KB van 25 april 2013 Wijziging art. 1, 3, 28, 100, 104, 151, 200, 207 van het AREI * … uitbreiding preventiemaatregelen ter voorkoming van brand Wilfried Mariën Demowerkplaatsen voor Veilig Werken Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg
Algemeen Reglement op de elektrische installaties: AREI KB tot wijziging : BS 4 juni 2013 Verbetering veiligheid in ruimtes van gebouwen die hoger of gelijk zijn dan 25 m en/of publiek toegankelijk • Van toepassing op: – Nieuwe elektrische installaties …én – Belangrijke wijzigingen en uitbreidingen waarvan de uitvoering nog niet is aangevangen 3 maanden na publicatie KB: dwz 4 september2013. • Enkele belangrijke wijzigingen: – Nieuwe begrippen: “vitale stroombanen” – Elektr leidingen worden mbt brandgedrag ingedeeld – Gebruik van halogeenvrije kabels in bepaalde omstandigheden 2
Een elektrische installatie moet voldoen aan:
• Gedurende een bepaalde tijd brandbestendig zijn • Tijdens deze periode ook haar functionaliteit behouden • Mogelijke aanwezige personen moeten op veilige manier kunnen evacueren.
3
Gewijzigde artikelen AREI • • • • • • • •
Art. 1 Art. 3 Art. 28.01 Art. 100 Art. 104 Art. 151 Art. 200 Art. 207.05
Toepassingsgebied AREI Bepalingen v/e elektr. installatie Bepalingen geschrapt, cfr. art 3 Bepalingen mbt ontvlambaar materiaal Voorzorgsmaatregelen tegen brand mbt soort leidingen mbt gebruik van buizen mbt gebruik van buizen
4
Gewijzigde artikelen AREI • Art. 1 Toepassingsgebied AREI: nu ook voor vaste leidingen van communicatie en informatietechnologie, signalisatie of bediening mbt voorzorgsmaatregelen tegen brand (cfr art. 104)
5
Gewijzigde artikelen AREI • Art. 3 Bepalingen v/e elektr. installatie: uitgebreid met – Elementaire stroombaan: deel v/e elektr. installatie tussen 2 opeenvolgende beschermingsinrichtingen tegen overstroom(hoofdstroombaan) of deel na de laatste beschermingsinrichting (eindstroombaan) – Stroombaan: geheel dat bestaat uit een of meerdere elementaire stroombanen – Vitale installatie: installatie die gedurende een bepaalde tijd om veiligheidsredenen in dienst moet blijven (brandbestrijdingsinstallatie, alarminstallatie,…) – Vitale stroombaan: stroombaan die een vitale installatie voedt – Autonome stroombron: elektr. energiebron waarvan debiet onafhankelijk is van de in normale dienst gebruikte bron. (gedurende bepaalde tijd in staat om installatie te voeden) 6
Gewijzigde artikelen AREI • Art. 28.01 Begrippen mbt de bescherming tegen elektrische schokken » Rechtstreekse aanraking, onrechtstreekse aanraking, actieve delen, kortsluitstroom, …
2 Bepalingen geschrapt: - elementaire stroombaan - stroombaan (ingevoerd in art. 3, zie hoger) 7
Gewijzigde artikelen AREI • Art. 100
Bepalingen mbt ontvlambaar materiaal
Invoeging bij ‘ontvlambaar materiaal’ : Vlamverspreidend materiaal Invoeging bij ‘zelfdovend materiaal’ : niet-vlamverspreidend materiaal Toevoeging ‘vlampunt’: laagste T° waarbij vrijgekomen dampen v/e vloeistof in de lucht ontvlammen bij contact warmtebron en ophouden met branden na verwijdering warmtebron
Toevoeging ‘brandpunt’: laagste T° waarbij vrijgekomen dampen v/e vloeistof in de lucht ontvlammen bij contact … en blijven branden… 8
