en kortweg UM genoemd. * UM-OLEN ANNO 1994: KOPER, KOBALT en GERMANIUM * Koper. De behandeling en de verwerking van ruw koper en koperschroot, afkomstig uit alle werelddelen, bestaat uit: - het continu smelten en raffineren van ruw koper in de Contimelt-installatie en het gieten van anoden; - het elektrolytisch smelten en raffineren van de anoden (99%Cu) tot zeer zuivere kathoden (meer dan 99, 99Cu); - het omsmelten van de kathoden tot handelsformaten, nl. walsdraad, walsplaten en knuppels. * Kobalt. De belangrijkste afnemers van kobalt zijn de fabrikanten van hardmetaal en diamantwerktuigen, de bandenindustrie, de emailsector, de keramieknijverheid, de poedermetallurgie, de droogstoffen- en de katalysatorenindustrie . * Germanium. Met een marktaandeel van ca. 30% en een uitgebreid produktiegamma profileert UM zich als de wereldleider in de produktie van germanium. De voornaamste industriële toepassingen van dit metaal situeren zich in de optica en optico-elektronica. Zo wordt germaniumtetrachloride en datatransmissie. Germaniumdioxyde wordt aangewend als katalysator bij de aanmaak van "PET-plastics" .Als metaal wordt germanium gebruikt voor de lenzen van infraroodcamera's, bij de produktie van gammastraaldetektoren alsook voor halfgeleidertoepassingen in de electronica.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 45
VORSELAAR - Geschiedenis Bij het begin van de 20e eeuw telde onze gemeente ongeveer 2000 inwoners. Vorselaar lag veilig en vredig weggestoken langs de kronkelende Aa, op de Kempische heidegrond, in de onmiddellijke omgeving van Herentals. Wanneer je echt niet in Vorselaar moest zijn, kwam je er niet, want geen enkele grote verbinding kwam door onze gemeente. De grote weg van Antwerpen naar Turnhout passeerde in Oostmalle, ver ten noorden van Vorselaar. De tramlijn Westerlo – Herentals – Oostmalle liep ten oosten aan de Doornboom. Vandaaruit moest je nog vier kilometer stappen vooraleer je in het centrum aankwam. De tramlijn Heist-opden-Berg – Grobbendonk – Zandhoven liep ten westen van onze gemeente. Van Grobbendonk moest je nog drie kilometer te voet naar Vorselaar. De Vaart kwam over het Heiken aan Peer Marissen; de stoomtrein deed Herentals aan. Dat alles maakt dat er slechts één verbindingsweg, door de Vorselaarse dorpskom liep: de weg van Grobbendonk naar de Doornboom. Het overgrote deel van onze bevolking (+/- 80 %) was werkzaam in de landbouw. Op verschillende grote boerderijen werkten meiden en knechten, maar de meeste landbouwers waren eenvoudige ‘keuterboerkes’. Onze gemeente telde ook enkele bekende veehandelaars, ‘de peggers’. Een aantal mensen was tewerkgesteld in de kleiputten en steenbakkerijen te Rijkevorsel, in de cementfabriek te Beerse of in de dokken te Antwerpen. Zij trokken voor een week van huis weg en kwamen ’s zaterdags tegen de avond te voet terug naar Vorselaar. Sommigen werkten ‘op den basseng’, de ijzerertsontginning in de vallei van de Aa. Mensen moesten hard en lang werken om een karig loon te verdienen. Er bestonden geen sociale voorzieningen als werkloosheidsuitkeringen, ziekenfonds, verzekering of pensioenen … In ons dorp vonden we ook de typische Kempische huisnijverheden terug : klompen snijden, granen malen (Vorselaar had 3 molens), paarden beslaan, bier brouwen (2 grote brouwerijen), timmerwerk, weven en…, uitzonderlijk voor onze gemeente, een atelier voor siermeubelen, met als cliënten kerken en kastelen. Vanaf 1906 zouden de gebroeders Van Ginniken de eerste Vorselaarse diamantslijperij hebben opgericht. Door het beperkt aantal molens trokken echter vele diamantslijpers naar de fabriek van Cassiers te Grobbendonk. De toenmalige samenlevering bestond in grote mate uit kroostrijke bezinnen. Zes, acht, tien kinderen per gezin, het was toen heel “gewoon”. De gezinnen met één of twee kinderen kregen dan ook wel eens bezoek van de parochieherders die eens kwamen horen waar de zusjes en broertjes bleven. De meeste huizen in het dorp waren klein en zonder verdieping. De grote gezinnen waren aldus verplicht hun kroost te herbergen onder het dak. De reten en de spleten van de pannendaken werden dicht gepropt met hooi of stro (men sprak van “gepoepte pannen”). De kleinste kinderen sliepen soms met vier in één bed, in zoverre er al een bed beschikbaar was op de kleine zolderingen. De meeste sliepen dan ook op matrassen gevuld met stro en zelfs met kaf, omdat dit laatste zich gemakkelijk liet “opschudden”. De basisvoeding bestond uit brood en aardappelen. De meeste inwoners beschikten over groenten uit eigen tuin en soep was dan ook het gezondste deel van de voeding. Aanvullend kenden zij de boekweitpap (of gortepap van gepelde gerst) en de boekweitkoeken (boekweitmeel en afgeroomde melk) aangevuld met kleine stukjes spek of rozijnen voor diegenen die zich dat althans konden veroorloven. Vorselaar had enkele grote winkels (het Spieke in den Heikant, de Pruis op het Vispluk, den brave Geerts op het Moleneinde en Sus Verhoeven in de Riemenstraat) en tal van cafés. De herbergier had vaak nog een nevenberoep: hij was bakker, slager, kapper, smid… In het dorpscentrum stonden enkele grotere huizen, maar het merendeel van de bevolking woonde in de typische, eerder lage, werkmanswoningen. Meestal bestonden die woningen uit een voorkamer, een Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 46
keuken met trap, een kelder en een kelderkamer en boven twee à drie mansardekamers. In de grote kamer stonden een tafel, enkele stoelen, een eenvoudige kast en meestal een open stookplaats. De meeste mensen stookten immers hout. Gans het huis door lag een rode, bakstenen vloer, die geschuurd werd met wit zand. Vooral op zondag werd hieraan veel aandacht besteed. Het was een kunst om de mooiste versieringen met wit zand op de vloer te maken. De zoldering was gemaakt uit planken en balken. Aan één van die balken hing een grote petroleumlamp (une lampe belge) voor de verlichting. In het keukentje stond de moosbank (=het aanrecht) met een moos (=de afwasbak). Hier hing ook de deur naar de kelder en die deur fungeerde ook als trap naar de kelderkamer. Verplaatsingen gebeurden hoofdzakelijk te voet of met de hondskar. Boeren konden eventueel gebruik maken van een ‘gerijke’ (=een kleine koets getrokken door een paard). De Lepelstraat, de Riemenstraat en de Kerkstraat waren deels gekasseid en voor de rest waren het gewone karrensporen. Die lagen er in de zomer zanderig bij en voor de rest van het jaar waren het vaak slijkpoelen. Het overgrote deel van de bevolking was analfabeet, aangezien leerplicht niet bestond. Naar school gaan was een seizoensgebonden activiteit: zolang er werk was op het landbouwbedrijf, was er geen tijd voor de school. Na het lager onderwijs eindigde het schoollopen voor de meeste kinderen. Een enkeling kreeg de kans om verder te studeren aan het college te Herentals. Omdat nogal wat boerenzonen hun humaniora volgden in deze school sprak men dan ook van het “Boerencollege van Hertals”. Humaniorastudies leidden in vele gevallen naar het seminarie of één of andere kloostergemeenschap. Ontspanning was een weinig gehoord begrip. Er moest voortdurend en hard gewerkt worden. De zangmaatschappij, de pas gestichte fanfare en de verschillende gilden zullen allicht wel wat verstrooiing gebracht hebben. Tijdens de jaarlijkse kermisdagen en de jaarmarkt zetten de mensen het werk even opzij en was er tijd voor volksspelen en voor een pintje (of enkele pintjes) in één van de vele “staminees”. Maar, er was het alziend oog van de dorpsclerus… De pastoor en de onderpastoor moesten waken over de deugdelijkheid en de zedelijkheid van de parochianen. Van op de preekstoel gaven zij onderrichtingen. En samen met de burgemeester en de baron dirigeerden zij het maatschappelijke leven van het landelijke Vorselaar. Ons Kempisch volk was een diep gelovig volk. ‘t Steentje Omstreeks 1910 had de diamantindustrie haar intrede gedaan in onze gemeente en dit bracht een zekere welstand in ons dorp. Hier en daar werden de eerste diamantslijperijen opgericht en voor vele gezinnen was dat de oplossing voor hun armoede. De oorlog stelde een bruusk einde aan deze economische oplevering van Vorselaar. Uiteraard liet de Eerste Wereldoorlog zijn diepe sporen na in ons land. Vele steden en dorpen leden zwaar onder het oorlogsgeweld en werden bijna totaal verwoest. Vooral de Westhoek kreeg het erg te verduren. Denken we hier maar aan Diksmuide, Ieper, Veurne… Ook dichterbij werden verschillende steden ernstig getroffen : Leuven, Aarschot en Lier. Vorselaar deelde niet zo zwaar in de materiële schade, maar er was wel veel menselijk leed. 104 Vorselaarse soldaten dienden het vaderland tijdens de oorlog; een tiental onder hen liet hun leven in de strijd. Daarnaast kwamen verschillenden onder hen verminkt terug van het oorlogsfront en allen moeten wellicht ook mentaal zwaar geschokt geweest zijn. Het leven in de loopgrachten was immers ongenadig hard… Maar stilaan begon het alledaagse leven zich te herpakken. Vorselaar had één grote troef: de diamant! Voor de oorlog reeds hadden de Gebroeders Van Ginniken de diamantnijverheid vanuit Antwerpen mee naar Vorselaar gebracht. Doch de ontwikkeling van deze nieuwe industrie werd door het uitbreken van de oorlog uitgesteld, gelukkig niet afgesteld. In het begin van de jaren twintig rezen de diamantslijperijen als paddestoelen uit de Vorselaarse grond. Haast in iedere straat stonden ‘fabrikskes’ en praktisch ieder huis had wel een ‘snijkamer’… Meer en meer mensen kozen, naast het landbouwersleven, ook voor de diamantnijverheid. Het is dan ook niet verwonderlijk dat op 10 mei 1920 de C.B.D.(Christelijke Belgische Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 47
Diamantwerkerscentrale) afdeling Vorselaar werd opgericht. Deze vakbond behartigde de belangen van de slijpers. Met de slijpers kwamen ook de diamantairs, de slijpersbazen, naar Vorselaar. Uiteraard Louis en Gust Van Ginniken, maar ook Jan Verhoeven, Miel en Jozef Verhaert (Miel en Jef van de Koster), Jozef Geboers (Jef van Nante), de gebroeders Peeters (Frans en Gust van Annekes), Emiel Van den Broeck (Mil Fil), Polidoor Jolivet (Pol Hollander), Charel Schoonheydt,… De diamantnijverheid legde Vorselaar geen windeieren… Mensen moesten weliswaar hard en vaak lang werken, maar ze verdienden steeds beter en beter hun brood. In de eerste plaats zagen we dat aan de woningbouw. Vanaf de jaren twintig werden er deftige én groter huizen gebouwd. De man in de straat trok bij zijn eenvoudige werkmanswoning vaak een stalletje en een schuurtje en zeker ‘een fabrikske’ op. De schamele huisjes met strooien daken verdwenen meer en meer uit het straatbeeld. Slijpersbazen lieten zich een statig herenhuis met meerdere verdiepingen bouwen, gelegen in een grote tuin, al dan niet omheind met zwart hekwerk. Ook het ontspanningleven bloeide op. Vanaf 1923 bezat Vorselaar twee fanfares: de fanfare St.-Cecilia en de fanfare St.-Pieter. St.-Cecilia (ook de fanfare van den Hotteman genoemd) was de oudste, St.-Pieter (ook de fanfare van Van Gin genoemd) kwam er in 1923 bij. St.-Cecilia had haar lokaal in herberg ‘In ’t Moleken’ bij August Van Looy (den Hotteman) en St.-Pieter werd gesponsord door Louis Van Ginniken (Van Gin). Jaarlijks gaven beide maatschappijen concerten, optredens, muziekavonden… Er heerste een zekere concurrentie tussen beide maatschappijen was het aantal optredens en de prestaties alleen maar ten goede kwam. De periode tussen de beide wereldoorlogen was ook de periode van de toneelavonden. Bijna iedere vereniging had binnen haar rangen een toneelgezelschap. Kardinaalsdorp Economisch en cultureel ging het onze gemeente voor de wind. In 1926 kreeg dat kleine dorps in de Kempen ook een nationale bekendheid. Na het overlijden van Kardinaal Mercier op 26 januari 1926 werd Monseigneur Josephus Ernestus Van Roey op 12 maart door Paus Pius XI aangesteld als nieuwe Aartsbisschop van Mechelen. Onmiddellijk na het vernemen van de benoeming telefoneerde het Aartsbisdom naar het klooster te Vorselaar om het grote nieuws te melden. Met langdurig klokgelui werd het nieuws over onze dorpsgemeenschap uitgegalmd. Op 13 juni 1926 vierde Vorselaar met een grootse praalstoet de benoeming van Mgr. Van Roey. Een jaar later werd Aartsbisschop Van Roey door Paus Pius XI tot het Kardinalaat verheven. Opnieuw was onze gemeente het centrum van de Kerk in België. Het hoogste kerkelijk gezag van België, een Vorselaarse zoon…!!! Op 21 augustus 1927 was ons dorp te klein. Praalbogen, jaarschriften, vlaggen en wimpels sierden de straten. Enkele duizenden mensen volgden de ontvangst van ‘onze’ Kardinaal in zijn geboortedorp. Alleen het weer was die dag de spelbreker … Wellicht heeft de aanstelling van ‘een Vorselarenaar’ tot hoofd van de Kerk van België ook zijn invloed gehad op het godsdienstig leven van de mensen zelf. Talrijke godsdienstige bewegingen kenden een grote bloei; denken we hier zeker aan de Kruistochters, de Kajotters, de Kajotsters en de leden van de Bond van het Heilig Hart. Vorselaar na WO II Zoals iedere crisis vaak nieuwe kansen, nieuwe groeikracht in zich draagt, zo evolueerde ons land na de Tweede Wereldoorlog. Mensen bleven niet bij de pakken zitten, maar begonnen aan het herstel, aan de heropbouw, aan de verbetering van wat er eens was. De bevrijding door Engelsen, Canadezen en Amerikanen zorgden er wel voor dat wij meer en meer onder de invloed van de Verenigde Staten geraakten. Er ging een nieuwe wind waaien en onze kleine Kempische dorpsgemeenschap begon aan een periode van geweldige groei. Doordat in de jaren vijftig de diamantindustrie herleefde, beleefden onze diamantbewerkers gouden tijden. Vorselaar kreeg zelfs een diamantschool waar jongeren vanaf 14 jaar werden opgeleid. Aanvankelijk leek deze onderwijsrichting een succes. Maar wanneer het steentje om economische redenen naar de lagelonenlanden in Azië en Afrike verhuisde, bleken de dagen van de diamantindustrie geteld. Het diamantonderwijs leek gedoemd om te verdwijnen. Onze slijpers moesten op zoek naar ander werk. Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 48
Gelukkig kwam er voor deze mensen nieuwe werkgelegenheid in de Kempen. Vele arbeiders trokken o.a. naar de Metallurgie te Olen (het ‘Achterolens fabriek’), naar de ‘Zaat’ in Herentals, lager naar Veha, Didak en Materne (later Frima en Mc Cain) in Grobbendonk, of naar ‘den Engelsman’, de Britse Basissen in Herentals en omgeving (Grobbendonk, Emblem, Olen). Ook in de Luikse en Limburgse koolmijnen waren dorpsgenoten tewerkgesteld. Begin jaren zestig kwam de autoassemblage volop tot ontwikkeling. Buitenlandse bedrijven streken neer in ons land en al vlug werkten Vorselaarse mensen bij General Motors in Antwerpen, bij Renault in Vilvoorde of bij Van Hool in Koningshooikt. Een nieuwigheid was dat ook de vrouwen buitenshuis gingen werken. Zij werden ingeschakeld o.a. in de koekjesfabriek van de Beukelaer in Herentals, in de Philips-fabrieken in Turnhout of in de Materne te Grobbendonk. - Aard dorp - Typisch Kempens dorp - Landelijke en groene gemeente - Kerndorp (geen fusieoperatie doorgemaakt in tegenstelling tot alle andere buurgemeenten Zandhoven, Zoersel, Grobbendonk, Lille en Herentals) - Traditie van sterke gehuchten (Sassenhout, Vispluk, Lovenhoek, Heiken, Heikant, Moleneinde, Pallaaraard/Vroegeinde/Zegbroek, …) - Kenmerken - Kardinaal Van Roey - Priester Donche en klooster - Mie Broos als volksgenezeres - Kleinschalige economie en vakmanschap: ijzerertswinning, diamantnijverheid, … - Rijke sportgeschiedenis: Ward Sels, Daniël Willems, Bart Wellens, Geert Wellens, Paul Herrijgers, Arne Daelmans, Fons Brijdenbach, Jos Van de Vel Vorselaar is gekend als het groene kasteeldorp. De K is kenmerkend voor Vorselaar: - Kempen: groene ruimte, landelijk en stil, natuurgebieden ’t Schupleer en Lovenhoek/Krabbels - Kasteel: waterburcht gebouwd door de ridders van Rotselaar (° 1270) + de dreven van Vorselaar - Kerkgebouw en kerkhof (beeld Georges Minne) - Kaak en het Frankische marktplein - Klooster: vanaf 1820 ontstond door de bezielende invloed van Lodewijk Vincent Donche S.J. de congregatie van de Zusters der Christelijke Scholen van Vorselaar - Kardinaal Van Roey en de Schranshoeve (rond 1580 opgericht als toevluchtsoord gedurende de tijd van de Geuzen en hun strijd tegen de Spanjaarden; later woonhuis van de latere Aartbisschop/Kardinaal). - Kleinschalig en gezellig: typisch Kempens plattelandsdorp
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 49
** Heerlijke geschiedenis HERENTHOUT In vroegere eeuwen was Herenthout rechtstreeks afhankelijk van de Hertog van Brabant. Het genoot dan ook sedert de oudste tijden van al de vrijheden en gunsten die de hertogen aan hun onderdanen schonken. De schout van Herentals oefende er de rechtsmacht uit, de rentmeester inde de cijnzen in naam van de Hertog van Brabant. Herenthout bestond toen uit een reeks van kleine leengebieden. De Hertog had die ‘uitgegeven’ tegen betaling van een zekere som, of als vergoeding voor diensten aan de hertog bewezen. De bijzonderste waren: Herlaar, Zelle, Uilenberg, Wimpel, Wiekevorst, Stade, Beerne. Het belangrijkste leengebied was Herlaar, omdat daaraan de ‘grondheerlijkheid’ van Herenthout verbonden was. De heerlijkheid strekte zich over heel het huidige grondgebied van Herenthout en Wiekevorst uit. De eerste heer van Herenthout die de ‘hoge, middele en lage’ heerlijkheid bezat was Adriaan Sandelyn, genaamd ‘Pieterssoen’. Hij was de zoon van Pieter Sandelyn en Catharina Bodaen, werd te Dordrecht geboren en overleed te Antwerpen op 26 juli 1515. In 1497 huwde hij Catharina Van Brimeu. Zij was zijn vierde vrouw. Catharina was de dochter van Pieter van Brimeu, heer van Poederlee, en Magdalena van Vriesele. Catharina van Brimeu had het kasteel van Herlaar ‘ten hove’ van haar ouders geërfd. Het kasteel was toen een ruïne. Dankzij de welwillendheid van haar man, Adriaan Sandelyn, werd het heropgebouwd. De kostprijs bedroeg ’18 ponden, 7 schellingen en 4 ½ penningen’. Als tegenprestatie gaf zij hem een hypotheek op haar goederen te Herlaar, zoals blijkt volgens een akte van 22 april 1501. (Schepenbrieven 1501 – gemeentelijk archief – Antwerpen). Deze hypotheek belastte het kasteel, een watermolen voor graan en een andere voor olie, verschillende landbouwgronden, weiden, en ook nog een molen nabij Itegem. Deze akte werd vernietigd en vervangen door een andere op 7 juli 1502, waardoor al deze goederen in het bezit kwamen van haar echtgenoot Adriaan Sandelyn. Op 1 juni 1505 kocht hij van de koning van Castille, Philip I, met goedkeuring van de staten van Brabant, de ‘heerlijkheid’ met de volledige rechtspraak. Hij moest hiervoor een rente betalen van 3 ponden, 17 schellingen en 10 duiten en in natura 23 ½ pinten haver, 62 kippen evenals het recht op het malen te Herenthout en Wiekevorst. Door deze aankoop werd hij de eerste Heer van Herenthout. Herenthout kreeg bij die gelegenheid ook zijn eigen vierschaar, voorgezeten door een eigen schout, die de vonnissen uitvoerde en al de plichten vervulde aan dit gewichtige ambt verbonden. Het had tevens zijn eigen secretaris, ‘den wereldlijken coster’, en een eigen rentmeester. Deze schepenbank stond op het ‘Hof van Stade’ in de parochie van St. Gommarus. Vermoedelijk is dit Hof nu te situeren nabij de Itegemsesteenweg en de Uilenberg, achter de eigendommen van Jean Wellens en Constant Peeters. Adriaan Sandelyn kocht op 22 december 1508 van Engelbert van Dielbeke, nog verschillende goederen bij – ‘bynnen ende omtrent Herenthout’. Om deze aankoop te betalen liet hij een huis, ‘de Mane’, gelegen op de Markt te Antwerpen, hypothekeren. Deze koop werd bekrachtigd in een akte van februari 1509 en geeft een volledige inventaris van de heerlijkheid van Herenthout. Wat later betwistte zijn zwager, Pieter van Brimeu, het eigendomsrecht. Een uitspraak van het feodaal hof van Brabant gaf Adriaan Sandelyn gelijk. De Heer van Herenthout en zijn vrouw waren gekend om hun milde liefdadigheid. Eén van de voornaamste giften dateert van 1505. Zij schonken toen aan de Sacramentskapel van de Antwerpse O.L. Vrouwekerk 40 gouden florijnen met een garantie op hun huizen ‘den gulden Aerent’ – ‘den grooten ende cleynen Aerten’, gelegen nabij de nu verdwenen Varkenspoort te Antwerpen. Bij hun dood werden ze beiden begraven in deze Sacramentskapel. Een koperen herinneringsplaat, versierd met hun twee portretten en hun blazoenen kan men nu nog in deze kapel bezichtingen. Adriaan Sandelyn had uit zijn vier huwelijken 18 kinderen. Uit zijn laatste huwelijk met Catharina van Brimeu had hij er vijf: - Adriana, die met Philip de Beuckelaer huwde (schepen en nadien burgemeester van Antwerpen) en 3 dochters had - Carel, die kinderloos overleed - Philip, die jong stierf - François, eveneens jong gestorven
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 50
-
Hieronymus: die nog volgt.
Carel Sandelyn werd de tweede heer van Herenthout, na de dood van zijn vader. Na een reis in het H. Land werd hij ridder van Jeruzalem. Hij bezat vroeger reeds, in 1511, het hof van Stade in de St. Gommarusparochie. Hij stierf kinderloos. Zijn broeder Hieronymus of Jeroom verwierf de heerlijkheid op 16 november 1521. Hij was ‘rentmeester-generaal van Seelant, Bewester Schelt’. Op 3 mei 1536 huwde hij met Catharina van de Werve, dochter van Hendrik van de Werve, Ridder, schepen te Antwerpen, heer van het ‘ridderlijck cynshof van Vorderstim’ te Schoten en van Heilwijck van Cuyck. Zij hadden 6 kinderen: Jacob (zie verder), Raymond, Maximiliaan, Dierch (overleed in Italië), Catharina (huwde tweemaal, de eerste maal met Philibert van Scroosbeke op 27 mei 1564. Hij was ‘burgraaf van Seeland, raedt ende gouverneur ende susperidtendent vanden huyse, stadt ende marckgraefschap van Bergen op zoom’. Na zijn dood huwde Catharina met Willem Cats) en Heylwig (die huwde met Edward van der Dilft, ridder, heer van Leverghem enz., burgemeester van Antwerpen). Uit een document dat Jeroom opstelde (29.10.1526) en aan het feodaal hof van Brabant richtte, blijkt duidelijk dat de heerlijkheid amper genoeg opbracht voor het gewoon onderhoud der eigendommen. Naast deze financiële moeilijkheden had hij dan nog af te rekenen met zijn oudste zuster, Adriana. Zij betwistte hem het eigendomsrecht. Een vonnis van 25 januari 1541 stelde hem in het gelijk. Na zijn dood op 11 december 1570 komt zijn zoon, Jacob, in het bezit van de heerlijkheid. Hij huwde met Livina van Bronckhorst, dochter van Gijsbert, ridder, heer van Schoot, en van Livina van Briarde. Zij hadden 5 kinderen: - Catharina Zij huwde met Adolf van den Heetvelde, schepen en burgemeester van Mechelen, zoon van Adriaan en Anna van der Dilft. Ze stierf op 29 juni 1600 en haar man op 20 oktober 1630. Beiden liggen begraven in de St. Janskerk te Mechelen. - Livina Zij trouwde met Willem d’Assonville en een tweede maal met Frans Veranneman - François (zie verder) - Margaretha Zij huwde in 1595 met Adriaan de la Croix - Andries Hij stierf ongehuwd. Na de dood van Jacob Sandelyn, volgde zijn zoon François hem op. Hij huwde met Clara van de Dilft, ‘vrouwe van Notax en Dysselberghe’. Zij was de dochter van Edward van der Dilft en Anna Soete. Haar vader was ridder en burgemeester van Antwerpen. Op 8 mei 1632 lieten François Sandelyn en zijn vrouw een testament opstellen in het kasteel te Herlaer. Het werd op 26 januari 1674 geregistreerd. Zij werden begraven in het koor van onze St. Pieterskerk. De grafsteen was versierd met de blazoenen van Sandelyn en van der Dilft, evenals met de 16 kwartieren: Sandelyn, Brimeu, van de Werve, Kuyck, Bronchorst, Boshuysen, Briarde, Michant, van der Dilft, Oudaert, Bernuy, Bomberge, Zoute, Borsele, Thuyl, van Seroeskercke en Michault. François had 9 kinderen: Catharina (overleden 5 september 1661), Clara (overleden 26 juni 1653), Jacob (zie verder), Edward (heer van Notax, hij stierf in 1650), Livina (huwde met Jan - Frans van Coudenhove, heer van Tongelre), Sabina, Jacoba, Francisca en Maria. De oudste zoon van François Sandelyn, Jacob, werd in 1634 heer van Herenthout. Hij was gehuwd met Cornelia Claire Cayro. Na zijn dood kocht zijn weduwe ‘by absolute vercoopinghe’ van Philip IV, koning van Castille, voor 4000 ponden, de eeuwigdurende eigendom van de heerlijkheid van Herenthout met de hoge, midden en lage gerechtigheid. Deze overeenkomst werd bevestigd door koninklijke brieven van 16 oktober 1648, verzonden aan Jean de Proost, gevolmachtigde van de weduwe Jacob Sandelyn. Bij testament van 8 januari 1655 scheidde zij de hoge heerlijkheid van de grondheerlijkheid en gaf de eerste aan de oudste zoon Frans-Lucas en de laatste aan de jongste zoon Edward-August. Frans-Lucas stierf te Lier in 1668, ongehuwd, zodat zijn broer Edward-August eveneens in het bezit kwam van de hoge heerlijkheid. Dit werd bevestigd door het feodaal hof van Brabant op 5 november 1668. Hij was o.a. kolonel van een regiment infanterie. Hij huwde tweemaal, eerst met Maria Garrida Pardo, dochter van don Francisco Hanchen Pardo ‘riddere van den ordere militaire van Ste Jacob, van den raide van ooreloge van S. majesteyt van Spaignien, gouverneur en hoogh ballie der stede ende lande van Dendermonde’. Hij huwde een tweede Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 51
maal met Thérèse M.G. de Fiennes. De oudste zoon uit zijn tweede huwelijk, Pieter Sandelyn, geboren te Merksem op 5 april 1688, werd onterfd ten voordele van zijn broer Philip Jacques Sandelyn, geboren te Merksem 20 mei 1690, ridder en heer van Fruges, Esnes, Cantecroy, Lumbbres, enz, … Hij had geen kinderen. Zijn oudere broer, Pieter, huwde op 23 december 1733 Marie S.P. du Bois. Hij woonde in Artois. Zijn vrouw overleed op 19 juni 1737 te Esnes. Hij hertrouwde op 13 augustus 1759 met zijn familielid, Marie-Josef Sandelyn, weduwe van Jean de la Tour. Pieter overleed op 88-jarige leeftijd te Esnes op 28 juli 1778. Na zijn dood ging de heerlijkheid over op zijn zuster Margaretha Philippine Sandelyn, die een eerste maal huwde met Jean Leopold Caverson en na diens dood een tweede maal met baron Adam Kunder, alias Coenens. Wij hebben reeds vernomen dat, ten tijde van Jeroom Sandelyn (III), de inkomsten van de heerlijkheid de lasten die op de eigendom rustten bijna niet dekten. Met de jaren die volgden beterde de financiële toestand niet. Het zou ten tijde van Edward-August Sandelyn zelfs zover komen dat de hoge heerlijkheid van Herenthout in beslag werd genomen en uiteindelijk werd uitgewonnen. Het was zo erg geworden dat Edward-August de eigendommen in pand moest geven aan Cornelius van Reynegom – ridder, heer van Busey, Coensborgh, enz … griffier van den raede van finantiën. De schuld liep uiteindelijk op tot 68.835 florynen. En het kwam zover dat hij de intresten niet meer kon betalen. Cornelius van Reynegom diende een verzoek in tot verkoop van de grondheerlijkheid van Herenthout en Herlaer, aan de hertog van Villa Hermosa, gouverneur van Vlaanderen. Deze laatste gaf dit verzoek door aan het feodaal hof van Brabant op 28 april 1676. Maar Edward-August Sandelyn gaf zich zo maar niet gewonnen en wist door allerlei middelen het vonnis uit te stellen tot 1683. Het feodaal hof van Brabant gaf op 4 september van dat jaar opdracht tot verkoop. Cornelius van Reynegom zou dit echter niet meer beleven, want hij was inmiddels overleden. Op 24 december 1683 ging de verkoop door. De goederen worden echter slechts toegewezen op 3 mei 1684 aan de familie van Reynegom, voor de prijs van 63.000 florijnen. Slechts de grondheerlijkheid van Herenthout zou nog in het bezit blijven van de familie Sandelyn. Zo zullen de Sandelyns zowel als de van Reynegoms de titel van heer of vrouw van Herenthout blijven voeren. Na Edward-August Sandelyn zal zijn zoon Philip en na diens dood zijn nicht Margaretha Phillipina Josefa Sandelyn, die met zijn broer, Frans Edward Jozef Sandelyn huwde, de titel blijven voeren. Een akte van 10 april 1754 is getekend door M. baronesse van Coenens geboren Sandelyn gronde vrouwe van Herenthout. Zoals wij hiervoor reeds vermeldden werd de weduwe van Cornelius van Reynegom, heer van Buset, Coensborgh, enz … vrouwe van Herenthout, bij recht van beslag gelegd op die heerlijkheid in 1676. Cornelius van Reynegom was de zoon van Diedrik, afkomstig van Ter-goes, gestorven op 29 juli 1638, en Reine-Claire-Marie Mechelmans. Cornelius was gehuwd met Isabella Maillart, dochter van Willem, ridder en heer van Roenthove, en Catharina de Letter. Zij hadden niet minder dan 13 kinderen: - Diederik Frans Xaverius Cornelius (heer van Buset, overleed ongehuwd) - Willem Frans (overleden een paar maanden na zijn geboorte) - Willem - Philip (werd slechts 2 maanden oud) - Adriaan - Regina Clara Beathrys (die ongehuwd bleef) - Simon (overleden op 2-jarige leeftijd) - Karel Frans Bartholomeus (Deze laatste was luitenant van de musketiers en huwde tweemaal, met Catharina Huys en daarna met Anna Maria Josefa de Witte, dochter van Adriaan en Isabella Bosschaerts) - Maria Anna Theodorica (zij huwde met Jan Andries Snellinck, zoon van Andries en Anna Maria Arrazola van Ommate) - Joanna Fancisca (zij huwde met Claude Frans Spruyt, de heer van Veldere) - Anna Catharina Isabella (kloosterzuster) - Simon Jan-Baptist (baron van Reynegom, hij huwde met Isabella Theresia Pipenpoy, dochter van Hendrik (burgemeester van Brussel) en Maria Theresia du Mont van Stakenburg) - Beatrys Isabella (werd slechts 2 jaar oud) De familie van Reynegom is van Nederlandse oorsprong, verbleef aanvankelijk te Brussel en later in het markiezaat van Antwerpen. Hun blazoen kunnen wij als volgt beschrijven: drie gouden leliën met afgesneden voeten op een azuurblauw veld. Hoofddeksel van het baronschap; steun: twee gouden Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 52
leeuwen, die elk een bannier vasthouden met een gevierendeeld wapenschild: 1 en 4 – een zilveren jachthond op keel, 2 en 3 – 3 azuren molenijzers op goud. De leuze is ‘Rien sans envie’. In 1711 verkregen zij de titel van baron. Dit werd nog bevestigd in 1816 en 1842. De weduwe van Cornelius van Reynegom, Isabella Maillaert, werd vrouw van Herenthout bij recht van uitwinning en eigendom in 1683 en bleef dit tot aan haar dood (23 februari 1707). Willem van Reynegom, tweede zoon van Cornelius, volgde op 15 april 1707 zijn vader en moeder op als ‘heer van Herenthout’. Hij overleed op 16 april 1720 te Herkde-Stad. Daar Willem priester was, schonk hij de heerlijkheid aan zijn broeder Karel Frans Bartholomeus (akte van 31 december 1712). Hij was commissaris-generaal der troepen te Brussel en overleed op 1 november 1723. Op 16 april 1720 verwierf zijn broer Adriaan Philip de heerlijkheid. Na de dood van zijn oudste broer Diederik werd hij ook heer van Buset en Coensborgh. Hij huwde Livina Norbertina Josepha van Voorspoel, dochter van Maximiliaan, ridder en lid van de geheime raad, en Isabella du Bois. Zij hadden 5 kinderen: Joanna Maximiliana Philipina Josepha (zij huwde met Renaat Jozef baron van Zinzeling, zoon van Frans-Adolf, gezant van Keizer Karel VI bij de staten van Holland, en Cornelia de Courtenberg), Diederik Joris Jacob Jozef, Norbert Philip Maximiliaan Jozef, Maria Theresia Josepha (die met de heer van Itegem huwde nl. Jacob Jozef Gerbrand van Gansacker, zij werd geboren op 28 juli 1722 en stierf op 12 mei 1797), Cornelis Philip Maarten Jozef (die zeer jong stierf). Diederik Joris Jacob Jozef verwierf de heerlijkheid op 26 juni 1731. Hij was licentiaat in de rechten. Hij overleed op 20 april 1771, ongehuwd. Hij liet de heerlijkheid Herenthout na aan zijn broer Norbert Philip Maximiliaan Jozef, heer van Coensborgh op 12 december 1771. Deze was gehuwd met Joanna Ludovica van Panguaert, dochter van ridder Jan en Maria Francisca de Villegas. Hij overleed op 5 april 1805 en was de laatste heer van Herenthout. De Franse Revolutie schafte alle heerlijkheden af. De gemeenten kwamen in de plaats. Norbert Philip Maximiliaan had 5 kinderen: Diederik Jan Jozef Constantyn (baron van R. de Buzet, hij was gehuwd met Maria Catharina Henrica Ludovica de Wilde, dochter van Maria Jan Melchior en Ludovica Henrica Otto, hij overleed in 1825), Maria Theresia Josefa (zij huwde tweemaal, een eerste maal met Karel Leopold Maria Jozef de Moor Mentock en een tweede maal met Ludovicus Frans van der Cruyce de Wastine), Jozef Constant, Catharina Francisca Gislena en Isabella Theresia (deze drie laatste stierven ongehuwd). Diederik Jan Jozef Constantyn van Reynegom en Maria de Wilde hadden één zoon: Ferdinand (1794-1860). Hij huwde een eerste maal met Albertina Geelhand en nadien met Maria Galesloot. Hij erfde het kasteel te Herlaar van zijn vader. Zijn zoon Ferdinand (1828-1941) huwde Gabrielle Osy de Zegwaert. Hij was burgemeester van onze gemeente van 17 januari 1896 tot 1937, en laatste baron van Reynegom, eigenaar van het kasteel. (Bron: IIIe jaarboek uitgegeven door de Herenthoutse kring voor heemkring Sandelyn voor Herenthout en Omliggende – 1975)
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 53
LILLE Buiten enkele sporadische archeologische vondsten, die wijzen op menselijke aanwezigheid in de prehistorie en in de Romeinse tijd, is er over de vroegste periode van de geschiedenis van onze dorpen weinig of niets geweten. Vanaf ca. 50 voor Chr. behoorden onze streken tot het Romeinse wereldrijk nadat Julius Caesar met zijn machtige legioenen de plaatselijke Gallische stammen verslagen had. Omstreeks 358 na Chr. moest de Romeinse keizer Julianus de Afvallige de Salische Franken als 'foederati' (= verbondenen) in onze regio, Taxandria, aanvaarden. In de vijfde en zesde eeuw konden de Merovingen o.l.v. Childerik en zijn zoon Clovis vanuit deze streek hun heerschappij over heel voormalig Gallië uitbreiden. Daarna behoorde de regio tot het Karolingische Rijk (751-843), Lotharingen (843-870), West-Francië (870-879) en Oost-Francië (880). Tussen 895 en 925 viel onze regio onder het koninkrijk Lotharingen. Dit rijk werd bij het Heilig Roomse Rijk ingelijfd waarna het nog slechts een hertogdom was dat al gauw verbrokkeld geraakte o.a. in het markgraafschap Antwerpen (d.i. grofweg onze huidige provincie + de Nederlandse provincie Noord-Brabant). Onder de Karolingers lag onze gemeente op de wip tussen de 'pagi' (=gouwen) Rien en Taxandria maar kan ze niet met zekerheid aan één van de twee toegewezen worden. Nadien behoorde onze streek tot het markgraafschap Antwerpen totdat dit laatste in 1106 definitief door Godfried I bij Brabant ingelijfd werd. De beroemdste markgraaf van Antwerpen was wel zijn voorganger Godfried IV van Neder-Lotharingen, beter bekend als 'Godfried van Bouillon'. Lang werd aangenomen dat de oudste vermelding van een plaats in onze omgeving in 877 gesitueerd moest worden. In dat jaar is er in een oorkonde van de abdij van Corvey, uit het bisdom Paderborn, sprake van 'Blowanscote'. Men identificeerde dit toponiem als 'Blommerschot', nu een gehucht dat vlakbij Wechelderzande ligt maar tot Oostmalle behoort. De laatste jaren heeft men deze stelling verlaten zodat de eerste vermelding twee en een halve eeuw opgeschoven moet worden. Lille wordt vermeld in 1123. Wechelderzande krijgt een vermelding in 1187 samen met Poederlee maar Gierle moet wachten tot in 1259. Onder de negen eerste hertogen van Brabant, van Godfried I tot Jan III, behoorden Lille, Wechelderzande en Gierle tot het rechtstreekse hertogelijke domein. In 1332 of 1333 verkocht Jan III de gebruiksrechten op de vroente in deze dorpen aan hun inwoners. Tot in 1822 zouden de heiden en bossen gemene gronden blijven waarop de dorpelingen turf staken, heide maaiden en hun schapen weidden. De huidige gemeentebossen zijn hier nog steeds een overblijfsel van. In 1347 huwde de dochter van Jan III, Maria, met Reinoud van Gelre. Als compensatie voor het niet-betaalde deel van de bruidsschat kregen zij het Land van Turnhout in pand, bestaande uit de Vrijheid Turnhout, de drie genoemde dorpen en nog tien andere plaatsen. Op 25 juli 1356 zette Johanna van Brabant dit pandschap om in een erfelijke leenband. Het Land van Turnhout zou nog tot aan de Franse Revolutie blijven bestaan. Het kwam reeds bij de dood van Maria van Brabant, in 1399, terug aan de hertogen van Brabant, waarna het mee overgeërfd werd totdat keizer Karel V het gebied aan zijn zuster, Maria van Hongarije, als weduwegoed afstond. Onder koning Filips II werden grote delen ervan verpand om geld in de lege staatskas te krijgen. Lille, Wechelderzande (en Vlimmeren) kwamen zo in handen van de schatrijke familie Schetz. Na het Twaalfjarig Bestand werd het Land van Turnhout herenigd onder de Nassauer Filips-Willem van Oranje. Na diens dood keerde de volledige heerlijkheid tot de domeinen van Brabant terug waarna Filips IV zes dorpen, waaronder Lille, Gierle en Wechelderzande, aan Jan de Proost verpandde. Deze jonker bouwde het mooie kasteel van Wechelderzande. Met de Vrede van Munster (1648) werd het Land van Turnhout aan de Oranje-Nassaus teruggeschonken. Na een twist tussen deze familie en Pruisen werd het een bezit van de Pruisische koningen (1711) totdat keizerin Maria-Theresia het als hertogin van Brabant Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 54
terugkocht om het aan haar gunsteling Emanuel Tellez de Sylva Menezes et Castro te schenken. Door een nieuwe koop in 1768 werd het tot aan het eind van het Ancien Regime eigendom van de graven de Pestre de Seneffe. Een overzicht van de feodale heersers over Lille, Gierle en Wechelderzande vanaf hertog Jan III ziet er als volgt uit: Het land van Turnhout en zijn heren: • 1312-1347 Jan III, als hertog van Brabant • (21/3/1313) (Edward II, koning van Engeland: enkel pro forma) • 1347-1356 Johanna, als hertogin van Brabant • 1356-1399 Maria van Brabant, als vrouwe van Turnhout o (vanaf juni 1347 reeds als pandvrouwe) o (25/7/1356: oprichting van het Land van Turnhout als erfelijk leen) • 1399-1404 Johanna, als hertogin van Brabant o (Land van Turnhout eerste maal terug aan Brabant) • mei 1404 Margareta van Male, als hertogin van Brabant • mei 1404-1415 Antoon van Boergondië, als hertog van Brabant • 1415-1427 Jan IV, als hertog van Brabant • 1427-1430 Filips van St-Pol, als hertog van Brabant • 1430-1467 Filips de Goede, als hertog van Brabant o 1445- ? : lage (en middele?) heerlijkheid in Lille, Gierle, Wechelderzande-Vlimmeren in leen aan Ambrosius de Dynter (tot 1495) en diens zonen (tot ?) • 1467-1477 Karel de Stoute, als hertog van Brabant • 1477-1482 Maria van Boergondië, als hertogin van Brabant • (1482-1494) (Maximiliaan van Oostenrijk, als voogd voor de minderjarige Filips) • 1494-1506 Filips de Schone, als hertog van Brabant • 1506-1546 Karel V, als hertog van Brabant • 1/3/1546-1558 Maria van Hongarije, als vrouwe van Turnhout (door belening) • 1558-1598 Filips II, als hertog van Brabant o december 1559/april 1560 tot 1612: Lille en Wechelderzande-Vlimmeren verpand aan Gaspard Schetz d' Ursel en diens zoon Coenraed • (1598-1612) (Albrecht en Isabella, als hertogen van Brabant) • 1612-20/2/1618 Filips Willem van Nassau, als heer van Turnhout o (Land van Turnhout herenigd na Twaalfjarig Bestand) • 1618-1621 Albrecht en Isabella, als hertogen van Brabant • 1621-1648 Filips IV, als hertog van Brabant o vanaf 1626: verpandingen van het Land van Turnhout: Wechelderzande-Vlimmeren, Lille, Gierle, Beerse-Vosselaar aan jonker Johan de Proost • 1/7/1648-7/2/1675 Amalia van Solms, als barones van Turnhout o (Land van Turnhout herenigd na de Vrede van Munster) • 1675-1676 Willem III, koning van Engeland, als baron van Turnhout o (1/2/1676-3/1688) (Maria van Zimmeren, barones van Turnhout, in vruchtgebruik van koning Willem III) • 1688-1702 Willem III, koning van Engeland, als baron van Turnhout • 1702- 26/5/1708 en 1/4/1711 (Land van Turnhout betwist tussen Frederik I van Pruisen en Johan Willem Friso van Nassau) • 1708-1713 Frederik I, koning van Pruisen, als baron van Turnhout • 1713-1740 Frederik-Willem I, koning van Pruisen, als baron van Turnhout • 1740-1753 Frederik II de Grote, koning van Pruisen, als baron van Turnhout • 2/1745-21/3/1745 (kortstondige confiscatie door keizerin Maria-Theresia) • 27/1/1753 Maria-Theresia, als hertogin van Brabant (door koop) Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 55
7/4/1753-1768 Emanuel Tellez de Sylva Menezes et Castro, hertog van Sylva-Tarouca als hertog van Turnhout (door schenking) • 7/3/1768-1774 Julien-Ghislain Depestre, als graaf van Turnhout (door koop) • 21/1/1774-Franse Tijd, Joseph-Francois-Xavier Depestre, als graaf van Turnhout • EINDE Ancien Régime •
De geschiedenis van Poederlee is heel anders gelopen want dat dorp behoorde niet tot het Land van Turnhout maar was een aparte, volle heerlijkheid. De vroegste vermelding van een heer van Poederlee dateert van oktober 1209 ('Walterus de Puderla'). De heren van Poederlee woonden in een bescheiden houten kasteelhoeve aan de rivier de Aa. Even stroomafwaarts stonden hun watermolen en het houten en aarden mottekasteel. De 'van Poederlees' komen als trouwe ridders van de hertogen van Brabant uit de bronnen naar voor. Het geslacht bezat de heerlijkheid tot omstreeks 1390. De heren hadden ook rechten te Gierle. De naam van Vriesele volgde hen op. Het zijn Jan van Vriesele en diens zoon Wouter die in de 1ste helft van de 15de eeuw de Heggekapel laten bouwen. Door een huwelijk kwam Poederlee in handen van de machtige familie van Brimeu (1459). Op 26 oktober 1536 meldt Jacob van Brimeu dat zijn "hoff tot Poederle inden gront verbrant is". Bij die rampzalige brand ging ook zijn archief in de vlammen op. Vanaf dan bleef er enkel nog een grote pachthoeve over die op haar beurt in 1822 volledig afbrandde en nooit heropgebouwd werd. De heren van Poederlee woonden vanaf dan niet meer in hun dorp. In het begin van de zeventiende eeuw was Philippe Snoij gedurende een kleine 30 jaar heer van Poederlee. Diens erfgename, Walburga Snoij, huwde met Philippe van Steenhuys, heer van Hers en kanselier van Brabant. Tot zijn voordeel werd Poederlee in 1653 verheven tot baronie. De laatste adellijke familie heette d' Olmen de Poederlee (18de eeuw tot aan de Franse Revolutie). Dit geslacht bleef de titel van baron van Poederlee dragen totdat het in 1928 uitstierf.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 56
NIJLEN De heerlijke geschiedenis van Nijlen, Kessel en Bevel werd tot nog toe niet bestudeerd.
OLEN Graaf Ansfried, bisschop van Utrecht schonk omstreeks 995-1007 een deel van zijn persoonlijke bezittingen in de Zuiderkempen, waaronder Westerlo en Olen, aan de Kapittelkerk van Utrecht. De originele schenkingsaktie is niet bewaard, maar er zijn wel kopies van bekend. De Kapittels van Utrecht gingen in die jaren een relatie aan met twee plaatselijke machthebbers, namelijk de abij van Tongerl en de heren van Wezemaal. De familie van Wezemaal kreeg vanaf de 12de eeuw het beheer van de allodiale goederen Westerlo-Olen en op 21 juni 1247 werd de overeenkomst tussen de kapittels en de heren van Wezemaal op schrift gesteld in een erfpachtcontract. Dit contract hield in dat de Kerk van Utrecht het beheer van haar goederen te Westerlo-Olen afstond aan de Heren van Wezemaal mits het betalen van een jaarlijke pachtsom, waardoor het beheer van deze goederen kon overgaan op hun erfgenamen. Ze waren acht generaties van Wezemaal vanaf 1166 tot 1464 heren en bezitters van Olen. Vanaf 1417, na de dood van Jan I van Wezemaal, ontstond er een strijd tussen de van Wezemaals en de Merode’s. In 1478 viel eindelijk de beslissing van de Raad van Brabant, waarbij Westerlo, Olen en Herselt werden toegewezen aan Jan I de Merode. Olen bleef van dan af, onder de heren de Merode, nauw verbonden met de heerlijkheid Westerlo. De heer van Westerlo en Olen benoemde ambtenaren die voor het bestuurvan zijn onderdanen moesten instaan. Hieruit onstonden de schepenbanken. Aan het hoofd van zo een schepenbank stond de meier. In grotere plaatsen zoals Westerlo was dit de drossaard. Niet zelden was de drossaard van Westerlo ook de meier van Olen. Het aantal schepenen bedroeg meestal zeven. Olen stond eerst onder de jurisdictie van de schepenbank van Westerlo. In 1744 kreeg Olen officieel een eigen schepenbank. Om de goede verstandhouding en het samenleven onder de leden van een dorspgemeenschap te bevorderen werden er zogenaamde dorpskeuren opgesteld. Voor het eerst omstreeks 1470 wordt Olen in de bronnen als een graafschap omschreven. Het zou echter nog tot het midden van de 16de eeuw duren vooral de heren van Olen, met name de Merode’s zich de titel “graaf van Olen” toeëigenden. De laaste heer van Westerlo en dus graaf van Olen was Willem Karel de Merode. In 1795 kwam er definitief een einde aan het ancien regime in de Nederlanden. De oude instellingen, waaronder de heerlijkheden, werden afgeschaft. Nadien braken de banden van Olen met de familie de Merode voor goed. In adellijke kringen wordt de titel “graaf van Olen” heden niet meer gevoerd in tegenstelling tot die van “markies van Westerlo”.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 57
VORSELAAR De eerste die, in de ons bekende bronnen, de naam draagt van “heer van Vorselaar” is Arnolf van Rotselaer, die in Brabantse oorkonden vermeld wordt in het jaar 1274. De familie van Rotselaer heeft in de geschiedenis van het hertogdom Brabant een zeer belangrijke rol gespeeld. Zij bezat erfelijk het ambt van dapifer of hofmeester in het hertogelijk paleis en was door dit feit een van de voornaamste adellijke families. We geven hier een overzicht van de heren van Vorselaar, met hier en daar een bijzonderheid: 1. Arnolf van Rotselaer, schonk Vorselaarse tienden aan de abdij van Vrouwenpark bij Rotselaar. 2. Gerard I van Rotselaer, nam deel aan de slag van Woeringen en werd op dit slagveld tot ridder geslagen. Hij stierf bij het beleg van Mechelen. Hij is de eerste die in de oorkonden “van Vorsselaer” wordt genoemd. 3. Gerard II van Vorsselaer. Hij was (in zijn sterfjaar 1355) nog een van de ridders die het charter van de Blijde Inkomst van Kortenberg bezegelden. 4. Geard III van Vorsselaer : bekend in de Brabantse geschiedenis door zijn optreden te leuven bij de volksopstand in 1360. Hij nam deel aan de slag bij Basweiler in 1371. Op 10 oktober 1370 kocht hij van Jan van Landewijck de heerlijkheden Kasterlee, Lichtaart en Retie ; de laatste twee plaatsen zullen ruim 500 jaar lang samen met Vorselaar worden vererfd en verhandeld. Hij had geen kinderen, daarom ging de heerlijkheid terug naar het stamhuis van de van Rotselaers in Leuven. 5. Jan I van Vorsselaer (Jan II te Rotselaer) was erfdrossard van Brabant en voogd van Maastricht. Hij was in 1371 in de slag van Bzsweiler en vervulde verschillende belangrijke diplomatieke zendingen. Hij stierf rond 1406. 6. Jan II van Vorsselaer (Jan III van Rotselaer) 7. Jan III van Vorsselaer (Jan IV te Rotselaer) : hij onderhield de riddertraditie van de familie, werd in 1415 te Azincourt gevangen genomen en was, als gezant van de hertog, in Frankrijk tijdens de veldtocht van Jeanne d’Arc, waarover hij vanuit Lyon op 22 april 1429 een zeer belangrijke brief schreef. Hij was ook aanwezig bij de stichting van de Leuvense universiteit in 1425. Hij stierf in 1450-51. 8. Johanna van Vorsselaer; dochter van de vorige heer, huwt met Simon, graaf van Salm. 9. Jacob, graaf van Salm, stierf zonder kinderen. 10. Jan IV van Vorsselaer: zoon uit het tweede huwelijk van Jan III van Vorsselaer. Hij huwde met Clementina van Bouchout op 5 juni 1482. Deze heer verbleef te Vorselaar en werd er ook begraven. Hun grafsteen bevindt zich achteraan in de parochiekerk. 11. Hendrik van Vorsselaer, stierf in Parijs in 1500 en liet zijn erfenis na aan zijn zuster Isabella. 12. Isabella van Rotselaer, huwde eerst Michel de Croy en nadien Thomas Schotelmans. Zij stierf in 1529 ; zij was de laatste afstammelinge uit het oude adellijke geslacht van Rotselaer. Isabella had bij testament Vorselaar en afhankelijkheden overgemaakt aan haar neef onder 13. 13. Cornelis van Bergen. Hij werd in 1538 prins-bisschop van Luik en nam uit deze functie ontslag in 1544. Hij stierf rond 1560 na Vorselaar te hebben overgemaakt aan de man van zijn zuster, Jan van Ligne. 14. Jan van Ligne werd heer van Vorselaar in 1555. Hij trouwde met Margaretha van der Marck, erfdochter van Robbrecht van der Marck, graaf van Arenberg. Een van de voorwaarden van dit huwelijk was dat de kinderen de naam en het wapen van de Arenberg’s zouden dragen. 15. Karel van Ligne en van Arenberg, zoon van 14 werd de stamvader van de prinsen van Arenberg. Hij trouwde met Anna de Croy, oudste zuster en erfgename van Karel de Croy, hertog van Aarschot en prins van Chimay. Hij werd door Philips II tot gouverneur van de Nederlanden benoemd. Hij stierf op het kasteel te Edingen, waar hij het klooster van de capucijnen bouwde. 16. Philips van Arenberg, oudste zoon van 15, stierf te Madrid op 25 september 1640 en werd in het klooster van Edingen begraven. 17. Karel Eugeen van Arenberg, zoon van 16, kreeg Vorselaar in 1641 en verkocht deze heerlijkheid met aanhankelijkheden op 29 december 1663 voor de som van 130000 florijnen aan 18. 18. Jan Proost, geboren in Gastel (Noord-Brabant) in 1612 werd lid van de Raad van Brabant en werd in 1668 voorgedragen om kanselier te worden. In 165ç werd hij ridder benoemd. Hij herbouwde het Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 58
19.
20. 21.
22.
23.
24.
25. 26. 27. 28.
29.
30.
vervallen kasteel en versierde de omgeving met eikenplantages. Het is dit herstelde kasteel dat baron Le Roy in 1678 tekende. Deze heer verbleef te Vorselaar en liet op het hoogkoor een marmeren grafmonument met Latijns opschrift maken. Hij stierf op 21 januari 1680 en werd in onze kerk voor het Sint-Jozefsaltaar begraven. Jan Proost II, zoon van 18. Verbleef eerst in Antwerpen en werd later schepen in Brussel. Hij voerde een reuzeproces met de gemeente over belastingen en tienden. Hij stierf op 12 februari 1709. Juliana Maria Noicetty, echtgenote van 19, verhief de heerlijkheid en verkocht ze aan een zoon van de adellijke Antwerpse familie de Pret. Philippe Louis de Pret was schepen, griffier en burgemeester van de stad Antwerpen. Hij werd in 1716 heer van Vorselaar. Hij werd te Vorselaar opgevolgd door zijn enige dochter via zijn testament van 20 maart 1755. Maria Anna de Pret, huwde in 1734 met Karel Philippe Henri Jan Baptist van de Werve, afstammeling van een van de oudste adellijke families van België, aan wie ze de heerlijkheid Vorselaar overdroeg op 7 november 1768. Ze stierf op 10 januari 1781. Karel Philippe Henri Jan Baptist van de Werve, werd in 1768 lid van de grote Raad van Brabant. Hij herbouwde het kasteel rond 1756 en bouwde ook de voorgebouwen op het voorhof, waarvoor hij een beroep deel op architect van Baurscheit. Hij liet ook de kaak (schandpaal) op het marktplein oprichten op het Vorselaars marktplein als symbool van zijn macht. Karel Bernardus Johan Gislain, graaf van de Werve en van Vorselaar, lid van de grote Raad van Brabant. Hij huwde eerst Hubertina de Gilman en nadien Reginadella Faille, stichteres van het klooster te Vorselaar. Karel Bernardus overleed in 1816. Hij werd opgevolgd door zijn kleinzoon Louis Paul Franciscus Maria Ursula. Hij overleed op 26 december 1850. Philippe Maria Joseph Herman van de Werve, oudste zoon van 25. Hij was burgemeester van Vorselaar en liet het kasteel herstellen en verfraaien. Hij overleed in 1884. René Philippe August Maria Joseph, oudste zoon van 26, was gemeenteraadslid van Vorselaar en werd in 1892 tot senator gekozen. Hij overleed in 1911. De enige dochter van 27 Maria Louisa Eulalia Josephan huwde op 6 september 1898 te Antwerpen met Eduardus Adrianus Ignatius Maria Joseph, baron de Borrekens. Baron Edoard werd heer van Vorselaar in 1911, na het overlijden van zijn schoonvader. Zelf overleed hij in Antwerpen in 1935. Hij werd opgevolgd door zijn oudste zoon Raymond, geboren in Vorselaar op 12 oktober 1899 en overleden in Herentals op 6 oktober 1998. Hij was 24 jaar burgemeester van Vorselaar, in het spoor van zijn voorouders en heeft, zo vermeld ook zijn doodsprentje “Vorselaar bestuurd en gemaakt tot wat het nu is, een goede en gezonde thuis voor jong en oud”. Intussen werd het kasteel en het domein ingebracht in een naamloze vennootschap. Thans is Paul Stoffels, topman van Jansen Pharmaceutica, de tijdelijk bewoner van het Vorselaars kasteel.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 59
** Kerkelijke geschiedenis GROBBENDONK - Parochiekerk Sint - Lambertus De huidige parochiekerk van Grobbendonk werd ingewijd op 18/09/1951. De vorige kerk werd vernield tijdens WO II. Een maquette hiervan kan men bezichtigen in de huidige kerk. Het is een Neoromaans bouwwerk van meester J. Ritzen, dat bijzonder sober van inhoud is. Het hoogkoor bestaat uit grijs marmer, evenals het altaar, beide zijaltaren en de communiebank. - Onze-Lieve-Vrouwekerk van Bouwel Van oorsprong zijn kerk en parochie toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw. Het witstenen kerkgebouw dateert van omstreeks 1400. Het is in Gothische stijl opgetrokken en was in het begin een eenvoudige kapel. Van een eigenlijke kerk kan eerst sprake zijn vanaf de eerste helft van de 16e eeuw, wanneer kruis- en middenbeuk bijgebouwd werden. Later werd de kerk nog herhaaldelijk verbouwd en vergroot. De kerktoren, zoals hij vandaag voorkomt, werd in 1862 voltooid. De zijbeuken en koorverlengingen dateren van 19271929. Men kan zich een idee vormen van de uitbreiding die Bouwel nam als men weet dat het hoogkoor van nu, het ganse gewelf van de vroegere kerk vormde. De waardevolle bezittingen van de Bouwelse kerk bestaan voor het grootste deel uit kostbaar en kunstig smeedwerk. Verder zijn er ook het hoofdaltaar van 1688, de communiebank van 1672 en de predikstoel van 1687. Bovendien bevindt zich in de linkse zijgevel van de kruisbeuk een merkwaardig en kleurrijk brandglasraam uit de tijd van de Gotiek. In de rechterzijbeuk bevindt zich het altaar van de SintSebastiaansgilde. Dit altaar vertoont een schilderij van de Lierenaar Adriaan De Bie (Vlaamse school, eerste helft van de 17e eeuw). Schenker hiervan was Hendrik van Varick of diens zoon Nicolaas, beiden Heer van Bouwel. De prachtige omgeving van de kerk werd als natuurmonument geklasseerd (1968). - Priorij Onze Lieve Vrouw ten Troon Als een oase, midden in het militaire kamp, ligt de ruïne van de voormalige priorij van "Onze-Lieve-VrouwTen-Troon". Gesticht op het "Hof van Grobbendonk" op 26 december 1414 door Ridder Arnold van Crayenhem, werd dit klooster opgetrokken op de plaats die toen Hulsdonk heette, langs de oude weg van Grobbendonk naar Herentals, en vlakbij de verwoeste wolmolen op de "Kleine Nete". Het klooster van "Den Troon" was van de "Windesheimer-orde". De stichting nam een hoogstaande geestelijke en kunstambachtelijke vlucht. Vooral de boekverluchting werd er ijverig bedreven. Men beweert zelfs dat "Quinten Matsijs" hier zijn schilderstalent zou hebben aangescherpt, daar zijn ouders van Grobbendonk afkomstig waren (het staat vast dat ze op de "Eikenschranshoeve" hebben gewoond). Na de bloeitijd kwam de depressie, die vooral de geestelijke waarden aantastte: menig troonpater trok naar Nederland, maar vooral naar Duitsland om er de hervorming, het protestantisme te prediken. Toen deze kommervolle tijd voorbij was en het geestelijke leven op "Den Troon" weer een hoog peil bereikte, kwam de materiële ondergang. In 1572 werd de abdij een eerste maal door de Geuzen bezocht en geplunderd. In 1579 werd de priorij totaal verwoest zoals bijna elk gebouw in Grobbendonk. Sedertdien volgde de afbraak stelselmatig. Een brand maakte in 1898 van "Den Troon" de ruïne die er thans is. Zelfs de puinen van de gewijde plaatsen moesten het ontgelden, toen in 1950 de Britse militaire basis deze plaats wou innemen. Gelukkig was het kanunnik Floris Prims, van Grobbendonkse afkomst, en stadsarchivaris van Antwerpen, die beschermend optrad en de papieren oorlog won.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 60
HERENTHOUT De Sint-Gummaruskerk moet de eerste kerk geweest zijn in Herenthout. Deze parochie werd afgeschaft in 1803 en opgeslorpt door de St.-Pietersparochie van de Vrijheid, die gesticht werd in de 12e-13e eeuw. Het is moeilijk juist te schatten hoe oud de kerk van Herenthout is. In archieven van Rijsel heeft men de oudste documenten van onze gemeente aangetroffen: daarin is reeds sprake van onze kerk in 1207 en 1208. Het huidige kerkschip werd gebouwd door de provinciale architect Van Gastel. De werken werden aangevat op 8 april 1861 en voltooid op 12 november 1864. Op 11 juli 1865 werd de kerk met grote plechtigheid ingewijd. Vroeger had het torendak een ander uitzicht. Een brand in het begin van de 17e eeuw vernielde echter het oorspronkelijk dag. Op 2 juni 1525 schonk Katarina, dochter van Pieter Verlynden, een bepaalde som om de toren te herstellen. Het grondplan van onze kerk is volgens lengtebouw gemaakt en heeft de vorm van een Latijns kruis. Er zijn zowel Romaanse als gotische aspecten terug te vinden. Romaanse kenmerken zijn o.a. het horizontalisme. Onze kerk is een lage kerk die breed, dicht tegen de grond is afgewerkt, zelfs de toren doorbreekt dit niet. Dit wees op de nederigheid van de mens tegenover God. Gotische kenmerken zijn o.a. de talrijke vensters die veel licht binnen laten, dat gefilterd wordt door de gekleurde glasramen. Aan de hand van teksten kunnen we ons een idee vormen hoe de kerk er vroeger heeft uitgezien. De eerste beschrijving situeert zich rond 1626-1627. Toen bezat de kerk 7 altaren. De tweede beschrijving dateert van 17 november 1753. Toen werden de twee parochies, St. Gummarus en St. Pieter, samengevoegd met één priester aan het hoofd. Het huidige interieur is veel minder versierd en veel soberder dan de vroegere inrichting. Er zijn nog enkele waardevolle voorwerpen zoals oude gewaden, oude liturgische vaten, een met de hand gegoten klok uit 1717, biechtstoelen, de kruisweg tegen de muur, een icoon van O.L.Vrouw en de beelden van Petrus en Paulus.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 61
LILLE Rogerus, bisschop van Kamerijk, schonk in 1187 de 'altaren' van 'Voslar, Berse ende Wechle' aan de vrouwenabdij van Groot-Bijgaarden. Kerkelijk hoorde Wechelderzande toen nog bij Poederlee dat op zijn beurt afhing van de kerk van Vorselaar. In 1321 werd de parochie Poederlee-Wechelderzande gevormd maar pas in 1572 werden deze twee gescheiden. Opmerkelijk is wel dat de Oostmalse gehuchten Bruul, Zalphen, Middelborg en Blommerschot kerkelijk van de Wechelse pastoor afhingen. Die woonde trouwens van 1688 tot in 1964 in het kasteel Hof d' Intere aldaar. In 1441 werd te Poederlee de bedevaartskapel van de Hegge voltooid op de plaats waar Jan van der Langersteden in 1412 de in Wechelderzande gestolen hosties weggeworpen had. Gierle vormde met Tielen tot in 1612 één parochie. De kerk van Lille was al voor 1123 afhankelijk van die van Vorselaar. Pas in 1567 werd Lille een zelfstandige parochie. Vermeldenswaard is nog de rol die katholieke zusters speelden in het onderwijs te Groot-Lille. Vanaf 1827 stichtten de Zusters der Christelijke Scholen van Vorselaar klassen te Lille, Poederlee en Wechelderzande. De Ursulinnen namen Gierle voor hun rekening. De kapel van het Kloosterhof getuigt nog van hun eens zo bloeiend internaat. Groot-Lille viel onder het bisdom Kamerijk dat in 1559 opgevolgd werd door het bisdom Antwerpen. Tussen 1802 en 1962 hoorden de parochies bij het diocees Mechelen maar vandaag de dag vallen ze weer onder het bisdom Antwerpen.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 62
NIJLEN Onze kerk De St.-Willibrorduskerk is een neogotische hallenkerk in witte steen met een driebeuken schip, een kruisbeuk met zijkapellen en een langgerekt koor met zijkoren die geflankeerd worden door traptorentjes. De westertoren wordt bekroond door een ingesnoerde naaldspits met dakkapellen. De benedenverdieping van de toren heeft een kruisgewelf. Alle andere delen van de kerk worden afgedekt door een houten tongewelf. De eerste vier traveeën en de toren werden bij KB van 20 maart 1935 geklasseerd als monument. Studiebureau Consult voerde in 1997 een studie uit in opdracht van de kerkfabriek. Het stelt dat het oudste gedeelte van de huidige kerk van de tweede helft van de 14de eeuw dateert, de toren van het einde van de 14de eeuw. In 1840 werd de kerk een eerste maal uitgebreid. Deze bakstenen uitbreiding werd in 1908 weer afgebroken om plaats te maken voor een volledig vernieuwd gebouw volgens de huidige kruisaflijning. Deze uitbreidingswerken werden in 1912 definitief aanvaard. Helaas brandden kerk en toren op 1 oktober 1914 uit. In 1922 werd ze heropgebouwd volgens de in 1900 getekende plannen. In de volgende oorlog, in 1940, blies het Belgische leger de torenspits op, waardoor ook de aanleunende kerkdaken beschadigd werden. Tijdens de wederopbouw in 1940-’41 kreeg de toren een betonnen kern. De nieuwe torenspits werd pas in 1960-’61 gebouwd. Nieuwe parochies Bij KB van 14 augustus 1947 werd een nieuwe parochie erkend, toegewijd aan O.-L.-Vrouw. De erediensten worden nog steeds in een "voorlopige" kerk gehouden. Deze kerk wijdde Kardinaal Van Roey, Aartsbisschop van Mechelen, op 19 december 1948 in.
OLEN De Sint-Willibrorduskapel van Meren was mogelijk het eerste christelijke centrum van de streek. Zo onstonden plaatselijke gemeenschappen van gelovigen. Voor de instandhouding van die eerste kerkgemeenschappen waren geldmiddelen nodig. De boeren moesten daarom een tiende deel van de opbrengst van hun hoeve afstaan aan de kerk. Olen werd ingedeeld in een aantal tiendengebieden. Hieruit ontstond dan de parochie Olen. In 1244 werd de parochie geschonken aan de abdij van Tongerlo, en de pastoors werden benoemd vanuit de abdij. Gezien Olen destijds (rond het jaar 1000) door bischip Ansfried werd geschonken aan het SintMartinus kapittel van Utrecht, kreeg de eerste Olense parochie Sint-Martinus als patroonheilige. Ill en Oosterwijk (gemeente Tongerlo) behoorden tot die Sint-Martinusparochie. In 1559 kwazm Olen terecht onder het bisdom Antwerpen, en in 1801 onder het aartsbisdom Mechelen. Vanaf 1962 werd dit terug bisdom Antwerpen. In 1777 werd een verzoekschrift gericht aan de bisschop van Antwerpen tot het bekomen van een tweede parochie maar dit werd geweigerd. Uiteindelijk werd in 1864 in het “achterdorp” een hulpkerk opgericht. Zo ontstond dus de Onze-Lieve-Vrouw-parochie van Achter-Olen. De Geeleweg vormde dan de grengsscheiding tussen de twee parochies. In de jaren 1935-1939 werd het Albertkanaal gegraven en in 1947 werd dit kanaal de definitieve grens tussen Achter-Olen en Olen-Sint-Martinus. In 1964, bij het 100jarige bestaan van de parochie werd de naam Achter-Olen veranderd in Onze-Lieve-Vrouwe Olen. In 1912 startte Jozef Leemans ten zuiden van kanaal Herentals-Bocholt een fabriek voor allerlei chemische producten. In de nabijheid van die fabriek onstond dan in 1913 de derde Olense parochie: de Sint-Jozefs parochie zich ook gedeeltelijk uitstrek op het grondgebied van de gemeente Geel. August Janssens werd de eerste pastoor en hij bleef dit meer dan 50 jaar. De spoorweg vormt de scheidingslijn met de O.L.V.parochie.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 63
VORSELAAR Er zijn geen schriftelijke bronnen over de stichting van de parochie Vorselaar. In een omstreden document dat “testament van Sint-Willibrordus” heet en dateert van 726, komt de benaming “Furgalare” voor, een plaats die via dit testament werd overgemaakt aan de abdij van Echternach. Voor de eerste keer is er in geschiedkundige bronnen spraak van Vorselaar in het jaar 1123. Dat jaar geeft bisschop Burchardus van Kamerijk de kerken van Anderlecht en Vorselaar aan het kapittel van zijn kathedraal. In deze akte staat vermeld dat Vorselaar de titel draagt van “volle kerk” (ecclesia integra) en twee afhankelijkheden had: de halve kerk (ecclesia media) van Lille en de kapel (quarta capella) van Poederlee. In deze akte worden de namen van de voornoemde parochies als volgt geschreven: Forlaria, Lisleo en Poderla. Het feit dat bij het begin van de 12° eeuw Vorselaar reeds dochterkerken bezat, mag ons doen aannemen dat de parochie toen reeds zeer oud was. Dat kan ten andere nog afgeleid worden uit het feit dat Sint-Pieter de patroonheilige is van parochie en kerk: een patroonskeuze die, volgens de geschiedschrijvers, vooral door de eerste evangeliepredikers in de Kempen werd toegepast. Het kapittel van Kamerijk bezat het recht de pastoor te benoemen en oefende dit recht uit tot aan de Franse revolutie. Het kapittel van Kamerijk was tiendeheffer te Vorselaar, maar had ook zekere verplichtingen: onderhoud van de toren en de pastorie. Zoals elders vermeld werd door het kapittel herbouwd op het eind van de 18° eeuw. De parochie Vorselaar behoorde tot in 1559 tot het bisdom Kamerijk en tot de landdekenij Antwerpen. Nadien behoorde Vorselaar tot het bisdom Mechelen en Antwerpen en, tot enkele jaren geleden, tot de dekenij Herentals. Nu behoort Vorselaar tot de dekenij Zuiderkempen. De huidige kerk dateert uit twee verschillende periodes: - het hoogkoor, de middenbeuk en de toren werden gebouwd rond 1630 ; - de twee zijbeuken werden bijgebouwd in 1839. De kerk zelf bezit enkele merkwaardigheden. De houten bekleding van het hoogkoor, vooral het beeldhouwwerk van de panelen, is kunstig afgewerkt. Enkele biechtstoelen zijn van het voormalig Vorselaars huis Van Roey. Een schilderij, waarschijnlijk vroeger middenstuk op het hoogaltaar, verbeeldt de kruisiging van Petrus, een ander – het middenstuk op het O.L.V.-altaar – verbeeldt Maria’s Hemelvaart. De kerk bezit ook een merkwaardig O.L.V.-beeld, afkomstig uit de voormalige kapel van Sassenhout. De oude houten beelden van St. Barbara en vooral Sint-Joris te paard, zijn waardevol, maar verder historisch onderzoek terzake is wenselijk. Tegen de muur aan de noordelijke uitgangsdeur, staat een fraaie grafzerk in gotische stijl : deze steen lag vroeger midden op het hoogkoor, en daaronder rustten Jan van Rotselaar en zijn echtgenote Clementina van Bouchout, gestorven eind 15° eeuw.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 64
9.6. Overzicht roerend erfgoed werkingsgebied ** Documenten en archieven (incl. plannen, kaarten, ansichtkaarten)
GROBBENDONK - gemeentelijk archief - bibliotheek en archeotheek * Geschiedenis van Grobbendonk, P.J. Goetschalckx * Een prikje op de eeuwigdurende tijdsschaal : Bouwel in de voorbije 100 jaar!, Francis Drijbooms * Van banrecht en maalplicht in Grobbendonk tot eigen Bouwelse windmolen: historiek van de Bouwelse windmolen en molenhuizen, Francis Drijbooms * Gallo-Romeinse bewoningssporen te Grobbendonk, G. De Maeyer * Onze Lieve Vrouw ten Troon te Ouwen, Floris Prims * Parochieregisters Grobbendonk, Wilfried L.A. Taeymans * Grobbendonk: het historisch verhaal van een kleine gemeenschap, Guido Van Dyck * Grobbendonkse annalen, Karel Van Uytven - privé-archieven - parochiearchieven - kerkarchief in Leuven - rijksarchief in Antwerpen - archeologische vondsten bij het VIOE - archief dat bij het Taxandria Museum hoort
HERENTALS ** Herentals Herentals, goed bekeken Cultuurhistorische gids voor Groot-Herentals door J.M. Goris, stadsarchivaris Inventaris van de kunst- en andere voorwerpen van de St.-Waldetrudiskerk in Herentals (1986) Herentals in 19de eeuwse gravures en litho’s (2003) Inventaris door dr. Jan M . Goris, stadsarchivaris, Herentals Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen (1977) Provincie Antwerpen – kanton Herentals Jaak Jansen Verzamelde gegevens, bevindingen en inventaris van Luc Schelfhout (2001). Het kunstpatrimonium van het OCMW Herentals (1992) Jaak Jansen Inventaris kapel Oud-Gasthuis en Begijnhof (1978 – 1979) Claire Vercammen
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 65
Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, kanton Herentals ** Morkhoven Herentals, goed bekeken Cultuurhistorische gids voor Groot-Herentals door J.M. Goris, stadsarchivaris ** Noorderwijk Herentals, goed bekeken Cultuurhistorische gids voor Groot-Herentals door J.M. Goris, stadsarchivaris Geschiedenis van het Leemen Huyseke
HERENTHOUT - Gemeentelijk archief - Bibliotheek - Kerkarchief - Archief Heemkundige Kring Sandelyn vzw - Archief Karnavalvereniging Peer Stoet - Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen - Archief Postkaartenclub
LILLE - Gemeentelijk archief - Archief en fotoarchief Heemkundige Kring - Kaartenarchief
NIJLEN - Gemeentelijk archief - Archief van Heemkring De Poemp - Archief van Heemkring Salvator - Archief van ‘Schitterend geslepen’ - Archief omtrent oorlogsverleden van Rudy Van Nunen.
OLEN Gemeentelijk archief Het gemeentearchief bewaart de stukken en documenten van de gemeenten. Het archief zorgt voor ondersteuning als er opzoekingen nodig zijn door de andere gemeentediensten. Bezoekers kunnen na afspraak bij het archief terecht voor informatie over de gemeente en voor stamboomonderzoek. Archief van Heemkring De Linde
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 66
Het archief van Heemkring De Linde, evenals een Haza-Databestand met meer dan 20.000 persoonsgegevens kan geraadpleegd worden in de pastorie van Sint-Jozef-Olen, Lichtaartseweg 200. Volgende gegevens zijn beschikbaar: - Parochieregisters Olen Klapper op de dopen (1594-1802) Klapper op de huwelijken en overlijdens (1594-1802) - Registers Burgelijke Stand Olen Klapper op de geboorten (1797-1910) Klapper op de huwelijken en overlijdens (1800-1910) - Scabinale akten 1766-1784 1785-1796 Breuken en andere van Sint Antoniusgilde In privé-bezit zonder gekende opgave van stukken. Uitgebreide postkaartencollectie in privé-bezit Oude Posters en dorpsgezichten Een uitvergroting van een dorpsgezicht van Olen Centrum bevindt zich in de raadszaal van het gemeentehuis. Dit is gebaseerd op een pentekening van een onbekende kunstenaar en werd getekend tussen 1682 en 1776. Een kopij van de ganse tekening hangt in het bureau van de burgemeester. Ook in de raadszaal van het gemeentehuis hangt een historische poster van Olen jaarmarkt anno 1901 naar aanleiding van het 100-jarige bestaan van deze jaarmarkt. Contacten met bewoners van Olen leert ons dat nog heel wat materiaal beschikbaar is. Fotorepertorium van het Kerkmeubilair van de kerk van Olen Sint-Martinus
VORSELAAR - Gemeentelijk archief - Gebeurtenissen: boek “Van Vorsselaer naar Vorselaar” + verder aanvullen tot 2007 - Archieven Kempenland en gemeentelijk archief - Dorpskranten “1978: jaar van het dorp” - Archief parochieblad (Van Dongen) - Plannen, kaarten (scholen, kadaster), ansichtkaarten (ruilclubs, Roger Copman), De Ferraris, Geografisch Instituut, enz. - Schoonzoon van Nuyens (woont in de Riemenstraat aan Omer Smouts en was getrouwd met een Verbeeck (Koekoek)) heeft nog oude kaarten van Vorselaar met de typische gehuchtnamen erop. - Oude poster van “historischen stoet” 1907
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 67
** Foto-, dia- en filmmateriaal GROBBENDONK - Achief fotoclub Nete en Aa - Divers materiaal in privéhanden
HERENTALS - Koninklijke Fotoclub Herentals - Fotoclub Anthony
HERENTHOUT - Fotokring Toreke - Archief Heemkundige Kring Sandelyn vzw - Fotoclub Close-up - Divers materiaal in privéhanden
LILLE - Archieven fotoclub en gemeente/Heemkring - Divers materiaal in privéhanden - Beeldbank Heemkundige Kring NIJLEN - Archief van Heemkring De Poemp - Archief van Heemkring Salvator - Archief van ‘Schitterend geslepen’ - Archieven fotoclub Folerma - Divers materiaal in privéhanden, bijvoorbeeld films van Fons Van Den Bulck. - Collectie Fons Lenaerts: doodsprentjes. - Collectie Lode Van Dessel: postkaarten. - Collectie Verhaegen: postkaarten. - Collecties René Lenaerts: postkaarten. Onder meer: - Amateurfilm “Kessel anno 1975” van Fons Van Den Bulck. - Videoverslag “Het vaderland moest groter zijn” (Gidsenwerking Fort Kessel 2006). - Videoverslag “De moord van Nijlen” (2006).
OLEN - Foto-archief Heemkring: een hele reeks foto’s van allerlei onderwerpen (nog niet geïnventariseerd) - Privéverzameling oude foto’s van Olen van Paul Van Vlerken
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 68
- Nog andere fotocollecties in privéhanden - Dia’s van heemfeesten en reisen (Marcel Pauels) - Videofilms: milleniumviering Olen 1994 - Film van de viering van 50ster Gust Janssens (1957) - Olen markt 1951 – de pot van Olen is gestolen - Aangename kennismaking met Olen (video) - Olen Keizersterk.
VORSELAAR - Archieven fotoclub en gemeente/Heemkring - Divers materiaal in privéhanden - Beeldbank Heemkundige Kring
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 69
** Cultureel vondstenmateriaal/archeologie GROBBENDONK - Inventaris “archeologisch museum” Grobbendonk
HERENTALS - Archeologische vondsten aan de Hoogton
LILLE - Verzameling Vondsten van de Regendonk - Verzameling gasbedrijf Fluxys van de Ijzertijd - Poederleaan
NIJLEN Collectie Willy Van Gestel (Bevel): vondsten aan Bevelbeek (oa sierlijk kommetje in terra sigillata en scherven van een groot dolium of voorraadvat). -Collectie René Schoonvliet (Emblem): vondsten nabij Grote Nete. -Collectie gemeentehuis Nijlen: urne met bijpotje (late Hallstattperiode). -Vondsten nabij Grote Nete: museum Mechelen. - Opgravingen Kesselhof. - Vondsten Kruiskensberg.
OLEN Vondsten Taxandriamuseum Turnhout Het Taxandriamuseum neemt in het historisch, toeristisch en volkskundig patrimonium van de streek een belangrijke plaats in. Het werd in 1903 gesticht door de Geschied- en Oudheidkundige Kring der Antwerpse Kempen. Allicht bevinden zich hier ook elementen die te linken zijn naar Olen en omgeving.
