Kaseya 2
Live Connect Snelstartgids voor VSA 6,0
June 11, 2010
About Kaseya Kaseya is a global provider of IT automation software for IT Solution Providers and Public and Private Sector IT organizations. Kaseya's IT Automation Framework allows IT Professionals to proactively monitor, manage and maintain distributed IT infrastructure remotely, easily and efficiently with one integrated Web based platform. Kaseya's technology is licensed on over three million machines worldwide.
Copyright © 2000-2009 Kaseya International Limited. All Rights Reserved.
Contents Live Connect voor VSA-gebruikers
3
Live Connect .................................................................................................................................................. 3 Toegangsrechten gebruikersrol voor Live connect instellen ......................................................................... 6
Portaaltoegang voor computergebruikers
8
Toegangsrechten van computerrol voor portaaltoegang instellen ................................................................ 8 Externe toegang tot portaaltoegang nemen .................................................................................................. 9
Aanpassen: Live Connect
10
Meer leren
11
i
Live Connect voor VSA-gebruikers
Live Connect voor VSA-gebruikers Live Connect Afstandsbediening > Live Connect De pagina Live Connect wordt weergegeven door naast een willekeurig computer-ID in de VSA op een willekeurig check-inpictogram te klikken, bijvoorbeeld . Met Live Connect kunt u uitsluitend voor één beheerde computer taken en functies uit te voeren. T a b b la d H o m e
C o m p u te r - ID
H e lp
M in ia t u u r w e e r g a v e b u r e a u b la d P r e s t a t ie g r a f ie k e n
F u n c t ie lijs t F u n c t ie t a b b la d e n
Opmerking: De eerste keer dat Live Connect van een computer wordt gestart, vraagt het om verschillende browser-invoegtoepassingen te installeren.
Koptekst venster Basisinformatie over de beheerde computer wordt bovenin het venster van Live Connect weergegeven. Miniatuurweergave - Het bureaublad van de huidig aangemelde gebruiker wordt in miniatuurweergave weergegeven als op de computer een gebruiker is aangemeld. Computerinfo - Neem basisinformatie over de beheerde computer in een lijst op. Prestatiegrafieken - Toont voor de beheerde computer prestatiegrafieken voor CPU % em Geheugen %.
Menu-opties Een menu van eigendomsblad met tabbladen biedt toegang to verschillende informatiecategorieën over betreffende de beheerde computer. Home - Het tabblad Home is het eerste tabblad dat wordt weergegeven als het venster Live Connect wordt geopend. Home - Meestal geeft het tabblad Home een welkomstbericht en de URL-pagina van de agent-serviceprovider weer. De sectie Procedures activeren van het tabblad Home geeft de gebruiker van Live Connect de mogelijkheid om onmiddellijk op de beheerde computer procedures te activeren. Op het tabblad Home kan, als dit door de serviceprovider wordt aangegeven, de sectie Koppelingen aanpassen worden weergegeven om koppelingen aan bijkomende hulpbronnen aan te bieden. Wanneer aangegeven door de serviceprovider, zijn meerdere aangepaste tabbladen voor Home mogelijk, waarvan elk met een unieke naam. Aanmelding wijzigen - Wijzigt de externe gebruikersnaam en wachtwoord voor aanmelding op deze beheerde computer. Als door de serviceprovider Toegang bureaublad is ingeschakeld,
3
