Kaseya 2
Installatie en update van Kaseya Server Gebruikershandleiding Versie 6.2
November 9, 2011
About Kaseya Kaseya is a global provider of IT automation software for IT Solution Providers and Public and Private Sector IT organizations. Kaseya's IT Automation Framework allows IT Professionals to proactively monitor, manage and maintain distributed IT infrastructure remotely, easily and efficiently with one integrated Web based platform. Kaseya's technology is licensed on over five million machines worldwide.
Copyright © 2000-2011 Kaseya International Limited. All Rights Reserved.
Inhoud Inleiding
1
Pre-installatie
2
Controlelijst voor pre-installatie.................................................................................................................2 Systeemvereisten ....................................................................................................................................3 Niet-ondersteunde Kaseya Server-platforms ............................................................................................3 Microsoft SQL 2005 64 bit gebruiken........................................................................................................3 Vereisten voor schijfgrootte ......................................................................................................................3 Geheugenvereisten (RAM) .......................................................................................................................4
Voorwaarde installaties
4
Microsoft NET Framework installeren .......................................................................................................4 Internet Information Service (IIS) installeren .............................................................................................4 ASP.NET State Service installeren ...........................................................................................................6 Message Queuing Service (MSMQ) installeren ........................................................................................7 De nieuwste besturingssysteem-patches toepassen .................................................................................7 Proxyserver niet gebruiken .......................................................................................................................8 Domeinnaam of IP-adres van de Kaseya-server .......................................................................................9 Poortconfiguratie ......................................................................................................................................9 SQL Server installeren ...........................................................................................................................10 SQL Server Reporting Services configureren .........................................................................................12
Een nieuwe K2 Kaseya Server installeren
13
Antivirus-software ..................................................................................................................................13 K2-installatiestappen ..............................................................................................................................13 Een nieuwe hoofdgebruiker maken ........................................................................................................21 Handmatig Kaseya-hotfixes downloaden en toepassen ..........................................................................22 Naar een nieuwe K2-installatie invoegtoepassingsmodules installeren. ..................................................22 Installatieproblemen melden...................................................................................................................23
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken
23
De Kaseya Server op dezelfde computer bijwerken ................................................................................24 Controlelijst vooraf aan bijwerken .................................................................................................24 Back-up van de Kaseya Server maken .........................................................................................25 De update plannen .......................................................................................................................25 Antivirus-software.........................................................................................................................25 Invoegtoepassingenmodules bijwerken ........................................................................................25 Van 5.1 naar 6.2 bijwerken ...........................................................................................................26 Van 6.x naar 6.2 bijwerken ...........................................................................................................31 Installatieproblemen melden .........................................................................................................34 De Kaseya Server bijwerken terwijl u op nieuwe hardware overstapt ......................................................34 Controlelijst vooraf aan bijwerken .................................................................................................34 Back-up van de Kaseya Server maken .........................................................................................35 De update plannen .......................................................................................................................35
Antivirus-software.........................................................................................................................35 De Kaseya Server verplaatsen .....................................................................................................35 De Kaseya Server archiveren .......................................................................................................37 Installatieproblemen melden .........................................................................................................39
Voltooien en testen
40
Toegang browser testen.........................................................................................................................40 Uitgaande e-mails testen........................................................................................................................41 Rapportgeneratie testen .........................................................................................................................41
Post-update wijzigingen
42
KaseyaVSA en invoegtoepassingen verwijderen
43
Meer leren
44
Conclusie
44
ii
Inleiding
Inleiding De volgende instructies beschrijven hoe: een nieuwe Kaseya 2 (K2)-server te installeren, of van een bestaande Kaseya-server waarop Kaseya v4.x of later werkt, naar K2 bij te werken.
Info over Kaseya Met de Kaseya-server kunnen beheerders, met één geïntegreerde, op het web gebaseerde applicatie voor informatietechnologie, hun gehele computerinfrastuctuur beheren. De Kaseya-server is het centrale onderdeel van het Kaseya IT Framework, dat volgens planning instructies naar Kaseya-agenten vrijgeeft. Alle communicatie naar de Kaseya-server wordt door een Kaseya-agent geïnitieerd. Hierdoor wordt virtueel onmogelijk om via een applicatie van een derde partij, de agent van het netwerk aan te vallen. Beheerders nemen via een webinterface toegang tot de console Virtual System Administrator™ (VSA), waardoor zij activiteiten voor systeembeheer naar externe systemen kunnen uitvoeren en plannen.
1
Pre-installatie
Pre-installatie Controlelijst voor pre-installatie Gebruik voor het installeren van de software voor de Kaseya-server, de controlelijst hieronder om te controleren of aan alle vereisten is voldaan. Opmerking: Kaseya op een domeincontroller installeren, wordt NIET ondersteund. Opmerking: Kaseya op een server met Microsoft Exchange installeren, wordt NIET ondersteund. Opmerking: Kaseya op een server met MS Small Business Server installeren, wordt NIET ondersteund. Opmerking: Kaseya op een server met andere serverproducten dan SQL Server installeren, wordt NIET ondersteund.
Als u met een product van een 3de partij werkt die met Kaseya integreerd, bijvoorbeeld Autotask, ConnectWise of Tigerpaw, dient u de leverancier van de 3de partij controleren om te verzekeren dat hun integratie compatibel is met de versie van Kaseya waarnaar u een upgrade uitvoert.
Controleer de systeemvereisten http://help.kaseya.com/WebHelp/EN/VSA/6020000/InstallationPrerequisites.asp voor het aantal agenten die u plant te ondersteunen.
• Hardware - Zie Niet-ondersteunde Kaseya Server Platforms (pagina 3). Controleer de vereisten voor schijfgrootte (pagina 3). Er worden minimaal 500 megabytes vereist. Controleer de geheugenvereisten (pagina 4).
• Windows-versie en service pack-niveau • SQL Server-versie en service pack-niveau. Zie Microsoft SQL 2005 64 bit gebruiken (pagina 3).
2
Installeer Microsoft .NET Framework 2,0 (pagina 4).
Installeer Microsoft .NET Framework 3.5 (pagina 4).
Installeer Microsoft Internet Information Services (IIS) (pagina 4).
Installeer Microsoft ASP.NET State Service (pagina 6).
Installeer Microsoft Message Queue (MSMQ) (pagina 7).
Installeer SQL Server (pagina 10), inclusief Reporting Services. Maak voor toekomstige referentie een notitie over het wachtwoord van de SQL Server-systeembeheerder (sa).
Configureer SQL Server Reporting Services (pagina 12).
Pas voor het besturingssysteem, de nieuwste patches (pagina 7) toe.
Controleer of enige proxy-servers zijn overgeslagen (pagina 8).
Bepaal de Kaseya-domeinnaam of het IP-adres (pagina 9) die door de Kaseya Server zal worden gebruikt.
Open de juiste poorten in de internet firewall. Zie Poortconfiguratie (pagina 9).
Open de juiste poorten in de Windows-firewall op de server die de host van de KServer is. Zie Poortconfiguratie (pagina 9).
Schakel real-time anti-virusbeveiliging (pagina 13) even voordat u begint te installeren.
Pre-installatie
Systeemvereisten De door Kaseya aanbevolen systeemvereisten http://help.kaseya.com/WebHelp/EN/VSA/6020000/InstallationPrerequisites.asp zijn richtlijnen om de gebruiker te helpen, op basis van het aantal in te zetten agenten, een Kaseya-implementatie te plannen. Belangrijk: De software voor de Kaseya Service moet op een server worden geïnstalleerd, die voor de Kaseya-applicatie is bestemd om voor ondersteuning te voldoen die aan de server is verwant.
Niet-ondersteunde Kaseya Server-platforms SQL 2000 wordt niet met de huidige vrijgave van de Kaseya Server ondersteund. Opmerking: Kaseya op een domeincontroller installeren, wordt NIET ondersteund. Opmerking: Kaseya op een server met Microsoft Exchange installeren, wordt NIET ondersteund. Opmerking: Kaseya op een server met MS Small Business Server installeren, wordt NIET ondersteund. Opmerking: Kaseya op een server met andere serverproducten dan SQL Server installeren, wordt NIET ondersteund.
Microsoft SQL 2005 64 bit gebruiken. Zoals in de Systeemvereisten wordt aangegeven, kunt u de Kaseya Server op diverse versies van Windows en SQL installeren die 64 bit hebben. Wegens een Microsoft-probleem dat aan MS-Reporting Services is verwant, wordt het niet aangeraden om MS Windows 64-bit (XP, Vista, 7, Server), SQL Server 2005 64-bit (en de Kaseya Server) allemaal op één enkele Windows-computer te activeren. Het probleem wordt beschreven in het Microsoft-artikel Hoe kan men: 32-bit Reporting Services op een 64-bit computer installeren http://msdn.microsoft.com/en-us/library/ms143293(SQL.90).aspx. Als u SQL Server 2005 64-bit op een afzonderlijke computer van de Kaseya Server activeert, is er geen probleem.
Vereisten voor schijfgrootte Het is belangrijk dat op de schijf die voor uw Kaseya Server-applicatie en database-omgevingen is geselecteerd, voldoende schijfruimte bestaat. Voor elke computer die door de Kaseya Server zal worden beheerd, raadt Kaseya een minimum van 5 megabytes (MB's) aan schijfruimte aan. Er worden minimaal 500 megabytes vereist. Wanneer bijvoorbeeld 150 computers worden beheerd, wordt op het station waarop de Kaseya Server-applicatie is geïnstalleerd, voor de SQL Server 2005 Express-database een minimum van 750 MB's aan beschikbare schijfruimte vereist. Zie de huidige minimum systeemvereisten http://help.kaseya.com/WebHelp/EN/VSA/6020000/InstallationPrerequisites.asp .
3
Voorwaarde installaties
Geheugenvereisten (RAM) Voor goede systeemprestaties is het belangrijk dat voldoende RAM juist wordt geconfigureerd. Om te verzekeren dat er voldoende geheugenbronnen beschikbaar zijn, mag u niet de /3GB switch in uw boot.ini opnemen. Anders kan overmatige pagineren resulteren en de prestatie verslechteren. Om toe te staan dat de SQL Server geheugen van meer dan 4 Gig gebruikt, wordt ten zeerste aangeraden dat de /PAE-switch samen met de AWE-functie in de SQL Server wordt ingeschakeld. Als de SQL Server op dezelfde computer als de Kaseya Server werkt, moeten de instellingen voor Min en Max geheugen worden geconfigureerd om voor het besturingssysteem en Kaseya-processen minstens 2 Gigabytes aan vrije RAM toe te staan.