VORSELAAR - Herman Van Soom (vondsten Romeinse tijd in Grobbendonk) - Rik Verbeeck (zoon van Marie)
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 70
** Schilderijen, beelden en kunstcollecties GROBBENDONK - Renaat Veris, schilder - Hubert Lampo, schrijver - Robin Hannelore, schrijver - Felix Timmermans, schrijver - Floris Prims, schrijver - Karel Van Uytven, schrijver - Francis Drijbooms, schrijver - Guido Van Dyck, schrijver - Patrimonium kerk Bouwel - Patrimonium kerk Grobbendonk
HERENTALS ** Herentals Hippoliet De Clerck Op 26 augustus 2003 aanvaardde het stadsbestuur de schenking van de collectie van kunstschilder Hippoliet De Clerck. Het werk van Hippoliet De Clerck (Brecht, 20 januari 1878 - Herentals, 6 maart 1954) is van hoog artistiek niveau. Afgezien van de intrinsieke kunstwaarde heeft De Clercks werk voor Herentals een grote en unieke cultuurhistorische waarde. De kunstenaar heeft tal van stadsgezichten, monumenten, landschappen en volkstypes van Herentals op een duidelijk herkenbare wijze geschilderd. Het oeuvre van Hippoliet De Clerck betekent dan ook een aanzienlijke verrijking voor het artistieke patrimonium voor de stad. Stedelijke kunstcollectie Het stadsbestuur verzamelde door de jaren heen een omvangrijk en zeer gevarieerd kunstbezit bijeengebracht dat van groot belang is voor de cultuurgeschiedenis van de stad. Maar dat stedelijke kunstbezit is nauwelijks bekend en een deel van de verzameling is weinig toegankelijk voor publiek. Tijdens Erfgoeddag 2007 stelde het stadsbestuur een selectie uit deze prachtige collectie tentoon. Beelden van Fraikin Herentals ontving een uitzonderlijk geschenk toen het in 1890 alle gipsen modellen van Fraikin kreeg toegewezen. Het gaat stuk voor stuk om originele scheppingen van de kunstenaar. Het kappen in marmer of gieten in brons is werk van ambachtslui. De in Herentals geboren beeldhouwer was absoluut geen kleintje. Samen met Geefs en Simonis behoorde hij tot de top in zijn tijd. Later werden ze overschaduwd door Rodin, Meunier en Minne. Fraikin was heel sterk in burgerlijke kunst voor herenhuizen. Hij kon als geen ander naakte of schaars geklede dames in lichtjes uitdagende houdingen maken. Hij wist in zijn bustes bovendien de dominerende karaktertrek van de afgebeelde persoon te leggen. Op dat vlak kan je hem vergelijken met Velasquez. Jef Mennekens Dichter afkomstig uit Herentals
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 71
** Noorderwijk - Letterkundige Servaas Daems (Noorderwijk, 6 juni 1838 – Tongerlo, 30 juli 1903) - Tongerlose abdijarchivaris Adriaan Heylen (geboren als Jan Frans Heylen in Noorderwijk op 6 augustus 1745 en overleden in Rome op 4 mei 1802).
HERENTHOUT - Patrimonium Kerkfabriek - Patrimonium Gemeente - Jef Van Grieken, schilder
LILLE - Jaak Rosseels en de Wechelse School: zie jaarboek 1987 van Heemkundige Kring ‘NDV’ - Frans Van Giel - Reginald Gossling: zie jaarboek 1992 van Heemkundige Kring ‘NDV’ - Gustaaf Christiaan De Bruyne: zie jaarboek 1984 van Heemkundige Kring ‘NDV’ - Adriaen Jozef Heymans: zie jaarboek 1983 van Heemkundige Kring ‘NDV’ - André Proost - Vic Van Gestel - André Peeters (kunstwerk Louis Neefs) - Patrimonium kerken: zie inventaris kerkelijk erfgoed (KiK - kunstpatrimonium kerk) Nicolaas Van der Veken Nicolaas Van der Veken werd geboren, werkte en stierf te Mechelen (1637-1709). Hij kreeg zijn opleiding bij Max Labbé en later bij Lucas Fayd’Herbe. Hij behoorde tot de belangrijkste meesters die in de Dijlestad werkzaam waren tijdens de tweede helft van de zeventiende eeuw. De beeldhouwer verwierf bekendheid als maker van biechtstoelen; de voorbeelden ervan zijn in verscheidene Mechelse kerken te vinden. Deze beeldhouwer zou ook zijn eigen werk gepolychromeerd hebben. C. Poupeye beschouwde Nicolaas Van der Veken als de sculpturale vertolker van de Van Dijck-stijl in de schilderkunst daar waar Lucas Fayd’Herbe de Rubens-stijl zou uitbeelden.
H. Jozef met Kind
St.-Antonius Abt
Foto: Jos Aerts
Foto : Jos Aerts
St.-Sebastiaan Foto : Jos Aerts
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
H. Anna Foto : Jos Aerts
O.L. Vrouw van Smarten Foto: Jos Aerts
p. 72
De aanwezigheid in de St.-Pieterskerk van Lille van vijf beelden van Nicolaas Van der Veken is wel een bijzonder feit. Het toont aan welke waardering de Mechelse kunstenaar in deze parochie heeft genoten. De beelden werden vermoedelijk verworven door pastoor Robertus van Rijswijck, pastoor van 1664 tot 1696: hij werd een ‘pastor vigilantissimus’ (=zeer waakzame pastoor) genoemd, wat wel zou kunnen slaan op de ijver en de zorg voor de versiering van zijn kerk. Johannes Baptist Diels was de volgende pastoor van 1696 tot 1715. Het is ook mogelijk dat een belangrijke man als Petrus van Steenhuys hier als maecenas is opgetreden : hij was drossart van de Baronnie van Poederlee en van 1660 tot 1688 schout van Lille, Wechelderzande en Vlimmeren : hij had zijn verblijf ingericht te Lille en was ook de schenker van het koorgestoelte in de kerk. Petrus Van Steenhuys moet ook verwant zijn met de magistratenfamilie van Steenhuys die zich te Mechelen had gevestigd : zowel Willem van Steenhuys als zijn zoon Filips-Willem waren advocaat en als magistraat verbonden aan de bestuurlijke instellingen te Mechelen zoals de Grote Raad van Mechelen en de Raad van Vlaanderen. Filips-Willem van Steenhuys (1593-1668) was in 1636 gehuwd met Walburgis Snoy die de seigneurie van Poederlee meebracht : hij werd baron van Poederlee in 1653. De verwantschap van Petrus van Steenhuys met deze familie zou kunnen verklaren dat hij bekend was met het Mechelse milieu.
NIJLEN - Patrimonium kerk: zie inventaris kerkelijk erfgoed (KiK - kunstpatrimonium kerk) - Patrimonium gemeente - Werken van Jef Verheyen in particuliere collecties. - Werken van Gust Hermans.
OLEN Schilderijen: kerken en privébezit - Schilderijen in de kerken zijn opgenomen in de beschrijving van de kerken en in de inventarissen van de kerkfabrieken (Sint-Martinus en O.L.Vr.-Olen in bijlage kerkelijk erfgoed). - Schilderijen van landschappen, gebouwen, personen zijn in bezit van erschillende privé personen. Een overzicht van deze verschillende vormen van kunstwerken ontbreekt.
VORSELAAR - Dries Van den Broeck, schilder - Georges Filips, kunstenaar - Patrimonium klooster: cf. boek “175 jaar Zusters der Christelijke Scholen: 1820-1995” van Raf Vanderstraeten en Marij Preneel, uitgegeven door de Zusters der Christelijke Scholen i.s.m. KADOC, 1996. - Patrimonium kerk: zie kerkelijk erfgoed vanaf p. 125 (deels op basis van KiK - kunstpatrimonium kerk) - Patrimonium kasteel: cf. “Belgische Kundtdenkmäler, herausgegeben von Paul Clemen, zweiter Band, München, 1923, z. 86-90, Schloss Vorsselaer”. - Beeldjes in kapelletjes (bijv. Veertien Kapellekens: echte echte handgemaakte terracotta beeldengroepjes, die model stonden voor de meeste gipsen beelden in de regio)
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 73
** Waardevolle voorwerpen GROBBENDONK - Collectie diamantmuseum en archeologisch museum - Mercuriusbeeldje - Post Middeleeuwse houten waterput - Stichtingssteen priorij Den Troon (1414)
LILLE 1. De Kempische muts - de zondagse muts De technische benaming cornetmuts (“kernet”) werdt hier meestal niet gebruikt. Men sprak van een “boerenmuts” – niet boerinnenmuts – ook wel van “lintenmuts” of “strikkenmuts”. Deze muts heeft de neiging het hoofd te verbreden. De voornaamste versiering van deze muts bestond uit de verscheidene toeren gepijpte kant aan de voorzijde en de strik van gekleurd lint aan de achterzijde, waarvan de panden op de rug afhingen. - de daagse muts Iedere vrouw had meestal wel enkele mutsen in gebruik nl. twee of meer daagse mutsen of huismutsen naast de feestmuts en de rouwmuts. Het was de gewoonte in de Kempen dat men bij elke begrafenis – ook van de niet familieleden – zich in rouw kleedde. Binnenshuis droeg de vrouw niet steeds een muts, ook al droeg ze die gewoonlijk wel buitenshuis. In de Kempen liepen vele vrouwen blootshoofds in vergelijking met in vele andere streken. Anderen droegen toch een huismuts, die meestal vervaardigd was in witte katoen. Het model was afgekeken van de zondagse muts maar tot een eenvoudiger vorm herleid. De muts was soms afgeboord met een kantje en had een platte strik op het achterhoofd. Deze mutsen konden de vrouwen zelf wassen. Sommige mutsen hadden toch wel gefronste toeren. Het maken van die mutsen was toch weer werk voor de mutsenmaakster. 2. De trekkap Naast de cornetmuts hadden sommige vrouwen nog een “kap”. Die droegen ze als ze op hun paasbest wilden zijn. De trekkap lijkt eenvoudiger dan de cornetmuts maar was veel kosbaarder omdat ze volledig vervaardigd was uit ragfijn Lierse of Turnhoutse kant. Ze was minstens tweemaal zo duur. 3. De Spaanhoed Soms droeg men boven de kap een “spaanhoed” of “boerinnenhoed”. Het waren grote hoeden uit fijn Italiaans stro vervaardigd en daardoor ook zeer kostbaar. De hoed was belegd met een lint uit gebloemde of geruite satijn, dat onder de kin kon gestrikt worden. 4. Het capote-hoedje Toen na W.O. II de typische Kempische klederdracht bijna niet meer gedragen werd, waren er hier en daar nog oudere vrouwen die geen cornetmuts meer droegen maar toch van hun kapmantel niet konden scheiden. Anderen kleedden zich volgens de heersende dorpse mode: zwarte jurk of jas en het zwarte capote-hoedje. Het was versierd met strikken, veren, gitten en kralen. Het was meestal gemaakt uit zijde of glansfluweel. 5. De falie
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 74
Wanneer de Kempische vrouw in zware rouw gekleed was, droeg zij een voor ons wat eigenaardig kledingstuk: de falie. Het was een rechthoekig stuk stof, uit fijne zwarte wol of zijde, dat gemakkelijk kon gedrapeerd worden. De falie wordt dan over de muts geslagen. Het was een erg stemmige ingetogen kledij, die bij een droevige gelegenheid paste. De falie werd alleen gedragen op de dag van de begrafenis.
NIJLEN De waardevolle voorwerpen worden behandeld in de andere onderdelen van het roerende erfgoed.
OLEN - Baldakijnen - Processie-baldakijn van de Sint-Jozef parochie, in 1932 door de parochianen geschonken aan pastoor Janssens ter gelegenheid van zijn zilveren priester jubileum.
VORSELAAR - Patrimonium klooster - Patrimonium kerk - Brandweerwagen gemeentehuis - Bakkersoven Schranshoeve (gemeente/OCMW) - Diamantnijverheid: molen, tang, … (o.a. Sus Willems) - Deegtrog (Karel Melis) - Kledij: Kempische kapmantel, blauw werkplunje - Patrimonium kasteel: o.a. wastobbe, koetsen, …
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 75
** Vaandels, vlaggen en baldakijnen GROBBENDONK -
Vlag van Harmonie De Broedermin Vlag van Koninklijke Fanfare Sint-Donatus
HERENTALS ** Herentals - Heraldische vlaggen Ter gelegenheid van de herdenkingsfeesten ‘Herentals, stad en vrijheid’ in 1959 werden 5 souvereine vaandels vervaardigd en aangekocht. Deze vlaggen wapperen van april tot en met september aan de Lakenhal. Het eerste vaandel brengt ons naar 1209: Hendrik I en de leeuw op wit - rode achtergrond (Brabant). Onder het bewind van Jan I en Jan II krijgen we een nieuw vaandel en hier komt ook Limburg aan het woord samen met Brabant, het geen we best kunnen onderscheiden door de twee verschillende leeuwen, die resp. Brabant en Limburg vertegenwoordigen. Het middelste van de vijf vaandels doet ons denken aan het Markgraafschap Antwerpen en hieraan kunnen we onmiddellijk toevoegen dat Herentals gedurende een halve eeuw tot zetel van dit Markgraafschap was uitverkoren. De Bourgondische Hertogen met Filips de Goede op de voorgrond krijgen ook hun plaats aan de Lakenhal. De reeks wordt afgesloten met het keizerlijk vaandel van Karel V. Het grote Duitse rijk of Bourgondische rijk wordt duidelijk uitgebeeld door de verenigde arenden op gele achtergrond met in het midden de schilden van de provinciën. - Eerste inventaris: - Vlag mijnwerkersbond met bijhorende draagriem en -stok - Vlag Katholieke Vlaamse Wacht - Grote vlag prov. Antwerpen? (herkomst onzeker) - Vlag oude voetbalsupportersclub Herentals - KFC Herentals-supportersclub Sefa (geschonken aug. 2005): koffertje met leren draagtasje, koperen standaardkop, leren draagriem en vlag twee vlaggenstokken in bruine linnen etui met gesp - Drie vlaggen oud-strijdersverenigingen (natuurzijde, in erg fragiele staat) - Vlag vaderlandslievende verenigingen (ingediend door Antoine Van Looy op 26 jan. '07) - Vlag katholieke turnkring Vermaak na Arbeid - Drie wimpels "Herentals 350 jaar 1209 - 1959" - Vlag van de Koninklijke Aloude Sint-Sebastiaansgilde - Uit het archief van de harmonie Sint-Cecilia: - 1 sierlap met vermelding "Genootschap Harmonie H.Cecilia" opschrift: "Aan haren voorzitter Dr. G.J. Otten 1886" - 1 fanion rood / wit / geel van Antwerpen 1968 - 1 fanion rood / wit / geel van 1979 - 1 fanion geel / blauw van 1978 / Tielen - 1 fanion blauw / goud: Muzikale Verbroedering België - Nederland 1 juni 1969 - Tongerlo koffer met vlag 1952 - Uit het archief van de Kon. Liberale Harmonie: - Eerste vlag ca. 1795 - ingelijst Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 76
** Morkhoven - Vlag van de Koninklijke Fanfare Zucht naar Kunst ** Noorderwijk - Vlag van de Koninklijke Fanfare de Nooderzonen
HERENTHOUT Bij de grootse herdenkingsplechtigheden te Brussel van de onafhankelijkheid, op 27 september 1832, overhandigde Koning Leopold I aan de vertegenwoordigers van 97 Belgische gemeenten een erevlag ‘1830’ wegens hun speciale verdiensten in de strijd tegen de Hollanders. Tussen deze 97 gemeenten vinden wij er 9 uit de provincie Antwerpen, waaronder ook Herenthout. Op het gemeentehuis wordt deze vlag nog bewaard. Ze bevindt zich in een gehavende toestand. Op het vaandel, midden in het geel, is het jaartal 1830 geborduurd, omgeven door een lauwerkrans. Het rood en het zwart draagt de tekst: ‘A la commune de Herenthout de la Patrie reconnaissante’. Boven op de vaandelstok is een bronzen leeuw aangebracht, die een staf met de vrijheidshoed draagt. Waarom kreeg Herenthout deze vlag? Vermoedelijk moeten die speciale verdiensten van Herenthout gezocht worden in de 400 vrijwilligers uit de Kempen, die onder de leiding van Graaf Frederik de Merode de Westerlo op 16 oktober 1830 oprukten en Lier binnentrokken en slag leverden te Oude God, Wilrijk en Berchem en verder te Antwerpen. Rond 19 september 1830, na een grote volksvergadering te Geel, zou hier te Herenthout, de gekroonde W (Willem) die aan het gemeentehuis aangebracht was, vernield worden en zouden er aanhoudingen verricht zijn.
LILLE - Vaandels van Gildes en Verenigingen - Vaandels van harmonies en fanfares
NIJLEN - Elke vereniging had vroeger een vlag, maar die vlaggen zijn waarschijnlijk nog allemaal in particulier bezit. - Processievlaggen.
OLEN Vaandels - St Sebastiaansgilde van OC in Herentals in Lakenhalle - vlaggen van fanfares en processies Baldakijnen Zie hiervoor hoofdstuk “waardevolle voorwerpen”
VORSELAAR - Vaandel van Sint-Joris-Gilde - Vlaggen van harmonie en fanfares
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 77
** Kerkelijk en funerair erfgoed BRON: www.kikirpa.be (Koninklijk Instituut voor Kunstpatrimonium) GROBBENDONK ** Grobbendonk 1 kerk[parochie-] / Ritzen, Jozef / 1941 - 1951 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 2 ciborie / onbekend / 1748 - 1749 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 3 kelk[mis-] / onbekend / 1669 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 4 kelk[mis-] / onbekend / 1831 - 1868 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 5 lijst[schilderij-] / onbekend / 1651 - 1700 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 6 plaat[gedenk-] / van Carolus Andreas Anthonis Van Rijswijck, Lambert / 1893 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 7 steen[graf-] / van De Gas de Mastaing, Andrien onbekend / 1534 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 8 steen[graf-] / van De Vries, Car. Lam. Jos. onbekend / 1803 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 9 steen[graf-] / van Verheyen, J.F. onbekend / 1806 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 10 steen[graf-] / van Vrancx, Joan. Franc. Corn. onbekend / 1835 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 11 schilderij[schilderstuk] / H. Lambertus van Luik Berckmans, Matthias / 1627 - 1628 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 12 beeld[religieus] / buste van H. Priester onbekend / 1691 - 1710 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 13 beeld[religieus] / buste van H. Man onbekend / 1691 - 1710 Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 78
Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 14 beeld[religieus] / H. Ambriosius van Milaan onbekend / 1700 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 15 beeld[religieus] / Engelenkoppen, wolken en palmen onbekend / 1701 - 1800 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 16 beeld[religieus] / Engel onbekend / 1701 - 1800 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 17 beeld[religieus] / Engelenkop onbekend / 1701 - 1800 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 18 beeld[religieus] / Calvarie onbekend / 1801 - 1900 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 19 kapel[weg-] / onbekend / 1853 Grobbendonk[deelgemeente] , Kapel O.L.Vrouw 20 beeld[religieus] / O.-L.-Vrouw Onbevlekt Ontvangen met Kind vertrapt de slang onbekend / 1853 Grobbendonk[deelgemeente] , Kapel O.L.Vrouw 21 beeld[religieus] / O.-L.-Vrouw met Kind met wereldbol onbekend / 1601 - 1650 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 22 kasteel[burcht] / Hof van Grobbendonk onbekend / 1540 Grobbendonk[deelgemeente] , Bouwwerk 23 kasteel[landhuis] / 't Schranskasteel onbekend / 1751 - 1800 Grobbendonk[deelgemeente] , Bouwwerk 24 pastorie / onbekend / 1797 Grobbendonk[deelgemeente] , Bouwwerk 25 boerderij / Boerderij en afspanning "De Leeuw" onbekend / 1701 - 1800 Grobbendonk[deelgemeente] , Bouwwerk 26 molen[waterrad-] / onbekend / 1601 - 1700 Grobbendonk[deelgemeente] , Bouwwerk 27 kerk[parochie-] / Voormalige Kerk Sint-Lambertus onbekend / 1401 - 1600 Grobbendonk[deelgemeente] , Kerk Sint-Lambertus 28 beeld[mensen-] / Mercurius onbekend / 001 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 79
29 vaas / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 30 vaas / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 31 schotel / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 32 amfora[vaas] / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 33 vaas / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 34 schotel / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 35 schotel / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 36 schotel / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 37 schotel / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 38 fragment[object-] / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 39 fragment[object-] / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 40 fragment[object-] / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 41 fragment[object-] / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 42 fragment[object-] / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 43 fragment[object-] / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 44 fragment[object-] /
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 80
onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 45 fragment[object-] / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 46 fragment[object-] / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 47 fragment[object-] / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk 48 stempel[afdruk] / onbekend / 1 - 500 Grobbendonk[deelgemeente] , Gemeentelijk archeologisch museum van Grobbendonk
** Bouwel 1 kerk[parochie-] / onbekend / 1501 - 1600 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 2 altaar[zij-] / toegewijd aan H. Donatus onbekend / 1670 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 3 altaar[zij-] / H. Sebastiaan onbekend / 1670 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 4 altaar[hoofd-] / onbekend / 1769 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 5 biechtstoel / onbekend / 1834 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 6 biechtstoel / onbekend / 1834 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 7 bord[wapen-] / onbekend / 1737 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 8 bord[wapen-] / van familie Bosschaert onbekend / 1815 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 9 bord[wapen-] / van familie Bosschaert onbekend / 1836 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 10 bord[wapen-] / van familie Bosschaert onbekend / 1866 Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 81
Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 11 bank[communie-] / onbekend / 1791 - 1800 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 12 schaal[ampullen-] / onbekend / 1801 - 1850 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 13 ciborie / onbekend / 1743 - 1744 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 14 kelk[mis-] / onbekend / 1759 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 15 kelk[mis-] / onbekend / 1764 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 16 monstrans[zonne-] / onbekend / 1701 - 1710 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 17 monstrans[toren-] / onbekend / 1851 - 1900 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 18 schrijn[reliek-] / van H. Donatus van Munstereifel onbekend / 1670 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 19 phylacterium[reliek] / van H. Sebastiaan onbekend / 1741 - 1760 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 20 phylacterium[reliek] / onbekend / 1741 - 1760 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 21 doopvont / onbekend / 1651 - 1700 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 22 steen[graf-] / van Brant, Huibrecht onbekend / 1508 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 23 steen[graf-] / van Tielens, Franco onbekend / 1530 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 24 steen[graf-] / van Crets, Adrianus onbekend / 1660 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 25 steen[graf-] / van Van der Linden, Jan onbekend / 1693 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 82
26 steen[graf-] / van Schotti, Jean François onbekend / 1651 - 1700 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 27 steen[graf-] / van Janssens, Henricus onbekend / 1738 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 28 steen[graf-] / van Van Looy, Petrus onbekend / 1601 - 1650 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 29 steen[graf-] / van De Vries, Jos onbekend / 1835 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 30 staf[kerkmeesters-] / onbekend / 1841 - 1860 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 31 staf[kerkmeesters-] / onbekend / 1841 - 1860 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 32 kroon[insigne] / van O.-L.-Vrouw onbekend / 1841 - 1860 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 33 kroon[insigne] / van Jezuskind onbekend / 1841 - 1860 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 34 klok[kerk-] / onbekend / 1869 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 35 gestoelte[koor-] / onbekend / 1800 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 36 preekstoel / onbekend / 1687 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 37 stoel[meubel] / onbekend / 1801 - 1850 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 38 zetel[meubel] / onbekend / 1801 - 1850 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 39 schilderij[schilderstuk] / De Apostelen en Christus Zaligmaker onbekend / 1601 - 1650 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 40 schilderij[schilderstuk] / Marteling van H. Sebastiaan onbekend / 1601 - 1650 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 41 schilderij[schilderstuk] / Abraham ontvangt de engelen
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 83
onbekend / 1601 - 1700 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 42 schilderij[schilderstuk] / Jezus in het graf beweend door engelen onbekend / 1601 - 1700 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 43 schilderij[schilderstuk] / Jezus aan het kruis met Maria Magdalena onbekend / 1701 - 1750 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 44 schilderij[schilderstuk] / Anna leert Maria lezen Rubens, Peter Paul / 1701 - 1800 (copie) Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 45 schilderij[schilderstuk] / Christus de Goede Herder onbekend / 1801 - 1900 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 46 beeld[religieus] / H. Ambrosius van Milaan onbekend / 1501 - 1600 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 47 beeld[religieus] / Engel onbekend / 1651 - 1700 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 48 beeld[religieus] / O.-L.-Vrouw Onbevlekt Ontvangen met Kind vertrapt de slang onbekend / 1691 - 1710 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 49 beeld[religieus] / H. Sebastiaan onbekend / 1701 - 1750 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw 50 beeld[religieus] / H. Jozef met Kind onbekend / 1741 - 1760 Bouwel , Kerk O.L.Vrouw
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 84
HERENTALS ** Herentals uitgebreid, o.a. Sint-Waltetriduskerk + Fraiquincollectie ** Morkhoven Binnen in de St.-Niklaaskerk worden enkele merkwaardige voorwerpen bewaard die gedeeltelijk nog afkomstig zijn uit de oude kerk. Onder de beelden is het gepolychromeerd beeld in lindehout dat de heilige Hubertus voorstelt het merkwaardigste. Heel waarschijnlijk stamt het uit de achttiende eeuw (na 1730). Deze populaire volksheilige, die in Morkhoven het voorwerp was van een bijzondere volksdevotie (1730 1914), wordt hier voorgesteld als de bisschop van Maastricht-Luik met mijter, koorkap en stool. In de rechterhand draagt hij de bisschopsstaf en in de linkerhand een boek. Behalve de reeds vermelde voorwerpen met betrekking tot Sint-Niklaas kan nog gewezen worden op het gepolychromeerd beeld in gewapend gips (1931). Het werd vervaardigd door Jacobin, beeldhouwer te Borgerhout. Tijdens het pastoorschap van E.Th. Tessens werden de beelden van de heilige Gerlacus (1892), gemaakt door Fr. De Vriendt uit Borgerhout, en van Sint-Jozef, een werk van Leopold Blanchaart, in de kerk geplaatst. Een meer kunstzinnige voorstelling van Sint-Jozef is het beeld dat de nederig stille timmerman samen met het Jezuskind voorstelt. Dit witgeschilderd houten beeld zou uit de tweede helft van de achttiende eeuw dateren. Behalve het beeld van de heilige Hubertus hadden bovendien voor 1891 onder meer ook nog beelden van Onze-Lieve-Vrouw (door L. Mortelmans, 1862) en van de heilige Apollonia een plaats in de kerk. Slechts een klein gedeelte van het meubilair van de oude kerk werd naar de nieuwe kerk overgebracht. Zo verdween onder meer het rustieke oksaal in Lodewijk XV-stijl, dat destijds met het houtwerk van het orgel een fraai geheel vormde. het nieuwe orgel werd ingewijd op 29 oktober 1912. De oude houten preekstoel (1699 - 1700) is een fraai gewrocht van Marcus Verbuecken. Op de kuip worden de bustes van drie evangelisten en drie kerkvaders voorgesteld: de heiligen Hiëronymus, Johannes evangelist, Augustinus, Marcus, Gregorius en Mattheus. De voet werd vernieuwd in het begin van de twintigste eeuw. Vermoedelijk is het mooie medaillon met buste van Christus, dat in de kerk afzonderlijk werd opgehangen, afkomstig van het rugpaneel van de oude preekstoel. Ter vervanging van het oude hoofdaltaar, dat uit het Besloten Hof van Herentals afkomstig was, werd op 6 oktober 1920 het nieuwe hoofdaltaar plechtig ingewijd. Het was op 28 juli 1921 voltooid. Het zijaltaar van Sint-Jozef werd op 22 november 1930 afgewerkt. De kruisweg was reeds eerder ingezegend, op 1 maart 1903.
** Noorderwijk St.-Bavokerk Het oude kerkmeubilair Veel van het kostbare meubilair, dat door de zorgen van Nicolaus Martinus Flamen, pastoor te Noorderwjk (1658 – 1672) was aangekocht, werd in 1873 afgevoerd naar de Zandkapel. Men behield echter wel de predikstoel (1662). Dit is een meesterwerk van de Herentalse schrijnwerker Jacobus Verbuecken? De beelden gesneden door Peter Verbruggen I, de Oude (1615 – 1686). Stilistisch gezien vertoont deze predikstoel sterke overeenkomsten met gelijkaardige gewrochten die het duo Verbuecken – Verbruggen heeft tot stand gebracht. (Vgl. bv. de predikstoel die zij in 1680 voor de kerk van het Begijnhof in Herentals Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 85
vervaardigd hebben). De staande figuren waarop de kuip rust, symboliseren het Geloof, de Hoop, de Liefdadigheid en de Kracht. In de Medaillons van de kuip werden de Zaligmaker, Onze-Lieve-Vrouw en het blazoen van de familie T’Serclaes gebeeldhouwd. De vier hoeken van de kuip worden versierd met engelenbeelden. Twee grotere engelenfiguren schragen het galmscherm. De twee wachters, respectievelijk de synagoge met de tien geboden (?) (man, rechts) en het christelijk geloof (vrouwenfiguur, links), vormen de aanzet tot de trapleuning. De trapleuning is versierd met fraai loofwerk waarin de engeltjes spelen. De ballustrade van het hoogzaal bevat nog belangrijke elementen 17de eeuws sculptuurwerk. De voet van het doopbekken is een overblijfsel van de oude (Romaanse ?) doopvont. Door de diverse kunstgrepen die in de loop der eeuwen op deze doopvont werden uitgevoerd rest thans van dit antiek stuk nog een vormeloze massa. De doopvont bevindt zich nu in het koor van de kerk. Verder verdient ook nog een broederschapslijst (1759) van het Aartsbroederschap van het Coordeken van den H. Franciscus binnen Norderwyck de aandacht. Deze borderschap was te Noorderwijk opgericht door de paters Minderbroeders uit Herentals in 1660. De naam van elk lid werd op een plankje in de tabel aangebracht. Telkens wanneer de processie uitging moest elk aanwezig lid van de broederschap het plankje waarop zijn naam stond een weinig uittrekken om niet als afwezig in boet geslagen te worden. Beelden en schilderijen In de St.-Bavokerk worden nog enkele antieke beelden bewaard: St.-Bavo (1628), Onze-Lieve-Vrouw (1628), St.-Rochus (18de eeuw), St.-Sebastiaan (1809) en de H. Gerlacus (1900). Deze beelden die veelal het voorwerp uitmaakten van een bijzondere volksdevotie werden hoger behandeld. Daarnaast treft men nog een viertal meldenswaardige schilderijen aan: - de Vermenigvuldiging der broden en Vissen (1649 – 1650) door Adriaen de Bie (Lier 1593 – Lier 1668). - St.-Bavo (XVIIde of XVIIIde eeuw?) getekend onderaan rechts, door J.C. Biesemortel. - Onze-Lieve-Vrouw met slapend Jezuskind, XVIde eeuw (?), paneel. - H. Hieronymus, eind XVIIde begin XVIIIde eeuw, Vlaamse school. Kerkmeubilair uit de 19de eeuw Het overige deel van het kerkmeubilair dateert van na de afbraak van de oude kerk in 1870. Het hoofdaltaar (1875) en de twee zijaltaren (1877) werden alle drie vervaardigd door de gekende Turnhoutse beeldhouwer L. Bartels. In 1878 – 1879 werden het hoofdaltaar en het koor geschilderd door de Herentalsenaar J. Van Aerschot. Met het schilderen van het zijaltaren, de zijbeuken en de kruisbeuk maakte J. Van Aerschot een aanvang in 1881 en zijn werk werd verdergezet door V. Verstreyden. De communiebanken (1875), biechtstoelen (1876) en het gestoelte (1878) werden gemaakt door de beeldhouwer C. Van Opstal uit Turnhout.
Kapel van Onze-Lieve-Vrouw op ’t Zand Veel van het prachtig 17de en 18de eeuws kerkmeubilair dat de kapel opsmukt is afkomstig uit de oude St.Bavokerk die in 1870 werd afgebroken. In 1873 oordeelden de hiertoe bevoegde (?) autoriteiten dat deze kunstschatten niet pasten in de neo-gotische St.-Bavokerk van P.J. Taeymans en dientengevolge werden zij nog in datzelfde jaar overgebracht naar de Zandkapel. Tot deze meubelstukken behoren twee sublieme gewrochten van de Herentalse schrijnwerker Jacobus Verbuecken: het gestoelte (1660) en het kerkmeestersgestoelte (1662), een eiken communiebank (1769). Deze 18de eeuwse communiebank werd in het kader van de liturgische hernieuwingsbeweging in 1965 herwerkt tot een modern altaar; Tenslotte bevindt zich in de kapel ook nog een bronzen klokje dat gegoten werd in 1589 door Petrus van den Gheyn en een mooi beschilderd eiken plankje uit de 17de eeuw (?), dat destijds een offerblok versierde. Het stelt een offerblok met een weldoende hand voor, die tussen duim en wijsvinger een gouden geldstuk vasthoudt met de bedoeling het in de offerblok te laten vallen.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 86
HERENTHOUT 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50.
Zij-altaar Dienstaltaar Tabernakelkast Tabernakelkast Credenstafel Sedilia Altaarlezenaar Koorlezenaar Biechtstoelen Biechtstoelen Preekstoel Communiebank Doopvont Kerkmeestergestoelte (2) Kerstoelen (611) – zonder stoelen op hoogkoor, doopkapel en winterkapel) Orgel Portalen (2) Offerblokje Ladenkast Gewadenkast Sokkel met empire-versiering Neogotische sokkel met deurtje (2) Sokkels, zwart gemarmerd hout (2) Sokkels, zwart gemarmerd (2) Wandsokkel Rouwkatafalk Brandkast Expositietroon Expostietroon Tabernakelkast Altaarlezenaar Pinakels (2 + 7) Torenkruis Grafsteen E.H. Colen Grafsteen E.H. Ermers Grafsteen Martinus Rous Aloysius Gonzaga, patroon van de studerende jeugd Antoniusbeeld Beeld “H. Theresia van Avila” Carolus Borromeus (?) Christus aan het Kruis Beeld van Christus aan het kruis Engelenbeelden (4) Engelenbeelden (4) Heilig Hart van Jezus Heilig Hart van Jezus Heilig Hart van Jezus Heilig Hart van Maria Heilige Agatha Heilige Antonius
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 87
51. Heilige (Catharina?) 52. Heilige Franciscus 53. St. Jozef 54. Heilige Jozef met kind 55. Beel H. Paulus 56. Beeld H. Petrus 57. HH Petrus en Paulus (2) 58. Kerkvaderbeelden (4) 59. Kerststalbeelden (3) 60. Kruisweg (14) 61. O.L.V. van de Rozenkrans-beeld 62. O.L.V. van Lourdes 63. O.L.V. met Kind en St. Jozef (2) 64. O.L.V. van VII weëen 65. OLV-beeld 66. Pieta 67. Processiebeeld: staakmadonna met kind 68. Glasraam 1A 69. Glasraam 1B: 2de blijde mysterie 70. Glasraam 2A: 3de blijde mysterie 71. Glasraam 2B 72. Glasraam 3A: 4de blijde mysterie 73. Glasraam 3B: De vlucht naar Egypte 74. Glasraam 4A: Jezus thuis in Nazareth 75. Glasraam 4B: 5de blijde mysterie 76. Glasraam 5A: de dood van St.-Jozef 77. Glasraam 5B: de bruiloft te Kana 78. Glasraam 6A: de broodvermenigvuldiging 79. Glasraam 6B: de opwekking van Lazarus 80. Glasraam 7A: Jezus op het kruis met Maria en Joannes 81. Glasraam 8A: het Laatste Avondmaal 82. Glasraam 8B: Jezus’ intocht in Jeruzalem 83. Glasraam 9A: Jezus in de Hof van Olijven (1ste droeve mysterie) 84. Glasraam 9B: Jezus wordt gegeseld 85. Glasraam 10A: 3de droeve mysterie 86. Glasraam 10B: 4de droeve mysterie 87. Glasraam 11A: 5de droeve mysterie 88. Glasraam 11B: 1ste glorierijk mysterie 89. Glasraam 12A: 2de glorierijk mysterie 90. Glasraam 12B: 3de glorierijk mysterie 91. Glasraam 13A: 4de glorierijk mysterie 92. Glasraam 13B: 5de glorierijk mysterie 93. Glasraam 14 94. Glasraam 15: Elia & Johannes de Doper 95. Glasraam 16: Jozef in Egypte 96. Glasraam 17: St. Jozef en Franciscus 97. Glasraam 18 (5 grote + 2 kleine) 98. Glasraam 19: Franciscus Xaverius en H. 99. Glasraam 20 (bovenlicht): O.L.V. + Dominicus 100. Glasraam 21 (bovenlicht): OLV & Bernadette 101. Glasraam 22: groot glasraam in de westgevel van de dwarsbeuk 102. Antependium altaar Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 88
103. 104. 105. 106. 107. 108. 109. 110. 111. 112. 113. 114. 115. 116. 117. 118. 119. 120. 121. 122. 123. 124. 125. 126. 127. 128. 129. 130. 131. 132. 133. 134. 135. 136. 137. 138. 139. 140. 141. 142. 143. 144. 145. 146. 147. 148. 149. 150. 151. 152. 153. 154.
Kruisafneming Schilderij OLV van Smarten met 1 zwaard doorboord Schilderijen: Doek van Veronica (2) Altaarcarillon Ampullen (2) en ampullenschaal (1) Ciborie Ciborie Collecteschaal Collecteschaal St. Gummarus Communieschaal Kan en Schaal (lampetstel) Kelk Kelk Kelk Kelk Kelk Koffer voor Koperen kruis Kuspateen Kuspateen Kuspateen Monstrans (stralen) Monstrans (neo-gotisch), kathedraalmodel Pixis Pixis Schaaltje Wierookscheepje + -lepeltje (2) Wierookvat Wierookvatstaander Wijwateremmer Wijwaterkwispel Wijwatersprenkelaar Rouwpredella (3) Kruisbekroning Kruisbekroning Kruisbekroning van vaandel Kruisbekroning van vaandel (2) Processiekruis Processielantaarns (66 + 13) Processievaandel H. Familie Uitrusting van de suisse Vaandel H. Hart van Jezus Vaandel Onze-Lieve-Vrouw Vaandel St. Agatha Vaandelbekroning (kruisvorm) (2) Vaandels H. Paulus en H. Petrus (2) Vlaggenstandaarden (2) Altaarkandelaartjes (2) Godslamp Kandelaars (2) Kandelaars (4) Paaskandelaar
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 89
155. 156. 157. 158. 159. 160. 161. 162. 163. 164. 165. 166. 167. 168. 169. 170. 171. 172. 173. 174. 175. 176. 177. 178. 179. 180. 181. 182. 183. 184. 185. 186. 187.
Paaskandelaar Rouwkandelaars (4) Wandarmen (7) Jozefklok OLV-klok Torenklok 1: Petrusklok Reliekoogje S. Agnes Broche met 2 oorhangertjes (roze steen) (1 + 2) Broche/hanger met bijpassende oorhangers (3) Doosje Gordijnroede Halsketting met ovale driehoekjes (filigraan) Jaseronketting met schuifslotje Ketting met knijpslotje Ketting met kruisje Mini-huisaltaartje Mini-standaard OLV-kroontje Oorhangertje Ovale hanger met dito oorhangers (1+2) Ronde broche Rozenkrans Sceptertop met ster Schuifslotjes met 3 franjetrossen Siervaasjes onder stolp (2) Siervaasjes onder stolp (2) Sterbroche Strak kruisje met diamant en briljantjes Tientje met kruisje Vlaams hart Vlaams hart Vlaams hart Vlaams kruis
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 90
LILLE - Beelden Van der Veken (zie boven) - Graftombe familie Dolmen de Poederlee en De Pelichy - Bidprentjes - Kunstpatrimonium (vooral kerk) ** Kunstpatrimonium Lille 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
kerk[parochie-] / onbekend / 1500 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter altaar[hoofd-] / onbekend / 1651 - 1675 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter altaar[zij-] / onbekend / 1651 - 1700 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter altaar[zij-] / onbekend / 1651 - 1700 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter biechtstoel / Maes, Henri / 1917 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter biechtstoel / Maes, Henri / 1917 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter bank[communie-] / onbekend / 1801 - 1850 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter monstrans[cilinder-] / onbekend / 1641 - 1660 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter phylacterium[reliek] / onbekend / 1741 - 1760 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter phylacterium[reliek] / van H. Antonius abt onbekend / 1762 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter phylacterium[reliek] / van H. Petrus apostel onbekend / 1762 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter phylacterium[reliek] / van O.-L.-Vrouw onbekend / 1801 - 1900 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter scheepje[wierook-] / onbekend / 1801 - 1850 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter wierookvat / onbekend / 1801 - 1850 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 91
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
doopvont / onbekend / 1601 - 1700 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter steen[graf-] / van Cornelius Vincken onbekend / 1761 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter klok[kerk-] / Gaulard, F. A. & C. [firme] / 1824 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter klok[kerk-] / Gaulard, J. B. N. / 1824 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter orgel[kerk-] / Marquelli / 1741 - 1760 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter gestoelte[koor-] / onbekend / 1673 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter preekstoel / onbekend / 1917 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter schilderstuk[altaar-] / Marteldood van de H. Petrus Boeyermans, Theodoor / 1663 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter schilderij[schilderstuk] / Aanbidding van de herders onbekend / 1601 - 1700 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter schilderij[schilderstuk] / H. Familie met kleine Johannes onbekend / 1601 - 1700 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter schilderij[schilderstuk] / H. Familie met kleine Johannes en Elisabeth onbekend / 1601 - 1700 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter schilderij[schilderstuk] / Hemelvaart van Jezus onbekend / 1601 - 1700 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter schilderij[schilderstuk] / Jezus aan het kruis met Maria Magdalena aan de voet onbekend / 1601 - 1700 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter schilderij[schilderstuk] / Jezus ontmoet Veronica onbekend / 1601 - 1700 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter schilderij[schilderstuk] / Kruisafneming Rubens, Peter Paul / 1601 - 1700 (copie) Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter schilderij[schilderstuk] / Kruisoprichting Rubens, Peter Paul / 1601 – 1700 (copie) Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter schilderij[schilderstuk] / Maaltijd met de Emmausgangers onbekend / 1601 - 1700 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter schilderij[schilderstuk] / Prediking van Jezus
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 92
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
onbekend / 1601 - 1700 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter beeld[religieus] / O.-L.-Vrouw met Kind Hazart, Thomas / 1591 - 1600 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter beeld[religieus] / H. Antonius abt. Van der Veken, Nicolas / 1670 - 1675 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter beeld[religieus] / H. Jozef met Kind Van der Veken, Nicolas / 1691 - 1700 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter beeld[religieus] / H. Catharina van Alexandrië onbekend / 1451 - 1500 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter beeld[religieus] / Calvarie onbekend / 1501 - 1600 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter beeld[religieus] / H. Sebastiaan onbekend / 1651 - 1700 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter beeld[religieus] / O.-L.-Vrouw van Smarten onbekend / 1651 - 1700 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter beeld[religieus] / Anna leert Maria lezen onbekend / 1651 - 1700 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter beeld[religieus] / Jezus en de kleine Johannes onbekend / 1691 - 1710 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter bas-reliëf[beeldhouwwerk] / Berouw van de H. Petrus, in buste onbekend / 1701 - 1800 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter bas-reliëf[beeldhouwwerk] / buste van O.-L._Vrouw met Kind onbekend / 1701 - 1800 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter beeld[religieus] / H. Petrus als paus onbekend / 1801 - 1850 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter tabernakel[altaar] / onbekend / 1651 - 1700 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter beeld[religieus] / O.-L._Vrouw met Kind onbekend / 1801 - 1900 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter lamp[gods-] / onbekend / 1801 - 1850 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter kandelaar[kerk-] / onbekend / 1651 - 1700 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter kandelaar[kerk-] / onbekend / 1691 - 1710
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 93
50
51
52
53
54
55
56
Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter kandelaar[kerk-] / onbekend / 1691 - 1710 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter kandelaar[kerk-] / onbekend / 1841 - 1860 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter kandelaar[kerk-] / onbekend / 1841 - 1860 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter kandelaar[kerk-] / onbekend / 1701 - 1800 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter luster / onbekend / 1801 - 1900 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter lantaarn[processie-] / onbekend / 1801 - 1900 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter lavabo[cultusobject] / onbekend / 1701 - 1800 Lille[deelgemeente] , Kerk Sint-Pieter
** Kunstpatrimonium Gierle 1
2
3
4
5
6
7
8
9
kerk[parochie-] / onbekend / 1501 - 1600 Gierle , Kerk O.L.Vrouw altaar[hoofd-] / onbekend / 1901 - 1910 Gierle , Kerk O.L.Vrouw altaar[zij-] / O.-L.-Vrouw-altaar onbekend / 1901 - 1910 Gierle , Kerk O.L.Vrouw altaar[zij-] / onbekend / 1901 - 1910 Gierle , Kerk O.L.Vrouw biechtstoel / onbekend / 1691 - 1700 Gierle , Kerk O.L.Vrouw biechtstoel / onbekend / 1823 Gierle , Kerk O.L.Vrouw biechtstoel / onbekend / 1823 Gierle , Kerk O.L.Vrouw kelk[mis-] / onbekend / 1651 - 1700 Gierle , Kerk O.L.Vrouw kelk[mis-] / onbekend / 1768
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 94
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
Gierle , Kerk O.L.Vrouw monstrans[zonne-] / onbekend / 1696 - 1697 Gierle , Kerk O.L.Vrouw kruis[reliek-] / onbekend / 1801 - 1900 Gierle , Kerk O.L.Vrouw scheepje[wierook-] / onbekend / 1814 - 1831 Gierle , Kerk O.L.Vrouw wierookvat / onbekend / 1814 - 1831 Gierle , Kerk O.L.Vrouw deur[binnen-] / onbekend / 1691 - 1710 Gierle , Kerk O.L.Vrouw deur[binnen-] / onbekend / 1791 - 1800 Gierle , Kerk O.L.Vrouw deur[binnen-] / onbekend / 1791 - 1800 Gierle , Kerk O.L.Vrouw betimmering[muur-] / onbekend / 1651 - 1700 Gierle , Kerk O.L.Vrouw balustrade[n] / onbekend / 1651 - 1700 Gierle , Kerk O.L.Vrouw doopvont / onbekend / 1651 - 1700 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Leysen, Henrick onbekend / 1506 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Van de Putte, J. onbekend / 1533 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Janszone onbekend / 1560 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Coeters, Walingus onbekend / 1568 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Spapen, Cathlyn onbekend / 1641 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Jacops, Elisabeth onbekend / 1651 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Diels, Jan onbekend / 1653 Gierle , Kerk O.L.Vrouw
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 95
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
steen[graf-] / van Ooskens, Sebastiaan onbekend / 1653 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Noydens, Jacob onbekend / 1656 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Jacobs, Balthasar onbekend / 1669 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Peeters, Theordus onbekend / 1680 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Proost, Gilis onbekend / 1685 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Proost, Cornelius onbekend / 1693 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Nicolia, Franciscus onbekend / 1699 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Stappeers, Antoni onbekend / 1713 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Van Hoof, Guilielmus onbekend / 1715 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Flamen, Nicolia Martini onbekend / 1732 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Dionys, Peeter onbekend / 1744 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Jacobs, Theodorus onbekend / 1758 Gierle , Kerk O.L.Vrouw monument[graf-] / van Van der Bocht, Antonius onbekend / 1790 Gierle , Kerk O.L.Vrouw kruisbeeld / onbekend / 1851 - 1900 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Dierckx, J.B. onbekend / 1818 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Valentijns, Martinus onbekend / 1826 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Van Hooghten, Johannes Gerardus
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 96
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
onbekend / 1842 Gierle , Kerk O.L.Vrouw steen[graf-] / van Dierickx, Norbertus onbekend / 1843 Gierle , Kerk O.L.Vrouw gestoelte[koor-] / onbekend / 1701 - 1710 Gierle , Kerk O.L.Vrouw gestoelte[koor-] / onbekend / 1701 - 1710 Gierle , Kerk O.L.Vrouw preekstoel / De Wree, Jan Baptist / 1714 Gierle , Kerk O.L.Vrouw schilderij[schilderstuk] / Geboorte van Maria Quellinus, Jan Erasmus / 1700 (onzeker) Gierle , Kerk O.L.Vrouw beeld[religieus] / De Kleine Johannes kust de hand van de kleine Jezus Verbruggen, Hendrik Frans / 1700 Gierle , Kerk O.L.Vrouw beeld[religieus] / Verrezen Christus Verbruggen, Hendrik Frans / 1710 (onzeker) Gierle , Kerk O.L.Vrouw beeld[religieus] / H. Ambrosius van Milaan onbekend / 1691 - 1710 Gierle , Kerk O.L.Vrouw beeld[religieus] / H. Nicolaas van Myra onbekend / 1691 - 1710 Gierle , Kerk O.L.Vrouw beeld[religieus] / H. Sebastiaan onbekend / 1714 Gierle , Kerk O.L.Vrouw beeld[religieus] / H. Helena onbekend / 1701 - 1710 Gierle , Kerk O.L.Vrouw beeld[religieus] / H. Barbara onbekend / 1891 - 1900 Gierle , Kerk O.L.Vrouw beeld[religieus] / Jezus aan het kruis onbekend / 1891 - 1910 Gierle , Kerk O.L.Vrouw dalmatiek / onbekend / 1501 - 1600 Gierle , Kerk O.L.Vrouw beeld[religieus] / O.-L.-Vrouw met Kind met wereldbol en scepter onbekend / 1801 - 1900
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 97
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
Gierle , Kerk O.L.Vrouw kazuifel / onbekend / 1501 - 1600 Gierle , Kerk O.L.Vrouw kazuifel / onbekend / 1801 - 1900 Gierle , Kerk O.L.Vrouw gewaad[liturgisch] / onbekend / 1801 - 1900 Gierle , Kerk O.L.Vrouw gewaad[liturgisch] / onbekend / 1801 - 1900 Gierle , Kerk O.L.Vrouw kandelaar[kerk-] / onbekend / 1700 Gierle , Kerk O.L.Vrouw kandelaar[kerk-] / onbekend / 1700 Gierle , Kerk O.L.Vrouw kandelaar[kerk-] / onbekend / 1900 Gierle , Kerk O.L.Vrouw lavabo[cultusobject] / onbekend / 1741 - 1760 Gierle , Kerk O.L.Vrouw wijwatervat / onbekend / 1801 - 1900 Gierle , Kerk O.L.Vrouw kapel[gebouw] / onbekend / 1601 - 1700 Gierle , Kapel O.L.Vrouw[Rooien] altaar[hoofd-] / onbekend / 1674 Gierle , Kapel O.L.Vrouw[Rooien] bel[altaar-] / onbekend / 1701 - 1800 Gierle , Kapel O.L.Vrouw[Rooien] schilderstuk[altaar-] / Boeyermans, Theodoor / 1674 Gierle , Kapel O.L.Vrouw[Rooien] beeld[religieus] / Engel in aanbidding onbekend / 1674 Gierle , Kapel O.L.Vrouw[Rooien] kandelaar[kerk-] / onbekend / 1701 - 1750 Gierle , Kapel O.L.Vrouw[Rooien] schilderstuk[altaar-] / Maria bezoekt haar nicht Elisabeth Boeyermans, Theodoor / 1674 Gierle , Kapel O.L.Vrouw[Rooien]
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 98
** Kunstpatrimonium Poederlee 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
kerk[parochie-] / onbekend / 1401 - 1500 Poederlee , Kerk Sint-Jan-Baptist monstrans[zonne-] / onbekend / 1726 - 1750 Poederlee , Kerk Sint-Jan-Baptist monstrans[zonne-] / onbekend / 1841 - 1860 Poederlee , Kerk Sint-Jan-Baptist steen[graf-] / van Van Leefdael, Erhardo onbekend / 1630 Poederlee , Kerk Sint-Jan-Baptist klok[kerk-] / onbekend / 1816 Poederlee , Kerk Sint-Jan-Baptist preekstoel / onbekend / 1641 - 1660 Poederlee , Kerk Sint-Jan-Baptist beeld[religieus] / H. Sebastiaan onbekend / 1651 - 1700 Poederlee , Kerk Sint-Jan-Baptist beeld[religieus] / H. Johannes de Doper onbekend / 1701 - 1800 Poederlee , Kerk Sint-Jan-Baptist lavabo[cultusobject] / onbekend / 1801 - 1900 Poederlee , Kerk Sint-Jan-Baptist kapel[gebouw] / onbekend / 1401 - 1500 Poederlee , Kapel H. Sacrament, genaamd Heggekapel altaar[portiek-] / onbekend / 1651 - 1700 Poederlee , Kapel H. Sacrament, genaamd Heggekapel schilderstuk[altaar-] / Wonder van de Hegge De Clerck, H. / 1908 Poederlee , Kapel H. Sacrament, genaamd Heggekapel bank[communie-] / onbekend / 1601 - 1650 Poederlee , Kapel H. Sacrament, genaamd Heggekapel beeld[religieus] / O.-L.-Vrouw met Kind met peer onbekend / 1501 - 1600 Poederlee , Kapel H. Sacrament, genaamd Heggekapel
** Kunstpatrimonium Wechelderzande 1
beeld[religieus] / H. Amelberga
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 99
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
onbekend / 1401 - 1500 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga schotel / onbekend / 1501 - 1600 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga kruis[triomf-] / onbekend / 1525 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga beeld[religieus] / O.-L.Vrouw met Kind met wereldbol onbekend / 1591 - 1610 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga altaar[zij-] / van O.-L.-Vrouw onbekend / 1601 - 1610 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga doopvont / onbekend / 1601 - 1700 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga beeld[religieus] / H. Antonius abt. onbekend / 1601 - 1700 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga kruis[processie-] / onbekend / 1601 - 1700 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga altaar[zij-] / van H. Amelberga onbekend / 1601 - 1610 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga kandelaar[kerk-] / onbekend / 1601 - 1700 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga kandelaar[kerk-] / onbekend / 1601 - 1700 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga schilderstuk[altaar-] / O.-L.-Vrouw met Kind schenkt de rozenkrans onbekend / 1601 - 1610 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga beeld[religieus] / H. Paulus apostel onbekend / 1601 - 1700 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga beeld[religieus] / H. Petrus apostel onbekend / 1601 - 1700 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga kelk[mis-] / onbekend / 1618 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga schilderij[schilderstuk] / Kruisoprichting De Vos, Cornelis / 1626 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga monstrans[cilinder-] / onbekend / 1639 - 1640 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 100
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
monstrans[zonne-] / onbekend / 1641 - 1660 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga ciborie / onbekend / 1641 - 1660 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga kandelaar[kerk-] / onbekend / 1641 - 1660 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga schilderstuk[altaar-] / Verheerlijking van de H. Amelberga Boeyermans, Theodoor / 1664 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga steen[graf-] / van De Mairacker, Matthias onbekend / 1666 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga steen[graf-] / van Van Ouwenhuysen, Dirick onbekend / 1678 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga steen[graf-] / van De Meiracker, Maria onbekend / 1686 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga steen[graf-] / van Van Tichelt, Michaelis onbekend / 1691 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga ciborie / onbekend / 1691 - 1710 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga kandelaar[kerk-] / onbekend / 1700 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga schotel / onbekend / 1701 - 1800 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga schotel / onbekend / 1701 - 1800 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga kruisbeeld / onbekend / 1701 - 1800 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga beeld[religieus] / H. Sebastiaan onbekend / 1701 - 1800 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga beeld[religieus] / H. Hubertus van Luik onbekend / 1701 - 1750 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga steen[graf-] / van Schoreels, Petrus onbekend / 1710 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga klok[bel] / Witlockx, Guillelmus / 1717 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga steen[graf-] / van Van Trier, Jan
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 101
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
onbekend / 1727 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga steen[graf-] / van Van Ouwenhuysen, Adriaen onbekend / 1750 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga steen[graf-] / van Grielen, Joannes onbekend / 1758 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga kelk[mis-] / onbekend / 1762 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga kelk[mis-] / onbekend / 1765 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga klok[kerk-] / onbekend / 1774 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga steen[graf-] / van Bals, Petrus Christianus onbekend / 1775 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga ampul[mis-] / onbekend / 1787 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga kandelaar[kerk-] / onbekend / 1791 - 1800 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga bank[communie-] / onbekend / 1801 - 1850 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga kandelaar[kerk-] / onbekend / 1801 - 1900 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga kandelaar[kerk-] / onbekend / 1801 - 1900 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga biechtstoel / onbekend / 1801 - 1850 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga schaal[ampullen-] / onbekend / 1814 - 1831 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga ampul[mis-] / onbekend / 1814 - 1831 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga ciborie / onbekend / 1841 - 1860 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga lamp[gods-] / onbekend / 1841 - 1860 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 102
52
53
54
55
56
doksaal / onbekend / 1863 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga gestoelte[koor-] / onbekend / 1863 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga kerk[parochie-] / Gife, EugŠne / 1863 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga altaar[hoofd-] / onbekend / 1889 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga preekstoel / Moermans, A. / 1889 Wechelderzande , Kerk Sint-Amelberga
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 103
NIJLEN Bevel 1
schilderij[schilderstuk] / Vissen Tshibumbu / 1960 Bevel , Baccaert[verzameling]
2
kerk[parochie-] / De Voogd, Marc / 1950 - 1955 Bevel , Kerk O.L.Vrouw Hemelvaart
3
kelk[mis-] / onbekend / 1401 - 1500 Bevel , Kerk O.L.Vrouw Hemelvaart
4
kelk[mis-] / onbekend / 1871 Bevel , Kerk O.L.Vrouw Hemelvaart
5
monstrans[zonne-] / onbekend / 1851 - 1900 Bevel , Kerk O.L.Vrouw Hemelvaart
6
beeld[religieus] / Willemsens, Lodewijk / 1700 Bevel , Kerk O.L.Vrouw Hemelvaart
7
beeld[religieus] / Jezus aan het kruis onbekend / 1601 - 1700 Bevel , Kerk O.L.Vrouw Hemelvaart
8
beeld[religieus] / H. Donatus van Münstereifel onbekend / 1651 - 1700 Bevel , Kerk O.L.Vrouw Hemelvaart
9
beeld[religieus] / O.-L.-Vrouw met Kind onbekend / 1701 - 1800 Bevel , Kerk O.L.Vrouw Hemelvaart
10
beeld[religieus] / O.-L.-Vrouw met Kind met vogel en scepter onbekend / 1901 - 1910 Bevel , Kerk O.L.Vrouw Hemelvaart
11
kapel[bedevaart-] / onbekend / 1861 Bevel , Kapel H. Kruis
Kessel
1
kerk[parochie-] / Van Steenbergen, R. / 1956 Kessel , Kerk O.L.Vrouw Koningin van de Vrede[Statie]
2
orgel[kerk-] / onbekend / 1751 - 1800 Kessel , Kerk O.L.Vrouw Koningin van de Vrede[Statie]
3
beeld[religieus] / Jezus aan het kruis onbekend / 1956 Kessel , Kerk O.L.Vrouw Koningin van de Vrede[Statie]
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 104
4
kerk[parochie-] / onbekend / 1301 - 1470 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
5
gewelf[bouwwerkonderdeel] / onbekend / 1401 - 1450 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
6
kraagsteen / onbekend / 1400 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
7
altaar[zij-] / Blanchaert, Leonard / 1886 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
8
altaar[zij-] / onbekend / 1601 - 1610 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
9
biechtstoel / onbekend / 1778 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
10
biechtstoel / onbekend / 1778 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
11
bank[communie-] / onbekend / 1876 - 1900 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
12
ciborie / onbekend / 1831 - 1868 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
13
kelk[mis-] / onbekend / 1831 - 1868 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
14
monstrans[zonne-] / onbekend / 1801 - 1850 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
15
sarcofaag[reliek-] / van de H. Antonius abt onbekend / 1741 - 1760 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
16
wierookvat / onbekend / 1831 - 1868 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
17
lijst[omlijsting] / onbekend / 1726 - 1750 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
18
steen[graf-] / van Op de Beeck, Cornelius onbekend / 1742 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
19
klok[kerk-] / onbekend / 1816 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
20
gestoelte[koor-] / onbekend / 1651 - 1700 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
21
preekstoel /
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 105
Convent, Hieronymus / 1705 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
22
stoel[koor-] / onbekend / 1801 - 1850 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
23
zetel[koor-] / onbekend / 1701 - 1750 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
24
schilderij[schilderstuk] / onbekend / 1601 - 1610 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
25
schilderij[schilderstuk] / O.-L.-Vrouw met Kind en de kleine Johannes onbekend / 1601 - 1650 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
26
reliëf[beeldhouwwerk] / O.-L.-Vrouw met Jezuskind schenkt rozenkrans aan H.Dominicus Peeters-Divoort, Hendrik / 1853 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
27
beeld[religieus] / Jezus aan het kruis onbekend / 1301 - 1400 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
28
beeld[religieus] / Verrezen Christus onbekend / 1601 - 1700 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
29
beeld[religieus] / H. Jozef met Kind onbekend / 1801 - 1850 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
30
beeld[religieus] / H. Lambertus onbekend / 1801 - 1850 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
31
beeld[gekleed] / O.-L.-Vrouw met Kind onbekend / 1801 - 1900 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
32
kandelaar[kerk-] / onbekend / 1791 - 1800 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
33
kandelaar[kerk-] / onbekend / 1891 - 1900 Kessel , Kerk Sint-Lambertus
Nijlen
1
kerk[nood-] / onbekend / 1948 Nijlen[deelgemeente] , Kerk O.L.Vrouw
2
kerk[parochie-] / Careels, Gust / 1922 Nijlen[deelgemeente] , Kerk Sint-Willibrordus
3
altaar[hoofd-] / onbekend / 1914 Nijlen[deelgemeente] , Kerk Sint-Willibrordus
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 106
4
klok[kerk-] / Van Aerschodt, Félix / 1922 Nijlen[deelgemeente] , Kerk Sint-Willibrordus
5
klok[kerk-] / onbekend / 1922 Nijlen[deelgemeente] , Kerk Sint-Willibrordus
6
klok[kerk-] / O.-L.-Vrouw Onbevlekt Ontvangen Van Aerschodt, Félix / 1923 Nijlen[deelgemeente] , Kerk Sint-Willibrordus
7
schilderij[schilderstuk] / Calvarie met Maria Magdalena onbekend / 1701 - 1800 Nijlen[deelgemeente] , Kerk Sint-Willibrordus
8
beeld[religieus] / H. Antonius abt De Roeck, Petrus / 1921 Nijlen[deelgemeente] , Kerk Sint-Willibrordus
9
beeld[religieus] / H. Familie onbekend / 1751 - 1775 Nijlen[deelgemeente] , Kerk Sint-Willibrordus
10
beeld[religieus] / H. Johannes de Doper onbekend / 1751 - 1800 Nijlen[deelgemeente] , Kerk Sint-Willibrordus
11
beeld[religieus] / Engelenkop onbekend / 1701 - 1800 Nijlen[deelgemeente] , Kerk Sint-Willibrordus
12
beeld[religieus] / Engelenkop onbekend / 1701 - 1800 Nijlen[deelgemeente] , Kerk Sint-Willibrordus
13
beeld[religieus] / H. Lambertus onbekend / 1701 - 1800 Nijlen[deelgemeente] , Kerk Sint-Willibrordus
14
beeld[religieus] / H. Benedictus van Nurcia onbekend / 1701 - 1810 Nijlen[deelgemeente] , Kerk Sint-Willibrordus
15
beeld[religieus] / H. Paulus apostel onbekend / 1801 - 1850 Nijlen[deelgemeente] , Kerk Sint-Willibrordus
16
beeld[religieus] / H. Petrus apostel onbekend / 1801 - 1850 Nijlen[deelgemeente] , Kerk Sint-Willibrordus
17
beeld[religieus] / H. Willibrordus onbekend / 1851 - 1900 Nijlen[deelgemeente] , Kerk Sint-Willibrordus
18
kandelaar[kerk-] / onbekend / 1700 Nijlen[deelgemeente] , Kerk Sint-Willibrordus
19
pastorie / onbekend / 1789 Nijlen[deelgemeente] , Bouwwerk
** OLEN
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 107
Kerkfabriek O.L.V. Olen Voorwerp/Benaming Hoofdaltaar Altaarsteen Tabernakel Dienstaltaar Altaarsteen Altaarsteen Altaar OLV Martinusaltaar Altaarsteen Koorlezenaar Lezenaars Altaarlezenaar Koorgestoelte Credentietafel Koorzetels Koorzetel Communiebank Preekstoel Lambrizering Biechtstoelen Bidstoel Bidstoelen Kerkmeestersgestoelte Afsluiting doksaal Afsluiting doopkapel Binnendeur Buitendeur Deuren Binnendeur Orgel Doopvont
Wijwatervaten Sacristiekast Gewadenkast Sokkels voor beelden Krukken
Staanders Piedestal Piedestal Piedestal Piedestal Katafalk Draagbaren Brandkast Kerkstoel Kerkstoelen Kerkstoelen Kerkstoel Stoelen
Materiaal en Afmetingen Gemarmerd hout Arduin (37x37x2,5) Geschilderd verguld hout H 120cm Hout (lxbxh160x90x90) Arduin + marmeren plaat (28x28) Arduin (36x36x2,5) Gemarmerd hout Gemarmerd hout Arduin (29x29x2,5) H.128xB.60 Blad 47 cm Hout H.130 Blad 30x40 Plexiglas (26x27 cm) Eik (H.250cm) Eikentafel met marmeren(travertijn) blad hxbxl75x50x106cm massief eik (H.90 B.68 D. 46 cm) massief eik (H.90 B.68 D. 46 cm) Eik L.254 H.85 B.27 cm L.256 H.85 B.27 cm Eik Eik Eik Green (H.80 B.62 D.67 cm) Eik (H.101 B.53 cm) Eik Eik (H.1,37 B.11,25 m) Afmetingen zuilen (H. 3,02 m Doorm. 30 cm) Eik (H.2,47 L.4 m) Green (H.2,6 B.1,6 m) Eik (H.2,8 B. 1,80 m) Eik (H.2,15 B.1,03 m) Eik (H.3,10 B.3 m)
Auteur/ Tijdvak 1671 1671 1962
1660 1663
2e helft 18° eeuw
Haeckx Turnhout 1846 Jacob Van der Veer 1767 18 e eeuw 2e helft 18° eeuw
18° eeuw 18° eeuw 1ste helft 18° eeuw 1960 2001
19° eeuw Deksel in koper en zink. Arduinen voet ( Deksel H. 44 Diam. 80 cm / doopvont H.108 diam. 90 basis 46 cm) basalt diam. 36 cm Eik (H.3,45 m) 18° eeuw Hout Plaaster/gips Hout (3 van H.60 B.24 D.24 + 1 van H.80 B.24 D.24 + 1 van H.50 B.22,5 D.22,5) Gemarmerd hout H.59 B.27 D.27 Hout Hout Green (H.120 Driehoek 35 cm Hout ( H.63 voet 21x21 cm) Hout (H.120 B.36 D.36) Hout Hout-geschilderd H.140 B.80 D.68 Eik (H.94 B.60 cm) Eik 1995 Hout Hout metalen buizen met houten rugleuning en zit
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 108
Stoelen Lage zitjes Lage zitjes Staande klok Klok Torenuurwerk Klokkenstoel Staander Staanders Voorwerp/Benaming Gedenksteen voor gesneuvelden 14-18 Grafzerk Grafsteen Grafsteen Grafsteen Grafsteen Grafsteen Grafsteen Grafsteen Grafsteen
metalen buizen met houten rugleuning en zit Green overtrokken met skai H.60 B.34 D.34cm Green bedekt met kussen H.47 B.34 D.34 H.148 B.56 D.25 cm Ed.Michiels (Mechelen) H.67 B.35 D.14 cm 20° eeuw
Hout ( H.80 B.52 D.52 cm) Hout Materiaal en Afmetingen Marmer / H.146 B.80 cm Arduin Arduin 142x88 Arduin 166x100 Arduin 145x88 195x 113 Arduin 148x83 Arduin 191x69 Arduin 254x106 Arduin 157x86
Voorwerp/Benaming H.Hart van Jezus De Goede Herder OLV met kind (op slang) OLV beeld (Sedes sapientiae) OLV van smarten OLV van 7 smarten Buste van Maria en heilige+ Buste H. Paulus en H. Petrus H.Ambrosius (van Milaan) Sint-Sebastiaan
Materiaal en Afmetingen Gekleurd plaaster 111x32x26 Hout wit geschilderd Hout gepolychromeerd H.89 cm Hout wit geschilderd Hout wit geschilderd 120x34x17 Plaaster gekleurd 114x30x26 Hout Eik
Sint-Martinusbeeld Sint-Jozef met kind H.Barbara H.Teresia van Lisieux H.Antonius van Padua H.Familie Sint-Isidorus
Hout geschilderd 89x28x28 Hout witgeschilderd 112x36x30 Plaaster geschilderd 126x30x30 Plaaster geschilderd 130x40x40 Plaaster gekleurd 132x32x38
Sint-Martinus Kind Jezus OLV met kindje Jezus op de arm Beeldengroep Kerststal Gebeeldhouwd kruis Gebeeldhouwd kruis Voorwerp/Benaming Glasramen Gothische ramen
Voorwerp/Benaming Schilderij hoogaltaar
Hout witgeschilderd (H102cm) Hout geschilderd 129x30x30
Plaaster geschilderd op houten sokkel 127x55x35 Plaaster geschilderd op houten sokkel 125x34x36 Hout gekleurd 90x20 100 133x128x30 Hout Hout 290x145
Auteur/ Tijdvak V.O.S. / 1927
1706 1725 1668 1748 1870 1852 Auteur/ Tijdvak
1e helft 17°eeuw 1e helft 15°eeuw 18°eeuw 18°eeuw 1e H 18°eeuw 17°eeuw (Lauwerijs) 19°eeuw 17°eeuw 17°eeuw 1925
1908 1908 (Coomans)
1919 1871
Materiaal en Afmetingen Glas in lood (Gehamerd glas) H.3 B.1,8 m Glas in lood (Gehamerd glas) H.8,24 B.1,3 m
Auteur/ Tijdvak
Materiaal en Afmetingen olieverf op doek 240x150
Auteur/ Tijdvak Boyermans 1675
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 109
Roeping van de H. Bavo H. Familie met Anna en Joachim
olieverf op doek 270x210 olieverf op doek 215x130
Aanbidding van de wijzen OLV met kind Ester geknield aan de voeten van Koning Ansfuerus De marteling van de H.Catharina H. Hieronimus in de wildernis H. Familie onherkenbaar Kruiswegstaties
125x145 zonder kader 165x126 met kader olieverf op doek 197x138
Voorwerp/Benaming Kazuivel+ manipel+ Kelkvelum wit Manipel wit Kelkvelum Kazuivel wit Dalmatiek wit koorkapmantel met rugschild Schoudervelum wit Kazuivel wit met bijhorende stola Manipel wit Kelkvelum
Materiaal en Afmetingen Auteur/ Tijdvak satijn, goudgele voering in katoen satijn, goudgele voering in katoen satijn, goudgele voering in katoen zijde, voering katoen zijde, voering katoen zijde, voering rood katoen zijde, voering rood katoen goudkleurige voering zijden bovenkant, katoenen voering zijden bovenkant, katoenen voering (rood) zijde, rode zijden voering
Dalmatiek wit Dalmatiek wit Kazuivel wit Kazuivel wit Kazuivel wit Kazuivel licht grijs Stola wit Stola wit Stola dubbel gebruik; wit en paars Bursa wit Kazuivel goud Dalmatiek goud Stola goud Kazuivel goud Kazuivel geel Bursa goud Kazuivel rood Stola rood Kazuivel rood Kelkvelum rood Bursa rood Stola rood Bursa rood Kazuivel paars Stola paars Stola paars Manipel paars Bursa paars Kazuivel groen Kelkvelum groen Stola groen Bursa groen Kazuivel groen
olieverf op doek 135x206 olieverf op doek 170x132 olieverf op doek 149x107 olieverf op doek 146x105 Olieverf op doek 145x82
Vlaamse School 1663 Vlaamse School 2e helft 17e eeuw
Broux-Herentals 1867
satijn, voering katoen (behandeld met was) satijn zijden bovenkant, katoenen voering satijn wol wol goudzijde, voering katoen (behandeld met was) goudzijde, voering katoen (behandeld met was) goudzijde, voering katoen (behandeld met was) wol, doorweven met gouddraad satijn velours velours fluweel velours katoen satijn zijde wol ? zijde velours velours 53x53 cm velours satijn
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 110
Stola groen Stola groen Bursa groen Kazuivel zwart Dalmatiek zwart Stola zwart Kelkvelum zwart Bursa zwart Kazuivel zwart Kazuivel wit Stola wit Kelkvelum wit Bursa blauw Baldakijn wit Antepedium wit Voorhang lezenaar + boeklegger Antependium Antependium rood Voorhang Lezenaar+boeklegger Antependium rood Antependium donkerpaars Voorhang lezenaar donkerpaars Voorhang lezenaar paars Voorhang lezenaar Antependium lichtgroen Voorhang lezenaar lichtgroen + boeklegger Antependium groen Voorhang lezenaar Albe Albe Albe Albe wit superplie superplie superplie superplie voor misdienaar superplie voor misdienaar superplie voor misdienaar superplie superplie superplie superplie superplie superplie wit superplie superplie superplie wit superplie altaardoekje altaardoekje altaardoekje altaardoekje klein wit altaardoeken wit tafellaken voor misaltaar wit tafellaken voor misaltaar tafellaken wit altaarkleed tafellaken over het altaarkleed doekje zonder kant
wol? zijde zijde zijde zijde zijde zijde, voering paars satijn satijn satijn, gele voering satijn vierkant zijde=1,45 m afhangende zijden =29 cm hoog voor misaltaar Tripelure 2,5m x 0,87 m (2 stuks) 2,5m x 0,73 m voor misaltaar B.236 cm H.76cm licht katoen voor misaltaar licht katoen wol voor misaltaar wol voor misaltaar
wol voor misaltaar wol katoen H. 132 cm katoen H. 142 cm katoen H. 123 cm linnen H. 68 cm linnen H. 84 cm linnen H. 90 cm linnen H. 76 cm linnen H. 62 cm linnen H. 70 cm linnen H. 69 cm linnen H. 90 cm linnen H. 73 cm linnen H. 93 cm linnen H. 81 cm
begin jaren 60 begin jaren 60 begin jaren 60
katoen H. 68 cm H. 86 cm katoen H. 82 cm katoen H. 70 cm + H. 76 cm linnen 52x52 cm linnen 47x47 cm linnen 185x125 cm
120x160 cm 120x160 cm katoen 200x150 cm synthetisch wit linnen voor hoofdaltaar
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 111
tafellaken over het altaarkleed tafellaken over het altaarkleed altaarkleden voor hoofdaltaar kelkdoekje amict doekje met kant sierdoekje wit sierdoekje wit sierdoekje wit Palla doeken voor Katafalk misdienaarskleed wit toga voor misdienaar apostelkleed voor Witte Donderdagviering beursje Coboriedoek Kussen Mantel van het OLV beeld Mantel van het OLV beeld processiekleed voor kindje Jezus Manteltje met lange mouwen vloertapijt vloertapijt rode lopers
Voorwerp/Benaming Zwart koffertje met kelk, pateen en lepeltje Pateen Kelk Lepeltje Kelk
wit linnen wit linnen katoen - verschillende afmetingen
katoen 50x50 cm katoen 35 tot 50 cm vierkant katoen 40x40 cm (2) 45x45 cm (4)
katoen witte zijde H.15 tot 18 cm DM.48,5 cm rood fluweel 45x45 cm blauw-wit wit satijn belegd met goud paars fluweel H. 73 cm paars fluweel 400x278 cm 240x158 (630,000 knopen) 856x70 157x70 Materiaal en Afmetingen hout B.20 L.24 H.19 cm
Goud Goud Goud Goud (vat H.21,5 DM.11 cm) (voet H.7,5 DM.16 cm) Kelk Zilver (vat H.25 DM. ) (voet H.9 DM.16 cm) Kelk (vat H.13,5 cm) (voet DM.10 cm) Pateen met kelklepeltje DM. 14,3cm / Lepeltje 9,5cm Pateen voor offergang Verguld DM.16 cm Kruis voor offergang Brons 24x18 cm Fluwelen kussentjes voor kruis bij Fluweel 23x24 cm offergang Monstrans H.69 DM.37 voet 23x20 cm ovaal Monstrans H.64 DM.19 cm Ciborie Zilver H.46 cm DM.18cm vat DM.10cm H.12,5cm Ciborie Zilver H.35 cm DM.8 cm vat H.12 cm - voet DM.16,7 cm pixis metaal DM.8,5cm H.1 cm pixis verguld DM.4 cm pixis wit verzilverd DM.6,5 cm hostieschoteltjes geel koper H. 3 cm DM.14 cm met vingerring PX doos voor hosties metaal DM.14 cm doos voor hosties metaal DM. 21 cm potje voor hosties voor de zieken goud en zilver DM.8 cm H. 6 cm Schoteltje met kannetjes met inox deksel voor water en wijn bekertjes : H. 7 cm DM. 5 cm ampullen met schaaltje inox schaaltje 23,5 cm x 11 cm ampullen H.7 cm DM. 5 cm
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
1662
Auteur/ Tijdvak
2002 2002
nieuw nieuw
p. 112
misampulle
wit verzilverd metaal H. 13 cm voet DM.6,5 cm schoteltje voor ampullen zilver ovaal 31x21 chrismapotje verguld DM. 5 cm H. 2,5 cm nieuw wierookschepje met lepeltje messing H. 12 cm DM. Voet 8,5 cm L.16 cm lepeltje 10 cm wierookvat geel koper - messing voet H.26 cm voet DM. 9 cm Ketting 68 cm wierookvat messing H. 30 cm - ketting 99 cm wierookschelp verzilverd koper (ontkleurd) 15 cm x 7 cm H. 6-9 cm wierookvatstaander messing H.136 cm voet DM. 26 cm grote doopvont met 2 handgrepen koper basis 26 cm DM. 42 cm H. kom 22 cm H deksel 12,5 cm (kruis 12 cm) doopvont met deksel koper H 15cm DM 31cm basis 15 cm doopschaaltje inox 16 x 13 cm H. 4 cm doopschelp metaal 15 x 10 cm kwispel+emmer messing emmer H.22 cm DM.24,5 cm kwispel L. 50 cm DM. 2,5 cm wijwaterkwast Canonborden houten kaders(Kers of eik verguld) 1 van 36x46 cm - 2 van 29x23cm Canonborden zilver 1 van 40x52 cm 2 van 35x28 cm Canonborden koper 1 van 42x51 cm 2 van 36x27 cm altaarkruis hout H.67 cm voet 20x12 cm altaarkruis hout met houten Christusbeeld H. 88 cm kruis 51,5x 29 cm Christusbeeld H. 34 cm asstempeltje hout handdoekhouder hout H. 40 B. 66 D. 16 cm Voorwerp/Benaming Kruis met staander
Vlaggestok met kruis Baldakijn (draaghemel) Flambeeuwen Stokken voor flambeeuwen Flambeeuwen met steel Berechtingslantaarn
Materiaal en Afmetingen houten stok (260cm) met kruis (50cm) en Christus in koper. Staander H. 80 cm 52cmx52cm
Auteur/ Tijdvak
Hout rood geschilderd 150x120 cm Koper met gekleurd glas (H.80cm) Hout zwart geschilderd
H.45 DM.16 H.35 DM.11 H.30 DM.13 Vaandels 130x103 cm Vlaggenstok Hout met koperen lier Standaard Hout 200cm Standaard Hout 200cm Vaandels 220x110 cm aan stok met verguld kruis Vaandels zijde 178x163 cm verguld kruis op stok Vaandels zijde 95x90 cm 1870 Draagbaar voor processiebeeldje hout-wit geschilderd Draagbaar voor processiebeeldje hout 143x100 cm Atributen hout
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 113
Voorwerp/Benaming kandelaars kandelaars kandelaars kandelaars kandelaars kandelaars kandelaars kandelaars kandelaars kandelaars kandelaars 7-armige kandelaar kandelaars kandelaars kandelaars kandelaars offerkaarsenhouder kaarsenhouders kaarsenhouders wandarmen Godslamp
Materiaal en Afmetingen koper-gechromeerd H.71 voet 17x17x17 messing H.62 voet 21x21x21 messing H.53 messing H.68 voet 17x17x17 messing H.65 voet 18x18x18 messing H.50 voet 16x16x16 messing H.77 voet DM.22 H.70 voet 16x16x16 H.60 voet 17x17x17 rood koper - verzilverd H.115 voet 30x30x30 messing H.110 voet DM 29 messing 55x70 voet DM 18 koper H.4,5 DM 16 glas , klein glas metaal in buis H.60 voet 36x36 metaal H.88 B.80 D.41 koperen met plastic omhulsel hout H.3 DM.11,5
Auteur/ Tijdvak 19e E
17e E 17e E
2eH 18e E
19e E
+/- 30 jaar oud
20e E
verzilverd metaal lamp= 50 cm + ketting 1,50m B.53
19e E
Materiaal en Afmetingen Toon RE - Brons H.115 DM.140 1820 kg Toon SOL - Brons H.90 DM.110 714kg Geel koper H.33 DM.21 koper H.30 DM 18,5
Auteur/ Tijdvak Marcel Michiels jr. Doornik 21/12/1950 Marcel Michiels jr. Doornik 21/12/1950 19e E
Materiaal en Afmetingen zilveren ovaal DM.7,5 x 9 zilver 5 cm op 4 cm zilver 5 cm op 4 cm zilver DM. 3,5 cm verzilverd ondergrond koper DM. 3,5 cm hout van het H.Kruis DM.3,5 cm een stuk mantel DM. 3,5 cm verzilverd DM. 3,5 cm verzilverd ovaal 2,5 cm op 3 cm zilveren omlijsting DM. 9 cm rond
Auteur/ Tijdvak 27/10/1739
kaarsdomper kaarsdomper Voorwerp/Benaming Klok Klok Altaarbellen Gong Voorwerp/Benaming reliekdoosje reliekdoosje reliekdoosje reliekdoosje reliekdoosje reliekdoosje reliekdoosje reliekdoosje reliekdoosje reliekdoosje Voorwerp/Benaming altaarmissaal (diensten der goede week) altaarmissaal (liturgie der overledenen) Orde van de dienst voor de
10/01/1878 20/09/1877 15/09/1870 12/08/1870 17/02/1819
06/10/1870
Materiaal en Afmetingen 30x21 cm
Auteur/ Tijdvak
24x14 cm
15/08/1971
13x22 cm
15/08/1971
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 114
uitvaartliturgie (aanvulling) Lectionarium voor de weekdagen 18x25 cm Gods Woord (doorlopende schriftlezingen door de week)
18x25 cm
De dienst van het woord
18x25 cm
De dienst van het woord
18x25 cm
Officium Pro Defunctis Graduale Romanum Graduale Romanum Cantuarium Cantuarium Cantuarium (nr.156) Nederlandse Kyriale Misboekjes Zangboekjes Vormselboek Liber Matrimorium Liber Defunctorum Affiche Affiche Plaat van OLV
Voorwerp/Benaming ex-voto, hanger ex-voto, hanger voor foto ex-voto, ringen ex-voto, spelden ex-voto, oorhangers ex-voto, oorhangers ex-voto, oorhangers ex-voto, oorhangertjes met oorsluiting ex-voto, halsketting ex-voto, halsketting ex-voto, halsketting ex-voto, halsketting met hanger ex-voto, halsketting ex-voto, halsketting hanger met beeltenis van OLV vaas vaas vaas vaas stolp plateau plateau schoteltje schoteltje schoteltje fotostaander fotokader Scepter van het Kindje Jezus
13x19 cm
24/10/1974 uitgave abdij Tongerlo 04/07/1967 Norbertijnerabdij Tongerlo 01/04/1963 Interdiocesaan Centrum Brussel 19/09/1962 Interdiocesaan Centrum Brussel 1909 1946 1951 1938 1938 15/01/1953 1969 recent
34,5x26 cm 32x26 cm 32x25 cm 65x50 cm 65x48 cm 79x62 cm
13-jun-50 2/09/1946 1/10/1946
Materiaal en Afmetingen zilver 5,5x3 cm 5x3 cm klatergoud DM.3cm goud goud 5cm+4,8cm+3cm gestampt goud pareltjes 6x2 cm gestampt goud 6x2,3 cm gestampt goud 7x 2,3 cm gestampt goud 7x 2,3 cm
Auteur/ Tijdvak
goud 120 cm goud 1,48 m goud 1,48 m 17,50 gr goud 2,10 m 16,40 gr 1,30 m 18,80gr goud 1,5 m 24,10 gr metaal glas DM.5 cm H.22 cm glas DM.3 cm H.30 cm tin
naar schilderij van Navez
J.De Graeve
glas H.52 cm DM. Houten voet 26 cm DM.glas 22 cm tin DM.25 cm tin DM.27 cm H.1cm inox metaal van verschillend formaat steen verguld hout hout 37,5x47 cm wit metaal 28 cm H.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 115
Kerkfabriek Sint-Martinus OIen Voorwerp/Benaming Hoofdaltaar Altaarsteen Tabernakel Dienstaltaar Altaarsteen Altaarsteen Altaar OLV Martinusaltaar Altaarsteen Koorlezenaar Lezenaars Altaarlezenaar Koorgestoelte
Credentietafel Koorzetels Koorzetel Communiebank Preekstoel Lambrizering Biechtstoelen Bidstoel Bidstoelen Kerkmeestersgestoelte
Afsluiting doksaal Afsluiting doopkapel Binnendeur Buitendeur Deuren Binnendeur Orgel
Doopvont Wijwatervaten Sacristiekast Gewadenkast Sokkels voor beelden
Krukken Staanders Piedestal Piedestal
Materiaal en Afmetingen Gemarmerd hout Arduin (37x37x2,5) Geschilderd en verguld hout H 120cm Hout (lxbxh160x90x90) Arduin+marmeren plaat (28x28) Arduin (36x36x2,5) Gemarmerd hout Gemarmerd hout Arduin (29x29x2,5) H.128xB.60 Blad 47 cm Hout H.130 Blad 30x40 Plexiglas (26x27 cm) Eik (H.250cm) Eikentafel met marmeren(travertijn) blad hxbxl75x50x106cm massief eik (H.90 B.68 D. 46 cm) massief eik (H.90 B.68 D. 46 cm) Eik L.254 H.85 B.27 cm L.256 H.85 B.27 cm
Auteur/ Tijdvak 1671
1671 1962
1660 1663
2e helft 18° eeuw
Haeckx Turnhout 1846 Jacob Van der Veer 1767 18 e eeuw 2e helft 18° eeuw
Eik Eik Eik Green (H.80 B.62 D.67 cm) Eik (H.101 B.53 cm) Eik 18° eeuw Eik (H.1,37 B.11,25 m) Afmetingen zuilen (H. 3,02 m 18° eeuw Doorm. 30 cm) Eik (H.2,47 L.4 m) 1ste helft 18° eeuw Green (H.2,6 B.1,6 m) 1960 Eik (H.2,8 B. 1,80 m) 2001 Eik (H.2,15 B.1,03 m) Eik (H.3,10 B.3 m) 19° eeuw Deksel in koper en zink. Arduinen voet ( Deksel H. 44 Diam. 80 cm / doopvont H.108 diam. 90 basis 46 cm) basalt diam. 36 cm Eik (H.3,45 m) 18° eeuw Hout Plaaster/gips Hout (3 van H.60 B.24 D.24 + 1 van H.80 B.24 D.24 + 1 van H.50 B.22,5 D.22,5) Gemarmerd hout H.59 B.27 D.27 Hout Hout Green (H.120 Driehoek 35 cm
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 116
Piedestal Piedestal Katafalk Draagbaren Brandkast Kerkstoel Kerkstoelen Kerkstoelen Kerkstoel
Hout ( H.63 voet 21x21 cm) Hout (H.120 B.36 D.36) Hout Hout-geschilderd H.140 B.80 D.68 Eik (H.94 B.60 cm) Eik 1995 Hout Hout metalen buizen met houten rugleuning en zit metalen buizen met houten rugleuning en zit Green overtrokken met skai H.60 B.34 D.34cm Green bedekt met kussen H.47 B.34 D.34 Ed.Michiels H.148 B.56 D.25 cm (Mechelen) H.67 B.35 D.14 cm 20° eeuw
Stoelen Stoelen Lage zitjes Lage zitjes Staande klok Klok Torenuurwerk Klokkenstoel Staander Staanders Voorwerp/Benaming Gedenksteen gesneuvelden 14-18 Grafzerk Grafsteen Grafsteen Grafsteen Grafsteen Grafsteen Grafsteen Grafsteen Grafsteen
Hout ( H.80 B.52 D.52 cm) Hout Materiaal en Afmetingen
Auteur/ Tijdvak
Marmer / H.146 B.80 cm Arduin Arduin 142x88 Arduin 166x100 Arduin 145x88 195x 113 Arduin 148x83 Arduin 191x69 Arduin 254x106 Arduin 157x86
V.O.S. / 1927
voor
Voorwerp/Benaming H.Hart van Jezus De Goede Herder OLV met kind (op slang) OLV beeld (Sedes sapientiae)
Materiaal en Afmetingen Gekleurd plaaster 111x32x26 Hout wit geschilderd Hout gepolychromeerd H.89 cm Hout wit geschilderd Hout wit geschilderd 120x34x17 Plaaster gekleurd 114x30x26
OLV van smarten OLV van 7 smarten Buste van Maria en heilige+Buste van H. Paulus en H.Petrus Hout Eik H.Ambrosius (van Milaan) Hout witgeschilderd (H102cm) Sint-Sebastiaan Sint-Martinusbeeld Sint-Jozef met kind H.Barbara H.Teresia van Lisieux H.Antonius van Padua H.Familie Sint-Isidorus Sint-Martinus
Hout geschilderd 129x30x30 Hout geschilderd 89x28x28 Hout witgeschilderd 112x36x30 Plaaster geschilderd 126x30x30 Plaaster geschilderd 130x40x40 Plaaster gekleurd 132x32x38
1706 1725 1668 1748 1870 1852 Auteur/ Tijdvak
1e helft 17°eeuw 1e helft 15°eeuw 18°eeuw
18°eeuw 1e H 18°eeuw 17°eeuw (Lauwerijs) 19°eeuw 17°eeuw 17°eeuw 1925
Plaaster geschilderd op houten sokkel 127x55x35 1908 Plaaster geschilderd op houten 1908
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 117
sokkel 125x34x36 Kind Jezus Hout gekleurd 90x20 OLV met kindje Jezus op de arm 100 Beeldengroep Kerststal 133x128x30 Gebeeldhouwd kruis Hout Gebeeldhouwd kruis Hout 290x145 Voorwerp/Benaming
Coomans
1919 1871
Gothische ramen
Materiaal en Afmetingen Auteur/ Tijdvak Glas in lood (Gehamerd glas) H.3 B.1,8 m Glas in lood (Gehamerd glas) H.8,24 B.1,3 m
Voorwerp/Benaming Schilderij hoogaltaar Roeping van de H.Bavo
Materiaal en Afmetingen olieverf op doek 240x150 olieverf op doek 270x210
H.Familie met Anna en Joachim Aanbidding van de wijzen OLV met kind Ester geknield aan de voeten van oning Ansfuerus De marteling van de H.Catharina H.Hieronimus in de wildernis H.Familie onherkenbaar Kruiswegstaties
olieverf op doek 215x130 125x145 zonder kader 165x126 met kader
olieverf op doek 135x206 olieverf op doek 170x132 olieverf op doek 149x107 olieverf op doek 146x105 Olieverf op doek 145x82
Broux-Herentals 1867
Voorwerp/Benaming Kazuivel+ manipel+ Kelkvelum wit Manipel wit Kelkvelum Kazuivel wit Dalmatiek wit koorkapmantel met rugschild Schoudervelum wit Kazuivel wit met bijhorende stola
Materiaal en Afmetingen
Auteur/ Tijdvak
Glasramen
Manipel wit Kelkvelum Dalmatiek wit Dalmatiek wit Kazuivel wit Kazuivel wit
Auteur/ Tijdvak Boyermans 1675 Vlaamse School 1663 Vlaamse School 2e helft 17e eeuw
olieverf op doek 197x138
satijn,goudgele voering in katoen satijn,goudgele voering in katoen satijn,goudgele voering in katoen zijde, voering katoen zijde, voering katoen zijde, voering rood katoen zijde, voering rood katoen goudkleurige voering zijden bovenkant, katoenen voering zijden bovenkant, katoenen voering (rood) zijde, rode zijden voering satijn,voering katoen (behandeld met was) satijn zijden bovenkant, katoenen voering
Kazuivel wit Kazuivel licht grijs Stola wit satijn Stola wit wol Stola dubbel gebruik; wit en paars wol Bursa wit goudzijde, voering (behandeld met was) Kazuivel goud goudzijde, voering Dalmatiek goud (behandeld met was)
katoen katoen
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 118
Stola goud Kazuivel goud Kazuivel geel Bursa goud Kazuivel rood Stola rood Kazuivel rood Kelkvelum rood Bursa rood Stola rood Bursa rood Kazuivel paars Stola paars Stola paars Manipel paars Bursa paars Kazuivel groen Kelkvelum groen Stola groen Bursa groen Kazuivel groen Stola groen Stola groen Bursa groen Kazuivel zwart Dalmatiek zwart Stola zwart Kelkvelum zwart Bursa zwart Kazuivel zwart Kazuivel wit Stola wit Kelkvelum wit Bursa blauw
goudzijde, voering katoen (behandeld met was) wol, doorweven met gouddraad satijn velours velours fluweel velours katoen satijn zijde wol ? zijde velours velours 53x53 cm velours satijn wol? zijde zijde zijde zijde zijde zijde, voering paars satijn satijn satijn, gele voering
satijn vierkant zijde=1,45 m Baldakijn wit afhangende zijden =29 cm hoog Antepedium wit voor misaltaar Voorhang Lezenaar+boeklegger Tripelure 2,5m x 0,87 m (2 stuks) 2,5m x Antependium 0,73 m Antependium rood voor misaltaar Voorhang Lezenaar+boeklegger Antependium rood B.236 cm H.76cm licht katoen voor misaltaar Antependium donkerpaars Voorhang lezenaar donkerpaars licht katoen Voorhang lezenaar paars wol voor misaltaar Voorhang lezenaar wol Antependium lichtgroen voor misaltaar Voorhang lezenaar lichtgroen + boeklegger Antependium groen wol voor misaltaar Voorhang lezenaar wol Albe katoen H. 132 cm Albe katoen H. 142 cm Albe Albe wit katoen H. 123 cm superplie linnen H. 68 cm begin jaren 60 superplie linnen H. 84 cm begin jaren 60 superplie linnen H. 90 cm begin jaren 60
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 119
superplie voor misdienaar superplie voor misdienaar superplie voor misdienaar superplie superplie superplie superplie superplie superplie wit superplie superplie superplie wit superplie altaardoekje altaardoekje altaardoekje altaardoekje klein wit altaardoeken wit tafellaken voor misaltaar wit tafellaken voor misaltaar tafellaken wit altaarkleed tafellaken over het altaarkleed doekje zonder kant tafellaken over het altaarkleed tafellaken over het altaarkleed altaarkleden voor hoofdaltaar kelkdoekje amict doekje met kant sierdoekje wit sierdoekje wit sierdoekje wit Palla doeken voor Katafalk misdienaarskleed wit toga voor misdienaar apostelkleed voor Witte Donderdagviering beursje Coboriedoek Kussen Mantel van het OLV beeld Mantel van het OLV beeld processiekleed voor kindje Jezus Manteltje met lange mouwen vloertapijt vloertapijt rode lopers
linnen H. 76 cm linnen H. 62 cm linnen H. 70 cm linnen H. 69 cm linnen H. 90 cm linnen H. 73 cm linnen H. 93 cm linnen H. 81 cm katoen H. 68 cm H. 86 cm katoen H. 82 cm katoen H. 70 cm + H. 76 cm linnen 52x52 cm linnen 47x47 cm linnen 185x125 cm
120x160 cm 120x160 cm katoen 200x150 cm synthetisch wit linnen hoofdaltaar
voor
wit linnen wit linnen katoen - verschillende afmetingen
katoen 50x50 cm katoen 35 tot 50 cm vierkant katoen 40x40 cm (2) 45x45 cm (4)
katoen witte zijde H.15 tot 18 cm DM.48,5 cm rood fluweel 45x45 cm blauw-wit wit satijn belegd met goud
en
1662
paars fluweel H. 73 cm paars fluweel 400x278 cm 240x158 (630,000 knopen) 856x70 157x70
Voorwerp/Benaming Materiaal en Afmetingen Auteur/ Tijdvak Zwart koffertje met kelk, pateen en lepeltje hout B.20 L.24 H.19 cm Pateen Goud Kelk Goud Lepeltje Goud Goud (vat H.21,5 DM.11 cm) Kelk (voet H.7,5 DM.16 cm)
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 120
Kelk
Zilver (vat H.25 DM. ) (voet H.9 DM.16 cm) (vat H.13,5 cm) (voet DM.10 cm) DM. 14,3cm / Lepeltje 9,5cm Verguld DM.16 cm Brons 24x18 cm 2002
Kelk Pateen met kelklepeltje Pateen voor offergang Kruis voor offergang Fluwelen kussentjes voor kruis bij offergang Fluweel 23x24 cm Monstrans H.69 DM.37 voet 23x20 cm ovaal Monstrans H.64 DM.19 cm Zilver H.46 cm DM.18cm vat Ciborie DM.10cm H.12,5cm Zilver H.35 cm DM.8 cm vat H.12 cm voet Ciborie DM.16,7 cm pixis metaal DM.8,5cm H.1 cm pixis verguld DM.4 cm pixis wit verzilverd DM.6,5 cm geel koper H. 3 cm DM.14 cm hostieschoteltjes met vingerring PX doos voor hosties metaal DM.14 cm doos voor hosties metaal DM. 21 cm potje voor hosties voor de zieken goud en zilver DM.8 cm H. 6 cm Schoteltje met kannetjes met inox deksel voor water en wijn bekertjes : H. 7 cm DM. 5 cm inox schaaltje 23,5 cm x 11 cm ampullen met schaaltje ampullen H.7 cm DM. 5 cm wit verzilverd metaal H. 13 cm misampulle voet DM.6,5 cm schoteltje voor ampullen zilver ovaal 31x21 chrismapotje verguld DM. 5 cm H. 2,5 cm messing H. 12 cm DM. Voet 8,5 cm L.16 cm lepeltje 10 cm wierookschepje met lepeltje geel koper -messing voet H.26 cm voet DM. 9 cm Ketting wierookvat 68 cm messing H. 30 cm Ketting 99 cm wierookvat verzilverd koper (ontkleurd) 15 cm wierookschelp x 7 cm H. 6-9 cm messing H.136 cm voet DM. 26 wierookvatstaander cm koper basis 26 cm DM. 42 cm H. grote doopvont met 2 kom 22 cm H.deksel 12,5 cm handgrepen (kruis 12 cm) koper H. 15 cm DM. 31 cm basis doopvont met deksel 15 cm doopschaaltje inox 16 x 13 cm H. 4 cm doopschelp metaal 15 x 10 cm messing emmer H.22 cm DM.24,5 cm + kwispel L. 50 cm kwispel+emmer DM. 2,5 cm Wijwaterkwast houten kaders(Kers of eik verguld) 1 van 36x46 cm 2 van Canonborden 29x23cm zilver 1 Canonborden van 40x52 cm 2
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
2002
nieuw nieuw
nieuw
p. 121
van 35x28 cm koper 1 van 42x51 cm 2 van 36x27 cm hout H.67 cm voet 20x12 cm hout met houten Christusbeeld H. 88 cm kruis 51,5x 29 cm Christusbeeld H. 34 cm hout hout H. 40 B. 66 D. 16 cm
Canonborden altaarkruis
altaarkruis asstempeltje handdoekhouder Voorwerp/Benaming
Materiaal en Afmetingen Auteur/ Tijdvak houten stok (260cm) met kruis (50cm) en Christus in koper. Staander H. 80 cm 52cmx52cm
Kruis met staander Vlaggestok met kruis
Hout rood geschilderd 150x120 cm Koper met gekleurd glas (H.80cm) Hout zwart geschilderd
Baldakijn (draaghemel) Flambeeuwen Stokken voor flambeeuwen Flambeeuwen met steel
H.45 DM.16 H.35 DM.11 H.30 DM.13 130x103 cm Hout met koperen lier Hout 200cm Hout 200cm 220x110 cm aan stok met verguld kruis zijde 178x163 cm verguld kruis op stok zijde 95x90 cm 1870
Berechtingslantaarn Vaandels Vlaggenstok Standaard Standaard Vaandels Vaandels Vaandels Draagbaar processiebeeldje Draagbaar processiebeeldje Atributen Voorwerp/Benaming kandelaars kandelaars kandelaars kandelaars kandelaars kandelaars kandelaars kandelaars kandelaars kandelaars kandelaars 7-armige kandelaar
voor hout-wit geschilderd voor hout 143x100 cm hout Materiaal en Afmetingen koper-gechromeerd H.71 voet 17x17x17 messing H.62 voet 21x21x21 messing H.53 messing H.68 voet 17x17x17 messing H.65 voet 18x18x18 messing H.50 voet 16x16x16 messing H.77 voet DM.22 H.70 voet 16x16x16 H.60 voet 17x17x17 rood koper verzilverd H.115 voet 30x30x30 messing H.110 voet DM 29 messing
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
Auteur/ Tijdvak 19e E
17e E 17e E
2eH 18e E
19e E
p. 122
55x70 voet DM 18 koper H.4,5 DM 16 glas , klein +/- 30 jaar oud glas metaal in buis H.60 voet 36x36 metaal H.88 B.80 D.41 20e E koperen met plastic omhulsel hout H.3 DM.11,5
kandelaars kandelaars kandelaars kandelaars offerkaarsenhouder kaarsenhouders kaarsenhouders wandarmen
verzilverd metaal lamp= 50 cm + ketting 1,50m 19e E B.53
Godslamp kaarsdomper kaarsdomper Voorwerp/Benaming
Materiaal en Afmetingen Toon RE Brons H.115 DM.140 1820 kg Toon SOL Brons H.90 DM.110 714kg Geel koper H.33 DM.21 koper H.30 DM 18,5
Klok
Klok Altaarbellen Gong Voorwerp/Benaming reliekdoosje reliekdoosje reliekdoosje reliekdoosje reliekdoosje reliekdoosje reliekdoosje reliekdoosje reliekdoosje reliekdoosje Voorwerp/Benaming altaarmissaal (diensten goede week) altaarmissaal (liturgie overledenen) Orde van de dienst voor uitvaartliturgie (aanvulling) Lectionarium voor weekdagen
Auteur/ Tijdvak Marcel Michiels jr. Doornik 21/12/1950 Marcel Michiels jr. Doornik 21/12/1950 19e E
Materiaal en Afmetingen zilveren ovaal DM.7,5 x 9 zilver 5 cm op 4 cm zilver 5 cm op 4 cm zilver DM. 3,5 cm verzilverd ondergrond koper DM. 3,5 cm hout van het H.Kruis DM.3,5 cm een stuk mantel DM. 3,5 cm verzilverd DM. 3,5 cm verzilverd ovaal 2,5 cm op 3 cm zilveren omlijsting DM. 9 cm rond
Auteur/ Tijdvak 27/10/1739
Materiaal en Afmetingen
Auteur/ Tijdvak
10/01/1878 20/09/1877 15/09/1870 12/08/1870 17/02/1819
06/10/1870
der 30x21 cm der 24x14 cm
15/08/1971
13x22 cm
15/08/1971 24/10/1974 uitgave abdij Tongerlo 04/07/1967 Norbertijnerabdij Tongerlo 01/04/1963 Interdiocesaan Centrum Brussel 19/09/1962 Interdiocesaan Centrum Brussel 1909 1946
de de 18x25 cm
Gods Woord (doorlopende 18x25 cm schriftlezingen door de week)
De dienst van het woord
18x25 cm
De dienst van het woord Officium Pro Defunctis Graduale Romanum
18x25 cm
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 123
Graduale Romanum Cantuarium Cantuarium Cantuarium (nr.156) Nederlandse Kyriale Misboekjes Zangboekjes Vormselboek Liber Matrimorium Liber Defunctorum Affiche Affiche
34,5x26 cm 32x26 cm 32x25 cm 65x50 cm 65x48 cm
Plaat van OLV
79x62 cm
Voorwerp/Benaming
Materiaal en Afmetingen Auteur/ Tijdvak zilver 5,5x3 cm 5x3 cm klatergoud DM.3cm goud goud 5cm+4,8cm+3cm gestampt goud met pareltjes 6x2 cm gestampt goud 6x2,3 cm gestampt goud 7x 2,3 cm
ex-voto, hanger ex-voto, hanger voor foto ex-voto, ringen ex-voto, spelden ex-voto, oorhangers ex-voto, oorhangers ex-voto, oorhangers ex-voto, oorhangertjes met oorsluiting ex-voto, halsketting ex-voto, halsketting ex-voto, halsketting ex-voto, halsketting met hanger ex-voto, halsketting ex-voto, halsketting hanger met beeltenis van OLV vaas vaas vaas vaas stolp plateau plateau schoteltje schoteltje schoteltje fotostaander fotokader Scepter van het Kindje Jezus
13x19 cm
gestampt goud 7x 2,3 cm goud 120 cm goud 1,48 m goud 1,48 m 17,50 gr goud 2,10 m 16,40 gr 1,30 m 18,80gr goud 1,5 m 24,10 gr metaal glas DM.5 cm H.22 cm glas DM.3 cm H.30 cm tin
1951 1938 1938 15/01/1953 1969 recent 13/jun/50 2/09/1946 1/10/1946
naar schilderij Navez
van
J.De Graeve
glas H.52 cm DM. Houten voet 26 cm DM.glas 22 cm tin DM.25 cm tin DM.27 cm H.1cm inox metaal van verschillend formaat steen verguld hout hout 37,5x47 cm wit metaal 28 cm H.