Gewijzigde artikelen AREI • Art. 104 Voorzorgsmaatregelen tegen brand a) Indeling van elektrische leidingen, ngl brandgedrag – Primaire brandreactie (kwalificatie geschiktheid verspreiden vuurhaard) • F1 elektr. geleiders enkelvoudig gelegd, planten vlam niet voort, zelfdovend • F2 elektr. geleiders F1, in bundel, verticaal, planten vlam niet voort
– Secundaire brandreactie (kwalificatie rookgassen en zuurtegraad gassen) • SD verbrandingsgassen doorschijnend • SA verbrandingsgassen niet corrosief
– Brandweerstand
(kwalificatie om in dienst te blijven)
• FR1 behoud elektrische functie (individuele test in labo) • FR2 tijdsduur behoud elektrische functie (test met draagstel) 9
Gewijzigde artikelen AREI • Art. 104
(vervolg)
b) Compartiment d.m.v. wanden die brandvoortplanting beletten voor bepaalde tijd c) Ruimten met verwaarloosbaar brandgevaar • Uitwendige invloedsfactoren BE1 + CA1 + CB1 d) Ruimten met bijzonder brandgevaar • Met minstens één v/d volgende uitwendige invloedsfactoren : BE2, BE3, CA2, CB2
10
Uitwendige invloedsfactoren (cfr. AREI art. 19) Klasse AA AD AE AF AG AH AK AL AM AN BA BB BC BD BE CA CB
beschrijving invloed
art. AREI
temperatuur aanwezigheid van water vreemde vaste lichamen corrosie of vervuilende stoffen mechanische belasting trillingen inwerking flora (planten) inwerking fauna (dieren) zwerfstromen, elektromagn. invloeden zonnestralen bekwaamheid van personen toestand menselijk lichaam contact aardpotentiaal mogelijkheid tot ontruiming behandelde en opgeslagen goederen bouwmaterialen structuur van gebouw
144 & 225 84 & 226 29 & 227 146 & 228 147 & 229 148 & 230 149 & 231 149 & 231 139 & 232 232 47 & 233 31 & 234 47 & 234 101.02 & 234 101.03 & 234 101.04 101.05
indeling 12345678 12345678 1234 1234 123 123 12 12 123456 12 12345 123 1234 1234 1234 12 1234 11
Gewijzigde artikelen AREI • Art. 104
(vervolg)
Keuze en installatie van elektr. materiaal : geen gevaar voor personen, voorwerpen, materiaal (aansluitingen en verbindingen !) – Warmteafgifte niet gehinderd – Keuze installatie • Elektr. leidingen, afzonderlijk: minstens F1, bundel: F2 Uitzonderingen F1 - Hoogspanningskabels - Ondergronds of in kanalen met zand - Voorgebundelde luchtlijnen - Min. 3 cm inbouwdiepte, onbrandbare bekleding - De uiteinden van voorgaande 2, in open lucht/opbouw, max 10 m en in brandvrije omgeving Uitzonderingen F2 - Idem voorgaande eerste 3 12
Gewijzigde artikelen AREI • Art. 104
(vervolg)
• Elektr. materieel; ingebouwd / niet ingebouwd in/op brandbaar materiaal: » Omhuld met onbrandbaar/zelfdovend materiaal of gescheiden door onbrandbare/zelfdovende elementen
• Ruimten met verwaarloosbaar brandgevaar Elektrische leidingen: cfr. hoger » Aandacht voor lek- en foutstromen » Huishoudelijke lokalen: TNC verboden differentieel max 300 mA 13
Gewijzigde artikelen AREI • Art. 104
(vervolg)
• Ruimten met bijzonder brandgevaar – Elektr. leidingen: minstens F2 – Brandschotten: bij doorgang wanden; normen NBN – Indien brandbaar vloeibaar diëlektricum - Constructieve preventiemaatregelen bij lekkage - diëlekticum brandpunt < 300°, volume > 25 l in één toestel, of > 50 l voor alle toestellen: scheidingselementen: brandweerstand 1 uur; normen NBN Uitzonderingen…
– Gevaarlijk elektrisch materieel: kan bij MB verboden worden – Opslag en verwerking van brandbare materialen – Gevaarlijke lek- of foutstromen TNC verboden, differentiëel 300 mA, eventueel isolatiewachter 14