Voorwaarde installaties Voor nieuwe K2-installaties van Kaseya en updates naar K2 van oudere versies van Kaseya, zijn de volgende voorwaarden van toepassing. IIS voor uw besturingssysteem Microsoft NET Framework 3.5 Service Pack 1 of later Message Queuing Service (MSMQ) SQL-server SQL Server Reporting Services
Microsoft NET Framework installeren De Kaseya Server vereist: Microsoft NET Framework 2,0 Service Pack 2 of later Microsoft NET Framework 3.5 Service Pack 1 of later U vindt deze updates op http://update.microsoft.com. Zorg dat het .NET Frameworks via de console Programma's toevoegen/verwijderen op uw server worden geïnstalleerd. Opmerking: De ASP.net State Service die met ASP.net is geïnstalleerd, moet handmatig worden gestart.
Internet Information Service (IIS) installeren Windows XP Pro
4
Open het Configuratiescherm Selecteer Windows-componenten toevoegen/verwijderen Schakel het vak in om Internet Information Services (IIS) in te schakelen Klik op de knop Volgende.
Voorwaarde installaties
Windows 2003 en 2003 R2
Open het Configuratiescherm Selecteer Windows-componenten toevoegen/verwijderen Selecteer Application Server en klik op Details Schakel het vak in om Internet Information Services (IIS) in te schakelen Klik op de knop OK.
Vista Pro
Open het Configuratiescherm en selecteer Programma's Selecteer Programma's en Functies Selecteer Windows-functies in- of uitschakelen Schakel het vak in om Internet Information Services te selecteren World Wide Web-services uitvouwen Vouw Algemene HTTP-functies uit en schakel alle vakken in om alle functies te selecteren. Vouw Applicatie-ontwikkelingsfuncties uit en schakel alle vakken in om alle functies te selecteren. Klik op de knop OK.
Windows 7 Pro
Open het Configuratiescherm en selecteer Programma's Selecteer Programma's en Functies Selecteer Windows-functies in- of uitschakelen Schakel het vak in om Internet Information Services te selecteren World Wide Web-services uitvouwen Vouw Algemene HTTP-functies uit en schakel alle vakken in om alle functies te selecteren. Vouw Applicatie-ontwikkelingsfuncties uit en schakel alle vakken in om alle functies te selecteren. Vouw Beveiliging uit en klik op verificatiemethoden Basic, Digest en Windows Klik op de knop OK.
Windows 2008 en 2008 R2
Open vanuit Systeembeheer de optie Serverbeheer Klik op Rollen Klik op de koppeling Rollen toevoegen Schakel het vak in om Web Server (IIS) in te schakelen Klik op de knoppen Volgende en Installeren Blader naar de sectie Web Server (IIS) Blader naar de sectie Role Services Klik op de koppeling Add Role Services Webserver uitvouwen Vouw Algemene HTTP-functies uit en schakel alle vakken in om alle functies te selecteren. Vouw Applicatie-ontwikkeling uit en schakel alle vakken in om alle functies te selecteren. Klik op de knoppen Volgende en Installeren
Voor alle versies IIS verifiëren Verifieer of IIS actief is door naar http://localhost te bladeren. U moet een pagina bereiken met, afhankelijk van uw versie van Windows, het label Onder constructie, of een gelijke pagina. Als in de webbrowser Pagina kan niet worden weergegeven, of Kan serverbericht(en) niet vinden, wordt weergegeven, betekent dit dat de IIS niet goed is geconfigureerd. Ga niet verder met de Kaseya Server-installatie. De installatie zal mislukken als IIS niet goed is geïnstalleerd en geconfigureerd. Terwijl de webbrowser open is, zorgt u dat de server NIET is geconfigureerd om via een proxy-server 5
Voorwaarde installaties toegang tot het internet te nemen. Volg de stappen hieronder. Selecteer in de menubalk van de browser de optie Extra. Selecteer Internetopties. Selecteer in het tabblad Verbindingen, de knop LAN-instellingen en controleer of de optie Proxy-server NIET is ingeschakeld.
ASP.NET State Service installeren Windows XP Pro De ASP.NET State Service wrdt samen met de Microsoft NET Framework 3.5 geïnstalleerd.
Windows 2003 en 2003 R2
Open het Configuratiescherm Selecteer Windows-componenten toevoegen/verwijderen Selecteer Application Server en klik op Details Schakel het vak in om ASP.NET te selecteren Klik op de knop OK.
Windows 7 Pro en Vista Pro
Open het Configuratiescherm en selecteer Programma's Selecteer Programma's en Functies Selecteer Windows-functies in- of uitschakelen Internet Information Services uitvouwen World Wide Web-services uitvouwen Applicatie-ontwikkelingsfuncties uitvouwen Schakel het vak in om ASP.NET te selecteren Klik op de knop OK.
Windows 2008 en 2008 R2
6
Open vanuit Systeembeheer de optie Serverbeheer Klik op Rollen Klik op de koppeling Rollen toevoegen Schakel het vak in om Web Server (IIS) in te schakelen Klik op de knoppen Volgende en Installeren Blader naar de sectie Web Server (IIS) Blader naar de sectie Role Services Klik op de koppeling Add Role Services Webserver uitvouwen Vouw Algemene HTTP-functies uit en schakel alle vakken in om alle functies te selecteren. Vouw Applicatie-ontwikkeling uit en schakel alle vakken in om alle functies te selecteren. Klik op de knoppen Volgende en Installeren
Voorwaarde installaties
Message Queuing Service (MSMQ) installeren Voeg Message Queuing Service (MSMQ) toe. Opmerking: Als u MSMQ inschakelt, moet u niet het subcomponent Active Directory van MSMQ inschakelen. Dit zal de prestatie van de Kaseya Server aanzienlijk verbeteren.
Windows XP Pro
Open in het Configuratiescherm de optie Programma's toevoegen/verwijderen. Klik op Windows-componenten toevoegen/verwijderen. Wanneer ingeschakeld, dient u Message Queuing uit te schakelen. Klik op Volgende om Queuing volledig te verwijderen. Ga terug naar Windows-componenten toevoegen/verwijderen. Schakel Message Queuing in en klik op Details. Schakel Integratie Active Directory uit.
Windows 2003 en 2003 R2
Open in het Configuratiescherm de optie Programma's toevoegen/verwijderen. Klik op Windows-componenten toevoegen/verwijderen. Selecteer Application Server en klik op Details. Selecteer Message Queuing en klik op Details. BEHALVE Common alles UITSCHAKELEN.
Windows Vista Pro en Windows 7 Pro
Open het Configuratiescherm en selecteer Programma's. Selecteer Programma's en Functies. Selecteer Windows-functies in- of uitschakelen. Vouw Microsoft Message Queuing (MSMQ) Server uit. Vouw Microsoft Message Queuing (MSMQ) Server Core uit. Microsoft Message Queue (MSMQ) INSCHAKELEN. Controleer of alles ONDER Microsoft Message Queuing (MSMQ) Server Core is uitgeschakeld.
Windows 2008 en 2008 R2
Open vanuit Systeembeheer de optie Serverbeheer. Selecteer onder de Serverbeheer de optie Functies. Klik op Functies toevoegen. Vouw Messag Queuing uit. Vouw Messag Queuing Services uit. Microsoft Message Queue (MSMQ) INSCHAKELEN. Alles BEHALVE Message Queuing Server UITSCHAKELEN.
De nieuwste besturingssysteem-patches toepassen Zorg dat de betreffende Kaseya Server alle huidige patches, inclusief de nieuwste MS IIS-patches heeft. Als u enige van deze patches nu installeert, dient u te verzekeren dat de betreffende Kaseya 7
Voorwaarde installaties Server, voorafgaand aan de serverinstallatie, opnieuw wordt opgestart.
Proxyserver niet gebruiken Kserver Zorg dat de Kaseya Server niet is geconfigureerd om via een proxyserver toegang tot het internet te nemen.
Agenten Om via een proxyserver op de Kaseya Server aan te sluiten, kunnen Kaseya-agenten worden geconfigureerd. Zie de volgende KB-artikelen. WinHTTPProxy - Een Windows-functie waarmee Windows-services een proxyserver mogen gebruiken. Dit is vereist voor patchbeheer om op agenten die achter een proxy zijn, te werken. Zie de Kaseya kennisbasis http://community.kaseya.com/kb/w/wiki/patch-test-remains-in-pending-status.aspx. cURL - Kaseya gebruikt een klein progrmma op zowel de agent als Kserver, om URL's op te halen. cURL gebruikt standaard geen proxyserver. Met een pagina in de Kaseya-interface kunt u voor cURL proxydetails aangeven. Vanaf dit punt gaat elk verzoek die cURL aan het internet maakt, via de proxy. Zie de Kaseya kennisbasis http://community.kaseya.com/kb/w/wiki/kaseya-server-connectivity-issues-curl-exe.aspx. Kaseya-eigendomsprotocol - Het protocol dat de agent gebruikt om met de Kserver te praten. Dit is een gecodeerd eigendomsprotocol die niet het gebruik van proxyservers ondersteunt. Het vereist dat de agent direct verbinding maakt met de Kserver. Zie de Kaseya kennisbasis http://community.kaseya.com/kb/w/wiki/kaseya-agent-troubleshooting-check-in-problems.aspx.
8
Voorwaarde installaties
Domeinnaam of IP-adres van de Kaseya-server Kaseya-agenten initiëren alle communicatie met de Kaseya-server. Om deze reden moeten de agenten altijd de domeinnaam of het IP (internet-protocol)-adres kunnen bereiken die aan de Kaseya-server zijn toegewezen. Kies een IP-adres of domeinnaam die vanaf alle gewenste netwerken is op te lossen, zowel op het lokale LAN als via internet. Opmerking: Het is mogelijk om een openbaar IP-adres te gebruiken, maar Kaseya adviseert een domain name server (DNS) naam voor de Kaseya-server. Deze gewoonte wordt aangeraden als voorzorgsmaatregel, mocht u het IP-adres moeten wijzigen. Het is eenvoudiger om de DNS-ingang te wijzigen dan om verweesde agenten om te leiden.
Poortconfiguratie De volgende poorten moeten op twee afzonderlijke firewalls worden geopend: Internet Firewall Windows Firewall op de Serverhosting de KServer en/of Database-server Zorg dat deze poorten niet door andere systemen of services worden gebruikt.
Internet Firewall TCP en UDP 5721 - inkomend en uitgaand - Een enkele poortnummerspecificatie —standaard 5721—stelt de gebruikte poorten voor het volgende in: Kaseya-agenten gebruiken inkomende TCP-poort 5721 om met de Kaseya-server te communiceren. De Kaseya-server gebruikt uitgaande TCP-poort 5721 om met de hoofdkantoren van het bedrijf Kaseya te communiceren. Voor Live Connect, Peer to Peer-verbindingen en de Kaseya Stun-servers worden UDP-poorten 5721 tot en met 5771 vereist. Tijdens of na de installatie van de Kaseya-server kan het standaardpoortnummer 5721 naar een andere vrije en beschikbare poort worden gewijzigd. TCP 25 - Gebruikt om waarschuwingsmeldingen per e-mail te verzenden. TCP 80 (HTTP) of TCP 443 (HTTPS) - Laat systeembeheerders voor extern beheer op Kaseya-webpagina's aansluiten. Wijzigingen die de poort via de VSA van poort 80 heeft gebruikt - Zie de Kaseya kennisbasis http://community.kaseya.com/kb/w/wiki/howto-how-do-i-change-the-port-that-the-kaseya-vsa-web-console-runs-on-fr om-port-80.aspx.