Kerkfabriek St.-Jozef-Olen Inventaris is in opbouw
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 124
VORSELAAR - Patrimonium klooster - Graftombe Clementina Van Bouchout / Jan Van Rotselaar - Beelden en kunstwerken: bijv. magistraal bronzen beeld van de gekruisigde Christus (Georges Minne) - Kunstenaars uit Vorselaar (o.a. Van Roey) - Kunstpatrimonium (vooral kerk) 1
kerk[parochie-] / onbekend / 1401 - 1600 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
2
gewelf[kruis-] / onbekend / 1601 - 1700 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
3
kraagsteen / onbekend / 1741 - 1760 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
4
portaal[kerk-] / onbekend / 1785 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
5
nis[bouwwerkonderdeel] / onbekend / 1785 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
6
altaar[hoofd-] / Adriaensens, Artus / 1676 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
7
altaar[zij-] / van O.-L.-Vrouw onbekend / 1826 - 1850 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
8
altaar[zij-] / van H. Jozef onbekend / 1826 - 1850 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
9
biechtstoel / Deprez / 1722 (toegeschr.) Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
10
biechtstoel / Deprez / 1722 (toegeschr.) Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
11
biechtstoel / Van Roey, Adr. / 1871 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
12
bank[communie-] / onbekend / 1826 - 1850 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
13
ampul[mis-] / onbekend / 1831 - 1868 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
14
schaal[ampullen-] / onbekend / 1831 - 1868 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 125
15
kelk[mis-] / onbekend / 1780 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
16
kelk[mis-] / onbekend / 1814 - 1831 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
17
kruis[processie-] / onbekend / 1691 - 1710 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
18
kruisbeeld / onbekend / 1651 - 1700 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
19
kruisbeeld / onbekend / 1691 - 1710 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
20
monstrans[zonne-] / Verschuylen, Johannes Petrus Antonius / 1837 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
21
pyxis / onbekend / 1766 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
22
kruis[reliek-] / onbekend / 1701 - 1750 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
23
buste[reliek-] / van de H. Petrus apostel onbekend / 1701 - 1750 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
24
wierookvat / onbekend / 1741 - 1760 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
25
zoldering[bouwwerkonderdeel] / onbekend / 1741 - 1760 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
26
balustrade[n] / onbekend / 1801 - 1850 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
27
doopvont / Cleerens / 1750 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
28
steen[graf-] / van Van Rotselaar, Jan onbekend / 1414 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
29
monument[graf-] / van Proost, Joannes Baptist onbekend / 1680 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
30
steen[graf-] / van Van de Wyer, Jac. onbekend / 1747 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
31
plaat[graf-] / van Verlinden, Catharina onbekend / 1766
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 126
Vorselaar , Kerk Sint-Pieter 32
monument[graf-] / van Van de Werve, C.P.H.I.B. onbekend / 1741 - 1760 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
33
steen[graf-] / van Van den Broeck, Jan Baptist onbekend / 1783 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
34
plaat[graf-] / va, Exelmans, Guilielmus onbekend / 1789 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
35
plaat[graf-] / van Van de Werve, Carolus Bernardus J.G. onbekend / 1813 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
36
steen[graf-] / van Mennekens, G. onbekend / 1837 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
37
steen[graf-] / van Wils, Godefridus onbekend / 1863 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
38
steen[graf-] / van Heijlen, Michael onbekend / 1870 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
39
afsluiting[kapel-][hek] / onbekend / 1741 - 1760 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
40
kast[meubilair] / onbekend / 1601 - 1700 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
41
kast[kleren-] / onbekend / 1601 - 1700 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
42
klok[kerk-] / onbekend / 1805 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
43
orgel[kerk-] / Merklin, Joseph / 1857 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
44
gestoelte[koor-] / onbekend / 1851 - 1900 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
45
betimmering[muur-] / onbekend / 1826 - 1850 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
46
schaal[offer-] / onbekend / 1701 - 1800 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
47
preekstoel / Adriaensens, Artus / 1676 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
48
schilderstuk[altaar-] / Kruisdood van de H. Petrus apostel
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 127
Van Rintel, Jan / 1677 (toegeschr.) Vorselaar , Kerk Sint-Pieter 49
schilderstuk[altaar-] / Tenhemelopnemong van Maria onbekend / 1826 - 1850 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
50
schilderij[schilderstuk] / buste van Christus in een bloemenkrans onbekend / 1841 - 1860 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
51
schilderij[schilderstuk] / buste van O.-L.-Vrouw in een bloemenkrans onbekend / 1841 - 1860 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
52
schilderij[schilderstuk] / O.-L.-Vrouw met Kind schenkt de rozenkrans aan H.Dominicus onbekend / 1801 - 1900 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
53
steen[gedenk-] / onbekend / 1839 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
54
steen[gedenk-] / onbekend / 1839 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
55
steen[gedenk-] / onbekend / 1839 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
56
bas-reliëf[beeldhouwwerk] / Doop van Jezus Marckx, Cornelis / 1762 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
57
beeld[religieus] / H. Petrus apostel Van der Neer, Jacques Joseph / 1780 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
58
beeld[religieus] / H. Georgius bevecht de draak onbekend / 1601 - 1610 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
59
beeld[religieus] / O.-L.-Vrouw met Kind met wereldbol en scepter onbekend / 1601 - 1650 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
60
hoog-reliëf[beeldhouwwerk] / O.-L.-Vrouw met Kind omringd door de engelen onbekend / 1741 - 1760 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
61
beeld[religieus] / H. Lucia van Syracuse onbekend / 1691 - 1700 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
62
beeld[religieus] / H. Jacobus de Meerdere onbekend / 1691 - 1700 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
63
beeld[religieus] / Calvarie onbekend / 1801 - 1810 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
64
beeld[religieus] / Anna leert Maria lezen onbekend / 1801 - 1850
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 128
Vorselaar , Kerk Sint-Pieter 65
beeld[religieus] / H. Petrus apostel onbekend / 1801 - 1850 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
66
beeld[religieus] / Jezus aan het kruis onbekend / 1801 - 1850 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
67
kandelaar[kerk-] / onbekend / 1651 - 1700 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
68
kandelaar[kerk-] / onbekend / 1701 - 1800 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
69
kandelaar[kerk-] / onbekend / 1891 - 1900 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
70
kandelaar[kerk-] / onbekend / 1841 - 1860 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
71
kandelaar[kerk-] / onbekend / 1841 - 1860 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
72
kandelaar[kerk-] / onbekend / 1841 - 1860 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
73
kandelaar[kerk-] / onbekend / 1841 - 1860 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
74
kandelaar[kerk-] / onbekend / 1841 - 1860 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
75
lamp[wand-] / onbekend / 1841 - 1860 Vorselaar , Kerk Sint-Pieter
76
schilderij[schilderstuk] / Theresa bidt de rozenkrans onbekend / 1901 - 2000 Vorselaar , Klooster van de Zusters van de Christelijke Scholen
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 129
9.7. Overzicht immaterieel erfgoed werkingsgebied ** Toponiemen en bijnamen/spotnamen GROBBENDONK - Toponiemenkaart - Boek Eigen Aard - De inwoners van Grobbendonk hebben geen spotnaam, de inwoners van Bouwel worden ook wel Blarendabbers genoemd.
HERENTALS ** Herentals Klokkenververs Herentalsenaren worden Klokkenververs genoemd. De bijnaam hebben ze te danken aan het feit of de legende dat er een aantal snuggere voorvaders (notabelen van de stad) de klokken in het Belfort zouden hebben laten schilderen om ze te beschermen tegen de roest. Uiteraard verloren de klokken hun mooie klank. Pee stekers Een poortwachter vond de grendel van de stadspoort niet toen er een vijandelijk leger de stad wilde binnenstormen. De poortwachter vond er niet op om de stadspoort te vergrendelen met een grote wortel (pee of peen) tot hij de verloren grendel zou terugvinden. Ondertussen wandelde daar vee voorbij en die aten de wortel smakelijk op.
HERENTHOUT - Boer Stad - Vlakke Velden Ook dit toponiem zou vrij letterlijk kunnen betekenen wat het zegt. - De Bergen De oudste vermelding dateert uit 1546 (‘vanden bosschen geheeten die meeusblokken aent hangen van de Bergen ghelegen… op dander syden de straete streckende naer herentlas’). Verder zijn er nog verwijzingen in literaire bronnen die dateren uit de 16e en 17e eeuw. De verklaring van dit toponiem is niet ver te zoeken: het is een relictheuvel die op een hoogte ligt van 22 tot 23 meter en ongeveer 10 meter boven de omgeving uitsteekt. - Zwaenen berg - Achter de Bergen Duidt op de plaats die topografisch achter ‘de Bergen’ ligt. - Het Klein Broeck Een broek is een ‘moerassige plaats’. Door afwateringswerken werden sommige broeken echter hooiland, vandaar dat het ook ‘ontwaterd moeras’ kan betekenen. Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 130
- Den Rostal De vroegste vermelding van dit toponiem in de literaire bronnen gaat terug tot 1296 (‘Margarete Rostal’). De juiste betekenis van deze naam is niet echt duidelijk. Vermoedelijk slaat ros op paard en zou het dus kunnen duiden op een paardenstal. - De Risten - Moerbroek - Den Heykant - Blokt Onder Blokt horen zowel Groot Blokt als Kleijn Blokt. De vroegste vermelding van dit toponiem gaat terug tot in 1413, wanneer er sprake is van ‘op alle die goede ter Blaect…’ Verdere vermeldingen werden gemaakt in 1432 (‘op alle henrics goede vander blaect te bouwele ende te herenthout gelegen…’). Doorheen de eeuwen werd dit Blo(o)ckt. Blokt zou de dialectische uitspraak zijn van ‘blackt’; blak betekent open, bloot, effen. Blok zou ook kunnen duiden op een met heggen, kanten en grachten omsloten akker. Doorgaans was deze dicht bij de woning gelegen. - Boeyendael - Oosterhoven - Den Uylenberg - De Schrans - Doornbemden - Voortbemden - Den Krommen Hamer Hamer, ham, is een landtong die in een soort schorregebied boven blijft bij hoog water. Deze plaatsen konden dus gebruikt worden als aanlegkade. Dit toponiem is gelegen in een bocht aan de Nete, vandaar Krommen Hamer. - Herlaar De oudste vermelding van Herlaar dateert uit 1271. Het is samengesteld uit de woorden ‘hirn’ wat ‘hagebeuk’ betekent, en ‘hloeri’ wat een ‘bosachtig moerassig terrein’ is. - De Groote Velden Velden duiden ook hier duidelijk op een landschapsvorm. - De Blikheide Blik- wordt reeds vermeld sinds 1495 (‘une ferme située au Bliexheyde’). Waarschijnlijk duidt Bliex op een persoon. Heide werd in deze periode enkel gebruikt om een heidelandschap te benoemen en heeft dus nog geen betrekking op gehuchten. Toch worden er wel wooneenheden mee bedoeld, vermits ze later door samenstelling met allerlei elementen tot een gehuchtnaam zijn versmolten. - Het Blauw Broek Moerassige plaats of ontwaterd moeras - Dekbunders
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 131
- De Niemandshoek De eerste vermelding van dit toponiem dateert uit 1448: ‘vanden nyemans hoeck’. Net zoals bij Boshoek duidt –hoek op een plaats waar iets verborgen was, iets verdachts: het is een afgelegen verwilderd land, verlaten uithoek. Eertijds stond hier, in de nabijheid van ’t Prinsenhof, de galg van Herenthout. - Het Peeters Blok Blok heeft hier de betekenis van ‘een woning omgeven door een aantal akkers die omgeven waren door heggen of grachten’. De naam die eraan voorafgaat, geeft aan dat Peeters de eigenaar was van het Blok. - De Ezelsvelden Velden duidt zonder twijfel op een landschapsvorm. Ezel is mogelijk een verbastering van eusel, een weide tussen bossen gelegen of een slechte weide. Deze eusels werden later in cultuurland omgezet. - De Broek Beemden Zie eerdere verklaring voor ‘Broek’. Ook beemden staat voor een drassig weiland. - Het Boeren Hol Het enige bekende is dat een vroegere bewoonster ‘Marie Boerenhol’ genoemd werd. - De Schambraken Verklaring onbekend - Verbrand Bosch - Prinsenhof - Ketel Vennen - Kleine Bosschen - Kindsdorf - Grifjes - Luttel Velden - Binnen Heide Er werd voor dit toponiem geen datering noch verklaring gevonden. Hoogstwaarschijnlijk is de naam recenter dan de Ferrariskaart en verwijst ze wel naar de heide die rond deze plaats staat op de Ferrariskaart. - De Haken - De Tooren - Kapellekesboom Dit toponiem zou letterlijk kunnen verwijzen naar een kapelletje dat aan een boom bevestigd was, maar enige zekerheid over de betekenis van dit toponiem is er niet. - Langenheuvel Gelegen aan Rostal. Vroege vermeldingen zijn gemaakt in 1603.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 132
- Zelle Vermeldingen van dit toponiem komen reeds voor vanaf 1300. Mogelijk kan deze naam terug gaan op zele, wat evenveel betekent als ‘verblijfplaats, onderkomen’. Het duidt op een gebouw waar men voor korte duur een onderkomen kon vinden, zoals een herberg, een schuur, een stal. Meestal worden dergelijke toponiemen aangetroffen aan de rand van een vochtige, moerassige streek. Een tweede mogelijke verklaring is dat het teruggaat op cella, wat een klein klooster zou kunnen betekenen. - Pauwelstraat Deze straat werd reeds vermeld in 1627 (‘de pauwelstraete’). Verdere vermeldingen komen voor in het begin van de 18e eeuw. Pauwel slaat zeer waarschijnlijk op een persoon. - Wimp (rivier) De vroegste vermelding dateert uit 1421. Deze naam is van Keltische oorsprong. Wimp zou afgeleid kunnen zijn van Wamp, wat men in de Kempen wel vaker tegenkomt. Wamp of wam, betekent ledig. Het zou dus ledige of droge beek betekenen. Sinds 1428 wordt door Wimp een streek bedoeld. Maas en Wimp zijn waarschijnlijk de oudste benamingen van Herenthout, namen die door de opeenvolgende bevolkingsgroepen werden overgenomen. - Maasloop Maas kan afgeleid zijn van Thomas, maar – en vandaar dat men ze op verschillende plaatsen aantreft – het is een voor-Keltisch woord voor waterloop.
** Ondanks de moderne tijd, getuigt het dagelijkse taalgebruik in Herenthout nog van een enorme vindingrijkheid van de bevolking in het geven van bij- en toenamen aan dorpsgenoten. Nog steeds worden deze veelvuldig gebruikt.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 133
LILLE - Greet Proost: Bijdrage tot de toponomie van Gierle - Werk over Lilse toponiemen ter gelegenheid van de tentoonstelling HK NDV 2005 in Gierle 01-’T BOTERT OF ’T BOTERT NIET Klein koeieersel (G) 1721 ’t Romen Eussel (L) 1461 Op die Coepade (L) 1417 Opte Koeschot Rijt (W) 1417 (Op Halft) Coeusel (G) 1442 02-OVER BELHAMEL EN ZWART SCHAAP Schaepdijck (P) Opt Lammer bloc (W) 1417 Sterlaer (G) 1417 Sterhoven (W) 03-OVER HOERZAAIEN EN HOERVRUCHTEN Breukelblok (P) Boenhof (P) 1449 Blokken (W) Baesblock (W) Raephof (W) Block tegen den Haspel (G) Pisselaersblok (G) Op witvens Raepblock (L) 1417 Op Bellens Block Bremacker (W) 1685 Den Bremhoff (W) 1634 Het Bremdeken (W) 04-Geef ons heden ons dagelijks brood Molenbempt (P) 1492 Watermeulen (P) 1620 Chorenbloc (P) 1457 Molenstap (W) Opt Corenbloc bij Bersegghe (W) 1417 Molenheijde (W) Het Moldersvelt (G) 1726 Moleneijnde (G) 05-OVER HONING, IMKERS EN NIEUWJAARSPEPERKOEK Backers Heije (P) 1460 Bijeneusel (P) 1460 Het heijken ( W) 1680 06-WIE NIET MEST, NIET HEEFT. Meijnbraecke (P) 1461 De Braecke (G) 1541 Schanbraecke (P) 1568 Mesmaeker (W) 1640 Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 134
Den Mesacker aen de Broeckxsijde (G) 07-AAN DE HAARD: VOORAAN VERBRAND, ACHTERAAN BEVROREN het Moer (P) het Moerveldeken (W) 1682 Moereynde (W) Moirvenne (W) 1417 Moerven (G) 1765 Moerhof (G) 1368 Moerhoffken (G) 1664 08-GRAS IN ‘T BROEK Gemeynbroek (P) Caelieerbempdeken (P) 1516 Den Rietbempt (W) 1682 Den Begeynenbempt (W) 1680 Streebroeck (W) 1697 Broeckstraetjen (G) 1775 Hooibemdeken (G) Broekzijde (L) 09-Koeien, varkens en schapen: ze mochten er niet in Bi Minten veken (W) 1417 Veke (P) 1569 Het Venveken (G) 1484 Veldeken achter de Haeghe (G) 1742 Aent Mengat (G) Valvekens Eusel (L) 1417 Bij Hein Wouters veken (L) 1417 Aent Ganse veken (W) 1417 Heggengat (P) 1619 In die Hortside (L) 1368, 1410 Houtzijde 10-Rooien in Rooien te Gierle Roijeerde (W) 1544 Brandtheide (W) 1685 Rooyenacker (G) 1513 Polder opden Venacker (G) 1752 Henr. filius Heilwigis de Rode (L) 1340 Op Smeets Heybloc (L) 1417 1 uutfanc an die Rietbeemde (L) 1417
- Bijdragen in de tijdschriften van Heemkundige Kring Norbert De Vrijter - De inwoners van Lille hebben een spotnaam: Krawaten, Gielse Schijters, Zandfluiters en Mollen
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 135
NIJLEN - Artikel over toponiemen van Frans Lens in ‘Sprokkels’. - Artikel over ‘sparrijders’ en ‘royeurs’ in ‘Sprokkels’. - Artikel Hypolite Budts in ‘De Poemp’. - Artikels van Frans Lens en Jef Peeters in "De Poemp".
OLEN Een schat aan erfgoed informatie is allicht nog beschikbaar, informatie die we kunnen bundelen onder de noemer “immaterieel erfgoed”. Bedoeling van dit project moet zijn om deze informatie niet alleen te verzamelen maar beschikbaar te maken voor een ruimer publiek en te conserveren. “Toponymie van Oolen” (1940) Frans Verbiest beschrijft hieren 1552 Olense toponiemen. Verklaring straatnamen. Lindeblad Winter 2004 (Herkomst der Straatnamen). Andere mogelijke onderwerpen. • Toponiemen, bij- en spotnamen • Dialecten • Volksliederen en volksverhalen omtrent de boeren van Olen en Keizer Karel • Volksspelen, ambachten en sporten • Streekproducten • Volksfeesten, tradities, stoeten, kermissen, processies en jaarmarkten • Sinte Mette vuren en nieuwejaarkezoete • Straatnamen met hun verklaringen • ….. VORSELAAR - Werk over Vorselaarse toponiemen van Nest van den Broeck - Bijdragen in de tijdschriften van Heemkundige Kring ‘Joris Matheussen’ (o.a. Hellegat Schupleer, Diepdal Moleneind) - De inwoners Vorselaar hebben geen spotnaam (in tegenstelling tot de Krawaten uit Lille, de Peestekers of Klokkeververs uit Herentals, …)
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 136
** Dialecten GROBBENDONK Kempens dialect HERENTALS Werk over het Hertals dialect van Jef Van Den Bosch. HERENTHOUT Jef Aerts werkt momenteel aan de inventarisatie van het Herenthouts dialect. Onnodig om te zeggen dat het hier om een ‘meerjarenplan’ gaat. Jef heeft wel de bedoeling om die inventaris ooit als een heus Herenthouts woordenboek uit te geven. Om opgenomen te worden, moeten de woorden en uitdrukkingen aan twee voorwaarden voldoen: niet behoren tot de standaardtaal en in het stoetersdorp gezegd worden. Aangezien het Húirtuits een Kempens en bij uitbreiding ook een Brabants dialect is, bevat de lijst heel wat woorden die ook in andere Kempense gemeenten ‘gebezigd’ worden. Wél al concreet zijn de drie thematische Powerpoint-presentaties die hij al over dit onderwerp gaf, telkens op vraag van plaatselijke verenigingen. In het verleden schreef hij tal van columns over Herenthoutse woorden en uitdrukkingen in het maandblad dat toen nog De Nieuwe Schakel – thans de Scháokel – heette. In dat blad, in de jaargang 2007-2008 aan zijn veertiende jaargang toe, duiken met de regelmaat van de klok dialectwoorden op, vooral in de blooperrubriek den Dagklapper. Onder de auspiciën van Heemkring Sandelyn werd een dialectwerkgroep opgestart. Mensen met belangstelling voor het Herenthouts dialect kwamen om de twee maanden samen om woorden uit te wisselen, telkens rond een vooraf afgesproken thema. Op dit eigenste ogenblik bevindt de werkgroep zich in ‘sluimerende’ toestand. Ze kan echter op gelijk welk moment nieuw leven worden ingeblazen. Naslagwerken CLAEYS, Herman J., Vlaams Dialectenwoordenboek, Artus, 2001, 623 pagina’s CALJON, Carine, Vlaams (Assimil taalpocket), ASSiMiL Benelux N.V., 2000, 186 p. CORNELISSEN, Jozef P. en VERVLIET, J.B. Idioticon van het Antwerpsch dialect (stad Antwerpen en Antwerpsche Kempen), 1899 LILLE - Kempens dialect - Tijdschrift HK Kasterlee, Lichtaart, Tielen NIJLEN - Kempens dialect -Onuitgegeven document van Jos Dillen over Kessels dialect. -Onuitgegeven document over Nijlens dialect (‘De Kleine Horemans’). OLEN Er zijn kleine verschillen in dialect tussen Olen-Centrum en Achter-Olen. In Sint-Jozef-Olen zouden er invloeden zijn van Geel. VORSELAAR Tekst “Het Vorselaarse dialect” (tijdschrift Heemkundige Kring Vorselaar)
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 137
** Volksliederen GROBBENDONK - Nieuwjaarszingen - Lied van Grobbendonk - Lied van Den Troon - Lied van Bouwel - Driekoningen zingen - Bouwel zingt - Muziek van Sus Cavo
HERENTALS Pol Heyns – de allereerste verzamelaar van volksliederen in de Lage Landen
HERENTHOUT -
Herenthoutsch – footbal Een slimmen boer Moord om twee glazen bier te Herenthout Groote moord Afschuwelijke sluipmoord Treurig lied (op de droeve geschiedenis te Herenthout) Nieuw kluchtlied Veekoopmlieden uit de Kempen Potver, potver, … Lena, mijn schone Medely jet Den hemel is den onzen Karel Verbist Daar hapert iets aan Jefke is getrouwd
LILLE - Nieuwjaarszingen - Goriazingen: Op 12 maart begonnen traditioneel de scholen. Kinderen gingen zingen om schoolgeld te vergaren. - Troepzingen: 16-jarigen werden ingeschreven op de militielijsten. Om dit te ‘vieren’ zongen zij Den troep is goed, hij kan niet beter wezen. Den troep is goed, hij kan niet beter zijn. Alle dagen rattensoep, zonder werken, zonder werken. Alle dagen rattensoep, zonder werken, bij den troep. Met het opgehaalde geld werd dan ’s avonds een eet- en drinkgelag gehouden. In Gierle is dit blijven bestaan tot de afschaffing van de legerdienst. - Volksliederen van Mandus en Lena Paepen (band ter beschikking)
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 138
NIJLEN - Nieuwjaarszingen - Liederen diamantwerkplaatsen
OLEN Een schat aan erfgoed informatie is allicht nog beschikbaar, informatie die we kunnen bundelen onder de noemer “immaterieel erfgoed”. Bedoeling van dit project moet zijn om deze informatie niet alleen te verzamelen maar beschikbaar te maken voor een ruimer publiek en te conserveren. Concreet denkt Olen aan volgende onderwerpen: • Volksliederen en volksverhalen omtrent de boeren van Olen en Keizer Karel • Sinte Mette vuren en nieuwejaarkezoete • ….. VORSELAAR - Nieuwjaarszingen - Muziek van Parel der Kempen, Sus Cavo en de Trillende Snaren - Zingwandeling VVV Vorselaar met volksliederen
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 139
** Volksspelen, ambachten en sporten GROBBENDONK ** Beroepen en ambachten - Molenaars - Klompen maken - Huifkartocht - Imkers ** Sporten - Ploegwedstrijd - Wielerwedstrijd - Liggende wip - Vogelpikken
HERENTALS ** Herentals ** Beroepen en ambachten - Ijzermijnen - Ijzergieterijen Kempische ijzergieterij en smederij A. Van Aerschot - Metaalconstructie - Smidsen, slotenmakers - Scheepsherstellingen - Lakennijverheid spinnen weven appret verven - Olieverwerking - Brouwerijen - Molens - Poederfabriek Poederkot (de Société Anonyme des Poudreries Belges) Is bedrijvig geweest tussen ca. 1890 en 1940 en was lange tijd o.m. de enige dynamietleverancier in België was. Herentals had er weinig voordeel van: er werd niet veel volk tewerkgesteld, en er gebeurden geregeld ongevallen (met in totaal een tiental dodelijke slachtoffers). - Luciferfabriek - Korsetfabriek Begon op te komen rond 1870 (vestigingen in de buurt van het station en de vaartkom: De Bièvre, Van Bens-Casteels en Dutoiet). Rond de volgende eeuwwisseling waren er 271 arbeidsters. Door het toenemen van het aantal bedrijven evolueerde de sector al na een jaar of dertig opnieuw naar de huisnijverheid, zoals ook de kantnijverheid begonnen was. - Schoonnijverheid Schoenfabrieken Van Hilst en J. Snoeys - Schrijnwerkerij Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 140
** Spelen Spel van de Roetaert In 1209 toen Herentals door hertog Hendrik I tot stad verheven werd was het de gewoonte dat eens per jaar het Kapittel van Mons (Bergen) een afvaardiging stuurde om de schepenen van het Kapittel te hernieuwen. Bij die gelegenheid werd een miniatuurjacht georganiseerd voor de schoolkinderen. De kinderen verzamelden zich op de Grote Markt en onverwachts liet de meier (de hoogste vertegenwoordiger van het Kapittel) een levend konijn los. Het kind dat er in slaagde het konijn te vangen mocht die avond samen met de herkozen schepenen en andere prominenten deelnemen aan een feestelijke maaltijd op het stadhuis. Deze maaltijd werd ‘Roetaert’ genaamd. In 1985 knoopte de VVV Herentals opnieuw aan met deze traditie, zij het in enigszins gewijzigde vorm. Boogschieten Kempische dansen Walsen, kadrils, … werden bij verhuizingen, bruiloften en festiviteiten uitgevoerd.
** Morkhoven
** Noorderwijk
HERENTHOUT ** Beroepen en ambachten – Heemkring Sandeleyn 1. bakker 2. barbier 3. beenhouwer 4. biersteker, brouwer 5. borstelmaker 6. buntverwerking (bierkorven – zaaikorven – kindskorf, …) 7. diamantklover 8. diamantzager 9. diamantsnijder 10. diamantversteller 11. diamantslijper 12. fotografie 13. gareelmaker, zadelmakerij 14. haarkapster 15. herbergier 16. hoedenmaakster 17. houthakker 18. houtzager 19. houtverwerking – timmerman – meubelmaker – schrijnwerker 20. hovenier 21. huishoudster (koken, poetsen, wassen, strijken, inmaken)
29. knopenmaakster 30. kruidenier 31. kuiper 32. landbouw 33. loodgieterij 34. luchtacrobatie (equilibrist) 35. mandenmaker 36. metser 37. mouleur 38. naaister 39. nettenbreier 40. onderwijs (schrijfgerei, handboeken, wandplaten, meubilair, …) 41. politiecommissaris 42. schoenmakerij Roothooft 43. sigarenmaker 44. slachter 45. smid 46. spinner 47. steenkapper 48. strodekker 49. suikerbakker
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 141
22. imkerij 23. juwelier 24. kaasmaker 25. kantklossen 26. kerkornamentenmakerij 27. kleermakerij 28. klompenmakerij
50. telex – ontvangen en verzenden 51. turven (heiturf, klotturf en moerturf) 52. veldwachter 53. vlasbewerking (repen, boten, breken en zwingelen, …) 54. wasvrouw (kantenkappen, boorden, hemden, enz, …) 55. zeeldraaier
** Volksspelen – Heemkring Sandeleyn - kegelbaan - struifvogel - boogschieten - vissen (ook stropen) - duivenmelken - tonspel - pitjesbak - kienspel - meetje-schiet - tafelkegelspel - topbiljart
- pierbollen - schuiftafel - pepke-schiet (paapschieten) - doptafel - vogelpik - sjoelbak - steentje-kap - bikkelen - ganzenbord - en nog andere (knikkeren, touwtje springen, Jojo, diabolo, pakkeballen, pindoppen, …
LILLE - Vlegeldorsen - Korenpikken en korendorsen - Zeeldraaien - Werken met een zeis - Staande en liggende wip (de Gilde) - Paapgooien - Voetbal met een varkensblaas - Veldrijden - Valkenjacht - “Buurten”: buren besteden samen hun vrije tijd ’s avonds buiten op straat - De gilden In Gierle: Sint Niklaasgilde (winkeliers), Sint Sebastiaansgilde (handboogschieters), Sint Ambrosiusgilde (biegilde) Beschrijving in HK Jaarboek 2006. NIJLEN ‘Teppeschieten’, kegelen, duivensport, enzovoort.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 142
OLEN - Staande en liggende wip - Schietboom - Buksschieten - Ringsteken per paard - Kegelen - Yepke schiet - Vogelclubs (Klokkende Waterslager) - Duivensport - Hondenclubs (bestaan al zeer lang) - ‘Arme mensen’-stielen zoals mandenvlechters, bieboeren…
VORSELAAR - Vlegeldorsen - Korenpikken - Zeeldraaien - Werken met een zeis - Staande en liggende wip (de Gilde) - Paapgooien - Voetbal met een varkensblaas - Veldrijden - Valkenjacht - Duivensport - “De beus”: buren besteden samen hun vrije tijd ’s avonds buiten op straat
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 143
** Streekproducten en culinair erfgoed GROBBENDONK - Grobbendonkse tripel - Grobbendonkse diamantjes - Brouwerij Neefs / melkerij
HERENTALS ** Herentals Herentalse boompjes (+ 1980) Stadsbrouwerij – Herentals bier Historisch Jaarboek XV van de Herentalse Geschiedkundige Kring Herbergen in Herentals tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw, waarin Jules Müller de herbergen en brouwers in Herentals in de periodes 1911-1920 en 1931-1947 behandelt. De illustraties bij dit artikel (meer dan 40 oude prentkaarten en foto's van Herentalse herbergen) zijn afkomstig van Alfons Dams. Voor de eerste periode vond Jules Müller 206 herbergen en 6 brouwers terug. Voor de periode 1931 - 1947, telde hij in totaal 230 cafés en hotels en 1 brouwer. Müller vermeldt ook verschillende pittige anekdotes die in de herbergen zijn voorgevallen. Het is een stukje oud - Herentals dat herleeft. Eind 2003 telde Herentals zonder de deelgemeenten Noorderwijk en Morkhoven - nog slechts een veertigtal cafés. Likeur en jenever Roetaert
** Morkhoven
** Noorderwijk
HERENTHOUT -
-
Pannenkoeken en wafels (op Verloren Maandag, Op O.L.VR. Lichtmis, bij het beëindigen van de aardappeloogst) Lijkbrood, lijkkoeken (= een soort zeer grote mastellea): na de begrafenis werden zulke koeken uitgedeeld. De Grootte van de koeken was nogal verschillend en hing af van het uur der lijkdienst ttz. de belangrijkheid van de persoon die begraven werd. Het bakken van “Biestkoeken, biestwafels en biestebrood” was in Herenthout zeer gebruikelijk. Biest is de eerste melk van de koe of geit na het kalven of lammeren. Het “haantje op’n stokje en het schippekevèren” kregen de kinderen van de Grèèf van Halfvasten. Nobbelewitjes, tabletten en affairekens waren typische kermissnoepjes samen met warme rek en smossers, al waren er winkeliers die de eerst ook verkochten. Peren in siroop gedompeld. Bij enkele winkeliers kon je een peer kopen die je dan liefst herhaaldelijk in een kom met siroop mocht dompelen.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 144
-
“De pol, de appelpol, de ovenpol, de kattekop”. In het deegoverschot werd bij het brood bakken een appel gewikkeld en ook in de oven gezet. Die “kattekop” was een heerlijk extraatje. Bij “Manskes” (bakker in de Molenstraat) kochten we heerlijke “eierkoeken” bestrooid met grove suiker. “Ezelsoren” een soort reuze-appelflappen waren een gegeerd gebak.
LILLE - Lils Koekske, Tipsy en Wechelse Tripel (mijn toevoegingen) - Smout van de Olierosmolen - Uit de regio: pompoen, knoesels/stekelbessen, fruit- en boomsoorten, frikandellen met krieken NIJLEN Nijlens Schijfke.
OLEN - Pralines in de vorm van een drie-oren potje (n.a.v. 1000 jaar Olen) - Straffe Charel (genever n.a.v. 1000 jaar Olen) - Olense Trippel - Kamille (bier) - Rijstpap
VORSELAAR - Vorselaarse V’kes (koekjes) - Uit de regio: boekweit, pompoen, knoesels/stekelbessen, fruit- en boomsoorten?
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 145
** Volksfeesten, tradities, stoeten en processies, jaarmarkten GROBBENDONK - Grobbendonk kermis, Lindekens kermis, Eisterlee kermis, Donatus kermis - Harmoniefeesten en fanfarefeesten - Jaarlijks vuurwerk op dorpsplein - Jaarmarkt
HERENTALS ** Herentals Begijnhofprocessie Kerstboomverbranding Kapelletjes - Meiversieringen
** Morkhoven Het volksleven In weerwil van intense kleinsteedse invloeden heeft Morkhoven een eigen dorps- en volksleven kunnen ontwikkelen. Het vertoonde naast een aantal kenmerken die algemeen zijn voor het Kempense volksleven ook enkele kenmerken die specifiek waren voor Morkhoven. Kermis en processie Om het feest van de kerkwijding (op de laatste zondag van augustus) te herdenken, werd er, met zekerheid vanaf de zeventiende eeuw, een processie en een kermis gehouden. Het beeld van Sint-Niklaas, de patroonheilige van de parochie, werd dan door enkele maagdekens processiegewijs door de voornaamste straten van het dorp gedragen. In de kerk wordt thans nog een processievaandel uit de negentiende eeuw met een geschilderde voorstelling van Sint-Nicolaas van Myra bewaard, en een schilderij dat de verschijning van Sint-Niklaas aan keizer Constantijn voorstelt (Vlaamse school, kopie naar Cornelis Schut). Daarbuiten zijn er geen andere elementen die erop wijzen dat er in het verleden voor Sint-Niklaas, die tussen de twee wereldoorlogen de grote kindervriend in onze gewesten is geworden, een speciale volksdevotie bestaan heeft. Het blijft overigens een open vraag in welke omstandigheden deze heilige tot patroon van de parochiekerk van Morkhoven gekozen werd. De devotie tot de heilige Hubertus Een groot succes daarentegen kende de volksdevotie tot de heilige Hubertus, die vooral vereerd werd als schutspatroon tegen de hondsdolheid, en in mindere mate ook tegen de hoofd- en kiespijn. De Hubertusviering te Morkhoven, die teruggaat tot 1730, was ongetwijfeld gunstig beïnvloed geworden door de houding van de kerkelijke overheid van het bisdom a. Op verzoek van de bisschop, diens kapittel en de Antwerpse gemeenschap had de Congregatio rituum op 28 januari 1713 aan stad en bisdom Antwerpen toegestaan het feest van de heilige Hubertus voortaan als duplex te vieren. Het bedevaartsoord van de heilige Hubertus te Morkhoven, dat tot 1914 heeft bestaan, richtte zich op de eerste plaats tot de inwoners van het dorp zelf en tot de mensen uit de omliggende buurtgemeenten, vooral uit Noorderwijk, Wiekevorst, Herenthout, Itegem, Olen, Oevel, Tongerlo en Herentals. Op de feestdag van de heilige Hubertus (3
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 146
november) togen de bedevaarders naar de parochiekerk van Morkhoven om de gunsten van hun beschermheilige af te smeken. De paters augustijnen en de minderbroeders (observanten) uit Herentals kwamen op die dag tijdens het ancien régime mislezen, biechthoren en prediken. In de negentiende eeuw namen de minderbroeders-kapucijnen deze taak over. De pastoor legde de relikwie van de heilige Hubertus op om de bedevaarders tegen de hondsdolheid te beschermen. Deze reliekoplegging verving in zekere zin de bedevaart naar Saint-Hubert. Tot ditzelfde doel aten de mensen het Sint-Hubertusbrood, dat door de priester tijdens de missen op 3 november werd gewijd. (Het Hubertusbrood moest nuchter gegeten worden, en ook de huisdieren kregen er hun deel van.) In Morkhoven offerden de gelovigen geld aan het beeld van de heilige Hubertus (uit de achttiende eeuw?); op het einde van de negentiende en bij het begin van de twintigste eeuw zelfs varkenskoppen, een wel niet erg gebruikelijke offergave voor deze volksheilige. In de achttiende eeuw offerden de molenaars zakken meel die St.-Huybrechtsbuilen genoemd werden. Tijdens het ancien régime werden in Morkhoven de dieren door de pastoor met een Hubertussleutel gebrand; de gezonde dieren werden gebrand op het voorhoofd en bij de dieren die door razende honden gebeten waren, werd de wonde uitgebrand. In Morkhoven werden behalve dieren ook mensen, zowel volwassenen als kinderen, met de Hubertussleutel uitgebrand. Op 30 oktober 1796 had in Morkhoven de laatste uitbranding van een kind plaats. Het betrof het kind van Johannes Meulenbergs, hetwelck gebeten was van eenen rasenden hond. De Huybrechtssleutel was hiertoe in 1730 gesmeed door Philip Verbuecken, smid te Herentals, in opdracht van de Morkhovense kerkmeesters. De verheffing van de relikwieën van de heilige Hubertus, samen met die van de heilige Barbara en van het Heilig Kruis, had ook in 1730 plaats en in 1731 verkreeg Morkhoven van de paus van Rome de Sint-Huybrechtsaflaat. In 1734 ging de E.H. Gaspar van Merstraeten over tot de oprichting van de broederschap van de heilige Hubertus, die spoedig een grote bloei kende. De gegadigden lieten zich in deze broederschap inschrijven om zich tegen de hondsdolheid te verzekeren. In de negentiende eeuw bleef de devotie tot de heilige Hubertus in Morkhoven in trek. Op de feestdag van de heilige Hubertus zakten de inwoners uit de omliggende dorpen heel vroeg in groten getale naar Morkhoven af. Reeds vanaf zes uur ’s morgens, een half uur voor de eerste mis begon, waren de vereerders van de heilige Hubertus al bezig met om de kerk heen te gaan. Op die dag trok er ook een kleine processie uit, die alleen om de kerk heen ging. Wegens de grote volkstoeloop op 3 november besliste de gemeenteraad op 2 januari 1852 een jaarmarkt te houden op de feestdag van de heilige Hubertus. Deze markt kende enkele decennia lang een bloeiend bestaan. Ook werd er door de familieleden van hen die naar Morkhoven op bedevaart kwamen, kermis gevierd. Deze kermis duurde slechts één dag. Omstreeks 1875 begon de Hubertusdevotie in Morkhoven geleidelijk in belang af te nemen. In 1877 werden de laatste leden van de broederschap ingeschreven en rond 1900 was ze zooveel als te niet. Ook de jaarmarkt boette meer en meer aan belang in en omstreeks 1900 kende ze nog maar een kwijnend bestaan. Toch kwam er tot 1914 op 3 november nog veel volk naar Morkhoven om de relikwie van de heilige Hubertus te vereren, maar na de Eerste Wereldoorlog stierf de bedevaart volledig uit. Na 1913 ging de processie niet meer uit. Ook de jaarmarkt en de kermis verdwenen na 1913 volledig. Van de eertijds zo bloeiende devotie tot de heilige Hubertus te Morkhoven is vandaag de dag niets meer overgebleven. De laatste wijding van het Hubertusbrood vond plaats in 1976. De devotie tot de heilige Gerlacus Een volksbedevaart te Morkhoven van veel jongere datum dan de Hubertusverering was de devotie tot de heilige Gerlacus. Deze heilige werd aangeroepen tegen de veeziekten. Hij kreeg zijn beeld in Morkhoven in 1892 en zijn feestdag werd er gevierd op 5 januari. Deze feestviering werd ingezet met een speciale mis te zijner ere. Vervolgens deden de bedevaarders een omgang rond het beeld, vereerden de relikwie en deden een offergave. Elke eerste dinsdag van de maand bestond voor de vereerders van de heilige Gerlacus de gelegenheid – maar zij maakten hier niet altijd van gebruik – om een mis ter ere van hun geliefde heilige te Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 147
laten opdragen. Telkens werd na een mis ter ere van de heilige Gerlacus water gewijd. De gelovigen namen dit water mee naar huis om er hun stal mee te besprenkelen; een weinig gewijd water deden zij ook in het voer van hun dieren. Voor het beeld van de heilige Gerlacus stond een kuip, waaruit de gelovigen het hele jaar door water konden scheppen. In Morkhoven konden de gegadigden zich in kerk ook een litanie ter ere van de heilige Gerlacus aanschaffen. Meer bijval onder de Gerlacusvereerders oogstte echter een speciaal schietgebed ter ere van de volksheilige. Dit kort gebed om af te keeren alle smettelijke ziekten der beesten begon als volgt: ‘Als gij de stem van den Heer uwen God zult hooren, en zijn gebeden onderhouden, zoo zal gezegend zijn de vrucht uwer beesten, de kudden uwer runderen en de stallen uwer schapen’. Omstreeks de Eerste Wereldoorlog begon deze volksbedevaart, die feitelijk nooit een grote omvang heeft aangenomen, reeds duidelijk tekenen van verval te vertonen. De inwoners uit de omliggende dorpen bleven het eerst weg uit de Gerlacusmis en rond 1935 bestond er niet al te veel vraag meer naar de litanie van de heilige Gerlacus. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog was deze bedevaart volledig uitgestorven. De Sint-Sebastiaansgilde De Sint-Sebastiaansgilde van Morkhoven (met de handboog als wapen) werd opgericht omstreeks het begin van de zestiende eeuw. Van de Sint-Sebastiaansgilde van Leuven, de hoofdgilde van Brabant, verkreeg ze tussen 1665 en 1712 twee caerten. Het primordiaal doel van een wapengilde was op het militaire vlak gelegen en tot aan het einde van het ancien régime hebben deze organismen deze functie bewaard: bij dreigende onlusten werd op de gilden een beroep gedaan om de openbare orde te handhaven. Naast hun militaire taak hebben de gilden een intens gemeenschapsleven ontwikkeld, zowel van godsdienstige als van ontspannende aard. Sedert de zeventiende eeuw gingen deze profane verenigingen van weerbare mannen behalve het demonstreren van hun behendigheid in schutterswedstrijden, in het gildeleven ook meer gezond vermaak en onderlinge ontspanning zoeken, en deze elementen van het gildeleven bleven bewaard na de officiële afschaffing van de gilden tijdens de Franse Revolutie. In Morkhoven werd in de regel om de twee jaar den voeghel geschoeten. De eerste drie schoten werden gelost door de pastoor. Wie de hoofdvogel afschoot, was twee jaar lang koning. Maar wie erin slaagde om op drie achtereenvolgende keren de papegay af te schieten, werdde keyser. In de zomer teerden de gildebroeders, met of zonder hun vrouw, twee dagen als men de voeghel schoet en het andere jaar één dag; in de winter drie dagen. Op de feestdagen van de gilde tijdens de winter werd elke teerdag telkens ingezet met een gezongen mis tot nagedachtenis van de overleden gildebroeders. Na een korte onderbreking (1797 - 1802), te wijten aan de houding die de Franse overheid aannam tegenover de gilden, hervatte de Morkhovense gilde opnieuw haar activiteiten in 1803 en kende nog meer dan een halve eeuw een relatieve bloei. Omstreeks 1870 begon echter het verval van de Sint-Sebastiaansgilde te Morkhoven zich te manifesteren. In 1878 werd voor de laatste maal den voeghel geschoeten en in 1880 werd de laatste gildebroeder aangenomen. pastoor C.J.T. Rigouts was de gilde niet genegen om de goede reden dat vader en moeder zeer laats, soms tot 12 uren en later des nachts uitbleven en de kinderen en knechten en meiden aan hun zelven overlieten. Op instigatie van de pastoor verlieten de vooraanstaande burgers van het dorp de gilde en deftige lieden sloten zich niet meer aan. Een tweede reden van de ondergang van de gilde waren de te hoge teerkosten. Op het ogenblik van de opheffing der gilde bedroegen deze drie frank per persoon en per dag. Ten slotte bleek de gilde niet te kunnen concurreren met de meer democratische vorm van volksontspanning en volksontwikkeling die de fanfare Zucht Naar Kunst (gesticht in 1875) bood. Inmiddels waren in de infrastructuur van het agrarische Morkhoven de eerste tekenen van de industrialisatie merkbaar geworden. De spoorlijn Herentals - Aarschot, die in 1862 werd aangelegd, doorsneed sedertdien het dorp. Sinds 1862 verbond een kasseiweg Morkhoven, via Noorderwijk en Olen, met Herentals.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 148
** Noorderwijk De devotie ter ere van St.-Bavo De devotie tot St.-Rochus. Is sedert het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog volledig uitgestorven. De devotie tot de H. Gerardus van Majella De devotie tot de H. Gerardus van Majella in Noorderwijk is geen lang leven beschoren geweest. Nauwelijks een kwarteeuw 1900 – 1925. Om de 25 jaar viering ter ere van Onze-Lieve-Vrouw op ‘t Zand
HERENTHOUT Carnavalstoet De carnavalstoet gaat jaarlijks uit op de zondag voor en na aswoensdag en gaat gepaard met een kermis op het dorpsplein. ’s Maandags is er ‘De nacht van Herenthout’ en vindt er een verkleed bal plaats. Op dinsdagnamiddag is het de beurt aan de kleintjes, die zich kunnen uitleven tijdens Kindercarnaval. Sinds 1893 wordt in Herenthout jaarlijks een carnavalstoet georganiseerd. Het archief bewijst dat de Herenthoutse stoet de oudste is van het land. De stoet is ontstaan met vastenavond 1882. Er werd toen toneel gespeeld en een van de toneelspelers, ‘den Bots’ trok de volgende morgen zijn toneelkostuum opnieuw aan, grimeerde zich, plakte een snor onder de neus en trok de straat op. Aanstonds had hij aanhang. De pleziermakers hadden een gezellige dag en bij het drinken van de nodige borrels werden de plannen gesmeed. De grappenmakerij van 1882 en de daarop volgende jaren kreeg zoveel aanhang dat de stoetmicrobe de hele gemeente in zijn greep kreeg. Op magere dinsdag, 14 februari 1893, trok een eerste georganiseerde stoet door de straten. De stoet bestond toen uit 19 groepen, vooraf gendarmen te paard en bazuinblazers. Dit schitterende begin vormde de basis van de Herenthoutse carnavalstoeten, die tot op heden veel succes kennen. Archief gilde ‘Peerstoet’ inventaris 2007 Het archief bestaat uit collages die samengesteld zijn met: affiches – programma’s – kasboeken – krantenartikels – verslagen van de gemeenteraad – erkenning oudste stoet van België – teksten van liederen – oorkondes ‘Peerstoet’ – tijdschrift ‘stoetmicroob’ – oude persplaten – verslagen bestuursvergaderingen – foto’s aanstellingen en viering van prinsen en keizers – verslagen van het afbranden stoet magazijn – inhuldiging pastoors – jubileumfeesten – tentoonstellingen, enz, …Peerstoet heeft ook een klerenmagazijn met een paar duizend kostuums en karnavalattributen. Collages geschreven carnavalslied: jaartal niet bekend – tussen 1882 en 1893 ? vanaf 1893 tot 1945: 44 collages – stoet vanaf 1949 tot 2007: 251 collages – stoet totaal collages: 295 (123 stuks in kaders – op karton geplastificeerd 172 stuks) totaal aantal foto’s: 3527 stuks totaal aantal affiches: 146 stuks er zijn vanaf 1950 al 58 prinsen geweest aantal keizers: 15 Andere festiviteiten georganiseerd door het feestcomité van karnaval gouden bruiloften tussen 1945 – 1955: 4 collages en 31 foto’s inhuldiging pastoors 1933 – 2005: 95 foto’s op 9 collages Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 149
viering Stan Reypens 1949: 1 collage met 18 foto’s Dit archief diende ook als bewijsmateriaal – in 1978 – om als oudste georganiseerde stoet van België erkend te worden. Dit onderzoek gebeurde door de minister van Nederlandse Cultuur onder leiding van minister Rika De Backer – Ocken. Met een schrijven van 15 maart 1978 hebben wij een bewijs gekregen tot het tegendeel zou worden bewezen. Het ontstaan van onze stoet ** Wist je dat: - Onze carnavalvereniging in 2007 al 115 jaar bestaat. - Bij ons in ’t dorp al in 1882 met vastenavond door ‘Den Bots’ en zijn vrienden werd rond getrokken, gezongen, gedanst en veel bier gedronken? Den Bots (Joannes Florentinus Hoegaerts) na het toneel, gezeten op een wit paard de zingende en dansende mensen vooraf reed. - Tussen 1820 en 1893 er reeds een Vastenavondlied was. Het refrein van dit lied riep de stoeters op om ook eens onder de vasten aan de arme mensen te denken die kou en honger hadden - Een feestcomité, samengesteld door de geestelijken, middenstanders en intellectuelen van ons dorp, op 9 januari 1893 aan het gemeentebestuur een aanvraag deed om een (georganiseerde) stoet in ’t dorp te laten rondtrekken met vastenavond. - Het gemeentebestuur toelating gaf onder ‘uitdrukkelijke voorwaarden’, en de stoet zeker moest ‘vanzelve zedig, deftig en treffelijk wezen.’ - De stoet een toelage van 50 fr. kreeg, maar dat die wel op de begroting van 1894 zou worden ingeschreven als buitengewone uitgaven. - Het burgemeester J.B. Verbist was die de toelating ondertekende. - De eerste (georganiseerde) vastenavondstoet in Herenthout plaatsvond op dinsdag 14 februari 1893. - De namen hieronder afgedrukt zij zijn die op de kleine (strooi?)briefjes van 14 februari 1893 tekende als verantwoordelijke voor onze eerste stoet. Burgemeester J.B. Verbist en de gemeentesecretaris M. Neekx. Het bestuur: voorzitter: J. Van Meerbeeck, secretarissen: H. Bossaerts en A. Dieltjens, schatbewaarder: Sim. Geps, ondervoorzitters: F. Neekx en F. Verhagen. - In de eerste stoet 16 groepen en 3 ‘Nar de zotten’ opstapte, en dat die stoet werd omschreven als: ‘Luisterrijke, Geschiedkundige en Vermakelijk.’ Karnaval in Herenthout: de praktijk In alle wetenschappelijke werken wordt carnaval op een bijna identieke wijze uitgediept. Nergens associeert men karnaval met volkstoneel. Nergens spreekt met van een spontaan ontstaan, veroorzaakt door een enkel volksindividu. Met enige trots durven wij hier dan ook stellen dat Herenthout een unieke plaats bekleed in het Carnavalsmidden. In verscheidene deskundige werken wordt dan ook aan Herenthout een speciale dimensie toegekend. In ‘Alaaf’ van Theo Fransen en Gerrit Gommans wordt Herenthout als volgt belicht: ‘Een plaats, die in het Kempische land een speciale vermelding verdient, is Herenthout met een in 1893 gestarte en – afgezien van de oorlogen – nooit onderbroken serie van optochten. De eerste stoet werd aangekondigd als een ‘Luisterrijke, geschiedkundige en vermakelijke vastenavondstoet’. Het is een optocht waar de deelnemers zeer actief zijn en de kijkers worden meegesleurd in het dolle gebeuren. Opmerkelijk en geen geringe verdienste is het dat de stoet geheel bestaat uit plaatselijke wagens en groepen: er wordt geen leentjebuur gespeeld, laat staan wagens gekocht. Hulde, elfmaal, Hulde! Veel jonger dan de optocht is het Prinsengebeuren. De eerste Prins binnen de orde van Peer Stoet dateert pas (!) van 1950. Voor België zeer, zeer vroeg.’ Moge deze wijze woorden van misschien de enige Europese Carnavaloog Theo Fransen een bewijs zijn dat wij Herenthoutenaren het Karnaval niet hebben uitgevonden. Die pretentie hoeven wij niet te hebben. Wel mogen wij pretenderen dat wij zowel qua viering als qua ouderdom uniek zijn in de Karnavalswereld.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 150
Peer stoet Peer Stoet is het zinnebeeld van het Herenthoutse karnaval: zijn stoet, zijn stoeters, zijn Prinsengilde. Zijn beeltenis verscheen voor het eerst op de stoetaffiche anno 1933, doch zijn ware herkomst of wie hem getekend heeft werd tot op heden nog niet achterhaald. Een bijna identieke afbeelding van Peer Stoet staat afgedrukt in “Studium Carnevale, negen lesbrieven over het carnaval” een Nederlandstalige uitgave van in de jaren ’80 van de hand van Mat van Keeken, naar het boek van Drs. Theo Fransen “Carnaval Ontmaskerd”. Maar hier gaat het over de tweelingbroer. De Nederlandse draagt een chapeau-buse terwijl de Herenthoutse Peer Stoet een bolhoed heeft. In vermelde uitgave is de beeltenis louter illustratief en wordt verder niet besproken. Herenthout heeft altijd veel fantasie ten toon gespreid in het geven van namen, bijnamen en toenamen. Ook Peer Stoet ontsnapte er niet aan. De naam “Peer Stoet” moet voor de oorlog reeds gemeen goed geweest zijn, want wanneer in de stoet van ’50 Peer Stoet in levende lijve mee optrok werd hij onmiddellijk en door iedereen als dusdanig geïdentificeerd en genoemd. Een ander beeld dat jaren lang op affiches en programmaboekjes voorkwam zijn de twee clowns op de achtercover van deze brochure. Maar blijkbaar heeft Peer Stoet het gehaald. Zou de melancholische, ietwat apatische blik van Peer Stoet de ware Herenthoutse carnavallading dekken, meer dan het goedlachse van de clowns …? Half de jaren ‘70 werd de beeltenis van Peer Stoet door de Herenthoutse cultuurraad erkend als symbool van de stoet. Sindsdien is hij de intellectuele eigendom en het logo van de vereniging.
LILLE - Kermissen Elk jaar in de vier deelgemeentes, ook traditie kermissen in gehuchten (Achterstenhoek, Beek, Rooien) - Jaarmarkten Sint Antonius in deelgemeente Lille Met varkenskoppenverkoop! - Optochten en processies Lille Kermis processie, Heggeprocessie (zie programmaboekje) en ommegang - Andere, vaak christelijk geïnspireerde tradities Kerstperiode: kerststallen, kerstspel, kerstboomverbanding, nieuwjaarszingen, driekoningenzingen Aswoensdag Kruisdagen-process: de straat Kruisweg is hiernaar vernoemd Vos roven rond Pasen - Volksdevotie 1679: Relikwie van het H Kruis meegebracht uit Rome (Gierle)
NIJLEN - Kermissen Nijlen-centrum: zondag na 2 mei en derde zondag van september. Kessel: eerste zondag na Pinksteren en eerste zondag na 21 september. Kessel-Station: zondag na Pasen. Bevel: Pinksterweekend. Bevel-Heikant: zondag vóór 15 augustus. - Jaarmarkten Jaarmarkt Nijlen: paasmaandag. Kruiskensmarkt: Goede Vrijdag (aan Kruiskensberg Bevel). - Optochten en processies Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 151
In Nijlen: Sacramentenprocessie (mei), kruisprocessies, vier dagen processies in mei, processie in augustus. - Andere, vaak christelijk geïnspireerde tradities Kerstperiode: kerststallen, kerstspel, kerstboomverbanding, nieuwjaarszingen, driekoningenzingen Lichtmis koopdag, openbare verkopen met kaarsverbranding ?? - Harmonies en cafés Zie bijdrage Hypolite Budts.
OLEN -
Pallieterfeesten te Sint Jozef Olen (september) Heemfeest Heemkring De Linde (1ste zondag van augustus) Jaarmarkt Olen-Centrum (1ste zondag na 11 november) Keizersmarkt O.L.Vr.-Olen (Sinksen) Kermis St-Jozef-Olen (in maart en in oktober) Kermis in Olen-Centrum (15 augustus) Avondmarkt in Olen Centrum (15 augustus) Het Keizerkarelcomité Olen on the Rocks aan de Buulmolen Salsa-festival Fiesta Latina Kinderanimatiefestival Keizer Kriek Kleinkunstfestival Filmavonden Gladiolen van de Keizer.