Live Connect voor VSA-gebruikers maken deze aanmeldingsopties het voor een gebruiker mogelijk om toegang te nemen tot het venster Live Connect van één andere computer naar deze beheerde computer, waarbij het een externe sessie voor het bureaublad met de beheerde computer initieert. Voer dezelfde URL in als die voor aanmelding naar VSA wordt gebruikt. Voer daarna de gebruikersnaam en het wachtwoord voor Live Connect in dit tabblad wordt aangegeven. Door op deze manier van een andere computer toegang te nemen van een afstand tot Live Connect heet Portaaltoegang. Aanmeldingsopties voor Portaaltoegang kan ook binnen de VSA met Agent > Portaaltoegang worden onderhouden. Profiel wijzigen - Wijzigt de contactinformatie voor deze beheerde computer. Deze informatie vult een ticket met contactinformatie als Live Connect wordt gebruikt om een ticket te maken. Deze informatie kan ook met Agent > Profiel bewerken worden onderhouden. Agentgegevens - Geeft de volgende tabbladen weer: Procedures in behandeling - Geeft een weergave en plant agentprocedures in behandeling voor een beheerde computer en de agent-procedurehistorie voor die computer. Omvat de uitvoering van datum/tijd, status en gebruiker die de procedure heeft gepland. Klik op de knop Een andere procedure plannen om een procedure te plannen die nog niet in behandeling is. Zodra geselecteerd en gepland, wordt de procedure onderaan de sectie Procedures in behandeling weergegeven. Klik op de knop Plannen om een geselecteerde procedure te plannen om in de toekomst of op terugkerende basis te werken. Klik op de knop Nu activeren om onmiddellijk eenmaal een geselecteerde procedure te activeren. Klik op de knop Annuleren om een willekeurig geselecteerde procedure in afwachting te annuleren. Agentenlogboeken - Toont de logboeken die voor een computer beschikbaar zijn. Alarmlogboek, Actielogboek controleren, Agentenlogboek, Configuratiewijzigingen, Netwerkstatistieken, Gebeurtenissenlogboek, Agentprocedurelogboek, Logboek beheer op afstand, Logboek Controle. Patch-status - Geeft Ontbrekende en Wachtende Microsoft patches en geplande ontbrekende patches weer. Als een computer tot een patch-beleid behoort kunnen ontbrekende patches verder worden geïdentificeerd als Geweigerd (Goedkeuring aangevraagd). De gebruiker kan het geweigerde patch-beleid handmatig opheffen door de patch te plannen. Klik op de knop Plannen om een geselecteerde ontbrekende patch te plannen. Klik op de knop Annuleren om een willekeurige patch in afwachting te annuleren. Klik op de koppeling Historie tonen om de historie van patches weer te geven die op de beheerde computer zijn geïnstalleerd. Agentinstellingen - Geeft informatie over de agent op de beheerde computer weer: Agentversie Laatste check-in Laatste herstart Eerste check-in Lidmaatschap patch-beleid - Gedefinieerd met Patch-beheer > Lidmaatschap: Patch-beleid Definitieverzamelingen weergeven - Gedefinieerd met de optie Alleen geselecteerde computer-ID's weergeven in Definties weergeven. Werkmap - Kan ook met Agent > Werkmap worden gedefinieerd. Controle inchecken - Kan ook met Agent > Controle inchecken worden gedefinieerd. Profiel bewerken - Kan ook met Agent > Profiel bewerken worden gedefinieerd. Agent-logboeken en profielen - Kan ook met Agent > Logboekenhistorie worden 4
Live Connect voor VSA-gebruikers
gedefinieerd. Documenten - Bevat een lijst van documenten die voor een beheerde computer naar de KServer zijn geüpload. U kunt bijkomende documenten uploaden. Biedt dezelfde functionaliteit als Audit > Documenten. Bestand ophalen - Neemt toegang tot bestanden die eerder van een beheerde computer zijn geüpload. Klik op de koppeling onder een bestand om het bestand weer te geven of om het te activeren. Biedt dezelfde functionaliteiten als Agent-procedures > Bestanden ophalen. Audit-informatie - Informatietabbladen omvatten: Computerinfo, Geïnstallaeerde toepassingen, Systeeminfo, Schijfvolumes, PCI & schijf-hardware en Printers. Geeft op basis van uw Laatste audit