Windows Firewall op de Serverhosting de KServer en Database-server TCP en UDP 5721 - inkomend en uitgaand - Een enkele poortnummerspecificatie —standaard 5721—stelt de gebruikte poorten voor het volgende in: Kaseya-agenten gebruiken inkomende TCP-poort 5721 om met de Kaseya-server te communiceren. De Kaseya-server gebruikt uitgaande TCP-poort 5721 om met de hoofdkantoren van het bedrijf Kaseya te communiceren. 9
Voorwaarde installaties UDP 5721 - inkomend en uitgaand - vereist om Live Connect te gebruiken. Tijdens of na de installatie van de Kaseya-server kan het standaardpoortnummer 5721 naar een andere vrije en beschikbare poort worden gewijzigd. TCP 25 - Gebruikt om waarschuwingsmeldingen per e-mail te verzenden. TCP 80 (HTTP) of TCP 443 (HTTPS) - Laat systeembeheerders voor extern beheer op Kaseya-webpagina's aansluiten. TCP 1433 en UDP 1434 - Als uw SQL Server zich op een afzonderlijk systeem bevindt, moet u mogelijk op de KServer en SQL Server-computers de TCP-poort 1433 en UDP-poort 1434 openen. Voor niet-standaard SQL Server-instanties worden mogelijk andere poorten vereist.
SQL Server installeren SQL Server (Alle edities) Zorg dat het besturingssyteem van de SQL Server vooraf de nieuwste Service Packs heeft en volledig is hersteld. Zorg dat de SQL server op Gemengde modusverificatie is ingesteld en niet op Windows-verificatie. SQL moet in Compatibiliteitsmodus 90 (SQL 2005) of hoger zijn om .NET-assembly's te ondersteunen. sp_dbcmptlevel 'ksubscribers' - Door deze opgeslagen procedure te activeren, wordt het compatibiliteitsniveau weergegeven. sp_dbcmptlevel 'ksubscribers', 90 - Door deze opgeslagen procedure te activeren, wordt het compatibiliteitsniveau op SQL 2005 ingesteld. Als u SQL Server 2008 gebruikt, moet u deze opgeslagen procedure niet activeren. Als u uw SQL Server op een afzonderlijk systeem hebt, moet u mogelijk de TCP-poort 1433 en UDP-poort 1434 openen. Voor niet-standaardinstanties van de SQL Server worden mogelijk andere poorten vereist. Als u uw SQL Server op een afzonderlijk systeem hebt, dient u te verzekeren dat de volgende services aanmeldingen op de Netwerkservice gebruiken. SQL Server-service SQL Server-browser Stel de sorteerinstellingen in op SQL_Latin1_General_CP1_CI_AS. In oudere versies van Kaseya werd het gebruik van verschillende sorteringen toegestaan. Als u van een oudere versie van Kaseya naar versie 6.0 bijwerkt en u gebruikt een andere sortering dan SQL_Latin1_General_CP1_CI_AS : Installeer de SQL Server met de sortering SQL_Latin1_General_CP1_CI_AS. U kunt, nadat de SQL server is geïnstalleerd, niet de sortering selecteren. Indien nodig, verwijdert u de SQL Server in zijn geheel en installeert u de SQL Server met gebruik van deze sortering. Herstel de database ksubscribers in de SQL Server en stel de sortering ksubscribers in op SQL_Latin1_General_CP1_CI_AS. Als de SQL Server zich op een afzonderlijk systeem bevidt, dient u te verzekeren dat het SQL Server-systeem en het Kserver-systeem binnen enkele minuten na elkaar worden gesynchroniseerd. Er wordt een tijdservice aanbevolen.
10
Voorwaarde installaties
SQL Express Edition Als u SQL Express Edition gebruikt, moet u de versie met Advance Services downloaden die Reporting Services omvatten.
11
Voorwaarde installaties
Reporting Services installeren Tijdens de installatie van de SQL Server 2005 en SQL Server 2008 ziet u als volgt een dialoogvenster. Zorg dat Reporting Services is ingeschakeld. Opmerking: K2 valideert Reporting Services wordt voordat de installatie van de K2 start, geïnstalleerd.
SQL Server Reporting Services configureren Zorg dat de SQL Server met Reporting Services wordt geïnstalleerd. Zorg dat u voor K2 de Reporting Services hebt voorbereid. Zie de Kaseya kennisbasis http://community.kaseya.com/kb/w/wiki/what-should-the-sql-reporting-services-settings-be-in-sql-reportingservices-configuration-manager.aspx voor meer informatie. Als de SQL Server 2005 x64 lokaal op Windows Server 2003 x64 (IIS 6) wordt geïnstalleerd, moet u de x64 SSRS verwijderen en x86 SSRS installeren. Bekijk het volgende Microsoft KB-artikel voor details: Kaseya VSA 6.x met Windows Server 2003 x64 met actieve SQL Server 2005 x64 configureren http://msdn.microsoft.com/en-us/library/ms143293(SQL.90).aspx Andere artikelen die van enig belang kunnen zijn, inclusief: Inzet MS Reporting Services 2008 http://technet.microsoft.com/en-us/library/bb522791.aspx Inzet MS Reporting Services 2005 http://technet.microsoft.com/en-us/library/ms159868(SQL.90).aspx SQL Server 2005 Reporting Services installeren en configureren http://weblogs.asp.net/akjoshi/archive/2008/06/06/Installing-and-co nfiguring-sql-server-2005-reporting-services.aspx Verifieer de installatie van de Reporting Services door naar de rapporten Server te bladeren. Deze URL wordt door de VSA-installatie vereist. Gebruik http://localhost/ReportServer als een localhost-installatie wordt gebruikt. U moet, zonder te moeten verifiëren, een startpagina van Reporting Services krijgen. Als SQL zich op een afzonderlijke server bevindt, moet deze pagina met behulp van http://<SSRS-system-name>/ReportServer vanaf de VSA-server toegankelijk zijn. De URL wordt http://localhost/<SSRS-system-name$InstanceName> als u niet de standaardinstantie gebruikt. 12
Een nieuwe K2 Kaseya Server installeren Opmerking: Zie De SSRS URL aangeven in de Gebruikershandleiding voor Kaseya SSRS-configuratie http://help.kaseya.com/WebHelp/NL/VSA/6020000/NL_SSRSguide62.pdf.
Een nieuwe K2 Kaseya Server installeren Opmerking: Ga niet verder met de Kaseya-installatie, tenzij de Controlelijst vooraf aan installatie (pagina 2) is voltooid.
Antivirus-software Op zowel de KServer als op de SQL Server: Schakel het real-time scannen voor alle antivirus-software uit Schakel, indien nodig, Disable Data Execution Prevention (DEP), uit door in het Configuratiescherm het dialoogvenster Systeem te gebruiken. Denk eraan dat u, nadat de installatie is voltooid, deze functies inschakelt.
K2-installatiestappen Het Kaseya-installatiepakket automatiseert de meeste instellingsacties. Er worden echter enige basisinteractie door de gebruiker vereist. Volg de stappen hieronder. 1. Meld u op de installatiecomputer aan als een beheerder. 2. Schakel bescherming van de antivirus-software (pagina 13) in. 3. Download het update-bestand KaseyaVSA.exe (http://www.kaseya.com/forms/welcomek2v62.aspx) 4. Start de installatie. Alleen voor Windows 2008 Servers - U moet de installatie starten door met de rechtermuisknop op KaseyaVSA.exe te klikken en de optie Als beheerder activeren te selecteren om KaseyaVSA.exe te installeren.
13
Een nieuwe K2 Kaseya Server installeren 5. De eerste pagina van de installatie-wizard wordt weergegeven. Bevestig dat u akkoord gaat met de wijzigingen die aan uw systeem worden gemaakt, zoals in dit dialoogvenster wordt aangegeven.
6. Bekijk de voorwaarden voor het installeren van de K2.
14
Een nieuwe K2 Kaseya Server installeren
De volledige inhoud van dit dialoogvenster is als volgt: Voorwaarden: Kaseya biedt een document over minimum hardware die nodig is om de K2 VSA op het aantal in te zetten agenten te activeren. Voordat u doorgaat, moet u dit document bekijken om te bevestigen dat uw systeem aan deze vereisten voldoet. De systeemvereisten zijn via de volgende koppeling beschikbaar: http://help.kaseya.com/WebHelp/EN/VSA/6020000/InstallationPreRequisites.asp Als u met deze installatie doorgaat, worden door het installatieprogramma de volgende wijzigingen aan uw systeem aangebracht. Een standaardwebsite zal Kaseya hosten IIS Security-instellingen worden gewijzigd Virtuele IIS-mappen worden toegevoegd SQL Server: CLR wordt ingeschakeld ksubscribers-database wordt toegevoegd Geheugeninstellingen worden gewijzigd Aanmeldingen worden toegevoegd. Het installatieprogramma controleert ook op de volgende software-componenten: Microsoft .NET Framework 3.5 (SP1) geïnstalleerd Microsoft .NET Framework 2.0 (SP2) geïnstalleerd Microsoft Message Queuing (MSMQ) ingeschakeld Microsoft SQL Server is op deze of een externe server geïnstalleerd. Microsoft SQL Server Reporting Services is geïnstalleerd en werkzaam. Compatibele Microsoft SQL Server-versies: SQL Server 2005 - SP3, of SQL Server 2005 Express met Advanced Services - SP3, of SQL Server 2008 - SP1, of SQL Server 2008 Express met Advanced Services - SP1 Als enige van deze software-componenten niet beschikbaar zijn, dient u af te sluiten en maakt u aan uw systeem de nodige afstellingen voordat u met de installatie doorgaat. Als u van een vorige versie een upgrade uitvoert, moet u de gedocumenteerde Upgrade-handleiding bekijken en volgen. Dit omvat het maken van een volledige back-up van uw productiesysteem. Voor een nieuwe installatie wordt een Installatiehandleiding geleverd. U moet de handleiding bekijken voordat u doorgaat. De Upgrade-handleiding en de Installatiehandleiding zijn via de volgende koppeling beschikbaar: http://help.kaseya.com/WebHelp/EN/VSA/6020000/installationGuide.asp U vindt op de volgende koppeling ook een informatieve installatievideo: http://help.kaseya.com/WebHelp/EN/VSA/6020000/installationVideo.asp Als uw systeem aan al deze vereisten voldoet, drukt u op Volgende; anders drukt u op Annuleren en maakt u de benodigde afstellingen voordat u doorgaat.