VORSELAAR - Kermissen Elk jaar in juni en september, ook traditie kermissen in gehuchten (Sassenhout kermis, Vispluk kermis, Heikant kermis en Moleneinde kermis) - Jaarmarkten Elk jaar medio juni samen met de kermis, in 2007 grote viering “150 jaar jaarmarkt”, 50 jaar voordien een groot Kempisch volksfeest (1957) en 100 jaar geleden een grote historischen stoet (1907) - Optochten en processies Traditie van tal van processies (Kardinaal Van Roey, zusters, parochie Sint-Pieter, …) - Andere, vaak christelijk geïnspireerde tradities Kerstperiode: kerststallen, kerstspel, kerstboomverbanding, nieuwjaarszingen, driekoningenzingen Lichtmis koopdag, openbare verkopen met kaarsverbranding
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 152
** Volksverhalen (narratologie), sagen en legendes GROBBENDONK - Grobbendonkse Annalen van Karel Van Uytven - ’t Beukenootje, ’t Grobberke, Milac, Awena Berichten - Oude volkskrant (archief GvA) - Jaarboek heemkundige kring Herentals - Overzicht sagen en legendes:
** Grobbendonk AMICH0040- 1.2 0040 Aardgeesten
Het kerkhof van de kaboutermannekens in Grobbendonk
Grobbendonk 1964
AMICH01232.1 Heksen 0123
Man volgt vrouw naar de wijnkelder van de koning, teruggestuurd op een plat kalf. Hoe de Vossenberg aan zijn naam kwam
Grobbendonk 1964
AMICH0114- 1.4 Spoken op de molen in Grobbendonk; gerammel en 0114 Luchtgeesten vliegende schimmen
Grobbendonk 1964
AMICH01272.1 Heksen 0127
Heksen kunnen niet buiten kerk: nagels van paaskaars Grobbendonk 1964 onder de deur
AMICH01292.1 Heksen 0129
De drie gezusters in Brasschaat dwalen 's nachts rond. Verdwijnen bij het bidden van een paternoster
Grobbendonk 1964
AMICH01322.1 Heksen 0133
Heks zit aan schoondochter, eigen man en kleinkinderen
Grobbendonk 1964
AMICH01402.1 Heksen 0141
Heks wil molenaar in huis
Grobbendonk 1964
AMICH01472.1 Heksen 0148
Pater van Herentals geneest behekst kind. Reeds 4 kinderen gestorven. Heks komt niet meer binnen dank Grobbendonk 1964 zij heiligdommeke
AMICH01482.1 Heksen 0149
Kwade hand aan kinderen. Paters van Dendermonde helpen. Kunnen eventueel de daders laten zien
Grobbendonk 1964
AMICH01552.1 Heksen 0155
Kwellingen van de oude man: kind geholpen in Strombeek. Met het kind in de kerk. Lelijke schreeuw gehoord
Grobbendonk 1964
AMICH01642.1 Heksen 0164
Kwade hand in stal - 8 jaar - Heiligdom van paters helpt
Grobbendonk 1964
AMICH01642.1 Heksen 0164
Spokerij in de Warm Hand: beesten sterven
Grobbendonk 1964
AMICH01722.1 Heksen 0172
Paters van Oostmalle helpen weer aan boter
Grobbendonk 1964
AMICH01762.1 Heksen 0176
Velo behekst
Grobbendonk 1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 153
AMICH01792.1 Heksen 0179
Hekserij doet mensen door water gaan dat er niet is
Grobbendonk 1964
AMICH01812.1 Heksen 0181
Mannen komen voorbij een heks en op de weg naar huis: Een groot licht en gefluit in een eiken kant
Grobbendonk 1964
AMICH01852.1 Heksen 0185
X een heks: als ze met zand gooit breken takken van de bomen
Grobbendonk 1964
AMICH02002.1 Heksen 0200
Katje spreekt haar vrijer aan
Grobbendonk 1964
AMICH02102.1 Heksen 0210
Hoe heksen buiten houden: heiligdommen, gebit, nagel van paaskaars
Grobbendonk 1964
AMICH02122.1 Heksen 0212
Variante: Wit kruis boven kelderdeur of heiligdom boven staldeur
Grobbendonk 1964
AMICH02162.1 Heksen 0216
Als men met een heksenmeester op wandel gaat: koeien herkennen de heksenmeester. Hij voorspelt dat Grobbendonk 1964 men iets eigenaardig zal tegenkomen op de weg naar huis
AMICH02292.1 Heksen 0229
Variante: Pastoors doen wind keren bij brand
Grobbendonk 1964
AMICH02342.1 Heksen 0234
Heks moet macht overgeven aan kat of aan een persoon om te kunnen sterven
Grobbendonk 1964
AMICH0242Tovenaar geneest die op afstand dank zij een boek 2.2 Tovenaars 0242 van de dubbele Ambrosius
Grobbendonk 1964
AMICH02452.2 Tovenaars Dubbele frank van tovenaar gekregen wordt sol 0245
Grobbendonk 1964
** Bouwel ADEHA00330033
2.1 Heksen
-
Bouwel 1943
ADEHA00840084
1.3 Vuurgeesten
-
Bouwel 1943
AMICH01060106
1.4 Luchtgeesten
Bespookt kasteel in Molenstede; processie 's nachts, hand die geld telt, gedonder
Bouwel 1964
AMICH01100110
1.4 Luchtgeesten
Zeis staat aan korenmijt op niet te verklaren wijze
Bouwel 1964
AMICH01100110
1.4 Luchtgeesten
Bij X spookte het: melkpotten dansen in huis
Bouwel 1964
AMICH01180118
2.1 Heksen
Variante: In Nijlen zijn er zeer veel heksen: dansen rond de kerk
Bouwel 1964
AMICH01190119
2.1 Heksen
Heksen dansen en zingen rond 't kapelleke in Kessel
Bouwel 1964
AMICH0119-
2.1 Heksen
Heksen dansen op de zolder in de Zandstraat in Bouwel
Bouwel 1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 154
0119 AMICH01280128
2.1 Heksen
X is waarschijnlijk wel een heks: foto's van haar met bezem voor de deur
Bouwel 1964
AMICH01280128
2.1 Heksen
X een heks: 15, 20 katten rond haar
Bouwel 1964
AMICH01420142
2.1 Heksen
Vrouw behekst, paters van Tongel helpen: noveen helpt
Bouwel 1964
AMICH01450145
2.1 Heksen
Heks doet kind sterven. Arme Klaren geven medalieke
Bouwel 1964
AMICH01590159
2.1 Heksen
Variante: X: beheksen van kinderen door spelden in hun hoofdkussen te steken
Bouwel 1964
AMICH01600160
2.1 Heksen
Beheksing door babbelaars verder te geven. Arme Klaren Bouwel 1964 geven medalieke
AMICH01600160
2.1 Heksen
Variante: Heks leurt met saai - Kinderen behekst door karamellen aan te nemen
Bouwel 1964
AMICH01630164
2.1 Heksen
Stal behekst op de Langen Heuvel: om 12u. brullen de dieren in de stallen
Bouwel 1964
AMICH01640164
2.1 Heksen
Behekste dieren sterven en staldeuren vliegen open
Bouwel 1964
AMICH01650165
2.1 Heksen
Variante: De kwade hand aan de koei: sterven
Bouwel 1964
AMICH01820182
2.1 Heksen
Meisje kan spelden maken
Bouwel 1964
AMICH01830184
2.1 Heksen
Oud Wijfke springt uit mutserd hout
Bouwel 1964
AMICH01870187
2.1 Heksen
Zwarte plekken door aanraken van een zeise. Paters helpen
Bouwel 1964
AMICH01870187
2.1 Heksen
Heks zet zeis in korenmijt: geeft schok als men eraan komt
Bouwel 1964
AMICH01960197
2.1 Heksen
Kat zet zich op gareel van paard. Wordt eraf geslagen. Vrouw in bed met gebroken arm
Bouwel 1964
AMICH01970197
2.1 Heksen
Heksenkat in poot gekapt: boerin met gebroken arm
Bouwel 1964
AMICH01970198
2.1 Heksen
Variante: Heksendier gewond op de Langen Heuvel. Vrouw met gebroken arm
Bouwel 1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 155
HERENTALS ** Herentals Nummer
Type
Omschrijving
Regio
Jaar
ADEHA00360036
2.1 Heksen
-
Herentals
1943
ADEHA00630063
2.1 Heksen
Onzichtbare spoken
Herentals
1943
AMICH02650265
3.1 Duivels
Het trekken van de zaag: een uitvinding van de duivel
Herentals
1964
AMICH02030203
1.4 Luchtgeesten Zwarte kat brengt erfeniskwestie aan het licht
Herentals
1964
AMICH00370037
1.1 Watergeesten Lange Wapper wast zijn voeten in de Neet te Herentals
Herentals
1964
AMICH00370037
1.1 Watergeesten Een zuiger
Herentals
1964
AMICH00380038
1.1 Watergeesten Blijf niet staan bij een gracht of ge krijgt Katrienewiel
Herentals
1964
AMICH00400041
1.2 Aardgeesten
Potten in Grobbendonk: overblijfselen van kabouters
Herentals
1964
AMICH00410042
1.2 Aardgeesten
Kabouters maken kostuum voor kleermaker
Herentals
1964
AMICH00430043
1.5 Plaaggeesten Variante: niet thuis geraken
Herentals
1964
AMICH00440044
1.5 Plaaggeesten Vrouw vindt de weg niet meer naar een plaats die ze heel goed kent
Herentals
1964
AMICH00440044
1.5 Plaaggeesten Man geraakt de hele nacht niet over sloot
Herentals
1964
AMICH00490049
1.3 Vuurgeesten
De Gloeiende Scheper loopt door de hei
Herentals
1964
AMICH00500050
1.3 Vuurgeesten
Brandende Scheper
Herentals
1964
AMICH00500050
1.3 Vuurgeesten
De brandende scheper een dwaallicht
Herentals
1964
AMICH00550055
1.3 Vuurgeesten
Variante: Zoeklicht slaat hand op deur in Poederlee
Herentals
1964
AMICH00550055
1.3 Vuurgeesten
Variante: Dwaallicht slaat gloeiende hand op deur
Herentals
1964
AMICH00630063
1.3 Vuurgeesten
Variante: Dwaaslichtjes zijn maaikes met fosfoor
Herentals
1964
AMICH00640064
1.3 Vuurgeesten
Variante
Herentals
1964
AMICH00650065
1.3 Vuurgeesten
Vuurbol verwekt soms brand
Herentals
1964
AMICH00660066
1.3 Vuurgeesten
Heks als vuurbol loopt over de vorst van een dak
Herentals
1964
AMICH00660066
1.3 Vuurgeesten
Licht gezien 's avonds in mastebossen van Herentals: klaar als bij dag
Herentals
1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 156
AMICH00680068
1.4 Luchtgeesten De Haa
Herentals
1964
AMICH00720072
1.5 Plaaggeesten Kleudde als hond die men moet dragen
Herentals
1964
AMICH00720072
1.5 Plaaggeesten
Variante: Kleurre als hond die men moet dragen: met zijn voorste poten op uw schouders, met zijn achterste gaat hij mee
Herentals
1964
AMICH00720072
1.5 Plaaggeesten
De Klodde met zijn hacht: als hij u aanraakt krijgt ge een ongeneeslijke plek
Herentals
1964
AMICH00730073
1.5 Plaaggeesten Kleudde verschijnt met zijn hacht niet ver van de B.
Herentals
1964
AMICH00730073
1.5 Plaaggeesten Pad waar Kleudde komt
Herentals
1964
AMICH00730073
1.5 Plaaggeesten Kleudde met zijn Hacht verschijnt 's nachts
Herentals
1964
AMICH00750075
1.4 Luchtgeesten Spookhond sleept vrouw bij haar haren van de trap
Herentals
1964
AMICH00750076
1.5 Plaaggeesten
Mare belet mensen 's avonds thuis te geraken. Door het bidden van een Herentals paternoster op de goede weg
1964
AMICH00760076
1.5 Plaaggeesten Van de maan bereden: kwade dromen, in de velden dwalen
AMICH00770077
1.5 Plaaggeesten
AMICH00780078
1.5 Plaaggeesten Van de mare bereden: wakker maar verschrikkelijk bang
AMICH00780078
1.5 Plaaggeesten
AMICH00780078
1.5 Plaaggeesten
AMICH00800080
Herentals
1964
Herentals
1964
Herentals
1964
Variante: Van de mare bereden: een stilstand in 't bloed. Als een beheksing
Herentals
1964
Variante: Van de mare bereden: wakker. Verschijnselen als in schrikwekkende dromen
Herentals
1964
1.5 Plaaggeesten Korenpaters zitten in 't koren
Herentals
1964
AMICH00800080
1.5 Plaaggeesten Variante
Herentals
1964
AMICH00810081
1.5 Plaaggeesten Variante
Herentals
1964
AMICH00820082
1.5 Plaaggeesten Tenensnijers in 't koren
Herentals
1964
AMICH00850085
1.5 Plaaggeesten Loekendoe
Herentals
1964
AMICH00850085
1.5 Plaaggeesten De Baroes
Herentals
1964
AMICH00850085
1.5 Plaaggeesten Variante
Herentals
1964
AMICH00870087
1.4 Luchtgeesten Variante: Kat met paraplu in boom
Herentals
1964
AMICH00890089
1.4 Luchtgeesten Kat wordt kop afgekapt: het wegrollende hoofd spreekt
Herentals
1964
AMICH00890089
1.4 Luchtgeesten Spookkat valt over de ijzeren zog: hevig lawaai
Herentals
1964
AMICH00940094
1.4 Luchtgeesten
Herentals
1964
Variante: van de mare bereden: als een vent die tijdens uw slaap op u hangt
Op weg naar huis: men hoort liedjes, ziet katten, dwaaslichten en schone beesten
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 157
0094
schone beesten
AMICH00960096
1.4 Luchtgeesten Geld in slijk veranderd
Herentals
1964
AMICH00990099
1.4 Luchtgeesten Variante
Herentals
1964
AMICH01050105
1.4 Luchtgeesten Stemmen van doden in Charleroi
Herentals
1964
AMICH01090109
1.4 Luchtgeesten
Herentals
1964
AMICH01090109
1.4 Luchtgeesten Gebonk op zolder. Man kan niet los van zolderdeur
Herentals
1964
AMICH01180118
2.1 Heksen
Variante: In Zoerle dansen de heksen rond de kerk
Herentals
1964
AMICH01190119
2.1 Heksen
Variante: Diepdal: heksendans
Herentals
1964
AMICH01190120
2.1 Heksen
Kattendans in de maneschijn: die met groene ogen zijn heksen
Herentals
1964
AMICH01210121
2.1 Heksen
Heksenbijeenkomst aan de molenaar
Herentals
1964
AMICH01240124
2.1 Heksen
Heks ziet om als men in haar voetstappen gaat
Herentals
1964
AMICH01240125
2.1 Heksen
Heks kan niet voorbij als men voet kruislings zet
Herentals
1964
AMICH01290130
2.1 Heksen
X is een heks: nooit thuis 's nachts
Herentals
1964
AMICH01360137
2.1 Heksen
Eenzelfde familie 8 jaar gekweld: last in de stallen en met de kinderen. Arme Klaren helpen
Herentals
1964
AMICH01380138
2.1 Heksen
Heksen in de Wuitsbergen: het bonkt in huis. Paters geven Heiligdommeke
Herentals
1964
AMICH01390140
2.1 Heksen
Heksen behekst man: een negenoger
Herentals
1964
AMICH01400140
2.1 Heksen
Heks brengt tegenslag
Herentals
1964
AMICH01400140
2.1 Heksen
Heks met geit jaagt jong meisje schrik aan
Herentals
1964
AMICH01410141
2.1 Heksen
Heks kan een bepaald persoon niet beheksen
Herentals
1964
AMICH01410141
2.1 Heksen
Heks bezorgt maagpijn door in naaldekussen te steken
Herentals
1964
AMICH01410141
2.1 Heksen
Heksen kwellen mensen met poppen
Herentals
1964
AMICH01430143
2.1 Heksen
Heks in karamellenwinkel
Herentals
1964
AMICH01460147
2.1 Heksen
Heks zit aan kind. Paters helpen. Terugbehekst door heks in huis te halen. Eigen kind en kleinkind sterven
Herentals
1964
AMICH01480148
2.1 Heksen
Kwade hand aan kind elke dag om 12 uur door Hollandse zottin (vr. Klein Brustem). Paters van Tongel helpen
Herentals
1964
AMICH01530153
2.1 Heksen
Paters van Borm helpen behekst kind
Herentals
1964
Het spookt op een boerderij in Neer-Buul: os schrijlings op de hennepaalder en rotte patatten over het dak
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 158
AMICH01550155
2.1 Heksen
Kind behekst, de oude man. Huis belezen en heiligdom verhindert heks nog binnen te komen
Herentals
1964
AMICH01570158
2.1 Heksen
Kind behekst door nabijheid van heks. Geholpen door pater van Tongel - boete onderhouden
Herentals
1964
AMICH01580158
2.1 Heksen
X behekst kinderen door brood te ruilen en spelden in een kussen te steken
Herentals
1964
AMICH01590159
2.1 Heksen
Variante: Heks kwelt kind door middel van pop. Is de spinnekop een heks?
Herentals
1964
AMICH01600160
2.1 Heksen
Variante: Heks zit aan kinderen door ze iets te geven
Herentals
1964
AMICH01610161
2.1 Heksen
Beheksen van kinderen door perziken te geven
Herentals
1964
AMICH01610161
2.1 Heksen
Meisje behekst kind door handje te geven
Herentals
1964
AMICH01260126
2.1 Heksen
Vrouw behekst stallen: beesten sterven. Men mag de heks niet antwoorden als men terugkomt van Tongel
Herentals
1964
AMICH01630163
2.1 Heksen
De meid van de boer blijkt een heks te zijn. Beheksing van de stal
Herentals
1964
AMICH01650165
2.1 Heksen
Beheksing van de stal door lenen van schup meel: men moet koeien uitsleuren
Herentals
1964
AMICH01650165
2.1 Heksen
Vrouw behekst koeien: sterven
Herentals
1964
AMICH01670167
2.1 Heksen
Koe kan niet kalven omdat een heks staat te zien
Herentals
1964
AMICH01680168
2.1 Heksen
Stal behekst op de Meirhoeve, koeien hebben geen rust. Paters helpen
Herentals
1964
AMICH01690170
2.1 Heksen
Koe geeft geen melk en paard kan niet meer recht: een heks brengt schellen
Herentals
1964
AMICH01700170
2.1 Heksen
Behekst paard door paters geholpen. Springt op terwijl de boer naar Tongel is
Herentals
1964
AMICH01730173
2.1 Heksen
Variante: geen boter - naar Tongels klooster
Herentals
1964
AMICH01760176
2.1 Heksen
Variante: Heks speelt met poppetjes
Herentals
1964
AMICH01780178
2.1 Heksen
Heks speelt met poppetjes
Herentals
1964
AMICH01780178
2.1 Heksen
Heks doet mannen door de groenkuil gaan
Herentals
1964
AMICH01790180
2.1 Heksen
Kwade geest belet mensen in Charleroi te komen
Herentals
1964
AMICH01800180
2.1 Heksen
Behekst man geraakt niet thuis
Herentals
1964
AMICH01800180
2.1 Heksen
Kom X tegen en ge kunt uw kruiwagen laten vallen
Herentals
1964
AMICH01870188
2.1 Heksen
Heks moet kwaad doen
Herentals
1964
AMICH01900191
2.1 Heksen
Goede heksen van Charleroi doen geesten van kwellers in Charleroi aankomen
Herentals
1964
AMICH01950196
2.1 Heksen
Variante: Boer kapt kat poot af: moeder in bed met hand af
Herentals
1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 159
0196 AMICH01970197
2.1 Heksen
Variante: Heksekat wordt de poot over gekapt: heks met arm over
Herentals
1964
AMICH02010201
2.1 Heksen
Heksekat kruipt door 't mozegat
Herentals
1964
AMICH02040204
2.1 Heksen
Heksen kunnen zich in katten veranderen
Herentals
1964
AMICH02040204
2.1 Heksen
Variante: Katten kunnen wel eens heksen zijn
Herentals
1964
AMICH0204b0204b AMICH0233AMICH02050233 0205 AMICH0236AMICH02070237 0207 AMICH0237AMICH02070237 0207 AMICH0239AMICH02080239 0208 AMICH0245AMICH02080245 0208 AMICH0248AMICH02110248 0211 AMICH0255AMICH02120255 0212 AMICH0263AMICH02120263 0212 AMICH0264AMICH02130264 0213 AMICH0266AMICH02140266 0214 AMICH0267AMICH02150267 0215 AMICH0268AMICH02150268 0216 AMICH0270AMICH02160270 0216 AMICH0272AMICH02190273 0219 AMICH0273AMICH02190273 0220 AMICH0273AMICH02290273 0229 AMICH0277AMICH02300277 0230 AMICH0277AMICH02300277 0230 AMICH0278AMICH02310278 0231
2.1 Heksen
's Nachts spookt het in een huis. Heks als zwarte rat
Herentals 1964
2.1 Heksen
Variante: Heks moet macht overgeven aan kat vooraleer te Spinnekop wordt poot afgekapt en vrouw is verminkt sterven
Herentals 1964
2.1 Tovenaars 2.2 Heksen
S. kan een kar met een hand uit het slijk trekken. Pastoor neemt Heiligdom houdt heks buiten hem de macht af
Herentals 1964
2.1 Tovenaars 2.2 Heksen
Jongen zet paard mank dank zij lectuur in toverboek. Moet Variante: Heksen verjagen door heiligdom onder de deur achteruit lezen om macht kwijt te raken
Herentals 1964
2.1 Tovenaars 2.2 Heksen
Variante: Heiligdom Korporaal kan met zijn houdt muts heks deurbuiten open en dicht doen
Herentals 1964
2.1 Tovenaars 2.2 Heksen
Variante: Man zit aan Heiligdom vrouw bijonder middel devan deurkatbelet die heks niet kan binnen geraakt te komen worden Herentals 1964
2.1 Tovenaars 2.2 Heksen
Hekskan Man ontwapend ratten verjagen door driemaal hoger te slaan
Herentals 1964
2.3 2.1 Heksen Toverboeken
Wit kruis boven Tovenaars werken keldergat met slechte belet boeken heks binnen te komen
Herentals 1964
2.1 Duivels 3.1 Heksen
Variante: Meisje danst Kruis met boven de duivel keldervenster op Kerstnacht belet heks binnen te komen
Herentals 1964
2.1 Duivels 3.1 Heksen
Kaarten Hoe kan met mende heksen duivel:beletten herkendvoorbij aan zijn te gaan: bokkepoten met de benen gekruist staan
Herentals 1964
2.1 Duivels 3.1 Heksen
Heks kan Duivel komt nietbijheksen jonge man
Herentals 1964
2.1 Heksen 3.1 Duivels
Heksen Man wordt hebben nog op desterfbed meeste gekweld macht over door slappe de duivel mensen
Herentals 1964
2.1 Duivels 3.1 Heksen
X kanhen Een hekserij als duivel aflezen. 's nachts Ziet zelf metveel Pasen vanop de'theksen kerkhofaf
Herentals 1964
3.2 2.2 Tovenaars Vrijmetselaars
De arm van een heiligschender-vrijmetselaar blijft stijf staan na X verjaagt heksen uit de stallen het onteren van gewijde voorwerpen
Herentals 1964
4. Historische 2.1 Heksen sagen
Vrouw vanDeCharleroi Variante: pot met komt de drie naar oren F. en zegent stallen
Herentals 1964
4. Historische 2.1 Heksen sagen
Overlezen V.G. ontneemt tegen dede Sanskulotten kwade handgestolen door de remonstranzen paters
Herentals 1964
De kleine Paters Variante: J. uit deintijd Klein vanBrisdom de boerenkrijg laten de heksen zien in een spiegel
Herentals 1964
4. Historische 2.2 Tovenaars sagen
Pastoors kunnen Bakeland en Jan de brand Lichte doen hebben ophouden hierachter geweest
Herentals 1964
4. Historische 2.1 Heksen sagen
Heks kan niet Bakeland in Hulshoutse sterven bossen
Herentals 1964
Jan de Lichte Variante: Heksen huistkunnen in de Peipelhei niet sterven. Alleen pastoors kunnen hun macht afnemen
Herentals 1964
4. Historische 2.1 Heksen sagen
4. Historische 2.1 Heksen sagen
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 160
AMICH02320232
2.1 Heksen
Heks van Bouwel geeft macht aan kat vooraleer te sterven
Herentals 1964
AMICH02330233
2.1 Heksen
Variante: Heks moet macht overgeven aan kat vooraleer te sterven
Herentals 1964
AMICH02360237
2.2 Tovenaars
S. kan een kar met een hand uit het slijk trekken. Pastoor neemt hem de macht af
Herentals 1964
AMICH02370237
2.2 Tovenaars
Jongen zet paard mank dank zij lectuur in toverboek. Moet achteruit lezen om macht kwijt te raken
Herentals 1964
AMICH02390239
2.2 Tovenaars
Korporaal kan met zijn muts deur open en dicht doen
Herentals 1964
AMICH02450245
2.2 Tovenaars
Man zit aan vrouw bij middel van kat die niet kan geraakt worden Herentals 1964
AMICH02480248
2.2 Tovenaars
Man kan ratten verjagen
Herentals 1964
AMICH02550255
2.3 Toverboeken
Tovenaars werken met slechte boeken
Herentals 1964
AMICH02630263
3.1 Duivels
Meisje danst met de duivel op Kerstnacht
Herentals 1964
AMICH02640264
3.1 Duivels
Kaarten met de duivel: herkend aan zijn bokkepoten
Herentals 1964
AMICH02660266
3.1 Duivels
Duivel komt bij jonge man
Herentals 1964
AMICH02670267
3.1 Duivels
Man wordt nog op sterfbed gekweld door de duivel
Herentals 1964
AMICH02680268
3.1 Duivels
Een hen als duivel 's nachts met Pasen op 't kerkhof
Herentals 1964
AMICH02700270
3.2 Vrijmetselaars
De arm van een heiligschender-vrijmetselaar blijft stijf staan na het onteren van gewijde voorwerpen
Herentals 1964
AMICH02720273
4. Historische sagen
Variante: De pot met de drie oren
Herentals 1964
AMICH02730273
4. Historische sagen
V.G. ontneemt de Sanskulotten gestolen remonstranzen
Herentals 1964
AMICH02730273
4. Historische sagen
De kleine J. uit de tijd van de boerenkrijg
Herentals 1964
AMICH02770277
4. Historische sagen
Bakeland en Jan de Lichte hebben hierachter geweest
Herentals 1964
AMICH02770277
4. Historische sagen
Bakeland in Hulshoutse bossen
Herentals 1964
AMICH02780278
4. Historische sagen
Jan de Lichte huist in de Peipelhei
Herentals 1964
AMICH02790279
4. Historische sagen
Variante: De bende Bens van Larm: Diefstallen
Herentals 1964
AMICH02800281
4. Historische sagen
Variante: De bende van schele Sus steelt
Herentals 1964
AMICH02820282
4. Historische sagen
Bokkerijders: slagen mes in de tafel en vliegen door de lucht
Herentals 1964
AMICH02820282
4. Historische sagen
De Bokkenrijders vlogen op hun bokken door de lucht
Herentals 1964
AMICH02870287
1.4 Luchtgeesten
Variante: De schoven van de muur op de Troon als 't retraite is
Herentals 1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 161
0287
Luchtgeesten
AMICH02880288
1.4 Luchtgeesten
De Troon in Grobbendonk is bespookt. Nog paters uitgegraven
Herentals 1964
AMICH02880288
1.4 Luchtgeesten
Op de Troon in Grobbendonk spookt het. In de kelder zijn paters gegeseld. Nu nog hoort men soms lawaai
Herentals 1964
AMICH292-0292
4. Historische sagen
Variante: Op de Troon spookt het in de onderaardse gangen
Herentals 1964
AMICH02920292
4. Historische sagen
Onderaardse gangen in Herentals van 't stadhuis naar 't Nonnenklooster
Herentals 1964
AMICH02930293
4. Historische sagen
Variante: Onderaardse gangen in Herentals: 't stadhuis Nonnenklooster
Herentals 1964
AMICH02970297
4. Historische sagen
Klokken luiden op Kerstnacht in Pulderbos
Herentals 1964
AMICH02970297
4. Historische sagen
Onder de oude Hofberg onderaardse gangen. Met Kerstmis: klokkengelui en processie rond de berg
Herentals 1964
AMICH02970297
4. Historische sagen
De papekelders: verzonken kapel met klokken
Herentals 1964
AMICH02980298
4. Historische sagen
Spaanse Kazerne in Herentals
Herentals 1964
AMICH02990299
4. Historische sagen
Gouden schaap en gouden wieg
Herentals 1964
AMICH03000300
6. Sagen Sprookjes
Herentals: plaats waar de heren gehalsrecht werden
Herentals 1964
AMICH03000300
6. Sagen Sprookjes
Herentals: dal der heren
Herentals 1964
AMICH03000300
6. Sagen Sprookjes
Variante: Herentals
Herentals 1964
AMICH03010301
6. Sagen Sprookjes
Grobbendonk: overschot van de stad Ouden
Herentals 1964
AMICH03020302
6. Sagen Sprookjes
Hoboken
Herentals 1964
ADEHA00750075
1.4 Luchtgeesten
-
Herentals 1943
ADEHA00750075
1.4 Luchtgeesten
-
Herentals 1943
ADEHA00760077
1.4 Luchtgeesten
-
Herentals 1943
ADEHA00930093
1.3 Vuurgeesten Stallichten laten een brandende hand achter
Herentals 1943
ADEHA00940094
1.3 Vuurgeesten Stallichten komen 's nachts op kar of paard zitten
Herentals 1943
ADEHA01010102
1.4 Luchtgeesten
-
Herentals 1943
ADEHA01020102
1.4 Luchtgeesten
-
Herentals 1943
ADEHA01060106
1.2 Aardgeesten -
Herentals 1943
ADEHA01340134
1.4 Luchtgeesten
Herentals 1943
-
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 162
AMICH00480048
1.3 Vuurgeesten
Brandende Scheper aan de Halebeekbrug - lichtende vlam vastgezeten 99 jaar aan de oever van de zee
AMICH00530053
1.3 Vuurgeesten Dwaaslicht gedoopt. Donderslag. Slaat blauwe hand op de deur
Herentals 1964
AMICH00770077
1.5 Plaaggeesten
Variante: Van de mare gereden; man tijdens slaap bijna verpletterd door enorme vent
Herentals 1964
AMICH00860086
1.4 Luchtgeesten
Koorts afbinden door kousenband te binden aan hekken
Herentals 1964
AMICH01020103
1.4 Luchtgeesten
Dode moeder komt terug in de nabijheid van een roethuisje: loopt Herentals 1964 op handen en voeten
AMICH01210121
2.1 Heksen
Tent waar heksen dansen plots verdwenen bij uitspreken van Gods naam
Herentals 1964
AMICH01220122
2.1 Heksen
Variante: Te Keulen in de wijnkelder: hoe de vrijer terug thuis geraakte
Herentals 1964
AMICH01510152
2.1 Heksen
Kind behekst, Genezen dank zij de vier maagden van Scherpenheuvel. Glazen kroontje op graf van de broer van de heks op geheimzinnige wijze kapot.
Herentals 1964
AMICH01620163
2.1 Heksen
Koeien en kind behekst. Paters en pastoors moeten uitkomst brengen. Man geraakt niet in Borm maar valt dood.
Herentals 1964
AMICH01860186
2.1 Heksen
Heks weet dingen die andere mensen niet weten: leent kandelaars van vrouw als ze op sterven ligt. Kan niet sterven.
Herentals 1964
AMICH0211B0211B
2.1 Heksen
St.-Janskruis beveiligt tegen hekserij
Herentals 1964
AMICH02130213
2.1 Heksen
Variante: Gekalkt kruis verhindert heks binnen te komen in de kelder
Herentals 1964
AMICH02370238
2.2 Tovenaars
De studenten van Herentals kunnen ook iets: mannen die boekweit dorsen krijgen alleen nog kaf
Herentals 1964
AMICH02440244
2.2 Tovenaars
Hollander tovert wrat weg: afgekocht van een man voor een frank Herentals 1964
AMICH02530253
2.3 Toverboeken
Man leest te ver in slecht boek en zich plots boven op de schelf
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
Herentals 1964
Herentals 1964
p. 163
** Morkhoven Nummer
Type
Omschrijving
Regio
BVANG00580058
1.2 Aardgeesten
Memoraat
Morkhoven 1965
BVANG00670067
1.3 Vuurgeesten
Variante: Boven moerassen
Morkhoven 1965
BVANG01080108
1.4 Luchtgeesten
Boer is aan 't melken. Katten komen erbij zitten
Morkhoven 1965
BVANG01250125
1.4 Luchtgeesten
Iets wit, een varken of kat, komt terug
Morkhoven 1965
BVANG01270127
1.4 Luchtgeesten
"Iets" kruipt over de steenweg. Verklaring: allemaal gedachten
Morkhoven 1965
BVANG01290129
1.4 Luchtgeesten
Os zit op huis. Petatten en eieren worden over huis gesmeten
Morkhoven 1965
BVANG01380138
1.4 Luchtgeesten
Vrouw komt terug. Zit te wassen aan de Wimp
Morkhoven 1965
BVANG01450145
1.4 Luchtgeesten
Aan de Kruisstraat in Noorderwijk spookt het
Morkhoven 1965
BVANG01500150
2.1 Heksen
Variante: Heksen dansen rond kerk in Zoerle
Morkhoven 1965
BVANG01550155
2.1 Heksen
Jonge heks zegt "door heg en door haag". Vliegt overal door
Morkhoven 1965
BVANG01670167
2.1 Heksen
Kinderen worden ziek nadat heks kwam zien
Morkhoven 1965
BVANG01870187
2.1 Heksen
Lucifers worden gloeiende nagels
Morkhoven 1965
BVANG01910191
2.1 Heksen
Heksen staan op huis in Buul
Morkhoven 1965
BVANG02030203
2.1 Heksen
Man kapt kat poot af. Eigen vrouw heeft hand af
Morkhoven 1965
BVANG02100210
2.1 Heksen
Heksen hebben biekorf op kop
Morkhoven 1965
BVANG02110212
2.1 Heksen
In spoor van heks gaan. Ze kijkt om
Morkhoven 1965
BVANG02120212
2.1 Heksen
Variante
Morkhoven 1965
BVANG02340234
2.1 Heksen
Noveen doen
Morkhoven 1965
BVANG02390239
2.1 Heksen
Vergiffenis vragen. Macht voortgeven
Morkhoven 1965
BVANG02420242
2.1 Heksen
Variante: Heks kan slecht sterven. Ziet veel af
Morkhoven 1965
BVANG02620262
2.3 Toverboeken
In slechte boeken leerde men kwaad doen. Ook kinderen konden allerlei dingen
Morkhoven 1965
BVANG02640264
2.3 Toverboeken
Man doet schoven dansen. Geleerd door te ver te lezen
Morkhoven 1965
BVANG03270327
6. Sagen Sprookjes
Morkhoven
Morkhoven 1965
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
Jaar
p. 164
** Noorderwijk Nummer
Type
Omschrijving
Regio
AMICH01910192
2.1 Heksen
Wonderdoenster in Aarschot: geneest kinderen die besmet zijn van bepaalde heiligen
Noorderwijk 1964
AMICH02030203
2.1 Heksen
Variant: heks volgt vrouw als kat
Noorderwijk 1964
AMICH01120112
1.4 Luchtgeesten
Spookbrand op een boerderij in Herenthout. Eerst rozenkrans bidden eer men kan helpen
Noorderwijk 1964
AMICH01120113
1.4 Luchtgeesten Het spookt bij D.S.: de elektriek
Noorderwijk 1964
AMICH01150115
1.4 Luchtgeesten In Wiekevorst spookt het in een café
Noorderwijk 1964
AMICH01180118
2.1 Heksen
Variante: In Zoerle dansen de katten rond de kerk
Noorderwijk 1964
AMICH01250125
2.1 Heksen
Variante
Noorderwijk 1964
AMICH01260126
2.1 Heksen
Heks kan niet weg als men kruis maakt met de voet
Noorderwijk 1964
AMICH01260126
2.1 Heksen
Verander van plaats als ge achter een heks gaat: zij verandert ook
Noorderwijk 1964
AMICH01260126
2.1 Heksen
Heks kan in de kerk neit van stoel omdat een medaille onder haar stoel ligt
Noorderwijk 1964
AMICH01390139
2.1 Heksen
Man vlucht voor heksen uit de Walenstreken; strot van een man toegenepen
Noorderwijk 1964
AMICH01400140
2.1 Heksen
Was L. behekst? Drie maanden ziek
Noorderwijk 1964
AMICH01420143
2.1 Heksen
Heks slaat met ziekte: meisje behekst door aanraking
Noorderwijk 1964
AMICH01450145
2.1 Heksen
Variante: Drie kinderen behekst en gestorven door heksen in Charleroi
Noorderwijk 1964
AMICH01540154
2.1 Heksen
Varkens, geiten en kind behekst: schreeuwen en kressen
Noorderwijk 1964
AMICH01670168
2.1 Heksen
Koe behekst en verwerpt kalveren. Paters van Lier geven relikwie
Noorderwijk 1964
AMICH01680169
2.1 Heksen
Koeien staan los in stal
Noorderwijk 1964
AMICH01740174
2.1 Heksen
ALs een heks lepels versteekt heeft ze de boter van andere mensen Noorderwijk 1964
AMICH01750175
2.1 Heksen
Heks bederft aardappelen. Na 14 dagen niets dan spijs
Noorderwijk 1964
AMICH01760176
2.1 Heksen
Putje met eirebollen behekst
Noorderwijk 1964
AMICH01810181
2.1 Heksen
Huis brandt af door beheksing
Noorderwijk 1964
AMICH01840184
2.1 Heksen
De gedeserteerde Duitsers zoeken hun toevlucht bij een heks
Noorderwijk 1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
Jaar
p. 165
AMICH01870187
2.1 Heksen
Heks vervolgt andere vrouw
Noorderwijk 1964
AMICH01880188
2.1 Heksen
Heksen moeten kwaad doen, en geven macht over
Noorderwijk 1964
AMICH02030203
2.1 Heksen
Katten wenen bij de dood van een heks
Noorderwijk 1964
AMICH02070207
2.1 Heksen
Variante: Heksen verdrijven door middel van gewijde dingen onder de deur
Noorderwijk 1964
AMICH02070207
2.1 Heksen
Variante: Heiligdom dragen of onder de dorpel steken
Noorderwijk 1964
AMICH02080208
2.1 Heksen
Heiligdommekens worden gegeven in Tongels klooster
Noorderwijk 1964
AMICH02090209
2.1 Heksen
Heks onschadelijk maken: papieren kruis onder de deur of voeten kruiselings zetten
Noorderwijk 1964
AMICH02090209
2.1 Heksen
Heks kan niet binnen komen in een huis met een kruis van papier onder de deur
Noorderwijk 1964
AMICH02100210
2.1 Heksen
Als een heks slaagt moet ge hoger slagen: op de kop bv.
Noorderwijk 1964
AMICH02110211
2.1 Heksen
Variante: Niets aanpakken van de heks en hoger slaan
Noorderwijk 1964
AMICH02110211
2.1 Heksen
Variante: Heks slaat - hoger slagen, kop bv.
Noorderwijk 1964
AMICH02120212
1.4 Luchtgeesten Variante: Wit kruis op keldergat verhindert heks binnen te komen
Noorderwijk 1964
AMICH02130213
2.1 Heksen
Variante: Voeten kruiselings zetten belet een heks verder te gaan
Noorderwijk 1964
AMICH02150215
2.1 Heksen
Heiligdom onder stoel: heks kan niet weg. Geen "ja" denken want dan kan de heks haar plan uitvoeren
Noorderwijk 1964
AMICH02200220
2.1 Heksen
Remedie tegen heksen: het Tongels klooster: offeren en missen laten doen
Noorderwijk 1964
AMICH02310231
2.1 Heksen
Variante: Heks kan niet sterven vooraleer alles overlezen was
Noorderwijk 1964
AMICH02320232
2.1 Heksen
Variante: Heksen geven macht over
Noorderwijk 1964
AMICH02460247
2.2 Tovenaars
Man ontmoet tovenaar: kan daarna geen dier meer schieten en maakt allerlei eigenaardige dingen mee
Noorderwijk 1964
AMICH02470247
2.2 Tovenaars
Tovenaar doet man 's nachts driemaal rond het kerkhof lopen
Noorderwijk 1964
AMICH02500250
2.2 Tovenaars
Man [kan] allerlei kwalen overlezen
Noorderwijk 1964
AMICH02500250
2.2 Tovenaars
Variante: Tovenaars dat zijn mensen die kunnen overlezen
Noorderwijk 1964
AMICH02510251
2.2 Tovenaars
Tandpijn overlezen door J.
Noorderwijk 1964
AMICH02550255
2.2 Tovenaars
F. heeft slechte boeken
Noorderwijk 1964
AMICH02560256
2.3 Toverboeken
Tovenaar aan de Voortkapel: na afnemen van toverboeken is zijn macht verloren
Noorderwijk 1964
AMICH02670267
3.1 Duivels
Man gaat om met duivel en wordt met kop tegen muur doodgeslagen
Noorderwijk 1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 166
0267
doodgeslagen
AMICH02740274
4. Historische sagen
De heer van Nooderwijk keert 's nachts om 12 uur terug
Noorderwijk 1964
AMICH02740274
4. Historische sagen
Variante: De baron komt terug op de Kijfelaar
Noorderwijk 1964
AMICH02750275
4. Historische sagen
Grote boer verjaagt Duitse bende aan 't Zandkapelleke
Noorderwijk 1964
AMICH02750275
4. Historische sagen
Man met de groene ogen in Duitsland - moordt al uit wat hij kan
Noorderwijk 1964
AMICH02760276
4. Historische sagen
De bende van Bakeland en van Kartoech slagen samen. Kartoech wil Bakeland intomen
Noorderwijk 1964
AMICH02780278
4. Historische sagen
Pruisen aan 't Zandkapelleke, rond de oorlog van veertien
Noorderwijk 1964
AMICH02800280
4. Historische sagen
De bende Nauwelaerts moordt en steelt fiets
Noorderwijk 1964
AMICH02800280
4. Historische sagen
De bende Nauwelaerts: moord en diefstal
Noorderwijk 1964
AMICH02840284
4. Historische sagen
Op 't kasteel in Noorderwijk spookt het
Noorderwijk 1964
AMICH02980298
4. Historische sagen
Op de Tusberg valt een klok
Noorderwijk 1964
AMICH02630263
3.1 Duivels
Mensen die hun ziel verkopen aan de duivel hebben alles
Noorderwijk 1964
AMICH00510051
1.3 Vuurgeesten
Variante
Noorderwijk 1964
AMICH00520052
1.3 Vuurgeesten
Dwaallicht boven door moeder verdronken tweeling
Noorderwijk 1964
AMICH00520052
1.3 Vuurgeesten
Dwaaslichten wijzen op een ongelooflijke gebeurtenis
Noorderwijk 1964
AMICH00560057
1.3 Vuurgeesten
Variante: Dwaaslicht slaat rode hand op deur
Noorderwijk 1964
AMICH00610061
1.3 Vuurgeesten
Variante: Dwaaslichten: iets dat door de velden ging
Noorderwijk 1964
AMICH00630064
1.3 Vuurgeesten
Variante: Dwaaslichten zijn vismoeiers
Noorderwijk 1964
AMICH00740074
1.5 Plaaggeesten Leurre met zijn hacht is Zwarte Piet
Noorderwijk 1964
AMICH00740074
1.5 Plaaggeesten Variante: Kleurre met zijn hacht is Zwarte Piet
Noorderwijk 1964
AMICH00790079
2.1 Heksen
Noorderwijk 1964
AMICH00810081
1.5 Plaaggeesten Variante
Noorderwijk 1964
AMICH00810081
1.5 Plaaggeesten Variante
Noorderwijk 1964
AMICH00830083
1.5 Plaaggeesten Tenenpaters om kinderen uit koren te houden
Noorderwijk 1964
AMICH00850085
1.5 Plaaggeesten Variante
Noorderwijk 1964
Man ziet heks en is 's nachts van de maan bereden
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 167
AMICH00880088
2.1 Heksen
Man stampt naar een kat: plots 25 katten. 25 katten zetten een kruiwagen in het scheerwerk
AMICH00900091
1.4 Luchtgeesten Spookpaard volgt man en loopt door water dat er niet is
Noorderwijk 1964
AMICH00910091
1.4 Luchtgeesten Dwaaslicht en Spookpaard op de Aard
Noorderwijk 1964
AMICH01080108
1.4 Luchtgeesten
AMICH01100110
1.4 Luchtgeesten Variante: Bij X spookt het
Noorderwijk 1964
AMICH01100110
1.4 Luchtgeesten Variante: Bij X spookt het: alles valt omver in huis
Noorderwijk 1964
AMICH01110111
1.4 Luchtgeesten Variante: Vroeger spookte het in Noorderwijk
Noorderwijk 1964
AMICH01110111
2.1 Heksen
AMICH01110111
1.4 Luchtgeesten Variante: bij X spookt het: kasten vallen omver
Noorderwijk 1964
AMICH01120112
1.4 Luchtgeesten Hoeve brandt op geheimzinnige wijze
Noorderwijk 1964
Het spookt in de dreef aan 't kasteel: een boom die blijkbaar wordt afgezaagd. Plons in 't water
Variante: Het spookt op een boerderij in Noorderwijk. Meid is de heks
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
Noorderwijk 1964
Noorderwijk 1964
Noorderwijk 1964
p. 168
HERENTHOUT Nummer
Type
Omschrijving
Regio
Jaar
AMICH00460046
1.4 Luchtgeesten
Een gloeiende pastoor verdreven door het bidden van het St.-Jansevangelie
Herenthout
1964
AMICH01150115
1.4 Luchtgeesten
In de Herenthoutse Bergen heeft het ooit gespookt
Herenthout
1964
AMICH01180118
2.1 Heksen
Variante: Er zijn heel veel heksen in Zoel: dansen rond de kerk
Herenthout
1964
AMICH01180118
2.1 Heksen
Variante: In Werchtert kunnen de heksen hand in hand rond de kerk dansen
Herenthout
1964
AMICH01260127
2.1 Heksen
Heksen gingen naar de kerk: kunnen niet meer van plaats door heiligdom onder hun stoel
Herenthout
1964
AMICH01270127
2.1 Heksen
Heks kan men laten zien in emmer water of in spiegel. De kop niet
Herenthout
1964
AMICH01310131
2.1 Heksen
Jongen behekst en gestorven, ziet heks tijdens zijn kwellingen
Herenthout
1964
AMICH01380138
2.1 Heksen
Heks bespookt huis: kinderen ziek, gebonk, enz...
Herenthout
1964
AMICH01390139
2.1 Heksen
Vrouw behekst: lopen en springen in bed
Herenthout
1964
AMICH01390139
2.1 Heksen
Naar Bornem voor behekst meisje: ziet beesten
Herenthout (Kessel)
1964
AMICH01420142
2.1 Heksen
Knikkers als middel om te beheksen
Herenthout
1964
AMICH01470147
2.1 Heksen
Kindje behekst en gestorven. Kwade hand: het kind wordt niet stijf na de dood
Herenthout
1964
AMICH01490149
2.1 Heksen
Kind behekst door leurster. Paters van Tongel helpen. Kunnen zelf heks in spiegel doen komen
Herenthout
1964
AMICH01490151
2.1 Heksen
Twee kinderen behekst en gestorven. Derde gerd dank zij Arme Klaren van Lier. Met een kwade hand duurt het lang eer men daar geraakt
Herenthout
1964
AMICH01560156
2.1 Heksen
Kind behekst: kan zeer laat spreken. Tongel
Herenthout
1964
AMICH01560157
2.1 Heksen
Jongen die om boter ging bij een heks, ziet 's nachts de heks
Herenthout
1964
AMICH01590159
2.1 Heksen
X speelt met een pop en plaagt een kind door spelden in Herenthout de pop te steken
1964
AMICH01590159
2.1 Heksen
Variante: Kind behekst. Popje vol spelden in 't kopkussen
Herenthout
1964
AMICH01610161
2.1 Heksen
Jongen behekst door een klak aan te nemen van een heks. Draagt 's nachts geheimzinnige ring
Herenthout
1964
AMICH01650165
2.1 Heksen
Man ziet koestal in uilaard. Dieren sterven. In Tongel voor 99 jaar vastgezet
Herenthout
1964
AMICH01670167
2.1 Heksen
Variante: Koeien geven geen melk meer: schuld van de heks. Naar de bruine paters in Herentals
Herenthout
1964
AMICH01700170
2.1 Heksen
Heks doet voorwerp vallen en doet geiten sterven
Herenthout
1964
AMICH01830183
2.1 Heksen
X moet 's nachts vechten op een kruispunt met een andere heks
Herenthout
1964
AMICH01860186
2.1 Heksen
Heks weet dat moeder haar geneesmethode wantrouwt
Herenthout
1964
AMICH01880188
2.1 Heksen
Variante: Heks schaadt eigen familie
Herenthout
1964
AMICH01900190
2.1 Heksen
Heks helpt lotelingen
Herenthout
1964
AMICH01930193
2.1 Heksen
Vrouw kan van alles afnemen
Herenthout
1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 169
AMICH01950195
2.1 Heksen
Man kapt heks poot af: zijn eigen vrouw
Herenthout
1964
AMICH02010202
2.1 Heksen
Heks volgt behekst meisje als kat
Herenthout
1964
AMICH02040204b
2.1 Heksen
Duiven en muizen als heksendieren
Herenthout
1964
AMICH02050205
2.1 Heksen
Heks onder vorm van kikker
Herenthout
1964
AMICH02140214
2.1 Heksen
Variante: Als ge zegt heks ge kunt me niets doen dan heeft ze geen macht
Herenthout
1964
AMICH02170218
2.2 Tovenaars
Heksen moeten boter teruggeven door macht van heksenmeester
Herenthout
1964
AMICH02180218
2.1 Heksen
In Zoel is er iemand die van hekserij kan verlossen: heksen lopen rond maar naderen man niet
Herenthout
1964
AMICH02260226
2.1 Heksen
F. moet al haar macht afgeven als 't geestelijk kwam
Herenthout
1964
AMICH02280228
2.1 Heksen
Variante: heks gezien in een spiegel bij de paters van Tongerlo
Herenthout
1964
AMICH02280228
2.1 Heksen
Variante: Paters van Tongel kunnen heks laten zien in spiegel
Herenthout
1964
AMICH02300230
2.1 Heksen
Variante: Heks kan niet sterven
Herenthout
1964
AMICH02310231
2.1 Heksen
Variante: Heks in Morkhoven kan niet sterven: 3 dagen doodstrijd
Herenthout
1964
AMICH02320232
2.1 Heksen
Heksen kunnen niet sterven. Pastoor moet komen en boek afnemen
Herenthout
1964
AMICH02330233
2.1 Heksen
Macht over zetten op een kat of op een van de kinderen
Herenthout
1964
AMICH02380239
2.2 Tovenaars
Jongen kan geheimzinnige wezens in zijn plaats koren laten pikken
Herenthout
1964
AMICH02400240
2.2 Tovenaars
Tovenaar heeft macht over heksen. Tovert bier te voorschijn. Gekweld door de heks
Herenthout
1964
AMICH02420242
2.2 Tovenaars
Variante: Tovenaar kan ziekte afnemen en overzetten bij middel van een lint
Herenthout
1964
AMICH02420242
2.2 Tovenaars
Hollander geneest paard: springt op als hij er 5 minuten Herenthout bij staat
1964
AMICH02430243
2.2 Tovenaars
Vervaarlijke verschijning met schapevel in Holland
Herenthout
1964
AMICH02440244
2.2 Tovenaars
Tovenaar kan vrouw niet naderen dank zij een machtig gebed
Herenthout
1964
AMICH02540254
2.3 Toverboeken
Zoon krijgt tovermacht door in boeken van zijn vader te lezen. Pannen vliegen van het huis
Herenthout
1964
AMICH02550255
2.3 Toverboeken
Jongen moet in toverboek alles achteruit lezen om tovermacht terug kwijt te spelen
Herenthout
1964
AMICH02560256
2.3 Toverboeken
Slecht boek door pastoor achter gehouden
Herenthout
1964
AMICH02660267
3.1 Duivels
Boereknecht heeft omgang met de duivel
Herenthout
1964
AMICH02800280
4. Historische sagen
Variante: De bende Nauwelaerts met Luie Sus besteelt de mensen: geld
Herenthout
1964
AMICH02870287
1.4 Luchtgeesten
Spookgeschiedenis op de Troon in Grobbendonk: processie gaat in de schuur
Herenthout
1964
AMICH02900290
4. Historische sagen
St. Anneke was het middenpunt van de stad Ouden
Herenthout
1964
AMICH02920292
4. Historische sagen
De Troon heeft onderaardse kelders
Herenthout
1964
AMICH0294-
4. Historische
Het Diepdal kerk van de stad Ouden
Herenthout
1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 170
0294
sagen
AMICH03000300
6. Sagen Sprookjes
Herenthout
Herenthout
1964
AMICH01010101
1.4 Luchtgeesten
Geest van vermoorde vrouw blijft rond dolen in huis
Herenthout
1964
AMICH01050105
1.4 Luchtgeesten
Spiritisme: een ster en een stoel die klopt
Herenthout
1964
AMICH01430143
2.1 Heksen
Heksen hebben geen macht over geld - Hekserij voor 99 Herenthout jaar vastgezet
1964
AMICH01440144
2.1 Heksen
Wol van het kussen groeit vast in behekst kind
Herenthout
1964
AMICH01520153
2.1 Heksen
Kind behekst en gered dank zij de tussenkomst van X. Boete voor en na zonsondergang
Herenthout
1964
AMICH01880188
2.1 Heksen
Heks doet eigen kinderen sterven en doet ook anderen kwaad. Behekst door franken te strooien.
Herenthout
1964
AMICH02560256
2.3 Toverboeken
Toverboeken te straf voor katholieken
Herenthout
1964
AMICH01920192
2.1 Heksen
X kan helpen tegen oogziekten
Herenthout
1964
AMICH02270227
2.1 Heksen
Paters weten dat men komt om van de kwade hand verlost te worden. De heks is echter te straf.
Herenthout
1964
AMICH02330233
2.1 Heksen
Heks plaatst haar macht op kat. Dochter die het ziet kan ook heksen.
Herenthout
1964
AMICH02410241
2.2 Tovenaars
Tovenaar zet verbrand van kind over op jong varken
Herenthout
1964
AMICH02410241
2.2 Tovenaars
Man kan ziekte afnemen maar ook op iemand overzetten
Herenthout
1964
AMICH00560056
1.3 Vuurgeesten
Niet wenken over een dwaaslicht. Zwarte hand op de deur
Herenthout
1964
AMICH00660066
1.3 Vuurgeesten
Geheimzinnig licht rond middernacht
Herenthout
1964
AMICH00660067
1.3 Vuurgeesten
Variante: Een licht: om 10 uur 's avonds kan men op de kerk zien hoe laat het is
Herenthout
1964
AMICH00700070
1.5 Plaaggeesten
Kleudde met zijn hacht gezien als schim tegen de gevel
Herenthout
1964
AMICH00790079
1.5 Plaaggeesten
Variante: Van de mare bereden als men klonen onder bed laat staan
Herenthout
1964
AMICH00800081
1.5 Plaaggeesten
Variante
Herenthout
1964
AMICH00810081
1.5 Plaaggeesten
Variante
Herenthout
1964
AMICH00910092
1.4 Luchtgeesten
Man ziet kat uit mond van koe springen
Herenthout
1964
AMICH00930093
1.4 Luchtgeesten
Bij Colette kruipen de muizen langs de vensterspleten binnen
Herenthout
1964
AMICH00950095
1.4 Luchtgeesten
Als men voorbij de Lieve-Vrouwkesboom gaat kan men Herenthout bijna niet voort
1964
AMICH01000100
1.4 Luchtgeesten
Variante: Dode komt terug omdat haar dochter een belofte niet gehouden heeft
Herenthout
1964
AMICH01830183
2.1 Heksen
Heks raapt groen eiken blad op midden in de herfst
Herenthout
1964
AMICHO1390139
2.1 Heksen
Naar Bornem voor behekst meisje: ziet beesten
Herenthout (Kessel)
1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 171
LILLE - Volksverhalen Lilse Heksenwandeling - Sagen en legendes Overzicht ** Lille Nummer
Type
Omschrijving
Regio Jaar
AMICH01350135
2.1 Heksen
Eigenaardige gebeurtenissen in huis. Naar Scherpenheuvel. Vrouw behekst door klonen van de heks te dragen.
Lille
1964
AMICH02170217
2.1 Heksen
Heksenmeester kan dank zij brandende kempstok zien of iemand een heks is. Kan heks in water laten komen.
Lille
1964
AMICH00820082
1.5 Plaaggeesten
Teensnijers om de kinderen niet barrevoets te doen lopen
Lille
1964
AMICH00830083
1.5 Plaaggeesten
Ijzeren zog
Lille
1964
AMICH00830083
1.5 Plaaggeesten
Variante
Lille
1964
AMICH00840084
1.5 Plaaggeesten
Variante
Lille
1964
AMICH00840084
1.5 Plaaggeesten
Variante: Ijzeren zog en achturenmoeier
Lille
1964
AMICH00840085
1.5 Plaaggeesten
Variante: Ijzeren zog, Achturenmoeier, teensnijders
Lille
1964
AMICH00860086
1.5 Plaaggeesten
Koorts afbinden door kousenband aan boom te binden
Lille
1964
AMICH00930093
1.4 Luchtgeesten
Rat met hacht in kasteel te Wechel
Lille
1964
AMICH00930094
1.4 Luchtgeesten
Een geheimzinnig gebonk 's avonds op de weg
Lille
1964
AMICH00950095
1.4 Luchtgeesten
Haag uitgerukt
Lille
1964
AMICH00970097
1.4 Luchtgeesten
Witte man met lange baard op de akker
Lille
1964
AMICH01010101
1.4 Luchtgeesten
X komt terug om zijn mook appelen
Lille
1964
AMICH01030103
1.4 Luchtgeesten
Dode komt terug - Geklop
Lille
1964
AMICH01030103
1.4 Luchtgeesten
X komt terug: geressel in de lezzekas
Lille
1964
AMICH01040104
1.4 Luchtgeesten
Variante: Rijke boer komt terug te Lille
Lille
1964
AMICH01040104
1.4 Luchtgeesten
Geheimzinnige verschijning aan de brug in Tongerlo
Lille
1964
AMICH01090110
2.1 Heksen
Behekste stal en huis aan de B. Voor 99 jaar vastgezet
Lille
1964
AMICH01130113
1.4 Luchtgeesten
Deur los op geheimzinnige manier
Lille
1964
AMICH01150115
1.4 Luchtgeesten
In 't Heksenstraatje in Lille spookte het
Lille
1964
AMICH01180118
2.1 Heksen
In Zoerle dansen de heksen rond de kerk
Lille
1964
AMICH01210121
2.1 Heksen
Katten vergaderen in de bomen: heksenbijeenkomst
Lille
1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 172
AMICH01240124
2.1 Heksen
Heks ziet om als men in haar voetsporen gaat
Lille
1964
AMICH01250125
2.1 Heksen
Variante: Heks herkend als men kruiselings in haar sporen gaat
Lille
1964
AMICH01300130
2.1 Heksen
"De dag is voor u en de nacht voor mij", aldus de heks
Lille
1964
AMICH01370138
2.1 Heksen
Heks in Lille richt alle soorten onheil aan: geheimzinnig geklop op bakoven, lakens van het bed, kwellen van kinderen en dieren
Lille
1964
AMICH01380138
2.1 Heksen
Heks van X volk: geklop op pannen, deuren vliegen 's nachts [open], kwellen van koeien
Lille
1964
AMICH01540154
2.1 Heksen
Kinderen beheksen. Verdreven door handoplegging, zegening en boete
Lille
1964
AMICH01580158
2.1 Heksen
Kind behekst als de heks in huis geweest is
Lille
1964
AMICH01610162
2.1 Heksen
Heks op 't Heieinde, kinderen gaan er geen nieuwjaar zingen
Lille
1964
AMICH01710171
2.1 Heksen
Hkesen bezig met paarden in stal van een afspanning. Vuur sprong uit 't Lille dak
1964
AMICH01720173
2.1 Heksen
Variante: Paters van Herentals helpen tegen kwade hand: verhindert boteren
Lille
1964
AMICH01820182
2.1 Heksen
Man verliest kiel: teruggevonden bij de heks
Lille
1964
AMICH01960196
2.1 Heksen
Variante: Heksekat poot afgekapt: vrouw van meulder
Lille
1964
AMICH01980198
2.1 Heksen
Man kwetst kat: vrouw een oog uit. Ook een nuchtere meutte verandert voor zijn ogen tot zijn vrouw
Lille
1964
AMICH02010201
2.1 Heksen
Variante: Sprekende kat bedreigt man die haar stampt
Lille
1964
AMICH02010201
2.1 Heksen
Een kat. Plots zeven katten
Lille
1964
AMICH02040204
2.1 Heksen
De heksen sturen de katten uit
Lille
1964
AMICH02130214
2.1 Heksen
Boete doen gedurende 9 dagen om van de kwade hand af te geraken
Lille
1964
AMICH02150215
2.1 Heksen
Geen geloof geven en niet meegaan en er zal u niets overkomen
Lille
1964
AMICH02220222
2.1 Heksen
Variante: Behekst kind in Borm geholpen
Lille
1964
AMICH02230223
2.1 Heksen
Paters van Hertals of Antwerpen kunnen helpen tegen hekserij
Lille
1964
AMICH02340234
2.1 Heksen
Heksen moeten macht overgeven vooraleer te sterven, aan een meiske, een kat of een vlieg
Lille
1964
AMICH02440244
2.2 Tovenaars
TOvenaars in de bossen die de mensen aantasten
Lille
1964
AMICH02480248
2.2 Tovenaars
Variante: Man maakt ratten uit zand
Lille
1964
AMICH02490249
2.2 Tovenaars
Ratten wegzenden naar iemand die ze beter kan houden dan gij
Lille
1964
AMICH02490250
2.2 Tovenaars
Tovenaar verhindert boteren
Lille
1964
AMICH02500250
2.2 Tovenaars
J. en G. kunnen verstuikt overlezen
Lille
1964
AMICH02510251
2.2 Tovenaars
Variante: Man kan overstuikt overlezen
Lille
1964
AMICH02640264
3.1 Duivels
Variante: Meisje danst met duivel in Antwerpen
Lille
1964
AMICH02640264
3.1 Duivels
De duivel danst mee
Lille
1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 173
AMICH02670267
3.1 Duivels
S. gevolgd door de duivel
Lille
1964
AMICH0268b -0268b
3.1 Duivels
Duivel als kat vliegt man in het gezicht
Lille
1964
AMICH02770277
4. Historische sagen
De bende van Bakeland en Joan in de Zoerselbossen: Wacht met kerstmis - zo zullen ze niet stelen terwijl de mensen naar de nachtmis zijn
Lille
1964
AMICH02810281
4. Historische sagen
Bokkenrijders rijden paarden af op de Schrans
Lille
1964
AMICH02820283
6. Sagen Sprookjes
Hoe de Krawasen (of Krawaten) aan hun naam kwamen
Lille
1964
AMICH02830283
6. Sagen Sprookjes
Variante: De Krawaten van Lille
Lille
1964
AMICH02830284
6. Sagen Sprookjes
Variante: De Krawaten
Lille
1964
AMICH02920292
4. Historische sagen
Onderaardse gangen in Grobbendonk: De Schrans van Grobbendonk met de Troon
Lille
1964
AMICH02930293
4. Historische sagen
Variante: Diepdal: kerk gezonken
Lille
1964
AMICH02940294
4. Historische sagen
Diepdal: gezonken kapel van de stad Ouden. Klokken luiden
Lille
1964
AMICH02970297
4. Historische sagen
Kapel gezonken in vijver in Oostmalle
Lille
1964
AMICH03020302
6. Sagen Sprookjes
Variante: Vorselaar
Lille
1964
AMICH03020302
6. Sagen Sprookjes
De Warme Hand in Grobbendonk
Lille
1964
AMICH03030303
6. Sagen Sprookjes
Lichtaart: het laatste dorp
Lille
1964
AMICH03030303
6. Sagen Sprookjes
Minderhout
Lille
1964
AMICH03030303
6. Sagen Sprookjes
Rijkevorsel
Lille
1964
AMICH03030304
6. Sagen Sprookjes
Wortel
Lille
1964
AMICH00390039
1.1 Watergeesten
Variante: Teensnijers in 't water
Lille
1964
AMICH00440044
1.5 Plaaggeesten
Man kan niet uit de gracht en is niet nat
Lille
1964
AMICH00470047
1.3 Vuurgeesten
Brandende Scheper aan de Halebeek
Lille
1964
AMICH00470047
1.3 Vuurgeesten
Brandende Scheper aan de Halebeekbrug
Lille
1964
AMICH00470047
1.3 Vuurgeesten
Brandende Scheper te Halebeek, slaat gloeiende hand op een deur
Lille
1964
AMICH00480048
1.3 Vuurgeesten
De Brandende Scheper: iets dat gebeurde in Vorselaar
Lille
1964
AMICH00490049
1.3 Vuurgeesten
Het gebeurde in Achter-Olen
Lille
1964
AMICH00500050
1.3 Vuurgeesten
Brandende Scheper in Zoel
Lille
1964
AMICH00560056
1.3 Vuurgeesten
Variante: Licht slaat gloeiende hand op de deur
Lille
1964
AMICH00560056
1.3 Vuurgeesten
De Rode Hand in Zoel: werk van een dwaaslicht. Andere deur: de hand komt er terug op
Lille
1964
AMICH00560056
1.3 Vuurgeesten
Dwaaslicht slaat hand op de deur. Variante
Lille
1964
AMICH00590059
1.3 Vuurgeesten
Variante: Dwaallicht slaat op getuig van paard. Schuim op de mond van 't paard
Lille
1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 174
AMICH00600060
1.3 Vuurgeesten
Een dwaallicht kan een oog doen verlieren. Hand op deur
Lille
1964
AMICH00600060
1.3 Vuurgeesten
Rode zon niet aanraken of ge sterft
Lille
1964
AMICH00610061
1.3 Vuurgeesten
Beschrijving van een dwaallicht
Lille
1964
AMICH00620062
1.3 Vuurgeesten
Variante: Een dwaallicht: iets dat voort gaat in de lucht
Lille
1964
AMICH00630063
1.3 Vuurgeesten
Stallichten zijn lichtmotten
Lille
1964
AMICH00660066
1.3 Vuurgeesten
Vuurbol van nachtlichtjes geschoten: slijk
Lille
1964
AMICH00670067
1.3 Vuurgeesten
Licht springt uiteen met geweldige bonk
Lille
1964
AMICH00690069
1.4 Luchtgeesten
Een spook jaagt fabrieksarbeiders op de vlucht
Lille
1964
AMICH00690069
1.4 Luchtgeesten
Het valse spook en het echte spook
Lille
1964
AMICH00710071
1.5 Plaaggeesten
Kleudde als hond onbereikbaar
Lille
1964
AMICH00780078
1.5 Plaaggeesten
Variante: Van de mare bereden: 's nachts. Men wil spreken maar kan niet
Lille
1964
AMICH00790079
1.5 Plaaggeesten
Van de mare bereden: klonen onder 't bed
Lille
1964
** Gierle Nummer
Type
Omschrijving
Regio Jaar
JVANH0154-0154 2.1 Heksen
Boer sterft na aanraking met heks (Gierle)
Gierle 1962
JVANH0214-0214 3.2 Vrijmetselaars
Ze herkennen mekaar als ze elkander een hand geven (Gierle)
Gierle 1962
JVANH0135-0135 2.1 Heksen
Dolende heks behekst kinderen
Gierle 1962
JVANH0138-0138 2.1 Heksen
Kwade hand verplicht mensen te verhuizen
Gierle 1962
JVANH0139-0139 2.1 Heksen
Variante
Gierle 1962
JVANH0139-0139 2.1 Heksen
Dieren rukken zich los door kwade hand
Gierle 1962
JVANH0140-0140 2.1 Heksen
Variante: dieren rukken zich los en sterven
Gierle 1962
JVANH0140-0140 2.1 Heksen
Zwarte kat vlucht uit stal
Gierle 1962
JVANH0143-0143 2.1 Heksen
Kwade hand verhindert boteren
Gierle 1962
JVANH0149-0149 2.1 Heksen
Variante: kinderen moeten heiligdommeke dragen
Gierle 1962
JVANH0154-0154 2.1 Heksen
Variante
Gierle 1962
JVANH0157-0157 2.1 Heksen
Heks doet een paard sterven
Gierle 1962
JVANH0157-0157 2.1 Heksen
Heks doet zwijnen sterven
Gierle 1962
JVANH0158-0158 2.1 Heksen
Heks botert in plaats van zieke boerin
Gierle 1962
JVANH0158-0158 2.1 Heksen
Hkes laat jongen betoverde koekjes eten
Gierle 1962
JVANH0168-0168 2.1 Heksen
Zwarte kat in de reep van een paard
Gierle 1962
JVANH0174-0174 2.1 Heksen
Variante: verwond door riek
Gierle 1962
JVANH0177-0177 2.1 Heksen
Variante
Gierle 1962
JVANH0178-0178 2.1 Heksen
Heiligdommeke wordt onder de staldeur gelegd
Gierle 1962
JVANH0182-0182 2.1 Heksen
Zout als afweermiddel tegen heksen
Gierle 1962
JVANH0183-0183 2.1 Heksen
Heksenmeester overwint kwade hand en geneest dieren
Gierle 1962
JVANH0183-0183 2.1 Heksen
Variante
Gierle 1962
JVANH0186-0186 2.1 Heksen
Heksenmeester laat popje verbranden en hekserij houdt op
Gierle 1962
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 175
JVANH0187-0187 2.1 Heksen
Heksenmeester trotseert heks in gedaante van kat
Gierle 1962
JVANH0189-0189 2.1 Heksen
Heksen kunnen niet sterven wanneer ze hun macht niet overgedragen hebben
Gierle 1962
JVANH0190-0190 2.1 Heksen
Variante: dochter in gedaante van een kat wordt gedood
Gierle 1962
JVANH0207-0207 3.1 Duivels
Duivelsverdrag wordt gesloten op een kruispunt
Gierle 1962
JVANH0210-0210 3.1 Duivels
Ontmoeting met de duivel in een bos
Gierle 1962
JVANH0212-0212 3.1 Duivels
Duivelsappel naast de weg
Gierle 1962
JVANH0220-0220 4. Historische sagen
De bende vergaderde in de bossen in Gierle
Gierle 1962
JVANH0221-0221 4. Historische sagen
Zij mishandelde de mensen
Gierle 1962
JVANH0229-0229 6. Sagen - Sprookjes De Duivelssteen in Gierle
Gierle 1962
JVANH0045-0045 1.1 Watergeesten
Variante
Gierle 1962
JVANH0049-0049 1.2 Aardgeesten
Kabouters helpen ploegen
Gierle 1962
JVANH0055-0055 1.5 Plaaggeesten
Variante: boer met kar
Gierle 1962
JVANH0059-0059 1.3 Vuurgeesten
Brandende Scheper is iemand die een grenspaal verzet heeft
Gierle 1962
JVANH0059-0059 1.3 Vuurgeesten
Sage van de brandende scheper niet gekend maar gelokaliseerd
Gierle 1962
JVANH0063-0063 1.3 Vuurgeesten
-
Gierle 1962
JVANH0066-0066 1.3 Vuurgeesten
Variante: een zwarte hand wordt in de deur gebrand
Gierle 1962
JVANH0066-0066 1.3 Vuurgeesten
Variante: een zwart kruis wordt in de deur gebrand
Gierle 1962
JVANH0071-0071 1.3 Vuurgeesten
Spooklicht doet iemand verloren lopen
Gierle 1962
JVANH0082-0082 1.4 Luchtgeesten
Hond laat zich dragen
Gierle 1962
JVANH0084-0085 1.5 Plaaggeesten
Achturenmoeier was een vrouw in het wit
Gierle 1962
JVANH0092-0092 1.5 Plaaggeesten
Variante
Gierle 1962
JVANH0092-0092 1.5 Plaaggeesten
Variante
Gierle 1962
JVANH0096-0096 1.4 Luchtgeesten
Variante
Gierle 1962
JVANH0096-0096 1.4 Luchtgeesten
Bussel stro verandert in katten
Gierle 1962
JVANH0097-0097 1.5 Plaaggeesten
Spookhond krijgt slagen maar is onkwetsbaar
Gierle 1962
JVANH0098-0098 1.4 Luchtgeesten
Onkwetsbare spookhaas komt iedere avond terug
Gierle 1962
JVANH0103-0103 1.4 Luchtgeesten
Spookpaard bespringt een mens
Gierle 1962
JVANH0106-0106 1.4 Luchtgeesten
Spookhen is ongrijpbaar
Gierle 1962
JVANH0121-0121 1.4 Luchtgeesten
Paard geraakt niet voorbij spookschuur
Gierle 1962
JVANH0122-0122 1.4 Luchtgeesten
Haver verandert in katten in spookstal
Gierle 1962
JVANH0122-0122 1.4 Luchtgeesten
Hooi verandert in muizen in spookstal
Gierle 1962
JVANH0124-0124 1.4 Luchtgeesten
Spokerij in een haag
Gierle 1962
JVANH0135-0135 2.1 Heksen
Heks met kettingen in het struikgewas
Gierle 1962
** Poederlee Nummer
Type
Omschrijving
Regio
AMICH01200121
2.1 Heksen
Variante: Heksen dansen op de kouter en een van hen (een Hollandse) verloor haar oog
Poederlee 1964
AMICH01330135
2.1 Heksen
Heks kwelt man: 2 maal sterven zijn vrouw en zijn beste dieren
Poederlee 1964
AMICH00880088
1.4 Luchtgeesten
Variante: Kat spring op nek van man
Poederlee 1964
AMICH00880089
1.4 Luchtgeesten
Sprekende kat dreigt kind te doden dat haar van de brug wil slaan
Poederlee 1964
AMICH00930093
1.4 Luchtgeesten
Kraai kondigt onheil aan
Poederlee 1964
AMICH0096-
1.4 Luchtgeesten
Spoken op de zolder: belgerinkel
Poederlee 1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
Jaar
p. 176
0096 AMICH01010101
1.4 Luchtgeesten
Vrouw keert 's nachts terug om schat aan te wijzen
Poederlee 1964
AMICH01010101
1.4 Luchtgeesten
Verdoemde non verschijnt na haar dood
Poederlee 1964
AMICH01040104
1.4 Luchtgeesten
X keert terug na zijn dood: staat in de korenvoor
Poederlee 1964
AMICH01140114
1.4 Luchtgeesten
Variante: In Buul aan de Molen spookt het
Poederlee 1964
AMICH01190119
2.1 Heksen
Er waren veel heksen in Poederlee: dansen rond de Hegkapel
Poederlee 1964
AMICH01200120
2.1 Heksen
Heksen dansen in het Weigert boske
Poederlee 1964
AMICH01200120
2.1 Heksen
Heksendans op de kouter in Poederlee: heks verloor er een oog
Poederlee 1964
AMICH01210121
2.1 Heksen
Door de heggen en hagen naar Keulen
Poederlee 1964
AMICH01280128
2.1 Heksen
X is toch geen heks: heiligdom onder deur belet haar niet binnen te komen
Poederlee 1964
AMICH01290129
2.1 Heksen
Heks midden de velden
Poederlee 1964
AMICH01390139
2.1 Heksen
Vrouw behekst: te wijd weg zodat paters niet meer kunnen helpen
Poederlee 1964
AMICH01450145
2.1 Heksen
Drie kinderen behekst en dood
Poederlee 1964
AMICH01450145
2.1 Heksen
Variante: Bespookte kinderen sterven
Poederlee 1964
AMICH01450146
2.1 Heksen
Variante: Drie kinderen behekst. Heiligdom belet heks binnen te komen
Poederlee 1964
AMICH01460146
2.1 Heksen
Dorens in bed van gestorven behekst kind. Naar Borm
Poederlee 1964
AMICH01550155
2.1 Heksen
Heks bespookt ander kind: oude man - Moeder gaat naar Brustem
Poederlee 1964
AMICH01580158
2.1 Heksen
Kind behekst door aanraking
Poederlee 1964
AMICH01580159
2.1 Heksen
Spelden en naalden in kussen van dood kind. De bakel is een heks
Poederlee 1964
AMICH01590160
2.1 Heksen
Kind bijna behekst door tros druiven. Onder de koe gegooid - koe dood
Poederlee 1964
AMICH01600160
2.1 Heksen
Variante: Heksen beheksen kinderen door iets te geven
Poederlee 1964
AMICH01640164
2.1 Heksen
Variante: Heks kan een hele stal beheksen
Poederlee 1964
AMICH01640164
2.1 Heksen
Bij de oude T. spookt het in de stal: heks kruipt onder de staldeur
Poederlee 1964
AMICH01660166
2.1 Heksen
Heks gooit druiventros onder koe welke sterft
Poederlee 1964
AMICH01680168
2.1 Heksen
Koeien behekst, staan 's nachts los of met hun staart aan de schelf gebonden
Poederlee 1964
AMICH01680168
2.1 Heksen
Hekserij in een koestal in Tielt: men bemerkt er katten en koeien met staart aan schelf gebonden
Poederlee 1964
AMICH01690169
2.1 Heksen
De koeien springen in de bak
Poederlee 1964
AMICH01700170
2.1 Heksen
Heksen kunnen paard op hun rug doen liggen in de kribbe
Poederlee 1964
AMICH01720172
2.1 Heksen
De dieren worden in veiligheid gebracht als de heks komt
Poederlee 1964
AMICH0173-
2.1 Heksen
Variante: Geen boter door beheksing
Poederlee 1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 177
0174 AMICH01750175
2.1 Heksen
Geld verdwenen en petrol op de petatten
Poederlee 1964
AMICH01870187
2.1 Heksen
Heks in de hei logeert 's avonds in mastenboom
Poederlee 1964
AMICH01890189
2.1 Heksen
Heks kapt wagen met stro om van haar eigen man
Poederlee 1964
AMICH01980198
2.1 Heksen
Heks als kat hand afgekapt
Poederlee 1964
AMICH01990199
2.1 Heksen
Vrouw slaat kat. Vrouw in de geburen ligt ziek in bed
Poederlee 1964
AMICH01990199
2.1 Heksen
Man schiet kat: eigen vrouw die een heks is, gewond aan het been
Poederlee 1964
AMICH02000200
2.1 Heksen
Heksekat wordt oog uit gehakt en spreekt. Oude vrouw met oog uit
Poederlee 1964
AMICH02030203
2.1 Heksen
Maaier kapt naar een kat en valt daarna in eigen pik
Poederlee 1964
AMICH02040204
2.1 Heksen
Variante: Katten zijn heksen
Poederlee 1964
AMICH0204b2.1 Heksen 0205
Heks als ekster terug gevonden in Holland
Poederlee 1964
AMICH02100210
2.1 Heksen
Variante: Heks machteloos maken door hoger te slaan: op de kop bv.