Gewijzigde artikelen AREI • Art. 104
(vervolg)
• Vitale stroombanen – Bepaald op basis risicobeoordeling én op plan aangeduid – Welke: » Detectie-installaties » Meldingsinstallaties » Waarschuwingsinstallaties » Alarminstallaties » Deurontgrendeling » rookafvoer » Overdruk- en onderdrukinstallaties tegen rook » Liften met prioritaire oproep » Waterdruk verhogende installaties » Veiligheidsverlichting 15 » noodverlichting
Gewijzigde artikelen AREI • Art. 104
(vervolg)
• Vitale stroombanen: – blijven 1 uur operationeel bij brand – Alle schakelaars gemerkt: “beveiligingsinstallatie niet uitschakelen” – automatische onderbrekingsinrichting bij eerste massafout = verboden ! » beschermingsmaatregelen tegen onrechtstreekse aanraking door bvb: - toepassing ZLVS of ZLBS - Materiaal klasse II - IT net - veiligheidsscheiding
16
Gewijzigde artikelen AREI • Art. 104
(vervolg)
• Vitale stroombanen – Op redundante wijze gevoed vanuit twee of meerdere stroombronnen – Hoofdvoeding rechtstreeks aan laagspanningshoofdverdeelbord – Hulpvoeding via afzonderlijke stroombaan, automatisch ingeschakeld bij stroompanne – Schakel en verdeelinrichtingen duidelijk gemerkt en in ruimten uitsluitend toegankelijk voor bevoegde of gewaarschuwde personen (BA5 of BA4) – Indien bijzonder brandgevaar: leidingen: FR2, of ingegraven, of verzonken, of aanlegsysteem met waarborg operationaliteit – Bijzondere voorschriften: vorming corrosieve gassen bij brand Lokalen of plaatsen met uitw. Invloed. BD2, BD3, BD4: slechts kabels SA en SD: gebouwen hoger dan 25 m, sportzalen, scholen, 17 dancings, ziekenhuizen, rusthuizen, schouwspelzalen,…
Uitwendige invloedsfactor BD • AREI art. 101 Specifiek: ontruimingsmogelijkheden » Code B = personen » Code D = mogelijkheid tot ontruimen Code
Ontruimingsmogelijkheid
Bezettingsgraad
Ontruimingsvoorwaarden
voorbeelden
BD1
normaal
zwak
gemakkelijk
gebouw lager dan 25 m
BD2
lang
zwak
moeilijk
Gebouw 25 m of hoger
BD3
overbezet
groot
gemakkelijk
Gebouw publiek toegankelijk
BD4
lang en overbezet
groot
moeilijk
Gebouw hoger dan 25 m en publiek toegankelijk
18
Kabel met kenmerk SA en SD • SA = Smoke Acidity corrosiviteit van brandgassen
• SD = Smoke Density rookdichtheid Ref: EU normen rookdichtheid EN61034-1/-2 EU normen corrosiviteit van brandgassen EN50267-2-2
Gebruik van halogeenvrije kabels !
19
Gewijzigde artikelen AREI • Art. 151
mbt soort leidingen
Keuze van leidingen: verwijzing naar art. 104 en 107
• Art. 200
mbt gebruik van buizen
“Buizen uit thermoplastisch materiaal kunnen van het stijve, soepelgladde of het geringde type zijn”. Valt weg: “De vlamverspreidende buizen zijn verplicht geel-oranje gekleurd en getint in de massa”.
• Art. 207.05 mbt gebruik van buizen Verboden : buizen in brandbaar materiaal te gebruiken tenzij ze verzonken zijn in niet brandbare materialen met een min. bedekking van 3 cm.
20
Wijziging AREI: • Op elke elektrische installatie • Bij belangrijke wijzigingen en uitbreidingen » Uitvoering ter plaatse nog niet aangevangen 3 maand na publicatiedatum » BS: 4 juni + 3 maand = 4 september 2013 Datum is m.a.w. crusiaal, bepaald door bouwheer. De vordering der werken laten notuleren én voorbereidend de risicobeoordeling uitvoeren(RA + evaluatie).
21
Vragen …
22