15
Een nieuwe K2 Kaseya Server installeren 7. Selecteer de locatie van de SQL Server en de instantienaam om voor de Kaseya-database te gebruiken. Selecteer de eerste optie SQL Server is the default instance on this local computer u gebruikt de standaard SQL-instantie op de lokale computer Selecteer de tweede optie SQL Server is a named instance and/or on a remote computer als u een externe computer gebruikt, of een benoemde instantie op de lokale computer. De computernaam invoeren—niet "." of "localhost" of "127.0.0.1"—en de instantienaam.
8. De installatie-applicatie vraagt u de locatie van de installeren Kaseya Server-bestanden te selecteren. Het installatiepad mag geen spaties bevatten.
16
Een nieuwe K2 Kaseya Server installeren 9. Voer de licentie in. Als u geen licentiesleutel hebt, dient u contact op te nemen met uw Kaseya-verkoopvertegenwoordiger. Opmerking: De knop Volgende blijft grijs totdat een geldige 26-tekencode wordt ingevoerd.
10.Zodra de licentiecode is geaccepteerd, wordt het dialoogvenster voor de database-configuratie weergegeven. SQL Server vereist SA-gebruikersrechten om de database te installeren. Voer de gebruikersnaam van de SQL-systeembeheerder (sa) en het wachtwoord in. Kaseya raadt aan de standaard SQL-geheugengrootte te accepteren.
17
Een nieuwe K2 Kaseya Server installeren 11.Het systeem vraagt u een Kaseya VSA-gebruiker en Wachtwoord in te voeren. Dit maakt een gebruiker met een Master-rol en een Masterbereik. Zowel de gebruikersnaam als het wachtwoord zijn hoofdlettergevoelig Opmerking: Dit is de Kaseya-gebruikersnaam, niet een database-gebruikersnaam.
12.Voer de hostnaam of het IP-adres van de Kaseya Server in. De hostnaam moet door alle systemen op het lokale netwerk en binnen het internet oplosbaar zijn. Kaseya-agenten gebruiken deze naam of het IP-adres om met de KServer te communiceren. De gebruiker heeft de optie het standaardpoortnummer te wijzigen die Kaseya-agenten gebruiken om verbinding te maken met de Kaseya Service. Het poortnummer kan ook na de installatie worden gewijzigd. Opmerking: Stel het poortnummer niet in op 80. Poort 80 wordt al door IIS gebruikt en zal in een conflict resulteren. Goede gewoonten: Het is mogelijk om een openbaar IP-adres te gebruiken, maar Kaseya adviseert een domain name server (DNS) naam voor de KServer. Deze gewoonte wordt aangeraden als voorzorgsmaatregel, mocht u het IP-adres moeten wijzigen. Het is eenvoudiger om de DNS-ingang te wijzigen dan om verweesde agenten om te leiden.
18
Een nieuwe K2 Kaseya Server installeren 13.Geef informatie aan over de uitgaande e-mailserver. Voer een geldig e-mailadres in. Dit adres wordt als het 'Van'-adres gebruikt voor berichten die vanaf de Kaseya Server worden verzonden. Kaseya raadt u aan het adres te gebruiken voor het ticketing-systeem of een groepsdistributie-adres. Gebruik geen persoonlijk e-mailadres. Een algemene keuze zou
[email protected] zijn.
Voer, indiend beschikbaar, de volgende informatie in. Opmerking: Als u na de update instellingen voor uitgaande e-mails wilt aangeven, kunt u ze in de VSA instellen door Systeem > Uitgaande e-mail te gebruiken. Als u deze velden leeg laat, verschijnt een venster met een bevestigingsbericht. U klikt dan op de knop Volgende.
Voer voor e-mails die van deze VSA-server zijn verzonden, het e-mailadres 'Van' in. - Voer het standaard adres 'Van' in die door uitgaande e-mails wordt weergegeven. Hostnaam e-mailserver of IP-adres - De naam van de hoste-mailserver. Voorbeeld: smtp.gmail.com. Poort - Meestal 25, maar de hoste-mailserver kan een ander poortnummer te vereisen. Anonieme toegang - Geen verificatie vereist. Basisverificatie - Verificatie vereist. Gebruikersnaam - Voer de gebruikersnaam van een account in die bevoegd is om de hoste-mailserver te gebruiken. Wachtwoord - Voer het wachtwoord van de account in. Wachtwoordbevestiging - Voer opnieuw het wachtwoord van de account in. 14.Het deel van de installatie, Install Shield, gaat zonder verdere input van de gebruiker, door tot voltooiing. Dit duurt, afhankelijk van de snelheid van uw computer, meestal 10 tot 20 minuten. Nadat het deel Install Shield van de installatie is voltooid, gaat een browser open en worden enige hotfixes gedownload die, sinds de vrijgave van deze versie van Kaseya, naar het systeem zijn gemaakt. Daarna werkt Reapply-Schema, welke het nieuwe database-schema bijwerkt en installeert. Bij garantie worden voor een bepaald installatiescript statusberichten weergegeven.
19
Een nieuwe K2 Kaseya Server installeren 15.Bij voltooiing van de installatie wordt op de aanmeldingspagina een venster van een webbrowser weergegeven. Meld u aan met de gebruikersnaam en het wachtwoord die u hierboven in stap 11 (pagina 19) hebt ingevoerd. Opmerking: Zie Een nieuwe stamgebruiker maken (pagina 21) als u niet succesvol kunt aanmelden.
Opmerking: Neem, voor hulp bij enige installatiefouten, contact op met Kaseya-ondersteuning via https://portal.kaseya.net https://portal.kaseya.net en geef een volledige beschrijving over het probleem en voeg het Kaseya-installatielogboek aan die u op %WINDIR%\kaseya.html kunt vinden.
16.Als uw Kaseya Server geen toegang tot het internet heeft, dient u de instructies te volgen die in het onderwerp Handmatig Kaseya-hotfixes downloaden en toepassen (page 22) worden beschreven 17.Schakel opnieuw bescherming van de antivirus-software (pagina 13) in. 18.Voltooi en test uw nieuwe installatie (pagina 40).
20
Een nieuwe K2 Kaseya Server installeren
Een nieuwe hoofdgebruiker maken Gebruikerswachtwoord vergeten Als u het wachtwoord van uw hoofdgebruikersaccount hebt vergeten, biedt het systeem u een manier om een nieuw hoofdgebruikersaccount te maken of gewoon het wachtwoord van een bestaand hoofdgebruikersaccount te resetten. Hierdoor kunt opnieuw op het systeem aanmelden en de vergeten accountinformatie ophalen. Een hoofdgebruiker is een VSA-gebruiker die een Hoofd-gebruikersrol en een Hoofd-bereik gebruikt. Opmerking: U moet op de KServer beheerdersrechten hebben. Wegens beveiligingsredenen kunt u de volgende procedure niet van een afstand uitvoeren.
Een nieuwe hoofdgebruikersaccount maken 1. Meld u zich aan op de computer die met KServer werkt. 2. Ga naar de volgende webpagina: http://localhost/LocalAuth/setAccount.asp 3. Voer in het veld Naam hoofdgebruiker een nieuwe accountnaam in. 4. Voer in het veld Wachtwoord invoeren een wachtwoord in en bevestig het door het opnieuw in het veld Wachtwoord bevestigen te typen. 5. Voer in het veld E-mailadres een e-mailadres in. 6. Klik op Maken. U kunt nu met het nieuwe hoofdgebruikersaccount op het systeem aanmelden.
Het wachtwoord van een bestaande hoofdgebruikersaccount resetten Opmerking: Het hoofdgebruikersaccount kan niet worden uitgeschakeld.
1. Meld u zich aan op de computer die met KServer werkt. 2. Ga naar de volgende webpagina: http://localhost/LocalAuth/setAccount.asp 3. Voer in het veld Naam hoofdgebruiker, een bestaande gebruikersnaam van een ingeschakelde hoofdaccount in. 4. Voer in het veld Wachtwoord invoeren een wachtwoord in en bevestig het door het opnieuw in het veld Wachtwoord bevestigen te typen. 5. Sla het E-mailadres over. U kunt met deze webpagina niet het e-mailadres van een bestaande gebruiker resetten. 6. Klik op Maken. U kunt nu met het bestaande hoofdgebruikersaccount op het systeem aanmelden.
21
Een nieuwe K2 Kaseya Server installeren
Handmatig Kaseya-hotfixes downloaden en toepassen Opmerking: Dit onderwerp is alleen van toepassing als uw Kaseya Server geen verbinding kan maken met het internet.
Kaseya post regelmatig hotfixes om kleine problemen in de nieuwste versie op te lossen. Elke Kaseya Server keert periodiek terug naar http://vsaupdate.kaseya.net om voor nieuwe hotfixes te controleren De Kaseya Server downloadt en past automatisch, zonder enige interactie van een gebruiker, hotfixes toe Als, voor enige reden, uw Kaseya Server geen verbinding kan maken naar http://vsaupdate.kaseya.net, ontvangt u handmatig hotfixes door deze stappen te volgen. 1. Download het hotfix-bestand via een computer die toegang heeft tot: http://vsaupdate.kaseya.net/hotfix/ 2. Kopieer het gedownloade bestand naar de vaste schijf van uw Kaseya Server. 3. Ga naar deze pagina terug door op Systeem - Serverbeheer - Configureren te klikken en klik daarna op de koppeling Handmatig hotfixes toepassen. 4. Voer het pad (op de Kaseya Server) naar het door u gedownloade bestand in 5. Laad de hotfixes. Reapply schema wordt automatisch geactiveerd, nadat de hotfixes zijn geladen. Opmerking: Allen de nieuwste versie van KaseyaVSA kan handmatig hotfixes ontvangen. Het hotfix-mechanisme behandelt alleen kleine problemen. Meestal of cosmetische typfouten of ASP-paginafouten. Alle veranderingen die de werking van het systeem beïnvloeden, worden opgenomen in volledige productupdates die u moet goedkeuren voordat u ze installeert. Hotfixes herstellen alleen kleine problemen zonder te moeten wachten op de publicatiecyclus.
Naar een nieuwe K2-installatie invoegtoepassingsmodules installeren. Als u voor de eerste keer met deze vrijgave enige invoegtoepassingsmodules installeert, kunt u de installatiebestanden voor invoegtoepassingsmodules van het Kaseya-downloadcentrum http://www.kaseya.com/support/Downloads.aspx te downloaden. Nadat de invoegtoepassingen zijn geïnstalleerd, als uw Kaseya Server geen toegang tot het internet heeft, dient u de instructies te volgen die in het onderwerp Handmatig Kaseya-hotfixes downloaden en toepassen (page 22) worden beschreven.