Poederlee 1964
AMICH02120212
2.1 Heksen
Variante: Wit kruis boven kelder houdt heks buiten
Poederlee 1964
AMICH02140214
2.1 Heksen
Heksen moet ge de macht geven om kwaad te doen. Kunnen ze niet binnen dan kunnen ze niets
Poederlee 1964
AMICH02220222
2.1 Heksen
Paters van Borm kunnen overlezen als men van de heks geraakt is
Poederlee 1964
AMICH02220222
2.1 Heksen
Variante: Geestelijken helpen tegen de heksen
Poederlee 1964
AMICH02290229
2.1 Heksen
Variante: Paters in Borm laten de heksen zien
Poederlee 1964
AMICH02310231
2.1 Heksen
Variante: heks kan niet sterven
Poederlee 1964
AMICH02310231
2.1 Heksen
Heks door het lezen van boeken. Heks moet kwaad doen en kan niet sterven vooraleer de pastoor hun macht afnam
Poederlee 1964
AMICH02320232
2.1 Heksen
Heksen kunnen niet sterven vooraleer ze hun macht overgegeven hebben
Poederlee 1964
AMICH02320232
2.1 Heksen
Variante: Heks moet macht overnemen of kan niet sterven
Poederlee 1964
AMICH02340234
2.1 Heksen
Heks geeft op sterfbed macht over bij middel van speldekussen
Poederlee 1964
AMICH02430243
2.2 Tovenaars
Tovenaars achter de Hegkapel: oersterk
Poederlee 1964
AMICH02660266
3.1 Duivels
Duivel komt bij oude man
Poederlee 1964
AMICH02670267
3.1 Duivels
Vrouw ziet duivel
Poederlee 1964
AMICH02680268
3.1 Duivels
Duivel als hond aan een sterfbed
Poederlee 1964
AMICH02690269
3.2 Vrijmetselaars
Framasson wordt belet een priester te spreken op zijn bed
Poederlee 1964
AMICH02770277
4. Historische sagen
De bende van Kartoech huist op de Beek
Poederlee 1964
AMICH02780279
4. Historische sagen
De bende Bens steelt paarden op de Beek
Poederlee 1964
AMICH0279-
4. Historische
Variante: De bende Bens steelt twee paarden op de Beek
Poederlee 1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 178
0279
sagen
AMICH02850285
1.4 Luchtgeesten
Op de Troon in Grobbendonk spookt het
Poederlee 1964
AMICH02850285
1.4 Luchtgeesten
Variante: Op de Troon in Grobbendonk spookt het
Poederlee 1964
AMICH02860286
1.4 Luchtgeesten
Variante: Op de Troon in Grobbendonk spookt het: geheimzinnige kelder
Poederlee 1964
AMICH02900291
4. Historische sagen
De oude Hofberg moet een Romeinse verdedigingsheuvel geweest zijn
Poederlee 1964
AMICH02960296
4. Historische sagen
Variante: Op Boshoven luiden de klokken met Kerstmis
Poederlee 1964
AMICH02970297
4. Historische sagen
Variante: Op de oude Hofberg klept de klok op kerstnacht
Poederlee 1964
AMICH03010301
6. Sagen Sprookjes
Poederlee
Poederlee 1964
AMICH02190219
2.2 Tovenaars
X is een heksenmeester: heeft slechte boeken en kan moeilijk sterven
Poederlee 1964
AMICH00380038
1.1 Watergeesten Man kan niet voorbij gracht zonder erin getrokken te worden
Poederlee 1964
AMICH00390039
1.1 Watergeesten Teensnijers
Poederlee 1964
AMICH00500050
1.3 Vuurgeesten
Brandende scheper
Poederlee 1964
AMICH00510051
1.3 Vuurgeesten
Variante
Poederlee 1964
AMICH00530053
1.3 Vuurgeesten
Man die paal versteken heeft als dwaallicht
Poederlee 1964
AMICH00550055
1.3 Vuurgeesten
Variante: Dwaaslicht slaat verbrande hand op de deur van de Poeielhoeve
Poederlee 1964
AMICH00580058
2.1 Heksen
Witte hand op deur
Poederlee 1964
AMICH00610061
1.3 Vuurgeesten
Variante: Dwaaslicht hangt in boom
Poederlee 1964
AMICH00630063
1.3 Vuurgeesten
Variante: Dwaaslichten zijn lichtgevende beestjes
Poederlee 1964
AMICH00640064
1.3 Vuurgeesten
Dwaallichtjes zijn paardsduivels
Poederlee 1964
AMICH00640065
1.3 Vuurgeesten
Variante: Dwaaslichten in feite niets anders dan stallantarens
Poederlee 1964
AMICH00650065
1.3 Vuurgeesten
Rode bol boven de kouter, spat plots uiteen
Poederlee 1964
AMICH00680069
1.4 Luchtgeesten
Witte Madam bespookt een kind
Poederlee 1964
AMICH00750075
1.5 Plaaggeesten
De Tienurenhond bespringt de mensen
Poederlee 1964
AMICH00790079
1.5 Plaaggeesten
Van de mare gereden: als men 's middags slaapt of 's avonds de nagels van de tenen snijdt
Poederlee 1964
AMICH00820082
1.5 Plaaggeesten
Variante
Poederlee 1964
AMICH00820082
1.5 Plaaggeesten
Variante
Poederlee 1964
AMICH00820082
1.5 Plaaggeesten
Variante
Poederlee 1964
AMICH00830083
1.5 Plaaggeesten
Tenenpaters om de kinderen niet barrevoets te doen lopen
Poederlee 1964
AMICH00840084
1.5 Plaaggeesten
De achturenmoeier
Poederlee 1964
AMICH0084-
1.5 Plaaggeesten
Variante
Poederlee 1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 179
0084 AMICH00850085
1.5 Plaaggeesten
Doezeman
Poederlee 1964
AMICH00880088
1.4 Luchtgeesten
Kat spring op rug van een man
Poederlee 1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 180
NIJLEN ** Bevel Nummer
Type
Omschrijving
Regio
Jaar
HVANH01070107
1.4 Luchtgeesten
Geest van moeder
Bevel
1958
HVANH01650166
2.1 Heksen
Man trekt rechterpoot van spin uit: baker gekwetst
Bevel
1958
HVANH01150115
1.5 Plaaggeesten
Paarden worden afgereden
Bevel
1958
HVANH01170117
1.4 Luchtgeesten
Kasteel waar het spookt
Bevel
1958
HVANH01230123
2.1 Heksen
Heksen- en tovenaarsvergadering te Kessel
Bevel
1958
HVANH01400140
2.1 Heksen
Aanraking met heks kan kwade hand in stal veroorzaken
Bevel
1958
HVANH01520153
2.1 Heksen
X plaagt spotter
Bevel
1958
HVANH01670167
2.1 Heksen
Heksen hebben biekorf op het hoofd
Bevel
1958
HVANH01690169
2.1 Heksen
Heks kan niet over nagels van de paaskaars
Bevel
1958
HVANH01690169
2.1 Heksen
Heks kan niet meer verder als men kruiselings stapt
Bevel
1958
HVANH01720172
2.1 Heksen
Variante
Bevel
1958
HVANH01810181
2.2 Tovenaars
Grootvader doet kleinkinderen sterven
Bevel
1958
HVANH01840184
2.2 Tovenaars
Tovenaar betovert dieren
Bevel
1958
HVANH01920192
2.2 Tovenaars
Tovenaar kan veel
Bevel
1958
HVANH01940194
2.2 Tovenaars
Man betaalt en neemt daarna het geld terug
Bevel
1958
HVANH01950195
2.2 Tovenaars
Variante
Bevel
1958
HVANH01980198
2.2 Tovenaars
Afgevallen priester belet het boteren. Botert zelf: zeer eigenaardig resultaat
Bevel
1958
HVANH02000200
2.2 Tovenaars
Tovenaar doet iemand dwalen
Bevel
1958
HVANH02040204
2.2 Tovenaars
Tovenaar onttovert kindje
Bevel
1958
HVANH02070207
2.2 Tovenaars
Tovenaar stuurt ratten naar andere tovenaar terug
Bevel
1958
HVANH02090209
2.3 Toverboeken
Man erft boek: kan toveren
Bevel
1958
HVANH02090210
2.3 Toverboeken
Man heeft toverboek: kan ratten en muizen zetten
Bevel
1958
HVANH02110211
2.3 Toverboeken
Toverboeken kan men niet van plaats veranderen
Bevel
1958
HVANH02150215
2.3 Toverboeken
Om het toveren tegen te gaan
Bevel
1958
HVANH02160217
2.3 Toverboeken
Man leest toverboek: er gebeuren allerlei eigenaardigheden
Bevel
1958
HVANH02180218
2.3 Toverboeken
Het lezen in toverboeken veroorzaakt eigenaardige voorvallen
Bevel
1958
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 181
HVANH02190220
2.1 Heksen
Variante
Bevel
1958
HVANH02260226
1.5 Plaaggeesten
Deken van Lier zet Kleudde vast
Bevel
1958
HVANH02260226
2.1 Heksen
Paters laten de heks zien in de spiegel
Bevel
1958
HVANH02340234
3.1 Duivels
Als heer met paardepoten
Bevel
1958
HVANH02340234
3.2 Vrijmetselaars
Als hond
Bevel
1958
HVANH02370237
1.4 Luchtgeesten
Hellewagen rijdt door de lucht
Bevel
1958
HVANH02400240
3.1 Duivels
Variante: ongewijde klok luidt met Kerstmis
Bevel
1958
HVANH02430243
4. Historische sagen Verborgen schatten te Kessel
Bevel
1958
HVANH02540254
6. Sagen Sprookjes
Bevel
Bevel
1958
HVANH02160217
2.3 Toverboeken
Man leest toverboek: er gebeuren allerlei eigenaardigheden
Bevel
1958
HVANH00490049
1.2 Aardgeesten
Tovenaars en heksen in kontakt met reuzen
Bevel
1958
HVANH00520052
1.3 Vuurgeesten
Stallicht boven plaats waar kindje begraven ligt
Bevel
1958
HVANH00550055
1.3 Vuurgeesten
Lichtmade blijft hangen en gaat dan verder
Bevel
1958
HVANH00620062
3.2 Vrijmetselaars
Framasson vliegt door de lucht
Bevel
1958
HVANH00620062
3.2 Vrijmetselaars
Duivels pakken Framasson op
Bevel
1958
HVANH00630064
3.2 Vrijmetselaars
Framasson heeft zoveel geld als hij wil
Bevel
1958
HVANH00650065
3.2 Vrijmetselaars
Alleen als ge uw ziel verkoopt, kunt ge door de lucht vliegen
Bevel
1958
HVANH00660066
1.4 Luchtgeesten
Schoon muziek in de lucht
Bevel
1958
HVANH00750075
1.5 Plaaggeesten
Man moet Kleudde naar huis dragen
Bevel
1958
HVANH00760076
1.5 Plaaggeesten
Ontmoeting met Kleudde
Bevel
1958
HVANH00780078
1.5 Plaaggeesten
Vrouw van de mare bereden
Bevel
1958
HVANH00800080
1.5 Plaaggeesten
Teennijpers
Bevel
1958
HVANH00810081
1.5 Plaaggeesten
Variante
Bevel
1958
HVANH00850085
1.4 Luchtgeesten
Man ontmoet sprekende kat
Bevel
1958
HVANH00860086
1.4. Luchtgeesten
Katten vermeerderen zich
Bevel
1958
HVANH00910091
1.4 Luchtgeesten
Hond plaagt kindje
Bevel
1958
HVANH00920092
1.4 Luchtgeesten
Koperen geit
Bevel
1958
HVANH00960097
1.4 Luchtgeesten
Gedaante van sterren
Bevel
1958
HVANH00980098
1.4 Luchtgeesten
Spook stoot deur open
Bevel
1958
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 182
HVANH01060106
1.4 Luchtgeesten
Om een moord op te helderen
Bevel
1958
HVANH01110111
1.4 Luchtgeesten
Spokerij op hoeve gedaan na tussenkomst van paters
Bevel
1958
HVANH01140114
2.2 Tovenaars
Kwade hand in de stal - gerammel en gerij
Bevel
1958
HVANH01140114
2.1 Heksen
Koeien verward in kettingen
Bevel
1958
** Kessel Nummer
Type
Omschrijving
Regio
Jaar
AMICH01390139
2.1 Heksen
Naar Bornem voor behekst meisje: ziet beesten
Kessel
1964
HVANH02330233
3.1 Duivels
Heer in 't zwart nodigt man uit een duivelsverdrag aan te gaan
Kessel
1958
HVANH00880088
1.5 Plaaggeesten
Kat als plaaggeest
Kessel
1958
HVANH00880088
1.4 Luchtgeesten
Spookkatten verroeren niet als men ze stampt
Kessel
1958
HVANH00890089
1.4 Luchtgeesten
Zwarte katten vernielen plantaardappelen
Kessel
1958
HVANH00900090
1.4 Luchtgeesten
Honden met gloeiende ogen
Kessel
1958
HVANH00920092
1.4 Luchtgeesten
Zwarte geit met gloeiende ogen
Kessel
1958
HVANH00930094
1.4 Luchtgeesten
Niet geïdentificeerd
Kessel
1958
HVANH00970098
1.4 Luchtgeesten
Zwart kruis
Kessel
1958
HVANH01000100
1.4 Luchtgeesten
Vrouw in haar hemd
Kessel
1958
HVANH01000100
1.4 Luchtgeesten
Zwarte Vrouw
Kessel
1958
HVANH01000101
1.4 Luchtgeesten
Witte Vrouw
Kessel
1958
HVANH01010101
1.4 Luchtgeesten
Geestengezelschap
Kessel
1958
HVANH01090109
2.1 Heksen
Behekste hoeve te Nijlen
Kessel
1958
HVANH01090109
1.4 Luchtgeesten
Spokerij op de Kroon
Kessel
1958
HVANH01130113
2.1 Heksen
Behekste hoeve
Kessel
1958
HVANH01140114
2.1 Heksen
Lawaai 's nachts - geen boter krijgen
Kessel
1958
HVANH01160116
1.4 Luchtgeesten
Variante
Kessel
1958
HVANH01230123
2.1 Heksen
Rondedans van heksen
Kessel
1958
HVANH01240124
2.1 Heksen
Heksendans - rit en muziek in de lucht
Kessel
1958
HVANH01250125
2.1 Heksen
Kindje door appel van heks betoverd
Kessel
1958
HVANH01250126
2.1 Heksen
Kinderen worden betoverd als ze iets krijgen van een heks
Kessel
1958
HVANH01270127
2.1 Heksen
Heks betovert kind door het geven van een koek
Kessel
1958
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 183
HVANH01280128
2.1 Heksen
Meisje door heks betoverd - strijd tussen paters en heks om het kindje
Kessel
1958
HVANH01320132
2.1 Heksen
Kind door X behekst
Kessel
1958
HVANH01350135
2.1 Heksen
Kindje betoverd: wordt ziek
Kessel
1958
HVANH01360136
2.1 Heksen
Vrouw geeft heks een hand: is betoverd
Kessel
1958
HVANH01370137
2.1 Heksen
Vrouw wordt ziek nadat heks geld in haar hand geteld heeft
Kessel
1958
HVANH01390139
2.1 Heksen
X betovert varkens
Kessel
1958
HVANH01390139
2.1 Heksen
Huis en stal door buurvrouw behekst
Kessel
1958
HVANH01410141
2.1 Heksen
Heks laat varkens sterven om zich te wreken
Kessel
1958
HVANH01450145
2.1 Heksen
Heks doet telloren dansen
Kessel
1958
HVANH01450146
2.1 Heksen
Heks doet schouw in twee springen
Kessel
1958
HVANH01490149
2.1 Heksen
Man wordt rondgeleid
Kessel
1958
HVANH01490149
2.1 Heksen
Heks doet mensen verloren lopen
Kessel
1958
HVANH01490150
2.1 Heksen
Heks doet man dwalen
Kessel
1958
HVANH01530153
2.1 Heksen
Variante
Kessel
1958
HVANH01540154
2.1 Heksen
Heks doet molen draaien zonder wind
Kessel
1958
HVANH01540155
2.1 Heksen
Toveren op afstand
Kessel
1958
HVANH01560156
2.1 Heksen
Variante
Kessel
1958
HVANH01570157
2.1 Heksen
Heks weet wie haar appelen gestolen heeft
Kessel
1958
HVANH01570158
2.1 Heksen
Heks gaat door gesloten deuren en vensters - paters kunnen haar niet overlezen
Kessel
1958
HVANH01590159
2.1 Heksen
Katten hinderen spotter
Kessel
1958
HVANH01600160
2.1 Heksen
Kat springt op de rug van jongen
Kessel
1958
HVANH01610161
2.1 Heksen
Variante
Kessel
1958
HVANH01620162
2.1 Heksen
Heksendier verwond en herkend
Kessel
1958
HVANH01630163
2.1 Heksen
Jongen werpt met kat: buurvrouw vol blauwe plekken
Kessel
1958
HVANH01670167
2.1 Heksen
Heks gaat uit vóór de consecratie
Kessel
1958
HVANH01680169
2.1 Heksen
Heiligdom verliest macht als men heks vraagt binnen te komen
Kessel
1958
HVANH01700170
2.1 Heksen
Heks ziet om en maakt zich onzichtbaar als men een kruis op de grond zet
Kessel
1958
HVANH01740174
2.1 Heksen
Paarden kunnen lijk van een heks niet trekken
Kessel
1958
HVANH01790179
2.2 Tovenaars
Tovenaar maakt kind ziek: het sterft
Kessel
1958
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 184
HVANH01860186
2.2 Tovenaars
Oude man brengt ongeluk in huis
Kessel
1958
HVANH01870187
2.2 Tovenaars
Tovenaar zet ratten
Kessel
1958
HVANH01880188
2.2 Tovenaars
Variante. Man kijkt omhoog: zijn deel zit vol zwarte kraaien
Kessel
1958
HVANH01890189
2.2 Tovenaars
Variante. Man kijkt omhoog: zijn deel blijft staan
Kessel
1958
HVANH01890189
2.2 Tovenaars
Man maait plek tarwe in een oogwenk af
Kessel
1958
HVANH01890190
2.2 Tovenaars
Tovenaar kan zich snel verplaatsen
Kessel
1958
HVANH01900190
2.2 Tovenaars
Tovenaar trekt kar mest uit de stal
Kessel
1958
HVANH01910191
2.2 Tovenaars
Variante
Kessel
1958
HVANH01910191
2.2 Tovenaars
Variante
Kessel
1958
HVANH01920192
2.2 Tovenaars
Tovenaar kan mestkar met vier rieken volladen
Kessel
1958
HVANH01930194
2.2 Tovenaars
Tovenaar doet uitgegeven geld terugbrengen
Kessel
1958
HVANH01940194
2.2 Tovenaars
Tovenaar breekt boeien over
Kessel
1958
HVANH01950195
2.3 Toverboeken
Man tovert van op afstand
Kessel
1958
HVANH01960196
2.2 Tovenaars
Variante
Kessel
1958
HVANH01960197
2.2 Tovenaars
Variante
Kessel
1958
HVANH01970197
2.2 Tovenaars
Variante
Kessel
1958
HVANH02000200
2.2 Tovenaars
X trekt het huis van een boer de lucht in
Kessel
1958
HVANH02010201
2.2 Tovenaars
Tovenaar stuurt zijn ratten naar andere hoeven
Kessel
1958
HVANH02040204
2.3 Toverboeken
Tovenaar voelt dat men in zijn boeken leest
Kessel
1958
HVANH02070207
2.2 Tovenaars
Tovenaar kan niet in dorp komen waar machtiger tovenaar woont
Kessel
1958
HVANH02140214
2.3 Toverboeken
Om de absolutie te kunnen krijgen
Kessel
1958
HVANH02200220
2.1 Heksen
Pastoor overleest de kwade hand
Kessel
1958
HVANH02210221
2.2 Tovenaars
Kindje door pastoor overlezen
Kessel
1958
HVANH02360236
1.3 Vuurgeesten
Vuurwagen rijdt door de lucht
Kessel
1958
HVANH02400240
3.1 Duivels
Klokken luiden in de Nete met Kerstmis
Kessel
1958
HVANH02520252
4. Historische sagen
Het fonteintje van Emblem
Kessel
1958
HVANH02540254
6. Sagen Sprookjes
Bevel
Kessel
1958
HVANH02550255
6. Sagen Sprookjes
De Pennekensput
Kessel
1958
HVANH00470047
1.5 Plaaggeesten
Lange Wapper
Kessel
1958
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 185
HVANH00490049
1.2 Aardgeesten
Man verdrinkt na ontmoeting met reus
Kessel
1958
HVANH00560056
1.3 Vuurgeesten
Stallicht bedreigt man
Kessel
1958
HVANH00580058
1.3 Vuurgeesten
Stallicht slaat zwarte hand op de deur
Kessel
1958
HVANH00590059
1.3 Vuurgeesten
Stallicht slaat gloeiende hand op de deur
Kessel
1958
HVANH00610061
3.2 Vrijmetselaars
Framassons in de Katerstraat te Nijlen
Kessel
1958
HVANH00620062
3.2 Vrijmetselaars
Framasson geeft boer raad
Kessel
1958
HVANH064-0064
3.2 Vrijmetselaars
Variante
Kessel
1958
HVANH00640064
3.2 Vrijmetselaars
Framassons vliegen met duivels door de lucht
Kessel
1958
HVANH00660066
1.4 Luchtgeesten
Man ziet muziekmaatschappij door de lucht gaan
Kessel
1958
HVANH00720072
1.5 Plaaggeesten
Kleudde door deken van Lier vastgezet
Kessel
1958
HVANH00720072
1.5 Plaaggeesten
Kleudde laat zich dragen
Kessel
1958
HVANH00730073
1.5 Plaaggeesten
Man ontmoet Kleudde
Kessel
1958
HVANH00730074
1.5 Plaaggeesten
Spotter moet Kleudde dragen
Kessel
1958
HVANH00740075
1.5 Plaaggeesten
Kleudde in de drinkbakken van de koeien
Kessel
1958
HVANH00750075
1.5 Plaaggeesten
Kleudde: een bol die rammelt
Kessel
1958
HVANH00770077
1.5 Plaaggeesten
Kleudde met zijn hachten is een weerwolf
Kessel
1958
HVANH00790079
1.5 Plaaggeesten
Kindje begint 's nachts te zweten
Kessel
1958
HVANH00800080
1.5 Plaaggeesten
Korenpaters
Kessel
1958
HVANH00810081
1.5 Plaaggeesten
Korenpater met kastje op de rug
Kessel
1958
HVANH00850086
1.4 Luchtgeesten
Katten beletten man verder te gaan
Kessel
1958
HVANH00870087
1.4 Luchtgeesten
Katten vermeerderen zich en vallen mensen aan
Kessel
1958
HVANH00870087
1.4 Luchtgeesten
Zwarte kat plaagt kinderen
Kessel
1958
HVANH00880088
1.4 Luchtgeesten
Kat weegt wel 1000 Kgr.
Kessel
1958
** Nijlen Nummer
Type
Omschrijving
Regio
Jaar
HVANH00570057
1.3 Vuurgeesten
Stallicht plaagt man
Nijlen
1958
HVANH00670067
1.4 Luchtgeesten
Zwevende vrouw plaagt kinderen
Nijlen
1958
HVANH00550055
1.3 Vuurgeesten
Stallicht drijft in de lucht
Nijlen
1958
HVANH00660066
1.4 Luchtgeesten
Visser hoort fanfare in de lucht spelen
Nijlen
1958
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 186
HVANH00800080
1.5 Plaaggeesten
Variante
Nijlen
1958
HVANH00820082
1.5 Plaaggeesten
Doezeman
Nijlen
1958
HVANH00840084
1.4 Luchtgeesten
Bende katten maakt muziek
Nijlen
1958
HVANH01040104
1.4 Luchtgeesten
Grensschenden
Nijlen
1958
HVANH01060106
1.4 Luchtgeesten
Omwille van een onvolbrachte belofte
Nijlen
1958
HVANH01230123
2.1 Heksen
Heksen dansen rond de kerk
Nijlen
1958
HVANH01320133
2.1 Heksen
Heks bezoekt kindje - het wordt ziek en sterft
Nijlen
1958
HVANH01340134
2.1 Heksen
Heks komt op bezoek: de kinderen krijgen 'den ouwe man'
Nijlen
1958
HVANH01340134
2.1 Heksen
Buurvrouw betovert kind: het sterft
Nijlen
1958
HVANH01370138
2.1 Heksen
Man door buurvrouw behekst
Nijlen
1958
HVANH01410142
2.1 Heksen
Vrouw behekst stal. Pastoor overleest de dieren
Nijlen
1958
HVANH01440144
2.1 Heksen
Vrouw brengt kwade hand in de stal
Nijlen
1958
HVANH01460146
2.1 Heksen
Boterstampers slaan tegen zoldering
Nijlen
1958
HVANH01500150
2.1 Heksen
X doet man ronddolen
Nijlen
1958
HVANH01510151
2.1 Heksen
Oude vrouw doet man dolen en in 't water zakken
Nijlen
1958
HVANH01510151
2.1 Heksen
Heks houdt mannen tegen
Nijlen
1958
HVANH01540154
2.1 Heksen
Heks doet hoeven branden
Nijlen
1958
HVANH01550155
2.1 Heksen
Heks brengt geluk bij 't kaartspel
Nijlen
1958
HVANH01610161
2.1 Heksen
Een kat is een heks
Nijlen
1958
HVANH01630163
2.1 Heksen
Kat gedood - wordt terug levend: cafébazin verwond
Nijlen
1958
HVANH01640164
2.1 Heksen
Kat gekwetst: vrouw heeft een gebroken arm
Nijlen
1958
HVANH01680168
2.1 Heksen
Heiligdom belet heks binnen te komen
Nijlen
1958
HVANH01700171
2.1 Heksen
Kruiske op de weg verbreekt heksenmacht
Nijlen
1958
HVANH01720172
2.1 Heksen
Heks herkend aan een gloeiende hand
Nijlen
1958
HVANH01740174
2.1 Heksen
Heks kan niet sterven - pleegt zelfmoord
Nijlen
1958
HVANH01820182
2.2 Tovenaars
Vrouw betoverd
Nijlen
1958
HVANH01820183
2.2 Tovenaars
X schakelt rivaal uit
Nijlen
1958
HVANH01920192
2.2 Tovenaars
Tovenaar heft ploeg met één hand op
Nijlen
1958
HVANH01930193
2.2 Tovenaars
Man tovert fles jenever van café naar het veld
Nijlen
1958
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 187
HVANH01960196
2.2 Tovenaars
Tovenaar belet boer te zaaien - laat hem daarna verder zaaien
Nijlen
1958
HVANH01970197
2.2 Tovenaars
Variante
Nijlen
1958
HVANH01990199
2.2 Tovenaars
Tovenaars beletten mekaar boter te verkopen
Nijlen
1958
HVANH02010202
2.2 Tovenaars
Tovenaar weet wie diefstal gepleegd heeft
Nijlen
1958
HVANH02020202
2.2 Tovenaars
Tovenaar weet wanneer gestolen hond zal terugkomen
Nijlen
1958
HVANH02030203
2.3Toverboeken Tovenaar voelt dat men zijn boeken wegneemt
Nijlen
1958
HVANH02030203
2.3Toverboeken Variante
Nijlen
1958
HVANH02050205
2.2 Tovenaars
Tovenaar geneest zieke vrouw
Nijlen
1958
HVANH02060206
2.2 Tovenaars
Tovenaar verdrijft ratten
Nijlen
1958
HVANH02080208
2.2 Tovenaars
Hoe men tovenaar kan worden
Nijlen
1958
HVANH02110212
2.3Toverboeken
Toverboek verbrandt slechts nadat hij voor de derde maal in het vuur geworpen is
Nijlen
1958
HVANH02140215
2.3Toverboeken Om het toveren tegen te gaan
Nijlen
1958
HVANH02150215
2.3Toverboeken Vrouw geeft boeken af om van toverkunst verlost te zijn
Nijlen
1958
HVANH02170217
2.3Toverboeken Man leest toverboek: ziet overal duivels
Nijlen
1958
HVANH02260226
2.2 Tovenaars
Pastoor doet wind draaien
Nijlen
1958
HVANH02270227
2.2 Tovenaars
Variante
Nijlen
1958
HVANH02270227
2.2 Tovenaars
Pastoor jaagt vlammen de wind in
Nijlen
1958
HVANH02350235
3.1 Duivels
Duivels zetten de haver recht
Nijlen
1958
HVANH02430243
4. Historische sagen
Koffer met goud in huis gevonden
Nijlen
1958
HVANH02480248
4. Historische sagen
Bokkenrijders vliegen over Nijlen
Nijlen
1958
HVANH02550255
5. Sagen Legenden
Ruggebroodveld
Nijlen
1958
HVANH02110212
2.3Toverboeken
Toverboek verbrandt slechts nadat hij voor de derde maal in het vuur geworpen is
Nijlen
1958
KBRUY0140-0140
1.4 Luchtgeesten
De koeien drinken koffie
Nijlen
1991
KBRUY0144-0145 2.1 Heksen
Heks betovert broertje
Nijlen
1991
KBRUY0149-0150 2.2 Tovenaars
Bladeren worden geld
Nijlen
1991
Heks als hond vermomd
Nijlen
1991
KBRUY0141-0142 2.1 Heksen
Heks kan niet sterven
Nijlen
1991
KBRUY0142-0143 2.2 Tovenaars
Pater verbreekt toverij
Nijlen
1991
KBRUY0145-0146 2.2 Tovenaars
X verbreekt toverij
Nijlen
1991
KBRUY0146-0147 2.2 Tovenaars
X geneest alle zieken
Nijlen
1991
Nijlen
1991
Nijlen
1991
KBRUY0140-0141
1.4 Luchtgeesten
KBRUY0147-0148 1.3 Vuurgeesten Dwaallichtjes KBRUY0148-0149
1.4 Luchtgeesten
Dansend stoofdeksel
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 188
KBRUY0150-0156 7. Sprookjes
Het rosse voske
Nijlen
1991
KBRUY0156-0158 7. Sprookjes
Knagelijntje
Nijlen
1991
KBRUY0158-0159 7. Sprookjes
De zeven geitjes
Nijlen
1991
KBRUY0159-0162 7. Sprookjes
Sneeuwwitje
Nijlen
1991
KBRUY0162-0165 7. Sprookjes
De drie varkskens
Nijlen
1991
KBRUY0165-0166 7. Sprookjes
Roodkapje
Nijlen
1991
KBRUY0166-0168 7. Sprookjes
Assepoester
Nijlen
1991
KBRUY0168-0171 7. Sprookjes
Klein Duimpje
Nijlen
1991
KBRUY0171-0172 7. Sprookjes
Hansje en Grietje
Nijlen
1991
HVANH00510051
1.3 Vuurgeesten Paartje moet bukken voor vuurbol
Nijlen
1958
HVANH00510051
1.3 Vuurgeesten
Man ziet vuurbol
Nijlen
1958
HVANH00510051
1.3 Vuurgeesten
Vrouw moet bukken voor vuurbol met piek
Nijlen
1958
HVANH00530053
1.3 Vuurgeesten
Variante
Nijlen
1958
Zie ook het artikel over het heksenproces tegen Anneken Faes Brosis uit Nijlen, in: Erik Aerts en Maurits Wynants, Heksen in de Zuidelijke Nederlanden (16de-17de eeuw) (Brussel 1989). Zie ook licentiaatsverhandeling van Christel Bruynseels over liedjes en verhalen van Fieke Crauwels. Zie ook artikel over heksen in De Poemp.
OLEN - Volksverhalen, sagen en legenden omtrent de Boeren van Olen en De Pot van Keizer Karel - Overzicht Agnes Michielsen Nummer
Type
Omschrijving
Regio
Jaar
AMICH0057-0057 1.3 Vuurgeesten
Dwaaslicht in een boske. Slaat blauwe hand op de deur
Achter-Olen 1964
AMICH0064-0064 1.3 Vuurgeesten
Variante
Achter-Olen 1964
AMICH0073-0073 1.5 Plaaggeesten Kleurre als kinderschrik
Olen
1964
AMICH0081-0081 1.5 Plaaggeesten Variante
Olen
1964
AMICH0081-0081 1.5 Plaaggeesten Variante
Olen
1964
AMICH0083-0083 1.5 Plaaggeesten Variante
Olen
1964
AMICH0091-0091 1.4 Luchtgeesten
Te Buul loopt een os over de vorst van het huis
Olen
1964
AMICH0102-0102 1.4 Luchtgeesten
Man komt 4 maal terug en zegt wie hij is
Olen
1964
AMICH0112-0112 1.4 Luchtgeesten
Variante: In Noorderwijk spookt het
Olen
1964
AMICH0115-0116 1.4 Luchtgeesten
Spookgeiten rond torenke in bos te Hulshout
Olen
1964
AMICH0128-0128 2.1 Heksen
Heks met vuurrode schoenen
Olen
1964
AMICH0169-0169 2.1 Heksen
Honden, varken, en mensen behekst
Olen
1964
AMICH0175-0175 2.1 Heksen
Behekste aardappelen: arebollen worden uitgedaan in plaats van aardappelen
Olen
1964
AMICH0175-0176 2.2 Tovenaars
Bonen veranderd in aardappelen door hekserij
Olen
1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 189
AMICH0180-0180 2.1 Heksen
Variante: Als men behekst is kan men slecht thuis geraken
Olen
1964
AMICH0180-0180 2.1 Heksen
Heks belet U voorbij te gaan
Olen
1964
AMICH0182-0182 2.1 Heksen
Heks doet boterdoek verdwijnen
Olen
1964
AMICH0184-0185 2.1 Heksen
Hekserij: een abnormaal grote bol kaas en was verhangen
Olen
1964
AMICH0200-0201 2.1 Heksen
Kat bedreigt man die haar stampt
Olen
1964
AMICH0210-0210 2.1 Heksen
Gewijde kaars onder deur belet heks binnen te komen
Olen
1964
AMICH0211-0211 2.1 Heksen
Variante: Heks krijgt macht door aanraking: slag hoger (kop)
Olen
1964
AMICH0238-0238 2.2 Tovenaars
Variante: Tovenaar maakt dat mannen kaf dorsen in plaats van koren
Olen
1964
AMICH0243-0243 2.2 Tovenaars
Meisje en zift moeten mee als de Hollandse soldaten een haarpijl uittrokken
Olen
1964
AMICH0251-0251 2.2 Tovenaars
Man overleest: Katrienewiel
Olen
1964
AMICH0251-0251 2.2 Tovenaars
Man overleest buikpijn
Olen
1964
AMICH0268b0268b
3.1 Duivels
De duivel 's nachts tussen Hertals en Herthout aan een kapelleke
Olen
1964
AMICH0272-0272
4. Historische sagen
De pot met de drie oren
Olen
1964
AMICH0274-0274
4. Historische sagen
Spaanse Jaan van Zoel
Olen
1964
AMICH0274-0274
4. Historische sagen
Variante: De Spaanse Jaan in Zoerle
Olen
1964
AMICH0278-0278
4. Historische sagen
Variante: Pruisen in Herentals
Olen
1964
AMICH0281-0281
4. Historische sagen
De bende van dikke Bree. De leider vergezelt een vrouw naar huis
Olen
1964
AMICH0046-0047 1.5 Plaaggeesten Lorre met zijn hacht op de verbrande Pier in Beylen
Olen-Beylen 1964
AMICH0091-0091 1.4 Luchtgeesten
Spookpaardjes en os op de hinnepaalder in boerderij te Buul
Olen-Beylen 1964
AMICH0174-0174 2.1 Heksen
Variante: Geen boter
Olen-Beylen 1964
AMICH0174-0174 2.1 Heksen
Boter van heel de geburen komt naar een heks
Olen-Beylen 1964
AMICH0196-0196 2.1 Heksen
Variante: Vrouw van de meulder als heks herkend: poot afgekapt
Olen-Beylen 1964
AMICH0209-0209 2.1 Heksen
Heiligdommeke onder de mat
Olen-Beylen 1964
AMICH0220-0220 2.1 Heksen
Paters van Tongel helpen kindje genezen
Olen-Beylen 1964
AMICH0043-0043 1.5 Plaaggeesten
Mannen moeten een hele nacht gaan om van Postel in Achter-Olen Olen-Buul te geraken
1964
AMICH0052-0053 1.3 Vuurgeesten
Dwaaslichten als zielen van weggemoeffelde kinderen
Olen-Buul
1964
AMICH0054-0054 1.3 Vuurgeesten
Dwaaslichten tussen Lichtaart en St.-Jozef-Olen
Olen-Buul
1964
AMICH0065-0065 1.3 Vuurgeesten
Vuurbol gezien op Buul op het erf van een boerderij
Olen-Buul
1964
AMICH0072-0072 1.5 Plaaggeesten Kleurre als hond springt op kar
Olen-Buul
1964
AMICH0073-0073 1.5 Plaaggeesten Kleudde in een leeg straatje
Olen-Buul
1964
AMICH0075-0075 1.5 Plaaggeesten Spookhond met hacht behekst stal. Naar Borm
Olen-Buul
1964
AMICH0080-0080 1.5 Plaaggeesten Variante
Olen-Buul
1964
AMICH0087-0087 1.4 Luchtgeesten
Katten in de bomen en op de schouder van een man
Olen-Buul
1964
AMICH0089-0089 1.4 Luchtgeesten
Man wil konijn schieten - Spookkater
Olen-Buul
1964
AMICH0090-0090 1.4 Luchtgeesten
Grote Spookhond aan de B.
Olen-Buul
1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 190
AMICH0090-0090 1.4 Luchtgeesten
Man ziet 's nachts grote zwarte hond die hem belet voort te rijden
Olen-Buul
1964
AMICH0092-0093 1.4 Luchtgeesten
Kraaien in bomen plots verdwenen als man geschoten heeft
Olen-Buul
1964
AMICH0094-0094 1.4 Luchtgeesten
Man ziet niemand en krijgt toch een klets in zijn gezicht
Olen-Buul
1964
AMICH0094-0094 1.4 Luchtgeesten
Man wordt iets toegeworpen. Niets te zien
Olen-Buul
1964
AMICH0097-0098 1.4 Luchtgeesten
Man wordt grijs in een nacht
Olen-Buul
1964
AMICH0104-0104 1.4 Luchtgeesten
Witheer komt terug aan 't klooster in Tongel
Olen-Buul
1964
AMICH0108-0108 1.4 Luchtgeesten
Spokerij op een hoeve: 3 maal geheimzinnig geklop op kelderkamer Olen-Buul
1964
AMICH0112-0112 1.4 Luchtgeesten
Spokerij op een boerderij: stro van de schelf gesmeten. De koeien trullen de stal in
Olen-Buul
1964
AMICH0114-0114 1.4 Luchtgeesten
Spokerij aan de windmolen: staat 's morgens van de teerlingen
Olen-Buul
1964
AMICH0114-0114 1.4 Luchtgeesten
Spokerij in een molenhuis: kleerkast verplaatst en boer krijgt patatten op zijn rug
Olen-Buul
1964
AMICH0143-0144 2.1 Heksen
Kind behekst. Naar Tongel, te laat. Heks door andere mensen geschuwd
Olen-Buul
1964
AMICH0166-0167 2.1 Heksen
Koe behekst. Geeft geen melk meer. Paters van Tongel helpen
Olen-Buul
1964
AMICH0172-0172 2.1 Heksen
Kiekens behekst. Naar Tongel. Naar Brustem
Olen-Buul
1964
AMICH0193-0193 2.1 Heksen
Overlezen door bepaalde vrouwen
Olen-Buul
1964
AMICH0202-0202 2.1 Heksen
Kat dood getrapt en kind sterft
Olen-Buul
1964
AMICH0208-0209 2.1 Heksen
Variante; Heiligdommeke onder deur of zekere personen helpen tegen beheksing
Olen-Buul
1964
AMICH0211b0211b
"Geloofd zij Jezus Christus", en de heks heeft geen macht meer
Olen-Buul
1964
AMICH0224-0224 2.1 Heksen
Brustum en Klein-Brustum: bevrijd van de kwade hand
Olen-Buul
1964
AMICH0224-0224 2.1 Heksen
Variante: De maagden en de moeder van Brustum
Olen-Buul
1964
AMICH0252-0252 2.3 Toverboeken
Man leest slechte boeken: zijn huis betoverd
Olen-Buul
1964
AMICH0253-0253 2.3 Toverboeken
De man die te ver in boeken las 's avonds gezien
Olen-Buul
1964
AMICH0255-0255 2.3 Toverboeken
Vrouwen lezen slechte boeken en leven niet lang
Olen-Buul
1964
AMICH0285-0285 1.4 Luchtgeesten
X komt terug in een boerderij in Neerbuul
Olen-Buul
1964
2.1 Heksen
AMICH0038-0038 1.1 Watergeesten Een loop met iets gevaarlijks erin
Olen-Doffen 1964
AMICH0116-0116 1.4 Luchtgeesten
Aan de dorenboom: wijn verdwenen en dorens in de plaats
OlenGerheze
1964
AMICH0142-0142 2.1 Heksen
Heks behekst man en bijna een tweede slachtoffer door kersen te geven
OlenGerheze
1964
Klokken gezonken in 't ruggeveld
OlenGerheze
1964
AMICH0065-0065 1.3 Vuurgeesten
Vuurbol gezien in het bos
Achter-Olen 1964
AMICH0074-0074 1.5 Plaaggeesten
Tienurenhond gaat tussen 2 mannen door die vast naast elkander gaan
Achter-Olen 1964
AMICH0090-0090 1.4 Luchtgeesten
Variante: Spookhond ontmoet
Achter-Olen 1964
AMICH0093-0093 1.4 Luchtgeesten
Spinnekoppen lopen over de kinderen na de zon
Achter-Olen 1964
AMICH0096-0096 1.4 Luchtgeesten
Driemaal een leiding leggen
Achter-Olen 1964
AMICH0127-0127 2.1 Heksen
Heksen hebben biekorf op hun kop in kerk
Achter-Olen 1964
AMICH0128-0129 2.1 Heksen
Heks met paraplu tegen gekomen
Achter-Olen 1964
AMICH0141-0141 2.1 Heksen
Heks kwelt vrouw door spelden in speldekussen te steken: spelden
Achter-Olen 1964
AMICH0298-0298
4. Historische sagen
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 191
eruit, en vrouw genezen AMICH0156-0156 2.1 Heksen
Jongen 's avonds blind door beheksing. Paters helpen
Achter-Olen 1964
AMICH0178-0179 2.1 Heksen
Man moet door 't water gaan
Achter-Olen 1964
AMICH0184-0184 2.1 Heksen
Schaatsende heks moet beloven niet meer terug te komen
Achter-Olen 1964
AMICH0211-0211 2.1 Heksen
"In Gods naam" en de heks kan niets
Achter-Olen 1964
AMICH0227-0227 2.1 Heksen
Pastoor dwingt heks boekje in vuur te werpen
Achter-Olen 1964
De bende van zwarte Katrien op de Zandhoeve: kapot gemaakt
Achter-Olen 1964
AMICH0116-0116 1.4 Luchtgeesten
Lichtjes in een beukeboom
Buul-Olen
1964
AMICH0041-0041 1.2 Aardgeesten
Kabouterkes op de Tuinsberg in Olen
Olen
1964
AMICH0051-0051 1.3 Vuurgeesten
Variante
Olen
1964
AMICH0053-0053 1.3 Vuurgeesten
Dwaaslichten zijn terugkerende doden: boven de kerkhoven
Olen
1964
AMICH0054-0054 1.3 Vuurgeesten
Variante
Olen
1964
AMICH0057-0057 1.3 Vuurgeesten
Variante: Dwaaslichten aan de Renderstraat in Zoerle
Olen
1964
AMICH0057-0057 1.3 Vuurgeesten
Variante
Olen
1964
AMICH0057-0058 1.3 Vuurgeesten
Variante
Olen
1964
AMICH0071-0071 1.5 Plaaggeesten Kleurre als hond begeleidt boer tot hij thuiskomt
Olen
1964
AMICH0281-0281
4. Historische sagen
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 192
VORSELAAR - Publicatie “Vorselaarse Veissemkes” van Maarten-August Henderickx - Gemeentekrant n.a.v. “Jaar van het Dorp” (1978) - Volksverhalen Mie Broos als volksgenezeres - Sagen en legendes Overzicht: Nummer
Type
Omschrijving
AMICH01440144
2.1 Heksen
Melkvrouw doet kind sterven. Matras van het kindje doet kat sterven. Vorselaar 1964 Klein muisje verdwijnt.
AMICH01890189
2.1 Heksen
Hekserij vastgezet. Heksen moeten vermoorden al zijn het dan maar vliegen.
AMICH00620062
1.3 Vuurgeesten Variante
Vorselaar 1964
AMICH00670068
1.3 Vuurgeesten Spook dat in brand vliegt
Vorselaar 1964
AMICH00690069
1.4 Luchtgeesten
Bij mistachtig weer iets als een spook dat door de lucht vloog
Vorselaar 1964
AMICH00770077
1.5 Plaaggeesten
Man ziet alle duivels uit de hel: van de maan bereden
Vorselaar 1964
AMICH00820082
1.5 Plaaggeesten
Variante
Vorselaar 1964
AMICH00820083
1.5 Plaaggeesten
Teensnijers en Hotteman nemen de kinderen mee
Vorselaar 1964
AMICH00880088
1.4 Luchtgeesten
Spookkatten: Men spreekt een ervan aan. De andere vallen hem aan
Vorselaar 1964
AMICH00920092
1.4 Luchtgeesten
Een ijzeren geit
Vorselaar 1964
AMICH00950096
1.4 Luchtgeesten
Een zwarte hond, een pop, een muis, een paardekop, een manneke zonder kop
Vorselaar 1964
AMICH00970097
1.4 Luchtgeesten
Pater van de Troon verschijnt 's nachts aan porende man
Vorselaar 1964
AMICH01000100
1.4 Luchtgeesten
Geest van meisje keert terug tot belofte vervuld is
Vorselaar 1964
AMICH01030103
1.4 Luchtgeesten
Dode komt driemaal terug
Vorselaar 1964
AMICH01060108
1.4 Luchtgeesten
Wilde mensen in eigenaardig dorp onder kasteel
Vorselaar 1964
AMICH01080109
1.4 Luchtgeesten
Spookhoeve in Meerhout: geheimzinnig blaten in het koren. Vastgezet voor 100 jaar en nog
Vorselaar 1964
AMICH01080108
1.4 Luchtgeesten
Het spookt op een hoeve: geklop in kleerkast en zwaluw op een balk
Vorselaar 1964
AMICH01090109
1.4 Luchtgeesten
Betoverde boerderij: mutserds dansen over de vloer en katten pakkebalden
Vorselaar 1964
AMICH01130113
1.4 Luchtgeesten
Het hekst zo hard dat de koe in huis aankomt
Vorselaar 1964
AMICH01140114
1.4 Luchtgeesten
Geheimzinnig gedoe in de stal: Het waait er, paard heeft gevlochten staart
Vorselaar 1964
AMICH01150115
1.4 Luchtgeesten
Pastoor verdwijnt op geheimzinnige wijze op de Beeldekes
Vorselaar 1964
AMICH01180118
2.1 Heksen
Variante: In Lille dansen de heksen rond de kerk
Vorselaar 1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
Regio
Jaar
Vorselaar 1964
p. 193
AMICH01190119
2.1 Heksen
In 't Diepdal dansen de spoken en de heksen
Vorselaar 1964
AMICH01200120
2.1 Heksen
Heksen dansen rond een Canadaboom en drinken wijn
Vorselaar 1964
AMICH01220122
2.1 Heksen
Variante: te Keulen in een wijnkelder nadat de heksen gedanst hebben met de stallichten
Vorselaar 1964
AMICH01250125
2.1 Heksen
Variante: Voet kruiselings zetten om heks te herkennen
Vorselaar 1964
AMICH01250125
2.1 Heksen
Heks wreekt zich op meisje dat haar herkent; voet kruiselings zetten - ziet om
Vorselaar 1964
AMICH01270127
2.1 Heksen
Variante: Heksen dragen een biekorf onder 't evangelie
Vorselaar 1964
AMICH01370137
2.1 Heksen
Bonken op zolder, taarten op de werf: vrouw gekweld. Behekst
Vorselaar 1964
AMICH01540154
2.1 Heksen
In Vorselaar heeft het heel hard gehekst: Klein mannen vlogen boven Vorselaar 1964 de wieg
AMICH01540154
2.1 Heksen
Kind behekst op de Meirhoeve: oude man - wipt uit de wieg
Vorselaar 1964
AMICH01560156
2.1 Heksen
Kind krijgt varkenskop door beheksing - Paters helpen - Vrouw mag geen "ja" zeggen tegen de heks
Vorselaar 1964
AMICH01660166
2.1 Heksen
Koeien behekst: kunnen niet meer recht. De heks doet hen terug recht springen
Vorselaar 1964
AMICH01710171
2.1 Heksen
Variante: Heks met boterton van Holland gekomen om veulen af te rijden
Vorselaar 1964
AMICH01730173
2.1 Heksen
Variante: Koe behekst - slechte boter. Naar Dendermonde
Vorselaar 1964
AMICH01740174
2.1 Heksen
Man krijgt sloren in de boter
Vorselaar 1964
AMICH01780178
2.1 Heksen
Behekste man moet door een vuur gaan
Vorselaar 1964
AMICH01790179
2.1 Heksen
Valt in sloot: niet nat door lezen van St. Jansevangelie. De vrijer van de meid van de betoverde boerderij geraakt er niet
Vorselaar 1964
AMICH01810181
2.1 Heksen
Heks plaagt porende mannen: spartelt in het water en trekt in de gracht
Vorselaar 1964
AMICH01850185
2.1 Heksen
Oude vrouw staat plots achter strijkende vrouw. Bok staat herhaaldelijk los. Tenslotte heks verhinderd binnen te komen door medalieke boven de deur
Vorselaar 1964
AMICH01880189
2.1 Heksen
Vrouw behekst eigen kinderen; kan niet helpen voor de zon op is
Vorselaar 1964
AMICH01890189
2.1 Heksen
Heks doet kwaad al is het aan de kiekens
Vorselaar 1964
AMICH01960196
2.1 Heksen
Variante: Kat gewond: vrouw van de brouwer met arm af in 't bed
Vorselaar 1964
AMICH01980198
2.1 Heksen
Variante: Heks heeft arm over. 's Nachts werd op kat geschoten
Vorselaar 1964
AMICH01990200
2.1 Heksen
Heksendier kan men niet kwetsen, tenzij men de kogel laat wijden
Vorselaar 1964
AMICH02080208
2.1 Heksen
Variante: Heiligdom onder deur houdt heks buiten
Vorselaar 1964
AMICH02100210
2.1 Heksen
Trouwring helpt als men geen boter kan krijgen
Vorselaar 1964
AMICH0211b0211b
2.1 Heksen
Variante: St.-Jansevangelie: stallicht, heksen of spoken geen macht
Vorselaar 1964
AMICH02160216
2.1 Heksen
Heksenmeester opgewacht door heksen die hem waarschuwen dat hij Vorselaar 1964 te laat komt
AMICH02170217
2.2 Tovenaars
Naar B. of naar R. Laatstgenoemde helpt vrouw: moet bidden voor groot kruis en medalie onder deur steken
Vorselaar 1964
AMICH02170217
2.2 Tovenaars
De tovenaar R. leidt een voorbeeldig leven
Vorselaar 1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 194
AMICH02210221
2.1 Heksen
De paters van Dendermonde zijn de beste: men moet 9 dagen boete doen voor zonsopgang
Vorselaar 1964
AMICH02250225
2.1 Heksen
Pastoors schijnen ook iets van heksen te kunnen: pastoor heeft geheimzinnige macht over kat
Vorselaar 1964
AMICH02260226
2.3 Toverboeken Geestelijken hebben veel macht en leren dit in boeken
Vorselaar 1964
AMICH02290229
2.1 Heksen
Variante: Pater laat heks zien die stallen behekst
Vorselaar 1964
AMICH02290229
2.2 Tovenaars
Pastoor kan de wind doen keren
Vorselaar 1964
AMICH02300230
2.2 Tovenaars
Pastoor doet vlam keren
Vorselaar 1964
AMICH02330233
2.1 Heksen
Variante: Heks zet macht over op een kat. Dochter die het ziet kan ook heksen
Vorselaar 1964
AMICH02390239
2.2 Tovenaars
Variante: Een rare knecht laat voor zich koren pikken
Vorselaar 1964
AMICH02460246
2.2 Tovenaars
Tovenaar kan gestolen geld doen terugkomen
Vorselaar 1964
AMICH02540254
2.3 Toverboeken Man die te wijd gelezen heeft wordt uit 't bed gesmeten
AMICH02630263
3.1 Duivels
Aan 't Diepdal kost ge uw ziel verkopen op de kruisbaan: een hen meebrengen
Vorselaar 1964
AMICH02690269
3.2 Vrijmetselaars
Vrijmassons verkopen ziel aan duivel en sterven zoals ze geleefd hebben
Vorselaar 1964
AMICH02690270
3.2 Vrijmetselaars
Vrijmetselaars kunnen al wat ze willen als ze ziel verkopen. Onteren van kruisbeeld. Eigen ceremonie bij hun dood
Vorselaar 1964
AMICH02860286
1.4 Luchtgeesten
Variante: Spoken op de Troon. Geheimzinnige kelder
Vorselaar 1964
AMICH02860286
1.4 Luchtgeesten
Spoken op de Troon plagen mensen die in de schuur blijven overnachten
Vorselaar 1964
AMICH02870287
1.4 Luchtgeesten
Variante: Op de Troon spookt het in de schuur
Vorselaar 1964
AMICH02900290
4. Historische sagen
De stad Ouden in de tijd van de Turken: aanbaden het gouden kalf
Vorselaar 1964
AMICH02900290
4. Historische sagen
Geradbraakte man op Meurisses berg
Vorselaar 1964
AMICH02940295
4. Historische sagen
Variante: In het Diepdal is een kerk gezonken: klok luidt 's nachts
Vorselaar 1964
AMICH02950295
4. Historische sagen
Variante: De klok op Diepdal met Kerstmis
Vorselaar 1964
AMICH02950295
4. Historische sagen
Variante: Het Diepdal
Vorselaar 1964
AMICH02950295
4. Historische sagen
Variante: 't Diepdal: Kerk gezonken: Met Kerstmis hoorde men klokken
Vorselaar 1964
AMICH02980298
4. Historische sagen
Op Wolfstee is ook iets gezonken
Vorselaar 1964
AMICH01890189
6. Sagen Sprookjes
Harmonikaspeeldere geraakt zijn bult kwijt en een andere krijgt hem
Vorselaar 1964
AMICH0211B0211B
2.1 Heksen
Sint-Jansevangelie aan einde van de mis tegen de hekserij
Vorselaar 1964
AMICH02260227
2.1 Heksen
Heks wordt door paters gedwongen toverboeken af te geven. Weten dat de heks nog een toverboek achterhoudt.
Vorselaar 1964
AMICH02560257
2.3 Toverboeken Toverboeken blijken soms bijbels te zijn
Vorselaar 1964
AMICH02680268
3.1 Duivels
Duivel met staart op spookkasteel in Wechelderzande
Vorselaar 1964
AMICH00410041
1.2 Aardgeesten
In Tubise waren er kabouters
Vorselaar 1964
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
Vorselaar 1964
p. 195
AMICH00410041
1.2 Aardgeesten
Kabouters wonen in de Bergen in vreemde landen
Vorselaar 1964
AMICH00420042
1.2 Aardgeesten
Kabouters breken mest
Vorselaar 1964
AMICH00420042
1.2 Aardgeesten
Kabouters breken mest tegen beloning
Vorselaar 1964
AMICH00420042
1.2 Aardgeesten
Lange Lijn en zijn Lierenaar
Vorselaar 1964
AMICH00420043
1.5 Plaaggeesten
Man geraakt niet thuis
Vorselaar 1964
AMICH00490049
1.3 Vuurgeesten Man smoort zijn pijp aan aan de gloeiende Scheper
Vorselaar 1964
AMICH00490049
1.3 Vuurgeesten Variante: Iemand durfde aanvuren aan de Gloeiende Scheper
Vorselaar 1964
AMICH00490049
1.3 Vuurgeesten De gloeiende scheper met zijn scheipaal op Zittert
Vorselaar 1964
AMICH00500050
1.3 Vuurgeesten Gloeiende Scheper in Zandvoort
Vorselaar 1964
AMICH00580058
1.3 Vuurgeesten Variante: Licht slaat blauwe hand op de deur
Vorselaar 1964
AMICH00580058
1.3 Vuurgeesten Variante: Blauwe hand op de molen in Vorselaar
Vorselaar 1964
AMICH00580058
1.3 Vuurgeesten Stallicht slaat blauwe hand op de deur. Geweldige bonk
Vorselaar 1964
AMICH00580059
1.3 Vuurgeesten X krijgt een dwaaslicht op 't gareel
Vorselaar 1964
AMICH00590059
1.3 Vuurgeesten
AMICH00590059
1.3 Vuurgeesten Dwaaslicht vergezelt man en doet hem verdwalen
Vorselaar 1964
AMICH00600060
1.3 Vuurgeesten Dwaaslicht verbrandt man: ziet zo zwart als roet
Vorselaar 1964
AMICH00620062
1.3 Vuurgeesten
AMICH00620062
1.3 Vuurgeesten Variante: Hoe het stallicht zich zoal gedraagt in de lucht
Dwaaslichten houden op met spelen en zetten zich langs het pad als man voorbij komt
Variante: Dwaaslicht, iets dat in oud stressel zit of 's avonds in de lucht gezien wordt
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
Vorselaar 1964
Vorselaar 1964 Vorselaar 1964
p. 196
9.8. Overzicht onroerend bouwkundig erfgoed werkingsgebied ** Erkende monumenten en dorpsgezichten GROBBENDONK ** Grobbendonk Beschermde monumenten: Watermolenweg nr. 1: Watermolen (28-05-1962) Boudewijnstraat nr. 2: Oude Pastorie (05-01-1973) Hofeinde nrs 20-22: Kasteel van Grobbendonk z.g. "Neerhof" (04-11-1976) Troon nrs 24-24a: Resten van het oude klooster en de kerkruïne Onze-Lieve-Vrouw-Ten-Troon (0103-1978) Boudewijnstraat nr. 14: Brugwachtershuis (13-04-2004) Derde Sas nr. 9: Saswachterswoning, sluiskom en stuwinstallatie (13-04-2004) Hofeinde nr. 14: Voormalige afspanning en hoeve z.g. “De Leeuw” (13-04-2004) Kasteelstraat nr. 4: Het zogenaamde “Schranshof”, oude schranssite (13-04-2004) ’t Sas nr. 4: Saswachterswoning en sluiskom (13-04-2004) Beschermde dorpsgezichten: Troon: Omgeving van de priorij Onze-Lieve-Vrouw-Ten-Troon (01-03-1978) Beschermde landschappen: Watermolenweg nr. 1: Watermolen met omgeving (28-05-1962) Troon: De voormalige Britse basis (11-03-1997) Interfluvium van Nete en Aa met de Graafweide (19-09-2006) * Militair domein - Voormalige Britse basis: beschermd als landschap op 11 maart 1997 * Saswachterswoning en sluiskom - Saswachterswoning en sluiskom: beschermd als monument in 2004, omwille van industrieelarcheologische waarde Saswachterswoning dateert van midden 19de eeuw; hoorde bij z.g. Vierde Sas (in kader van bevaarbaar maken van Kleine Nete tussen Lier en Kasterlee; werken werden maar uitgevoerd tot Herentals; bij elke sluis werd ook een woning voor de saswachter opgetrokken) Bewaarde sluiskil met muren van natuursteen * Graafweide - Interfluvium van Kleine Nete en Aa met de Graafweide: beschermd als landschap in 2005 Gebied tussen Troon, Kleine Nete en Watermolenweg (Graafweide) + gebied tussen Kleine Nete en Aa (sluit aan bij beschermde omgeving van watermolen) * Ruïne den Troon - Resten van het oude klooster oostvleugel en zuidelijke afsluitmuur) en de kerkruïne Onze-Lieve-Vrouw Den Troon: beschermd als monument in 1978 (ook gelegen in beschermd landschap militair domein) Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 197
- Omgeving van de priorij: beschermd als dorpsgezicht in 1978 Voormalige priorij van Onze Lieve Vrouw ten Troon. Gesticht in 1414 door Van Craeyenhem, behorend tot de Windesheimer-orde. Werd een bloeiend klooster, voornaamste activiteit: boekverluchting. Daarna mindere periode (veel paters trokken naar Nederland en Duitsland i.k.v. protestantisme). Later bereikte het geestelijk leven opnieuw een hoog peil, maar toen kwam de materiële ondergang. In 1572 werd de priorij een eerste maal door de Geuzen geplunderd. In 1579 werd de priorij totaal verwoest (zoals elk gebouw in Grobbendonk). In 1898 maakte een brand van den Troon de ruïne zoals ze nu is. * Watermolen - Watermolen: beschermd als monument in 1962 - Watermolen met omgeving: beschermd als landschap in 1962 Oudste vermelding in 1254; eigendom van de heren van Grobbendonk. Afgebrand in 1268 en totaal verwoest in 1597. In 1919 nogmaals door brand geteisterd . Mechanisme en raderen volledig vernieuwd in 1921 * Kasteel van Grobbendonk (het Hof) - Kasteel van Grobbendonk: beschermd als monument in 1976 Oudste vermelding van het kasteel dateert van 12e-13e eeuw. Kasteel is platgebrand en geplunderd in 1579; waterburcht herbouwd ca. 1586-1587. Op het voorgebouw na, nogmaals volledig vernield tijdens Franse Revolutie. Sinds 1617 is het complex eigendom van de familie d’Ursel. Enkel de bijgebouwen van het vroegere kasteel bestaan nog (z.g. Neerhof). Momenteel verpacht als hoeve. * Afspanning de Leeuw (Hofeinde 14) - Voormalige afspanning en hoeve De Leeuw: beschermd als monument in 2004, omwille van historische waarde. Oudste vermelding vermoedelijk van 1305. Tot begin 20e eeuw bekende halte en wisselplaats voor paarden van de post. * Schranshof - Schranshof: beschermd als monument in 2004, omwille van historische waarde Oudste vermelding zou dateren van 1685. In 1767 komt het goed in handen van familie De Vries. * Oude pastorij - Oude pastorie: beschermd als monument in 1973,omwille van historische en artistieke waarde, zowel gevels, dak en interieur (bevat nog heel wat originele elementen). Opgebouwd in 1779-1780. Oorspronkelijke plattegrond bewaard, klassieke binnenindeling: 1 centrale hal met rechthoekige ruimten langs weerszijden. * Boudewijnstraat 14 – Brugwachterswoning - Voormalige brugwachterswoning: beschermd als monument in 2004, wegens industrieel-archeologische waarde. Dateert van midden 19e eeuw, ingetekend op kadaster in 1857. Door hoogteverschil (tussen dijk en rivierbedding) is de kelder in de achtergevel uitgewerkt als volwaardige bouwlaag. * Derde sas - Saswachterswoning en sluiskom en stuwinstallatie: beschermd als monument in 2004 omwille van industrieel-archeologische waarde
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 198
** Bouwel Beschermde monumenten: Molenstraat nr. 39: Houten windmolen (13-10-1943) Langenheuvel nr. 31: Afspanning "De Kroon" (08-02-1979) Het Park nr. 1: Kasteel "Bouwelhof" met remise, het hoevegebouw en de ijskelder (07-03-1994) Dorp nr. 55: Voormalige meisjesschool met bijhorend klooster (13-04-2004) Dorp nr. 60: Kerk O.L.V.-Ten-Hemel-Opgenomen met kerkhof en kerkhofpoort (13-04-2004) Langenheuvel z.nr.: O.L.-Vrouwkapel-van-de-Langenheuvel met directe omgeving (13-04-2004) Rode Haagjes nr. 4: Voormalige laat 18de- eeuwse pastorie (13-04-2004) Stationlei nr. 42: Schaapskooi van voormalige schrans van Bouwel z.g. "Bouwelhoef", (13-04-2004) Beschermde dorpsgezichten: Langenheuvel nr. 31: Afspanning “De Kroon” met onmiddellijke omgeving (08-02-1979) Beschermde landschappen: Dorp: Omgeving van de kerk (11-09-1967) Stationlei: Kasteel "Bouwelhof" en omgeving (20-02-1980) Droomland: Konijnenberg-Ter Duinen (30-03-1987) Ter Duinen: Het gedeelte ‘Ter Duinen’ van het vroeger beschermde landschap ‘Konijnenberg-Ter Duinen’ (31-05-2000) * Konijnenberg – Ter Duinen - Konijnenberg – Ter Duinen: beschermd als landschap in 1987 omwille van de natuurwetenschappelijke en esthetische waarde (deel Ter Duinen vernietigd door R.v.St. in 1994) - Ter Duinen: (opnieuw) beschermd als landschap in 2000 Natuurwetenschappelijk: vrij ongerept stuifduinencomplex, overblijfsel van ooit talrijke stuifduinen die voorkwamen langs de Grote en de Kleine Nete * Kerk Bouwel - Kerk O.L.V ten Hemel-opgenomen met kerkhof en kerkhofpoort: beschermd als monument in 2004 - Omgeving van de kerk: beschermd als landschap in 1967 * Vrije basisschool en klooster - Vrije meisjesschool met bijhorend klooster: beschermd als monument in 2004 omwille van historische waarde. Opgericht in 1898, schoolgebouw opgetrokken in neotraditionele stijl, karakteriserend en representatief voor de bouwperiode * Pastorij Bouwel (Rode Haagjes) - Pastorie van kerk van Bouwel: beschermd als monument in 2004 omwille van historische waarde. Gebouwd in 1780, volgens een klassieke plattegrond, klassiek voorbeeld van Kempische pastorij (centrale gang, geflankeerd door ruime kamers), grote achtertuin werd verkaveld eind jaren ‘60 * Stationlei 42 - Schaapskooi van de “Schrans”/Bouwelhoef: beschermd als monument in 2004 omwille van historische waarde. Typisch is de dubbele deur (om het risico dat schapen elkaar verpletteren bij het buitendrijven te beperken); eerste conservator van Bokrijk heeft in 1967 beschreven dat de “schoonste, grootste schaapskooi te zien is in Bouwel * Kasteel Bouwel - Kasteel en omgeving: beschermd als landschap in 1980 omwille van esthetische waarde
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 199
- Kasteel met remise, hoevegebouw en ijskelder: beschermd als monument in 1994 omwille van de historische en artistieke waarde – gaaf kasteelcomplex gebouwd rond 1820, geeft een beeld van de levenswijze begin 19de eeuw en vroeger waarbij grote landgoederen voor een deel zelf in hun onderhoud voorzagen * Molen Bouwel - Houten windmolen: beschermd als monument in 1943. Opgericht in 1797 in Voortkapel, in 1925 overgebracht naar Bouwel, in 1940 vernield door een storm, pas in 1972 toestemming om te restaureren, nu nog steeds in gebruik * De Kroon - Afspanning De Kroon: beschermd als monument in 1979 omwille van volkskundige en historische waarde - Afspanning De Kroon met onmiddellijke omgeving: beschermd als dorpsgezicht in 1979 Landbouwbedrijf en herberg , herberg gesloten in 1948, landbouwactiviteit tot 1976, omliggende percelen (goede landbouwgrond) werden verkaveld * O.L.V Kapel (Langenheuvel) - O.L.V Kapel met directe omgeving: beschermd als monument in 2004 In 1967 gerestaureerd ter gelegenheid van 150ste verjaardag
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 200
HERENTALS ** Herentals Lakenhal en Beiaard De Lakenhal, beschermd als monument bij K.B. van 25 maart 1938, werd omstreeks het begin van de 15de eeuw door de lakenmakers en wolwevers als lakenhal herbouwd. Sedert 1430 kreeg dit juweel van Brabantse gotiek de bestemming 'Stadhuis'. Bij de brandramp van 1512 werd het nagenoeg geheel vernield, maar het werd in 1534 heropgebouwd met Lediaanse zandsteen. Het achthoekige, spitse belfort werd toen in rode (Oevelse) baksteen opgetrokken. De toren, zonder bliksemafleider, is 35 meter hoog. In de loop der eeuwen werd de Lakenhal herhaaldelijk hersteld. Zonder opmerkenswaardige veranderingen werd het van 1891 tot 1892 door provinciaal architect P.J. Taeymans en van 1908 tot 1909 door zijn zoon Jules Taeymans gerestaureerd. Recentelijk kreeg de hele Lakenhal een grondige opknapbeurt waarvan het resultaat zeker het bewonderen waard is. In 1541 - 1551 werd in de belforttoren een licht klokkenspel opgehangen. Het totaal gewicht van de huidige beiaard die vier octaven telt, bedraagt 3678 kg. Deze beiaard werd in 1965 ingehuldigd en bestaat uit 50 klokken die gedeeltelijk afkomstig zijn uit oude klokkenspelen. Op de verdieping van de Lakenhal bevond zich lange tijd het Fraikinmuseum. Het herbergde de 94 studiebeelden in plaaster die de beeldhouwer Karel August Fraikin in 1890 aan zijn geboortestad heeft geschonken. Wegens restauratiewerken en problemen met de brandveiligheid, werden de beelden echter overgebracht naar een veilige plaats. Na de restauratie van de bovenverdieping van de Lakenhal, kunnen de beelden er terug geplaatst worden. De Boerenkrijg Het gedenkteken van de Boerenkrijg herinnert aan de slag bij Herentals op zondag 28 oktober 1798, één van de bloedigste episodes uit de opstand van de Kempische boeren tegen het Franse regime. Het monument, ontworpen door Ernest Dieltiens, werd in 1898 onthuld. Het Begijnhof Het Herentalse Begijnhof is één van de oudste begijnhoven van het oude hertogdom Brabant en van de Kempen. Het oude begijnhof was een groot hof dat in 1470 ruim 300 begijnen telde. Om strategische redenen werd het oude Begijnhof tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568 - 1648) in 1578 door het Staatsgarnizoen gesloopt. Nadat het Spaanse gezag in Herentals was hersteld, gaf de magistraat in 1590 de toestemming om het Begijnhof opnieuw op te richten aan de Burchtstraat. Daar beleefde het Begijnhof een nieuwe, relatieve bloei. Sinds 1998 leeft er op het Begijnhof geen enkele begijn meer. Langs de Begijnenstraat geeft een overwelfde doorgang toegang tot het poortgebouw. De tweede poort van het Begijnhof geeft uit op de Burchtstraat en werd opgetrokken in 1640. Beide poorten zijn beschermd als monument bij K.B. van 13 augustus 1953. Ongeveer in het midden van het Begijnhof, tegenover een reeks pittoreske 17de-eeuwse huizen, ligt in een stemmige tuinomgeving het begijnenkerkje (1614), met waardevol kerkinterieur. Buiten ziet men door de dreef van de kerk recht op het oudste huis van het Begijnhof, het Fundatiehuis, beschermd als monument bij K.B. van 11 september 1979. Tegenover 'Ons Heer op de koude steen' aan de kerk bemerkt men het merkwaardigste gebouw van het Begijnhof, de zogenaamde 'Infirmerie', het oorspronkelijke Convent. Sinds 1983 kreeg dit mooi historisch pand de functie van 'Begijnhofmuseum', dat toegankelijk is op aanvraag voor groepen. Dit Begijnhofmuseum bevat meubilair, “besloten hofjes” (relikwieënkast), houten beelden, Mechelse albasten reliëfs, schilderijen uit de 16de tot 18de eeuw en een grote collectie kantwerk. Het Besloten Hof Het 'Besloten Hof', beschermd als monument bij K.B. van 11 september 1979, werd als slotklooster in 1410 gesticht door Aert van Crayenhem en tot 1797 bewoond door de Zusters Norbertinessen. In 1836 deden de Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 201
Zusters Franciscanessen hun intrede binnen de oude kloostermuren. Zowel de aanleg als de bouwstijl van de schilderachtige binnenkoer is merkwaardig. De gevels stammen uit de 17de eeuw. Het Gasthuis Het Gasthuis werd in de Nederrij, op de plaats waar het vandaag de dag nog steeds is, vóór 1253 gesticht. Sinds 1527 leven de zusters er volgens de regel van Sint-Augustinus. Van het oude gasthuiscomplex, beschermd als monument bij K.B. van 3 juli 1943 en 13 april 1953, resten thans nog een viertal historische gebouwen die dateren uit de 16de en 17de eeuw en op architecturaal gebied van uitzonderlijk cultuurhistorisch belang zijn: de monumentale ingangspoort (1677), de merkwaardige gasthuisschuur (waarvan het gebinte dateert van het begin van de 14de eeuw), de kapel (schip van 1529, vergroot in 1627) en het oude ziekenhuis (1670). Naast het oude gasthuis werden in de 20ste eeuw twee nieuwe ziekenhuizen gebouwd. In 1938 werd het "roodstenen" ziekenhuis opgetrokken. In dit gebouw zijn momenteel de sociale dienst van het OCMW en het daghospitaal gehuisvest. In 1965 werd het witstenen ziekenhuis gebouwd en in 1997 opende het OCMW een nieuwe vleugel waar onder andere het moederhuis werd ondergebracht. In 2003 is gestart met de bouw van een zesde verdieping. Poorten en vesten De Zandpoort, die vóór 1400 werd opgetrokken in Gobertangesteen, is een overblijfsel van de oude stadsomwalling. Andere overblijfselen van de middeleeuwse versterkingen zijn de Bovenpoort, die dateert van vóór 1361. Beide poorten zijn beschermd als monument bij K.B. van 30 mei 1936. Hiernaast zijn de Nonnen- en Begijnenvest nog twee overblijfselen van versterkingen van weleer, beide zijn beschermd als monument bij K.B. van 11 september 1979. Het Augustijnenklooster De Infirmerie (1692), beschermd als historisch stadsgezicht bij K.B. van 11 september 1979, is het enige overblijfsel van het oude Augustijnenklooster. Tussen 1990 en 1992 werd dit historisch pand gerestaureerd en kreeg het de functie van stadsarchief en museum van de Herentalse geschiedenis. Het Schaliken (oude Stadsbrouwerij) In Herentals wordt de stadsbrouwerij voor het eerst in documenten vermeld in 1465. Deze stadsbrouwerij op de Grote Markt was de grootste brouwerij van Herentals. In 1688 kwam de naam ‘het Schali(e)ken’ in gebruik. Deze benaming verwees naar de tweeduizend schaliën die op het dak van de stadsbrouwerij werden gelegd. De stadsbrouwerij werd in 1979 beschermd als monument om haar historische en artistieke waarde (K.B. van 11 september 1979). Nadien werd de gevel en het dak van de stadsbrouwerij volledig gerestaureerd. In 1989 besliste de stad om de stadsbrouwerij een bestemming te geven en het in erfpacht te geven. Meerdere voorstellen werden ingediend. Deze werden echter geweigerd omdat ze niet voldeden aan de voorwaarden die in de erfpachtovereenkomst werden vastgelegd. In april 1999 verklaarde de rechtbank van koophandel van Turnhout de erfpachter vervallen van haar rechten uit de erfpachtovereenkomst. Het pand kwam opnieuw in volle eigendom van de stad. In 1999 werd in een ambtelijke werkgroep de bestemming van de stadsbrouwerij besproken. Deze stelde voor om een podiumzaal in te planten achter de stadsbrouwerij. Momenteel werkt de stad aan concrete plannen in deze richting. Sint-Waldetrudiskerk De officiële benaming van de decanale kerk te Herentals, die in de volksmond de ‘Bovenkerk’ genoemd wordt, is Sint-Waldetrudiskerk (beschermd als monument bij K.B. van 30 mei 1936). Rond de SintWaldetrudiskerk is de oudste stichtingskern van de stad te situeren. De Bovenkerk wordt als een eigenaardig exponent van de Brabantse hooggotiek beschouwd. Uniek is het doortrekken van de steunberen tot onder het gewelf, waar ze ter hoogte van de kapitelen op consoles uitkomen. De centrale plaatsing van de toren is in de Kempen uitzonderlijk. De kerk bezit, naast het befaamde laatgotische retabel van Crispien en Crispiniaan door Passier Borman, 75 schilderijen van de 16de tot de vroegere 19de eeuw, waaronder werk van Maarten van Heemskerck, de Franckens, Jordaens, Cossiers enz., Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 202
Burgerhuizen en boerderijen Behalve op de Grote Markt treft men ook in de Kerkstraat enkele fraaie historische burgerwoningen aan: de dekenij (1768)(wettelijk beschermd als monument bij K.B. van 11 september 1979) en twee aan elkaar palende 19de-eeuwse burgerhuizen (één ervan is beschermd bij K.B. van 11 september 1979 als monument en de omgeving als stadsgezicht). Het Molenwaterhof, in de volksmond ‘Het Kasteel van Diercxsens’ genoemd (1828), ‘Het Kasteel van Le Paige’ met arboretum (1892) en het fraaie burgerhuis zijn de markantste 19de-eeuwse burgerhuizen te Herentals. Alle drie worden zij sinds het K.B. van 11 september 1979 wettelijk beschermd als monumenten. Tenslotte bezit Herentals ook nog enkele rustieke boerderijen waarvan de Fermerijhoeve (1663), de Snepkenshoeve (18de eeuw) en de Schoutenhoeve, gebouwd door Jacob Ryckewaert, schout te Herentals (1620 - 1648) de merkwaardigste zijn. De Kruisweg Op Kruisberg treft men een zeer pittoreske kruisweg aan. Het idee is afkomstig van een 15de eeuwse minderbroeder die naar Jerusalem had gepelgrimeerd en in 1461 te Herentals een Palestijnse kruisweg nabootste. Bovenop de berg staat de H. Kruiskapel (voor 1534). De H Grafkapel (1761) werd in 1944 verwoest (V-bom) en in 1947 hersteld. De oude kruisweg, die herhaaldelijk werd verwoest en hersteld, bestond zeker niet uit veertuin staties zoals nu. Misschien bestond de oudste kruisweg van Kruisberg slechts uit één statie met de verering van Johannes en Maria aan het kruis. In het verleden is het aantal staties van de kruiswegen steeds willekeurig geweest en hierin kwam slechts een verandering toen de Italiaanse predikant Leonard de Porto Maurizio in de 18de eeuw het aantal staties op veertuin bracht. Pas tijden de 19de eeuw begon men in onze kerken kruiswegen met veertuin staties op te hangen. P.J Deckers (1801 – 1862), onderpastoor van het Begijnhof en een van de oudste geschiedchrijvers van de stad Herentals, begon in 1835 met de heropbouw van de H. Kruiskapel en het herstel van de H. Grafkapel. In 1837 voegde hij aan deze kapellen nog twaalf staties toe zodat de Herentalse kruisweg, voor het eerst in zijn geschiedenis veertuin staties telde. Waarschijnlijk is de Herentalse kruisweg van Kruisberg de oudst nog bestaande kruisweg van het land. Tenslotte werden in 1891 – 1893 nog de kapellekens van OnzeLieve-Vrouw-van-Zeven-Weeën opgericht, zodat het geheel van de heiligdommen van Kruisberg (veertuin kruiswegstaties en de Zeven Weeën) sindsdien zijn huidige vorm heeft bekomen.