audit-informatie. U kunt met het tabblad Computerinfo onmiddellijk een audit uitvoeren. Bestandsmanager - Geeft twee bestandsmanager weer; één voor uw lokale computer en één voor de beheerde computer. Met de bovenste panelen kunt u alleen het volgende: Mappen maken, bestanden of mappen verwijderen, vernieuwen of hernoemen met een willekeurige bestandsbeheerder. U kunt bestanden verplaatsen binnen dezelfde bestandsbeheerder door slepen en neerzetten te gebruiken. U kunt bestanden kopiëren tussen bestandsbeheerder door slepen en neerzetten te gebruiken. Opdracht-shell - Opent een opdracht-shell op de beheerde computer. Standaard naar de map c:\windows\system32. Register-editor - Geeft het register van het beheerde computer-ID weer. U kunt codes en waarden maken, hernoemen, vernieuwen of verwijderen en de gegevens voor waarden instellen. Taakbeheer - toont een lijst gegevens voor Windows taakbeheer voor de beheerde computer. U kunt Processen stoppen of van prioriteit voorzien, Services stoppen en starten, voor elk proces typische Prestatie-benchmarks controleren, gecategoriseerd volgens CPU, schijf, netwerk en geheugen, sessiegegevens Gebruikers beoordelen, Herstarten, de beheerde computer uitschakelen, of sessies op de beheerde computer afmelden en op de beheerd computer Gebruikers en groepen weergeven. Gebeurtenissen-viewer - geeft volgens type gebeurtenissenlogboek gebeurtenisgegevens weer die op de beheerde computer zijn opgeslagen. Tickets - Geeft tickets weer en maakt tickets voor de beheerde computer. Geeft, afhankelijk van welke module is geactiveerd, tickets weer en maakt tickets voor de tickets van de module Tickets of tickets an artikelen van de kennisbasis voor de module Service Desk. Opmerking: Een service desk moet lid zijn van het bereik Anoniem om Service Desk-tickets in een sessie van een computergebruiker voor Portaaltoegang van Live Connect op weer te geven.
Chat - initieert een chatsessie met de huidig aangemelde gebruiker van de beheerde computer. U kunt andere VSA-gebruikers uitnodigen om aan uw chatsessie mee te doen. Zie Afstandsbediening > Chat voor meer informatie. Toegang bureaublad - initieert een externe bureaubladsessie met de beheerde computer. Video-chat - als een computergebruiker op een beheerde computer is aangemeld, dan kan een VSA-gebruiker Live Connect gebruiken om met die aangemelde computergebruiker een sessie voor audio/video-chat te initiëren. De sessie kan voor één of beide computers alleen audio zijn als op één of beide computers geen video wordt ondersteund. Video-chat met de computergebruiker - klik op de knop Oproepen om de sessie voor video-chat te initiëren. De computergebruiker krijgt een browserwindow of browser-tabblad op hun computer te zien waarmee zij uw videobeeld en hun eigen videobeeld kunnen zien als zij op een computer een webcam hebben geïnstalleerd. Video-chat met iedereen - klik op de knop URL verbinden. Dit kopieert een URL naar uw klembord. Kopieer het URL-adres in een e-mail of programma voor tekstberichten en stuur het naar een willekeurig iemand. Als die URL in ee browser wordt ingevoerd, kan die
5
Live Connect voor VSA-gebruikers persoon een video-chat met u uitvoeren. Video-chat vereist niet dat de persoon die de chat-uitnodiging ontvangt een beheerde computer is. Bevestiging video-chat - de Adobe Flash Player die gebruikt om de audio/video-stream te verzenden, vereist dat elke gebruiker op de knop "Toestaan" drukt om van hun kant met de video-chat door te gaan. Audio/video-besturingselementen - ga met de muis over een videobeeld in het chat-venster om audio/video-besturingselementen weer te geven. Tekst-chat - u kunt gelijktijdig met hetzelfde venster tekst-chat en video-chat uitvoeren.