22
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken
Installatieproblemen melden Als u installatieproblemen ondervindt...
Voor installatieprobleem Voorafgaand aan Reapply Schema Maak een screenshot van de fout - Bewerken, alles selecteren, kopiëren, naar Wordpad plakken. Zoek in Windows het Kaseya html-bestand en kopieer deze. Bevestig het screenshot en het bestand aan het ticket. Geef de systeemconfiguratie: besturingssyteem, DB, WEB besturingssysteem. Als de installatie wordt afgebroken, kunnen we vaak de agenten of andere mechanismen niet gebruiken om in de computer te komen. Geef voor installatieproblemen RDP-toegang: computernaam, gebruiker en wachtwoord. 6. Laat het proces vanaf het foutpunt werken. 1. 2. 3. 4. 5.
Voor installatieprobleem Tijdens Reapply Schema 1. Maak een screenshot van de fout - Bewerken, alles selecteren, kopiëren, naar Wordpad plakken. 2. Zoek de bestanden in
\DBInstall\TempFiles 3. 4. 5. 6. 7.
Bevestig het screenshot en de bestanden aan het ticket. Identificeer het Controlenummer waar het opnieuw toepassen een fout ondervond. Geef de systeemconfiguratie: besturingssyteem, DB, WEB besturingssysteem. Geef aanmeldingsinformatie voor externe toegang: computernaam, gebruiker en wachtwoord Laat het proces vanaf het foutpunt werken.
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken Gebruik één van de volgende twee procedures om uw bestaande Kaseya Server bij te werken: De Kaseya Server op dezelfde computer bijwerken (pagina 24) De Kaseya Server bijwerken terwijl u op nieuwe hardware overstapt (pagina 34) Opmerking: Upgrade van 5.1 naar 6.2 migreert geen Monitor 95th Percentile-rapporten. Deze rapporten moeten opnieuw worden gemaakt in 6.2.
23
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken
De Kaseya Server op dezelfde computer bijwerken Voer de volgende procedures uit om op dezelfde computer de Kaseya Server bij te werken.
Controlelijst vooraf aan bijwerken Opmerking: Ga niet verder met de Kaseya-update, tenzij de Controlelijst vooraf aan installatie (pagina 2) en Controlelijst vooraf aan bijwerken (pagina 24) is voltooid.
24
Identificeer de licentiecode van uw bestaande Kaseya Server.
Maak een volledige back-up van uw Kaseya server (pagina 25) (en database-servers als SQL op een afzonderlijke computer werkt)
Zorg dat u erop voorbereid bent om naar uw volledige back-up terug te keren om onderbreking aan uw productie systeem te vermijden als u, als resultaat van de upgrade, problemen ondervindt.
Maak een afzonderlijke back-up van de ksubscribers-database en uw Kaseya Server-gebruikersmappen. Zie Back-up Kaseya VSA Server (pagina 25) voor meer informatie.
Als u van 5.x naar 6.x migreert, beslist u tijdens het bijwerken van een oudere versie van Kaseya, hoe u organisatie gemaakt wilt hebben. U moet deze configuratie-optie bekijken voordat de update wordt gestart. Dit wordt gedetailleerd beschreven in stap 9 van de K2 Update-stappen (pagina 29).
Als u van 5.x naar 6.x migreert, blokkeert u agenten van het in de server controleren, totdat u tevreden bent en de gegevensconversie juist is.
Als u van 5.x naar 6.x migreert, identificeert u de instellingen die worden gebruikt om in uw 5.x VSA enige Monitor 95th Percentile-rapporten te definiëren. Deze rapporten moeten opnieuw worden gemaakt in de wijziging van 6.0.1.
De update plannen (pagina 25).
Schakel anti-virusbeveiliging (pagina 25) even voordat u begint te installeren, uit.
Als een bestaande externe API-webservice-applicatie met de VSA wordt geïntegreerd, bekijkt u de vereisten om de referentie ervan naar SHA-256 bij te werken. Bekijk onderwerp Door externe applicaties gebruikte wachtwoorden wijzigen http://help.kaseya.com/WebHelp/en/VSA/6020000/9777.htm voor meer informatie.
Bij grote databases kan een master-aanmelding na de upgrade een dialoogvenster zien die het indexeren van de tabel Auditresultaten voorstelt. Zie De tabel Auditresultaten indexeren http://help.kaseya.com/WebHelp/en/VSA/6020000/6905.htm voor meer informatie.
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken
Back-up van de Kaseya Server maken Zorg altijd dat u van uw Kaseya-productiesysteem een volledige back-up hebt. Dit omvat: het systeem die uw Kaseya Server host. het SQL Server-systeem die de ksubscribers-database host als de SQL Server extern van de Kaseya Server wordt geactiveerd.
De update plannen Wanneer u een bestaande KServer bijwerkt, dient u te verzekeren dat u een venster voor de uitvaltijd plant die genoeg tijd toestaat om de update te activeren en te testen en, indien nodig, het systeem naar de oorspronkelijke status te herstellen. De KServer wordt gedurende de update gestopt en is onbeschikbaar voor agenten, computergebruikers of VSA-beheerders. De updat van v4.x of v5.x naar K2 kan enkele uren duren. Dit is afhankelijk van de DB-grootte en de serverspecificaties. De update van Kaseya 2008 of K2 moet minder dan 30 minuten duren omdat de DB minder wijzigingen ondergaat.
Antivirus-software Op zowel de KServer als op de SQL Server: Schakel het real-time scannen voor alle antivirus-software uit Schakel, indien nodig, Disable Data Execution Prevention (DEP), uit door in het Configuratiescherm het dialoogvenster Systeem te gebruiken. Denk eraan dat u, nadat de installatie is voltooid, deze functies inschakelt.
Invoegtoepassingenmodules bijwerken Automatische update van Invoegtoepassingsmodules Als u naar 6.2 een upgrade uitvoert, worden de volgende invoegtoepassingen, wanneer eerder geïnstalleerd, automatische naar de volgende versienummers bijgewerkt als ze nog niet zijn bijgewerkt. Tijdens de installatie wordt een bevestigingsbericht weergegeven om u te waarschuwen over de geïnstalleerde invoegtoepassingen die automatisch zullen worden bijgewerkt. Dit is om te verzekeren dat de invoegtoepassing compatibel is met de 6.2-vrijgave. BUDR 4.0 KAM 1.1 KAV 1.1 KDPM 3.0 KDS 1.1 KES 2.1 KND 1.1 KOB 1.1 SD 1.3
Voor de eerste keer met deze vrijgave invoegtoepassingsmodules installeren Als u voor de eerste keer met deze vrijgave enige invoegtoepassingsmodules installeert, kunt u de installatiebestanden voor invoegtoepassingsmodules van het Kaseya-downloadcentrum http://www.kaseya.com/support/Downloads.aspx te downloaden. Nadat de invoegtoepassingen zijn geïnstalleerd, als uw Kaseya Server geen toegang tot het internet heeft, dient u de instructies te volgen die in het onderwerp Handmatig Kaseya-hotfixes downloaden en toepassen (page 22) worden beschreven. 25
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken
Van 5.1 naar 6.2 bijwerken Het Kaseya-updatepakket automatiseert de meeste instellingsacties. Er worden echter enige basisinteractie door de gebruiker vereist. Volg de stappen hieronder. 1. Meld u op de installatiecomputer aan als een beheerder. 2. Schakel bescherming van de antivirus-software (pagina 25) in. 3. Download het update-bestand KaseyaVSA.exe (http://www.kaseya.com/forms/welcomek2v62.aspx). Opmerking:Hetzelfde KaseyaVSA.exe-bestand wordt gebruikt om een nieuwe VSA te installeren of om een bestaande VSA bij te werken.
4. Start de update. Alleen voor Windows 2008 Servers - U moet de update starten door met de rechtermuisknop op KaseyaVSA.exe te klikken en de optie Als beheerder activeren te selecteren. 5. De eerste pagina van de update-wizard wordt weergegeven. Bevestig dat u akkoord gaat met de wijzigingen die aan uw systeem worden gemaakt, zoals in dit dialoogvenster wordt aangegeven.
6. Bekijk de voorwaarden voor het installeren van de K2.
26
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken
De volledige inhoud van dit dialoogvenster is als volgt: Voorwaarden: Kaseya biedt een document over minimum hardware die nodig is om de K2 VSA op het aantal in te zetten agenten te activeren. Voordat u doorgaat, moet u dit document bekijken om te bevestigen dat uw systeem aan deze vereisten voldoet. De systeemvereisten zijn via de volgende koppeling beschikbaar: http://help.kaseya.com/WebHelp/EN/VSA/6020000/InstallationPreRequisites.asp Als u met deze installatie doorgaat, worden door het installatieprogramma de volgende wijzigingen aan uw systeem aangebracht. Een standaardwebsite zal Kaseya hosten IIS Security-instellingen worden gewijzigd Virtuele IIS-mappen worden toegevoegd SQL Server: CLR wordt ingeschakeld ksubscribers-database wordt toegevoegd Geheugeninstellingen worden gewijzigd Aanmeldingen worden toegevoegd. Het installatieprogramma controleert ook op de volgende software-componenten: Microsoft .NET Framework 3.5 (SP1) geïnstalleerd Microsoft .NET Framework 2.0 (SP2) geïnstalleerd Microsoft Message Queuing (MSMQ) ingeschakeld Microsoft SQL Server is op deze of een externe server geïnstalleerd. Microsoft SQL Server Reporting Services is geïnstalleerd en werkzaam. Compatibele Microsoft SQL Server-versies: SQL Server 2005 - SP3, of SQL Server 2005 Express met Advanced Services - SP3, of SQL Server 2008 - SP1, of SQL Server 2008 Express met Advanced Services - SP1 Als enige van deze software-componenten niet beschikbaar zijn, dient u af te sluiten en maakt u aan uw systeem de nodige afstellingen voordat u met de installatie doorgaat. Als u van een vorige versie een upgrade uitvoert, moet u de gedocumenteerde Upgrade-handleiding bekijken en volgen. Dit omvat het maken van een volledige back-up van uw productiesysteem. Voor een nieuwe installatie wordt een Installatiehandleiding geleverd. U moet de handleiding bekijken voordat u doorgaat. De Upgrade-handleiding en de Installatiehandleiding zijn via de volgende koppeling beschikbaar: http://help.kaseya.com/WebHelp/EN/VSA/6020000/installationGuide.asp U vindt op de volgende koppeling ook een informatieve installatievideo: http://help.kaseya.com/WebHelp/EN/VSA/6020000/installationVideo.asp Als uw systeem aan al deze vereisten voldoet, drukt u op Volgende; anders drukt u op Annuleren en maakt u de benodigde afstellingen voordat u doorgaat.