** Noorderwijk St.-Bavokerk en de pastorie De gotische toren dateert uit de 15de eeuw. Hij is vierkantig en wordt aan de hoeken door trapvormige frijten ondersteund. Bij het optrekken van het onderste gedeelte werd witte Brabantse zandsteen gebruikt, terwijl voor de drie bovenste verdiepingen rode baksteen gebezigd werden. Deze stoere toren is een goed voorbeeld van een versterkte Kempische toren. Heden ten dage zijn op de tweede en de derde verdieping de smalle schietgaten nog goed merkbaar. De huidige, neo-gotische kerk, werd in 1870 – 1872 gebouwd door de Turnhoutse aannemer H.J. Gervais volgens de plannen van P.J. Taeymans, provinciaal architect. Zij vervangt de oude maar stemmiger kerk die in 1870 werd afgebroken. In de muur, ter hoogte van de doopkapel, werd een kleine herdenkingssteen geplaatste die herinnert aan de nieuwbouw van de kerk: Reaedifacatur ecclesia de Norderwyk. In de onmiddellijke omgeving van de St.-Bavokerk bevindt zich de pastorie (1845). Een vleugel van de oude 17de eeuwse pastorie, bestaande uit de vroegere stal en washuis (1670 – 1680), bleef bewaard. In de schuur van de pastorie werd tijdens de zgn. Besloten Tijd de H. Mis opgedragen. Het kasteel Het kasteel van Noorderwijk wordt voor de eerste maal in de documenten vermeld in 1400 en werd sindsdien herhaaldelijk verbouwd. In 1647 bouwden Jan van Tiras en zijn echtgenote Margeretha van Busleyden een nieuw kasteel. Een gedenksteen die in de kelderverdieping van het huidige kasteel werd ingemetseld herinnert aan deze opbouw. Bij de verbouwing van 1820 verdween dit 17de eeuwse kasteel om Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 203
plaats te maken voor een groot herenhuis met Grieks geveldak. De laatste verbouwing dateert van 1957. Heden ten dage wordt het kasteel nog bewoond door de familie de Ghellinck die aanverwanten zijn van de oude heren van Noorderwijk. Daarom zijn kasteel en park normaal niet toegankelijk voor het publiek. Het park fungeert als vogelreservaat en bevat vele merkwaardige in- en uitheemse boomsoorten. Verder treft ment het beeld van de Goede Moeder aan, een werk van de beeldhouwer Michiel Vervoort de Jongere (Antwerpen 1707 – na 1777). Opmerkenswaardig is de monumentale ingangspoort uit 1866. Twee leeuwen houden de wapens van de bouwers: baron Augustin de T’Serclaes, geheten de Noorderwijck en zijn echtgenote burggravin Louise de Nieulant et de Pottelsberghe. Op de brug werd het monogram T.S. van de kasteelheer aangebracht. Tevens kan men er de jaartallen 1642 en 1866 lezen die verwijzen naar de bouwjaren van de oude en nieuwe brug. De driedubbele lindendreef, met een lengte van ca. 800m, die het dorp met het kasteel verbindt, behoort in haar genre tot de mooiste van het land. De Schranshoeve De Schranshoeve te Lankem, in de volksmond kortweg ’t Schrans genoemd, wordt reeds sedert 1630 in de documenten vermeld. Het was een versterkte hoeve. De half gedempte grachten wijzen nog op dit versterkt karakter van weleer. Van 1621, toen het Twaalfjarig Bestand verstreek en de vijandelijkheden tussen de Spaanse legers en de opstandige gewesten van het Noorden hernomen werden, tot de Vrede van Münster (1648) werd naam Schrans ook gegeven aan de hoeven die van beide oorlogvoerende partijen een vrijbrief ontvangen hadden. Behalve de 18de eeuwse (?) schuur dateren alle hoevegebouwen uit de eerste decennia van de eeuw. De Hogewegmolen De schilderachtige Hogewegmolen, beschermd als monument bij K.B. van 6 november 1961, op het gehucht Schravenhage te Noorderwijk is een houten standaardmolen met gesloten voet uit de tweede helft van de 18de eeuw. Tot 1960 was de molen nog in bedrijf. In dat jaar overleed ook de laatste molenaar. In 1967 werd de molen gerestaureerd. Het Averechts Kapelle In Noorderwijk bevinden zich twee kapellen waar Onze-Lieve-Vrouw in het verleden door de plaatselijke bevolking en de bewoners uit het omliggende op een bijzondere wijze vereerd werd nl. de bidplaats van Onze-Lieve-Vrouw ten Troost en het bedehuis van Onze-Lieve Vrouw op ’t Zand. Het oudste bedeoord is dat van Onze-Lieve-Vrouw ten Troost. Het rustieke kapelletje, gelegen aan het tegenwoordige kerkhof, werd opgericht in 1645 zoals een kleine gedenksteen het aanwijst: Ons Li Vrawe ten Troist 1645. Jonker Johan van Tiras en zijn echtgenote Margaretha van Busleyden waren er hoogstwaarschijnlijk de stichters van. Zij bouwden dit schilderachtige kapelletje op een rustplaats van de vroegere processieweg. In de volksmond wordt deze kapel het Averechts Kapelleke genoemd omdat het altaar naar het westen staat gekeerd in plaats van naar het oosten. Tot ca. 1901 zou in het Averechts Kapelletje nooit een H. Mis zijn opgedragen. Later werd er echter op de tweede dag van de kruisdagen wel een H. Mis gecelebreerd. Omstreeks 1960 nam dit gebruik een einde. Eeuwenlang waren het grootste gedeelte van de bezoekers, godvruchtige personen die er ’s avonds naar eigen devotie kwamen bidden. Aan de tralies van het kapelletje en de omliggende bomen werd vroeger ook de koorts afbonden. In het begin van de 20ste eeuw was er gans het jaar door een nogal aanzienlijke toeloop van bedevaarders. Geleidelijk verminderde nochtans de volkstoeloop en omstreeks 1935 werd het Averechts Kapelleke maar weinig meer bezocht. Tot voor kort begon het er sterk op te lijken dat dit symbool van Kempische volksdevotie tot verdwijnen gedoemd was. De schilderachtige beukenlaan werd omgehakt (1962) en de pittoreske omgeving werd onherstelbaar geschonden. In 1974 werd zelfs het eeuwenoude Lievevrouwbeeldje gestolen. De kapel van Onze-Lieve-Vrouw op ’t Zand De vinding van het miraculeuze beeldje Het bedevaartsoord van Onze-Lieve-Vrouw op ’t Zand is van iets recentere datum dan het Averechts Kapelleke, maar kreeg een veel ruimere bekendheid buiten Noorderwijk. De oorsprong van dit genadeoord gaat terug tot 26 april 1652. Op die dag vonden twee spelende knapen in een eksternest van een jonge Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 204
eikenboom op de Hoogton, het zgn; miraculeuze Lieve-Vrouwebeeldje. Welcken exterennest is gemaeckt van sulcke stoffe dat alle ouderlingen daervan waren verwondert. Noch en is tot noch toe niemant bekent die het L(ieve) Vrouwen beldt aldaer soude hebben gebrocht niettegenstaende alle scherpe examinatien daerover ghedaen. Het Mariabeeldje met het Jezuskind op de linkerarm is slechts 28 cm hoog en is zeker niet ouden dan de 16de eeuw. Op het ogenblik van de vondst was het beeldje opgeborgen in heen houten kastje. Volkstoeloop en eerste mirakelen Het nieuws van de wonderbare vinding verspreidde zich als een lopend vuurtje en massa’s gelovigen, hulpvehoevenden en neiuwsgierigen stroomden naar de Hoogton. Op 16 mei 1652, nog geen volle drie weken later, waren reeds vier miraculeuze genezingen van de koorts bij een notaris in Westerlo geacteerd, terwijl voor het einde van de maand nog vier andere mirakelen door Joannes Adriani, notaris in Noorderwijk, en de drossaard en schepenen van Westerlo te boek waren gesteld. Bouw van eerste kapel Het vicariaat van het bisdom Antwerpen liet een onderzoek instellen en gaf reeds op 6 augustus 1652 de toelating om op de plaats waar het Onze-Lieve-Vrouwebeeldje gevonden was een kapel te bouwen. Deze beslissing van het vicariaat werd ongetwijfeld genomen in het kader van de bevordering van de Mariale devotie, die sedert het Concilie van Trente (1545 – 1563), als afweermiddel tegen het protestantisme, door de kerkelijke overheid in de Zuidelijke Nederlanden krachtig werd gepropageerd. Hierbij kon de kerk rekenen op de materiële en morele steun van de wereldlijke overheid. Het meest sprekende voorbeeld in die zin hebben de aartshertogen Albrecht en Isabella gegeven. Lagen zij immers persoonlijk niet aan de basis van de bouw van basiliek van Scherpenheuvel en de uitbouw van deze bedevaartplaats tot nationaal heiligdom van Onze-Lieve-Vrouw? Bouw van de huidige Zandkapel In 1667 verleende de bisschop van Antwerpen de toelating om een nieuwe, ruimere kapel op te richten en nog in datzelfde jaar werd de eerste steen gelegd van het bedeoord dat in 1685 voltooid was. Tevens werd in laatstgenoemd jaar een nieuw akkoord afgesloten tussen de pastoor en de heer van de heerlijkheid. Voortaan zouden ook op de feestdagen van Onze-Lieve-Vrouw-Boodschap, -Geboorte, -Lichtmis en Hemelvaart in de kapel missen mogen gelezen worden door twee of meer priesters en hun vergoeding zou vastgesteld worden in overleg met de pastoor. Deze schikking bleef geen dode letter, want tot aan het einde van het Ancien Régime zijn de paters Minderbroeders op die dagen komen biechthoren en mislezen. Leemen Huyseke Het Leemen Huyseke is een geklasseerd gebouw. Een lemen huis is een typisch Kempens gebouw. Vroeger werd er gebouwd op basis van de levensnoodzakelijke elementen en er werd gebruik gemaakt van de streekeigen producten. ** Morkhoven St.-Niklaaskerk Het kerkgebouw Op 16 juni 1908 werd de eerste steen gelegd van de huidige neogotische kerk, die in 1909 voltooid was. Een gedenksteen in de kerk herinnert nog aan deze gebeurtenis. In deze steen werd een bas-reliëf gehakt waarop Sint-Niklaas, de patroonheilige van de kerk, figureert met naast zich drie kinderen in een kuip. Van de oude ‘middeleeuwse’ kerk, met een koor dat in 1828 was vergroot en in 1908 werd afgebroken, rest thans alleen nog de toren. Het onderdeel van de toren (in ijzersteen) is het oudst en dateert waarschijnlijk uit de dertiende eeuw. P.J. Taeymans was van mening dat dit gedeelte nog ouder zou zijn en zelfs zou teruggaan tot de jaar 1000 - 1100. Voor het bovengedeelte van de toren werden rode bakstenen met muurbanden van witte steen gebezigd. Op basis van stilistische elementen is dit gedeelte waarschijnlijk als vijftiende-eeuws te dateren. Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 205
Kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën Langs de weg naar Wiekevorst (de Molenstraat) staat de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën. Een chronogram boven de deur duidt aan dat deze bidplaats in 1836 werd opgericht. De E.H. L.F. Van de Bulck, pastoor te Morkhoven van 1810 tot 1838) nam hiertoe het initiatief. Het gekleurde beeld van OnzeLieve-Vrouw met het Jezuskind op de arm is ouder dan de kapel zelf; het is te typeren als een ongekunstelde uiting van eenvoudige Kempense volkskunst en volksdevotie. Waarschijnlijk dateert het uit de achttiende eeuw.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 206
HERENTHOUT DE KAPEL "UILENBERG"
monument
OMLIGGEND PERCEEL KAPEL UILENBERG
landschap
KRUISKENSBERG EN OMGEVING
landschap
WATERMOLEN VAN DOMEIN HERLAAR
monument
OMGEVING VAN DE WATERMOLEN
dorpsgezicht
TOREN SINT-PIETERSKERK
monument
VALLEI VAN DE WIMP EN DE NETE
landschap
SINT GUMMARUSKAPEL
monument
De kapel ‘Uilenberg’ Eenvoudig bakstenen zaalkerkje met driezijdige koorsluiting onder een leien dak met dakruiter. De kapel is omringd door lindebomen en bevindt zich op een verhevenheid temidden van een kruispunt van wegen. De plaatselijke verering van een Onze-Lieve-Vrouwebeeld dateert van omstreeks 1650; een kapelletje wordt voor het eerst vermeld in 1670. Het werd in 1704 vervangen door de huidige kapel. Het huidige gebouw werd ingewijd in 1704, dus precies 303 jaar geleden. Pastoor Colen wilde de devotie van zijn parochianen wat aanwakkeren en liet een nieuwe kapel bouwen; 20 voet lang en 12 voet breed. Vermoedelijk reeds ± 100 jaar vroeger was hier al een kapel. Tijdens de regeerperiode van Albrecht en Isabella werd aangezet tot de heropbloei van het katholicisme. Kloosters en kapellen rezen als paddenstoelen uit de grond. Of de eerste kapel hier nu uit die periode stamt kan niet bewezen worden. Wel is geweten uit een document van 1640 dat Guilliam Valentijn werd aangesteld tot beheerder administrateur, kapelmeester staat er geschreven, voor de kapel op de Uilenberg en dit in opvolging van zijn voorganger. Zulke kapelmeester verzamelde de giften uit de offerstok en ook de gelden van de verkoop van giften in natura. In zijn kasverslag staan enkel eieren als gift in natura opgetekend. Met die gewonnen gelden liet hij herstellingen uitvoeren en betaalde de uitgevoerde aanplantingen. Een volgend document uit 1642 specificeert en spreekt van “het Onze Lieve vrouw kapelleken van 7 weeën staende tussen de Haechtmansheide en de Uilenberg tegenover de Ooievaar aldaar.” Dit laatste was voorzeker geen zaak met kinderkleding maar eerder een herberg. En hetzelfde document uit 1642 vervolgt alzo: “met desen quaden ende desolaeten tijd heel geruïneert ende outstuche, was gebrochen ende alsoo menige jaren lanch vervallen ende desolaet heeft gelegen.” Niettegenstaande lees ik verder “ende alsoo veel volx weder bedevaert qualmp ende veel miraculen dage(lyckx) geschieden soo vande cortsen als ander quade haestige siechten creupel ende lam”, te weten: “Jan Bruynseels Janssone alhier ende kind Helsen wesende de dochter van Jan Helsen alhier tot Zelle, mitsgaeders vele andere cleyne kinderen soo van geschuertheid ende andersints.” Na zoveel toeloop werd besloten dat men het kapelleke ‘wederom wat soude opmaeke en de rusten (uitrusten) met een offerstock daervore te stellen’. Op 3 oktober 1670 verkreeg men de kerkelijke toestemming om er mis te lezen. Pastoor Colen kon vol vertrouwen de investering doem om zoals eerder gezegd in 1704 een nieuwe en waarschijnlijk grotere kapel te bouwen. En de mirakelen bleven niet uit. In 1705, Aldrien Brouwers, ongeschiktheid, in 1709, Pieter Binnebeek, verzwakking, Pieter Verhaegen na 6 maanden ziekte, een zekere Cornelius genezen van doofheid in 1709, metser Jan Heylen die trekkebeende en met krukken liep kon zonder krukken naar huis. In 1717 voerde hij werken uit aan de kapel en genas. Over deze wonderbare genezingen zijn heel wat eerlijke mensen komen getuigen. De toeloop was dus tamelijk groot en winstgevend. Op de vrijdag voor Palmzondag werden 2 missen gelezen en de belangstelling was zo groot dat marktkramers verschenen en jaarlijks werd de markt groter, zodat de straten Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 207
rondom de kapel vol stonden. Op 13 maart 1974 beroofden nachtelijke inbrekers de kapel van haar meest waardevolle kunstobjecten; namelijk een schilderij, ‘Mater dolorosa’ voorstellend en mogelijk, niet bewezen, van de hand van Quinten Matsys, een houten O.L.Vrouwe-beeldje uit de 18e eeuw en een paar 18e-eeuwse koperen (messing) kandelaars. Deze kunstschatten zijn tot op heden spoorloos gebleven. Op 3 september 1976 werd de kapel geklasseerd. Watermolen van domein Herlaar Het molengebouw onder zadeldak is opgetrokken in baksteen met witstenen speklagen, omlijstingen en stellinggaten. De constructie werd aan de linkerzijde over een 3-tal meter gesloopt, maar onlangs heropgebouwd. In de centrale radruimte, met geschilderde datum ‘1477’ boven de boog, bevindt zich het houten onderslagrad van de korenmolen. Het rad van de oliemolen is verdwenen. Het roerende werk is nog volledig in hout uitgevoerd en illustreert, niettegenstaande een aantal onderdelen verdwenen zijn, op zeldzame wijze een archaïsch stadium in de evolutie van de watermolen. Links van de radruimte bevindt zich de ingang van de korenmolen, een spitsboog in pleisterwerk, rechts een houten kloosterkozijn en de ingang van de oliemolen, een korfboog in witsteen bekroond door een bepleisterde accoladeboog. De watermolen is niet meer maalvaardig. Hij was reeds gekend in de 15e eeuw en heeft zijn, waarschijnlijk grotendeels 16e eeuwse, typologische kenmerken behouden. Het dorpsgezicht omvat de molenaarswoning uit de 2e helft van de 19e eeuw, het sluiswerk, de brug en de spaarvijver. Het ensemble is gelegen in een mooi natuurlijk kader en maakt deel uit van het kasteel van Herlaar. Het domein werd op 25 juli 1986 als monument beschermd. Het domein en kasteel Herlaer De bosrijke omgeving met grote vijvers rondom het kasteel van Herlaer is een paradijs voor de wandelaar. De naam ‘Herlaar’ zou afkomstig zijn van de Germaanse woorden ‘Hirn’, wat hagebeuk betekent, en ‘Hlaeri’, moerassig terrein. Varianten op deze naam (Herlar, Harlaer, …) gaan terug tot 1075-1081. Dit domein omvat zowel het kasteel van Herlaar als de watermolen. Het kasteel, dat te vinden is op de Ferrariskaart (1777), zou dateren uit de 13e eeuw maar het is mogelijk dat de grondvesten opklimmen tot in de 10e eeuw. De watermolen, sedert lang ongebruikt, is op de Wimp gebouwd. De gevel draagt het jaartal 1477. Het kasteel zelf gaat zeer ver in de geschiedenis terug. Vroeger heette het ‘Ten Hove’. De heer van Herenthout had hier zijn residentie. Het werd gebouwd na de slag van Woeringen (1288) door de heren van Herlaer en bleef in hun bezit tot de 15e eeuw. Uit het huwelijk van een dochter van deze familie met Pieter van Brimeu, heer van Poederlee, werd Catharina geboren. Zij huwde in 1497 met Adriaan Sandelyn, die het kasteel – dat toen een ruïne was – in 1515 liet heropbouwen. In 1684 ging het kasteel over in handen van de familie van Reynegom. In 1704 kreeg het zijn huidige vorm. In de eeuwen die volgden veranderde het kasteel nog een aantal keer van eigenaar. Het kasteel heeft een slotgracht, is dubbel omwald en heeft een massief poortgebouw. In de buitenste omwalling liggen nog een slotkapel (16e eeuw) en dienstgebouwen. De ophaalbrug is geflankeerd door twee ronde torens met schietgaten. Deze torens dateren uit het begin van de 16e eeuw. De ophaalbrug zelf zou niet ouder zijn dan de 18e eeuw. De tuin die bij het kasteel hoort ligt achter de omwalling en bestaat uit een boomkwekerij, een groentetuin en een serre. In de hofkapel, bevindt zich boven het altaar een fraai gesneden Lieve-Vrouwebeeldje dat, naar men zegt, uit de miraculeuze eik van Scherpenheuvel werd gesneden. Het werd hier in 1682 geplaatst. Jaren was deze kapel een bekend bedevaartsoord. De dreven die naar het kasteel lopen zijn nog goed bewaard. Het kasteel van Herlaer is privé-bezit en dus niet voor het publiek toegankelijk. De kapel zou wel op 15 augustus toegankelijk zijn. Toren van de Sint-Pieter en Pauluskerk Toren in witte steen onder een klokvormig dak met peervormige bekroning. De overhoeks geplaatste steunberen en de vijfhoekige traptoren tegen de noordgevel lopen door over de volle hoogte van de vier torengeledingen. In de westgevel een portaal met gedrukte spitsboog onder een waterlijst in tudorboogvorm met hogels en kruisbloem. De spitsbooglijst boven het westvenster in de 2e geleding draagt dezelfde decoratie. Tweede en derde torengeleding worden verlevendigd door korfboognissen. De gekoppelde Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 208
galmgaten, boven een pseudobalustrade, bevinden zich in spitsboogvelden. De kerk is een kruisbasiliek met driebeukig schip, kruisbeuk en driezijdig gesloten koor. Het dak van de gotische toren die omstreeks 1550 zou zijn gebouwd, kreeg na een brand in het begin van de 18e eeuw zijn huidige vorm. De toren werd gerestaureerd in 1879 en 1973. De oude kerk werd in vervangen door een neogotische, naar ontwerp van architect J. Van Gastel. De Sint-Pieter- en Pauluskerk In documenten uit 1207 en 1208 is reeds sprake van de Sint-Pieterskerk. De toren in Gotische stijl dateert uit de 16e eeuw. Een brand in het begin van de 17e eeuw vernielde het dak, dat een ander uitzicht had dan het huidige. De legende vertelt dat het naburige Herentals uit jaloersheid de toren in brand stak, omdat die hoger was dan hun toren. Het huidige kerkschip is gebouwd medio 19e eeuw door de provinciale architect Van Gastel. Op 11 juli 1865 werd de kerk ingewijd. Aan de hand van teksten kunnen we ons een idee vormen hoe de kerk er vroeger heeft uitgezien. De eerste beschrijving situeert zich rond 1626 – 1627. Toen bezat de kerk 7 altaren. Het huidige interieur is veel soberder dan de vroegere inrichting. De preekstoel in neo-gotische stijl dateert van 1860. Het gebouw zelf vertoont zowel romaanse als gotische kenmerken. Vallei van de Wimp en de Grote Nete - Omschrijving De ankerplaats ‘Vallei van de Wimp en de Grote Nete’ is gelegen op grondgebied van de gemeenten Herenthout en Itegem in de Zuiderkempen. De begrenzing wordt gevormd door ‘Kruiskensberg’, de Merodese Bossen en het centrum van Herenthout in het noorden, de Itegemse Steenweg in het oosten en zuidoosten, de gemeentegrens en Hooiweg in het zuiden en tot slot de Bevelsesteenweg in het westen. Op de kaart van Ferraris uit 1777 zien we de duidelijk de relatie tussen het grondgebruik en de landschapsstructuur. Zo onderscheiden we beemden in de valleien van de waterlopen, akkers omgeven door houtkanten of hagen op de hogere gronden en boscomplexen in de buurt van het reeds vermelde ‘kasteel van Herlaar’. Het zuidoosten van de ankerplaats betreft op dat moment een groot heidegebied. Bijna een halve eeuw later is, op de omzetting van het heidegebied naar naaldbossen na, maar weinig aan het landschap veranderd. De grootste wijzigingen in het gebied, gebeurden waarschijnlijk na WOII met de omzetting van de beemden naar bemest weiland, de vestiging van atypische bewoning, e.d. Kasteel Herlaar, ook wel ‘Hof ten Hove’ genoemd, is de voormalige residentie van de heer van Herenthout (zie boven). In de omgeving van het kasteel ligt op de Wimp het molenhuis met watermolen en de aansluitende molenaarswoning. Van oudsher maken zij deel uit van het feodale complex van het kasteel van Herlaar. - Wetenschappelijke waarde: De natuurwetenschappelijke waarde wordt in de eerste plaats bepaald door de oude, goed ontwikkelde loofbossen met hun kenmerkende flora, alsook door de structuurrijke en botanisch waardevolle graslanden met verlandingsvegetaties en relicten van zuur laagveenmoeras. De combinatie van vochtige vegetatietypes met rijpe bossen biedt ideale habitatmogelijkheden voor tal van zeldzame en minder zeldzame broedvogels, alsook voor amfibieën en zoogdieren. - Historische en esthetische waarde: De meanderende Grote Nete en de Wimp, restanten van de oude perceelsstructuur en het wegenpatroon, oude bossen en dreven en hooilanden weerspiegelen tot op vandaag de geschiedenis van dit gebied sinds de 18e eeuw. Naast de historische waarde van het landschap, is er nog deze van het bouwkundig erfgoed. Zo gaan de grondvesten van het kasteel van Herlaar terug tot de 13e eeuw. Het molenhuis op de Wimp werd opgetrokken in de 15e eeuw en de bijhorende molen is de enige molen in de Antwerpse Kempen met een bewaard traditioneel ‘Kempens’ waterwiel en een geheel bewaard houden binnenwerk uit de 17e eeuw. De herberg ’t Schipke, eertijds ook veerhuis, klimt op tot de eerste helft van de 19e eeuw.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 209
- Ruimtelijk structurerende waarde: De verschillende waterlopen met hun valleien geven samen met de opvallende reliëfverschillen ontstaan aan een structuurrijk landschap. Open en gesloten structuren wisselen elkaar af en de aanwezigheid van dreven en bomenrijen zorgt voor filterwerking. Centraal gelegen is het kasteel van Herlaar met park. Sint-Gummaruskapel Zaalkerkje bestaande uit een schip met dakruiter en een iets smaller, driezijdig gesloten koor. In west- en noordgevel van het schip zijn belangrijke muurfragmenten en de aanzet van een rondboogvenster in ijzerzandsteen blootgelegd. Het schip wordt verlicht door korfboogvensters, de gesloten westgevel wordt geopend door een korfboogdeur. De spitsboogvensters van het bak- en zandstenen koor hebben hun oorspronkelijke gotische tracering gedeeltelijk behouden. In de noordmuur een klein muurfragment in ijzerzandsteen. Een Sint-Gummarusparochie wordt reeds vermeld in de 15e eeuw. Wegens de bouwvalligheid van de oude constructie werd in de 16e eeuw een nieuw koor gebouwd. De muurfragmenten en het rondboogvenster in ijzerzandsteen wijzen in de richting van een Romaans zaalkerkje (met koor?) uit de 12e-13e eeuw. Ingangsdeur en vensters van het schip wijzen vermoedelijk op een verbouwing van 1774. De kapel verloor haar oorspronkelijke bestemming reeds in het begin van de 19e eeuw. De Sint-Gummaruskapel was waarschijnlijk de oorspronkelijke parochiekerk van Herenthout. Het eerste spoor treffen we aan in 1427, maar de kapel moet zeker veel ouder zijn. Medio 18e eeuw werden de 2 parochies – Sint-Gummarus en Sint-Pieter – samengevoegd. Onder de Franse revolutie werd de kapel op 7 juni 1799 als zwart goed verkocht. De kapel verloor haar oorspronkelijke bestemming reeds in het begin van de 19e eeuw. In 1803 werd de kapel ontwijd en omgebouwd tot een opslagplaats en later tot gemeenteschool; vandaar de benaming ‘Torekensschool’. Op 27 maart 1819 maakt Jan Franciscus De Kepper zijn offerte op voor het maken van een ‘Gemeente Schoolhuys in de gesupprimeerde Kleyne Kerk van St.-Gummarus’ plus een poort op de pastorij, samen voor 838 guldens. Op 1 juni 1820 worden de kosten der werken na publieke aanbesteding ten huize Neeckx toegewezen bij kaarsverbranding voor 624 guldens Nederlands aan Joannes Franciscus De Kepper, meester timmerman te Herenthout. We kunnen aannemen dat nog hetzelfde jaar de werken werden voltooid en de kerk schoolrijp was geworden (Bron: Sandelyntje – 1e trimester 1989). Nu wordt de kapel gebruikt voor culturele doeleinden.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 210
LILLE Lille
DE HOEVE "DE SCHRANS", KERKSTRAAT
monument
Lille
DE OMGEVING VAN HOEVE "DE SCHRANS"
dorpsgezicht
Lille
BOSKAPEL MODO "WUYTSKAPEL”
monument
Lille
DE OLIESLAGMOLENEN HET MOLENGEBOUW
monument
Lille
OMGEVING VAN DE OLIESLAGMOLEN
dorpsgezicht
Lille
SINT-ANNAKAPEL
monument
Lille
TOREN SINT-PIETERSKERK
monument
Gierle
DE STENEN WINDMOLEN
monument
Gierle
STENEN WINDMOLEN MET OMGEVING
dorpsgezicht
Gierle
ROOIENKAPEL
monument
Gierle
O.L.VROUWKERK, TOREN
monument
Gierle
DE LATIJNSE SCHOOL
monument
Gierle
DE JENEVERSTOKERIJ
monument
Gierle
DORPSKOM
dorpsgezicht
Gierle
KEMPENSE SCHUUR
monument
Poederlee HEERLEKAPEL
monument
Poederlee HEGGEKAPEL
monument
Wechel
DEN HERT 5, GASTHOF DE KEIZER
monument
Wechel
SERINGENHOF
monument
Wechel
SINT-AMELBERGAKERK
monument
Wechel
PASTORIE – HOF D’INTERE
monument
Wechel
KAPELLETJE
monument
- De hoeve “De Schrans”, Kerkstraat, Lille Het oudste burgerlijk gebouw van Lille is ‘De Schrans’. Volgens een geschrift in de oostgevel en op een balk in de woonkamer (niet meer zichtbaar door de valse plafonds) dateert het gebouw van 1635. Een dreef van veertien linden vormt de toegang tot het gebouw, dat opgericht werd door Wouter van Steenhuys, schout van de heerlijkheid Lille. Hij was gehuwd met Clara de Proost, zuster van Jehan de Proost, heer van Lille die op ‘Hof van Dynter’ woonde te Wechelderzande. De Schrans was een luxueuze verblijfplaats,omgeven door een brede vest of wal. Opvallend is ook de vierkante vorm van het gebouw vermits van de 16de tot de 20ste eeuw het langgeveltype in de Kempen in gebruik was. Het dak is hoog en steil. De voorgevel is nog steeds oorspronkelijk, de arduinen dorpel zou een grafsteen kunnen zijn. In de 20ste eeuw was het een boerderij. - De omgeving van hoeve “De Schrans”, Lille Een dreef van lindebomen leidt naar het oudste gebouw van de deelgemeente Lille, de Schrans, gelegen in een rustige landelijke omgeving. - Boskapel modo “Wuytskapel”, Lille Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 211
Deze kapel is toegewijd aan Onze- Lieve-Vrouw. Ze is gelegen langs de oude weg naar Herentals (nu Boskapelstraat) op ongeveer vijfhonderd meter van de dorpskerk. In 1825 werd dit kapelletje ‘Molenkapel’ genoemd naar de banmolen die op een honderdtal meter daar vandaan stond.. In 1875 werd er een nieuwe kapel opgetrokken door de familie Wuyts (deken Wuyts), vandaar de naam Wuytskapel. Het is een baksteenbouw met ijzeren rondboogdeur met Mariamonogram en rondbogige venstertjes met ijzeren roeden. In het tuintje heeft men een rondgang gemaakt bestaande uit zeven ijzeren staanders, waarop de zevenvreugden en smarten van Sint-jozef zijn aangebracht. Het was vroeger een druk bezocht bedevaartplaats tegen koortsen en kinderstuipen. - De olieslagmolen met molengebouw, Lille Over deze oliemolen werden al gegevens te vinden in het cijnsboek van Gaspar Schetz, heer van Lille (1559-1612). Hij wordt in de volksmond om begrijpelijke redenen ‘slagmolen’ genoemd. Wanneer hij is opgericht is niet met zekerheid te zeggen. In 1830 werd de slagmolen nog voortgedreven door een paard (ros) om koolzaad te persen. Op 1 januari 1836 brandde de slagmolen samen met het woonhuis af. Spoedig werd er een nieuwe slagmolen gebouwd, maar op 29 november van datzelfde rampjaar bracht een stormwind grote schade toe aan de slagmolen. Toch werd hij altijd opnieuw opgericht. In 1938 kwam de familie Goossens in het bezit van de molen, tot op vandaag is zij de eigenaar. Hij bleef in werking tot het begin van de jaren 1960. Het mechanisme werd gerestaureerd in 1986. In 1988 is hij opnieuw in werking gesteld. Het werkingsprincipe bestaat uit het breken van oliehoudende zaden en anderzijds het persen van olie uit de gebroken zaden. De molen is altijd deel geweest van een landbouwbedrijf en ook nu nog is de moleninstallatie ondergebracht in een landbouwwoning aan de Broekzijstraat.. Het molenhuis is geheel ingebouwd in het boerderijcomplex(noordzijde). De onmiddellijke omgeving van de olierosmolen is beschermd landschap. - Omgeving van de olieslagmolen, Lille - Sint-Annakapel, Lille In 1897 liet pastoor Segers de Sint-Annakapel bouwen, nadat de kapel O.-L.-Vrouw d’Ackere was afgebroken. Ze is gelegen op eenrdriehoekig begraasd pleintje, afgezoomd met jonge linden, tussen de Kapelstraat en de Akkerstraat. De kapel heeft een ijzeren toegangsdeur en vier zijraampjes. Het geheel heeft een rotsachtig uitzicht, achteraan de kapel bevindt zich een Lourdesgrot. In 1967 werden de zeven omringende pijlerkapelletjes, symbool van de zeven weeën van Maria, gesloopt omdat ze plaats moesten maken voor het nieuwe Chiroheem, dat men in het tuintje bouwde. Het antieke Sint Annabeeld heeft een plaats gekregen in de kerk en in de kapel is nu een O.-L.-Vroewebeelde van Lourdes geplaatst. - Toren Sint-Pieterskerk, Lille De westertoren van de neogotische Sint-Pieterkerk (1912- 1914) is van einde 15de of begin 16 de eeuw. De juiste bouwdatum is niet teruggevonden. Hij is 48m hoog, waarvan het steenwerk 28,75m is en de spits met inbegrip van de bol, die de spits omsluit is 19,25m. De bol heeft een doormeter van 37centimeter. Het kruis heeft een hoogte van 3,60m en de haan is 40cm hoog. Als wede som maken is de toren 52m hoog. Hij is opgetrokken in typische baksteengotiek en is sinds 1935 beschermd. In 1584 werd de toenmalige kerk door brand vernield, de gotische toren bleef echter behouden. In de periode 1912-14 is de kerk gesloopt, maar architect E. Dieltiens heeft de toren geïntegreerd in de nieuwbouw. De spits werd in 1980 vernieuwd. - De stenen windmolen, Gierle De stenen grondzeiler waarvan nu nog slechts een deel van de romp rest, draaide eens op de ‘Lage Schoom’, rechts van de steenweg van Lille naar Wechelderzande. Deze stenen windmolen begon zijn geschiedenis in het begin van de negentiende eeuw, in 1840. In 1841 trad de molen in werking. Omdat de stenen mantel regelmatig gewitkalkt werd, noemde men hem ‘De Witte Molen’. In 1931 werd een hulpmotor bijgevoegd en was het malen op eigen kracht voorbij. In 1943 brak het wiekenkruis bij een storm middendoor. De kap werd ontmanteld en in 1960 werd het bovengedeelte van de stenen romp verder
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 212
afgebroken, zodat nu nog maar een stuk van de romp zichtbaar is, weliswaar volledig overgroeid met klimop. - Stenen windmolen met omgeving, Gierle - Rooienkapel, Gierle De Rooienkapel, eigenlijke benaming is ‘Kapel van O.-L.-Vrouw Bezoeking’, ingeplant op een met eiken en beuken beboomd pleintje. Deze kapel zou reeds in een oorkonde van de 16de eeuw te vinden zijn. In de 19de eeuw zou zij volledig omringd geweest zijn met een vest (versterkte kapel , een soort schansfunctie). Het is een bakstenen kapel met zadeldak en een eenvoudig gotisch klokkentorentje, vernieuwd bij de jongste opknapbeurt in het begin van de jaren 1990. - O.L.Vrouwekerk, toren, Gierle Achthoekige westertoren met scherpe leien naaldspits, waar veelvuldig gebruik van zandsteen werd gemaakt. De kerk is echter in typische Kempische baksteengotiek opgericht en heeft nog een omringend en ommuurd kerkhof, thans buiten gebruik met enkele bewaarde grafstenen. Het is een merkwaardige, elegante en zeer opmerkelijke toren. Het achtzijdig segment heeft spitsbogige galmgaten. - De latijnse school en De jeneverstokerij, Gierle Verscheidene geleerde mannen heeft Gierle te danken aan de Latijnse school die hier reeds in de 14de eeuw bestond. De Gierlenaren hebben steeds aangetoond dat zij een degelijk en godsdienstig onderwijs wilden. De onderwijzers in de Latijnse school waren gewoonlijk de onderpastoor of kapelaan of koster. Het was de pastoor die, in overleg met het wereldlijk bestuur, de onderwijzer benoemde.Sinds de Franse Revolutie ging het te Gierle met het onderwijs zoals op alle andere gemeenten. Vele scholen verdwenen. Bij de Hollandse bezetting in 1815 kwam te Gierle een Hollandse schoolmeester Megens, maar deze werd niet aanvaard door de bevolking. De gemeenteschool bleef ondertussen leeg staan totdat in 1884 bij het verschijnen van de nieuwe schoolwet, de gemeenteschool opnieuw werd geopend en sinds 1896 door 2 onderwijzers werd les gegeven. Een schoolreglement uit 1562 leert ons dat de onderwijzer de plicht had de jongens Latijn te doen spreken, en de “fundamenten en figuren der grammatica” aan te leren. - Dorpskom, Gierle De gotische kerktoren heeft een vierkante voet met een achtzijdige verdieping en spits, die soms de clunytoren van de Kempen wordt genoemd. De kerk zelf is in laatgotiek opgetrokken. In de periode 19121914 werd het gebouw -uitgenomen de toren- gesloopt en werd een nieuw schip in neogotische stijl opgetrokken onder het waakzame oog van architect Ernest Dieltiens. De O.-L.-Vrouwekerk bevat verscheidene mooie stukken uit de 17e en 18e eeuw en herbergt eveneens de glasramen uit de kapel van het nu opgeheven klooster van de ursulinen. Aan de noordoostzijde van de kerk bevinden zich de geklasseerde Kempense schuur en de Latijnse School, de latere jeneverstokerij, die eveneens geklasseerd is. Een herinneringssteen aan de gevel geeft de aanpassingen van het complex aan. Ten zuiden van de kerkingang lonkt het dorpscafé ‘In Den Eik’ uit 1803, het stamcafé van Louis Neefs. Rechts daarvan verrijst het oude gemeentehuis met bovenaan drie borstbeelden van voorname Gierlenaren in de nissen. Het zijn Pieter de Nef, Petrus van der Heyden, alias Petrus de Thimo en Jan Gerard Van Hooghten. Het gebouw werd opgericht in Vlaamse stijl in 1895 met als bouwmeester Pieter Jozef Taeymans. Tegen de westgevel heeft men de oorspronkelijke, gemeenschappelijke pomp geplaatst, die vroeger centraal stond op het parkje voor het dorpscafé. - Kempense schuur, Gierle Typische driebeukige Kempische langschuur in baksteenbouw, minstens opklimmend tot 18de eeuw cfr. De inplanting op de Ferrariskaart van 1771-1777. Ze heeft een uitgespaarde westhoek onder een laaghangend Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 213
schilddak. De schuur zou behoord hebben bij het hoevecomplex annex jeneverstokerij en werd ervan gescheiden ca 1800 bij het doortrekken van de straat. Het gebinte is nog origineel. De buitenmaterialen zijn de in de 19de eeuw vervangen: leem door bakstenen, strooien dak door pannen. - Heerlekapel, Poederlee De ‘Heerlekapel’, toegewijd aan de H. Cornelius, omgeven door linden en toegankelijk via een lindedreef. Oudste vermelding in een visitatieverslag van 1572; de toenmalige lemen kapel brandde volledig af in 1622 en werd heropgebouwd in 1627. De huidige kapel is waarschijnlijk opgetrokken door de familie Proost die in 1663-64 leenheer werd van Lichtaart. De sacristie werd aangebouwd in 1985; bij deze werken werd een steen ontdekt met de vermelding ‘MDL’ (1550) vermoedelijk afkomstig van de oudere kapel. De kapel is thans bepleisterd, hetgeen in 1985 nog vernieuwd is. - Heggekapel, Poederlee Kapel van het Eerwaardige Heilig sacrament’ modo ‘Heggekapel’, devotiekapel uit de 15de eeuw, opgericht door de toenmalige heer vanPoederlee op de plaats waar roofridder Jan van Langerstede in 1412 de in Wechelderzande gestolen hosties had weggegooid of verstopt. Nadien werden de hosties op een miraculeuze wijze gevonden, reden genoeg om een heiligdom op te richten dat al snel uitgroeide tot een bedevaartsoord. Het juiste tijdstip van de bouw is niet exact meer te achterhalen, verschillende bronnen laten echter uitschijnen dat de bouw voltooid was in 1442. Kort na de voltooiing was de kapel al te klein en werd er tussen 1442 -1477 overgegaan tot vergroting. De kapel heeft zwaar te lijden gehad onder de beeldenstorm maar werd begin 17de eeuw hersteld door Albrecht en Isabella. In 1672-1673 werd de kapel voor de laatste keer uitgebreid door het bouwen van een sacristie tegen de zuidgevel. Het is een laatgotisch zaalkerkje met driezijdig koor onder zadeldak voorzien van een zeszijdige dakruiter onder naaldspits. De kapel heeft onderaan een iomlopende muurband van ijzerzandsteen of poederleeiaan om opstijgend vocht tegen te houden. In de as van de Heggekapel: lindedreef met bakstenen pijlerkapelletjes “De zeven weeên van O.-L.-Vrouw” onder zadeldakjes. Een gevelsteen in de eerste kapel draagt de vermelding “ Gift van J.B.T. (Jan Baptist)– M. TR; (Maria Theresia)WOUTERS 1911”, naam van de schenkers, die behoorden tot een invloedrijke landbouwersfamilie, wordt herhaald in het reliëf van de laatste kapel. - Gasthof De Keizer, Den Hert 5, Wechelderzande De eerste vermelding van deze Kempense herberg-afspanning dateert van 1620, naderhand ook brouwerij. De verdieping diende voor logementskamers. Het gasthof werd 1870-1880 belangrijk als ontmoetingsplaats van een groep schilders en schrijvers die in hun werk veel belangstelling toonden voor het Kempische landschap en als zodanig behoorden tot “De Kalmthoutse School” in casu “De Wechelse School”, w.o. Adriaan Heymans, Jaak Rosseels, Florent Crabeels, Frans Courtens . Ook Henry Van de Velde, befaamd architectmaar voorheen een gewaardeerde schilder heeft hier vier jaar gewoond (1886-1890). De toenmalige hoeve met herberg werd bijgevolg aangepast als logementshuis en voorzien van een schildersatelier. Hiervoor werd een tweede bouwlaag toegevoegd met groot schildersraam in de noordgevel. Restauratie en uitbreiding van d achterzijde is gebeurd in 1992-1993. - Seringenhof, Wechelderzande Het Seringenhof is een neoclassicistisch landhuis met omringende omhaagde tuin uit het einde van de 19de eeuw. Het is gebouwd in opdracht van August Wouters, die eerst een zomerpaviljoen naderhand omgevormd tot tuinpaviljoen, liet bouwen in 1895. In 1898gevolgd door de bouw van een villa, een burgerhuis met omringend park. Ca. 1923 aangekocht door de leerlooier Alfons Van Roey. Het bepleisterde gebouw onder schilddak had oorspronkelijk nog een belvedère, thans nog met omlopende ijzeren leuning. In de noord-oostgevel bevindt zich een groot rondboogvenster met geëtst glas als verlichting voor de traphal. Interieur met klassieke plattegrond: centrale hal die rechtstreeks toegang verleent tot de eetkamer en twee kleinere salons. Bij de ingang staat een tuinpaviljoen met rieten dak met zeer decoratieve Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 214
elementen. Het is een beschermd woonhuis dat recentelijk aangekocht werd en gerenoveerd en momenteel opnieuw bewoond wordt door een jong gezin. - Sint-Amelbergakerk, Wechelderzande De neogotische Sint-Amelbergakerk van 1863 was een ontwerp van architect Eugene Gife. Het is een bakstenen gebouw met een kruisbeuk en een koor. De westertoren in Kempense baksteengotiek dateert van einde 15de eeuw en is al sinds 1939 als monument beschermd. De toren wordt als een der merkwaardigste van de Kempen beschouwd. De kerk herbergt een aantal merkwaardige schilderijen en kunstwerken waaronder “De kruisoprichting” van Cornelius de Vos uit de school van Rubens. Eertijds was het omringd door een kerkhof en omheind met grille. - Pastorie – Hof d’Intere, Wechelderzande Het gebouw draagt de naam van Ambrosius de Dynter, die Wechel in een kreeg in 1444. Het huidige uitzicht dateert van 1649 toen het 16de eeuwse kasteel verbouwd werd door Johan de Proost, toenmalige heer van Wechelderzande. In 1686 werd het eigendom van de pastoor Van Tichelt. Het bleef pastorij tot 1964. Daarna werd het gemeentehuis tot aan de fusie in 1977. Omgracht complex in traditionele bak-en zandsteenstijl. De getrapte toppen van de zijgevels zijn zoals blijkt uit oude foto’s en bouwnaden een latere toevoeging (1900-1911). De huidige achtergevel was eertijds de voorgevel. De dakvensters geven een barokachtig uitzicht. Interieur: ten dele betegelde hal met stucplafond en bepleisterde kruisgewelven boven de trap. De neoschouwen in de voormalige raadszaal en de bibliotheek zijn nog bewaard. - Kapelletje, Wagemansstraat, Wechelderzande Bakstenen kapel onder zadeldak eertijds toegewijd aan St.-Anna (inplanting in de Ferrariskaart 17711777), thans aan Maria, cfr. opschrift “Ave Maria”. Tuitgevel met muurvlechtingen, rondboogdeurtje met rechts venstertje voorzien van zandstenen dorpels. Interieur met bepleisterd en beschilderd tongewelf.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 215
NIJLEN Kruiskensberg
monument
Kruiskensberg en omgeving
landschap
Hoeve en bakhuis Bogaertsheide
monument
Sint-Lambertuskerk
monument
Voormalige gemeentehuis Kessel
monument
Pastorie Kessel
monument
Kesselse Heide
landschap
Dal van de Kleine Nete
landschap
Pastorie Nijlen
monument
Pastorie Nijlen en omgeving
landschap
Sint –Willibrorduskerk
monument
- Kruiskensberg (Kruiskensbaan in Bevel) Kruiskensberg is een bedevaartsoord. Een oude tekst verhaalt dat een erg zieke herder omstreeks 1260 van de bron dronk en plots genezen was. Toen dit bekend raakte, werd er een houten kruis opgericht en de bedevaarders stroomden toe. In de 17de eeuw werden vijf putjes gegraven als symbool voor de vijf wonden van Christus. In de 19de eeuw werden deze putjes in steen gemetseld, werd er een kapel opgericht en schok jonkheer Florent le Grelle, de kasteelheer van het Rameyenhof, een groot ijzeren kruis. Op Goede Vrijdag stromen gelovigen nog steeds toe om de kruisweg te volgen. Op deze dag is er trouwens ook een speciale markt rond de Kruiskensberg. Kruiskensberg is niet enkel een monument maar ook een natuurgebied. Op het domein vind je een heideven omgeven door een uitgestrekte vochtige heide, afgewisseld met droge zandbruggen. Het gemeentelijk wandelbos heeft een oppervlakte van 13 ha. - Hoeve en bakhuis (Bogaertsheide in Kessel) Een zeventiende-eeuwse hoeve met een imposant bakhuis. De hoeve werd tijdens de Eerste Wereldoorlog vernield. Het gebouw werd in 1983 gerestaureerd. - Sint-Lambertuskerk (Kessel-Dorp) De Sint-Lambertuskerk (de voormalige Salvatorskerk) in Kessel werd gebouwd tussen 1300 en 1500. De, voor een landelijke gemeente onverwacht rijk geornamenteerde, kerk in Brabantse hooggotiek staat bekend als ‘de lentebloesem van de Brabantse gotiek’. Het Salvatorkruis werd vereerd, onder meer om doofheid en hoofdpijn tegen te gaan. De kerk met het kruis was alleszins tot 1930 een belangrijk bedevaartsoord. De kerk was meermaals het slachtoffer van plunderingen en vernielingen. Toch bleef het gebouw grotendeels onveranderd sinds 1500. - Voormalige gemeentehuis Kessel (Kessel-Dorp) Het voormalige gemeentehuis van Kessel werd in 1907-1908 opgericht. Het is een alleenstaand neogotisch pand. Momenteel is de OCMW-dienst in het gebouw gehuisvest.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 216
- Pastorie Kessel (Kessel-Dorp) De eerste vermelding van het ‘Heiligh Geesthuys’ dateert van 1436. Vanaf 1618 deed het gebouw dienst als pastorie van Kessel. In 1772 werd de pastorie herbouwd en in 1870-1872 werd het gebouw verhoogd met een bovenverdieping. In de pastorie hebben bijna 400 jaar de pastoors van Kessel gewoond. De pastorie werd meermaals verkocht en verhuurd. Het gebouw werd onder meer als vredegerecht voor het kanton Berlaar gebruikt. In 1827 werd de pastorie gekocht door de gemeente. - Pastorie Nijlen (Gemeentestraat in Nijlen) Over de oorsprong van de pastorie van Nijlen bestaat heel wat onduidelijkheid. De pastorie was alleszins omgeven door een gracht om de dorpelingen te beschermen tegen vijandige legers. In 1747 legerde de vorst van Waldeck met zijn troepen in Nijlen met oog op de belegering van Lier en Antwerpen. Het gebouw brandde in die periode volledig af. De benedenverdieping werd herbouwd. Ca. 1850 werd het gebouw met een verdieping verhoogd. - Sint-Willibrorduskerk (Kerkstraat in Nijlen) Over de bouwgeschiedenis van deze kerk met oude oorsprong is weinig geweten. Volgens sommige bronnen zou onder meer de toren opklimmen tot de 15de eeuw. De Sint-Willibrorduskerk onderging alleszins diverse veranderingen en reconstructies. In de 20e eeuw werd de kerk tijdens de twee wereldoorlogen telkens verwoest. De heropbouw van het neogotische bouwwerk werd in 1960-1961 afgerond. OLEN Kerk Sint-Martinus
monument
Pastorie Sint Martinus
monument
Kapel van Meren
monument
Omgeving Kapel van Meren
Landschap
Buulmolen
Monument
Parochie Sint-Martinus De Sint-Martinuskerk De Sint-Martinuskerk Van Olen is het fraaie resultaat Van drie bouwfasen die zowel aan de materiaalkeuze als de uiterlijke stijlkenmerken goed te herkennen zijn. De zandstenen westtoren is vroeg-gotisch (13-14de eeuw). De overige gevels zijn in baksteen uitgevoerd. Het koor met zijn steunberen en spitsboogramen is representatief voor de laat-gotische Kempense baksteengotiek (15-16de eeuw). Ook de benedenkerk heeft een laat-gotische kern maar verwierf haar huidig classicistisch uitzicht aan het eind van de 18de eeuw na de aanhechting van de zijbeuken. Waar in de meeste Vlaamse parochies de kerk en het kerkhof de jongste decennia ruimtelijk "gescheiden" werden, bleef deze eeuwenoude band in Olen echter tot op heden intact. Het stemmige interieur charmeert vooral door zijn fraai houtwerk met een speciale vermelding voor enkele laat-gotische beelden, de barokke portiekaltaren en de rococopreekstoel. In de Kempen is de vroeg-gotiek zeer sober en nagenoeg van elke ornamentiek verstoken: de amper drie geledingen tellende, zandstenenwesttoren illustreert dit sprekend. De gevelopeningen bleven beperkt tot het korfboogportaal, een rechthoekig raam aan de basis van de tweede register en spitsboogvormige galmgaten in de klokkenkamer. De torenromp is bekroond met een slanke, achtzijdige naaldspits. Merkwaardig is wel de plaatsing van het torenuurwerk: aan de achterkant tegen de spits en langs de voorkant tegen de klokkenkamer. De tegen de toren aanleunende doopkapel (zuid) en bergruimte (noord) werden pas in het laatste kwart van de 18de eeuw toegevoegd. Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 217
Het driebeukig schip verwierf zijn huidige, classicistische uitzicht in 1776-78 toen de zijbeuken verbreed werden en samen met de laat-gotische middenbeuk onder een gemeenschappelijk zadeldak verenigd werden. Om de oostelijke galmgaten van de toren te "sparen", moest het aanleunende zadeldak van de benedenkerk afgeschuind worden. De segmentboogramen staan in een sobere omlijsting met zandstenen hoekblokken en een arduinen onderdorpel met afgeronde hoeken. De cordonlijst ter hoogte van de sokkel bestaat uit zandsteen; de gecementeerde kroonlijst brokkelt door verwering plaatselijk af .De twee westelijke koortraveeën hebben omwille nan de aanleunende dienstgebouwen uit 1776-78 (o.m. de sacristieën aan de zuidkant) blinde gevels. De kleinere "bergruimte" aan de noordkant waar thans de installatie van de centrale verwarming staat, was in feite bedoeld als een rust- of schuilplaats voor de vrouwen die, na de geboorte van elk kind, hun "kerkgang" kwamen doen! De spitse eenlichten van de oostpartij staan tussen versneden steunberen in bak- en zandsteen. Het raam in het centrale facet van de absis werd gedicht. Sedert 1871 hangt er, tegen een bepleisterde en witte achtergrond, een gotisch missiekruis onder een luifel. Onderaan bevinden zich de grafstenen van pastoors J. Smolders ( + 1870) en P. Michielsen (1945). Op het grasplein aan de straatkant staat het 18-19de-grafmonument van de familie Cluyts. De bepleisterde muren van het interieur zijn wit geschilderd. De spitse scheibogen, rustend op ronde zuilen met achtkantige sokkel in zandsteen, het middenschip en de zijbeuken benadrukken de laat-gotische aanleg van de benedenkerk. De middenbeuk en het koor vormen als het ware één gestroomlijnd geheel en zijn met een bepleisterd tongewelf, versierd met classicistische ornamenten, overspannen. Tijdens de rondwandeling in het interieur vestigen we de aandacht op: - hoofdaltaar, portiek-altaar, barok, 1670-71, J. Verbuecken met - tabernakel in decor van vier Westerse kerkvaders; - tussen Corinthische zuilen, altaarstuk "Onze-Lieve-Vrouw van de rozenkrans", P. Boyermans,1675; - cartouche, gedragen door engelen, met opschrift "Altare Priviligiatum" - nis met beeld van de "Goede Herder met het verloren lam" - Maria-altaar in noordbeuk, barok portiek-altaar, 1660, met bekronend Mariabeeld en altaarstuk "H.Familie, de H.Anna en Joachim", Vlaamseschool 2dehelft van de 17de eeuw; het madonnabeeld op het altaar dateert uit de 17de eeuw; - Sint-Martinusaltaar in de zuidbeuk, barok-portiekaltaar, 1663, met altaarstuk "De Bekering van de H. Bavo", ca. 1663, naar een schets (1612) van P,P. Rubens; - preekstoel, rococo, 1767, Jacob van der Neer. De kuip is toegankelijk via een dubbele trap. De beeldengroep aan de voet van de kansel stelt de "Liefdadigheid van Sint-Martinus" voor: soldaat-ruiter Martinus geeft de helft van zijn mantel aan een bedelaar; - afsluiting doopkapel classicistisch houtsnijwerk, 1ste helft 18de eeuw; - koorgestoelte en lambrizering met ingebouwde biechtstoelen, ca. 1780, laatbarok en classicistisch; - doksaal met balustrade, ca. 1780, classicistisch; - orgelkast, ca. 1910, maar in 1963 volledig vernieuwd; - wit geschilderde houten beelden van Sint -Ambrosius (biekorf , patroon van de imkers, Onze-LieveVrouwvan Smarten, H. Jozef met Jezuskind, H. Martinus (bisschop met staf en mijter) en H.Sebastiaan-, 16-18de eeuw; de voorstelling van Sint -Sebastiaan als een Romeins honderdman is vrijwel uniek. Het beeld herinnert aan de handbooggilde die in de kerk over een eigen altaar beschikte; - H. Hart van Jezus en Onbevlekt Hart van Maria, Isidorus, stenen beelden, 19de eeuw; - H. Isidorus, stenen beeld, 1980. Een “driesplein” naar Frankisch model Ze zijn nu nog steeds bijzonder talrijk, a priori in de Kempen, de driezijdige pleintjes waarrond de definitieve kolonisatie van deze arme zandstreek vaste vorm kreeg. Dat van Olen behoort omwille van zijn gaafheid en zijn omvang ongetwijfeld tot de fraaiste van het hele land. In de historische nederzettingsgeografie noemt men zo een plein een "dries". De lokale toponiemen "De Biest" en "De Plaats" zijn er synoniemen van. Driesnederzettingen zijn meestal ontstaan tijdens de Frankisch-Merovingische tijd, te situeren in de 5de-7de eeuw na Christus. Hoewel Olen pas voor het eerst officieel vermeld wordt in 994, impliceert dit enkel maar Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 218
dat het toen al met zekerheid bestond én al enig belang had. Een stichting enkele eeuwen voordien, in de sfeer van de duistere middeleeuwen en de vroegmiddeleeuwse kerstening (ca. 650) is dus meer dan waarschijnlijk. Gedurende meer dan één millennium, ja zelfs tot diep in de 19de eeuw, bleef de centrumbevolking van Olen geconcentreerd rondom dit ruime plein en twee aanpalende pleintjes ten noordoosten. Lintbebouwing bleef beperkt tot de Sint-Maartenstraat, de verbindingsweg met de parochiekerk die in feite helemaal aan de westrand van de dorpskom stond. Een momentopname van de "urbanistische" toestand aan het eind van het Ancien Régime (ca. 1775) vind je op de Ferrariskaart van die tijd. Rondom de dorpskom lag een gordel van omhaagde akkerperceeltjes. Naar het zuiden toe zien we dat Voortkapel, thans een parochie onder Westerlo, aan het eind van de 18de eeuw kerkelijk nog onder de Olense Sint-Martinusparochie ressorteerde. Naar het noorden toe herken je de zeven Olense landbouwgehuchten, nu gelegen aan de overkant van de E313 en/of het Albertkanaal, en tenslotte de "Grote Heyde" en de beemden in de drassige vallei van de Kleine Nete. " Jesukes ouders" moesten dat stukje Olen toen nog ontdekken! Het dorpsplein in Olen Sint Martinus Is het dorpsplein als dusdanig door de eeuwen heen in oppervlakte en omvang vrijwel constant gebleven, dan zijn de inrichting en het uitzicht ervan wel fundamenteel veranderd. De primaire betekenis en functie van het centrale, driezijdige dorpsplein was een "veilige" verzamel- en drenkplaats voor het vee tijdens de nacht of bij dreigend gevaar. De veestapel in het algemeen en de koe in het bijzonder waren voor de traditionele Kempense boerenbevolking van levensbelang. Ze produceerde melk en zuivel, mest, energie en grondstoffen (o.a. leder). Precies in deze context wortelt de kleurrijke Kempense volksdevotie en de talrijke bedevaarten naar heiligenspecialisten tegen allerhande kwalen van het vee. Ook de centrale plaats van de "potstal" in de Kempense langgevelhoeve, nl. tussen het woonhuis en de schuur, getuigt hiervan. Dergelijke hoevetjes tref je nu nog steeds her en der in het Olense landschap aan; rond het dorpsplein zijn ze echter verdwenen. Het Olens dorpsplein is niet altijd volledig onbewoond gebleven. Oude foto's tonen immers midden op het plein, ter hoogte van de huidige parkeerplaats, enkele herbergen en de smidse die omstreeks het midden van de 20ste eeuw gesloopt werden. In 1936 werd de oude dorpsschool, die vlak tegenover het gemeentehuis stond, afgebroken. Het plein is thans overschaduwd door een 60-tal inheemse linden, aangeplant in 1801 ter vervanging van een uitheemse “Franse” vrijheidsboom. Door de T-aansluiting van de Sint-Maartenstraat op de drukke weg Herentals-Herselt (laatstgenoemde vormt tevens de oostgrens van het dorpsplein) wordt de oude dries nu in twee helften verdeeld. Het grotere noordelijke deel omvat een parking en een grasplein. Op de vroegere varkensmarkt heeft het comité "1000 jaar Olen" een monument "Het Gezin" geplaatst ter herinnering aan het feestjaar 1994. Het kleinere zuidelijke deel heeft een meer versteende vloer en is voorzien van rustbanken tussen openbaar groen. Onwillekeurig gaat hier de aandacht uit naar de koperen "driepottenfontein". Tekst en uitleg over dit merkwaardige monument lees je ter plekke: "Deze koperen fontein werd vervaardigd en aan de gemeente geschonken door de Metallurgie Hoboken-Overpelt/Afdeling Olen. 05.08.1978". Deze fontein is de synthese van een unieke brok Olense geschiedenis en herinnert zowel aan het olijke Kempens boerendorp van weleer als aan zijn latere industrialisatie. Rustend op een bank rond deze fontein - een kleine pot met één oor, een middelgrote pot met twee oren en grote pot met drie oren!- houden we de volksoverlevering in ere en vertellen je de legende van de Olense pot. Bij de heraanleg van het voetpad rond het dorpsplein werd een “walk of fame” aangelegd. Tegels die verwerkt zijn in de kasseien verwijzen naar bekende Olenaars of typische volksfiguren die ooit op of rond het dorpsplein hebben gewoond. De Pot met Drie Oren Bij het horen van de naam Olen denken velen spontaan aan een pot met drie handvatten. Het volkse verhaal van deze merkwaardige pot kadert in een uitgebreid assortiment van zgn. Keizer Karelsagen. Na het bezoek van een vreemde ruiter heerste er een gespannen sfeer bij het gemeentebestuur. Toen de onbekende een bode bleek te zijn die de komst van Keizer Karel had aangekondigd, besliste de Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 219
gemeenteraad de keizer iets te drinken aan te bieden in een pot met drie oren. De zoektocht naar zulk een beker verliep niet volgens plan en de verhalen over de pot met drie oren werden geboren. Omdat het literaire aspect in deze historie niet onbelangrijk is, citeren we de versie van auteur Walter van den Broeck in zijn "Brief aan Boudewijn" . "Op een dag stapt Karel V met zijn gevolg in Olen af om er even te verpozen in een herberg. De zenuwachtige waard brengt hem onmiddellijk een kan bier, maar houdt ze bij het oor vast zodat de keizer ze niet van hem kan aannemen. Lachend geeft hij de waard de raad een tweede oor aan de kan te laten solderen. Bij een volgende gelegenheid komt de waard trots met een speciaal voor de keizer vervaardigde kan op de proppen. Maar ditmaal houdt hij ze bij de twee oren vast, zodat de keizer ze weer niet kan aannemen. Dan maar een derde oor! En. U raadt het al ...als de keizer een derde maal in Olen afstapt, houdt de waard de kan bij de twee oren vast terwijl hij het derde tegen zijn borst aandrukt. Onder luid gelach van het keizerlijke gevolg grijpt de vorst onder de kan door naar het derde oor en drinkt ze dan in één teug leeg. Sindsdien worden die van Olen in heel het land als de domste der boeren beschouwd". De waarheid over dit keizerlijke verhaal laten we in het midden. Historische bewijzen zijn er niet, hypothesen en vermoedens des te meer. Keizer Karel symboliseert zowat de Vlaamse volksaard wiens reputatie van bierbrouwen en drinken nu nog steeds wereldwijd bekend is. Bovendien kwam de keizer geregeld op bezoek bij zijn zuster Maria van Hongarije die in Turnhout verbleef. Het is daarom niet uitgesloten dat hij op doortocht in een Olense stamkroeg regelmatig zijn dorst leste. Spot en zelfspot ruimden mettertijd plaats voor fierheid. Niet minder dan drie herbergen ambiëren elkaar de echte pot. Twee ervan situeren zich rond het oude Frankische dorpsplein, nl. de Oude Pot van Keizer Karel en de Zwarte Stier alias de Pot van Keizer Karel. De derde is de oude afspanning Sint-Sebastiaan aan de Geelseweg. Rond het plein Visuele herinneringen aan de vroegste episode uit de geschiedenis van dit Frankisch plein zijn volledig uitgewist. Zelfs het middeleeuwse pleinmeubilair, we bedoelen hiermee de hoevetjes in schilderachtig vakwerk, lemen of bakstenen gevels tussen een houten timmerwerk, is er niet meer. Herbergen wiens namen herinneren aan de legende van de Olense drie-oren-potten of andere "potten" zijn er nog wel, al zijn hun gevels beduidend jonger dan het verhaal zelf. De fraaiste panden zijn het gemeentehuis en de pastorie, wettelijk beschermd omwille van hun historisch en architecturaal belang. Over deze "symbolen" van het burgerlijke en kerkelijke verleden vertellen we zodadelijk meer. Verder herken je nog enkele oude "kernen" zoals een gedeelte van het woonhuis nr. 15, recent aangekocht door het gemeentebestuur. Bijzonder fraai zijn het rondboograampje van de bovenverdieping en het dito deurtje in de zijgevel. De taverne “De Pioen” en het gedeelte van het aanpalende hoekhuis zijn, zoals de meeste huizen vroeger, slechts één bouwlaag hoog. De meeste gevels zijn echter recent en in architecturaal opzicht minder interessant. Niettemin wijzen we op de burgerhuizen (nrs. 32-34), palend aan het noordoostelijk deel van het plein. Stilistisch herken je er de invloed van de Jugendstil (of art nouveau). Deze panden herinneren inderdaad aan de fin-de-siecle architectuur en haar burgerij: hier woonden destijds de burgemeester, de notaris … Het gemeentehuis Van ca. 1760 tot aan het eind van het Ancien Régime vergaderde in dit pand de Olense schepenbank. Nadien, in de Franse (1796-1815) en de Hollandse tijd (1815-1830), was het de zetel van de "municipale raad" en sinds 1830 is het gemeentehuis. Ze zijn zeldzaam, de Vlaamse gemeentebesturen die sinds 's lands onafhankelijkheid onafgebroken in hetzelfde pand gehuisvest zijn! Tot omstreeks het midden van de 20ste eeuw werd het slechts gedeeltelijk door de gemeentelijke administratie gebruikt. Zo was in de 19de eeuw de bovenverdieping het schoolhuis van de hoofdonderwijzer en in de eerste helft van de 20ste eeuw de woonst van de veldwachter. Bij de restauratie en renovatie van 1976 werd vooral het interieur gemoderniseerd en eigentijds ingericht. Symmetrisch breedhuis van vijf traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak. Sierlijke pleingevel onder invloed van de 18de-eeuwse Franse bouwstijlen (rococo en classicisme). Bepleisterde voorgevel op een sokkel met arduinen parament. Bepleistering versierd met abstracte rococomotieven (lijnen, vlakken, krullen) en stucwerk (rozetten). Gelijkvloers met beluikte ramen; Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 220
luiken met gestileerd bloemmotief versierd. Ramen van de bovenste verdieping rustend op zes balusters van Dorische zuilenorde. Geprofileerde middenrisaliet. Verhoogde begane grond met brede, dubbele deur; segmentboogvormig bovenlicht met typisch Olense symbolen (het gemeentewapen, “de Pot” en "de keizer"). Bekronend driehoekig fronton. De Pastorie. Classicistische norbertijnenpastorie in baksteen en arduin uit 1768-71. Beschermd pand bij K.B. van 13.04.1953. Van 1224 tot aan het eind van het Ancien Régime beschikte de norbertijnenabdij van Tongerlo over het begevingsrecht van de Olense Sint-Martinusparochie en was een witheer hier pastoor. De omwalling is grotendeels bewaard gebleven en werd enkel aan de zijde van het dorpsplein gedempt. Ruim, blokvormig en symmetrisch gebouw van 5 traveeën en twee bouwlagen onder schilddak. Beluikte rechthoekige ramen in een arduinen lijstwerk. Gecementeerde kroonlijst. Geprofileerde middemisaliet. Statig rococo-portaal in arduin; bovenlicht met smeedijzeren traliewerk en rocaillesluitsteen op de licht gebogen bovendorpel. Bel-etage met segmentboogramen in arduinen omlijsting. Bekronend driehoekig fronton met oculus. Bij de straat, korfboogvormig poortgebouw in afbraakmateriaal van de oude pastorie (baksteen, zandstenen imposten en hoekblokken) .De pastorietuin is thans aan de pleinzijde geprivatiseerd door een bakstenen muur. Monument "Keizer Karel en de Boeren van Olen" In het jaar 2000 werd de 500ste verjaardag van de geboorte van Keizer Karel herdacht. Volgens de legende bezocht de legendarische keizer "regelmatig" het Kempische dorpje Olen. Om een blijvende herinnering te bewaren aan dit heuglijk jubileum werd beslist om een monument in de vorm van vijf bronzen beeldjes te plaatsen langs de muur van de pastorie van Olen-Centrum. De Olense kunstenaar Jos Wouters toog aan het werk en vervaardigde de vijf beeldjes rond de meest bekende verhaaltjes over Keizer Karel en de Boeren van Olen, onder de titel: "De Driekantige Boeren van Olen verwelkomen Keizer Karel". Van links naar rechts herkennen we: de koe op het dak van de kerk, boer biedt drie-oren-pot aan Keizer Karel aan, de Keizer drinkt uit de pot, boerin biedt schotel rijstpap aan, de boeren willen de kerk verplaatsen. Monument "Het Gezin" In 1994 werd uitgebreid 1000 jaar Olen gevierd, met de meest verscheiden activiteiten. Een blijvende herinnering aan dit jubileum vormt het bronzen beeld "Het Gezin" dat op het marktplein van Olen-Centrum werd opgericht. Het is van de hand van de bekende kunstenaar Jos Wouters. Het kaderde in een ruimer geheel: 1994 werd immers door de Verenigde Naties uitgeroepen tot “Internationaal Jaar van het Gezin". Jos Wouters gaf ook toelichting bij zijn ontwerp: 'n man en ’n vrouw, ze hadden elkaar zo lief, hun kind werd geboren, ' n gezin! In deze volgorde is het verlopen, eeuwen en eeuwen terug. Ook op deze manier is Olen bevolkt, duizend jaar geleden. Wil Olen nog het volgende millennium vieren, dan zal deze volgorde: man – vrouw – kind moeten gehandhaafd blijven. Hoewel men weet nooit. Dit monument werd enkele jaren later verplaatst naar de rand van het marktplein. Buulmolen De allereerste vermelding van de Buulmolen dateert al van 1362: "Walterus Smeyers de pecio terre... molendinum de bule". In de nacht van 11 juli 1744 brandde de molen af, maar hij werd in het najaar en de winter weer opgebouwd. In 1938 werd de molen gedemonteerd en overgebracht naar Antwerpen (Noordkasteel), omdat hij in Olen plaats moest ruimen voor de aanleg van het Albertkanaal. In 1974 werd hij, wegens de aanleg van de verbinding tussen het 5de havendok en het Amerikadok, een 400-tal meter verder geplaatst, nabij de Hogere Zeevaartschool en de Royerssluis. Hij werd er aan zijn lot overgelaten en in 1986 gedemonteerd. En dan gebeurde het wonderlijke: "de molen zou terugkeren naar zijn stal!" De stad Antwerpen werd in 1991 bereid bevonden om de molen af te staan aan de gemeente Olen. Aanleiding was de viering "1000 jaar Olen" in 1994. Deze viering was een succes, maar de molen ontbrak op het appèl! Onder impuls van de Werkgroep Vrienden van de Buulse Molen (gegroeid uit de Heemkundige Kring De Linde) kon de Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 221
overbrenging toch gerealiseerd worden. De heropbouw en de maalvaardige restauratie gebeurde in 20022003 op vakkundige wijze door Adriaens Molenbouw bv uit Weert (NL). De roeden zijn 25,60 meter lang en werden vervaardigd door Derckx uit Wessem (NL) in 2003. Op 1 augustus 2003 werd de "teruggekeerde verloren zoon" feestelijk ingehuldigd. Parochie: Onze-Lieve-Vrouw-Olen In de middeleeuwen en het Ancien Régime waren er aan de Olense dorpskom, periferisch gelegen aan de bosrijke zuidrand van het gemeentelijk grondgebied een tiental agrarische gehuchten of heerdgangen verbonden. Op oude kaarten uit de 18de en de 19de eeuw lezen we namen als Gerheze, Doffen, Doffenhoek, VierHuyzen, Gerheyden, Bijlen, Boekel-Heykant, Gerhaegen, Meren, Schaetsbergen, Neder Buel en Hoog Buel. Welnu, in de huidige straatnamen leven deze oude toponiemen nog steeds verder, ook al is de agrarische bedrijvigheid er mettertijd nagenoeg volledig weggeëbd. Ten noorden was dit agrarische gebied begrensd door het uitgestrekt en desolaat landschap van de Groote Heyde en de Neder Heyde. Omwille van de grote afstand tot de Sint-Martinuskerk in Olen-dorp ijverde de boerenbevolking van deze gehuchten vanaf de tweede helft van de 18de eeuw voor de oprichting van een tweede parochiekerk. Noch de kapel van Gestel - thans verdwenen maar te situeren in de sociale wijk "Gestelen", noch de SintWillibrorduskapel te Meren konden deze promotie waarmaken. Niet alleen de onderlinge rivaliteit speelde hen parten, maar ook de norbertijnenpastoor van de centrumparochie verleende hiervoor geen toestemming. Alleen het lezen van missen in de Sint-Willibrorduskapel werd gedoogd; voor de overige sacramenten moesten de "boeren van Achter -Olen " noodgedwongen naar de centrumkerk. Door de forse aangroei van de bevolking in de 19de eeuw werd Achter-Olen in 1864 uiteindelijk toch een autonome parochie: een "open plek" in het centraal gelegen Boekel werd uitverkoren voor de bouw van een gloednieuw gebedshuis. Naar aanleiding van het eerste eeuwfeest van de parochie in 1964 werd de benaming Achter-Olen vervangen door Onze-Lieve-Vrouw-Olen. In het huidige landschap herken je de oude gehuchtkernen niet alleen aan hun toponymie maar ook aan het spreidingsgebied van de oude Kempense boerderijen. Het verhaal van de traditionele landbouw behoort echter ook in dit stukje Kempen definitief tot het verleden. Momenteel is de agrarische sector op een meer moderne leest geschoeid. De Onze-Lieve-Vrouwkerk De monumentale Onze-Lieve-Vrouwkerk uit 1865-66 beheerst volledig de noordkant van het rechthoekig, beboomd dorpsplein. Haar nogal recente inplanting en ouderdom blijkt niet alleen uit het architecturaal totaalbeeld maar ook uit de niet-conventionele oriëntatie, waarbij het koor naar het NNW gericht is. Bij oudere kerken "kijkt" het koor immers steeds naar het oosten (=Jeruzalem). Vanaf de 19de eeuw houdt men, niet zelden om redenen van praktische aard, bij de inplanting van nieuwe kerken meer rekening met andere motieven zoals het bestaande wegennet en de beschikbare ruimte. Architecturaal behoort deze bakstenen parochiekerk tot de neogotiek; de sokkellijst bestaat uit arduin. Versneden steunberen en spitsbogen (ramen, portalen, galmgaten) beheersen de buitenarchitectuur. Het grondplan bestaat uit een halfingebouwde toren, een driebeukige benedenkerk van vier traveeën, een eenbeukig hoofdkoor van drie traveeën met een driezijdige absis en aanleunende zijkoren van één travee met een vlakke sluiting. De torenromp, ten oosten geflankeerd door een polygonaal traptorentje, telt vier geledingen en is met een ingesnoerde achtzijdige naaldspits bekroond. De tympaan boven de segmentboogdeur is blind; het drieledig doksaalvenster werd met maas- en traceerwerk versierd. De gevels eindigen steevast op sierlijke baksteenfriezen met ruit- en muizetandmotieven. In de basilicale benedenkerk staan zowel rondvensters (middenbeuk) als spitsboogramen (zijbeuken). Meer nog dan de buitenarchitectuur verwoordt het interieur het verticalisme van de neogotische vormentaal; dit is in ruime mate te danken aan het gebruik van de spitse scheibogen. Samengestelde collonnetten met knoppenkapiteel brengen de druk van de kruisgewelven op de dekplaat van de ronde zuilen over. De muren zijn deels bepleisterd, deels met een houten lambrisering bezet. Fraai is de overkragende hardstenen onderbouw van het doksaal, rustend op consoles met muzikale "engelen". Het orgel zelf wordt door specialisten omwille van zijn zuivere klanken geprezen. Het kerkmeubilair (biechtstoelen, retabelaltaar) is Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 222
overwegend neogotisch. De beelden dateren uit de 19de en de 20ste eeuwen hebben een geringe kunsthistorische waarde. De moderne glasramen (1965) werden vervaardigd in het atelier van de bekende Antwerpse kunstenaar Jan Huet. De Sint-Willibroduskapel De Sint- Willibrorduskapel van het gehucht Meren bevindt zich ten zuiden van de haakse bocht van de "Meren"-straat en is via een ca. 30 meter lang pad met de openbare weg verbonden. Een zestal linden omringen dit bij K.B. van 27/10/1982 beschermd monument. Alhoewel de oudste vermelding van een Willibrorduskapel alhier teruggaat tot de 15de eeuw (1414?), verwierf het gebedshuis zijn huidig uitzicht in 1761-63. Deze eenbeukige kapel bestaat uit een schip van twee traveeën met een driezijdige absis. Architecturaal herken je er zowel sporen van de gotiek als van de barok. Tot de gotische kenmerken behoren o.m. de versneden steunberen en vooral het dichtgemetseld spitsboogvormig tweelicht in de absis. De vier segmentboog ramen daarentegen zijn ontleend aan de vormentaal van de barok. De aankleding van de voor- of westgevel bleef uitermate sober met een oculus en een zolderluik in de puntgevel. De deur, geplaatst in een portaal met afgeronde hoeken, staat in de noordgevel. De gevel eindigt op een gecementeerde muizetandfries. Op het leien zadeldak prijkt een zeszijdig dakruitertje met open klokkenstoel en ranke spits. Sedert de jongste restauratie en renovatie (ca. 1990) is het interieur als tentoonstellingsruimte ingericht. Tot het origineel meubilair van deze gehuchtskapel behoren alleszins het barokke portiekaltaar in gemarmerd eikenhout en de bekronende nis met Willibrordusbeeld. In de traditionele volksdevotie werd deze patroonheilige vooral aanroepen als specialist tegen zweren en andere huidaandoeningen. Tussen 1592 en 1918 werd in deze kapel, waarin ooit drie altaren stonden regelmatig mis gelezen. Nadien bleef ze nog tot na de Tweede Wereldoorlog een "halte" in de H. Kruisprocessie die jaarlijks door de velden trok teneinde een goede oogst te bekomen. De afspanning Sint Sebastiaen Als "aloude" afspanning een symbool van het transport en het "verkeer" tijdens de middeleeuwen en het Ancien Régime ontstaan bij een knooppunt, van wegen, is dit pand de jongste decennia precies mede door de verkeersdrukte van de moderne tijd (Geelseweg) tot een toeristisch-recreatief minder aantrekkelijke site ontaard. Door de aanleg van het Albertkanaal werd bovendien de rechtstreekse "navelstreng" met Olendorp afgesneden. Vandaar dat de historische draagwijdte en geladenheid van dit gebouw zijn architecturale betekenis ruimschoots overstijgt. Den Bastiaan, de symboliek van de naam alleen reeds suggereert de functie van dit pand duikt reeds op in de 16de eeuw als afspanning, halte en rustplaats op het postkoetstraject van Herentals via Geel naar Turnhout. Het situeerde zich tussen de Olense landbouwgehuchten Gerheyden, Doffenhoek en Neder Buel. Tot in het begin van de 20ste eeuw behield het de toeristische functie van "hotel". Misschien stapte Keizer Karel hier ooit wel eens binnen want ook de herberg Sint-Sebastiaan maakt aanspraak op de echte Olense "drie-oren-pot". Tijdens de Boerenkrijg wist Emanuel Van Gansen (p. 75) hier de monstrans, gestolen uit de kerk van Westerlo, na een bloedig gevecht waarin enkele Franse soldaten omkwamen, te heroveren. In de 19de eeuw tenslotte was deze herberg de rendez-vousplaats van de Herentalse burgerij die op zondag tot hier wandelde om er in de schaduw van een "stemmige" linde een pot gerstenat te drinken. Het gebouw zelf heeft een sobere baksteenarchitectuur onder een pannen zadeldak. De straatgevel telt zes traveeën met een iets bredere dienstdeur. Voor de herberg staat een speciaal gesnoeide "terraslinde" met ondersteunend houtwerk en vierzijdige zitbank. Het Olens Boerke Het standbeeld “Het Olens Boerke” bevindt zich op het kruispunt Pastoriestraat-Beilen. Het werd aangekocht met geld van “1000 jaar Olen”, de vzw die de festiviteiten tijdens de milleniumviering in 1994 organiseerde en coördineerde. In 1998 werd dit beeld ingehuldigd.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 223
Merkwaardige Boerderijen Het Schrans van Doffen, vervulde in de 18de eeuw de functie van brouwerij en was zeker tot in de 19de eeuw omgeven door water. Deze hoeve werd gerenoveerd en is toegankelijk via Vierhuizen. Het Keizershof te Boekel, bestond reeds in de 18de eeuw en is thans prachtig gerenoveerd.