Bijkomende notities Toegang tot specifieke functies voor Live Connect is afhankelijk van toegangsrechten in Systeem > Gebruikersrollen en Computerrollen. Alle menu-opties van Live Connect worden ingeschakeld als de computer met Live Connect wordt verbonden. Alleen Home, Audit-informatie, Agentgegevens en Tickets zijn ingeschakeld als de computer van Live Connect is verwijderd. U kunt de pagina Home Live Connect met Systeem > Aanpassen aanpassen: Live Connect (pagina 10). Gegevens van Gebeurtenissen-viewer zijn niet afhankelijk van Agent > Instellingen gebeurtenissenlogboek.
Toegangsrechten gebruikersrol voor Live connect instellen U kunt de functies die tijdens een Live connect-sessie aan VSA-gebruikers worden weergegeven, met het tabblad Systeem > Gebruikersrollen > Toegangsrechten configureren.
Toegangsrechten gebruikersrol Het tabblad Toegangsrechten in de pagina Systeem > Gebruikersrollen bepaalt welke functies door VSA-gebruikers die tot een geselecteerde rol behoren, kunnen worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld, toegangsrechten kunnen bestaan uit of een gebruiker wel of niet een bepaald record kan openen, toevoegen, bewerken of verwijderen. Opmerking: Bereiken bepalen of een gebruiker bepaalde door gebruikers gemaakte gegevensstructuren kunnen zien die in de VSA worden weergegeven. Rollen bepalen toegangsrechten tot de functies die op deze gegevensstructuren handelen.
Een navigatiestructuur biedt toegang tot elke module, map, item en besturingselement in de VSA. Klik naast elk item in de structuur op de pictogrammen of om onderliggende vertakkingen van dat item weer te geven of te verbergen. Een ingeschakeld item betekent dat een rol toegang tot dat item biedt. Een uitgeschakeld item betekent dat een rol geen toegang tot dat item biedt. Klik op Alles uitvouwen om de hele structuur uit te vouwen. Klik op Alles samenvouwen om de hele structuur samen te vouwen. Klik op Toegangsrechten rol instellen om voor een rol toegangsrechten te wijzigen. Door een willekeurig keuzevak in of uit te schakelen, stelt alle onderliggende items op dezelfde status in. Klik op Alles inschakelen om alle items in te schakelen. Klik op Alles uitschakelen om alle items uit te schakelen.
6
Live Connect voor VSA-gebruikers
Toegangsrechten gebruikersrol voor Live connect instellen In de tabbladstrucuur Toegangsrechten wordt, samen met andere modules, een afzonderlijke module van Live connect in de lijst weergegeven. U kunt voor elke gebruikersrol verschillende combinaties van toegangsrechten instellen en deze aan verschillende populaties van VSA-gebruikers toewijzen. Opmerking: De voor een rol weergegeven toegangsrechten worden volgens de roltypes bepaald die aan die rol zijn toegewezen. Zie Systeem > Gebruikersrollen voor meer informatie over roltypes.
Tabbladen Home meerdere gebruikersrollen Als met de pagina Systeem > Aanpassen > Live connect meer dan één tabblad Home wordt gedefinieerd, dan worden beide tabbladen Home in de tabbladenstructuur Systeem > Gebruikersrollen > Toegangsrechten, onder het menukeuzevak Live connect > Home, weergegeven. U kunt bijvoorbeeld twee tabbladen Home hebben waarvan één Home en de tweede Hulpbronnen wordt genoemd. U kunt voor elke gebruikersrol in de structuur Toegangsrechten één of meer startpagina's in- of uitschakelen. Dit beïnvloedt de tabbladen Home die voor de verschillende populaties van VSA-gebruikers met deze gebruikersrollen worden weergegeven. Zie Aanpassen: Live Connect (pagina 10) voor meer informatie.
7
Portaaltoegang voor computergebruikers
Portaaltoegang voor computergebruikers Toegangsrechten van computerrol voor portaaltoegang instellen Computerrollen De pagina Computerrollen bestuurt de toegang tot het venster Portaaltoegang. Dit is een sessie van Live Connect (pagina 3) die speciaal voor computergebruikers wordt geleverd. Het venster Portaaltoegang geeft weer wanneer een computergebruiker tweemaal met de muisknop in het systeemvak van hun beheerde computer op de pictogram agent klikt. Opmerking: De instellingen van het tabblad Toegangsrechten voor Computerrollen bepaalt wat computergebruikers zien als zij Live Connect gebruiken. De De instellingen van het tabblad Toegangsrechten voor Gebruikersrollen bepaalt wat VSA-gebruikers zien als zij Live Connect gebruiken.