27
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken 7. Als de installatie om de een of andere reden geen verbinding kan maken met de SQL Server Reporting Services, wordt de volgende wizard-pagina weergegeven. Geef de URL van uw SQL server reporting services aan. Zie SQL Server Reporting Services configureren (pagina 12) voor details.
8. Geef informatie aan over de uitgaande e-mailserver. Deze informatie wordt voor uw ingevuld als u al in uw vorige versie van Kaseya uitgaande e-mail hebt aangegeven. Opmerking: Deze wizard-pagina wordt niet weergegeven als u van een bestaande K2-omgeving een update uitvoert en de uitgaande e-mail al is gedefinieerd.
28
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken Als deze velden voor uitgaande e-mail leeg blijven, voert u, indien beschikbaar, de volgende informatie in. Opmerking: Als u na de update instellingen voor uitgaande e-mails wilt aangeven, kunt u ze in de VSA instellen door Systeem > Uitgaande e-mail te gebruiken.
Voer voor e-mails die van deze VSA-server zijn verzonden, het e-mailadres 'Van' in. - Voer het standaard adres 'Van' in die door uitgaande e-mails wordt weergegeven. Hostnaam e-mailserver of IP-adres - De naam van de hoste-mailserver. Voorbeeld: smtp.gmail.com. Poort - Meestal 25, maar de hoste-mailserver kan een ander poortnummer te vereisen. Anonieme toegang - Geen verificatie vereist. Basisverificatie - Verificatie vereist. Gebruikersnaam - Voer de gebruikersnaam van een account in die bevoegd is om de hoste-mailserver te gebruiken. Wachtwoord - Voer het wachtwoord van de account in. Wachtwoordbevestiging - Voer opnieuw het wachtwoord van de account in. 9. Als u van v5.x bijwerkt, moet u beslissen hoe voor bestaande computergroepen organisaties worden gemaakt. Gebruikersbeveiliging voor K2 vereist dat alle computergroepen tot een organisatie behoren. De K2-update maakt automatisch organisaties voor computergroepen. Meerdere organisaties maken, een voor elke computergroep op het hoogste niveau Gebruik deze optie als de meeste van uw bestaande computergroepen externe klanten voorstellen. Elke computergroep op het hoogste niveau wordt naar zijn eigen organisatie omgezet. Lijsten met computergroepen zien er net zo uit als in eerdere versies van de VSA. Een speciale root computergroep wordt ter vervanging van de computergroep op het hoogste niveau, die naar een organisatie is omgezet, gemaakt. De root computergroep bevat alle agenten die tot de computergroep op topniveau behoorden en die nu in en een organisatie is omgezet. Computergroepen op het tweede niveau worden nu in de nieuwe organisatie computergroepen op het hoogste niveau.
29
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken Een enkele organisatie maken Gebruik deze optie als de meeste bestaande computergroepen tot dezelfde organisatie behoren. Alle computergroepen worden toegevoegd aan een enkele organisatie myOrg die uw eigen organisatie voorstelt. U kunt deze organisatie myOrg na de update hernoemen.
10.Het deel van de installatie, Install Shield, gaat zonder verdere input van de gebruiker, door tot voltooiing. Dit duurt, afhankelijk van de snelheid van uw computer, meestal 10 tot 20 minuten. Nadat de installatie van het deel van Install Shield is voltooid, begint de installatie hotfixes te downloaden en het database-schema, die zich in drie stappen voordoet, opnieuw toe te passen. Dit kan even duren. Bij garantie worden voor een bepaald installatiescript statusberichten weergegeven.
11.Bij voltooiing van de installatie wordt op de aanmeldingspagina een venster van een webbrowser weergegeven. Meld u met een gebruikersnaam en wachtwoord aan die in uw vorige versie van Kaseya bestond.
30
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken Opmerking: Neem, voor hulp bij enige installatiefouten, contact op met Kaseya-ondersteuning via https://portal.kaseya.net https://portal.kaseya.net en geef een volledige beschrijving over het probleem en voeg het Kaseya-installatielogboek aan die u op %WINDIR%\kaseya.html kunt vinden.
12.Als uw Kaseya Server geen toegang tot het internet heeft, dient u de instructies te volgen die in het onderwerp Handmatig Kaseya-hotfixes downloaden en toepassen (page 22) worden beschreven. 13.Schakel opnieuw bescherming van de antivirus-software (pagina 25) in. 14.Voltooi en test uw nieuwe installatie (pagina 40).
Van 6.x naar 6.2 bijwerken Het Kaseya-updatepakket automatiseert de meeste instellingsacties. Er worden echter enige basisinteractie door de gebruiker vereist. Volg de stappen hieronder. 1. Meld u op de installatiecomputer aan als een beheerder. 2. Schakel bescherming van de antivirus-software (pagina 25) in. 3. Download het update-bestand KaseyaVSA.exe (http://www.kaseya.com/forms/welcomek2v62.aspx). Opmerking:Hetzelfde KaseyaVSA.exe-bestand wordt gebruikt om een nieuwe VSA te installeren of om een bestaande VSA bij te werken.
4. Start de update. Alleen voor Windows 2008 Servers - U moet de update starten door met de rechtermuisknop op KaseyaVSA.exe te klikken en de optie Als beheerder activeren te selecteren. 5. De eerste pagina van de update-wizard wordt weergegeven. Bevestig dat u akkoord gaat met de wijzigingen die aan uw systeem worden gemaakt, zoals in dit dialoogvenster wordt aangegeven.
31
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken 6. Bekijk de voorwaarden voor het installeren van de K2.
Opmerking: Zie K2-installatiestappen - Stap 5 (pagina 15) voor alle tekst die op deze wizard-pagina wordt weergegeven. U kunt alle tekst ook met deze wizard-pagina afdrukken.
7. Een pagina voor de wizard Mail Server Configuration wordt niet weergegeven als u van een bestaande K2-omgeving een update uitvoert en de uitgaande e-mail al is gedefinieerd.
Opmerking: Zie K2-installatiestappen - Stap 13 (pagina 19) als de wizard-pagina Mail Server Configuration wordt weergegeven en u meer informatie wilt over hoe onmiddellijk uitgaande e-mails te configureren. U kunt na de update ook binnen de VSA uitgaande e-mail configureren via Systeem > Uitgaande e-mails.
32
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken 8. Het deel van de installatie, Install Shield, gaat zonder verdere input van de gebruiker, door tot voltooiing. Dit duurt, afhankelijk van de snelheid van uw computer, meestal 10 tot 20 minuten. Nadat de installatie van het deel van Install Shield is voltooid, begint de installatie hotfixes te downloaden en het database-schema, die zich in drie stappen voordoet, opnieuw toe te passen. Dit kan even duren.
9. Bij voltooiing van de installatie wordt op de aanmeldingspagina een venster van een webbrowser weergegeven. Meld u met een gebruikersnaam en wachtwoord aan die in uw vorige versie van Kaseya bestond.
Opmerking: Neem, voor hulp bij enige installatiefouten, contact op met Kaseya-ondersteuning via https://portal.kaseya.net https://portal.kaseya.net en geef een volledige beschrijving over het probleem en voeg het Kaseya-installatielogboek aan die u op %WINDIR%\kaseya.html kunt vinden.
10.Als uw Kaseya Server geen toegang tot het internet heeft, dient u de instructies te volgen die in het onderwerp Handmatig Kaseya-hotfixes downloaden en toepassen (page 22) worden beschreven. 11.Schakel opnieuw bescherming van de antivirus-software (pagina 25) in. 12.Voltooi en test uw nieuwe installatie (pagina 40).
33
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken
Installatieproblemen melden Als u installatieproblemen ondervindt...
Voor installatieprobleem Voorafgaand aan Reapply Schema Maak een screenshot van de fout - Bewerken, alles selecteren, kopiëren, naar Wordpad plakken. Zoek in Windows het Kaseya html-bestand en kopieer deze. Bevestig het screenshot en het bestand aan het ticket. Geef de systeemconfiguratie: besturingssyteem, DB, WEB besturingssysteem. Als de installatie wordt afgebroken, kunnen we vaak de agenten of andere mechanismen niet gebruiken om in de computer te komen. Geef voor installatieproblemen RDP-toegang: computernaam, gebruiker en wachtwoord. 6. Laat het proces vanaf het foutpunt werken. 1. 2. 3. 4. 5.
Voor installatieprobleem Tijdens Reapply Schema 1. Maak een screenshot van de fout - Bewerken, alles selecteren, kopiëren, naar Wordpad plakken. 2. Zoek de bestanden in \DBInstall\TempFiles 3. 4. 5. 6. 7.
Bevestig het screenshot en de bestanden aan het ticket. Identificeer het Controlenummer waar het opnieuw toepassen een fout ondervond. Geef de systeemconfiguratie: besturingssyteem, DB, WEB besturingssysteem. Geef aanmeldingsinformatie voor externe toegang: computernaam, gebruiker en wachtwoord Laat het proces vanaf het foutpunt werken.
De Kaseya Server bijwerken terwijl u op nieuwe hardware overstapt In plaats van uw bestaande Kaseya Server op dezelfde computer bij te werken, wilt u mogelijk uw Kaseya Server naar een nieuw systeem verplaatsen en het tegelijkertijd bijwerken. Voer de volgende procedures uit in plaats van de stappen die in De Kaseya Server op dezelfde computer bijwerken (pagina 24) worden beschreven.
Controlelijst vooraf aan bijwerken Waarschuwing: Ga niet verder met de Kaseya-update, tenzij de Controlelijst vooraf aan installatie (pagina 2) en Controlelijst vooraf aan bijwerken is voltooid.
34
Identificeer de licentiecode van uw bestaande Kaseya Server.
Maak een volledige back-up van uw Kaseya server (pagina 35) (en database-servers als SQL op een afzonderlijke computer werkt)
Zorg dat u erop voorbereid bent om naar uw volledige back-up terug te keren om onderbreking aan uw productie systeem te vermijden als u, als resultaat van de upgrade, problemen ondervindt.
Maak een afzonderlijke back-up van de ksubscribers-database en uw Kaseya Server-gebruikersmappen. Zie De Kaseya Server archiveren (pagina 37) voor meer informatie.
De update plannen (pagina 35).
Schakel anti-virusbeveiliging (pagina 35) even voordat u begint te installeren, uit.
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken
Back-up van de Kaseya Server maken Zorg altijd dat u van uw Kaseya-productiesysteem een volledige back-up hebt. Dit omvat: het systeem die uw Kaseya Server host. het SQL Server-systeem die de ksubscribers-database host als de SQL Server extern van de Kaseya Server wordt geactiveerd.