Parochie: Sint-Jozef-Olen Op het bescheiden "duinengehucht" Heibloem na bleef het noordelijke gedeelte van de gemeente Olen tot in het begin van de 20ste eeuw nagenoeg onbewoond. De alluviale vlakte van de Kleine Nete was te nat en de bodem van de Groote Heyde te zandig om er onder natuurlijke omstandigheden efficiënt aan landbouw te doen. De Groote Heyde werd begraasd en beheerd door het vee van de boerenbevolking uit de zuidelijke gehuchten, thans verenigd onder de noemer "Onze-Lieve-Vrouw-Olen". De voorbereidingen voor de ontsluiting van dit schaars bewoond heidegebied kaderen in de industriële omwenteling en situeren zich in de tweede helft van de 19de eeuw. De aanwezigheid van het Kempisch kanaal en de spoorweg AntwerpenGladbach waren immers van doorslaggevend belang toen de olense heide in 1912 uitverkoren werd als vestigingsplaats van een gloednieuwe non-ferrofabriek. Nu nog steeds is de Olense vestiging van Umicore/Cumerio in kringen van non-ferro-industrieën een begrip, zeker als het gaat over de produktie van koper, kobalt en germanium. Ten zuiden van de fabriek werd na de Eerste Wereldoorlog een tuindorp - de kern van deze zgn. "Cité" bestaat uit drie parallelle straten met bijzonder suggestieve namen: de Koperstraat, de Radiumstraat en de Zandstraat- met ca. 125 identieke tweewoonsten voor arbeiders en bedienden van het bedrijf aangelegd. Het kaderpersoneel woonde in ietwat ruimere villa's langs de Leemansstraat! Reeds in 1913 werd er een nieuwe parochie opgericht. Net zoals in Balen-Wezel onder een analoog gesternte ontstaan na de stichting van de zinkfabriek "Vieille-Montagne" in 1885 werd deze toegewijd aan Sint-jozef, patroon van de arbeid. De neo-Romaanse Sint-jozefkerk, voltooid in 1925, alsook de pastorie en de wijkschool werden gebouwd op gronden gekocht en geruild in samenspraak met jozef Leemans en Frederic Speth, pioniers van de Société Générale Metallurgique de Hoboken waartoe ook de Olense koperen radiumfabriek behoorde. De recente urbanistische uitbreiding van Sint-jozef-Olen situeert zich vooral ten uidoosten van de Lichtaartseweg (Bankloopstraat, Grote Heide, Libelstraat, Meikeverstraat, Waterstraat alsook de sociale wijk Witgoor) en dit niet in het minst omdat deze zone t.o. v. het non-ferrobedrijf "gunstig" gelegen is. Interessant om weten is ook dat onder de parochie Sint-jozef-Olen ca. 900 "parochianen", wonend in het afgelegen noordwestelijk deel van de buurgemeente Geel, ressorteren. Geïsoleerd aan de overkant van het Kempisch kanaal ligt de wijk Heibloem. Een deel van de vallei van de Kleine Nete, ontsloten door de Roerdompstraat, behoort tot het Geelse "Zegge Domein", een agrarische ontginning met enkele grotere veehouderijen uit de vijftiger jaren. De grote kavels met weilanden en maïsteelt beklemtonen dat de veeteelt zich als dé hoeksteen van de landbouw wist te handhaven. Dit open valleilandschap contrasteert landschappelijk met de kleinschaligheid en de Kempense authenticiteit van het aanpalend natuurgebied Het Olens Broek". Verder situeren zich daar, vlak bij de noordelijke oever van het Kempisch kanaal, nog enkele zeer fraaie en rustige plekjes met vennetjes en oude landduinen met goed ontwikkelde podzolbodems. De Sint-Jozefkerk De Sint-Jozefkerk, palend aan het Pastoor A. Janssensplein, is een neo-Romaans gebouw uit 1923-25; de inwijding ervan vond pas plaats in 1930. De bakstenen gevels rusten op een zandstenen sokkel. Het grondplan bestaat uit een voorstaand portaal van één travee, een eenbeukig schip van zeven traveeën, een lager koor van drie traveeën met een rechte absis, aanleunende zijkoren van één travee met een rechte sluiting en een toren ten noordoosten van het koor. Ondanks de oosttoren opteerde architect Chrétien Veraart voor een klassieke oriëntatie met het koor aan de oostkant. Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 224
Algemene kenmerken van het neo-Romaans concept zijn o.m. de rondboogfries als gevelbeëindiging, het geprofileerd rondboogportaal, de gestalte van de toren (spletige kijkgaten, rondboogvormige galmgaten, rond traptorentje, tentdak), alsook de samengestelde vensters met een maaswerk in constructie-beton en ruime aandacht voor de cirkel en de cirkelboog. Zo zijn zowel de westgevel van de middenbeuk als de oostgevel van het koor met decoratieve rondvensters uitgerust. De "neogotische" steunberen verstoren enigszins de stijlzuiverheid. Bij de toren ontbreken ze weliswaar; hier zijn de gevels dan weer d.m.v. van lisenen (= verdiepte gevelvakken) in reliëf gezet. Bij afwezigheid van zuilen of pilaren ontvouwt het bepleisterde interieur zich als een zaalkerk met fris geschilderde muren. Gentenaar Ganton ontwierp de grote glasramen in de oost- en westgevel; in de figuratieve voorstelling staat het kruis centraal. De overige glasramen alsook de kruisweg in houtskool dateren uit 1965 en werden vervaardigd door kunstschilder-glazenier Vingerhoets uit Antwerpen. Architect J .A. Van der Gucht ontwierp het “stenen” kerkmeubilair, nl. de altaren, de communiebank, twee kerkmeesterbanken en twee biechtstoelen; de steenhouwers Peeters uit Antwerpen deden de technische uitvoering ervan. De overige houten kerkmeubels (het gestoelte en de twee biechtstoelen) zijn van de hand van Lemmens uit Herentals. De firma Stevens (Duffel) construeerde het orgel (1932). De Cité en Leemanslaan te Sint-Jozef-Olen In Sint-Jozef-Olen vormt de Leemanslaan samen met de Koper-, de Radium-, de Zand- en een deel van de Kasteel- en Watertorenstraat de zogenaamde “Olense Cité” of het Koperen Dorp en is ontstaan ten behoeve van de werknemers van het huidige Umicore/Cumerio. De woonwijk uit de jaren 1923-1930 en 1951-1957, deels gesloopt in de periode 1961-1988, omvat per twee gekoppelde woningen voor het kaderpersoneel (Leemanslaan), meestergasten (Watertorenstraat) en bedienden en arbeiders (Koper-, Radium- en Zandstraat). In het boek “Brieven aan Boudewijn” beschrijft schrijver Walter Van Den Broeck, zelf geboren in de Koperstraat, uitvoerig het leven in de Cité. Vierzijdige Piramidemonument Op het dorpsplein voor de Sint-Jozefkerk bewonder je een enig monument, opgevat in de vorm van een piramide in koper, waarrond een zitbank je uitnodigt om rustig te genieten. André Van Opstal heeft het ontworpen. De werkhuizen van M.H.O. (Metallurgie Hoboken Overpelt) hebben het vervaardigd. Jef De Ceuster uit Herentals levert de houten modellen voor de halfreliëfbeelden. De firma Vanden Bossche uit Mechelen heeft deze beelden gegoten. De vier panelen hebben een verstrekkende waarde, symbolisch en wezenlijk, door de uitbeelding van de hoekstenen van de parochie. Het eerste, gericht naar het noorden, biedt een tafereel van het voorbije leven: een turfsteker met de eerste vermelding in 1154, en de namen van gehuchten in Geel. Dit, gericht naar het westen, leunt aan bij de industrie, met een achtergrond van fabrieksgebouwen en een ovenarbeider op de voorgrond. Je leest de evolutie van de verschillende namen van de maatschappij, van 1908 tot heden. Het zuidelijke paneel beklemtoont het familiaal en sociaal aspect met een man en vrouwen hun kind centraal op het voorplan, verder woningen en parochielokalen, o.a. 'De Vrede'. Het oostelijke paneel kiest de kant van de kerk) met de voorstelling van de patroonheilige en zijn attribuut, de zaag en het kind Jezus; daaronder de namen van gehuchten die in Olen tot de parochie behoren. De piramide is opgericht n.a.v. het 75-jarig bestaan van de Sint-Jozefparochie, gelegen onder Olen én Geel. Hier bevinden zich de M.H.O.-fabrieken (thans Umicore/Cumerio). In deze cité-parochie situeert zich de "Brief aan Boudewijn" van Walter Vanden Broeck. Het monument verdient om meer dan één reden de aandacht. Het bindt Olen en Geel, Hoboken en Overpelt, toont het lokale leven economisch, landelijk, familiaal en sociaal, religieus. Dergelijk vierluik heeft zin voor de hele gemeenschap.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 225
VORSELAAR
SCHANDPAAL
monument
SINT-PIETERSKERK (TOREN)
monument
DE PASTORIJ
monument
DE VEERTIEN KAPELLEKENS
monument
DEVOTIEKAPEL
monument
SCHRANSHOEVE
monument
HET KASTEEL DE BORREKENS
monument
OMGEVING KASTEEL DE BORREKENS
dorpsgezicht
DE HOEVE SASSENHOUT
monument
HET ERF VAN DE HOEVE SASSENHOUT
dorpsgezicht
- Schandpaal (de kaak) De kaak bevindt zich op de Markt. Dit monument was niet zozeer als schandpaal bedoeld maar eerder als symbool van de macht van de Heer van Vorselaar. Het is een arduinen paal op een achtkantig verhoog met drie arduinen treden. Aan de voet van de kaak liggen vier arduinen bollen, als het ware om de grens af te bakenen waarbinnen het ‘te schande stellen’ moest geschieden. - Sint-Pieterskerk Reeds in de 12e eeuw was er in de geschriften sprake van de parochie. De kerk, toegewijd aan Sint-Pieter, heeft haar huidige vorm pas gekregen in 1839 toen de twee zijbeuken werden bijgebouwd. Haar opvallendste kenmerk, de 69m hoge spitse toren (‘schoone hooge naelde met een peer’), dateert van 1637. - De veertien kapellekens We kunnen met vrij grote zekerheid stellen dat de kapellengroep ‘De Veertien Kapellekens’, waarnaar ook een straat werd vernoemd, werd opgericht in 1860 door landbouwer Petrus Verhaert. Medio 19e eeuw maaide hij met een zeis in zijn been. Hij kreeg de raad om het gewonde been regelmatig in de beerput te hangen opdat het goed zou genezen. Tijdens het genezingsproces zou Petrus beloofd hebben dat – als hij zijn been zou mogen behouden – hij uit dankbaarheid voor zijn genezing een kruisweg zou (laten) bouwen. Thans zijn de Veertien Kapellekens eigendom van de Kerkfabriek van Vorselaar. Begin jaren ’90 werden ze grondig gerestaureerd. Op zondag 16 mei 1993 werden de gerenoveerde Veertien Kapellekens plechtig ingewijd. Bij Ministerieel Besluit van 14 december 2004 werden ze als monument beschermd omwille van hun historische en volkskundige waarde. - Schranshoeve Zijne Eminentie Kardinaal Van Roey, 17e Aartbisschop van Mechelen, werd geboren in Vorselaar op 13 januari 1874 en overleed te Mechelen op 6 augustus 1961. De Kardinaal heeft ook een link met een omwalde hoeve in Vorselaar: het Schrans. Deze werd rond 1580 opgericht als toevluchtsoord. Het was immers de tijd van de Geuzen en hun strijd tegen de Spanjaarden. Later werd dit ook het woonhuis van Kardinaal Van Roey. Momenteel is de Schranshoeve een erkend monument en wordt het helemaal gerestaureerd door de gemeente Vorselaar.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 226
- Het Kasteel De Borrekens Het pronkstuk van de gemeente is de waterburcht, het Kasteel. Volgens de geschiedenis zou het slot zijn huidige grondplan in de 13e eeuw gekregen hebben. Sinds die tijd was het kasteel achtereenvolgens bewoond door de families van Rotselaar, van Bergen, de Ligne, van Arenberg, Proost, de Pret, van de Werve en de Borrekens. Niet alleen het kasteel maar ook de prachtige omgeving met dreven en bossen, lokken menig toerist en natuurliefhebber naar Vorselaar. - De pastorij In de schaduw van de Sint-Pieterskerk ligt de geklasseerde pastorij. Deze woning van de plaatselijke pastoor werd volledig herbouwd in 1785. Let op het stormklokje op de nok van het dak en het houten dakvenster langs waar de pastoor de granen kon bergen, die hij als tiende (belasting) ontving. Naast de pastorij stond in de 19° en deel van de 20° eeuw het oude gemeentehuis van Vorselaar. Voor deze tijd vergaderden de plaatselijke schepenen in de aloude herberg “de Croon” op de hoek van de Cardijnlaan en de Kerkstraat. Hun beslissingen werden ’s zondags na de hoogmis, wanneer de parochianen uit de kerk kwamen, met luide stem aan de kerkdeur afgekondigd via het “kerkgebod”. Naast het dorpscentrum, destijds de Plaetse genoemd, had Vorselaar sterke gehuchten, waarvan de oudste Sassenhout, Vispluk en het Pallaar waren. De gelovigen kwamen vanuit de gehuchten naar de parochiekerk via een web van “kerkepaden”: voetpaden die eeuwenlang hetzelfde tracé volgden en thans deels geherwaardeerd worden als “trage wegen”. De kerkdreef verbindt symbolisch de twee machtscentra van destijds: enerzijds het kasteel van de dorpsheer, anderzijds de kerk en de pastorij. Het pastorijgebouw wordt tot op heden nog altijd bewoond door de pastoor van de Sint-Pieter-parochie in Vorselaar. De pastorij heeft een mooie tuin die onder meer wordt gebruikt voor het jaarlijkse kerstspel.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 227
** Andere bezienswaardigheden BRON: Toeristische websites: www.tpa.be, www.antwerpsekempen.be, gemeentelijke websites (bijv. www.toerismevorselaar.be)
GROBBENDONK - Diamantmuseum Door de opkomst van de diamantnijverheid op het einde van de 19de eeuw ontstond er een ware economische revolutie in onze streek. Vele arme Kempenaars waren maar al te graag bereid om het nieuwe beroep van diamantbewerker aan te leren. De Antwerpenaars Hendrik Cassiers en Frans Dela Montagne hebben hier de grondslagen gelegd voor een bloeiende diamantnijverheid. Grobbendonk werd een gekend slijpersdorp naast Nijlen, Herenthout, Bevel, Kessel, Vorselaar en Berlaar.Ooit werkten vele inwoners in één van de 80 slijperijen die onze gemeente rijk was. In het diamantmuseum wordt sinds 1968 het verhaal verteld van de fascinerende edelsteen en zijn bewerkingen. Het diamantmuseum heeft door de talrijke schenkingen een prachtige collectie authentieke werktuigen verzameld. - Archeologisch museum Grobbendonk is een dorp met een zeer rijk en oud verleden, waarvan de geschiedenis teruggaat tot voor het begin van onze jaartelling. Het archeologisch museum toont naast een uitgebreide collectie GalloRomeinse voorwerpen ook vondsten uit de prehistorie en de Merovingische Tijd. Door de talrijke archeologische opgravingen heeft men heel wat informatie over de vroegere Romeinse nederzetting in Grobbendonk. - Echelpoelschranshoeve (Bouwel) Op deze hoeve staat als geveldatum 1712. De huisstoel (het houten geraamte van het gebouw) is vermoedelijk van de 17de eeuw. De hoeve was oorspronkelijk een toevluchtsschrans voor de inwoners van Echelpoel. De voorgevel werd in Waaslandse stijl opgetrokken. Begin vorige eeuw was deze hoeve eigendom van de Herentalse advocaat Le Paige. - Roskam (Bouwel) De woongeschiedenis van een hoeve op de plaats van de Roskam gaat terug tot de 15de eeuw. Het oudste gedeelte van de huidige Roskam dateert van de 17de eeuw. Dit is de enige hoeve in onze gemeente met een vrijwel geheel omsloten erf. - De Ram (Grobbendonk) In dit huis, gelegen in het centrum van het dorp, vestigde zich in 1835 dokter De Ram. In de voorgevel van deze woning zien we nog de beeltenis van een ram. - Kasteel Goorhof (Grobbendonk) Het kasteel is in 1876 opgericht door de rijke Antwerpse scheepsreder Frans Huger. Het ligt in een enig mooi kader van eeuwenoude beuken- en kastanjebomen. Het park, een waar arboretum, is 32ha groot, met een grote vijver van 2,5ha. ontstaan bij de aanleg van de naburige autosnelweg. Enkele jaren geleden werd het kasteel verwoest door een brand. - Boswachtershuisje (Bouwel) Het pittoreske boswachtershuisje uit 1856 is een blikvanger op veel toeristische afbeeldingen van de gemeente. De oudste inwoners van de gemeente noemen het huisje nog bij zijn oude naam “het heuveltje”.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 228
- Café Het Engels Huis (Bouwel) In 1855 liet Augustijn Bosschaert de Bouwel het Engels Huis bouwen langs het spoortraject Lier-Herentals, dat hetzelfde jaar werd ingehuldigd. Na de eeuwwisseling werd dit café het commerciële hart van Bouwel. - Het Astridplein (Grobbendonk) Het dorpsplein is beter gekend onder zijn oude benaming ‘De Bist’. De Bist was oorspronkelijk de gemeenschappelijke weide, door de Heer van Grobbendonk aan “het volk” afgestaan. Midden op het plein (onder het monument) ontspringt de “Eisterleebeek”. Hier liet de Heer van Grobbendonk een eenvoudige waterput bouwen, de zogenaamde “pensenpoel”, een waterput die door het volk zowel als drinkplaats voor mens en dier als om de geslachte dieren te wassen gebruikt werd. Tot vorige eeuw was de daarna geplaatste dorpspomp uit 1877 in gebruik. Later werd deze trouwens verbouwd tot gedenkteken voor de gesneuvelden van de twee wereldoorlogen. De oudere bevolking noemt dit monument nog steeds de pomp. Het Astridplein verraadt een typische Frankische driehoek waarrond verschillende aloude hoeven gevestigd waren. - De schandpaal (Grobbendonk) Recht tegenover afspanning “De Leeuw”, in het voortuintje van de watertoren, staat een grote, ronde arduinen paal. Hij werd in 1936 voor de hoeve “De Leeuw” gevonden. In 1964 werd hij daar heropgericht. De hals- en armboeien worden bewaard in het Hof van Grobbendonk. - Bouwelven (Bouwel) Bouwelven is ontstaan uit een Middeleeuws heide- en turfwinningsgebied. Door de permanente aanwezigheid van water en de arme bodem ontstond een specifieke moerasbegroeiing met een enorme variëteit aan soorten, waaronder heel wat zeldzame en/of bedreigde soorten. Momenteel is het ven een educatief wandelgebied.
HERENTALS - De Toeristentoren Toren ‘De Papekelders’ is gebouwd op het hoogste punt van Herentals en daarmee een belangrijke toeristische troefkaart van Herentals. Deze uitkijktoren is een houten constructie met een totale hoogte van 24 meter. Gebouwd op een zandduinen op 40 meter boven de zeespiegel, in het unieke Kempens natuurkader, biedt hij bij helder weer een mooi panorama. Van op het hoogste platform kan men dan 110 toren zien. De eerste toeristentoren werd in 1958 gebouwd en afgebroken in 1983. De huidige toren werd in 1985 opgericht door het stadsbestuur van Herentals met subsidies van het Commissariaat-Generaal voor Toerisme en opengesteld op 25 mei 1985. In de onmiddellijke omgeving van de Toeristentoren, aan het speelplein Kruisberg, starten mooie boswandelingen.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 229
HERENTHOUT - ’t Schipke De grootste troef van ’t Schipke is het paradijselijke landschap rond de Nete. Op het einde van de 18e eeuw was het gebied nog onbewoond omwille van de regelmatig overstroomde moerassige gronden. Pas in de 19e eeuw, na de eerste dijkwerken en afwateringsgrachten, kwam daar verandering in. In 1844 werd het gebouw voor het eerst weergegeven op de kadasterkaart. In 1902 kreeg ’t Schipke de functie van veer, herberg en boerderij. Nadat in 1949 een voetbrug werd aangelegd die de oevers verbond, verdween deze functie. In de omgeving werden opnamen gemaakt voor de film ‘Pallieter’ naar het gelijknamige boek van Felix Timmermans. - Het gemeentehuis Dit is een neotraditioneel complex, opgetrokken in 1878 als onderwijzeressenwoning voor de aangrenzende school, naar een ontwerp van P.J. Taeymans van 1876, cf. ook centrale gevelsteen. In de woning werd bovendien een lokaal voorzien voor de bewaarschool. Centraal diephuis van twee bouwlagen onder zadeldak. Puntgevel met typisch neodtraditionele elementen als speklagen, kruis- en kloosterkozijnen. Neogotische inslag door het gebruik van o.m. drielobmotieven. Aan de linkerkant bevindt zich het inkomportaal met corinthische zuil. Lagere aanbouwsels links en rechts haaks op het hoofdgebouw, met gelijkaardig uitzicht. Raadszaal met houten, neoclassicistische lambrisering en schouwmantel met afbeelding van St.-Pieter en jaartal 1896. - Feestzaal Voormalige gemeentelijke meisjesschool, naderhand brandweergarage, thans gemeentelijke feestzaal. Opgetrokken naar een ontwerp van J. Van Gastel, van 1865, cf. ook arduinen gedenksteen in rechterzijgevel. Rechthoekige constructie van één bouwlaag onder zadeldak. Bakstenen lijstgevel met verwerking van gesinterde baksteen voor de plint. Betraliede vensters met afgeschuinde bovenhoeken in verdiepte gevelvlakken. Aflijnende baksteenfries, klimmend in de zijpuntgevels. Gedichte muuropeningen aan binnenplaatszijde. Gerenoveerd interieur met bewaarde moerbalken en twee schilderijen afkomstig van de St.-Pieter- en Pauluskerk: De Marteling van St.-Sebastiaan, Th. Boeyermans, 1661; Petrus ontvangt de sleutels, Ykens. - Nationaal houtambachtenmuseum De Wimpe Het museum toont in realistisch uitgevoerde reconstructies de dagdagelijkse bezigheden in de schrijnwerkerij - klompenmakerij - wagenmakerij - kuiperij, zoals dat het geval was begin 20e eeuw. Levensgrote pneumatisch gestuurde beelden (in eigen beeldhouwersatelier gemaakt) met authentieke kledij en werktuigen brengen u terug in en laten u deel uitmaken van de gezellige bedrijvigheden van weleer. - Monument van de Gesneuvelden Gelegen te midden van een omhaagd, driehoekig perk, omzoomd met linden. Ingehuldigd in 1923. Tot 1973 bevond dit gedenkteken zich op de Markt. Zegevierend soldaat van brons op arduinen sokkel met inscriptie ‘Rombaux Roland/Ecaussinnes’ - ’t Hoog huis Vlg. mondelinge bronnen teruggaand op een 16e-eeuw Hof van Plaisantie dat eigendom was van de jezuïten van Lier, naderhand o.m. maalderij en brouwerij. Op de Ferrariskaart van 1771-1777 is een deels omgracht ensemble van in een vierkant geschikte constructies te zien, met achteraan een vijver. Op de Vandermaelenkaart van ca. 1854 blijft de inplanting hetzelfde maar de omgrachting is verdwenen. Op oude prentkaarten is nog een monumentale schuur onder strooien dak te zien juist voor de woning; lage bijgebouwen aan weerszijden; aan westelijke zijde vermoedelijk het bakhuis. Thans rest enkel een traditioneel breedhuis met in het midden een barokke topgevel voorzien van een blinde oculus met geschilderd opschrift ‘Hooghuys 1590-1911’. Dit laatste jaartal verwijst naar de herstellingswerken en herinrichting, begin 20e eeuw uitgevoerd in opdracht van abbé H. Verbist. Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 230
-
Merodese bossen
∗ Omschrijving: De ‘Merodese Bossen’ zijn gelegen in de gemeenten Herenthout en Bevel, net ten noorden van de vallei van de Grote Nete in de Zuiderkempen. De begrenzing wordt gevormd door de Nijlense Steenweg in het noorden, het centrum van Herenthout in het oosten, de Bevelse Steenweg in het zuiden en de ankerplaats ‘Kruiskensberg’ in het westen. Bij Ferraris (1777) herkennen we het gebied van de Merodese bossen als heide met enkele delen onbegaanbaar moeras. Bijna een eeuw later is dat open heidegebied volledig ontgonnen en is er een sterk bebost landschap voor in de plaats gekomen. Deze dichte bebossing zal het landschap tot op vandaag blijven domineren. De talrijke dreven die het gebied doorkruisen zijn van latere datum, doch reeds herkenbaar op de kaarten van het MGI uit het begin van de 20e eeuw. De huidige structuur is zeer goed herkenbaar in vergelijking tot deze historische situatie en kan dan ook als historisch stabiel worden bestempeld. Ten noorden van het kasteel herinneren heiderelicten, alsook restanten van vroegere vennen ons nog aan de tijd van Ferraris, toen men hier één groot heidegebied had. Kasteel ‘Steyenhof’, gelegen ten westen van de eigenlijke Merodese bossen betreft een neotraditioneel kasteel dat naar verluidt in de kern opklimt tot ongeveer 1850. In 1930 werd het echter vergroot en ingrijpend aangepast. Het wordt omgeven door een beboomd domein, waarin eertijds de Stynenhoeven lagen, die reeds worden vermeld op de kaart van Vandermaelen uit 1854. Het ‘Prinsenhof’ is een oude afspanning uit het einde van de 18e eeuw en het begin van de 19e eeuw; De eigenlijke herberg wordt geflankeerd door een schuur en stallen, allen gegroepeerd rond een aarden binnenplaats zodat oorspronkelijk een nagenoeg gesloten complex wordt gevormd. ∗ Wetenschappelijke waarde: De wetenschappelijke waarde wordt in de eerste plaats bepaald door het oude bomenbestand van bossen en dreven, dat een aanzienlijke dendrologische waarde vertegenwoordigt. Daarnaast biedt het ideale mogelijkheden als habitat voor tal van vogelsoorten. ∗ Historische waarde: De structuur is zeer mooi bewaard gebleven sinds het begin van de 20e eeuw en kan dan ook terecht historisch stabiel worden genoemd. Kasteel ‘Steyenhof’ betreft een neotraditioneel kasteel dat naar verluidt in de kern opklimt tot ongeveer 1850. De oude afspanning of herberg ‘Prinsenhof’ gaat terug tot einde 18e-, begin 19e eeuw. Verder vinden we langsheen de zuidgrens nog een langgestrekte hoeve met wagenhuis van ca. 1900. ∗ Esthetische waarde: Als dicht bebost gebied vormen de Merodese bossen een origineel en daarmee verrassend element binnen de verder eerder open omgeving ten noorden van de Grote Nete. Indrukwekkend zijn de oude dreven en rijen van boomgroepen die het landschap doorkruisen. Samen met het kasteel ‘Steyenhof’ en omgevend domein, vormt dit boscomplex dan ook een esthetisch aantrekkelijk geheel. ∗ Ruimtelijk structurerende waarde: Deze dicht beboste en daarmee landschappelijk volledig afgesloten ankerplaats is een opvallend element binnen een verder zo goed als open landschap. Samen met de ankerplaats ‘Kruiskensberg’, vormen de Merodese bossen een aaneensluitend geheel, grenzend aan vallei van de Grote Nete.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 231
NIJLEN - Fort van Kessel (Fortstraat in Kessel) Het Fort van Kessel maakte deel uit van de eerste verdedigingsgordel van de stad Antwerpen. In 1909 begon de firma Bolsee met de bouw van het Fort van Kessel. Pas in 1913 kon men beginnen met het plaatsen van de bewapening. Tijdens de Duitse inval deelde het Fort zwaar in de klappen. In 1935 werd het fort opnieuw ingericht als infanteriesteunpunt. In mei 1940 werd het echter door de Belgische troepen opgeblazen en verlaten. In 1973 werd het domein aangekocht door de gemeente Kessel. Het doet sindsdien dienst als recreatiegebied. In de slotgracht wordt gevist en het groene gebied is een trekpleister voor wandelaars. Het fort zelf kan van april tot oktober op afspraak bezocht worden. Enkele vrijwilligers van ‘Gidsenwerking Fort Kessel’ verzorgen de rondleidingen. - Diamantslijperij Lieckens (Spoorweglei in Nijlen) In 1910 liet Petrus Lieckens in de Spoorweglei in Nijlen een slijperij bouwen voor zijn vier zonen, die in Antwerpen het vak van het diamantslijpen hadden geleerd. De slijperij had twee verdiepingen en een schuin dak, dat na beschadiging door een bominslag tijdens de Eerste Wereldoorlog werd vervangen door een plat dak. Na de introductie van elektriciteit in Nijlen in de jaren 1928-1929 werd de gasmotor, die de twee aandrijfassen van de beneden- en de bovenverdieping aandreef, vervangen door een elektrische motor. Sindsdien onderging het atelier geen ingrijpende wijzigingen meer. Uiteindelijk sloot de werkplaats in 1985 de deuren. Het gebouw kreeg geen nieuwe bestemming. Sinds de jaren 1990 ijvert de Nijlense heemkring De Poemp voor het behoud van Slijperij Lieckens, de zowat laatste, volledig uitgeruste vooroorlogse diamantslijperij uit de streek. Het atelier en de technische installatie vormen een uniek stukje industrieel erfgoed dat illustratief is voor de vele diamantwerkplaatsen die ooit in de regio gevestigd waren. In 2004 kocht het Nijlense gemeentebestuur de slijperij en enkele aangrenzende gronden aan. De rest van het perceel – het woonhuis en de overige gronden – kwam in handen van de sociale huisvestigingsmaatschappij Zonnige Kempen. - Tibourschrans (Tibourstraat in Nijlen) De Tibourschrans was oorspronkelijk een hoeve. Over het ontstaan van het gebouw is verder niet veel geweten. De eerste vermeldingen dateren van 1636. In 1969 besloot de gemeente Nijlen om het domein van 4 ha aan te kopen. Het domein werd ingericht als wandelpark. In het gebouw zelf werden de leslokalen en ateliers van de Academie voor Beeldende Kunsten ondergebracht. - Kasteelpark De Bist (Beukenlaan in Kessel) Het Hof De Bist dateert vermoedelijk uit de tweede helft van de 18de eeuw. Het domein kende verschillende eigenaars. Het gebouw werd dan ook vaak verbouwd een aangepast. In 1944 werd het verwoest door een bominslag. Het werd heropgebouwd volgens de plannen van de Kesselse architect Gommaar De Vos. In 1962 werd het domein aangekocht door Vzw Klooster van het Heilig Hart. Het kasteel is tegenwoordig een ontmoetingshuis van de Gasthuiszusters Augustinessen van Lier. - Kasteel Kesselhof (Bogaertsheide in Kessel). Het nieuwe Kesselhof werd omstreeks 1862-1864 gebouwd. Het zuiderse kasteel is min of meer een kopie van een kasteel aan het Italiaanse Comomeer. - Grote Gasthuishoeve (Bogaertsheide in Kessel). De Grote Gasthuishoeve of Emmaüshoeve is een prachtig gerestaureerde en verbouwde hoeve, waar de Lierse gasthuiszusters jarenlang op zoek kwamen naar rust en verpozing. - De Poemp (Gemeentestraat in Nijlen) De gerestaureerde 19de-eeuwse pomp heeft een leeuwenkop, een gebogen fronton en een halfrond waterbekken.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 232
- De putkuip uit hoeve Ten Dycke (Gasthuisstraat in Kessel) De merkwaardige bornputkuip is uit één stuk arduin gebeiteld. De kuip is afkomstig van de hoeve Ten Dycke en bevindt zich tegenwoordig nabij de Sint-Lambertuskerk in Kessel. - Boerenkrijgmonument (Gasthuisstraat in Kessel) In 1898 smeedde de Lierse kunstsmid Lodewijk Van Boeckel het Boerenkrijgmonument, dat uit een ijzeren kruis met een bronzen Christus bestond. Het huidige gedenkteken voor de gesneuvelden werd in 1990 ontworpen door Marc Verreydt. Het Boerenkrijgkruis staat tegenwoordig op een sokkel van blauwe hardsteen.
OLEN De meeste bezienswaardigheden staan al elders in de bundel. Voor de rest zijn er in de gemeente ook nog verschillende monumenten ter herinnering aan de oorlogsslachtoffers. Je vindt ze op de volgende plaatsen: - aan de sporthal (Stationstraat) in Onze-Lieve-Vrouw-Olen; - gedenkplaten in de Sint-Martinus- en de Onze-Lieve-Vrouwe-kerk; - herinneringszerk op de kerkhoven; - aan Umicore (Watertorenstraat) in Sint-Jozef-Olen ter nagedachtenis van de oorlogsslachtoffers.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 233
VORSELAAR - Klooster Het huidige kooster, dat heel de Markt domineert, werd gebouwd in 1906. In 1820 stichtten Pater Donche en gravin Regina della Faille, weduwe van graaf Karel van de Werve, een kloostergemeenschap in Vorselaar. Zij hadden het plan opgevat een meisjesschool op te richten. Die werd dan toevertrouwd aan de jonge Congregatie van de Zusters der Christelijke Scholen. Deze kloostergemeenschap heeft een geweldige groei en bloei gekend. Door haar onderwijsmethoden en haar bezielende werkkracht heeft zij Vorselaar ver buiten zijn grenzen bekendgemaakt. - Beeld van Minne Het beeld van kunstenaar Minne siert het mooie kerkhof van Vorselaar. Het werd geschonken door Kardinaal Van Roey. - Monument voor de vrede Dit is een recent kunstwerk van de hand van Philip Aguire. Het beeld symboliseert het samenwerken aan vrede: het is een evenwichtsoefening. Dit monument werd opgericht in 2006 als vervanging voor het monument voor de gesneuvelden, het zogenaamde Heilig-Hartbeeld. Dit laatste werd opgericht in 1927 ter herinnering aan de Blijde Intrede van Kardinaal Van Roey, van geboorte afkomstig van onze gemeente. Het beeld sneuvelde bij de herinrichtingswerken aan het marktplein. - Gedenkplaat voor Mie Broos Sinds 1989 staat er vlakbij de kerk, ongeveer op de plaats waar zij vermoedelijk begraven ligt, een gedenkplaat voor Maria Van Loock, beter bekend als ‘Mie Broos’, een volksgenezeres die in Vorselaar leefde van 4 november 1839 tot 26 november 1927. Een dokteres was zij niet, want het ontbrak haar aan de nodige diploma’s,. Ze leerde uit haar ervaringen bij haar ouders, die beiden in dienst waren van een dokter, en van een dokter voor wie zij geneesmiddelen moest helpen bereiden. Door persoonlijke opzoekingen breidde zij die kennis nog uit. Zij kende als geen ander de genezende kracht van planten en bereidde er zalfjes uit. Van heinde en verre, zelfs uit het buitenland, kwamen mensen te voet of per fiets naar het Heiken, waar Mie woonde, gedreven door de laatste hoop die zij op de bekwaamheid van de Vorselaarse volksgenezeres hadden gevestigd. - Kapelletjes Vorselaar kent een traditie van sterke gehuchten en in die gehuchten zijn er ook tal van kapelletjes terug te vinden. De Heemkundige Kring ‘Joris Matheussen’ maakte een omstandig boek met een overzicht van de geschiedenis en de architectuur van deze kapelletjes.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 234
** Architectuur en gebouwen BRON: Boek “Bouwen door de eeuwen heen” GROBBENDONK Thans z.g. "'t Toreken", vml. kostershuis-dorpsschool
Berdenweg 6
Grobbendonk (Bouwel)
Hoeve, eertijds "Echelpoelschrans"
Binnenheide 19
Grobbendonk (Bouwel)
Z.g. "Hoeve De Roskam"
Binnenheide 24
Grobbendonk (Bouwel)
Langgestrekte hoeve, z.g. "De Reykens"
Binnenheide 30
Grobbendonk (Bouwel)
Vrijstaand dubbelhuisje
Dijkstraat 8
Grobbendonk (Bouwel)
Langgestrekte hoeve z.g. "'t Cachot"
Dijkstraat 24
Grobbendonk (Bouwel)
Kleuterafdeling van de vrije basisschool
Dorp Z.nr.
Grobbendonk (Bouwel)
Vrijstaande dorpswoning, enkelhuis
Dorp 31
Grobbendonk (Bouwel)
Dorpswoning
Dorp 58
Grobbendonk (Bouwel)
Dorpswoning, vml. personeelswoning
Dorp 69
Grobbendonk (Bouwel)
Hoeve z.g. "De Cramos"
Echelpoel 25
Grobbendonk (Bouwel)
Gekoppelde dorpswoningen
Hanegoor 7-9
Grobbendonk (Bouwel)
Langgestrekte hoeve
Hanegoor 34
Grobbendonk (Bouwel)
Langgestrekte hoeve, z.g. "Het Huisveld"
Hanegoor 50
Grobbendonk (Bouwel)
St.-Jozefskapel
Herenthoutse steenweg Z.nr.
Grobbendonk (Bouwel)
Z.g. "Engels Huis", herberg
Herenthoutse steenweg 2
Grobbendonk (Bouwel)
Huidig postkantoor
Herenthoutse steenweg 4
Grobbendonk (Bouwel)
Oud postkantoor
Herenthoutse steenweg 6
Grobbendonk (Bouwel)
Z.g. "Palmenhof", herberg
Herenthoutse steenweg 71
Grobbendonk (Bouwel)
Reeks arbeiderswoningen
Langenheuvel 32-38
Grobbendonk (Bouwel)
Lourdesgrot van imitatierotsstenen
Molendreef Z.nr.
Grobbendonk (Bouwel)
Breedhuis, z.g. "De Snippelingen"
Stationlei 1
Grobbendonk (Bouwel)
Daglonerswoningen
Stationlei 34-40
Grobbendonk (Bouwel)
Z.g. "Bouwelhoef", modo "Schrans van Bouwel"
Stationlei 42
Grobbendonk (Bouwel)
Boswachtershuisje
Stationlei 44
Grobbendonk (Bouwel)
Huis, onderkomen voor gemeentelijke diensten
Ter Duinen 3B
Grobbendonk (Bouwel)
Dorpswoning
Verbindingsstraat 6
Grobbendonk (Bouwel)
Monument ter ere van de gesneuvelden
Astridplein Z.nr.
Grobbendonk (Grobbendonk)
Huis z.g. "De Ram"
Astridplein 8
Grobbendonk (Grobbendonk)
Dorpswoning, opschrift "Arbeid Adelt Anno 1915"
Astridplein 36
Grobbendonk (Grobbendonk)
Vrijstaande villa
Bergstraat 1
Grobbendonk (Grobbendonk)
Herenhuis, vml. pensionaat
Bergstraat 3-5
Grobbendonk (Grobbendonk)
Twee enkelhuizen
Bergstraat 14-16
Grobbendonk
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 235
(Grobbendonk) Parochiekerk St.-Lambertus
Boudewijnstraat Z.nr.
Grobbendonk (Grobbendonk)
Vrijstaand breedshuisje
Boudewijnstraat 39
Grobbendonk (Grobbendonk)
Neoclassicisitisch herenhuis, z.g. "Hofke van Eisterlee"
Dobbelhoefweg 11
Grobbendonk (Grobbendonk)
Aangepaste langgestrekete hoeve
Eisterlee 2
Grobbendonk (Grobbendonk)
Z.g. "Eisterleehoeve", hoeve met losstaande bestanddelen
Gilliam 29
Grobbendonk (Grobbendonk)
Diephuis
Herentalse steenweg 46
Grobbendonk (Grobbendonk)
Z.g. "Goorkasteel"
Herentalse steenweg 54
Grobbendonk (Grobbendonk)
Schandpaal
Hofeinde Z.nr.
Grobbendonk (Grobbendonk)
Watertoren van 1961
Hofeinde Z.nr. (r. naast nr. 23)
Grobbendonk (Grobbendonk)
Z.g. "Hoeve ter Hulsdonck"
Hofeinde 27
Grobbendonk (Grobbendonk)
Z.g. "Kapelletje van Eisterlee", toegewijd aan Maria en omgeven door Kapelletjesweg Z.nr. linden
Grobbendonk (Grobbendonk)
Leegstaand, eertijds langgestrekt hoevetje
Kapelletjesweg 1
Grobbendonk (Grobbendonk)
Z.g. "Kapelletje van Boshoven"
Kapelstraat Z.nr.
Grobbendonk (Grobbendonk)
Achterin gelegen, langgestrekte hoeve
Leemputten 14
Grobbendonk (Grobbendonk)
Villa in Nieuwe Zakelijkheid, met omringend park
Lierse steenweg 56
Grobbendonk (Grobbendonk)
Oorspronkelijk hoevecomplex, thans sterk aangepast
Meirhoevendreef 9
Grobbendonk (Grobbendonk)
Vrijstaand, neoclassicistisch herenhuis met beukenpark achteraan
Netestraat 4
Grobbendonk (Grobbendonk)
Voormalig woonstalhuisje
Netestraat 25
Grobbendonk (Grobbendonk)
Kapel, toegewijd aan O.-L.-Vrouw-Onbevlekt-Ontvangen
Nijlse baan Z.nr.
Grobbendonk (Grobbendonk)
Z.g. "Pullaardhoef"
Pullaard 3
Grobbendonk (Grobbendonk)
Vrijstaand, neoclassicistisch herenhuis
Schransstraat 31-33
Grobbendonk (Grobbendonk)
Verhoogd breedhuis
Schransstraat 44-46
Grobbendonk (Grobbendonk)
Kapel van het rustoord St.-Maria-Magdalena
Schransstraat 55
Grobbendonk (Grobbendonk)
Vrijstaand enkelhuis
Steenbergstraat 5
Grobbendonk (Grobbendonk)
Vrijstaande eengezinswoning
Vaartstraat 5
Grobbendonk (Grobbendonk)
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 236
Z.g. "Natuurvriendenhuis"
Vrijheidsstraat 5
Grobbendonk (Grobbendonk)
Reeks aaneengesloten arbeiderswoningen
Warme Handstraat 8-16
Grobbendonk (Grobbendonk)
Sluizenstelsel, gelegen op de samenvloeiing van de Kleine Nete en de Aa
Watermolenweg Z.nr.
Grobbendonk (Grobbendonk)
Boerenwoning
Zavelstraat 22
Grobbendonk (Grobbendonk)
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 237
HERENTHOUT 1.
Langgestrekte hoeve
Bergense Steenweg 37
Herenthout
2.
Vervallen Kempische schuur
Bergense Steenweg 39
Herenthout
3.
Bewaarde Kempische schuur
Bergense Steenweg 50
Herenthout
4.
Leegstaande, langgestrekte hoeve
Bevelse Steenweg 2
Herenthout
5.
Oude afspanning z.g. "Prinsenhof"
Bevelse Steenweg 6
Herenthout
6.
Kempische langgestrekte hoeve
Bevelse Steenweg 35
Herenthout
7.
Dorpswoning
Binnenstraat 16
Herenthout
8
Vervallen Kempische schuur
Blokt Z.nr.
Herenthout
9.
Leegstaande langgestrekte hoeve
Blokt 1
Herenthout
10.
Leegstaande langgestrekte hoeve
Blokt 3
Herenthout
11.
Z.g. "De Kroon", aangepaste hoeve met losstaande b
Blokt 20
Herenthout
12.
Z.g. "Wilgenhoeve", gerenoveerde hoeve
Blokt 24
Herenthout
13.
Dorpsvilla
Boeyendaal 2
Herenthout
14.
Vrijstaande dorpswoning
Boeyendaal 19
Herenthout
15.
Parochiekerk St.-Pieter en Paulus
Botermarkt 1
Herenthout
16.
Uitbreiding van het gemeentehuis, vml. postkantoor
Bouwelse Steenweg 6
Herenthout
17.
Gemeentehuis, neotraditioneel complex
Bouwelse Steenweg 8
Herenthout
18.
Gemeentelijke feestzaal, vml. school
Bouwelse Steenweg 10
Herenthout
19.
Vrijstaande dorpswoning
Bouwelse Steenweg 12
Herenthout
20.
Vrijstaand burgerhuis
Bouwelse Steenweg 33
Herenthout
21.
Z.g. "Rozenhof", vrijstaand burgerhuis
Bouwelse Steenweg 41
Herenthout
22.
Gerenoveerde hoeve met bewaarde Kempische Doornstraat 110 schuur
Herenthout
23.
Sterk aangepaste hoeve
Heikant 99
Herenthout
24.
Langgestrekte hoeve
Heikant 107
Herenthout
25.
Ten dele aangepaste hoeve met woonstalhuis
Herentalse Steenweg 21
Herenthout
26.
Kapel
Herlaar Z.nr.
Herenthout
27.
Herhaaldelijk aangepaste hoeve
Herlaar 14
Herenthout
28.
Kasteel Herlaar
Herlaar 15-16
Herenthout
29.
Neotraditionele dienstgebouwen
Herlaar 16
Herenthout
30.
Molenhuis met watermolen en aansluitende molenaars
Herlaar 17
Herenthout
31.
Wegwijzer
Itegemse Steenweg Z.nr.
Herenthout
32.
Rijhuis
Jodenstraat 2
Herenthout
33.
Vml. woonstalhuisje
Jodenstraat 61
Herenthout
34.
Langgestrekte hoeve
Jodenstraat 127
Herenthout
35.
Langgestrekte hoeve
Kapelstraat 3
Herenthout
36.
Langgestrekte hoeve
Kapelstraat 8
Herenthout
37.
Aangepaste hoeve en bewaarde Kempische schuur
Kapelstraat 12
Herenthout
38.
Langgestrekte hoeve
Kapelstraat 16
Herenthout
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 238
39.
Vml. vrije meisjesschool, thans ingericht als Cultureel Centrum
Kloosterstraat 25
40.
Vml. parochiezaal, thans gemeentemagazijn en Koestraat 43 garage
Herenthout
41.
Kapel
Langstraat Z.nr.
Herenthout
42.
Aangepaste langgestrekte hoeve
Langstraat 53-57
Herenthout
43.
Langgestrekte hoeve
Langstraat 121
Herenthout
44.
Hoekpand
Markt 6-7
Herenthout
45.
Neoclassicistisch hoekpand
Markt 15
Herenthout
46.
Rijhuis
Markt 19
Herenthout
47.
Thans meergezinswoning, vml. herenhuis
Molenstraat 13-17
Herenthout
48.
Café "Den Toerist", twee diephuizen
Molenstraat 35
Herenthout
49.
Z.g. "Molenhuis", vrijstaand breedhuis
Molenstraat 52-54
Herenthout
50.
Burgerhuis
Molenstraat 58
Herenthout
51.
Langgestrekte hoeve
Molenstraat 100
Herenthout
52.
Herberg z.g. " 't Schipke", eertijds ook veerhuis Niemandshoek 12
Herenthout
53.
Monument voor de gesneuvelden
Nijlense Steenweg Z.nr.
Herenthout
54.
Rijhuis
Nijlense Steenweg 12
Herenthout
55.
Dorpswoning
Nijlense Steenweg 21
Herenthout
56.
Z.g. "Hooghuys"
Nijlense Steenweg 107
Herenthout
57.
Langgestrekte hoeve
Oosterhoven 3
Herenthout
58.
Deels aangepaste langgestrekte hoeve
Pauwelstraat 24
Herenthout
59.
Gerenoveerd breedhuis
Pauwelstraat 29
Herenthout
60.
Z.g. "Uilenbergkapel", modo "Kapel van O.-L.Vrouw
Uilenberg Z.nr.
Herenthout
61.
Kerkhof
van Reynegomlaan Z.nr.
Herenthout
62.
St.-Gummaruskapel
Vonckstraat Z.nr.
Herenthout
63.
Dorpswoning
Vonckstraat 12
Herenthout
64.
Pastorie
Vonckstraat 15
Herenthout
65.
Dorpswoning
Vonckstraat 59
Herenthout
66.
Enkelhuis
Zwanenberg 29
Herenthout
67.
Dorpswoning
Zwanenberg 45
Herenthout
68.
Vml. "Café De Linde"
Zwanenberg 69
Herenthout
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
Herenthout
p. 239
LILLE ** Lille 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12) 13) 14) 15) 16) 17) 18) 19) 20) 21)
Sterk aangepaste hoeve Z.g. "'t Hoefke", gerenoveerd woonstalhuisje Breedhuis Hoeve Dorpswoning Dorpswoningen Vrijstaande burgerwoning Gerenoveerd burgerhuis Burgerhuis Breedhuis in neotraditionele stijl, vml. pastorie Woonstalhuis Langgestrekte hoeve Z.g. "Hof op de Beek", dorpsvilla Vml. gemeentehuis, thans in gebruik als politiekan Villa Sterk aangepaste hoeve Eertijds z.g. "Zwarte Molen" Achterin gelegen kruisweg Vrijstaande burgerwoning Woonstalhuis Z.g. "De Kemphaan", tot restaurant omgevormd woonstalhuis
Beek 31 Borze 23 Boskapelstraat 2 Broekzijstraat 9 Broekzijstraat 121 Kabienstraat 5-7 Kerkstraat 12 Kerkstraat 14 Kerkstraat 18 Kerkstraat 22 Kerkstraat 37 Klophamer 13 Poederleese weg 64 Rechtestraat 7 Rechtestraat 48 Rolleken 30 Verbindingsstraat 13 Wechelsebaan Z.nr. Wechelsebaan 18 Wechelsebaan 149 Wechelsebaan 194
Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille) Lille (Lille)
Beersebaan 26 Beersebaan 175 De Nefstraat 1 De Nefstraat 27 Hemeldonk Z.nr. Kloosterstraat 26-28 Kosterstraat Z.nr. Middelveld 13 Schoolstraat 43 Singel Z.nr. Singel 1 Singel 3 Singel 9 Singel 19, 23-24 Singel 25 Singel 35 Turnhoutsebaan 15 Vennestraat Z.nr. Vennestraat 25 Vennestraat 36
Lille (Gierle) Lille (Gierle) Lille (Gierle) Lille (Gierle) Lille (Gierle) Lille (Gierle) Lille (Gierle) Lille (Gierle) Lille (Gierle) Lille (Gierle) Lille (Gierle) Lille (Gierle) Lille (Gierle) Lille (Gierle) Lille (Gierle) Lille (Gierle) Lille (Gierle) Lille (Gierle) Lille (Gierle) Lille (Gierle)
** Gierle 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12) 13) 14) 15) 16) 17) 18) 19) 20)
Vrijstaande dorpswoning Neotraditioneel pand Vrijstaand burgerhuis Dorpswoning Gerenoveerde wegkapel Vrije Basisschool en z.g. "Kloosterhof" Z.g. "Kapel De Haspel", wegkapel Hoeve met losstaande bestanddelen Gemeentelijke jongensschool Kempische langsschuur Openbare bibliotheek, vml. gemeentehuis Dorpswoning Neoclassicistisch burgerhuis Hoevecomplex Vrijstaand burgerhuis Breedhuis, oude afspanning en dorpsherberg Langgestrekte hoeve Wegkapel Dorpsvilla Enkelhuis
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 240
** Poederlee 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12) 13) 14) 15) 16) 17) 18) 19)
Parochiekerk St.-Jan-Baptist Breedhuis, leegstaande smidse Pastorie Rijhuis Dorpswoning Diephuis, vml. gemeentehuis Dorpshoeve met woonstalhuis Dorpswoning Dorpswoning Z.g. "Villa Tricot", dorpsvilla Pijlerkapelletjes "De zeven weeën van O.-L.Vrouw" Kapel Gerenoveerde hoeve Hoeve met losstaande bestanddelen Langgestrekte hoeve Kleine hoeve Kapel Kapel Zittaart Woning, gerenoveerde langgestrekte hoeve
Dorp Z.nr. Dorp Z.nr. Dorp 2 Dorp 3-5 Dorp 21 Dorp 30 Dorp 45 Dorp 53 Dorp 63 Dorp 104 Heggekapel Z.nr.
Lille (Poederlee) Lille (Poederlee) Lille (Poederlee) Lille (Poederlee) Lille (Poederlee) Lille (Poederlee) Lille (Poederlee) Lille (Poederlee) Lille (Poederlee) Lille (Poederlee) Lille (Poederlee)
Heikant Z.nr. Heikant 103-105 Hoeven 2 Lichtaartsesteenweg 6 Neerzand 11 Wijngaard Z.nr. Zittaart Z.nr. Zittaart 21
Lille (Poederlee) Lille (Poederlee) Lille (Poederlee) Lille (Poederlee) Lille (Poederlee) Lille (Poederlee) Lille (Poederlee) Lille (Poederlee)
Achterste Moereind 16 Den Hert 2-3 Den Hert 17-19 Kerkepad 61 Moereind 31 Moereind 74 Molenheide 20 Oostmalsebaan 5 Oostmalsebaan 26 Oostmalsebaan 37 Pulsebaan 8 Pulsebaan 15 Pulsebaan 74 Vlimmersebaan 7 Vlimmersebaan 21 Vlimmersebaan 40-42 Vlimmersebaan 134
Lille (Wechelderzande) Lille (Wechelderzande) Lille (Wechelderzande) Lille (Wechelderzande) Lille (Wechelderzande) Lille (Wechelderzande) Lille (Wechelderzande) Lille (Wechelderzande) Lille (Wechelderzande) Lille (Wechelderzande) Lille (Wechelderzande) Lille (Wechelderzande) Lille (Wechelderzande) Lille (Wechelderzande) Lille (Wechelderzande) Lille (Wechelderzande) Lille (Wechelderzande)
** Wechelderzande 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) 10) 11) 12) 13) 14) 15) 16) 17)
Langgestrekte hoeve Villa Breedhuis, vml. afspanning z.g. "Den Hert" Z.g. "Woning Descamps" Z.g. "Woning Helsen" Gerenoveerde hoeve met Kempische schuur Woonstalhuisje Dorpswoning Huis, vml. molenaarswoning Vrije lagere school met bijhorend vml. klooster Vrijstaand burgerhuis Vml. woning van kunstschilder Jaak Rosseels Z.g. "d'akkere", langgestrekte hoeve Woonstalhuis, breedhuis Woonstalhuis Dorpswoningen Z.g. "Johannahoeve", hoeve met losstaande bestanddelen
- Heel wat typische herenhuizen - Kleine werkmanshuisjes - Diamantslijperijen in de tuinen - Dorpscafés - Typische langgevelhoeves - Het huisje van de zeeldraaier werd in het openluchtmuseum van Bokrijk heropgebouwd - De Schrans
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 241
NIJLEN - Art-decohuizen - Kleine werkmanshuisjes - Diamantslijperijen in de tuinen - Duiventillen in de tuinen - Typische langgevelhoeves - Hoeves in een landelijke Vlaamse neorenaissancestijl
OLEN Parochiekerk O.-L.-Vrouw Olen Dorspwoning met dubbelhuisopstand Gemeentehuis en voormalige onderwijswoning Omgrachte Pastorie Alleenstaand burgerhuis Alleenstaand burgerhuis Alleenstaand burgerhuis Kapel uit 1904 Gereconstrueerd complex Karakteristieke langgestrekte hoeve Alleenstaande langgestrekte hoeve O.L.Vrouw kapel van 1878 Langgestrekte hoeve Alleenstaand dubbelhuis Woonstalhuis en Kempensche schuur Langgestrekte hoeve (Krentzenhof) Villa Leemans Pastorie St Jozef Olen Sint Willibrordus kapel Gerenoveerde hoeve Bakstenen schuur Dorpswoning Voormalige school (bibliotheek) Watertoren Alleenstaand burgerhuis Langgestrekte hoeve Parochiekerk St. Jozef Olen Boekelhof Kapel O.L.Vrouw H. Hart Halfvrijstaand dubbelhuis Parochiekerk Sint Martinus Sebastiaan afspanning Station van 1878 Koperen huisje (Frûhlingstraum) Art-Deco getint winkelhuis
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
Boekel 1 Boekel 3 Dorp 1 Dorp 18 Dorp 32 Dorp 33 Dorp 34 Hoek Geelseweg-Doffen Geelseweg 42 Geelseweg 44 Gerhagen 35 Gerheze z/n Grensstraat 32 Herentalseweg 2 Kanaalstraat 2 Kruidentuin 6 Lichtaartseweg 9 Lichtaartseweg 200 Meren z/n Meren 28 Meren 35 Sint-Maartenstraat 12 Oevelseweg 24 Oevelseweg 61 Oosterwijkseweg 23 Paradijs 1 Pastoor Janssensplein 1 Pastoriestraat 3 Rijtestraat z/n Sint Maartenstraat 1 Sint Maartenstraat z/n Sint Sebastiaanstraat 1 Stationstraat 57 Watertorenstraat 38 Welvaartstraat 7
p. 242
VORSELAAR - Heel wat typische herenhuizen - Kleine werkmanshuisjes - Diamantslijperijen in de tuinen - Dorpscafés - Huisjes van de zusters in Kerkstraat - Typische langgevelhoeves - De oude “Breugelhoeve” van het Vispluk werd in Bokrijk heropgebouwd - De Schrans (cf. Schransstraat, Schranshoeves in buurgemeenten) - De gebouwen binnen het patrimonium van het kasteel ‘De Borrekens’ (o.a. woningen en kasteelhoeve) - De gebouwen binnen het patrimonium van het klooster (o.a. de kapel) - Inventaris ‘Bouwen door de eeuwen heen’ 1) Pijlerkapelletje
Berkelheide Z.nr.
2) Burgerwoning
Boulevard 6
3) Parochiekerk St.-Pieter
Cardijnlaan 2
4) Pastorie
Cardijnlaan 4
5) Dorpswoningen
Cardijnlaan 5-7
6) Z.g. "Boshoeve", hoeve met losstaande bestanddelen
Dennenlaan 11
7) Z.g. "De Veertien Kapellekens", kruisweg
De Veertien Kapellekens Z.nr.
8) Z.g. "Kapel Heiken"
Heiken Z.nr.
9) Dorpswoningen
Kerkstraat 1-5
10) Parochiecentrum z.g. "Den Engel"
Kerkstraat 17
11) Aangepaste hoeve
Klissenhoek 9
12) Aangepaste langgestrekte hoeve
Klissenhoek 12
13) Dorpswoning
Kuiperstraat 15
14) Dorpswoning
Kuiperstraat 25
15) Dorpswoning
Lepelstraat 4
16) Hoekpand, vml. herberg
Lepelstraat 11
17) Dorpswoning, enkelhuis
Lepelstraat 26
18) Burgerhuis, enkelhuis
Lepelstraat 59
19) Dorpswoning
Lepelstraat 60
20) Schuur
Lovenhoek Z.nr.
21) Kapel
Lovenhoek Z.nr.
22) Langgestrekte hoeve
Maalderstraat 1
23) Schandpaal
Markt Z.nr.
24) Dubbelhuis, eertijds z.g. "Klein kasteeltje"
Markt 2
25) Burgerhuis
Markt 6
26) Rijhuis
Markt 9
27) Burgerhuis
Markt 13
28) Burgerhuis
Markt 18
29) Klooster- en scholencomplex van de zusters van de H. Jozef van Calasanz Markt 19 30) Breedhuis, vml. molenhuis
Molenbaan 89
31) Woning
Molenstraat 15
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 243
32) Dorpswoning
Molenstraat 27
33) Enkelhuis
Molenstraat 46
34) Dorpswoningen
Nieuwstraat 26
35) Z.g. "Schranshoeve", hoeve met losstaande bestanddelen
Nieuwstraat 49
36) Reeks dorpswoningen
Oostakker 30-42
37) Langgestrekte hoeve
Pallaaraard 35
38) Aangepast woonstalhuis
Proosthoevebaan 18
39) Villa
Riemenstraat 20
40) Dorpswoningen
Riemenstraat 64-66
41) Z.g. "St.-Bernardshoeve", hoeve met losstaande bestanddelen
Sassenhout 33
42) Z.g. "Ten Troon", hoeve met losstaande bestanddelen
Sassenhout 41
43) Z.g. "Sassenhoeve", gerenoveerde hoeve
Sassenhout 44
44) Langgestrekte hoeve
Sassenhout 73
45) Z.g. "Hoeve Sassenhout", langgestrekte hoeve
Sassenhout 81
46) Langgestrekte hoeve
Strateneinde 6
47) Woonstalhuis
Strateneinde 19
48) Devotiekapel toegewijd aan O.-L.-Vrouw van Lourdes
Vispluk Z.nr.
49) Dwarsschuur
Vispluk Z.nr.
50) Vml. kasteelhoeve, thans leegstaand en vervallen
Vispluk 5
51) Kasteel de Borrekens, waterburcht
Vispluk 9-11
52) Boswachterswoning
Vispluk 13
53) Langgestrekte hoeve, vml. kasteelhoeve
Vispluk 66
54) Gerenoveerde hoeve met bewaarde Kempische schuur
Vispluk 121
55) Z.g. "Hoeveke", langgestrekte hoeve
Zand 17-19
56) Complex
Zand 21-23
57) Pijlerkapelletje
Zegbroek Z.nr.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 244
** Pleinen, wegen, heirbanen en kerkepaden
GROBBENDONK In Grobbendonk zijn alle trage wegen geïnventariseerd. HERENTHOUT In Herenthout zijn nog tal van kerkepaden en trage wegen terug te vinden. LILLE - Heirbaan Diest – Grobbendonk (aan Sus Pad) - Middeleeuwseweg Hoogstraten- Aarschot - Kerkepaden NIJLEN - De meeste kerkepaden zijn verdwenen. OLEN * Pleintjes in Olen-Centrum - Driesplein (= Dorp) - Ven * Pleintjes in O.-L.-V.-Olen - Beilen - Gerhagen - Meren - Gerheiden - Doffen * Pleintjes in St.-Jozef-Olen - Pastoor Janssensplein In oktober 2007 werd naar aanleiding van ‘Dag van de Trage Wegen’ in Olen-Centrum een inventaris gemaakt van trage wegen. In de nabije toekomst zal ook voor de andere twee parochies een inventaris opgemaakt worden. VORSELAAR - Frankische driehoekige pleinen (Marktplein, Heikant) - Pleinenband Heikant-Spieke-Tip-Kerkplein-Marktplein - Heirbanen (Heirbaan), steenweg op Grobbendonk (Boulevard), Keulen (Vispluk), enz. - Dreven georiënteerd op buurgemeenten en parochies - Kerkepaden: overzicht Heemkundige Kring ‘Joris Matheussen’
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 245
** Kapelletjes en veldkapellen
GROBBENDONK Grobbendonk - hk Molendreef-Herenthoutsesteenweg Grobbendonk - hk Molendreef-Herenthoutsesteenweg Grobbendonk - Molendreef-grot Grobbendonk - Hanegoor nr 30 Grobbendonk - Rostal nr 22 Grobbendonk - Langenheuvelstraat naast nr 47 Grobbendonk - Molenstraat Grobbendonk - Bergen t.o.nr 5 Grobbendonk - hk Timmermanslei-Pallieterdreef Grobbendonk - hk Bevrijdingsstraat-Nieuwstraat Grobbendonk - Schransstraat Grobbendonk - Schransstraat Grobbendonk - Hofeinde Grobbendonk - Kapelstraat t.o. nr 8 Grobbendonk - Kapelletjesweg Grobbendonk - Bergstraat t.o. nr 13
HERENTHOUT - Heikant - Kapelstraat - Kapellekensboom - Boeyendaal - Callaerstraat - Itegemse Steenweg - Pauwelstraat - Bergen - Nijlense Steenweg – de Merodese Bossen - Binnenstraat -…
LILLE - Publicaties van Mil Peeters en Frans Wouters
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 246
NIJLEN - Mariakapel (Kapellebaan in Nijlen) - Mariakapel (domein Tibourschrans in Nijlen) - Salvatorkapel (Liersesteenweg in Kessel) - Heilige Familiekapel (Bevel-dorp) - Kapel Kruiskensberg (Kruiskensbaan in Bevel) - Kapel (Kapelweg in Kessel) - Kapel (Herenthoutse Steenweg in Nijlen) - Kapel (Sneppestraat in Nijlen) - Kleinere kappeltjes aan bomen, huizen, enzovoort
OLEN Publicatie : “Oolensche Bijdragen” van J. Lauwereys (1938) Oolen-Centrum: Sint Martinus-Parochie 1. Kapelleke van O.L.Vrouw van Lourdes. (steenweg van Oosterwijk) 2. Kapelleke van O.L.Vrouw van ’t H. Hart. (Kattestraat). 3. Kapelleke van O.L.Vrouw Onbevlekt Ontvangen. (Kattestraat) 4. Kapelle van O.L.Vrouw. (Ilschen pad) 5. Kapelleke van O.L.Vrouw. (Dorp). 6. Kruis ten ’t koor der kerk. (Sint Martinus kerk) 7. Kapelleke van O.L.Vrouw. (Hezewijk) 8. Kapelleke van O.L.Vrouw (Hezewijk) 9. Kapelleke van Sint Antonius. (Buul) 10. Kapelleke van O.L.Vrouw Onbevlekt Ontvangen (Schaatsbergen) 11. Kapelleke van O.L.Vrouw van ’t H. Hart. (Schaatsbergen) 12. Kapelleke van O.L.Vrouw. (Hoogbuul) 13. Kruis (Stadsestraat). Achter-Oolen: O.L.Vrouw-Parochie 1. Kapelleke an O.L.Vrouw Onbevlekt Ontvangen. (Neerbuul) 2. Kapelleke van O.L.Vrouw van Lourdes. (St. Sebastiaan) 3. Kapelleke van O.L.Vrouw en St. Sebastiaan (Hoek) 4. Kapelleke van O.L.Vrouw van ’t H. Hart. (Doffen) 5. Kapelleke van O.L.Vrouw. (Grees). 6. Kapel van O.L.Vrouw van Lourdes. (Grees) 7. Kapelleke van O.L.Vrouw en St. Gerardus (Doffen). 8. Kapelleke van O.L.Vrouw (Gestelen). 9. Kapelleke van O.L.Vrouw (Schrans) 10. Kapelleke van O.L.Vrouw. (Vierhuizen) 11. Kapelleke van O.L.Vrouw (Gerheiden). 12. Kapelleke van O.L.Vrouw (Boekel). 13. Kapelleke van O.L.Vrouw (Boekel-weg naar Larum) 14. Kapelleke van St. Gerardus Boekel-Stationsweg) 15. Kapelleke van O.L.Vrouw (Gerhagen). 16. Kapelleke van ’t H. Hart van Jezus. (Steenweg naar Larum) 17. Kapelleke van O.L.Vrouw (Meren). 18. St. Willebrordus Kapel (Meren).
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 247
St. Jozefs-Oolen 1. Kapelleke van ’t H. Hart (Boekel-Heikant) 2. Kapelleke van O.L.Vrouw. (Watertorenstraat). 3. Kapelleke van O.L.Vrouw.(Heibloem). 4. Kapelleke van O.L.Vrouw. (Oolensche Vaartbrug) 5. Kapelleke van O.L.Vrouw. (Heibloem). 6. Kapelleke van O.L.Vrouw. (Heibloem).
VORSELAAR - Publicatie “Waarheen men gaat langs Vorselaarse wegen’ (overzicht van alle kapelletjes met geschiedenis en architectuur) - Kapelletjes Vorselaar - Lovenhoek
215759
4/06/1999
Vorselaar - Zegbroek bij nr 55
224765
4/06/1999
Vorselaar - Zegbroek t.o. nr 40
226763
4/06/1999
Vorselaar - Maashoek nr 4
230757
4/06/1999
Vorselaar - hk Pallaaraard-Groenstraat
227753
4/06/1999
Vorselaar - hk Molenbaan-Klissenhoek
234751
4/06/1999
Vorselaar - hk Molenbaan - nabij hk Putakkerstraat
223746
4/06/1999
Vorselaar - hk Bremlaan-Maalderstraat
231744
4/06/1999
Vorselaar - hk Kempenlaan-Boulevard
233739
4/06/1999
Vorselaar - hk Goorbergenlaan-Mgr Donchelei
236739
4/06/1999
Vorselaar - Mgr Donchelei
237739
24/06/1999
Vorselaar - Mgr Donchelei
239740
24/06/1999
Vorselaar - Mgr Donchelei
238739
24/06/1999
Vorselaar - Mgr Donchelei
238739
24/06/1999
Vorselaar - Kerkstraat
237741
24/06/1999
Vorselaar - Kerkstraat
237741
24/06/1999
Vorselaar - Markt
239740
24/06/1999
Vorselaar - Vispluk
242750
24/06/1999
Vorselaar - Nieuwstraat t.o. nr 52
245741
24/06/1999
Vorselaar - Berkelheide nr 16
257763
24/06/1999
Vorselaar - hk Sassenhout-Kweek
266750
24/06/1999
Vorselaar - Sassenhout t.o. nr 77
275750
24/06/1999
Vorselaar - Heiken bij nr 11
247727
24/06/1999
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 248
** Molens en toegangspoorten
GROBBENDONK - De watermolen (Grobbendonk) De watermolen is één van de mooiste slagmolens van de Kempen en is gelegen aan de samenvloeiing van de Kleine Nete en de Aa. De molen staat op de eigenlijke Nete (de zijarm en de arkuil zijn gegraven). Hij draait nog bijna dagelijks op de kracht van water, er wordt haver en gerst voor paarden geplet. De watermolen behoorde in de 13de eeuw toe aan de Heren van Grobbendonk. In 1268 brandde hij af. In 1597 werd hij opnieuw totaal verwoest en in 1919 werd hij nogmaals door brand geteisterd. In 1921 werd hij helemaal vernieuwd. De watermolen en het schilderachtige natuurkader zijn sinds 1962 beschermd. - Windmolen (Bouwel) De huidige beschermde graanwindmolen werd overgebracht vanuit Westerlo (Voortkapel) in 1925. De oudste inkerving in een balk dateert van 1732. Hij diende ter vervanging van de oude molen die door brand werd verwoest in 1914. De molen bleef in werking tot 1940 en werd in 1973 gerestaureerd. Al sinds 13 oktober 1943 is de windmolen geklasseerd als monument.
HERENTALS - Bovenpoort - Zandpoort
LILLE - Standaardmolen op de Sept te Wechelderzande (molen Verellen) De eerste Wechelse windmolen stond op de Molenheide. Het was op 10 december 1626 dat de schout met de gemeyne ingesetenen van Wechelderzande en Vlimmeren, hun heer Philips IV van Spanje, om toelating vroegen een windmolen te mogen bouwen voor hun twee leefgemeenschappen. Waarschijnlijk is hij gebouwd tussen 1648 en 1675. In 1830 was hij eigendom van graaf de Pestre. In 1862 werd hij verplaatst naar de Sept omdat de streek van Molenheide te bosrijk was. In 1877 was hij in bezit van maalder Karel Van Goubergen-Wouters die hem in 1893 verkocht aan Karel Verellen-Goossens. In 1935 werd hij afgebroken. - Open standaardmolen op de Beulk te Wechelderzande (molens Stevens) Deze molen stond in de nabijheid van het dorp op de plaats waar nu zagerij Helsen zich bevindt. Hij was eigendom van de gebroeders Stevens. Hij heeft daar niet lang gedraaid. In 1916 overgebracht vanuit Itegem en in 1924 reeds verkocht aan een molenaar uit Tongerlo. (zie molens der Zuiderkempen) - De spekmolen op het Middelveld te Gierle Deze molen stond niet ver buiten het dorp, nabij de steenweg op Turnhout, op het Middelveld. Hij werd in 1865 overgebracht uit Herentals mits toelating van de Bestendige Deputatie van 1 mei 1863. Enige eigenaars - molenaars waren : Charles Verheyen en Jozef Van Duppen. In 1911 werd de molen eigendom van L. Hermans, die de molen volgens de bepalingen van het koopcontract moest afbreken. Zo verhuisde de molen in 1912 naar de Middelakkeren. De laatste maalder was Jos Hermans. Deze prachtige molen werd op 14 november 1940 door een geweldige storm neergeveld.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 249
Molens beschreven in ‘Lille, het Croatendorp’: - De banmolen - De molen van Verellen - De witte molen - De zwarte molen - De molen in de Broekzijstraat - De olie- of slagmolen - De molen van Nelles - De molen van Stan Peeters
NIJLEN - Dommolen (Statiestraat in Nijlen): De Dommolen was in gebruik tot 1939. De stenen molenromp van de oorspronkelijke molen uit 1856 doet tegenwoordig dienst als café. - Verbistmolen (Spoorweglei in Nijlen): De oorspronkelijke molen uit 1847 was in gebruik tot 1914, waarna de molen een waarnemingspost voor het Belgische en Duitse leger werd. De stenen molenromp wordt tegenwoordig gebruikt voor het verhandelen van aardappelen, granen en zaden. - Stenen molen (Kessel): De oorspronkelijke graan- en schorswindmolen dateert uit 1842. In 1945 sloeg een vliegende bom vanaf 30 meter afstand in, waardoor de molen fel werd beschadigd. - Houten Molen (Kessel): De Houten Molen in Kessel werd in 1914 verwoest. - Carolusmolen (Molenbos in Nijlen): De Carolusmolen uit 1460 brandde af in 1914. - Smoutmolen (Kessel).
OLEN 1. Buulmolen De allereerste vermelding van de Buulmolen dateert al van 1362: "Walterus Smeyers de pecio terre... molendinum de bule". In de nacht van 11 juli 1744 brandde de molen af, maar hij werd in het najaar en de winter weer opgebouwd. In 1938 werd de molen gedemonteerd en overgebracht naar Antwerpen (Noordkasteel), omdat hij in Olen plaats moest ruimen voor de aanleg van het Albertkanaal. In 1974 werd hij, wegens de aanleg van de verbinding tussen het 5de havendok en het Amerikadok, een 400-tal meter verder geplaatst, nabij de Hogere Zeevaartschool en de Royerssluis. Hij werd er aan zijn lot overgelaten en in 1986 gedemonteerd. En dan gebeurde het wonderlijke: "de molen zou terugkeren naar zijn stal!" De stad Antwerpen werd in 1991 bereid bevonden om de molen af te staan aan de gemeente Olen. Aanleiding was de viering "1000 jaar Olen" in 1994. Deze viering was een succes, maar de molen ontbrak op het appèl! Onder impuls van de Werkgroep Vrienden van de Buulse Molen (gegroeid uit de Heemkundige Kring De Linde) kon de overbrenging toch gerealiseerd worden. De heropbouw en de maalvaardige restauratie gebeurde in 2002Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 250
2003 op vakkundige wijze door Adriaens Molenbouw bv uit Weert (NL). De roeden zijn 25,60 meter lang en werden vervaardigd door Derckx uit Wessem (NL) in 2003. Op 1 augustus 2003 werd de "teruggekeerde verloren zoon" feestelijk ingehuldigd. 2. Molen van Gerheiden. Stond vroeger in Geel. In 1433 werd hij vermeld wals “de molen van Baantveld”. Hij is later overgebracht naar Olen. De laatste molenaar was Jozef Van Houdt (1883-1976) Op 3 november 1952 viel de molen om als gevolg van een barst in een van de teerlingen. 3. Molen van Hezewijk. Tot aan de Franse revolutie in het bezit van de abdij van Tongerlo. Een van de laatste molenaars was Jan Baptist Veris. Hij kocht de molen in 1913 en verkocht hem in 1935 aan Remi Mertens. Aloïs Cannaerts kocht de molen in 1951 en brak hem af.
VORSELAAR - De molen van Vorselaar werd in de tweede helft van de 20ste eeuw afgebroken.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 251
9.9. Overzicht onroerend landschappelijk erfgoed werkingsgebied BRONNEN: http://geo-vlaanderen.agiv.be/geo-vlaanderen/landschapsatlas + www.vioe.be ** Landschappelijke structuur: landschappen en rivieren GROBBENDONK - Kleine Nete - De Aa - Kempische Heuvelrug
HERENTALS Reliëf De streek van Herentals wordt gekenmerkt door een aantal parallel verlopende heuvelruggen. De heuvelruggen hebben alle grofweg een oost-west oriëntering. De meest in het oog springende heuvelrug ligt in het noorden van de gemeente (de “Kempische heuvelrug”.) De hoogste delen hiervan steken een 20-tal meter boven het omringende landschap uit en vooral de zuidelijke flank is heel steil. Op de heuvelrug komen relicten van stuifduinen voor. De Kempische heuvelrug loopt vanaf Herentals door tot Kasterlee. Ten noorden en ten zuiden van de Kempische heuvelrug hebben twee rivieren (respectievelijk de Aa en de Kleine Nete) zich een brede alluviale vlakte uitgeschuurd. Ook in de valleien vindt men duinen terug die door de begroeiing vastgelegd werden. Op de westelijke grens van de gemeente ligt er, ter hoogte van het gehucht Rossem, een kleinere heuvelrug. Deze ligt grotendeels op het grondgebied van de gemeente Herenthout. De heuvelrug tussen Olen, Morkhoven en Noorderwijk heeft een nauwelijks waarneembaar reliëf. Het zuiden van de gemeente is dan ook vlak tot zachtglooiend. Waterlopen en overstromingsgebieden De waterlopen in de streek rond Herentals verlopen haast alle grofweg oost-west, tussen de heuvelruggen in. Het noordelijke deel van de gemeente behoort tot het stroomgebied van de Kleine Nete. Het zuidelijke deel van de gemeente behoort tot het stroomgebied van de Grote Nete. Centraal in de gemeente liggen de kanalen Albertkanaal en kanaal Herentals-Bocholt) op de waterscheiding tussen de Grote en de Kleine Nete. Volgende waterlopen zijn van structurerend belang: - De vallei van de Aa vormt de noordelijke grens van de gemeente. Ze mondt ten noordwesten van Herentals in de Nete uit. - De Kleine Nete gaat door het centrum van de stad Herentals. - De Wimp vormt de zuidelijke grens van Herentals (ten zuiden van Morkhoven) en is een belangrijke zijloop van de Grote Nete. - De Stapkensloop loopt diagonaal van noordoost naar zuidwest door het zuidelijk open landbouwgebied. Plaatselijk ook wel Riddersbergloop, Lenskensloop en Honingloop genoemd. Natuurlijk overstroombare gebieden komen in het bijzonder voor in de valleien van Wimp en Stapkensloop, bovenloop van de Krekelbeek (Klein gent), Kleine Nete en Aa. Tot de recent overstroomde gebieden worden de benedenloop van de Aa en de Kleine Nete stroomafwaarts het Netepark gerekend.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 252
Natuurlijke structuur De natuurlijke structuur hangt grotendeels samen met het fysisch systeem (reliëf en waterlopen.) Er kan dan ook een onderscheid gemaakt worden tussen natte en droge natuurlijke elementen. - Vallei van de Aa Ter hoogte van Herentals zijn er ten gevolge van de ruilverkaveling haast geen natuurlijke elementen in de vallei bewaard gebleven. De waarde voor de natuur beperkt zich tot de bedding van de rivier zelf. Ten westen van de Poederleeseweg is de bebouwing beperkt gebleven, waardoor de overgang tussen vallei en de heuvelrug er nog waarneembaar is. Het gebied rond de monding heeft een relatief grote natuurlijkheid weten te behouden, met een groter aandeel kleine landschapselementen en weilanden. Ten oosten van de Poederleeseweg is de bebouwing intensiever, zodat de scheiding tussen vallei en beboste heuvelrug er meer uitgesproken is. Het open-ruimtekarakter van de vallei van de Aa wordt bedreigd door de juridische mogelijkheid tot zandontginning. - Vallei van de Kleine Nete Ondanks de rechttrekking van de rivier heeft de vallei van de Kleine Nete een grotere natuurlijkheid weten te behouden dan de vallei van de Aa: grote delen ervan zijn nog bebost of zijn door houtwallen omgeven weilanden. Daarnaast zijn er bij de rechttrekking van de rivier een groot aantal afgesneden meanders bewaard gebleven en telt de vallei tal van vijvers, waarvan er weliswaar een groot aantal een recreatieve functie gekregen heeft. Vooral de omgeving op de grens met de gemeente Olen (Snepkensvijver) heeft een relatief grote naruurlijkheid weten te behouden. Meer stroomopwaarts (te Olen en Kasterlee) werd de vallei grotendeels voor de landbouw ontgonnen. Westwaarts, naar het centrum van Herentals toe wisselt weiland af met vijvers, bos- en duinrelicten. Ook afgesneden meanders verhogen de natuurlijke potentie van het gebied. - Wimp en Stapkensloop De beekbegeleidende bossen en houtwallen zijn in een grootschalige ruilverkaveling grotendeels verloren gegaan. De natuurlijke structuur blijft dan ook beperkt tot de oevers van de Wimp, de Stapkensloop en haar zijlopen zelf en een aantal bosrestanten. In de vallei van de Wimp treft men nog een aantal bosfragmenten aan. Ook ten zuidoosten van de Dorpskern van Morkhoven zijn nog bomenrijen en bosfragmenten bewaard gebleven. Een aantal van deze bosfragmenten werd bebouwd (verblijfsrecreatie te Berteneinde en Bertheide ten zuiden en ten westen van Morkhoven.) Vooral stroomopwaarts (ter hoogte van Tongerlo, ten oosten van Morkhoven) heeft de vallei van de Wimp haar natuurlijke meanderende loop nog beter kunnen bewaren. De Stapkensloop ontwatert het grootste deel van het grondgebied van de deelgemeenten Noorderwijk en Morkhoven. Hierin spelen een aantal kleinere zijtakken een belangrijke rol (o.a. de Vennekensloop te Morkhoven en de Shransloop, de Duiptloop en een tak vanaf het park.) Ook deze zijtakken zijn over hun ganse lengte rechtgetrokken. Langs de monding (Bertheide) en het brongebied van de Stapkensloop (ter hoogte van het Albertkanaal nabij de Aarschotseweg), langs de zijloopjes ‘Duiptloop’ en het waterloopje van het park vinden we een aantal bosrestanten terug. Ook tussen de oude spoorlijn Herentals-Aarschot en de verbindingsweg tussen Noorderwijk en Morkhoven (Morkhovense weg) komt nog een aantal bosfragmentjes en bomenrijen voor. Langs de Stapkensloop vinden we nog een aantal vijvers terug.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 253
LILLE De Aa De Aa is een zijrivier van de Kleine Nete in het stroomgebied van de Schelde, in de Belgische provincie Antwerpen. De Aa ontspringt in een plassengebied waar vier gemeenten bij elkaar komen: Turnhout, Vosselaar, Lille en Kasterlee. De rivier vormt achtereenvolgens de gemeentegrens tussen Lille (Gierle) en Kasterlee (Tielen), tussen Lille (Poederlee) en Kasterlee (Tielen), tussen Lille (Poederlee) en Vorselaar, tussen Vorselaar en Herentals, en tussen Vorselaar en Grobbendonk. De Aa stroomt samen met de Kleine Nete bij de historische watermolen van Grobbendonk. In de vallei van de Aa werd vroeger ijzererts of 'ijzermaal' ontgonnen. Deze moest vervolgens naar losplaatsen aan de Kleine Nete worden gebracht. Om dit te realiseren, werden verscheidene kanaaltjes tussen de Aa en de Nete gegraven. De grootste zijrivier van de Aa is de Kaliebeek die in de Aa uitmondt op de grens van Tielen met Poederlee. De riviervalleien van de Aa en de Kleine Nete vormen één aaneengesloten groengebied, met in het hart daarvan het natuurgebied Schupleer. De Zandbergen (Lilse Bergen) De laatste ijstijd (ongeveer 10 000 jaar geleden) was het hier koud en droog. Het was dan ook een periode van stuivend zand. Op sommige plaatsen hoopte het zand zich op en zo ontstonden o.a. de Rollekensbergen. In de loop der tijden verplaatste het zand zich regelmatig. Door het aanplanten van Grove Den is men er in geslaagd het stuivend zand te bedwingen. Bovendien had deze aanplanting een zekere economische waarde. Dennenhout was uitermate geschikt als stuthout in de steenkoolmijnen. Thans zijn de Rollekensbergen vooral gekend om hun landschappelijke waarde. De Zittaart (Poederlee) De Zittaart is een gehucht van Poederlee, gelegen ten westen van het dorp en begrensd door de rijksweg Lille – Herentals, de gemeente Vorselaar en Heiend te Lille. Dit landschap wordt bepaald door een afwisseling van bossen (voornamelijk den), akkers, weiden en verspreide bewoning. We treffen er nog een paar goed bewaarde typisch Kempische boerderijen (gerenoveerd) aan. Het landschap is op vele plaatsen esthetisch waardevol, vooral langs de Zittaartse Loop en de Boonakkersloop. Als het ware in ’t midden van het gehucht treffen we op een driehoekig pleintje een stenen kapel aan, die omgeven is door jonge leilindes. Zoals vroeger de gewoonte was gingen er meerdere “kerkpaadjes” van het gehucht recht naar de kerk. Op vele plaatsen zijn deze paadjes verdwenen maar hier kan men nog steeds deze voetweg, door velden en langs bossen, gebruiken. De Galgenberg met bijhorend Galgenven zijn door verkaveling voor villabouw verdwenen. Op deze plaatsen dagzoomt de Poederleeaan. In deze bodemlaag van ijzerzandsteen treffen we schelpafdrukken aan. Oudere mensen weten te vertellen dat op een bepaalde plaats leem werd gedolven. Deze streek is gekend als “De Leemputten”. De leem diende voor het verharden van de dorsvloer. De Gooren (Gierle) en Hollebeemdenbeek (Lille) Tussen het Rolleken te Lille en Hemeldonk (Gierle) zijn er bijna geen huizen te bemerken. Het is een uitgestrekt natuurlijk gebied. Vooral in het voorjaar zijn de weiden en slootkanten getooid met een zeldzame bloemenpracht. Dotterbloem, Sleutelbloem en Speenkruid zijn bij ons zeker niet algemeen. Bovendien treffen we in de prachtige loofbossen vaak een wit tapijt van Bosanemonen aan. Goudveil, dat er op enkele plaatsen in grote getale aanwezig is, mag beschouwd worden als een zeldzaamheid van onze inlandse flora. Met bomen en houtkanten afgezoomde weiden bepalen grotendeels het uitzicht van dit landschap. In De Gooren beheert Natuurpunt enkele prachtige boekbossen. Ook het Agentschap voor Bos en Natuur is hier actief bezig met langs de Oudendijksloop een natuurgebied te ontwikkelen. Zowel het Rastaarven en de Duivelskuil oefenen een grote aantrekkingskracht uit op allerlei amfibieën en andere waterdiertjes.De dreven die tijdens WO II werden aangelegd zijn afgeboord met Oostenrijkse den.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 254
NIJLEN De gemeente Nijlen bestaat uit drie deelgemeenten: Bevel, Kessel en Nijlen. Het is een gebied dat wordt gekenmerkt door zandige bodems met een overgang naar lemig zand in de richting van Bevel. De gemeente is gelegen in het samenvloeiinggebied van Kleine Nete en Grote Nete. De rivieren vormen respectievelijk de noordelijke en zuidelijke gemeente grens. Nijlen wordt dan ook gekenmerkt door een laaggelegen, vlak reliëf dat samenhangt met de samenvloeiing van beide Netes. - Kleine Nete - Grote Nete - Netekanaal - Kemelloop, Heiloop, Bevelsebeek, Konters Loop, Bevelse Beekbrug, Nijlense Beek, Kleine Beek, Visbeek, Laak, Rotbeek, Lindekensbeek, Grote Veldloop, Puttingse Loop, Elsbeek, Krekelbeek, Goorkantloop, Blauwenhoekloop, Paddenloop.