De standaard computerrol Als de VSA wordt geïnstalleerd, wordt een vooraf gedefinieerde Standaard computerrol gegeven. Als de account wordt gemaakt, worden nieuw gemaakte computer-ID-accounts automatisch aan de Standaard computerrol toegewezen. ALs u andere computerrollen maakt, kunt u an deze andere computerrollen opnieuw computer-ID-accounts toewijzen. Dit wilt u misschien doen als u voor verschillende populaties van computergebruikers, op de pagina Portaaltoegang, de toegang van computergebruikers tot functies wilt beperken. Elke computer-ID-account kan tot maar één enkele computerrol behoren.
Toegangsrechten computerrol Het tabblad Toegangsrechten in de pagina Systeem > Computerrollen bepaalt welke functies door computergebruikers die tot een geselecteerde computerrol behoren, kunnen worden uitgevoerd. 8
Portaaltoegang voor computergebruikers Toegangsrechten kunnen bijvoorbeeld bestaan uit of een computergebruiker wel of niet van een afstand, vanaf een andere computer, toegang tot hun eigen computer kunnen nemen. Een navigatiestructuur biedt toegang tot elke item en besturingselement op de pagina Live Connect. Klik naast elk item in de structuur op de pictogrammen of om onderliggende vertakkingen van dat item weer te geven of te verbergen. Een ingeschakeld item betekent dat een computerrol toegang tot dat item biedt. Een uitgeschakeld item betekent dat een computerrol geen toegang tot dat item biedt. Klik op Alles uitvouwen om de hele structuur uit te vouwen. Klik op Alles samenvouwen om de hele structuur samen te vouwen. Klik op Toegangsrechten rol instellen om voor een computerrol toegangsrechten te wijzigen. Door een willekeurig keuzevak in of uit te schakelen, stelt alle onderliggende items op dezelfde status in. Klik op Alles inschakelen om alle items in te schakelen. Klik op Alles uitschakelen om alle items uit te schakelen.
Toegangsrechten gebruikersrol voor Live connect instellen In het tabblad Toegangsrechten van Systeem > Computerrollen wordt een enkele module Live connect in een lijst opgenomen. U kunt voor elke computerrol verschillende combinaties van toegangsrechten instellen en deze aan verschillende populaties van computergebruikers toewijzen. Opmerking: De voor een rol weergegeven toegangsrechten worden volgens de roltypes bepaald die aan die rol zijn toegewezen. Zie Systeem > Computerrollen voor meer informatie over roltypes.
Tabbladen Home meerdere computerrollen Als met de pagina Systeem > Aanpassen > Live connect meer dan één tabblad Home wordt gedefinieerd, dan worden beide tabbladen Home in de tabbladenstructuur Systeem > Computerrollen > Toegangsrechten, onder het menukeuzevak Live connect > Home, weergegeven. U kunt bijvoorbeeld twee tabbladen Home hebben waarvan één Home en de tweede Hulpbronnen wordt genoemd. U kunt voor elke computerrol in de structuur Toegangsrechten één of meer startpagina's in- of uitschakelen. Dit beïnvloedt de tabbladen Home die voor de verschillende populaties van computergebruikers met deze computerrollen worden weergegeven. Zie Aanpassen: Live Connect (pagina 10) voor meer informatie.
Externe toegang tot portaaltoegang nemen Agent > Toegang tot portal De pagina Toegang tot portal definieert de aanmeldnaam en wachtwoord, op computer-ID, nodig voor Live Connect als computergebruiker op afstand. Een Live Connect-sessie uitgevoerd door een computergebruiker heet Toegang tot portal. De getoonde functies die Toegang tot portal gebruiken, worden vastgelegd op de pagina Systeem > Computerrol.