De update plannen Wanneer u een bestaande KServer bijwerkt, dient u te verzekeren dat u een venster voor de uitvaltijd plant die genoeg tijd toestaat om de update te activeren en te testen en, indien nodig, het systeem naar de oorspronkelijke status te herstellen. De KServer wordt gedurende de update gestopt en is onbeschikbaar voor agenten, computergebruikers of VSA-beheerders. De updat van v4.x of v5.x naar K2 kan enkele uren duren. Dit is afhankelijk van de DB-grootte en de serverspecificaties. De update van Kaseya 2008 of K2 moet minder dan 30 minuten duren omdat de DB minder wijzigingen ondergaat.
Antivirus-software Op zowel de KServer als op de SQL Server: Schakel het real-time scannen voor alle antivirus-software uit Schakel, indien nodig, Disable Data Execution Prevention (DEP), uit door in het Configuratiescherm het dialoogvenster Systeem te gebruiken. Denk eraan dat u, nadat de installatie is voltooid, deze functies inschakelt.
De Kaseya Server verplaatsen Uw bestaande Kaseya Server naar een nieuwe computer verplaatsen, betreft het kopiëren van geselecteerde bestanden, van uw bestaande Kaseya Server naar de nieuwe computer en daarna over deze bestanden een nieuwe Kaseya Server installeren.
Uw bestaande Kaseya Server offline nemen Schakel de binnenkomende e-mail uit door het keuzevak E-maillezer uitschakelen in Ticketing > E-maillezer in te schakelen. Wijzig het IP-adres van de netwerkadapter die door uw bestaande Kaseya Server wordt gebruikt, naar een ongebruikt IP-adres. Dit voorkomt dat agenten inchecken en dat gebruikers zich aanmelden. Opmerking:Als u ervoor kiest uw bestaande/oude Kaseya Server te activeren terwijl u de nieuwe Kaseya Server met een nieuwe naam en IP-adres instelt, dan moet u de agenten met de pagina Agent > Check-incontrole verwijzen voordat u de nieuwe Kaseya Server online plaatst.
Als uw bestaande Kaseya Server 5.1 of ouder is, schakelt u op de localhost SMTP uit. Als uw bestaande Kaseya Server 5.2 of nieuwer is, wijzigt u het poortnummer via de pagina Systeem > Configureren.
Uw bestaande Kaseya Server archiveren Voer de procedure uit voor de Kaseya Server archiveren (pagina 37).
35
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken
Gearchiveerde gegevens naar uw nieuwe computer archiveren Kopieer de bestanden die u in De Kaseya Server archiveren (pagina 37) hebt gearchiveerd, naar de computer waarop uw nieuwe Kaseya Server zal werken. Zorg dat de bovenste map van de gearchiveerde mappenstructuur overeenkomt met de Kaseya-installatiemap waarheen u denkt te installeren. De standaard is C:\Kaseya. Gebruik SQL Server Management Studio om de ksubscribers-database te herstellen die u in De Kaseya Server archiveren (pagina 37) hebt gearchiveerd, naar de computer die uw nieuwe SQL Server zal hosten. Opmerking: Zorg dat de sorteerelementen (pagina 10) voor zowel de SQL Server en de ksubscribers-database juist is. Opmerking: Na een herstel van database 5.1 is de SSRS URL ongeldig en moet deze opnieuw worden ingesteld. Na een herstel van database 6.x is de SSRS URL mogelijk ongeldig en moet deze opnieuw worden ingesteld.
Kaseya op de nieuwe computer installeren Installeer een nieuwe Kaseya Server op uw nieuwe computer door de procedure die in Een nieuwe K2 Kaseya Server installeren (pagina 13) wordt beschreven, te volgen. Opmerking: Zorg dat, voordat u de installatie start, aan alle voorwaarden wordt voldaan.
Als u een SQL Server-instantie op een externe computer aangeeft en het heeft een ksubscribers-database, dan ontvangt u een prompt die u vraagt of u, indien nodig, die database wilt bijwerken en het naar de nieuwe Kaseya Server te leiden. Voor deze prompt op Ja klikken verwijdert de database van de bestaande Kaseya Server die er gebruik van maakt en leidt het naar de nieuwe Kaseya Server die u installeert.
Uw nieuwe Kaseya Server online plaatsen In de VSA van uw nieuwe Kaseya Server schakelt u in Ticket > E-maillezer, het keuzevak E-maillezer uitschakelen uit. Als u tijdens de installatie niet uw uitgaande e-mail hebt geconfigureerd, configureert u deze via de pagina Systeem > Uitgaande e-mail. Wijzig het IP-adres van de netwerkadapter die door uw nieuwe Kaseya Server werd gebruikt, om het originele IP-adres van uw bestaande Kaseya Server wordt gebruikt. Agenten zullen nu beginnen op uw nieuw Kaseya Server in te checken. Opmerking: Als u ervoor hebt gekozen om uw bestaande/oude Kaseya Server te gebruiken terwijl u de nieuwe Kaseya Server met een nieuwe naam en IP-adres instelt, dan moet u alle agent-accounts op de nieuwe Kaseya Server wijzigen zodat zij de naam en het IP-adres van de nieuwe Kaseya Server gebruiken. Nadat de agentaccounts van de nieuwe Kaseya Server juist zijn ingesteld, wijzigt u alle agentaccounts in de bestaande/oude Kaseya Server zodat zij de naam en het IP-adres van de nieuwe Kaseya Server gebruiken. Gebruik de pagina Agent > Inchecken in de VSA om de agenten naar de nieuwe Kaseya Server en IP-adres te leiden. U moet uw bestaande/oude Kaseya Server lang genoeg actief laten, zodat al uw agenten op de nieuwe Kaseya Server kunnen inchecken en worden geleid.
Update agenten via de pagina Agent > Update.
36
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken
De Kaseya Server archiveren Met een archief van een geïnstalleerde productie-Kaseya Server kunt u, zonder verlies van gegevens of functionaliteit, die Kaseya Server opnieuw op een ander systeem installeren. Het archief bestaat uit drie elementen: Een LeesMij-bestand die belangrijke informatie bevat om vanuit het archief een nieuwe installatie uit te voeren. Een archiverende mapstructuur die geselecteerde bestanden en submappen bevat die met de mapstructuur overeenkomt die door uw bestaande Kaseya Server overeenkomt. Een SQL Server back-up van de ksubscribers-database van uw Kaseya Server. Opmerking: Zie De Kaseya Server verplaatsen (pagina 35) voor instructies over hoe het archief opnieuw te installeren. Opmerking: Zorg dat het archief in een veilige locatie wordt bewaard.
Het LeesMij-bestand voorbereiden 1. Meld u als een hoofdbeheerder aan op uw huidige VSA-server. 2. Voeg de volgende informatie toe aan het LeesMij-bestand: Huidig adres van de Kaseya server - Dit veld bevindt zich op de pagina Systeem > Configureren, rechts van het label Externe naam/IP-adres van Server wijzigen. Huidig poortnummer van de Kaseya server - Dit veld bevindt zich op de pagina Systeem > Configureren, rechts van het label Poort aangeven waarmee agenten op server inchecken. Licentiecode van de Kaseya server - Voor 4.7 en ouder bevindt dit veld zich op de pagina Systeem > Configureren, rechts van het label Licentiecode. Voor 4.8 en nieuwe bevindt dit veld zich op de pagina Systeem > Licentiebeheerder. Opmerking: U gebruikt dezelfde licentiecode in uw nieuwe Kaseya Server. Als u enige problemen ondervindt als u uw licentiecode in uw nieuwe Kaseya Server gebruikt, dient u een ondersteuningsticket in te dienen via het Kaseya Portal https://portal.kaseya.net een een geüpdate licentiesleutel verzoeken.
Aanmelding SQL Server - De aanmelding voor de systeembeheerder (sa) en het wachtwoord voor de SQL Server die uw ksubscribers-database host. Aanmelding VSA-hoofdgebruiker - De VSA-gebruikersnaam en -wachtwoord voor aanmelding van een hoofdbeheerder. Kaseya installatiemap - De volledig gekwalificeerde padnaam van de . Host uitgaande e-mail - De hostnaam en poort voor de VSA uitgaande e-mails. Server binnenkomende e-mails - De e-mailserver, poort en, indien nodig, de referentie voor binnenkomende e-mails die in de pagina Ticketing > E-maillezer wordt gedefinieerd.
37
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken
Een Archiveringsmappenstructuur maken Maak van de volgende mappen een lege mappenstructuur die op de hieronder gegeven afbeelding lijkt. Hernoem de Kaseya-map die in de afbeelding wordt getoond, zodat deze, indien van toepassing, overeenkomt met de naam van de installatiemap van uw Kaseya Server. Kopieer bestanden en mappen van uw bestaande Kaseya Server in deze lege mappenstructuur, zoals hieronder wordt beschreven. U hoeft niet alle mappen te gebruiken die in de afbeelding worden weergegeven.
\UserProfiles (exclusief de @back-upmap) Deze map bevat de bestanden die aan uw beheerde computers zijn verwant. \WebPages\ManagedFiles (exclusief VSAHiddenFiles) - Deze map bevat de scripts en beheerde bestanden die aan elke beheerder behoren, evenals KES-profielen. Waarschuwing: Kopieer geen VSAHiddenFiles, die in de map WebPages\Managed files worden gevonden, van een oud systeem naar een nieuw systeem. Deze map bevat veel systeem-helpbestanden. U nieuwe systeeminstallatie bevat de nieuwste versies van deze bestanden.
\WebPages\DataReports - Deze map bevat geplande rapporten. Deze volgende mappen moeten alleen worden gearchiveerd als aanpassing van de VSA ze heeft gecreëerd: \Kserver\ignoresubject.txt - Dit bestand bestaat alleen als binnenkomende e-mail met het bewerkingsvak Binnenkomende e-mails met het volgende in de onderwerpregel weigeren in Ticketing > E-maillezer wordt gefilterd. \WebPages\themes\banner\images\new - Deze map, als het bestaat, bevat aangepaste pictogrammen voor rapporten en de agent wanneer het vaandelthema wordt gebruikt. \WebPages\themes\classic\images\new Deze map, als het bestaat, bevat aangepaste pictogrammen voor rapporten en de agent wanneer het klassieke thema wordt gebruikt. \WebPages\themes\compact\images\new Deze map, als het bestaat, bevat aangepaste pictogrammen voor rapporten en de agent wanneer het compacte thema wordt gebruikt.
38
Een bestaande KServer naar K2 bijwerken \WebPages\themes\default\images\new Deze map, als het bestaat, bevat aangepaste pictogrammen voor rapporten en de agent wanneer het standaardthema wordt gebruikt. \WebPages\access> - Deze map bevat twee bestanden, DefaultHeader.htm en LeftHeader.htm die kunnen worden aangepast.