OLEN Landschappelijke structuur De vallei van de Kleine Nete is de structuurdrager van het fysische systeem. Het bosgebied op de Olense duinenrug in het zuiden van de gemeente is de waterscheidingslijn tussen Grote en Kleine Nete. De bebouwing is deels geënt op de natuurlijke structuur van de Kleine-Netevallei en de Olense duinenrug en deels ontwikkeld door de industriële activiteiten van het Kempisch kanaal. De bebouwing is er geconcentreerd in de dorpskernen en in lintbebouwing langs de verbindingswegen. De E313 autosnelweg doorsnijdt de gemeente in het zuiden en is bepalend op Vlaams en internationaal niveau. Twee gewestwegen (N152 Herentals–Herselt en N13 Herentals–Geel) kruisen de gemeente. De kern Centrum wordt ontsloten door de N152, de andere kernen d.m.v. gemeentewegen. Ook de spoorlijn Antwerpen–Lier–Neerpelt, het Albertkanaal en het kanaal Herentals–Bocholt doorsnijden het gebied. Naast de beperkte handelsfunctie in de dorpskernen, beschikt de gemeente over drie zones voor industriële activiteiten: een klein gebied tussen Centrum en snelweg, twee grote gebieden langs het Albertkanaal en één langs het Kempisch kanaal (kanaal Herentals-Bocholt). Olen wordt daarom als economisch knooppunt beschouwd omwille van het belang van de gemeente in het economisch netwerk van het Albertkanaal. De landbouw is in de gemeente Olen van geringe economische betekenis. Het landbouwgebied is er sterk versnipperd, toch is de landbouwfunctie ruimtelijk bepalend. Ook de natuurlijke structuur is bepalend voor het grondgebruik. De agrarische en vooral de natuurlijke structuur ondersteunen de functie van de gemeente als buitengebied. Het Albertkanaal Om het Luikse industriebekken voor binnenschepen rechtstreeks met de Antwerpse zeehaven te verbinden, besloot men na de Eerste Wereldoorlog tot de realisatie van het Albertkanaal. Supplementaire motieven waren de ontsluiting van het Kempense steenkoolbekken (inmiddels al achterhaald!) en het stimuleren van de industriële expansie in de provincies Luik, Limburg en Antwerpen. De graafwerken werden tussen 1930 en 1939 uitgevoerd. Het Albertkanaal (130km) werd in 1940 in dienst genomen maar omwille van de Tweede Wereldoorlog werd de industriële exploitatie ervan tot 1946 verdaagd. Tussen Luik en Ternaaien (Lanaye) volgt het kanaal het Maasdal wiens alluviale vlakte te Ternaaien ca. +50 meter boven het Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 255
zeeniveau gelegen is. Ter hoogte van Ternaaien dringt het kanaal echter het gevoelig hoger gelegen Haspengouwsplateau (+90 m tot +11O m) binnen. Om het niveau van +50 m te respecteren - de voeding van het kanaal gebeurt immers vanuit de Maas - was men genoodzaakt tot het graven van een diepe sleuf in de krijtlagen daar .Vandaar dat het Albertkanaal in het agrarische Zuidoost- Limburg een totaal andere fysionomie heeft dan in de vlakke Antwerpse Kempen. De Sluizen van Olen Een kanaal met 5 sluizen Het niveauverschil tussen de Luikse Maas (ca. +5O m) en de Antwerpse dokken (ca. +5 m) wordt "geregeld" door vijf sluizen. Voor de moderniseringwerken bestond elke sluis uit drie sassen: twee van 136m x 16m en één van 55m x 7, 5m .De vier opwaartse sluizen - nl. Genk, Hasselt, Kwaadmechelen en Olen - overbruggen elk een hoogteverschil van ca. lO m, terwijl het verval van het sluizencomplex ter hoogte van Wijnegem amper 5.45m bedraagt. Het overschot aan voedingsdebiet dat hierdoor op het traject Olen- Wijnegem ontstaat, wordt aangewend om de Antwerpse agglomeratie van drinkwater te voorzien. Het verval ter hoogte van de Olense sluizen bedraagt precies 10 meter: van 19.7m kanaalopwaarts naar 9,7 m kanaalafwaarts! Duwvaart Terwille van de duwvaart - bij duwvaart worden twee of vier duwbakken van elk 76.5 m x 11.4 m x 3m met elkaar verbonden en door een duwboot voortbewogen - werd in 1960 besloten het kanaal te moderniseren: de werkzaamheden hadden enerzijds betrekking op het verbreden en verdiepen van de waterweg en anderzijds op het aanpassen van de sluizen. De dwarsdoorsnede werd verdrievoudigd en tot minimum 450 m² opgevoerd. Na deze aanpassingswerken is het kanaal 5m diep; de bodembreedte bedraagt 75m en de breedte ter hoogte van de waterlijn schommelt tussen 100 en 110 meter. Teneinde het versassen van duwvaartkonvooien tot 9000 ton mogelijk te maken, werd het kleine sas vervangen door een modern duwvaartsas van 200m bij 24m. Thans is het transport via dit kanaal goed voor ruim éénderde van de totale Belgische goederentrafiek via de binnenvaart. Per etmaal worden hier, in het sluizencomplex van Olen, gemiddeld 120 "bewegingen" genoteerd. De bediening van het Olense sluizencomplex gebeurt vanuit een centrale "kamer" die zich in de 15m hoge toren bevindt. Dankzij een gesloten TV.-circuit wordt een veilige afstandsbediening mogelijk gemaakt.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 256
VORSELAAR - Kleine Nete De Kleine Nete is een zijrivier van de Nete in het stroomgebied van de Schelde. De rivier ontstaat uit vele door regen gevoede beekjes in het gebied tussen Arendonk, Retie en Mol - Postel in de Belgische Kempen, en bevat veel in Vlaanderen zeer zeldzame vissen. Vanaf Lier stroomt hij samen met de Grote Nete en vormt hij de Nete of de Beneden-Nete. De voornaamste zijrivieren zijn de Molenbeek, de Aa en de Wamp. De Kleine Nete stroomt door volgende gemeenten: Retie, Kasterlee, Geel, Olen, Herentals, Vorselaar, Grobbendonk en Nijlen. - De Aa De Aa is een zijrivier van de Kleine Nete in het stroomgebied van de Schelde, in de provincie Antwerpen. De Aa ontspringt in een plassengebied waar vier gemeenten bij elkaar komen: Turnhout, Vosselaar, Lille en Kasterlee. De rivier vormt achtereenvolgens de gemeentegrens tussen Lille (Gierle) en Kasterlee (Tielen), tussen Lille (Poederlee) en Kasterlee (Tielen), tussen Lille (Poederlee) en Vorselaar, tussen Vorselaar en Herentals, en tussen Vorselaar en Grobbendonk. De Aa stroomt samen met de Kleine Nete bij de historische watermolen van Grobbendonk. In de vallei van de Aa werd vroeger ijzererts of 'ijzermaal' ontgonnen. Deze moest vervolgens naar losplaatsen aan de Kleine Nete worden gebracht. Om dit te realiseren, werden verscheidene kanaaltjes tussen de Aa en de Nete gegraven. De grootste zijrivier van de Aa is de Kaliebeek, die in de Aa uitmondt op de grens van Tielen met Poederlee. De riviervalleien van de Aa en de Kleine Nete vormen één aaneengesloten groengebied, met in het hart daarvan het natuurgebied Schupleer. - Kempische Heuvelrug De Kempische Heuvelrug strekt zich uit van Retie tot Herentals/zuid-Vorselaar. Het is nu in hoofdzaak een natuurgebied dat een overblijfsel is van landduinen, die ontstonden toen de zee zich terugtrok. Uitgestrekte bossen, bestaande uit grove den en Corsicaanse den op zandgrond domineren het beeld. Verder treffen we hier nog heidevelden aan, vennen, open stuifzanden, holle wegen, waterlopen en loofbossen. Deze landschapelementen brengen diversiteit in het gebied, waarmee de biologische rijkdom sterk toeneemt. Naast habitatfunctie, speelt de heuvelrug een belangrijke rol als tijdelijke verblijfsplaats of foerageergebied voor overwinteraars en zwerf- en trekvogels. In dit bosgebied met zijn vele zijwegen en paadjes zijn niet alleen talrijke wandelingen bewegwijzerd, maar ook mountainbike-routes en paden voor ruiterij. De Stichting Kempens Landschap heeft gedeelten van de Kempische Heuvelrug in eigendom en verricht op aanvraag van de gemeenten Kasterlee en Herentals aankopen in dit projectgebied. De Kempische Heuvelrug is immers een schitterend gebied dat als landschappelijke eenheid bescherming verdient. Er wordt, met alle betrokken partijen, een beheersplan voor de totale heuvelrug opgemaakt.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 257
** Natuur- en stiltegebieden GROBBENDONK - Kerkeheide Begin dit jaar tekende Natuurpunt afdeling Nete & Aa en het gemeentebestuur van Grobbendonk een beheersovereenkomst voor de Kerkeheide in Bouwel. Dit gebied (ook wel Rio-bos genoemd) heeft een oppervlakte van 8,2 ha en situeert zich in de hoek tussen de E313 snelweg en de Lierseweg. De Kerkeheide is het laatste restant van de St. Lambertusheide die zich destijds uitstrekte tussen Bouwel, Grobbendonk, Nijlen en Herentals. Half vorige eeuw werd het grootste gedeelte van de St. Lambertusheide bebost en in de loop der jaren stelselmatig verkaveld en bebouwd. De Kerkeheide kon de dans ontspringen. Toen omstreeks 1987 het bos werd gekapt en nieuwe aanplantingen mislukten werd het opgekocht door een projectontwikkelaar. Na een mislukte poging om het gebied een bestemming te geven als industriegebied kwam het enkele jaren gelden in handen van het Grobbendonks bestuur. Door de overeenkomst met Natuurpunt krijgen we voor een periode van 6 jaar (nadien verlengbaar) het beheer toegewezen. Momenteel is het open gebied grotendeels begroeid met struikheide, opslag van berk en vooral bochtige smele. Op korte termijn zal er een beheersplan worden opgemaakt. Dit plan zal vooral bestaan uit het herstel van de heidevegetatie, het openmaken van de natte depressies (o.a. met dopheide en pilzegge), het behoud van de bufferzone langs de E313 en de baan Lier - Herentals en de inrichting van een wandelpad. - het Abroek Het Abroek ligt in de vallei van de Kleine Nete. Het gebied, wat als geheel ongeveer 40 hectare groot is, bestaat voornamelijk uit vochtige graslanden en populierenbossen. Verder treffen we nog enkele verruigde hooilanden aan en een oude Netemeander. De talrijke grachten die het gebied doorkruisen, vormen het brongebied van de Kleine Eisterleesebeek. Het is vooral deze met zuiver kwelwater gevoerde beek die het gebied zijn hoge ecologische waarde geeft. In de beek ontwikkelt zich elk jaar nog een mooie vegetatie met o.a. waterviolier. Ook voor vogels is het gebied van belang met nog broedende wulp, boomvalk en roodborsttapuit. Ook op trek bieden de graslanden heel wat. Ankerplaatsen Delen van Grobbendonk vallen in drie verschillende ankerplaatsen. In het noorden van de gemeente ligt een deel van de ankerplaats ‘Krabbelshof, Lovenbroek en Krabbels Broek’, in het oosten een deel van ‘Kasteel en de Kleine Netebeemden van Grobbendonk’ en in het westen van de gemeente ligt de ankerplaats ‘Dal van de Kleine Nete tussen Nijlen en Grobbendonk’, die op het grondgebied van de gemeentes Grobbendonk, Nijlen en Zandhoven is gelokaliseerd.
HERENTALS -
-
Snepkensvijver Aan de voet van de Kempense heuvelrug, in de vallei van de Kleine Nete in Herentals en Lichtaart, ligt de Snepkensvijver. De Snepkensvijver is een bekend natuur- en vogelreservaat en een belangrijke broed- en pleisterplaats voor vogels. Dit privé-domein is enkel met een kleine groep te bezoeken. Van half april tot eind juni is de meest interessante periode. Groot Moerven (duinencomplex) Vennen, stuifzanden en heidevelden bedekken een niet onbelangrijk deel van het grotendeels beboste duinencomplex tussen Herentals en Lichtaart. De valleien van de Kleine Nete en Aa bieden u een ruime afwisseling van weiden, heggen, knotwilgen en populieren. Het Groot Moerven is erg rijk aan vogels. De
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 258
-
-
-
-
zwarte specht en de boomvalk zijn jaarlijkse broedvogels. Tijdens de trekperiode vindt u in de vennen eenden, snippen, steltlopers en ander watervogels. Lavendelven (Ringven) Tussen Herentals en Lichtaart ligt het Lavendelven. Het Lavendelven is een botanisch zeer waardevol ringven. Tussen het veenmos vindt u planten als veenbes, ronde zonnedauw, wollegras, dopheide en lavendelheide. Gemeentehei en Bosbergen Natuurpunt vzw beheert de eigendommen van de stad Herentals die gelegen zijn in natuurgebied, dus ook de Gemeentehei. De Bosbergen zijn nu beschermd als bijzonder waardevol gebied. De gebieden lenen zich uitstekend voor ‘groene’ recreatie. Hellekens De Hellekens verzoent de bestaand landbouw met het zacht toerisme. Vanuit de Grote Markt kan je zonder een drukke weg over te steken, wandelen tot het Olens gebroekt. Natuurherwaardering met het salamander- en kikkerproject in de Hellekensloop staat centraal in de Hellekens. Het Peertsbos (loofbos) Dit natuurwandelpad blijft een belangrijke aantrekkingspool voor al wie op zoek is naar rust en natuur vlakbij het stadscentrum. Het Peertsbos is nog steeds het grootse aaneengesloten loofbos in de verre Kempense omgeving. Het natuurpark ligt op lage alluviale gronden in de vallei van de Kleine Nete en op drogere zandgronden aan de rand van de duinenrij die de waterscheiding vormt tussen de Kleine Nete en Aa. De naam Peertsbos is afgeleid van het middelnederlandse Pertse wat grenspaal betekent.
HERENTHOUT Relieken van economische bedrijvigheid in het landschap achtergelaten: - Ijzerstandsteenwinning: Oosterhoven tussen de Noorderwijkse beek en de Stapkensloop op gronden van de H. Geesttafel (OCMW); de opgedolven ertsblokken werden per wagentjes vervoerd naar de Wimpe en zo per platbodem naar de Nete verscheept - Volgens zeggen: op de velden welke de vader van de heer Denis Beirinckx huurde, waren nog vele brokken en klompen ijzersteen de overgebleven getuigen van de vroegere uitwinning. - De ruilverkaveling (zo’n 25 jaar geleden) heeft het landschap totaal onherkenbaar gemaakt.
LILLE Den Haert in Poederlee Den Haert is een afwisselend gebied met bossen, houtkanten, weilanden en maïsakkers. Er staan op een aantal plaatsen ook oude bomen die het gebied een hoge waarde geven (haagbeuk, dreven van zomereik, sleedoorn, inlandse kers…). De bossen zijn een leef- en rustgebied voor vele vogels. De rivier de Aa biedt een thuis voor waterhoentjes en eenden. Er is een grote verscheidenheid aan water- en oeverplanten. Naast de natuurwaarden zijn in de Haert de historische structuren hier en daar bewaard gebleven. In het westelijk deel ven het gebied ligt “Den Ouden Hofberg”. Dit is een motte uit de 12de eeuw. Later werd verder langs de Aa op de site Regendonck “het kasteel van Poederlee” gebouwd. Visbeek- Kindernouwvallei gelegen op de grens van Lille, Wechelderzande en Vorselaar De Visbeekvallei is een typisch Kempische beekvallei die bestaat uit een aaneenschakeling van moerassen, bossen, heide, gagelstruweel, ruigte en graslanden. Het hoeft geen betoog dat het hier bruist van het leven. Het Kindernouw is nog een uniek geheel van laagveenmoeras, vochtige graslanden, houtkanten, bossen en vijvers. Het gebied heeft zijn oude landschapsstructuur (lange smalle percelen, bomenrijen, houtkanten, poelen, …) goed behouden en is mede daarom beschermd als landschap.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 259
Het Grotenhoutbos in Gierle-Vosselaar Het is één van de oudste bossen in Vlaanderen en is overwegend loofbos. Hier leven reeën, hazen en soms zelfs vossen. Een beheerplan dat werd opgemaakt wordt strikt nageleefd. Zeer veel aandacht wordt geschonken aan de bosranden, de heidevegetatie steekt hier en daar de kop op, dat creëert een speciaal biotoop voor heideminnende planten en dieren. In de oude eiken nestelen zich spechten en ook vleermuizen zijn waargenomen. Een klein bosven gaat zich goed ontwikkelen als amfibieënpoel. Aan de oever van de grote vijver (ontstaan bij aanleg van de snelweg) komen zeldzame planten voor en is er veel waterleven.
NIJLEN - Kesselse Heide (Lindekensbaan in Kessel). - Hoogbos (Lindekensbaan in Kessel). - Steenbeemden (Beemdweg in Kessel). - Kruiskensberg (Kruiskensbaan in Bevel).
OLEN Het Olens Broek Het natuurreservaat het Olens Broek is gelegen in de vallei van de Kleine Nete en heeft een oppervlakte van 40 hectaren, met misschien mogelijkheden tot uitbreiding. In het noorden wordt het begrensd door de Kleine Nete en door de stuifduinen van de Kempense heuvelrug. In het westen paalt het aan het natuurgebied Langendonk (Herentals). In het zuiden bevindt zich de landelijke bewoningskern van De Bleek, terwijl een aantal weilanden van de Roerdompstraat de oostelijke grens vormen. Aan de overkant van de Kleine Nete vormt het Olens Broek een geheel met de vennen rond de Snepkensvijver. Binnen een straal van 5 kilometers liggen de Vlaamse natuurreservaten Zwart water, Kempense heuvelrug en Mosselgoren en de reservaten de Zegge, Neerhelst en Snepkensvijver. 1. Een terugblik naar het verleden +/- 3 miljoen jaren geleden (tertiaire periode) bevond zich in onze regio de overgangszone van zee naar vasteland. Het regelmatig terugtrekken en opkomen van de zee bracht grijsgroene zanden in de bodem die ijzerzandsteen bevatten (het Diestiaan en het Poederleeaan), alsmede kleiige zanden (het Kasterleeaan). In de ijstijd (10.000 jaar geleden) werd de diep uitgesneden vallei van de Kleine Nete opgevuld door zandopstuivingen. In de loop der eeuwen hadden de overwegend krachtige westenwinden het zand opgejaagd en opgestapeld tot stuifduinen die de Kempense heuvelruggen vormden van Nijlen, over Bouwel, Grobbendonk, Herentals en Olen, Lichtaart, Kasterlee tot in Retie. Langs de oevers van de Kleine Nete ontstonden moerassen en venen die door de onderliggende leem- en ijzerlaag het water vasthielden. 2. De eerste bewoners van het Olens Broek Vele eeuwen is het noordelijk deel van onze gemeente en het aanpalend gedeelte van Geel een onherbergzaam gebied gebleven met uitgestrekte moerassen, vage gronden, vennen en bossen. Op de oorspronkelijke kadastrale plannen die in 1834 werden opgemaakt wordt aangetoond dat sectie A "Den Broeck" totaal onbewoonbaar wordt verklaard. In de tweede helft van de 19de eeuw kwam hierin wel enige verandering daar rond 1840 besloten werd "Le canal du Nord", Noordervaart, later Kempisch kanaal, te voltooien. In de Franse tijd was men begonnen met de graafwerken, die door oorlog en geldgebrek werden stopgezet. Dit gigantische graafwerk, zonder machines, trok een aantal werknemers aan, waardoor er tijdens die periode toch enkele honderden mensen zich in de moerassige en zandige streek vestigden.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 260
3. Activiteiten in het Olens Broek. a. De ontginning van turf De turfontginning bepaalde lange tijd het landschap tussen Herentals en Kasterlee. Turf wordt gevormd bij een zuurstofloos rottingsproces van vergane en in de bodem ingezakte plantendelen. Destijds werd langs de Kleine Nete deze turf vooral als veen gebaggerd. Hierbij werd met een moerhaak de specie opgebaggerd en op dammen uitgespreid en met de riek kleingeslagen. Vooraleer het op ronde hopen te drogen te leggen werd de bagger voor de laatste maal met de 'korenschup' omgezet en met de 'pen' beschreven. De gedroogde baggerturf werd dan op schranken gestapeld en naar de omliggende steden afgevoerd als brandstof voor keuken en verwarming. Tussen 1850 en de beginjaren 1900 zorgden deze turfontginningen voor een drukke economische bedrijvigheid in het gebied. Langsheen de Kleine Nete ontstonden hiervoor honderden kleine lange perceeltjes van amper enkele aren groot. Aan deze activiteiten kwam een einde bij de ontdekking van steenkool in de Limburgse ondergrond. Een verraderlijk landschap met kuilen en dijken bleef achter, waarin niemand zich durfde te begeven. b. De ontginning van ijzererts De Diestiaanse bodemlaag uit de tertiaire periode bestaat uit een grof olijf- tot groenkleurige kleiige zandlaag. Door oxydatie werd in de loop der eeuwen in deze bodem ijzerzandsteen gevormd. In het begin van de twintigste eeuw werd met de ontginning van dit ijzererts begonnen en betekende voor de plaatselijke inwoners een belangrijke bron van inkomsten. Hierbij werden de bovenste veengronden manueel afgegraven, de grote klompen werden verzameld en via verhoogde dijken met paard en kar en later door middel van een primitief spoorlijntje naar het Kempisch kanaal gevoerd. Daar werd de ijzersteen op Rijnaken geladen en naar Luik en Duitsland vervoerd. c. Mineralen In de bodem van het Olens Broek komen verschillende mineralen voor: - glauconiet: donkergroen natuurlijk gehydrateerd silicaat van ijzer en kalium van de groep der kleisoorten in zeesedimenten - limoniet: natuurlijk gehydrateerd ijzeroxyde, dat ontstaat door verwering van ijzermineralen onder invloed van lucht en vocht. Limoniet heeft een bruine kleur. - vivianiet: is een poeder dat gevormd wordt bij het ontbindingsproces van organische stoffen en dat blauw kleurt bij blootstelling aan de lucht d. Kleinschalige landbouwactiviteiten Toen na de eerste wereldoorlog de turf- en ijzerertsontgonningen werden stopgezet leefden de bewoners van veeteelt en kleinschalige landbouw. Door deze verschillende activiteiten en zeker door de vroegere landbouwers lagen de natuurwaarden in het Olens Broek zeer hoog. Op een relatief kleine oppervlakte komen een groot aantal verschillende vegetaties en biotopen voor: vochtige broekbossen, turfkuilen, hooilanden, eiken- en berkenbossen en hogergelegen donken met heide. Donken zijn oude rivierduinen die ontstaan zijn door de veelvuldige overstromingen van de Kleine Nete, waarbij het water op zijn terugweg zand meesleurde vanuit de hogere heideterreinen en langs de bedding van de rivier werd afgezet. Zo ontstonden te midden van de veengronden langgerekte zandheuvels met bijzonder waardevolle vegetatie. De Kleine Nete De meest zuivere laaglandrivier in Vlaanderen. In het brongebied tussen Arendonk en Mol ontspringen tientallen loopjes en beken die vier kleine rivieren vormen: de Wamp, de Looiendse Nete, de Zwarte en de Witte Nete, die bij hun samenvloeiing de Kleine Nete heten. Ondanks allerlei problemen als sluiklozingen, riooloverstorten en overbemesting herbergt de rivier in het Netebekken een zeer rijke visfauna zoals Grondel, Blankvoorn, Rietvoorn, Snoek, Zeelt en Paling. De ganse Vlaamse visfauna telt een 35-tal soorten, waarvan er nog 27 voorkomen in dit bekken. Buiten het Netebekken zijn Beekprik, Rivierdonderpad, Bermpje, Grote modderkruiper en Serpeling zo goed als uitgestorven. Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 261
De levensader doorheen de vallei. Die Kleine Nete is misschien wel het belangrijkste landschapselement in het Olens Broek. In haar geologisch leven bepaalde zij in niet geringe mate het uitzicht van de ganse vallei. Heden ten dage is het een 'genormaliseerde' laaglandrivier met een winter- en een zomerdijk, waarbinnen zij, ondanks alle menselijke ingrepen, haar meanderend afbraak- en opbouwwerk verderzet. Gedurende de voorbije honderd jaren werden opeenvolgende rechttrekkingen van de rivier uitgevoerd, die o.a. het Olens Broek drooglegden. Getuigen van deze ingrepen zijn de afgesneden of doorgestoken oude Netearmen en die zich in een min of meer gevorderd verlandingsstadium bevinden. In de zomer ontwikkelt zich langsheen de rivieroevers een mooie lintvegetatie van Pijlkruid, Kleine egelskop en Fonteinkruidsoorten en zijn libellen een algemene verschijning. Voor heel wat vogels is de Kleine Nete een belangrijke trekroute en tijdens strenge winters vinden Brilduiker, Grote zaagbek, Winteralingintertaling, Tafeleend en Dodaars een laatste toevluchtsoord. De teloorgang van het broekgebied. Langsheen de rivier had zich in de loop van de eeuwen tussen Herentals en Kasterlee een uniek landschap ontwikkeld: het Geels Gebroekt genaamd. Het gebied bestond uit een mozaiek van veenkuilen, rietkragen, moerassen en natte hooilandjes. Elke winter kwam het gebied onder water te staan en mede door het jaarlijks maaien was er een haast boomloze vlakte ontstaan met een zeer rijke fauna en flora. Toen na de eerste wereldoorlog de ontginningen van veen en moerasijzererts werden stopgezet en de graslanden na de tweede wereldoorlog niet meer gemaaid werden veroverde de natuur stilaan grote gedeelten van de vallei met de ontwikkeling van dichte elzen- en wilgenbroekbossen. Aan deze ontwikkeling kwam abrupt een einde toen tussen 1955 en 1962 het Geels Gebroekt werd ontgonnen, de Kleine Nete verder werd rechtgetrokken, de veengronden ontwaterd en de broekbossen verwijderd. Het gebied werd omgevormd tot grootschalige weilanden en melkveebedrijven. Landbouwbedrijven, het weze gezegd, zijn noodzakelijk maar betekenden een dramatische ingreep in het broedvogelbestand, dat door zijn vogelrijkdom een van de belangrijkste laagveengebieden van West-Europa was. Het broek in het noorden van onze gemeente ontsnapte destijds grotendeels aan de grootschalige ontginning. In 1975 echter, bij de laatste rechtrekking van de rivier moest ook een flink gedeelte natuur plaatsruimen voor nieuwe grootschalige landbouwactiviteiten. Vandaag zijn het Olens Broek (40 ha), samen met de natuurreservaten de Zegge (100 ha) en de Mosselgoren (30 ha) de laatste restanten van het unieke laagveengebied dat vroeger ruim 800 ha omvatte. Op enkele decennia werd het eeuwenoude landschap omgevormd tot wat het nu is. De oprichting van het natuurreservaat het Olens Broek. In 1992 besliste het gemeentebestuur (tijdens de voorbereidingen van het duizendjarige bestaan in 1994) het Olens Broek te beschermen als natuurgebied. Door verdroging, verloedering en ook door het wegvallen van het vroegere landgebruik had het gebied immers veel van zijn natuurwaarde verloren. Bij die beslissing werd de hulp ingeroepen van Aminal, de afdeling Natuur van de Vlaamse Gemeenschap en ook van de plaatselijke Wielewaalafdeling Kleine Nete. Na de traditionele administratieve problemen werd in oktober 1993 het eerste perceel aangekocht en op 28 augustus 1994 werd door Goeverneur Paulus het gebied ingehuldigd als natuurreservaat. Wegens de erg versnipperde eigendomsstructuur verliepen de aankopen zeer traag maar ondertussen werd door Aminal en de Wielewaalafdeling op enkele percelen na het hele Olens Broek aangekocht.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 262
Domein Teunenberg Domein Teunenberg ligt deels op Olens grondgebied en is bereikbaar via de Boerenkrijglaan in OlenCentrum. Het is een voormalig militair domein van 64 ha groot. Wandelaars en natuurliefhebbers kunnen er terecht op de verharde wegen. Van de gebouwen rond het paradeplein zijn enkele hallen te huur om activiteiten te organiseren.
VORSELAAR - Natuurgebieden Vorselaar is een rustige gemeente met een schitterende groene omgeving. Niet alleen het natuurgebied Schupleer (met 2 vennen), een typisch interfluviumgebied met de oorspronkelijke zegge-vegetatie. Het natuurgebied Krabbels / Lovenhoek,een beekdal met zeer wisselende vegetatie, waaronder tal van zeldzame planten. Het dorp is omgeven met allerlei andere groene gebieden en rivieren. Om er enkele te noemen die de moeite waard zijn: Krabbels, de Beemden,de valleien van de Aa en de kleine Nete met broekbossen en moerasvegetatie, de vele dreven, het rijke zeer gevarieerde bosgebied, enz. Hier is Vorselaar op zijn mooist. - Schupleer Het waterrijke Schupleer heeft een bijzondere natuurwaarde. Twee rivieren stromen door het gebied, dat ook doorsneden wordt door enkele beken en grachten. Tussen Vorselaar en Grobbendonk meandert de Kleine Nete nog als één van de zuiverste én visrijkste rivieren van Vlaanderen. Ook de waterkwaliteit van de Aa verbeterde de voorbije jaren. Het landschap bestaat uit natte wei- en hooilanden, broekbossen en enkele mooie rietkragen. Deze wisselen aan de Zuidkant van het gebied af met de beboste windduinen, restanten van de Kempense heuvelrug op het Heiken en de Oorlandse Heide. Die afwisseling van biotopen in het interfluvium tussen de valleien van de Kleine Nete en de Aa zorgt voor een erg rijke fauna en flora. - Lovenhoek Wellicht het meest intact gebleven natuurgebied van de Kempen is het kasteeldomein Krabbels (ca. 500 ha). Krabbels (genaamd naar een familie Crabbeels, die hier in de 13de eeuw een hoeve bezat) is eigendom van burggraaf Hervé van de Werve. Een belangrijk deel van het domein, meer bepaald ter hoogte van Lovenhoek, is begin 2007 gekocht door Natuurpunt vzw. In deze zeldzaam rijke bossen zijn fauna (ree, vos, havik, buizerd, roerdomp, aalscholver, fuut, gele kwikstaart, karekiet, snor…) en flora (kalmoes, goudveil, muskuskruid, waterlelie, blaasjeskruid, eenbes…) nog zoals in de oertijden van de Kempen. De eeuwenoude en soortenriijke houtwallen bakenen nog steeds de akkers en weiden af. Het gebied is doorkruist van oude voetwegen en een historisch “kerkepad” met bijbehorend kapelletje.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 263
** Typische landschappelijke elementen, gewassen en bomen GROBBENDONK ** Grobbendonk Landschappelijk verschilde het middeleeuwse Ouwen grondig van het hedendaagse Grobbendonk: ongeveer de helft van het grondgebied bestond uit heidelandschap, terwijl heide en moeras twee derde van het gebied ten zuiden van de Kleine Nete besloegen. Langs de Nete bevonden zich natuurlijke graslanden. Pas in XIX zal het uitzicht grondig veranderen door de grootschalige aanplanting van dennen. Bovendien werd in 1843 gestart met de aanleg van het Kempisch Kanaal, de eerste grote verkeersas door het dorp. Het traject verliep o. m. via de huidige Vaartdijk, maar werd in 1942 gedempt. Het huidige uitzicht van Grobbendonk wordt gekenmerkt door grote contrasten: van zeer landelijk in het noorden met aansluitend enkele weekendzones, over een intens bebouwde centrale zone met zeer heterogene doch veel vrij eenvoudige bebouwing, naar de industriezone langs het Albertkanaal en de parallel gelegen autosnelweg. De hoofdas van het wegennet wordt gevormd door de Netestraat – Boudewijnstraat – Bergstraat – Leopoldstraat. Ongeveer halverwege deze as bevindt zich het Astridplein, centrum van de gemeente. In het noordelijke deel zijn er nog enkele historische doch nu aangepaste of vernieuwde hoeven zoals de nog deels omgrachte “Eikeschranshoeve” modo “Ykelschrans” en de huidige “Welkomhoeve”, eertijds “Te Boshoven”. Nieuwe woonwijken situeren zich voornamelijk ten noordwesten van de dorpskom. Het zuidwesten van de gemeente omvat enkele straten met residentiële villa’s aansluitend bij deze van de Bouwelse bergen. Ten westen van het centrum bevindt zich een vrij uitgestrekt waterwinningsgebied van PIDPA, terwijl het deel ten zuidoosten wordt ingenomen door het militaire domein, opgericht als Britse Basis in 1952 en vnl. bestaande uit loof- en naaldbossen, harmonisch afgewisseld met open graslanden, heide, moerassen en struwelen. Aansluitend hierop is er in noordelijke richting, tussen het militair domein en de Aa, een nog vrij gaaf bewaard beemdenlandschap. Verder ten zuidoosten bevindt zich het z. g. “Goorkasteel” met vrij uitgestrekt arboretum. In verhouding tot de omliggende gemeenten, heeft Bouwel nog een vrij landelijk karakter; een groot deel was immers lange tijd in het bezit van “het kasteel”, zodat de gronden gevrijwaard bleven van bouwactiviteiten. Het overlijden van de laatste kasteelheer in 1968 bracht hierin evenwel verandering: bossen en dreven werden massaal gekapt en verkavelingen werden doorgevoerd, o. m. Ter Duinen (jaren 1960), Kerkblok (begin jaren 1970), De Kroon (jaren 1970), Rabesdijk (1979-1980) en omgeving Lindehoeve (jaren 1990). Momenteel bestaat deze vrij kleine gemeente uit een zestal gehuchten: Hanegoor, Capuynenstraat, Rostal, Achterheide, Bergen, Langenheuvel en Echelpoel. De noordzuidhoofdas van het wegennet wordt gevormd door de Stationlei en de Herenthoutse steenweg; deze as en de spoorlijn Lier-Herentals (van W. naar O.) versnijden de gemeente in vier ongelijke delen: het N.O.-deel wordt volledig ingenomen door het domein van het kasteel van Bouwel, een waardevol cultuurlandschap met een indrukwekkende dreef die de verbinding vormt tussen het dorpscentrum en het kasteel; de typische structuur van een kasteelcomplex met al zijn aanhorigheden bleef nagenoeg integraal bewaard. Het uiterste N.O. werd vrij recent ingepalmd als industrieterrein, aansluitend bij dat van Herentals. De bebouwing die vnl. bestaat uit recente woonwijken concentreert zich in het N.W.- en in het Z.O.-deel. Het dorpscentrum, oorspronkelijk gelegen op het gehucht Langenheuvel (Z.O.), bevindt zich nu in het N.W.-deel. Het Z.W.deel, met o. m. het gehucht Hanegoor en Echelpoel, is het grootst in oppervlakte en behield zijn landelijk karakter met o. m. een wildbeheereenheid in Middeldonk. Het reliëf vertoont lichte glooiingen en verhevenheden, o. m. de beboste “Bouwelse Bergen” in het N.W., nu grotendeels ingenomen door villabouw. Van het eertijds zeer uitgestrekte duinengebied in het noorden van de gemeente resten nog enkel de z. g. “Konijnenbergen” en “Ter Duinen”, een langgerekte rand, 8 à 20 m hoog en 70 à 80 m breed. Deze duinenrij is een deel van het stuifduinencomplex van Nijlen tot Kasterlee, dat tijdens de Middeleeuwen
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 264
ontstond langs de Grote en de Kleine Nete. Het gebied vertoont grote niveauverschillen op een kleine oppervlakte (21,90 ha), beboste steile hellingen en open gedeelten.
** Bouwel ’t Gehucht “Echelpoel” te Bouwel verwijst naar de eckelkweek, lees hierover Dr. Jozef Helsen en Cis Drijbooms HERENTALS - Kempische Heuvelrug Bijna heel de Kempische heuvelrug vormt één aaneengesloten bos- en heidecomplex, van aan de samenvloeiing van de Kleine Nete en de Aa ten noordwesten van Herentals tot aan Kasterlee. Ten noorden van Herentals wordt dit boscomplex echter doorsneden door een aantal belangrijke structuren, zoals de spoorlijn naar Turnhout en de Poederleeseweg. Hierdoor valt het bosgebied uit elkaar in drie verschillende delen. Tussen de heuvelrug en de vallei van de Kleine Nete loopt de Lichtaartseweg. Ook ten westen van de stad Herentals loopt de bosstructuur door over het Militair domein (Goorkens) tot Nijlen. Hier wordt de bosstructuur echter doorsneden door tal van structuren: van oudsher door de Nete, de (in onbruik geraakte) spoorlijn naar Grobbendonk, het Albertkanaal en de N13 (Herentals-Lier.) Recent ook door de E313. Vooral het deel tussen het Albertkanaal en de Kleine Nete sluit dus nog aan bij het bos- en heidecomplex van de Kempische heuvelrug. - Hoogton Een gelijkaardig bos- en heidecomplex vinden we terug op de zuidoostelijke grens van de gemeente, tussen Morkhoven, Noorderwijk en Olen. Het bos- en heidecomplex is er echter minder uitgestrekt. De herkenbaarheid en de samenhang van het bos- en heidecomplex gaan ter hoogte van Morkhoven en Noorderwijk verloren door een aantal percelen die in landbouwproductie genomen werden, door de grote gebouwen en verharde oppervlakten van het militair domein en door het grote aantal woningen in het bos. Op het militaire domein bevindt zich vandaag een golfterrein. Op het grondgebied van de gemeente Olen loopt het complex door tot aan het Albertkanaal. - Bosfragmenten Naast de twee grotere bos- en heidecomplexen vindt men in de gemeente nog enkele minder grote bosfragmenten terug. De belangrijkste hiervan zijn: Bosfragmenten aan beide zijden van het Kempisch kanaal Herentals-Bocholt. Ten noorden van het kanaal wordt dit bosfragment sterk versnipperd door bebouwing (Proostenbos.) Ten zuiden van het kanaal Herentals-Bocholt vertoont het bosfragment een grotere samenhang (Zavelstraat.). Een tweede concentratie van bosfragmenten bevindt zich ter hoogte van de Olense Sluizen op het grondgebied van de gemeente Olen. In het zuidelijke landbouwgebied vindt men een aantal bosrestanten, waaronder het kasteeldomein te Noorderwijk en een aantal bosfragmenten in de vallei van de Stapkensloop en de Wimp. Beschermde landschappen - Begijnenvest (11 september 1979) - Snepkensvijver met omgeving (4 september 1980) - Lindedreef in Noorderwijk (12 juni 2001) - Kasteelpark Le Paige (mei 2004) - Kruisberg met kappelletjes kruisweg (mei 2004)
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 265
HERENTHOUT Landschapsrelieken die verwijzen naar economische bedrijvigheid: De vlasrootputten: De Grote en de Kleine Wouwer te Zelle Herenthout De put nabij de haakse bocht in de dreef naar ’t Schipke te Herenthout De turfwinningen: “’t Ven” grens Herenthout, Wolfstee Herentals en Klein Gent Grobbendonk “Het Moerbroek” langs de Atealaan te Herenthout; denk aan de 3 soorten turf: hei – klot – moerturf “Het Blauwbroek” tussen de Gruisdreef en de Pauwelstraat; daar werd voor het laatst rond 1928 turf gestoken beweerde Alfons Horemans (Boerke Horemans) De ijzerzandsteenwinning in de Netevallei en langs de Wimpe. Van nabij ’t Schipke (overzetplaats, veer) in de richting van ’t Kasteel van Herlaar. De meander van de Nete “de Oude Nete” geheten wegens de rechttrekking van de Nete voor de bewaarbaarheid. Gelegen tussen de voet van Kruiskensberg (Nijlen/Bevel) en de Nieuwe Nete. De “de Merodese Bossen”, tussen Bevelse- en Nijlense Steenweg, zijn aanplantingen op de vage, gemene gronden gericht op de houtwinning (bosbouw van rond 1800 daar begonnen voor Herenthout) LILLE Gehuchten Gehuchten behoren tot het typisch patrimonium van de Kempense dorpen. Waarom sommigen onder hen niet uitgegroeid zijn tot zelfstandige entiteiten is soms een raadsel. Eigenheid en volksgebruiken zijn er meestal meer in ere gehouden dan in de gevestigde dorpen. Poederlee heeft twee dergelijke gehuchten die – het ene al meer dan het andere – hun eigen karakter hebben bewaard. Heerle Waarom Heerle niet is uitgegroeid tot een zelfstandig dorp zal tot de niet beantwoorde historische raadsels blijven behoren. Het gehucht had alles om dit te realiseren maar wellicht hebben de kerkelijke en burgerlijke opsplitsing van het gehucht dit verhinderd. Kerkelijk behoorde Heerle bij Lichtaart, wereldlijk bij Poederlee. De geschiedenis van Heerle zou wel eens kunne teruggevoerd worden tot de Romeinse Tijd. Dr. Paul Janssen, antropoloog, achtte het niet onmogelijk dat Heerle wel eens een Romeins legerkamp kon zijn geweest. De nabijgelegen Diestseweg, een aftakking van de Keulse Baan, de opgegraven knuppelweg en het voorkomen van de kadasternaam ‘Cretenborgh’ wijzen allen in deze richting. Tijdens het Ancien Regime had Heerle een permanente vertegenwoordiger bij de Poederleese schepenbank. Tot tweemaal toe trachtte de gemeenschap een eigen lagere school op te richten. De eerste maal teruggefloten door de deken en de tweede maal door het landsbestuur kenden deze pogingen geen succes. De relatie met de kerkelijke overheid, in casus deze van Lichtaart , was tot het einde van vorige eeuw steeds gespannen. De aloude kapel van Sint Cornelius en haar relikwie - maar vooral de opbrengst ervan – waren een voortdurende oorzaak van ruzie en zelfs handtastelijkheden tussen de geestelijkheid van Lichtaart en de inwoners van Heerle. De inplanting van de taverne ‘Sus Pad’ heeft zeker bijgedragen tot de sociale verhoudingen tussen de families waarbinnen de lokale tradities veelal bewaard bleven. Zittaart De Zittaart heeft nooit een streven naar zelfstandigheid gekend. Verbonden met de parochie Poederlee door een kerkenpad, hebben de bewoners steeds meegeleefd en meegevierd met de Poederleenaren. Door hun afgelegen woonsituatie en het landelijk karakter van hun leefgemeenschap bleven de bewoners op mekaar aangewezen. Oude gebruiken en tradities zijn er nog terug te vinden. Architectonisch zijn er nog enkele mooie voorbeelden van Kempense langgevelhoeves bewaard gebleven.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 266
Rooien (…)
NIJLEN Netelandschap.
OLEN - Olens Broek (zie hiervoor voor beschrijving) - Domein Teunenberg (zie hiervoor voor beschrijving) - Sasberg (aan de sluizen) - spoorweg - 2 kanalen - Kempische Heuvelrug - Lindebomen op dorpsplein en aan kapel van Meren, en terraslinde aan Den Bastiaen - Verschillende bunkers, verspreid over de gemeente
VORSELAAR - Vennen in het Schupleer en op het “Heiken” - Heide met de erbij horende heidevegetatie en –faune (o.a. de hazelworm) - Zandgrond met de schraalgraslanden en blauwgraslanden - Linden (lindendreef kasteel, marktplein, Schranshoeve, pleintje Heikant, …) - Een brede variatie van mossen (bekend tot over de landsgrenzen) - Duingebieden met een karakteristiek paraboolduin en het bijbehorend ven - Moerassen in de voormalige ijzerontginningen
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 267
** Natuur en cultuur GROBBENDONK -
Gegidste wandelingen door Natuurpunt Elke 2de zondag van de maand natuurwandeling van het VMPA aan de Watermolen in Grobbendonk Wandelingen georganiseerd door Toerisme Grobbendonk vzw
HERENTHOUT Natuurmonumenten: - Rode beuken: exemplaar in het park Schoeters; park aan ’t Hooghuis; in het kasteelpark (Herlaer) - Linden: Kapellekesboom; aan “De Weyngaard” op de Zwanenberg - De bergvlier: aan de boerderij Schoeters in de Risten - De moeraseiken aan ’t Kasteel van Herlaar De in het landschap overgebleven merktekens van economische bedrijvigheid: - Van turfpunt naar ven (Klein Gent) - De glooiingen aan de rivierbedding van de Wimpe en Nete door het uitgraven van de ijzerzandsteen - De vlasputten (rootputten): op de haakse hoek aan de beukendreef naar ’t Schipke, achter Livinius Heylen; de grote en kleine Wouwer op Zelle; de kuil achter Jean Wellens-restant ook van de gracht van het Hof van Stade; de groenkuil LILLE - Gegidste natuurwandelingen door Natuurpunt NIJLEN - Fort van Kessel - Kruiskensberg OLEN - Gegidste wandeling in Olens Broek en Teunenberg VORSELAAR - Gegidste natuurwandelingen: “Mie Broos natuurwandeling”, de “Paterskapwandeling”, enz.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 268
9.10. Bronnen en publicaties uit het werkingsgebied ** Erfgoedprojecten en tentoonstellingen
GROBBENDONK - ‘Schitterend geslepen’: project rond diamantverleden Kempen - Deelname aan themadagen (Open Monumentendag) - Tentoonstelling ‘150 jaar spoorwegen’ - Tentoonstelling VIOE: onze bodem ontcijferd, 15 jaar archeologisch onderzoek in de provincie Antwerpen - Tentoonstelling oude zichtkaarten van Grobbendonk en Bouwel - Museumweek, tentoonstelling van archeologische vondsten van Grobbendonk uit privé bezit en musea - Historische en archeologische wandelvoordracht te Grobbendonk - Tentoonstelling bevrijdingsfeesten - Project Trage Wegen - openstelling oude kerkepaden
HERENTALS 1. Erfgoeddag ** Erfgoeddag ‘Waarde(n) van erfgoed’ op: 22 april 2007 - Tentoonstelling: De stedelijke kunstcollectie in kasteel Le Paige - Opendeur in het Begijnhofmuseum en Begijnhofkerk: De begijnen, hoe leefden ze, wie waren ze? - Tentoonstelling: Maria in beeld in het Franciscanessen klooster - Tentoonstelling: Antependia in hun luister hersteld in de St.-Waldetrudiskerk - Tentoonstelling en rondleiding: Kroniek van een succesverhaal in het Stadsarchief - Tentoonstelling: Het Leemen Huyseke - Begeleide stadswandelingen met aandacht voor de waarde van het stedelijk patrimonium en de activiteiten van Erfgoeddag ** Erfgoeddag ’in Kleur’ op 23 april 2006 - Tentoonstelling: Kleurenrijkdom in de Herentalse documenten en in de Herentalse kunst in het stadsarchief - Begijnhof en kunstpatrimonium begijnhofkerk - Begeleide stadswandelingen met aandacht voor toekomstige en uitgevoerde restauraties. - Tentoonstelling in het Schedelhofmuseum ** Erfgoeddag ‘Gevaar!’ op 17 april 2005 - Locatieproject in en rond kasteel Le Paige geïnspireerd op het gedicht ‘The Raven‘ van Edgar Allan Poe. Duisternis, dood, gevaar, angst, zwarte vogels, … vormen het thema van de voorstelling. - Tentoonstelling in het Schedelhofmuseum - Fotowedstrijd om zoveel mogelijk foto’s van de activiteiten rond Erfgoeddag 2005 te verzamelen. - Begeleide stadswandelingen langs locaties die met ‘gevaar’ hebben te maken. ** Erfgoeddag ’t Zit in de familie’ op 18 april 2004 - Tentoonstelling: het familieportret van de familie Flamen was samen met andere portretten te bezichtigen in de Lakenhal.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 269
-
Tentoonstelling over matrijzen van familiewapens van de Herentalse schepenen uit de zestiende en zeventiende eeuw in het stadsarchief. Begeleide wandelingen in het arboretum van kasteel Le Paige
2. Dag van de Beiaard Op 20 juni 2004 organiseerde de cultuurdienst de Dag van de Beiaard. In de stadskrant van juni 2004 werd de bevolking opgeroepen om hun favoriete nummers door te geven in het artikel ‘de beiaard als jukebox?’. De belforttoren werd opengesteld voor het publiek. 3. Open Monumentendag Herentals heeft vanaf de eerste maal deelgenomen aan de Open Monumentendag in 1989. In april 1995 startte Herentals met een werkgroep Open Monumentendag met vijf medewerkers en Nicky Kienen als coördinator. Thema’s en belangrijke openstellingen en/of tentoonstellingen - 1995: ‘Openbaar’ - link gebouwen die openbaar zijn - openstellingen gekaderd in dit thema: Lakenhal, Begijnhof, Oud Gasthuis, Kerk, Besloten Hof, Stadsarchief,… - 1996: ‘Zorg en zin voor kleur’ - wandeling in monumenten en gebouwen met bouwmaterialen en decoraties in verschillende kleuren. - 1997: ‘Monumenten en arbeid’ belangrijk in dit kader was de Hogewegmolen - tentoonstelling in het kader van arbeid voornamelijk ook rond de restauratie van de Lakenhal. - 1998: ‘Feesten als cultureel erfgoed’ - er werd gewerkt rond 200 jaar Boerenkrijg en een fototentoonstelling opgezet rond de viering van 150 jaar Boerenkrijg in Herentals – er trok een massale stoet door Herentals die door duizenden toeschouwers werd gevolgd. In dit kader werd in de Lakenhal ook de film ‘Voor outer en Heerd’ getoond waar verschillende Herentalsenaren in meespeelden. - 1999: ‘Door de eeuwen heen’ - kunst op reis langs Europese wegen rond De Franckens en Fraikin gewerkt - Le Paige dat nog in restauratie was werd voor de eerste maal opengesteld aan het grote publiek en trok duizenden belangstellenden - Kasteelhoeve Noorderwijk - Besloten Hof (klooster voor een gedeelte opengezet met stukken uit de archieven van de zusters o.m. gekalligrafeerde boeken uit de 15de en 16de eeuw. - 2000: ‘Tijd’ - de kerk en de pas gerestaureerde kerktoren van de Sint-Niklaaskerk in Morkhoven werden in de kijker gezet, ook de Zandkapel. - 2001: ‘Metaal’ - Voormalige fabrieken van Aerschot in de kijker gezet - in het laatste stukje pand dat bewaard is gebleven in de Nonnenstraat organiseerden we een fototentoonstelling en een tentoonstelling van metalen kunstwerken, werkmaterialen e.d. die nog dateerden van de metaalfabrieken van Aerschot (op 1 ½ dag kregen we meer dan 1500 bezoekers voor deze tentoonstelling en een 100-tal mensen waren aanwezig op de opening). - 2002: ‘Symbolen’ - symbolenwandelingen - openstelling kerktoren in Noorderwijk. - 2003: ‘Steen’ - steenkapperij Van Hove, zandsteen put Limpens, Toren Sint- Bavokerk, voormalige kapel school Sint-Jansstraat,… - 2004: ‘Van nature een monument’ - in samenwerking met Grobbendonk - verschillende wandelingen langs ruïne Den Troon en belangrijke natuurelementen die nog aanwezig zijn op het militair domein i.s.m. het 29ste Bataljon en Natuurpunt en openstelling gewone monumenten. - 2005: ‘Hout’ - Oude Gasthuiszolder fototentoonstenstelling en houten maquettes van de Herentalse monumenten - Professorenrefter Sint-Jozefscollege - gewone monumenten. - 2006: ‘Import-Export’- tentoonstelling Lakenhal belangrijke ondernemingen vroeger in Herentals wandeling ‘Vreemde gasten in de natuur’ op zoek naar ingeweken planten en dieren in de natuur ‘exotische bomen en planten’ begeleide wandeling in Arboretum - de Afrikagang werd opengesteld bij de Zuster Franciscanessen.
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 270
-
2007: ‘Wonen’ - tuin Molenwaterhof - voormalig Karmelitessenklooster - tentoonstelling rond voormalig Begijnhof en oude Pastorie (Burchtstraat 5) - openstelling enkele huizen op het Begijnhof.
4. Restauraties onroerend erfgoed -
Lakenhal: fase A en B (toren, noordgevel, dak): 1992-1994 / fase C (overige gevels): 1994-1997 Kasteel Le Paige: 1996-1999 Begijnhofkerk: 2002-2005
HERENTHOUT - Thematentoonstellingen van Heemkundige Kring Sandelyn vzw - Deelname aan themadagen (OMD) - Erfgoeddag 2008 - Medewerking aan project “Schitterend geslepen”
LILLE - Jaarlijkse tentoonstelling nav de voorstelling van het jaarboek van de HK - Open Monumentendag - Streekbezoeken VVV - Archeologische tentoonstelling in het Gemeentehuis - Slagmolen te bezoeken
NIJLEN - Deelname aan “Open Monumentendag” - ‘Schitterend geslepen’: project rond diamantverleden Kempen - Beeldbank Mechelen (vanaf 2009): moet dit niet herbekeken worden?? -‘Het Vaderland moest groter zijn’ (2006) - ‘De Moord van Nijlen’ (2006)
OLEN - Organisatie jaarlijkse Kartoenale - Tentoonstelling Heemkring n.a.v. Olen Jaarmarkt - Ocasionele tentoonstellingen naar aanleiding van heemfeesten, Erfgoeddag, Open-Monumentendag…
VORSELAAR - Medewerking aan project “Schitterend geslepen” - Deelname aan congressen en themadagen (o.a. Open Monumentendag, bezoek Rotselaar, voorbereiding Erfgoeddag 2008, …)
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 271
** Publicaties, jaarboeken, scripties en eindwerken
GROBBENDONK - Awena Berichten, tijdschrift van de heemkundige kring (halfjaarlijks) - Het Beukenootje, Francis Drijbooms - Geschiedenis van Grobbendonk, P.J. Goetschalckx - Een prikje op de eeuwigdurende tijdsschaal : Bouwel in de voorbije 100 jaar!, Francis Drijbooms - Van banrecht en maalplicht in Grobbendonk tot eigen Bouwelse windmolen: historiek van de Bouwelse windmolen en molenhuizen, Francis Drijbooms - Bouwel, landelijk station langs de spoorlijn Lier-Turnhout: 150 jaar spoorweggeschiedenis (1855-2005), Francis Drijbooms - Bouwelse cartografie in diverse verzamelingen van de 16de tot de 20ste eeuw, Francis Drijbooms - ’t Toreke: kosterhuis, dorpsschool, herberg, Francis Drijbooms - Archeogro I en II - Gallo-Romeinse bewoningssporen te Grobbendonk, G. De Maeyer - Sprokkelen in het verleden, G. De Maeyer - Marcus, een historisch verhaal, G. De Maeyer - Archaeologica Belgica: Gallo-Romeins graf te Grobbendonk, Prof. Dr. J. Mertens - Archaeologica Belgica: de Romeinse vicus op de Steenberg te Grobbendonk, Prof. Dr. G. De Boe - Archaeologica Belgica: nieuw onderzoek (steenbouwfase) in de Romeinse vicus te Grobbendonk, Prof. Dr. G. De Boe -Archaeologica Belgica: de terra-sigillata van Grobbendonk, M. Vanderhoeven - Hades: Gallo-Romeinse pottenbakkersoven op de Steenberg te Grobbendonk, Hugo De Greef - Hades: Medisch bronzen instrument en stenen tablet, gevonden op de Gallo-Romeinse vicus te Grobbendonk, Dr. P. Janssens - Hades: de terra-sigillata van Grobbendonk, Prof. Dr. H. Thoen - Hades: de Gallo-Romeinse sondagevondsten te Grobbendonk, Dr. P. Janssens, lic. H. Van Crombruggen - Noordgouw: het Merovingisch grafveld, Dr. P. Janssens - Noordgouw: het Gallo-Romeins grafveldje van Grobbendonk, Dr. P. Janssens - Noordgouw: de Romeinse bewoning in de provincie Antwerpen, tussen Schelde, Rupel, Nete en Aa, Kathy Biemans - Noordgouw: uit de rekeningen van de bouw van de kerk van Grobbendonk, F. Verbiest - Oudheidkundige Repertoria: bibliografisch repertorium van de oudheidkundige vondsten in de provincie Antwerpen (1965 –1966), vanaf de vroegste tijden tot en met de Noormannen, M. Bauwens-Lesenne - Acta Archaeologica Lovaniensia: het ontstaan en de onwikkeling van de Romeinse vicus te Grobbendonk, Prof. Dr. G. De Boe - Onze Lieve Vrouw ten Troon te Ouwen, Floris Prims - Parochieregisters Grobbendonk, Wilfried L.A. Taeymans - Grobbendonk: het historisch verhaal van een kleine gemeenschap, Guido Van Dyck - Grobbendonkse annalen, Karel Van Uytven
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 272
HERENTALS Jaarboek I (1986) Oorsprong en evolutie van het Herentalse stadswapen De industrialisatie in Herentals (1750-1914) De geschiedenis van de Herentalse infirmerie op het Begijnhof tijdens de XVIIde en XVIIIde eeuw De lindebloesem van de kasteeldreef te Noorderwijk had ook een economische waarde Het pijnlijke avontuur van Pieter Oosterbaan, een Hollandse collegeleerling te Herentals in 1578 De laatste levensdagen van de Herentalse molens, (XIXde - XXste eeuw)
Jan-Modest Goris Jef Van Den Bosch Hilde Sels Edwin Coremans Jan Cools Harry de Kinderen
Jaarboek II (1987) Lodewijk Jozef Heylen (1772-1844) De industrialisatie van Herentals (1750-1914) (Deel II - Vervolg) De geschiedenis van de Herentalse infirmerie op het Begijnhof tijdens de XVIIde en XVIIIde eeuw (Deel II - Vervolg) Een prijsboek van het Herentalse Augustijnencollege uit 1706 Uit het verleden van de Herentalse molens Het Hertals dialect Slotakkoord van meer dan zeven eeuwen Begijnhof te Herentals. De laatste begijntjes op het Herentalse Hof Herentals in oude prentkaarten
Jan-Modest Goris Jef Van Den Bosch Hilde Sels Jan Cools Harry de Kinderen Jef Van Den Bosch Jan-Modest Goris Jan-Modest Goris
Jaarboek III (1988) De postgeschiedenis van Herentals tot 1842 Van dichten comt mi cleine bate... Belevenissen van marktzanger Cornelius Janssens Het Hertals dialect Herentals in oude prentkaarten Tot de nederlandsche jeugt... .Strijdgedicht van P. Corbeels (1790)
August Peelaerts Jan Cools Jef Van Den Bosch Jan-Modest Goris Jan-Modest Goris
Jaarboek IV (1989) Dekenij Herentals (1670-1773). Bijdrage tot de studie van het kerkelijk leven in het bisdom Antwerpen Het Hertals dialect Slotakkord van meer den zeven eeuwen Begijnhof te Herentals. De laatste begijntjes op het Herentalse Hof (Deel II - Vervolg) Herentals in oude prentkaarten III: het Kasteel ‘Le Paige’ Motie van de Herentalse Geschiedkundige Kring betreffende de vrijwaring van het kasteel en park ‘Le Paige’
Frans Penders Jef Van Den Bosch Jan-Modest Goris Jan-Modest Goris
Jaarboek V (1990) Het politieke leven te Herentals (1918-1940) Dekenij Herentals (1670-1773). Bijdrage tot de studie van het kerkelijk leven in het bisdom Antwerpen (Deel II - Vervolg) ‘Den douche’ van Sint-Job. Een vleesontsmetter te Herentals (1900-1914) Onze-Lieve-Vrouw van het stadhuis te Herentals Het Hertals dialect Stad Herentals kocht een vijzel van Frans Claes uit 1598. Enkele beschouwingen over het
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
Christina Megens Frans Penders Jan Cools Jan-Modest Goris Jef Van den Bosch Jan-Modest Goris
p. 273
leven en werk van vader en zoon Frans Claes Herentals in oude prentkaarten IV: De Herentalse windmolens
Jan-Modest Goris
Jaarboek VI (1991) Dekenij Herentals (1670-1773). Bijdrage tot de studie van het kerkelijk leven in het bisdom Antwerpen (Deel III - Slot) Schatten op een collegezolder. Het 19de eeuwse herbarium van dokter G.C. van Haesendonck uit Tongerlo in het Sint-Jozefscollege te Herentals Over de brandweer in Herentals in de Hollandse Tijd Het ontstaan en de eerste uitvoering van het lied ‘Kempenland’ (J. Simons A. Preud’homme) Het Hertals dialect De posthelikopter te Herentals (1950-1959) Frans Verbiest De Sint-Antoniusgrotten te Herentals (1914-1990) Het register van de kapelanieën van de HH. Michel en Gudule en van de HH. Petrus en Paulus te Herentals
Frans Penders Jan Cools August Peelaerts Jan-Modest Goris Jef Van den Bosch Jos Gepts J. M. Goris Jan Cools + Frans Verbiest
Jaarboek VII (1992) Het Jordaensjaar ook te Herentals. Twee vergeten schilderijen in de St.-Waldetrudiskerk Drie doeken van de Antwerpse meester Jan Cossiers in de St.-Waldetrudiskerk te Herentals Het politieke leven te Herentals (1918-1940) (Deel II - Slot) Bijgeloof en exorcisme in de dekenij Herentals (1670-1773) Bibliografie dr. Jan-Modest Goris, met een ten geleide van Het verbouwingsverhaal van het Augustijnenklooster tot Stadsarchief Het legaat Le Paige: toch een oplossing Herentalse Geschiedkundige Kring dringt aan op de aanstelling van een bekwaam en ervaren architect die vaart zet achter het restauratiedossier van de St.-Catharinakerk De stichtingsgeschiedenis van de Herentalse Geschiedkundige Kring Het Hertals dialect Fotografeerde kunstfotograaf Xavier Puls in 1988 de laatste kruisweg van de Kruisberg, die eeuwenlang te 15 u. aanving? Enkele beschouwingen bij een unieke fotoreportage en bij een typisch Kempische devotie van 1968 tot 1992 Het register van de kapelanieën van de HH. Michiel en Gudule en van de HH. Petrus en Paulus te Herentals
Jan Cools Jan Cools Christina Megens Frans Penders Hugo Verhaegen Leo Geens Paul Snoeys
Jan-Modest Goris Jef Van den Bosch Jan-Modest Goris
+ Frans Verbiest
Jaarboek VIII (1993-1998) De oorsprong van het domein Ter Vesten te Herentals gaat terug tot 1775 Heidebrand. Geschiedenis van het Herentalse Studentengild (1905-1944) Enkele volksverhalen en legenden uit Herentals en omgeving De grote Bert Van Hove, een pionier in de geschiedenis van de Belgische motorsport Het Hertals dialect
Jan-Modest Goris + Frans Verbiest Renaat Bulckens Jan-Modest Goris Jef Van den Bosch
Jaarboek IX (1999) De behandeling van het schilderij ‘De Bruiloft van Kana’ van Jan Cossiers (1600-1671) Sporen van het oorlogsrumoer rond Breda in het oudste kerkregsiter van Bouwel Enige interessante documenten aangaande de beginperiode van de Herentalse ‘Harmonie van de Kerk’ Uit het verleden van de Bovenpoort en de Zandpoort, de twee overgebleven Herentalse stadspoorten
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
Regine Guislain-Witterman Francis Drijbooms Jan Cools Jan Cools
p. 274
Het Hertals dialect Excelsior! Historie van de koninklijke harmonie Sint-Cecilia uit Herentals (1795-1995) Zo was Herentals in de jaren 1942-1954 In dankbare herinnering aan Emil Julius Müller Het laatse begijntje te Herentals overleden
Jef Van den Bosch Jan-Modest Goris Jan-Modest Goris Jan-Modest Goris Jan-Modest Goris
Jaarboek X (2000) Rond het Sint-Anna-altaar. Inleiding tot de bijdragen naar aanleiding van de restauratie van het Sint-Annapaneel en het altaar in de Sint-Waldetrudiskerk te Herentals Technologisch onderzoek en behandeling van het paneel ‘De Maagschap van de H. Anna’ Onderzoek van de afwerkingslagen op het Sint-Anna-altaar, het Sint-Annabeeld en de muur achter het altaar Het paneel ‘De Maagschap van de H. Anna’ in de Sint-Walderudiskerk te Herentals Plaatsing en verplaatsing van de altaren in de Sint-Waldetrudiskerk te Herentals van de 17de tot de 20ste eeuw Kerkmeubilair van meester-schrijnwerker Jacobus Verbuecken (1627-1700) in Herentals en omgeving Heidebrand. Geschiedenis van het Herentalse Studentengild (1905-1944) (Deel II) Een besloten hofken. Twee afsluitmuren van het begijnhof gerestaureerd Bibliografie Jozef-Remi Verellen, stadsarchivaris te Herentals (1948-1965) De Vaart, een drukke verkeersader dwars door Herentals tijdens het interbellum Het Hertals dialect Een stuk verdwenen stadsvest even opnieuw zichtbaar Jef Lievens: van ‘Het Kempenland’ tot ‘Koppen uit de keizerlijke stede' Motie van de Herentalse geschiedkundige Kring van 12 augustus 1999 betreffende de persberichten nopens een eventuele verkoop van de Stadsbrouwerij ‘Het Schaliken’ Inhoud van de Historische Jaarboeken van Herentals I - X (1986-2000) volgens auteurs
Jan Cools Lies De Maeyer Hugo Vanden Borre Natasja Peeters Jan Cools Jan Cools + Frans Verbiest Jan Cools Jan-Modest Goris Jules Müller Jef Van den Bosch Jan-Modest Goris Jan-Modest Goris
Jan-Modest Goris
Jaarboek XI (2001) ‘Frivol ende absurd?’ Een conflict tussen de historieschilder Frans Francken en de brouwers van Herentals over het altaarstuk van de Verrijzens in 1605 De muziekcollectie van de Sint-Waldetrudiskerk en enkele Herentals archiefdocumenten; stille getuigen van een rijk muzikaal verleden De evolutie van een stedelijk landschap. Het oude kerkhof rond de Sint-Waldetrudiskerk te Herentals van vroeger tot nu Heidebrand. Geschiedenis van de Herentalse Studentengild (1905-1944) (Deel III) Jeddollekes Pol Heyns, Kempisch letterkundige en volkskundige (1906-1960) Pol Heyns als volkskundige Pol Heyns, letterkundige en journalist De bezetting van Herentals tijdens de Eerste Wereldoorlog Het Hertals dialect
Natasja Peeters Katrien Steenlandt Jan Cools + Frans Verbiest Toon Esch Jan-Modest Goris Jozef Van Haver Gaston Durnez August Peelaerts Jef Van Den Bosch
Jaarboek XII (2002) De Zwitserse kolonie in Herentals (1912-1950) Het volksonderwijs te Herentals van de vijftiende eeuw tot het einde van het Ancien Régime Het familibedrijf van Joseph Van Aerschot en zonen, decoratieschilders Van klokkenververs, peestekers, messentrekkers, nestbevuilers en andere Herentalse spotnamen. Enkele humoristische bespiegelingen rond de Herentalse spotnamen Nog over jedollekes. Een rechtzetting Sint-Gregoriusklok in het begijnhof uit het klooster Nazareth te Waalwijk afkomstig? Dichtung und Wahreit in de Herentals gedenkschriften van Ernest Claes. Enkele kritische
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
Jules Müller Jan Cools Linda Van Langendonck Renaat Bulckens Toon Esch Marius van Loon Jan-Modest Goris
p. 275
beschouwingen bij het werk van Ernest Claes naar aanleiding van een pas opgedoken manuscript van Pol Heyns ‘Ernest Claes en Herentals (1928)’ Het Hertals dialect
Jef Van Den Bosch
Jaarboek XIII (2003) Ten Geleide Naar een wetenschappelijk verantwoorde synthese van de geschiedenis van het Gasthuis van Herentals. De historiografie van het Herentalse Gasthuis Een gasthuis in de Nederij (dertiende-zestiende eeuw). Met de moed om op te staan en door te gaan De oudste oorkonden van het Herentalse Gasthuis. Een keuze van documenten in Nederlandse vertaling Statuten en ordonantiën van het Herentalse Gasthuis. Tekstuitgave volgens het enige bewaarde afschrift met aantekeningen Het Gasthuis van Herentals in een politieke storm. De Franse periode (1795-1815) De gebouwen van het Gasthuis van Herentals in de negentiende en twintigste eeuw De gasthuisschuur te Herentals De gezondheidstoestand van het kanton Herentals rond 1845. Een merkwaardig medisch verslag van dokter J.B.J. Heylen Het leven van de Herentalse Gasthuiszusters in de twinigste eeuw Het AZ Sint-Elisabeth tussen 1970 en nu Vlucht naar Ieper (10-28 mei 1940) Herinnering aan het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog De kleding van de gasthuiszusters De arts patiënt. Kroniek van een gezondheidsverstoring anno 2000 Naamlijst van de gasthuiszusters van Herentals (1327-2003) Naamlijst van de kapelaans en pastoors bij de gasthuiszusters van Herentals (1282-2003) Naamlijst van de voorzitters, secretarissen en ontvangers van de COO en het OCMW (vanaf 1925) en van de ziekenhuisdirecteurs, hoofdgeneesheren en hoofden van het verpleegkundig departement (vanaf 1961)
Jan-Modest Goris Jan-Modest Goris Anneleen De Staercke Jan Cools Jan Cools Karel Veraghtert Jan Cools Mimi Debruyn Jan Cools Mia Tegenbos Herman Heylen Clara Vanden Bosch (Zr. Juliana) Irma Maes (Zr. Angela) Irma Maes (Zr. Angela) Denie Avonds Jef Leysen Jef Leysen Mia Tegenbos
Jaarboek XIV (2004) Een stuk Herentalse stadsomwalling opgegraven. Noodonderzoek Tweehonderd jaar fortificaties te Herentals Het onderwijs te Herentals in het Frans tijdvak (1792/1794-1814). Bijdrage tot de geschiedenis van het lager onderwijs te Herentals Een unicum: Herentals, stad met vijf kanalen De Zwiterse kolonie in Herentals (1912-1950) (Deel II - Slot) Heidebrand. Geschiedenis van het Herentalse Studentengild (1905-1944)(deel IV) Van klokkenververs, peestekers, messentrekkers, nestbevuilers en andere Herentalse spotnamen. Enkele humoristische bespiegelingen rond de Herentalse spotnamen (Deel II - Slot) Terug naar Biblebom Huldetoespraak voor Ernest Claes naar aanleiding van diens vijfenzestigste verjaardag uitgesproken door Pol Heyns op de jaarvergadering van de Vereniging van Kempische Schrijvers (1950) Het Hertals dialect
Katrien Van Iseghem Roger Pluys Jan Cools Michel Willocx Jules Müller + Frans Verbiest Renaat Bulckens
Antonius Esch Jan-Modest Goris
Jef Van Den Bosch
Jaarboek XV (2005) Carolus van Espinosa en het Herentalse Gasthuis
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
Ernest Persoons
p. 276
Commissie van Burgerlijke Godshuizen en het beheer van de onroerende goederen Herentals, de Kempen en de oude oehoe in het Studentenkosthuis 'Bij Fien Janssens' van Ernest Claes Herbergen in Herentals tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw Het Hertals dialect (deel XIII)
Jasperine Willems Viktor Claes Jules Müller Jef Van den Bosch
Jaarboek XVI (2006) De Commissie van Burgerlijke Godshuizen van Herentals en het beheer van de onroerende goederen (1795-1815) (Deel II en slot) Heidebrand. Geschiedenis van het Herentals Studentengild (1905-1944) (Deel V en slot) Enkele aspecten van de relaties tussen ’s Hertogenbosch en Herentals tijdens het Ancien Régime vanuit Herentals perspectief Louis (Ludwig) Neefs als leerling van het gepatroneerd Sint-Jozefscollege te Herentals (1951-1952) Vertellingen rond het Herentals begijnhof In memoriam Renaat Bulckens Het Hertals dialect XIV
Jasperine Willems Frans Verbiest (+) Jan - M. Goris Jan - M. Goris Renaat Bulckens Jan – M. Goris Jef Van Den Bosch
Andere publicaties
De Boerenkrijg (anastatische uitgave) Herentals Goed Bekeken Herentalse Bijdragen nr. 2 - Stadsfinanciën te Herentals Herentalse Bijdragen nr. 3 - Enkele aspecten van de rechtspraak te Herentals Herentalse Bijdragen nr. 4 - Plunderde wethouder Constantijn Rubens de St.-Waldetrudiskerk ? Herentalse Bijdragen nr. 5 - Gemerkte beelden van Nicolaas Vander Veken Herentalse Bijdragen nr. 6 - Doorslaggevende factoren bij de benoeming van stadssecretarissen Herentalse Bijdragen nr. 7 - Het ‘meien’ in de Antwerpse Kempen Herentalse Bijdragen nr. 8 - Herentalse van welvarend industrieel centrum tot arme garnizoenstad Bernardientje De Vries Metaalverleden van Herentals Hoe Herentals de 2de Wereldoorlog beleefde Bouwgeschiedenis van het Sint Catharinabegijnhof te Herentals
H. Conscience J.M. Goris J.M. Goris J.M. Goris J.M Goris M. Mommeyer J.M. Goris J.M. Goris J.M. Goris P. Heyns J. Cools Jan Vincx Jan Cools Paul Bellemans
HERENTHOUT 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
WOUTERS F., Suske steekt zijn licht op (1963) DONNET A., Notice sur Herenthout (1919) VERBIST A., Vint-cinq mois de captivité en Allemagne (1919) DE BEER J., Quelques sceaux de Herenthout (1951) HELSEN J., De dorpskeure van Herenthout (1933) DE SUTTER T., Mei 1940 in Berlaar en o.a. Herenthout (1980) VERBIEST F., Pleidooi voor een (water)molen VAN ECCELPOEL R., Herenthout vroeger en nu (handschrift) (1971) DE SCHUTTER J., Bombardement van Herenthout op 11 mei 1940 (1985)
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 277
10. Geschiedenis van de Herenthoutse karnavalstoeten (1968) 11. Jubileumfeesten 1872-1972 van de fanfare Sint-Pieters- Herenthout (1972) 12. Herenthout zoals het vroeger was (1983) 13. Register bijenteelt Herenthout (1936) 14. Kas St. Ambrosiusgilde Herenthout (1929-79) 15. Verslag St. Andriesgilde (1929-60) 16. Kasboek van de Kempische biemaatschappij vanaf 1895 17. Stand regelen biëntelers Gilde provincie Antwerpen – zetel Herentals (1948) 18. Idem Herenthout (1912) 19. Kopie briefwisseling St. Ambrosiusgilde 20. VAN HERENDAEL F., Weer bloeit de Herenteer (gedichten o.a. over Herenthout) (1982) 21. BAETEN A., De terugkeer van de verdwenen schilderijen (1980) 22. H.K. Sandelyn, Jaarboek I, II, III, IV, V, VL (1971, 73, 75, 77, 79, 81) 23. Reglement der lagere gemeenteschool Herenthout (1922)
LILLE - De Lilse Kajotters - Opgravingen - Hegge - Heksenwandelingen - Jaarboeken Heemkundige Kring - Contactbladen HK - Afzonderlijke boeken: Lilse Sportraad: Karel van Rooy: J. Verheyen: Louis de Pooter & Raymond Piedfort: Greet Proost: Ingrid Van Gorp: Ann Hermans: Els Janssens: An De Roover: Etienne Van Caster: Karel Neefs: Etienne Van Caster: Harry De Kok: J.F. Kieckens; Boerengilde Gierle: Karel Neefs: Karel Neefs: Herrygers, Van de Weerd, Willems: Bibliotheek-Lille: Frans Wouters: Frans Wouters: Jos Aerts:
Lille het Croatendorp Geschiedkundige aantekeningen ver Gierle, 1909 Gierle, een bijdrage tot heemkennis, 1941 Gierle een dorp in de kempen, zj. Bijdrage tot de toponomie van Gierle, 1975 Gierle, een dorp in de Kempen, 1984 Lille de macht, Gierle de pracht Gierle, de sleutel van mijn hart, 1993 De melkerij van Gierle, 1997 De familie Stappaerts uit Gierle, 1986 De familie Raeymaekers te Gierle Grafschriften Gierle (XVI-XIXe eeuw), 1984 Gids voor het oude Turnhout & omgeving, 1980 Recherches sur Pierre de Thimo, 1896 Reglementen der gilde, der veeverzekering, 1898 Maatschappij der onderlingen bijstand: Sint-Joris verzekering Gierle, 1908 Gierle… de tijd van toen, 1992 De soldaten van Gierle onder Napoleon, zj Langs vlaamse wegen, zj De grote leerweek 2002 Poederlee Vroeger en nu. 875 jaar parochie Poederlee. 100 jaar school
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 278
Jules Van Olmen: Jules Van Olmen: Jules Van Olmen: Hervé Daras: Gilberte Geysen:
Parochie Sinte Amelberga 1123-1998 (875 jarig bestaan) ’75 jaar vrij katholiek onderwijs’ 1910-1985 ‘Wechelderzande’ VTB uitgave, 1966 ‘Onderzoek naar de sagenmotieven in het hert v/d Antwerpse Kempen’ ‘Schilder A.J. Heymans
- Soldatenblaadjes(’t Krawaatje, de Zandfluiter, het Gierennest, Heggegalm en ‘t Molleke) - Fotoboek n.a.v.Jaar van het Dorp 1978 Poederlee - Fotoboek Hegge 1962 - Van den hoogwaardigen H. Sacrament inder Hegge W. V.d.Branden 1987 - Het Gildeboek 2006
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 279
NIJLEN - Driemaandelijks Tijdschrif Heemkundige Kring ‘De Poemp’. - Jaarboeken Heemkundige Kring ‘Salvator’. - Jaarboek Kessel (1978 , 1979, 1980, 1981). - Culturalia Kessel (1979, 1980, 1981, 1982). - J.B. Stockmans, Geschiedenis der gemeenten Kessel, Bevel, Nylen, Emblehem en Gestel (Lier 1910). - Beknopte Geschiedenis van Kruiskensberg onder Bevel volgens de oorkonden der kerk (Heist-op-denBerg 1904). - Leo Nestor, Nijlen, ons lieflijk dorpje (1987). - Hypolite Budts, Walter Caethoven, Frans Lens, Jef Peeters, Marcel Wuyts (red.), Sprokkels uit Bevel, Kessel, Nijlen (Nijlen 2000). - Frans Lens, De Kesselse Kerken: St. Lambertuskerk, de O.L.Vr. parochie (1969). - Frans Lens, De Bist te Kessel. Van hof tot kasteel (2001). - Kessel in oude prentkaarten (Heemvrienden Kessel 1972). - Kessel in oude prentkaarten 2 (Heemvrienden Kessel 1977). - Kessel, Nijlen, Bevel, zoals het vroeger was. Een greep uit de verzameling oude prentkaarten van Lode Van Dessel (1988). - Kessel, Berlaar, Koningshooikt in oude prentkaarten (Het Laatste Nieuws). - Met kaart en camera in Kessel (Culturalia Kessel 1976). - Marcel Wuyts, Rudy Van Nunen en Jacky Naets, Fort van Kessel (1991). - Eerste verkenning van het Fort van Kessel (Culturalia Kessel 1975). - Fort van Kessel (Culturalia Kessel 1976). - 150 jaar spoorwegen in de Kempen 1855-2005 (2005). - Fort van Kessel (Thema en leerstofkern 3e graad basisschool Gidsenwerking Fort Kessel 2006). - Fort van Kessel (Thema en leerstofkern secundair onderwijs Gidsenwerking Fort Kessel 2006). - Jos Dillen, Kessels taaleigen (onuitgegeven 1998). - Boerenkrijgmonument - Monument van de gesneuvelden. Interimrapport (onuitgegeven 1998). - Kruiskensberg. Interimrapport (onuitgegeven 1998). - Kruiskensberg. Interimrapport (onuitgegeven 1998/2). - Archief Nijlen-Kessel-Bevel. Interimrapport (onuitgegeven 1998). - Bibliografie Nijlen-Kessel-Bevel (onuitgegeven 1995).
OLEN Publicaties - LOX, H., Van stropdragers en de pot van Olen. Verhalen Keizer Karel, Leuven, Davidsfonds, 1999, 272 p. - Van Odlo tot Olen. Duizend jaar dorpsleven. (1995) - 1864-1964 Geschiedenis van O.L.Vr.-Olen. - 1864-1989 125 jaar O.L.Vr.-Olen . - Zo was … Olen. (1973) - De Sint-Martinuskerk te Olen (1976-1977) - Van Heidegrond tot industrieparochie. (1990) - Publicaties Heemkring: lindebladen sinds 1974 - Een halve eeuw fanfareleven te Sint Jozef Olen (1974) - 25 jaar Chiro in O.L.Vrouw.-Olen (1954-1979) - 50 jaar zondag (50 jaar Chiro O.L.Vr.-Olen) - De teloorgang van de Chirohoek. - Hoe schoon was “ons” school – 75 jaar onderwijs in de Sint-Jozefsparochie (1915-1990) - Oolensche Bijdragen – deel I (1938) - Oolensche Bijdragen – deel II (1941) Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 280
- Sint-Antoniusgilde Olen (1627-1977) - Sint-Jozef-Olen. Mijn dorp in de Kempen (1984) - Van d’Akkere tot Zandberghoeve – Hoevenamen in de Kempen (1994) (waaronder Olen) - Volksdevoties en volksgebruiken in Oud-Herentals en omtrek (1994) (waaronder Olen). - Liber Amicorum Jozef Laureys (1976) - De Pot met drie oren (1975) - Lindeblad (1985) - Rekonversie pastorie Sint-Martinus Olen (1985) (diplomawerk – niet uitgegeven). - De Pottenproever (Suske en Wiske) - Onuitgegeven licentiaatsverhandelingen: - Evolutie van de Olense woonwijken in de twintigste eeuw (1987) - Sociaal-Economische geschiedenis van Olen (1789-1830) - Sociaal-Economische geschiedenis van Olen (1830-1890) - Sociaal-Economische geschiedenis van Olen (1890-1940) - Studie van het machtsverwervingsproces op lokaalvlak in Olen 1945-1994 (1998) - Toponymie van Oolen (1940) - Studie van het machtsverwervingsproces op lokaal vlak in Olen 1945 – 1994. Archief van Umicore Gilde Sint Antonius Verschillende breuken, vlaggen en dergelijke behoren tot de privéverzameling van de Sint Antonius gilde.
VORSELAAR - Tijdschriften Heemkundige Kring ‘Joris Matheussen’ Driemaandelijks tijdschrift (meer dan 20 jaargangen) - Publicaties Heemkundige Kring ‘Joris Matheussen’ - “Vorselaar vroeger” - “Het heden groet het verleden” - “Mie Broos” (monografie) - “Van Vorsselaer tot Vorselaar” - “Waar men gaat langs Vorselaarse wegen” - Andere publicaties, eindwerken en scipties - Dorpskrant (12 edities) ter gelegenheid van “jaar van het dorp” (werkgroep jaar vh dorp, 1978) - Boek “Vorsselaer” (E.H. Van Olmen, 1929) - Publicaties over en door het klooster (Zusters der Christelijke Scholen) - Publicaties over kasteel De Borrekens - Toponiemenstudie - Nest Van den Broeck - Thesis “Verhalen en sagen” - Agnes Michielsen
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 281
** Musea
GROBBENDONK - Archeologisch museum, Astridplein 3, 2280 Grobbendonk - Diamantmuseum, Oude Steenweg 13a, 2280 Grobbendonk
HERENTALS - Schedelhof - Begijnhofmuseum - Fraikin-collectie
HERENTHOUT - Houtambachtmuseum Herenthout
LILLE - Beelden Van der Veken
NIJLEN - Erfgoedsite Fort van Kessel - Slijperij Lieckens
OLEN - Heemkring De Linde - Radiomuseum - Stropersmuseum - Brevier van pastoor Adr. Heylen
Erfgoedconvenant regio Kempen - BIJLAGEN intentienota
p. 282