Toegang tot portal lokaal openen Computergebruikers hoeve zich niet lokaal aan te melden bij Toegang tot portal. Klik op het pictogram van de agent in het systeemvak van de computer om een sessie Live Connect te openen zonder aan te melden.
De pagina Aanmelden bij Toegang tot portal op afstand openen Een gebruiker kan voor hun eigen computer als volgt vanaf een andere computer de
9
Aanpassen: Live Connect aanmeldingspagina Portaaltoegang weergeven: 1. Ga naar de pagina http://your_KServer_address/access/ en vul de juiste naam voor de KServer in voor your_KServer_address in de URL-tekst. Opmerking: Dit is dezelfde pagina die VSA-gebruikers gebruiken voor aanmelding bij de VSA.
2. Meld u aan door de gebruikersnaam en het wachtwoord in te voeren die aan het computer-ID van de computergebruiker zijn toegewezen. De gebruikersnaam en het wachtwoord worden met de pagina Agent > Portaaltoegang in de VSA aangegeven. De pagina Toegang tot portal verschijnt. De computergebruiker kan op elke menuoptie klikken alsof hij of zij is aangemeld op de eigen beheerde computer. De gebruiker kan op de menuopties Bureaublad of Bestandsoverdracht klikken om een externe verbinding met de eigen computer op te zetten, tickets te maken of bekijken, of een chat te starten, als deze opties zijn ingeschakeld. Zie het onderwerp van de online help voor Agent > Portaaltoegang voor details over hoe voor een computer-ID de gebruikersnaam en het wachtwoord in te stellen.
Aanpassen: Live Connect Systeem > Aanpassen: Live Connect De pagina Aanpassen: Live Connect past de tabbladen Home aan die in de vensters Live Connect (pagina 3) en Portaaltoegang worden weergegeven. U kunt meerdere, aangepaste tabbladen Home maken en ze op naam opslaan. Deze tabbladen Home woren met Gebruikersrollen en Computerrollen voor een rol ingeschakeld door onder Live Connect > Home in het tabblad Toegangsrechten voor een bepaalde rol het keuzevak in te schakelen. Opmerking: U kunt een PDF voor Live Connect van het eerste onderwerp van de online help downloaden.
U kunt op de standaardpagina Home drie secties aanpassen. Koptekst portaal - pas de tekst en de afbeelding aan die bovenop het tabblad Home worden weergegeven. Agentprocedures - geef een aangepaste lijst van agentprocedures die de gebruiker onmiddellijk vanaf dit tabblad kan activeren. Koppelingen aanpassen - geef een aangepaste lijst URL's waarop de gebruiker met dit tabblad kan klikken. U kunt bijvoorbeeld een URL geven naar een website-pagina die technische informatie biedt om problemen op beheerde computers op te lossen.
Aan Alle huurders beschikbaar stellen Wanneer ingeschakeld, kan deze Home-pagina op alle huurderspartities aan gebruikers- en computerrollen worden toegevoegd. Deze optie is alleen zichtbaar voor gebruikers met de rol hoofd.
10
Meer leren
Meer leren PDF's zijn beschikbaar om u te helpen bij het snel implementeren van Kaseya® Virtual System Administrator™. U kunt ze downloaden uit het eerste onderwerp in de online help op: http://help.kaseya.com/WebHelp/EN/VSA/6000000/index.htm?toc.htm?3686.htm Als u voor het eerst met Kaseya® Virtual System Administrator™ werkt, raden we de volgende snelstarthandleidingen aan: 1. Getting Started 2. User Administration 3. Agent Configuration and Deployment 4. Live Connect 5. Monitoring Configuration De volgende bronnen zijn eveneens beschikbaar:
Training U kunt trainingvideo's voor VSA bekijken op http://portal.kaseya.net. Klik onder de map Educatie op de koppeling Kaseya LMS.
11