Van de Kaseya Server-gegevens een SQL Serverback-up maken 1. Gebruik SQL Server Management Studio om een back-up te maken van de ksubscribers-database. 2. Kopieer deze nieuwste SQL Serverback-up naar uw archiveringsmappenstructuur. Meestal is de locatie voor Kaseya Serverback-ups als volgt: \UserProfiles\@dbbackup. Opmerking: Ga terug naar De Kaseya Server verplaatsen (pagina 35) als u deze procedure uitvoert.
Installatieproblemen melden Als u installatieproblemen ondervindt...
Voor installatieprobleem Voorafgaand aan Reapply Schema 1. Maak een screenshot van de fout - Bewerken, alles selecteren, kopiëren, naar Wordpad plakken. 2. Zoek in Windows het Kaseya html-bestand en kopieer deze. 3. Bevestig het screenshot en het bestand aan het ticket. 4. Geef de systeemconfiguratie: besturingssyteem, DB, WEB besturingssysteem. 5. Als de installatie wordt afgebroken, kunnen we vaak de agenten of andere mechanismen niet gebruiken om in de computer te komen. Geef voor installatieproblemen RDP-toegang: computernaam, gebruiker en wachtwoord. 6. Laat het proces vanaf het foutpunt werken.
Voor installatieprobleem Tijdens Reapply Schema 1. Maak een screenshot van de fout - Bewerken, alles selecteren, kopiëren, naar Wordpad plakken. 2. Zoek de bestanden in \DBInstall\TempFiles 3. 4. 5. 6. 7.
Bevestig het screenshot en de bestanden aan het ticket. Identificeer het Controlenummer waar het opnieuw toepassen een fout ondervond. Geef de systeemconfiguratie: besturingssyteem, DB, WEB besturingssysteem. Geef aanmeldingsinformatie voor externe toegang: computernaam, gebruiker en wachtwoord Laat het proces vanaf het foutpunt werken.
39
Voltooien en testen
Voltooien en testen De KServer is nu volledig geïnstalleerd en klaar voor service. Het wordt aangeraden om voor de volledige implementatie, enkele nieuwe functionaliteitstests uit te voeren.
Toegang browser testen 1. Verifieer of de KServer vanuit de interne en externe locaties kan worden bereikt door een browservenster van Microsoft Internet Explorer te openen en http:// in te voeren. Voor toegangsproblemen met het serveradres verifieert u de naam/IP-resolutie in het netwerk Domain Name Server (DNS). 2. Meld u aan op uw nieuw K2 VSA. U zou een aanmeldingsscherm zien die op de volgende afbeelding lijkt.
40
Voltooien en testen
Uitgaande e-mails testen 1. Navigeer naar de pagina Systeem > Uitgaande e-mails. 2. Stuur een teste-mail door op de knop Test te drukken en voer een geldig e-mailadres in te voeren. Als de teste-mail niet binnen 5 minuten aankomt, controleert u het tabblad Uitgaande e-mails > Logboek. 3. Voordat u Automatische levering inschakelt, wilt u misschien het verzenden van geselecteerde e-mails testen. Als Automatische levering is ingeschakeld, worden e-mails verzonden zodra zij door de KServer worden gemaakt. Terwijl Automatische levering is uitgeschakeld, moet u op het tabblad Logboek klikken en daarna selecteert u en klikt u met de rechtermuisknop op een enkele uitgaande e-mail die door KServer is gemaakt, om het te verzenden.
Rapportgeneratie testen 1. Navigeer naar de pagina Infocentrum > Rapporten. In de pagina Privé wordt uw privé-gebruikersmap geselecteerd als deze pagina eerst wordt weergegeven. 2. Klik op de knop Nieuw rapport. 3. Selecteer de rapportsjabloon Audit > Schijfgebruik. 4. Klik op Volgende. 5. Klik op Opslaan. Het rapport Schijfgebruik wordt in uw privé-map opgeslagen. 6. Klik op Rapport activeren voor het nieuwe rapport Schijfgebruik. 7. Selecteer een willekeurige organisatie op het tabblad Filters. 8. Klik op Indienen om het rapport te activeren. Het rapport moet in minder dan een minuut worden gegenereerd. 9. Als naast de waarde Eens in de kolom Referentie een groen pictogram van een keuzevak wordt weergegeven, is het rapport succesvol gegenereerd. Rapportservices is juist geconfigureerd. Klik op het pictogram om het publicatierapport te zien. Als door uw VSA geen agenten zijn ingeet, ziet u in het rapport alleen de informatie van de kop- en voettekst. Dit is juist. Nadat u agenten hebt ingezet, kunt u het rapport opnieuw activeren en in de hoofdtekst van de pagina resultaten zien.
41
Post-update wijzigingen 10.Als naast de waarde Eens in de kolom Terugkeerpatroon een pictogram van een rood uitroepteken wordt weergegeven, heeft zich tijdens het genereren van het rapport een fout voorgedaan. U kunt op het pictogram klikken om over de fout een gedetailleerd bericht te zien. Raadpleeg de sectie SQL Server Reporting Services configureren (pagina 12) van dit document voor richtlijnen over hoe Reporting Services te configureren.
Post-update wijzigingen Wachtwoorden voor externe applicaties wijzigen - Als een bestaande externe API-webservice-applicatie met de VSA wordt geïntegreerd, bekijkt u de vereisten om de referentie ervan naar SHA-256 bij te werken. Bekijk onderwerp Door externe applicaties gebruikte wachtwoorden wijzigen http://help.kaseya.com/WebHelp/en/VSA/6020000/9777.htm voor meer informatie. De tabel Auditresultaten indexeren - Bij grote databases kan een master-aanmelding na de upgrade een dialoogvenster zien die het indexeren van de tabel Auditresultaten voorstelt. Zie De tabel Auditresultaten indexeren http://help.kaseya.com/WebHelp/en/VSA/6020000/6905.htm voor meer informatie. Vrijgavenotities - Bekijk de vrijgavenotities om uzelf met de nieuwe functionaliteit in K2 bekend te maken. U kunt de vrijgavenotiteis weergeven door op de knop Systeem > Configureren > Vrijgavenotities te klikken. Upgrade van 5.x Verbeteringen - Voor gebruikers die van Kaseya 2008 (v5x) een upgrade uitvoeren, zijn de meest opmerkzame wijzigingen in K2 op het gebied van gebruikersbeveiliging, organisaties/computergroepen, ontwerp van gebruikersinterface, verbeteringen voor planning, Reporting Services en LiveConnect. Gemigreerde rapporten - Voor upgrades van Kaseya 2008 (v5x) of ouder zijn Opgeslagen rapporten, Gedeelde rapporten en opgeslagen schema's naar mappen gemigreerd die Gemigreerde rapporten en Gemigreerde gedeelde rapporten in Infocentrum > Rapporten zijn. Na de installatie moet u mogelijk de gemigreerde gedeelde map toe-eigenen om deze rapporten te activeren. Upgrade van 4.x - Gebruikers die van 4.x een upgrade uitvoeren, zien aanvullende wijzigingen. Hieronder vindt u enkele hoofdwijzigingen die 4.x-gebruikers zullen zien: Back-uplocaties - Back-uplocaties bevatten nu de agent GUID in plaats van de naam. Userprofiles-mappen - \kaseya\Userprofiles-mappen worden nu door GUID in een lijst opgenomen, zoals hierboven wordt aangegeven. Om voor een computer de GUID te zien, navigeert u naar de pagina Agent > Agentstatus en daarna klikt u op de knop Kolommen selecteren. Voeg aan de weergegeven kolommen de gegevens van Agent GUID toe. Update agenten - Kaseya 2008 SP1 vereist een update van de agent. Om de agent bij te werken, navigeert u naar de pagina Agent > Update agent. Let op dat u de agenten niet automatisch kunt downgraden en zodra zij zijn geüpdate, kunnen zij niet met vorige versies van de KServer communiceren. Zorg dus dat de update van de KServer succesvol was voordat u de agenten bijwerkt. Kaseya zal de updates van de agenten automatisch met 1 minuut tegenhouden. Als u dus een groot aantal agenten hebt, kan dit proces enige tijd duren (1000 agenten = 17 uur). Logboekgeschiedenis/Archiveren - Met Kaseya 2008 is onbeperkte verlenging nodig voor controle, SNMP en gebeurtenislogboeken. Dit kan via Agent > Logboekgeschiedenis worden geconfigureerd. Er bestaat ook een optie om logboeken naar een bestand te archiveren als zij verouderen en wanneer geselecteerd, verplaatst het systeem ze naar .csv-bestanden 42
KaseyaVSA en invoegtoepassingen verwijderen onder Archiefpad logboekbestand. Deze is onder het tabblad Systeem > Configureren (C:\Kaseya\UserProfiles\@archive standaard) ingesteld en gesorteerd door agent GUID. Grootte database wijzigen - Afhankelijk van hoe u de logboekgeschiedenis configureert, en hoeveel gegevens u verzamelt, ziet u na de update van Kaseya 4.8 mogelijk dat de database groeit. Hou de grootte van de database in de gaten en controleer de instellingen als het te hard groeit. Als u de archiveringsoptie gebruikt, dient u voor genoeg vrije ruimte te zorgen op de schijf waarop u het archiefpad configureert.
KaseyaVSA en invoegtoepassingen verwijderen Totdat alle invoegtoepassingen zijn verwijderd, kunt u KaseyaVSA niet verwijderen. Alle verwijderingen moeten, afhankelijk van het type Windows-besturingssysteem, van de volgende locaties worden geactiveerd. Het venster Programma's toevoegen of verwijderen. Het venster Programma's en functies. Opmerking: Verwijder niet via de Kaseya-snelkoppeling in het Startmenu.
43
Meer leren
Meer leren PDF's zijn beschikbaar om u te helpen bij het snel implementeren van Virtual System Administrator™. U kunt ze downloaden uit het eerste onderwerp in de online help http://help.kaseya.com/WebHelp/NL/VSA/6020000/index.htm?toc.htm?6939.htm. Als u voor het eerst met Virtual System Administrator™ werkt, raden we de volgende snelstarthandleidingen aan: 1. Om te beginnen 2. Gebruikersbeheer 3. Configuratie en inzet agent 4. Live Connect, Portaltoegang en Snel weergeven 5. Configuratie controleren De volgende bronnen zijn eveneens beschikbaar:
Training U kunt trainingvideo's voor VSA bekijken op het Kaseya Portal http://portal.kaseya.net. Klik onder de map Education op de koppeling Kaseya LMS.
Conclusie Door de instructies die u in dit document vindt te volgen, kan de gebruiker de KServer-software goed installeren. Neem contact op met een Kaseya-ondersteuningsvertegenwoordiger betreffende enige vragen over de installatie of het gebruik van de KServer-software. U kunt contact opnemen met Kaseya-ondersteuning via het Kaseya Portal https://portal.kaseya.net.
44